GRAM

40
JAARGANG 103 | NUMMER 10 | OKTOBER 2012 Geactualiseerde functie- en competentieproelen voor de reinigingsbranche | Interview met NVRD-voorzitter Han Noten | Zelf doen, samen doen of laten doen, waar is de regie adequaat? Uitblinker 2012 staat symbool voor professioneel straat reinigen

description

Vakblad Gemeentereiniging & Afvalmanagement

Transcript of GRAM

Page 1: GRAM

JAARGANG 103 | NUMMER 10 | OKTOBER 2012

Geactualiseerde functie- en competentieprofi elen voor de reinigingsbranche | Interview metNVRD-voorzitter Han Noten | Zelf doen, samen doen of laten doen, waar is de regie adequaat?

Uitblinker 2012 staat symbool

voor professioneel straat reinigen

Page 2: GRAM

www.vanschijndel.euVan Schijndel BV • Stationsweg 78 • 6051 KL Maasbracht • Nederland

T +31 (0)475 465636 • F +31 (0)475 466540 • E [email protected] www.vanschijndel.eu

VSAII + SCB1700-Eurosplit

VSAII + ACB500 Archiefbelading

Van Schijndel Afvalinzamelsystemen“iets anders, veel beter”.

Onderdelenservice

Eenvoudig, betrouwbaar. Beproefd concept voorzien van de

nieuwste technieken. Ongecompliceerde moderne hydrauliek

& elektronica.

Langere levensduur door toepassing van slijtvast staal voor achterlader en opbouw.

Standaard met verzwaard juk en persschot. Twee jaar garantie.

Waarom voor van Schijndel kiezen:

OND

ERDELEN

ot.ot.

VSAIII + SCB1700-CombiGeschikt voor haak-arm-, kabel- en

kettingopname systemen.

Page 3: GRAM

GRAM | oktober 2012 3

Officieel vakblad van de NVRD

inhoudsopgave

6

8

10

Hoe doen zij dat? Deze maand: reiniging na evenementenDrie medewerkers van verschillende organisaties lichten hun keuzes toe en geven hun

visie op het reinigen van de openbare ruimte na afl oop van grote evenementen.

Uitblinker 2012Op basis van de publiekstemmen en het oordeel van een vakkundige jury is Marijn

Meijdam uitgeroepen tot de beste reiniger van 2012.

Geactualiseerde functie- en competentieprofi elen voor de reinigingsbrancheDe meest gangbare functie- en competentieprofi elen voor de reinigingsbranche zijn ge-

actualiseerd, zij bestaan nu uit activiteitenclusters die gecombineerd kunnen worden.

Elk cluster van taken en rollen is onderverdeeld in de categorieën.

NVRD-voorzitter Han Noten: “Kennis op gemeenteniveau behouden en bevorderen”Han Noten is sinds 25 mei voorzitter van de NVRD. “De identiteit van de NVRD is

gebaseerd op het feit dat we een publieke organisatie zijn. We horen bij de gemeenten.

Niet bij de markt.”

Zelf doen, samen doen of laten doen: in hoeverre verschillen deze drie organisatievormen? Regievoering is een vak apart en ook niet standaard in te vullen. Dit blijkt uit het

bestuurskundig onderzoek dat op verzoek van de NVRD is uitgevoerd naar de ver-

schillen in gemeentelijke regievoering bij de verschillende contractvormen die we

in de afval- en reinigingsbranche kennen.

Bij de voorplaat: lees verder op pag. 8

(foto: Fotostudio PillenBeskers)

4 NVRD Themadag

5 Bezem

Poll: stem mee

15 Gemengde berichten afval & milieu

16 Nieuwe impulsen voor Made in Holland

21 Gemeente Schoon;

Tynaarlo volgt Thematraject Afvalbakken

23 Feiten & Cijfers

24 Vakwerk: interview met een

professional uit de branche

28 Keep it Cleanday

29 Lochem en Deventer stappen over

op diftar

33 Persoonlijke aanpak houdt

Leeuwarder binnenstad schoon

35 NVRD Nieuws

36 Nieuws op de markt

38 Agenda

12

26

Persoonlijke aanpak houdt binnenstad

Leeuwarden schoon (pag. 33)

Page 4: GRAM

4 GRAM | oktober 2012

Woensdag 7 november 2012 organiseert de NVRD een

themadag over de actuele thema’s verpakkingen en

grondstoff en. Verschillende wethouders en mensen uit

de praktijk geven hun visie en gaan met u in discussie.

De inhoud en gevolgen van het verpakkingenakkoord

en nut en noodzaak van een grondstoff enakkoord ko-

men aan bod.

