ISSO Info 47 lowres
-
Upload
stichting-isso -
Category
Documents
-
view
267 -
download
5
description
Transcript of ISSO Info 47 lowres
Special VSK 2012
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20121
Een nieuw jaarMet het verschijnen van deze Info markeert ISSO de over-
gang van 2011 naar 2012. Een nieuw jaar komt ons tege-
moet maar lonkt ons niet echt. De verwachtingen voor het
jaar 2012 zijn onzekerder dan we ons kunnen herinneren
bij een jaarwisseling in een lange tijd. Toch zijn we niet
zonder verwachting voor het komend jaar. Natuurlijk, we
weten dat de economie nog niet zal opbloeien in 2012 met
groeipercentages zoals we die gewend zijn. Ik vind het
wel opmerkelijk dat een ‘nulgroei’ alom als stagnatie van
de economie wordt gepresenteerd. De economie valt stil,
heet het dan. Niets is echter minder waar. Deze hijgerige
drang naar groei, liefst met dubbele cijfers, is volgens mij
één van de componenten van de mentaliteit die ons deze
crisis bezorgd heeft. Een schuldencrisis of een bankencri-
sis noemen we het, maar het is een mentaliteitscrisis. En
enerzijds hebben we de uitdaging om ons door de crisis
heen te innoveren (Jan Kamminga) of te verduurzamen
(Jan Terlouw), anderzijds werkt een crisis ook in de hand
dat je gedwongen wordt je knopen te tellen. Waar staat
mijn onderneming voor en is mijn profiel scherp genoeg?
Stroomt onze drive ook in de aderen van mijn personeel
en zijn zij toegerust om door de crisis heen te komen? Is
focus op de kostenkant nodig, zoals wij nu bij veel banken
zien (hoeveel bank wil je hebben verandert dan in: hoeveel
bank hou je nog over?), of zoek je het in verbetering van de
kwaliteit van je product of dienst of personeel?
Tijdens het ISSO Najaarsoverleg, op 15 september 2011, heeft CaubergHuygen de eerste editie van de ISSOAward voor duurzame projecten gewonnen. Nadat de vier genomineerden voor deze nieuwe prijs hun project hadden gepresenteerd, mocht het publiek zijn stem uitbrengen. De bijna 200 aanwezigen kozen in meerderheid voor het project ‘Mijnwater: from Black to Green’ van CaubergHuygen. Bij dit project worden warmte en koude uit mijnwater gebruikt voor klimatisering van woningen en utiliteitsgebouwen. Bij de realisatie van de klimaatinstallaties stelde de opdrachtgever het gebruik van ISSOpublicaties verplicht.
Duurzame technieken staan centraal tijdens ISSO Najaarsoverleg
ISSO INFO47
januari 2012
verder op pag 2 verder op pag 2
De uitreiking van de ISSO-Award was een hoogtepunt tijdens
het goed bezochte Najaarsoverleg, de jaarlijkse netwerk-
bijeenkomst voor de installatiewereld die ISSO voor haar
relaties organiseert. Dit jaar had ISSO bovendien het initiatief
2
Norm voor energieprestatie gebouwen in 2012 van kracht 4
Bouwbesluit 2012 en ISSO-publicaties 5
Regelgeving Legionellapreventie en procedures zijn complex 6
Herziene versie ISSO-publicatie 18 8
Legionella Award voor Hans van Wolferen 9
ISSO start project ‘BIM-proces in de installatiesector’ 10
Nieuw: Kleintje Meetmethoden Verlichting 11
ISO 9001 certificaat verlengd 11
Onmisbaar voor ontwerp en montage van sanitair 12
Nieuw: ISSO-handboek Zonne-energie 13
Termen en definities voor beheer en onderhoud 14
Nieuw: ISSO-publicatie 111 15
Nieuw: ISSO-publicatie 42 ‘Sprinklerinstallaties’ 15
Praktijkboek gezonde gebouwen - 16
Serie ISSO-instructieboeken EMO compleet! 17
Praktische kennis met de ISSO-KennisKaart 18
Leergang Energieprestatie Gebouwen 20
Ventilatieprestatiekeuring (VPK) woningen uitgebreid 21
Nieuwe zoekfunctionaliteit ISSO-digitaal.nl beschikbaar 22
Applicatie ‘Luchtkanaalberekening’ 22
Update ‘Kleintje Ventilatie woningen 2012’ 23
ISSO Instructiebijeenkomsten 2012 24
ISSO In-Companytrainingen 30
ISS
O-i
nfo
nu
mm
er
47
content
Op het LOPL/ISSO-symposium over nieuwe regelgeving legi-
onellapreventie, gehouden eind november van het oude jaar,
hield Paul Settels van ING een mooi inspirerend verhaal over
hoe ING omgaat met een onderwerp als legionellapreventie.
Hij benaderde het onderwerp vanuit het begrip ‘goed huis-
vaderschap’. Dit geldt bij ING zowel voor het eigen personeel
als voor werknemers die op haar dak aan het werk moeten,
als voor de omgeving van haar bedrijfsgebouw. En dan past
ook geen beperking tot het wettelijk verplichte minimum
als invulling van je verantwoordelijkheid. Dat was een bood-
schap om nog eens over na te kauwen, zo tijdens de feestda-
gen. Om je weer op scherp te zetten voor een nieuw jaar.
ISSO wenst u in dit jaar daarbij alle succes. Wij zullen ons
weer maximaal inzetten om u hierbij te faciliteren met direct
toepasbare kennis. Kennis voor kwaliteit. Van de bouwplaats
tot in de directiekamer. Ook voor de komende 4 jaar heeft
ISSO, met een nieuw beleidsplan, dit als motto. Voor verster-
king van kwaliteit, duurzaamheid en veiligheid.
Rob van Bergen
vervolg van pag 1 - Een nieuw jaar
genomen om marktpartijen uit te nodigen een project in te
sturen voor de ISSO-Award. Deze prijs is bestemd voor orga-
nisaties die actief betrokken zijn bij de totstandkoming van
een duurzaam project en bij de technische realisatie en voor
de benodigde kwaliteitseisen aantoonbaar gebruik maken
van ISSO-publicaties.
CAuBErG-HuyGEN wINT EErSTE ISSO-AwArDWinnaar Cauberg-Huygen was adviseur bij het project in
het Zuid-Limburgse Heerlen, waar men warm en koud water
omhoog pompt uit de oude mijnschachten. Boven de grond
wordt dit water via een warmtepomp geschikt gemaakt voor
het verwarmen en koelen van een groot kantoorgebouw
en een woonwijk. Het ingenieursbureau was genomineerd
voor de award omdat zij zich actief heeft ingespannen om
bij de technische realisatie van de installaties de kwaliteits-
eisen uit de ISSO-publicaties dwingend voor te schrijven. Dit
resulteerde in een opdrachtgever die elke betrokken pro-
jectontwikkelaar en installateur verplichtte om de installaties
conform de richtlijnen uit de ISSO-publicaties aan te leggen.
Het succes van dit project slaat volgens Cauberg-Huygen
over naar andere mijnstreken in Europa, waar men nu ook de
mogelijkheden onderzoekt om verlaten mijnschachten als
WKO te gebruiken.
Naast de winnaar waren er nog drie genomineerden, die
tijdens een eerste beoordeling van alle inzendingen door
een vakjury voor de ISSO-Award 2011 waren voorgedragen.
De andere genomineerden waren Viac Installatie Adviseurs
met de nieuwbouw van multifunctioneel educatief centrum
in De Bilt, DHV met de duurzame renovatie van het eigen
hoofdkantoor in Amersfoort en de combinatie Brink Climate
Systems/KempAir met een passiefhuis renovatieproject van
acht woningen in Tilburg. De vakjury voor de ISSO-Award
2011 bestond uit Herman Eijdems, senior consultant bij de
Rijksgebouwendienst, Egbert Wagenaar, voorzitter van de
Raad van Begeleiding van ISSO, Marco Hofman, projectcoör-
dinator bij ISSO en Rob van Bergen, directeur van ISSO.
GrOEIENDE kENNISBEHOEfTE
vervolg van pag 1 - Duurzame technieken staancentraal tijdens
ISSO Najaarsoverleg
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20123
In het duurzame conferentiecentrum
De Sta@rt in Apeldoorn – een passend decor
voor het ISSO Najaarsoverleg – begon de bij-
eenkomst met de presentatie van een markt-
onderzoek. Daaruit bleek dat de economische
omstandigheden in de bouw- en installatie-
markt nog niet rooskleurig zijn. De meeste
marktpartijen zien nog geen spoedig herstel en
er is een hoge concurrentiedruk. Maar er komen
ook positieve aspecten uit het marktonderzoek
naar voren. Zo blijkt dat de vraag naar duur-
zaamheid en duurzame technieken steeds vaker een sterke
rol spelen in de projecten. Belangrijke markttrends die uit
het onderzoek naar voren komen zijn de vraag naar energie-
besparing maar ook de revitalisering van gebouwen. Tevens
komt uit het onderzoek naar voren dat de informatiebe-
hoefte bij de branche de komende jaren zal toenemen. Voor
ISSO betekent dit dat er vele terreinen zijn waarop zij kennis
kan ontwikkelen, en waarbij duurzaamheid een voorname
positie inneemt.
Rob van Bergen, directeur van ISSO, sloot met zijn presen-
tatie naadloos aan op de onderzoeksresultaten. ISSO heeft
in haar beleidsplan voor de komende jaren nadrukkelijk
voorzien in het uitbouwen van haar activiteiten, met als
speerpunt het versterken van de onderwerpen kwaliteit,
duurzaamheid en veiligheid. In feite zijn er in het beleid tot
en met 2015 zes hoofdlijnen te onderscheiden:
• Duurzaamheid en veiligheid;
• ISSO: merk voor kwaliteit;
• Samenwerking in de kenniskolom;
• Betrouwbare kennisleverancier;
• Ontsluiting kennis: ISSO 3.0;
• Kennis voor het Onderwijs.
COMplExE TECHNIEkENVolgens Van Bergen zijn kennis en kwaliteit doorslaggevend
voor geslaagde duurzame projecten. “En die kennis is brood-
nodig omdat er complexe technieken in het spel zijn. Denk
daarbij aan WKO-systemen en betonkernactivering. Bij ISSO
verloopt de kennisontwikkeling nu op volle snelheid en wij
zullen dit de komende jaren verder uitbouwen. Wel is er bij
ons enige zorg of de branche deze boodschap van brood-
nodige kennis ter harte neemt. Ik besef dat het moeilijk is
in deze economische tijden, maar bedrijven zouden echt
anti-cyclisch met kennis moeten omgaan. Het is overbo-
dig om Vathorst nog te noemen maar de wijk De Teuge in
Zutphen, met een mislukt warmtepompproject, is een nieuw
begrip geworden. Om deze zaken te voorkomen is samen-
werking nodig. Ketenintegratie, integraal ontwerpen, maar
ook samenwerking door de diverse kennisleveranciers. ISSO
steekt de hand uit naar alle partijen die aan dit proces willen
en kunnen bijdragen.
Ook ISSO-voorzitter Cees van Laarhoven sprak de aanwezi-
gen toe en benadrukte dat kwaliteit bij zelfkennis begint.
“In onze branche zouden we wat vaker bij onszelf te rade
mogen gaan om te kijken of we echt wel altijd de kwali-
teit leveren die we zouden kunnen en moeten leveren.”
Vervolgens stelde Van Laarhoven dat kwaliteit niet zonder
verantwoordelijkheid kan. In elk project moet het duidelijk
zijn wie waarvoor verantwoordelijk is, zo betoogde hij. Om
vervolgens zijn betoog af te sluiten met het credo: ‘Kwaliteit
begint bij trots’.
TrOTSE ArCHITECTTrots was in elk geval Ronald de Graan, projectarchitect bij
Rau Architecten en verantwoordelijk voor het ontwerp van
het gebouw de Sta@rt in Apeldoorn. Hij vertelde in een
boeiende presentatie dat Rau Architecten een geheel eigen
visie heeft op het combineren van bouwkunde en installatie-
techniek, waarbij ze een duurzame en vergaande integratie
voorstaan. “Die denkwijze vereist wel een andere houding
bij alle partijen die met ons een gebouw realiseren. We heb-
ben maar één wereld en we zullen daarom veel zorgvuldiger
met grondstoffen moeten omgaan. Wij zien een gebouw
steeds meer als een ‘grondstoffenbank’; het vertegenwoor-
digt een kapitaal. De bezitter van het pand blijft dan ook
eigenaar van alle waardevolle stoffen die hij in principe na
de gebruiksperiode van het gebouw weer zou moeten kun-
nen verhandelen. Tegelijk is het fascinerend dat in de natuur
een termietenheuvel aan de binnenkant altijd een constante
temperatuur behoudt van 15 °C terwijl de buitentempera-
tuur varieert van 4 tot 42 °C. Dit zijn uitgangspunten die ons
bezighouden en waarmee wij aan de slag gaan als we duur-
zame gebouwen ontwerpen”, vertelde De Graan. Ook ziet dit
architectenbureau een absolutie noodzaak om zo snel moge-
lijk met de hele bouwwereld op BIM over te stappen, omdat
hiermee veel faalkosten kunnen worden vermeden.
Voordat alle gasten aan de afsluitende borrel en het netwerk-
diner konden beginnen, was het tijd voor Jan van Setten,
de uitsmijter van de dag. Deze trainer/coach liet in een bijna
cabaretachtige voordracht de aanwezigen zien hoe zij klanten
ervan kunnen overtuigen om vooral in kwaliteit en duur-
zaamheid te investeren. Als er in de branche 8 procent faal-
kosten zijn, dan heeft de branche dus ook 8 procent waarde
om van te leren. Fouten maken je sterker, als je er maar van
leert. “Het leven is verwarrend eenvoudig”, aldus Van Setten.
“En heb je een probleem, doe dan niet problematisch.” Zijn
boodschap: “Overtuig eerst jezelf maar eens dat je echt voor
kwaliteit en duurzaamheid gaat, en ga dan naar de klant toe.”
4
D E C E M B E R 2 0 11 N R 2 4
ThemaTech
“Systeem van proces- en product -certificaten via BRL-6000-systematiek biedt overheid garantie voor duurzaamheidsrichtlijn”
– jAAp hOgeLIng, ISSO
“Nieuwe geluideis kan betekenen dat doorsnede van ventilatiekanalen vergroot moet worden om geluidproductie te beperken”
– guIdO cOppenS, ArcAdIS
“Nieuw richtlijnen Ecodesign en Ecolabel moeten energiebesparing van 10 procent opleveren”
– hAnS-pAuL SIderIuS, AgentSchApnL
“Methode van Duurzaam Beheer en Onderhoud leidt tot forse energiebesparingen en afname klimaatklachten”
– bert eLkhuIZen, cOFeLy en SteF bOtS, InnAX
“ISSO werkt aan opnamemethodiek om na te gaan of nieuwe woning daadwerkelijk aan berekende EPC voldoet”
– keeS ArkeSteIjn, ISSO
IMPLEMENTATIE NIEUWE WETGEVING ENERGIE
K E N N I S I N S T I T U U T V O O R D E I N S T A L L A T I E S E C T O R
Vanaf april 2012, of mogelijk vanaf 1 juli 2012, gaat de nieuwe norm NEN 7120 ‘Bepalingsmethode energieprestatie van gebouwen’ van kracht. Dit betekent dat de normen NEN 5128 voor woningbouw en NEN 2916 voor utiliteitsbouw vervallen. De NEN 7120 wordt aangewezen voor nieuwbouw, echter voor bestaande bouw is de NEN 7120 nog niet geschikt. In opdracht van het ministerie van BZk is er daarom een zogenaamd Nader Voorschrift ontwikkeld. Het Nader Voorschrift is gebaseerd op de NEN 7120 en kan in een later stadium in de NEN 7120 worden opgenomen. ISSO zal haar ISSOpublicaties 75.1 en 82.1 afstemmen op het Nader Voorschrift. Naar verwachting zal het Nader Voorschrift op 1 juli 2012 voor bestaande bouw worden ingevoerd. Om de installatiewereld daarin te helpen, komt ISSO met hulpmiddelen, testen voor de attestering van de software en, samen met DwA in opdracht van OTIB, met een leergang over de NEN 7120 en het Nader Voorschrift.
