A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1
-
Upload
nicole-bilderbeek -
Category
Documents
-
view
214 -
download
1
description
Transcript of A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1
Kantoorspecials @ Allen & Overy @ DLA Piper @ Freshfields Bruckhaus Deringer
Juridisch Actueel @ Afkopen van rechtvaardigheid?
@ Maatwerk in het onderwijs
@ Regisseur van eigen levenseinde
@ Alternatieve geschilbeslechting in
een verticale rechtsverhouding
@ Moeder natuur in de grondwet;
goed voorbeeld doet volgen?
JuridischeFaculteitsvereniging
Groningen
In Casu - jaargang 21, numm
er 2, december 2013 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging G
roningen - ww
w.jfvgroningen.nl
J U R I D I S C H M A G A Z I N E
3
JFV IN CASU - DECEMBER 2013 VOORWOORD
En dat terwijl ik nooit in een typisch juridisch beroep
ben terecht gekomen. Maar waar ik ook werkte mijn
juridische achtergrond heeft mij geholpen. Hoofd-
zaken van bijzaken onderscheiden, gevoel voor wat
kan en wat niet kan, het belang van democratie en
rechtstaat, het afwegen van belangen, goed kunnen
luisteren naar verschillende opvattingen… het lijkt
allemaal zo voor de hand te liggen, maar dat is het
niet. De kiem daarvoor is in Groningen gelegd, zoals
ook de kiem daar is gelegd voor mijn bestuurlijke
carrière: ik denk nog steeds met veel plezier terug
aan het jaar dat ik voorzitter van de JFV was.
En ook al is de studie nu veranderd (ik deed eerst
kandidaats- en daarna doctoraalexamen, nu is er
een bachelors- en een mastersexamen), in de kern
gaat het om hetzelfde.
Nog steeds is het zo, dat een juridische studie
opleidt tot veel meer dan typische beroepen.
Ook al weet ik niet wat er in dit schitterende nummer
van In Casu staat (de redactie heeft dat zorgvuldig
voor mij geheim gehouden), ik ben ervan overtuigd
dat de onderwerpen die ik hier genoemd heb, op tal
van manieren aan snee komen.
Ik wens je dus veel leesplezier en ik zou zeggen: doe
er je voordeel mee!
Job Cohen
Voorwoord
Beste lezer,
HET IS ALWEER LANG GELEDEN DAT IK IN DE TURFTORENSTRAAT ZAT TE ZWOE-GEN OP DE VOORBEREIDING VAN MIJN TENTAMENS, WANT IK STUDEERDE IN GRONINGEN TUSSEN 1966 EN 1971. MAAR HOE LANG DAT OOK GELEDEN IS, TOT OP DE DAG VAN VANDAAG HEB IK VEEL PLEZIER VAN MIJN STUDIE.
Juridisch Magazine ‘In Casu’
Jaargang 21, nummer 2, december 2013
HoofdredactieSonja Meetsma
EindredactieTim Beukema
Jaike Silvius
RedactieTjalling Bosker
Joost Bunk
Jorrit Schuurmans
Sylvana Slot
Pieter Verhoeven
Jelle Sjollema
Jolein Holtz
Lotte Hageman
Martijn Knol
Roosmarijn Kruk
Anna Sophie Meulenberg
Olga van der Sluis
ISSN 3388-8803
Copyright In CasuNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt worden zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever.
OplageVolgt nog
UitgeverJuridische Faculteitsvereniging Groningen
Bezoekadres: Turftorenstraat 17
Postadres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
9712 EK Groningen
Tel: 050-363583
Fax: 050-3636947
E-mail: [email protected]
Websites: www.jfvgroningen.nl
www.jfvcarriereboard.nl
Vormgeving en drukOCC dehoog media partners, Oosterhout
www.occ-dehoog.nl
Foto omslagIStock
AbonnementenAbonnementenprijs inclusief portokosten per jaar:
€25,-. Mail voor meer informatie kunt u
e-mailen naar Anouchka Gering: vicevoorzitter@
jfvgroningen.nl.
AdverteerdersindexAllen & Overy
Damsté advocaten - notarissen
DLA Piper
Freshfields Bruckhaus Deringer
Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP
Houthoff Buruma
JPR Advocaten
Linklaters LLP
NautaDutilh
Studystore
AdvertentiesTarieven zijn schriftelijk en/of telefonisch aan te
vragen bij Anouchka Gering
Tel: 050-3635783
Fax: 050-3636947
E-mail: [email protected]
Standpunten zoals weergegeven in juridisch
magazine In Casu zijn uitingen van de auteurs,
en daarbij niet eveneens standpunten van de
Juridische Faculteitsvereniging Groningen.
COLOFON EN ADVERTEERDERS
10
5
JFV IN CASU - SEPTEMBER 2013 VAN DE REDACTIE
In Casu redactie 2013-2014Martijn Knol, Joost Bunk, Pieter Verhoeven, Jelle Sjollema, Jorrit Schuurmans,
Jolein Holtz, Roosmarijn Kruk, Anna Sophie Meulenberg, Tim Beukema, Tjalling Bosker,
Jaike Silvius, Lotte Hageman, Olga van der Sluis, Sylvana Slot, Sonja Meetsma
Beste lezer,
HIER IS HIJ DAN, DE DECEMBER-UITGAVE VAN DE IN CASU. DE SINTERKLAASKWESTIE MAG WEER IN DE KAST, OM VERVOLGENS EIND OKTOBER VOLGEND JAAR AFGESTOFT TE WORDEN ZODAT DE DISCUSSIE WEER MET ALLE HEVIGHEID LOS KAN BARSTEN. WAAR DE SINT HET LAND UIT IS, IS DE TENTAMENPERIODE WEER IN AANTOCHT. LAAT DEZE IN CASU EEN WELKOME AFWISSELING
ZIJN TUSSEN DE STUDIEBOEKEN.
Onze redacteurs hebben het onderste uit de kan gehaald om weer
een schitterende In Casu te kunnen presenteren. Er komen diverse
interessante artikelen aan bod met verscheidene onderwerpen,
stuk voor stuk met verve gebracht. Zo is er een artikel geschreven
over hulp bij zelfdoding, wat veel stof heeft doen opwaaien dit jaar.
Ook opgenomen is een interview met universitair docent Internatio-
naal Privaatrecht mr. Knot, waarin hij ‘de Rijdende Rechter’ op een
fout betrapt. In ‘Personae’ wordt Martin Luther King belicht, aange-
zien het 50 jaar geleden is dat hij zijn befaamde ‘I have a dream’
speech heeft gegeven. Deze speech gaf Martin Luther King voor het
Lincoln Memorial in Washington. Dit is ook de stad die is uitgelicht
in de rubriek ‘Student and the city’. Dit is nog niet alles, er zijn nog
veel meer interessante stukken die ik ten zeerste aanraad. Kortom,
een bomvolle In Casu. Maak van een SOG-moment een In Casu
moment, pak hem tijdens het thee drinken, lees hem in de trein of
in de bibliotheek en geniet van de artikelen.
Fijne feestdagen toegewenst.
Tim BeukemaEindredacteur In Casu
INHOUDSOPGAVE JFV IN CASU - DECEMBER 2013
6
InhoudsopgaveRedactioneel
@8 Maatwerk in het onderwijsHet recht op onderwijs is in Nederland
een grondrecht. Toch is er uit onderzoek
gebleken dat er duizenden kinderen thuis
zitten, omdat ze niet naar school kunnen.
Dit blijkt uit het rapport ‘Van Leerrecht naar
Leerplicht’ van de Kinderombudsman. Een
gebrek aan maatwerk is hier de oorzaak
van. Het onderwijs is niet flexibel genoeg.
@12 Regisseur van eigen levenseindeHulp bij zelfdoding is strafbaar in Neder-
land. Dit najaar vond het proces plaats
tegen Albert Heringa, die zijn 99-jarige
moeder hielp bij zelfdoding. Hulp bij zelf-
doding zou niet meer strafbaar moeten zijn
volgens veel mensen, maar is dit wel de
juiste oplossing?
@16 Alternatieve geschilbeslechting in een verticale rechtsverhouding; een gewaarborgd alternatief voor de rechtspraak?
Over het algemeen wordt alternatieve
geschilbeslechting alom bejubelt. Het is
voordelig, het is gemakkelijk, maar is dit
wel in ieder rechtsgebied een geschikte
optie? Hoe staat het in de verhouding tot
het strafrecht?
Student and the city
@22 De invloed van media op de strafmaatIn de huidige tijd is het niet meer dan
normaal dat een verdachte met naam en
toenaam wordt genoemd op het internet.
Vaak is hierbij ook een foto toegevoegd,
wat veel schade voor de verdachte op kan
leveren, aangezien de reacties op deze
berichten niet mals zijn. De rechter houdt
in zijn strafmaat rekening met deze trial by
media. Is dit terecht?
Column
@18 Moeder natuur in de grondwet; goed voorbeeld doet volgen?Ecuador en Bolivia hebben de rechten van
de natuur verankerd in de grondwet. Is dit
slechts een vriendelijke gebaar naar de
natuur of is dit een voorbeeld dat wellicht
gevolgd moet worden.
@24 “Taxation without representation”, Washington D.CDe inwoners van ‘D.C.’ strijden voor
inspraak, Amerika´s meest volhardende
demonstrant aller tijden voor vrede, de
advocaten voor de sympathie van de jury
en deze Groningse studente voor een inte-
ressant onderzoek. Een kijkje in één van ´s
werelds machtigste steden.
INHOUDSOPGAVEJFV IN CASU - DECEMBER 2013
7
@30 Jan-Ger KnotIn ‘achter de deur van’ nemen we een kijkje
achter de deur van Jan-Ger Knot. Hij is
universitair docent internationaal privaat-
recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en
werkt tevens bij PlasBossinade.
@28 ‘I have a dream’; keerpunt in de strijd om gelijke burgerrechten?Dit jaar is het 50 jaar geleden dat dominee
Martin Luther King zijn ‘I have a dream’
speech gaf. Wat zijn de effecten geweest
en zijn de burgerrechten daadwerkelijk
verbeterd?
@34 Moeders van SrebrenicaDe rechtszaak van de Moeders van
Srebrenica tegen de VN is net ten einde
gekomen. De Moeders van Srebrenica
hebben ongelijk gekregen in hun queeste
naar rechtvaardigheid voor de vele
familieleden en vrienden die ze zijn verloren
tijdens de genocide van 1995. Wat is er
precies in de arresten met betrekking tot
dit onderwerp bepaald? En hoe beïnvloedt
dit de komende rechtspraak?
@44 Zijn onze huishoudelijke producten een gevaar voor de samenleving?Met relatief weinig moeite en eenvoudig
verkrijgbare ingrediënten zijn gevaarlijke
producten als GHB en bommen te
maken. Moet de verkoop van dingen als
deodorantbussen en gootsteenontstopper
aan banden gelegd worden, om zo de
samenleving te beschermen?
@38 EBF/JFV KerstgalaIn de koude decembermaanden slaan de
EBF en de JFV traditiegetrouw hun handen
ineen om een geweldige partij neer te
zetten. Ook dit jaar staat het gala weer op
het programma en wel op vrijdagavond 20
december. Het gala is al jaren dé ideale
manier om stoom af te blazen na de eerste
tentamenweek en met een goed gevoel de
feestdagen in te gaan!
Juridisch Actueel
Uitgelicht Opinie
PersonaeAchter de deur van
@26 Afkopen van rechtvaardigheid?Door middel van de Wet OM-afdoening
(NL) en de wet op de minnelijke schik-
king (België) is het mogelijk geworden een
aantal delicten af te doen met het betalen
van een geldsom, nog voordat deze bij de
rechterlijke macht terecht zijn gekomen.
Op wat voor soort delicten zijn deze
regelingen van toepassing? En wat zal de
invloed hiervan zijn op de samenleving?
EBF & JFV Christmas Ball
Victorian Angels& Casanovasuntil the masks come off
Date: 20th of dec Dresscode: masqueradeTime: from 23:00 till 04:00 Tickets available from dec 1stLocation: Kokomo Beach Club More information: www.kerstgala.nlPrice: €30,- (drinks included)
SANDRO
AND MORE...
(PRODUCER OF EPIC)
MOOIE NOTEN&
SILVA
JFV Katern
De KinderombudsmanDe aanleiding voor dit rapport is dat
de Kinderombudsman steeds vaker
meldingen ontvangt van ouders die
aangeven dat er geen (geschikte) school
voor hun kind is. Dit is natuurlijk een
zorgwekkende situatie. Hoe kan het
dat in een land als Nederland, waar het
recht op onderwijs een grondrecht is, er
duizenden meldingen binnenkomen dat
kinderen noodgedwongen thuiszitten? De
Kinderombudsman heeft om deze reden
in augustus 2012 een onderzoek gestart
om te kijken of het recht op onderwijs wel
voldoende gewaarborgd is.
De zogenoemde thuiszitters zijn kinderen
die per jaar meer dan vier weken zonder
onderwijs zitten, terwijl ze wel graag naar
school willen. Bij deze kinderen is er vaak
een probleem wat niet makkelijk op te
lossen is. Zij hebben bijvoorbeeld medi-
sche problemen, waardoor ze fysiek niet
in staat zijn om naar school te gaan. Of
er is sprake van kinderen die niet naar
school durven, bijvoorbeeld omdat ze
niet in groepen kunnen functioneren
en meer individuele aandacht nodig
hebben. Ook bij hoogbegaafde kinderen
ontstaan relatief vaak problemen.
De Kinderombudsman heeft het als volgt
verwoord in het rapport: ‘Alle kinderen
zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Zij
hebben ieder hun eigen kwaliteiten en
capaciteiten, waarop ze moeten worden
aangesproken en uitgedaagd. In plaats
van te labellen en stigmatiseren, moet
het onderwijs hierop flexibel kunnen
inspelen. Het recht op onderwijs vraagt
om het beste uit ieder kind naar boven
te halen. Daarom moet aan kinderen met
specifieke onderwijsbehoeften maatwerk
worden geleverd.’
MaatwerkMaatwerk in het onderwijs zou veel van
deze problemen kunnen voorkomen en
wegnemen. Veel kinderen kunnen naar
school gaan als hier aandacht aan wordt
besteed. Voorbeelden van oplossingen,
gegeven in het rapport, zijn bijvoor-
beeld onderwijs op een combinatie van
scholen, of van school en zorginstelling.
Daarnaast is (tijdelijk) thuis onderwijs
ook een oplossing voor kinderen die
fysiek niet naar school kunnen. Er waren
bij de Kinderombudsman opvallend veel
meldingen van of over hoogbegaafde
kinderen. Die kinderen zijn zeer intel-
ligent, maar bij deze kinderen treedt
relatief vaak een gedragsprobleem op.
Ter beantwoording van de vraag waarom
het niet mogelijk blijkt om deze kinderen,
maar ook alle andere kinderen die niet
naar school gaan, passend onderwijs te
laten volgen, heeft de Kinderombudsman
onderzocht of het recht op onderwijs voor
deze kinderen in de Nederlandse wet en
in de praktijk wel voldoende is gewaar-
borgd.
OnderzoekTen tijde van het onderzoek zijn er
vanuit het onderwijs een viertal knel-
punten aangegeven, die ervoor zorgen
dat er kinderen zijn die niet naar school
kunnen. Als eerste knelpunt kwam uit
het onderzoek naar voren dat de wetge-
ving met betrekking tot het onderwijs
een groot gebrek heeft. Uit het rapport
van de Kinderombudsman blijkt dat het
onderwijsbeleid uit gaat van leerplicht
en schoolgang, waardoor flexibiliteit om
REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
8
Redactioneel
Maatwerk in het onderwijsDoor Pieter Verhoeven
HET RECHT OP ONDERWIJS IS IN NEDERLAND VASTGELEGD IN DE GRONDWET. ARTIKEL 23 STELT DAT HET GEVEN VAN ONDERWIJS VRIJ IS, BEHOUDENS HET TOEZICHT VAN DE OVERHEID. DAARNAAST VLOEIT HET RECHT OP ONDERWIJS VOORT UIT DE ARTIKELEN 28 EN 29 VAN HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IVRK). UIT DEZE ARTIKELEN KOMT NAAR VOREN DAT IEDER
KIND RECHT HEEFT OP ZO VOLLEDIG MOGELIJK ONDERWIJS, WAARBIJ HIJ ZIJN TALENT MAXIMAAL KAN ONT-PLOOIEN. ER DIENT SPRAKE TE ZIJN VAN ONDERWIJS VOOR IEDER KIND, OOK BIJ KINDEREN MET PROBLEMEN DIE SPECIFIEK ONDERWIJS NODIG HEBBEN. VAN DEZE KINDEREN ZIJN ER DUIZENDEN DIE THUISZITTEN. DE KINDEROMBUDSMAN HEEFT DIT AANGEKAART EN ER EEN RAPPORT OVER OPGESTELD MET AANBEVELINGEN.1
REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013
9
tot maatwerk te komen ontbreekt. Het
huidige onderwijssysteem, met de fysieke
schoolplicht is niet flexibel genoeg om de
thuiszitters van goed onderwijs te voor-
zien. Dit is een heftige conclusie, want
om dit te verbeteren moet de regelgeving
worden aangepast. Er moet een omslag
van leerplicht naar leerrecht komen. Hier
kom ik later op terug.
Het tweede knelpunt is dat leerkrachten
en schoolbesturen niet voldoende kwali-
teit en capaciteit hebben om maatwerk
voor alle leerlingen te kunnen verzorgen.
Om dit knelpunt op te lossen moeten
schoolbesturen en leerkrachten worden
gestimuleerd om de denkomslag van leer-
plicht naar leerrecht te maken. Daarnaast
moeten leraren op dit punt worden bijge-
schoold. Bij veel kinderen die van school
moeten wisselen kan het nog steeds lang
duren voordat een school met passend
onderwijs voor het kind is gevonden. Dit
kan leiden tot thuiszitten.
Als derde knelpunt is naar voren gekomen
dat er bij betrokkenen te laat hulp komt
op het gebied van maatwerk voor het
kind. Naar voren kwam dat de onderwijs-
consulent pas in deze behoefte kan voor-
zien, als het kind vier weken niet naar
school gaat. Een makkelijke oplossing
hiervoor zou zijn om de consulent eerder
toe te laten het kind te onderzoeken.
Het vierde knelpunt dat tijdens het onder-
zoek naar voren is gekomen, is dat de
leerplichtambtenaar nog te vaak op hand-
having van de Leerplichtwet is gericht en
te weinig op het helpen van het kind en
op verzorgen van maatwerk voor het kind.
Daarbij zou zijn taak voornamelijk het
karakter moeten dragen van maatschap-
pelijke zorg en zou de focus niet moeten
liggen bij wat er fout gaat en dat het kind
te weinig aanwezig is.
Moet de Leerplichtwet worden aangepast?Terugkomend op het eerste knelpunt
volgens het rapport. Over deze vraag
bestaan verschillende meningen. Over
het feit dat de wet aangepast moet
worden zijn de experts het eens. Maar
over hoe dit moet gebeuren zijn ze het
niet eens. J. Sperling legt in haar artikel
in het Nederlands Juristenblad uit wat er
volgens haar niet klopt.2 Zij is het niet
eens met de Kinderombudsman om de
leerplichtwet ruimer te interpreteren,
zodat er ruimte ontstaat voor maatwerk.
Ze legt het als volgt uit. De wet is in het
leven geroepen om het recht op onder-
wijs te beschermen en mag hiertoe geen
belemmering zijn. Het voorstel om de
Leerplichtwet ruimer te interpreteren kan
echter op zijn hoogst een korte termijn-
oplossing zijn, want in feite stelt de
Kinderombudsman voor deze wet niet toe
te passen of buiten werking te stellen.
Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling van
wetgeving zijn en die interpretatie is dan
ook in strijd met algemene beginselen
van behoorlijk bestuur. Het zou tot rechts-
onzekerheid en willekeur kunnen leiden.
In haar artikel gaat zij in op de vraag
waarom de Leerplichtwet een obstakel is
bij het verwezenlijken van het individuele
recht op onderwijs.
Gebreken in de LeerplichtwetDe Leerplichtwet biedt nauwelijks of geen
mogelijkheden om maatwerk te bieden
aan kinderen voor wie dat nodig is ter
verwezenlijking van hun recht op onder-
wijs. Dit komt met name door een aantal
gebreken in de Leerplichtwet. Ten eerste
bevat deze wet geen enkele bepaling
over het recht op onderwijs. Ten tweede
worden ouders of verzorgers verplicht hun
kind op een school te laten inschrijven,
terwijl zij die inschrijving niet kunnen
bewerkstelligen. Ten derde vereist de
Leerplichtwet dat kinderen uitsluitend
onderwijs volgen door voltijds en fysiek
op de school van inschrijving aanwezig te
zijn. Indien dit niet mogelijk is, biedt de
Leerplichtwet alleen de mogelijkheid dat
het kind helemaal niet meer naar school
gaat of dat hij en zijn ouders of verzorgers
strafrechtelijk worden vervolgd.
De Leerplichtwet moet volgens Sper-
ling op deze drie punten worden aange-
past. Om ervoor te zorgen dat het recht
op onderwijs van ieder kind beter wordt
gewaarborgd, moet in de Leerplichtwet
een bepaling worden opgenomen waarin
dit voor alle kinderen geldt. Zij geeft
een voorbeeld voor die bepaling:´ Ieder
kind heeft het recht om zijn persoonlijk-
heid, talenten en geestelijke en licha-
melijke vermogens zo volledig mogelijk
te ontplooien en heeft toegang tot een
school of onderwijsinstelling in de zin
van de Leerplichtwet.´ Dit heeft als voor-
deel dat het duidelijker is waar de Leer-
plichtwet voor is bedoeld.
Het tweede punt wat aangepast moet
worden is het volgende. De plicht van
ouders of verzorgers om er voor te
zorgen dat hun kind staat ingeschreven
bij een school kan onveranderd blijven
“Maatwerk in het onderwijs zou veel van deze problemen kunnen
voorkomen en wegnemen.”
“Alle kinderen zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk.”
10
in de Leerplichtwet, mits daaraan wordt
toegevoegd dat schoolbesturen verplicht
worden kinderen in te schrijven en toe te
laten. Het recht op onderwijs heeft welis-
waar geen horizontale werking, maar de
overheid kan die werking wel bewerkstel-
ligen door schoolbesturen via een wette-
lijke maatregel te verplichten kinderen
toe te laten. Dat doet de overheid ook
met de wet Passend onderwijs, waarin
staat dat een schoolbestuur een kind met
een extra ondersteuningsbehoefte moet
toelaten of er voor moet zorgen dat het op
een andere school wordt toegelaten.
Voor de tekst van deze verplichtingen van
een schoolbestuur kan dan ook gebruik
worden gemaakt van de tekst van het
wetsvoorstel ‘Passend onderwijs’. In de
Leerplichtwet kan dan worden bepaald
dat een schoolbestuur een inschrijvings-
verzoek met betrekking tot een kind alleen
kan afwijzen als het er zorg voor gedragen
heeft dat een andere school binnen het
samenwerkingsverband het kind toelaat.
Omdat het samenwerkingsverband moet
zorgen voor voldoende scholen en een
dekkend onderwijsaanbod, zal er in de
praktijk ook altijd een school beschikbaar
zijn. Op niet-nakoming van deze verplich-
ting kan bijvoorbeeld een bestuurlijke
boete worden gesteld. Dit moet ervoor
zorgen dat het goed wordt nageleefd.
Aangevoerd kan worden dat een derge-
lijke toelatingsverplichting in strijd is
met de vrijheid van onderwijs. Maar ook
hier heeft Sperling een antwoord op.
De vrijheid van onderwijs staat hiërar-
chisch lager dan het recht op onderwijs.
Art. 94 Grondwet bepaalt immers dat
binnen het Koninkrijk geldende wettelijke
voorschriften geen toepassing vinden,
indien deze toepassing onverenigbaar
is met een ieder verbindende bepaling
van een verdrag. De vrijheid van scholen
om te bepalen of zij kinderen al dan niet
toelaten is onverenigbaar met de verplich-
ting van de overheid ervoor te zorgen dat
ieder kind toegang heeft tot een school.
De vrijheid van onderwijs is gebaseerd op
art. 23 Grondwet, een binnen het Konink-
rijk geldend wettelijk voorschrift. Het
recht op onderwijs is gebaseerd op art.
2 van het Eerste Protocol bij het EVRM,
een ieder verbindende bepaling van een
verdrag en ook de artikelen 28 en 29 van
het IVRK. Art. 23 Grondwet vindt daarom
geen toepassing.
Als derde aanpassing stelt zij voor dat
de huidige tekst van de verplichting van
ouders of verzorgers om ervoor te zorgen
dat het kind ‘deze school na inschrijving
geregeld bezoekt’ verdwijnt. Hiervoor
in de plaats kan worden bepaald dat zij
ervoor moeten zorgen dat het kind ‘het
door deze school voor hem bestemde
onderwijs volgt’. Daarmee vervalt de
verplichting dat het kind alleen voltijds
onderwijs in het schoolgebouw van de
school van inschrijving volgt. Deze tekst
maakt het mogelijk dat een leerling,
onder de verantwoordelijkheid van de
school, geheel of gedeeltelijk niet de
school van inschrijving bezoekt, maar het
onderwijs voor kortere of langere tijd op
een andere plaats volgt, desnoods thuis.
Uiteraard moet dit onderwijs voldoen aan
de omschrijving van het recht op onder-
wijs en in overeenstemming zijn met de
voorschriften van de onderwijswetten.
