Trainingsleer Eelbode Elke. 100% % Capacity of Energy System 10 sec30 sec2 min5 min + Energy...
-
Upload
veerle-sanders -
Category
Documents
-
view
221 -
download
2
Transcript of Trainingsleer Eelbode Elke. 100% % Capacity of Energy System 10 sec30 sec2 min5 min + Energy...
TrainingsleerTrainingsleer
Eelbode ElkeEelbode Elke
100%
% C
apacity of Energy S
ystem
10 sec 30 sec 2 min 5 min +
Energy Transfer Systems and Exercise
Aerobic Energy System
Anaerobic Glycolysis
ATP - CP
3.2.1. De Energielevering3.2.1. De EnergieleveringHET ATPHET ATP - - PCr SYSTEEMPCr SYSTEEMAanwezig ATPAanwezig ATP
Resynthese door PCrResynthese door PCr
HET ATPHET ATP - - PCr SYSTEEMPCr SYSTEEM
Voorkomt uitputting van energiesysteem Voorkomt uitputting van energiesysteem door aanmaak ATP. door aanmaak ATP.
Anaëroob proces (zonder 0Anaëroob proces (zonder 022))1 mol ATP per mol PCr. 1 mol ATP per mol PCr.
3.2.1. De Energielevering bij spurt3.2.1. De Energielevering bij spurt
3.2.1. De Energielevering3.2.1. De Energielevering
ANAËROBE GLYCOLYSE
•Geen 0² nodig
•Pyruvaat Lactaat
•12 Enzymatische reacties
•3 moleculen ATP vrijmaken
ANAËROBE GLYCOLYSE
12 12 reacties om glucose en glycogeen om reacties om glucose en glycogeen om te zetten in ATPte zetten in ATP
Anaëroob systeem (zonder 0Anaëroob systeem (zonder 022))Puyruvaat wordt lactaat door glycolysePuyruvaat wordt lactaat door glycolyse1 mol glycogeen 1 mol glycogeen 3 ATP3 ATP1 mol glucose 1 mol glucose 2 ATP2 ATP
3.2.1. De Energielevering3.2.1. De Energielevering
AËROBE GLYCOLYSEAËROBE GLYCOLYSEKrebs cyclusKrebs cyclus00²² nodig nodig38 moleculen ATP38 moleculen ATP
AËROBE GLYCOLYSEAËROBE GLYCOLYSE
Heeft 0Heeft 022 nodig om Energie te leveren nodig om Energie te leveren Kan meer Energie vrijmaken dan de anaërobe Kan meer Energie vrijmaken dan de anaërobe
systemensystemen Primaire bron van energielevering bij Primaire bron van energielevering bij
duursporten. duursporten. 3 Processen:3 Processen:
- Aerobe glycolyse- Aerobe glycolyse
- krebcyclus- krebcyclus
- elektronen transportketting- elektronen transportketting
Voorstelling Aërobe energieleveringVoorstelling Aërobe energielevering
E levering t.h.v. itochondriënE levering t.h.v. itochondriën
Gebruik van EnergiesystemenGebruik van Energiesystemen
Functie EPOC Functie EPOC excess postexercise oxygen consumption
Heropbouw van ATP en Pcr reservesHeropbouw van ATP en Pcr reservesVerwijderen lactaat afkomstig van Verwijderen lactaat afkomstig van
anaërobe energieleveringanaërobe energieleveringOO22 voorraad vernieuwen voorraad vernieuwen
COCO22 dat in de weefsels is achtergebleven dat in de weefsels is achtergebleven
gaan verwijderengaan verwijderen
Gebruik van EnergiesystemenGebruik van Energiesystemen
Matige en zware fysieke inspanningMatige en zware fysieke inspanningZware inspanning = langere Zware inspanning = langere
recuperatiefase. recuperatiefase.
Respiratoire quotiënt (RQ)Respiratoire quotiënt (RQ)
Steady state Steady state Rustwaarde 0,7 – 0,8 tot max. 1,0. Rustwaarde 0,7 – 0,8 tot max. 1,0. Inspanning Inspanning KH verbrandingKH verbranding waarde kan waarde kan
hoger dan 1,0 worden. hoger dan 1,0 worden. Verklaring hogere RQ:Verklaring hogere RQ:
aandeel glycolyse neemt toeaandeel glycolyse neemt toemeer Hmeer H++ geproduceerd geproduceerd gebufferd door HCOgebufferd door HCO33
--
koolzuur wordt gevormd COkoolzuur wordt gevormd CO22 verwijderd. verwijderd. Daling PH zorgt ervoor dat extra CODaling PH zorgt ervoor dat extra CO22 wordt wordt
uitgeademd. uitgeademd.
