Havana: Social Media
-
Upload
remy-wilshaus -
Category
Documents
-
view
214 -
download
0
Transcript of Havana: Social Media
-
8/8/2019 Havana: Social Media
1/2
Nog even snel eenprezi maken, voordat je
naar college gaat. Als je berhaupt al gaat,
want via YouTube kun je al bankhangend de
samenvatting van het college ook tot je ne-
men. Een snelle blik op MSN en Twitter of
die docent statistiek niet toevallig is ingelogd
voor een vragenuurtje. En anders download
je wel een hoorcollege wiskunde via iTunes
University, net zo makkelijk.
Bovenstaande klinkt kinderlijk eenvoudig,
maar dat de dagelijkse digitale onderwijs-
praktijk een stuk weerbarstiger is, daar is al
heel wat papier aan gewijd. Eerder dit jaar
deed Surfnet/Kennisnet onderzoek naar het
gebruik van nieuwe mediatoepassingen en
concludeerde in het rapport Social media
en de kansen voor het hoger onderwijs dat
datzelfde hoger onderwijs nog lang niet
alle mogelijkheden en toepassingen benut.
Vooral docenten zouden sloom zijn in het
oppikken van de nieuwste sociale media en
web 2.0-mogelijkheden.
Geen flauw benul
Een constatering die hout snijdt volgens Yori
Hak (20, tweedejaars interactieve media,
webondernemer, actief op Twitter, Facebook,
Foursquare en YouTube). Ook aan de HvA
blijken de handen niet massaal op elkaar
te gaan voor socialemediagebruik en web2.0 onderwijsmogelijkheden. Hak: Je zou
toch verwachten dat juist op dze opleiding
docenten meegaan met hun tijd. Een aantal
is goed ingevoerd, maar helaas zijn er ook
docenten die geen auw benul hebben. Of ze
weten er wel wat van, maar verdiepen zich
er verder niet in. Uitzonderingen daargelaten
blijft het bij gepraat over wat er misschien
mogelijk kan zijn in de toekomst. Dat we
als studenten projecten nog steeds moeten
uploaden op BSCW, dat vind ik eigenlijk niet
kunnen. Waarom kan dat niet in bijvoor-
beeld Dropbox?
Remy Wilshaus (29, pabodocent bij On-
derwijs & Opvoeding, het meest vergrijsde
domein aan de HvA) weet het antwoord
daar wel op: Het gros weet niet wat Drop-
box is, die werken inderdaad nog met dat
redelijk achterhaalde archiefkastje, zoals
ik BSCW wel eens lacherig noem. Volgens
Wilshaus leeft het onderwerp amper. Niet
bij studenten, niet bij docenten. Tijdens een
lezing van het domein kwam het onderwerp
aan bod door een gastspreker, zegt Wilshaus:
Er waren zelfs docenten die wat bozig
en afstandelijk reageerden op zijn lezing.
Flauwekul en onzin noemden sommigen
het toekomstbeeld dat de spreker over social
sharingvan kennis schetste.
Digitale drempels
Niet alleen docenten zetten de hakken in
het zand, ook een ink aantal studenten
haalt de schouders op over het onderwerp,
merkt HES-duaal docent Jurriaan Gorter.
Zelf probeert hij de mogelijkheden van het
geven van Twitter-colleges als aanvulling
op de behandelde lesstof. Daarvoor peilde
Gorter tijdens colleges en werkgroepen hoe
actief zijn studenten zich op sociale media
bewegen voor het delen van kennis, projec-
ten en presentaties. Conclusie van Gorter:
minimaal. Van de tweehonderd HES-duaal
studenten (commercile economie) hebben er
ongeveer tien een Twitter-account. Een groot
gedeelte (150) heeft een Hyves-account maar
doet daar vrijwel niets meer mee. Slechts tien
procent is nu nog actief op het Nederlandse
sociale media netwerk. Facebook kan rekenen
op vijftig procent actieve gebruikers, in tegen-
stelling tot YouTube: niemand heeft een eigenYouTube-kanaal en geen enkele student zet
eigen onderwijsprojecten op het lmplatform.
Het is een misvatting te denken dat studenten
zo veel verder zijn in de mogelijkheden. Mijn
ervaring is dat ze vooral consumeren, maar
veel minder echt participeren in het delen van
kennis, zegt de docent. Zijn studenten laat hij
dan ook niet vastzitten aan de lesboeken. Ik
stuur ze via allerlei netwerken het gebouw
uit. Via LinkedIn zoeken ze interessante
sprekers, via Twitter bekijken ze de laatste
meningen over een thema.
UvA-promovendus Media & Cultuur David
Nieborg reageert verbaasd op de gebruikers-
gegevens van Gorter. Hij is niet overtuigd.
Jongeren, blijkt uit vrijwel alle rapporten en
onderzoeken, zijn volledig genetwerkt. Die
weten precies wat er allemaal aan nieuwe
mogelijkheden ligt, zijn continu online, zijn
vergroeid met hun smartphone. Er gaapt
echter een groot gat tussen de dagelijkse on-
derwijspraktijk en de wensen van de jongere
generatie, volgens Nieborg. Hij zag hoe het
k kan tijdens zijn verblijf in de VS. Dr
gebeurt het. Daar worden de Googles en Fa-
cebooks ontwikkeld. Commercile bedrijven
zetten de paaltjes uit, marktpartijen beslissen
over onze digitale toekomst. Dat moet je
als hogeronderwijsinstelling niet willen, alsje de ambitie hebt leidend te zijn. Volgens
Nieborg is er geen enkel excuus sociale
netwerktoepassingen niet te omarmen. Hij is
echter somber.