VerpakkingenEen belangrijke potentiële grondstoff enstroom die in

gemeenten wordt ingezameld, zijn verpakkingen. Op

dit moment vindt er nog veelvuldig overleg plaats over

de uiteindelijke vorm en inhoud van het akkoord. Be-

gin november is hierover meer duidelijk. Wij brengen

u tijdens de themadag graag op de hoogte van de laat-

ste stand van zaken over de inhoud en gevolgen van

dit akkoord voor gemeenten en voor de recycling van

deze belangrijke grondstofstroom.

Grondstoff enGrondstoff en worden steeds schaarser. Hierdoor krijgt

afval steeds meer waarde. Vanuit deze gedachte heeft

een brede werkgroep uit de afvalbranche voor de zomer

een advies uitgebracht aan staatssecretaris Atsma van

Infrastructuur & Milieu. Dit advies bestaat ondermeer

uit het voorstel om een grondstoff enakkoord af te slui-

ten tussen gemeenten en het Rijk. Doordat gemeenten,

die momenteel ongeveer de helft van het huishoude-

lijk afval voor recycling aanbieden, gaan samenwerken

met producenten en de rijksoverheid, kan Nederland

maar liefst 15% (1,5 miljoen ton) méér huishoudelijk af-

val recyclen in 2015. Tijdens de themadag staan wij stil

bij de vraag hoe zo’n grondstoff enakkoord eruit kan

zien en wat er in dat kader van gemeenten gevraagd

kan worden. ■

THEMADAG 7 NOVEMBER 2012

AanmeldenWij bieden u 7 november een interessant program-ma waardoor u in één dag volledig op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen. Kortom, de moeite waard om aan deze dag deel te nemen. De themadag vindt plaats van 9.30 uur tot 17.00 uur bij Triavium in Nijmegen. Het volledige programma wordt binnenkort bekendgemaakt. Ga naar www.nvrd.nl en meld u snel aan!

InvesteringDe toegangsprijs voor de themadag bedraagt f 350,-. De prijs voor leden van de NVRD is f 295,- (prijzen zijn exclusief BTW).

Meer informatieVoor meer informatie over de themadag en vragen over het huren van een stand kunt u contact opne-men met Ine van Harskamp. Telefoon: 088 - 377 00 00e-mail: [email protected]

Verpakkingen en grondstoffenIn één dag op de hoogte van de laatste stand van zaken rondom het verpakkingenakkoord en

de manier waarop we 65% recycling gaan bereiken. Meer afval inzamelen, meer grondstoffen

recyclen. Naar 2/3 recycling van huishoudelijk afval in 2015. Hoe pakt uw gemeente dit aan?

Page 5: GRAM

BEZEM

GRAM | oktober 2012 5

Big business, big money. Dan zijn er andere krachten-velden aan het werk. Het is gemakkelijk om dan te zeg-gen dat waar gehakt wordt, spaanders vallen. Spaanders die dan wel weer voor andere duurzamere activiteiten kunnen worden ingezet wellicht. Maar het is te gemakke-lijk, en vooral ook niet eerlijk. Jarenlang hebben mensen zich keihard ingezet om ons afval in te zamelen, op te vegen, weg te brengen en te verwerken. Prachtige re-sultaten (lees: winsten) werden er geboekt. Zulke goede resultaten dat de interesse van het snelle geld was ge-wekt en ook zij onderdeel werd van de afvalketen. Op zoek naar nog meer en meer. Maar na de huizenbubbel is nu ook de afvalbubbel geknapt. Aan de voor- en voor-al de achterkant van de keten vallen slachtoffers. In een gevecht voor prijzen die niet kunnen, in een wedstrijd waarbij de vraag gesteld kan worden of er ook winnaars uit kunnen komen. De bezem denkt louter verliezers.

Kamervragen werden er gesteld. Hoe kon het toch dat afval helemaal uit Napels naar Nederland kwam? Vervuild afval, dat mocht toch niet, kon niet, verschrikkelijk. Geen idee wat daarin zou zitten en hoe zat het met het vervoer? Enkele ‘old professionals’ dachten spontaan terug aan de tijd dat afval binnen de provinciegrenzen verwerkt moest worden en dat afvalsturing op provinciaal niveau geregeld werd. Menig bestuurder vond het prachtig, een eigen verwerking. Lag niet altijd lekker bij de bevolking maar een lucratieve stortplaats was niet verkeerd. Met geld en afval van de gemeenten of bedrijven, meerjarig en het liefst met een levergarantie op tonnen, heerlijk. Het geld stroomde binnen. Dat waren nog eens tij-den. Maar tijden veranderen.

Menige crisis werd overleefd, afval werd toch wel geproduceerd. Sterker nog, het aanbod bleef zelfs stijgen, de zogeheten autonome groei. Maar tijden veranderen nu echt, de huidige crisis trekt diepe sporen. Voor het eerst is er minder afval, zowel van consumenten als van bedrijven. Er wordt nog net niet om gevochten, letterlijk, maar de meeste aan- of inbestedin-gen zijn wel degelijk als een gevecht te typeren. Voor en achter de bühne.

