Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

39
Hoofdstuk 17 Leiderschap earson Education Benelux, 2003 17-1

Transcript of Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Page 1: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hoofdstuk 17

Leiderschap

© Pearson Education Benelux, 2003 17-1

Page 2: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

LeerdoelenJe moet het volgende kunnen:

– uitleggen wat het verschil tussen managers en leiders is; – de theorieën over de persoonskenmerken en het gedrag

van leiders beschrijven;– het contingentiemodel van Fiedler toelichten;– de verschillen tussen het model van Hersey en Blanchard

en participerend leidinggeven benoemen; – een samenvatting van het pad-doelmodel geven;

© Pearson Education Benelux, 2003 17-2

Page 3: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Leerdoelen (verv.)Je moet het volgende kunnen:

– de verschillen tussen transactioneel en transformationeel leiderschap aangeven;

– de belangrijkste persoonskenmerken van charismatische leiders, visionaire leiders en teamleiders benoemen;

– uitleggen wat de diverse machtsbronnen voor een leider zijn; – aangeven hoe leiders een cultuur van vertrouwen kunnen

creëren; – een toelichting op de geslachts- en cultuurgebonden

verschillen in leiderschap geven.

© Pearson Education Benelux, 2003 17-3

Page 4: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

LeiderschapLeider

– Iemand die in staat is invloed op anderen uit te oefenen en die de bevoegdheden van een manager heeft

• Idealiter zijn alle managers leiders

• Niet alle leiders zijn ook effectieve managers

Leiderschap – Het beïnvloeden van anderen om bepaalde doelen te behalen

– Is een onderwerp dat zeer veel is onderzocht

© Pearson Education Benelux, 2003 17-4

Page 5: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschapTheorieën over leiderschapskenmerken

– Leiderschapskenmerken – De persoonskenmerken die van iemand een leider maken

• Kunnen als basis worden gebruikt voor de selectie van personen die het meest geschikt zijn voor leiderschapsposities

– Het is onmogelijk gebleken persoonskenmerken vast te stellen waamree altijd leiders van niet-leiders kunnen worden onderscheiden

• Verklaringen die uitsluitend op persoonskenmerken zijn gebaseerd negeren de noodzakelijke interactie tussen leiders en ondergeschikten en situationele factoren

© Pearson Education Benelux, 2003 17-5

Page 6: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschap (verv.)Theorieën over leiderschapsgedrag

– Kennis over wat leiders zoal doen, zou de basis voor het trainen van leiders kunnen vormen

– Het onderzoek van de University of Iowa – Kurt Lewin

• Onderzoek naar drie stijlen van leiderschap

– Autocratisch – Leider schrijft werkmethoden voor

– Democratisch – Het betrekken van werknemers in het beslissingsproces

» Het gebruiken van feedback om werknemers te begeleiden

– Laissez-faire – Volledige vrijheid voor werknemers

• Resultaten waren, wat betreft prestaties, tegenstrijdig

– Meer voldoening in werk met democratische leiders

© Pearson Education Benelux, 2003 17-6

Page 7: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschap (verv.)Theorieën over leiderschapsgedrag (verv.)

– Het onderzoek van de Ohio State University – Twee kenmerken van leiderschap

• Structuur aanbrengen – De mate waarin leiders bij het verwezenlijken van doelen hun eigen rollen en de rollen van ondergeschikten definiëren en structureren

• Consideratie – De mate waarin de relaties van een leider worden gekenmerkt door wederzijds vertrouwen en respect voor de denkbeelden en gevoelens van ondergeschikten

• Bevindingen: hoog/hoog-leiders verbeteren groepsprestaties en de tevredenheid onder het personeel

– Hoog/hoog was echter niet altijd positief

© Pearson Education Benelux, 2003 17-7

Page 8: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschap (verv.)Theorieën over leiderschapsgedrag (verv.)

– Het onderzoek van de University of Michigan – Twee dimensies van leiderschap

• Werknemergericht – Nadruk op intermenselijke relaties– Acceptatie van individuele verschillen tussen ondergeschikten– Wordt geassocieerd met een hoge groepsproductiviteit

• Productiegericht – Nadruk op technische of taakgerichte aspecten van werk

– Gericht op het voltooien van groepstaken– Geassocieerd met lage groepsproductiviteit en weinig

tevredenheid onder het personeel

© Pearson Education Benelux, 2003 17-8

Page 9: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschap (verv.)Theorieën over leiderschapsgedrag (verv.)

