Informatie Keuzevakken en uitstroomprofielen Leerjaar 3€¦ · Biomechanica: werkingsmechanismen...

Astrum College/ Sport en Bewegen/ Keuzevakken en uitstroomdifferentiaties/ 2017-2018

1

Informatie Keuzevakken en

uitstroomprofielen Leerjaar 3

Schooljaar 2017-2018

Cohort 2015-2019


2


3

Inhoudsopgave

IInnhhoouuddssooppggaavvee ........................................................................................................................................................................................................................ 33

IInnlleeiiddiinngg ............................................................................................................................................................................................................................................ 55

FFiittnneessssttrraaiinneerr BB .................................................................................................................................................................................................................... 77

SSkkiiëënn// SSnnoowwbbooaarrddeenn .............................................................................................................................................................................................. 110000

RReeccrreeaattiieevvee aaccttiivviitteeiitteenn .................................................................................................................................................................................... 111111

SSppoorrttmmaassssaaggee ........................................................................................................................................................................................................................ 1122

ZZwweemmmmeenn……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………......1133

SSppoorrtt eenn bbeewweeggiinnggsslleeiiddeerr ((ssppoorrttssttiimmuulleerriinngg))……………………………………………………………………………………....1199

BBeewweeggiinnggssaaggoooogg .............................................................................................................................................................................................................. 2222

BBOOSS-- mmeeddeewweerrkkeerr ((BBuuuurrtt-- oonnddeerrwwiijjss-- ssppoorrtt)) ...................................................................................................................... 2244

CCooöörrddiinnaattoorr SSppoorrtt,, BBeewweeggeenn eenn GGeezzoonnddhheeiidd)) .................................................................................................................. 2277


4


5

Inleiding Voor je ligt de informatiegids voor het vervolg van de opleiding Sport en Bewegen ROC A12.

Bij de overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 wordt bepaald of je de richting niveau 3

of niveau 4 gaat volgen.

De niveau 3 student volgt een algemeen programma en wordt gediplomeerd tot sportleider.

De niveau 4 student volgt een algemeen en specifiek programma en wordt gediplomeerd tot

sportcoördinator. De niveau 4 student moet een keuze maken uit drie differentiaties.

Daarnaast is iedere student ook in leerjaar 3 verplicht één vak te kiezen uit het aanbod van

keuzevakken van ROC A12. Deze informatie is gericht op de 3e jaars student.

Er kan ook gekozen worden voor het basisprogramma fitness, groepslesdocent, outdoor,

zwemmen, voetbal of onderwijs, als je dit tenminste nog niet gevolgd hebt.

Dit programma wordt dan gevolgd samen met de 2e jaars SB- studenten.

Wanneer 1 van de twee SKV’s in leerjaar 2 onvoldoende is, wordt je automatisch in niveau 3

geplaatst. Je volgt dan een 2e keuzevak voor reparatie.

In deze gids staat de belangrijkste informatie over de keuzevakken en differentiaties van de

opleiding Sport en Bewegen van ROC A12 voor de 3e jaars studenten.

Aan het kiezen van de sportkeuzevakken (SKV) zijn bepaalde

voorwaarden verbonden:

- De SKV-docent bepaalt of je een gekozen keuzevak wel of niet mag volgen.

De docent bepaalt zijn mening aan de hand van o.a. theorie-en praktijktoetsen.

- Switchen is niet mogelijk (behoudens bijzondere omstandigheden)

- BPV- uren: moeten samen 520 uur zijn.

(Voor het keuzevak moet 180 uren BPV worden gelopen en voor de

uitstroom 340 uren).

- Bij te geringe deelname kan de opleiding er voor kiezen het keuzevak of de differentiatie

niet aan te bieden. In dat geval kun je verplicht worden:

- de keuze op een andere locatie te volgen of

- voor een ander keuzevak/ differentiatie te kiezen

- In verband met de organisatie kan er afgeweken worden van de vooraf bepaalde dagdelen

(zie achterin) waarop het keuzevak/ de differentiatie aangeboden wordt.

Je kunt je keuzen alleen kenbaar maken via internet. Ga hiervoor naar het volgende

webadres.

www.formdesk.nl/roca12/keuzevak

http://www.formdesk.nl/roca12/keuzevak


6

Er zijn bij bepaalde sportkeuzevakken twee varianten mogelijk:

Variant 1

Bepaalde sportkeuzevakken bieden de mogelijkheid om een extern diploma te behalen.

De examinering gebeurt dan ook door externe examinatoren. De kosten in de vorm van

boeken, eventueel materiaal en examenkosten zijn voor de student (zie hiervoor de

informatiegids).

Variant 2:

Wanneer je ervoor kiest om voor een bepaald sportkeuzevak geen extern examen te doen,

dan wordt het SB-programma van dit keuzevak aangeboden. Inhoudelijk is dit programma

gelijk aan het bonds- of brancheprogramma. De vorm van examineren kan anders zijn,

maar niveau blijft hetzelfde!

