Implementatie van een zorgbundel ter preventie van...
Transcript of Implementatie van een zorgbundel ter preventie van...
UNIVERSITEIT GENT
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
Academiejaar 2014-2015
Implementatie van een zorgbundel ter preventie van een ventilator
geassocieerde pneumonie (VAP)
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van
Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde
Door Dieter Maes
Promotor: Prof. dr. Dimitri Beeckman
Co-promotor: dr. Katrien Vanderwee
Mentor: Dr. Jeroen Biesemans
UNIVERSITEIT GENT
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
Academiejaar 2014-2015
Implementatie van een zorgbundel ter preventie van een ventilator
geassocieerde pneumonie (VAP)
Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van
Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde
Door Dieter Maes
Promotor: Prof. dr. Dimitri Beeckman
Co-promotor: dr. Katrien Vanderwee
Mentor: Dr. Jeroen Biesemans
6
Inhoudstafel
Woord vooraf .................................................................................................................... 8
Abstract ............................................................................................................................. 9
1. Inleiding ................................................................................................................... 11
2. Doelstelling .............................................................................................................. 13
3. Methode ................................................................................................................... 13
3.1 Desing ...................................................................................................................... 13
3.2 Outcomes ................................................................................................................. 14
3.3 Setting ...................................................................................................................... 15
3.4 Steekproef ................................................................................................................ 15
3.5 Interventie ................................................................................................................ 15
3.5.1 Opstellen VAP zorgbundel .................................................................................. 15
3.5.2 Implementatie ...................................................................................................... 16
3.6 Datacollectie ............................................................................................................ 18
3.6.1 Pre-meting ........................................................................................................... 18
3.6.1.1 Compliance ........................................................................................................ 18
3.6.1.2 VAP-incidentie .................................................................................................. 19
3.6.2 Post-meting .......................................................................................................... 19
3.6.2.1 Compliance ........................................................................................................ 19
3.6.2.2 VAP-incidentie .................................................................................................. 19
3.7 Instrumenten ............................................................................................................ 19
3.7.1 Pre-meting ........................................................................................................... 19
3.7.2 VAP-incidentie .................................................................................................... 20
7
3.7.3 Post-meting .......................................................................................................... 20
3.8 Data Analyse ........................................................................................................... 21
3.9 Ethische overwegingen ............................................................................................ 22
4. Resultaten ................................................................................................................ 22
4.1 Demografische karakteristieken .............................................................................. 22
4.2 Compliance ten aanzien van de VAP zorgbundel ................................................... 22
4.3 VAP-incidentie ........................................................................................................ 24
5. Discussie ................................................................................................................... 25
5.1 Conclusie ................................................................................................................. 28
6. Referentielijst .......................................................................................................... 29
7. Appendix ................................................................................................................. 33
Appendix 1:VAE flowchart ...................................................................................... 33
Appendix 2: Reminder mondzorg ............................................................................ 34
Appendix 3: Nederlandstalige RASS ....................................................................... 35
Appendix 4: Poster handhygiëne .............................................................................. 36
Appendix 5: Sedatieflowchart .................................................................................. 37
Appendix 6: Registratiedocument verpleegkundigen VAP zorgbundel................... 38
Appendix 7: VAP zorgbundel poster ....................................................................... 39
Appendix 8: Zakformaat reminder verpleegkundigen.............................................. 40
Appendix 9: Observatierooster Handhygiëne .......................................................... 41
8
Woord vooraf
Deze masterproef vormt het sluitstuk van een boeiende en leerrijke opleiding en werd
uitgewerkt binnen de opleiding “Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde”. Het is
onmogelijk om dergelijke opleiding en masterproef alleen af te werken en daarom wil ik
een aantal personen oprecht bedanken voor hun bijdrage.
Eerst en vooral wil ik een oprecht woord van dank richten tot mijn promotor Prof. dr.
Beeckman voor de goede begeleiding, advies en de constructieve samenwerking
doorheen deze masterproef.
Daarnaast ben ik mijn copromotor dr. Katrien Vanderwee (verpleegkundig
ziekenhuishygiënist) zeer dankbaar. Haar deskundige begeleiding en steeds
opbouwende feedback tijdens de talrijke overlegmomenten waren essentieel voor het
goede verloop en het eindresultaat van deze masterproef.
Een welgemeende dank gaat ook uit naar mijn mentor Dr. Jeroen Biesemans (dokter
intensivist) voor zijn medewerking, advies en tips gedurende het ganse jaar. Zijn steun
en invloed op de afdeling waren cruciaal voor het slagen van deze masterproef.
Daarnaast wil ik mijn dank betuigen aan Frank Garré (hoofdverpleegkundige van de
afdeling intensieve zorgen) en het ganse team van verpleegkundigen. Zonder hun
bereidwillige medewerking was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Daarnaast wil ik
de directie van het ziekenhuis bedanken voor alle kansen die ik heb gekregen om deze
opleiding te volgen alsook de tijd en middelen die hiervoor werden voorzien.
Tenslotte richt ik het grootste woord van dank tot mijn vrouw Sharon, mijn kinderen
Amélie en Enora, mijn moeder, schoonouders en vrienden voor hun onvoorwaardelijke
steun, geduld en opofferingen. Deze hebben me geholpen om vol te houden en deze
vierjarige opleiding af te ronden.
Aantal woorden: 3 848 (exclusief woord vooraf, inhoudstafel, abstract, tabellen,
bijlagen en bibliografie)
9
Abstract
Achtergrond
Een ventilator geassocieerde pneumonie (VAP) is één van de meest voorkomende
complicaties op intensieve zorgen bij invasief geventileerde patiënten. Het uitvoeren
van specifieke evidence-based richtlijnen ter preventie van een VAP kunnen het risico
op het ontstaan ervan reduceren. Aan de hand van zorgbundels kunnen richtlijnen
eenvoudig worden geïmplementeerd in de dagelijkse praktijk. Een zorgbundel bevat
drie tot vijf evidence-based richtlijnen.
Doel
Doelstelling van dit onderzoek was om de compliance ten aanzien van de
evidence-based richtlijnen te optimaliseren en de VAP-incidentie te doen dalen.
Design
Quasi experimenteel pretest-posttest design.
Setting
Een monocentrische pilootstudie op de afdeling intensieve zorgen van het Onze Lieve
Vrouw van Lourdes ziekenhuis Waregem (België) die werd uitgevoerd van september
2014 tot maart 2015.
Interventie
Ontwikkeling en implementatie van een evidence-based VAP zorgbundel bestaande uit
vijf elementen: (1) hoofdeinde bed > 30°, (2) cuffdrukcontrole, (3) mondzorg, (4)
evaluatie sedatiestatus en (5) handhygiëne. Om het effect van de interventie te evalueren
werden outcomes opgesteld. De primaire outcome was de compliance ten aanzien van
de bundelelementen en deze moest ≥ 95% zijn. De secundaire outcome was de
VAP-incidentie en moest dalen.