Een straatreiniger heeft geen opleiding nodig

Wat vindt u?

Eens

Oneens

Reageren? Ga naar www.nvrd.nl

Uitslag van de poll september

De als 1 april grap gepresenteerde doorzichtige

container van ROVA is een goed idee.

(red. dit was een gezamenlijk initiatief van

TwenteMilieu, ROVA en NVRD)

100 % Eens

0 % Oneens

Verder discussiëren

over dit onderwerp?

Sluit u aan bij de GRAM lezersgroep

op LinkedIn.

“Je kan altijd nog vuilnisman worden!” werd er vroeger vaak gezegd als iemand nergens aan het werk kon

komen. Inmiddels is de werkelijkheid anders: afvalbeheer, reiniging en beheer van de openbare ruimte zijn

geprofessionaliseerd. Inzameling is een echt vak geworden, net als reiniging. Tegelijkertijd verwacht de

branche een grote instroom van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Hoe gaan afvalinzamelings- en reinigingsbedrijven daarmee om?

Page 6: GRAM

6 GRAM | oktober 2012

DEZE MAAND:

Willem Bouwmeester, coördinator

speciale producten Stadsbeheer clus-

ter schoon (voorheen Roteb) gemeente

Rotterdam, aantal inwoners 617.000.

Contact:

[email protected]

HOE DOEN ZIJ DAT ?

Gemeente RotterdamWat zijn de grootste/belangrijkste

evenementen in uw gemeente?

De Rotterdam Marathon, Zomercarnaval

en Cityracing zijn een paar van de groot-

ste en meest bekende. We hebben op

jaarbasis zo’n zeventig grote evenemen-

ten en 1700 kleinschalige, zoals wijk-

feesten.

Wat voor soort afval levert dat

voornamelijk op?

Dat varieert per evenement. Bij de ma-

rathon betreft het voornamelijk drinkbe-

kertjes van de lopers, bij het Zomercar-

naval treff en we veel gebroken glas aan,

van fl esjes bier die de bezoekers zelf

meenemen. Het meeste afval bestaat uit

drank- en foodverpakkingen, zoals drink-

bekers en patatbakjes. Maar ook fl yers

en gadgets. Per evenement gaat het om

tientallen tonnen afval.

Hoe is de reiniging geregeld?

Wij doen dat zelf, als reinigingsdienst.

Vooraf hebben we wel intensief overleg

met andere diensten, zoals het evene-

het reinigen van de openbare ruimte na afl oop van een evenement

mentenbureau van de gemeente Rotter-

dam en de verkeers-, gezondheids- en

hand havingsdienst. Wij zitten altijd als

sluitpost achteraan, dus zo’n overleg is

belangrijk.

Zijn er speciale of preventieve

maatregelen (statiegeld, vrijwilli-

gers/burgers die opruimen)?

We zorgen dat alle bakken vooraf goed

geleegd zijn en we plaatsen extra facili-

teiten, zodat mensen volop de gelegen-

heid krijgen om hun afval correct weg te

gooien. Statiegeld op plastic bekers komt

bij ons bijna niet voor. Bij wijkevenemen-

ten gebeurt het wel dat burgers of vrij-

willigers zelf het terrein schoonmaken.

Eventueel zorgen wij voor de containers

en/of een inzamelwagen. Daar denken

wij heel fl exibel in mee.

Verleent u vergunningen met borg-

som, voor als een evenemententer-

rein niet schoon achterblijft?

Dat fenomeen passen wij niet toe. Wel

werken we met een om-niet-regeling.

Dat betekent dat bij grootschalige eve-

nementen, die vrij toegankelijk zijn voor

het publiek, de gemeente Rotterdam de

opruimkosten betaalt. De gedachte daar-

bij is dat het evenement goed is voor

de exposure van de stad. Die honderd-

duizenden bezoekers gaan wellicht ook

wat drinken bij de horeca.

Wordt er gehandhaafd op onge-

wenst weggooigedrag?

Daar is geen beginnen aan. Wel handha -

ven we extra op wildplassen en alcohol-

gebruik buiten de alcoholzone.

Mogelijke verbeterpunten?

Het gebruik van een retourbeker of

statie geld zou wel helpen. Alles wat

niet op straat ligt, hoef je ook niet op te

ruimen. Ook zou je de organisatie meer

prikkelen als je het principe ‘de vervuiler

betaalt’ zou hanteren. Als ze zelf merken

dat je een terrein met twee man op kunt

ruimen in plaats van met tien, als je een

retourbeker gebruikt bijvoorbeeld, zou-

den organisaties toch wat meer gestimu-

leerd worden creatief te zijn.

Tips voor andere gemeenten?

