A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

60
Kantoorspecials @ Allen & Overy @ DLA Piper @ Freshfields Bruckhaus Deringer Juridisch Actueel @ Afkopen van rechtvaardigheid? @ Maatwerk in het onderwijs @ Regisseur van eigen levenseinde @ Alternatieve geschilbeslechting in een verticale rechtsverhouding @ Moeder natuur in de grondwet; goed voorbeeld doet volgen? Juridische Faculteitsvereniging Groningen In Casu - jaargang 21, nummer 2, december 2013 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen - www.jfvgroningen.nl J U R I D I S C H M A G A Z I N E

description

 

Transcript of A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Page 1: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Kantoorspecials @ Allen & Overy @ DLA Piper @ Freshfields Bruckhaus Deringer

Juridisch Actueel @ Afkopen van rechtvaardigheid?

@ Maatwerk in het onderwijs

@ Regisseur van eigen levenseinde

@ Alternatieve geschilbeslechting in

een verticale rechtsverhouding

@ Moeder natuur in de grondwet;

goed voorbeeld doet volgen?

JuridischeFaculteitsvereniging

Groningen

In Casu - jaargang 21, numm

er 2, december 2013 - In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsvereniging G

roningen - ww

w.jfvgroningen.nl

J U R I D I S C H M A G A Z I N E

Page 2: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1
Page 3: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

3

JFV IN CASU - DECEMBER 2013 VOORWOORD

En dat terwijl ik nooit in een typisch juridisch beroep

ben terecht gekomen. Maar waar ik ook werkte mijn

juridische achtergrond heeft mij geholpen. Hoofd-

zaken van bijzaken onderscheiden, gevoel voor wat

kan en wat niet kan, het belang van democratie en

rechtstaat, het afwegen van belangen, goed kunnen

luisteren naar verschillende opvattingen… het lijkt

allemaal zo voor de hand te liggen, maar dat is het

niet. De kiem daarvoor is in Groningen gelegd, zoals

ook de kiem daar is gelegd voor mijn bestuurlijke

carrière: ik denk nog steeds met veel plezier terug

aan het jaar dat ik voorzitter van de JFV was.

En ook al is de studie nu veranderd (ik deed eerst

kandidaats- en daarna doctoraalexamen, nu is er

een bachelors- en een mastersexamen), in de kern

gaat het om hetzelfde.

Nog steeds is het zo, dat een juridische studie

opleidt tot veel meer dan typische beroepen.

Ook al weet ik niet wat er in dit schitterende nummer

van In Casu staat (de redactie heeft dat zorgvuldig

voor mij geheim gehouden), ik ben ervan overtuigd

dat de onderwerpen die ik hier genoemd heb, op tal

van manieren aan snee komen.

Ik wens je dus veel leesplezier en ik zou zeggen: doe

er je voordeel mee!

Job Cohen

Voorwoord

Beste lezer,

HET IS ALWEER LANG GELEDEN DAT IK IN DE TURFTORENSTRAAT ZAT TE ZWOE-GEN OP DE VOORBEREIDING VAN MIJN TENTAMENS, WANT IK STUDEERDE IN GRONINGEN TUSSEN 1966 EN 1971. MAAR HOE LANG DAT OOK GELEDEN IS, TOT OP DE DAG VAN VANDAAG HEB IK VEEL PLEZIER VAN MIJN STUDIE.

Juridisch Magazine ‘In Casu’

Jaargang 21, nummer 2, december 2013

HoofdredactieSonja Meetsma

EindredactieTim Beukema

Jaike Silvius

RedactieTjalling Bosker

Joost Bunk

Jorrit Schuurmans

Sylvana Slot

Pieter Verhoeven

Jelle Sjollema

Jolein Holtz

Lotte Hageman

Martijn Knol

Roosmarijn Kruk

Anna Sophie Meulenberg

Olga van der Sluis

ISSN 3388-8803

Copyright In CasuNiets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd

en/of openbaar gemaakt worden zonder

voorafgaande schriftelijke toestemming van de

uitgever.

OplageVolgt nog

UitgeverJuridische Faculteitsvereniging Groningen

Bezoekadres: Turftorenstraat 17

Postadres: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26

9712 EK Groningen

Tel: 050-363583

Fax: 050-3636947

E-mail: [email protected]

Websites: www.jfvgroningen.nl

www.jfvcarriereboard.nl

Vormgeving en drukOCC dehoog media partners, Oosterhout

www.occ-dehoog.nl

Foto omslagIStock

AbonnementenAbonnementenprijs inclusief portokosten per jaar:

€25,-. Mail voor meer informatie kunt u

e-mailen naar Anouchka Gering: vicevoorzitter@

jfvgroningen.nl.

AdverteerdersindexAllen & Overy

Damsté advocaten - notarissen

DLA Piper

Freshfields Bruckhaus Deringer

Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP

Houthoff Buruma

JPR Advocaten

Linklaters LLP

NautaDutilh

Studystore

AdvertentiesTarieven zijn schriftelijk en/of telefonisch aan te

vragen bij Anouchka Gering

Tel: 050-3635783

Fax: 050-3636947

E-mail: [email protected]

Standpunten zoals weergegeven in juridisch

magazine In Casu zijn uitingen van de auteurs,

en daarbij niet eveneens standpunten van de

Juridische Faculteitsvereniging Groningen.

COLOFON EN ADVERTEERDERS

Page 4: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

10

Page 5: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

5

JFV IN CASU - SEPTEMBER 2013 VAN DE REDACTIE

In Casu redactie 2013-2014Martijn Knol, Joost Bunk, Pieter Verhoeven, Jelle Sjollema, Jorrit Schuurmans,

Jolein Holtz, Roosmarijn Kruk, Anna Sophie Meulenberg, Tim Beukema, Tjalling Bosker,

Jaike Silvius, Lotte Hageman, Olga van der Sluis, Sylvana Slot, Sonja Meetsma

Beste lezer,

HIER IS HIJ DAN, DE DECEMBER-UITGAVE VAN DE IN CASU. DE SINTERKLAASKWESTIE MAG WEER IN DE KAST, OM VERVOLGENS EIND OKTOBER VOLGEND JAAR AFGESTOFT TE WORDEN ZODAT DE DISCUSSIE WEER MET ALLE HEVIGHEID LOS KAN BARSTEN. WAAR DE SINT HET LAND UIT IS, IS DE TENTAMENPERIODE WEER IN AANTOCHT. LAAT DEZE IN CASU EEN WELKOME AFWISSELING

ZIJN TUSSEN DE STUDIEBOEKEN.

Onze redacteurs hebben het onderste uit de kan gehaald om weer

een schitterende In Casu te kunnen presenteren. Er komen diverse

interessante artikelen aan bod met verscheidene onderwerpen,

stuk voor stuk met verve gebracht. Zo is er een artikel geschreven

over hulp bij zelfdoding, wat veel stof heeft doen opwaaien dit jaar.

Ook opgenomen is een interview met universitair docent Internatio-

naal Privaatrecht mr. Knot, waarin hij ‘de Rijdende Rechter’ op een

fout betrapt. In ‘Personae’ wordt Martin Luther King belicht, aange-

zien het 50 jaar geleden is dat hij zijn befaamde ‘I have a dream’

speech heeft gegeven. Deze speech gaf Martin Luther King voor het

Lincoln Memorial in Washington. Dit is ook de stad die is uitgelicht

in de rubriek ‘Student and the city’. Dit is nog niet alles, er zijn nog

veel meer interessante stukken die ik ten zeerste aanraad. Kortom,

een bomvolle In Casu. Maak van een SOG-moment een In Casu

moment, pak hem tijdens het thee drinken, lees hem in de trein of

in de bibliotheek en geniet van de artikelen.

Fijne feestdagen toegewenst.

Tim BeukemaEindredacteur In Casu

Page 6: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

INHOUDSOPGAVE JFV IN CASU - DECEMBER 2013

6

InhoudsopgaveRedactioneel

@8 Maatwerk in het onderwijsHet recht op onderwijs is in Nederland

een grondrecht. Toch is er uit onderzoek

gebleken dat er duizenden kinderen thuis

zitten, omdat ze niet naar school kunnen.

Dit blijkt uit het rapport ‘Van Leerrecht naar

Leerplicht’ van de Kinderombudsman. Een

gebrek aan maatwerk is hier de oorzaak

van. Het onderwijs is niet flexibel genoeg.

@12 Regisseur van eigen levenseindeHulp bij zelfdoding is strafbaar in Neder-

land. Dit najaar vond het proces plaats

tegen Albert Heringa, die zijn 99-jarige

moeder hielp bij zelfdoding. Hulp bij zelf-

doding zou niet meer strafbaar moeten zijn

volgens veel mensen, maar is dit wel de

juiste oplossing?

@16 Alternatieve geschilbeslechting in een verticale rechtsverhouding; een gewaarborgd alternatief voor de rechtspraak?

Over het algemeen wordt alternatieve

geschilbeslechting alom bejubelt. Het is

voordelig, het is gemakkelijk, maar is dit

wel in ieder rechtsgebied een geschikte

optie? Hoe staat het in de verhouding tot

het strafrecht?

Student and the city

@22 De invloed van media op de strafmaatIn de huidige tijd is het niet meer dan

normaal dat een verdachte met naam en

toenaam wordt genoemd op het internet.

Vaak is hierbij ook een foto toegevoegd,

wat veel schade voor de verdachte op kan

leveren, aangezien de reacties op deze

berichten niet mals zijn. De rechter houdt

in zijn strafmaat rekening met deze trial by

media. Is dit terecht?

Column

@18 Moeder natuur in de grondwet; goed voorbeeld doet volgen?Ecuador en Bolivia hebben de rechten van

de natuur verankerd in de grondwet. Is dit

slechts een vriendelijke gebaar naar de

natuur of is dit een voorbeeld dat wellicht

gevolgd moet worden.

@24 “Taxation without representation”, Washington D.CDe inwoners van ‘D.C.’ strijden voor

inspraak, Amerika´s meest volhardende

demonstrant aller tijden voor vrede, de

advocaten voor de sympathie van de jury

en deze Groningse studente voor een inte-

ressant onderzoek. Een kijkje in één van ´s

werelds machtigste steden.

Page 7: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

INHOUDSOPGAVEJFV IN CASU - DECEMBER 2013

7

@30 Jan-Ger KnotIn ‘achter de deur van’ nemen we een kijkje

achter de deur van Jan-Ger Knot. Hij is

universitair docent internationaal privaat-

recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en

werkt tevens bij PlasBossinade.

@28 ‘I have a dream’; keerpunt in de strijd om gelijke burgerrechten?Dit jaar is het 50 jaar geleden dat dominee

Martin Luther King zijn ‘I have a dream’

speech gaf. Wat zijn de effecten geweest

en zijn de burgerrechten daadwerkelijk

verbeterd?

@34 Moeders van SrebrenicaDe rechtszaak van de Moeders van

Srebrenica tegen de VN is net ten einde

gekomen. De Moeders van Srebrenica

hebben ongelijk gekregen in hun queeste

naar rechtvaardigheid voor de vele

familieleden en vrienden die ze zijn verloren

tijdens de genocide van 1995. Wat is er

precies in de arresten met betrekking tot

dit onderwerp bepaald? En hoe beïnvloedt

dit de komende rechtspraak?

@44 Zijn onze huishoudelijke producten een gevaar voor de samenleving?Met relatief weinig moeite en eenvoudig

verkrijgbare ingrediënten zijn gevaarlijke

producten als GHB en bommen te

maken. Moet de verkoop van dingen als

deodorantbussen en gootsteenontstopper

aan banden gelegd worden, om zo de

samenleving te beschermen?

@38 EBF/JFV KerstgalaIn de koude decembermaanden slaan de

EBF en de JFV traditiegetrouw hun handen

ineen om een geweldige partij neer te

zetten. Ook dit jaar staat het gala weer op

het programma en wel op vrijdagavond 20

december. Het gala is al jaren dé ideale

manier om stoom af te blazen na de eerste

tentamenweek en met een goed gevoel de

feestdagen in te gaan!

Juridisch Actueel

Uitgelicht Opinie

PersonaeAchter de deur van

@26 Afkopen van rechtvaardigheid?Door middel van de Wet OM-afdoening

(NL) en de wet op de minnelijke schik-

king (België) is het mogelijk geworden een

aantal delicten af te doen met het betalen

van een geldsom, nog voordat deze bij de

rechterlijke macht terecht zijn gekomen.

Op wat voor soort delicten zijn deze

regelingen van toepassing? En wat zal de

invloed hiervan zijn op de samenleving?

EBF & JFV Christmas Ball

Victorian Angels& Casanovasuntil the masks come off

Date: 20th of dec Dresscode: masqueradeTime: from 23:00 till 04:00 Tickets available from dec 1stLocation: Kokomo Beach Club More information: www.kerstgala.nlPrice: €30,- (drinks included)

SANDRO

AND MORE...

(PRODUCER OF EPIC)

MOOIE NOTEN&

SILVA

JFV Katern

Page 8: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

De KinderombudsmanDe aanleiding voor dit rapport is dat

de Kinderombudsman steeds vaker

meldingen ontvangt van ouders die

aangeven dat er geen (geschikte) school

voor hun kind is. Dit is natuurlijk een

zorgwekkende situatie. Hoe kan het

dat in een land als Nederland, waar het

recht op onderwijs een grondrecht is, er

duizenden meldingen binnenkomen dat

kinderen noodgedwongen thuiszitten? De

Kinderombudsman heeft om deze reden

in augustus 2012 een onderzoek gestart

om te kijken of het recht op onderwijs wel

voldoende gewaarborgd is.

De zogenoemde thuiszitters zijn kinderen

die per jaar meer dan vier weken zonder

onderwijs zitten, terwijl ze wel graag naar

school willen. Bij deze kinderen is er vaak

een probleem wat niet makkelijk op te

lossen is. Zij hebben bijvoorbeeld medi-

sche problemen, waardoor ze fysiek niet

in staat zijn om naar school te gaan. Of

er is sprake van kinderen die niet naar

school durven, bijvoorbeeld omdat ze

niet in groepen kunnen functioneren

en meer individuele aandacht nodig

hebben. Ook bij hoogbegaafde kinderen

ontstaan relatief vaak problemen.

De Kinderombudsman heeft het als volgt

verwoord in het rapport: ‘Alle kinderen

zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk. Zij

hebben ieder hun eigen kwaliteiten en

capaciteiten, waarop ze moeten worden

aangesproken en uitgedaagd. In plaats

van te labellen en stigmatiseren, moet

het onderwijs hierop flexibel kunnen

inspelen. Het recht op onderwijs vraagt

om het beste uit ieder kind naar boven

te halen. Daarom moet aan kinderen met

specifieke onderwijsbehoeften maatwerk

worden geleverd.’

MaatwerkMaatwerk in het onderwijs zou veel van

deze problemen kunnen voorkomen en

wegnemen. Veel kinderen kunnen naar

school gaan als hier aandacht aan wordt

besteed. Voorbeelden van oplossingen,

gegeven in het rapport, zijn bijvoor-

beeld onderwijs op een combinatie van

scholen, of van school en zorginstelling.

Daarnaast is (tijdelijk) thuis onderwijs

ook een oplossing voor kinderen die

fysiek niet naar school kunnen. Er waren

bij de Kinderombudsman opvallend veel

meldingen van of over hoogbegaafde

kinderen. Die kinderen zijn zeer intel-

ligent, maar bij deze kinderen treedt

relatief vaak een gedragsprobleem op.

Ter beantwoording van de vraag waarom

het niet mogelijk blijkt om deze kinderen,

maar ook alle andere kinderen die niet

naar school gaan, passend onderwijs te

laten volgen, heeft de Kinderombudsman

onderzocht of het recht op onderwijs voor

deze kinderen in de Nederlandse wet en

in de praktijk wel voldoende is gewaar-

borgd.

OnderzoekTen tijde van het onderzoek zijn er

vanuit het onderwijs een viertal knel-

punten aangegeven, die ervoor zorgen

dat er kinderen zijn die niet naar school

kunnen. Als eerste knelpunt kwam uit

het onderzoek naar voren dat de wetge-

ving met betrekking tot het onderwijs

een groot gebrek heeft. Uit het rapport

van de Kinderombudsman blijkt dat het

onderwijsbeleid uit gaat van leerplicht

en schoolgang, waardoor flexibiliteit om

REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

8

Redactioneel

Maatwerk in het onderwijsDoor Pieter Verhoeven

HET RECHT OP ONDERWIJS IS IN NEDERLAND VASTGELEGD IN DE GRONDWET. ARTIKEL 23 STELT DAT HET GEVEN VAN ONDERWIJS VRIJ IS, BEHOUDENS HET TOEZICHT VAN DE OVERHEID. DAARNAAST VLOEIT HET RECHT OP ONDERWIJS VOORT UIT DE ARTIKELEN 28 EN 29 VAN HET VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IVRK). UIT DEZE ARTIKELEN KOMT NAAR VOREN DAT IEDER

KIND RECHT HEEFT OP ZO VOLLEDIG MOGELIJK ONDERWIJS, WAARBIJ HIJ ZIJN TALENT MAXIMAAL KAN ONT-PLOOIEN. ER DIENT SPRAKE TE ZIJN VAN ONDERWIJS VOOR IEDER KIND, OOK BIJ KINDEREN MET PROBLEMEN DIE SPECIFIEK ONDERWIJS NODIG HEBBEN. VAN DEZE KINDEREN ZIJN ER DUIZENDEN DIE THUISZITTEN. DE KINDEROMBUDSMAN HEEFT DIT AANGEKAART EN ER EEN RAPPORT OVER OPGESTELD MET AANBEVELINGEN.1

Page 9: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013

9

tot maatwerk te komen ontbreekt. Het

huidige onderwijssysteem, met de fysieke

schoolplicht is niet flexibel genoeg om de

thuiszitters van goed onderwijs te voor-

zien. Dit is een heftige conclusie, want

om dit te verbeteren moet de regelgeving

worden aangepast. Er moet een omslag

van leerplicht naar leerrecht komen. Hier

kom ik later op terug.

Het tweede knelpunt is dat leerkrachten

en schoolbesturen niet voldoende kwali-

teit en capaciteit hebben om maatwerk

voor alle leerlingen te kunnen verzorgen.

Om dit knelpunt op te lossen moeten

schoolbesturen en leerkrachten worden

gestimuleerd om de denkomslag van leer-

plicht naar leerrecht te maken. Daarnaast

moeten leraren op dit punt worden bijge-

schoold. Bij veel kinderen die van school

moeten wisselen kan het nog steeds lang

duren voordat een school met passend

onderwijs voor het kind is gevonden. Dit

kan leiden tot thuiszitten.

Als derde knelpunt is naar voren gekomen

dat er bij betrokkenen te laat hulp komt

op het gebied van maatwerk voor het

kind. Naar voren kwam dat de onderwijs-

consulent pas in deze behoefte kan voor-

zien, als het kind vier weken niet naar

school gaat. Een makkelijke oplossing

hiervoor zou zijn om de consulent eerder

toe te laten het kind te onderzoeken.

Het vierde knelpunt dat tijdens het onder-

zoek naar voren is gekomen, is dat de

leerplichtambtenaar nog te vaak op hand-

having van de Leerplichtwet is gericht en

te weinig op het helpen van het kind en

op verzorgen van maatwerk voor het kind.

Daarbij zou zijn taak voornamelijk het

karakter moeten dragen van maatschap-

pelijke zorg en zou de focus niet moeten

liggen bij wat er fout gaat en dat het kind

te weinig aanwezig is.

Moet de Leerplichtwet worden aangepast?Terugkomend op het eerste knelpunt

volgens het rapport. Over deze vraag

bestaan verschillende meningen. Over

het feit dat de wet aangepast moet

worden zijn de experts het eens. Maar

over hoe dit moet gebeuren zijn ze het

niet eens. J. Sperling legt in haar artikel

in het Nederlands Juristenblad uit wat er

volgens haar niet klopt.2 Zij is het niet

eens met de Kinderombudsman om de

leerplichtwet ruimer te interpreteren,

zodat er ruimte ontstaat voor maatwerk.

Ze legt het als volgt uit. De wet is in het

leven geroepen om het recht op onder-

wijs te beschermen en mag hiertoe geen

belemmering zijn. Het voorstel om de

Leerplichtwet ruimer te interpreteren kan

echter op zijn hoogst een korte termijn-

oplossing zijn, want in feite stelt de

Kinderombudsman voor deze wet niet toe

te passen of buiten werking te stellen.

Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling van

wetgeving zijn en die interpretatie is dan

ook in strijd met algemene beginselen

van behoorlijk bestuur. Het zou tot rechts-

onzekerheid en willekeur kunnen leiden.

In haar artikel gaat zij in op de vraag

waarom de Leerplichtwet een obstakel is

bij het verwezenlijken van het individuele

recht op onderwijs.

Gebreken in de LeerplichtwetDe Leerplichtwet biedt nauwelijks of geen

mogelijkheden om maatwerk te bieden

aan kinderen voor wie dat nodig is ter

verwezenlijking van hun recht op onder-

wijs. Dit komt met name door een aantal

gebreken in de Leerplichtwet. Ten eerste

bevat deze wet geen enkele bepaling

over het recht op onderwijs. Ten tweede

worden ouders of verzorgers verplicht hun

kind op een school te laten inschrijven,

terwijl zij die inschrijving niet kunnen

bewerkstelligen. Ten derde vereist de

Leerplichtwet dat kinderen uitsluitend

onderwijs volgen door voltijds en fysiek

op de school van inschrijving aanwezig te

zijn. Indien dit niet mogelijk is, biedt de

Leerplichtwet alleen de mogelijkheid dat

het kind helemaal niet meer naar school

gaat of dat hij en zijn ouders of verzorgers

strafrechtelijk worden vervolgd.

De Leerplichtwet moet volgens Sper-

ling op deze drie punten worden aange-

past. Om ervoor te zorgen dat het recht

op onderwijs van ieder kind beter wordt

gewaarborgd, moet in de Leerplichtwet

een bepaling worden opgenomen waarin

dit voor alle kinderen geldt. Zij geeft

een voorbeeld voor die bepaling:´ Ieder

kind heeft het recht om zijn persoonlijk-

heid, talenten en geestelijke en licha-

melijke vermogens zo volledig mogelijk

te ontplooien en heeft toegang tot een

school of onderwijsinstelling in de zin

van de Leerplichtwet.´ Dit heeft als voor-

deel dat het duidelijker is waar de Leer-

plichtwet voor is bedoeld.

Het tweede punt wat aangepast moet

worden is het volgende. De plicht van

ouders of verzorgers om er voor te

zorgen dat hun kind staat ingeschreven

bij een school kan onveranderd blijven

“Maatwerk in het onderwijs zou veel van deze problemen kunnen

voorkomen en wegnemen.”

“Alle kinderen zijn gelijkwaardig, maar niet gelijk.”

Page 10: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

10

in de Leerplichtwet, mits daaraan wordt

toegevoegd dat schoolbesturen verplicht

worden kinderen in te schrijven en toe te

laten. Het recht op onderwijs heeft welis-

waar geen horizontale werking, maar de

overheid kan die werking wel bewerkstel-

ligen door schoolbesturen via een wette-

lijke maatregel te verplichten kinderen

toe te laten. Dat doet de overheid ook

met de wet Passend onderwijs, waarin

staat dat een schoolbestuur een kind met

een extra ondersteuningsbehoefte moet

toelaten of er voor moet zorgen dat het op

een andere school wordt toegelaten.

Voor de tekst van deze verplichtingen van

een schoolbestuur kan dan ook gebruik

worden gemaakt van de tekst van het

wetsvoorstel ‘Passend onderwijs’. In de

Leerplichtwet kan dan worden bepaald

dat een schoolbestuur een inschrijvings-

verzoek met betrekking tot een kind alleen

kan afwijzen als het er zorg voor gedragen

heeft dat een andere school binnen het

samenwerkingsverband het kind toelaat.

Omdat het samenwerkingsverband moet

zorgen voor voldoende scholen en een

dekkend onderwijsaanbod, zal er in de

praktijk ook altijd een school beschikbaar

zijn. Op niet-nakoming van deze verplich-

ting kan bijvoorbeeld een bestuurlijke

boete worden gesteld. Dit moet ervoor

zorgen dat het goed wordt nageleefd.

Aangevoerd kan worden dat een derge-

lijke toelatingsverplichting in strijd is

met de vrijheid van onderwijs. Maar ook

hier heeft Sperling een antwoord op.

De vrijheid van onderwijs staat hiërar-

chisch lager dan het recht op onderwijs.

Art. 94 Grondwet bepaalt immers dat

binnen het Koninkrijk geldende wettelijke

voorschriften geen toepassing vinden,

indien deze toepassing onverenigbaar

is met een ieder verbindende bepaling

van een verdrag. De vrijheid van scholen

om te bepalen of zij kinderen al dan niet

toelaten is onverenigbaar met de verplich-

ting van de overheid ervoor te zorgen dat

ieder kind toegang heeft tot een school.

De vrijheid van onderwijs is gebaseerd op

art. 23 Grondwet, een binnen het Konink-

rijk geldend wettelijk voorschrift. Het

recht op onderwijs is gebaseerd op art.

2 van het Eerste Protocol bij het EVRM,

een ieder verbindende bepaling van een

verdrag en ook de artikelen 28 en 29 van

het IVRK. Art. 23 Grondwet vindt daarom

geen toepassing.

Als derde aanpassing stelt zij voor dat

de huidige tekst van de verplichting van

ouders of verzorgers om ervoor te zorgen

dat het kind ‘deze school na inschrijving

geregeld bezoekt’ verdwijnt. Hiervoor

in de plaats kan worden bepaald dat zij

ervoor moeten zorgen dat het kind ‘het

door deze school voor hem bestemde

onderwijs volgt’. Daarmee vervalt de

verplichting dat het kind alleen voltijds

onderwijs in het schoolgebouw van de

school van inschrijving volgt. Deze tekst

maakt het mogelijk dat een leerling,

onder de verantwoordelijkheid van de

school, geheel of gedeeltelijk niet de

school van inschrijving bezoekt, maar het

onderwijs voor kortere of langere tijd op

een andere plaats volgt, desnoods thuis.