Resultaten
De compliance ten aanzien van de bundelelementen steeg significant (p< 0.05) van 20%
naar 87,9% voor hoofdeinde bed, van 33% naar 97,4% voor cuffdrukcontrole, van 46,7%
naar 96,4 % voor mondzorg en van 0% naar 100% voor evaluatie van de sedatiestatus,
10
van 25% naar 79% voor “handontsmetting voor mondzorg” en van 14,6% naar 75,4%
voor “handontsmetting voor endotracheale (ET) aspiratie”. De globale
bundelcompliance was 48,6% en 77% (zonder handhygiëne). De VAP-incidentie was
15,8 VAP’s/1000 ventilatiedagen in de pre-meting en 15,2 VAP’s/1000 ventilatiedagen
in de post-meting.
Conclusie
De ontwikkeling en implementatie van een VAP zorgbundel leidde tot een significante
stijging van de compliance ten aanzien van de bundelelementen en de VAP-incidentie
was iets lager in de post-meting. Kernelementen waren educatie, monitoring en
feedback. Verder onderzoek is nodig om op lange termijn de effecten van de
VAP zorgbundel te kunnen evalueren.
Sleutelwoorden
Ventilator geassocieerde pneumonie (VAP), zorgbundel, preventie, implementatie
11
1. Inleiding
Een ventilator geassocieerde pneumonie (VAP) wordt gedefinieerd als een bacteriële
pneumonie die zich ontwikkelt 48 uur na intubatie en de opstart van mechanische
ventilatie (Joseph et al., 2010). Op intensieve zorgen is dit één van de meest
voorkomende complicaties en algemeen in een ziekenhuis de tweede meest
voorkomende nosocomiale infectie (Koeman et al., 2006; Gastmeier & Geffers, 2007).
Een ventilator geassocieerde pneumonie doet de morbiditeit en mortaliteit significant
stijgen, maar de relatie tussen VAP en de mortaliteit is niet duidelijk. Het is moeilijk
aan te tonen dat patiënten sterven met een VAP of door een VAP (Keyt et al., 2014).
Per dag dat een patiënt geventileerd wordt, stijgt de kans op het ontstaan van een VAP
met 1%-3% en is de kans op overlijden 2 tot 10 keer hoger (Grossman & Fein, 2000).
Patiënten met een VAP verblijven gemiddeld 4,3-6,1 dagen langer op de afdeling
intensieve zorgen, verblijven globaal langer in het ziekenhuis (Lawrence & Fulbrook,
2011) en op de afdeling IZ wordt er 50% meer antibiotica voorgeschreven (Donald &
Craven, 2006). De totale meerkost wanneer een patiënt een VAP ontwikkelt, wordt
geschat op $ 40.000 per ontwikkelde VAP (Lawrence & Fulbrook, 2011).
Het diagnosticeren van een VAP is complex. Tot op heden is er geen internationale
consensus over de correcte methode. Klinische criteria om een diagnose te stellen zijn
onbetrouwbaar, weinig specifiek, weinig sensitief en zorgen voor een over- of
onderdiagnose (Janson, Kaariainen, & Kyngas, 2013; Coppadoro, Bittner, & Berra,
2012). Daarom is het belangrijk om zowel klinische als microbiologische gegevens te
verzamelen binnen een complete diagnostische benadering (Depuydt, Myny, & Blot,
2006). Internationaal variëren de VAP-incidentiecijfers. Er wordt geschat dat 5%-20%
van de geventileerde patiënten een VAP ontwikkelt (Klompas et al., 2014; Blot,
Poelaert, & Kollef, 2014; Coppadoro, Bittner, & Berra, 2012). Deze variatie is
afhankelijk van de toegepaste definiëring en de populatie waarbij de gegevens
verzameld worden. Uit de rapporten van het Wetenschappelijk Instituut
Volksgezondheid op Intensieve Zorgen (WIV-IC) België 2001-2011 blijkt dat de VAP-
incidentie varieerde van 11,8 VAP’s/1000 ventilatiedagen tot 21,7 VAP’s/1000
12
ventilatiedagen voor patiënten die langer dan 2 dagen werden opgenomen (Morales &
Mertens, 2001-2008; Mertens, 2012).
De Centers for Disease Control and Prevention (CDC) heeft een nieuw protocol
ontwikkeld om het proces van diagnosticeren objectiever te laten verlopen (Appendix 1).
De term ventilator geassocieerd event (VAE) wordt geïntroduceerd. Hierbij wordt
rekening gehouden met allerlei complicaties die naast een pneumonie kunnen ontstaan
ten gevolge van mechanische ventilatie zoals: acuut respiratoir distress syndroom,
pneumothorax, atelectase, longembool, …. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen
een ventilator geassocieerde conditie (VAC), infectie gerelateerde ventilator
geassocieerde complicaties (IVAC), mogelijke- of waarschijnlijke VAP. Ongeveer 5%-
10% van de invasief geventileerde patiënten zouden een VAE ontwikkelen (Klompas et
al., 2014). Toen deze studie werd opgestart was het CDC protocol nog niet definitief. In
huidige studies worden VAP’s gediagnosticeerd volgens een traditionele methode
waardoor concrete cijfers ontbreken om vergelijkingen toe te laten.
Om VAP’s te voorkomen zijn verschillende evidence-based richtlijnen ontwikkeld. Aan
de hand van zorgbundels kunnen deze richtlijnen eenvoudig worden geïmplementeerd
in de dagelijkse praktijk (Wip & Napolitano, 2009, Rello et al., 2010). De FOD
Volksgezondheid België ontwikkelde in 2011 in navolging op de ‘5 million lives
Campaign’ van het Institute of Healthcare Improvement (IHI) een zorgbundel ter
preventie van VAP. Een zorgbundel kan gedefinieerd worden als het toepassen van
verschillende strategieën die afzonderlijk de zorg verbeteren, maar indien gecombineerd
meer effectief zijn. Alle elementen zijn gebaseerd op wetenschappelijke evidentie en
bestaan doorgaans uit drie tot vijf interventies (Lawrence & Fulbrook, 2011). De kans
op het optreden van een VAP wordt verkleind wanneer meerdere interventies
tegelijkertijd worden toegepast (Gastmeier & Geffers, 2007) en indien goede
compliance cijfers worden behaald ten aanzien van de bundelelementen (Jansson,
Kyngäs, & Kääriäinen, 2013). De goede werkzaamheid van een bundel kan enkel
worden bereikt bij een compliance van ≥ 95% (Klompas, 2010; Lim et al., 2013).
De implementatie van een VAP zorgbundel kan een positieve impact hebben op de
VAP-incidentie, bevordert de uitvoering van evidence-based richtlijnen en doet de
zorgkwaliteit toenemen (Jansson, Kyngäs, & Kääriäinen, 2013). De implementatie van
13
een zorgbundel gebeurt bij voorkeur aan de hand van een multi-facet programma
(Jansson, Kyngäs, & Kääriäinen, 2013; Grol & Wensing, 2006) met enkele
kernelementen: educatie, reminders, posters, monitoring, feedback, …..