Vooroverleg met de andere gemeente-

lijke diensten werkt bij ons heel goed.

Page 7: GRAM

GRAM | oktober 2012 7

Gemeente UtrechtWat zijn de grootste/belangrijkste

evenementen in uw gemeente?

Van de vier grote Nederlandse steden

heeft Utrecht het grootste aantal evene-

menten. Enkele belangrijke evenementen

zijn Vrijmarkt Koninginnedag, Tweetakt,

Bevrijdingsfestival, Nederlands Film

Festival, Festival aan de Werf en De Pa-

rade. Deze evenementen trekken elk vele

duizenden bezoekers.

Wat voor soort afval levert dat

voornamelijk op?

Het afval bestaat voornamelijk uit hore-

ca-afval, zoals plastic bekertjes, fl esjes,

blikjes een dergelijke. Daarnaast ook ver-

pakkingen van zelf meegebrachte etens-

waren.

Hoe is de reiniging geregeld?

Er is geen externe partij die opruimt, dus

doet de gemeente dit ‘gewoon’ zelf. Spe-

ciale of preventieve maatregelen (statie-

geld, vrijwilligers/burgers die opruimen)

We nemen geen preventieve maatregelen.

Verleent u vergunningen met borg-

som, voor als een evenemententer-

rein niet schoon achterblijft?

Nee, dat wordt niet gedaan. In de ver-

gunningsvoorwaarden van evenementen

is wel opgenomen in welke staat de or-

ganisator het evenemententerrein moet

opleveren na afl oop. Wanneer niet aan

die voorwaarden is voldaan, dan kan be-

sloten worden een last onder dwangsom

op te leggen aan de organisator, mits er

sprake is van verwijtbaar gedrag.

Wordt er gehandhaafd op onge-

wenst weggooigedrag? (of andere

zaken)

Nee, de buitengewoon opsporingsamb-

tenaren komen in principe niet op het

evenemententerrein.

Mogelijke verbeterpunten?

Het toepassen van een waarborgsom bij

het verlenen van een vergunning zou

een verbetering zijn, en meer toezicht en

handhaving.

Gemeente MaastrichtWat zijn de grootste/belangrijkste

evenementen in uw gemeente?

Wij hebben het concert van André Rieu,

de voorjaars- en najaarskermis, het

Preuvenemint, Winterland, carnaval, de

vrijmarkt. Dat zijn wel de grootste eve-

nementen; daarnaast heb je nog wat klei-

nere, zoals wijkfeesten.

Wat voor soort afval levert dat

voornamelijk op?

Drinkbekers en ander zwerfafval, zoals

frietbakjes, verpakkingen van zelf mee-

gebrachte drink- en etenswaren.

Hoe is de reiniging geregeld?

De organisatie ruimt het evenementen-

terrein zelf op, met hun eigen personeel.

Speciale of preventieve maatregelen

(statiegeld, vrijwilligers/burgers die

opruimen)?

Dat varieert. Met carnaval wordt het bier

in glas geschonken, omdat men geen

plastic wil. Horecaondernemers zorgen

meestal wel voor extra rekjes en tafels

waar de bezoekers hun lege glas kwijt

kunnen. Eetkraampjes op de kermis

zorgen zelf voor extra afvalbakken. Op

wijkfeesten vragen we burgers zelf het

evenemententerrein schoon te maken.

Doen ze dat niet, dan brengen we kosten

in rekening.

Verleent u vergunningen met borg-

som, voor als evenemententerrein

niet schoon achterblijft?

Voorheen deden we dat wel. Die borgsom

is afgeschaft omdat in de praktijk geble-

ken is dat het hanteren van een borgsom

onwerkbaar bleek en het schoonmaken

van het evenemententerrein al in de

voorwaarden is meegenomen.

Wordt er gehandhaafd op onge-

wenst weggooigedrag?

Bij de meeste evenementen, zoals carna-

val, is daar geen beginnen aan. Op een

evenement als de vrijmarkt plaatsen we

veel extra grote containers. Toch zijn er

altijd mensen die hun onverkochte waar

gewoon achterlaten op hun verkoop-

plekje. Je mag daar staan zonder vergun-

ning, dus handhaving is moeilijk.

Tips voor andere gemeenten?

Stem onderling het beleid beter op el-

kaar af. Zodat bezoekers overal dezelfde

gedragsregels tegen komen, of ze nu in

Eindhoven, Maastricht of Utrecht naar

een festival gaan. Dan weten mensen

waar ze zich aan moeten houden. Ge-

meenten zouden ook meer ervaringen

uit kunnen wisselen, zodat je niet steeds

het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. ■

Joop Bonekamp, teamcoach

reiniging gemeente Maastricht,

120.000 inwoners. Contact:

[email protected]

In dit artikel leggen drie medewerkers van verschillende organisaties uit hoe zij de reiniging van de openbare ruimte in hun gemeente organiseren nadat er een groot evenement heeft plaats gevonden.