Het verschil zit dus in de kosten en het biedt geen extern diploma. Als het SB-programma

met goed gevolg wordt afgelegd wordt er bij de diplomering, naast het algemene SB

diploma, een verklaring uitgereikt voor het behaalde keuzevak.

Als je het SB-programma wilt volgen (en niet het bonds- of brancheprogramma)

moet je dit van te voren aangeven.

Wanneer heb je SKV behaald?

Je hebt het SKV afgerond als je aan de volgende voorwaarden hebt voldaan:

Je hebt, indien van toepassing, een voldoende gehaald voor de theorietoets.

Je hebt de bijbehorende BPV met voldoende uren en een voldoende beoordeling

afgesloten.

Je hebt voldaan aan de, eventueel, overige onderdelen: portfolio, panelgesprek,

(praktijk)examen

Bij het niet behalen van het SKV:

Keuzevakken maken deel uit van de afstudeereisen van leerjaar 3. Het niet halen van een

keuzedeel kan, evenals het niet halen van andere vakken, consequenties hebben voor het

afstuderen.

Het team Sport en Bewegen


7


8

Fitnesstrainer B

Omschrijving functie:

Als fitness- B instructeur kun je aan het werk in een fitnesscentrum of sportcentrum, als

sportspecifiek kracht- en conditietrainer bij sportclubs of als zelfstandig ‘Personal trainer’.

De opleiding behandelt specifieke conditie en krachttraining voor gevorderden.

Eisen:

Je bent in het bezit van het diploma fitnesstrainer- A.

Kosten Fitvakprogramma

Lesmateriaal ± € 30,-

Licentie ± € 80,-

Examen ± € 80,-

Kosten SB-programma

Lesmateriaal ± € 30,-

Studiebelasting

2 blokken: 1,5 uur theorie en 1,5 uur praktijk (p/wk).

1 blok: 1,5 uur theorie (p/wk).

Daarnaast zal thuis aanvullend onderzoek gedaan dienen te worden.

Programma:

Het programma bestaat in grote lijnen uit 3 onderdelen:

1. Leidinggeven

2. Trainingskunde

3. Sportgezondheidsleer

Het onderdeel Leidinggeven kent de volgende elementen:

a. Lesgeven: plannen, voorbereiden, geven en evalueren van trainingen aan gevorderde

sporters

b. Testen en meten: de betekenis van ‘testen en meten’, evenals de uitvoering van relevante

testen en metingen in het kader van fitness, krachttraining en conditietraining

Het onderdeel Trainingskunde kent twee elementen:

a. Biomechanica: werkingsmechanismen van trainingsapparatuur

b. Trainingsleer: trainingspraktijk (dit valt gedeeltelijk onder a. en b.) en

inspanningsfysiologie, vooral dosering en periodisering van de training.


9

Het onderdeel Sportgezondheidsleer:

a. Sportgezondheid en verzorging: blessurepreventie en behandeling

b. Doping en voeding.

Deze onderwerpen komen aan de orde in het kader van begeleiding en training van

gevorderde sporters.

Beroepspraktijkvorming

Aantal klokuren 180 (= gemiddeld 4,5 klokuren per week)

Tijdens de BPV is de primaire opdracht om je te verdiepen in de opgedane ervaring van fitvak A

en deze verder uit te bouwen. Onder verantwoordelijkheid van een ervaren trainer ga je

groepsbegeleiding en individuele begeleiding geven. Het accent verschuift meer en meer richting

‘personal training’ van ervaren sporters. Verder zijn klantgerichtheid en gastheerschap essentiële

onderdelen van de stage.

Tijdens de stage dient een sporter/cliënt begeleid te worden met als doel deze te helpen bij het

verbeteren van zijn/haar prestatie of het realiseren van een specifieke trainingsvraag. Over deze

begeleiding maak je een portfolio volgens de opzet van Fitvak.. Dit portfolio is onderdeel van het

examen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een sporter.

Examen

1.1 Stage

Toetsvorm: portfoliobeoordeling.

Inhoud: uitvoeren van de opdrachten zoals beschreven in de handleiding van Fitvak en

het vastleggen hiervan in het portfolio.

1.2 Theorie 1

Toetsvorm: schriftelijk examen.

Inhoud: de onderwerpen zoals in dit programma vermeld onder trainingskunde en

sportgezondheidsleer.

1.3 Theorie 2

Toetsvorm: mondeling (panelgesprek).

Inhoud: tijdens een gesprek met 2 examinatoren word je bevraagd over je portfolio en je

stage. Hierbij is kennis van alle cursusonderwerpen belangrijk om goed te

kunnen onderbouwen hoe en waarom je zaken gedaan hebt.