– De leiderschapsmatrix – Een tweedimensionale matrix die een structuur vormt voor het conceptualiseren van leiderschapsstijlen

• De dimensies zijn zorg voor mensen en zorg voor productie• Vijf stijlen van management

– Verschraald (1,1) – Minimale inspanningen om doelen te bereiken en lid van de organisatie te blijven

– Taakgericht (9,1) – Zorgen voor efficiënte operationele activiteiten met zo weinig mogelijk menselijke verstoringen

– Doorsnee (5,5) – Adequate prestaties door de belangen van het werk en de werknemers te balanceren

© Pearson Education Benelux, 2003 17-9

Page 10: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vroege theorieën over leiderschap (verv.)Theorieën over leiderschapsgedrag (verv.)

– De leiderschapsmatrix (verv.)• Vijf stijlen van management (verv.)

– Ontspannen (1,9) – Aandacht voor de belangen van de werknemer en het scheppen van een prettige werkomgeving

– Teamgericht (9,9) – Toegewijde werknemers, gemotiveerd door een algemeen doel en onderling vertrouwen

• De conclusie luidt dat managers een 9,9-stijl moeten nastreven– Deze conclusie kan echter nauwelijks empirisch worden

onderbouwd– Men kan niet precies benoemen wat van een manager een

effectieve leider maakt

© Pearson Education Benelux, 2003 17-10

Page 11: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschapAlgemene aannames

– De effectiviteit van de leider is afhankelijk van de situatie

– Situationele of contingentiefactoren moeten worden geïsoleerd

© Pearson Education Benelux, 2003 17-11

Page 12: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Het model van Fiedler– De theorie dat effectieve prestaties van een groep afhankelijk zijn

van (1) de juiste combinatie van interactie tussen leider en ondergeschikten en (2) de mate waarin de situatie de leider de mogelijkheid biedt om te sturen en invloed uit te oefenen

– Least-preferred coworker (LPC)-vragenlijst – Stelt de interactie tussen de leider en ondergeschikten vast

• Hoge LPC – Werknemer met wie het minst graag wordt samengewerkt wordt in relatief positieve bewoordingen beschreven

– De leider is relatiegericht• Lage LPC – Werknemer met wie het graagst wordt

samengewerkt wordt in relatief negatieve bewoordingen beschreven

– De leider is taakgericht

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)

© Pearson Education Benelux, 2003 17-12

Page 13: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Het model van Fiedler (verv.)

– Aangenomen wordt dat de leiderschapsstijl altijd gelijk blijft en niet van situatie tot situatie verandert

– Er zijn drie contingentiedimensies die samen de belangrijkste situatiefactoren voor het bepalen van de effectiviteit van een leider vormen

• Leider/groep-relatie – Beschrijft het vertrouwen en respect dat tussen leiders en ondergeschikten bestaat

• Taakstructuur – Beschrijft de mate waarin taken geformaliseerd en in procedures neergelegd zijn

• Machtspositie – Beschrijft de invloed die een leider heeft op machtsactiviteiten zoals het aannemen of ontslaan van personeel, het nemen disciplinaire maatregelen of het verhogen van salarissen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-13

Page 14: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Bevindingen van Fiedler

CategorieLeider/groep-relatie

Taakstructuur

Machtspositie

I II III IV V VI VII VIII

Goed Goed Goed Goed Slecht Slecht Slecht Slecht

Hoog Hoog Laag Laag Hoog Hoog Laag Laag

Strerk Zwak Sterk Zwak Sterk Zwak Sterk Zwak

Favorable OngunstigMatig

Goed

Slecht

Pre

stat

ies

Relatie-gericht

Taak-gericht

© Pearson Education Benelux, 2003 17-14

Page 15: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Het model van Fiedler (verv.)

– De resultaten gaven het volgende aan:• Taakgerichte leiders presteren beter in situaties die zeer

gunstig én zeer ongunstig voor hen zijn• Relatiegerichte leiders presteren beter in situaties die

gematigd gunstig voor hen zijn– Implicaties voor het verbeteren van leiderschap

• Plaats leiders in situaties die geschikt zijn voor hun stijl van leidinggeven

• Pas de situatie aan aan de leider– Het model is empirisch onderbouwd– Het is onrealistisch om aan te nemen dat de leider zijn of

haar stijl niet kan veranderen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-15

Page 16: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)De situationele leiderschapstheorie van Hersey en

Blanchard– De juiste stijl van leiderschap is afhankelijk van de

taakbereidheid van ondergeschikten• Taakbereidheid – De mate waarin mensen de

bekwaamheid en de bereidheid hebben om een specifieke taak uit te voeren

– Vertegenwoordigt het feit dat het de ondergeschikten zijn die de leider accepteren of verwerpen

– Is gebaseerd op twee dimensies van leiderschap• Taakgerichte gedragingen• Relatiegerichte gedragingen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-16

Page 17: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)De situationele leiderschapstheorie (verv.)