De VAP zorgbundel België bevat vier elementen: (1) halfzittende houding, hoogstand
hoofdeinde ≥ 30°, (2) behoud van de cuffdruk tussen 20 en 30 cm H2O, (3) mondzorg
met chloorhexidine , (4) dagelijks herzien van het sedatiedoel. Optioneel werd
aanbevolen om gebruik te maken van ET tubes met subglottis drainage.
Ziekenhuizen die een VAP zorgbundel implementeerden zagen significante dalingen
van de VAP-incidentie (Wip & Napolitano, 2009). Bird et al. (2010) zagen een
significante daling van de VAP-incidentie en een toename van de compliance van 53%
naar 91%. Bij de studie van Bouadma et al. (2010) daalde de VAP-incidentie met 51%
en steeg de compliance significant. Al-Tawfiq et al. (2010) rapporteerden een daling
van de VAP-incidentie van 9.3 VAP’s/1000 ventilatiedagen naar 2.2 VAP’s/1000
ventilatiedagen na de implementatie van een VAP zorgbundel. In totaal
implementeerden 49 Belgische ziekenhuizen de Belgische VAP zorgbundel en
registreerden ze na 1 jaar een stijging van de globale compliance met 8%-10%
(bedhoogte + 8,2%, cuffdruk + 6,64%, mondzorg + 6,86%, evaluatie sedatiestatus +
9,05%). De invloed op de VAP-incidentie kon na 1 jaar nog niet worden aangetoond
(Reper, 2012).
2. Doelstelling
Doelstelling van dit onderzoek was enerzijds om de compliance ten aanzien van de
evidence-based richtlijnen te optimaliseren aan de hand van een zorgbundel en
anderzijds de VAP-incidentie te doen dalen. Deze studie beschrijft de ontwikkeling en
implementatie van een evidence-based VAP zorgbundel.
3. Methode
3.1 Design
Een quasi experimenteel pretest-posttest design werd gebruikt om het effect van de
implementatie van de VAP zorgbundel te evalueren.
14
3.2 Outcomes
De primaire outcome was de compliance ten aanzien van de bundelelementen. Het doel
van deze studie was om na de implementatie van de VAP zorgbundel een compliance
van ≥ 95% te behalen. Voor ieder bundelelement werd een criteria gedefinieerd (zie
Tabel 1). De secundaire outcome was de VAP-incidentie en deze moet dalen.
Tabel1: Definities compliance bundelelementen
Bundelelement Compliance Non compliance
Hoofdeinde bed Bed ≥ 30°
Uitzondering: hemo-
dynamische
instabiliteit,
wervelletsels, …
Bed ≤ 30°
Cuffdruk controle 1x controle/shift
Druk= ≥20 & ≤ 30 cmH2O
Geen controle EN/OF
Druk= ≤ 20 & ≥ 30 cmH2O
Mondzorg met
chloorhexidine 0,12%
1 mondontsmetting/
shift bij de start van de
verzorging
Vroeg & middagshift:
tanden poetsen
Uitzondering:
mondbloedingen
Geen mondontsmetting
Geen tanden poetsen
Evaluatie sedatiestatus Bepalen Rass score Niet bepalen Rass score
Handhygiëne voor
mondzorg
Handontsmetting voor
mondzorg
Nieuwe handschoenen
Geen handontsmetting
voor mondzorg
Handhygiëne voor
Endotracheale aspiratie
(ET)
Handontsmetting voor
ET aspiratie
Nieuwe handschoenen
Steriele
aspiratietechniek
Geen handontsmetting
voor ET aspiratie
Geen steriele
aspiratietechniek
15
3.3 Setting
Het onderzoek vond plaats in het Onze Lieve Vrouw van Lourdes ziekenhuis Waregem
(België) op de afdeling intensieve zorgen. Deze afdeling heeft 10 boxen, er kunnen zes
patiënten invasief geventileerd worden. De afdeling wordt geleid door een team van
intensivisten en een hoofdverpleegkundige. Er zijn 25 verpleegkundigen werkzaam
waarvan er 15 houder zijn van een bijzondere beroepstitel spoedgevallen en intensieve
zorgen. In 2014 werden op deze afdeling 1060 patiënten opgenomen, waarvan er 151
invasief geventileerd werden (OLV van Lourdes ziekenhuis, 2014).
3.4 Steekproef
In dit onderzoek werden alle patiënten (> 18j) geïncludeerd en patiënten die minder dan
48h invasief geventileerd werden geëxcludeerd. Om de compliance ten aanzien van alle
bundelelementen te kunnen controleren werden alle vast aangestelde verpleegkundigen
op de afdeling geïncludeerd in het kader van de observaties/controles.
3.5 Interventie:
3.5.1 Opstellen VAP zorgbundel
Het doel van zorgbundels is om verandering te brengen in het zorgproces voor de
geventileerde patiënt en de compliance ten aanzien van evidence-based richtlijnen te
promoten (Rello et al., 2009). Na multidisciplinair overleg (dokter intensivist, team
ziekenhuishygiëne, onderzoeker) en uitgebreid literatuuronderzoek van evidence-based
richtlijnen/zorgbundels werd voor de VAP zorgbundel België gekozen. Deze bevat vier
elementen: (1) halfzittende houding, hoogstand minimaal 30°, (2) behoud van de
cuffdruk tussen 20 en 30 cm H2O, (3) mondzorg met chloorhexidine 0,12% en (4)
dagelijks herzien van het sedatiedoel. Optioneel werd aanbevolen om gebruik te maken
van ET tubes met subglottis drainage. Het onderzoeksteam besliste in consensus om het
bundelelement “ET tube met subglottis drainage” niet op te nemen omwille van de
meerkost. Er werd een extra bundelelement (5) “correcte toepassing van de handhygiëne”
toegevoegd (= handontsmetting voor mondtoilet en handontsmetting voor een
endotracheale aspiratie). De evaluatie van de sedatiestatus zal gebeuren aan de hand van
de Richmond Agitation and Sedation Scale (Rass) (Arnold et al., 2010).
16
3.5.2 Implementatie
De implementatiestrategie werd ontwikkeld aan de hand van het model van Grol &
Wensing (2006). Aan de hand hiervan worden op procesmatige en planmatige wijze de
vernieuwingen/verbeteringen ingevoerd. Het doel is dat deze een structurele plaats
krijgen in de zorg voor geventileerde patiënten. Het vereist een goede voorbereiding,
planning en een systematische aanpak waarbij rekening wordt gehouden met potentiële
belemmerende en bevorderende factoren. Tijdens de implementatie werden door de
onderzoeker verschillende strategieën toegepast: educatie, reminders, monitoring,
feedback, posters, e-mail, nieuwsbrief, ….
Alle verpleegkundigen volgden een vorming waar (1) de nodige kennis, inzichten en
vaardigheden werden meegegeven over het ontstaan, ernst, gevolgen en diagnostisering
van een VAP. (2) De zorgbundel ter preventie van VAP werd voorgesteld met de
verwachte zorg per bundelelement en de bijhorende rationale. (3) Ten slotte werden de
resultaten van de pre-meting besproken met als doel de verpleegkundigen te laten
reflecteren over hun huidige praktijk. De vorming werd gegeven door de onderzoeker,
verpleegkundig ziekenhuishygiënist en dokter intensivist.