Ook moeten de bepalingen met betrek-
king tot bekostiging worden versoepeld
om dit maatwerk mogelijk te maken.
Tevens zou het goed zijn om in de Leer-
plichtwet een bepaling op te nemen die
de leerplichtambtenaar de bevoegdheid
geeft om te bemiddelen bij de inschrij-
ving en plaatsing van een kind.
Verschillende meningenHet is dus duidelijk dat de Leerplichtwet
aangepast moet worden om maatwerk
te kunnen leveren, daar laat het rapport
´Van Leerplicht naar Leerrecht´ geen
twijfel over. Hoe dat moet gebeuren is nog
niet duidelijk, er zijn namelijk verschil-
lende visies. Maatwerk in het onderwijs is
iets wat iedereen belangrijk vindt, alleen
hoe dat er moet komen is nog de vraag.
1 Van Leerplicht naar Leerrecht
Adviesrapport van de Kinderom-
budsman over waarborging van het
recht op onderwijs naar aanleiding van
het onderzoek naar thuiszitters.16 mei
2013.
2. J. Sperling ´De Kinderombudsman en
het recht op onderwijs´ NJB 2013/1860
“De Leerplichtwet biedt nauwelijks of geen
mogelijkheden om maatwerk te bieden.”
REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
10
Op weg naar de top? Nu ben jij aan de beurt!Bij HVG werken we al jaren aan de juridische top.Wij weten als geen ander dat je dit alleen bereikt door samen te werken.Wij hebben een team van toptalenten verzameld door te kijken naarindividuele kwaliteiten. We hebben een sfeer gecreëerd waarin dezekwaliteiten het beste tot hun recht komen. Samen word je groot.Heb jij het talent en de motivatie om ons te versterken?
Kijk voor meer informatie opwww.werkenbijhvg.nl
Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP heeft een strategische alliantie met Ernst & Young Belastingadviseurs LLP.
Het euthanasieverzoekUit het jaarverslag van de Regionale Com-
missies Euthanasie blijkt dat er het afge-
lopen jaar een stijging was van het aantal
euthanasiemeldingen.2 Dit betekent dat
steeds meer mensen behoefte hebben
aan een vrijwillig levenseinde. Ook gezien
de vergrijzing die op zal treden in Neder-
land zal het aantal meldingen de komende
jaren gaan stijgen. Op dit moment is in
artikel 293 van het Wetboek van Strafrecht
geregeld wanneer euthanasie strafbaar is.
Lid 2 van dit artikel bepaalt dat euthanasie
niet strafbaar is als het ‘is begaan door een
arts die daarbij voldoet aan de zorgvuldig-
heidseisen, bedoeld in artikel 2 van de Wet
toetsing levensbeëindiging op verzoek en
hulp bij zelfdoding en hiervan mededeling
doet aan de gemeentelijke lijkschouwer
overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van
de Wet op de lijkbezorging’.
De arts is degene die moet beslissen over
een euthanasieverzoek. Een wilsverklaring
voor euthanasie kan ook gegeven worden
voordat iemand ziek wordt.
Oud-rechter Jan Peeters(70) vindt dat niet
de artsen, maar rechters moeten oorde-
len over een euthanasieverklaring.2 Dit
gaat dan met name over het volgende
probleem. Patiënten kunnen al voordat ze
ziek worden een wilsverklaring opstellen.
Er zijn echter weinig artsen die hiermee
een euthanasieverklaring durven af te ge-
ven als een patiënt zelf niet meer duidelijk
kan maken dat hij dood wil. Dit kan zich
bijvoorbeeld voordoen bij dementie. Het
is voor een arts heel moeilijk om in te
schatten of een patiënt wel echt dood wil
en wat dan het moment is waarop eutha-
nasie moet worden gepleegd. Het plan van
Peeters zou hiervoor een oplossing kun-
nen zijn. Hij ziet dit als volgt voor zich: als
een dementerende voor de ziekte in een
wilsverklaring heeft aangegeven dood te
willen als hij in een gevorderd stadium van
de ziekte terechtkomt, moet een rechter
beslissen of iemand op het moment van
het euthanasieverzoek wilsonbekwaam
is en of de wilsverklaring nog mag gelden.
De voornaamste reden hiervoor is dat een
rechter onafhankelijk is en geen binding
heeft met de patiënt en de familie. Hierbij
hebben rechters ook de kennis en vaardig-
heid om moeilijke beslissingen te nemen.
Op deze manier wordt de wilsverklaring ge-
zien als een juridisch punt. De arts kan dan
na de beslissing van de rechter bepalen of
aan de medische voorwaarden is voldaan
en euthanasie wordt uitgevoerd.
Veel artsen, en ook het kabinet, zijn het
niet eens met de stelling van Peeters. Een
wilsverklaring is immers al geldig als deze
is voorzien van een handtekening en een
datum. Hierdoor is een rechterlijke toets
helemaal niet nodig. Daar komt bij dat het
feit dat een rechter geen binding heeft met
een patiënt het juist moeilijker maakt om
een wilsverklaring te beoordelen. Hiervoor
zou een rechter de situatie van de patiënt
goed moeten begrijpen.
De problemenAlbert Heringa wist dat hulp bij zelfdoding
strafbaar is. Hij zag het echter als een
‘daad van liefde’ om zijn stiefmoeder te
helpen met de zelfdoding. Ook zijn doch-
ters waren het hier mee eens. Het recht op
leven is immers geen plicht tot leven. In dit
geval valt er wel wat voor te zeggen, aange-
zien de persoon waar het om gaat 99 jaar
oud was en de wil om te leven helemaal
niet meer had.
Een ander verhaal is dat van Cor Boonstra.3
Zijn zoon Martin(50) had, na dertig jaar
lang psychiatrische behandeling, geen zin
meer in het leven. Hij kon het leven simpel-
Redactioneel
Regisseur van eigen levenseinde Door Jorrit Schuurmans
IN 2008 HIELP ALBERT HERINGA ZIJN 99-JARIGE MOEDER BIJ ZELFDODING. HIEROVER IS IN 2010 EEN DOCUMENTAIRE UITGEZONDEN GENAAMD‘DE LAATSTE WENS VAN MOEK’.1 NAAR AANLEIDING VAN DEZE DOCUMENTAIRE IS BEGIN SEPTEMBER DIT JAAR HET PROCES BEGONNEN TEGEN ALBERT HERINGA, AAN-GEZIEN HULP BIJ ZELFDODING IN NEDERLAND STRAFBAAR IS GESTELD IN ARTIKEL 294 LID 2 VAN HET
WETBOEK VAN STRAFRECHT. DIT DEED VEEL STOF OPWAAIEN IN NEDERLAND. VOLGENS EEN GROTE GROEP MENSEN, MET NAME DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR EEN VRIJWILLIG LEVENSEINDE, MOET ARTIKEL 294 LID 2 VERWIJDERD WORDEN UIT HET WETBOEK VAN STRAFRECHT. MAAR IS DIT WEL DE JUISTE OPLOSSING?
12
JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL
“Het recht op leven is geen plicht tot leven”
REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013
weg niet aan. Artsen en zorginstellingen
wilden niet meewerken aan de levensbe-
eindiging. Uiteindelijk besluiten zijn ou-
ders, na meerdere zelfmoordpogingen van
Martin, om hem te helpen bij het beëin-
digen van zijn leven. Er wordt een datum
geprikt en vader Cor bestelt de benodigde
medicijnen. Na het afscheid nemen, op 9
oktober 2009, neemt Martin de medicij-
nen in en valt uiteindelijk in slaap. 31 uur
later wordt hij echter weer wakker. De po-
ging is mislukt. In het ziekenhuis blijkt dat
de dosering niet klopte. Opnieuw willen de
artsen niet meewerken aan levensbeëindi-
ging. Martin wordt weer doorgestuurd naar
de afdeling psychiatrie. Ook daar gaat het
niet goed, waardoor een psychiater in het
ziekenhuis voorstelt om alsnog een aan-
vraag voor euthanasie te doen. Ook deze
aanvraag is niet succesvol. Ruim een half
jaar later beëindigt Martin zijn leven op
een onwaardige manier door zichzelf voor
een trein te gooien. Door deze dood kon
zijn familie geen afscheid van hem nemen
en kon zijn lichaam niet worden opgebaard.
Tussen deze twee verhalen bestaat een we-
zenlijk verschil. Bij het ene gaat het om een
99-jarige en bij het andere verhaal betreft
het iemand van rond de 50. Voor iemand
van 99, die zich dan toch al in de laatste
levensfase bevindt, is vaak meer begrip als
het gaat om euthanasie. Maar ook voor de
moeder van Albert Heringa was euthanasie
niet mogelijk. De reden hiervoor was dat ze
helemaal niet ziek was. Ze had simpelweg
geen zin meer in het leven en vond het wel
mooi geweest.
Als een huisarts het verzoek niet honoreert
betekent dit dat iemand met een doods-
wens nergens meer naartoe kan. Enkel
medici kunnen beslissen over euthanasie
en niemand anders. De enige andere mo-
gelijkheid voor Albert Heringa was geweest
om naar een andere arts te gaan, maar dit
had ook weinig kans van slagen. In het
Brongersma-arrest heeft de Hoge Raad be-
paald dat ‘’euthanasie of hulp bij zelfdo-
ding door een arts alleen gerechtvaardigd
is in situaties waarin aan het lijden van
betrokkene een medisch geclassificeerde
somatische of psychische ziekte ten grond-
slag ligt.’’4 Zogenaamde ‘levensmoeheid’
kan dus nooit een reden zijn voor euthana-
sie. Voor iemand als Maria ‘Moek’ Heringa
betekent dit dat er geen uitweg is.
Uit het strafrechtBij Martin Boonstra was dit anders. Er
was wel sprake van een psychische ziekte,
maar artsen wilden niet meewerken. Ook
voor Martin was er geen uitweg. Als de po-
ging om een einde aan zijn leven te maken
was gelukt zouden zijn ouders waarschijn-
lijk ook zijn vervolgd voor hulp bij zelfdo-
ding.
Hulp bij zelfdoding zou uit het strafrecht
moeten worden gehaald volgens de Ne-
derlandse Vereniging voor een Vrijwillig Le-
venseinde (NVVE).5 Veel mensen hebben
zich hierbij aangesloten na de vervolging
van Albert Heringa. Artikel 294 lid 2 van het
Wetboek van Strafrecht luidt nu als volgt:
‘Hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding
behulpzaam is of hem de middelen daar-
toe verschaft, wordt, indien de zelfdoding
volgt, gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste drie jaren of geldboete van de
vierde categorie. Artikel 293, tweede lid, is
van overeenkomstige toepassing.’
Dit artikel uit het wetboek van strafrecht
halen betekent dat hulp bij zelfdoding
toegestaan is. Een gevolg hiervan zal ook
zijn dat mensen aan wie euthanasie niet
toekomt, gemakkelijk deze weg kunnen
kiezen. Dit heeft tot gevolg dat mensen die
niet lijden aan een ziekte, maar ‘levens-
moe’ zijn, met hulp van anderen een einde
kunnen maken aan hun leven. Iemand als
Martin Boonstra had zich dan niet voor een
trein hoeven gooien, maar samen met zijn
familie op een vredige manier zijn leven
kunnen beëindigen. Ook is het dan moge-
13
“Het aantal euthanasiemeldingen zal de komende jaren
stijgen”
“Er wordt een bepaalde grens overschreden als hulp bij zelfdoding niet meer strafbaar is”
lijk om mensen stervenshulp te bieden, zo-
dat zij die dit willen op een verantwoorde
manier een einde aan hun leven kunnen
maken.
Het verwijderen van artikel 294 lid 2 uit het
Wetboek van Strafrecht heeft echter ook
een keerzijde. Deze heeft vooral een more-
le kant. Er wordt een bepaalde grens over-
schreden als je mensen toestaat familiele-
den te helpen bij zelfdoding.6 Ieder mens
heeft het recht op zelfbeschikking en het is
belangrijk dat mensen enige regie hebben
over hun eigen levenseinde, maar er moet
ook niet te lichtzinnig worden gedacht over
de dood. Het doel van de Nederlandse wet-
geving is om mensen die ondraaglijk lijden
een kans te geven om uit het leven te stap-
pen, niet om het zelfbeschikkingsrecht
te vergroten. Dat alleen een arts dit mag
doen is om zorgvuldigheid te garanderen.
Zonder deze wetgeving wordt het recht van
zelfbeschikking wel erg groot. Dan kan ie-
dereen zelf beslissen over het einde van
zijn leven. Ook moet de grens tussen hulp
bij zelfdoding en andere misdrijven tegen
het leven gericht worden bepaald. Er moet
achteraf wel bewezen kunnen worden dat
het ging om iemand die een einde wilde
maken aan zijn of haar leven. Dit zal vrij
lastig zijn en veel problemen opleveren.
De controle wordt enigszins uit handen
gegeven.
ConclusieWaarschijnlijk zal het niet zo ver komen
dat artikel 294 lid 2 uit het Wetboek van
Strafrecht wordt gehaald. Hiervoor zijn de
meningen te verdeeld. Daarbij zal het pro-
blemen opleveren. Een oplossing zou kun-
nen zijn dat artsen soepeler omgaan met
euthanasieverzoeken. Artsen kunnen hier
wat minder terughoudend in worden. Op
die manier kan bij meer mensen de wens
om een einde te maken aan het leven wor-
den gerealiseerd. wens om een einde te
maken aan het leven worden gerealiseerd.
Dit betekent wel dat ook de voorwaarden
waaraan moet worden voldaan bij eutha-
nasie moeten worden versoepeld.
1 Netwerk, 8 februari 2010
2 Regionale toetsingscommissie eutha-
nasie, jaarverslag 2012, p. 5.
3 De Volkskrant, 16 juli 2013
4 M. Effting, ‘Precies wat we wilden voor-
komen’, De Volkskrant 31 augustus
2013, p. 12.
5 HR 24 december 2002, NJ 2003, 167.
6 www.nvve.nl
7 ‘ Buitenhof, VPRO, 29 september 2013.
14
JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL
Bezoek ons op studystore.nlof onze winkel in Groningen:
Oude Kijk in ´t Jatstraat 199712 EA Groningen(naast de UB)
Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken.Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past.
Alternatieve geschilbeslechting in verschillende rechtsgebiedenHet is een geruststellende gedachte dat partijen onder-
ling een conflict kunnen oplossen. Beide partijen komen
naar buiten met een oplossing die voor hen het meest
geschikt is. Los daarvan zorgt de ADR voor kostenbespa-
ring en creëert het ruimte bij de rechtbanken. Mede hier-
omtrent kan de ADR zich redelijk gemakkelijk vestigen in
de civiele rechtspraak. Maar van nog groter belang is dat
er in de civiele rechtspraak sprake is van een horizontale
rechtsbetrekking. De partijen zijn gelijk aan elkaar. Dit in
tegenstelling tot het bestuursrecht en het strafrecht. Hier
is sprake van een verticale verhouding. De overheid staat
tegenover de verdachte. De doelen van onder andere
het strafrecht komen hiermee dan ook niet overeen met
die van de civiele rechtspraak.2 In de civiele rechtspraak
draait het om herstel of compensatie van geleden schade
van een gelijkwaardige partij. In het strafrecht draait het
met name om vergelding. De overheid draagt er aan bij
dat eigenrichting wordt voorkomen en probeert allerlei
PARTIJEN KUNNEN EEN CONFLICT MET ELKAAR HEBBEN. DIT KAN WORDEN OPGELOST DOOR NAAR DE RECHTER TE STAPPEN. DIT IS DE MEEST BEKENDE MANIER VAN GESCHILBEMIDDELING MAAR NIET ALTIJD HET MEEST LUCRATIEF. ER ZIJN OOK ANDERE MANIEREN OM TOT EEN OPLOSSING TE KOMEN. DIT WORDT ALTERNATIEVE GESCHILBESLECHTING GENOEMD, OOK WEL ALTERNATIVE DISPUTE
RESOLUTION, AFGEKORT ADR. VOORBEELDEN HIERVAN ZIJN ARBITRAGE, MEDIATION EN BINDEND ADVIES. MET NAME IN DE CIVIELE RECHTSPRAAK HEBBEN DEZE VORMEN VAN BEMIDDELING EEN VASTE PLAATS INGE-NOMEN. DE VRAAG IS NU OF DE ALTERNATIEVE GESCHILBESLECHTING IN ALLE VORMEN VAN RECHTSPRAAK EEN GESCHIKT ALTERNATIEF KAN VORMEN. 1
16
JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL
Redactioneel
Alternatieve geschilbeslechting in een verticale rechtsverhouding; een gewaarborgd alternatief voor de rechtspraak?Door Lotte Hageman
andere ordeproblemen tegen te gaan. Zij
waarborgen een groter belang. Het alge-
meen belang. Ze beschermen en verte-
genwoordigen de samenleving en onder
omstandigheden heeft een sanctie een
afschrikkingsfunctie. Dit in acht nemend,
kan alternatieve geschilbeslechting dan wel
toegepast worden in het strafrecht? 3
De belangen van een zorgvuldige procedureZoals eerder vermeld is er in het straf-
recht geen sprake van een geschil tussen
gelijkwaardige partijen maar is er sprake
van eenzijdige rechtshandelingen uitge-
voerd door de overheid. Deze eenzijdige
rechtshandelingen worden opgelegd nadat
een zorgvuldige procedure is doorlopen.
Gebruikmakend van de alternatieve geschil-
beslechting zou aan deze zorgvuldige
procedure voorbij worden gegaan, wat de
legitimering vormt van de eenzijdig opge-
legde sanctie. Het strafproces is een met
waarborgen omkleed proces met zeker-
heden voor de verdachte. Het ADR is nog
niet zo ver ontwikkeld in het strafrecht dat
met zekerheid te zeggen is dat dit tevens
een waarborgen omkleed proces zal zijn. 2
Van primair belang in het strafrecht is de
verticale verhouding tussen het OM en de
verdachte. Het OM dient de maatschappij te
beschermen tegen de daden verricht door
de verdachte en dient bestraffend op te
treden. Maar wanneer men overgaat naar de
alternatieve geschilbeslechting ziet dit op
de horizontale verhouding tussen niet het
OM en de verdachte maar het slachtoffer en
de verdachte. Hier is ook wat voor te zeggen.
De laatste jaren is een duidelijke bewe-
ging zichtbaar waarin de belangen van het
slachtoffer meer op de voorgrond treden.
Het slachtoffer kan zich voegen in de zaak
als benadeelde partij en sinds kort heeft het
ook een spreekrecht. Door het slachtoffer
en de verdachte het onderling uit te laten
vechten is er meer ruimte voor leedverwer-
king en andere vormen van herstel van de
veroorzaakte schade.4
In hoeverre wordt de ADR doorgevoerd?Bij de vraag of de ADR een geschikt alter-
natief is, is het natuurlijk erg belangrijk in
hoeverre de ADR is doorgevoerd. Er zijn
die verschillende vormen waarop de ADR
gebruikt kan worden. De eerste vorm is de
herstelbemiddeling. Deze vorm van bemid-
deling staat volledig los van het strafproces.
Het heeft geen invloed op de uitkomst van
het proces.5 Het wordt bewerkstelligt op
volledig vrijwillige basis en vindt vaak pas
plaats na het proces, maar het draagt sterk
bij aan het mentale herstel van het slacht-
offer.
Een andere vorm is die waarbij de bemidde-
ling wel een plaats heeft in het strafproces,
waar de uitkomst kan leiden tot een sepot
of strafvermindering. En de meest extreme
vorm is die waar het volledig de plaats van
het strafproces inneemt. 2
Los van de vorm van alternatieve geschil-
beslechting die gebruikt wordt moet er nog
naar een aantal andere factoren gekeken
worden. Van belang is bijvoorbeeld of het
de eerste overtreding was van de dader of
dat hij regelmatig terug keert in de recht-
bank. Verder zijn het soort delict en de
belangen van het slachtoffer van groot
belang. Wanneer er sprake is van een veel-
vuldig misdadiger is het belang van het
beschermen van de maatschappij groter
dan het belang van het slachtoffer die zich
nog altijd kan voegen in het proces. Ook
zal je het niet vreemd voorkomen dat een
verdachte volgens het gewone strafproces-
recht vervolgd zal worden wanneer het een
ernstig delict betreft waarbij extra leed-
toevoeging van belang is. Maar wanneer
hetzelfde doel kan worden bereikt met de
ADR als met een strafproces dan is het logi-
scher om gezien de kosten en andere voor-
delen voor het slachtoffer voor deze vorm
van behandeling te kiezen. 2
(Conclusie)De toekomstDuidelijk is dat er veel variabelen zijn die
in acht genomen moeten worden om te
kunnen bepalen of alternatieve geschilbe-
slechting ook een gewaarborgd alternatief
kan vormen voor het strafproces. Het is een
rechtsvorm die volop in ontwikkeling is.
Maar ook duidelijk is dat het in plaats van
een alternatief zeker een aanvulling is op
het strafrecht.
1 (Alternatieve) geschilbeslechting, ejure,
28 september 2013
<http://www.ejure.nl/index.php/
overheid/69-alternatieve-geschilbe-
slechting>
2 ‘ADR in het strafrecht; de derde in een
verticale rechtsstrijd tussen de bestraf-
fende overheid en de verdachte.’
N.J.M.Kwakman
<rechten.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/.../
Geschilbeslechting_ADR.doc>
3 Regioplan Beleidsonderzoek, Eindeva-
luatie herstelbemiddeling (Onderzoek
in opdracht van het WODC van het
Ministerie van Justitie) Regioplan publi-
katienr. 488.
4 Themanummer van Ars Aequi (Nijmegen
2002): Buiten de recher om, met een
bijdrage van Crijns: ‘De strafrechter
buitenspel. Buitengerechtelijke afdoe-
ning van strafbare feiten in heden en
toekomst’.
5 A. Smolders en A de Lange, ‘Mediation
in strafzaken: het belang van herstel’,
in NJB afl. 28, 4 augustus 2000, p. 1375
e.v.
REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013
17
“Wanneer er sprake is van een veelvuldig misdadiger is het
belang van het beschermen van de maatschappij groter dan het
belang van het slachtoffer.”
Pachamama Artikel 71 van de Grondwet van Ecuador
luidt: ‘Nature, or Pacha Mama, where
life is reproduced and occurs, has the right
to integral respect for its existence and for
the maintenance and regeneration of its life
cycles, structure, functions and evolutio-
nary processes. All persons, communities,
peoples and nations can call upon public
authorities to enforce the rights of nature
To enforce and interpret these rights, the
principles set forth in the Constitution shall
be observed, as appropriate. The State
shall give incentives to natural persons and
legal entities and to communities to protect
nature and to promote respect for all the
elements comprising an ecosystem.1’
Vergeleken met onze grondwetsartikelen
is dit wel een stuk romantischer. Onze
Grondwet is toch vaak stoffig en saai gefor-
muleerd. Maar waarom geven de Ecuadori-
anen en Bolivianen hun ‘Pachamama’ zulke
rechten? De Zuid-Amerikanen hebben altijd
al een veel sterkere binding gehad met hun
Moeder Aarde. Al tijdens de Incatijd werd
Moeder Aarde vereerd als een godin die
de mens beschermt en het leven mogelijk
maakt. Deze speciale waardering van de
aarde is altijd in de Zuid-Amerikanen blijven
zitten. Het opnemen van de rechten van
de natuur is een moderne uiting daarvan.
Bovendien ontpopten Ecuador en Bolivia
zich als voorvechters van de internationale
milieubescherming. En dat doen ze op een,
in onze ogen, eigenzinnige manier. Zo stemt
Bolivia alleen in met milieuverdragen en
-akkoorden als er als doel een maximale
temperatuurstoename van 1 graad Celsius
wordt gesteld.2 En Ecuador wilde in ruil
voor financiële steun de olie onder hun
tropische wouden met rust laten.3 Volgens
deze twee landen heeft de ontwikkeling
van het Westen voor dodelijke wonden in
Pachamama gezorgd. Volgens hen is tijd dat
‘de geïndustrialiseerde wereld haar verant-
woordelijkheid neemt.4’ Voor Ecuador en
Bolivia is het opnemen van rechten voor
Moeder Natuur dus meer dan een gebaar.
Het is een onderdeel van hun cultuur. Een
gedachte die zij ook op internationaal
toneel uiten voor de bescherming van de
aarde.
Moeder Natuur in de rechtszaal Maar hoe worden de rechten van de Moeder
Aarde in de praktijk toegepast? Ik zal aan de
hand van ,onder andere, de zaak tussen de
Vilcabamba en de provincie Loja de werking
uiteen zetten. Deze zaak is zo bijzonder
omdat het de eerste zaak is waar een recht-
bank een uitspraak over de rechten van
Pachamama heeft gedaan.
DE VILCABAMBA WINT RECHTSZAAK TEGEN HET BESTUUR VAN DE PROVINCIE LOJA IN ECUADOR.’ OP ZICH NIET EEN HEEL GEKKE TITEL VOOR EEN KRANTENBERICHT. MAAR WEL ALS JE ER ACHTER KOMT DAT DE VILCABAMBA EEN RIVIER IS. EEN RIVIER DIE EEN RECHTSZAAK WINT. HET KAN SINDS 2008 IN ECUADOR EN SINDS 2011 OOK IN BOLIVIA. DE RECHTEN VAN DE NATUUR ZIJN
OPGENOMEN IN DE GRONDWET, ZODOENDE KAN EEN IEDER IN NAAM VAN DE NATUUR DE OVERHEID TER VER-ANTWOORDING ROEPEN. IN DIT STUK WORDT ONDERZOCHT WAAROM DEZE LANDEN DIT HEBBEN GEDAAN EN HOE HET IN DE PRAKTIJK WERKT. DAARNAAST WORDT OOK BEKEKEN OF DIT WELLICHT EEN (GOED) VOOR-BEELD IS DAT NEDERLAND MOET VOLGEN. ZODAT ER WELLICHT OOIT DE KRANTENKOP VERSCHIJNT: HET HOENDIEP WINT RECHTSZAAK VAN DE GEMEENTE GRONINGEN.