Diploma/ Verklaring

Heb je met goed gevolg de drie examenonderdelen afgelegd, dan heb je recht op het diploma

fitness-instructeur B van Fitvak of een verklaring bij je algemene SB-diploma.


10

Skiën/ Snowboarden

Dit keuzevak wordt aangeboden i.s.m. de opleiding Sport en Bewegen van ROC Midden

Nederland.

Dit is alleen mogelijk als er op deze opleiding plaats is en aan alle voorwaarden voldaan kan

worden (o.a. het volgen van 2 lesprogramma’s).


Als ski/ snowboard leraar ben je verantwoordelijk voor de lessen in de sneeuw.

Als Nationaal Snowsports leraar mag je lessen verzorgen in Nederland en België.

Als je de cursus Anwärter haalt mag je ook les gaan geven in Oostenrijk.

Eisen:

Voldoende eigen vaardigheid (je moet voorskiën).

Diploma/ Certificaat

NSL 1 (Nationaal Snowsports leraar)

NSL 2

Anwärter

Kosten

Totaal: ± € 1700,-

(Deze kosten zijn inclusief de reis naar Oostenrijk, de lessen in Snowworld, de NSL- week in

Valkenswaard, de Anwärter week in Kaprun, de boeken, de reizen naar het buitenland)

Studiebelasting

135 uur

van september tot april

per week: ± 5 uur

Programma:

Theorie: Bewegingsleer, methodiek, kinderonderricht en materiaalkunde.

Praktijk: Methodiek, kinderonderricht, techniek en eigen vaardigheid


170 uur:

- wintersportweek school

- rollerbaan, indoorbaan, borstelbaan, echte sneeuw

Examen

NSL: Praktijk/ theorie lesgeven in Nederland

Anwärter: Praktijk/ theorie lesgeven in Nederland


11

Recreatieve activiteiten


Het verzorgen van recreatieve sportactiviteiten bij camping en

bungalowparken, sportverenigingen, buitenschoolse opvang en

commerciële sportaanbieders

Eisen:

Je hebt het basisprogramma (2 jaar) van de opleiding SB

voldoende afgesloten.

Kosten

Gedurende het jaar zullen we een aantal recreatieve

sportaanbieders bezoeken en gebruik maken van hun aanbod.

Kosten bedragen € 40,-

Studiebelasting

4 blokken: 3 uur theorie en praktijk per week

Programma:

1. Aanbieden van recreatieve activiteiten

2. Inzetten van internet in je organisatie

3. Ontwikkelen en aanbieden van tochten

4. Werken in een projectteam en concept ontwikkeling

5. Ontwikkelen van activiteiten voor een commerciële aanbieder

In periodes 3 en 4 ga je met een projectgroep aan de slag om voor een commerciële

sportaanbieder een activiteit uit te werken. Je brengt een bezoek aan de locatie en hebt een

gesprek met de klant, werkt een concept uit dat na goedkeuring kan worden uitgevoerd. Je voert

bij oplevering de activiteit zelf uit op locatie en draagt na bijstellen en evaluatie de activiteit over.



Stage moet er worden gelopen in een recreatieve setting. Dat houdt in dat mensen vrijwillig en

niet gestructureerd mee doen aan de activiteiten.

Voorbeelden van stageplaatsen zijn: Camping en bungalowpark, evenementen commissie van een

sportvereniging, buitenschoolse opvang, sportinstuif, buurtwerk, evenementen bedrijf, etc.

Examen

Alle opdrachten moeten voldoende en binnen de gestelde tijd worden ingeleverd.


Voor dit keuzevak is een schoolverklaring te behalen.


12

Sportmassage


Het uitvoeren van sportmassage en sportverzorging (onder andere tapen/ bandageren) als

zelfstandige, bij een sportvereniging of binnen een andere sportorganisatie.

Eisen:

Voldoende kennis van anatomie en fysiologie (eventueel instaptoets)

Kosten

Deelname aan het vak kost € 300,00, daarnaast moet je nog aanschaffen:

Literatuur: Snellenberg – Sportmassage handboek (evt. oefenboek à € 30,00) ± € 50,00

Sesam – atlas van de anatomie (niet verplicht) ± € 36,50

Materiaal: Massageolie, een laken, sporttape en Polstermateriaal, Huidpotlood

Studiebelasting

4 blokken: 3,5 uur theorie en praktijk (p/wk)

Programma:

Theorie

* Anatomie, fysiologie en kinesiologie

(bewegingsleer)

* Sportmassage

* Verzorging en blessurepreventie

* Eerste hulp bij sportongevallen

* Sporthygiëne

* Wet- en regelgeving privacy en

cliëntenrechten

Praktijk

* Beroepsspecifiek onderzoek bestaande uit:

- anamnese, inspectie, palpatietechniek en functieonderzoek

- registratie van bevindingen in cliëntendossier

- opstellen stappen- of behandelplan

- advisering aan cliënt en trainer/coach

* Sportverzorging, tapen en bandageren

* Massagetechnieken


Aantal klokuren ±100 (= gemiddeld 2,5 klokuren per week);

Examen

Sportmassage wordt afgesloten met het officiële examen van het NGS (Nederlands Genootschap

voor Sportmassage). Examenkosten zijn inbegrepen.