Om de compliance met alle bundelelementen te maximaliseren werden verschillende
maatregelen/voorzieningen getroffen (zie Tabel 2):
Tabel2: Implementatiestrategieën VAP zorgbundel
Bundelelement Strategie
Hoogstand bed Verpleegkundigen wijzen op de
aanwezigheid van een meetindicator op
beide zijkanten van een bed waarmee het
aantal graden van het hoofdeinde kan
gecontroleerd worden
Cuffdrukcontrole Verpleegkundigen een cuff laten
opblazen volgens hun methode
Uitleg cuffdrukmeter
Controle cuffdruk
Aankoop van extra cuffdrukmeters
17
Vaste plaats geven van de
cuffdrukmeters (bovenop ventilator)
Mondzorg met chloorhexidine 0,12% Educatie video (Universiteit Gent, AZ
Nikolaas ziekenhuis en Kimberly
Clark®)
Bedside teaching
Ophangsystemen op kamer voorzien
voor mondzorgsets
Reminder opstellen en doormailen
om correct gebruik te promoten
(Appendix 2)
Handhygiëne Bijscholing door verpleegkundig
ziekenhuishygiënist ziekenhuis
Extra handalcoholdispenser binnen-
en buiten de kamers zetten
Handhygiëne poster voorzien ter
hoogte van alle lavabo’s op de
afdeling (Appendix 4)
Evaluatie sedatiestatus Bijscholing door dr. intensivist
Nederlands instrument voorzien voor
de evaluatie van de sedatiestatus
(Rass)*
Flowchart opstellen om de verpleeg-
kundigen een handleiding te geven bij
specifieke Rass scores (Appendix 5)
Algemeen Registratiedocument VAP bundel-
elementen opstellen voor de
verpleegkundigen (Appendix 6)
Dagelijkse aanwezigheid/observaties
VAP poster ontwikkelen en op
strategische plaatsen ophangen
18
(Appendix 7)
Memokaart zakformaat reminder
ontwikkelen voor de verpleeg-
kundigen (Appendix 8)
Activatie screensavers pc’s op
afdeling met kernboodschappen
Maandelijkse nieuwsbrief voorzien
Procedure en bijscholing op intranet
plaatsen en schriftelijke neerslag op
de afdeling voorzien
Constante mogelijkheid tot
vraagstelling (mondeling, telefonisch,
e-mail) aan de onderzoeker/ dokter
intensivist
* Ely W., Truman B., Vanderbilt (University Medical Center) (Appendix 3)
Op 11 december 2014 ging de nieuwe procedure van kracht
3.6 Datacollectie
3.6.1 Pre-meting
3.6.1.1 Compliance
Deze meting had als doel om inzicht te krijgen in welke zorgen werden uitgevoerd en
hoe deze gebeurden bij invasief geventileerde patiënten. Gedurende één maand werden
op verschillende verzorgingsmomenten en bij verschillende verpleegkundigen door de
onderzoeker bedside observaties/controles gehouden. De gecontroleerde/geobserveerde
variabelen waren:
Aantal graden hoofdeinde bed
Aanwezigheid van cuffdrukmeter op de kamer
Cuffdruk
Uitvoering mondzorg
Handontsmetting voor mondtoilet
Handontsmetting voor een endotracheale aspiratie
19
De verzamelde gegevens brachten de hiaten tussen de huidige en de verwachte zorg in
kaart.
Na de analyse van de observaties/metingen van de pre-meting werden aan vijf
verpleegkundigen, de hoofdverpleegkundige en twee dokters intensivisten van de
afdeling bijkomende vragen gesteld in verband met hun huidige manier van werken
(Voert u een mondzorg uit en wanneer? Waarom wel/niet/opmerkingen?, Plaatst u het
hoofdeinde van een bed in hoogstand/ aantal graden? Waarom wel/niet?, …) en
werkomgeving (algemene opmerkingen, potentiële verbeterpunten op dienst?).
3.6.1.2 VAP-incidentie
De onderzoeker verzamelde dagelijks alle noodzakelijke gegevens van de
geobserveerde patiënten. Deze gegevens werden maandelijks in een multidisciplinair
(masterstudent, dokter intensivist en dokter klinisch bioloog) overleg besproken en
geëvalueerd.
3.6.2 Post-meting
3.6.2.1 Compliance
Om de effectieve en correcte uitvoering van de bundelelementen te controleren werden
op verschillende verzorgingsmomenten en bij verschillende verpleegkundigen
observaties/controles uitgevoerd door de onderzoeker.
3.6.2.2 VAP-incidentie
De nodige gegevens werden op identieke wijze verzameld en verwerkt zoals in de
pre-meting.
3.7 Instrumenten
3.7.1 Pre-meting
De controle van het aantal graden (hoofdeinde bed) gebeurde bedside aan de hand van
de meetindicator op het bed. De cuffdruk werd gecontroleerd met een cuffdrukmeter en
de resterende bundelelementen werden geobserveerd. Voor het registeren van de
handhygiëne werd gebruik gemaakt van een observatierooster (Appendix 9) dat gebruikt
wordt voor de nationale campagnes handhygiëne ontwikkeld door de Federale
overheidsdienst België dienst Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en
20
leefmilieu. De masterstudent volgde een vorming om het rooster correct te kunnen
invullen.
Voor de afname van de “interviews” werden open vragen over de verschillende
bundelelementen gesteld. Bij de verwerking werden alle antwoorden vergeleken en
werd gezocht naar gelijkenissen/verschillen en naar positieve/negatieve elementen.
3.7.2 VAP-incidentie
De VAP definiëring gebeurde aan de hand van het Hospitals in Europe Link for
Infection Control through Surveillance (HELICS) protocol (2004) gebruikt door het
WIV-ICU België. Een VAP werd gediagnosticeerd aan de hand van volgende
inclusiecriteria:
Het ontwikkelen van een progressief infiltraat vanaf 48 u na intubatie EN
tenminste één van volgende:
Koorts (> 38.5°), leukopenie (< 4000WBC/mm³) of leukocytose
(> 12 000WBC/mm³) EN tenminste één van de volgende:
Verandering in sputa (het optreden van purulente tracheobronchiale secreties),
hoest, verslechtering van de gasuitwisseling EN
Positieve bacteriologische sputumstalen (PN 2: kwantitatieve cultuur van
endotracheale aspiraties).
Op basis van de verzamelde gegevens werd de VAP-incidentie berekend en uitgedrukt
in het aantal VAP’s/1000 ventilatordagen:
aantal VAP’s
totaal aantal ventilatiedagen van alle opgevolgde patiënten
3.7.3 Post-meting
Voor de verpleegkundigen werd een specifiek observatieblad (Appendix 5) ontwikkeld
dat iedere shift, bij iedere invasieve geventileerde patiënt volledig ingevuld en
geparafeerd moest worden. De onderzoeker maakte gebruik van hetzelfde
observatieblad om de geobserveerde zorgen te registreren. Voor het registeren van de
handhygiëne werd gebruik gemaakt van het observatierooster handhygiëne (Appendix
8).