Uiteraard moet dit onderwijs voldoen aan

de omschrijving van het recht op onder-

wijs en in overeenstemming zijn met de

voorschriften van de onderwijswetten.

Ook moeten de bepalingen met betrek-

king tot bekostiging worden versoepeld

om dit maatwerk mogelijk te maken.

Tevens zou het goed zijn om in de Leer-

plichtwet een bepaling op te nemen die

de leerplichtambtenaar de bevoegdheid

geeft om te bemiddelen bij de inschrij-

ving en plaatsing van een kind.

Verschillende meningenHet is dus duidelijk dat de Leerplichtwet

aangepast moet worden om maatwerk

te kunnen leveren, daar laat het rapport

´Van Leerplicht naar Leerrecht´ geen

twijfel over. Hoe dat moet gebeuren is nog

niet duidelijk, er zijn namelijk verschil-

lende visies. Maatwerk in het onderwijs is

iets wat iedereen belangrijk vindt, alleen

hoe dat er moet komen is nog de vraag.

1 Van Leerplicht naar Leerrecht

Adviesrapport van de Kinderom-

budsman over waarborging van het

recht op onderwijs naar aanleiding van

het onderzoek naar thuiszitters.16 mei

2013.

2. J. Sperling ´De Kinderombudsman en

het recht op onderwijs´ NJB 2013/1860

“De Leerplichtwet biedt nauwelijks of geen

mogelijkheden om maatwerk te bieden.”

REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

10

Page 11: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Op weg naar de top? Nu ben jij aan de beurt!Bij HVG werken we al jaren aan de juridische top.Wij weten als geen ander dat je dit alleen bereikt door samen te werken.Wij hebben een team van toptalenten verzameld door te kijken naarindividuele kwaliteiten. We hebben een sfeer gecreëerd waarin dezekwaliteiten het beste tot hun recht komen. Samen word je groot.Heb jij het talent en de motivatie om ons te versterken?

Kijk voor meer informatie opwww.werkenbijhvg.nl

Holland Van Gijzen Advocaten en Notarissen LLP heeft een strategische alliantie met Ernst & Young Belastingadviseurs LLP.

Page 12: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Het euthanasieverzoekUit het jaarverslag van de Regionale Com-

missies Euthanasie blijkt dat er het afge-

lopen jaar een stijging was van het aantal

euthanasiemeldingen.2 Dit betekent dat

steeds meer mensen behoefte hebben

aan een vrijwillig levenseinde. Ook gezien

de vergrijzing die op zal treden in Neder-

land zal het aantal meldingen de komende

jaren gaan stijgen. Op dit moment is in

artikel 293 van het Wetboek van Strafrecht

geregeld wanneer euthanasie strafbaar is.

Lid 2 van dit artikel bepaalt dat euthanasie

niet strafbaar is als het ‘is begaan door een

arts die daarbij voldoet aan de zorgvuldig-

heidseisen, bedoeld in artikel 2 van de Wet

toetsing levensbeëindiging op verzoek en

hulp bij zelfdoding en hiervan mededeling

doet aan de gemeentelijke lijkschouwer

overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van

de Wet op de lijkbezorging’.

De arts is degene die moet beslissen over

een euthanasieverzoek. Een wilsverklaring

voor euthanasie kan ook gegeven worden

voordat iemand ziek wordt.

Oud-rechter Jan Peeters(70) vindt dat niet

de artsen, maar rechters moeten oorde-

len over een euthanasieverklaring.2 Dit

gaat dan met name over het volgende

probleem. Patiënten kunnen al voordat ze

ziek worden een wilsverklaring opstellen.

Er zijn echter weinig artsen die hiermee

een euthanasieverklaring durven af te ge-

ven als een patiënt zelf niet meer duidelijk

kan maken dat hij dood wil. Dit kan zich

bijvoorbeeld voordoen bij dementie. Het

is voor een arts heel moeilijk om in te

schatten of een patiënt wel echt dood wil

en wat dan het moment is waarop eutha-

nasie moet worden gepleegd. Het plan van

Peeters zou hiervoor een oplossing kun-

nen zijn. Hij ziet dit als volgt voor zich: als

een dementerende voor de ziekte in een

wilsverklaring heeft aangegeven dood te

willen als hij in een gevorderd stadium van

de ziekte terechtkomt, moet een rechter

beslissen of iemand op het moment van

het euthanasieverzoek wilsonbekwaam

is en of de wilsverklaring nog mag gelden.

De voornaamste reden hiervoor is dat een

rechter onafhankelijk is en geen binding

heeft met de patiënt en de familie. Hierbij

hebben rechters ook de kennis en vaardig-

heid om moeilijke beslissingen te nemen.

Op deze manier wordt de wilsverklaring ge-

zien als een juridisch punt. De arts kan dan

na de beslissing van de rechter bepalen of

aan de medische voorwaarden is voldaan

en euthanasie wordt uitgevoerd.

Veel artsen, en ook het kabinet, zijn het

niet eens met de stelling van Peeters. Een

wilsverklaring is immers al geldig als deze

is voorzien van een handtekening en een

datum. Hierdoor is een rechterlijke toets

helemaal niet nodig. Daar komt bij dat het

feit dat een rechter geen binding heeft met

een patiënt het juist moeilijker maakt om

een wilsverklaring te beoordelen. Hiervoor

zou een rechter de situatie van de patiënt

goed moeten begrijpen.

De problemenAlbert Heringa wist dat hulp bij zelfdoding

strafbaar is. Hij zag het echter als een

‘daad van liefde’ om zijn stiefmoeder te

helpen met de zelfdoding. Ook zijn doch-

ters waren het hier mee eens. Het recht op

leven is immers geen plicht tot leven. In dit

geval valt er wel wat voor te zeggen, aange-

zien de persoon waar het om gaat 99 jaar

oud was en de wil om te leven helemaal

niet meer had.

Een ander verhaal is dat van Cor Boonstra.3

Zijn zoon Martin(50) had, na dertig jaar

lang psychiatrische behandeling, geen zin

meer in het leven. Hij kon het leven simpel-

Redactioneel

Regisseur van eigen levenseinde Door Jorrit Schuurmans

IN 2008 HIELP ALBERT HERINGA ZIJN 99-JARIGE MOEDER BIJ ZELFDODING. HIEROVER IS IN 2010 EEN DOCUMENTAIRE UITGEZONDEN GENAAMD‘DE LAATSTE WENS VAN MOEK’.1 NAAR AANLEIDING VAN DEZE DOCUMENTAIRE IS BEGIN SEPTEMBER DIT JAAR HET PROCES BEGONNEN TEGEN ALBERT HERINGA, AAN-GEZIEN HULP BIJ ZELFDODING IN NEDERLAND STRAFBAAR IS GESTELD IN ARTIKEL 294 LID 2 VAN HET

WETBOEK VAN STRAFRECHT. DIT DEED VEEL STOF OPWAAIEN IN NEDERLAND. VOLGENS EEN GROTE GROEP MENSEN, MET NAME DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR EEN VRIJWILLIG LEVENSEINDE, MOET ARTIKEL 294 LID 2 VERWIJDERD WORDEN UIT HET WETBOEK VAN STRAFRECHT. MAAR IS DIT WEL DE JUISTE OPLOSSING?

12

JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL

“Het recht op leven is geen plicht tot leven”

Page 13: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013

weg niet aan. Artsen en zorginstellingen

wilden niet meewerken aan de levensbe-

eindiging. Uiteindelijk besluiten zijn ou-

ders, na meerdere zelfmoordpogingen van

Martin, om hem te helpen bij het beëin-

digen van zijn leven. Er wordt een datum

geprikt en vader Cor bestelt de benodigde

medicijnen. Na het afscheid nemen, op 9

oktober 2009, neemt Martin de medicij-

nen in en valt uiteindelijk in slaap. 31 uur

later wordt hij echter weer wakker. De po-

ging is mislukt. In het ziekenhuis blijkt dat

de dosering niet klopte. Opnieuw willen de

artsen niet meewerken aan levensbeëindi-

ging. Martin wordt weer doorgestuurd naar

de afdeling psychiatrie. Ook daar gaat het

niet goed, waardoor een psychiater in het

ziekenhuis voorstelt om alsnog een aan-

vraag voor euthanasie te doen. Ook deze

aanvraag is niet succesvol. Ruim een half

jaar later beëindigt Martin zijn leven op

een onwaardige manier door zichzelf voor

een trein te gooien. Door deze dood kon

zijn familie geen afscheid van hem nemen

en kon zijn lichaam niet worden opgebaard.

Tussen deze twee verhalen bestaat een we-

zenlijk verschil. Bij het ene gaat het om een

99-jarige en bij het andere verhaal betreft

het iemand van rond de 50. Voor iemand

van 99, die zich dan toch al in de laatste

levensfase bevindt, is vaak meer begrip als

het gaat om euthanasie. Maar ook voor de

moeder van Albert Heringa was euthanasie

niet mogelijk. De reden hiervoor was dat ze

helemaal niet ziek was. Ze had simpelweg

geen zin meer in het leven en vond het wel

mooi geweest.

Als een huisarts het verzoek niet honoreert

betekent dit dat iemand met een doods-

wens nergens meer naartoe kan. Enkel

medici kunnen beslissen over euthanasie

en niemand anders. De enige andere mo-

gelijkheid voor Albert Heringa was geweest

om naar een andere arts te gaan, maar dit

had ook weinig kans van slagen. In het

Brongersma-arrest heeft de Hoge Raad be-

paald dat ‘’euthanasie of hulp bij zelfdo-

ding door een arts alleen gerechtvaardigd

is in situaties waarin aan het lijden van

betrokkene een medisch geclassificeerde

somatische of psychische ziekte ten grond-

slag ligt.’’4 Zogenaamde ‘levensmoeheid’

kan dus nooit een reden zijn voor euthana-

sie. Voor iemand als Maria ‘Moek’ Heringa

betekent dit dat er geen uitweg is.

Uit het strafrechtBij Martin Boonstra was dit anders. Er

was wel sprake van een psychische ziekte,

maar artsen wilden niet meewerken. Ook

voor Martin was er geen uitweg. Als de po-

ging om een einde aan zijn leven te maken

was gelukt zouden zijn ouders waarschijn-

lijk ook zijn vervolgd voor hulp bij zelfdo-

ding.

Hulp bij zelfdoding zou uit het strafrecht

moeten worden gehaald volgens de Ne-

derlandse Vereniging voor een Vrijwillig Le-

venseinde (NVVE).5 Veel mensen hebben

zich hierbij aangesloten na de vervolging

van Albert Heringa. Artikel 294 lid 2 van het

Wetboek van Strafrecht luidt nu als volgt:

‘Hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding

behulpzaam is of hem de middelen daar-

toe verschaft, wordt, indien de zelfdoding

volgt, gestraft met een gevangenisstraf van

ten hoogste drie jaren of geldboete van de

vierde categorie. Artikel 293, tweede lid, is

van overeenkomstige toepassing.’

Dit artikel uit het wetboek van strafrecht

halen betekent dat hulp bij zelfdoding

toegestaan is. Een gevolg hiervan zal ook

zijn dat mensen aan wie euthanasie niet

toekomt, gemakkelijk deze weg kunnen

kiezen. Dit heeft tot gevolg dat mensen die

niet lijden aan een ziekte, maar ‘levens-

moe’ zijn, met hulp van anderen een einde

kunnen maken aan hun leven. Iemand als

Martin Boonstra had zich dan niet voor een

trein hoeven gooien, maar samen met zijn

familie op een vredige manier zijn leven

kunnen beëindigen. Ook is het dan moge-

13

“Het aantal euthanasiemeldingen zal de komende jaren

stijgen”

“Er wordt een bepaalde grens overschreden als hulp bij zelfdoding niet meer strafbaar is”

Page 14: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

lijk om mensen stervenshulp te bieden, zo-

dat zij die dit willen op een verantwoorde

manier een einde aan hun leven kunnen

maken.

Het verwijderen van artikel 294 lid 2 uit het

Wetboek van Strafrecht heeft echter ook

een keerzijde. Deze heeft vooral een more-

le kant. Er wordt een bepaalde grens over-

schreden als je mensen toestaat familiele-

den te helpen bij zelfdoding.6 Ieder mens

heeft het recht op zelfbeschikking en het is

belangrijk dat mensen enige regie hebben

over hun eigen levenseinde, maar er moet

ook niet te lichtzinnig worden gedacht over

de dood. Het doel van de Nederlandse wet-

geving is om mensen die ondraaglijk lijden

een kans te geven om uit het leven te stap-

pen, niet om het zelfbeschikkingsrecht

te vergroten. Dat alleen een arts dit mag

doen is om zorgvuldigheid te garanderen.

Zonder deze wetgeving wordt het recht van

zelfbeschikking wel erg groot. Dan kan ie-

dereen zelf beslissen over het einde van

zijn leven. Ook moet de grens tussen hulp

bij zelfdoding en andere misdrijven tegen

het leven gericht worden bepaald. Er moet

achteraf wel bewezen kunnen worden dat

het ging om iemand die een einde wilde

maken aan zijn of haar leven. Dit zal vrij

lastig zijn en veel problemen opleveren.

De controle wordt enigszins uit handen

gegeven.

ConclusieWaarschijnlijk zal het niet zo ver komen

dat artikel 294 lid 2 uit het Wetboek van

Strafrecht wordt gehaald. Hiervoor zijn de

meningen te verdeeld. Daarbij zal het pro-

blemen opleveren. Een oplossing zou kun-

nen zijn dat artsen soepeler omgaan met

euthanasieverzoeken. Artsen kunnen hier

wat minder terughoudend in worden. Op

die manier kan bij meer mensen de wens

om een einde te maken aan het leven wor-

den gerealiseerd. wens om een einde te

maken aan het leven worden gerealiseerd.

Dit betekent wel dat ook de voorwaarden

waaraan moet worden voldaan bij eutha-

nasie moeten worden versoepeld.

1 Netwerk, 8 februari 2010

2 Regionale toetsingscommissie eutha-

nasie, jaarverslag 2012, p. 5.

3 De Volkskrant, 16 juli 2013

4 M. Effting, ‘Precies wat we wilden voor-

komen’, De Volkskrant 31 augustus

2013, p. 12.

5 HR 24 december 2002, NJ 2003, 167.

6 www.nvve.nl

7 ‘ Buitenhof, VPRO, 29 september 2013.

14

JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL

Page 15: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Bezoek ons op studystore.nlof onze winkel in Groningen:

Oude Kijk in ´t Jatstraat 199712 EA Groningen(naast de UB)

Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken.Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past.

Page 16: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Alternatieve geschilbeslechting in verschillende rechtsgebiedenHet is een geruststellende gedachte dat partijen onder-

ling een conflict kunnen oplossen. Beide partijen komen

naar buiten met een oplossing die voor hen het meest

geschikt is. Los daarvan zorgt de ADR voor kostenbespa-

ring en creëert het ruimte bij de rechtbanken. Mede hier-

omtrent kan de ADR zich redelijk gemakkelijk vestigen in

de civiele rechtspraak. Maar van nog groter belang is dat

er in de civiele rechtspraak sprake is van een horizontale

rechtsbetrekking. De partijen zijn gelijk aan elkaar. Dit in

tegenstelling tot het bestuursrecht en het strafrecht. Hier

is sprake van een verticale verhouding. De overheid staat

tegenover de verdachte. De doelen van onder andere

het strafrecht komen hiermee dan ook niet overeen met

die van de civiele rechtspraak.2 In de civiele rechtspraak

draait het om herstel of compensatie van geleden schade

van een gelijkwaardige partij. In het strafrecht draait het

met name om vergelding. De overheid draagt er aan bij

dat eigenrichting wordt voorkomen en probeert allerlei

PARTIJEN KUNNEN EEN CONFLICT MET ELKAAR HEBBEN. DIT KAN WORDEN OPGELOST DOOR NAAR DE RECHTER TE STAPPEN. DIT IS DE MEEST BEKENDE MANIER VAN GESCHILBEMIDDELING MAAR NIET ALTIJD HET MEEST LUCRATIEF. ER ZIJN OOK ANDERE MANIEREN OM TOT EEN OPLOSSING TE KOMEN. DIT WORDT ALTERNATIEVE GESCHILBESLECHTING GENOEMD, OOK WEL ALTERNATIVE DISPUTE

RESOLUTION, AFGEKORT ADR. VOORBEELDEN HIERVAN ZIJN ARBITRAGE, MEDIATION EN BINDEND ADVIES. MET NAME IN DE CIVIELE RECHTSPRAAK HEBBEN DEZE VORMEN VAN BEMIDDELING EEN VASTE PLAATS INGE-NOMEN. DE VRAAG IS NU OF DE ALTERNATIEVE GESCHILBESLECHTING IN ALLE VORMEN VAN RECHTSPRAAK EEN GESCHIKT ALTERNATIEF KAN VORMEN. 1

16

JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL

Redactioneel

Alternatieve geschilbeslechting in een verticale rechtsverhouding; een gewaarborgd alternatief voor de rechtspraak?Door Lotte Hageman

Page 17: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

andere ordeproblemen tegen te gaan. Zij

waarborgen een groter belang. Het alge-

meen belang. Ze beschermen en verte-

genwoordigen de samenleving en onder

omstandigheden heeft een sanctie een

afschrikkingsfunctie. Dit in acht nemend,

kan alternatieve geschilbeslechting dan wel

toegepast worden in het strafrecht? 3

De belangen van een zorgvuldige procedureZoals eerder vermeld is er in het straf-

recht geen sprake van een geschil tussen

gelijkwaardige partijen maar is er sprake

van eenzijdige rechtshandelingen uitge-

voerd door de overheid. Deze eenzijdige

rechtshandelingen worden opgelegd nadat

een zorgvuldige procedure is doorlopen.

Gebruikmakend van de alternatieve geschil-

beslechting zou aan deze zorgvuldige

procedure voorbij worden gegaan, wat de

legitimering vormt van de eenzijdig opge-

legde sanctie. Het strafproces is een met

waarborgen omkleed proces met zeker-

heden voor de verdachte. Het ADR is nog

niet zo ver ontwikkeld in het strafrecht dat

met zekerheid te zeggen is dat dit tevens

een waarborgen omkleed proces zal zijn. 2

Van primair belang in het strafrecht is de

verticale verhouding tussen het OM en de

verdachte. Het OM dient de maatschappij te

beschermen tegen de daden verricht door

de verdachte en dient bestraffend op te

treden. Maar wanneer men overgaat naar de

alternatieve geschilbeslechting ziet dit op

de horizontale verhouding tussen niet het

OM en de verdachte maar het slachtoffer en

de verdachte. Hier is ook wat voor te zeggen.

De laatste jaren is een duidelijke bewe-

ging zichtbaar waarin de belangen van het

slachtoffer meer op de voorgrond treden.

Het slachtoffer kan zich voegen in de zaak

als benadeelde partij en sinds kort heeft het

ook een spreekrecht. Door het slachtoffer

en de verdachte het onderling uit te laten

vechten is er meer ruimte voor leedverwer-

king en andere vormen van herstel van de

veroorzaakte schade.4

In hoeverre wordt de ADR doorgevoerd?Bij de vraag of de ADR een geschikt alter-

natief is, is het natuurlijk erg belangrijk in

hoeverre de ADR is doorgevoerd. Er zijn

die verschillende vormen waarop de ADR

gebruikt kan worden. De eerste vorm is de

herstelbemiddeling. Deze vorm van bemid-

deling staat volledig los van het strafproces.

Het heeft geen invloed op de uitkomst van

het proces.5 Het wordt bewerkstelligt op

volledig vrijwillige basis en vindt vaak pas

plaats na het proces, maar het draagt sterk

bij aan het mentale herstel van het slacht-

offer.

Een andere vorm is die waarbij de bemidde-

ling wel een plaats heeft in het strafproces,

waar de uitkomst kan leiden tot een sepot

of strafvermindering. En de meest extreme

vorm is die waar het volledig de plaats van

het strafproces inneemt. 2

Los van de vorm van alternatieve geschil-

beslechting die gebruikt wordt moet er nog

naar een aantal andere factoren gekeken

worden. Van belang is bijvoorbeeld of het

de eerste overtreding was van de dader of

dat hij regelmatig terug keert in de recht-

bank. Verder zijn het soort delict en de

belangen van het slachtoffer van groot

belang. Wanneer er sprake is van een veel-

vuldig misdadiger is het belang van het

beschermen van de maatschappij groter

dan het belang van het slachtoffer die zich

nog altijd kan voegen in het proces. Ook

zal je het niet vreemd voorkomen dat een

verdachte volgens het gewone strafproces-

recht vervolgd zal worden wanneer het een

ernstig delict betreft waarbij extra leed-

toevoeging van belang is. Maar wanneer

hetzelfde doel kan worden bereikt met de

ADR als met een strafproces dan is het logi-

scher om gezien de kosten en andere voor-

delen voor het slachtoffer voor deze vorm

van behandeling te kiezen. 2

(Conclusie)De toekomstDuidelijk is dat er veel variabelen zijn die

in acht genomen moeten worden om te

kunnen bepalen of alternatieve geschilbe-

slechting ook een gewaarborgd alternatief

kan vormen voor het strafproces. Het is een

rechtsvorm die volop in ontwikkeling is.

Maar ook duidelijk is dat het in plaats van

een alternatief zeker een aanvulling is op

het strafrecht.

1 (Alternatieve) geschilbeslechting, ejure,

28 september 2013

<http://www.ejure.nl/index.php/

overheid/69-alternatieve-geschilbe-

slechting>

2 ‘ADR in het strafrecht; de derde in een

verticale rechtsstrijd tussen de bestraf-

fende overheid en de verdachte.’

N.J.M.Kwakman

<rechten.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/.../

Geschilbeslechting_ADR.doc‎>

3 Regioplan Beleidsonderzoek, Eindeva-

luatie herstelbemiddeling (Onderzoek

in opdracht van het WODC van het

Ministerie van Justitie) Regioplan publi-

katienr. 488.

4 Themanummer van Ars Aequi (Nijmegen

2002): Buiten de recher om, met een

bijdrage van Crijns: ‘De strafrechter

buitenspel. Buitengerechtelijke afdoe-

ning van strafbare feiten in heden en

toekomst’.

5 A. Smolders en A de Lange, ‘Mediation

in strafzaken: het belang van herstel’,

in NJB afl. 28, 4 augustus 2000, p. 1375

e.v.

REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013

17

“Wanneer er sprake is van een veelvuldig misdadiger is het

belang van het beschermen van de maatschappij groter dan het

belang van het slachtoffer.”

Page 18: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Pachamama Artikel 71 van de Grondwet van Ecuador

luidt: ‘Nature, or Pacha Mama, where

life is reproduced and occurs, has the right

to integral respect for its existence and for

the maintenance and regeneration of its life

cycles, structure, functions and evolutio-

nary processes. All persons, communities,

peoples and nations can call upon public

authorities to enforce the rights of nature

To enforce and interpret these rights, the

principles set forth in the Constitution shall

be observed, as appropriate. The State

shall give incentives to natural persons and

legal entities and to communities to protect

nature and to promote respect for all the

elements comprising an ecosystem.1’

Vergeleken met onze grondwetsartikelen

is dit wel een stuk romantischer. Onze

Grondwet is toch vaak stoffig en saai gefor-

muleerd. Maar waarom geven de Ecuadori-

anen en Bolivianen hun ‘Pachamama’ zulke

rechten? De Zuid-Amerikanen hebben altijd

al een veel sterkere binding gehad met hun

Moeder Aarde. Al tijdens de Incatijd werd

Moeder Aarde vereerd als een godin die

de mens beschermt en het leven mogelijk

maakt. Deze speciale waardering van de

aarde is altijd in de Zuid-Amerikanen blijven

zitten. Het opnemen van de rechten van

de natuur is een moderne uiting daarvan.

Bovendien ontpopten Ecuador en Bolivia

zich als voorvechters van de internationale

milieubescherming. En dat doen ze op een,

in onze ogen, eigenzinnige manier. Zo stemt

Bolivia alleen in met milieuverdragen en

-akkoorden als er als doel een maximale

temperatuurstoename van 1 graad Celsius

wordt gesteld.2 En Ecuador wilde in ruil

voor financiële steun de olie onder hun

tropische wouden met rust laten.3 Volgens

deze twee landen heeft de ontwikkeling

van het Westen voor dodelijke wonden in

Pachamama gezorgd. Volgens hen is tijd dat

‘de geïndustrialiseerde wereld haar verant-

woordelijkheid neemt.4’ Voor Ecuador en

Bolivia is het opnemen van rechten voor

Moeder Natuur dus meer dan een gebaar.

Het is een onderdeel van hun cultuur. Een

gedachte die zij ook op internationaal

toneel uiten voor de bescherming van de

aarde.

Moeder Natuur in de rechtszaal Maar hoe worden de rechten van de Moeder

Aarde in de praktijk toegepast? Ik zal aan de

hand van ,onder andere, de zaak tussen de

Vilcabamba en de provincie Loja de werking

uiteen zetten. Deze zaak is zo bijzonder

omdat het de eerste zaak is waar een recht-

bank een uitspraak over de rechten van

Pachamama heeft gedaan.

DE VILCABAMBA WINT RECHTSZAAK TEGEN HET BESTUUR VAN DE PROVINCIE LOJA IN ECUADOR.’ OP ZICH NIET EEN HEEL GEKKE TITEL VOOR EEN KRANTENBERICHT. MAAR WEL ALS JE ER ACHTER KOMT DAT DE VILCABAMBA EEN RIVIER IS. EEN RIVIER DIE EEN RECHTSZAAK WINT. HET KAN SINDS 2008 IN ECUADOR EN SINDS 2011 OOK IN BOLIVIA. DE RECHTEN VAN DE NATUUR ZIJN

OPGENOMEN IN DE GRONDWET, ZODOENDE KAN EEN IEDER IN NAAM VAN DE NATUUR DE OVERHEID TER VER-ANTWOORDING ROEPEN. IN DIT STUK WORDT ONDERZOCHT WAAROM DEZE LANDEN DIT HEBBEN GEDAAN EN HOE HET IN DE PRAKTIJK WERKT. DAARNAAST WORDT OOK BEKEKEN OF DIT WELLICHT EEN (GOED) VOOR-BEELD IS DAT NEDERLAND MOET VOLGEN. ZODAT ER WELLICHT OOIT DE KRANTENKOP VERSCHIJNT: HET HOENDIEP WINT RECHTSZAAK VAN DE GEMEENTE GRONINGEN.