Theorie-examen april/mei 2018; praktijkexamen juni 2018.


Voor dit keuzevak is een diploma van het NGS te behalen.


13

Zwemmen


Binnen dit keuzevak word je opgeleid voor een viertal certificaten.

Deze opleiding ziet er in leerjaar 3 als volgt uit:

1. Eenheid 3: Doelgroepenspecialisatie (ouder & kind, aqua fitness, medische indicatie, fifty

fit, leern & gedrag)

2. Eenheid 4: Evenementenorganisatie

(Eenheid 1 en 2: Lifeguard resp. Lesgever elementair zwemmen wordt in leerjaar 2

aangeboden)

De NBZ (Nationale Beroepsopleiding Zwemonderwijs) verzorgt in samenwerking met de

opleidingen Sport en Bewegen de opleiding en certificering van deze eenheden.

Eisen:

Voldoende zwemvaardigheid (inclusief Zwemmend Redden voor Zweminstructeurs en diploma

C).

Diploma/ Certificaat/ Verklaring

Voor elk onderdeel geldt dat je een apart certificaat krijgt. Vier certificaten bij elkaar levert het

diploma ‘allround zwembadmedewerker’ .

Studenten die met goed gevolg de schoolroute hebben afgelegd ontvangen bij diplomering een

verklaring Zwemmen.

Kosten NBZ route

Lesmateriaal: € 120,-

Certificaten: € 100,- per eenheid

Kosten Schoolroute

Lesmateriaal € 120,-

Studiebelasting

4 blokken: 2 uur theorie en 1,5 uur praktijk

(per week)

Programma:

Theorie:

Gekoppeld aan de theorielessen zijn er competentieopdrachten die gemaakt moeten worden.

De opdrachten kunnen thuis worden gemaakt op basis van aantekeningen die jij tijdens de BPV

hebt gemaakt, behorend bij de theoriestof.

De gemaakte opdrachten voeg je toe aan het opdrachtenboek en worden beoordeeld.

Praktijk:

De praktijklessen zijn gekoppeld aan de behandelde theoriestof.


14



De meeste zwembaden in de regio beschikken over een Calibris erkenning.

Examen

Het examen bestaat uit een cijfer voor de competentieopdrachten die per onderdeel

(= certificeerbare eenheid) in een praktijkmap worden bewaard. Deze opdrachten zijn uitgevoerd

in de BPV. Daarnaast is noodzakelijk dat je met goed gevolg de BPV afrond.

Afhankelijk van je keuzevak zul je ook één of meerdere Proeven moeten afleggen.

Je bent daarmee bevoegd om in een zwembad aan de slag te gaan als gediplomeerde lesgever

en/ of toezichthouder.

Voor het extern afronden van een onderdeel (NBZ) maak je gebruik van bovengenoemde

competentieopdrachten en is bovendien het certificaat Zwemmend Redden voor Zwembaden

nodig en een geldig EHBO-diploma. Dit examen wordt afgerond met een eindgesprek.

Deel 3: Activitv and leisure host = evenementenorganisatie (LEERJAAR 3)

De begeleider evenementenorganisatie verzorgt recreatieve en zwembewegingactiviteiten en ook

evenementen voor diverse doelgroepen. Daarbij let hij op de veiligheid van de deelnemers en

voorkomt risicovolle situaties.

Deel 1: Lifeguard = toezichthouder (LEERJAAR 2)

De lifeguard draagt zorg voor de veiligheid van gasten, collega's en zichzelf. Hij houdt toezicht

op de gasten die gebruik maken van het zwembad en de andere faciliteiten van de accommodatie.

Hij treedt op als gastheer en draagt tevens zorg voor de hygiëne. Hij maakt verschillende ruimtes

schoon en meet regelmatig de kwaliteit van het water.

Onderwerpen die in theorie en praktijk aan de orde komen zijn:

- zwembad, bezoekers, motieven, activiteiten en medewerkers, - lifeguard in zwembaden

- toezicht houden, - lifeguard in het team, - veiligheid, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

- gezondheidsklachten in het zwembad, - zwemmend redden voor lifeguards in zwembaden

- nood- en ontruimingsplan, - veiligheid en hygiëne in het zwembad, - kwaliteit in het zwembad

Deel 2: Water Safety Instructor = Lesgever Zwem- ABC (LEERJAAR 2)

Dit deel is gericht op het leren lesgeven zwemmen aan 4 -12- jarigen.

De lesgever zwem- ABC verzorgt zweminstructie voor genoemde leeftijdsgroep, gericht op het

(beter) leren zwemmen. Daarbij let hij op de veiligheid en voorkomt risicovolle situaties.