X100
21
3.8 Data-analyse
Voor de statistische analyses werd gebruik gemaakt van het statistisch
softwareprogramma SPSS 22. Statistische significantie werd vastgelegd op p < 0.05.
Aan de hand van de Shapiro-Wilk test werd de normaliteit gecontroleerd. Dit is de
meest robuste test in geval van een dataset met kleine steekproeven (De Moor & Van
Maele, 2009). Bij een significant resultaat p < 0.05 werden niet parametrische testen
uitgevoerd. In geval van categorische variabelen werd gebruik gemaakt van de Fishers
Exact test en van de Mann-Whitney U test in geval van continue variabelen. Door
middel van beschrijvende statistiek werd de compliance met de individuele
zorgbundelelementen berekend.
De globale compliance werd berekend met en zonder handhygiëne aan de hand van
volgende formule:
volledig correct uitgevoerde zorgbundels van alle patiënten
totaal aantal registratiedagen
Dit wil zeggen dat :
Het hoofdeinde de ganse dag in (minimaal) 30° hoogstand staat EN
Cuffdruk 3x gecontroleerd wordt (met drukken tussen 20 en 30 cm H2O) EN
De mondzorg wordt uitgevoerd volgens de procedure EN
De Rass score 3x/dag bepaald wordt EN
Handontsmetting voor mondzorg EN
Handontsmetting voor ET aspiratie
Bij onvolledig/foutief toepassen van één of meerdere bundelelementen werd voor die
dag een 0 (=non compliance) gescoord.
Omwille van de korte observatieduur en het beperkt aantal patiënten werden geen
statistische testen uitgevoerd bij de vergelijking van de VAP-incidentie in de pre- en
post-meting.
X 100
22
3.9 Ethische overwegingen
Op 05-09-2014 werd de goedkeuring gegeven door het ethisch comité (dossiernummer:
EC 201429) van het Onze Lieve Vrouw van Lourdes ziekenhuis voor de uitvoering van
deze studie. Alle vast werkende verpleegkundigen op de afdeling intensieve zorgen
ondertekenden een informed consent formulier.
4. Resultaten
4.1 Demografische karakteristieken
Tijdens de pre-meting werden 9 patiënten invasief geventileerd en werd 1 patiënt
geëxcludeerd. De totale ventilatieduur voor alle patiënten samen was 190 dagen en de
gemiddelde ventilatieduur was 23,75 dagen per patiënt. In de post-metingen werden 21
patiënten invasief geventileerd en op basis van de inclusiecriteria werden 18 patiënt
geïncludeerd. De totale ventilatieduur was 132 dagen en de gemiddelde ventilatieduur
was 7,33 dagen per patiënt (zie Tabel 3).
Tabel3: Overzicht demografische gegevens geventileerde patiënten (n)
VAP Registratie Pre-meting Post-meting
Aantal patiënten 8 18
Niet geselecteerd 1 3
Aantal ventilatiedagen 190 132
Gem. aantal ventilatie -
dagen
23,75 (SD*)a 7,33 (SD**)
a
Gemiddelde leeftijd 60,2 (SD°) 76,4 (SD°°)
Aantal mannen 5 7
Aantal vrouwen 3 11
Reden opname
Respiratoire insufficiëntie 2 (25%) 2 (11,1%)
Pneumonie 5 (27,8%)
Sepsis 3 (37,5%) 4 (22,2%)
BWZ daling 4 (22,2%)
COPD 1 (12,5%) 2 (11,1%)
Post operatief
Reanimatie 2 (25%)
Andere 1 (5,6%) SD*(19,36), SD** (5,95), a p < 0.05, Mann-Whitney U test, SD°(18,1), SD°° (11,15)
4.2 Compliance ten aanzien van de VAP bundel
De primaire outcome binnen deze studie was de compliance ten aanzien van alle
bundelelementen. De scores ten aanzien van de individuele bundelelementen werden
23
pre- en post met elkaar vergeleken (zie Tabel 4). De mediaan van de bedhoogte
evolueerde van 21° pre naar 30° post en de compliance (bed ≥ 30°) steeg van 20% naar
87,9%. De mediaan van de cuffdruk evolueerde van 37,5 cmH20 pre naar 30 cmH20
post en de compliance (cuffdruk ≥ 20 & ≤ 30 cmH20) steeg van 33% naar 97,4%. De
compliance voor de uitvoering van het mondtoilet met chloorhexidine 0,12% steeg van
46,7% naar 96,4%. Het evalueren van de sedatiestatus aan de hand van de Rass score
werd geïmplementeerd in de post-meting en de compliance was 100%. De compliance
ten aanzien van het “ontsmetten van de handen voor het uitvoeren van een mondtoilet”
was 25% in de pre-meting en 79% in de post-meting. De compliance voor
“handontsmetting voor een ET aspiratie” was 14,3% in de pre-meting en 75,4% in de
post-meting. In tabel 5 wordt de compliance ten aanzien van de bundelelementen per
maand weergeven.
Tabel 4: Overzicht resultaten post-meting individuele bundelelementen
Bundelelement Pre-meting Post-meting P waarde
Hoogstand bed (°)
Compliance
Aantal observaties
Mediaan:21
20%
30
Mediaan:30
87,7%
107
<0.05*
<0.05**
Cuffdruk (cmH2O)
Compliance
Aantal observaties
Mediaan:37,5
33%
12
Mediaan:30
97,3%
113
<0.05*
<0.05**
Mondtoilet
Aantal observaties
46,7%
30
96,4%
84
<0.05**
Evaluatie sedatie
Aantal observaties
NVT 100%
115
<0.05**
Handontsmetting voor mond-
zorg
Aantal observaties
25%
12
79%
81
<0.05**
Handontsmetting voor ET
aspiratie
Aantal observaties
14,6%
7
75,4%
61
<005**
* Mann-Whitney U test/ ** Fishers Exact test
24
Tabel 5: Overzicht compliance individuele bundelelementen post-meting per maand
Bundelelement
December 2014 Januari 2015 Februari 2015 Maart 2015
Totaal
Non
compliance Compliance
Non
compliance Compliance
Non
compliance Compliance
Non
compliance Compliance
Hoogstand bed
33% 67% 9,5% 90,5% 11% 89% 0% 100%
Aantal
observaties
9 21 73 3 106
Cuffdruk
0% 100% 0% 100% 4% 96% 0 100%
Aantal
observaties
9 24 77 3 113
Mondzorg
11% 89% 0% 100% 3,5% 96,5% 0% 100%
Aantal
observaties
9 15 57 3 84
Evaluatie
sedatiesatus
0% 100% 0% 100% 0% 100% 0% 100%
Aantal
observaties
11 24 77 3 115
Handonstmetting
voor mondtoilet
33,3% 67,7% 0% 100% 26% 74% 0% 100%
Aantal
observaties
9 15 54 3 81
Handontmetting
voor ET
aspiratie
44% 56% 13% 87% 26% 74% 0% 100%
Aantal
observaties
9 15 35 2 61
Tijdens de post-meting was het niet altijd mogelijk om alle bundelelementen binnen één
observatiemoment te observeren maar om de globale bundelcompliance te kunnen
berekenen was dit noodzakelijk. Van de geïncludeerde (n=70) werd een score van 48,6%
bereikt en van 77% indien geen rekening werd gehouden met de handhygiëne.