18

JFV IN CASU - DECEMBER 2013REDACTIONEEL

Redactioneel

Moeder natuur in de grondwet; goed voorbeeld doet volgen?Door Joost Bunk

“De zorg der overheid”

Page 19: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

De zaak tegen de provincie werd aange-

spannen door twee Amerikanen die in de

die regio wonen. Zodoende wordt uitvoe-

ring gegeven aan het stuk ‘All persons’

uit artikel 71. Er is dus geen restrictie wat

betreft nationaliteit of belanghebbend-

heid. De klacht was dat de provincie zonder

milieuvergunning puin in de Vilcabamba

had gestort om de weg, die er naast loopt,

te verbreden. Zodoende waren zij van menig

dat de rechten van Moeder Aarde waren

geschonden. De rechtbank was het met de

klagers eens en stelde een schending van

artikel 71 vast.

Daarnaast heeft de rechtbank geconclu-

deerd dat mogelijkheid tot schade aan

de natuur voldoende is. Bovendien ligt

de bewijslast bij de gedaagde, omdat die

een beter inzicht heeft in de effecten van

het gedrag. Op deze manier wordt de volle

bescherming van de natuur gegarandeerd.

De rechtbank is zelf nog verder gegaan.

Mocht er sprake zijn van een botsing tussen

het recht van Moedernatuur en een ander

grondrecht, dan moet het recht van moeder

aarde prevaleren omdat ‘een gezonde

natuur belangrijker is dan elk ander recht en

bovendien meer mensen raakt.5’

Kort na deze uitspraak was het de overheid

zelf die zich beriep op een schending van

de rechten van Moeder Natuur door illegale

goudmijnbedrijven. Ook hier zag de rechter

een inbraak op de rechten van Moeder

Natuur. De rechter ging nog weer een stap

verder en beval een militaire aanval op

de mijninstallaties om de inbreuk op de

rechten te doen stoppen.6

Uit de voorgaande cases blijkt dat het Recht

van Pachamama meer is dan een gebaar.

Het is een sterk recht dat verstrekkende

gevolgen kan hebben.

Nederland De Nederlanders hebben niet zo’n sterke

culturele binding met de natuur. De gemid-

delde Nederlander vindt het strand van

Scheveningen en de Veluwe een mooi

stukje natuur. Maar van een verering is geen

sprake.

Maar past het, afgezien van de praktische

bezwaren, in de Nederlandse grondrecht-

doctrine om ook expliciet de rechten van de

natuur er in op te nemen? Daarvoor moeten

we weten waarom wij ook alweer grond-

rechten en een Grondwet hebben en wat

daar precies instaat.

Onze Grondwet dateert uit 1814. Maar de

Grondwet is daarna wel een aantal keren

gewijzigd waarvan de wijzingen in 1848

door Thorbecke het belangrijkst zijn.7 Het

doel van de Grondwet is de hoofdzaken van

de organisatie van de overheid regelen en

de verhouding tussen overheid en burgers.8

Bij het eerste moet gedacht worden aan het

verwerken van het Trias Politica beginsel

van Montesquieu, het regelen van het

koningschap en het bestuur van provin-

cies et cetera. Bij het tweede deel moet

gedacht worden aan de grondrechten. Dit

zijn de meest fundamentele rechten in onze

democratie. Omdat deze grondrechten zo

belangrijk zijn voor de verhouding tussen

de individu en de overheid zijn ze in hoofd-

stuk 1 van de Grondwet geplaatst.9

De Grondrechten waarborgen de autonomie

van het individu tegenover de overheid,

vormen grondbeginselen van de mense-

lijke waardigheid, gelden voor iedereen en

geven gestalte aan de rechtstaat. 10

We kennen in Nederland een onderscheid

in onze grondrechten. Er zijn klassieke

grondrechten en sociale grondrechten. De

klassieke grondrechten bieden garanties

tegen inbreuken door de overheid. Klas-

sieke grondrechten zijn bijvoorbeeld de

vrijheid van meningsuiting, het actieve

kiesrecht en het discriminatieverbod. De

sociale grondrechten zijn een ‘voorwerp van

de zorg der overheid’. Bij klassieke grond-

rechten wordt de overheid gevraagd iets na

te laten. Maar bij de sociale rechten wordt

er actieve zorg van de overheid verwacht.

De overheid krijgt de plicht om te zorg te

dragen voor: werkgelegenheid, woongele-

genheid, onderwijs, sociale zekerheid en

volksgezondheid.11 Grondrechten in Neder-

land zijn dus vooral mensenrechten. De

REDACTIONEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013

19

“Dodelijk wonden door het Westen”

Page 20: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

20

burger wordt beschermd tegen inbreuken en voor de burger moet

gezorgd worden.

Toch ligt in een deze mensenrechten ook een bescherming van de

het milieu. Artikel 21 van de Grondwet luidt: De zorg van de overheid

is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en

verbetering van het leefmilieu. Met de term leefmilieu doelt de wet

op milieubescherming in ruime zin.12 Het gaat dus niet alleen om

het milieu van de mens maar ook in de inpasbaarheid van de mens

in het milieu en de bescherming daarvan.13 In de praktijk betekent

dit artikel dat de wetgever voorzieningen moet treffen waardoor dit

sociale grondrecht wordt verwezenlijkt. In de praktijk gebeurt er niet

veel met dit artikel. Dit komt onder andere door het toetsingsverbod

uit art. 121 Grondwet. Daarnaast is in de jurisprudentie bepaald dat

dit artikel niet direct een zorgplicht schept.14 De bestuursrechter

past art. 21 zelden toe aangezien er in Nederland veel milieuwetge-

ving is. Artikel 21 wordt dan ook vaak gebruikt als vangnet.15

Conclusie De Ecuadorianen en Bolivianen laten hun waardering

voor hun ‘Pachamama’ blijken door haar op te nemen in hun

Grondwet. Het is niet alleen een mooi gebaar, maar een gebruikt

recht. Een beroep op de rechten van moeder natuur kan verstrek-

kende gevolgen hebben voor zowel de overheid als de burger. Het

recht van Pachamama moet altijd prevaleren. In Nederland hebben

we een minder sterke waardering voor onze natuur. Wij hebben

haar geen eigen plekje gegeven in de Grondwet. Maar door een

grondrecht voor de mens wordt de Nederlandse ‘Pacha Mama’ toch

beschermd. Toch is de bescherming wel minder sterk dan die in

Zuid-Amerika. Dit komt door het toetsingsverbod en doordat het

niet als een directe zorgplicht wordt gezien in de jurisprudentie.

Daartegenover staat dat door de milieuwetgeving een bescher-

ming van het milieu wel is gewaarborgd. Het opnemen van Moeder

Natuur zou in Nederland niet meer zijn dan een mooi gebaar. Het

Hoendiep zien we dus voorlopig niet in de rechtzaal.

1 De Grondwet van de Republiek Ecuador

2 P. Luttikhuis, ‘Een reddingsplan voor moeder aarde.’

NRC Handelsblad 14 april 2011 <http://www.nrc.nl/

klimaat/2011/04/14/een-reddingsplan-voor-moeder-aarde>

3 Enviroment News Service, ‘Ecuador Seeks Compensation to

Leave Amazon Oil Undisturbed.’ <http://www.ens-newswire.

com/ens/apr2007/2007-04-24-04.asp>

4 S. Chavkin, ‘Bolivia’s leader pushes rich nations for climate

adaptation funds.’ www.grist.org 30 april 2009. <http://grist.

org/article/2009-04-30-bolivia-morales-climate-adapt>

E. Daly, ‘The Ecuadorian Exemplar: The first ever vindications of

constitutional rights of nature.’ RECIEL 2012, nr. 1, p.63-65.

5 idem

6 P.P.T. Bovend’Eert & C.A.J.M. Kortmann, Inleiding constitutio-

neel recht, Deventer: Kluwer 2006.

7 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-

gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.

8 J.W.P. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag :

Boom Juridische uitgevers 2011.

9 Handelingen Tweede Kamer 1975/76 bij wetsontwerp 13 872.

11 J.W.P. Verheugt, Inleiding in het Nederlandse recht, Den Haag :

Boom Juridische uitgevers 2011.

12 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-

gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.

13 Kamerstukken I 1976/77, bij wetsontwerp 13872 & 13873.

14 Rb Almelo. 6 december 1995, NJ 1996, 723.

15 A.K. Koekkoek e.a., De grondwet : een systematisch en artikels-

gewijs commentaar, Deventer : W.E.J. Tjeenk Willink 2000.

REDACTIONEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

20

“Moeder Natuur moet prevaleren”

Page 21: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Personae

‘I have a dream’; keerpunt in de strijd om gelijke burgerrechten?Door Martijn Knol

Amerika is niet meer het land dat het 50 jaar

geleden was. Het land heeft tegenwoordig

een zwarte president. De gruwelijke Jim

Crow wetten1 (onder andere het gebruik van

inferieure sanitaire watervoorzieningen, en

lynching als je ging stemmen) gelden niet

meer en de interraciale huwelijken stijgen

met het jaar.2 Toch kunnen we concluderen

dat de verschillen nog steeds behoorlijk

groot zijn.3

Als de speech van King nader wordt

bekeken, kunnen er vier grote grieven uit

gedestilleerd worden. Discriminatie door

lokale overheden, barrières waardoor

zwarte Amerikanen niet gaan stemmen,

weinig economische kansen en oneerlijke

behandeling door de politie.

Bij de ondertekening van The Civil Rights Act

of 1964 waar King bij aanwezig was werd

bepaald dat er een verbod kwam op discri-

minatie van Afro-Amerikanen en tevens een

verbod op segregatie, waardoor de eerste

grief meteen werd aangepakt. Een jaar later

werd het tweede probleem aangepakt met

behulp van The Voting Rights Act of 1965.

Dit heeft er niet alleen toe geleid dat meer

Afro-Amerikanen gaan stemmen maar ook

dat er meer de politiek in zijn gegaan. Qua

economische kansen zijn de cijfers ook

indrukwekkend. In 1959 had slechts 4,9

% van de Afro-Amerikanen tussen de 25

en 29 jaar een ‘college’-diploma terwijl in

2010 38% van de Afro-Amerikanen tussen

de 18 en 24 een opleiding genoten aan

een universiteit. Echter is het niet alleen

maar goed nieuws wat de klok slaat.4 Nog

steeds hebben Afro-Amerikanen een lagere

levensverwachting ten opzichte van hun

blanke landgenoten. Ze verdienen minder

geld waardoor de kinderen minder kansen

krijgen, waardoor deze naar minder goede

scholen kunnen gaan. Bovendien gaat de

oneerlijke behandeling door justitie ook

nog steeds verder.

In 2011 zaten 478 Amerikaanse blanke

mannen per 100.000 Amerikaanse blanke

mannen in de gevangenis. Voor de Afro-

Amerikaanse mannen was dit 3023 per

100.000 Afro-Amerikaanse mannen hebben

vier keer meer kans om opgepakt te worden

voor marihuana bezit dan blanke Ameri-

kaanse mannen.5 Dit verschil is niet af te

leiden uit alleen de misdaadcijfers. Ook

de recente stop- en fouilleeracties van de

politie van New York worden gezien als een

van de grootste raciale acties in Amerika.

Meer dan 80 procent van de gefouilleerden

waren vaak onterecht Afro-Amerikanen of

Mexicanen, waardoor het vertrouwen in

justitie afneemt.6 De discriminatie is nog

lang niet verdwenen, de verschillen bestaan

nog steeds. Er is nog een lange weg te gaan

maar je moet blijven dromen.

1 ‘Chasing the dream’ The economist 2013,

nr 8850, p. 10.

2 ‘Waking life ‘The economist 2013, nr

8850, p. 19.

3 U.S Census Bureau. ‘America’s families

and Living Arrangements’ <www.census.

gov/population/www/socdemo/hh-fam/

cps2010.html >

4 Waking life ‘The economist 2013, nr 8850,

p. 21

5 Waking life ‘The economist 2013, nr 8850,

p. 22

6 ‘Washington Post ‘fixing New York’s

flawed stop and frisk policing’ 14

augustus 2013

<ht tp://ar t ic les .washing tonpost .

com/2013-08-14/opinions/41408538_1_

stop-and-frisk-law-enforcement-new-

york-city-council >

TERWIJL BAKERMAT’S VANDAAG OP DE RADIO WORDT GEDRAAID HEEFT MENIGEEN DOOR DAT ER EEN SAMPLE WORDT GEBRUIKT VAN MARTIN LUTHER KING. HET IS DIT JAAR 50 JAAR GELEDEN DAT KING DE MAGISCHE WOORDEN ‘I HAVE A DREAM’ UITSPRAK. KING HIELD ZIJN TOESPRAAK OP DE TRAPPEN VAN HET ABRAHAM LINCOLN MONUMENT, TERWIJL IN HET CENTRUM VAN WASHINGTON MEER DAN

250.000 MENSEN WAREN. DE ‘MARS OP WASHINGTON’ WAS EEN GROOT SUCCES. HET WAS EEN STRIJD VAN ZWARTE AMERIKANEN VOOR GELIJKE BURGERRECHTEN. ZIJN DEZE DOELEN UITEINDELIJK OOK ECHT BEREIKT?

PERSONAEJFV IN CASU - DECEMBER 2013

21

Page 22: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

COLUMN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

Column

De invloed van media op de strafmaatDoor Tim Beukema

22

De rechter houdt bij de oplegging van de

straf geregeld rekening met de media-

aandacht die de zaak heeft gegenereerd.

Een aantal voorbeelden zijn makkelijk te

vinden. Zo is er de Brabantse pastoor,

die in het bezit van kinderporno bleek te

zijn. De rechter gaf in zijn vonnis aan dat

de pastoor al in een

dusdanige mate

was gestraft door

de aandacht die de

media aan de zaak

schonk, dat een straf-

vermindering op zijn

plaats was. Dit was

ook het geval bij de

zogenaamde Eind-

hovense kopschop-

pers. De rechter was

van mening dat de

beelden niet via de

media verspreid

hadden mogen worden, omdat de

persoonlijke levenssfeer van de minderja-

rige verdachten heeft aangetast.

De media heeft grote invloed op de

verdachten. De concurrentiestrijd in de

media is groot. Dat brengt met zich mee

dat de grenzen van privacy vervagen, om

zodoende een nieuwsbericht zo snel moge-

lijk de wereld in te krijgen. Het nieuws ligt

voor het oprapen, en de media proberen

zich te onderscheiden via de snelheid van

het aanbod. Een beroep doen op terug-

houdendheid van journalisten lijkt aan

dovemansoren gericht, aangezien de slag

met de concurrent dan verloren gaat. Dat

zegt ook Victor Lebesque, voorzitter van de

Raad voor de Journalistiek.

Onder menig critici heerst de opvatting dat

er in de strafmaat geen rekening gehouden

moet worden met de media-aandacht die

de zaak heeft gekregen. Er wordt beweerd

dat het juridische en het maatschappe-

lijke aspect gescheiden benaderd moet

worden. Het maatschappelijke gevolg

voor de verdachte dient niet meegewogen

te worden door de rechter. In twee zaken

met dezelfde feiten zou een even hoge

straf opgelegd moeten worden, ongeacht

of een zaak wel of niet in diverse nieuws-

bulletins is belicht. De media-aandacht

had je kunnen voorzien voordat je de

misdaad beging, waardoor er geen reke-

ning mee gehouden hoeft te worden.

Het schandpaaleffect wat de aandacht

van de media kan creëren, heeft echter

grote gevolgen voor de

verdachte. De verdachten

zijn zichtbaar in het

nieuws, en makkelijk op

internet te vinden. Gege-

vens worden tot in lengte

van dagen opgeslagen,

waardoor een verdachte

altijd achtervolgd wordt

door zijn veroordeling. Dat

wordt hij trouwens ook

als hij niet veroordeeld

wordt. De publieke tribune

heeft zijn gal immers al

kunnen spuwen op het

wereldwijde web, en dat is niet meer te

rectificeren. Zo is de hoofdredacteur van

Kidsweek vrijgesproken van het bezit van

kinderporno, maar de een groot deel van

de bevolking had haar standpunt al inge-

nomen. Ook een meer recent voorbeeld,

waarin Pownews op zoek ging naar de

verdachte van de recente aanslagen in

Nairobi, spreekt boekdelen. De ‘verdachte’

werd opgezocht via Facebook, waarna zijn

foto werd getoond op nationale televisie.

“Filmpjes en foto’s van verdachten worden

wijdverspreid, waardoor de verdachten door het grote

publiek al veroordeeld zijn.”

FACEBOOK EN TWITTER, HET ZIJN POPULAIRE MEDIA OM GRAPPIGE FILMPJES, LEUKE ANEKDOTES EN FOTO’S VAN JE KAT TE LATEN ZIEN. DE SOCIALE MEDIA HEEFT ECHTER NIET ALLEEN DEZE FUNC-TIE. STEEDS VAKER WORDT VOORAL DE SOCIAL MEDIA GEBRUIKT ALS EEN ONLINE SCHANDPAAL. FILMPJES EN FOTO’S VAN VERDACHTEN WORDEN WIJDVERSPREID, WAARDOOR DE VERDACHTEN

DOOR HET GROTE PUBLIEK AL VEROORDEELD ZIJN LANG VOORDAT ZE UBERHAUPT VOOR DE RECHTER ZIJN VERSCHENEN.

Page 23: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

“Het bleek echter niet om de verdachte in kwestie te gaan,

maar om een onschuldige die toevallig dezelfde naam

deelde.”

Het bleek echter niet om de verdachte in

kwestie te gaan, maar om een onschuldige

die toevallig dezelfde naam deelde.

Er dient in de strafmaat rekening gehouden

te worden met de media. De invloed blijkt

niet gering te zijn en bovendien is de

media-aandacht die aan een bepaalde

zaak gegeven wordt, zeer selectief. Voor

bepaalde zaken is meer aandacht dan

voor andere zaken, terwijl de ernst van

de zaken hiermee niet in verband hoeft

te staan. De grensrechterzaak is een zaak

die breed uitgemeten is in de media. De

verdachten zijn door velen al veroordeeld,

en op internet zijn hun foto’s makkelijk te

vinden. Dat tekent de verdachten voor de

rest van hun leven. Dat terwijl er zaken

te vinden zijn waarin de gevolgen net zo

schrijnend zijn geweest, maar waaraan de

media voorbij is gegaan.

Dat er wel degelijk verschil bestaat tussen

zaken die veel media-aandacht krijgen en

zaken die dat niet krijgen is een gegeven.

Twee zaken die als enige verschil de media-

aandacht hebben, moeten zodoende

anders beoordeeld worden. Dat hier een

andere strafmaat bij hoort, lijkt mij een

logisch gevolg.

COLUMNJFV IN CASU - DECEMBER 2013

23

Page 24: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Stad van de demonstratiesWat er meteen opvalt, is de hoeveelheid

demonstraties. Momenteel natuurlijk voor-

namelijk met betrekking tot het ingrijpen

in Syrië, maar inwoners zeggen dat men er

altijd wel een reden vindt om zich, gewa-

pend met mantra´s en spandoeken, naar

het Capitool of het Witte Huis te begeven.

Op Lafayette Square, tegenover het Witte

Huis, bevindt zich sedert ruim dertig jaar

de meest standvastige demonstrante

ooit in de Verenigde Staten: Concepción

Picciotto, oftewel ‘Connie’. Tenten zijn niet

toegestaan op het plein en daarom bestaat

haar onderkomen uit een megaparaplu

met daarover een zeil. Verder wordt de

plek geflankeerd door posters en flyers met

teksten als “BAN ALL NUCLEAR WEAPONS”

of “LIVE BY THE BOMB, DIE BY THE BOMB”.

Connie is voor vrede, draagt een helm om

zich te beschermen tegen de radioactieve

golven die het Witte Huis uitzendt om haar

uit te schakelen en wil op deze, inmiddels

tot bedevaartsoord uitgegroeide plek,

sterven.2

Office of the Attorney GeneralAls rechtenstudent ben ik hier daarentegen

voor een stage bij ‘the Office of the Attorney

General’ (OAG), letterlijk: het kantoor van

de procureur generaal. Dit is een soort krui-

sing tussen een provincie-/gemeentehuis

ALHOEWEL DE NUMMERBORDPLATEN IN ‘D.C.’ (DISTRICT OF COLUMBIA), HOOFDSTAD VAN DE VERENIGDE STATEN EN BOLWERK VAN DIENS POLITIEK, REFEREREN AAN DE VOORAVOND VAN DE AMERIKAANSE ONAFHANKELIJKHEIDSOORLOG, IS HET HIER ALS STUDENT GOED TOEVEN! DE STAD IS TE KLEIN OM ER TOTAAL VERLOREN TE ZIJN, MAAR GROOT GENOEG OM JE ER NOOIT

TE HOEVEN VERVELEN. DAARBIJ IS D.C. VAN ‘MURDER CAPITAL’ IN DE JAREN ‘90, NAAR EEN (RELATIEF) VEI-LIGE STAD MET EEN OVERVERTEGENWOORDIGING VAN YUPPEN GEGAAN. BOVENDIEN IS HET DANKZIJ ‘THE HEIGHT OF BUILDINGS ACT (1910)’ EEN STAD MET VOORNAMELIJK LAAGBOUW GEBLEVEN. DE WET SCHRIJFT IMMERS VOOR DAT GEBOUWEN NIET HOGER MOGEN ZIJN DAN DE BREEDTE VAN DE STRAAT PLUS 6,1 METER, BEDOELD OM DE STAD TE BESCHERMEN TEGEN WOLKENKRABBERS. DE MONUMENTALE OBELISK TER ERE VAN GEORGE WASHINGTON IS ECHTER DE GROOTSTE TER WERELD.1

STUDENT AND THE CITY JFV IN CASU - DECEMBER 2013

24

Door Jolein Holtz

Student and the city

“Taxation without representation”, Washington D.C

F102025
Sticky Note
Door Olga van der Sluis
Page 25: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

STUDENT AND THE CITYJFV IN CASU - DECEMBER 2013

25

en openbaar ministerie. Het maakt deel uit

van de overheid en zoals alles wat publiek

is in de VS, is ook dit stukje ervan in geen

decennia gerenoveerd. Elf verdiepingen

hoog vindt men er typisch jaren ´70 groene

vloeren en deuren, gecombineerd met

goudkleurige klinken. De officieren van

justitie van D.C. vervolgen zowel daders

van huiselijk geweld als horecabazen die

de vergunningregels overtreden.

In tegenstelling tot bij ons, is de voorop-

leiding tot officier hier dezelfde als die tot

advocaat; na de rechtenstudie doe je een

test, het ‘Bar-exam’, en hierna -mits je

slaagt-, kun je beide togaberoepen prac-

tiseren.

Nederland: een armoedige democratieAls je in de V.S. rechter wilt worden, moet je

in ongeveer de helft van de staten nog altijd

door het volk verkozen worden. Ik vraag me

af of dit wel ten goede komt aan de kwali-

teit van de rechter, maar over het algemeen

vinden de Amerikanen dit systeem zeer

oké. Een inwoner die ik vertelde hoe het in

Nederland gaat, reageerde zelfs verbaasd,

omdat hij altijd in de veronderstelling was

geweest dat Nederland een democratie is…

In geval van de federale rechtbanken (en

die van D.C.), is het overigens de president

die de rechters, in samenwerking met de

senaat, aanwijst.

Prostitutie vs. juryselectieTer aanvulling op mijn stage moet ik hier

een onderzoek doen en in eerste instantie

leek mij het prostitutiebeleid interessant,

omdat het in schril contrast staat met dat

van Nederland. Prostitueren is in zo goed

als alle staten verboden, waaronder D.C.,

en strafbaar is degene die prostitueert,

niet degene die haar (of hem) een bezoek

brengt. Dit bleek echter een hopeloze exer-

citie te worden, omdat ten eerste men me

ongemakkelijk aankijkt als ik over prosti-

tutie begin (de V.S. zijn in veel opzichten

preutser dan Nederland) en ten tweede

het een genegeerde kwestie is, waar

maar weinig informatie over te vinden is,

behalve de wet.

Mede daarom ben ik tot een ander

onderwerp gekomen, namelijk de jury-

rechtspraak. In tegenstelling tot het

doel waarmee het ooit in het leven werd

geroepen, namelijk het geven van een

stem aan het volk om corruptie en tunnel-

visies tegen te gaan, is het uitgegroeid tot

een instrument dat door dure advocaten

zo sluw mogelijk bespeeld wordt. In D.C.

zijn er tientallen bureaus met psycho-

logen gespecialiseerd in de juryselectie,

die advocaten adviseren in de rechtbank.

Beide pleiters mogen immers een aantal

juryleden zonder opgaaf van redenen

(behalve bij verdenking van discrimi-

natie) wraken en mét opgaaf van redenen

nog meer. Dit zou moeten leiden tot een

zo onpartijdig mogelijke jury. De pleiters

daarentegen willen een zo partijdig moge-

lijke jury, één die aan hun kant staat. Daar

komt nog bij dat veel juryleden maar wat

graag gewraakt worden, om zo snel moge-

lijk weer naar huis te kunnen.

Juryselectie wordt voorafgegaan door ‘voir

dire’ (Latijn: verum dicere). Tijdens het voir

dire mogen de pleiters allerhande vragen

stellen aan de jury, persoonlijk of via de

rechter, om te achterhalen of sommige

juryleden misschien bevooroordeeld zijn.