ISSO bezorgt marktpartijen hulp bij implementatie
Nieuwe norm voor energieprestatie gebouwen in 2012 van kracht
den voor energieopwekking op gebiedsniveau opgenomen.
Zijn er technieken voor energieopwekking die een hoger
rendement hebben dan de forfaitaire waarden, dan kun-
nen marktpartijen met de NVN 7125 op eenduidige wijze
het rendement daarvan bepalen. Verder bevat de NEN 7120
allerlei nieuwe technieken die met de NEN 5128 en NEN 2916
nog niet werden gewaardeerd. Denk daarbij aan de lucht/
water-warmtepomp, dauwpuntkoeling, betonkernactivering,
enzovoorts. De resultaten van de oude normen en de nieuwe
NEN 7120 zullen bij de toepassing van dezelfde technieken
bij de gemiddelde gebouwen nagenoeg gelijk zijn. Ondanks
dat warmteterugwinning (wtw) bij ventilatiesystemen in de
nieuwe norm lager wordt gewaardeerd.
DIVErSE HulpMIDDElENDe invoering in 2012 betekent dat er in zeer korte tijd veel
zaken moeten worden aangepast. Allereerst moet er nieuwe
software worden geschreven die begin 2012 beschikbaar
moet zijn. Dit wordt verzorgd door marktpartijen als Vabi,
Raak, Bink, DGMR, Uniek en de Twee Snoeken. ISSO kreeg
opdracht om testen voor deze software te ontwikkelen.
Dezelfde invoer bij de verschillende softwarepakketten moet
tenslotte tot dezelfde resultaten leiden. Omdat de nieuwe
norm ook voor de installatiesector belangrijke veranderingen
met zich meebrengt, zullen ISSO en DWA, in opdracht van
OTIB, een speciale leergang voor installatiebedrijven ont-
wikkelen. Via cursussen kan men zich op een compacte en
intensieve manier op de hoogte stellen van de belangrijkste
wijzigingen in de NEN 7120. Daarbij focussen we ons vooral
op de betekenis van de wijzigingen voor installatietechniek
in een huis of gebouw.
Ook op het terrein van de energieprestatieadviezen heeft de
overheid nu daadwerkelijk stappen gezet die de vrijblijvend-
heid van het label halen. Zo moeten makelaars vanaf vol-
gend jaar verplicht bij elke advertentie voor een woning het
Energielabel vermelden. Tegelijk gaat er een sanctie gelden
wanneer woningbezitters en -kopers bij de overdracht van
de woning bij de notaris geen geldig Energielabel kunnen
overleggen. Kortom, de notaris mag het huis niet meer laten
passeren zonder Energielabel.
ENErGIElABEl VOOr NIEuwBOuwEen andere uitbreiding van de nieuwe norm, ten opzichte
van de regels die in ISSO-publicaties 75.1 en 82.1 waren
opgenomen, is het feit dat ook nieuwbouwwoningen en
nieuwe gebouwen een Energielabel krijgen. Vanaf volgende
jaar wil de overheid dat ieder huis of utiliteitsgebouw bij
oplevering meteen een Energielabel ontvangt. Tevens heeft
ISSO de opdracht gekregen om een opnamemethodiek
De NEN 7120, de
nieuwe norm voor
de bepaling van de
energieprestatie van
gebouwen en wonin-
gen, zat er al geruime
tijd aan te komen.
Nieuw in de NEN
7120 is bijvoorbeeld
het voorschrift met
betrekking tot ven-
tilatiehoeveelheden uit de NEN 8088, die sinds april van dit
jaar van kracht is gegaan. Voor de bepaling van de ventilatie-
hoeveelheden wordt door NEN 7120 verwezen naar de NEN
8088. Ook nieuw zijn de voorschriften uit de Nederlandse
Voornorm (NVN) 7125 met betrekking tot de energieopwek-
king op gebiedsniveau. In de NEN 7120 zijn forfaitaire waar-
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20125
Bouwbesluit 2012 en ISSOpublicaties
uiteindelijk gaan we het toch beleven in 2012. Het nieuwe Bouwbesluit wordt van kracht! De invoering van enkele onderliggende maatregelen loopt nog wel vertraging op. Voorbeelden hiervan zijn het opleveringslabel en het energielabel voor nieuwbouwwoningen. Daarnaast stellen we het energielabel voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen voorlopig nog even vast conform de vertrouwde ISSOmethodiek (ISSO 75.1 en 82.1) en niet volgens de NEN 7120 Energieprestatie gebouwen.
Het Bouwbesluit gaat dan toch van start. Helaas zonder
Rc=5-eis voor buitengevels, want dat moet eerst technisch
uitgewerkt worden. En dat slaat de brug naar de ISSO-
publicaties. Want wijzigingen in de regelgeving moeten ook
doorgevoerd worden in diverse publicaties en andere pro-
ducten. Bij de uitgaven van de laatste 2 jaar hebben we de
verwachte (!) nieuwe Bouwbesluiteisen in bijlagen meegeno-
men. Dit geldt bijvoorbeeld voor ISSO 61 en 62, publicaties
over woonhuisventilatie. De gewijzigde ventilatie-eisen voor
woningen zijn hierin benoemd.
ADDErTjE ONDEr HET GrASMaar bij de genoemde bepaling van de Rc-waarde zit er een
addertje onder het gras. Bij de steeds betere isolatiewaarden
van gevels die tegenwoordig worden toegepast en nu dus
ook in het Bouwbesluit worden voorgeschreven, wordt de
verwerkingsmethode van de isolatie steeds belangrijker. Zo
stijgt de voorgeschreven minimale Rc-waarde van 2,5 naar
3,5 m2K/W in het nieuwe Bouwbesluit en zal verdere ver-
hoging wellicht later volgen. Niet alleen het voorkómen en
afwerken van spleten bij het aanbrengen van het isolatiema-
teriaal, maar ook het type en het aantal van de toegepaste
verankering bepalen steeds meer de uiteindelijk gerealiseer-
de isolatiewaarde. Nu zitten we op dit moment alleen nog te
wachten op de definitieve versie van de NEN 1068 waarop
de Rc-bepaling gebaseerd is om bijvoorbeeld ISSO-60 ‘U- en
R-waarden van bouwkundige constructies’ te kunnen herzien
en dan ook deze aspecten te verwerken om weer goed te
kunnen rekenen en uitvoeren op weg naar energieneutraal
bouwen.
GEluIDEISENEen derde aspect is de nu in het Bouwbesluit opgenomen
geluideisen voor de woninginstallaties. De inmiddels mis-
schien wel beruchte eis van 30 dB voor woonfuncties en
35 dB voor onderwijs en kinderopvang (hier dB zonder ‘(A)’
omdat de aanduiding dat het een volgens het A-filter gewo-
gen waarde is tegenwoordig in de aanduiding van de groot-
heid zelf opgenomen is). Deze worden verwerkt in een serie
ISSO-publicaties aansluitend op ISSO 24 ‘Installatiegeluid’.
Deze zullen vanaf begin 2012 het licht zien, te beginnen met
ISSO-publicatie 111 die begin 2012 uitkomt. Ook zijn deze
eisen verwerkt in de BRL 8010 voor de ventilatieprestatie-
keuring waarvan de scope wordt uitgebreid met scholen en
kinderopvang (zie artikel in deze Info).
Het voorgaande maakt duidelijk dat een nieuw Bouwbesluit
een behoorlijk aantal herzieningen van ISSO-producten tot
gevolg heeft. ISSO-publicaties helpen u immers om te vol-
doen aan wet- en regelgeving, dus dienen ze ook up-to-date
te zijn. Daar gaan wij voor zorgen!
Voor meer informatie: Marco Hofman, [email protected]
(ventilatie), Harry van Weele, [email protected] (isolatiewaar-
den) en Jan Aerts, [email protected] (geluid).
te schrijven waarmee de markt kan nagaan of een nieuwe
woning daadwerkelijk voldoet aan de berekende EPC. De
bedoeling daarvan is dat de bouwer of ontwikkelaar daad-
werkelijk moet aantonen dat alle maatregelen die nodig zijn
om een bepaalde EPC te krijgen, ook echt zijn aangebracht
en geïnstalleerd.
wACHTEN Op INSTAllATIEkEurINGIn de EPBD zit ook de verplichting om een installatiekeuring
in te voeren. De Nederlandse overheid is er nog niet over
uit hoe – en wellicht zelfs of - zij deze passage zal opleggen.
Op het ministerie bestudeert men dit onderwerp al zeker
een jaar, en er is nog weinig duidelijk in welke richting het
gaat. ISSO heeft, samen met een groot aantal marktpartijen,
aangegeven dat deze verplichting het best kan worden
gekoppeld aan de methodiek van het Energielabel. De BRL-
gecertificeerde adviseurs zouden dit werk heel goed kun-
nen meenemen.
Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de
ISSO ThemaTech nr. 24. Ook kunt u contact opnemen Kees
Arkesteijn, [email protected].
6
De implementatie van de nieuwe wet en regelgeving voor legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater is nog niet zo eenvoudig. Dat bleek zowel uit de presentaties als de discussies over dit thema tijdens het symposium dat op 24 november 2011 in de Doelen te rotterdam werd gehouden. De actuele wet en regelgeving trok meer dan 250 belangstellenden.
Conclusie na ISSO-LOPL symposium:
regelgeving legionellapreventie en procedures zijn complex
locaties is volgens artikel 2 van de Regeling legionellapre-
ventie niet van toepassing op zorginstellingen waar uitslui-
tend sprake is van één of meerdere eenvoudige drinkwa-
terinstallaties (lid 2). Artikel 1 van de Regeling definieert die
eenvoudige installatie als volgt: ‘de drinkwaterinstallatie na
de watermeter, aangesloten op het leidingnet van een drink-
waterbedrijf of een collectieve watervoorziening dan wel
op een collectief leidingnet, die in omvang en complexiteit
overeenkomt met dat van een eengezinswoning’. In de toe-
lichting op de Regeling wordt in dat kader gesproken over
een zorgwoning. Dan gaat het dus over een losse woning
waar zorg verleend wordt, gevestigd in een reguliere woon-
wijk of in een appartementencomplex. Een drinkwaterinstal-
latie waar vanwege de oppervlakte van de zorgwoning één
of meerdere brandslanghaspels verplicht deel van uitmaken,
wordt niet als eenvoudige drinkwaterinstallatie aangemerkt.
AlTErNATIEVE TECHNIEkENReinhold ging ook in op de aanpassing van de ladder van
VROM voor de alternatieve technieken en de verplichte certi-
ficering voor deze technieken. Op de eerste trede van de lad-
der staan thermisch beheer, fysisch beheer en fotochemisch
beheer. Het kan ook om een combinatie gaan van deze
beheersvormen. De technieken voor fysisch en fotochemisch
beheer moeten zijn gecertificeerd op basis van BRL K14010-
1. Voor fotochemisch beheer geldt dat deze eerst moet zijn
toegelaten door de Ctgb (Commissie toelating gewasbe-
schermingsmiddelen en biociden). Indien men kan aantonen
dat de beheersvormen op de eerste trede redelijkerwijs niet
mogelijk zijn, kan men kiezen voor elektrochemisch beheer
(de tweede trede). Dat aantonen moet een schriftelijk en
gemotiveerd oordeel zijn van een bureau dat is gecertifi-
ceerd op basis van BRL 6010. Ook voor de elektrochemische
technieken geldt dat deze eerst moeten zijn toegelaten
door de Ctgb en vervolgens gecertificeerd, maar dan op
basis van BRL K14010-2. Het Drinkwaterbesluit kent nog een
derde trede. Die stap is in principe mogelijk indien volgens
de hiervoor genoemde procedure blijkt dat ook elektroche-
misch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is. Op een vraag
vanuit de zaal of elektrochemische technieken ook mogen
worden toegepast bij nieuwbouw van prioritaire locaties ant-
woordde Reinhold dat dit niet vanuit het Drinkwaterbesluit is
geregeld maar vanuit de toelating door de Ctgb. Daarin staat
dat de toepassing alleen dan aan de orde kan zijn wanneer
legionella aantoonbaar aanwezig is.
BOATBart-Jan Kordes (TMWS bv) gaf uitleg over het
Brancheoverleg Alternatieve Technieken (BOAT) dat als
Over de veranderingen in de wetgeving met betrekking
tot legionellapreventie sprak mr. Wilfred Reinhold van het
ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zijn bijdrage ging
zowel over de regels op grond van de Drinkwaterwet als
van de Wet milieubeheer. Relevant voor legionellapreventie
in drinkwater zijn de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit,
de Drinkwaterregeling, en de Regeling legionellapreventie,
die allen sinds 1 juli 2011 van kracht zijn. De wijzigingen ten
opzichte van het Waterleidingbesluit hebben onder meer
betrekking op de verplichte inschakeling van een BRL 6010
gecertificeerd adviesbedrijf voor drinkwaterinstallaties op
prioritaire locaties. Dat is niet alleen het geval voor een
risicoanalyse en beheersplan bij nieuwbouw, maar ook bij
bestaande installaties wanneer er sprake is van relevante
wijzigingen, of wanneer een risicoanalyse en/of beheersplan
niet deugt of niet aanwezig is. Aan de lijst van prioritaire
locaties zijn toegevoegd de bed & breakfasts met meer dan
vijf slaapplaatsen en truckstops.
ZOrGwONINGENZorgwoningen zijn van de lijst met prioritaire locaties
geschrapt. Maar Jos van der Westen van certificatie-instelling
Kiwa Nederland plaatste daarbij een kanttekening. De aan-
wijzing van zorginstellingen die behoren tot de prioritaire
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20127
Conclusie na ISSO-LOPL symposium:
regelgeving legionellapreventie en procedures zijn complex
werkgroep is ondergebracht bij het Landelijk Overlegorgaan
Legionellapreventie (LOPL). Met de inwerkingtreding van de
nieuwe wet- en regelgeving Drinkwater per 1 juli 2011 wordt
er meer ruimte geboden aan de toepassing van fysische
beheerstechnieken en fotochemisch beheer. Die mogen op
alle locaties worden toegepast. Voor deze technieken wordt
geen onderscheid meer gemaakt in prioritaire en zorgplicht
locaties en ook niet in bestaande bouw of nieuwbouw.
Kordes benadrukte dat het toepassen van deze technieken in
nieuwbouw geen excuus kan zijn om fouten te verdoezelen
of ontwerp-
problemen uit de weg te gaan. De apparatuur van deze
technieken hebben geen restwerking in de nageschakelde
leidingwaterinstallatie; het zijn zogenaamde poortwachters.
Deze apparaten houden slechts aan het begin van de instal-
latie de legionellabacteriën tegen, of inactiveren of doden
deze. Het beheer van de dan meer complexe collectieve
leidingwaterinstallaties wordt er niet eenvoudiger door. Om
de toepassing van die alternatieve Legionella beheerstech-
nieken in goede banen te leiden hebben de brancheorgani-
saties Uneto-VNI en Aqua Nederland, ISSO en TVVL het initia-
tief genomen tot een brancheoverleg met medewerking van
deskundigen van het ministerie van I&M, Kiwa Nederland en
de NVTG. De doelstelling van BOAT is opdrachtgevers, archi-
tecten, adviseurs, producenten, installateurs en beheerders
van eenduidige informatie te voorzien, de samenwerking
tussen die partijen te bevorderen en met alle partijen de
kwaliteit te verbeteren.