4.3 VAP-incidentie
In de pre-meting (periode van september tot december 2014) werden 8 patiënten
geïncludeerd en op basis van het protocol werden 3 VAP’s gediagnosticeerd. Het totaal
aantal ventilatiedagen was 190 en de VAP-incidentie was 15,8 VAP’s/1000
ventilatiedagen. In de post-meting (periode van 11 december 2014 tot maart 2015)
werden na de implementatie van de VAP zorgbundel 18 patiënten geïncludeerd en 2
VAP’s gediagnosticeerd. Het totaal aantal ventilatiedagen was 132 en de VAP-
incidentie was 15,2 VAP’s/1000 ventilatiedagen.
25
5. Discussie
Het doel van deze studie was om op de afdeling intensieve zorgen van het Onze Lieve
Vrouw van Lourdes ziekenhuis Waregem de compliance ten aanzien van evidence-
based richtlijnen ter preventie van VAP te optimaliseren. Aan de hand van zorgbundels
kunnen richtlijnen eenvoudig worden geïmplementeerd in de dagelijkse praktijk. Na een
uitgebreid literatuuronderzoek en multidisciplinair overleg werd voor de 4-delige VAP
zorgbundel België gekozen (hoogstand bed, cuffdrukcontrole, mondzorg, evaluatie
sedatiestatus). Er werd beslist om als vijfde element het bundelelement “handhygiëne”
toe te voegen. De primaire outcome was de compliance ten aanzien van de
bundelelementen en de secundaire outcome de VAP-incidentie.
De implementatie van de VAP zorgbundel volgens het model van Grol & Wensing
(2006) leidde tot volgende resultaten: de compliance tegenover alle bundelelementen
steeg significant in de post-meting. Voor de bundelelementen “cuffdruk”, “evaluatie van
de sedatiestatus” en “uitvoering van het mondtoilet” werd de vooropgestelde
compliance van 95% gehaald. Voor het correct toepassen van de “bedhoogte” werd een
compliance van > 85% gehaald en voor handhygiëne (= handontsmetting voor
mondtoilet en handontsmetting voor een endotracheale aspiratie) lagen de cijfers tussen
de 75% en 79%. Vergelijkbare resultaten werden in andere studies beschreven (Jansson
et al., 2013; Morris et al., 2011).
Diverse studies tonen aan dat de aspiratie van pathogene oropharyngeale secreties naar
de lage luchtwegen de belangrijkste oorzaak is voor de ontwikkeling van een VAP. Een
reductie van orale pathogene micro-organismen is positief voor de preventie van VAP
(Fourrier et al., 2000; Lawrence & Fulbook, 2011). De uitvoering van mondzorg met
chloorhexidine 0.12% kan de VAP-incidentie doen dalen met 10%-30% (Klompas et al.,
2014; Wip & Napolitano, 2009). De significant hogere compliance scores voor de
bundelelementen “mondtoilet en de handontsmetting” in de post-meting zijn een
belangrijk gegeven in het kader van de VAP preventie op de afdeling. Verder onderzoek
is nodig om het effect op langere termijn te kunnen aantonen.
De globale bundelcompliance was eerder laag (48,6%) maar indien geen rekening werd
gehouden met de handhygiëne werd een hogere score van 77% behaald. Hierbij kan
gesteld worden dat de vooropgestelde voorwaarden waaraan moet voldaan worden om
26
een compliantie van 100% te bereiken erg streng zijn. Door van alle bundelelementen
individuele controles uit te voeren werd non-compliance met bepaalde bundelelementen
sneller opgemerkt en kon gericht bijgestuurd worden. Het werkpunt voor in de toekomst
is “handhygiëne”.
De gemiddelde ventilatieduur daalde significant van 23,7 naar 7,33 dagen en
gelijkaardige resultaten werden gevonden in andere studies (Lawrence & Fulbook, 2011;
Rello et al., 2009). Verder onderzoek is nodig om na te gaan of dit resultaat toe te
schrijven was aan de dagelijkse controle van de sedatiestatus waarbij gestreefd werd
naar Rass scores van 0 tot -3. De kans op het ontwikkelen van een VAP stijgt met 1%-3%
per dag dat een patiënt langer geventileerd wordt waardoor dit resultaat een belangrijke
impact kan hebben op de VAP-incidentie.
Rekening houdend met de korte studieduur, het beperkt aantal ventilatiedagen en de
uitvoering van de post-meting in een ander periode kon geen definitieve conclusie
getrokken worden in verband met de VAP-incidentie. De VAP-incidentie was 15,7
VAP’s/1000 ventilatordagen in de pre-meting en 15,2 VAP’s/1000 ventilatordagen in
de post-meting. De resultaten zijn vergelijkbaar met het Belgische gemiddelde.
Individuele patiënten-verschillen en de verschillende observatieperiodes kunnen de
resultaten beïnvloeden. Blijvende registraties van de geventileerde patiënten zijn nodig
om het effect op langere termijn te onderzoeken..
In deze studie konden verschillende verklaringen gegeven worden voor onder andere de
compliance scores. (1) Op de afdeling werd gewerkt met een verpleegkundige/patiënt
ratio van minimaal 1 op 2 en maximaal 1op 4. Hoe groter de ratio, hoe drukker dit werd
ervaren door de verpleegkundigen. Cason et al. (2007) beschreven eveneens een daling
van de compliance ten aanzien van onder andere de handhygiëne op het moment van
een toegenomen werkbelasting. Bij een hoge werkbelasting wordt het moeilijker om de
gewenste evidence-based zorgen uit te voeren (Blot et al., 2011). Tijdens de post-meting
was soms één verpleegkundige verantwoordelijk voor drie geventileerde patiënten en dit
had een impact op de compliance cijfers. Wanneer één/meerdere zorgen niet goed
werden uitgevoerd bij een eerste patiënt, dan werden deze ook niet goed uitgevoerd bij
de andere patiënten. In het kader van de veralgemeende compliance kon voor die dag en
27
voor alle patiënten geen 100% compliance gescoord worden. Het omgekeerde was
evenwel ook mogelijk.
(2) De compliance cijfers voor handhygiëne lagen onder de 80% maar deze evolueerden
in de positieve zin. In de maand februari werd de laagste score behaald ten aanzien van
de handhygiëne (handontsmetting voor mondzorg). Dit was de drukste periode op de
afdeling waarbij veel patiënten invasief geventileerd werden en de verpleegkundige-
patiënt ratio hoog was (1:3/1:4). De verpleegkundigen trokken nieuwe handschoenen
aan voor het mondtoilet/ET aspiratie maar vergaten hun handen ervoor te ontsmetten.