Hierbij wordt getracht zoveel mogelijk

sympathie en vertrouwen te wekken, door

middel van de formulering en intonatie van

de vragen. Tevens een klusje waar advo-

caten in geval van grote zaken graag een

adviseur bij halen.3

Dit doet de vraag rijzen of juryrechtspraak

niet achterhaald is en uitgegroeid tot een

verachtelijk commercieel gebeuren, wat

niets meer met rechtvaardigheid te maken

heeft. Is het tijdperk van corrupte nota-

belen niet allang voorbij? Is een beroeps-

rechter niet veel beter in staat om te

oordelen wat rechtvaardig is dan een door

emotie en onwetendheid bewogen jury?

Of is het juist goed om (onderbuik)gevoel

mee te laten wegen in de rechtszaal? En zo

ja, geeft dit niet te veel macht aan advo-

caten om deze gevoelens te bespelen?

Heeft iemand met geld voor een topad-

vocaat dan eigenlijk niet bij voorbaat al

gewonnen?

Wie het weet mag het zeggen…

1 Urbina, Ian (2006-07-13). “Washington

Officials Try to Ease Crime Fear”. The

New York Times. Retrieved 2008-12-07.

2 http://www.washingtonpost.com/

sf/feature/wp/2013/05/02/connie-

picciotto-has-kept-vigil-near-the-white-

house-for-32-years-why-and-at-what-

cost/

3 Mastering Voir Dire and Jury Selection:

Gaining an Edge in Questioning and

Selecting Your Jury; Jeffrey T. Frederick

“The office of the Attorney General’ maakt deel uit van de overheid

en zoals alles wat publiek is in de VS, is ook dit stukje ervan in geen

decennia gerenoveerd.”

Page 26: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Juridisch actueel

Afkopen van rechtvaardigheid Door Anna Sophie Meulenberg en Tjalling Bosker

STEL JE VOOR, JE GEVANGENISSEN ZITTEN OVERVOL, JE KAMPT MET EEN BEGROTINGSTEKORT EN JE RECHTERLIJKE MACHT DRAAIT OVERUREN. WAT DOE JE DAN? EEN MOGELIJKE OPLOSSING: JE LAAT CRIMINELEN BETALEN OM VAN HUN STRAF AF TE KOMEN. MENSEN BEGAAN EEN OVERTREDING EN ONDERVINDEN HIER VERDER GEEN GEVOLGEN VAN, MITS ZIJ VOLDOEN AAN DE EISEN VAN HET

OPENBAAR MINISTERIE (OM). TOT NOG TOE GING DIT VOORNAMELIJK OP VOOR RELATIEF ONSCHULDIGE DELICTEN, TEGENWOORDIG GAAT DIT ECHTER STEEDS VERDER. DE VRAAG IS WAAR DE GRENS LIGT. MOET ER EEN VERSCHIL WORDEN GEMAAKT TUSSEN DELICTEN ENKEL VAN FINANCIËLE AARD, EN DELICTEN WAARBIJ INDIVIDUEN ENIGE VORM VAN LETSEL OPLOPEN? IN NEDERLAND EN BELGIË WORDEN ER AL SOORTGELIJKE SYSTEMEN GEHANTEERD.

JURIDISCH ACTUEEL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

26

Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014

Page 27: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

JURIDISCH ACTUEELJFV IN CASU - DECEMBER 2013

27

“delinquenten op het gebied van milieu, drugs, diefstal en

mishandeling kochten hun zaak af ”

Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014

NederlandSinds jaar en dag worden overtredingen en

misdrijven afgedaan door middel van het

strafrecht. In principe bepaalt de rechter

of een verdachte schuldig is en welke straf

zij oplegt. Dit is veranderd in 2008 met de

inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening.

Hiermee werd het ook voor het Openbaar

Ministerie mogelijk om zelfstandig lichte

straffen op te leggen, de zogenaamde straf-

beschikking. Dit gaat op voor alle overtre-

dingen en misdrijven waarop een maximum

gevangenisstraf staat van zes jaar. De wens

om deze wet in te voeren vloeit voort uit

het feit dat er capaciteitsproblemen waren

binnen de rechtspraak. De mogelijkheden

tot en de doelmatigheid van de buitenge-

rechtelijke afdoening vergroten was volgens

de wetgever van groot belang. Tevens

draagt de wet ertoe bij dat alleen zaken die

naar hun aard geschikt zijn voor strafrech-

telijke afdoening ook daadwerkelijk bij de

strafrechter terechtkomen.

Hierbij dient een duidelijk onderscheid

gemaakt te worden tussen de termen straf-

beschikking en strafrechtelijke sanctie. Bij

de sanctie ‘koop’ je als het ware je vervol-

ging af: het betalen van de sanctie zorgt

ervoor dat je niet verder vervolgd wordt.

Dit is bij de strafbeschikking niet het geval.

Deze strekt niet ter voorkoming van de

vervolging, maar biedt het OM de gelegen-

heid de zaak te vervolgen en te bestraffen.

Zij kan zelfstandig straffen en maatregelen

opnemen in haar strafbeschikking en is

voor de tenuitvoerlegging niet meer afhan-

kelijk van de medewerking van de betrok-

kene. Mocht het geval zich voordoen dat

een betrokkene een boete niet betaalt, dan

kan de officier van justitie het Centraal Justi-

tieel Incasso Bureau inschakelen, waar dit

voorheen via de strafrechter gespeeld werd.

De strafbeschikking heeft van zichzelf een

executoriale titel. De doelmatigheid is met

het instellen van strafbeschikking dus al

enorm bevorderd.

Daarnaast heeft de wetgever ook rekening

gehouden met de rechtmatigheid van de

OM-afdoening. Er mag immers geen strijd

ontstaan met het vereiste van een eerlijk

proces ex artikel 6 van het Europees Verdrag

voor de Rechten van de Mens (EVRM). De

betrokkene hoeft zich niet bij de strafbe-

schikking van de officier van justitie neer

te leggen. De gang naar de strafrechter blijft

altijd open staan.

BelgiëDe mogelijkheid tot afbetalen van verdere

vervolging bestaat in ons zuidelijke buur-

land al enige tijd. In 1984 werd het Belgi-

sche Wetboek van Strafvordering (Belgisch

Sv) uitgebreid met art. 216bis. Via dit

artikel kon de procureur des Konings in

een aantal gevallen een minnelijke schik-

king voorstellen. In gevallen waarin het ging

om misdrijven met een maximale gevan-

genisstraf van vijf jaar, misdrijven waarop

een geldboete stond of delicten waar een

combinatie van deze straffen gehanteerd

moest worden, kon vanaf nu enkel een

geldboete gevorderd worden. Dit was echter

alleen mogelijk wanneer de zaak nog niet

aanhangig was gemaakt bij de rechtbank en

wanneer er nog geen gerechtelijk onderzoek

was gevorderd.

Mede vanwege de vaak lange procestijd,

waarbij moeilijkheden ontstonden omtrent

het innen van een verbeurdverklaring of

schadevergoeding, en de wens de minne-

lijke schikking ook open te stellen wanneer

het strafproces al aangevangen was, werd

er in 2011 een nieuwe wet ingevoerd. Deze

nieuwe wet, de wet op minnelijke schik-

king, hield een verruiming van art. 216bis

Belgisch Sv in. Kort daarop volgde een repa-

ratiewet, welke het systeem verfijnde.

Sinds de invoering van deze wet staat de

minnelijke schikking open voor alle overtre-

dingen, wanbedrijven en correctionaliseer-

bare misdaden. Toepassing van deze wet is

mogelijk indien er nog geen vonnis of arrest

is uitgesproken dat kracht van gewijsde

heeft verkregen. De minnelijke schikking is

nu dus mogelijk voor bijna alle misdrijven,

en in alle fasen van de rechtszaak.

Sinds de invoering van deze wet stijgt het

aantal afdoeningen via minnelijke schik-

king. In 2012 werden er in België 6.677

dossiers afgedaan via deze wet. In een

zeer gering geval ging het om delicten van

zuiver financiële aard. De meeste zaken

betroffen gevallen van verstoring van de

openbare orde, maar ook delinquenten

op het gebied van milieu, drugs, diefstal

en mishandeling kochten hun zaak af door

een geldsom te betalen.

Verschil België en NederlandIn België werd de minnelijke schikking

twee jaar geleden uitgebreid om fraudeurs

efficiënter te bestraffen en de verjaring van

dergelijke dossiers tegen te gaan. In Neder-

land is de strafbeschikking ingevoerd om

de officier van justitie de bevoegdheid te

geven om zelfstandig een straf op te leggen

in zaken waarbij sprake is van een overtre-

ding of een misdrijf waar maximaal 6 jaar op

staat. Het verschil ligt hem in het feit dat de

strafbeschikking een echte bestraffing is, de

verdachte wordt vervolgd. Het OM in België

heeft daarentegen de minnelijke schik-

king tot haar beschikking. Hiermee kan het

OM de verdachte de mogelijkheid tot het

afkopen van strafvervolging aanbieden.

Deze verdachte wordt dus niet vervolgd. De

minnelijke schikking heeft aldus een veel

vrijblijvender karakter, als je niet ingaat op

het voorstel wordt je alsnog vervolgd. Bij de

strafbeschikking heb je deze optie niet, hier

staat alleen de optie tot verzet bij de rechter

nog open. Een ander verschil ligt hem in

Page 28: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

28

JFV IN CASU - DECEMBER 2013JURIDISCH ACTUEEL

het type straf wat het OM kan opleggen. In

België kan het OM niet anders dan de beta-

ling van een geldsom (of eventueel door

afstand te doen van bepaalde voorwerpen)

voorstellen. Het Nederlandse OM heeft veel

meer middelen tot haar beschikking. Zij kan

boetes, taakstraffen, ontzegging van rijbe-

voegdheid, schadevergoeding ten behoeve

van het slachtoffer of onttrekking van het

verkeer opleggen. Daarnaast kan zij nog

voorwaarden, zoals een afkickprogramma

of een contactverbod, opleggen. Zij mag

alleen geen vrijheidsontnemende maatre-

gelen opleggen, dit blijft voorbehouden aan

de rechter.

KritiekUiteraard is er ook kritiek op de strafbe-

schikking. In Nederland ligt deze kritiek

vooral in het feit dat het principe van de

machtenscheiding hierdoor vervaagt.

Terwijl het OM voorheen alleen onderdeel

was van de uitvoerende macht, gaat zij nu

ook als rechtsprekende macht fungeren. Het

OM heeft niet de onafhankelijke positie, die

de ‘echte’ rechterlijke macht wel heeft. De

officier van justitie is immers ambtenaar en

dient in beginsel de instructies van hogere

ambtenaren en bewindspersonen op te

volgen. Een ander punt van kritiek is dat

de stap naar de rechter groter wordt. Als

de verdachte het niet eens is met de straf-

beschikking is híj degene die verzet moet

instellen. Pas na het verzet zal de officier

van justitie de gronden voor de vervolging

hard moeten maken. Terwijl je normaal

gesproken als verdachte voor de rechter

wordt gedaagd. Dit is voor de verdachte

een risico, hij kan er immers niet zeker van

zijn dat de straf die de rechter oplegt lager

zal zijn dan de voorgestelde strafbeschik-

king en hij zal gedurende het strafproces

in onzekerheid zitten. Door deze drempel

kan het OM hiermee zonder al te veel weer-

stand straffen opleggen. Hetgeen de schijn

opwekt dat de strafketen erg efficiënt werkt,

maar er in de praktijk toe leidt dat kern-

waarden zoals rechtvaardigheid en waar-

borgen tegen de overheid niet meer in acht

genomen hoeven te worden.

Echter is het eerste kritiekpunt wat men te

binnen zal schieten het mogelijk ontstaan

van klassenjustitie. Dit verschijnsel is al

zichtbaar wanneer het gaat om verkeers-

boetes. De rijkere mensen zullen hierdoor

relatief gezien minder hard geraakt worden

in de portemonnee. Er is binnen de samen-

leving al vraag naar het eventueel inko-

mensafhankelijk maken van deze boetes.

Maar wat gebeurt er met de verhoudingen

binnen de samenleving, wanneer ook

andersoortige delicten afgedaan kunnen

worden met het betalen van een geldsom?

Het preventieve doel van het opleggen van

straffen, burgers behoeden voor het begaan

van overtredingen/misdrijven, wordt hier-

door beïnvloed. De barrière voor het begaan

van een dusdanige gedraging, zal voor de

draagkrachtigen binnen de samenleving

lager worden. Deze of gene kan zijn straf

immers zonder veel problemen afkopen.

ConclusieZowel het Belgische als het Nederlandse

systeem zorgen ervoor dat een geringer

aantal zaken bij de rechterlijke macht

terecht komt. Hierbij is dan wel gekozen

voor verschillende methoden, al is de

uitwerking vergelijkbaar. Of deze regelingen

in de toekomst op deze manier gehanteerd

zullen worden blijft de vraag, de punten

van kritiek blijven doorklinken en zullen

bij verdere uitbreiding wellicht nog heftiger

worden. Misschien bestaan er betere alter-

natieven voor het afkopen van straffen. Wij

stellen voor: een schandpaal op de Grote

Markt!

- <http://www.rechtspraak.nl/Recht-In-

Nederland/ThemaDossiers/Pages/Wet-

OM-afdoening.aspx>

- <http://www.eubelius.be/nl/spotlight/

verruiming-van-de-minnelijke-schikking-

strafzaken>

- <http://www.legalworld.be/legal -

w o r l d / M i n n e l i j k e - s c h i k k i n g - i n -

strafzaken-wordt- fors-ui tgebreid.

html?LangType=2067>

- <http://www.gva.be/nieuws/binnen-

land/aid1033486/nieuwe-wet-op-

minnelijke-schikking-goedgekeurd.aspx>

- < h t t p : / / w w w . l e g a l w o r l d .

b e / l e g a l w o r l d / c o n t e n t .

aspx?id=40198&LangType=2067>

- <http://www.vandaag.be/binnen-

land/134525_voorbije-jaar-lieten-crimi-

nelen-in-6600-dossiers-straf-afkopen.

html>

- <http://www.knack.be/nieuws/belgie/

duizenden-criminelen-kopen-hun-

vervolging-af/article-normal-103993.

html>

- <http://www.montesquieu-instituut.

nl/9353202/d/onderzoek/trias%20poli-

tica/een_stap_te_ver.pdf>

- Memorie van toelichting Wet OM-afdoe-

ning

- art. 74 Wetboek van Strafrecht

- Verkiezingsprogramma van de SP en de

ChristenUnie

“het OM mag zelfstandig

straffen opleggen”

“een schandpaal op de Grote Markt!”

Juridisch Actueel In Casu 2 te vinden in Folder In Casu 2013-2014

Page 29: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Vind je het een spannende uitdaging om hechte relaties op te bouwen met gerenommeerde, internationale cliënten? Wil je de grenzen van je praktijkgebied verleggen naar een breed spectrum van sectoren? Heb je het talent, inzicht én de energie om de meest complexe transacties succesvol af te ronden? Link dan met Linklaters! Wij zijn een wereldwijd, toonaangevend kantoor met advocaten, notarissen en fiscalisten. We zijn altijd op zoek naar jong toptalent. Dus als jij carrière wilt maken in een open en toegankelijke omgeving, waarin pragmatisme en vernieuwend denken centraal staan, bekijk dan onze stagemogelijkheden en vacatures op www.linklatersgraduates.nl

Link up.

Page 30: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

ACHTER DE DEUR VAN…. JFV IN CASU - DECEMBER 2013

30

Wat is er zo leuk aan internationaal privaatrecht?‘In het laatste jaar van mijn studie kwam

ik zelf voor het eerst in aanraking met het

vak internationaal privaatrecht. Ik weet

nog goed dat ik het zo anders vond dan

alle andere vakken die ik tot dan toe had

gevolgd. Ineens bleek dat er nog veel meer

was dan alleen het Nederlandse recht en

dat het helemaal niet zo logisch is om er

altijd maar vanuit te gaan dat het Neder-

landse recht van toepassing is. Het interna-

tionaal privaatrecht (IPR) biedt een geheel

van ‘verkeersregels’ die je in grensover-

schrijdende gevallen sturen in de richting

van het toepasselijke rechtsstelsel. Ieder

land heeft zijn eigen IPR-regels en die

verschillen ook per land. Is bijvoorbeeld

de Nederlandse rechter wel altijd bevoegd

om van een internationaal geschil kennis te

nemen? Hoe zit dit precies? En is het Neder-

landse recht wel van toepassing of is dat

bijvoorbeeld het Italiaanse recht? Het was

voor mij echt een eyeopener.’

Hoe bent u hier op deze positie terecht gekomen?‘Ik ben geboren en getogen in Groningen

en ben hier ook gaan studeren. Ik heb er

voor gekozen om de richtingen notarieel

recht en privaatrecht te doen. Toen ik in

mijn laatste jaar in aanraking kwam met

het vak Internationaal Privaatrecht en het

toen nog verplichte seminar Internationaal

Privaatrecht kwam ik erachter dat mijn

interesse echt op dit gebied ligt. Professor

Ten Wolde gaf destijds het seminar en zo

kwam ik persoonlijk in contact met hem.

Hij opperde de mogelijkheid om promo-

tieonderzoek te gaan doen. Zelf had ik nog

niet eerder over deze mogelijk nagedacht,

maar het idee sprak mij meteen aan en zo

geschiedde. Eerst moest ik nog twee scrip-

ties (want twee studierichtingen) schrijven,

en beide heb ik op een deelonderwerp

van mijn (latere) promotieonderzoek

kunnen schrijven. Het afstuderen liep zo

heel soepel over in promoveren, omdat ik

tijdens het schrijven van mijn beide scrip-

ties al bezig was met het onderwerp van

mijn promotie.

Mijn promotieonderzoek is uiteindelijk

uitgemond in een proefschrift, met als titel

Internationale boedelafwikkeling. Over het

toepasselijke recht op de afwikkeling van

nalatenschappen.

Achter de deur van….

Jan-Ger Knot, universitair docent internationaal privaatrecht Door Sylvana Slot

VOOR VELEN IS HET INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT EEN NOG ONBEKEND TERREIN. HET VAK WORDT IMMERS PAS IN DE MASTER GEGEVEN EN IS DAAR BIJ DE MASTER NEDERLANDS RECHT ALLEEN EEN VERPLICHT VAK VOOR DE SPECIALISATIE PRIVAATRECHT. TIJD OM DIT ONDERBELICHTE RECHTSGE-BIED EENS NADER TE BEKIJKEN. DE HEER KNOT GEEFT ONDER ANDERE HET VAK INTERNATIONAAL

PRIVAATRECHT (SAMEN MET PROF. MR. M.H. TEN WOLDE) EN HET SEMINAR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT C.S. EN DAARNAAST IS HIJ WERKZAAM IN DE PRAKTIJK BIJ PLASBOSSINADE.

Page 31: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

ACHTER DE DEUR VAN….JFV IN CASU - DECEMBER 2013

31

Op het moment dat ik begon met promo-

veren ben ik ook begonnen bij PlasBossi-

nade voor een dag in de week. Ik deed vier

dagen onderzoek en werkte een dag in de

praktijk, wat ik overigens nog steeds doe.

De combinatie van praktijk en wetenschap

vind ik erg belangrijk. Je kunt je onderzoek

hierdoor beter relativeren en je krijgt meer

inzicht in de problemen die zich voordoen

in de praktijk. Dit houdt je ook scherp en

zorgt er voor dat je geen problemen op gaat

lossen die in de praktijk helemaal geen

problemen blijken te zijn.

Tijdens het promoveren gaf ik al college

aan studenten wat me erg goed beviel. Ook

begeleidde ik af en toe al eens een scriptie.

Toevallig kwam het zo uit dat er aan het

eind van het promotietraject een positie

als universitair docent vrijkwam. Dat was

voor mij de perfecte vervolgstap. Het bleef

mogelijk om naast de ud-functie een dag in

de week bij PlasBossinade te werken, voor

mij een uitstekende combinatie.’

Waarom bent u niet in de randstad gaan werken?‘Dit is geen bewuste keuze geweest, het

promotietraject kwam op mijn weg en dat is

de voornaamste reden dat ik in Groningen

ben gebleven. Ik wilde wel erg graag ook in

de praktijk gaan werken. Ik kon bij PlasBos-

sinade aan de slag, dus ook in Groningen.

De promotieplek werd financieel mede

mogelijk gemaakt door PlasBossinade.

Hierdoor zat ik een dag per week bij hen op

kantoor en de rest van de tijd op de facul-

teit. Voor PlasBossinade is het handig om

zo de contacten te onderhouden met de

universiteit. Op de universiteit is er meer

tijd voor onderzoek dan in de praktijk en

die kennis is zeker nodig in de praktijk. Zo

kwam het kantoor sneller in contact met

die kennis. PlasBossinade had overigens

inhoudelijk geen enkele invloed op mijn

onderzoek, ik bepaalde zelf (in overleg met

mijn promotor) welke kant ik op wilde en

welke onderwerpen ik ging onderzoeken.

Het onderzoek stond inhoudelijk volledig

los van kantoor. ‘

Hoe zit het met onderzoek? Heeft u daar nog wel tijd voor?‘Het verschilt per periode, als er veel onder-

wijs moet worden gegeven dan neemt dat

veel tijd in beslag maar als de onderwijs-

verplichtingen minder zijn dan is er meer

ruimte voor onderzoek. Ik hou me uiteraard

bezig met het internationaal privaatrecht,

maar dit is een ontzettend breed rechtsge-

bied. Er zijn zo veel verschillende richtingen

binnen het privaatrecht, in principe alles

wat grensoverschrijdend is en met privaat-

recht te maken heeft valt in dit vakgebied.

Het is van belang om alle Europese ontwik-

kelingen op dit gebied te blijven volgen en

deze bespreek ik soms in wetenschappe-

lijke tijdschriften. Daar beschrijf ik dan in

hoe de regeling in elkaar zit, waarom dat zo

is en wat dit betekent voor de Nederlandse

rechtspraktijk. Ook schrijf ik soms noten bij

rechterlijke uitspraken.

Daarnaast lever ik bijdragen aan boeken.

Laatst is bijvoorbeeld het Compendium

Estate Planning uitgekomen en daarin heb

ik de IPR-aspecten van estate planning

beschreven. Boek 10 BW, waarin de Neder-

landse regels voor het aanwijzen van het

toepasselijke recht zijn opgenomen en dat

“Bij PlasBossinade vragen ze mij dikwijls advies omtrent de

grensoverschrijdende aspecten van een geval. Samen met de advocaat

of (kandidaat-)notaris lossen we dan eerst de IPR-problemen op, waarna het dossier vervolgens verder kan

worden afgewikkeld.”

Page 32: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

32

op 1 januari 2012 in werking is getreden,

is ook heel interessant. Op dit gebied is

het recht nog in ontwikkeling. Inhoudelijk

zitten er geen grote wijzigingen in, maar het

internationaal privaatrecht is door de plaat-

sing in het BW voor de praktijk wel een stuk

zichtbaarder geworden. Het is interessant

om onderzoek te doen daar waar het recht

in beweging is. Nieuwe of gewijzigde regels

vormen altijd een dankbaar onderwerp

voor actueel onderzoek.

Op Europees gebied ben ik nu onder andere

bezig met de nieuwe Brussel I-Verordening.

In deze verordening wordt het Europese

grensoverschrijdende burgerlijk proces-

recht geregeld: welke rechter is bevoegd

om van een internationale burgerlijke of

handelszaak kennis te nemen en onder

welke voorwaarden wordt zijn uitspraak in

de andere lidstaten erkend en kan deze

daar worden ten uitvoer gelegd? De nieuwe

verordening brengt hierin een aantal voor

de praktijk belangrijke wijzigingen aan,

die goed in kaart moeten worden gebracht.

Doel is om het Europese procesrecht verder

te vereenvoudigen en zo de tijd en kosten

van internationaal procederen voor de

burgers te verminderen.’

Vind u het jammer dat uw sectie niet in het Harmoniegebouw zit?‘Het is fysiek niet mogelijk om alle

vakgroepen en secties van de rechtenfa-

culteit in het Harmoniegebouw te vestigen.

Maar ik ben zeer tevreden met mijn kamer

hier boven de Openbare Bibliotheek. Het is

groot en ruim, en ik heb een mooi uitzicht

op het Academiegebouw. Ik kijk alleen ook

uit op het terras van Mr. Mofongo’s en als

het lekker weer is dan denk je wel eens:

“toch jammer dat ik hier binnen zit en niet

daar beneden op het terras”, maar dat

hoort erbij hoor. In de tijd dat ik nog promo-

tieonderzoek deed, had ik wel een kamer in

het Harmoniegebouw. De contacten die ik

toen heb gelegd met bijvoorbeeld de colle-

ga’s van de vakgroep Privaatrecht en Nota-

rieel recht zijn er nog steeds en dan is de

afstand geen probleem. Het is immers niet

zo dat ik aan de andere kant van de stad zit,

het is om de hoek.’

Is er wel werk te vinden als je je specialiseert in internationaal privaatrecht?‘ Ja absoluut, het ligt alleen iets ingewik-

kelder dan bij andere rechtsgebieden.

Met alleen kennis van het internationaal

privaatrecht kom je er namelijk niet in de

praktijk. Het is de eerste stap die je moet

nemen om een grensoverschrijdend geval

op te kunnen lossen: het vinden van het

toepasselijke recht. De tweede stap die

je moet nemen is het toepassen van het

rechtsstelsel waar je op bent uitgekomen.

Het komt daarom in de praktijk bijna niet

voor dat iemand zich in brede zin (alleen)

in het internationaal privaatrecht specia-

liseert. Wat vaker voorkomt is dat iemand

zich op bijvoorbeeld het ondernemings-

recht specialiseert en daarbij ook het inter-

nationale ondernemingsrecht bijhoudt. Het

is met de huidige ontwikkelingen en de

sterke drang naar harmonisatie in Europa

heel uitdagend om zowel de nationale

als internationale ontwikkelingen bij te

houden. Het aantal zaken met een grens-

overschrijdend karakter, waarbij vragen van

IPR dus een rol spelen, groeit nog ieder jaar.