COMplExE prOCEDurESKordes toonde een complex overzicht van betrokken
instanties en handhavers bij de naleving van de vier wetten
waaronder Besluiten en Regelingen hangen die betrekking
hebben legionellapreventie: Drinkwaterwet, Wet hygiëne en
veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, Arbo-wet
en Wet Milieubeheer. Op zijn lijstje van knelpunten staat dan
ook dat het begrip van wet en regelgeving voor velen com-
plex is. Daarnaast noemde hij ook de uitstroom van kennis
door de vergrijzing terwijl het vakgebied kennisintensiever
wordt, de traditionele kolom (opdrachtgever, beheerder,
installateur), de procedure voor de producenten rondom BRL
14010-1/2 en het commercieel opportunisme. Fabrikanten
en leveranciers van alternatieve technieken hekelen de com-
plexe en opeenstapeling van procedures, zo bleek tijdens
gesprekken rondom de lezingen. Zo geldt bijvoorbeeld voor
koper/zilver-ionisatie als basiseis voor een certificaat op
grond van BRL 14010-2 dat er eerst een toelating moet zijn
van de Ctgb en een Kiwa ATA-certificaat. Maar nog veront-
rustender voor deze techniek zijn de geruchten die tijdens
het symposium in de Doelen de ronde deden dat er bin-
nenkort een verbod vanuit Brussel komt voor toepassing van
koperionisatie. Deze geruchten werden noch bevestigd noch
ontkend door het ministerie van I&M en de VROM-Inspectie.
kOElTOrENSVoor natte koeltorens is sinds 1 januari 2010 (een wijziging
van) het Activiteitenbesluit (Barim) van toepassing. Reinhold
ging in op de meldingsplicht voor nieuw te installeren koel-
torens en de maatregelen die voortvloeien uit de (wijziging)
Activiteitenregeling (Rarim) zoals het uitvoeren van een
risicoanalyse en het opstellen van een legionellabeheers-
plan. Het verhaal van Paul Settels van ING richtte zich op de
organisatie van legionellapreventie in koeltorens. Dat begint
met een analyse van het proces voor het koelwater: maak
helder welke partijen er bij betrokken zijn (eigenaar gebouw,
eigenaar koeltoren,
beheerder koeltoren, afdeling inkoop, technisch beheer,
adviseur koelwater, waterbehandelaar, onderhoud koeltoren,
monsternemer koeltorenwater); en maak helder wie for-
meel bevoegd is en eindverantwoordelijk (gebouweigenaar,
facility management, technisch beheer). De werkgever is
altijd verantwoordelijk voor zijn werknemers en de eigenaar
van de koeltoren heeft een maatschappelijke verantwoorde-
lijkheid naar publiek en omgeving.
wArMTEpOMpBOIlErS EN ZONNEBOIlErSIr. Hans van Wolferen (TNO) verzorgde een presentatie over
legionellapreventie in warmtepompboilers en zonneboilers.
Over de legionellaveiligheid van deze warmtapwaterberei-
ders bestaat bij een deel van de installatiesector nog altijd
twijfel. Over warmtepompboilers kon Van Wolferen kort zijn.
Hij schaarde deze in een rij van andere direct- en indirect
gestookte boilervaten. Wanneer de temperatuurinstelling
op of boven 60 °C staat is er, ook bij een tijdelijke dip tijdens
groot verbruik, geen risico mits de aanvoer van drinkwater
legionellaveilig is. Staat de temperatuurinstelling onder 60 °C
dan moet wekelijks een preventieve thermische desinfectie
plaatsvinden ( 20 min 60 °C, of 10 min. 65 °C of 5 min. 70 °C).
Bij thermisch beheer waarschuwde de TNO-onderzoeker dat
naverwarming door middel van een combiketel niet leidt tot
afdoding van Legionella, daarvoor is de contacttijd veel te
kort. Periodieke opwarming tot boven 60 °C vergt veel ener-
gie en is dus kostenverhogend. Van Wolferen greep terug
op een TNO-studie van zo’n acht jaar geleden uitgevoerd
in opdracht van de industrie met subsidie van de overheid.
Die studie resulteerde in een aantal eisen en aanbevelin-
gen voor een risiconeutrale zonneboiler. De vraag vanuit
de zaal waarom die aanbevelingen niet hebben geleid tot
8
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
een Beoordelingsrichtlijn (BRL) voor legionellaveilige zon-
neboilers kon Van Wolferen niet beantwoorden. Volgens de
vragensteller zou een certificaat gebaseerd op zo’n BRL de
twijfels over de legionellaveiligheid van zonneboilers weg-
nemen.
TOEZICHT EN HANDHAVINGDe laatste lezing op het symposium was van Hans de Vries,
projectleider Legionella VROM-Inspectie, en ging over toe-
zicht en handhaving op legionellapreventie. Het toezicht
door de controleurs van de drinkwaterbedrijven bestaat uit
het verzamelen van informatie (de controle) over de vraag of
een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen
(richtlijnen, waterwerkbladen, regelgeving). Daarna vormen
zij zich een oordeel (via ingevulde matrix) en eventueel
interveniëren ze naar aanleiding daarvan. Wanneer men niet
voldoet aan de gestelde termijnen voor het opheffen van
de aangetroffen gebreken wordt het dossier overgedragen
aan de VROM-inspectie. Na overdracht van het dossier volgt
de handhaving door de inspecteur. Het handhaven is er op
gericht dat de algemeen geldende rechtsregels en individu-
eel geldende voorschriften worden nageleefd door toezicht
en het toepassen van (of dreigen met) bestuur(srechte)lijke,
strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen. De Vries toon-
de schikbarende percentages van overtreders: 28% onbe-
wuste overtreders en 50% bewuste overtreders.
Nieuw: Herziene versie ISSOpublicatie 18 ‘leidingnetberekening drukverliesberekening’
Bij leidingnetten voor verwarmings en koelinstallaties in de woning en utiliteitsbouw is het noodzakelijk een drukverliesberekening uit te voeren om de opvoerdruk van de circulatiepomp en de door inregelafsluiters weg te smoren drukken te bepalen. Hiervoor is er behoefte aan een gestandaardiseerde drukverliesberekening. Deze betreft zowel de te hanteren berekeningsgrondslagen als de in rekening te brengen weerstandscoëfficiënten van hulpstukken. ISSOpublicatie 18 ‘leidingnetberekening drukverliesberekening’ geeft aan hoe op fysisch verantwoorde wijze de drukverliesberekening moet worden uitgevoerd.
In verband met het gebruik van computers voor het uit-
voeren van drukverliesberekeningen geeft de publicatie
de natuurkundige eigenschappen van diverse media en de
weerstandscoëfficiënten van hulpstukken in formulevorm
weer. Voor handberekeningen zijn er uitgewerkte tabellen.
Er is een tendens naar systemen met kleine temperatuurver-
schillen (bijv. LTV en HTK) waardoor grotere volumestromen
rondgepompt moeten worden en een goede drukverliesbe-
rekening steeds belangrijker wordt.
OpTIMAlISATIEDe volledig herziene ISSO-publicatie 18 geeft aanwijzingen
om het leidingontwerp binnen de gestelde randvoorwaar-
den van praktische en technische aard te optimaliseren,
zodanig dat de som van de kosten voor afschrijving, onder-
houd en energieverbruik een minimum bereikt. Deze publi-
catie werkt de drukverliesberekening van een leidingnet in
detail uit aan de hand van twee rekenvoorbeelden.
Deze publicatie geeft alleen de drukverliesberekening.
Andere aspecten van leidingnetberekeningen of hydrauli-
sche schakelingen worden in andere ISSO-publicaties behan-
deld. Het bijgaande overzicht geeft aan wat in welke publica-
tie behandeld wordt en wat de plaats van deze publicatie in
het geheel is.
De herziene publicatie 18 verschijnt in het eerste kwartaal
van 2012 en is verkrijgbaar via de ISSO-winkel op www.isso.
nl. De publicatie is tevens digitaal te raadplegen via www.
isso-digitaal.nl.
Mede mogelijk gemaakt door:
ISSO-INFO 47 jaNuarI 20129
Nieuwe ISSO projectcoördinator Zorg en Domotica
Vanaf 1 januari 2012 komt joost van Hoof het ISSOteam versterken. Hij zal zich als projectcoördinator gaan richten op de gebieden zorg en domotica.
COMBINATIE TECHNIEk EN ZOrGJoost van Hoof behaalde zijn doctoraal diploma Bouwkunde/
FAGO aan de TU/e in 2004 en promoveerde er in 2010 met
het proefschrift ‘Ageing-in-place’. Daarin behandelde hij
onder andere de problematiek van het integraal ontwerpen
van installaties in de woonomgeving van dementerende
ouderen. Hij is naast zijn werk voor ISSO werkzaam als hoofd
van het expertisecentrum gezondheidszorg en technologie
- Fontys EGT - te Eindhoven, bestuurslid in de nieuwe struc-
tuur van TVVL en betrokken bij het SIA RAAK Programma
‘Technologie Thuis Nu!’ met Hogeschool Utrecht, OTIB en
Uneto-VNI. In dit project wordt praktijkgericht onderzoek
gedaan naar de behoefte van ouderen om langer zelfstan-
dig thuis te wonen. Dit wordt vervolgens gekoppeld aan
TNOOnderzoeker ir. Hans van wolferen heeft tijdens het ISSO/lOplsymposium over legionellaregelgeving in De Doelen te rotterdam de legionella Award gekregen van de Stichting Veteranenziekte. Bij het toekennen van de legionella Award kijkt de Stichting Veteranenziekte welke persoon of welke instelling zich de afgelopen jaren naar verhouding het meest heeft ‘onderscheiden’ op het brede terrein van legionellaawareness, het bewustzijn, het bezig zijn met de veelomvattende
veteranenziekte, in al zijn aspecten. De legionella Award werd voor de vierde keer toegekend.
BAANBrEkEND wErkFred Bertrand, voorzitter van de Stichting
Veteranenziekte, reikte voor meer dan 250 congres-
gangers de Award uit aan Van Wolferen vanwege zijn
baanbrekend werk op het gebied van legionellapreven-
tie. Van Wolferen heeft in de afgelopen twaalf jaar een
groot aantal onderzoeken gedaan die zijn vastgelegd
in TNO-rapporten. Veel van zijn onderzoeksresultaten
zijn vertaald in richtlijnen die zijn opgenomen in ISSO-
publicaties op het gebied van legionellapreventie.
Voor de meeste van die publicaties is hij ook de (co)
auteur. In zijn dankwoord wees Van Wolferen erop dat
hij zijn onderzoeken bij TNO niet alleen heeft gedaan.
Ook de samenwerking met ir. Frank Oesterholt van KWR
Watercycle Research Institute voor de ISSO-publicaties
werd genoemd. Verder liet hij zich lovend uit over de
wijze waarop hij in de achterliggende periode heeft
kunnen overleggen met het ministerie van VROM, nu
I&M, in de persoon van mr. Wilfred Reinhold.
legionella Award voor Hans van wolferen
betrouwbare technische oplos-
singen.
Joost is een veelgevraagd spre-
ker op conferenties en congres-
sen en auteur voor vakbladen. Hij
gaat daarbij voornamelijk in op
het onderwerp zorg en techniek.
uITBrEIDING wErkVElDENISSO is verheugd dat met de
komst van Joost het nu mogelijk
wordt de werkgebieden zorg en
domotica de noodzakelijke extra
aandacht te geven om de technische kennisbehoefte
in te vullen vanuit een integrale benadering.
U kunt Joost van Hoof bereiken via e-mail,
10
ISSO start project ‘BIMproces in de installatiesector’
In de bouw en installatiesector vinden in hoog tempo (technische) innovaties plaats waardoor de toepassing van het Bouwwerk Informatie Model (BIM) gemeengoed begint te worden. In een BIM wordt alle relevante informatie tijdens de gehele levenscyclus van een gebouw opgeslagen, gebruikt en beheerd in een driedimensionaal gebouwmodel. Het uiteindelijk doel is het delen van kennis en de versterking van de samenwerking tussen partijen in de bouwkolom.
Uit een onlangs door ISSO georganiseerde workshop over
het thema BIM is met een brede doelgroep een drietal ver-
volgstappen - proces, content en opleiding - vastgesteld.
Op basis daarvan heeft ISSO een eerste versie van het ‘BIM-
stappenplan installatiesector’ ontwikkeld:
1 procesbeschrijving BIM: samenwerkingsvormen bij BIM-
projecten;
2 standaard begrippen, symbolen en definities voor de
installatiebranche;
3 beschrijving BIM-content: standaardisatie van BIM-
content t.b.v. uitwisseling;
4 BIM-onderwijs: ontwikkelen en opstarten van opleidingen
in het kader van BIM;
5 competenties integraal ontwerpen: competentiebeschrij-
ving t.b.v. integraal ontwerpers/modelleurs ontwikkelen;
6 software-attestatie: borging kwaliteit van berekeningen
via attestering onderliggende software;
7 certificatie: marktpartijen kunnen aantonen met BIM te
werken via BIM-certificatie.
De workshop is de afronding van de ‘ISSO-voorstudie in de
installatiesector’ waarvan u het rapport, inclusief het verslag
van de workshop, kunt downloaden van www.isso.nl. De
voorstudie geeft de stand van zaken weer van BIM in de
installatiesector. Daaruit zijn kennisvragen voortgekomen die
in de workshop zijn behandeld. Uit de workshop is een aan-
tal actiepunten voortgekomen waarbij een procesbeschrij-
ving van een BIM-project in de installatiesector een hoge
prioriteit heeft gekregen.
De sector ziet graag dat op korte termijn het proces met het
werken met een BIM in kaart gebracht wordt. Het verzoek
vanuit de workshop is dat ISSO dit project als eerste gaat
oppakken en uitvoeren met stakeholders en marktpartijen.
Ondanks dat de volgorde van de stappen in het voornoemde
BIM-stappenplan nog niet vastligt, is de procesbeschrijving
BIM daarom gedefinieerd als eerste stap.
prOCESrICHTlIjNHet project heeft als doel het ontwikkelen van een proces-
richtlijn waarin mogelijke samenwerkingsvormen, rollen en
taken in BIM-projecten worden beschreven. Het product
geeft de partijen binnen de installatiesector een basis die
aangeeft hoe met BIM aan de slag te gaan. Een stappenplan
is onderdeel van de richtlijn.
Vraagstukken die behandeld kunnen worden in de richtlijn
zijn:
• Wat heb ik nodig om als bedrijf met BIM aan de slag te
gaan?
• Hoe communiceer ik met ontwerpteampartners?
• Hoe ga ik om met het ‘Programma van Eisen’ in een BIM?
• Hoe verantwoord ik mij naar de opdrachtgever?
• Welke controlemechanismen kunnen worden ingezet om
fouten te detecteren?
• Welke rollen zijn er in mijn projectteam in een BIM-
project?
Het stappenplan zal ook de andere nog uit te werken modu-
les (juridische aansprakelijkheid, productspecificaties e.d.)
bevatten.
Naar verwachting zal ISSO begin 2012 kunnen starten met dit
project. In aanvulling op dit eerste project hebben de onaf-
hankelijke organisaties STABU, SBR en ISSO afgesproken om
op basis van de genoemde ontwikkelingsstappen met elkaar
verder te werken aan de kennisontwikkeling en -verspreiding
van het thema BIM.
MEEr INfOrMATIEVoor meer inhoudelijke informatie over dit project kunt u
contact opnemen met Marco Hofman, [email protected]
(projectcoördinator techniek) of Michel Verkerk,
[email protected] (projectcoördinator ICT).
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201211
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
Nieuw: kleintje Meetmethoden Verlichting
lichtmeting van de geïnstalleerde verlichtingsinstallatie uit-
gevoerd worden. De resultaten van deze meting moeten in
een meetprotocol worden vastgelegd. Ook voor het bepalen
van de kwaliteit van de verlichting tijdens een onderhouds-
periode moet de installateur lichtmetingen uitvoeren van
het binnenkomende daglicht en de kunstmatige verlichting.