Ze lichten hun keuzes toe en benoemen de voor- en nadelen.

tekst: Hetty Dekkers

Christa Hielkema, medewerker be-

leid en advies Stadswerken gemeente

Utrecht, aantal inwoners 300.000.

Contact: [email protected]

Page 8: GRAM

8 GRAM | oktober 2012

Dit gebeurde in de gemeente Culemborg waar de Uitblinker werkzaam

is. Uit handen van Erik de Baedts (rechts op de foto), jurylid van de

Uitblinker 2012 en directeur van de NVRD, ontving de Uitblinker een

trofee en een cheque ter waarde van 250 euro. Namens de gemeente

Culemborg was wethouder Huub van Oorschot aanwezig om Marijn

extra in het zonnetje te zetten.

Over de winnaarMarijn Meijdam is een bekend gezicht in Culemborg. Marijn speelt,

door het betrekken van bewoners om gezamenlijk de wijk netjes te

houden, een belangrijke rol in de Culemborgse samenleving. Niet al-

leen via zijn professionele reinigingsaanpak, maar ook als vrijwilliger

in het plaatselijke buurthuis draagt hij bij aan de leefbaarheid van de

wijk Terweijde.

“Mijn werk geeft mij kracht”Marijn vertelt tijdens de uitreiking vol passie over zijn werk: “Ik heb het

super naar mijn zin in mijn werk. Het reinigen op beeldkwaliteit is een

aanpak die in de wijk goed werkt en daar draag ik graag mijn steentje

aan bij. Naast het reinigen kan ik ook van betekenis zijn voor de jonge-

ren in de wijk die een tijd geleden negatief in het nieuws zijn gekomen.

Ik vind dat ze beter verdienen en ben blij dat ik hen kan ondersteunen

door mee te helpen schoonmaken, maar ook door hen erop te wijzen dat

ze afval beter in de vuilnisbak kunnen gooien. Ik wil iedereen bedanken

die op mij heeft gestemd, want ik ben er trots op dat ik de Uitblinker

van 2012 ben geworden. Ik hoop dat ik dit werk nog heel veel jaren met

plezier mag doen, in combinatie met het jongerenwerk, want het geeft

mij ontzettend veel voldoening.”

Wethouder Huub van Oorschot is blij met de erkenning voor Marijn.

“Sinds we de methodiek van beeldgerichtwerken (IBOR) hanteren, weet

Marijn als geen ander samen met bewoners de wijk netjes te houden.

Hij speelt daarmee een belangrijke rol in de Culemborg-

se samenleving. Kortom, een echte uitblinker!”

Uitblinkende reinigersDe straatreinigers, straatvegers, medewerkers groen-

beheer en afvalbeheer zorgen in de gemeenten voor

schone straten en tevreden burgers. Zij spelen een

belangrijke rol in de schoonheid en veiligheid van de

wijken en verdienen het dan ook om eens goed in het

zonnetje te worden gezet.

De verkiezing van de Uitblinker van het Jaar is een ini-

tiatief van Gemeente Schoon en de NVRD en richt zich

juist op die collega of medewerker die zich op een bij-

zondere manier voor een schone gemeente inzet. Zij

worden voor hun harde werk beloond. Daarnaast willen

de participerende partijen met deze verkiezing een po-

sitieve bijdrage aan het imago van het vak van reiniger

en de reinigings- en afvalbranche in het algemeen leve-

ren. ■

Marijn Meijdam, reinigingsmedewerker bij de

gemeente Culemborg, is tot Uitblinker van 2012

verkozen. Op basis van de publiekstemmen en

het oordeel van een vakkundige jury, is Marijn

Meijdam uitgeroepen tot de beste reiniger van

2012. De verkiezing werd dit jaar voor de tweede

keer georganiseerd om een positieve bijdrage te

leveren aan het imago van het vak van reiniger

en de reiniging- en afvalbranche in het algemeen.

Marijn Meijdam van de gemeente Culemborg beste reiniger

UITBLINKER 2012:

(foto: Gemeente Culemborg)

Page 9: GRAM

GRAM | oktober 2012 9

de andere genomineerden

Bov van de Flier, service medewerker, gemeente Wijdermeren, Kortenhoef

Berry Doeser, wijkmeester, AVRI,Geldermalsen

Ruud Huuskes, medewerker buitendienst/groenbeheer, gemeente Westervoort

Theo Broers, allround medewerker, gemeente Oss

Adriënne van Wijngaarden, medewerker prikproject, NEOS Het Bedrijf, Eindhoven

Marcel Rademaker, algemeen medewerker, gemeente Enschede

Johan Brouwers, medewerker reiniging, gemeente Dongen

Cees Kools, ongediertebestrijder, gemeente Tilburg

Willem Rougoor, veegmachinist, Circulus, Apeldoorn

(foto’s: Fotostudio PillenBeskers)