18
JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL
Redactioneel
Moeder natuur in de grondwet; goed voorbeeld doet volgen?Door Joost Bunk
“De zorg der overheid”
‘
De zaak tegen de provincie werd aange-
spannen door twee Amerikanen die in de
die regio wonen. Zodoende wordt uitvoe-
ring gegeven aan het stuk ‘All persons’
uit artikel 71. Er is dus geen restrictie wat
betreft nationaliteit of belanghebbend-
heid. De klacht was dat de provincie zonder
milieuvergunning puin in de Vilcabamba
had gestort om de weg, die er naast loopt,
te verbreden. Zodoende waren zij van menig
dat de rechten van Moeder Aarde waren
geschonden. De rechtbank was het met de
klagers eens en stelde een schending van
artikel 71 vast.
Daarnaast heeft de rechtbank geconclu-
deerd dat mogelijkheid tot schade aan
de natuur voldoende is. Bovendien ligt
de bewijslast bij de gedaagde, omdat die
een beter inzicht heeft in de effecten van
het gedrag. Op deze manier wordt de volle
bescherming van de natuur gegarandeerd.
De rechtbank is zelf nog verder gegaan.
Mocht er sprake zijn van een botsing tussen
het recht van Moedernatuur en een ander
grondrecht, dan moet het recht van moeder
aarde prevaleren omdat ‘een gezonde
natuur belangrijker is dan elk ander recht en
bovendien meer mensen raakt.5’
Kort na deze uitspraak was het de overheid
zelf die zich beriep op een schending van
de rechten van Moeder Natuur door illegale
goudmijnbedrijven. Ook hier zag de rechter
een inbraak op de rechten van Moeder
Natuur. De rechter ging nog weer een stap
verder en beval een militaire aanval op
de mijninstallaties om de inbreuk op de
rechten te doen stoppen.6
Uit de voorgaande cases blijkt dat het Recht
van Pachamama meer is dan een gebaar.
Het is een sterk recht dat verstrekkende
gevolgen kan hebben.
Nederland De Nederlanders hebben niet zo’n sterke
culturele binding met de natuur. De gemid-
delde Nederlander vindt het strand van
Scheveningen en de Veluwe een mooi
stukje natuur. Maar van een verering is geen
sprake.
Maar past het, afgezien van de praktische
bezwaren, in de Nederlandse grondrecht-
doctrine om ook expliciet de rechten van de
natuur er in op te nemen? Daarvoor moeten
we weten waarom wij ook alweer grond-
rechten en een Grondwet hebben en wat
daar precies instaat.
Onze Grondwet dateert uit 1814. Maar de
Grondwet is daarna wel een aantal keren
gewijzigd waarvan de wijzingen in 1848
door Thorbecke het belangrijkst zijn.7 Het
doel van de Grondwet is de hoofdzaken van
de organisatie van de overheid regelen en
de verhouding tussen overheid en burgers.8
Bij het eerste moet gedacht worden aan het
verwerken van het Trias Politica beginsel
van Montesquieu, het regelen van het
koningschap en het bestuur van provin-
cies et cetera. Bij het tweede deel moet
gedacht worden aan de grondrechten. Dit
zijn de meest fundamentele rechten in onze
democratie. Omdat deze grondrechten zo
belangrijk zijn voor de verhouding tussen
de individu en de overheid zijn ze in hoofd-
stuk 1 van de Grondwet geplaatst.9
De Grondrechten waarborgen de autonomie
van het individu tegenover de overheid,
vormen grondbeginselen van de mense-
lijke waardigheid, gelden voor iedereen en
geven gestalte aan de rechtstaat. 10
We kennen in Nederland een onderscheid
in onze grondrechten. Er zijn klassieke
grondrechten en sociale grondrechten. De
klassieke grondrechten bieden garanties
tegen inbreuken door de overheid. Klas-
sieke grondrechten zijn bijvoorbeeld de
vrijheid van meningsuiting, het actieve
kiesrecht en het discriminatieverbod. De
sociale grondrechten zijn een ‘voorwerp van
de zorg der overheid’. Bij klassieke grond-
rechten wordt de overheid gevraagd iets na
te laten. Maar bij de sociale rechten wordt
er actieve zorg van de overheid verwacht.
De overheid krijgt de plicht om te zorg te
dragen voor: werkgelegenheid, woongele-
genheid, onderwijs, sociale zekerheid en
volksgezondheid.11 Grondrechten in Neder-
land zijn dus vooral mensenrechten. De
REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013
19
“Dodelijk wonden door het Westen”
20
burger wordt beschermd tegen inbreuken en voor de burger moet
gezorgd worden.
Toch ligt in een deze mensenrechten ook een bescherming van de
het milieu. Artikel 21 van de Grondwet luidt: De zorg van de overheid
is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en
verbetering van het leefmilieu. Met de term leefmilieu doelt de wet
op milieubescherming in ruime zin.12 Het gaat dus niet alleen om
het milieu van de mens maar ook in de inpasbaarheid van de mens
in het milieu en de bescherming daarvan.13 In de praktijk betekent
dit artikel dat de wetgever voorzieningen moet treffen waardoor dit
sociale grondrecht wordt verwezenlijkt. In de praktijk gebeurt er niet
veel met dit artikel. Dit komt onder andere door het toetsingsverbod
uit art. 121 Grondwet. Daarnaast is in de jurisprudentie bepaald dat
dit artikel niet direct een zorgplicht schept.14 De bestuursrechter
past art. 21 zelden toe aangezien er in Nederland veel milieuwetge-
ving is. Artikel 21 wordt dan ook vaak gebruikt als vangnet.15
Conclusie De Ecuadorianen en Bolivianen laten hun waardering
voor hun ‘Pachamama’ blijken door haar op te nemen in hun
Grondwet. Het is niet alleen een mooi gebaar, maar een gebruikt
recht. Een beroep op de rechten van moeder natuur kan verstrek-
kende gevolgen hebben voor zowel de overheid als de burger. Het
recht van Pachamama moet altijd prevaleren. In Nederland hebben
we een minder sterke waardering voor onze natuur. Wij hebben
haar geen eigen plekje gegeven in de Grondwet. Maar door een
grondrecht voor de mens wordt de Nederlandse ‘Pacha Mama’ toch
beschermd. Toch is de bescherming wel minder sterk dan die in
Zuid-Amerika. Dit komt door het toetsingsverbod en doordat het
niet als een directe zorgplicht wordt gezien in de jurisprudentie.
Daartegenover staat dat door de milieuwetgeving een bescher-
ming van het milieu wel is gewaarborgd. Het opnemen van Moeder
Natuur zou in Nederland niet meer zijn dan een mooi gebaar. Het
Hoendiep zien we dus voorlopig niet in de rechtzaal.
1 De Grondwet van de Republiek Ecuador
2 P. Luttikhuis, ‘Een reddingsplan voor moeder aarde.’
NRC Handelsblad 14 april 2011 <http://www.nrc.nl/
klimaat/2011/04/14/een-reddingsplan-voor-moeder-aarde>
3 Enviroment News Service, ‘Ecuador Seeks Compensation to
Leave Amazon Oil Undisturbed.’ <http://www.ens-newswire.
com/ens/apr2007/2007-04-24-04.asp>
4 S. Chavkin, ‘Bolivia’s leader pushes rich nations for climate
adaptation funds.’ www.grist.org 30 april 2009. <http://grist.
org/article/2009-04-30-bolivia-morales-climate-adapt>
E. Daly, ‘The Ecuadorian Exemplar: The first ever vindications of
constitutional rights of nature.’ RECIEL 2012, nr. 1, p.63-65.
5 idem
6 P.P.T. Bovend’Eert & C.A.J.M. Kortmann, Inleiding constitutio-
neel recht, Deventer: Kluwer 2006.
7 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-
gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.
8 J.W.P. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag :
Boom Juridische uitgevers 2011.
9 Handelingen Tweede Kamer 1975/76 bij wetsontwerp 13 872.
11 J.W.P. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag :
Boom Juridische uitgevers 2011.
12 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-
gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.
13 Kamerstukken I 1976/77, bij wetsontwerp 13872 & 13873.
14 Rb Almelo. 6 december 1995, NJ 1996, 723.
15 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-
gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.
REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
20
“Moeder Natuur moet prevaleren”
Personae
‘I have a dream’; keerpunt in de strijd om gelijke burgerrechten?Door Martijn Knol
Amerika is niet meer het land dat het 50 jaar
geleden was. Het land heeft tegenwoordig
een zwarte president. De gruwelijke Jim
Crow wetten1 (onder andere het gebruik van
inferieure sanitaire watervoorzieningen, en
lynching als je ging stemmen) gelden niet
meer en de interraciale huwelijken stijgen
met het jaar.2 Toch kunnen we concluderen
dat de verschillen nog steeds behoorlijk
groot zijn.3
Als de speech van King nader wordt
bekeken, kunnen er vier grote grieven uit
gedestilleerd worden. Discriminatie door
lokale overheden, barrières waardoor
zwarte Amerikanen niet gaan stemmen,
weinig economische kansen en oneerlijke
behandeling door de politie.
Bij de ondertekening van The Civil Rights Act
of 1964 waar King bij aanwezig was werd
bepaald dat er een verbod kwam op discri-
minatie van Afro-Amerikanen en tevens een
verbod op segregatie, waardoor de eerste
grief meteen werd aangepakt. Een jaar later
werd het tweede probleem aangepakt met
behulp van The Voting Rights Act of 1965.
Dit heeft er niet alleen toe geleid dat meer
Afro-Amerikanen gaan stemmen maar ook
dat er meer de politiek in zijn gegaan. Qua
economische kansen zijn de cijfers ook
indrukwekkend. In 1959 had slechts 4,9
% van de Afro-Amerikanen tussen de 25
en 29 jaar een ‘college’-diploma terwijl in
2010 38% van de Afro-Amerikanen tussen
de 18 en 24 een opleiding genoten aan
een universiteit. Echter is het niet alleen
maar goed nieuws wat de klok slaat.4 Nog
steeds hebben Afro-Amerikanen een lagere
levensverwachting ten opzichte van hun
blanke landgenoten. Ze verdienen minder
geld waardoor de kinderen minder kansen
krijgen, waardoor deze naar minder goede
scholen kunnen gaan. Bovendien gaat de
oneerlijke behandeling door justitie ook
nog steeds verder.
In 2011 zaten 478 Amerikaanse blanke
mannen per 100.000 Amerikaanse blanke
mannen in de gevangenis. Voor de Afro-
Amerikaanse mannen was dit 3023 per
100.000 Afro-Amerikaanse mannen hebben
vier keer meer kans om opgepakt te worden
voor marihuana bezit dan blanke Ameri-
kaanse mannen.5 Dit verschil is niet af te
leiden uit alleen de misdaadcijfers. Ook
de recente stop- en fouilleeracties van de
politie van New York worden gezien als een
van de grootste raciale acties in Amerika.
Meer dan 80 procent van de gefouilleerden
waren vaak onterecht Afro-Amerikanen of
Mexicanen, waardoor het vertrouwen in
justitie afneemt.6 De discriminatie is nog
lang niet verdwenen, de verschillen bestaan
nog steeds. Er is nog een lange weg te gaan
maar je moet blijven dromen.
1 ‘Chasing the dream’ The economist 2013,
nr 8850, p. 10.
2 ‘Waking life ‘The economist 2013, nr
8850, p. 19.
3 U.S Census Bureau. ‘America’s families
and Living Arrangements’ <www.census.
gov/population/www/socdemo/hh-fam/
cps2010.html >
4 Waking life ‘The economist 2013, nr 8850,
p. 21
5 Waking life ‘The economist 2013, nr 8850,
p. 22
6 ‘Washington Post ‘fixing New York’s
flawed stop and frisk policing’ 14
augustus 2013
<ht tp://ar t ic les .washing tonpost .
com/2013-08-14/opinions/41408538_1_
stop-and-frisk-law-enforcement-new-
york-city-council >
TERWIJL BAKERMAT’S VANDAAG OP DE RADIO WORDT GEDRAAID HEEFT MENIGEEN DOOR DAT ER EEN SAMPLE WORDT GEBRUIKT VAN MARTIN LUTHER KING. HET IS DIT JAAR 50 JAAR GELEDEN DAT KING DE MAGISCHE WOORDEN ‘I HAVE A DREAM’ UITSPRAK. KING HIELD ZIJN TOESPRAAK OP DE TRAPPEN VAN HET ABRAHAM LINCOLN MONUMENT, TERWIJL IN HET CENTRUM VAN WASHINGTON MEER DAN
250.000 MENSEN WAREN. DE ‘MARS OP WASHINGTON’ WAS EEN GROOT SUCCES. HET WAS EEN STRIJD VAN ZWARTE AMERIKANEN VOOR GELIJKE BURGERRECHTEN. ZIJN DEZE DOELEN UITEINDELIJK OOK ECHT BEREIKT?
PERSONAEJFV IN CASU - DECEMBER 2013
21
COLUMN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
Column
De invloed van media op de strafmaatDoor Tim Beukema
22
De rechter houdt bij de oplegging van de
straf geregeld rekening met de media-
aandacht die de zaak heeft gegenereerd.
Een aantal voorbeelden zijn makkelijk te
vinden. Zo is er de Brabantse pastoor,
die in het bezit van kinderporno bleek te
zijn. De rechter gaf in zijn vonnis aan dat
de pastoor al in een
dusdanige mate
was gestraft door
de aandacht die de
media aan de zaak
schonk, dat een straf-
vermindering op zijn
plaats was. Dit was
ook het geval bij de
zogenaamde Eind-
hovense kopschop-
pers. De rechter was
van mening dat de
beelden niet via de
media verspreid
hadden mogen worden, omdat de
persoonlijke levenssfeer van de minderja-
rige verdachten heeft aangetast.
De media heeft grote invloed op de
verdachten. De concurrentiestrijd in de
media is groot. Dat brengt met zich mee
dat de grenzen van privacy vervagen, om
zodoende een nieuwsbericht zo snel moge-
lijk de wereld in te krijgen. Het nieuws ligt
voor het oprapen, en de media proberen
zich te onderscheiden via de snelheid van
het aanbod. Een beroep doen op terug-
houdendheid van journalisten lijkt aan
dovemansoren gericht, aangezien de slag
met de concurrent dan verloren gaat. Dat
zegt ook Victor Lebesque, voorzitter van de
Raad voor de Journalistiek.
Onder menig critici heerst de opvatting dat
er in de strafmaat geen rekening gehouden
moet worden met de media-aandacht die
de zaak heeft gekregen. Er wordt beweerd
dat het juridische en het maatschappe-
lijke aspect gescheiden benaderd moet
worden. Het maatschappelijke gevolg
voor de verdachte dient niet meegewogen
te worden door de rechter. In twee zaken
met dezelfde feiten zou een even hoge
straf opgelegd moeten worden, ongeacht
of een zaak wel of niet in diverse nieuws-
bulletins is belicht. De media-aandacht
had je kunnen voorzien voordat je de
misdaad beging, waardoor er geen reke-
ning mee gehouden hoeft te worden.
Het schandpaaleffect wat de aandacht
van de media kan creëren, heeft echter
grote gevolgen voor de
verdachte. De verdachten
zijn zichtbaar in het
nieuws, en makkelijk op
internet te vinden. Gege-
vens worden tot in lengte
van dagen opgeslagen,
waardoor een verdachte
altijd achtervolgd wordt
door zijn veroordeling. Dat
wordt hij trouwens ook
als hij niet veroordeeld
wordt. De publieke tribune
heeft zijn gal immers al
kunnen spuwen op het
wereldwijde web, en dat is niet meer te
rectificeren. Zo is de hoofdredacteur van
Kidsweek vrijgesproken van het bezit van
kinderporno, maar de een groot deel van
de bevolking had haar standpunt al inge-
nomen. Ook een meer recent voorbeeld,
waarin Pownews op zoek ging naar de
verdachte van de recente aanslagen in
Nairobi, spreekt boekdelen. De ‘verdachte’
werd opgezocht via Facebook, waarna zijn
foto werd getoond op nationale televisie.
“Filmpjes en foto’s van verdachten worden
wijdverspreid, waardoor de verdachten door het grote
publiek al veroordeeld zijn.”
FACEBOOK EN TWITTER, HET ZIJN POPULAIRE MEDIA OM GRAPPIGE FILMPJES, LEUKE ANEKDOTES EN FOTO’S VAN JE KAT TE LATEN ZIEN. DE SOCIALE MEDIA HEEFT ECHTER NIET ALLEEN DEZE FUNC-TIE. STEEDS VAKER WORDT VOORAL DE SOCIAL MEDIA GEBRUIKT ALS EEN ONLINE SCHANDPAAL. FILMPJES EN FOTO’S VAN VERDACHTEN WORDEN WIJDVERSPREID, WAARDOOR DE VERDACHTEN
DOOR HET GROTE PUBLIEK AL VEROORDEELD ZIJN LANG VOORDAT ZE UBERHAUPT VOOR DE RECHTER ZIJN VERSCHENEN.
“Het bleek echter niet om de verdachte in kwestie te gaan,
maar om een onschuldige die toevallig dezelfde naam
deelde.”
Het bleek echter niet om de verdachte in
kwestie te gaan, maar om een onschuldige
die toevallig dezelfde naam deelde.
Er dient in de strafmaat rekening gehouden
te worden met de media. De invloed blijkt
niet gering te zijn en bovendien is de
media-aandacht die aan een bepaalde
zaak gegeven wordt, zeer selectief. Voor
bepaalde zaken is meer aandacht dan
voor andere zaken, terwijl de ernst van
de zaken hiermee niet in verband hoeft
te staan. De grensrechterzaak is een zaak
die breed uitgemeten is in de media. De
verdachten zijn door velen al veroordeeld,
en op internet zijn hun foto’s makkelijk te
vinden. Dat tekent de verdachten voor de
rest van hun leven. Dat terwijl er zaken
te vinden zijn waarin de gevolgen net zo
schrijnend zijn geweest, maar waaraan de
media voorbij is gegaan.
Dat er wel degelijk verschil bestaat tussen
zaken die veel media-aandacht krijgen en
zaken die dat niet krijgen is een gegeven.
Twee zaken die als enige verschil de media-
aandacht hebben, moeten zodoende
anders beoordeeld worden. Dat hier een
andere strafmaat bij hoort, lijkt mij een
logisch gevolg.
COLUMNJFV IN CASU - DECEMBER 2013
23
Stad van de demonstratiesWat er meteen opvalt, is de hoeveelheid
demonstraties. Momenteel natuurlijk voor-
namelijk met betrekking tot het ingrijpen
in Syrië, maar inwoners zeggen dat men er
altijd wel een reden vindt om zich, gewa-
pend met mantra´s en spandoeken, naar
het Capitool of het Witte Huis te begeven.
Op Lafayette Square, tegenover het Witte
Huis, bevindt zich sedert ruim dertig jaar
de meest standvastige demonstrante
ooit in de Verenigde Staten: Concepción
Picciotto, oftewel ‘Connie’. Tenten zijn niet
toegestaan op het plein en daarom bestaat
haar onderkomen uit een megaparaplu
met daarover een zeil. Verder wordt de
plek geflankeerd door posters en flyers met
teksten als “BAN ALL NUCLEAR WEAPONS”
of “LIVE BY THE BOMB, DIE BY THE BOMB”.
Connie is voor vrede, draagt een helm om
zich te beschermen tegen de radioactieve
golven die het Witte Huis uitzendt om haar
uit te schakelen en wil op deze, inmiddels
tot bedevaartsoord uitgegroeide plek,
sterven.2
Office of the Attorney GeneralAls rechtenstudent ben ik hier daarentegen
voor een stage bij ‘the Office of the Attorney
General’ (OAG), letterlijk: het kantoor van
de procureur generaal. Dit is een soort krui-
sing tussen een provincie-/gemeentehuis
ALHOEWEL DE NUMMERBORDPLATEN IN ‘D.C.’ (DISTRICT OF COLUMBIA), HOOFDSTAD VAN DE VERENIGDE STATEN EN BOLWERK VAN DIENS POLITIEK, REFEREREN AAN DE VOORAVOND VAN DE AMERIKAANSE ONAFHANKELIJKHEIDSOORLOG, IS HET HIER ALS STUDENT GOED TOEVEN! DE STAD IS TE KLEIN OM ER TOTAAL VERLOREN TE ZIJN, MAAR GROOT GENOEG OM JE ER NOOIT
TE HOEVEN VERVELEN. DAARBIJ IS D.C. VAN ‘MURDER CAPITAL’ IN DE JAREN ‘90, NAAR EEN (RELATIEF) VEI-LIGE STAD MET EEN OVERVERTEGENWOORDIGING VAN YUPPEN GEGAAN. BOVENDIEN IS HET DANKZIJ ‘THE HEIGHT OF BUILDINGS ACT (1910)’ EEN STAD MET VOORNAMELIJK LAAGBOUW GEBLEVEN. DE WET SCHRIJFT IMMERS VOOR DAT GEBOUWEN NIET HOGER MOGEN ZIJN DAN DE BREEDTE VAN DE STRAAT PLUS 6,1 METER, BEDOELD OM DE STAD TE BESCHERMEN TEGEN WOLKENKRABBERS. DE MONUMENTALE OBELISK TER ERE VAN GEORGE WASHINGTON IS ECHTER DE GROOTSTE TER WERELD.1
STUDENT AND THE CITY JFV IN CASU - DECEMBER 2013
24
Door Jolein Holtz
Student and the city
“Taxation without representation”, Washington D.C
STUDENT AND THE CITYJFV IN CASU - DECEMBER 2013
25
en openbaar ministerie. Het maakt deel uit
van de overheid en zoals alles wat publiek
is in de VS, is ook dit stukje ervan in geen
decennia gerenoveerd. Elf verdiepingen
hoog vindt men er typisch jaren ´70 groene
vloeren en deuren, gecombineerd met
goudkleurige klinken. De officieren van
justitie van D.C. vervolgen zowel daders
van huiselijk geweld als horecabazen die
de vergunningregels overtreden.
In tegenstelling tot bij ons, is de voorop-
leiding tot officier hier dezelfde als die tot
advocaat; na de rechtenstudie doe je een
test, het ‘Bar-exam’, en hierna -mits je
slaagt-, kun je beide togaberoepen prac-
tiseren.
Nederland: een armoedige democratieAls je in de V.S. rechter wilt worden, moet je
in ongeveer de helft van de staten nog altijd
door het volk verkozen worden. Ik vraag me
af of dit wel ten goede komt aan de kwali-
teit van de rechter, maar over het algemeen
vinden de Amerikanen dit systeem zeer
oké. Een inwoner die ik vertelde hoe het in
Nederland gaat, reageerde zelfs verbaasd,
omdat hij altijd in de veronderstelling was
geweest dat Nederland een democratie is…
In geval van de federale rechtbanken (en
die van D.C.), is het overigens de president
die de rechters, in samenwerking met de
senaat, aanwijst.
Prostitutie vs. juryselectieTer aanvulling op mijn stage moet ik hier
een onderzoek doen en in eerste instantie
leek mij het prostitutiebeleid interessant,
omdat het in schril contrast staat met dat
van Nederland. Prostitueren is in zo goed
als alle staten verboden, waaronder D.C.,
en strafbaar is degene die prostitueert,
niet degene die haar (of hem) een bezoek
brengt. Dit bleek echter een hopeloze exer-
citie te worden, omdat ten eerste men me
ongemakkelijk aankijkt als ik over prosti-
tutie begin (de V.S. zijn in veel opzichten
preutser dan Nederland) en ten tweede
het een genegeerde kwestie is, waar
maar weinig informatie over te vinden is,
behalve de wet.
Mede daarom ben ik tot een ander
onderwerp gekomen, namelijk de jury-
rechtspraak. In tegenstelling tot het
doel waarmee het ooit in het leven werd
geroepen, namelijk het geven van een
stem aan het volk om corruptie en tunnel-
visies tegen te gaan, is het uitgegroeid tot
een instrument dat door dure advocaten
zo sluw mogelijk bespeeld wordt. In D.C.
zijn er tientallen bureaus met psycho-
logen gespecialiseerd in de juryselectie,
die advocaten adviseren in de rechtbank.
Beide pleiters mogen immers een aantal
juryleden zonder opgaaf van redenen
(behalve bij verdenking van discrimi-
natie) wraken en mét opgaaf van redenen
nog meer. Dit zou moeten leiden tot een
zo onpartijdig mogelijke jury. De pleiters
daarentegen willen een zo partijdig moge-
lijke jury, één die aan hun kant staat. Daar
komt nog bij dat veel juryleden maar wat
graag gewraakt worden, om zo snel moge-
lijk weer naar huis te kunnen.
Juryselectie wordt voorafgegaan door ‘voir
dire’ (Latijn: verum dicere). Tijdens het voir
dire mogen de pleiters allerhande vragen
stellen aan de jury, persoonlijk of via de
rechter, om te achterhalen of sommige
juryleden misschien bevooroordeeld zijn.