Onderwerpen die in theorie en praktijk aan de orde komen zijn:

- kwaliteit van de lessen in het zwembad, - de ontwikkeling van de deelnemers

- het maken en leren van bewegingen, - bewegen in het water, de betekenis van biomechanica

- de rol van de lesgever, - organisatie, materiaal en veiligheid, - begeleiden, - trainingsleer

- leren, doelgroepen en activiteiten, - lesvoorbereiding en evaluatie

- zwemonderwijs, het Zwem- ABC, - de start van het leren zwemmen, het voortraject

- voortraject, voorwaarde om te leren zwemmen – lesgeven in het voortraject, - diep water

- aanleren van de zwemslagen, het hoofdtraject -enkelvoudige rugslag, - schoolslag

- te water gaan/onder water zwemmen -drijven/watertrappen/draaien/richting bodem gaan

- rugcrawl, - borstcrawl, - organisatie van de zwemlessen en communicatie -schoolzwemmen

- communicatie in het team


15


16


17

Overzicht van de uitstroomprofielen met de

daarbij behorende kerntaken en werkprocessen

Uitstroom

Kerntaak Werkproces Sp

ort- en

bew

egin

gsleid

er

BO

S- m

edew

erker

Bew

egin

gsag

oo

g

Op

eration

eel SB

-

man

ager

1. SB- activiteiten aanbieden.

1. Werft en informeert SB-deelnemers. X X X X

2. Bereidt SB- activiteiten voor. X X X X

3. Voert SB- activiteiten uit. X X X X

4. Coacht en begeleidt SB- deelnemers. X X X X

5. Beoordeelt het vaardigheidsniveau van

de SB- deelnemers.

X X X X

2. Wedstrijden, toernooien of

evenementen organiseren.

1. Stelt een plan op voor een wedstrijd,

toernooi of evenement.

X X X X

2. Bereidt een wedstrijd, toernooi of

evenement voor.

X X X X

3. Voert een wedstrijd, toernooi of

evenement uit.

X X X X

3. Werkzaamheden ten

behoeve van de SB-

organisatie uitvoeren.

1. Stemt de werkzaamheden af. X X X X

2. Past EHBSO en reanimatie toe. X X X X

3. Verricht beheer- en onderhoudstaken. X X X X

4. Voert front- en

backofficewerkzaamheden uit.

X X X X

5. Onderhoudt contacten met relevante

personen en organisaties.

X X X X

6. Werkt aan deskundigheidbevordering

en professionalisering van het beroep.

X X X X

7. Werkt aan het bevorderen en bewaken

van kwaliteitszorg.

X X X X

8. Voert beleidsmatige taken uit. X X X

9. Evalueert de SB- werkzaamheden X X X X


18

Uitstroom

Kerntaak Werkproces Sp

ort- en

bew

egin

gsleid

er

BO

S- m

edew

erker

Bew

egin

gsag

oo

g

Op

eration

eel SB

-

man

ager

4. SB- projecten coördineren

en uitvoeren.

1. Stelt een projectplan op voor een SB-

project.

X X X

2. Bereidt het SB- project voor.

X X X

3. Voert het SB -project uit.

X X X

5. SB- activiteiten aanbieden

aan specifieke (groepen)

SB- deelnemers.

1. Stelt de beginsituatie van de doelgroep/

het individu vast.

X

2. Stelt een plan op.

X X

3. Voert (zelfstandig) (delen van) lessen

bewegingsonderwijs uit.

X

4. Geeft trainingen/lessen aan specifieke

(groepen) SB- deelnemers.

5. Voert bewegingsagogische activiteiten

uit.

X

6. Coacht en begeleidt specifieke

(groepen) SB- deelnemers.

X X

6. De bedrijfsvoering

managen.

1. Geeft leiding aan personeel.

X

2. Beheert accommodatie en faciliteiten.

X

3. Levert een bijdrage aan financieel

beheer.

X

4. Ontwikkelt en positioneert het SB-

programma.

X

ROC A12/ Opleiding Sport en Bewegen/ Keuzevakken en differentiaties/ 2015-2016

19

UUIITTSSTTRROOOOMM

SSPPOORRTT EENN BBEEWWEEGGIINNGGSSLLEEIIDDEERR 33

Korte typering van de uitstroomdifferentiatie:

De sport- en bewegingsleider is sportief, integer en gaat respectvol met mensen om.

Hij is representatief, heeft een klantgerichte houding, is in staat commercieel te denken en te

handelen en draagt de organisatiecultuur en het imago van de organisatie uit. Hij kan zich inleven

in anderen en heeft er plezier in om met mensen te werken. Aan de andere kant is hij niet bang

om normen te stellen en waarden te bewaken en mensen op ongewenst gedrag aan te spreken. De

sport- en bewegingsleider werkt planmatig, houdt zich strikt aan geldende regels en procedures,

kan goed organiseren en beschikt over improvisatievermogen.