Voor de meting van verlichting is in Nederland sinds 1994 de
norm NEN 1891 ‘Meetmethoden voor verlichtingssterkten
en luminanties’ van toepassing. Deze norm vormt de basis
voor dit ‘Kleintje Meetmethoden Verlichting’. Met deze hand-
leiding voor het op de juiste manier meten van de verlich-
tingssterkte willen we de kwaliteit van de verlichting op een
hoger niveau brengen en in de praktijk behouden.
Deze uitgave is financieel mede mogelijk gemaakt door:
MEEr INfOrMATIEKleintje Meetmethoden Verlichting is het eerste kwartaal
2012 beschikbaar via de ISSO-winkel op www.isso.nl en kost
€ 35,– ( excl. btw). De uitgave is tevens te raadplegen via de
online bibliotheek www.isso-digitaal.nl
Eerste kwartaal 2012 verschijnt de ISSOuitgave ‘kleintje Meetmethoden Verlichting’. Deze uitgave is bedoeld voor lichtontwerpers en uitvoerende monteurs. Het is een handleiding voor het meten en vastleggen van verlichting in gerealiseerde projecten. Het kleintje gaat in op de meetmethoden van verlichtingssterkte en luminanties ter onderbouwing van de geprojecteerde en gerealiseerde verlichtingsinstallaties, conform NENEN 12464 licht en Verlichting werkplekverlichting delen 1 en 2 en Arbo norm NEN 3087 Ergonomie Visuele ergonomie in relatie tot verlichting. De uitgave sluit aan op NEN 1891 en geeft nuttige tips en handleidingen bij de voorbereiding en uitvoering van lichtmetingen. Ook de NSVV Handreiking ‘lichtniveau meten en weten’ d.d. 08062011 is opgenomen.
Om comfortabel te kunnen werken is het belangrijk dat de
verlichting op werkplekken tenminste aan minimumeisen
voldoet. De richtlijnen voor ontwerp, realisatie en onderhoud
van binnenverlichting liggen vast in de lichtnorm NEN-EN
12464 (2011) Licht en Verlichting - Werkplekverlichting delen
1 (voor werkplekken binnen) en 2 (voor werkplekken bui-
ten). De lichtontwerper en installateur moeten beschikken
over vaardigheden op het gebied van ontwerp, realisatie en
onderhoud van verlichtingssystemen. Dit geldt zowel voor
kunstmatig licht als voor daglicht.
lICHTMETINGBehalve het realiseren van een goed lichtontwerp is het van
groot belang inzicht te krijgen in het gedrag van de verlich-
ting in de praktijk. Om een gedegen kwalitatieve en kwan-
titatieve onderbouwing te kunnen leveren van een gerea-
liseerde verlichtingsinstallatie moet bij de oplevering een
Op 4 februari 2010 ontving ISSO uit handen van Kema het
ISO 9001 certificaat voor het gevoerde kwaliteitsbeleid.
Op 31 oktober 2011 heeft er wederom een externe audit
plaatsgevonden om te toetsen of het kwaliteitssysteem naar
behoren functioneert. Ditmaal heeft Dekra, de opvolger van
Kema, de audit uitgevoerd. Het kwaliteitssysteem van ISSO
ISO 9001 certificaat verlengd
bleek opnieuw te voldoen aan alle gestelde
eisen van ISO 9001. Daarom heeft ISSO
een nieuwe certificaat ontvangen voor het
komende jaar.
12
sanitair montagehandboeksa
nita
ir m
on
tage h
an
dbo
ek ed
itie 2012
voorheen:
de norm voor installerend Nederland
editie 2012
ISSO introduceert Infotheek sanitairtechniek & Sanitair Montage Handboek
Onmisbaar voor ontwerp en montage van sanitair
Op de VSkbeurs te utrecht vindt op de ISSOstand ( Hal 4, stand A044) de officiële lancering van de internetapplicatie ‘Infotheek Sanitairtechniek’ en het Sanitair Montage Handboek 2012 plaats. Deze applicatie biedt u op een snelle wijze informatie over de benodigde sanitaire voorzieningen en installaties in een nieuw te bouwen bouwwerk.
De applicatie is geschikt voor installatiebedrijven, teken- en
adviesbureaus, architectenbureau en overheidsinstellingen.
U vindt er informatie over wetgeving, soorten sanitaire voor-
zieningen, opstellingstekeningen en verschillende checklists.
Kortom een onmisbare applicatie voor de installateur en
adviseur.
SANITAIr MONTAGE HANDBOEk 2012De standaard voor
sanitaire mon-
tage is onbetwist
het Sanitair Montage
Handboek van
bedenker en samen-
steller Ferry De Cock.
In het lijvige boek-
werk staan alle denk-
bare sanitaire opstel-
lingstekeningen.
De eerste uitgave
verscheen in 1991.
FILOSOOF bv, ver-
kreeg i.s.m. ISSO de
uitgeefrechten van
dhr. De Cock die in
2003 is overleden. Met gepaste trots presenteert FILOSOOF
bv editie 2012, de 18e druk.
SAMENVOEGINGDe internetapplicatie ‘Infotheek Sanitairtechniek’ komt voort
uit de website www.pvesanitair.nl en het Sanitair Montage
Handboek. In de applicatie is veel informatie te vinden over
sanitaire voorzieningen, zoals wetgeving, normen, bijzon-
dere en innovatieve technieken, soort en aantal sanitaire
voorzieningen per gebouwfunctie en diverse checklists.
Daarnaast bevat de website opstellingstekeningen van veel
voorkomende sanitaire toestellen.
In het Sanitair Montage Handboek zijn meer dan 600 opstel-
lingstekeningen opgenomen. De tekeningen zijn via de
applicatie te downloaden in .pdf, .dxf, dwg. De bestanden
kunt u importeren en bewerken in autocad. Omdat de
belangstelling voor opstellingstekeningen erg groot was, is
mede op initiatief van Uneto-VNI de beslissing genomen om
die te integreren in de applicatie. Tegelijkertijd is de naam
van de applicatie omgedoopt in ‘Infotheek Sanitairtechniek’.
IN DE INTErNETApplICATIE VINDT u ONDEr MEEr:• 600 opstellingstekeningen sanitair uit het Sanitair
Montage Handboek 2012;
• sanitaire voorzieningen volgens het Bouwbesluit 2012,
compleet met rekenblad;
• wetgevingen, normen, voorschriften en richtlijnen over
sanitair, brandblus, watertoevoer, vuilwaterafvoer en
hemelwaterafvoer;
• innovatieve en bijzondere montagetechnieken;
• link naar www.2ba.nl voor nadere informatie over sani-
taire toestellen, materialen en leveranciers.
Ook bevat Infotheek Sanitairtechniek de meest gebruikte
checklists uit het Programma van Eisen Sanitair:
• bepalen van omvang ontwerpwerkzaamheden;
• bepalen van omvang installatiewerkzaamheden;
• bepalen overlegmomenten met instanties;
• bepalen werkzaamheden derden.
Met de applicatie doen zowel installateurs als ontwerpers en
beslissers hun voordeel, zoals architecten, werkvoorberei-
ders, projectleiders en ontwerptechnici.
HOE TE VErkrIjGENDe applicatie is een onderdeel van ISSO-digitaal.nl en kan
dus via een abonnement op ISSO-digitaal worden verkregen.
De applicatie is ook te raadplegen door niet-abonnees voor
slechts € 85,00 (excl. btw) per jaar. Het Sanitair Montage
Handboek 2012 wordt uitgegeven door FILOSOOF bv en is
vanaf begin 2012 in gedrukte vorm beschikbaar voor € 45,–
(excl. btw).
Meer informatie is te vinden op www.filosoofbv.nl en
www.isso.nl.
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201213
ke
nn
is
in
st
it
uu
t
vo
or
d
e
in
st
al
la
ti
es
ec
to
r
Ha
nd
bo
ek
zo
nn
e-e
ne
rg
ie - b
ou
wk
un
dig
e- e
n in
st
al
la
tie
te
cH
nis
cH
e r
icH
tl
ijne
n v
oo
r z
on
ne
-en
er
gie
sy
st
em
en
Zonne-energie
HandboekHBze
Bouwkundige- en installatietechnische richtlijnen voor zonne-energiesystemen
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
Nieuw: ISSOhandboek Zonneenergie
Begin 2012 verschijnt het ‘Handboek ZonneEnergie, Bouwkundige en Installatietechnische richtlijnen voor zonneenergiesystemen’. Het handboek is een doeboek. lezers krijgen relevante informatie voor alle fasen van het voortbrengingsproces van een zonneenergietoepassing.
De publicatie behandelt zonne-energietoepassingen in
brede zin. Deze omvatten zowel zonnewarmte- als zon-
nestroomtoepassingen waarvan de installatietechnische,
constructietechnische en bouwkundige aspecten worden
behandeld. Hierbij wordende meest gebruikte toepassingen
behandeld. Aangezien zonne-energietoepassing nog een
relatief nieuwe technologie is, kan het voorkomen dat niet
voor elke behandelde toepassing op het moment van ver-
schijnen van de publicatie evenveel kennis beschikbaar is. De
mate van detaillering kan daarom per toepassing verschillen.
VOOr wIE?• De opdrachtgever of gebruiker
Op basis van de geboden informatie kan men een goed
onderbouwde beslissing nemen over de principekeuze
van een installatietype.
• De adviseur, constructeur en ontwerper
Voor hen is deze publicatie een handleiding voor het ont-
werpen van de installaties.
• De installateur of bouwer
Dit betreft degene die de installatie aanlegt, in gebruik
stelt en beheert.
Het handboek vervangt de huidige ISSO-publicaties 14
‘Zonneboilers, ontwerp, uitvoering en advisering’, 59 ‘Grote
zonneboilers- ontwerp, uitvoering en advisering’ en 78
‘Handleiding zonnestroom voor ontwerper en installateur’.
OpBOuwHet nieuwe handboek bestaat uit drie onderdelen:
• zonnewarmte;
• zonnestroom;
• bouwkundige integratie.
Ieder onderdeel is opgebouwd conform de MKK-structuur,
waarbij volgens vijf verschillende projectfases wordt
gewerkt: Programmafase, Ontwerpfase, Uitwerkingsfase,
Uitvoeringsfase en Beheersfase. Bij de uitwerking van de ver-
schillende fases richt de inhoud zich op specifieke doelgroe-
pen. Het nieuwe handboek bevat eveneens geactualiseerde
en deels nieuwe referentiedetails voor integratie van zonne-
energiesystemen in daken en gevels. De uitwerking van de
referentiedetails sluit aan bij de methodiek die SBR hanteert
voor de referentiedetails. Het handboek kwam tot stand in
nauwe samenwerking met SBR, zodat ook de bouwkundige
integratie van de zonne-installaties aan bod komt.
MEEr INfOrMATIEHet Handboek kost € 160,– ( excl. btw) en is verkrijgbaar via
de ISSO-winkel op www.isso.nl. De uitgave is ook te raad-
plegen via www.isso-digitaal.nl.
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door:
14
ISSO-publicatie 101 ‘Onderhoud en Onderhoudscontracten’
dient als een praktijkrichtlijn voor het beheer en onderhoud
van gebouwgebonden installaties. De publicatie heeft een
aantal doelstellingen:
• verbeteren van de communicatie tussen partijen
(opdrachtgever en opdrachtnemer);
• beschrijven van de verschillende contractvormen;
• geven van een keuzemodel om te komen tot de juiste
contractvorm.
Nieuw: ISSO-publicatie 101 ‘Onderhoud en Onderhoudscontracten’
Termen en definities voor beheer en onderhoud van klimaatinstallaties in gebouwen
eenduidig zijn verwoord. Offertes zijn vaak technisch gefor-
muleerd en opgesteld vanuit het gezichtsveld van de tech-
nisch dienstverlener. De opdrachtgever weet dan ook vaak
niet op welke punten hij of zij offertes voor beheer en onder-
houd moet beoordelen. De offertes van diverse partijen zijn
meestal moeilijk met elkaar te vergelijken.
Opdrachtgevers willen in toenemende mate (langdurige)
onderhoudscontracten afsluiten waarin helder is wie wat
doet en wat de opdrachtgever krijgt voor zijn geld. Het
afsluiten van prestatiecontracten - wat hier dan ook onder
verstaan wordt - speelt tegenwoordig ook een belangrijke
rol. Relevante vragen bij het aangaan van een onderhouds-
contract zijn:
• Wat zijn de risico’s voor de bedrijfsvoering van de
opdrachtgever?
• Wat krijgt de opdrachtgever als hij in zee gaat met een
onderhoudsbedrijf?
• Wat doet het onderhoudsbedrijf allemaal?
• Wat valt er niet onder het contract?
• Welk contracttype moet ik hanteren?
• Wordt met het contract aan alle wettelijke eisen voldaan?
• Hoe moet de uitvoering van een specifiek onderhouds-
contract aangestuurd worden?
De informatie en kennis die bij het onderhoud van de instal-
laties wordt opgebouwd, moet goed worden vastgelegd.
Deze informatie wordt gebruikt voor:
• aansturen van het beheer en de planning van het onder-
houd;
• rapporteren aan het management van de opdrachtgever;
• overdragen van kennis en informatie bij het wisselen van
onderhoudsbedrijf.
Deze publicatie moet op eerder genoemde punten helder-
heid verschaffen. De ideale situatie is dat in het onderhouds-
contract voor beide partijen helder geformuleerd wordt wat
de afgesproken prestatie-eisen zijn, wat men van elkaar mag
verwachten en wat de wederzijdse ontbindende voorwaar-
den zijn.
De publicatie is geschikt voor de gebouwbeheerder en
installateur. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door
Uneto-VNI.
De publicatie is eerste kwartaal 2012 beschikbaar via de
ISSO-winkel op www.isso.nl. De publicatie is tevens opgeno-
men in ISSO-digitaal.nl
Beheer en onderhoud zijn van groot belang voor het waar-
debehoud (voor de eigenaar) en het goed functioneren
en presteren van het gebouw inclusief de installaties (voor
de huurder). Gebouwbeheerders en -eigenaren zijn zich
nog niet bewust van de rol die ze eigenlijk zouden moeten
spelen. Veel opdrachtgevers weten vaak niet welk risico zij
nemen als er geen of slecht beheer en onderhoud plaats-
vindt. Als de installaties wel onderhouden worden, blijkt de
communicatie tussen het onderhoudsbedrijf, ook wel tech-
nisch dienstverlener genoemd, en de opdrachtgever vaak
niet optimaal. Dit leidt regelmatig tot inefficiënte inzet van
middelen, methoden en mensen. Doelmatig en duurzaam
beheer en onderhoud is dan ver te zoeken.
MOEIlIjk TE BEOOrDElENBestekken en offertes voor onderhoudscontracten kunnen
onduidelijk zijn voor de opdrachtgever als bepaalde speci-
ficaties ontbreken en gebruikte begrippen niet helder en
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201215
Nieuw: ISSO-publicatie 101 ‘Onderhoud en Onderhoudscontracten’
Termen en definities voor beheer en onderhoud van klimaatinstallaties in gebouwen
Nieuw: ISSOpublicatie 111 ‘Geluid voor individuele woninginstallaties’
Nieuw: ISSOpublicatie 42 ‘Sprinklerinstallaties’
ISSO-publicatie 111 ‘Geluid voor individuele woninginstallaties’
is een handig richtlijn waarmee men snel, zonder te rekenen,
kan nagaan of voldaan wordt aan de wettelijke geluideisen vol-
gens het bouwbesluit en eventueel aanvullende geluideisen.
Hiervoor bevat de ISSO-publicatie specificatiebladen voor ver-
schillende installaties in woningen. Afhankelijk van de opstel-
lingsplaats van de installatie in woningen en de ontwerpuit-
gangspunten vermelden de specificatiebladen de benodigde
bouwkundige en installatietechnische maatregelen en voorzie-
ningen. Voor de installaties wordt onderscheid gemaakt in:
1 ventilatie-installaties;
2 verwarmings- en koelinstallaties;
3 sanitaire installaties.