Hierbij wordt getracht zoveel mogelijk
sympathie en vertrouwen te wekken, door
middel van de formulering en intonatie van
de vragen. Tevens een klusje waar advo-
caten in geval van grote zaken graag een
adviseur bij halen.3
Dit doet de vraag rijzen of juryrechtspraak
niet achterhaald is en uitgegroeid tot een
verachtelijk commercieel gebeuren, wat
niets meer met rechtvaardigheid te maken
heeft. Is het tijdperk van corrupte nota-
belen niet allang voorbij? Is een beroeps-
rechter niet veel beter in staat om te
oordelen wat rechtvaardig is dan een door
emotie en onwetendheid bewogen jury?
Of is het juist goed om (onderbuik)gevoel
mee te laten wegen in de rechtszaal? En zo
ja, geeft dit niet te veel macht aan advo-
caten om deze gevoelens te bespelen?
Heeft iemand met geld voor een topad-
vocaat dan eigenlijk niet bij voorbaat al
gewonnen?
Wie het weet mag het zeggen…
1 Urbina, Ian (2006-07-13). “Washington
Officials Try to Ease Crime Fear”. The
New York Times. Retrieved 2008-12-07.
2 http://www.washingtonpost.com/
sf/feature/wp/2013/05/02/connie-
picciotto-has-kept-vigil-near-the-white-
house-for-32-years-why-and-at-what-
cost/
3 Mastering Voir Dire and Jury Selection:
Gaining an Edge in Questioning and
Selecting Your Jury; Jeffrey T. Frederick
“The office of the Attorney General’ maakt deel uit van de overheid
en zoals alles wat publiek is in de VS, is ook dit stukje ervan in geen
decennia gerenoveerd.”
Juridisch actueel
Afkopen van rechtvaardigheid Door Anna Sophie Meulenberg en Tjalling Bosker
STEL JE VOOR, JE GEVANGENISSEN ZITTEN OVERVOL, JE KAMPT MET EEN BEGROTINGSTEKORT EN JE RECHTERLIJKE MACHT DRAAIT OVERUREN. WAT DOE JE DAN? EEN MOGELIJKE OPLOSSING: JE LAAT CRIMINELEN BETALEN OM VAN HUN STRAF AF TE KOMEN. MENSEN BEGAAN EEN OVERTREDING EN ONDERVINDEN HIER VERDER GEEN GEVOLGEN VAN, MITS ZIJ VOLDOEN AAN DE EISEN VAN HET
OPENBAAR MINISTERIE (OM). TOT NOG TOE GING DIT VOORNAMELIJK OP VOOR RELATIEF ONSCHULDIGE DELICTEN, TEGENWOORDIG GAAT DIT ECHTER STEEDS VERDER. DE VRAAG IS WAAR DE GRENS LIGT. MOET ER EEN VERSCHIL WORDEN GEMAAKT TUSSEN DELICTEN ENKEL VAN FINANCIËLE AARD, EN DELICTEN WAARBIJ INDIVIDUEN ENIGE VORM VAN LETSEL OPLOPEN? IN NEDERLAND EN BELGIË WORDEN ER AL SOORTGELIJKE SYSTEMEN GEHANTEERD.
JURIDISCH ACTUEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
26
Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014
JURIDISCH ACTUEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013
27
“delinquenten op het gebied van milieu, drugs, diefstal en
mishandeling kochten hun zaak af ”
Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014
NederlandSinds jaar en dag worden overtredingen en
misdrijven afgedaan door middel van het
strafrecht. In principe bepaalt de rechter
of een verdachte schuldig is en welke straf
zij oplegt. Dit is veranderd in 2008 met de
inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening.
Hiermee werd het ook voor het Openbaar
Ministerie mogelijk om zelfstandig lichte
straffen op te leggen, de zogenaamde straf-
beschikking. Dit gaat op voor alle overtre-
dingen en misdrijven waarop een maximum
gevangenisstraf staat van zes jaar. De wens
om deze wet in te voeren vloeit voort uit
het feit dat er capaciteitsproblemen waren
binnen de rechtspraak. De mogelijkheden
tot en de doelmatigheid van de buitenge-
rechtelijke afdoening vergroten was volgens
de wetgever van groot belang. Tevens
draagt de wet ertoe bij dat alleen zaken die
naar hun aard geschikt zijn voor strafrech-
telijke afdoening ook daadwerkelijk bij de
strafrechter terechtkomen.
Hierbij dient een duidelijk onderscheid
gemaakt te worden tussen de termen straf-
beschikking en strafrechtelijke sanctie. Bij
de sanctie ‘koop’ je als het ware je vervol-
ging af: het betalen van de sanctie zorgt
ervoor dat je niet verder vervolgd wordt.
Dit is bij de strafbeschikking niet het geval.
Deze strekt niet ter voorkoming van de
vervolging, maar biedt het OM de gelegen-
heid de zaak te vervolgen en te bestraffen.
Zij kan zelfstandig straffen en maatregelen
opnemen in haar strafbeschikking en is
voor de tenuitvoerlegging niet meer afhan-
kelijk van de medewerking van de betrok-
kene. Mocht het geval zich voordoen dat
een betrokkene een boete niet betaalt, dan
kan de officier van justitie het Centraal Justi-
tieel Incasso Bureau inschakelen, waar dit
voorheen via de strafrechter gespeeld werd.
De strafbeschikking heeft van zichzelf een
executoriale titel. De doelmatigheid is met
het instellen van strafbeschikking dus al
enorm bevorderd.
Daarnaast heeft de wetgever ook rekening
gehouden met de rechtmatigheid van de
OM-afdoening. Er mag immers geen strijd
ontstaan met het vereiste van een eerlijk
proces ex artikel 6 van het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens (EVRM). De
betrokkene hoeft zich niet bij de strafbe-
schikking van de officier van justitie neer
te leggen. De gang naar de strafrechter blijft
altijd open staan.
BelgiëDe mogelijkheid tot afbetalen van verdere
vervolging bestaat in ons zuidelijke buur-
land al enige tijd. In 1984 werd het Belgi-
sche Wetboek van Strafvordering (Belgisch
Sv) uitgebreid met art. 216bis. Via dit
artikel kon de procureur des Konings in
een aantal gevallen een minnelijke schik-
king voorstellen. In gevallen waarin het ging
om misdrijven met een maximale gevan-
genisstraf van vijf jaar, misdrijven waarop
een geldboete stond of delicten waar een
combinatie van deze straffen gehanteerd
moest worden, kon vanaf nu enkel een
geldboete gevorderd worden. Dit was echter
alleen mogelijk wanneer de zaak nog niet
aanhangig was gemaakt bij de rechtbank en
wanneer er nog geen gerechtelijk onderzoek
was gevorderd.
Mede vanwege de vaak lange procestijd,
waarbij moeilijkheden ontstonden omtrent
het innen van een verbeurdverklaring of
schadevergoeding, en de wens de minne-
lijke schikking ook open te stellen wanneer
het strafproces al aangevangen was, werd
er in 2011 een nieuwe wet ingevoerd. Deze
nieuwe wet, de wet op minnelijke schik-
king, hield een verruiming van art. 216bis
Belgisch Sv in. Kort daarop volgde een repa-
ratiewet, welke het systeem verfijnde.
Sinds de invoering van deze wet staat de
minnelijke schikking open voor alle overtre-
dingen, wanbedrijven en correctionaliseer-
bare misdaden. Toepassing van deze wet is
mogelijk indien er nog geen vonnis of arrest
is uitgesproken dat kracht van gewijsde
heeft verkregen. De minnelijke schikking is
nu dus mogelijk voor bijna alle misdrijven,
en in alle fasen van de rechtszaak.
Sinds de invoering van deze wet stijgt het
aantal afdoeningen via minnelijke schik-
king. In 2012 werden er in België 6.677
dossiers afgedaan via deze wet. In een
zeer gering geval ging het om delicten van
zuiver financiële aard. De meeste zaken
betroffen gevallen van verstoring van de
openbare orde, maar ook delinquenten
op het gebied van milieu, drugs, diefstal
en mishandeling kochten hun zaak af door
een geldsom te betalen.
Verschil België en NederlandIn België werd de minnelijke schikking
twee jaar geleden uitgebreid om fraudeurs
efficiënter te bestraffen en de verjaring van
dergelijke dossiers tegen te gaan. In Neder-
land is de strafbeschikking ingevoerd om
de officier van justitie de bevoegdheid te
geven om zelfstandig een straf op te leggen
in zaken waarbij sprake is van een overtre-
ding of een misdrijf waar maximaal 6 jaar op
staat. Het verschil ligt hem in het feit dat de
strafbeschikking een echte bestraffing is, de
verdachte wordt vervolgd. Het OM in België
heeft daarentegen de minnelijke schik-
king tot haar beschikking. Hiermee kan het
OM de verdachte de mogelijkheid tot het
afkopen van strafvervolging aanbieden.
Deze verdachte wordt dus niet vervolgd. De
minnelijke schikking heeft aldus een veel
vrijblijvender karakter, als je niet ingaat op
het voorstel wordt je alsnog vervolgd. Bij de
strafbeschikking heb je deze optie niet, hier
staat alleen de optie tot verzet bij de rechter
nog open. Een ander verschil ligt hem in
28
JFV IN CASU - DECEMBER 2013JURIDISCH ACTUEEL
het type straf wat het OM kan opleggen. In
België kan het OM niet anders dan de beta-
ling van een geldsom (of eventueel door
afstand te doen van bepaalde voorwerpen)
voorstellen. Het Nederlandse OM heeft veel
meer middelen tot haar beschikking. Zij kan
boetes, taakstraffen, ontzegging van rijbe-
voegdheid, schadevergoeding ten behoeve
van het slachtoffer of onttrekking van het
verkeer opleggen. Daarnaast kan zij nog
voorwaarden, zoals een afkickprogramma
of een contactverbod, opleggen. Zij mag
alleen geen vrijheidsontnemende maatre-
gelen opleggen, dit blijft voorbehouden aan
de rechter.
KritiekUiteraard is er ook kritiek op de strafbe-
schikking. In Nederland ligt deze kritiek
vooral in het feit dat het principe van de
machtenscheiding hierdoor vervaagt.
Terwijl het OM voorheen alleen onderdeel
was van de uitvoerende macht, gaat zij nu
ook als rechtsprekende macht fungeren. Het
OM heeft niet de onafhankelijke positie, die
de ‘echte’ rechterlijke macht wel heeft. De
officier van justitie is immers ambtenaar en
dient in beginsel de instructies van hogere
ambtenaren en bewindspersonen op te
volgen. Een ander punt van kritiek is dat
de stap naar de rechter groter wordt. Als
de verdachte het niet eens is met de straf-
beschikking is híj degene die verzet moet
instellen. Pas na het verzet zal de officier
van justitie de gronden voor de vervolging
hard moeten maken. Terwijl je normaal
gesproken als verdachte voor de rechter
wordt gedaagd. Dit is voor de verdachte
een risico, hij kan er immers niet zeker van
zijn dat de straf die de rechter oplegt lager
zal zijn dan de voorgestelde strafbeschik-
king en hij zal gedurende het strafproces
in onzekerheid zitten. Door deze drempel
kan het OM hiermee zonder al te veel weer-
stand straffen opleggen. Hetgeen de schijn
opwekt dat de strafketen erg efficiënt werkt,
maar er in de praktijk toe leidt dat kern-
waarden zoals rechtvaardigheid en waar-
borgen tegen de overheid niet meer in acht
genomen hoeven te worden.
Echter is het eerste kritiekpunt wat men te
binnen zal schieten het mogelijk ontstaan
van klassenjustitie. Dit verschijnsel is al
zichtbaar wanneer het gaat om verkeers-
boetes. De rijkere mensen zullen hierdoor
relatief gezien minder hard geraakt worden
in de portemonnee. Er is binnen de samen-
leving al vraag naar het eventueel inko-
mensafhankelijk maken van deze boetes.
Maar wat gebeurt er met de verhoudingen
binnen de samenleving, wanneer ook
andersoortige delicten afgedaan kunnen
worden met het betalen van een geldsom?
Het preventieve doel van het opleggen van
straffen, burgers behoeden voor het begaan
van overtredingen/misdrijven, wordt hier-
door beïnvloed. De barrière voor het begaan
van een dusdanige gedraging, zal voor de
draagkrachtigen binnen de samenleving
lager worden. Deze of gene kan zijn straf
immers zonder veel problemen afkopen.
ConclusieZowel het Belgische als het Nederlandse
systeem zorgen ervoor dat een geringer
aantal zaken bij de rechterlijke macht
terecht komt. Hierbij is dan wel gekozen
voor verschillende methoden, al is de
uitwerking vergelijkbaar. Of deze regelingen
in de toekomst op deze manier gehanteerd
zullen worden blijft de vraag, de punten
van kritiek blijven doorklinken en zullen
bij verdere uitbreiding wellicht nog heftiger
worden. Misschien bestaan er betere alter-
natieven voor het afkopen van straffen. Wij
stellen voor: een schandpaal op de Grote
Markt!
- <http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-
Nederland/ThemaDossiers/Pages/Wet-
OM-afdoening.aspx>
- <http://www.eubelius.be/nl/spotlight/
verruiming-van-de-minnelijke-schikking-
strafzaken>
- <http://www.legalworld.be/legal -
w o r l d / M i n n e l i j k e - s c h i k k i n g - i n -
strafzaken-wordt- fors-ui tgebreid.
html?LangType=2067>
- <http://www.gva.be/nieuws/binnen-
land/aid1033486/nieuwe-wet-op-
minnelijke-schikking-goedgekeurd.aspx>
- < h t t p : / / w w w . l e g a l w o r l d .
b e / l e g a l w o r l d / c o n t e n t .
aspx?id=40198&LangType=2067>
- <http://www.vandaag.be/binnen-
land/134525_voorbije-jaar-lieten-crimi-
nelen-in-6600-dossiers-straf-afkopen.
html>
- <http://www.knack.be/nieuws/belgie/
duizenden-criminelen-kopen-hun-
vervolging-af/article-normal-103993.
html>
- <http://www.montesquieu-instituut.
nl/9353202/d/onderzoek/trias%20poli-
tica/een_stap_te_ver.pdf>
- Memorie van toelichting Wet OM-afdoe-
ning
- art. 74 Wetboek van Strafrecht
- Verkiezingsprogramma van de SP en de
ChristenUnie
“het OM mag zelfstandig
straffen opleggen”
“een schandpaal op de Grote Markt!”
Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014
Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl
Link up.
ACHTER DE DEUR VAN…. JFV IN CASU - DECEMBER 2013
30
Wat is er zo leuk aan internationaal privaatrecht?‘In het laatste jaar van mijn studie kwam
ik zelf voor het eerst in aanraking met het
vak internationaal privaatrecht. Ik weet
nog goed dat ik het zo anders vond dan
alle andere vakken die ik tot dan toe had
gevolgd. Ineens bleek dat er nog veel meer
was dan alleen het Nederlandse recht en
dat het helemaal niet zo logisch is om er
altijd maar vanuit te gaan dat het Neder-
landse recht van toepassing is. Het interna-
tionaal privaatrecht (IPR) biedt een geheel
van ‘verkeersregels’ die je in grensover-
schrijdende gevallen sturen in de richting
van het toepasselijke rechtsstelsel. Ieder
land heeft zijn eigen IPR-regels en die
verschillen ook per land. Is bijvoorbeeld
de Nederlandse rechter wel altijd bevoegd
om van een internationaal geschil kennis te
nemen? Hoe zit dit precies? En is het Neder-
landse recht wel van toepassing of is dat
bijvoorbeeld het Italiaanse recht? Het was
voor mij echt een eyeopener.’
Hoe bent u hier op deze positie terecht gekomen?‘Ik ben geboren en getogen in Groningen
en ben hier ook gaan studeren. Ik heb er
voor gekozen om de richtingen notarieel
recht en privaatrecht te doen. Toen ik in
mijn laatste jaar in aanraking kwam met
het vak Internationaal Privaatrecht en het
toen nog verplichte seminar Internationaal
Privaatrecht kwam ik erachter dat mijn
interesse echt op dit gebied ligt. Professor
Ten Wolde gaf destijds het seminar en zo
kwam ik persoonlijk in contact met hem.
Hij opperde de mogelijkheid om promo-
tieonderzoek te gaan doen. Zelf had ik nog
niet eerder over deze mogelijk nagedacht,
maar het idee sprak mij meteen aan en zo
geschiedde. Eerst moest ik nog twee scrip-
ties (want twee studierichtingen) schrijven,
en beide heb ik op een deelonderwerp
van mijn (latere) promotieonderzoek
kunnen schrijven. Het afstuderen liep zo
heel soepel over in promoveren, omdat ik
tijdens het schrijven van mijn beide scrip-
ties al bezig was met het onderwerp van
mijn promotie.
Mijn promotieonderzoek is uiteindelijk
uitgemond in een proefschrift, met als titel
Internationale boedelafwikkeling. Over het
toepasselijke recht op de afwikkeling van
nalatenschappen.
Achter de deur van….
Jan-Ger Knot, universitair docent internationaal privaatrecht Door Sylvana Slot
VOOR VELEN IS HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT EEN NOG ONBEKEND TERREIN. HET VAK WORDT IMMERS PAS IN DE MASTER GEGEVEN EN IS DAAR BIJ DE MASTER NEDERLANDS RECHT ALLEEN EEN VERPLICHT VAK VOOR DE SPECIALISATIE PRIVAATRECHT. TIJD OM DIT ONDERBELICHTE RECHTSGE-BIED EENS NADER TE BEKIJKEN. DE HEER KNOT GEEFT ONDER ANDERE HET VAK INTERNATIONAAL
PRIVAATRECHT (SAMEN MET PROF. MR. M.H. TEN WOLDE) EN HET SEMINAR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT C.S. EN DAARNAAST IS HIJ WERKZAAM IN DE PRAKTIJK BIJ PLASBOSSINADE.
ACHTER DE DEUR VAN….JFV IN CASU - DECEMBER 2013
31
Op het moment dat ik begon met promo-
veren ben ik ook begonnen bij PlasBossi-
nade voor een dag in de week. Ik deed vier
dagen onderzoek en werkte een dag in de
praktijk, wat ik overigens nog steeds doe.
De combinatie van praktijk en wetenschap
vind ik erg belangrijk. Je kunt je onderzoek
hierdoor beter relativeren en je krijgt meer
inzicht in de problemen die zich voordoen
in de praktijk. Dit houdt je ook scherp en
zorgt er voor dat je geen problemen op gaat
lossen die in de praktijk helemaal geen
problemen blijken te zijn.
Tijdens het promoveren gaf ik al college
aan studenten wat me erg goed beviel. Ook
begeleidde ik af en toe al eens een scriptie.
Toevallig kwam het zo uit dat er aan het
eind van het promotietraject een positie
als universitair docent vrijkwam. Dat was
voor mij de perfecte vervolgstap. Het bleef
mogelijk om naast de ud-functie een dag in
de week bij PlasBossinade te werken, voor
mij een uitstekende combinatie.’
Waarom bent u niet in de randstad gaan werken?‘Dit is geen bewuste keuze geweest, het
promotietraject kwam op mijn weg en dat is
de voornaamste reden dat ik in Groningen
ben gebleven. Ik wilde wel erg graag ook in
de praktijk gaan werken. Ik kon bij PlasBos-
sinade aan de slag, dus ook in Groningen.
De promotieplek werd financieel mede
mogelijk gemaakt door PlasBossinade.
Hierdoor zat ik een dag per week bij hen op
kantoor en de rest van de tijd op de facul-
teit. Voor PlasBossinade is het handig om
zo de contacten te onderhouden met de
universiteit. Op de universiteit is er meer
tijd voor onderzoek dan in de praktijk en
die kennis is zeker nodig in de praktijk. Zo
kwam het kantoor sneller in contact met
die kennis. PlasBossinade had overigens
inhoudelijk geen enkele invloed op mijn
onderzoek, ik bepaalde zelf (in overleg met
mijn promotor) welke kant ik op wilde en
welke onderwerpen ik ging onderzoeken.
Het onderzoek stond inhoudelijk volledig
los van kantoor. ‘
Hoe zit het met onderzoek? Heeft u daar nog wel tijd voor?‘Het verschilt per periode, als er veel onder-
wijs moet worden gegeven dan neemt dat
veel tijd in beslag maar als de onderwijs-
verplichtingen minder zijn dan is er meer
ruimte voor onderzoek. Ik hou me uiteraard
bezig met het internationaal privaatrecht,
maar dit is een ontzettend breed rechtsge-
bied. Er zijn zo veel verschillende richtingen
binnen het privaatrecht, in principe alles
wat grensoverschrijdend is en met privaat-
recht te maken heeft valt in dit vakgebied.
Het is van belang om alle Europese ontwik-
kelingen op dit gebied te blijven volgen en
deze bespreek ik soms in wetenschappe-
lijke tijdschriften. Daar beschrijf ik dan in
hoe de regeling in elkaar zit, waarom dat zo
is en wat dit betekent voor de Nederlandse
rechtspraktijk. Ook schrijf ik soms noten bij
rechterlijke uitspraken.
Daarnaast lever ik bijdragen aan boeken.
Laatst is bijvoorbeeld het Compendium
Estate Planning uitgekomen en daarin heb
ik de IPR-aspecten van estate planning
beschreven. Boek 10 BW, waarin de Neder-
landse regels voor het aanwijzen van het
toepasselijke recht zijn opgenomen en dat
“Bij PlasBossinade vragen ze mij dikwijls advies omtrent de
grensoverschrijdende aspecten van een geval. Samen met de advocaat
of (kandidaat-)notaris lossen we dan eerst de IPR-problemen op, waarna het dossier vervolgens verder kan
worden afgewikkeld.”
32
op 1 januari 2012 in werking is getreden,
is ook heel interessant. Op dit gebied is
het recht nog in ontwikkeling. Inhoudelijk
zitten er geen grote wijzigingen in, maar het
internationaal privaatrecht is door de plaat-
sing in het BW voor de praktijk wel een stuk
zichtbaarder geworden. Het is interessant
om onderzoek te doen daar waar het recht
in beweging is. Nieuwe of gewijzigde regels
vormen altijd een dankbaar onderwerp
voor actueel onderzoek.
Op Europees gebied ben ik nu onder andere
bezig met de nieuwe Brussel I-Verordening.
In deze verordening wordt het Europese
grensoverschrijdende burgerlijk proces-
recht geregeld: welke rechter is bevoegd
om van een internationale burgerlijke of
handelszaak kennis te nemen en onder
welke voorwaarden wordt zijn uitspraak in
de andere lidstaten erkend en kan deze
daar worden ten uitvoer gelegd? De nieuwe
verordening brengt hierin een aantal voor
de praktijk belangrijke wijzigingen aan,
die goed in kaart moeten worden gebracht.
Doel is om het Europese procesrecht verder
te vereenvoudigen en zo de tijd en kosten
van internationaal procederen voor de
burgers te verminderen.’
Vind u het jammer dat uw sectie niet in het Harmoniegebouw zit?‘Het is fysiek niet mogelijk om alle
vakgroepen en secties van de rechtenfa-
culteit in het Harmoniegebouw te vestigen.
Maar ik ben zeer tevreden met mijn kamer
hier boven de Openbare Bibliotheek. Het is
groot en ruim, en ik heb een mooi uitzicht
op het Academiegebouw. Ik kijk alleen ook
uit op het terras van Mr. Mofongo’s en als
het lekker weer is dan denk je wel eens:
“toch jammer dat ik hier binnen zit en niet
daar beneden op het terras”, maar dat
hoort erbij hoor. In de tijd dat ik nog promo-
tieonderzoek deed, had ik wel een kamer in
het Harmoniegebouw. De contacten die ik
toen heb gelegd met bijvoorbeeld de colle-
ga’s van de vakgroep Privaatrecht en Nota-
rieel recht zijn er nog steeds en dan is de
afstand geen probleem. Het is immers niet
zo dat ik aan de andere kant van de stad zit,
het is om de hoek.’
Is er wel werk te vinden als je je specialiseert in internationaal privaatrecht?‘ Ja absoluut, het ligt alleen iets ingewik-
kelder dan bij andere rechtsgebieden.
Met alleen kennis van het internationaal
privaatrecht kom je er namelijk niet in de
praktijk. Het is de eerste stap die je moet
nemen om een grensoverschrijdend geval
op te kunnen lossen: het vinden van het
toepasselijke recht. De tweede stap die
je moet nemen is het toepassen van het
rechtsstelsel waar je op bent uitgekomen.
Het komt daarom in de praktijk bijna niet
voor dat iemand zich in brede zin (alleen)
in het internationaal privaatrecht specia-
liseert. Wat vaker voorkomt is dat iemand
zich op bijvoorbeeld het ondernemings-
recht specialiseert en daarbij ook het inter-
nationale ondernemingsrecht bijhoudt. Het
is met de huidige ontwikkelingen en de
sterke drang naar harmonisatie in Europa
heel uitdagend om zowel de nationale
als internationale ontwikkelingen bij te
houden. Het aantal zaken met een grens-
overschrijdend karakter, waarbij vragen van
IPR dus een rol spelen, groeit nog ieder jaar.
Een goede en gedegen kennis van het IPR is
in de praktijk dus van toenemend belang.
Bij PlasBossinade vragen ze mij daarom
dikwijls advies omtrent de grensoverschrij-
dende aspecten van een geval. Samen met
de advocaat of (kandidaat-)notaris lossen
we dan eerst de IPR-problemen op, waarna
het dossier vervolgens verder kan worden
afgewikkeld.’