De sport- en bewegingsleider weet van aanpakken en heeft een flexibele taakopvatting.

De sport- en bewegingsleider staat voor de opgave uitdagende SB- activiteiten aan te bieden,

maar tegelijkertijd moet hij de fysieke en sociale veiligheid van de deelnemers kunnen

waarborgen. Dit vraagt steeds om een afweging of het aanbieden van een bepaalde activiteit aan

een bepaalde doelgroep binnen de geldende randvoorwaarden, een aanvaardbaar of een te groot

veiligheidsrisico met zich meebrengt.

Van de sport- en bewegingsleider wordt verwacht dat hij zowel oog heeft voor de groep, als voor

de individuele deelnemers.

Rol van de sportleider:

De sport- en bewegingsleider is gekwalificeerd om zelfstandig SB- activiteiten te organiseren, te

plannen en uit te voeren. Indien nodig schakelt hij (gespecialiseerde) hulp in overlegt of speelt

problemen door naar anderen.

Hij stemt de SB- activiteiten af op de doelgroep, kan functioneren binnen diverse contexten en

biedt activiteiten aan gericht op verschillende doelstellingen. De sport- en bewegingsleider biedt

de SB- deelnemers passende begeleiding.

Voor vrijwilligers, stagiairs en medewerkers van een lager functieniveau heeft hij veelal een

begeleidende rol. Hij ziet er op toe dat binnen de kaders van het beleid gewerkt wordt, dat

procedures en regels worden gevolgd en dat er sprake is van een efficiënte samenwerking. Hij

heeft een representatieve, klantgerichte rol en kan commercieel denken en handelen.

Hij legt verantwoording af aan zijn leidinggevende en aan zijn werkgever. Wanneer hij een

bijdrage levert aan een SB- activiteit die gecoördineerd wordt door een ander, voert hij de

opdrachten uit in opdracht van de coördinator/opdrachtgever en rapporteert aan deze persoon.

Werkveld Sportleider

• recreatie- en bungalowparken, campings, evenementenbureaus, entertainmentbedrijven

• gemeentelijke diensten voor sport en recreatie, provinciale sportraden, zorg en welzijn,

lokale sportservicebureaus / steunpunten voor sport,

• instellingen voor detentie, internaten, jeugdhulpverleningsinstellingen

• vormingswerk, sociaal cultureel werk, jeugd en jongerenwerk

• allochtonenzorg, asielzoekerscentra

• e.d.


20

Leerjaar 3

Theorie

- Er wordt vooral gebruik gemaakt van het theorieboek ‘De sportleider als organisator en

SB- functionaris’.

- Theorie gericht op les en leiding geven

- Theorie gericht op sportstimulering

Praktijk

- Voorbeeldlessen verzorgd door docent gericht op sportstimulering

- Lesgeven aan elkaar of andere opleidingen

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de sportstimulering.

De student loopt mee met een begeleider en verzorgt (delen van) lessen/ activiteiten.

Stageopdrachten zijn gericht op het lesgeven en organiseren van kleinschalige activiteiten.

Aantal BPV- uren: 340 op jaarbasis (8,5 klokuren per week).

BPV- dagen: n.t.b.

Examinering:

Het uiteindelijke doel van leerjaar 3 is het slagen als beginnend beroepsbeoefenaar.

Door het voldoende uitvoeren van Proeve 2 en 3 zul je kunnen slagen.

Dit is:

- Het organiseren van een evenement

- Werkzaamheden ten behoeve van de SB- organisatie uitvoeren


21

UUIITTSSTTRROOOOMM

SSPPOORRTT EENN BBEEWWEEGGIINNGGSSCCOOÖÖRRDDIINNAATTOORR 44

De opleiding Sport en Bewegen van ROC A12 biedt de volgende uitstroomprofielen voor

de bewegingscoördinator aan:

1. Bewegingsagoog

2. BOS- medewerker

3. Coördinator Sport, Bewegen en Gezondheid

Deze worden op de volgende bladzijden besproken.

Na deze opleiding kun je doorstuderen naar o.a. de volgende opleidingen:

• Academie Lichamelijke Opvoeding

• HBO Fysiotherapie

• HBO Sport Gezondheid en Management (HBO-SGM)

• HBO Vrijetijdskunde

• Hogeschool voor Toerisme en Verkeer

• Lerarenopleiding

• HBO Personeel en Organisatie

• Hoger Sociaal Onderwijs (o.a. HBO-CMV)

• HBO Sport, Economie en Management (HBO-Speco)

• Kort- HBO Sportmanagement


22

Bewegingsagoog Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De bewegingsagoog werkt intensief met mensen met specifieke en soms complexe problematieken die

niet alleen op bewegingsgebied ligt, maar ook op cognitief, sociaalaffectief en psychisch gebied. Dit

vraagt een groot inlevend vermogen. De bewegingsagoog beschikt over sterke sociale en communicatieve

vaardigheden. Hij ondersteunt cliënten en weet hen te stimuleren.