Een goede en gedegen kennis van het IPR is

in de praktijk dus van toenemend belang.

Bij PlasBossinade vragen ze mij daarom

dikwijls advies omtrent de grensoverschrij-

dende aspecten van een geval. Samen met

de advocaat of (kandidaat-)notaris lossen

we dan eerst de IPR-problemen op, waarna

het dossier vervolgens verder kan worden

afgewikkeld.’

Komt het wel eens voor dat u vindt dat een bepaald rechtsstelsel van toepassing is en dat een rechter dan tot een andere conclusie komt?‘Zoals je ondertussen misschien wel door-

hebt is het internationaal privaatrecht een

ontzettend breed rechtsgebied. Het is

daarom ook voor een rechter soms lastig

om dit goed toe te passen. Het is wel eens

voorgekomen dat ik na toepassing van de

Nederlandse IPR-regels tot de conclusie

kwam dat de Nederlandse rechter niet

bevoegd was. De rechter achtte zich echter

wel bevoegd en deed toch uitspraak. We

zijn toen in hoger beroep gegaan en het

Hof was van oordeel dat de Nederlandse

rechter in dit geval toch niet bevoegd was.

Het blijven natuurlijk rechtsregels die je

toe moet passen en men kan over de inter-

pretatie van bepaalde daarin gehanteerde

begrippen wel eens van mening verschillen.

Een aardig voorbeeld kun je zelfs terug-

kijken. Meester Frank Visser, ook wel

bekend als ‘de Rijdende Rechter’, vergist

zich ook wel eens. In de aflevering van 22

februari 2013 van Recht in de Regio past

mr. Visser de verkeerde wettelijke regeling

toe. Hij past de Wet conflictenrecht huwe-

lijksvermogensregime toe op de vraag naar

de erkenning in Nederland van een in Las

Vegas gesloten huwelijk, terwijl deze wet

op 1 januari 2012 is vervallen. Hij had hier

Boek 10 BW toe moeten passen. Gelukkig

was het resultaat wel gelijk en de uitkomst

– het huwelijk was geldig in Nederland –

dus correct.’

Wilt u de studenten nog iets mee geven?‘Internationaal privaatrecht is een heel

ander vak dan de vakken die je tot nu

toe hebt gehad. Het is daarom van groot

belang dat je doorkrijgt welke vragen je

moet stellen en het heeft tijd nodig om

dit systeem door te krijgen. Begin dus

niet pas drie weken voor het tentamen

met studeren, want dan is het erg lastig

om je dit rechtsgebied voldoende eigen te

maken. Het gaat erom dat je de structuur

doorkrijgt en snapt welke vragen je moet

stellen bij een grensoverschrijdend geval.

En dan is het internationaal privaatrecht

een hartstikke leuk vakgebied!’

“Het internationaal privaatrecht (IPR) biedt een geheel van ‘verkeersregels’ die je in

grensoverschrijdende gevallen sturen in de richting van het toepasselijke rechtsstelsel”

UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 33: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1
Page 34: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013

34

GeschiedenisRond de jaren 90 behoorde Bosnië nog

tot het voormalige Joegoslavië. Dit grote

land bevatte veel verschillende volkeren

en verschillende religieuze groepen. Mede

door deze reden viel Joegoslavië uit elkaar.

Zo ook Bosnië. Dit gebied was destijds

onder te verdelen in 3 religieuze groepen:

de Bosnische moslims (ongeveer 44%), de

Bosnische Serviërs (31%) en de katholieke

Kroaten (17%). Men begon voor dit gebied

een referendum voor onafhankelijkheid.

Het resultaat hiervan was dat de meerder-

heid voor de onafhankelijkheid was en

dus zal het gebied in het vervolg de repu-

bliek van Bosnië en Herzegovina (hierna:

Bosnië) genoemd worden. Op 6 april 1992

erkenden de Europese landen Bosnië en

de dag erna volgde de Verenigde Staten.

De één na grootste religieuze groep echter,

de Bosnische Serviërs, was tegen de

onafhankelijkheid. De Bosnische Serviërs

wilden Servisch grondgebied binnen

Bosnië veiligstellen en kregen hierbij hulp

van Servië, onder leiding van Milosevic en

van het Yugoslav People’s Army (JNA). Op

vele van deze gebieden woonden echter

Bosnische Moslims, waardoor voorna-

melijk deze groep slachtoffer dreigde te

worden van de Serviërs.

Vanwege enerzijds het feit dat de Verenigde

Staten en Europa Bosnië al reeds hadden

erkend en dus voor onafhankelijkheid

waren en anderzijds wegens het inperken

van de macht van Milosevic, besloten zij

zich in de strijd te mengen. Dit door middel

van de Verenigde Naties, die een vredes-

missie opstartte. De Nederlandse blauw-

helmen werden mede ingezet.

16 april 1993 roept de VN het gebied rond

Srebrenica uit tot ‘safe area’, een veilige

haven voor de Bosnische moslims, omdat

de VN het gebied zou gaan bewaken.

Desalniettemin weten de Servische

troepen op 11 juli 1995 vrij gemakkelijk de

stad binnen te dringen waarop de geno-

cide plaats vindt.

Vele nabestaanden van de duizenden

mensen die zijn omgekomen zijn boos

op de VN omdat zij vinden dat hun omge-

Uitgelicht

Moeders van Srebrenica Door Jolein Holtz

NA DE GENOCIDE VAN ROND DE 8000 MOSLIMSTRIJDERS IN 1995 ZIJN VERSCHILLENDE ORGANI-SATIES BEGONNEN MET HUN QUEESTE NAAR RECHTVAARDIGHEID. ZIJ ZIJN VAN MENING DAT DE NEDERLANDSE BLAUWHELMEN, ONDER BEVEL VAN DE VERENIGDE NATIES, ONZORGVUL-DIG HEBBEN GEHANDELD EN HIERVOOR VERANTWOORDELIJK MOETEN WORDEN GEHOUDEN.

MOEDERS VAN SREBRENICA IS EEN DERGELIJKE ORGANISATIE. PAS EIND JUNI VAN DIT JAAR HEBBEN ZIJ ANT-WOORD GEKREGEN OP HUN PRANGENDE VRAGEN. DE ORGANISATIE IS VAN MENING DAT DE IMMUNITEIT VAN DE VERENIGDE NATIES MOET WIJKEN VOOR DE ERGSTE MENSENRECHTENSCHENDING DIE ER IS, DE GENOCIDE. DE VRAGEN DIE DE HOGE RAAD DAN OOK MOEST BEANTWOORDEN WAREN: HEEFT DE CIVIELE SCHADECLAIM VOORRANG OP DE VOLKENRECHTELIJKE IMMUNITEIT VAN DE VERENIGDE NATIES? EN HOE INTERPRETEREN WE DEZE IMMUNITEIT, GENOEMD IN HET HANDVEST VAN DE VERENIGDE NATIES?

“Het handhaven van deze immuniteit is een verplichting van de leden

van de VN en deze verplichting gaat boven de verplichtingen opgesomd

in het EVRM.”

Page 35: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

komen vrienden en familie weerloos

stonden aangezien Srebrenica een ‘safe

area’ behoorde te zijn. Zij zijn van mening

dat de Nederlandse blauwhelmen die

gevestigd waren in Srebrenica ernstig te

kort zijn geschoten en dus verantwoorde-

lijk zijn voor deze genocide. Vele mensen

bundelden hun krachten om rechtszaken

aan te spannen voor gerechtigheid voor

de vrienden en familie die zij hebben

verloren. 1

De procedureDe eis van de Moeders van Srebrenica was

dat zij schadevergoeding wilden van de

Staat der Nederlanden en de VN op grond

van een onrechtmatige overheidsdaad

(art. 6:162 BW). Hun eis ondersteunen ze

door te beargumenteren dat art. 6 EVRM de

immuniteit van de VN (art. 105 Handvest)

opzij kan zetten, aangezien art. 6 een zeer

belangrijk mensenrecht bevat.

De immuniteit van de VN stelt dat “The

Organization shall enjoy in the territory of

each of its Members such privileges and

immunities as are necessary for the fulfill-

ment of its purposes”, wat in de praktijk

eigenlijk inhoudt dat alle leden van de VN

die men rechtens wil vervolgen wegens

iets dat zij tijdens activiteiten voor de VN

hebben gedaan, zijn vrijgesteld van rechts-

vervolging, zodat de rechter zich onbe-

voegd moet verklaren.2

Procedure bij de rechtbank en het hof

Zo deed de rechtbank Den Haag ook in

eerste aanleg. Zij verklaarden zichzelf

onbevoegd, zonder verdere inhoudelijke

behandeling van de zaak. Hierop hebben

de Moeders van Srebrenica hoger beroep

ingesteld bij het hof Den Haag. Het hof

gaat meer uitgebreid in op de immuniteit.

Zij zetten uiteen dat deze immuniteit de

meest vergaande is en bij geen één nati-

onaal gerecht, dus ook niet het hof, een

rechtszaak tegen de VN behandeld mag

worden. De Moeders hadden betoogd

dat genocide de ergste schending van

mensenrechten is en dat juist daarom (en

wegens art. 6 EVRM) de immuniteit voor

hen moet wijken. Hierop heeft het hof

gekeken of dit proportioneel is, oftewel of

art. 6 EVRM voor art. 105 Handvest gaat.

Het doel van art. 105 is volgens hen dat er

zo min mogelijk discussie ontstaat over de

taak van de VN, namelijk het handhaven en

beschermen van de vrede. De proportiona-

liteit wordt enkel overschreden door een

‘zeer klemmende reden’, aldus het hof. En

blijkbaar is een genocide die misschien

veroorzaakt is door fouten van de VN geen

klemmende reden, want het hof bevestigt

de uitspraak van de rechtbank in eerste

aanleg. Hierbij beargumenteren ze ook nog

dat de Moeders wel degelijk toegang tot de

rechter hadden, namelijk door een rechts-

zaak aan te spannen tegen de daders van

de genocide. Tegen de uitspraak van het

hof hebben de Moeders cassatie ingesteld

bij de Hoge Raad.3

Procedure bij de Hoge RaadDe Hoge Raad onderschrijft in beginsel

wat het hof heeft gesteld, maar met één

duidelijk verschil. De Hoge Raad gaat meer

in op de vraag wat voor een soort immuni-

teit het nu eigenlijk is en breidt het begrip

meer uit dan het hof. Het hof stelde immers

dat het geldt tegenover ieder nationaal

gerecht en de Hoge Raad voegt hier aan

toe dat het gaat om een absolute immuni-

teit, dus dat deze ook niet aan het EVRM

mag worden getoetst. Het handhaven van

deze immuniteit is een verplichting van de

leden van de VN en deze verplichting gaat

boven de verplichtingen opgesomd in het

EVRM, aldus de Hoge Raad. Een genocide

zou hier geen uitzondering op zijn.4 De

Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het

hof en hiermee eindigt de rechtszaak van

de Moeders van Srebrenica tegen de VN.

Althans, op nationaal niveau.

CommentaarMet het wijzen van dit arrest wordt eigen-

lijk beslist dat de VN de enige organisatie

is die boven de wet wordt verheven en niet

onderhevig is aan ook maar een enkele

vorm van rechterlijke controle. De VN zal

dus nooit door een rechterlijk college

kunnen worden aangesproken op haar

gedrag, hoe ernstig ook. Dit wordt maar

weer extra bevestigd door de term ‘klem-

mende reden’ die werd genoemd door het

hof. Er zou dus een vage term bestaan die

een uitzondering kan leveren op de immu-

niteit, maar deze reden is niet de genocide.

Dat de genocide de ernstigste vorm van

schending van mensenrechten is, is door

geen enkele rechterlijke instantie betwist.

Je zou dus kunnen concluderen dat dit zo

is, wat eigenlijk betekent dat ‘klemmende

reden’ gewoon een leeg begrip is, om

misschien de impact van de uitspraak wat

te verzachten. Want in een wereld waar we

steeds meer waarde hechten aan recht-

vaardigheid is het wel erg krom als acties

UITGELICHTJFV IN CASU - DECEMBER 2013

35

“Vele mensen bundelden hun krachten om rechtszaken aan te

spannen voor gerechtigheidvoor de vrienden en familie die zij

hebben verloren.”

Page 36: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

36

van een bepaalde organisatie niet als wel

of niet rechtvaardig kunnen worden gekwa-

lificeerd.

Hier komt bij dat sinds 1946 een contra-

verplichting is ingesteld voor de VN indien

er een beroep wordt gedaan op de immu-

niteit. Deze verplichting houdt in dat de

VN dan moet zorgen voor een alternatieve

rechtsgang. De verplichting is ook nog

eens bevestigd in een uitspraak van het

EHRM, maar desalniettemin verwaarloost

de VN dit compleet. Het is toch hypo-

criet dat een organisatie die opkomt voor

mensenrechten en de schending hiervan

tot een minimum wil beperken, boven

deze mensenrechten staat als een abso-

lute macht en dat wanneer zij zelf mensen-

rechten schendt, zij hier niet op kan

worden aangesproken. Dit gaat tegen hun

eigen doelstelling in. Je kunt dus eigenlijk

wel zeggen dat er een gebrek aan respect

voor mensenrechten bestaat binnen de VN

en wie wil nou dat een dergelijke organi-

satie de vrede handhaaft?

ConclusieGelet op het voorgaande is eigenlijk

bepaald dat geen enkele civielrechte-

lijke vordering de immuniteit van de VN

aan de kant kan zetten, omdat de immu-

niteit absoluut is. Zelfs toetsing aan het

EVRM zou hierdoor niet mogen. Met deze

uitspraak wordt in principe een mogelijk-

heid tot mensenrechtenschending gecre-

eerd voor een organisatie die ons zou

moeten beschermen. Er is nog een kans

dat één van de vele lopende procedures

door de ‘stalen’ immuniteit heen komt en

de beste kans hiervoor is het EHRM. Maar

aangezien de VN een dermate grote orga-

nisatie is met bijna ongelimiteerde macht

lijkt het mij onwaarschijnlijk dat de VN ooit

verantwoordelijk zou worden gehouden

voor deze genocide of andere toekomstige

schendingen van mensenrechten.

1 <http://www.globalresearch.ca/the-

srebrenica-massacre-analysis-of-the-

history-and-the-legend/18077 >

2 <http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/

Hoge-Raad/Nieuws/Pages/Moeders-van-

Srebrenica-kunnen-niet-tegen-VN-proce

deren.aspx >

3 Hof ‘s Gravenshage 30 maart 2010, LJN

151/01, r.o. 5.7.

4 HR 13 april 2012, NJB 2012, 978, r.o. 4.3.6.

5 mr. dr. Axel Hagedorn en mr. Marco R.

Gerritsen ‘Moeders van Srebrenica

dienen klacht in bij het EHRM’ 11 oktober

2012 <http://www.vandiepen.com/

actueel/nieuws/nieuwsbericht/persbe

richt-11-oktober-2012-moeders-van-

srebrenica-dienen-klacht-in-bij-het-ehrm-

nederland-schendt.html

“Met het wijzen van dit arrest wordt eigenlijk beslist dat de VN de enige organisatie is die boven de wet wordt

verheven en niet onderhevig is aan ook maar een enkele vorm van rechterlijke controle.”

UITGELICHT JFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 37: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Dare

to be

an

Angel

Freshfields is één van de meest toonaangevende inter-nationale advocatenkantoren. Cliënten schakelen ons in voor juridische dienstverlening op het allerhoogste niveau. Wij zijn ambitieus en op zoek naar mensen die niet tevreden zijn met 90% en juist die extra stap willen zetten voor het beste resultaat. Met een gezonde dosis relativeringsvermogen en sense of humour. Ons favoriete selectiecriterium is dan ook “excellent, and not too serious”.

Voor meer informatie: www.werkenbijfreshfields.com of neem telefonisch contact op met één van onze recruiters via 020-485 75 17.

Page 38: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Als we terug kijken op de afgelopen

periode, beginnen we in oktober. De Alge-

mene Ledenborrel in oktober werd voor-

afgegaan door de Goede Doelenavond.

Tijdens deze avond heeft de JFV door

middel van een verloting het fan-tas-tische

bedrag van € 2500,- opgehaald voor stich-

ting Kids United! Diezelfde week nam de

excursiecommissie dertig studenten mee

naar de politieke hoofdstad van ons land

en werd daar een fantastisch programma

afgewerkt. Dit varieerde van een kantoor-

bezoek tot een waanzinnige rondleiding in

het VN Vredespaleis. Lukte het deze keer

niet om mee te gaan? Wees dan getroost

met het feit dat de commissie het van 17

t/m 19 april dunnetjes over doet tijdens de

Brussel/Leuven-reis!

November begon gelijk goed met de

Eerstejaars Pubquiz, georganiseerd door

de Pubcommissie. Tijdens de Algemene

Ledenborrel die daar op volgde werd de

locatie en het thema van het Internatio-

naal Studieproject bekend gemaakt. Al

snel werd duidelijk dat de dertig studenten

die dit jaar meegaan met het ISP zich gaan

bezighouden met ‘Fusies & Overnames’ in

bella Italia!

Op woensdagavond 6 november vond de

Propedeuse-uitreiking plaats. Studenten

die hun propedeuse in één jaar hebben

behaald werden uitgenodigd voor dit

feestelijke evenement. De maand had

echter nog meer in petto, want op vrijdag

15 november heeft de commissie JFV

CarrièreBoard een fantastische Sollici-

tatietrainingendag neergezet. De dag

stond in het thema van ‘Sail away, navi-

gate your career’. Zoals de naam al laten

raden werden tijdens deze dag allerlei

aspecten van het solliciteren onder de

loep genomen.

Daarna brak december aan. Zoals gezegd

staat december in het teken van gezel-

ligheid... Maar voor rechtenstudenten

helaas ook in het teken van tentamens!

Op 20 december laten we de eerste tenta-

menweek echter alweer achter. Het beste

moment om dat te vieren is het EBF/JFV

Kerstgala, in het thema ‘Victorian Angels

& Casanovas, untill the masks come off’.

Kaarten zijn vanaf 1 december verkrijgbaar

via de website, in de Studiewinkel en in de

hal van het Harmoniegebouw!

Daarna is het eindelijk kerstvakantie en

tijd voor de eerdere genoemde goede voor-

nemens. Eén van de goede voornemens

zou kunnen zijn dat je in het nieuwe jaar

(nog) meer naar JFV activiteiten komt! Om

daar een handje mee te helpen hebben wij

weer een paar mooie activiteiten op het

programma staan. Een Pubquiz en Alge-

mene Ledenborrel op maandagavond 3

februari, de Bedrijven- en Instellingendag

op 14 februari en in maart de eerste JFV

CarrièreTour Noord!

Tot slot wil ik van deze gelegenheid gebruik

maken om je ontzettend veel succes te

wensen met de snel naderende tentamens

en het maken van eventuele andere goede

voornemens. Fijne feestdagen en tot in het

nieuwe jaar!

Met vriendelijke groet,

Namens het 106e bestuur der Juridische

Faculteitsvereniging Groningen,

Max WerkhovenVoorzitter

JFV Katern

‘Wat is jouw goede voornemen?’

DECEMBER STAAT TRADITIONEEL IN HET TEKEN VAN GEZELLIGHEID. SINTERKLAAS, KERSTMIS EN OUD & NIEUW: HET ZIJN ALLEMAAL DAGEN WAAROP JE ALS FAMILIE EN VRIENDEN BIJ ELKAAR KOMT. TIJDENS DEZE GEZELLIGHEID WORDT VEELAL TERUGGEKEKEN OP HET JAAR. OP DE ÉÉN OF ANDERE MANIER MONDT DEZE REFLECTIE ALTIJD UIT IN HET VOORUITKIJKEN NAAR HET NIEUWE

JAAR. WAT ER DAN VAAK BOVEN KOMT DRIJVEN ZIJN DE ‘GOEDE VOORNEMENS’. DUS GRIJP IK MIJN KANS EN DOE GRAAG EEN SUGGESTIE!

JuridischeFaculteitsvereniging

Groningen

JFV-KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

38

Page 39: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

JFV KATERN

39

JFV IN CASU - DECEMBER 2013

JFV Katern

Activiteitenoverzicht

@Bedrijven- en InstellingendagOp 14 februari 2014 vindt het grootste juridische carrière evenement van Noord Neder-

land plaats: de Bedrijven- en Instellingendag! Het thema van de dag luidt: ‘Waar ligt

jouw hart?’ De dag vangt aan met een plenair gedeelte waar enkele sprekers met

een juridische achtergrond zullen vertellen over hun carrière. Dit wordt gevolgd door

verschillende workshops, individuele gesprekken en een borrel op de banenmarkt. De

dag wordt traditioneel afgesloten met een diner én een drankje in de Tapperij.

@Den Haag-reisIn alle vroegte vertrokken de deelnemers op woensdag 10 oktober met de excursie-

commissie naar onze politieke hoofdstad. De reis was gevuld met een bezoek aan

de Hoge Raad der Nederlanden, een kantoorbezoek aan Pels Rijcken & Droogleever

Fortuijn advocaten en notarissen en een rondleiding door het VN Vredespaleis. Ook

werd er een bezoekje gebracht aan de Tweede kamer en het Humanity House. Uiter-

aard werd het nachtleven van Den Haag niet ongemoeid gelaten!

@EBF/JFV KerstgalaIn de koude decembermaanden slaan de EBF en de JFV traditiegetrouw hun

handen ineen om een geweldige partij neer te zetten. Ook dit jaar staat het

gala weer op het programma en wel op vrijdagavond 20 december. Het gala is

al jaren dé ideale manier om stoom af te blazen na de eerste tentamenweek en

met een goed gevoel de feestdagen in te gaan! Het thema is dit jaar ‘Victorian

Angels & Casanovas, untill the masks come off!’. Het belooft een mooie avond

te worden en de kaarten gaan doorgaans hard. Zorg er dus voor dat je op tijd

een kaartje huis hebt! Vanaf 1 december zijn ze online verkrijgbaar en worden ze

in de JFV Studiewinkel en in de hal van het Harmoniegebouw verkocht.

@SollicitatietrainingendagOp vrijdag 15 november vond de Sollicitatietrainingendag plaats, met als thema ‘Sail away, navi-

gate your career’. De commissie JFV CarrièreBoard heeft een prachtige dag neergezet die begon

met interessante lezingen en werd gevolgd door een interactief forum. In de middag kregen de

deelnemers veel tips en informatie over de verschillende aspecten van het solliciteren. Aan het

einde van de dag was eenieder klaar voor het eerstvolgende sollicitatiegesprek.

EBF & JFV Christmas Ball

Victorian Angels& Casanovasuntil the masks come off

Date: 20th of dec Dresscode: masqueradeTime: from 23:00 till 04:00 Tickets available from dec 1stLocation: Kokomo Beach Club More information: www.kerstgala.nlPrice: €30,- (drinks included)

SANDRO

AND MORE...

(PRODUCER OF EPIC)

MOOIE NOTEN&

SILVA

Page 40: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Algemene ledenborrel

Algemene ledenborrel

Lustrumboekuitreiking

Algemene ledenborrel

Algemene ledenborrel

Eerstejaars Pubquiz

Eerstejaars Pubquiz

Eerstejaars Pubquiz

Eerstejaars Pubquiz

JFV CARRIÈREBOARD KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

40

Page 41: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Schierweekend

Goede Doelenavond

Goede Doelenavond

JFV Openingsfeest

JFV Openingsfeest

Schierweekend

Propedeuse-uitreiking

Propedeuse-uitreiking

ISP bekendmaking

41

JFV CARRIEREBOARD KATERNJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 42: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

JFV CARRIÈREBOARD KATERN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

42

Op 14 februari 2014 vindt voor de 23e keer de Bedrijven- en Instellingendag plaats in Marti-niplaza. Vanuit het hele land komen kantoren, bedrijven en instellingen naar Groningen om je te informeren over jouw carrièremogelijkheden! Of je nu op zoek bent naar een stage, een baan of je slechts wilt oriënteren op de arbeidsmarkt, het kan allemaal. De dag vangt aan met een plenair gedeelte waar Aleid Wolfsen, Jeroen van Breda Vriesman en Egbert Myjer komen spreken over hun carrière. Deze diverse sprekers laten zien dat jouw carrière niet hoeft te beginnen bij een advo-catenkantoor. Van het Openbaar Ministerie tot de Tweede kamer tot een management positie bij ING Group. Aansluitend vinden, onderbroken door een lunch, verschillende workshoprondes plaats waarin de aanwezige kantoren, bedrijven en instellingen zich presenteren. Na de work-shops kun je op de banenmarkt langs de verschil-lende stands gaan. Laat je nieuwsgierigheid de vrije loop en maak een praatje met de diverse kantoren, bedrijven en instellingen. Heb je al een idee waar jouw interesse ligt? Wellicht zijn de individuele gesprekken dan iets voor jou. Daar-naast kun je ’s avonds deelnemen aan het roule-rend kennismakingsdiner, om onder het genot van een hapje en een drankje kennis te maken met je toekomstige werkgever. Inschrijven voor de BID kan op www.jfvcarriereboard.nl.

Op 15 november vond de Sollicitatietrainin-gendag plaats met als thema ‘Sail away, navi-gate your carreer!’. Allerlei tips en trucs omtrent het solliciteren kwamen aan bod. Drie verschil-lende sprekers informeerden de studenten omtrent de vaardigheden van het solliciteren. Vervolgens vond een interactief forum plaats waarin stellingen aan de hand van een filmpje werden ingeleid, waarop een discussie ontstond tussen studenten en kantoren. Tijdens de workshoprondes lichtte elk kantoor een van de aspecten van het solliciteren uit, zoals een goed curriculum vitae, het sollicitatiegesprek, compe-tenties van een advocaat en nog veel meer. Deze geslaagde dag werd afgesloten met een borrel. In 2014 organiseert de commissie JFV Carriè-reBoard nog meer andere, mooie activiteiten. Op donderdag 6 maart 2014 vindt de JFV CarrièreTour Noord plaats. Op deze dag kun je twee kleine/middelgrote advocatenkantoren bezoeken welke zijn gevestigd in of rondom Groningen. De dag bestaat uit een ochtend- en middagprogramma. Houd de website in de gaten voor de deelnemende kantoren. Ben jij geïnte-resseerd in middelgrote kantoren in het westen? Dan is de JFV CarrièreTour iets voor jou. In twee dagen bezoek je vier middelgrote kantoren in twee verschillende steden. De CarrièreTour vindt plaats op donderdag 10 en vrijdag 11 april 2014.