Komt het wel eens voor dat u vindt dat een bepaald rechtsstelsel van toepassing is en dat een rechter dan tot een andere conclusie komt?‘Zoals je ondertussen misschien wel door-
hebt is het internationaal privaatrecht een
ontzettend breed rechtsgebied. Het is
daarom ook voor een rechter soms lastig
om dit goed toe te passen. Het is wel eens
voorgekomen dat ik na toepassing van de
Nederlandse IPR-regels tot de conclusie
kwam dat de Nederlandse rechter niet
bevoegd was. De rechter achtte zich echter
wel bevoegd en deed toch uitspraak. We
zijn toen in hoger beroep gegaan en het
Hof was van oordeel dat de Nederlandse
rechter in dit geval toch niet bevoegd was.
Het blijven natuurlijk rechtsregels die je
toe moet passen en men kan over de inter-
pretatie van bepaalde daarin gehanteerde
begrippen wel eens van mening verschillen.
Een aardig voorbeeld kun je zelfs terug-
kijken. Meester Frank Visser, ook wel
bekend als ‘de Rijdende Rechter’, vergist
zich ook wel eens. In de aflevering van 22
februari 2013 van Recht in de Regio past
mr. Visser de verkeerde wettelijke regeling
toe. Hij past de Wet conflictenrecht huwe-
lijksvermogensregime toe op de vraag naar
de erkenning in Nederland van een in Las
Vegas gesloten huwelijk, terwijl deze wet
op 1 januari 2012 is vervallen. Hij had hier
Boek 10 BW toe moeten passen. Gelukkig
was het resultaat wel gelijk en de uitkomst
– het huwelijk was geldig in Nederland –
dus correct.’
Wilt u de studenten nog iets mee geven?‘Internationaal privaatrecht is een heel
ander vak dan de vakken die je tot nu
toe hebt gehad. Het is daarom van groot
belang dat je doorkrijgt welke vragen je
moet stellen en het heeft tijd nodig om
dit systeem door te krijgen. Begin dus
niet pas drie weken voor het tentamen
met studeren, want dan is het erg lastig
om je dit rechtsgebied voldoende eigen te
maken. Het gaat erom dat je de structuur
doorkrijgt en snapt welke vragen je moet
stellen bij een grensoverschrijdend geval.
En dan is het internationaal privaatrecht
een hartstikke leuk vakgebied!’
“Het internationaal privaatrecht (IPR) biedt een geheel van ‘verkeersregels’ die je in
grensoverschrijdende gevallen sturen in de richting van het toepasselijke rechtsstelsel”
UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013
UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013
34
GeschiedenisRond de jaren 90 behoorde Bosnië nog
tot het voormalige Joegoslavië. Dit grote
land bevatte veel verschillende volkeren
en verschillende religieuze groepen. Mede
door deze reden viel Joegoslavië uit elkaar.
Zo ook Bosnië. Dit gebied was destijds
onder te verdelen in 3 religieuze groepen:
de Bosnische moslims (ongeveer 44%), de
Bosnische Serviërs (31%) en de katholieke
Kroaten (17%). Men begon voor dit gebied
een referendum voor onafhankelijkheid.
Het resultaat hiervan was dat de meerder-
heid voor de onafhankelijkheid was en
dus zal het gebied in het vervolg de repu-
bliek van Bosnië en Herzegovina (hierna:
Bosnië) genoemd worden. Op 6 april 1992
erkenden de Europese landen Bosnië en
de dag erna volgde de Verenigde Staten.
De één na grootste religieuze groep echter,
de Bosnische Serviërs, was tegen de
onafhankelijkheid. De Bosnische Serviërs
wilden Servisch grondgebied binnen
Bosnië veiligstellen en kregen hierbij hulp
van Servië, onder leiding van Milosevic en
van het Yugoslav People’s Army (JNA). Op
vele van deze gebieden woonden echter
Bosnische Moslims, waardoor voorna-
melijk deze groep slachtoffer dreigde te
worden van de Serviërs.
Vanwege enerzijds het feit dat de Verenigde
Staten en Europa Bosnië al reeds hadden
erkend en dus voor onafhankelijkheid
waren en anderzijds wegens het inperken
van de macht van Milosevic, besloten zij
zich in de strijd te mengen. Dit door middel
van de Verenigde Naties, die een vredes-
missie opstartte. De Nederlandse blauw-
helmen werden mede ingezet.
16 april 1993 roept de VN het gebied rond
Srebrenica uit tot ‘safe area’, een veilige
haven voor de Bosnische moslims, omdat
de VN het gebied zou gaan bewaken.
Desalniettemin weten de Servische
troepen op 11 juli 1995 vrij gemakkelijk de
stad binnen te dringen waarop de geno-
cide plaats vindt.
Vele nabestaanden van de duizenden
mensen die zijn omgekomen zijn boos
op de VN omdat zij vinden dat hun omge-
Uitgelicht
Moeders van Srebrenica Door Jolein Holtz
NA DE GENOCIDE VAN ROND DE 8000 MOSLIMSTRIJDERS IN 1995 ZIJN VERSCHILLENDE ORGANI-SATIES BEGONNEN MET HUN QUEESTE NAAR RECHTVAARDIGHEID. ZIJ ZIJN VAN MENING DAT DE NEDERLANDSE BLAUWHELMEN, ONDER BEVEL VAN DE VERENIGDE NATIES, ONZORGVUL-DIG HEBBEN GEHANDELD EN HIERVOOR VERANTWOORDELIJK MOETEN WORDEN GEHOUDEN.
MOEDERS VAN SREBRENICA IS EEN DERGELIJKE ORGANISATIE. PAS EIND JUNI VAN DIT JAAR HEBBEN ZIJ ANT-WOORD GEKREGEN OP HUN PRANGENDE VRAGEN. DE ORGANISATIE IS VAN MENING DAT DE IMMUNITEIT VAN DE VERENIGDE NATIES MOET WIJKEN VOOR DE ERGSTE MENSENRECHTENSCHENDING DIE ER IS, DE GENOCIDE. DE VRAGEN DIE DE HOGE RAAD DAN OOK MOEST BEANTWOORDEN WAREN: HEEFT DE CIVIELE SCHADECLAIM VOORRANG OP DE VOLKENRECHTELIJKE IMMUNITEIT VAN DE VERENIGDE NATIES? EN HOE INTERPRETEREN WE DEZE IMMUNITEIT, GENOEMD IN HET HANDVEST VAN DE VERENIGDE NATIES?
“Het handhaven van deze immuniteit is een verplichting van de leden
van de VN en deze verplichting gaat boven de verplichtingen opgesomd
in het EVRM.”
komen vrienden en familie weerloos
stonden aangezien Srebrenica een ‘safe
area’ behoorde te zijn. Zij zijn van mening
dat de Nederlandse blauwhelmen die
gevestigd waren in Srebrenica ernstig te
kort zijn geschoten en dus verantwoorde-
lijk zijn voor deze genocide. Vele mensen
bundelden hun krachten om rechtszaken
aan te spannen voor gerechtigheid voor
de vrienden en familie die zij hebben
verloren. 1
De procedureDe eis van de Moeders van Srebrenica was
dat zij schadevergoeding wilden van de
Staat der Nederlanden en de VN op grond
van een onrechtmatige overheidsdaad
(art. 6:162 BW). Hun eis ondersteunen ze
door te beargumenteren dat art. 6 EVRM de
immuniteit van de VN (art. 105 Handvest)
opzij kan zetten, aangezien art. 6 een zeer
belangrijk mensenrecht bevat.
De immuniteit van de VN stelt dat “The
Organization shall enjoy in the territory of
each of its Members such privileges and
immunities as are necessary for the fulfill-
ment of its purposes”, wat in de praktijk
eigenlijk inhoudt dat alle leden van de VN
die men rechtens wil vervolgen wegens
iets dat zij tijdens activiteiten voor de VN
hebben gedaan, zijn vrijgesteld van rechts-
vervolging, zodat de rechter zich onbe-
voegd moet verklaren.2
Procedure bij de rechtbank en het hof
Zo deed de rechtbank Den Haag ook in
eerste aanleg. Zij verklaarden zichzelf
onbevoegd, zonder verdere inhoudelijke
behandeling van de zaak. Hierop hebben
de Moeders van Srebrenica hoger beroep
ingesteld bij het hof Den Haag. Het hof
gaat meer uitgebreid in op de immuniteit.
Zij zetten uiteen dat deze immuniteit de
meest vergaande is en bij geen één nati-
onaal gerecht, dus ook niet het hof, een
rechtszaak tegen de VN behandeld mag
worden. De Moeders hadden betoogd
dat genocide de ergste schending van
mensenrechten is en dat juist daarom (en
wegens art. 6 EVRM) de immuniteit voor
hen moet wijken. Hierop heeft het hof
gekeken of dit proportioneel is, oftewel of
art. 6 EVRM voor art. 105 Handvest gaat.
Het doel van art. 105 is volgens hen dat er
zo min mogelijk discussie ontstaat over de
taak van de VN, namelijk het handhaven en
beschermen van de vrede. De proportiona-
liteit wordt enkel overschreden door een
‘zeer klemmende reden’, aldus het hof. En
blijkbaar is een genocide die misschien
veroorzaakt is door fouten van de VN geen
klemmende reden, want het hof bevestigt
de uitspraak van de rechtbank in eerste
aanleg. Hierbij beargumenteren ze ook nog
dat de Moeders wel degelijk toegang tot de
rechter hadden, namelijk door een rechts-
zaak aan te spannen tegen de daders van
de genocide. Tegen de uitspraak van het
hof hebben de Moeders cassatie ingesteld
bij de Hoge Raad.3
Procedure bij de Hoge RaadDe Hoge Raad onderschrijft in beginsel
wat het hof heeft gesteld, maar met één
duidelijk verschil. De Hoge Raad gaat meer
in op de vraag wat voor een soort immuni-
teit het nu eigenlijk is en breidt het begrip
meer uit dan het hof. Het hof stelde immers
dat het geldt tegenover ieder nationaal
gerecht en de Hoge Raad voegt hier aan
toe dat het gaat om een absolute immuni-
teit, dus dat deze ook niet aan het EVRM
mag worden getoetst. Het handhaven van
deze immuniteit is een verplichting van de
leden van de VN en deze verplichting gaat
boven de verplichtingen opgesomd in het
EVRM, aldus de Hoge Raad. Een genocide
zou hier geen uitzondering op zijn.4 De
Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het
hof en hiermee eindigt de rechtszaak van
de Moeders van Srebrenica tegen de VN.
Althans, op nationaal niveau.
CommentaarMet het wijzen van dit arrest wordt eigen-
lijk beslist dat de VN de enige organisatie
is die boven de wet wordt verheven en niet
onderhevig is aan ook maar een enkele
vorm van rechterlijke controle. De VN zal
dus nooit door een rechterlijk college
kunnen worden aangesproken op haar
gedrag, hoe ernstig ook. Dit wordt maar
weer extra bevestigd door de term ‘klem-
mende reden’ die werd genoemd door het
hof. Er zou dus een vage term bestaan die
een uitzondering kan leveren op de immu-
niteit, maar deze reden is niet de genocide.
Dat de genocide de ernstigste vorm van
schending van mensenrechten is, is door
geen enkele rechterlijke instantie betwist.
Je zou dus kunnen concluderen dat dit zo
is, wat eigenlijk betekent dat ‘klemmende
reden’ gewoon een leeg begrip is, om
misschien de impact van de uitspraak wat
te verzachten. Want in een wereld waar we
steeds meer waarde hechten aan recht-
vaardigheid is het wel erg krom als acties
UITGELICHTJFV IN CASU - DECEMBER 2013
35
“Vele mensen bundelden hun krachten om rechtszaken aan te
spannen voor gerechtigheidvoor de vrienden en familie die zij
hebben verloren.”
36
van een bepaalde organisatie niet als wel
of niet rechtvaardig kunnen worden gekwa-
lificeerd.
Hier komt bij dat sinds 1946 een contra-
verplichting is ingesteld voor de VN indien
er een beroep wordt gedaan op de immu-
niteit. Deze verplichting houdt in dat de
VN dan moet zorgen voor een alternatieve
rechtsgang. De verplichting is ook nog
eens bevestigd in een uitspraak van het
EHRM, maar desalniettemin verwaarloost
de VN dit compleet. Het is toch hypo-
criet dat een organisatie die opkomt voor
mensenrechten en de schending hiervan
tot een minimum wil beperken, boven
deze mensenrechten staat als een abso-
lute macht en dat wanneer zij zelf mensen-
rechten schendt, zij hier niet op kan
worden aangesproken. Dit gaat tegen hun
eigen doelstelling in. Je kunt dus eigenlijk
wel zeggen dat er een gebrek aan respect
voor mensenrechten bestaat binnen de VN
en wie wil nou dat een dergelijke organi-
satie de vrede handhaaft?
ConclusieGelet op het voorgaande is eigenlijk
bepaald dat geen enkele civielrechte-
lijke vordering de immuniteit van de VN
aan de kant kan zetten, omdat de immu-
niteit absoluut is. Zelfs toetsing aan het
EVRM zou hierdoor niet mogen. Met deze
uitspraak wordt in principe een mogelijk-
heid tot mensenrechtenschending gecre-
eerd voor een organisatie die ons zou
moeten beschermen. Er is nog een kans
dat één van de vele lopende procedures
door de ‘stalen’ immuniteit heen komt en
de beste kans hiervoor is het EHRM. Maar
aangezien de VN een dermate grote orga-
nisatie is met bijna ongelimiteerde macht
lijkt het mij onwaarschijnlijk dat de VN ooit
verantwoordelijk zou worden gehouden
voor deze genocide of andere toekomstige
schendingen van mensenrechten.
1 <http://www.globalresearch.ca/the-
srebrenica-massacre-analysis-of-the-
history-and-the-legend/18077 >
2 <http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/
Hoge-Raad/Nieuws/Pages/Moeders-van-
Srebrenica-kunnen-niet-tegen-VN-proce
deren.aspx >
3 Hof ‘s Gravenshage 30 maart 2010, LJN
151/01, r.o. 5.7.
4 HR 13 april 2012, NJB 2012, 978, r.o. 4.3.6.
5 mr. dr. Axel Hagedorn en mr. Marco R.
Gerritsen ‘Moeders van Srebrenica
dienen klacht in bij het EHRM’ 11 oktober
2012 <http://www.vandiepen.com/
actueel/nieuws/nieuwsbericht/persbe
richt-11-oktober-2012-moeders-van-
srebrenica-dienen-klacht-in-bij-het-ehrm-
nederland-schendt.html
“Met het wijzen van dit arrest wordt eigenlijk beslist dat de VN de enige organisatie is die boven de wet wordt
verheven en niet onderhevig is aan ook maar een enkele vorm van rechterlijke controle.”
UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013
Dare
to be
an
Angel
Freshfields is één van de meest toonaangevende inter-nationale advocatenkantoren. Cliënten schakelen ons in voor juridische dienstverlening op het allerhoogste niveau. Wij zijn ambitieus en op zoek naar mensen die niet tevreden zijn met 90% en juist die extra stap willen zetten voor het beste resultaat. Met een gezonde dosis relativeringsvermogen en sense of humour. Ons favoriete selectiecriterium is dan ook “excellent, and not too serious”.
Voor meer informatie: www.werkenbijfreshfields.com of neem telefonisch contact op met één van onze recruiters via 020-485 75 17.
Als we terug kijken op de afgelopen
periode, beginnen we in oktober. De Alge-
mene Ledenborrel in oktober werd voor-
afgegaan door de Goede Doelenavond.
Tijdens deze avond heeft de JFV door
middel van een verloting het fan-tas-tische
bedrag van € 2500,- opgehaald voor stich-
ting Kids United! Diezelfde week nam de
excursiecommissie dertig studenten mee
naar de politieke hoofdstad van ons land
en werd daar een fantastisch programma
afgewerkt. Dit varieerde van een kantoor-
bezoek tot een waanzinnige rondleiding in
het VN Vredespaleis. Lukte het deze keer
niet om mee te gaan? Wees dan getroost
met het feit dat de commissie het van 17
t/m 19 april dunnetjes over doet tijdens de
Brussel/Leuven-reis!
November begon gelijk goed met de
Eerstejaars Pubquiz, georganiseerd door
de Pubcommissie. Tijdens de Algemene
Ledenborrel die daar op volgde werd de
locatie en het thema van het Internatio-
naal Studieproject bekend gemaakt. Al
snel werd duidelijk dat de dertig studenten
die dit jaar meegaan met het ISP zich gaan
bezighouden met ‘Fusies & Overnames’ in
bella Italia!
Op woensdagavond 6 november vond de
Propedeuse-uitreiking plaats. Studenten
die hun propedeuse in één jaar hebben
behaald werden uitgenodigd voor dit
feestelijke evenement. De maand had
echter nog meer in petto, want op vrijdag
15 november heeft de commissie JFV
CarrièreBoard een fantastische Sollici-
tatietrainingendag neergezet. De dag
stond in het thema van ‘Sail away, navi-
gate your career’. Zoals de naam al laten
raden werden tijdens deze dag allerlei
aspecten van het solliciteren onder de
loep genomen.
Daarna brak december aan. Zoals gezegd
staat december in het teken van gezel-
ligheid... Maar voor rechtenstudenten
helaas ook in het teken van tentamens!
Op 20 december laten we de eerste tenta-
menweek echter alweer achter. Het beste
moment om dat te vieren is het EBF/JFV
Kerstgala, in het thema ‘Victorian Angels
& Casanovas, untill the masks come off’.
Kaarten zijn vanaf 1 december verkrijgbaar
via de website, in de Studiewinkel en in de
hal van het Harmoniegebouw!
Daarna is het eindelijk kerstvakantie en
tijd voor de eerdere genoemde goede voor-
nemens. Eén van de goede voornemens
zou kunnen zijn dat je in het nieuwe jaar
(nog) meer naar JFV activiteiten komt! Om
daar een handje mee te helpen hebben wij
weer een paar mooie activiteiten op het
programma staan. Een Pubquiz en Alge-
mene Ledenborrel op maandagavond 3
februari, de Bedrijven- en Instellingendag
op 14 februari en in maart de eerste JFV
CarrièreTour Noord!
Tot slot wil ik van deze gelegenheid gebruik
maken om je ontzettend veel succes te
wensen met de snel naderende tentamens
en het maken van eventuele andere goede
voornemens. Fijne feestdagen en tot in het
nieuwe jaar!
Met vriendelijke groet,
Namens het 106e bestuur der Juridische
Faculteitsvereniging Groningen,
Max WerkhovenVoorzitter
JFV Katern
‘Wat is jouw goede voornemen?’
DECEMBER STAAT TRADITIONEEL IN HET TEKEN VAN GEZELLIGHEID. SINTERKLAAS, KERSTMIS EN OUD & NIEUW: HET ZIJN ALLEMAAL DAGEN WAAROP JE ALS FAMILIE EN VRIENDEN BIJ ELKAAR KOMT. TIJDENS DEZE GEZELLIGHEID WORDT VEELAL TERUGGEKEKEN OP HET JAAR. OP DE ÉÉN OF ANDERE MANIER MONDT DEZE REFLECTIE ALTIJD UIT IN HET VOORUITKIJKEN NAAR HET NIEUWE
JAAR. WAT ER DAN VAAK BOVEN KOMT DRIJVEN ZIJN DE ‘GOEDE VOORNEMENS’. DUS GRIJP IK MIJN KANS EN DOE GRAAG EEN SUGGESTIE!
JuridischeFaculteitsvereniging
Groningen
JFV-KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
38
JFV KATERN
39
JFV IN CASU - DECEMBER 2013
JFV Katern
Activiteitenoverzicht
@Bedrijven- en InstellingendagOp 14 februari 2014 vindt het grootste juridische carrière evenement van Noord Neder-
land plaats: de Bedrijven- en Instellingendag! Het thema van de dag luidt: ‘Waar ligt
jouw hart?’ De dag vangt aan met een plenair gedeelte waar enkele sprekers met
een juridische achtergrond zullen vertellen over hun carrière. Dit wordt gevolgd door
verschillende workshops, individuele gesprekken en een borrel op de banenmarkt. De
dag wordt traditioneel afgesloten met een diner én een drankje in de Tapperij.
@Den Haag-reisIn alle vroegte vertrokken de deelnemers op woensdag 10 oktober met de excursie-
commissie naar onze politieke hoofdstad. De reis was gevuld met een bezoek aan
de Hoge Raad der Nederlanden, een kantoorbezoek aan Pels Rijcken & Droogleever
Fortuijn advocaten en notarissen en een rondleiding door het VN Vredespaleis. Ook
werd er een bezoekje gebracht aan de Tweede kamer en het Humanity House. Uiter-
aard werd het nachtleven van Den Haag niet ongemoeid gelaten!
@EBF/JFV KerstgalaIn de koude decembermaanden slaan de EBF en de JFV traditiegetrouw hun
handen ineen om een geweldige partij neer te zetten. Ook dit jaar staat het
gala weer op het programma en wel op vrijdagavond 20 december. Het gala is
al jaren dé ideale manier om stoom af te blazen na de eerste tentamenweek en
met een goed gevoel de feestdagen in te gaan! Het thema is dit jaar ‘Victorian
Angels & Casanovas, untill the masks come off!’. Het belooft een mooie avond
te worden en de kaarten gaan doorgaans hard. Zorg er dus voor dat je op tijd
een kaartje huis hebt! Vanaf 1 december zijn ze online verkrijgbaar en worden ze
in de JFV Studiewinkel en in de hal van het Harmoniegebouw verkocht.
@SollicitatietrainingendagOp vrijdag 15 november vond de Sollicitatietrainingendag plaats, met als thema ‘Sail away, navi-
gate your career’. De commissie JFV CarrièreBoard heeft een prachtige dag neergezet die begon
met interessante lezingen en werd gevolgd door een interactief forum. In de middag kregen de
deelnemers veel tips en informatie over de verschillende aspecten van het solliciteren. Aan het
einde van de dag was eenieder klaar voor het eerstvolgende sollicitatiegesprek.
EBF & JFV Christmas Ball
Victorian Angels& Casanovasuntil the masks come off
Date: 20th of dec Dresscode: masqueradeTime: from 23:00 till 04:00 Tickets available from dec 1stLocation: Kokomo Beach Club More information: www.kerstgala.nlPrice: €30,- (drinks included)
SANDRO
AND MORE...
(PRODUCER OF EPIC)
MOOIE NOTEN&
SILVA
Algemene ledenborrel
Algemene ledenborrel
Lustrumboekuitreiking
Algemene ledenborrel
Algemene ledenborrel
Eerstejaars Pubquiz
Eerstejaars Pubquiz
Eerstejaars Pubquiz
Eerstejaars Pubquiz
JFV CARRIÈREBOARD KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
40
Schierweekend
Goede Doelenavond
Goede Doelenavond
JFV Openingsfeest
JFV Openingsfeest
Schierweekend
Propedeuse-uitreiking
Propedeuse-uitreiking
ISP bekendmaking
41
JFV CARRIEREBOARD KATERNJFV IN CASU - DECEMBER 2013
JFV CARRIÈREBOARD KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
42
Op 14 februari 2014 vindt voor de 23e keer de Bedrijven- en Instellingendag plaats in Marti-niplaza. Vanuit het hele land komen kantoren, bedrijven en instellingen naar Groningen om je te informeren over jouw carrièremogelijkheden! Of je nu op zoek bent naar een stage, een baan of je slechts wilt oriënteren op de arbeidsmarkt, het kan allemaal. De dag vangt aan met een plenair gedeelte waar Aleid Wolfsen, Jeroen van Breda Vriesman en Egbert Myjer komen spreken over hun carrière. Deze diverse sprekers laten zien dat jouw carrière niet hoeft te beginnen bij een advo-catenkantoor. Van het Openbaar Ministerie tot de Tweede kamer tot een management positie bij ING Group. Aansluitend vinden, onderbroken door een lunch, verschillende workshoprondes plaats waarin de aanwezige kantoren, bedrijven en instellingen zich presenteren. Na de work-shops kun je op de banenmarkt langs de verschil-lende stands gaan. Laat je nieuwsgierigheid de vrije loop en maak een praatje met de diverse kantoren, bedrijven en instellingen. Heb je al een idee waar jouw interesse ligt? Wellicht zijn de individuele gesprekken dan iets voor jou. Daar-naast kun je ’s avonds deelnemen aan het roule-rend kennismakingsdiner, om onder het genot van een hapje en een drankje kennis te maken met je toekomstige werkgever. Inschrijven voor de BID kan op www.jfvcarriereboard.nl.
Op 15 november vond de Sollicitatietrainin-gendag plaats met als thema ‘Sail away, navi-gate your carreer!’. Allerlei tips en trucs omtrent het solliciteren kwamen aan bod. Drie verschil-lende sprekers informeerden de studenten omtrent de vaardigheden van het solliciteren. Vervolgens vond een interactief forum plaats waarin stellingen aan de hand van een filmpje werden ingeleid, waarop een discussie ontstond tussen studenten en kantoren. Tijdens de workshoprondes lichtte elk kantoor een van de aspecten van het solliciteren uit, zoals een goed curriculum vitae, het sollicitatiegesprek, compe-tenties van een advocaat en nog veel meer. Deze geslaagde dag werd afgesloten met een borrel. In 2014 organiseert de commissie JFV Carriè-reBoard nog meer andere, mooie activiteiten. Op donderdag 6 maart 2014 vindt de JFV CarrièreTour Noord plaats. Op deze dag kun je twee kleine/middelgrote advocatenkantoren bezoeken welke zijn gevestigd in of rondom Groningen. De dag bestaat uit een ochtend- en middagprogramma. Houd de website in de gaten voor de deelnemende kantoren. Ben jij geïnte-resseerd in middelgrote kantoren in het westen? Dan is de JFV CarrièreTour iets voor jou. In twee dagen bezoek je vier middelgrote kantoren in twee verschillende steden. De CarrièreTour vindt plaats op donderdag 10 en vrijdag 11 april 2014.