De publicatie behandelt bij de ventilatie-installaties naast de
individuele centrale ventilatiesystemen ook de diverse decen-
trale systemen en bij de verwarmings- en koelinstallaties ook
de duurzame installaties met een warmtepomp als opwekker.
ErVArING NOODZAkElIjkGeluid is een ingewikkelde materie waarbij in principe uitge-
breide theoretische en praktische ervaring noodzakelijk is.
Deze ISSO-publicatie beperkt zich dan ook tot het definiëren
en behandelen van de geluidtechnische begrippen die op de
specificatiebladen voorkomen.
• Bijlage A behandelt de benodigde basiskennis van geluid.
• Bijlage B gaat in op de (theoretische) luchtgeluidisolatie-
waarden van wand- en deurconstructies, inclusief onder-
spleten, zoals deze in de woningbouw voorkomen.
• Bijlage C geeft de verschillende geluidbronnen binnen
installatiesystemen aan en de mogelijke overdrachtswe-
gen van luchtgeluid en constructiegeluid. Deze informatie
is van belang bij het inzicht in het transport van geluid
binnen een woning/gebouw.
• Bijlage D beschrijft het meten van installatiegeluid bin-
nen woningen volgens de formele wettelijke norm en op
een vereenvoudigde wijze zoals vastgelegd in de beoor-
delingsrichtlijn BRL 8010. Tevens wordt een indicatieve
meetmethode besproken, bedoeld voor de installateur
die alleen een eenvoudige geluidmeter bezit, om (slechts)
een indicatie te krijgen of de installatie voldoet aan de
gestelde geluideis.
De publicatie is mede mogelijk gemaakt door een financiële
bijdrage van Uneto-VNI.
MEEr INfOrMATIE:ISSO-publicatie 111 is in het eerste kwartaal van 2012 beschik-
baar. De publicatie is verkrijgbaar via de ISSO-winkel op
www.isso.nl en de digitale versie via www.isso-digitaal.nl.
Onlangs is de nieuwe ISSO-publicatie 42 ‘Sprinklerinstallaties’
verschenen. Het doel van deze ISSO-publicatie is om helder-
heid te brengen in het hoe en waarom van de sprinklerinstal-
latie in het algemeen en de te volgen procedures gedurende
de besluitvorming, het ontwerp, de aanleg en het beheer en
onderhoud van deze installaties in het bijzonder.
De publicatie is primair geschreven voor installateurs en
adviseurs van gebouwgebonden installaties. Maar ook
opdrachtgevers en architecten kunnen hiermee een alge-
meen beeld van sprinklerinstallaties en de mogelijkheden
krijgen. Het maken van het definitieve ontwerp van de sprin-
klerinstallatie is de verantwoordelijkheid van de (gecertifi-
ceerde) installateur.
BETrOuwBAArDe sprinklerinstallatie wordt beschouwd als de meest uni-
versele en betrouwbare automatische blusinstallatie die er
bestaat. De installatie is relatief eenvoudig. Om de betrouw-
baarheid en goede werking in geval van brand te garan-
deren, wordt de installatie omgeven door een netwerk van
voorschriften en bepalingen. In Noord-Amerika worden de
voorschriften veelvuldig aangepast aan wijzigende omstan-
digheden en nieuwe inzichten om de stand van de techniek
te weerspiegelen. In Europa is dit niet altijd het geval.
Deze publicatie belicht de sprinklerinstallatie in het alge-
meen, plus de wetgeving, voorschriften en procedures bij het
tot stand komen van de sprinklerinstallatie als onderdeel van
een integraal plan voor de brandveiligheid van een gebouw.
In aparte stappen beschrijft de publicatie de programmafase,
ontwerpfase, uitwerkingsfase, realisatiefase en beheerfase en
deze zijn in specificatiebladen nader uitgewerkt. De publica-
tie is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage
van Stichting Promotie Installatietechniek (PIT).
MEEr INfOrMATIEDe ISSO-publicatie 42 kost € 120,00 (excl. btw) ) en is
verkrijgbaar via de ISSO-winkel op www.isso.nl. De publicatie
is tevens te raadplegen via de online bibliotheek
www.isso-digitaal.nl.
16
praktijkboek gezonde gebouwen cahier Betonkernactivering
Betonkernactivering (BKA) staat al jaren volop in de belang-
stelling in de bouw- en installatiesector en dat is niet voor
niets: betonkernactivering is namelijk gebaseerd op het acti-
veren van de gebouwmassa, een bewezen klimaatconcept.
Zelfs al in de tijd van de Romeinen, waar men vloeren en
wanden verwarmde met vuren, rookgas en stoom.
Het onlangs verschenen cahier ‘Thermisch actieve vloeren
- Betonkernactivering’ uit de serie ‘Praktijkboek gezonde
gebouwen’ geeft een compact overzicht van de toepassings-
mogelijkheden van BKA in moderne gebouwen.
Het cahier introduceert op basis van twee publicaties over
BKA de belangrijkste achtergronden en randvoorwaarden
voor het toepassen van betonkernactivering in gebouwen.
Deze publicaties zijn de SBR publicatie ‘Thermisch actieve
vloeren – Koelen en verwarmen met betonkernactivering’
(2007) en de in 2011 uitgebrachte ISSO-publicatie ‘Thermisch
actieve vloeren - Betonkernactivering’.
Naast een algemene introductie van BKA licht het cahier ook
de volgende aspecten toe:
• de fasen in het integrale ontwerpproces bij toepassing
van BKA;
• constructies versus installatietechniek;
• installatieconcepten bij toepassing van BKA.
Nauwkeurige bepalings- en rekenmethoden worden uitge-
werkt in de bovengenoemde publicaties van SBR en ISSO.
Het cahier is ontwikkeld voor partijen die zich breed en
inhoudelijk willen oriënteren op de toepassing van BKA,
maar niet meteen helemaal de diepte in willen gaan. Het is
daarom uitermate geschikt voor alle betrokken partijen in
de bouwkolom en zeker ook voor bouwkundigen en (instal-
latie-)adviseurs met conceptuele kennis van klimaatsystemen
in gebouwen.
MEEr INfOrMATIEDe cahiers van het Praktijkboek Gezonde Gebouwen zijn be-
schikbaar via de online bibliotheek www.isso-digitaal.nl.
VABIsoftwareleverancierwww.vabi.nl
Installatiebedrijf kwEkEl BVwww.kwekel.nl
BINk SOfTwArE BVVoor installatietechniek, bouwfysica en bouwbesluit berekeningenwww.binksoftware.nl
DEkrAvOOrhEEN KEMA QuAlItyTesten, inspecteren en certificeren elektrische producten. Auditering en certificering van beheersystemenwww.dekra.nl
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201217
KE
NN
IS
IN
ST
IT
UU
T
VO
OR
D
E
IN
ST
AL
LA
TI
ES
EC
TO
R
INSTRUCTIEBOEK ELEKTROMECHANISCH ONDERHOUD
Metingen8
Serie ISSOinstructieboeken Elektro Mechanisch Onderhoud compleet!
In de afgelopen periode zijn de laatste twee ISSO-
instructieboeken in het kader van Elektromechanisch
Onderhoud verschenen. Het betreft de modulen ‘Pompen’
(IBemopm) en ‘Metingen’ (IBemomt). De ontwikkeling van
de serie instructieboeken is mogelijk gemaakt door het
Opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch
InstallatieBedrijf (OTIB) en de vakgroep EMO van Uneto-VNI.
De EMO-instructieboeken, elk gericht op een specifiek
elektromechanisch product, beschrijven de wijze waarop
het onderhoud van het betreffende object dient te worden
aangepakt. De uitvoering van het onderhoud wordt binnen
de instructieboeken op een consequente wijze beschreven
volgens de volgende stappen:
• Herkenning: met welk product heeft de monteur te
maken en wat zijn de specifieke eigenschappen van dat
product?
• Diagnose: hoe achterhaalt de monteur wat er met het
product moet gebeuren?
• Demontage en diagnose onderdelen: op welke wijze
dient de monteur het product uit elkaar te halen?
• Revisie: hoe kan de monteur de onderdelen repareren en/
of reviseren?
• Montage: op welke wijze kan de monteur het product
weer in elkaar zetten?
Daarnaast bevat elk instructieboek een hoofdstuk met theo-
retische achtergrondinformatie over het betreffende product.
INSTruCTIEBOEk EMO pOMpENDe module ‘Pompen’ beschrijft de onderhoudswerkzaamhe-
den voor een drietal soorten pompen:
• centrifugaalpompen;
• dompelpompen;
• vacuümpompen.
De principes van deze meest voorkomende pompen worden
uitgebreid toegelicht. Daarnaast besteedt de publicatie kort
aandacht aan de minder voorkomende, specialere soorten
pompen. De daadwerkelijke onderhoudswerkzaamheden
worden echter alleen voor de drie hoofdsoorten beschreven.
Gezien de specifieke diagnose-, demontage-, reparatie- en
montagewerkzaamheden per type pomp worden deze, in
tegenstelling tot de andere EMO-instructieboeken, in aparte
hoofdstukken behandeld. De monteur hoeft hierdoor niet
continu door het instructieboek te bladeren, maar vindt
direct achter elkaar de benodigde informatie. Het afsluitende
hoofdstuk en enkele bijlagen zorgen voor de theoretische
onderbouwing van het geheel.
INSTruCTIEBOEk EMO METINGENTer afsluiting van de
serie instructieboeken
over Elektromechanisch
Onderhoud heeft ISSO
de module ‘Metingen’
ontwikkeld. Deze module
geeft een overzicht van
alle relevante elektrische
en mechanische metin-
gen tijdens het uitvoeren
van onderhoud aan elek-
tromotoren.
De module bevat een uit-
gebreide beschrijving van
de volgende elektrische
metingen:
• metingen voor isolatiewaarden tussen wikkelingen onder-
ling en behuizing;
• weerstandsmetingen;
• stootspanning of surgetest;
• hoofdspanningstest.
Op het gebied van mechanische metingen worden de vol-
gende zaken beschreven:
• Welke meetinstrumenten zijn benodigd en waar dienen
ze voor?
• Op welke wijze moet ik een meting uitvoeren met een
specifiek meetinstrument?
• Speciale metingen voor lagerpassingen, trillingen en uitlij-
ning.
Daarnaast besteedt de module aandacht aan de meest voor-
komende meet- en afleesfouten.
SErVOTECHNIEkISSO zal de komende periode, in opdracht van OTIB en de
vakgroep EMO, onderzoek doen naar het uitbrengen van
een ISSO-instructieboek over het onderhoud van servomoto-
ren. Het onderhoud van servomotoren is een onontgonnen
gebied. Het ISSO-instructieboek zal, in tegenstelling tot de
bestaande delen in het kader van elektromechanisch onder-
houd, het gehele terrein - dus voornamelijk voor de gevor-
derde monteur - in kaart moeten brengen.
De instructieboeken EMO module 1 t/m 8 zijn verkrijgbaar
via de ISSO-winkel op www.isso.nl. Tevens zijn de uitgaven
ook te raadplegen via isso-digitaal.nl
18
praktische kennis met de ISSOkenniskaart
recent gebruikersonderzoek toont aan dat op (V)MBOniveau een sterke informatiebehoefte bestaat. Men is op zoek naar handzame informatie die in de dagelijkse installatiepraktijk toegepast kan worden zoals foto’s, woordenlijsten en stappenplannen. juist voor deze toepassingen heeft ISSO, met financiële ondersteuning van OTIB, pIT en fIlOSOOf bv, de ISSOkenniskaart ontwikkeld.
Een kenniskaart bevat concrete informatie die de gebruikers
kunnen inzetten bij de uitvoering en realisatie van projecten.
De primaire doelgroep zijn alle mensen in de uitvoerende
installatietechniek, zoals:
• monteur of eerste / leidinggevend monteur;
• werkvoorbereider;
• middenkaderfunctionaris;
• leerlingen.
ISSO zal per werkveld - luchtbehandeling, energie & milieu,
verwarming, water & gas, algemene technieken en elektro &
ict - kenniskaarten uitwerken.
Er zijn verschillende soorten ISSO-KennisKaarten:
• ISSO-KennisKaart ‘Wat is …?’:
Deze ISSO-KennisKaart wordt toegepast bij het uitleggen
van bepaalde installatieconcepten, materialen en andere
objecten die relevant zijn bij het uitvoeren van installatie-
technische werkzaamheden.
Voorbeelden: Hoe werkt ventilatiesysteem A? Wat is een vet-
afscheider?, Wat is een brandslanghaspel?
• ISSO-KennisKaart ‘Hoe doe ik …?’:
Deze ISSO-KennisKaart wordt toegepast om een toelichting
te geven bij het uitvoeren van specifieke installatietechni-
sche werkzaamheden.
Voorbeelden: Hoe voer ik het onderhoud van terugstroom-
beveiliging CA uit? Hoe lever ik een leidingwaterinstallatie
op? Hoe reinig ik een WTW-unit? Hoe monteer ik een ventila-
tierooster?
uw EIGEN kENNISkAArTTevens bieden we u de mogelijkheid de kaarten aan te bie-
den aan uw werknemers, opdrachtgevers, relaties e.d. We
drukken uw logo dan op de gewenste kaart. Prijzen voor uw
eigen kenniskaart kunt u opvragen bij Anneli van Kleven,
De kaarten zijn gratis digitaal te downloaden via
www.isso.nl.
ISSO KennisKaart 01
voor beheerders en onderhoudsmonteurs
controle en onderhoud van brandslanghaspels
Brandslanghaspels zijn bedoeld om een (begin van) brand door gebrui-kers van het gebouw te bestrijden. Om de goede werking te allen tijde te waarborgen moeten brandslanghaspels ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd en onderhoudswerkzaamheden worden uitge-voerd.
Waar staat wat je moet doen?Voor de uitvoering van controle en onderhoud verwijst Waterwerkblad WB 1.4G naar NEN-EN 671-3. Volgens deze Europese norm moet, naast de jaarlijkse controle, eens in de vijf jaar de brandslanghaspel worden onderworpen aan een persproef.
Controles van terugstroombeveiligingen in brandblusleidingen en voorzieningen die deel uitmaken van het legionellabeheersplan, zoals
de verzegeling van bedieningsafsluiters, staan niet in NEN-EN 671-3.
Het Gebruiksbesluit schrijft voor dat controle en onderhoud van brandslanghaspels moeten wor-den bijgehouden in een logboek.
Flexibele aansluiting zwenkbare brandslanghaspel
Wat voor brandblusinstallatie en welke voorzieningen?De brandblusinstallatie kan direct na de watermeter (leveringspunt drinkwater) zijn gescheiden van de leidingwaterinstallatie. Afhankelijk van de leveringsdruk en gebouw-hoogte is een brandpomp opgeno-men. De splitsing in een separate installatie kan ook na een drukver-hogingsinstallatie of verderop in de leidingwaterinstallatie zijn aange-bracht. Direct na de scheiding/splitsing moet de brandblusinstallatie zijn voorzien van een beveiligingseenheid EA, compleet met afsluiter(s) in open stand verzegeld. Deze beveiligingseenheid moet ook zijn aangebracht in de aansluiting van de brand-slanghaspel op een geïn-tegreerde brandblus-/leidingwaterinstallatie, tenzij de lengte van de aansluitleiding tussen de bedienings-afsluiter van de haspel en de af-takking op de doorstroomde leiding < 150 mm is.
Handbediende bedieningsafsluiters moeten in gesloten stand zijn ver-zegeld. Een automatische bedieningsafsluiter in het binnenwerk van een haspel kan niet zijn verzegeld, in dat geval moet de straalpijp of straalpijphouder zijn verzegeld.
Alle brandblusleidingen moeten bij het binnenkomen en verlatenvan een ruimte en bij aftakkingen zijn voorzien van een sticker‘geen drinkwater’. De brandslanghaspel moet zijn voorzien van eensticker ‘alleen te gebruiken bij brand’.