De commissie JFV CarrièreBoard organiseert in samenwerking met kantoren of bedrijven regel-matig recruitmentactiviteiten. Zo organiseert de commissie in samenwerking met Van der Feltz Advocaten begin 2014 een recruitmentdiner. Op donderdag 8 mei 2014 vindt een recruitmentac-tiviteit bij Damsté advocaten – notarissen in Enschede plaats. Voor meer informatie over deze en andere recruitmentactiviteiten; houd de website www.jfvcarriereboard.nl in de gaten. Wil jij op de hoogte gehouden worden van recruitmentactiviteiten die specifiek op jouw voorkeuren zijn afgestemd? Update dan nu kosteloos je profiel op www.jfvcarriereboard.nl Door een persoonlijk MyCarrièreBoard profiel aan te maken op de website kun je in een oogop-slag jouw top drie van kantoorprofielen, recruit-mentactiviteiten, stages en vacatures zien. Tevens krijg je door het updaten van je profiel korting op de activiteiten van JFV CarrièreBoard!Veel succes met de komende tentamens en hopelijk tot ziens op een van de activiteiten van JFV CarrièreBoard!

Met vriendelijke groet,

Jorien BrouwerCommissaris JFV CarrièreBoard

JFV CarrièreBoard Katern

Bedrijven- en Instellingendag 14 februari 2014: Waar ligt jouw hart?

VOOR DE ÉÉN DE ULTIEME MOGELIJKHEID OM ANONIEM DE LIEFDE TE VERKLAREN, VOOR DE ANDER EEN COMMERCIEEL UITGEMOLKEN CONCEPT: VALENTIJNSDAG. OOK OP DE WERKVLOER KAN DE LIEFDE OPBLOEIEN EN HEUS NIET ALLEEN OP VALENTIJNSDAG. HET GEBEURDE JACK DE VRIES EN ZIJN ADJUDANTE, STAATSSECRETARIS HENK BLEKER EN ZIJN JOURNALISTE EN NIET TE VERGETEN

BILL CLINTON EN ZIJN STAGIAIRE. DAARNAAST BARST HET VAN DE ‘GEWONE’ MENSEN DIE EEN RELATIE HEBBEN OP HET WERK. UIT ONDERZOEK IS GEBLEKEN DAT MAAR LIEFST 44 PROCENT VAN DE NEDERLANDSE WERK-NEMERS VAN MENING IS DAT DATEN MET EEN COLLEGA MOET KUNNEN. SOMMIGEN ONTMOETEN ZELFS HUN LEVENSPARTNER OP DEZE MANIER. VOORDAT JIJ JE DROOMBAAN VINDT, EN WIE WEET, DE LIEFDE VAN JE LEVEN ONTMOET MOET JE JE EERST ORIËNTEREN. TIJDENS DE BEDRIJVEN- EN INSTELLINGENDAG KOM JE IN CONTACT MET JE TOEKOMSTIGE WERKGEVER. VAN WERKEN BIJ EEN ADVOCATENKANTOOR TOT WERKEN BIJ EEN BEDRIJF OF OVERHEIDSINSTELLING, ALLES IS MOGELIJK. ONTMOET JIJ OP DE BEDRIJVEN-EN INSTELLINGENDAG DE WERKGEVER WAAR JOUW HART HARDER VAN GAAT KLOPPEN?

Page 43: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

januari-juni

RecruitmentagendaInstantie/Activiteit Datum Deadline inschrijven Meer informatie JANUARIClifford ChanceLegal Lunch Lounge 6 januari 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlBoekel De NeréeBestuursrechtdag 10 januari 2014 30 december 2013 www.boekel.comVan DoorneKennismakingslunch 16 januari 2014 zie website www.werkenbijvandoorne.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 22 januari 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsFEBRUARIClifford ChanceLegal Lunch Lounge 3 februari 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlLoyens & LoeffCase Fondue Zurich 5 t/m 7 februari 2014 zie website www.loyensloeffacademy.nlBoekel De NeréeArbeidsrechtdag 7 februari 2014 27 januari 2014 www.boekel.comJFV CarrièreBoardBedrijven- en Instellingendag 14 februari 2014 zie website

www.jfvgroningen.nl/bidwww.jfvcarriereboard.nl

Kennedy Van der LaanOriënterende lunch 19 februari 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsMAART

Clifford ChanceLegal Lunch Lounge April 2014 zie website www.ontdekcliffordchance.nlJFV CarrièreBoardJFV CarrièreTour Noord 6 maart 2014 zie website www.jfvcarriereboard.nlBoekel De NeréeOndernemingsrechtdag 7 maart 2014 24 februari 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerThe Freshfields Finance Day 13 maart 2014 zie website www.werkenbijfreshfields.nlTrip Advocaten & NotarissenTrip Talentendag 14 maart 2014 1 maart 2014 www.triplaw.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 19 maart 2014 10 maart 2014 www.kvdl.nl/werken-bij-onsAPRILNautaDutilhMasterclass 24 t/m 26 april 10 maart 2014 www.werkenbijnautadutilh.nlJFV CarrièreBoardJFV CarrièreTour 10 maart 2014 zie website www.jfvcarriereboard.nlKennedy Van der LaanOriënterende lunch 16 april 2014 zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsMEI58 mmBoekel De NeréeRechtswinkeldag 2 mei 2014 21 april 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerThe Freshfields Law Course 8 en 9 mei 2014 Zie website www.werkenbijfreshfields.comKennedy Van der LaanOriënterende lunch 21 mei 2014 Zie website www.kvdl.nl/werken-bij-onsJUNIBoekel De NeréeEerstejaarsda 6 juni 2014 26 mei 2014 www.boekel.comFreshfields Bruckhaus DeringerSluiting Freshfields Connect 9 juni 2014 Zie website www.werkenbijfreshfields.comKennedy Van der LaanOriënterende lunch 18 juni 2014 Zie website www.kvdl.nl/werken-bij-ons

JULIBarentsKransBarentsKrans zo-mr dag 2 juli 2014 Zie website www.barentskrans.nl

43

JFV CARRIEREBOARD KATERNJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 44: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Wat en waar? Loop een bouwmarkt binnen, koop wat

GBL en gootsteenontstopper. Meng dit

alles en de ‘rape drug’ GHB is gemaakt.

Zo eenvoudig is het, maar de gevolgen

van deze drug zijn heel wat ernstiger. De

kans dat het mis kan gaan bij GHB wordt

nog steeds flink onderschat. Volgens

Stichting Consument en Veiligheid zijn er

in 2009 ruim 1200 mensen op de spoed-

eisende hulp opgenomen vanwege GHB.

Er is echter weinig zicht op het aantal

specifieke gevallen van GHB, omdat het

vaak gepaard gaat met het gebruik van

andere drugs of alcohol. Vorig jaar mei is

GHB op lijst I van de Opiumwet geplaatst

en daarmee, net als bijvoorbeeld cocaïne

en amfetamine een harddrug geworden.

Lijst I houdt echter niet alleen het verbod

van de GHB in, maar op grond van artikel

10a van de Opiumwet ook alle voorbe

reidingshandelingen. Wat onder voor-

bereidingshandelingen kan vallen is het

verrichten van handelingen die kunnen

leiden tot de productie van GHB. Bijvoor-

beeld de verkoop van het hoofdingrediënt

GBL. Naast de belangrijkste grondstof voor

GHB wordt het voornamelijk gebruikt voor

verfafbijtmiddelen, lijmen en als hulpstof

bij het verven van textielvezels. Allemaal

vrij alledaagse producten.

Opinie

Zijn onze huishoudelijke producten een gevaar voor de samenleving?Door Roosmarijn Kruk

GOOTSTEENONTSTOPPER, TRECHTERS EN ALUMINIUM. OP ZICHZELF HELE ONSCHULDIGE PRODUC-TEN, MAAR IN COMBINATIE MET EEN PAAR EXTRA INGREDIËNTEN KAN ZONDER AL TE VEEL MOEITE DE DRUG GHB OF EEN BOM WORDEN GEMAAKT. DE VERKOOP VAN GBL, DE GRONDSTOF VAN GHB WORDT AL AAN BANDEN GELEGD, MAAR HOE ZIT HET MET ONDER MEER TRECHTERS EN ALUMI-

NIUM? HOE VER ZIJN WE BEREID OM TE GAAN BIJ HET VERBIEDEN VAN ‘GEVAARLIJKE’ HUIS-, TUIN- EN KEUKEN-PRODUCTEN? WAT WEEGT ZWAARDER, DE VOLKSGEZONDHEID OF ONZE (KOOP)VRIJHEID?

“Deodorant en spiritus zijn twee basis ingrediënten van een aantal

‘makkelijke’ bommen”

OPINIE JFV IN CASU - DECEMBER 2013

44

Page 45: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Naast GHB zijn er natuurlijk ook genoeg

andere gevaarlijke dingen die gemaakt

kunnen worden met behulp van vrij alle-

daagse producten. Afgezien van het feit

dat deze ‘recepten’ gewoon op het web te

vinden zijn, zijn de ingrediënten ook niet

bijzonder moeilijk te verkrijgen. Zo blijken

deodorant en spiritus twee basis ingredi-

enten te zijn van een aantal bommen en

deze twee artikelen zijn op iedere straat-

hoek te verkrijgen. En ook menig medicijn

staat op lijst I van de Opiumwet. Medi-

cijnen zijn natuurlijk slechts op recept

verkrijgbaar, maar wie weet hoeveel er

gesjoemeld wordt met dit soort spullen.

Verboden? Zoals eerder gezegd is op grond van de

Opiumwet GHB verboden en haar grond-

stof GBL in principe ook. Daarnaast staat er

in artikel 4 van de Opiumwet dat middelen

die op lijst I of II staan, bij AMvB worden

aangewezen indien zij noodzakelijk zijn

in het belang van de volksgezondheid.

Maar de spiritus en deodorant flessen zijn

overal te koop en volledig legaal. Terwijl

deze producten ook kunnen zorgen voor

zeer ernstige gevolgen. Uiteraard is het

schade toebrengen aan anderen of ander-

mans spullen verboden op grond van het

wetboek van Strafrecht, maar dat maakt

deze artikelen niet meteen ongevaarlijk.

OpinieHet Openbaar Ministerie en de politie

willen de verkoop van GBL aan banden

leggen, want GHB-gebruikers zouden

ook onverdunde GBL drinken en dit is

levensgevaarlijk.1 Maar ook de verkoop

van andere producten wordt aan banden

gelegd door alle terrorismewetten, die niet

alleen in Nederland, maar over de hele

wereld als onkruid uit de grond schieten.

De AIVD kan via je Bonuskaart precies zien

wat je aanschaft bij Albert Heijn, dus als je

een keertje groot inslaat kun je al heel snel

tot een bommenmaker of drugshandelaar

bestempeld worden.2

De andere kant van dit verhaal is dat

zowel de politiek als de burgers zelf meer

controle willen op zowel volksgezondheid

als de veiligheid. De controles op Schiphol

worden strenger, niemand mag zomaar

vloeistoffen het vliegtuig in brengen en

ook de wet Wapens en Munitie is een tijdje

geleden weer aangescherpt. Zowel onze

eigen Grondwet als verschillende Europese

en internationale verdragen garanderen

op veel verschillende manieren onze vrij-

heid. Het alom bekende legaliteitsbeginsel

zorgt ervoor dat niets verboden of straf-

baar mag zijn, zonder dat er een wettelijke

bepaling aan voorafgaat. Willen we dat

onze wetboeken gevuld gaan worden met

verboden artikelen? Willen we dat lijsten

met verboden stoffen langer worden,

omdat een paar mensen hier niet mee om

kunnen gaan? Men begint zich af te vragen

waar de bewegingsvrijheid ophoudt en

de maatregelen voor veiligheid beginnen.

Deze ruimte raakt uit balans. Niet alleen

door alle regels, maar ook het vertrouwen

wat mensen in elkaar hebben.

ConclusieDe algemene veiligheid moet zonder twijfel

beschermd worden voor terroristen, die

het gemunt hebben op het uitroeien van

de hele bevolking. Evenals mensen die

handelen in het gevaarlijke GBL. Belang-

rijk is dat duidelijk wordt hoeveel mensen

overlijden of blijvend letsel overhouden

aan dergelijke ‘tripjes’. Maar zoals veel

het geval is bij illegale producten, blijft

de exacte hoeveelheid slachtoffers een

raadsel. Een verbod op een stof als GBL is

natuurlijk niet vreemd, maar hoe ver zullen

de verboden gaan de komende jaren? Als

je een trechter of een bus deodorant koopt

moet dit niet leiden tot fronsende wenk-

brauwen of een boete.

Niet alleen de regering moet zorg voor zijn

burgers dragen, maar ook de burgers zelf

hebben een stukje verantwoordelijkheid.

Uiteindelijk willen we immers ook toffees

blijven eten en van tijd tot tijd een lekker

wijntje drinken. Maar ja, daar kun je ook

in stikken of teveel van drinken, wat kan

leiden tot fatale gevolgen…

1 http://nos.nl/artikel/548044-verkoop-

ghbgrondstof-aan-banden.html

2 http://www.ah.nl/privacy

“GHB-gebruikers zouden ook onverdunde GBL drinken en dit is

levensgevaarlijk”

45

OPINIEJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 46: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

InleidingHet eerste bodemvonnis in de zaak tussen

BREIN en de ISP’s Ziggo en XS4ALL dateert van

11 januari 2012.2 In dit vonnis werd de ISP’s

bevolen om de toegang tot The Pirate Bay te

blokkeren voor hun abonnees. Deze blokkade

kan volgens de rechter worden gebaseerd op

art. 26d Auteurswet (“Aw”)3 dat als volgt luidt:

“De rechter kan op vordering van de maker,

tussenpersonen wier diensten door derden

worden gebruikt om inbreuk op het auteurs-

recht te maken, bevelen de diensten die

worden gebruikt om die inbreuk te maken, te

staken”.

Er moet dus sprake zijn van inbreuk op auteurs-

rechten en er moet een tussenpersoon zijn die

diensten verleent die door de inbreukmaker(s)

worden gebruikt om inbreuk te maken. Maar

de toetsing gaat verder: omdat een blokkade

van een website in beginsel een inbreuk is

op de vrijheid van meningsuiting (welk recht

ook de ontvangst van informatie omvat), moet

gekeken worden naar de diverse eisen die art.

10 EVRM stelt aan overheden en rechters die

beperkingen opleggen. Een beperking is name-

lijk alleen toegestaan als deze bij wet is voor-

zien en noodzakelijk is in een democratische

samenleving. Bij deze toets spelen de eisen

van proportionaliteit (waaronder effectiviteit

van de gevorderde inperking) en subsidiariteit

een belangrijke rol.

Hierna zal kort toegelicht worden wat de

rechtbank heeft besloten ten aanzien van de

genoemde punten en zal worden stil gestaan

bij de vraag hoe partijen er over denken. Onder

meer vanwege de omvang van de zaak zullen

slechts de hoofdpunten aan bod komen.

Auteursrechtinbreuk?De rechtbank stelt vast dat zo’n 90-95% van

het op The Pirate Bay beschikbare materiaal

illegaal materiaal betreft (dus materiaal dat

zonder toestemming van de (auteurs)rechtheb-

benden openbaar is gemaakt) en dat een deel

van de Ziggo en XS4ALL abonnees recentelijk

illegaal materiaal via The Pirate Bay hebben

gedownload en ook geüpload. Dat de upload-

functie kan worden uitgezet door de gebruiker

doet niet af aan het feit dat in de praktijk

gebruikers die downloaden daarbij doorgaans

ook uploaden. Het uploaden houdt inbreuk op

auteursrechten en naburige rechten in.4 De

eerste horde is hiermee genomen; de recht-

bank neemt aan dat inbreuk wordt gepleegd.

In hoger beroep wordt door partijen opnieuw

aandacht besteed aan de techniek van het

Inhoudelijke bijdragen

De Internet Service Providers als politieagent voor de entertainmentindustrie: de Haagse rechter beveelt Internet Service Providers om The Pirate Bay te blokkeren Door mr. Emma de Groot, advocaat bij NautaDutilh1.

VIA DE WEBSITE “THE PIRATE BAY” KOMEN VELE INTERNETGEBRUIKERS IN CONTACT MET ELKAAR OM MUZIEK OF FILMS TE DOWNLOADEN. NIET IEDEREEN WEET DAT ONDERDEEL VAN DIT “PEER TO PEER” SYSTEEM KAN BETEKENEN DAT JE ZELF OOK BINNENGEHAALDE BESTANDEN WEER UPLOADT. DAT UPLOADEN HOUDT IN NEDERLAND MEESTAL IN DAT INBREUK GEMAAKT WORDT OP AUTEURS-

RECHTEN. IN NEDERLAND IS BREIN - DE STICHTING DIE IN NEDERLAND DE BELANGEN VAN AUTEURS BEHARTIGT – BEGONNEN AAN DE STRIJD TEGEN DE PIRATERIJ OP HET INTERNET. DAT IS NIET ZONDER MEER EEN GOEDE ZAAK… BREIN LEGT DE VERANTWOORDELIJKHEID NAMELIJK BIJ DE INTERNET SERVICE PROVIDERS (“ISP’S”); ZIJ ZOUDEN HUN ABONNEES DE TOEGANG TOT THE PIRATE BAY MOETEN ONTZEGGEN. DE ISP’S VONDEN DIT EEN BRUG TE VER - ZIJ LEVE-REN IMMERS SLECHTS TOEGANG TOT HET INTERNET EN HEBBEN GEEN ENKELE CONNECTIE MET THE PIRATE BAY -, MAAR DE RECHTER IN EERSTE AANLEG OORDEELDE ANDERS. VANAF BEGIN 2012 IS DE BLOKKADE EEN FEIT. DE ISP’S TEKEN-DEN HOGER BEROEP AAN.

INHOUDELIJKE BIJDRAGEN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

46

Page 47: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

filesharen op The Pirate Bay. Het Hof zal

zich nogmaals moeten buigen over de

vraag of er wel sprake is van auteursrech-

tinbreuk en zo ja door wie. Ook is het de

vraag of art. 26 Aw het mogelijk maakt

om een preventief en generiek verbod op

te leggen. Want ook al wordt er wellicht

inbreuk gemaakt door bezoekers van The

Pirate Bay, dat geldt mogelijk niet voor

iedereen die deze website bezoekt.

Tussenpersonen wier diensten voor auteursrechtinbreuk worden gebruikt?Vervolgens overweegt de rechtbank dat

de ISP’s zijn te beschouwen als tussen-

personen wier diensten worden gebruikt

om inbreuk te maken, omdat de ISP’s hun

abonnees internettoegang verschaffen en

daarmee toegang tot The Pirate Bay waar

de inbreuk plaats vindt. De ISP’s kunnen

dan ook volgens de rechtbank op grond

van art. 26d Aw worden bevolen om hun

diensten voor zover deze de toegang tot

een aantal IP-adressen en domeinnamen/

(sub)domeinen (die toegang tot The Pirate

Bay mogelijk maken) betreffen, te staken.

Het is daarbij niet nodig dat een specifieke

concrete inbreuk wordt vastgesteld, een

generiek verbod is mogelijk.

Dit is een heikel punt. Zo betogen de ISP’s

dat indien de abonnees inbreuk maken

zij daarvoor hoogstens de dienst van The

Pirate Bay gebruiken en The Pirate Bay dan

dus de in art. 26d Aw bedoelde tussen-

persoon is. De ISP’s leveren niet de dienst

‘toegang tot The Pirate Bay’ maar de alge-

mene dienst ‘toegang tot het internet’.

Verder ligt de vraag voor of art. 26d Aw

wel basis biedt voor deze gevraagde blok-

kademaatregelen die eerder een actief

handelen betreffen en daarmee een extra

dienst in het leven roepen, dan staking van

een dienst betreffen. Met andere woorden:

in de wet staat dat tussenpersonen kunnen

worden bevolen een dienst te staken en nu

legt de rechter de ISP’s een verplichting op

om iets te doen.

Grondrechtelijke toetsingDe rechtbank overweegt dat de gevorderde

blokkade een toegestane inperking van

de vrijheid van meningsuiting is omdat

een website blokkade voldoende bij

wet is voorzien en noodzakelijk is in een

democratische samenleving. Art. 26d Aw

is namelijk voldoende duidelijk geformu-

leerd in de ogen van de rechtbank en de

blokkade is noodzakelijk ter bescherming

van de rechten van de auteursrechtheb-

benden. Daarbij overweegt de rechtbank

dat de website blokkade niet in strijd is met

de beginselen van subsidiariteit en propor-

tionaliteit omdat er geen minder ingrij-

pende maatregelen meer mogelijk zijn: de

beheerders van The Pirate Bay geven name-

lijk geen gevolg aan de tegen hen gewezen

rechterlijke uitspraken. Volgens de rechter

wegen de belangen van de entertainment-

industrie in dit geval zwaarder. De recht-

hebbenden lijden immers schade en de

belangen van de abonnees om The Pirate

Bay te bezoeken vormen mede gezien het

feit dat de hoeveelheid legaal materiaal op

the Pirate Bay marginaal is, geen rechtens

te respecteren belang. Als onderdeel van

de proportionaliteit heeft de rechtbank ook

oog gehad voor de effectiviteit. De recht-

bank overweegt dat hoewel er ongetwij-

feld abonnees zijn die de blokkade weten

te omzeilen, de blokkade wel een extra

barrière betekent.

Het zwaartepunt van het partijdebat in

hoger beroep ligt blijkens de door partijen

afgestoken pleidooien op het al dan niet

ontbreken van een wettelijke basis voor de

blokkade en het al dan niet voldoen van

de website blokkade aan de vereisten van

proportionaliteit en subsidiariteit.

Volgens de ISP’s is de blokkade niet voor-

zien bij wet omdat deze vergaande inter-

pretatie van de rechtbank van art. 26d

Aw niet voorzienbaar was. Daarbij is de

blokkade volgens de ISP’s met name niet

de geëigende route om online auteurs-

rechtinbreuk te stoppen omdat de blok-

kades niet effectief zijn, hetgeen BREIN

betwist. Voorts wijzen de ISP’s op econo-

misch onderzoek waaruit blijkt dat er geen

overtuigend bewijs is dat downloaden nu

nog steeds schade oplevert. Dit is mede

te danken aan de groei van het legale

aanbod; zo is Apple bijvoorbeeld in staat

om een zeer rendabele digitale muziek-

dienst (iTunes) aan te bieden.

Maatschappelijke relevantie van de zaak De zaak heeft zowel in eerste aanleg als

in hoger beroep veel (media)aandacht

gekregen. De zittingen trokken zelfs volle

zalen belangstellenden. Dat is niet zo

verwonderlijk als je bedenkt dat het blok-

keren van websites vergaande conse-

quenties voor de vrije internettoegang

kan hebben. ISP’s worden door dergelijke

blokkademaatregelen gedwongen zich met

de inhoud van websites bezig te houden

naast het verschaffen van toegang tot

internet. Men kan zich afvragen of dit een

goede zaak is en wat dit in de toekomst

teweeg zal brengen. Zijn de ISP’s wel de

aangewezen instanties voor een rol in de

problematiek van de online auteursrecht

inbreuken?

ToekomstmuziekHet is nu wachten op het oordeel van het

Gerechtshof in deze zaak. Het arrest wordt

op 17 december van dit jaar verwacht en zal

niet alleen voor de betrokken partijen maar

ook voor vele anderen naar verwachting

interessante materie betreffen.

1 mr. E.A. de Groot heeft tezamen met

mr. J.J. Allen, beiden advocaat bij

NautaDutilh N.V., ISP Ziggo bijgestaan in

het hoger beroep.

2 Rechtbank ‘s-Gravenhage 11 januari

2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BV0549,

IEPT20120627.Daarna zijn in kortge-

ding ook andere ISP’s zoals UPC,

KPN, T-Mobile en Tele2 bevolen

toegang tot The Pirate Bay te blokkeren,

zie Rechtbank ‘s-Gravenhage (vzr.) 10

mei 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5387,

IEPT20120510.

3 BREIN heeft ter staving van de door

haar gevraagde website blokkade ook

een beroep gedaan op art. 15e Wet Nabu-

rige rechten (naburige rechten zijn

rechten die nauw verwant zijn aan

het auteursrecht (‘naburig’) en betreffen

rechten van uitvoerend kunstenaars en

producenten). Dit artikel stemt in hoge

mate overeen met art. 26d Aw. Ten

behoeve van de leesbaarheid van deze

bijdrage zal in het hiernavolgende

steeds alleen gerefereerd worden naar

het desbetreffende artikel in de

Auteurswet.

4 Immers de auteursrechthebbende komt

het exclusieve recht toe zijn werk open-

baar te maken en te verveelvoudigen (zie

art. 12 en 13 Aw).

47

INHOUDELIJKE BIJDRAGENJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 48: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Never a dull momentLeef je uit tijdens onze Masterclass van

24 t/m 26 april 2014!Ben jij 3e of 4e jaars rechtenstudent met een carrière als

advocaat, notaris of fi scalist voor ogen? En wil je naast de praktijk ook onze kantoorgenoten leren kennen?

Solliciteer dan vóór 10 maart 2014 via

werkenbijnautadutilh.nl

Page 49: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

InleidingLeegstaande kantoorruimte is in Neder-

land al enige jaren een serieus probleem.