De commissie JFV CarrièreBoard organiseert in samenwerking met kantoren of bedrijven regel-matig recruitmentactiviteiten. Zo organiseert de commissie in samenwerking met Van der Feltz Advocaten begin 2014 een recruitmentdiner. Op donderdag 8 mei 2014 vindt een recruitmentac-tiviteit bij Damsté advocaten – notarissen in Enschede plaats. Voor meer informatie over deze en andere recruitmentactiviteiten; houd de website www.jfvcarriereboard.nl in de gaten. Wil jij op de hoogte gehouden worden van recruitmentactiviteiten die specifiek op jouw voorkeuren zijn afgestemd? Update dan nu kosteloos je profiel op www.jfvcarriereboard.nl Door een persoonlijk MyCarrièreBoard profiel aan te maken op de website kun je in een oogop-slag jouw top drie van kantoorprofielen, recruit-mentactiviteiten, stages en vacatures zien. Tevens krijg je door het updaten van je profiel korting op de activiteiten van JFV CarrièreBoard!Veel succes met de komende tentamens en hopelijk tot ziens op een van de activiteiten van JFV CarrièreBoard!
Met vriendelijke groet,
Jorien BrouwerCommissaris JFV CarrièreBoard
JFV CarrièreBoard Katern
Bedrijven- en Instellingendag 14 februari 2014: Waar ligt jouw hart?
VOOR DE ÉÉN DE ULTIEME MOGELIJKHEID OM ANONIEM DE LIEFDE TE VERKLAREN, VOOR DE ANDER EEN COMMERCIEEL UITGEMOLKEN CONCEPT: VALENTIJNSDAG. OOK OP DE WERKVLOER KAN DE LIEFDE OPBLOEIEN EN HEUS NIET ALLEEN OP VALENTIJNSDAG. HET GEBEURDE JACK DE VRIES EN ZIJN ADJUDANTE, STAATSSECRETARIS HENK BLEKER EN ZIJN JOURNALISTE EN NIET TE VERGETEN
BILL CLINTON EN ZIJN STAGIAIRE. DAARNAAST BARST HET VAN DE ‘GEWONE’ MENSEN DIE EEN RELATIE HEBBEN OP HET WERK. UIT ONDERZOEK IS GEBLEKEN DAT MAAR LIEFST 44 PROCENT VAN DE NEDERLANDSE WERK-NEMERS VAN MENING IS DAT DATEN MET EEN COLLEGA MOET KUNNEN. SOMMIGEN ONTMOETEN ZELFS HUN LEVENSPARTNER OP DEZE MANIER. VOORDAT JIJ JE DROOMBAAN VINDT, EN WIE WEET, DE LIEFDE VAN JE LEVEN ONTMOET MOET JE JE EERST ORIËNTEREN. TIJDENS DE BEDRIJVEN- EN INSTELLINGENDAG KOM JE IN CONTACT MET JE TOEKOMSTIGE WERKGEVER. VAN WERKEN BIJ EEN ADVOCATENKANTOOR TOT WERKEN BIJ EEN BEDRIJF OF OVERHEIDSINSTELLING, ALLES IS MOGELIJK. ONTMOET JIJ OP DE BEDRIJVEN-EN INSTELLINGENDAG DE WERKGEVER WAAR JOUW HART HARDER VAN GAAT KLOPPEN?
januari-juni
RecruitmentagendaInstantie/Activiteit Datum Deadline inschrijven Meer informatie JANUARIClifford ChanceLegal Lunch Lounge 6 januari 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlBoekel De NeréeBestuursrechtdag 10 januari 2014 30 december 2013 www.boekel.comVan DoorneKennismakingslunch 16 januari 2014 zie website www.werkenbijvandoorne.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 22 januari 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsFEBRUARIClifford ChanceLegal Lunch Lounge 3 februari 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlLoyens & LoeffCase Fondue Zurich 5 t/m 7 februari 2014 zie website www.loyensloeffacademy.nlBoekel De NeréeArbeidsrechtdag 7 februari 2014 27 januari 2014 www.boekel.comJFV CarrièreBoardBedrijven- en Instellingendag 14 februari 2014 zie website
www.jfvgroningen.nl/bidwww.jfvcarriereboard.nl
Kennedy Van der LaanOriënterende lunch 19 februari 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsMAART
Clifford ChanceLegal Lunch Lounge April 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlJFV CarrièreBoardJFV CarrièreTour Noord 6 maart 2014 zie website www.jfvcarriereboard.nlBoekel De NeréeOndernemingsrechtdag 7 maart 2014 24 februari 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerThe Freshfields Finance Day 13 maart 2014 zie website www.werkenbijfreshfields.nlTrip Advocaten & NotarissenTrip Talentendag 14 maart 2014 1 maart 2014 www.triplaw.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 19 maart 2014 10 maart 2014 www.kvdl.nl/werken-bij-onsAPRILNautaDutilhMasterclass 24 t/m 26 april 10 maart 2014 www.werkenbijnautadutilh.nlJFV CarrièreBoardJFV CarrièreTour 10 maart 2014 zie website www.jfvcarriereboard.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 16 april 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsMEI58 mmBoekel De NeréeRechtswinkeldag 2 mei 2014 21 april 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerThe Freshfields Law Course 8 en 9 mei 2014 Zie website www.werkenbijfreshfields.comKennedy Van der LaanOriënterende lunch 21 mei 2014 Zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsJUNIBoekel De NeréeEerstejaarsda 6 juni 2014 26 mei 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerSluiting Freshfields Connect 9 juni 2014 Zie website www.werkenbijfreshfields.comKennedy Van der LaanOriënterende lunch 18 juni 2014 Zie website www.kvdl.nl/werken-bij-ons
JULIBarentsKransBarentsKrans zo-mr dag 2 juli 2014 Zie website www.barentskrans.nl
43
JFV CARRIEREBOARD KATERNJFV IN CASU - DECEMBER 2013
Wat en waar? Loop een bouwmarkt binnen, koop wat
GBL en gootsteenontstopper. Meng dit
alles en de ‘rape drug’ GHB is gemaakt.
Zo eenvoudig is het, maar de gevolgen
van deze drug zijn heel wat ernstiger. De
kans dat het mis kan gaan bij GHB wordt
nog steeds flink onderschat. Volgens
Stichting Consument en Veiligheid zijn er
in 2009 ruim 1200 mensen op de spoed-
eisende hulp opgenomen vanwege GHB.
Er is echter weinig zicht op het aantal
specifieke gevallen van GHB, omdat het
vaak gepaard gaat met het gebruik van
andere drugs of alcohol. Vorig jaar mei is
GHB op lijst I van de Opiumwet geplaatst
en daarmee, net als bijvoorbeeld cocaïne
en amfetamine een harddrug geworden.
Lijst I houdt echter niet alleen het verbod
van de GHB in, maar op grond van artikel
10a van de Opiumwet ook alle voorbe
reidingshandelingen. Wat onder voor-
bereidingshandelingen kan vallen is het
verrichten van handelingen die kunnen
leiden tot de productie van GHB. Bijvoor-
beeld de verkoop van het hoofdingrediënt
GBL. Naast de belangrijkste grondstof voor
GHB wordt het voornamelijk gebruikt voor
verfafbijtmiddelen, lijmen en als hulpstof
bij het verven van textielvezels. Allemaal
vrij alledaagse producten.
Opinie
Zijn onze huishoudelijke producten een gevaar voor de samenleving?Door Roosmarijn Kruk
GOOTSTEENONTSTOPPER, TRECHTERS EN ALUMINIUM. OP ZICHZELF HELE ONSCHULDIGE PRODUC-TEN, MAAR IN COMBINATIE MET EEN PAAR EXTRA INGREDIËNTEN KAN ZONDER AL TE VEEL MOEITE DE DRUG GHB OF EEN BOM WORDEN GEMAAKT. DE VERKOOP VAN GBL, DE GRONDSTOF VAN GHB WORDT AL AAN BANDEN GELEGD, MAAR HOE ZIT HET MET ONDER MEER TRECHTERS EN ALUMI-
NIUM? HOE VER ZIJN WE BEREID OM TE GAAN BIJ HET VERBIEDEN VAN ‘GEVAARLIJKE’ HUIS-, TUIN- EN KEUKEN-PRODUCTEN? WAT WEEGT ZWAARDER, DE VOLKSGEZONDHEID OF ONZE (KOOP)VRIJHEID?
“Deodorant en spiritus zijn twee basis ingrediënten van een aantal
‘makkelijke’ bommen”
OPINIE JFV IN CASU - DECEMBER 2013
44
Naast GHB zijn er natuurlijk ook genoeg
andere gevaarlijke dingen die gemaakt
kunnen worden met behulp van vrij alle-
daagse producten. Afgezien van het feit
dat deze ‘recepten’ gewoon op het web te
vinden zijn, zijn de ingrediënten ook niet
bijzonder moeilijk te verkrijgen. Zo blijken
deodorant en spiritus twee basis ingredi-
enten te zijn van een aantal bommen en
deze twee artikelen zijn op iedere straat-
hoek te verkrijgen. En ook menig medicijn
staat op lijst I van de Opiumwet. Medi-
cijnen zijn natuurlijk slechts op recept
verkrijgbaar, maar wie weet hoeveel er
gesjoemeld wordt met dit soort spullen.
Verboden? Zoals eerder gezegd is op grond van de
Opiumwet GHB verboden en haar grond-
stof GBL in principe ook. Daarnaast staat er
in artikel 4 van de Opiumwet dat middelen
die op lijst I of II staan, bij AMvB worden
aangewezen indien zij noodzakelijk zijn
in het belang van de volksgezondheid.
Maar de spiritus en deodorant flessen zijn
overal te koop en volledig legaal. Terwijl
deze producten ook kunnen zorgen voor
zeer ernstige gevolgen. Uiteraard is het
schade toebrengen aan anderen of ander-
mans spullen verboden op grond van het
wetboek van Strafrecht, maar dat maakt
deze artikelen niet meteen ongevaarlijk.
OpinieHet Openbaar Ministerie en de politie
willen de verkoop van GBL aan banden
leggen, want GHB-gebruikers zouden
ook onverdunde GBL drinken en dit is
levensgevaarlijk.1 Maar ook de verkoop
van andere producten wordt aan banden
gelegd door alle terrorismewetten, die niet
alleen in Nederland, maar over de hele
wereld als onkruid uit de grond schieten.
De AIVD kan via je Bonuskaart precies zien
wat je aanschaft bij Albert Heijn, dus als je
een keertje groot inslaat kun je al heel snel
tot een bommenmaker of drugshandelaar
bestempeld worden.2
De andere kant van dit verhaal is dat
zowel de politiek als de burgers zelf meer
controle willen op zowel volksgezondheid
als de veiligheid. De controles op Schiphol
worden strenger, niemand mag zomaar
vloeistoffen het vliegtuig in brengen en
ook de wet Wapens en Munitie is een tijdje
geleden weer aangescherpt. Zowel onze
eigen Grondwet als verschillende Europese
en internationale verdragen garanderen
op veel verschillende manieren onze vrij-
heid. Het alom bekende legaliteitsbeginsel
zorgt ervoor dat niets verboden of straf-
baar mag zijn, zonder dat er een wettelijke
bepaling aan voorafgaat. Willen we dat
onze wetboeken gevuld gaan worden met
verboden artikelen? Willen we dat lijsten
met verboden stoffen langer worden,
omdat een paar mensen hier niet mee om
kunnen gaan? Men begint zich af te vragen
waar de bewegingsvrijheid ophoudt en
de maatregelen voor veiligheid beginnen.
Deze ruimte raakt uit balans. Niet alleen
door alle regels, maar ook het vertrouwen
wat mensen in elkaar hebben.
ConclusieDe algemene veiligheid moet zonder twijfel
beschermd worden voor terroristen, die
het gemunt hebben op het uitroeien van
de hele bevolking. Evenals mensen die
handelen in het gevaarlijke GBL. Belang-
rijk is dat duidelijk wordt hoeveel mensen
overlijden of blijvend letsel overhouden
aan dergelijke ‘tripjes’. Maar zoals veel
het geval is bij illegale producten, blijft
de exacte hoeveelheid slachtoffers een
raadsel. Een verbod op een stof als GBL is
natuurlijk niet vreemd, maar hoe ver zullen
de verboden gaan de komende jaren? Als
je een trechter of een bus deodorant koopt
moet dit niet leiden tot fronsende wenk-
brauwen of een boete.
Niet alleen de regering moet zorg voor zijn
burgers dragen, maar ook de burgers zelf
hebben een stukje verantwoordelijkheid.
Uiteindelijk willen we immers ook toffees
blijven eten en van tijd tot tijd een lekker
wijntje drinken. Maar ja, daar kun je ook
in stikken of teveel van drinken, wat kan
leiden tot fatale gevolgen…
1 http://nos.nl/artikel/548044-verkoop-
ghbgrondstof-aan-banden.html
2 http://www.ah.nl/privacy
“GHB-gebruikers zouden ook onverdunde GBL drinken en dit is
levensgevaarlijk”
45
OPINIEJFV IN CASU - DECEMBER 2013
InleidingHet eerste bodemvonnis in de zaak tussen
BREIN en de ISP’s Ziggo en XS4ALL dateert van
11 januari 2012.2 In dit vonnis werd de ISP’s
bevolen om de toegang tot The Pirate Bay te
blokkeren voor hun abonnees. Deze blokkade
kan volgens de rechter worden gebaseerd op
art. 26d Auteurswet (“Aw”)3 dat als volgt luidt:
“De rechter kan op vordering van de maker,
tussenpersonen wier diensten door derden
worden gebruikt om inbreuk op het auteurs-
recht te maken, bevelen de diensten die
worden gebruikt om die inbreuk te maken, te
staken”.
Er moet dus sprake zijn van inbreuk op auteurs-
rechten en er moet een tussenpersoon zijn die
diensten verleent die door de inbreukmaker(s)
worden gebruikt om inbreuk te maken. Maar
de toetsing gaat verder: omdat een blokkade
van een website in beginsel een inbreuk is
op de vrijheid van meningsuiting (welk recht
ook de ontvangst van informatie omvat), moet
gekeken worden naar de diverse eisen die art.
10 EVRM stelt aan overheden en rechters die
beperkingen opleggen. Een beperking is name-
lijk alleen toegestaan als deze bij wet is voor-
zien en noodzakelijk is in een democratische
samenleving. Bij deze toets spelen de eisen
van proportionaliteit (waaronder effectiviteit
van de gevorderde inperking) en subsidiariteit
een belangrijke rol.
Hierna zal kort toegelicht worden wat de
rechtbank heeft besloten ten aanzien van de
genoemde punten en zal worden stil gestaan
bij de vraag hoe partijen er over denken. Onder
meer vanwege de omvang van de zaak zullen
slechts de hoofdpunten aan bod komen.
Auteursrechtinbreuk?De rechtbank stelt vast dat zo’n 90-95% van
het op The Pirate Bay beschikbare materiaal
illegaal materiaal betreft (dus materiaal dat
zonder toestemming van de (auteurs)rechtheb-
benden openbaar is gemaakt) en dat een deel
van de Ziggo en XS4ALL abonnees recentelijk
illegaal materiaal via The Pirate Bay hebben
gedownload en ook geüpload. Dat de upload-
functie kan worden uitgezet door de gebruiker
doet niet af aan het feit dat in de praktijk
gebruikers die downloaden daarbij doorgaans
ook uploaden. Het uploaden houdt inbreuk op
auteursrechten en naburige rechten in.4 De
eerste horde is hiermee genomen; de recht-
bank neemt aan dat inbreuk wordt gepleegd.
In hoger beroep wordt door partijen opnieuw
aandacht besteed aan de techniek van het
Inhoudelijke bijdragen
De Internet Service Providers als politieagent voor de entertainmentindustrie: de Haagse rechter beveelt Internet Service Providers om The Pirate Bay te blokkeren Door mr. Emma de Groot, advocaat bij NautaDutilh1.
VIA DE WEBSITE “THE PIRATE BAY” KOMEN VELE INTERNETGEBRUIKERS IN CONTACT MET ELKAAR OM MUZIEK OF FILMS TE DOWNLOADEN. NIET IEDEREEN WEET DAT ONDERDEEL VAN DIT “PEER TO PEER” SYSTEEM KAN BETEKENEN DAT JE ZELF OOK BINNENGEHAALDE BESTANDEN WEER UPLOADT. DAT UPLOADEN HOUDT IN NEDERLAND MEESTAL IN DAT INBREUK GEMAAKT WORDT OP AUTEURS-
RECHTEN. IN NEDERLAND IS BREIN - DE STICHTING DIE IN NEDERLAND DE BELANGEN VAN AUTEURS BEHARTIGT – BEGONNEN AAN DE STRIJD TEGEN DE PIRATERIJ OP HET INTERNET. DAT IS NIET ZONDER MEER EEN GOEDE ZAAK… BREIN LEGT DE VERANTWOORDELIJKHEID NAMELIJK BIJ DE INTERNET SERVICE PROVIDERS (“ISP’S”); ZIJ ZOUDEN HUN ABONNEES DE TOEGANG TOT THE PIRATE BAY MOETEN ONTZEGGEN. DE ISP’S VONDEN DIT EEN BRUG TE VER - ZIJ LEVE-REN IMMERS SLECHTS TOEGANG TOT HET INTERNET EN HEBBEN GEEN ENKELE CONNECTIE MET THE PIRATE BAY -, MAAR DE RECHTER IN EERSTE AANLEG OORDEELDE ANDERS. VANAF BEGIN 2012 IS DE BLOKKADE EEN FEIT. DE ISP’S TEKEN-DEN HOGER BEROEP AAN.
INHOUDELIJKE BIJDRAGEN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
46
filesharen op The Pirate Bay. Het Hof zal
zich nogmaals moeten buigen over de
vraag of er wel sprake is van auteursrech-
tinbreuk en zo ja door wie. Ook is het de
vraag of art. 26 Aw het mogelijk maakt
om een preventief en generiek verbod op
te leggen. Want ook al wordt er wellicht
inbreuk gemaakt door bezoekers van The
Pirate Bay, dat geldt mogelijk niet voor
iedereen die deze website bezoekt.
Tussenpersonen wier diensten voor auteursrechtinbreuk worden gebruikt?Vervolgens overweegt de rechtbank dat
de ISP’s zijn te beschouwen als tussen-
personen wier diensten worden gebruikt
om inbreuk te maken, omdat de ISP’s hun
abonnees internettoegang verschaffen en
daarmee toegang tot The Pirate Bay waar
de inbreuk plaats vindt. De ISP’s kunnen
dan ook volgens de rechtbank op grond
van art. 26d Aw worden bevolen om hun
diensten voor zover deze de toegang tot
een aantal IP-adressen en domeinnamen/
(sub)domeinen (die toegang tot The Pirate
Bay mogelijk maken) betreffen, te staken.
Het is daarbij niet nodig dat een specifieke
concrete inbreuk wordt vastgesteld, een
generiek verbod is mogelijk.
Dit is een heikel punt. Zo betogen de ISP’s
dat indien de abonnees inbreuk maken
zij daarvoor hoogstens de dienst van The
Pirate Bay gebruiken en The Pirate Bay dan
dus de in art. 26d Aw bedoelde tussen-
persoon is. De ISP’s leveren niet de dienst
‘toegang tot The Pirate Bay’ maar de alge-
mene dienst ‘toegang tot het internet’.
Verder ligt de vraag voor of art. 26d Aw
wel basis biedt voor deze gevraagde blok-
kademaatregelen die eerder een actief
handelen betreffen en daarmee een extra
dienst in het leven roepen, dan staking van
een dienst betreffen. Met andere woorden:
in de wet staat dat tussenpersonen kunnen
worden bevolen een dienst te staken en nu
legt de rechter de ISP’s een verplichting op
om iets te doen.
Grondrechtelijke toetsingDe rechtbank overweegt dat de gevorderde
blokkade een toegestane inperking van
de vrijheid van meningsuiting is omdat
een website blokkade voldoende bij
wet is voorzien en noodzakelijk is in een
democratische samenleving. Art. 26d Aw
is namelijk voldoende duidelijk geformu-
leerd in de ogen van de rechtbank en de
blokkade is noodzakelijk ter bescherming
van de rechten van de auteursrechtheb-
benden. Daarbij overweegt de rechtbank
dat de website blokkade niet in strijd is met
de beginselen van subsidiariteit en propor-
tionaliteit omdat er geen minder ingrij-
pende maatregelen meer mogelijk zijn: de
beheerders van The Pirate Bay geven name-
lijk geen gevolg aan de tegen hen gewezen
rechterlijke uitspraken. Volgens de rechter
wegen de belangen van de entertainment-
industrie in dit geval zwaarder. De recht-
hebbenden lijden immers schade en de
belangen van de abonnees om The Pirate
Bay te bezoeken vormen mede gezien het
feit dat de hoeveelheid legaal materiaal op
the Pirate Bay marginaal is, geen rechtens
te respecteren belang. Als onderdeel van
de proportionaliteit heeft de rechtbank ook
oog gehad voor de effectiviteit. De recht-
bank overweegt dat hoewel er ongetwij-
feld abonnees zijn die de blokkade weten
te omzeilen, de blokkade wel een extra
barrière betekent.
Het zwaartepunt van het partijdebat in
hoger beroep ligt blijkens de door partijen
afgestoken pleidooien op het al dan niet
ontbreken van een wettelijke basis voor de
blokkade en het al dan niet voldoen van
de website blokkade aan de vereisten van
proportionaliteit en subsidiariteit.
Volgens de ISP’s is de blokkade niet voor-
zien bij wet omdat deze vergaande inter-
pretatie van de rechtbank van art. 26d
Aw niet voorzienbaar was. Daarbij is de
blokkade volgens de ISP’s met name niet
de geëigende route om online auteurs-
rechtinbreuk te stoppen omdat de blok-
kades niet effectief zijn, hetgeen BREIN
betwist. Voorts wijzen de ISP’s op econo-
misch onderzoek waaruit blijkt dat er geen
overtuigend bewijs is dat downloaden nu
nog steeds schade oplevert. Dit is mede
te danken aan de groei van het legale
aanbod; zo is Apple bijvoorbeeld in staat
om een zeer rendabele digitale muziek-
dienst (iTunes) aan te bieden.
Maatschappelijke relevantie van de zaak De zaak heeft zowel in eerste aanleg als
in hoger beroep veel (media)aandacht
gekregen. De zittingen trokken zelfs volle
zalen belangstellenden. Dat is niet zo
verwonderlijk als je bedenkt dat het blok-
keren van websites vergaande conse-
quenties voor de vrije internettoegang
kan hebben. ISP’s worden door dergelijke
blokkademaatregelen gedwongen zich met
de inhoud van websites bezig te houden
naast het verschaffen van toegang tot
internet. Men kan zich afvragen of dit een
goede zaak is en wat dit in de toekomst
teweeg zal brengen. Zijn de ISP’s wel de
aangewezen instanties voor een rol in de
problematiek van de online auteursrecht
inbreuken?
ToekomstmuziekHet is nu wachten op het oordeel van het
Gerechtshof in deze zaak. Het arrest wordt
op 17 december van dit jaar verwacht en zal
niet alleen voor de betrokken partijen maar
ook voor vele anderen naar verwachting
interessante materie betreffen.
1 mr. E.A. de Groot heeft tezamen met
mr. J.J. Allen, beiden advocaat bij
NautaDutilh N.V., ISP Ziggo bijgestaan in
het hoger beroep.
2 Rechtbank ‘s-Gravenhage 11 januari
2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BV0549,
IEPT20120627.Daarna zijn in kortge-
ding ook andere ISP’s zoals UPC,
KPN, T-Mobile en Tele2 bevolen
toegang tot The Pirate Bay te blokkeren,
zie Rechtbank ‘s-Gravenhage (vzr.) 10
mei 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5387,
IEPT20120510.
3 BREIN heeft ter staving van de door
haar gevraagde website blokkade ook
een beroep gedaan op art. 15e Wet Nabu-
rige rechten (naburige rechten zijn
rechten die nauw verwant zijn aan
het auteursrecht (‘naburig’) en betreffen
rechten van uitvoerend kunstenaars en
producenten). Dit artikel stemt in hoge
mate overeen met art. 26d Aw. Ten
behoeve van de leesbaarheid van deze
bijdrage zal in het hiernavolgende
steeds alleen gerefereerd worden naar
het desbetreffende artikel in de
Auteurswet.
4 Immers de auteursrechthebbende komt
het exclusieve recht toe zijn werk open-
baar te maken en te verveelvoudigen (zie
art. 12 en 13 Aw).
47
INHOUDELIJKE BIJDRAGENJFV IN CASU - DECEMBER 2013
Never a dull momentLeef je uit tijdens onze Masterclass van
24 t/m 26 april 2014!Ben jij 3e of 4e jaars rechtenstudent met een carrière als
advocaat, notaris of fi scalist voor ogen? En wil je naast de praktijk ook onze kantoorgenoten leren kennen?
Solliciteer dan vóór 10 maart 2014 via
werkenbijnautadutilh.nl
InleidingLeegstaande kantoorruimte is in Neder-
land al enige jaren een serieus probleem.