Jaarlijkse controle en onderhoud brandslanghaspel (NEN-EN671-3:2009 en WB 1.4G)Volg instructies op van fabrikant; het onderstaande moet in iedergeval worden uitgevoerd: Slang geheel van de haspel rollen enonder druk zetten door openen van (hand)bedieningsafsluiter envervolgens controleren of:
a) brandslanghaspel geen lekkage, roestvlekken of andere zichtbare beschadigingen vertoont;
b) brandslanghaspel is voorzien van een goed leesbare gebruiksin-structie;
c) plaats van de brandslanghaspel (met een voorgeschreven picto-gram) duidelijk is aangegeven;
d) brandslanghaspel stevig (aan de muur) is bevestigd;e) volumestroom stabiel en voldoende is1);f) drukmeter, indien aangebracht, goed werkt;g) gehele lengte van de brandslang vrij is van scheurtjes, vervormin-
gen, slijtage of andere beschadiging. Vertoont slang een beschadi-ging dan testen op de maximale werkdruk of direct vervangen.
h) slangklemmen van het juiste type zijn en stevig vastgemaakt;i) haspel in beide richtingen soepel draait;j) van zwenkbare haspel het draaimechanisme van de zwenkarm
soepel werkt en onder de vereiste hoek kan uitklappen (delen 1 en 2 van NEN-EN 671);
k) handbediende bedieningsafsluiter van het juiste type is, gebruik soepel en werking correct is;
l) of, werking van automatische afsluiter correct is, en zo ook van de (eventueel) verborgen (in open stand verzegelde) onderhoudsaf-sluiter;
m) watertoevoeraansluiting in goede staat verkeerd, in bijzonder de eventuele flexibele aansluitingen;
n) haspelkast vrij van beschadigingen is en de deur soepel is te ope-nen 2);
o) straalpijp van het juiste type is en makkelijk te gebruiken;p) slanggeleider goed en soepel functioneert en stevig is bevestigd.
Vervolgens:q) brandslanghaspel voorzien van een onderhoudssticker;r) bedieningsafsluiter in gesloten stand, en de afsluiter(s) in brand-
blusleiding in open stand, verzegelen;s) controleren of op haspel de sticker ‘alleen te gebruiken bij brand’
aanwezig is en op de brandblusleiding(en) de sticker ‘geen drink-water’;
t) vastleggen gegevens van controle en onderhoud en eventuele druktest in het logboek.
Zorg dat na de werkzaamheden de brandslanghaspel klaar is voordirect gebruik.Indien uitgebreide onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk zijnmoet een waarschuwingslabel ‘Buiten gebruik’ wordenaangebracht en de gebruikers/bewoners van het gebouw hieroverworden geïnformeerd.1) Het gebruik van een stromingsmeter en drukmeter wordt aanbe-
volen.2) Een brandslanghaspel in een kast wordt als een systeem be-
schouwd. Dit houdt onder meer in dat wanneer een deur van een haspelkast een belemmering vormt voor het uitlopen van een slang, het geheel wordt afgekeurd
(Instructie)bijeenkomsten 2012 Datum locatie
Cursus Betonkernactivering (introductie) voor 15 februari en REGIONAAL architecten en projectontwikkelaars, 1 dag 21 maart
Cursus betonkernactivering (integraal) voor ontwerpers, 4 dagen januari en april REGIONAAL
Symposium ‘Groen Vastgoed, goed verhuurd?’ 16 februari DEN BOSCH
Instructiebijeenkomst ‘Legionellapreventie voor april ROTTERDAM/ toezichthouders en gemeenten’ mei UTRECHT
Instructiebijeenkomst ‘Integraal ontwerpen van maart ROTTERDAM legionellaveilige woningen’
Instructiebijeenkomst ‘Legionellaveilig beheren van koeltorens’ februari en maart UTRECHT
Instructiebijeenkomst ‘Veilige leidingwaterinstallaties’ april ROTTERDAM
Cursus Power Quality maart en april WOERDEN
Instructiebijeenkomst ‘Hydraulische schakelingen voor maart ROTTERDAM verwarmen en koelen’
Cursus Ventilatietechniek n.t.b. n.t.b.
Cursus Legionellapreventie in zorginstellingen n.t.b. n.t.b.
Kijk op www.isso.nl voor meer informatie over deze bijeenkomsten en aanmelding.
AGENDA
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201219 ISSO-INFO 45
maart 201019
VRAAG NU UW
TOEGANGSKAART AAN OP
WWW.VSK.NL MET CODE 100014536 T/M 10 FEBRUARI 2012
JAARBEURS UTRECHT
WWW.VSK.NL
20
NieuwbouwCursus: Energieprestatie utiliteit
NEN 7120 (EPC)
Energieprestatie utiliteit
ISSO 75.1 (EPA-U energielabel)
BASISCurSuS: ENErGIEprESTATIE GEBOuwDE OMGEVING
Energieprestatie woningen
ISSO 82.1 (EPA-U energielabel)
Energieprestatie utiliteit maatwerk
ISSO 75.2 (EPA-U maatwerkadvies)
Energieprestatie woningen maatwerk
ISSO 82.2 (EPA-U maatwerkadvies)
Binnenmilieuprofiel voor woningen
ISSO 82.4
Cursus: Energieprestatie woningen
NEN 7120 (EPC)
Energieprestatie
gebiedsmaatregelen
NVN 7125 (EMG)
Bestaande bouw
leergang Energieprestatie Gebouwen
Met de komst van de nieuwe energieprestatienorm voor gebouwen (NEN7120) is er een grote behoefte aan kennisoverdracht en opleiding. Om dit te faciliteren zijn ISSO en DwA in opdracht van OTIB [logo] gestart met de ontwikkeling van de leergang Energieprestatie van Gebouwen (EpG). De leergang EpG is bedoeld voor een brede doelgroep wat ook blijkt uit de ondersteunende partijen als unetoVNI, VABI, Bouwend Nederland, partners lenteakkoord/Neprom en BNA.
Door het samengaan van normering op het gebied
van nieuwbouw (EPC) en bestaande bouw (EPA) in de
Energieprestatie Gebouwen (EPG) en toevoeging van de
Energieprestatie gebiedsmaatregelen (EMG) is het gewenst
de scholing op dit gebied te bundelen in één leergang EPG.
plANNINGBegin 2012 start ISSO met de ontwikkeling van de benodigde
materialen voor de leergang EPG nieuwbouw (A) ten behoe-
ve van nieuwe cursussen Energieprestatie woningen en utili-
teit. Naar verwachting zal later dit jaar ook de leergang voor
de bestaande bouw (B) kunnen worden ontwikkeld. Dit is
voor een deel afhankelijk van het moment waarop NEN7120
aangewezen gaat worden voor de bestaande bouw.
fASErINGDe ontwikkeling van de leergang nieuwbouw kent een gefa-
seerde opzet:
Fase 1: Formeren werkgroep leergang EPG
In deze fase formeert ISSO een overkoepelende werkgroep.
Fase 2: Bepalen opzet leergang, wijzigingen en aanvullingen
De werkgroep bespreekt de huidige leergang en de opzet
voor de nieuw te ontwikkelen leergang. Hierbij wordt geke-
ken naar de bestaande cursussen EPN woningen en utiliteit
(cursusloket Uneto-VNI), EPN-materiaal gebruikt voor ISSO
instructiebijeenkomsten en NEN7120 / NVN7125. Tevens
wordt in deze fase vastgesteld of nieuwe examinering (of
herziening van de bestaande examens) nodig is.
Fase 3: Formuleren en vaststellen eindtermen
De eindtermen (leerdoelen) worden geformuleerd op basis
van de vastgestelde leergang.
Fase 4: Ontwikkelen leergang
Op basis van voorgaande fasen wordt in deze fase het instruc-
tiemateriaal ontwikkeld. Dit zal per instructie bestaan uit:
• Instructieboek 1 Energieprestatie woningen (nieuwbouw);
• Instructieboek 2 Energieprestatie utiliteitsgebouwen
(nieuwbouw);
• Docentenhandleiding.
Fase 5: Ontwikkelen examenvragen
In overleg met de werkgroep zal bepaald worden voor welke
onderdelen van de leergang examinering gewenst is.
MEEr INfOrMATIEVoor meer informatie over dit project kunt u contact opne-
men met Marco Hofman, [email protected].
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201221
Voor woningen is het sinds begin 2010 mogelijk de ventilatievoorzieningen van woningen onder certificatie te laten beoordelen. Deze zogeheten Vpk woningen is vastgelegd in een Beoordelingsrichtlijn (Brl8010:2009). Deze Brl is op enkele onderdelen aangepast, mede om deze tevens geschikt te laten zijn voor toepassing in scholen en kinderdagverblijven (Brl8010:2012).
Een belangrijk knelpunt in scholen en kinderdagverblijven is
het gebrek aan ventilatie. In het door het ministerie geïniti-
eerde Activiteitenplan Binnenmilieu Scholen is daarom een
aantal acties en maatregelen geformuleerd om te komen tot
verbetering van het binnenmilieu. Een van de acties is het
ontwikkelen van een ventilatieprestatiekeuring scholen en
het gebruik daarvan te stimuleren.
Doel van de keuring is bij (ver)bouw te kunnen beoordelen
of de voorzieningen de overeengekomen kwaliteit hebben.
Ook kan men daarmee bij bestaande scholen op betrouwba-
re wijze vaststellen wat de kwaliteit van de ventilatievoorzie-
ningen is. Op basis daarvan is het mogelijk te komen tot een
verbeterslag. De ventilatieprestatiekeuring is ook bruikbaar
voor het beoordelen van het ventilatiesysteem van kinder-
dagverblijven.
CErTIfICATIEDe nieuwe BRL8010 biedt (installatie)bedrijven de mogelijk-
heid om de kwaliteit van gerealiseerde ventilatievoorzienin-
gen van woningen, scholen en kinderdagverblijven onder
certificatie te beoordelen. Hierbij kan het gaan om nieuwe
ventilatievoorzieningen, maar ook om bestaande. Bij een
nieuwe voorziening kan worden beoordeeld of er gemaakt is
wat is afgesproken. Bij een bestaande ventilatievoorziening
worden alleen de prestaties beoordeeld.
De BRL8010:2012 onderscheidt twee typen van beoordeling:
• een opleveringsbeoordeling (voor nieuwe ventilatievoor-
zieningen), waarbij de gecertificeerde ‘ventilatiepresta-
tiebeoordelaar’ beoordeelt in hoeverre de op te leveren
voorziening voldoet aan de eisen die aan de levering
gesteld werden (nieuwbouweisen Bouwbesluit 2012 en
eventueel aanvullende eisen uit het bestek);
• een prestatiebeoordeling (voor bestaande ventilatievoor-
zieningen), waarbij de gecertificeerde ‘ventilatiepresta-
tiebeoordelaar’ beoordeelt in hoeverre de prestaties van
de ventilatievoorziening voldoen aan de eisen van het
Bouwbesluit 2012 (bestaande bouw en nieuwbouw) en
Ventilatieprestatiekeuring (Vpk) woningen uitgebreid
eventueel een door de opdrachtgever aan te geven speci-
fiek kwaliteitsniveau.
De methodiek van beide typen van beoordeling is gelijk, het
onderscheid wordt gevormd door de eisen die aan de vast-
gestelde prestatie worden gesteld.
De BRL8010 sluit aan op het Bouwbesluit 2012. Voor de
beoordeling van ventilatievoorzieningen kent de BRL twee
referentieniveaus:
• Bouwbesluit bestaande bouw;
• Bouwbesluit nieuwbouw.
Beide niveaus zijn wettelijk verankerd.
Eigenaren van woningen, scholen en kinderdagverblijven
zijn er verantwoordelijk voor dat hun ventilatievoorziening
aan deze eisen voldoet. Verder kan de eigenaar van een
bestaand gebouw verzoeken de ventilatieprestatie te beoor-
delen op basis van een specifiek kwaliteitsniveau, bijvoor-
beeld de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit ten tijde van
de vergunningverlening van het gebouw.
MEEr INfOrMATIEBRL8010:2012 is medio 2012beschikbaar.
Meer informatie over de BRL vindt u op
www.kbi.nl.
Word ISSO-kennispartner!
Kom naar de informatiebijeenkomst
op 23 februari. Tijdens deze bijeen
komst presenteren we een speciaal
pakket voor ISSOkennispartners. Hier
kunt u ook uw wensen ten aanzien
van het kennispartnerschap kenbaar
maken.
Meld u gratis aan via [email protected]
22
Nieuwe zoekfunctionaliteit ISSOdigitaal.nl beschikbaar
De hoeveelheid informatie op ISSO-digitaal neemt de laatste
jaren snel toe. Om de vele kennis vindbaar te houden heeft
ISSO een nieuwe zoekfunctionaliteit voor ISSO-digitaal ont-
wikkeld. Deze zoekfunctionaliteit werkt via zogenaamde
kernwoorden.
kErNwOOrDEN INSTAllATIETECHNIEkEr is een selectie gemaakt van de meest relevante kernwoor-
den voor de installatietechniek. Aan de hand van deze kern-
woorden kan de gebruiker een eerste filtering in de zoekre-
sultaten aanbrengen. Voor het gekozen kernwoord krijgt de
gebruiker een aantal onderliggende trefwoorden te zien om
zijn of haar zoekresultaat verder te verfijnen. Na het selecte-
ren van het gewenste trefwoord verschijnen de definitieve
zoekresultaten. De gebruiker kan met 1 druk op de knop
direct naar de relevante informatie over dit onderwerp.
Applicatie ‘luchtkanaalberekening’ gebaseerd op ISSOpublicatie 17
Op basis van ISSO-publicatie 17 ‘Kwaliteitseisen voor luchtka-
nalensystemen in woning- en utiliteitsbouw’ heeft ISSO een
applicatie ontwikkeld voor ISSO-digitaal. Met deze applicatie
is het mogelijk om een luchtkanaalberekening conform ISSO-
publicatie 17 uit te voeren voor woning- of utiliteitsbouw.
De gebruiker krijgt binnen deze applicatie een installatiesche-
ma gepresenteerd waarin een dashboard is opgenomen. In
het dashboard kan de gebruiker alle mogelijke variabelen aan-
passen. In het installatieschema worden de gemaakte wijzigin-
gen direct doorgevoerd waardoor de eindgebruiker direct een
beeld krijgt van de invloed van de gemaakte aanpassing.
• afmetingen van de kanalen;
• aansluitingen;
• stand van de kleppen;
• isolatiewaarden.
De ISSO-applicatie maakt gebruik van de volgende aannames:
• In de utiliteitsbouw is gekozen voor generieke lijnroosters
en zijn de rechthoekige kanalen van metaal en de ronde
kanalen zijn flexibele luchtslangen;
• Het drukverlies over het rooster is een vaste waarde van
4 Pa;
• De inregelstanden van de luchtkleppen/roosters worden
per aftakking berekend aan de hand van het drukverlies
van het ingevoerde systeem en de ontwerpwaardes voor
de luchthoeveelheden over de roosters. De opgegeven
luchthoeveelheden over de roosters zijn vaste waarden
en worden niet beïnvloed door het handmatig aanpassen
van de klepstanden;
• De klep in de aanvoer is uitgevoerd als een constant-
volumeklep. Als de stand van een inregelklep aangepast
wordt, blijft het totale debiet in het systeem constant.
De applicatie is mede mogelijk gemaakt dankzij financiële
ondersteuning van Uneto-VNI, Vakgroep Klimaat- en
Duurzame Techniek (VKD) en is verkrijgbaar via
www.isso-digitaal.nl. Leden van Uneto-VNI kunnen de
applicatie gratis raadplegen via www.installatieportal.nl.
VOOrBEElD:Kernwoord -> Ventilatiesystemen (woningen, centraal)
Trefwoord -> Ventilatiebalans
Resultaten -> 5 paragrafen waar de relevante informatie
beschikbaar is.