De huidige omvang maakt het ook tot

een maatschappelijk probleem. De

leefomgeving (en veiligheid) van leeg-

staande kantoren wordt in meerdere mate

aangetast. Daarom komen gemeenten,

naast de eigenaren van de leegstaande

panden, steeds nadrukkelijker in beeld

als probleemeigenaren. Het verwondert

dan ook niet dat dit onderwerp de volle

aandacht van Den Haag heeft en hoog op

de politieke agenda staat. Een concreet

voorbeeld daarvan is het Convenant

aanpak leegstaande kantoren dat op

27 juni 2012 is gesloten tussen het Rijk,

provincies, gemeenten, beleggers, ontwik-

kelaars, vastgoedfinanciers en gebruikers.3

Het Convenant heeft een looptijd van 5 jaar

en bevat concrete acties voor de conve-

nantspartijen. Een belangrijk onderdeel

uit het Convenant is het terugdringen van

de leegstand door hergebruik, transfor-

matie en sloop van kantoren. Bij transfor-

matie kan het gaan om het ombouwen van

kantoorgebouwen tot bijvoorbeeld woon-

ruimte voor studenten of senioren.

Het is niet alleen bij onderlinge afspraken

gebleven. Ook de wettelijke mogelijk-

heden voor het transformeren van kantoor-

ruimte naar een andere functie worden

uitgebreid. Dit heeft ermee te maken dat

de Crisis- en Herstelwet (Chw), die sinds

31 maart 2010 in werking is, per 25 april

2013 grotendeels permanent is geworden.4

Grotendeels, want een aantal artikelen

van de Wet algemene bepalingen omge-

vingsrecht (Wabo) is nog niet in werking

getreden. Een deel daarvan moet nog

nader worden uitgewerkt in het Besluit

omgevingsrecht (Bor). De inwerkingtreding

van het gewijzigde Bor zal naar verwach-

ting later dit jaar plaatsvinden.

Wabo en Bor: bestaande situatie en de wijzigingenZoals gezegd zullen de voorgestelde wijzi-

gingen van de Wabo en het Bor leiden tot

een verruiming van de juridische moge-

Inhoudelijke bijdragen

Leegstaande kantoorruimte: verruimde mogelijkheden voor transformatieDoor mr. (J.) Jense Bosma, advocaat-medewerker op de sectie Vastgoed en Overheid bij Damsté advocaten - notarissen.

HET IS INMIDDELS EEN VERTROUWD BEELD GEWORDEN: GROTE BOUWBORDEN IN DE STAD OF LANGS DE KANT VAN DE WEG MET DAAROP DE AANPRIJZING VAN GROTE OPPERVLAKTEN VER-HUURBARE KANTOORRUIMTE. VEELAL IS DIT TEVERGEEFS, WANT HET AANBOD VAN KANTOOR-RUIMTE IN NEDERLAND IS VEEL GROTER DAN DE VRAAG ERNAAR. ANNO 2013 STAAT RUIM 7 MIL-

JOEN M2 KANTOORRUIMTE LEEG.1 DIT IS 14,6% VAN DE TOTALE NEDERLANDSE VOORRAAD KANTOORRUIMTE. OP DIT MOMENT IS DE LEEGSTAND VAN NEDERLANDSE KANTOREN ZELFS DE HOOGSTE VAN EUROPA.2 IEDER JAAR NEEMT DE LEEGSTAND VAN KANTOORRUIMTE VERDER TOE. DIT HEEFT ONDER MEER TE MAKEN MET DE VERGRIJZING, DE BEVOLKINGSKRIMP EN HET ZOGENOEMDE ‘NIEUWE WERKEN’. DE WETGEVER HEEFT INTUS-SEN NIET STIL GEZETEN. RECENTE (EN VOORGESTELDE) WETSWIJZIGINGEN BIEDEN RUIMERE MOGELIJKHEDEN OM LEEGSTAND AAN TE PAKKEN DOOR MIDDEL VAN TRANSFORMATIE. DIT BETEKENT HET WIJZIGEN VAN DE BESTAANDE BESTEMMING (KANTOORRUIMTE) NAAR EEN ANDERE MAATSCHAPPELIJK GEWENSTE FUNCTIE, ZOALS WONEN. WAT BEHELZEN DEZE WIJZIGINGEN EN VORMEN ZE EEN MEERWAARDE IN DE STRIJD TEGEN LEEGSTAND?

49

INHOUDELIJKE BIJDRAGENJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 50: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

lijkheden om leegstaande kantoorruimte

te transformeren naar een andere functie.

De genoemde wijzigingen zien op het

uitbreiden van de mogelijkheden voor

het (tijdelijk) afwijken van het bestem-

mingsplan. Vóórdat ik de wijzigingen zal

toelichten, zal ik eerst kort de huidige rege-

ling schetsen.

Tijdelijk afwijken van het bestemmings-

plan: de bestaande situatie

Op dit moment is het mogelijk om door

middel van een omgevingsvergunning

voor een maximale periode van 5 jaar

af te wijken van het bestemmingsplan.5

Een dergelijke omgevingsvergunning is

benodigd als het voorgenomen gebruik

(bijvoorbeeld wonen) niet in overeenstem-

ming is met de geldende bestemming van

het pand (kantoorbestemming). Op de

besluitvorming over een aanvraag om de

genoemde vergunning is de zogenoemde

uitgebreide procedure van de Wabo van

toepassing. Deze procedure duurt 26

weken (vanaf het moment van de aanvraag

tot de beslissing op die aanvraag) en kan

door het bevoegd gezag eenmalig met een

periode van 6 weken worden verlengd.

Tijdelijk afwijken van het bestemmings-

plan: de voorgestelde wijzigingen

Volgens de wetgever vormen de maximale

duur van de afwijking van het bestem-

mingsplan (5 jaar) en de lengte van de

procedure (26 weken plus eventueel 6

weken verlenging) in de praktijk een belem-

mering om flexibel in te spelen op tijdelijke

maatschappelijke wensen en behoeften.6

Volgens de regering moet daarbij gedacht

worden aan de plaatsing van mantelzorg-

woningen en het tijdelijk geven van een

(maatschappelijk gewenste) functie aan

leegstaande kantoorgebouwen. In de voor-

genomen wijzigingen7 wordt de huidige

regeling over de tijdelijke afwijking van het

bestemmingsplan geschrapt, maar niet de

figuur van de tijdelijke afwijking op zich.

Er wordt een nieuwe juridische figuur

gecreëerd voor tijdelijke afwijkingen

van het bestemmingsplan. Deze nieuwe

figuur wordt aan artikel 4 van bijlage II

bij het Bor toegevoegd. Het stelsel wordt

zodanig aangepast dat in de toekomst

op de besluitvorming over tijdelijke afwij-

kingen van het bestemmingsplan de zoge-

noemde reguliere procedure van de Wabo

van toepassing is. Daarbij gaat het om een

termijn van 8 weken plus eventueel een

eenmalige verlenging met 6 weken. De

procedure wordt derhalve aanmerkelijk

verkort. Dat is het eerste winstpunt. Daar-

naast wordt de afwijkingstermijn van 5 jaar

helemaal losgelaten. De nieuwe maximale

termijn voor het tijdelijk kunnen afwijken

van het bestemmingsplan zal 10 jaar zijn.

Dat is het tweede winstpunt.

Verder is van belang dat bij de reguliere

procedure uit de Wabo, die straks van

toepassing is bij tijdelijke afwijkingen

van het bestemmingsplan, de zogeheten

lex silencio positivo van toepassing is.

Dit betekent dat wanneer het college van

burgemeester en wethouders (B en W) niet

tijdig op een aanvraag om omgevingsver-

gunning beslist, deze omgevingsvergun-

ning van rechtswege is verleend.8 Dit houdt

in dat bij een overschrijding van de proce-

duretermijn (van 8 weken plus eventueel 6

weken verlenging) een langdurig gebruik

in strijd met het bestemmingsplan van

rechtswege wordt toegestaan.

Maar de voorgestelde genoemde wijzi-

gingen over tijdelijke afwijkingen van het

bestemmingsplan hebben ook gevolgen

voor de verhouding tussen de gemeen-

teraad en B en W. De gemeenteraad is

immers in algemene zin verantwoordelijk

voor het vaststellen van bestemmings-

plannen. B en W kan op grond van de voor-

genomen wijzigingen voor de duur van 10

jaar afwijken van het bestemmingsplan.

Dit is even lang als een gehele bestem-

mingsplanperiode.10 Het wordt dan ook

belangrijk dat B en W beleid opstelt dat

enerzijds door de raad wordt gesteund en

anderzijds dat B en W een handvat biedt

om snel te kunnen beslissen op (omvang-

rijke) aanvragen om een omgevingsver-

gunning voor tijdelijke afwijkingen van het

bestemmingsplan. Doet B en W dit niet,

dan komt het zonder meer tot uitvoerings-

problemen van de regeling en verwacht

ik dat bindende beslistermijnen zullen

worden overschreden, met als gevolg dat

de aangevraagde omgevingsvergunning

van rechtswege is verleend. Goed door-

dacht beleid van de overheid is dus nood-

zakelijk.

Permanent afwijken van het bestemmings-

plan: de bestaande situatie

Één van de mogelijkheden om af te wijken

van het bestemmingsplan, is dat B en

W daarvoor een omgevingsvergunning

voor onbepaalde tijd verleent voor zover

het gaat om gebruik van een bouwwerk

(bijvoorbeeld een kantoorpand), al dan

niet in samenhang met inpandige bouw-

activiteiten, mits 1) het pand ligt binnen

de bebouwde kom en 2) de oppervlakte

niet meer bedraagt van 1.500 m2.10 Het

gaat hier feitelijk om de planologisch meer

ondergeschikte gevallen. Dat is ook de

reden dat de reguliere (en relatief korte)

procedure van 8 weken plus een eventuele

verlenging van 6 weken van toepassing is.

Verder geldt dat bij het wijzigen van het

bestaande naar het toekomstige gebruik

het aantal woningen gelijk moet blijven.11

Het is nu dus niet mogelijk om uit één leeg-

stand kantoorpand meerdere wooneen-

heden te creëren. Ook dat is te verklaren

vanuit de gedachte dat deze mogelijkheid

INHOUDELIJKE BIJDRAGEN JFV IN CASU - DECEMBER 2013

50

Page 51: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

om van het bestemmingsplan af te wijken is

bedoeld voor planologisch ondergeschikte

situaties.

Permanent afwijken van het bestemmings-

plan: de voorgestelde wijzigingen

In de voorgenomen wijzigingen van het Bor

wordt de eis van de maximale oppervlak-

temaat van 1.500 m2 voor het wijzigen van

de gebruiksfunctie van (bijvoorbeeld) een

kantoorpand losgelaten. Daarnaast mag in

sommige gevallen ook buiten de bebouwde

kom worden afgeweken van het bestem-

mingsplan, mits dit is ten behoeve van logi-

esfuncties voor werknemers. Verder wordt

de eis dat het aantal woningen gelijk moet

blijven voor een aantal gevallen losge-

laten.12 Dat betekent dat – in tegenstelling

tot de huidige situatie – extra geluidgevoe-

lige bestemmingen kunnen worden gecre-

eerd. Hiermee kan volgens de wetgever

onder meer worden voldaan aan de

behoefte om eenvoudiger tot herbestem-

ming te komen van leegstaande kantoor-

gebouwen of om mantelzorgvoorzieningen

toe te staan.

Volledigheidshalve wijs ik er nog op dat

als gevolg van de wijzigingen, voor zover

het gaat om afwijkingen van het bestem-

mingsplan voor onbepaalde termijn, de

Wet geluidhinder (Wgh) generiek van

toepassing wordt.13 Afwijkingen voor een

bepaalde termijn zijn uitgezonderd. De

Wgh wordt van toepassing op het in strijd

met een bestemmingsplan uitbreiden van

geluidgevoelige bestemmingen (zoals

woningen of schoolgebouwen), waarvoor

met toepassing van de reguliere voorberei-

dingsprocedure een omgevingsvergunning

wordt verleend. Toetsing aan de Wgh is niet

alleen meer aan de orde bij de vestiging

van geluidgevoelige bestemmingen, maar

ook bij het vergroten daarvan. Hierop dient

men bedacht te zijn.

Afsluiting en nawoordHiervoor heb ik laten zien dat de juridi-

sche mogelijkheden om af te wijken van

het bestemmingsplan ten behoeve van

transformatie van leegstaande kantoor-

ruimte flink worden verruimd. Het geven

van andere bestemmingen aan kantoor-

panden zal daarmee eenvoudiger worden

en de (voorbereidings)procedures zijn

aanzienlijk verkort. Ik juich dit toe. Met de

komst van een tijdelijke omgevingsvergun-

ning om voor de duur van maximaal 10 jaar

van het bestemmingsplan af te wijken,

wordt de terugverdiencapaciteit voor de

investeringen in het kader van de trans-

formatie vergroot.14 Ditzelfde geldt voor de

voorgestelde wijzigingen ten aanzien van

de omgevingsvergunning voor onbepaalde

tijd. De voorgestelde wijzigingen hebben

dus zeker een meerwaarde in de strijd

tegen leegstaande kantoorruimte.

Tegelijkertijd moet ik erkennen dat met het

verruimen van de juridische mogelijkheden

het leegstandsprobleem niet meteen

is opgelost. Het creëren van juridische

mogelijkheden is één, de politieke wil om

daadwerkelijk mee te werken aan trans-

formatie is twee. Al moet ik wel zeggen dat

gemeenten over het algemeen de noodzaak

van transformatie (steeds meer) inzien.

Daar komt verder bij dat transformatie een

multidisciplinaire aanpak vergt. Samenwer-

king tussen alle partijen, zoals overheden,

ontwikkelaars, investeerders, gebruikers en

adviseurs is de sleutel voor een succesvolle

transformatie. Dit wil in de praktijk nog wel

eens problemen geven, omdat iedere partij

zijn eigen belangen heeft. Een bijkomende

moeilijkheid in dat kader is dat de eige-

naar van het pand, dat kan een belegger

zijn, om tot transformatie te komen vaak

een deel van (boek)waarde van het pand

moet afboeken. Het is de vraag of beleg-

gers bereid zijn om die (financiële) pijn te

nemen en daarna te transformeren (en ook

te investeren). Het alternatief is het kantoor

leeg laten staan en hopen op betere tijden.

Gezien de huidige markt en toekomst-

verwachtingen is niet aannemelijk dat

daarin op korte termijn een substantiële

verbetering komt. Stil zitten lijkt mij geen

optie, want de energiekosten en de kosten

voor beheer van het pand lopen intussen

gewoon door. Transformatie van kantoor-

ruimte kan dan een goede uitkomst bieden,

maar dat gaat niet vanzelf.15

1 DTZ Zadelhoff, Nederland compleet,

factsheets kantoren- en bedrijfsruimte

markt, januari 2013 (www.dtz.nl).

2 NRC Handelsblad 12 september 2013,

‘Leegstand van Nederlandse kantoren

hoogste van Europa’ (www.nrc.nl).

3 Het Convenant aanpak leegstaande

kantoren is te downloaden op www.rijks

overheid.nl.

4 Stb. 2013, 144. De werkingsduur van de

Chw is voor onbepaalde tijd verlengd in

afwachting van de op stapel staande

Omgevingswet (Ow), zie daarvoor Kamer

stukken I 2012/2013, 33 135, nr. C, p. 2.

5 Dit volgt uit artikel 2.1, eerste lid, onder

c jo. artikel 2.12, tweede lid jo. artikel

3.10, eerste lid, onder a, van de Wabo jo.

artikel 5.18, eerste lid van het Bor.

6 Kamerstukken II 2011/12, 33 135, nr. 3, p.

9. en 35/36.

7 De wijzigingen strekken er in het

bijzonder toe om het mogelijk te maken

uitvoering te geven aan de motie Pieper

c.s. en de motie Linhard c.s.. Eerstge

noemde motie roept op om de moge-

lijkheden tot plaatsing van mantelzorg-

woningen te vereenvoudigen. Laatst-

genoemde motie roept op om het

eenvoudiger te maken om leegstaande

kantoorgebouwen tijdelijk (voor een

duur van tien jaar) een andere maat

schappelijke gewenste functie te geven.

8 Dit volgt uit artikel 3.9, derde lid van de

Wabo jo. paragraaf 4.1.3.3 van de

Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De genoemde paragraaf uit de Awb heeft

betrekking op positieve fictieve beschik-

kingen bij niet tijdig beslissen door het

bevoegd gezag.

9 Een bestemmingsplan moet iedere 10

jaar opnieuw worden vastgesteld. Dit

wordt ook wel de planperiode genoemd.

10 Dit volgt uit artikel 2.12, eerste lid, onder

a, onder 2° van de Wabo jo. artikel 4

onderdeel 9 van bijlage II bij het Bor. Er

zijn meerdere manieren om van het

bestemmingsplan af te wijken, zie

bijvoorbeeld artikel 2.12, eerste lid,

onder a, onder 3° van de Wabo. Voor een

algemene beschouwing over de verschil-

lende bestaande mogelijkheden om een

bestemmingsplan te wijzigen of daarvan

af te wijken in relatie tot herbestemming,

verwijs ik naar het artikel ‘Herbestem-

ming, regelgeving en gemeente’ van drs.

D.B. Stadig en mr. E.A. Minderhoud, TBR

2011/3.

11 Dit volgt uit artikel 5, eerste lid van

bijlage II bij het Bor.

12 Kamerstukken I 2012/13, 33 135, nr. C, p.6.

13 Kamerstukken I 2012/13, 33 135, nr. C, p.5.

14 Feit blijft evenwel dat het rendement op

transformatie van kantoorruimte over het

algemeen marginaal is.

15 Zie ook de uitgave ‘Transformatie

kantoren gaat niet vanzelf, onderzoek

naar onorthodoxe maatregelen in tien

cases’, onderzoek in opdracht van Minis-

terie van Binnenlandse Zaken en Konink

rijksrelaties in samenwerking met acht

Nederlandse gemeenten, Rotterdam juli

2011 (te downloaden via www.sbr.nl).

51

OPINIEJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 52: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Over Allen & Overy,De geschiedenis van Allen & Overy

Amsterdam gaat terug tot 1850. Verschil-

lende Nederlandse kantoren groeiden uit

tot één veel groter kantoor, Loeff Claeys

Verbeke. In 2000 treedt dit kantoor toe tot

het netwerk van Allen & Overy. De eerste

fusie van een Nederlands kantoor met een

internationaal advocatenkantoor was een

feit. Deze lange geschiedenis vertaalt zich

in het bijzondere karakter van het kantoor.

Allen & Overy is een ‘global firm’ maar het

kantoor in Amsterdam huist nog stevig op

zijn Nederlandse funda-

ment. De kennis van

de Nederlandse markt

is groot en het kantoor

herbergt enkele grote op

zichzelf staande Neder-

landse praktijken. Allen

& Overy is hier trots op

en weet zich daardoor

te onderscheiden van

andere internationale

kantoren met een vestiging in Nederland.

Allen & Overy is een full service kantoor,

dat betekent dat we alles in huis hebben.

De cliënt komt bij ons en hoeft niet verder

te zoeken. De uitzondering vormt het

personen- en familierecht en het klassieke

strafrecht. Wel doen we economisch straf-

recht en fraudezaken. Een cliënt heeft bij

ons één aanspreekpunt en intern zetten

wij een zaak verder uit, eventueel verspreid

over verschillende jurisdicties. Dat is fijn

voor de cliënt.

Ons werk is in verschillende praktijk-

groepen onderverdeeld, vooral naar

rechtsgebied. Bovendien hebben we een

aantal praktijkgroepen die meer sectorge-

specificeerd zijn. Bijvoorbeeld ‘projects’,

daar wordt projectfinanciering behandeld.

Feitelijk kun je dat zien als een onderdeel

van ‘banking’ maar het vertoont tegelij-

kertijd raakvlakken met bijvoorbeeld ‘real

estate’. Een sectorgespecificeerde prak-

tijkgroep heeft natuurlijk als groot voor-

deel dat je een cliënt op een heel gerichte

manier kan helpen.

Over Nienke Bernard, Ik heb in Groningen gestudeerd vanaf 2006

en heb ongeveer 5 jaar over mijn studie

gedaan. Ik ben begonnen met Nederlands

recht gevolgd door de specialisatie privaat-

recht met daarnaast vakken van bedrijfs-

recht. Dat is dus een heel civiele opleiding.

Naast mijn studie ben ik lid geweest van

een studentenvereniging en bij de JFV was

ik redacteur van het magazine ‘In casu’ en

organiseerde ik het internationaal studie-

project naar New York. Ik heb veel plezier

gehad in deze commissies en de borrels

van de JFV. Wat leuk is, is dat ik hier bij

borrels van de Jonge Balie in Amsterdam

nog steeds veel mensen tegenkom die

ik ken van de JFV Groningen. Inmiddels

is het ruim een jaar geleden dat ik bij

Allen & Overy ben begonnen op de sectie

Employment. Deze sectie bestaat uit twee

partners, 1 counsel en 13 advocaten. Het

werk op deze sectie is erg leuk en divers.

Enerzijds is er werk dat voortkomt uit trans-

acties (fusies en overnames) en anderzijds

procederen we veel in ontslagzaken, doen

we schikkingsonderhandelingen, reorgani-

saties en ontslagen van

individuele bestuurders

of managers.Ik ben nu

advocaat-stagiair, dan

volg je de opleiding

bij de Orde van Advo-

caten die drie jaar en

drie maanden duurt

en daarnaast neem je

deel aan de Law Firm

School. Rond je de

opleiding bij de Orde van Advocaten met

goed gevolg af dan verdwijnt als het ware

het woord ‘stagiair’ achter je naam en dan

is je inschrijving op het tableau niet meer

voorwaardelijk.

Wat heeft je ertoe bewogen om advocaat te worden bij Allen & Overy?Ik heb ooit meegedaan aan een master-

class van Allen & Overy. Het kantoor sprak

me toen erg aan en ik vond de mensen leuk

die ik die middag heb gesproken. Iedereen

Kantoorspecial

Allen & OveryDoor Jelle Sjollema

ALLEN & OVERY IS IN NEDERLAND IN 2000 ONTSTAAN TOEN EEN DEEL VAN LOEFF CLAEYS VERBEKE ZICH AANSLOOT BIJ HET ENGELSE KANTOOR. IN HET KANTOOR AAN DE APOLLOLAAN IN AMSTERDAM WERKEN 205 ADVOCATEN, (KANDIDAAT-)NOTARISSEN EN FISCALISTEN, WAARON-DER 37 PARTNERS EN 165 ONDERSTEUNENDE MEDEWERKERS. HET KANTOOR IN AMSTERDAM IS

NA LONDEN EEN VAN DE GROOTSTE KANTOREN BINNEN HET INTERNATIONALE NETWERK VAN ALLEN & OVERY. WERELDWIJD WERKT ALLEN & OVERY VANUIT 42 KANTOREN IN 29 LANDEN. VOOR DEZE KANTOORSPECIAL SPRAK IK MET ADVOCATE NIENKE BERNARD. ZIJ VERTELT OVER HAAR WERK EN ERVARINGEN BIJ ALLEN & OVERY.

“Allen & Overy is een ‘global firm’ maar het kantoor in

Amsterdam huist nog stevig op zijn Nederlandse fundament.”

KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

52

Page 53: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

was heel relaxt en ontspannen. Ook ben

ik eens komen lunchen om nader kennis

te maken met Allen & Overy. Dat was erg

nuttig omdat veel vragen tijdens die lunch

zijn beantwoord. Ik heb geen stage gelopen

bij Allen & Overy, maar wel bij andere

kantoren. Een stage raad ik iedereen aan

omdat je er dan achter komt of de advoca-

tuur goed bij jou past. Bovendien is een

stage ook gewoon heel erg leuk.

Wat mij ook aanspreekt is de manier

waarop Allen & Overy adverteert. De adver-

tenties gaan over de service die Allen &

Overy aan de cliënt wil bieden door middel

van een pragmatische oplossing. Dat past

bij mij, want ik ben iemand met een prakti-

sche insteek en ik geef graag een hands-on

advies. Dat betekent dat de cliënt meteen

met het advies aan de slag kan zonder dat

hij eerst een lading papier met juridische

onderbouwingen en achtergronden hoeft

door te werken. Het is de kunst om een

advies aan te reiken waar de cliënt direct

mee aan de slag kan.

Wat ik zelf verder heel interessant vind,

is de internationale praktijk van Allen &

Overy. Een groot gedeelte van het werk

dat ik hier bij arbeidsrecht doe is in het

Nederlands, maar heel vaak komt er wel

een internationaal aspect om de hoek

kijken omdat de cliënt een internationaal

bedrijf is. Wat ik bovendien erg leuk vind

aan Allen & Overy is dat wij zaken behan-

delen die je later terugleest in de krant, dat

is gaaf. Soms adviseren we ook bepaalde

verenigingen die graag iets in de wet

verankerd willen hebben en daarover met

een minister praten. Wij kunnen dan advi-

seren over de eventuele invulling van de

wettelijke regeling. Dan ben je dus indirect

betrokken bij de totstandkoming van een

wet.

Werken bij Allen & Overy,Aan het begin van de dag probeer ik een

beeld te vormen van de bezigheden die ik

op die dag denk te gaan doen, vaak blijkt

aan het eind van de dag dat ik toch veel

andere dingen gedaan heb. Er gebeuren

altijd onverwachte dingen. De ene dag

ben ik bezig met een groot processtuk,

bijvoorbeeld een dagvaarding en een

andere dag beantwoord ik meerdere korte

vragen. Op de werkvloer noemt iedereen

elkaar gewoon ‘je’ en ‘jij’, de sfeer is heel

prettig en professioneel zodat je gewoon

bij iedereen binnen kunt lopen als je hulp

nodig hebt, of dat nu je eigen of een andere

afdeling is. Ook in het kader van de oplei-

ding worden we goed geholpen en wordt

goed in de gaten gehouden of we daar

genoeg tijd voor hebben. Er werken hier

veel verschillende type mensen die eigen-

lijk allemaal gemeen hebben dat ze zich

op een ontspannen en resultaatgerichte

manier gedragen. Allen & Overy heeft 42

vestigingen in 29 landen. Bij Employment

merk je dat minder dan bij de afdeling

‘corporate’ waar heel grote internationale

deals worden behandeld. Toch leer je hoe

dan ook je buitenlandse collega’s kennen.