Gebruik van EnergiesystemenGebruik van Energiesystemen
Eigenschappen Eigenschappen van de van de verschillende verschillende energiesystemenenergiesystemen
SportspecifiekSportspecifiek
Energielevering Energielevering tijdens fysieke tijdens fysieke activiteitactiviteit
3.2.2. De circulatie3.2.2. De circulatie Redistributie HMV tijdens dynamische Redistributie HMV tijdens dynamische inspanning inspanning Bloedtoevoer van 1l/ min. in rust naar meer dan 20l/min. Bloedtoevoer van 1l/ min. in rust naar meer dan 20l/min.
bij inspanningbij inspanning Coronaire doorstroming Coronaire doorstroming ~ myocardiale ~ myocardiale 00²² gebruik gebruik Hersendoorstroming onveranderd of neemt toeHersendoorstroming onveranderd of neemt toe Doorstroming splanchnicusgebied en nieren neemt afDoorstroming splanchnicusgebied en nieren neemt af Vasoconstrictie huidvaten bij aanvang, stijging temp Vasoconstrictie huidvaten bij aanvang, stijging temp
zorgt voor asodilatatie. Huidcirculatie stijgt foor warmte zorgt voor asodilatatie. Huidcirculatie stijgt foor warmte afgifte. afgifte.
Max. inspanning neemt huidcirculatie echter terug af. Max. inspanning neemt huidcirculatie echter terug af.
3.2.3. De ademhaling3.2.3. De ademhaling
Toename ventilatie bij inspanning door: ?Toename ventilatie bij inspanning door: ?Perifere chemosensoren onwaarschijnlijk Perifere chemosensoren onwaarschijnlijk
want PCOwant PCO22 veranderd nauwelijks bij veranderd nauwelijks bij inspanning.inspanning.
PH daalt, ventilatie wordt gestimuleerd , PH daalt, ventilatie wordt gestimuleerd , PCO² daaltPCO² daalt
Centrale invoed vanuit hersenschorsCentrale invoed vanuit hersenschorsPerifere beïnvloeding vanuit sensoren in Perifere beïnvloeding vanuit sensoren in
gewrichten, pezen, spieren. gewrichten, pezen, spieren.
3.2.4. De lichaamstemperatuur3.2.4. De lichaamstemperatuur Lichaamstemperatuur stijgt bij Lichaamstemperatuur stijgt bij
inspanninginspanning warmte afgiftewarmte afgifte 2 voorwaarden2 voorwaarden Regelmatige inspanning bij warmte: Regelmatige inspanning bij warmte:
temp stijgttemp stijgt- Lagere zweetdrempel (sneller zweten Lagere zweetdrempel (sneller zweten
na begin inspanning tot 3 x meer)na begin inspanning tot 3 x meer)- Grotere zweetsecretieGrotere zweetsecretie- Minder zoutverlies (door Minder zoutverlies (door
aldosteronsecretie die afneemt)aldosteronsecretie die afneemt)- Kleine toename huiddoorbloedingKleine toename huiddoorbloedingDoor deze aanpassingen wordt Door deze aanpassingen wordt
homeostase minder belast. homeostase minder belast.
Warmte afgifte
Vochtigheid lucht moet Voldoende verdamping
Toelaten
Weersomstandigheden
Voldoende H ²0 in lichaam
Balans waterverlies enWater dat men opdrinkt
3.3. Belasting en belastbaarheid3.3. Belasting en belastbaarheid
Uitwendige belastingUitwendige belastingvermogen/arbeidvermogen/arbeid
Fysiologische belastingFysiologische belasting
- 0² verbruik- 0² verbruik
- HMV- HMV
- ventilatie, HF- ventilatie, HFNagaan op fietsergometerNagaan op fietsergometer
3.3.1. Ergometrie3.3.1. Ergometrie
= meten van arbeid/ = meten van arbeid/ vermogenvermogen
Test op loopband/ Test op loopband/ foetsergometerfoetsergometer
3 parameters3 parameters- VO² max- VO² max- max. vermogen (Watt)- max. vermogen (Watt)- max. duurprestatie = - max. duurprestatie =
lactaatdrempel. lactaatdrempel.
3.3.2. Het maximale vermogen3.3.2. Het maximale vermogen
Bepalen via een protocolBepalen via een protocolgelijkmatig oplopende belasting tot gelijkmatig oplopende belasting tot uitputting. Per tijdseenheid komt er uitputting. Per tijdseenheid komt er eenzelfde belasting bij. eenzelfde belasting bij.
Afhankelijk van:Afhankelijk van:
- tijd waarin max. bereikt wordt. - tijd waarin max. bereikt wordt.
- lichaamsmassa individu, hoe groter de - lichaamsmassa individu, hoe groter de massa hoe groter de maximale belastingmassa hoe groter de maximale belasting
3.3.3. Het maximale 03.3.3. Het maximale 0²² verbruik verbruik
Directe meting via gasanalyseDirecte meting via gasanalyse Indirect Indirect AstrandAstrand
Supramaximale belastingSupramaximale belastingHoogste zuurstofopmeting = VOHoogste zuurstofopmeting = VO22 max. max.