De huidige omvang maakt het ook tot
een maatschappelijk probleem. De
leefomgeving (en veiligheid) van leeg-
staande kantoren wordt in meerdere mate
aangetast. Daarom komen gemeenten,
naast de eigenaren van de leegstaande
panden, steeds nadrukkelijker in beeld
als probleemeigenaren. Het verwondert
dan ook niet dat dit onderwerp de volle
aandacht van Den Haag heeft en hoog op
de politieke agenda staat. Een concreet
voorbeeld daarvan is het Convenant
aanpak leegstaande kantoren dat op
27 juni 2012 is gesloten tussen het Rijk,
provincies, gemeenten, beleggers, ontwik-
kelaars, vastgoedfinanciers en gebruikers.3
Het Convenant heeft een looptijd van 5 jaar
en bevat concrete acties voor de conve-
nantspartijen. Een belangrijk onderdeel
uit het Convenant is het terugdringen van
de leegstand door hergebruik, transfor-
matie en sloop van kantoren. Bij transfor-
matie kan het gaan om het ombouwen van
kantoorgebouwen tot bijvoorbeeld woon-
ruimte voor studenten of senioren.
Het is niet alleen bij onderlinge afspraken
gebleven. Ook de wettelijke mogelijk-
heden voor het transformeren van kantoor-
ruimte naar een andere functie worden
uitgebreid. Dit heeft ermee te maken dat
de Crisis- en Herstelwet (Chw), die sinds
31 maart 2010 in werking is, per 25 april
2013 grotendeels permanent is geworden.4
Grotendeels, want een aantal artikelen
van de Wet algemene bepalingen omge-
vingsrecht (Wabo) is nog niet in werking
getreden. Een deel daarvan moet nog
nader worden uitgewerkt in het Besluit
omgevingsrecht (Bor). De inwerkingtreding
van het gewijzigde Bor zal naar verwach-
ting later dit jaar plaatsvinden.
Wabo en Bor: bestaande situatie en de wijzigingenZoals gezegd zullen de voorgestelde wijzi-
gingen van de Wabo en het Bor leiden tot
een verruiming van de juridische moge-
Inhoudelijke bijdragen
Leegstaande kantoorruimte: verruimde mogelijkheden voor transformatieDoor mr. (J.) Jense Bosma, advocaat-medewerker op de sectie Vastgoed en Overheid bij Damsté advocaten - notarissen.
HET IS INMIDDELS EEN VERTROUWD BEELD GEWORDEN: GROTE BOUWBORDEN IN DE STAD OF LANGS DE KANT VAN DE WEG MET DAAROP DE AANPRIJZING VAN GROTE OPPERVLAKTEN VER-HUURBARE KANTOORRUIMTE. VEELAL IS DIT TEVERGEEFS, WANT HET AANBOD VAN KANTOOR-RUIMTE IN NEDERLAND IS VEEL GROTER DAN DE VRAAG ERNAAR. ANNO 2013 STAAT RUIM 7 MIL-
JOEN M2 KANTOORRUIMTE LEEG.1 DIT IS 14,6% VAN DE TOTALE NEDERLANDSE VOORRAAD KANTOORRUIMTE. OP DIT MOMENT IS DE LEEGSTAND VAN NEDERLANDSE KANTOREN ZELFS DE HOOGSTE VAN EUROPA.2 IEDER JAAR NEEMT DE LEEGSTAND VAN KANTOORRUIMTE VERDER TOE. DIT HEEFT ONDER MEER TE MAKEN MET DE VERGRIJZING, DE BEVOLKINGSKRIMP EN HET ZOGENOEMDE ‘NIEUWE WERKEN’. DE WETGEVER HEEFT INTUS-SEN NIET STIL GEZETEN. RECENTE (EN VOORGESTELDE) WETSWIJZIGINGEN BIEDEN RUIMERE MOGELIJKHEDEN OM LEEGSTAND AAN TE PAKKEN DOOR MIDDEL VAN TRANSFORMATIE. DIT BETEKENT HET WIJZIGEN VAN DE BESTAANDE BESTEMMING (KANTOORRUIMTE) NAAR EEN ANDERE MAATSCHAPPELIJK GEWENSTE FUNCTIE, ZOALS WONEN. WAT BEHELZEN DEZE WIJZIGINGEN EN VORMEN ZE EEN MEERWAARDE IN DE STRIJD TEGEN LEEGSTAND?
49
INHOUDELIJKE BIJDRAGENJFV IN CASU - DECEMBER 2013
lijkheden om leegstaande kantoorruimte
te transformeren naar een andere functie.
De genoemde wijzigingen zien op het
uitbreiden van de mogelijkheden voor
het (tijdelijk) afwijken van het bestem-
mingsplan. Vóórdat ik de wijzigingen zal
toelichten, zal ik eerst kort de huidige rege-
ling schetsen.
Tijdelijk afwijken van het bestemmings-
plan: de bestaande situatie
Op dit moment is het mogelijk om door
middel van een omgevingsvergunning
voor een maximale periode van 5 jaar
af te wijken van het bestemmingsplan.5
Een dergelijke omgevingsvergunning is
benodigd als het voorgenomen gebruik
(bijvoorbeeld wonen) niet in overeenstem-
ming is met de geldende bestemming van
het pand (kantoorbestemming). Op de
besluitvorming over een aanvraag om de
genoemde vergunning is de zogenoemde
uitgebreide procedure van de Wabo van
toepassing. Deze procedure duurt 26
weken (vanaf het moment van de aanvraag
tot de beslissing op die aanvraag) en kan
door het bevoegd gezag eenmalig met een
periode van 6 weken worden verlengd.
Tijdelijk afwijken van het bestemmings-
plan: de voorgestelde wijzigingen
Volgens de wetgever vormen de maximale
duur van de afwijking van het bestem-
mingsplan (5 jaar) en de lengte van de
procedure (26 weken plus eventueel 6
weken verlenging) in de praktijk een belem-
mering om flexibel in te spelen op tijdelijke
maatschappelijke wensen en behoeften.6
Volgens de regering moet daarbij gedacht
worden aan de plaatsing van mantelzorg-
woningen en het tijdelijk geven van een
(maatschappelijk gewenste) functie aan
leegstaande kantoorgebouwen. In de voor-
genomen wijzigingen7 wordt de huidige
regeling over de tijdelijke afwijking van het
bestemmingsplan geschrapt, maar niet de
figuur van de tijdelijke afwijking op zich.
Er wordt een nieuwe juridische figuur
gecreëerd voor tijdelijke afwijkingen
van het bestemmingsplan. Deze nieuwe
figuur wordt aan artikel 4 van bijlage II
bij het Bor toegevoegd. Het stelsel wordt
zodanig aangepast dat in de toekomst
op de besluitvorming over tijdelijke afwij-
kingen van het bestemmingsplan de zoge-
noemde reguliere procedure van de Wabo
van toepassing is. Daarbij gaat het om een
termijn van 8 weken plus eventueel een
eenmalige verlenging met 6 weken. De
procedure wordt derhalve aanmerkelijk
verkort. Dat is het eerste winstpunt. Daar-
naast wordt de afwijkingstermijn van 5 jaar
helemaal losgelaten. De nieuwe maximale
termijn voor het tijdelijk kunnen afwijken
van het bestemmingsplan zal 10 jaar zijn.
Dat is het tweede winstpunt.
Verder is van belang dat bij de reguliere
procedure uit de Wabo, die straks van
toepassing is bij tijdelijke afwijkingen
van het bestemmingsplan, de zogeheten
lex silencio positivo van toepassing is.
Dit betekent dat wanneer het college van
burgemeester en wethouders (B en W) niet
tijdig op een aanvraag om omgevingsver-
gunning beslist, deze omgevingsvergun-
ning van rechtswege is verleend.8 Dit houdt
in dat bij een overschrijding van de proce-
duretermijn (van 8 weken plus eventueel 6
weken verlenging) een langdurig gebruik
in strijd met het bestemmingsplan van
rechtswege wordt toegestaan.
Maar de voorgestelde genoemde wijzi-
gingen over tijdelijke afwijkingen van het
bestemmingsplan hebben ook gevolgen
voor de verhouding tussen de gemeen-
teraad en B en W. De gemeenteraad is
immers in algemene zin verantwoordelijk
voor het vaststellen van bestemmings-
plannen. B en W kan op grond van de voor-
genomen wijzigingen voor de duur van 10
jaar afwijken van het bestemmingsplan.
Dit is even lang als een gehele bestem-
mingsplanperiode.10 Het wordt dan ook
belangrijk dat B en W beleid opstelt dat
enerzijds door de raad wordt gesteund en
anderzijds dat B en W een handvat biedt
om snel te kunnen beslissen op (omvang-
rijke) aanvragen om een omgevingsver-
gunning voor tijdelijke afwijkingen van het
bestemmingsplan. Doet B en W dit niet,
dan komt het zonder meer tot uitvoerings-
problemen van de regeling en verwacht
ik dat bindende beslistermijnen zullen
worden overschreden, met als gevolg dat
de aangevraagde omgevingsvergunning
van rechtswege is verleend. Goed door-
dacht beleid van de overheid is dus nood-
zakelijk.
Permanent afwijken van het bestemmings-
plan: de bestaande situatie
Één van de mogelijkheden om af te wijken
van het bestemmingsplan, is dat B en
W daarvoor een omgevingsvergunning
voor onbepaalde tijd verleent voor zover
het gaat om gebruik van een bouwwerk
(bijvoorbeeld een kantoorpand), al dan
niet in samenhang met inpandige bouw-
activiteiten, mits 1) het pand ligt binnen
de bebouwde kom en 2) de oppervlakte
niet meer bedraagt van 1.500 m2.10 Het
gaat hier feitelijk om de planologisch meer
ondergeschikte gevallen. Dat is ook de
reden dat de reguliere (en relatief korte)
procedure van 8 weken plus een eventuele
verlenging van 6 weken van toepassing is.
Verder geldt dat bij het wijzigen van het
bestaande naar het toekomstige gebruik
het aantal woningen gelijk moet blijven.11
Het is nu dus niet mogelijk om uit één leeg-
stand kantoorpand meerdere wooneen-
heden te creëren. Ook dat is te verklaren
vanuit de gedachte dat deze mogelijkheid
INHOUDELIJKE BIJDRAGEN JFV IN CASU - DECEMBER 2013
50
om van het bestemmingsplan af te wijken is
bedoeld voor planologisch ondergeschikte
situaties.
Permanent afwijken van het bestemmings-
plan: de voorgestelde wijzigingen
In de voorgenomen wijzigingen van het Bor
wordt de eis van de maximale oppervlak-
temaat van 1.500 m2 voor het wijzigen van
de gebruiksfunctie van (bijvoorbeeld) een
kantoorpand losgelaten. Daarnaast mag in
sommige gevallen ook buiten de bebouwde
kom worden afgeweken van het bestem-
mingsplan, mits dit is ten behoeve van logi-
esfuncties voor werknemers. Verder wordt
de eis dat het aantal woningen gelijk moet
blijven voor een aantal gevallen losge-
laten.12 Dat betekent dat – in tegenstelling
tot de huidige situatie – extra geluidgevoe-
lige bestemmingen kunnen worden gecre-
eerd. Hiermee kan volgens de wetgever
onder meer worden voldaan aan de
behoefte om eenvoudiger tot herbestem-
ming te komen van leegstaande kantoor-
gebouwen of om mantelzorgvoorzieningen
toe te staan.
Volledigheidshalve wijs ik er nog op dat
als gevolg van de wijzigingen, voor zover
het gaat om afwijkingen van het bestem-
mingsplan voor onbepaalde termijn, de
Wet geluidhinder (Wgh) generiek van
toepassing wordt.13 Afwijkingen voor een
bepaalde termijn zijn uitgezonderd. De
Wgh wordt van toepassing op het in strijd
met een bestemmingsplan uitbreiden van
geluidgevoelige bestemmingen (zoals
woningen of schoolgebouwen), waarvoor
met toepassing van de reguliere voorberei-
dingsprocedure een omgevingsvergunning
wordt verleend. Toetsing aan de Wgh is niet
alleen meer aan de orde bij de vestiging
van geluidgevoelige bestemmingen, maar
ook bij het vergroten daarvan. Hierop dient
men bedacht te zijn.
Afsluiting en nawoordHiervoor heb ik laten zien dat de juridi-
sche mogelijkheden om af te wijken van
het bestemmingsplan ten behoeve van
transformatie van leegstaande kantoor-
ruimte flink worden verruimd. Het geven
van andere bestemmingen aan kantoor-
panden zal daarmee eenvoudiger worden
en de (voorbereidings)procedures zijn
aanzienlijk verkort. Ik juich dit toe. Met de
komst van een tijdelijke omgevingsvergun-
ning om voor de duur van maximaal 10 jaar
van het bestemmingsplan af te wijken,
wordt de terugverdiencapaciteit voor de
investeringen in het kader van de trans-
formatie vergroot.14 Ditzelfde geldt voor de
voorgestelde wijzigingen ten aanzien van
de omgevingsvergunning voor onbepaalde
tijd. De voorgestelde wijzigingen hebben
dus zeker een meerwaarde in de strijd
tegen leegstaande kantoorruimte.
Tegelijkertijd moet ik erkennen dat met het
verruimen van de juridische mogelijkheden
het leegstandsprobleem niet meteen
is opgelost. Het creëren van juridische
mogelijkheden is één, de politieke wil om
daadwerkelijk mee te werken aan trans-
formatie is twee. Al moet ik wel zeggen dat
gemeenten over het algemeen de noodzaak
van transformatie (steeds meer) inzien.
Daar komt verder bij dat transformatie een
multidisciplinaire aanpak vergt. Samenwer-
king tussen alle partijen, zoals overheden,
ontwikkelaars, investeerders, gebruikers en
adviseurs is de sleutel voor een succesvolle
transformatie. Dit wil in de praktijk nog wel
eens problemen geven, omdat iedere partij
zijn eigen belangen heeft. Een bijkomende
moeilijkheid in dat kader is dat de eige-
naar van het pand, dat kan een belegger
zijn, om tot transformatie te komen vaak
een deel van (boek)waarde van het pand
moet afboeken. Het is de vraag of beleg-
gers bereid zijn om die (financiële) pijn te
nemen en daarna te transformeren (en ook
te investeren). Het alternatief is het kantoor
leeg laten staan en hopen op betere tijden.
Gezien de huidige markt en toekomst-
verwachtingen is niet aannemelijk dat
daarin op korte termijn een substantiële
verbetering komt. Stil zitten lijkt mij geen
optie, want de energiekosten en de kosten
voor beheer van het pand lopen intussen
gewoon door. Transformatie van kantoor-
ruimte kan dan een goede uitkomst bieden,
maar dat gaat niet vanzelf.15
1 DTZ Zadelhoff, Nederland compleet,
factsheets kantoren- en bedrijfsruimte
markt, januari 2013 (www.dtz.nl).
2 NRC Handelsblad 12 september 2013,
‘Leegstand van Nederlandse kantoren
hoogste van Europa’ (www.nrc.nl).
3 Het Convenant aanpak leegstaande
kantoren is te downloaden op www.rijks
overheid.nl.
4 Stb. 2013, 144. De werkingsduur van de
Chw is voor onbepaalde tijd verlengd in
afwachting van de op stapel staande
Omgevingswet (Ow), zie daarvoor Kamer
stukken I 2012/2013, 33 135, nr. C, p. 2.
5 Dit volgt uit artikel 2.1, eerste lid, onder
c jo. artikel 2.12, tweede lid jo. artikel
3.10, eerste lid, onder a, van de Wabo jo.
artikel 5.18, eerste lid van het Bor.
6 Kamerstukken II 2011/12, 33 135, nr. 3, p.
9. en 35/36.
7 De wijzigingen strekken er in het
bijzonder toe om het mogelijk te maken
uitvoering te geven aan de motie Pieper
c.s. en de motie Linhard c.s.. Eerstge
noemde motie roept op om de moge-
lijkheden tot plaatsing van mantelzorg-
woningen te vereenvoudigen. Laatst-
genoemde motie roept op om het
eenvoudiger te maken om leegstaande
kantoorgebouwen tijdelijk (voor een
duur van tien jaar) een andere maat
schappelijke gewenste functie te geven.
8 Dit volgt uit artikel 3.9, derde lid van de
Wabo jo. paragraaf 4.1.3.3 van de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De genoemde paragraaf uit de Awb heeft
betrekking op positieve fictieve beschik-
kingen bij niet tijdig beslissen door het
bevoegd gezag.
9 Een bestemmingsplan moet iedere 10
jaar opnieuw worden vastgesteld. Dit
wordt ook wel de planperiode genoemd.
10 Dit volgt uit artikel 2.12, eerste lid, onder
a, onder 2° van de Wabo jo. artikel 4
onderdeel 9 van bijlage II bij het Bor. Er
zijn meerdere manieren om van het
bestemmingsplan af te wijken, zie
bijvoorbeeld artikel 2.12, eerste lid,
onder a, onder 3° van de Wabo. Voor een
algemene beschouwing over de verschil-
lende bestaande mogelijkheden om een
bestemmingsplan te wijzigen of daarvan
af te wijken in relatie tot herbestemming,
verwijs ik naar het artikel ‘Herbestem-
ming, regelgeving en gemeente’ van drs.
D.B. Stadig en mr. E.A. Minderhoud, TBR
2011/3.
11 Dit volgt uit artikel 5, eerste lid van
bijlage II bij het Bor.
12 Kamerstukken I 2012/13, 33 135, nr. C, p.6.
13 Kamerstukken I 2012/13, 33 135, nr. C, p.5.
14 Feit blijft evenwel dat het rendement op
transformatie van kantoorruimte over het
algemeen marginaal is.
15 Zie ook de uitgave ‘Transformatie
kantoren gaat niet vanzelf, onderzoek
naar onorthodoxe maatregelen in tien
cases’, onderzoek in opdracht van Minis-
terie van Binnenlandse Zaken en Konink
rijksrelaties in samenwerking met acht
Nederlandse gemeenten, Rotterdam juli
2011 (te downloaden via www.sbr.nl).
51
OPINIEJFV IN CASU - DECEMBER 2013
Over Allen & Overy,De geschiedenis van Allen & Overy
Amsterdam gaat terug tot 1850. Verschil-
lende Nederlandse kantoren groeiden uit
tot één veel groter kantoor, Loeff Claeys
Verbeke. In 2000 treedt dit kantoor toe tot
het netwerk van Allen & Overy. De eerste
fusie van een Nederlands kantoor met een
internationaal advocatenkantoor was een
feit. Deze lange geschiedenis vertaalt zich
in het bijzondere karakter van het kantoor.
Allen & Overy is een ‘global firm’ maar het
kantoor in Amsterdam huist nog stevig op
zijn Nederlandse funda-
ment. De kennis van
de Nederlandse markt
is groot en het kantoor
herbergt enkele grote op
zichzelf staande Neder-
landse praktijken. Allen
& Overy is hier trots op
en weet zich daardoor
te onderscheiden van
andere internationale
kantoren met een vestiging in Nederland.
Allen & Overy is een full service kantoor,
dat betekent dat we alles in huis hebben.
De cliënt komt bij ons en hoeft niet verder
te zoeken. De uitzondering vormt het
personen- en familierecht en het klassieke
strafrecht. Wel doen we economisch straf-
recht en fraudezaken. Een cliënt heeft bij
ons één aanspreekpunt en intern zetten
wij een zaak verder uit, eventueel verspreid
over verschillende jurisdicties. Dat is fijn
voor de cliënt.
Ons werk is in verschillende praktijk-
groepen onderverdeeld, vooral naar
rechtsgebied. Bovendien hebben we een
aantal praktijkgroepen die meer sectorge-
specificeerd zijn. Bijvoorbeeld ‘projects’,
daar wordt projectfinanciering behandeld.
Feitelijk kun je dat zien als een onderdeel
van ‘banking’ maar het vertoont tegelij-
kertijd raakvlakken met bijvoorbeeld ‘real
estate’. Een sectorgespecificeerde prak-
tijkgroep heeft natuurlijk als groot voor-
deel dat je een cliënt op een heel gerichte
manier kan helpen.
Over Nienke Bernard, Ik heb in Groningen gestudeerd vanaf 2006
en heb ongeveer 5 jaar over mijn studie
gedaan. Ik ben begonnen met Nederlands
recht gevolgd door de specialisatie privaat-
recht met daarnaast vakken van bedrijfs-
recht. Dat is dus een heel civiele opleiding.
Naast mijn studie ben ik lid geweest van
een studentenvereniging en bij de JFV was
ik redacteur van het magazine ‘In casu’ en
organiseerde ik het internationaal studie-
project naar New York. Ik heb veel plezier
gehad in deze commissies en de borrels
van de JFV. Wat leuk is, is dat ik hier bij
borrels van de Jonge Balie in Amsterdam
nog steeds veel mensen tegenkom die
ik ken van de JFV Groningen. Inmiddels
is het ruim een jaar geleden dat ik bij
Allen & Overy ben begonnen op de sectie
Employment. Deze sectie bestaat uit twee
partners, 1 counsel en 13 advocaten. Het
werk op deze sectie is erg leuk en divers.
Enerzijds is er werk dat voortkomt uit trans-
acties (fusies en overnames) en anderzijds
procederen we veel in ontslagzaken, doen
we schikkingsonderhandelingen, reorgani-
saties en ontslagen van
individuele bestuurders
of managers.Ik ben nu
advocaat-stagiair, dan
volg je de opleiding
bij de Orde van Advo-
caten die drie jaar en
drie maanden duurt
en daarnaast neem je
deel aan de Law Firm
School. Rond je de
opleiding bij de Orde van Advocaten met
goed gevolg af dan verdwijnt als het ware
het woord ‘stagiair’ achter je naam en dan
is je inschrijving op het tableau niet meer
voorwaardelijk.
Wat heeft je ertoe bewogen om advocaat te worden bij Allen & Overy?Ik heb ooit meegedaan aan een master-
class van Allen & Overy. Het kantoor sprak
me toen erg aan en ik vond de mensen leuk
die ik die middag heb gesproken. Iedereen
Kantoorspecial
Allen & OveryDoor Jelle Sjollema
ALLEN & OVERY IS IN NEDERLAND IN 2000 ONTSTAAN TOEN EEN DEEL VAN LOEFF CLAEYS VERBEKE ZICH AANSLOOT BIJ HET ENGELSE KANTOOR. IN HET KANTOOR AAN DE APOLLOLAAN IN AMSTERDAM WERKEN 205 ADVOCATEN, (KANDIDAAT-)NOTARISSEN EN FISCALISTEN, WAARON-DER 37 PARTNERS EN 165 ONDERSTEUNENDE MEDEWERKERS. HET KANTOOR IN AMSTERDAM IS
NA LONDEN EEN VAN DE GROOTSTE KANTOREN BINNEN HET INTERNATIONALE NETWERK VAN ALLEN & OVERY. WERELDWIJD WERKT ALLEN & OVERY VANUIT 42 KANTOREN IN 29 LANDEN. VOOR DEZE KANTOORSPECIAL SPRAK IK MET ADVOCATE NIENKE BERNARD. ZIJ VERTELT OVER HAAR WERK EN ERVARINGEN BIJ ALLEN & OVERY.
“Allen & Overy is een ‘global firm’ maar het kantoor in
Amsterdam huist nog stevig op zijn Nederlandse fundament.”
KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
52
was heel relaxt en ontspannen. Ook ben
ik eens komen lunchen om nader kennis
te maken met Allen & Overy. Dat was erg
nuttig omdat veel vragen tijdens die lunch
zijn beantwoord. Ik heb geen stage gelopen
bij Allen & Overy, maar wel bij andere
kantoren. Een stage raad ik iedereen aan
omdat je er dan achter komt of de advoca-
tuur goed bij jou past. Bovendien is een
stage ook gewoon heel erg leuk.
Wat mij ook aanspreekt is de manier
waarop Allen & Overy adverteert. De adver-
tenties gaan over de service die Allen &
Overy aan de cliënt wil bieden door middel
van een pragmatische oplossing. Dat past
bij mij, want ik ben iemand met een prakti-
sche insteek en ik geef graag een hands-on
advies. Dat betekent dat de cliënt meteen
met het advies aan de slag kan zonder dat
hij eerst een lading papier met juridische
onderbouwingen en achtergronden hoeft
door te werken. Het is de kunst om een
advies aan te reiken waar de cliënt direct
mee aan de slag kan.
Wat ik zelf verder heel interessant vind,
is de internationale praktijk van Allen &
Overy. Een groot gedeelte van het werk
dat ik hier bij arbeidsrecht doe is in het
Nederlands, maar heel vaak komt er wel
een internationaal aspect om de hoek
kijken omdat de cliënt een internationaal
bedrijf is. Wat ik bovendien erg leuk vind
aan Allen & Overy is dat wij zaken behan-
delen die je later terugleest in de krant, dat
is gaaf. Soms adviseren we ook bepaalde
verenigingen die graag iets in de wet
verankerd willen hebben en daarover met
een minister praten. Wij kunnen dan advi-
seren over de eventuele invulling van de
wettelijke regeling. Dan ben je dus indirect
betrokken bij de totstandkoming van een
wet.
Werken bij Allen & Overy,Aan het begin van de dag probeer ik een
beeld te vormen van de bezigheden die ik
op die dag denk te gaan doen, vaak blijkt
aan het eind van de dag dat ik toch veel
andere dingen gedaan heb. Er gebeuren
altijd onverwachte dingen. De ene dag
ben ik bezig met een groot processtuk,
bijvoorbeeld een dagvaarding en een
andere dag beantwoord ik meerdere korte
vragen. Op de werkvloer noemt iedereen
elkaar gewoon ‘je’ en ‘jij’, de sfeer is heel
prettig en professioneel zodat je gewoon
bij iedereen binnen kunt lopen als je hulp
nodig hebt, of dat nu je eigen of een andere
afdeling is. Ook in het kader van de oplei-
ding worden we goed geholpen en wordt
goed in de gaten gehouden of we daar
genoeg tijd voor hebben. Er werken hier
veel verschillende type mensen die eigen-
lijk allemaal gemeen hebben dat ze zich
op een ontspannen en resultaatgerichte
manier gedragen. Allen & Overy heeft 42
vestigingen in 29 landen. Bij Employment
merk je dat minder dan bij de afdeling
‘corporate’ waar heel grote internationale
deals worden behandeld. Toch leer je hoe
dan ook je buitenlandse collega’s kennen.