Wij hebben bijvoorbeeld eens per jaar

een bijeenkomst met alle collega’s van

arbeidsrecht van over de hele wereld. Dat

maakt het voor mij daarna ook makkelijker

om een collega in het buitenland te bellen

voor hulp bij een advies aan een cliënt. Bij

Allen & Overy is er bovendien de mogelijk-

heid om in het buitenland te werken. Allen

& Overy heeft niet een ‘Dutch desk’ in het

buitenland, dus als je bijvoorbeeld naar

New York gaat dan draai je ook volledig

mee in die praktijk.

Naast het werk worden er ook veel andere

activiteiten georganiseerd. De vrijdag-

middagborrels worden goed bezocht, we

hebben een kerstfeest waar medewerkers

een cabaretvoorstelling verzorgen en we

nemen deel aan de Advolympics. De Advo-

lympics heb ik afgelopen jaar georgani-

seerd en aan dit sportevenement doen nog

18 andere kantoren mee, dat was echt een

leuke dag. Dus ook buiten het dagelijkse

werk leer ik mijn collega’s goed kennen.

Wat is een zaak waar je met veel voldoening op terug kijkt?Een van mijn eerste zaken was een ontslag

van een bestuurder van een grote beursge-

noteerde vennootschap. De informatie over

het ontslag is natuurlijk koersgevoelig. Dat

betekent dat wij daar heel voorzichtig mee

om moesten gaan. Zo’n ontslag moet dus

ook heel zorgvuldig worden voorbereid.

In korte tijd hadden we heel veel bespre-

kingen en de stukken die hier op kantoor

gemaakt werden gingen dan in de tas, en

dus niet per e-mail, mee naar vergade-

ringen in een hotel om er voor te zorgen

dat alle informatie binnenskamers bleef.

Veel besprekingen mocht ik ook bijwonen,

dus ook besprekingen met de raad van

bestuur. Deze zaak deed ik samen met

partner Ferdinand Grapperhaus.

“Het is de kunst om een advies aan te reiken waar

de cliënt direct mee aan de slag kan.”

53

KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 54: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

De board met raad en daad bijstaan kan niet meer zonder te weten wat er speelt en verder te kijken dan

de wetten en jurisprudentie. Studeer je Nederlands, notarieel of fiscaal recht en denk je businesswise genoeg

te zijn, maak dan kennis met ons op businesswiseadvocaten.nl

De board van vandaag vraagt om businesswise advocaten

Page 55: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Wat onderscheidt Freshfields van andere kantoren? Wat Freshfields onderscheidt van andere

kantoren is de voor ‘Zuidas-begrippen’

relatief kleine omvang. Een sectie op een

ander kantoor kan van dezelfde omvang

zijn als de vestiging van Freshfields in

Amsterdam. Dit is bepalend voor de sfeer

en de manier waarop er wordt samenge-

werkt. Wat Freshfields daarnaast onder-

scheidt is de focus op de internationale

praktijk. Veel internationaal opererende

Nederlandse kantoren hebben vestigingen

in het buitenland waar Nederlands recht

wordt beoefend. Bij Freshfields adviseert

elk kantoor in beginsel op basis van het

recht van het betreffende vestigingsland;

de kantoren werken echter wel samen als

‘one-firm’ en staan dus niet allemaal als

eilandjes op zich. Zo komen o.a. medewer-

kers van de betreffende secties en practice

groups regelmatig bijeen op conferenties.

Hierdoor ken je veel van de collega’s uit het

buitenland persoonlijk, wat van pas

komt als je met elkaar samenwerkt op

internationale zaken. Bij een trans-

actie die wereldwijd begeleid moet

worden kan Freshfields voor een groot

deel gebruik maken van haar eigen

mensen.

Hoe is de sfeer bij Freshfields?De sfeer bij Freshfields is niet hiërar-

chisch, maar juist laagdrempelig. Dit

komt onder andere doordat iedereen

elkaar kent. De gemiddelde leeftijd

ligt laag, de partners zijn gemiddeld

vijfenveertig jaar oud en de medewer-

kers dertig jaar. Doordat er kantoor-

breed veel activiteiten worden geor-

ganiseerd leer je iedereen van het

kantoor kennen. Activiteiten die

worden georganiseerd zijn o.a. de

vrijdagmiddagborrels, maandelijkse

themaborrels, een skivakantie, kerst-

en zomerfeest en een medewerkers-

Kantoorspecial

Freshfields Bruckhaus DeringerDoor Jaike Silvius

FRESHFIELDS BRUCKHAUS DERINGER IS EEN TOONAANGEVEND INTERNATIONAAL KANTOOR WAAR WERELDWIJD MEER DAN 2500 ADVOCATEN WERKZAAM ZIJN OP 28 VESTIGINGEN. VANAF 1999 WORDT ER IN NEDERLAND GEWERKT OP HET KANTOOR OP DE AMSTERDAMSE ZUIDAS MET RUIM 80 ADVOCATEN, (KANDIDAAT-) NOTARISSEN EN FISCALISTEN. FRESHFIELDS WERKT IN

AMSTERDAM IN ACHT PRAKTIJKGROEPEN, WAARVAN DE PRAKTIJKGROEP CORPORATE DE GROOTSTE IS. OMDAT FRESHFIELDS DE MOGELIJKHEID HEEFT GRENS- EN VAKGROEPOVERSCHRIJDEND IN TEAMVERBAND TE WERKEN BEHANDELT HET KANTOOR DE MEESTE COMPLEXE EN UITDAGENDE ZAKEN. VOOR DEZE KAN-TOORSPECIAL SPRAK IK MET DESIRÉE KEMPERINK, ASSOCIATE EMPLOYMENT, PENSIONS AND BENEFITS EN MARTINE FRANCKEN, RECRUITER, OM MEER TE WETEN TE KOMEN OVER HET KANTOOR EN DE MOGELIJKHE-DEN DIE FRESHFIELDS VOOR STUDENTEN TE BIEDEN HEEFT.

55

KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 56: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

KANTOORSPECIAL

weekend. Daarbuiten wordt er ook veel

aan sport ondernomen, zo deed er bijvoor-

beeld afgelopen jaar een team mee aan de

Amsterdam City Swim, de Zuidasrun, en

de alternatieve Elfstedentocht op de Weis-

sensee in Oostenrijk.

Over Desirée KemperinkDesirée: ‘Ik heb in Groningen gestudeerd

van 2001 tot 2007. In mijn master heb

ik heb gekozen voor de specialisaties

bedrijfs- en privaatrecht. Tijdens de laatste

fase van mijn studie heb ik een half jaar

in Barcelona gestudeerd en ik ben actief

geweest bij de JFV. In het jaar 2004/2005

was ik vice-voorzitter en daarvoor ben

ik actief geweest in de Almanak- en BID-

commissie. Ook was ik student-assistent

op onder andere de vakgroep arbeidsrecht

en had ik een bijbaantje in de horeca. Na

mijn semester in Barcelona ben ik stage

gaan lopen bij Freshfields. Ik was enthou-

siast geworden door een workshop van

Freshfields tijdens de BID en ben toen gaan

solliciteren. Ik werd aangenomen en de

stage beviel zo goed dat ik bij Freshfields

ben blijven werken als werkstudent en ik

heb toen ook mijn scriptie hier geschreven.

Daarna werd ik aangenomen op de sectie

EPB (arbeidsrecht).’

Wat vond je, terugkijkend op je studie, het meest nuttige of leuke wat je hebt gedaan?Desirée: ‘Mijn bestuursjaar was zowel

heel nuttig als heel leuk. Ik heb mezelf

ontwikkeld op meerdere vlakken. Als vice-

voorzitter onderhield ik de contacten met

kantoren. Het is heel leerzaam om leiding

te geven aan een grote vereniging met

een aanzienlijke begroting. Ik heb geleerd

anderen te begeleiden en collectief beslis-

singen te nemen en die naar buiten toe

te verdedigen, ook als ik persoonlijk een

andere mening had. Naast dat het een heel

leerzaam jaar was, was het natuurlijk ook

erg leuk en gezellig. Ik heb veel contacten

aan de JFV overgehouden.’

Waarom koos je voor de advocatuur?Desirée: ‘Ik heb naast de advocatuur

destijds ook de rechterlijke macht en

het beroep van bedrijfsjurist overwogen.

Voor de rechtelijke macht vond ik mezelf

erg jong en als bedrijfsjurist werk je heel

breed. Ik vind het recht an sich zo leuk dat

ik me hier verder in wilde verdiepen en

specialiseren. Als advocaat zoek je zaken

niet alleen tot op de bodem toe uit maar

breng je dit later, in een advies naar de

cliënt, ook in de praktijk. Deze combinatie

sprak en spreekt mij aan. Daarnaast krijg

je als advocaat-stagiair een heel gedegen

opleiding. Bij Freshfields volg je zowel

de opleiding van de Orde van Advocaten

als de Law Firm School en verder worden

intern veel trainingen aangeboden. Dit

geeft een ontzettend goede basis, ook als

je later iets anders zou willen gaan doen.

Verder is de advocatuur heel dynamisch en

geeft het toch een kick als een zaak die ik

heb gedaan in de krant komt.’

Hoe ziet een gemiddelde dag bij Freshfields eruit? Desirée: ‘Geen dag is hetzelfde. Aan het

begin van de dag maak ik een prioritei-

tenlijst, maar vaak komt er iets tussen

waardoor ik hiermee moet schuiven. Elke

dag heb ik een aantal conference calls en

daarnaast zit ik zoals valt te verwachten

veel achter de computer om dingen uit te

zoeken of adviezen te schrijven. Ook ga

ik af en toe naar de rechtbank. Mijn dag

eindigt normaal gesproken tussen 19 en

20 uur.’

Op welke zaak kijk je met een goed gevoel terug?Desirée: ‘Wat ik een ontzettende leuke

zaak vond, zij het met een teleurstellende

afloop, was de beoogde overname van TNT

Express door UPS. Wij traden daarin op

voor de koper UPS. De Europese Commissie

heeft deze overname uiteindelijk afge-

keurd vanwege mededingingsrechtelijke

overwegingen, maar deze zaak is op meer-

dere vlakken leerzaam voor me geweest.

Omdat beide organisaties vestigingen

hebben in landen over de hele wereld,

heeft Freshfields het voorbereidende werk

gecoördineerd in dertig landen. Deze zaak

was een leuke mix tussen het juridisch

inhoudelijke en meer transactiemanage-

ment. Een bijkomend aspect dat mij erg

aanspreekt bij dergelijke grensoverschrij-

dende projecten is dat je en passant meer

over andere rechtssystemen leert.’

Wat zijn leuke en minder leuke aspecten van je werk?Desirée: ‘Een leuk aspect van mijn werk

vind ik dat ik het juridische inhoudelijke

en de praktijk met elkaar kan combineren.

Verder is mijn werk erg afwisselend en het

arbeidsrecht in het bijzonder is heel maat-

schappelijk en actueel. Wat ik minder leuk

vind is dat ik af en toe sociale afspraken

moet verschuiven of afzeggen, alhoewel ik

hier na zes jaar werken in de advocatuur

een goede balans in kan vinden.’

Wat zijn de mogelijkheden voor student-stages?Martine: ‘Bij Freshfields werkt in principe

op elke praktijkgroep een student-stagi-

aire. We hebben acht praktijkgroepen:

Antritrust, Competition & Trade (ACT),

Corporate, Dispute Resolution (litigation),

Employment, Pensions & Benefits (EPB),

Finance, Intellectual Property/Information

Technology (IP/IT), Notariaat en Tax. Omdat

de ene praktijkgroep sneller vol zit dan de

andere praktijkgroep raden we studenten

aan tijdig te solliciteren. Als je bijvoor-

beeld volgend jaar stage wilt lopen, kan je

dat nu al vastleggen. Naast stages organi-

seren we Law Courses en In-housedagen.

Omdat studenten natuurlijk geen tijd

hebben om op elk kantoor stage te lopen

is dit een goede manier om de sfeer binnen

KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

56

Page 57: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

een kantoor te ervaren. Wij proberen

tijdens een Law Course of een In-housedag

zoveel mogelijk kantoorgenoten bij deze

activiteiten te betrekken, zodat studenten

een goed beeld krijgen van het kantoor en

kantoorgenoten. We proberen tijdens deze

activiteiten een realistisch beeld van het

dagelijkse werk te laten zien. Dit is ook de

reden waarom wij de meeste activiteiten

op ons kantoor in Amsterdam laten plaats-

vinden.’

Wat vinden jullie belangrijk in een sollicitatieprocedure?Martine: ‘Voor ons is de combinatie van

goede cijfers, ontwikkeling naast de studie

en persoonlijkheid belangrijk. We zien

graag een stijgende lijn in de studieresul-

taten. Nevenactiviteiten vinden we heel

belangrijk voor de persoonlijke ontwik-

keling. Daarnaast is het natuurlijk heel

belangrijk dat er een wederzijdse klik is.

Omdat we een relatief klein kantoor zijn

en in hechte teams werken is het belang-

rijk dat je binnen de praktijkgroep past. Dit

werkt het prettigst en bevordert bovendien

je eigen ontwikkeling. Bijna net zo essen-

tieel als vakkennis en professionaliteit

vinden we gevoel voor humor en relative-

ringsvermogen. We hechten veel waarde

aan een plezierige en informele werksfeer.

Ons favoriete selectiecriterium is dan ook:

‘excellent, and not too serious’.’

Hebben jullie tips of adviezen voor rechtenstudenten?Desirée: ‘We zien steeds vaker jonge

mensen binnenkomen bij ons kantoor. Als

je de mogelijkheid hebt, ga dan een tijdje

naar het buitenland om bijvoorbeeld te

reizen. Als je eenmaal aan het werk bent

zijn zulke dingen lastig om te doen.’

Martine: ‘Maak gebruik van de mogelijk-

heden die er zijn om erachter te komen

wat bij jou past, bijvoorbeeld een groot of

klein kantoor, een Nederlandse of inter-

nationale praktijk. In-housedagen en Law

Courses zijn een makkelijke, laagdrempe-

lige manier om hier achter te komen. De

toegevoegde waarde van zulke activiteiten

is erg groot.’

Hoe kunnen studenten kennis maken met Freshfields?Freshfields ontmoet graag nieuwsgierige

en gedreven rechtenstudenten met een

‘global mindset’. Je kunt bijvoorbeeld

stage lopen of als werkstudent aan de slag

gaan. Uiteraard mag je contact opnemen

met één van onze recruiters Elsemieke

Viersen of Martine Francken. Zij kunnen

je uitgebreid vertellen welke kennisma-

kingsmogelijkheden Freshfields biedt. Ook

kun je met ons kennismaken door deel te

nemen aan recruitment evenementen die

door ons dan wel door studie- en studen-

tenverenigingen, worden georganiseerd.

Hieronder vind je de events voor de

komende periode:

Vrijdag 14 februari 2014

BID Groningen

Donderdag 13 maart 2014

The Freshfields Finance Day

Donderdag 8 en vrijdag 9 mei 2014

The Freshfields Law Course

57

KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 58: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

De geschiedenis van DLA PiperHet van oorsprong Nederlandse kantoor,

SchutGrosheide, is in 1916 opgericht.

Het fuseerde in 2004 met het toenmalige

Engelse DLA, dat vestigingen had in Europa

en Azië. In 2005 fuseerde DLA met de

Amerikaanse kantoren Piper, Rudnick en

Gray Cary en zo ontstond DLA Piper. Sinds

mei 2011 mag DLA Piper zich het grootste

advocatenkantoor wereldwijd noemen.

Het kantoor in AmsterdamMet ruim 110 juristen wordt in verschil-

lende praktijkgroepen gewerkt om op deze

manier de cliënten van full service dienst-

verlening te voorzien. Dit houdt in dat

we alle rechtsgebieden in huis hebben,

behalve familierecht. Door in samen-

gestelde teams te werken, zowel met

collega’s uit andere landen als uit andere

praktijkgroepen, kunnen we de cliënt van

optimaal advies voorzien. Op het kantoor

heerst een prettige, open en ongedwongen

sfeer. Naast het harde werken is er veel

ruimte voor gezelligheid.

Over Nicoline EversSinds november 2010 ben ik werkzaam

bij DLA Piper. In juli 2010 studeerde ik af

met de Master Bedrijfsrecht. In 2004 ben ik

rechten gaan studeren in Groningen omdat

ik het interessant vond, maar ook omdat

ik er later nog verschillende kanten mee

op zou kunnen. Naast mijn studie werd

ik actief bij de JFV. Ik heb de excursie- en

congrescommissie gedaan en ik was vice-

voorzitter van het 100e bestuur , in 2007-

2008. Daarnaast was ik redacteur voor het

faculteitsblad Terechtgesteld, hockeyde

ik bij GCHC en was ik lid van studenten-

vereniging R.K.S.V. Albertus Magnus. Aan

het eind van mijn studie ben ik stage gaan

lopen bij zowel een middelgroot als een

groot advocatenkantoor in Amsterdam. Ter

afsluiting van mijn studie heb ik een half

jaar mastervakken gevolgd in Kopenhagen.

Wat vond je, terugkijkend op je studie, het meest nuttige of leuke wat je hebt gedaan?Het mooiste jaar uit mijn studententijd

was het fulltime bestuursjaar. Een jaar

lang een vereniging runnen met meer

dan 2000 leden is ontzettend leerzaam.

Je leert samenwerken, leidinggeven en

organiseren. Bovenal heb ik er heel goede

vrienden aan overgehouden.

Waarom koos je voor de advocatuur en sluit het werk aan bij wat je als student in gedachten had? Mijn mening over de advocatuur is in de

loop van mijn studententijd veranderd.

Toen ik met mijn studie begon zag ik mezelf

niet werken als advocaat. In mijn bestuurs-

jaar kwam ik vanuit mijn functie als vice-

voorzitter veel bij advocatenkantoren over

de vloer en toen ontdekte ik dat ik de

werkzaamheden van een advocaat toch

erg leuk vond. De twee stages bevestigden

het beeld wat ik in mijn studententijd van

de advocatuur kreeg: werken in een dyna-

misch bedrijf met jonge mensen waarin

je nationale en internationale bedrijven

adviseert en je op zoek moet naar prakti-

sche oplossingen voor juridisch complexe

problemen. Daarnaast krijg je bij een groot

advocatenkantoor in Amsterdam ook nog

een heel goede en intensieve opleiding.

Waarom koos u voor DLA Piper?Tijdens mijn studententijd was ik al enkele

keren bij DLA Piper geweest. Het kantoor

sprak me direct aan: de sfeer, de mensen

en het pand. Na mijn stages kwam ik

erachter dat het werken in kleinere teams

me aansprak maar dat ik graag grote

bedrijven wilde adviseren. Bij DLA Piper

kan dit allebei. Hoewel we het grootste

kantoor ter wereld zijn, kent iedereen op

de vestiging in Amsterdam elkaar en loop

je makkelijk bij elkaar naar binnen. Daar-

naast heb ik mijn collega’s uit het buiten-

land wekelijks aan de telefoon en door

internationale meerdaagse conferenties

leren we elkaar kennen. Zo heb je in het

eerste jaar een meerdaagse conferentie

waar je al je mede startende collega’s

worldwide ontmoet. Dit is zowel leuk als

heel nuttig, het wordt daarna makkelijker

om contact te leggen in zaken. Ik kan bij

DLA Piper dus het beste van twee werelden

combineren.

Op welke sectie bent u werkzaam en waarom heeft u voor deze sectie gekozen? Ik begon op de afdeling Litigation & Regula-

tory, maar na 1,5 jaar ben ik gewisseld naar

de sectie arbeidsrecht. Per 1 november

Kantoorspecial

DLA PiperDoor Jaike Silvius

MET 4200 JURISTEN VERSPREID OVER 75 VESTIGINGEN IN MEER DAN 30 LANDEN IS DLA PIPER HET GROOTSTE ADVOCATENKANTOOR TER WERELD. HET KANTOOR COMBINEERT HET BESTE VAN TWEE WERELDEN: HET IS ZOWEL DIEPGEWORTELD IN DE NEDERLANDSE MARKT ALS DAT HET DE VOORDELEN VAN DE INTERNATIONALE OMVANG GENIET. OP DE VESTIGING IN

AMSTERDAM WORDT GEWERKT MET RUIM 110 JURISTEN IN VERSCHILLENDE PRAKTIJKGROEPEN. VOOR DEZE KANTOORSPECIAL SPRAK IK MET NICOLINE EVERS, EEN JONGE ARBEIDSRECHTADVOCATE EN VICE-VOORZIT-TER VAN HET BESTUUR VAN JFV GRONINGEN IN 2007-2008 EN MAYA VISSER, DE RECRUITSTER VAN DLA PIPER. ZIJ VERTELDEN MIJ MEER OVER HET KANTOOR, HET WERK EN MOGELIJKHEDEN VOOR STUDENTEN.

KANTOORSPECIAL JFV IN CASU - DECEMBER 2013

58

Page 59: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

2013 ben ik daar medewerker geworden.

Mijn interesse heeft altijd op de scheidslijn

tussen het arbeids- en ondernemingsrecht

gelegen. Mijn scriptie ging over overgang

van ondernemingen.

Hoe ziet een gemiddelde dag bij DLA Piper eruit? Mijn dagen zijn gemiddeld van 09:00 tot

19.00 uur. Op een dag ben ik bezig met

ongeveer 4 of 5 zaken, waarbij ik adviezen

schrijf en waarvoor ik moet procederen.

Tussendoor word je ook gebeld door

andere klanten en heb je conference calls

om de stand van zaken door te spreken.

Wat ik met name doe is grote en internatio-

nale bedrijven adviseren op het gebied van

medezeggenschap, corporate governance,

reorganisaties, cao’s en de arbeidsrech-

telijke aspecten bij fusies en overnames.

Ook staan we bestuurders bij die arbeids-

conflicten hebben en adviseren we onder-

nemingsraden van grote bedrijven.

Welke zaak waarbij u betrokken was is u het meeste bijgebleven?Dit is de vastgoedfraudezaak. In mijn

eerste jaar bij DLA Piper werkte ik bij Litiga-

tion nauw samen met de partner Corporate

Criminal Law. We stonden een verdachte

bij in de vastgoedfraudezaak. Deze zaak

was juridisch zeer uitdagend, ik mocht

direct pleiten en de zaak stond wekelijks

in de krant.

Wat zijn leuke en minder leuke aspecten van je werk?Wat ik leuk vind is het dynamische. Geen

dag is hetzelfde, ’s ochtends weet je nog

niet hoe je dag er uit zal gaan zien. Je

moet continu schakelen tussen klanten,

zaken en secties. Je hebt veel contact met

mensen en dit maakt het werk erg leuk.

DLA Piper heeft een jong team, iedereen

kent elkaar en dit doet de sfeer erg goed.

Door veel samen te werken leer je elkaar

goed kennen. Ook krijg je bij DLA Piper

snel eigen verantwoordelijkheid omdat

je in kleine teams werkt. In mijn eerste

maand stond ik meteen in de rechtszaal,

zat ik bij cliëntbesprekingen en belde ik

zelf met klanten.

Een minder leuk aspect van de advocatuur

vind ik de administratieve kant. Ik moet

elke zes minuten van mijn dag verant-

woorden. Ik zou er heel wat voor geven om

dit niet te hoeven doen!

Wat zijn de mogelijkheden voor student-stages?Een stage is een uitgelezen kans om kennis

te maken met ons kantoor. Op elke prak-

tijkgroep is plek voor een student-stagiaire.

Het is wel raadzaam om hier tijdig voor te

solliciteren. Daarnaast organiseren we

in november een Talent Class in London.

Ook hebben we diverse Inhouse events en

werken we met veel studie- en studenten-

verenigingen samen om leuke events op te

zetten. Studenten kunnen ook aangeven

een keer op kantoor met ons te lunchen.

Je gaat dan met twee juniors lunchen zodat

je op een informele manier vragen kunt

stellen.

Wat vinden jullie belangrijk in een sollicitatieprocedure?Een eerste selectie vindt plaats op basis

van een motivatiebrief, cv, cijferlijsten en

een eventuele stagebeoordeling. Vervol-

gens kan je uitgenodigd worden voor een

gesprek. Het totaalplaatje is voor ons

belangrijk. Niet alleen cijfers spelen een

rol, maar ook nevenactiviteiten en bijvoor-

beeld een eerder gelopen stage.

Hebben jullie tips of adviezen voor rechtenstudenten?Haal alles eruit wat erin zit! Zit niet alleen

in de UB maar doe commissies of een

bestuursjaar als het kan. De ervaringen die

je opdoet komen je direct ten goede in een

baan. Ook kan ik een buitenlandsemester

aanbevelen. Je leert een andere cultuur,

ander rechtssysteem en nieuwe mensen

kennen. En tot slot: loop stages. Op die

manier kan je het beste voor jezelf bepalen

welke baan goed bij jou past.

Wil je meer weten over DLA Piper? Ga naar

www.bigopportunities.nl of neem contact

op met Maya Visser (recruiter): 020 541

9820 of per e-mail: maya.visser@dlapiper.

com.

59

KANTOORSPECIALJFV IN CASU - DECEMBER 2013

Page 60: A35304 incasu dec2013 v9 lowres 1

Meteen

en je eigen

je eigen

je eigendossiers,

kansenzaken

Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl

eigeNziNNig prOfessiONeel

Meteen

en je eigen

je eigen

je eigendossiers,

kansenzaken

Advocaatstagiaires en studentstagiaires vinden hun ideale werkplek in Oost-Nederland. Kijk op www.jpr.nl

eigeNziNNig prOfessiONeel