Dit had een belangrijke invloed op de scores. Als reactie hierop werd een tweede
nieuwsbrief opgesteld met specifieke tips/aandachtspunten in verband met handhygiëne.
Omwille van de korte studietijd werd tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van een
convenience sampling methodiek. Door het tijdstip van de observaties werden bepaalde
verpleegkundigen meer geobserveerd dan anderen. Hun al dan niet correcte uitvoering
van de zorgen kon de scores beïnvloeden en zo de resultaten vertekenen. Bij de
toekomstige surveillances zullen langere meetperiodes worden voorzien. Er kan worden
gewerkt volgens een ad random sampling methode in tijd en een ad random sampling
methode voor de verpleegkundigen.
Als conclusie kan gesteld worden dat individuele factoren (patiënt- en verpleegkundige),
de werkbelasting, de verpleegkundige/patiënt ratio en de sampling methode een impact
hadden op de resultaten.
(3) Ondanks het gebruik van multipele strategieën om kennis en informatie mee te
geven kreeg de onderzoeker specifieke vragen over VAP, de procedure, ... van
verschillende verpleegkundigen. De antwoorden op deze vragen werden duidelijk
beschreven en/of meegedeeld in de nieuwsbrieven, bijscholing, …. Door gebruik te
maken van een wetenschappelijk onderbouwde implementatiestrategie volgens het
model van Grol & Wensing (2006) werd na iedere nieuwe stap het effect geëvalueerd.
Zo werd aan de hand van e-mails, mondelinge informatie, bedside teaching en
nieuwsbrieven telkens bijgestuurd.
Verder onderzoek is nodig om de effecten op andere outcomes (mortaliteit, morbiditeit,
verblijfsduur, kosten, …) te onderzoeken. Op de afdeling werden grote inspanningen
28
geleverd om evidence-based zorgen te leveren aan invasief geventileerde patiënten. De
eerste resultaten waren positief en indien er goede compliance cijfers blijven behaald
worden ten aanzien van de bundelelementen moet dit zich in de toekomst gaan vertalen
in positieve outcomes. In de toekomst zal worden overgeschakeld op het nieuwe
protocol van de CDC om op een objectievere manier VAP’s (VAE’s) te kunnen
diagnosticeren.
Deze studie was een pilootstudie en kan worden gezien als een
kwaliteitsverbeteringsproject binnen de afdeling intensieve zorgen. De resultaten waren
intern valide. Omwille van de kortdurende post-meting met een kleine steekproef was
het niet mogelijk om het effect van de VAP zorg bundel definitief te evalueren. De
aanwezigheid van een observator op de afdeling kon de verpleegkundigen beïnvloeden
in hun gedrag.
5.1 Conclusie
In deze studie werd op een succesvolle manier een VAP zorgbundel met nieuwe
evidence-based richtlijnen geïmplementeerd. De compliance ten aanzien van de
bundelelementen steeg significant en omwille van de korte studieduur kon de invloed
op de VAP-incidentie en de invloed op lange termijn niet worden aangetoond.
Kernelementen waren educatie, monitoring en feedback.
29
6. Referentielijst
Al-Tawfiq, J.A. & Abed, M.S. (2010) Decreasing ventilator-associated pneumonia in
adult intensive care units using the Institute for Healthcare Improvement bundle.
Am J Infect Control, 38(7), 552-6.
Arnold, H.M., Hollands, J.M., Skrupky, L.P. & Mice, S.T. (2010) Optimizing sustained
use of sedation in mechanically ventilated patients: focus on safety. Curr Drug
Saf, 5(1), 6-12.
Bird, D., Zambuto, A., O'Donnell, C., Silva, J., Korn, C., Burke, R., Burke, P. &
Agarwal, S. (2010) Adherence to ventilator-associated pneumonia bundle and
incidence of ventilator-associated pneumonia in the surgical intensive care unit.
Arch Surg, 145(5), 465-70.
Blot, S., Rello, J. & Vogelaers, D. (2011) What is new in the prevention of ventilator-
associated pneumonia? Curr Opin Pulm Med, 17(3), 155-9.
Blot, S.I., Poelaert, J. & Kollef, M. (2014) How to avoid microaspiration? A key
element for the prevention of ventilator-associated pneumonia in intubated ICU
patients. BMC Infect Dis, 14, 119.
Blot, S.I., Serra, M.L., Koulenti, D., Lisboa, T., Deja, M., Myrianthefs, P., Manno, E.,
Diaz, E., Topeli, A., Martin-Loeches, I. & Rello, J. (2011b) Patient to nurse ratio
and risk of ventilator-associated pneumonia in critically ill patients. Am J Crit
Care, 20(1), e1-9.
Bouadma, L., Mourvillier, B., Deiler, V., Le Corre, B., Lolom, I., Regnier, B., Wolff, M.
& Lucet, J.C. (2010) A multifaceted program to prevent ventilator-associated
pneumonia: impact on compliance with preventive measures. Crit Care Med,
38(3), 789-96.
Cason, C.L., Tyner, T., Saunders, S. & Broome, L. (2007) Nurses' implementation of
guidelines for ventilator-associated pneumonia from the Centers for Disease
Control and Prevention. Am J Crit Care, 16(1), 28-36; discussion 37; quiz 38.
Coppadoro, A., Bittner, E. & Berra, L. (2012) Novel preventive strategies for ventilator-
associated pneumonia. Crit Care, 16(2), 210.
Craven, D.E. (2006) Preventing ventilator-associated pneumonia in adults: sowing
seeds of change. Chest, 130(1), 251-60.
30
Depuydt, P., Myny, D. & Blot, S. (2006) Nosocomial pneumonia: aetiology, diagnosis
and treatment. Curr Opin Pulm Med, 12(3), 192-7.
Fourrier, F., Cau-Pottier, E., Boutigny, H., Roussel-Delvallez, M., Jourdain, M. &
Chopin, C. (2000) Effects of dental plaque antiseptic decontamination on
bacterial colonization and nosocomial infections in critically ill patients.
Intensive Care Med, 26(9), 1239-47.
Gastmeier, P. & Geffers, C. (2007) Prevention of ventilator-associated pneumonia:
analysis of studies published since 2004. J Hosp Infect, 67(1), 1-8.
Grossman, R.F. & Fein, A. (2000) Evidence-based assessment of diagnostic tests for
ventilator-associated pneumonia. Executive summary. Chest, 117(4 Suppl 2),
177s-181s.
Jansson, M., Kaariainen, M. & Kyngas, H. (2013) Effectiveness of educational
programmes in preventing ventilator-associated pneumonia: a systematic review.
J Hosp Infect, 84(3), 206-14.
Joseph, N.M., Sistla, S., Dutta, T.K., Badhe, A.S. & Parija, S.C. (2010) Ventilator-
associated pneumonia: a review. Eur J Intern Med, 21(5), 360-8.
Keyt, H., Faverio, P. & Restrepo, M.I. (2014) Prevention of ventilator-associated
pneumonia in the intensive care unit: a review of the clinically relevant recent
advancements. Indian J Med Res, 139(6), 814-21.