Het werk van de bewegingsagoog betekent een confrontatie met problematieken en emoties van cliënten.

Dat vraagt van de bewegingsagoog dat hij daar op in moet kunnen spelen maar anderzijds dat hij ook zijn

grenzen kan aangeven en de juiste afstand en nabijheid kan hanteren.

De bewegingsagoog is in staat om doelen te behalen met beperkte mogelijkheden op het gebied van

middelen en accommodatie. Dit vraagt creativiteit.

Heel belangrijk in het werk van de bewegingsagoog is het functioneren in een team en het aangaan en

onderhouden van contacten binnen en buiten de organisatie. De verschillende partijen kunnen

verschillende visies, verwachtingen of belangen hebben. De bewegingsagoog moet dus goed kunnen

samenwerken maar uiteindelijk ook beslissingen nemen en die verantwoorden. Hij moet enerzijds

zelfstandig kunnen werken, maar goed weten wanneer hij (gespecialiseerde) hulp moet inschakelen.

Het is belangrijk dat de bewegingsagoog op zijn eigen gedrag kan reflecteren en zich openstelt voor

feedback van anderen. De bewegingsagoog heeft de bereidheid steeds zijn eigen handelen en gedrag aan

te passen.

De rol van de bewegingsagoog: De bewegingsagoog draagt verantwoordelijkheid voor het zelfstandig plannen en uitvoeren van SB-

activiteiten en voor het interpreteren van de effecten daarvan. Hij is verantwoordelijk voor de begeleiding

van de cliënt tijdens de uitvoering van de activiteiten.

De bewegingsagoog heeft een initiërende rol in het opzetten, uitvoeren en evalueren van sport- en

bewegingsprojecten binnen de eigen sport- en bewegingsorganisatie (SB- organisatie) of binnen sport- en

bewegingsprojecten waar de eigen SB- organisatie bij betrokken is. Binnen die projecten stuurt hij

vrijwilligers/medewerkers en stagiairs aan en ondersteunt en begeleidt hen.

De bewegingsagoog is verantwoording verschuldigd aan zijn leidinggevende.

Je bent werkzaam in o.a. • De gehandicaptenzorg

• De jeugdhulpverlening

• Een revalidatiecentrum

• De psychiatrie

• De ouderenzorg

• De (jeugd)Detentie

Je werkzaamheden zijn het optimaliseren van bewegingsgedrag waarbij er drie taakgebieden

worden onderscheiden:

- Taakgebied 1: stimuleren van gezond bewegen

- Taakgebied 2: gespecialiseerd bewegen (ortho)

- Taakgebied 3: bewegingsagogie gericht op gedrag (socio)

Kenmerken van een bewegingsagoog:

- Jij bent integer

- Jij ben begripvol

- Jij bent respectvol

- Jij staat open voor de ander


23

Je sterke punten zijn:

- Je kunt goed samenwerken

- Je kunt goed dop je eigen gedrag reflecteren

- Je kunt je goed openstellen voor reacties van anderen

- Je bent bereid je eigen handelen en gedrag af te stemmen omdat je met anderen disciplines moet

samenwerken

- Je kunt je inleven in je cliënt

- Je weet ze te stimuleren en te activeren

De kerntaken van de Bewegingsagoog zijn:

- Kerntaak 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

- Kerntaak 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.

Aanverwante HBO studies:

- Psychomotorische therapie

- Sport- en bewegingseducatie

- Ergotherapie

- Fysiotherapie

- Sociaal Pedagogische Hulpverlening

- Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Of een andere HBO opleiding

Leerjaa

r 3

Theorie / Praktijk

- Jij als bewegingsagoog

- Bewegingsdiagnostiek

- Proeve 4

- Proeve 5

BPV

Aantal BPV- uren: 340 uur op jaarbasis

BPV- dagen: n.t.b.

Voor de start van het nieuwe schooljaar heb je een stageplaats gevonden.

Je mag in leerjaar 3 niet op dezelfde plek stage lopen als in leerjaar 2.

Examinering:


Door het voldoende uitvoeren van Proeve 4 en 5 zul je kunnen slagen.

Deze is o.a.:

- Het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een project

- Het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een bewegingsactiviteitenplan


24


25

BOS- medewerker (Buurt- onderwijs- sport)

Korte typering van de uitstroomdifferentiatie:

De BOS- medewerker is in staat om doelen te behalen met beperkte middelen (geld, mankracht,

accommodatie en materialen). Dit vraagt van hem creativiteit, doorzettingsvermogen en

beïnvloedingsvermogen. Dat laatste heeft hij bijvoorbeeld nodig om te proberen meer middelen

tot zijn beschikking te krijgen.