Page 10: GRAM

10 GRAM | oktober 2012

“Veel bedrijven in de branche kennen vergelijkbare

functies, neem chauff eur/belader, veegmachinist of

een beleidsmedewerker. Ieder bedrijf denkt na over de-

zelfde vragen: over welke competenties moeten onze

medewerkers beschikken en welk gedrag maakt hen

succesvol”, stelt Wouter Koenderman directeur bij de

ACV-Groep en voorzitter van de NVRD commissie Op-

leiden & Professionaliseren (O&P).

“Van de branchevereniging wordt verwacht dat deze

zicht heeft op alle mogelijke ontwikkelingen en dus

ook op veranderende verwachtingen die we hebben

over de inzet van mensen”, zegt Harrie Nouwens zzp-

er ‘P&O & Meer’. “De commissie O&P kwam tot de

conclusie dat we het niet zozeer over functies moeten

hebben, maar over clusters van taken of rollen. Met de

activiteitenclusters op vier niveaus biedt de commis-

sie O&P een zo praktisch mogelijk, onderscheidend en

handig instrument aan de branche.”

Harry Kouwenberg, manager HRM bij de Meerlanden

en O&P-commissielid: “Het werk wordt abstracter, er

komen veel zaken én taken bij. De branche verandert

enorm, al heeft de publieke opinie nog steeds geen

hoge pet op van ‘vuilnismannen’. Technische ontwik-

kelingen volgen elkaar snel op, de eisen zijn hoog, er

wordt veel gevraagd van onze medewerkers, het zijn

inmiddels middelbaar opgeleide mensen. Neem chauf-

feurs, zij moeten meer vakmanschap uitstralen, uitein-

delijk zijn zij de ambassadeurs van het bedrijf. Vandaar

dat bij de nieuwe profi elen meer op hoofdlijnen naar

gedrag en verantwoordelijkheidsgebieden is gekeken.”

CompetentieniveausDe toegevoegde gedragscomponent en de uitwerking

op vier competentieniveaus zijn nieuwe onderdelen.

“Ons uitgangspunt was: wat heb je nu en in de toe-

komst nodig om medewerkers en bedrijven vooruit te

helpen”, vertelt Koenderman. Vooraf stelde de commis-

sie een competentiewoordenboek vast. Nouwens: “Fei-

telijk zijn vrijwel alle competenties in enige mate ver-

eist. Per activiteitencluster/rol zijn de meest typerende

competenties gekozen. In het competentie woorden-

boek is een bundeling aangebracht in vaste compe-

tentie-categorieën. Dat maakt het overzichtelijker en

helpt te duiden waar verbetering mogelijk is. Die com-

GEACTUALISEERDE FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIELEN VOOR DE REINIGINGSBRANCHE

door Geke Wassink

Ontwikkeling medewerkers centraal

De meest gangbare functie- en competentieprofi elen voor

de reinigingsbranche (zie kader) zijn geactualiseerd, zij be-

staan nu uit activiteitenclusters die gecombineerd kunnen

worden. Elk cluster van taken en rollen is onderverdeeld in

de categorieën: kennen/kunnen, zelfsturing, communicatie,

houding en gedrag en bestaat uit vier competentie niveaus.

De NVRD activiteitencluster-competentie matrices geven een

snel en duidelijk overzicht (zie voorbeeld matrix). Een han-

dig managementtool voor NVRD-leden.

Activiteitenclusters• Beladen achterlader/positioneren:

Manoeuvreren containers, bedienen belading-systeem

• Beladen vanuit cabine:Bedienen beladingsysteem

• Besturen voertuig:Chaufferen

• Plannen:Dagelijkse processturing

• Operationeel leidinggeven:Persoonsgerichte en operationele sturing

• Management:Tactische en strategische sturing

• Acceptatie gescheiden afval:Milieustraat en KGA

• Klant-/klachttelefoon:Aannemen en behandelen telefoontjes en E-mail

• Kolkenreiniging:Openen kolken en bedienen installatie

• Integraal Beheer Openbare Ruimte:Diagnose en uitvoeren reiniging en integraal beheer

• Beleidsontwikkeling: Onderzoeken, analyseren en adviseren

• Registreren/administreren: Procedurele vastlegging

• Gladheidbestrijding: Preventief en curatief strooien, vegen en schuiven

• Plaagdierbestrijding: Analyse, adviseren en uitvoeren van (preventieve) maatregelen

Page 11: GRAM

GRAM | oktober 2012 11

petenties zijn vervolgens op vier niveaus uitgewerkt.