– De twee dimensies leiden tot vier stijlen van leiderschap

• Mededelen – De leider wijst rollen toe en vertelt mensen het hoe, wat en waarom van de verschillende taken

• Verkopen – De leider vertoont zowel richtinggevend als ondersteunend gedrag

• Participeren – De leider en ondergeschikten hebben een even groot aandeel in de besluitvorming; de voornaamste rol van de leider bestaat uit ondersteunen en communiceren

• Delegeren – De leider geeft weinig sturing of ondersteuning

– Het beproeven van de theorie heeft tot teleurstellende resultaten geleid

© Pearson Education Benelux, 2003 17-17

Page 18: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Figuur 17.5: De situatieve leiderschapstheorie

© Pearson Education Benelux, 2003 17-18

Page 19: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Participerend leidinggeven

– Victor Vroom et al. relateren leiderschapsgedrag en participatie aan het besluitvormingsproces

– Hebben een reeks regels opgesteld die moeten worden gevolgd bij het bepalen van de vorm en de mate van participatie• Welke regels precies moeten worden gevolgd,

is afhankelijk van de situatie– Leveren een uitstekende richtlijn voor managers

die een voor de situatie geschikte stijl van leiderschap moeten kiezen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-19

Page 20: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Participerend leidinggeven (verv.)– Vijf stijlen van leiderschap

• Beslissen – De leider neemt de beslissing zelf en deelt deze mede aan de groep • Individueel advies inwinnen – De leider legt het probleem voor aan

groepsleden, luistert naar voorstellen en neemt vervolgens een besluit• Groepsgewijs advies inwinnen – De leider legt het probleem tijdens een

vergadering voor, luistert de inbreng van groepsleden en neemt vervolgens een besluit

• Ondersteunen – De leider legt het probleem tijdens een vergadering voor, zet het probleem uiteen en stelt de grenzen waarbinnen een beslissing moet worden genomen

• Delegeren – De leider staat de groep toe om binnen de voorgeschreven grenzen het besluit zelf te nemen

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)

© Pearson Education Benelux, 2003 17-20

Page 21: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Figuur 17.7: Het tijdgestuurde model

© Pearson Education Benelux, 2003 17-21

Page 22: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Het pad-doelmodel

– Robert House: de taak van een leider is om ondergeschikten te helpen met het realiseren van doelstellingen – doelstellingen die afgestemd zijn op de algemene doelen van de organisatie

– Leiderschapsgedrag is:

• Acceptabel, zolang de groep het gedrag ziet als een bron van directe of toekomstige voldoening

• Motiverend, zolang het:

– de voldoening en de wensen van de ondergeschikten afhankelijk worden gemaakt van effectieve prestaties;

– voorziet in de coaching, begeleiding, ondersteuning en beloning die nodig zijn om effectief te presteren.

© Pearson Education Benelux, 2003 17-22

Page 23: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Het pad-doelmodel (verv.)

– Resulteert in vier stijlen van leiderschap• Richtinggevend – Deze leider beschrijft de uit te voeren taken, stelt

werkroosters op en geeft begeleiding bij het uitvoeren van taken• Ondersteunend – Deze leider is vriendelijk en geeft aandacht aan

ondergeschikten• Participerend – Deze leider weegt de meningen van

ondergeschikten mee bij het nemen van beslissingen• Prestatiegericht – Deze leider stelt uitdagende doelen op

– Een leider zou een of meer van de bovenstaande gedragingen moeten tonen, afhankelijk van de situatie

© Pearson Education Benelux, 2003 17-23

Page 24: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Contingentietheorieën over leiderschap (verv.)Het pad-doelmodel (verv.)

– Twee soorten contingentievariabelen

• Externe variabelen – Buiten de invloedssfeer van de ondergeschikte

– Bepaalt het leiderschapsgedrag dat nodig is als de prestaties van ondergeschikten zo goed mogelijk moeten zijn

• Interne variabelen – Persoonskenmerken van de ondergeschikte

– Bepaalt hoe de omgeving en het leiderschapsgedrag worden geïnterpreteerd

– Inmenging van de leider is ineffectief als het:

• overbodig is wat betreft de middelen of kennis die bij de ondergeschikten aanwezig zijn;

• niet kan worden gerijmd met de persoonskenmerken van de ondergeschikte.