De volgende variabelen kunnen worden aangepast:
• ontwerpvolumestromen;
• afmetingen van de aftakkingen;
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201223
KLEINTJEkE
NN
ISIN
ST
ITu
uT
VO
Or
DE
INS
TA
ll
AT
IES
EC
TO
rISBN-978-90-5044-223-7
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
KL
EIN
TJE
VE
NT
ILA
TIE
Ventilatie
HERZIENE VERSIE
O p l e i d i n g s - e n
o n t w i k k e l i n g s f o n d s
v o o r h e t T e c h n i s c h
I n s t a l l a t i e b e d r i j f
De eerste versie van ‘kleintje Ventilatie’ verscheen in 2009. Dit zakboekje is inmiddels alweer bijgewerkt naar een nieuwe versie. Belangrijkste reden is de komst van het nieuwe Bouwbesluit 2012 en de daarmee gepaard gaande wijzigingen. Ook het gereed komen van de complete serie ISSOpublicaties over woningventilatie maken de update wenselijk. De update is mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van OTIB.
update ‘kleintje Ventilatie woningen 2012’
Het vernieuwde ‘Kleintje Ventilatie’ is o.a. aangepast op de
volgende zaken:
• uitbreiding met nieuwe ventilatiesystemen, waaronder
gecombineerde/hybride ventilatiesystemen, aangeduid
met type X. De typenummers van de ventilatiesystemen
sluiten nu aan bij ISSO-publicatie 61 en NEN8088;
• naast individuele ventilatiesystemen zijn er nu ook syste-
men gestapelde bouw opgenomen;
• aspecten t.a.v. installatiegeluid eigen ventilatievoorzie-
ningen mede vanwege de nieuwe eisen installatiegeluid
woningen in het Bouwbesluit 2012;
• energetische aspecten in relatie tot het ventilatiesysteem
mede vanwege de nieuwe eisen in het Bouwbesluit en
NEN-normen;
• aanvullende aspecten zoals montage-eisen en meten
volumestromen van mechanische gevelventilatie-
systemen;
• nadere toelichting m.b.t. meten met nuldrukcompense-
rende volumestroommeter;
• nadere toelichting m.b.t. calamiteitenschakeling;
• materialen en eisen reinheid luchtkanalen opgenomen;
• nadere toelichting m.b.t. wasemkappen.
De basis voor het aangepaste zakboekje is de gewijzigde
wetgeving en o.a. de volgende richtlijnen:
• nieuwe wettelijke eisen uit Bouwbesluit 2012;
• nieuwe wettelijk eisen Energieprestatie (NEN7120) en
Ventilatie (NEN8088);
• beoordelingsrichtlijn BRL8010 voor woningen, scholen en
kinderdagverblijven;
• ISSO-publicaties 61 en 62 (beiden versie 2010).
MEEr INfOrMATIEKleintje Ventilatie kost € 35,– en is te bestellen via de
ISSO-winkel. De publicatie is tevens digitaal beschikbaar via
www.isso-digitaal.nl.
24
ISSO Instructiebijeenkomsten 2012
Instructiebijeenkomst ‘legionellapreventie voor toezichthouders en gemeenten’
De afdeling Bouw- en woningtoezicht van de gemeente
is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van
het Bouwbesluit en de daarin aangewezen normen. Deze
instructiebijeenkomst is speciaal bedoeld voor toezichthou-
ders van gemeenten die te maken krijgen met het vraagstuk
‘Hoe kan ik ertoe bijdragen dat een leidingwaterinstallatie bij
oplevering voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking
tot legionellaveiligheid?’. Een van de eisen waar de installatie
in de praktijk vaak niet aan voldoet is de eis dat de drinkwa-
tertemperatuur onder 25 oC moet blijven en niet onbedoeld
mag worden opgewarmd door bijvoorbeeld een nabij lig-
gende cv-leiding.
De instructiebijeenkomst van een halve dag is gebaseerd
op de ISSO/SBR uitgave 811 ‘Integraal ontwerpen van
Legionellaveilige Woningen’. Deze ISSO/SBR-publicatie geeft
niet alleen technische oplossingen, maar zet ook duidelijk
uiteen hoe het bouwproces moet worden georganiseerd
en in welke fasen er controles uitgevoerd moeten worden.
Samenwerking tussen architect, aannemer en installateur en
toezichthouder zijn onontbeerlijk. Ook toezichthouders moe-
ten goed op de hoogte zijn van wat wel en wat niet (meer)
mag en wat de mogelijke oplossingen zijn. Het realiseren van
de oplossingen is niet alleen een zaak van de installateur,
maar ook van de ontwerper van het gebouw. Daarom zijn
ontwerpconcepten ontwikkeld die voorzien in bruikbare
en toepasbare oplossingen in technisch en organisatorisch
opzicht.
INHOuD VAN DE INSTruCTIEDe onderstaande onderwerpen komen tijdens de instructie-
bijeenkomsten aan de orde:
• Wat is legionella en wat zijn de risico’s?
• Hoe waarborgt men de waterkwaliteit en voorkomt u
legio nella?
• Wat staat er over legionellapreventie in de Drinkwaterwet,
het Drinkwaterbesluit en NEN 1006 (Algemene voorschrif-
ten voor drinkwaterinstallaties)?
• Welke problemen komt u in de praktijk tegen bij het
voorkomen van hotspots?
• Waar mogen de cv- en drinkwaterleidingen wel en waar
mogen ze niet lopen?
• Welke oplossingen staan er in de herziene ISSO/SBR-
publicatie 811?
• Evaluatie
VOOr wIE?De instructie is gericht op medewerkers van gemeenten die
zich (in)direct bezighouden met het toezicht op de naleving
van de wettelijke voorschriften in de bouw.
wANNEEr?Deze instructie vindt plaats in april - mei 2012 in de omge-
ving Rotterdam / Utrecht.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
www.isso.nl.
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201225
Instructiebijeenkomst ‘Integraal Ontwerpen van legionellaveilige woningen’
Deze instructiebijeenkomst is gebaseerd op de ISSO/SBR
uitgave 811 ‘Integraal ontwerpen van Legionellaveilige
Woningen’. Deze ISSO/SBR-publicatie geeft niet alleen tech-
nische oplossingen, maar zet ook duidelijk uiteen hoe u dit in
het bouwproces moet organiseren. De opdrachtgever moet
dan wel deze publicatie van toepassing verklaren in zijn
opdracht naar de architect en de adviseur. Samenwerking en
coördinatie tussen architect, aannemer en watertechnisch
en cv-installateur zijn onontbeerlijk. Vervolgens zijn ook de
werkvoorbereiders, uitvoerders en monteurs op de bouw
aan de beurt. Zij moeten goed op de hoogte zijn van wat wel
en wat niet (meer) mag en wat de mogelijke oplossingen zijn.
Het realiseren van de concepten is niet alleen een zaak van
de watertechnisch installateur, maar ook van de ontwerper
van het gebouw. Daarom zijn ontwerpconcepten ontwikkeld
die voorzien in bruikbare en toepasbare oplossingen in tech-
nisch en organisatorisch opzicht.
INHOuD VAN DE INSTruCTIEDe onderstaande onderwerpen komen tijdens de instructie-
bijeenkomsten aan de orde:
• Hoe waarborgt u de waterkwaliteit en voorkomt u
legionella?
• Welke wetgeving is van toepassing (nieuwe
Drinkwaterbesluit)?
• Welke problemen komt u in de praktijk tegen bij het voor-
komen van hotspots?
• Waar mogen de cv- en drinkwaterleidingen wel en waar
niet lopen?
• Hoe kunt u hieraan voldoen?
• Welke oplossingen staan er in de herziene ISSO/SBR-
publicatie 811?
• Hoe moet u dit organiseren?
VOOr wIE?De instructie is gericht op installateurs, projectleiders, bouw-
kundige uitvoerders, technici, werkvoorbereiders en (leiding-
gevende) monteurs die zich direct of indirect bezig houden
met de aanleg van cv- en drinkwaterinstallaties.
wANNEEr?Deze instructie vindt plaats in februari – maart – april 2012 in
de omgeving van Rotterdam.
Meer informatie over deze instructie is te vinden op
www.isso.nl.
Cursus ‘Betonkernactivering’Betonkernactivering maakt op een actieve manier gebruik
van de thermische massa van een gebouw. Dit in tegenstel-
ling tot bijvoorbeeld een middeleeuwse kathedraal, die op
een passieve manier zijn thermische massa gebruikt en daar-
mee in de zomer de warmte buiten houdt. In de kern van
betonnen vloeren, wanden en plafonds worden kunststof
leidingen aangebracht waar water doorheen stroomt. Dit
stromende water versnelt de warmte- of koude overdracht
van de omgeving naar de massa en andersom. Door de tem-
peratuur van het water te variëren kan men op actieve wijze
de gehele constructie, dus ook alle ruimtes in het gebouw,
koelen of verwarmen.
In opdracht van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor
het Technisch Installatiebedrijf (OTIB). Organiseert ISSO in
samenwerking met DWA een tweetal cursussen.
BETONkErNACTIVErING’ (BkA).
• de introductiecursus BKA basis, een algemene introductie
over het fenomeen betonkernactivering voor de architect
en bouwkundige;
• de 4-daagse integrale BKA-cursus voor ontwerpers die
daadwerkelijk met betonkernactivering in gebouwen aan
de slag gaan. Met deze cursus bent u in staat om met
goed gevolg deel te nemen aan het door Cito Arnhem
georganiseerde examen dat leidt tot een bewijs van vak-
bekwaamheid.
VOOr wIE?Introductiecursus BKA basis is voor architecten, bouwkun-
digen en overige geïnteresseerden. De 4-daagse integrale
BKA-cursus is voor installateurs en installatieadviseurs.
wANNEEr?De cursus vindt plaats in februari - maart - april 2012 in
Woerden.
Meer informatie over deze cursus kunt u vinden op
www.isso.nl.
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012
26
publicatie
55.3
kE
NN
ISIN
ST
ITu
uT
VO
Or
DE
INS
TA
ll
AT
IES
EC
TO
r
LEG
ION
ELL
AP
RE
VE
NT
IE IN
KLIM
AA
TIN
STA
LLA
TIE
S
legionellapreventie in klimaatinstallaties
Cursus ‘power Quality’De afhankelijkheid van elektriciteit is de laatste tientallen
jaren enorm toegenomen en de elektrische energie is de
levensader van handel, dienstverlening en industrie gewor-
den. Bedrijfsprocessen zijn daardoor steeds meer afhankelijk
van de kwaliteit van de geleverde elektriciteit en de kwali-
teit van de eigen installaties en apparatuur. We hebben het
dan over ‘Power Quality’ en over de overname van de zorg
hiervan door de installateur. In opdracht van OTIB en met
steun van de vakgroep Electro Installateur van Uneto-VNI
heeft ISSO daarom voor de installatiesector een speciale
cursus ontwikkeld rond ‘Power Quality’. Men gaat in op de
problemen die zich op dit terrein kunnen voordoen en er
wordt uitgebreid aandacht besteed aan de oplossingen die
de installateur kan bieden. Deze cursus is onontbeerlijk voor
bedrijven die zich willen begeven op de markt van Power
Quality (PQ) en biedt de installateur de kennis om de proble-
men te herkennen en te kunnen oplossen.
INHOuD VAN DE INSTruCTIEIedere dag bestaat uit een theoriedeel en een practicum-
deel. Met name de practicummodellen die verschillende
oplossingmethodieken behandelen, bieden u een schat aan
informatie.
VOOr wIE?De cursus is op voorhand bedoeld voor installatiebedrijven
die bij de brancheorganisatie Uneto-VNI zijn aangesloten
en/of bij het Opleidingsfonds voor de Technische Installatie
Branche (OTIB) zijn geregistreerd. Voor laatstgenoemde
bedrijven is er een aantrekkelijk korting (ca 65%) op de cur-
susprijs.
wANNEEr?Deze instructie vindt maart - april 2012 plaats in Woerden.
De duur van de training bedraagt 3 dagen.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
www.isso.nl.
Instructiebijeenkomst ‘legionellaveilig beheren van koeltorens’
Het legionel-
laveilig beheren
van koeltorens
staat volop in de
belangstelling.
ISSO organiseert
daarom instruc-
tiebijeenkomsten
‘Legionellaveilig
beheren van
Koeltorens’.
Begin 2008
verscheen ISSO-
publicatie 55.3
‘Legionella-
preventie in kli-
maatinstallaties’,
waaronder koel-
torens en lucht-
bevochtigers.
Deze publicatie
is bedoeld voor
alle partijen die
zich professioneel bezighouden met het beheer van deze
installaties. Het is een gereedschap om een gedegen risico-
inventarisatie te doen en passende beheersmaatregelen te
formuleren. Een ander belangrijk hulpmiddel is de model-
risicoanalyse en beheersplan voor natte koeltorens.
VOOr wIE?U heeft te maken met het beheer van koeltoreninstallaties
en werkt bij een van de volgende soorten bedrijven of orga-
nisaties:
1 service- en onderhoudsbedrijven;
2 toezicht en inspectie (gemeenten/overheid);
3 gebouwbeheerders;
4 waterbehandeling, fabrikanten & adviesbureaus ’s.
Door de diversiteit van de doelgroepen is gekozen voor een
modulaire opzet, zodat er voor elke doelgroep een interes-
sant en passend programma bestaat dat aansluit op de prak-
tijk. Voor bepaalde doelgroepen worden enkele onderdelen
slechts elementair behandeld (basis). Voor doelgroepen
1 t/m 3 duurt de cursus 1 dag en voor doelgroep 4 duurt de
cursus 2 dagen.
wANNEEr?Deze instructie wordt gegeven in februari - maart 2012 in de
omgeving van Utrecht.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
www.isso.nl.
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201227
Het ontwerpen van een hydraulische schakeling is een
kernactiviteit van een installatieontwerper. Met de hydrauli-
sche schakeling worden de vermogens van de opwekker(s)
naar de warmtegebruikers gedistribueerd. De grootte van
deze vermogens wordt geregeld door in de hydraulische
schakeling volumestromen te smoren of warme en koude
volumestromen met elkaar te mengen. Tijdens het regelen
treedt er onderlinge beïnvloeding op van drukken en volu-
mestromen in de verschillende delen van de hydraulische
schakeling. Deze beïnvloeding moet men vermijden door
het toepassen van bijvoorbeeld kortsluitleidingen of een
drukverschilregeling met een toerengeregelde pomp.
De eigenschappen van een hydraulische schakeling worden
voor een belangrijk deel beïnvloed door het type regelafslui-
ter. Om het drukverschil te beïnvloeden kiest de installatie-
ontwerper een bepaalde grootte voor de autoriteit van de
regelafsluiter.
Het belang van een goed ontwerp van de hydraulische
schakeling is met de energiezuinige technieken zoals de
warmtepomp en energieopslag in de bodem alleen maar
belangrijker geworden.
Om de installatieontwerpers bij het ontwerpen van een
hydraulische schakeling voor verwarmen en koelen een
Instructiebijeenkomst ‘Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen’
systematische methode te geven, zijn in ISSO-publicatie 44
en 47 verschillende hydraulische modulen gedefinieerd. Met
deze hydraulische modulen kan een installatieontwerper een
complete hydraulische schakeling samenstellen die voldoet
aan de wensen van de opdrachtgever en is afgestemd op de
eigenschappen en randvoorwaarden van de in de hydrauli-
sche schakeling opgenomen apparaten. In deze cursus wordt
het gebruik van de ISSO-publicaten 44 en 47 uiteengezet
en toegelicht met voorbeelden. Na de cursus is men in staat
zelf hydraulische schakelingen samen te stellen en ook het
gedrag van hydraulische systemen te beoordelen voor vol-
last en deellastsituaties.