Klompas, M. (2010) Ventilator-associated pneumonia: is zero possible? Clin Infect Dis,
51(10), 1123-6.
Klompas, M., Branson, R., Eichenwald, E.C., Greene, L.R., Howell, M.D., Lee, G.,
Magill, S.S., Maragakis, L.L., Priebe, G.P., Speck, K., Yokoe, D.S. &
Berenholtz, S.M. (2014) Strategies to prevent ventilator-associated pneumonia
in acute care hospitals: 2014 update. Infect Control Hosp Epidemiol, 35(8), 915-
36.
Koeman, M., van der Ven, A.J., Hak, E., Joore, H.C., Kaasjager, K., de Smet, A.G.,
Ramsay, G., Dormans, T.P., Aarts, L.P., de Bel, E.E., Hustinx, W.N., van der
Tweel, I., Hoepelman, A.M. & Bonten, M.J. (2006) Oral decontamination with
chlorhexidine reduces the incidence of ventilator-associated pneumonia. Am J
Respir Crit Care Med, 173(12), 1348-55.
31
Lawrence, P. & Fulbrook, P. (2011) The ventilator care bundle and its impact on
ventilator-associated pneumonia: a review of the evidence. Nurs Crit Care, 16(5),
222-34.
Lim, K.P., Kuo, S.W., Ko, W.J., Sheng, W.H., Chang, Y.Y., Hong, M.C., Sun, C.C.,
Chen, Y.C. & Chang, S.C. (2013) Efficacy of ventilator-associated pneumonia
care bundle for prevention of ventilator-associated pneumonia in the surgical
intensive care units of a medical center. J Microbiol Immunol Infect.
Morris, A.C., Hay, A.W., Swann, D.G., Everingham, K., McCulloch, C., McNulty, J.,
Brooks, O., Laurenson, I.F., Cook, B. & Walsh, T.S. (2011) Reducing
ventilator-associated pneumonia in intensive care: impact of implementing a
care bundle. Crit Care Med, 39(10), 2218-24.
Rello, J., Lode, H., Cornaglia, G. & Masterton, R. (2010) A European care bundle for
prevention of ventilator-associated pneumonia. Intensive Care Med, 36(5), 773-
80.
Wip, C. & Napolitano, L. (2009) Bundles to prevent ventilator-associated pneumonia:
how valuable are they? Curr Opin Infect Dis, 22(2), 159-66.
Boek:
De Moor, G. & van Maele, G. (2009). Inleiding tot de biomedische statistiek (2edruk).
Leuven, Acco.
Grol, R. & Wensing, M. (2006). Implementatie. Effectieve verbetering van de
patiëntenzorg. Elsevier Gezondheidszorg, Maarsen.
Elektronische bronnen:
Ely W., Truman B., Inleiding tot de CAM-ICU training handleiding, Vanderbilt
University Medical center. Verkregen op 8/09/2014 via:
http://www.vmszorg.nl/_library/5412/CAM_ICU.pdf
Van Hooser, T., Ventilator-Associated Pneumonia (VAP) best practice strategies for
Caregivers, Kimberley Clark Health Care. Verkregen op 8/09/2014 via:
http://www.halyardhealth.com/media/1508/vap_ceu_booklet_z0406.pdf
32
Mertens K., Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor
intensieve zorg, jaarrapport 2011. Verkregen op 8/09/2014 via:
http://www.nsih.be/download /NSIH_ICU_Rapport2011b_nl.pdf
Morales I., Mertens K., Surveillance van infecties verworven op Intensieve
Zorgeenheden (NSIH-ICU), nationale resultaten 2001-2008. Verkregen op
8/09/2014 via:
http://www.nsih.be/download/2010/Rap_Nat_NSIHICU_2001_2008_NL.pdf
Reper P., Implementatie van de VAP bundel “one year”: de eerste resultaten. DG
Gezondheidszorg FOD Volksgezondheid. Verkregen op 01/07/2014 via:
http://health.belgium.be/eportal/Healthcare/Healthcarefacilities/Patientsafety/VA
P/19066649_NL?ie2Term=bundle?fodnlang=de#.VTmX_iHtlBc
Wetenschappelijk instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie, 2004, nationale
surveillance van nosocomiale infecties in Intensieve Zorgen Protocol HELICS
België. Verkregen op 01-09-2014 via:
http://www.nsih.be/download/040707_ICU_AV_download_ICUprotocol_NL.pd
f
Halyard Health, respiratoire zorg, KimVent* Gemiddelde mondverzorgingskit.
Verkregen op 01/09/2014 via:
https://www.halyardhealth.nl/producten/respiratoire-zorg/halyardstar-
oplossingen-voor-mondzorg.aspx
Simon A., Poster Handhygiëne, Verkregen op 01/09/2014 via:
http://www.handhygienedesmains.be/
Educatie Video mondzorg:
Halyard Health, respiratoire zorg. Verkregen op 1/09/2014 via:
http://www.halyardhealth.nl/tools/video-player.aspx?video=86118
Rapport:
Onze Lieve Vrouw van Lourdes ziekenhuis Waregem, (2014). Jaarverslag Intensieve
Zorgen.
35
Appendix 3: Richmond Agitatie en Sedatie schaal: Rass en sedatieflowchart
Score Begrip Beschrijving
+4 Strijdlustig Vijandig, gewelddadig, direct gevaar voor personeel +3 Erg geagiteerd Trekt aan of verwijdert katheter(s) of tube; agressief +2 Geagiteerd Regelmatig niet doelgerichte bewegingen, afwerende reacties +1 Onrustig Angstig maar beweeglijkheid is niet agressief krachtig 0 Alert en kalm -1 Slaperig Niet volledig alert maar is in staat wakker te blijven (ogen open/
oogcontact) bij stemgeluid (> 10sec) -2 Lichte sedatie Kort wakker met oogcontact bij stemgeluid (< 10sec) -3 Matige sedatie Bewegingen of open ogen bij stemgeluid (geen oogcontact) -4 Diepe sedatie Geen reactie op stemgeluid, maar wel bij beweging en ogen
open bij lichamelijke prikkel -5 Niet wekbaar Geen reactie op stemgeluid of lichamelijke prikkeling
Gewenste
score
schore
Lichamelijke
stimulatie
Verbale
stimulatie
38
Appendix 6: Registratiedocument verpleegkundigen VAP zorgbundel
Bundelelementen Nacht Vroeg Middag
Aantal graden bed
Cuffdruk (cmH2O)
Mondontsmetting (Dentio 0.12%®)
Tanden poetsen
RASS score
Paraaf verpleegkundige
40
Appendix 8: Zakformaat reminder
Handhygiëne
Voor ET aspiratie
Voor mondtoilet
Na contact met lichaamsvochten
Na contact met directe patiënt omgeving
Hoogstand bed
30-45°:
1x/shift controleren
Cuffdrukcontrole
20-30 cmH2O:
1x/shift controleren
Mondzorg
Tanden poetsen 2x/dag
Mondontsmetting
3x/dag
Dagelijkse evaluatie
sedatiestatus
(Rass score)