– De meeste onderzoeksresultaten lijken het model te staven

© Pearson Education Benelux, 2003 17-24

Page 25: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Het pad-doelmodel

Omgevingsbepaalde contingentiefactoren

• Taakstructuur• Formele gezagsstructuur• WerkgroepGedrag

van de leider

• Richtinggevend• Ondersteunend• Participerend• Prestatiegericht

Resultaten

• Prestaties• Voldoening

Contingentiefactorenvan ondergeschikten

• Locus of control • Ervaring• Vastgestelde bekwaamheid

© Pearson Education Benelux, 2003 17-25

Page 26: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Moderne ideeën over leiderschapTransformationeel en transactioneel leiderschap

– Transactionele leiders – Leiders die werknemers in de richting van vastgestelde doelen leiden door de vereisten van hun rollen en taken te verduidelijken

– Transformationele leiders – Charismatische leiders die werknemers prikkelen, ondersteunen en inspireren, zodat deze zich extra inspannen om de groepsdoelstellingen te bereiken

• Hebben veel invloed op ondergeschikten• Besteden aandacht aan de zorgen van ondergeschikten• Zorgen voor bewustzijn bij ondergeschikten• Inspireren ondergeschikten en zetten hen aan tot extra

inspanningen• Is de volgende fase van transactioneel leiderschap• Dit type leiderschap lijkt superieur te zijn

© Pearson Education Benelux, 2003 17-26

Page 27: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Moderne ideeën over leiderschap (verv.)Charismatisch en visionair leiderschap

– Charismatisch leiderschap – Een enthousiaste, zelfbewuste leider die door zijn persoonlijkheid en handelingen anderen beïnvloedt en aanspoort om op een bepaalde manier te gaan werken

• Kan een visie propageren waarvoor hij of zij grote risico’s wil nemen• Is ontvankelijk voor omgevingsbeperkingen en de benodigdheden van

ondergeschikten• Toont onconventioneel gedrag• Charismatisch leiderschap is gerelateerd aan goede werkprestaties van

en tevredenheid onder werknemers• Mensen kunnen getraind worden om charismatisch gedrag tentoon te

spreiden

© Pearson Education Benelux, 2003 17-27

Page 28: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Moderne ideeën over leiderschap (verv.)Charismatisch en visionair leiderschap (verv.)

– Visionair leiderschap – Het vermogen om een realistische, geloofwaardige en aantrekkelijke visie te creëren die een verbetering ten opzichte van de huidige situatie inhoudt

• Omvat duidelijke en aantrekkelijke metaforen die werknemers aansporen om de doelen van de organisatie te realiseren

• Mensen moeten geloven dat de visie haalbaar is• Een visionaire leider kan:

– de visie voor anderen verduidelijken;– de visie met woorden en gedrag tot uitdrukking brengen;– de visie aan alle omstandigheden aanpassen.

© Pearson Education Benelux, 2003 17-28

Page 29: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Moderne ideeën over leiderschap (verv.)Teamleiderschap

– De rol van de teamleider verschilt van de conventionele leiderschapsrol

– Vereist vaardigheden zoals de volgende:• Geduld, om informatie goed over te brengen• Vertrouwen in anderen en de bereidheid gezag te delegeren• Begrip, van waar en wanneer in te grijpen

– De taak van de teamleider is gericht op:• Het beheer van de verantwoordelijkheden van het team• Ondersteuning van de teamprocessen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-29

Page 30: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Moderne ideeën over leiderschap (verv.)Teamleiderschap (verv.)

– Teamleiders fungeren als:• Contactpersonen voor de externe achterban – Het verhelderen van

de teamdoelen, het verzamelen van informatie en het vergaren van de benodigde middelen

• Probleemoplosser – Het stellen van vragen, het oplossen van problemen in het team en het vergaren van de benodigde middelen

• Conflictbemiddelaar – Identificeert conflictbronnen en betrokkenen en probeert het conflict op te lossen

• Coaches – Voor het verhelderen van verantwoordelijkheden, het geven van onderricht en ondersteunen en al datgene wat nodig is om het prestatieniveau hoog te houden

© Pearson Education Benelux, 2003 17-30

Page 31: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Specifieke rollen voor teamleiderschap

Coach

ProbleemoplosserConflict-

bemiddelaar

Rollen vande

teamleider

Contact-persoon met de ex-

terne achterban

© Pearson Education Benelux, 2003 17-31

Page 32: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschapLeiders en macht

– Er zijn vijf bronnen van macht:• Legitieme macht – Komt voort uit het gezag dat iemand heeft• Afgedwongen macht – Komt voort uit de mogelijkheid om te straffen of te

beheersen– Ondergeschikten handelen op grond van angst voor sancties

• Beloningsmacht – Komt voort uit de mogelijkheid om positieve prikkels uit te delen