Wij hebben bijvoorbeeld eens per jaar
een bijeenkomst met alle collega’s van
arbeidsrecht van over de hele wereld. Dat
maakt het voor mij daarna ook makkelijker
om een collega in het buitenland te bellen
voor hulp bij een advies aan een cliënt. Bij
Allen & Overy is er bovendien de mogelijk-
heid om in het buitenland te werken. Allen
& Overy heeft niet een ‘Dutch desk’ in het
buitenland, dus als je bijvoorbeeld naar
New York gaat dan draai je ook volledig
mee in die praktijk.
Naast het werk worden er ook veel andere
activiteiten georganiseerd. De vrijdag-
middagborrels worden goed bezocht, we
hebben een kerstfeest waar medewerkers
een cabaretvoorstelling verzorgen en we
nemen deel aan de Advolympics. De Advo-
lympics heb ik afgelopen jaar georgani-
seerd en aan dit sportevenement doen nog
18 andere kantoren mee, dat was echt een
leuke dag. Dus ook buiten het dagelijkse
werk leer ik mijn collega’s goed kennen.
Wat is een zaak waar je met veel voldoening op terug kijkt?Een van mijn eerste zaken was een ontslag
van een bestuurder van een grote beursge-
noteerde vennootschap. De informatie over
het ontslag is natuurlijk koersgevoelig. Dat
betekent dat wij daar heel voorzichtig mee
om moesten gaan. Zo’n ontslag moet dus
ook heel zorgvuldig worden voorbereid.
In korte tijd hadden we heel veel bespre-
kingen en de stukken die hier op kantoor
gemaakt werden gingen dan in de tas, en
dus niet per e-mail, mee naar vergade-
ringen in een hotel om er voor te zorgen
dat alle informatie binnenskamers bleef.
Veel besprekingen mocht ik ook bijwonen,
dus ook besprekingen met de raad van
bestuur. Deze zaak deed ik samen met
partner Ferdinand Grapperhaus.
“Het is de kunst om een advies aan te reiken waar
de cliënt direct mee aan de slag kan.”
53
KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013
De board met raad en daad bijstaan kan niet meer zonder te weten wat er speelt en verder te kijken dan
de wetten en jurisprudentie. Studeer je Nederlands, notarieel of fiscaal recht en denk je businesswise genoeg
te zijn, maak dan kennis met ons op businesswiseadvocaten.nl
De board van vandaag vraagt om businesswise advocaten
Wat onderscheidt Freshfields van andere kantoren? Wat Freshfields onderscheidt van andere
kantoren is de voor ‘Zuidas-begrippen’
relatief kleine omvang. Een sectie op een
ander kantoor kan van dezelfde omvang
zijn als de vestiging van Freshfields in
Amsterdam. Dit is bepalend voor de sfeer
en de manier waarop er wordt samenge-
werkt. Wat Freshfields daarnaast onder-
scheidt is de focus op de internationale
praktijk. Veel internationaal opererende
Nederlandse kantoren hebben vestigingen
in het buitenland waar Nederlands recht
wordt beoefend. Bij Freshfields adviseert
elk kantoor in beginsel op basis van het
recht van het betreffende vestigingsland;
de kantoren werken echter wel samen als
‘one-firm’ en staan dus niet allemaal als
eilandjes op zich. Zo komen o.a. medewer-
kers van de betreffende secties en practice
groups regelmatig bijeen op conferenties.
Hierdoor ken je veel van de collega’s uit het
buitenland persoonlijk, wat van pas
komt als je met elkaar samenwerkt op
internationale zaken. Bij een trans-
actie die wereldwijd begeleid moet
worden kan Freshfields voor een groot
deel gebruik maken van haar eigen
mensen.
Hoe is de sfeer bij Freshfields?De sfeer bij Freshfields is niet hiërar-
chisch, maar juist laagdrempelig. Dit
komt onder andere doordat iedereen
elkaar kent. De gemiddelde leeftijd
ligt laag, de partners zijn gemiddeld
vijfenveertig jaar oud en de medewer-
kers dertig jaar. Doordat er kantoor-
breed veel activiteiten worden geor-
ganiseerd leer je iedereen van het
kantoor kennen. Activiteiten die
worden georganiseerd zijn o.a. de
vrijdagmiddagborrels, maandelijkse
themaborrels, een skivakantie, kerst-
en zomerfeest en een medewerkers-
Kantoorspecial
Freshfields Bruckhaus DeringerDoor Jaike Silvius
FRESHFIELDS BRUCKHAUS DERINGER IS EEN TOONAANGEVEND INTERNATIONAAL KANTOOR WAAR WERELDWIJD MEER DAN 2500 ADVOCATEN WERKZAAM ZIJN OP 28 VESTIGINGEN. VANAF 1999 WORDT ER IN NEDERLAND GEWERKT OP HET KANTOOR OP DE AMSTERDAMSE ZUIDAS MET RUIM 80 ADVOCATEN, (KANDIDAAT-) NOTARISSEN EN FISCALISTEN. FRESHFIELDS WERKT IN
AMSTERDAM IN ACHT PRAKTIJKGROEPEN, WAARVAN DE PRAKTIJKGROEP CORPORATE DE GROOTSTE IS. OMDAT FRESHFIELDS DE MOGELIJKHEID HEEFT GRENS- EN VAKGROEPOVERSCHRIJDEND IN TEAMVERBAND TE WERKEN BEHANDELT HET KANTOOR DE MEESTE COMPLEXE EN UITDAGENDE ZAKEN. VOOR DEZE KAN-TOORSPECIAL SPRAK IK MET DESIRÉE KEMPERINK, ASSOCIATE EMPLOYMENT, PENSIONS AND BENEFITS EN MARTINE FRANCKEN, RECRUITER, OM MEER TE WETEN TE KOMEN OVER HET KANTOOR EN DE MOGELIJKHE-DEN DIE FRESHFIELDS VOOR STUDENTEN TE BIEDEN HEEFT.
55
KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013
KANTOORSPECIAL
weekend. Daarbuiten wordt er ook veel
aan sport ondernomen, zo deed er bijvoor-
beeld afgelopen jaar een team mee aan de
Amsterdam City Swim, de Zuidasrun, en
de alternatieve Elfstedentocht op de Weis-
sensee in Oostenrijk.
Over Desirée KemperinkDesirée: ‘Ik heb in Groningen gestudeerd
van 2001 tot 2007. In mijn master heb
ik heb gekozen voor de specialisaties
bedrijfs- en privaatrecht. Tijdens de laatste
fase van mijn studie heb ik een half jaar
in Barcelona gestudeerd en ik ben actief
geweest bij de JFV. In het jaar 2004/2005
was ik vice-voorzitter en daarvoor ben
ik actief geweest in de Almanak- en BID-
commissie. Ook was ik student-assistent
op onder andere de vakgroep arbeidsrecht
en had ik een bijbaantje in de horeca. Na
mijn semester in Barcelona ben ik stage
gaan lopen bij Freshfields. Ik was enthou-
siast geworden door een workshop van
Freshfields tijdens de BID en ben toen gaan
solliciteren. Ik werd aangenomen en de
stage beviel zo goed dat ik bij Freshfields
ben blijven werken als werkstudent en ik
heb toen ook mijn scriptie hier geschreven.
Daarna werd ik aangenomen op de sectie
EPB (arbeidsrecht).’
Wat vond je, terugkijkend op je studie, het meest nuttige of leuke wat je hebt gedaan?Desirée: ‘Mijn bestuursjaar was zowel
heel nuttig als heel leuk. Ik heb mezelf
ontwikkeld op meerdere vlakken. Als vice-
voorzitter onderhield ik de contacten met
kantoren. Het is heel leerzaam om leiding
te geven aan een grote vereniging met
een aanzienlijke begroting. Ik heb geleerd
anderen te begeleiden en collectief beslis-
singen te nemen en die naar buiten toe
te verdedigen, ook als ik persoonlijk een
andere mening had. Naast dat het een heel
leerzaam jaar was, was het natuurlijk ook
erg leuk en gezellig. Ik heb veel contacten
aan de JFV overgehouden.’
Waarom koos je voor de advocatuur?Desirée: ‘Ik heb naast de advocatuur
destijds ook de rechterlijke macht en
het beroep van bedrijfsjurist overwogen.
Voor de rechtelijke macht vond ik mezelf
erg jong en als bedrijfsjurist werk je heel
breed. Ik vind het recht an sich zo leuk dat
ik me hier verder in wilde verdiepen en
specialiseren. Als advocaat zoek je zaken
niet alleen tot op de bodem toe uit maar
breng je dit later, in een advies naar de
cliënt, ook in de praktijk. Deze combinatie
sprak en spreekt mij aan. Daarnaast krijg
je als advocaat-stagiair een heel gedegen
opleiding. Bij Freshfields volg je zowel
de opleiding van de Orde van Advocaten
als de Law Firm School en verder worden
intern veel trainingen aangeboden. Dit
geeft een ontzettend goede basis, ook als
je later iets anders zou willen gaan doen.
Verder is de advocatuur heel dynamisch en
geeft het toch een kick als een zaak die ik
heb gedaan in de krant komt.’
Hoe ziet een gemiddelde dag bij Freshfields eruit? Desirée: ‘Geen dag is hetzelfde. Aan het
begin van de dag maak ik een prioritei-
tenlijst, maar vaak komt er iets tussen
waardoor ik hiermee moet schuiven. Elke
dag heb ik een aantal conference calls en
daarnaast zit ik zoals valt te verwachten
veel achter de computer om dingen uit te
zoeken of adviezen te schrijven. Ook ga
ik af en toe naar de rechtbank. Mijn dag
eindigt normaal gesproken tussen 19 en
20 uur.’
Op welke zaak kijk je met een goed gevoel terug?Desirée: ‘Wat ik een ontzettende leuke
zaak vond, zij het met een teleurstellende
afloop, was de beoogde overname van TNT
Express door UPS. Wij traden daarin op
voor de koper UPS. De Europese Commissie
heeft deze overname uiteindelijk afge-
keurd vanwege mededingingsrechtelijke
overwegingen, maar deze zaak is op meer-
dere vlakken leerzaam voor me geweest.
Omdat beide organisaties vestigingen
hebben in landen over de hele wereld,
heeft Freshfields het voorbereidende werk
gecoördineerd in dertig landen. Deze zaak
was een leuke mix tussen het juridisch
inhoudelijke en meer transactiemanage-
ment. Een bijkomend aspect dat mij erg
aanspreekt bij dergelijke grensoverschrij-
dende projecten is dat je en passant meer
over andere rechtssystemen leert.’
Wat zijn leuke en minder leuke aspecten van je werk?Desirée: ‘Een leuk aspect van mijn werk
vind ik dat ik het juridische inhoudelijke
en de praktijk met elkaar kan combineren.
Verder is mijn werk erg afwisselend en het
arbeidsrecht in het bijzonder is heel maat-
schappelijk en actueel. Wat ik minder leuk
vind is dat ik af en toe sociale afspraken
moet verschuiven of afzeggen, alhoewel ik
hier na zes jaar werken in de advocatuur
een goede balans in kan vinden.’
Wat zijn de mogelijkheden voor student-stages?Martine: ‘Bij Freshfields werkt in principe
op elke praktijkgroep een student-stagi-
aire. We hebben acht praktijkgroepen:
Antritrust, Competition & Trade (ACT),
Corporate, Dispute Resolution (litigation),
Employment, Pensions & Benefits (EPB),
Finance, Intellectual Property/Information
Technology (IP/IT), Notariaat en Tax. Omdat
de ene praktijkgroep sneller vol zit dan de
andere praktijkgroep raden we studenten
aan tijdig te solliciteren. Als je bijvoor-
beeld volgend jaar stage wilt lopen, kan je
dat nu al vastleggen. Naast stages organi-
seren we Law Courses en In-housedagen.
Omdat studenten natuurlijk geen tijd
hebben om op elk kantoor stage te lopen
is dit een goede manier om de sfeer binnen
KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
56
een kantoor te ervaren. Wij proberen
tijdens een Law Course of een In-housedag
zoveel mogelijk kantoorgenoten bij deze
activiteiten te betrekken, zodat studenten
een goed beeld krijgen van het kantoor en
kantoorgenoten. We proberen tijdens deze
activiteiten een realistisch beeld van het
dagelijkse werk te laten zien. Dit is ook de
reden waarom wij de meeste activiteiten
op ons kantoor in Amsterdam laten plaats-
vinden.’
Wat vinden jullie belangrijk in een sollicitatieprocedure?Martine: ‘Voor ons is de combinatie van
goede cijfers, ontwikkeling naast de studie
en persoonlijkheid belangrijk. We zien
graag een stijgende lijn in de studieresul-
taten. Nevenactiviteiten vinden we heel
belangrijk voor de persoonlijke ontwik-
keling. Daarnaast is het natuurlijk heel
belangrijk dat er een wederzijdse klik is.
Omdat we een relatief klein kantoor zijn
en in hechte teams werken is het belang-
rijk dat je binnen de praktijkgroep past. Dit
werkt het prettigst en bevordert bovendien
je eigen ontwikkeling. Bijna net zo essen-
tieel als vakkennis en professionaliteit
vinden we gevoel voor humor en relative-
ringsvermogen. We hechten veel waarde
aan een plezierige en informele werksfeer.
Ons favoriete selectiecriterium is dan ook:
‘excellent, and not too serious’.’
Hebben jullie tips of adviezen voor rechtenstudenten?Desirée: ‘We zien steeds vaker jonge
mensen binnenkomen bij ons kantoor. Als
je de mogelijkheid hebt, ga dan een tijdje
naar het buitenland om bijvoorbeeld te
reizen. Als je eenmaal aan het werk bent
zijn zulke dingen lastig om te doen.’
Martine: ‘Maak gebruik van de mogelijk-
heden die er zijn om erachter te komen
wat bij jou past, bijvoorbeeld een groot of
klein kantoor, een Nederlandse of inter-
nationale praktijk. In-housedagen en Law
Courses zijn een makkelijke, laagdrempe-
lige manier om hier achter te komen. De
toegevoegde waarde van zulke activiteiten
is erg groot.’
Hoe kunnen studenten kennis maken met Freshfields?Freshfields ontmoet graag nieuwsgierige
en gedreven rechtenstudenten met een
‘global mindset’. Je kunt bijvoorbeeld
stage lopen of als werkstudent aan de slag
gaan. Uiteraard mag je contact opnemen
met één van onze recruiters Elsemieke
Viersen of Martine Francken. Zij kunnen
je uitgebreid vertellen welke kennisma-
kingsmogelijkheden Freshfields biedt. Ook
kun je met ons kennismaken door deel te
nemen aan recruitment evenementen die
door ons dan wel door studie- en studen-
tenverenigingen, worden georganiseerd.
Hieronder vind je de events voor de
komende periode:
Vrijdag 14 februari 2014
BID Groningen
Donderdag 13 maart 2014
The Freshfields Finance Day
Donderdag 8 en vrijdag 9 mei 2014
The Freshfields Law Course
57
KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013
De geschiedenis van DLA PiperHet van oorsprong Nederlandse kantoor,
SchutGrosheide, is in 1916 opgericht.
Het fuseerde in 2004 met het toenmalige
Engelse DLA, dat vestigingen had in Europa
en Azië. In 2005 fuseerde DLA met de
Amerikaanse kantoren Piper, Rudnick en
Gray Cary en zo ontstond DLA Piper. Sinds
mei 2011 mag DLA Piper zich het grootste
advocatenkantoor wereldwijd noemen.
Het kantoor in AmsterdamMet ruim 110 juristen wordt in verschil-
lende praktijkgroepen gewerkt om op deze
manier de cliënten van full service dienst-
verlening te voorzien. Dit houdt in dat
we alle rechtsgebieden in huis hebben,
behalve familierecht. Door in samen-
gestelde teams te werken, zowel met
collega’s uit andere landen als uit andere
praktijkgroepen, kunnen we de cliënt van
optimaal advies voorzien. Op het kantoor
heerst een prettige, open en ongedwongen
sfeer. Naast het harde werken is er veel
ruimte voor gezelligheid.
Over Nicoline EversSinds november 2010 ben ik werkzaam
bij DLA Piper. In juli 2010 studeerde ik af
met de Master Bedrijfsrecht. In 2004 ben ik
rechten gaan studeren in Groningen omdat
ik het interessant vond, maar ook omdat
ik er later nog verschillende kanten mee
op zou kunnen. Naast mijn studie werd
ik actief bij de JFV. Ik heb de excursie- en
congrescommissie gedaan en ik was vice-
voorzitter van het 100e bestuur , in 2007-
2008. Daarnaast was ik redacteur voor het
faculteitsblad Terechtgesteld, hockeyde
ik bij GCHC en was ik lid van studenten-
vereniging R.K.S.V. Albertus Magnus. Aan
het eind van mijn studie ben ik stage gaan
lopen bij zowel een middelgroot als een
groot advocatenkantoor in Amsterdam. Ter
afsluiting van mijn studie heb ik een half
jaar mastervakken gevolgd in Kopenhagen.
Wat vond je, terugkijkend op je studie, het meest nuttige of leuke wat je hebt gedaan?Het mooiste jaar uit mijn studententijd
was het fulltime bestuursjaar. Een jaar
lang een vereniging runnen met meer
dan 2000 leden is ontzettend leerzaam.
Je leert samenwerken, leidinggeven en
organiseren. Bovenal heb ik er heel goede
vrienden aan overgehouden.
Waarom koos je voor de advocatuur en sluit het werk aan bij wat je als student in gedachten had? Mijn mening over de advocatuur is in de
loop van mijn studententijd veranderd.
Toen ik met mijn studie begon zag ik mezelf
niet werken als advocaat. In mijn bestuurs-
jaar kwam ik vanuit mijn functie als vice-
voorzitter veel bij advocatenkantoren over
de vloer en toen ontdekte ik dat ik de
werkzaamheden van een advocaat toch
erg leuk vond. De twee stages bevestigden
het beeld wat ik in mijn studententijd van
de advocatuur kreeg: werken in een dyna-
misch bedrijf met jonge mensen waarin
je nationale en internationale bedrijven
adviseert en je op zoek moet naar prakti-
sche oplossingen voor juridisch complexe
problemen. Daarnaast krijg je bij een groot
advocatenkantoor in Amsterdam ook nog
een heel goede en intensieve opleiding.
Waarom koos u voor DLA Piper?Tijdens mijn studententijd was ik al enkele
keren bij DLA Piper geweest. Het kantoor
sprak me direct aan: de sfeer, de mensen
en het pand. Na mijn stages kwam ik
erachter dat het werken in kleinere teams
me aansprak maar dat ik graag grote
bedrijven wilde adviseren. Bij DLA Piper
kan dit allebei. Hoewel we het grootste
kantoor ter wereld zijn, kent iedereen op
de vestiging in Amsterdam elkaar en loop
je makkelijk bij elkaar naar binnen. Daar-
naast heb ik mijn collega’s uit het buiten-
land wekelijks aan de telefoon en door
internationale meerdaagse conferenties
leren we elkaar kennen. Zo heb je in het
eerste jaar een meerdaagse conferentie
waar je al je mede startende collega’s
worldwide ontmoet. Dit is zowel leuk als
heel nuttig, het wordt daarna makkelijker
om contact te leggen in zaken. Ik kan bij
DLA Piper dus het beste van twee werelden
combineren.
Op welke sectie bent u werkzaam en waarom heeft u voor deze sectie gekozen? Ik begon op de afdeling Litigation & Regula-
tory, maar na 1,5 jaar ben ik gewisseld naar
de sectie arbeidsrecht. Per 1 november
Kantoorspecial
DLA PiperDoor Jaike Silvius
MET 4200 JURISTEN VERSPREID OVER 75 VESTIGINGEN IN MEER DAN 30 LANDEN IS DLA PIPER HET GROOTSTE ADVOCATENKANTOOR TER WERELD. HET KANTOOR COMBINEERT HET BESTE VAN TWEE WERELDEN: HET IS ZOWEL DIEPGEWORTELD IN DE NEDERLANDSE MARKT ALS DAT HET DE VOORDELEN VAN DE INTERNATIONALE OMVANG GENIET. OP DE VESTIGING IN
AMSTERDAM WORDT GEWERKT MET RUIM 110 JURISTEN IN VERSCHILLENDE PRAKTIJKGROEPEN. VOOR DEZE KANTOORSPECIAL SPRAK IK MET NICOLINE EVERS, EEN JONGE ARBEIDSRECHTADVOCATE EN VICE-VOORZIT-TER VAN HET BESTUUR VAN JFV GRONINGEN IN 2007-2008 EN MAYA VISSER, DE RECRUITSTER VAN DLA PIPER. ZIJ VERTELDEN MIJ MEER OVER HET KANTOOR, HET WERK EN MOGELIJKHEDEN VOOR STUDENTEN.
KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013
58
2013 ben ik daar medewerker geworden.
Mijn interesse heeft altijd op de scheidslijn
tussen het arbeids- en ondernemingsrecht
gelegen. Mijn scriptie ging over overgang
van ondernemingen.
Hoe ziet een gemiddelde dag bij DLA Piper eruit? Mijn dagen zijn gemiddeld van 09:00 tot
19.00 uur. Op een dag ben ik bezig met
ongeveer 4 of 5 zaken, waarbij ik adviezen
schrijf en waarvoor ik moet procederen.
Tussendoor word je ook gebeld door
andere klanten en heb je conference calls
om de stand van zaken door te spreken.
Wat ik met name doe is grote en internatio-
nale bedrijven adviseren op het gebied van
medezeggenschap, corporate governance,
reorganisaties, cao’s en de arbeidsrech-
telijke aspecten bij fusies en overnames.
Ook staan we bestuurders bij die arbeids-
conflicten hebben en adviseren we onder-
nemingsraden van grote bedrijven.
Welke zaak waarbij u betrokken was is u het meeste bijgebleven?Dit is de vastgoedfraudezaak. In mijn
eerste jaar bij DLA Piper werkte ik bij Litiga-
tion nauw samen met de partner Corporate
Criminal Law. We stonden een verdachte
bij in de vastgoedfraudezaak. Deze zaak
was juridisch zeer uitdagend, ik mocht
direct pleiten en de zaak stond wekelijks
in de krant.
Wat zijn leuke en minder leuke aspecten van je werk?Wat ik leuk vind is het dynamische. Geen
dag is hetzelfde, ’s ochtends weet je nog
niet hoe je dag er uit zal gaan zien. Je
moet continu schakelen tussen klanten,
zaken en secties. Je hebt veel contact met
mensen en dit maakt het werk erg leuk.
DLA Piper heeft een jong team, iedereen
kent elkaar en dit doet de sfeer erg goed.
Door veel samen te werken leer je elkaar
goed kennen. Ook krijg je bij DLA Piper
snel eigen verantwoordelijkheid omdat
je in kleine teams werkt. In mijn eerste
maand stond ik meteen in de rechtszaal,
zat ik bij cliëntbesprekingen en belde ik
zelf met klanten.
Een minder leuk aspect van de advocatuur
vind ik de administratieve kant. Ik moet
elke zes minuten van mijn dag verant-
woorden. Ik zou er heel wat voor geven om
dit niet te hoeven doen!
Wat zijn de mogelijkheden voor student-stages?Een stage is een uitgelezen kans om kennis
te maken met ons kantoor. Op elke prak-
tijkgroep is plek voor een student-stagiaire.
Het is wel raadzaam om hier tijdig voor te
solliciteren. Daarnaast organiseren we
in november een Talent Class in London.
Ook hebben we diverse Inhouse events en
werken we met veel studie- en studenten-
verenigingen samen om leuke events op te
zetten. Studenten kunnen ook aangeven
een keer op kantoor met ons te lunchen.
Je gaat dan met twee juniors lunchen zodat
je op een informele manier vragen kunt
stellen.
Wat vinden jullie belangrijk in een sollicitatieprocedure?Een eerste selectie vindt plaats op basis
van een motivatiebrief, cv, cijferlijsten en
een eventuele stagebeoordeling. Vervol-
gens kan je uitgenodigd worden voor een
gesprek. Het totaalplaatje is voor ons
belangrijk. Niet alleen cijfers spelen een
rol, maar ook nevenactiviteiten en bijvoor-
beeld een eerder gelopen stage.
Hebben jullie tips of adviezen voor rechtenstudenten?Haal alles eruit wat erin zit! Zit niet alleen
in de UB maar doe commissies of een
bestuursjaar als het kan. De ervaringen die
je opdoet komen je direct ten goede in een
baan. Ook kan ik een buitenlandsemester
aanbevelen. Je leert een andere cultuur,
ander rechtssysteem en nieuwe mensen
kennen. En tot slot: loop stages. Op die
manier kan je het beste voor jezelf bepalen
welke baan goed bij jou past.
Wil je meer weten over DLA Piper? Ga naar
www.bigopportunities.nl of neem contact
op met Maya Visser (recruiter): 020 541
9820 of per e-mail: maya.visser@dlapiper.
com.
59
KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013
Meteen
en je eigen
je eigen
je eigendossiers,
kansenzaken
Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl
eigeNziNNig prOfessiONeel
Meteen
en je eigen
je eigen
je eigendossiers,
kansenzaken
Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl
eigeNziNNig prOfessiONeel