Intellectuele luiheid en een gebrek aan
nieuwsgierigheid bij de wat oudere docent of
hoogleraar vormen volgens de promovendus
inke hobbels. In het hoger onderwijs lopen
ongelofelijk slimme mensen rond. Maar als
het over dit onderwerp gaat, hoor je: Ik ben
niet zo handig met knopjes. Onvoorstel-
baar, meent Nieborg, die houding van het
zal mijn tijd wel duren. Gorter beaamt dat
er notoire weigeraars rondlopen. Die ver-
wachten een opdracht nog in een postvakje.
Het staat iedereen vrij, maar het is gewoon
niet meer van deze tijd. Nieborg: Wat dat
betreft kun je zeggen dat we wat betreft
kennis overdragen en de manier van denken
daarover, in de 18e eeuw zijn blijven hangen.
Kanselonderwijs.
Zo zou Luc van der Pijl, directeur Strategi-
sche Informatievoorziening HvA, het niet
meteen noemen, maar het is eveneens zijn
ervaring dat docenten aan de HvA in een
kramp schieten bij het zien en horen van
allerlei op het eerste oog ingewikkelde
crossmediale aangelegenheden, enkele early
adopters niet meegerekend. Veel docen-
ten weten niet wat er te koop is, maar we
merken toch een aarzelende interesse. Het
kost echter tijd en energie uit te vogelen
hoe alle technologie werkt. De toegevoegde
waarde voor je onderwijs en inke tijds-
winst voor jezelf komt pas later, dat vergt
uithoudingsvermogen. Om die digibeten
de helpende hand te bieden, is Van der Pijl
met collegae dan ook aan het inventariseren
waar precies behoefte aan is. Speerpunt is
nu te bekijken via welke web 2.0-kanalen
we gegevens het best kunnen aanbieden.
En dat blijkt lang zo makkelijk nog niet.
Als voorbeeld geeft de informatiestrateeg de
succesvolle implementatie van roosterinfor-
matie via smartphones. Daar komen heel
praktische vragen bij kijken. Waar zoeken
studenten als eerste naar roosterinformatie?
Op een laptop? Via mail? Via telefoon?
Wat is het kennisniveau van docenten, en
welke middelen hebben we nodig om dat
bij te spijkeren? De afdeling probeert dat
via samenwerking met docententeams te
achterhalen. Docent Wilshaus merkt op dat
ook de toegevoegde waarde moet worden
benadrukt: Zo lang mijn studenten niet denoodzaak voelen zich hierin te verdiepen
omdat ze er niets van terugzien in hun cur-
riculum of op hun stageschool, zullen ze niet
meteen warmlopen voor social sharing. Een
stevige infrastructuur is volgens Nieborg
eveneens een absolute must. Trage wi-
verbindingen kunnen echt niet meer. Alles
begint met een fatsoenlijke infrastructuur en
middelen. In Eindhoven snappen ze dat heel
goed: die hogeschool geeft iedere student een
iPad. En wat doet het College van Bestuur
hier? Die kondigen enorme bezuinigingen
op ict-gebied aan, in ieder geval aan de
UvA. Het is bijna niet te geloven. We missen
langzaam de boot, en niemand die zich dat
lijkt te realiseren.
Deltaplan
Het ontbreken van een HvA-breed beleid
resulteert bovendien in een inke versnip-
pering van initiatieven op individueel niveau.
Tegenstanders menen dat sociale netwerken,
portals en communitys bestaan bij de gratie
van vrijwilligheid, interesse en groei die orga-
nisch verloopt. Dwang werkt niet om mensen
enthousiast te krijgen. De voorstanders zien
dat anders. Duw het mensen door de strot,
zou ik bijna zeggen, zegt David Nieborg. Er
moet echt een structureel beleid komen. Een
Deltaplan waarin zaken als bijscholing en
cursussen worden geregeld. En dan niet vrij-
blijvend, formaliseer het ook. De opvatting
dat de HvA en de UvA de boot langzaam
aan het missen zijn, deelt informatiestrateeg
Van der Pijl niet, maar: Ik zeg er eerlijk bij
dat we als hoger onderwijs in Nederland
misschien wat harder moeten lopen, maar de
ontwikkelingen gaan erg snel. Dat is lastig bij
te benen en gaat gepaard met omvangrijke
investeringen. Volgens Van der Pijl komt er
aan de HvA de komende jaren wl schot in
de zaak via diverse investeringen: Docenten
krijgen up-to-date digitale middelen om hun
onderwijsprogrammas vorm te geven. En
belangrijker: in die programmas wordt k
aandacht besteed aan scholing en begeleiding
van docententeams.
Het hoger onderwijs doet nog veel te weinig met alle
onderwijstoepassingen die web 2.0 en sociale media
bieden. Ook aan de HvA gaan de handen van docent
n student nog niet massaal op elkaar. Annemarie Vissers
Het zal mijn tijd wel duren,is de gedachte
Niet zo handigmet knopjes
onderwijs 2.0
18 havana
-
8/8/2019 Havana: Social Media
2/2
onderwijs 2.0
Beeld
JeRoenMurr
havana 19