De BOS- medewerker functioneert in diverse samenwerkingsverbanden en staat dan ook voor de

opgave samen te werken met diverse partijen.

In zijn werk zal hij vaak te maken krijgen met onverwachte omstandigheden, waardoor het

belangrijk is dat hij kan improviseren en beschikt over een hoge mate van flexibiliteit. Hij moet

kunnen functioneren in een politieke omgeving en is een organisator bij uitstek.

Hij beschikt over inlevingsvermogen en kan goed omgaan met diverse, soms moeilijke

doelgroepen. Hij is sociaal vaardig, integer en tolerant, maar is niet bang om mensen aan te

spreken op hun gedrag en om duidelijke waarden en normen te stellen.

De BOS- medewerker kan goed op zijn eigen gedrag reflecteren en stelt zich open voor feedback

van anderen.

Zowel de fysieke als de sociale veiligheid van deelnemers hebben continu zijn aandacht.

Omdat taken en bevoegdheden niet altijd scherp zijn afgebakend, is het belangrijk dat hij op kan

komen voor zijn eigen belangen en zijn grenzen aan kan geven.

De rol van de BOS- medewerker:

De BOS- medewerker is verantwoordelijk voor het zelfstandig plannen van SB- activiteiten en

voor het interpreteren van de effecten daarvan.

De BOS- medewerker draagt ook verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze SB-

activiteiten. Indien nodig schakelt hij (gespecialiseerde) hulp in.

Hij richt zich zowel op zaken die spelen op korte termijn als op het behalen van doelen op de

lange termijn.

Binnen het buurtwerk en binnen sportorganisaties is het werk van de BOS- medewerker gericht

op het vergroten van de maatschappelijke betekenis van sport, het onderhouden en stimuleren van

sportdeelname en het verbeteren van de maatschappelijke kwaliteit van sportaanbieders.

Binnen het primair onderwijs is zijn taak gericht op het geven van lessen bewegingsonderwijs

onder verantwoordelijkheid van een bevoegde leraar en op het uitvoeren van daaruit

voortvloeiende ondersteunende taken.

Werkveld BOS- medewerker

• basisscholen w.o. de brede school

• naschoolse opvang

• gemeentelijke diensten voor sport en recreatie

• provinciale sportraden

• lokale sportservicebureaus / steunpunten voor sport, zorg en welzijn

• landelijke en regionale sportorganisaties

• sportbonden


26

DE KERNTAKEN VAN DE BOS- MEDEWERKER ZIJN:

Kerntaak 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

Kerntaak 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.

Leerjaar 3

Theorie

- Er wordt gebruik gemaakt van het boek: De sportleider als organisator en SB- functionaris

- Opdrachten over Kerndoelen bewegingsonderwijs

- Bijzondere doelgroepen, Gedragstherapie etc.

- Presentaties en overige opdrachten

- Proeve van Bekwaamheid 4 en 5.

Praktijk

- Lesgeven aan lj.3 m.b.v. Leerlijnen.

BPV

Je mag in leerjaar 3 niet op dezelfde plek stage lopen als in leerjaar 2.

Aantal BPV- uren: 340 op jaarbasis = 8,5 klokuren per week

BPV- dagen (incl. Projectorganisatie): n.t.b.

Voor de start van het nieuwe schooljaar heb je een basisschool gevonden. Daarnaast zorg je ook

voor een adres gericht op naschoolse opvang, sportbuurtwerk o.i.d.

Begin daarom nu al met informeren en solliciteren naar een adres.

Proeve van Bekwaamheid


Door het voldoende uitvoeren van de Proeve 4 en 5 zul je kunnen slagen.

Deze zijn:

Proeve 4: SB- projecten coördineren en uitvoeren

Proeve 5: SB- activiteiten aanbieden aan (specifieke) groepen SB- deelnemers.


27

Coördinator Sport, Bewegen en Gezondheid

Leerjaar 3

Theorie

- Gezondheidsleer (incl. anatomie, fysiologie, pathologie)

- Doelgroepen met specifieke aandoeningen

- Voeding

- Theorie gericht op coachen/begeleiden (omgangskunde)

- SOVA

- Organisatieleer

- Generieke vakken

Praktijk

- Bewegen gericht op de specifieke doelgroepen

- Drama

BPV

Stage is gericht op een plek binnen het werkveld van de leefstijlcoach.

Stageopdrachten zijn gericht op lesgeven aan/begeleiden van specifieke doelgroepen.

Aantal BPV- uren: 340 op jaarbasis (8,5 klokuren per week).

BPV- dagen: n.t.b.


1

Informatie Keuzevakken en uitstroomprofielen Leerjaar 3€¦ · Biomechanica: werkingsmechanismen...

Documents

Transcript of Informatie Keuzevakken en uitstroomprofielen Leerjaar 3€¦ · Biomechanica: werkingsmechanismen...