Per niveau staat beschreven wat van een medewerker

wordt verwacht. Op die manier kan heel gemakkelijk

vergelijkenderwijs worden vastgesteld waar iemand

zit qua competentie niveau en waar iemand zou moe-

ten zitten. Zo kunnen leidinggevenden, eventueel de

eerste keren nog ondersteund door P&O, bepalen aan

welke competenties nog gewerkt moet worden. Vast-

stellen waaraan gewerkt kan of moet worden, geeft

handvatten voor de aansturing in dagelijkse zin maar

kan natuurlijk ook heel goed de aanleiding zijn voor

verdere training of opleiding.” Nouwens verwacht veel

van de aan rollen/activiteitenclusters gekoppelde com-

petentiematrices als instrument om de ontwikkeling

van medewerkers te bevorderen.

Toegevoegde waardeDe commissie O&P wil het voor NVRD-leden gemakke-

lijk maken. Koenderman: “De vernieuwde competentie-

profi elen biedt de leden een belangrijk hulpmiddel te

weten wat medewerkers moeten kunnen, kennen en

doen op verschillende niveaus. Je kunt ze ook gebrui-

ken als basis om je eigen maatwerk te realiseren.”

Daarnaast is het vanaf het begin de bedoeling geweest

opleidingsinstituten een referentie te bieden. “Hiermee

is het voor de opleidingsmarkt duidelijk aan welke

competenties de branche behoefte heeft. Hoe willen

wij dat onze mensen worden opgeleid. Verder heb je

een eenduidig communicatiemiddel ten opzichte van

derden over kwalifi caties van medewerkers, zie het als

een vorm van dienstverlening. Bovendien is het een

handig middel bij werving en selectie.”

ErvaringDe Meerlanden werkt sinds eind vorig jaar met

soortgelijke functieprofi elen. “Op zich gaf dat weinig

problemen, de pijn zat in de koppeling met de arbeids-

voorwaarden, vooral de salaris indeling conform de

CAO: de splitsing in een vast salaris en een toeslag.

Onder de streep liet dat geen verschil met daarvoor

zien, gevoelsmatig lag dat toch anders bij onze men-

sen. Hier hebben we in de communicatie extra aandacht

aan gegeven. De medewerkers wenden er snel aan, het

werk verandert immers niet. Nu zijn wij volop bezig

met de beoordelingssystematiek, de leidinggevenden

trainen in het voeren van beoordelingsgesprekken. Als

dat achter de rug is, volgt de evaluatie en kunnen we

weer een stap verder zetten”, stelt Kouwenberg.

De vernieuwde profi elen verkeren nog in concept-

status. Als de gedragscomponent eraan is toegevoegd,

daar werkt de commissie nu aan, kan de branche

er eind van dit jaar mee aan de slag. De landelijke

internet toepassing wordt in 2013 verwacht. ■

Foto: Jos van Zetten

De man op de foto weet dat hij een veiligheidshelm

moet dragen en geeft daar zijn eigen invulling aan.

Foto gemaakt in Palermo door W. Koenderman

Beladen vanuit cabine

Competenties Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

Ken

nen

&

Ku

nn

en

Vaardigheid • Volgt instructies en trainingsaanwijzingen op.

• Toont behendigheid bij het gebruik van camera’s en joystick en/of overige systemen/instrumenten.

• Toont gevorderde behen-digheid.

• Weet afstanden en beladings(on)mogelijk-heden scherp in te schat-ten.

• Werkt nagenoeg foutloos. • Instructieniveau.

Zelf

-stu

rin

g

Werktempo • Werkt conform opgegeven route en planning.

• Belaadt voertuigen vlot en zonder afgeleid te worden.

• Belaadt snel. • Zorgt met veiligheid en be-lastbaarheid (concentratie, pols/nek) als grens voor zeer snelle belading.

Com

mu

-n

icati

e Communicatieve

vaardigheden • Spreekt op gepaste wijze

met onder meer planning en eventueel meerijdende collega’s (bijvoorbeeld positioneerder).

• Weet goed om te gaan met het eventueel solo werken.

• Zoekt actief contact met planning/leiding bij bijzon-derheden.

• Blijft steeds professioneel in de communicatie.

• Weet ook in de moeilijk-ste situaties helder en overtuigend/constructief te formuleren.

Hou

din

g &

G

ed

rag

Arbo- en milieu-bewustzijn

• Volgt de voorschriften. • Voorschriften variërend

van bijvoorbeeld niet bela-den bij onvoldoende zicht/gevaarlijke situaties tot het direct signaleren van bijvoorbeeld olie-morsing.

• Toont zich bewust van onder meer de veiligheid en milieurisico’s.

• Voorkomt door vlot en goed handelen ongeluk-ken, ongezonde en milieu-belastende situaties.

• Handhaaft ook onder tijdsdruk de voorschriften en afspraken.