VOVO22 Max referentiewaarden Max referentiewaarden
ASTRAND ASTRAND 20-30 jaar20-30 jaar 20-30jaar20-30jaar
Zeer laagZeer laag < 38< 38 < 28< 28
LaagLaag 39 – 4339 – 43 29 – 3429 – 34
GemiddeldGemiddeld 44 – 5144 – 51 35 – 4335 – 43
HoogHoog 52 – 5652 – 56 44 – 4844 – 48
Zeer HoogZeer Hoog > 57> 57 > 49> 49
3.3.4. De maximale duurprestatie3.3.4. De maximale duurprestatie
Inspanning op VO2 max kan maar kort Inspanning op VO2 max kan maar kort volgehouden worden door:volgehouden worden door:- toename zuur en lactaatproductie- toename zuur en lactaatproductiedoor:door:
KH verbranding neemt toe, in glycolyse meer KH verbranding neemt toe, in glycolyse meer pyrodruivezuur gevormd en als nevenproduct pyrodruivezuur gevormd en als nevenproduct lactaat. lactaat.
Meer melkzuurproducerende spiervezels (witte) Meer melkzuurproducerende spiervezels (witte) worden ingeschakeld. worden ingeschakeld.
Rode spiervezels krijgen te maken met 0Rode spiervezels krijgen te maken met 022 tekort, tekort, energie putten uit anaërobe glycolyse met als energie putten uit anaërobe glycolyse met als gevolg een toename van lactaat. .gevolg een toename van lactaat. .
3.3.4. De maximale duurprestatie3.3.4. De maximale duurprestatie
Belastingsniveau waarbij lactaatproductie Belastingsniveau waarbij lactaatproductie > lactaat verwijdering = anaërobe drempel > lactaat verwijdering = anaërobe drempel of lactaatdrempelof lactaatdrempel
MaxlaMaxlassss (max lactaat steady state) = (max lactaat steady state) =
hoogste belasting die kan volgehouden hoogste belasting die kan volgehouden worden zonder stijging van het lactaat. worden zonder stijging van het lactaat.
Lamax (mmol.l.kg) = maximale lactaat dat Lamax (mmol.l.kg) = maximale lactaat dat kan geproduceerd worden. kan geproduceerd worden.
PraktischPraktisch
http://www.topendsports.com/testing/hometest.htm
http://www.exrx.net/Testing.html
3.4. Vermoeidheid3.4. Vermoeidheid
• = Verminderd vermogen om arbeid te verrichten
• centrale en perifere vermoeidheid
•Prikkeloverdracht van CZS naar spier verloopt niet optimaal.
•Motivatie zou een invloed hebben op centrale vermoeidheid
•Vermoeidheid beneden actaatdrempel treedt op wanneer glycogeen voorraad uitgeput raakt.
•Vermoeidheid boven de lactaatdrempel treedt op door verlagen Ph, waardoor glycolyse geremd wordt.
Effecten van trainingEffecten van training
Voldoende intensief zijnVoldoende intensief zijnSportspecifiek zijn, zelfde spgroepen Sportspecifiek zijn, zelfde spgroepen
aanspreken.aanspreken.Trainen VOTrainen VO22 max. max.
Leeftijd en geslacht beïnvloeden deze Leeftijd en geslacht beïnvloeden deze parameter. parameter.
VOVO22 max toename door toename HMV, max toename door toename HMV,
deze neemt toe door toename slagvolumedeze neemt toe door toename slagvolume
Effecten van trainingEffecten van training
Aanpassingen in de spier:Aanpassingen in de spier:- - toename aantal mitochondriëntoename aantal mitochondriën- toename myoglobinegehalte- toename myoglobinegehalte- toename aantal capillairen- toename aantal capillairen- bevordering lactaattransport- bevordering lactaattransport
Stofwisseling aanpassingen:Stofwisseling aanpassingen:- vetzuurverbranding bij submax. - vetzuurverbranding bij submax. Inspanning vergrootInspanning vergroot- meer rode dan witte spiervezels.- meer rode dan witte spiervezels.
ImmobilisatieImmobilisatie
SpieratrofieSpieratrofie- inactiviteit t.g.v. zenuwbeschadiging- inactiviteit t.g.v. zenuwbeschadiging- gevolg: negatieve stikstofbalans- gevolg: negatieve stikstofbalans- vetpercentage neemt toe- vetpercentage neemt toe
OsteoporoseOsteoporose- activiteit osteoblasten en osteoclasten - activiteit osteoblasten en osteoclasten moet in moet in evenwicht zijn.evenwicht zijn.
Daling VODaling VO22 max. max. Bloeddruk onveranderd tijdens rust/ immobiliteit.Bloeddruk onveranderd tijdens rust/ immobiliteit.