– Het leveren van iets dat door anderen op prijs wordt gesteld• Expertisemacht – Komt voort uit invloed van iemands vaardigheden of kennis• Referentiemacht – Komt voort uit middelen of persoonskenmerken die anderen

graag zouden willen hebben– Leidt tot bewondering en de wens om op die persoon te lijken

© Pearson Education Benelux, 2003 17-32

Page 33: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschap (verv.)Een cultuur van vertrouwen scheppen

– Geloofwaardigheid – De mate waarin ondergeschikten iemand als eerlijk, competent en inspirerend zien

• Eerlijkheid is het belangrijkste persoonskenmerk van leiders die in aanzien staan

– Vertrouwen – Het geloof in de integriteit, het karakter en de competentie van een leider

• Vertrouwen in het feit dat de leider de rechten en belangen van ondergeschikten zal beschermen

• Belangrijk voor het zelfstandig laten werken van werknemers• Er is een trend richting het uitbreiden van niet-autoritaire relaties in

en tussen organisaties

© Pearson Education Benelux, 2003 17-33

Page 34: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Vertrouwen kweken

Weesopen

Vertel dewaarheid

Schend iemandsvertrouwen niet

Weesconsequent

Hou je aan jewoord

Vertrouwen

Zeg wat je wiltzeggen

Tooncompetentie

Wees eerlijk

© Pearson Education Benelux, 2003 17-34

Page 35: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschap (verv.)Leidinggeven door empowerment

– Managers geven steeds vaker leiding door empowerment

• Door de noodzaak van snelle beslissingen door de mensen die het meest over het betreffende onderwerp weten

• Door bredere reikwijdtes van beheer, veroorzaakt door inkrimping

Leiderschap en sekse– Mannen en vrouwen hebben andere stijlen van leiderschap

– Vrouwen zijn democratischer, delen macht en informatie en proberen het gevoel van eigenwaarde van ondergeschikten te verbeteren

– Mannen zijn meer sturend en controlerend

© Pearson Education Benelux, 2003 17-35

Page 36: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschap (verv.)Leiderschap en sekse (verv.)

– Is anders beter?

• Als ze door gelijken, ondergeschikten en bazen worden beoordeeld, scoren vrouwelijke leidinggevenden beter dan mannelijke

• Enkele verklaringen van verschillen in effectiviteit zijn:

– Flexibiliteit, teamwork, vertrouwen en informatie-uitwisseling vervangen steeds vaker strakke structuren, competitief individualisme, beheersing en geslotenheid

– De beste managers luisteren, motiveren en ondersteunen

– Vrouwen scoren wat deze aspecten betreft beter dan mannen

• Toch is er nog geen ‘beste’ manier van leidinggeven

© Pearson Education Benelux, 2003 17-36

Page 37: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Figuur 17.10: Waar vrouwelijke managers beter in zijn

© Pearson Education Benelux, 2003 17-37

Page 38: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschap (verv.)Leiderschapsstijlen en cultuurverschillen

– De effectiviteit van een leiderschapsstijl wordt beïnvloed door de nationale cultuur

• Leiders worden beperkt door de culturele omstandigheden waaraan ook hun ondergeschikten blootstaan

– De meeste theorieën over leiderschap zijn in de Verenigde Staten ontwikkeld

• De nadruk ligt meer op de verantwoordelijkheden van ondergeschikten, en minder op rechten

• Meer gericht op het vervullen van eigen behoeftes, en niet zozeer op plichtsbesef

• Gerichtheid op centralisering van werk en democratische waarden

• Nadruk op rationaliteit, in tegenstelling tot spiritualiteit

© Pearson Education Benelux, 2003 17-38

Page 39: Hoofdstuk 17 Leiderschap © Pearson Education Benelux, 200317-1.

Hedendaagse vraagstukken over leiderschap (verv.)Soms is leiderschap irrelevant

– In sommige situaties is de stijl van leiderschap irrelevant– Factoren die het belang van leiderschap verminderen, zijn:

• Eigenschappen van de ondergeschikte – Ervaring, opleiding, professionele oriëntatie of onafhankelijkheid vervangen de noodzaak van ondersteuning en het verminderen van onduidelijkheden

• Eigenschappen van het werk – Eenvoudige en routineuze taken, of taken die van zichzelf al veel voldoening geven, vragen minder van de leider

• Eigenschappen van de organisatie – Duidelijke doelen, heldere regels en procedures en hechte werkgroepen kunnen formeel leiderschap deels vervangen

© Pearson Education Benelux, 2003 17-39