VOOr wIE?De installatieontwerpers die zich bezig houden met het
ontwerp of beheer van hydraulische schakeling in utiliteits-
gebouwen.
wANNEEr?Deze instructie wordt in maart 2012 gegeven in Rotterdam.
De duur van de training bedraagt 3 dagen.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
www.isso.nl.
Instructiebijeenkomst ‘Veilige leidingwaterinstallaties’
Voor het realiseren en in standhouden van veilige leidingwaterinstallaties moet er op de werkvloer van installatiebedrijven kennis aanwezig zijn van de nieuwe voorschriften en richtlijnen.
Tijdens deze instructie wordt u bijgepraat over risicofactoren,
legionellagroei en terugstroming, wettelijke voorschriften en
technische richtlijnen, legionellapreventie, beveiliging van
terugstroming, onderhoud, toezicht door VROM en water-
leidingsbedrijven, uitgangspunten voor legionellaveilig ont-
werpen en aanleggen, legionellaveilig beheer en onderhoud,
maatregelen in collectieve woninginstallaties, maatregelen
tegen terugstroming per installatiecomponent, schouwen en
in kaart brengen bestaande installaties en werkvoorschriften.
Er is tevens veel ruimte voor het behandelen van zaken uit
de eigen praktijk.
VOOr wIE?De instructie is gericht op installateurs, (leidinggevende)
monteurs en technici die zich bezig houden met aanleg en
onderhoud van leidingwaterinstallaties. De instructie is ook
bedoeld voor medewerkers, die leidingwaterinstallaties in
kaart moeten brengen (schouwen), bijvoorbeeld ten behoe-
ve van het beheersplan legionellapreventie.
wANNEEr?De instructie vindt plaats in april 2012 in de omgeving van
Rotterdam.
Meer informatie over deze instructie kunt u vinden op
www.isso.nl.
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE
28
filosoof bv presenteert Cursus ventilatietechniek op maat
In samenwerking met vakmensen uit de installatie en ventilatiesector heeft ISSO cursus modules op maat ontwikkeld voor verschillende beroepsgroepen uit de bouwkolom.
Introductiecursus Basis Ventilatietechniek voor alle partijenBinnen een halve dag krijgt u algemene informatie over
ventilatietechnieken. De lesstof is bedoeld voor alle betrok-
ken partijen uit de bouwkolom, waaronder architecten,
bouwkundigen, installatie-adviseurs, woningbeheerders en
ontwikkelaars.
Onderwerpen:
• de basisprincipes van bestaande en nieuwe ventilatiesys-
temen;
• de regels voor woningventilatie in het Bouwbesluit;
• de ontwikkeling van een ontwerp voor een ventilatiesys-
teem en bijkomende facetten, waaronder de selectie van
systeemonderdelen;
• aandachtspunten bij het installeren en beheren van een
ventilatiesysteem;
• maken van een voorlopige systeemkeuze, passend bij de
situatie en de klantwens;
• voordelen, nadelen en aandachtspunten bij het voort-
brengingsproces van een ventilatiesysteem.
Dagcursus voor ontwerpende partijenDeze cursus is gericht op beroepsgroepen die (regelmatig)
betrokken zijn bij de keuze en het ontwerp.
Onderwerpen:
• opstellen van ventilatiebalansen voor enkele typen syste-
men;
• maken van gedetailleerde ontwerpen die voldoen aan de
eisen voor onder andere luchtkwaliteit, comfort, geluid en
brandveiligheid;
• de relatie leggen tussen het ventilatiesysteem en de an-
dere installaties in het gebouw en in het bouwkundige
ontwerp;
• een vertaalslag maken van het gebruikersprofiel, de
locatie en het gebouw naar een passend, gedetailleerd
systeem en een montagegereed ontwerp.
Dagcursus voor partijen verantwoordelijk voor opleveringDeze cursus is bestemd voor beroepsgroepen die betrokken
zijn bij de installatie en oplevering.
Onderwerpen:
• maken van een ventilatiesysteem volgens het ontwerp;
• inbedrijfstellen van een ventilatiesysteem volgens het
ontwerp;
• herkennen van aandachtspunten en valkuilen uit de praktijk;
• opstellen van een opleverings-, controle- en meetproto-
col en het uitvoeren en rapporteren van deze kwaliteits-
controles.
Dagcursus voor partijen verantwoordelijk voor beheer en onderhoudDeze cursus is ontwikkeld voor beroepsgroepen die te maken
hebben met het beheer en onderhoud.
Onderwerpen:
• beoordelen van de conditie van een bestaand ventilatie-
systeem;
• opstellen en uitvoeren van een meerjarenonderhoudsplan;
• het gebruik en de uitleg van de ventilatieonderdelen aan
derden;
• opstellen van een schriftelijk ventilatieprestatierapport.
Cursusdagdeel voor de systeemmonteurDeze cursus is gericht op monteurs en bouwers van ventila-
tiesystemen.
Onderwerpen:
• basiskennis over ventilatie;
• praktijkgerichte kennis over het vakbekwaam monteren
van de nieuwste ventilatiesystemen;
• omgaan met afwijkende situaties en inzicht in de gevol-
gen van montagehandelingen op de kwaliteit van een
ventilatiesysteem.
CurSuSNIVEAuDe cursussen worden gegeven op MBO-niveau. Voor het
volgen van de cursussen heeft u als achtergrond minimaal
nodig:
• MBO 4;
• een technische vooropleiding of vergelijkbaar niveau ver-
kregen door praktijkervaring.
BElANGSTEllING?Voor cursusdata, kosten en aanmelding nodigen wij u uit op
de site www.filosoofbv.nl. Voor nadere informatie over de
cursusinhoud kunt u contact opnemen met Marco Hofman,
fIlOSOOf BVDe cursussen worden georganiseerd door FILOSOOF bv.
FILOSOOF bv is het facilitair bureau voor de bouw- en instal-
latiesector. Het bureau verzorgt ondersteuning bij het uit-
voeren van bedrijfsactiviteiten van kleine en middelgrote
organisaties. FILOSOOF bv staat garant voor maatwerk waar-
bij de wens van de opdrachtgever centraal staat.
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201229
In april 2012 zullen NVTG (Nederlands Vereniging voor
Gentherapie) en ISSO in drie regio’s een compact-cursus
‘Legionellapreventie in zorginstellingen’ organiseren. In de
cursus komen onder meer de volgende zaken aan de orde:
- Wat betekent de nieuwe Drinkwaterwetgeving voor het
ontwerp en beheer van installaties in zorginstellingen?
• Wat houdt de verplichte BRL 6010 certificering in?
• Wanneer en hoe moet ik alternatieve technieken
toepassen?
• Wat moet ik nog doen aan legionellapreventie in
zorgwoningen?
Meer informatie over deze cursus vindt u op www.isso.nl.
CURSUS 1 2 3 4 5
Titel
installatieadviseurs
installateurs en (service-) technici (eindverantwoordelijk)
systeemmonteurs
projectleiders / werkvoorbereiders
medewerkers van gemeentelijke diensten, onder andere Bouw- en Woningtoezicht
medewerkers van technische diensten van woningbouwverenigingen
docenten installatietechnisch onderwijs
gecertificeerde VPK-ers (keurmeester)
overige geïnteresseerden / partijen uit de bouwkolom
getuigschrift
certificaat (Cito)
DOElGrOEpEN
Systeemm
ontage
Beheer en onderhoud
Installeren en opleveren
Ontw
erpen
Basis Ventilatietechniek
x x
x x x
x
x x x
x
x x
x x x x
x x x x
x x x x x
x x
x x x
Cursus legionellapreventie in zorginstellingen
EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012 EDUCATIE 2012
30
ISSO InCompanytrainingen
EN
Er
GIE
& M
IlIE
uw
AT
Er
& G
AS
Binnenmilieuprofiel woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 82.4
Cursusduur: 2 dagen (Incl. terugkomdag)
Energielabel woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 82.1
Cursusduur: 1 dag
Software: VABI of BINK Software
Voor het afleggen van het officiële Cito-
examen ‘EPA Adviseur/opnemer’ kunt u kij-
ken op www.cito.nl.
Ep Maatwerkadvies woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 82.2
Cursusduur: 1 dag
Software: VABI of BINK Software
Energielabel utiliteitGebaseerd op: ISSO-publicatie 75.1
Cursusduur: 1 dag
Software: VABI Software
Voor het afleggen van het officiële Cito-
examen ‘EPA Adviseur’ kunt u kijken op
www.cito.nl.
Ep Maatwerk utiliteitGebaseerd op: ISSO-publicatie 75.2
Cursusduur: 3 dagen
Software: VABI Software
EpA Examentraining(en) woningbouw & utiliteitCursusduur: 1 dagdeel
Software: VABI of BINK Software
Maximale groepsgrootte: 15 personen
Betonkernactivering (Basis)Gebaseerd op: ISSO-publicatie 85
Cursusduur: 1 dag
Betonkernactivering (Integraal)Gebaseerd op: ISSO-publicatie 85
Cursusduur: 4 dagen
Energiebeleid voor woningbouwcoöperatiesGebaseerd op: VABI Vastgoed Software B.V.
Cursusduur: 3 dagen (Incl. terugkomdag)
Integraal ontwerpen van legionellaveilige woningenGebaseerd op: ISSO-SBR 811
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
legionellapreventie voor toezichthouders van gemeentenGebaseerd op: ISSO-SBR 811 / Kleintje
Legionellapreventie
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
legionellaveilig beheren van koeltorens voor service en onderhoudsbedrijvenGebaseerd op: ISSO-publicatie 55.3 en model-
risicoanalyse en beheersplan voor natte
koeltorens
Cursusduur: 1 dag
legionellaveilig beheren van koeltorens voor toezicht en inspectie (gemeenten/overheid)Gebaseerd op: ISSO-publicatie 55.3 en model-
risicoanalyse en beheersplan voor natte
koeltorens
Cursusduur: 1 dag
legionellaveilig beheren van koeltorens voor gebouwbeheerdersGebaseerd op: ISSO-publicatie 55.3 en model-
risicoanalyse en beheersplan voor natte
koeltorens
Cursusduur: 1 dag
legionellaveilig beheren van koeltorens voor waterbehandelingsbedrijven, fabrikanten en adviesbureausGebaseerd op: ISSO-publicatie 55.3 en model-
risicoanalyse en beheersplan voor natte
koeltorens
Cursusduur: 2 dagen
Veilige leidingwaterinstallatiesGebaseerd op: Kleintje Legionellapreventie
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Gasvoorschriften; ‘kleintje Gas’ en de praktijkGebaseerd op: Kleintje Gas
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
praktijkinstructie over toepassing en controle van keerkleppenGebaseerd op: ISSO-publicatie 55.1 en 55.2
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Nieuwe regels voor gebouwrioleringGebaseerd op: NTR 3216
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Indien niet anders aangegeven bestaat de maximale groepsgrootte uit 20 personen. Tevens ontvangen de deelnemers na afloop van de instructie een Bewijs van Deelname. ISSO verzorgt de onderstaande bijeenkomsten bij voldoende belangstelling, ook regionaal. u kunt uw belangstelling kenbaar maken via [email protected]
ISSO-INFO 47 jaNuarI 201231
i n - c o m p a n yi n s t r u c t i e s
e n t r a i n i n g e n
Energie & Milieu
Sanitaire Technieken
Verwarming & Koeling
Algemene Technieken
Luchtbehandeling
Elektrotechniek
ke
nn
is
in
st
it
uu
t
vo
or
d
e
in
st
al
la
ti
es
ec
to
r
een kleine investering voor veel rendement
regeltechniek voor klimaatinstallatiesGebaseerd op: ISSO-publicatie 94
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Brand en rookveilige doorvoeringenGebaseerd op: ISSO-SBR 809 en ISSO Rapport
3217
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Meer comfort en rendement met inregelenGebaseerd op: ISSO- publicatie 56
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
warmteverliesberekening utiliteits en bedrijfsgebouwenGebaseerd op: ISSO-publicatie 53 en 57
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Ontwerp en realisatie van verticale bodemwarmtewisselaarsGebaseerd op: ISSO-publicatie 73
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Collectieve warmtepompinstallaties voor woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 80
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelenGebaseerd op: ISSO-publicatie 44 en 47
Cursusduur: 3 dagen
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Individuele warmtepompen in woningenGebaseerd op: ISSO-publicatie 72 en 73
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
warmtepompinstallaties in utiliteitsgebouwenGebaseerd op: ISSO-publicatie 81
Cursusduur: 1 dagdeel
Toepassen ventilatievoorschriften woningen met ‘kleintje Ventilatie’Gebaseerd op: Kleintje Ventilatie
Cursusduur: 1 dagdeel
Maximale groepsgrootte: 25 personen
Introductiecursus Basis VentilatietechniekGebaseerd op: Leergang ventilatie
Cursusduur: 1 dagdeel
In combinatie met een aanvullende cursus is
het mogelijk het onafhankelijke Cito-examen
‘Ventilatiedeskundige’ af te leggen.
Vervolgcursus Integraal voor ontwerpende richtlijnGebaseerd op: Leergang ventilatie
Cursusduur: 1 dag
In combinatie met de basiscursus is het
mogelijk het onafhankelijke Cito-examen
‘Ventilatiedeskundige’ af te leggen.
Vervolgcursus voor partijen verantwoordelijk voor opleveringGebaseerd op: Leergang ventilatie
Cursusduur: 1 dag
In combinatie met de basiscursus is het
mogelijk het onafhankelijke Cito-examen
‘Ventilatiedeskundige’ af te leggen.
Vervolgcursus voor partijen verantwoordelijk voor beheer en onderhoudGebaseerd op: Leergang ventilatie
Cursusduur: 1 dag
In combinatie met de basiscursus is het
mogelijk het onafhankelijke Cito-examen
‘Ventilatiedeskundige’ af te leggen.
Vervolgcursus voor systeemmonteurGebaseerd op: Leergang ventilatie
Cursusduur: 1 dagdeel
In combinatie met de basiscursus is het
mogelijk het onafhankelijke Cito-examen
‘Ventilatiedeskundige’ af te leggen.
Binnenklimaat scholenGebaseerd op: ISSO-publicatie 89
Cursusduur: 1 dag
Maximale groepsgrootte: 25 personen
VE
rw
Ar
MIN
G &
kO
El
ING
lu
CH
TB
EH
AN
DE
lIN
GE
lE
kT
rO
TE
CH
NIE
k
power QualityGebaseerd op: Instructieboek PQ
Cursusduur: 3 dagen
Maximale groepsgrootte: 16 personen
V o o r m e e r i n f o r m a t i e o v e r o n z e b i j e e n k o m s t e n z i e w w w . i s s o . n l
32
ColofonISSO Info is een uitgave van
ISSO Kruisplein 25
3014 DB Rotterdam
Postbus 577, 3000 AN Rotterdam
Tel. 010 - 206 59 69
Fax 010 - 213 03 84
[email protected], www.isso.nl
ISSO, het kennisinstituut van
de installatiesector, houdt zich
bezig met het identificeren
van kennisvragen binnen de
installatiesector, het ontslui-
ten en toegankelijk maken van
deze kennis in de vorm van
praktische ISSO-publicaties
en het bevorderen van het
gebruik van ISSO publicaties
als normstellende richtlijnen.
Op 29 april 1974 werd ISSO opgericht door de volgende organisaties:
TVVl Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen
unetoVni Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de techni-
sche detailhandel
pIT Stichting Promotie Installatietechniek
in een later stadium trad de volgende organisatie toe:
Nlingenieurs Organisatie van Nederlandse Raadgevende Ingenieurs bureaus
Vormgeving Stijlmeesters
redactie A.B. van Kleven-Pijpers, P.P.H. ‘t Lam, Stijlmeesters
De uitgever kan niet aansprakelijk worden gesteld voor persoonlijke of mate-
riële schade, veroorzaakt door onjuistheden in de redactionele kolommen.
Bezoek ons op de VSk 2012
Meld u nu aan via www.isso.nl voor een gratis toegangskaart. Hal 4
Stand A044