• Spreekt waar nodig ook collega’s aan bij bijvoor-beeld onveilig werken of het ten onrechte accepte-ren van schadelijk afval.

• Signaleert en gaat con-structief het gesprek aan over bijvoorbeeld het veranderen van werk-methodes en onderhoud van systemen.

Page 12: GRAM

We treff en de PvdA-senator aan het eind van de dag

waarop zijn opiniestuk over de vorming van een sta-

biel kabinet in het NRC-Handelsblad verscheen. Noten

vindt dat PvdA en VVD wel degelijk steun van andere

partijen nodig hebben, voor de vorming van een stabiel

kabinet. “De reacties kwamen van alle kanten”‚ vertelt

hij in het gemeentehuis van Dalfsen, waar hij sinds fe-

bruari 2011 burgemeester is. Ondanks de hectiek van

de dag neemt hij ruimschoots de tijd om zich in GRAM

voor te stellen en in het kort zijn indruk en visie op de

vereniging te geven.

Nauw verbonden met lokaal bestuurNoten heeft een aantal nevenfuncties waaronder zijn

lidmaatschap van de Eerste Kamer. “Die functie vraagt

de nodige tijd. Niet voor niets heb ik mijn fractievoor-

zitterschap neergelegd, toen ik koos voor het burge-

meesterschap van de gemeente Dalfsen. Ook heb ik

besloten mijn periode in de Eerste Kamer af te maken

en dan – na in totaal 12 jaar – mijn functie te beëin-

digen. Ik heb gekozen voor het lokaal bestuur; daar

wil ik me de komende jaren op richten. Daarom vond

ik het ook zo interessant dat de NVRD mij vroeg om

voorzitter te worden. De vereniging is nauw verbon-

den met het lokaal bestuur en raakt van daaruit ook de

landelijke politiek en duurzaamheidsvraagstukken op

Europese en mondiale schaal. Al had ik weliswaar – nog

– weinig verstand van afval, ik vond het wel meteen

een machtig interessante functie. Dat is ook de reden

waarom ik uiteindelijk volmondig ja heb gezegd.”

Innovatieve krachtNoten was in het verleden onder meer vakbonds-

bestuurder bij de FNV en daarna werkzaam in het be-

drijfsleven. Van 2001 tot 2004 was hij directeur perso-

neel bij de Nederlandse Spoorwegen. Organisaties en

bedrijven met een rijke historie en een eigen identiteit

spreken Noten erg aan. “De NVRD hoort daar zeker bij.

Als vereniging heeft de NVRD een zeer breed leden-

bestand van bijna 500 gemeenten, publieke afval-

bedrijven en dienstverleners in de afval- en reinigings-

sector. De NVRD kent een rijke geschiedenis van ruim

100 jaar waarin de huidige identiteit vorm kreeg. Daar

voel ik me thuis, bij organisaties die de jaren hebben

doorstaan, weliswaar met de bijbehorende stroperig-

heid, maar óók met een ongekende innovatieve kracht.”

NVRD-VOORZITTER HAN NOTEN:

door Ronald Schalekamp

“Kennis op gemeenteniveau behouden en bevorderen”

Han Noten is sinds 25 mei voorzitter van de NVRD. Hij presenteert zich als een nuchtere doener mét

ambitie. Zijn c.v. belooft een even daadkrachtige aanpak. Noten heeft niet alleen ruimschoots ervaring

in bestuurlijke en publieke functies, maar weet als senator óók als geen ander hoe in Den Haag de

spreekwoordelijke hazen lopen. “De identiteit van de NVRD is gebaseerd op het feit dat we een pu-

blieke organisatie zijn. We horen bij de gemeenten. Niet bij de markt.

Page 13: GRAM

GRAM | oktober 2012 13

Nauwer samenwerken met VNGNoten ziet de komende jaren een aantal taken wegge-

legd voor de NVRD. “De kennis van afvalmanagement

bij gemeenten is onder invloed van gezamenlijke uit-

voeringsorganisaties aan het verminderen. Ook de

Wet Gemeenschappelijke Regelingen anonimiseert

gemeenten. We moeten ervoor waken dat op lokaal

niveau te veel kennis verloren gaat of versplintert.

Gemeenten moeten in elk geval voldoende knowhow

in huis hebben voor inkoop en regievoerende taken.

Als NVRD is het onze taak om de schat aan kennis die

de vereniging herbergt te ontsluiten en beschikbaar te

maken. Daartoe moeten we meer samenwerken met de

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Niet als

know-it-alls die alles beter weten, maar als ondersteuner en adviseur,

in goede samenhang.”

Noten neemt als voorbeeld het Verpakkingendossier. “De VNG is welis-

waar de onderhandelende partij, maar de VNG wordt wel gevormd door

de wethouders die door de NVRD worden geadviseerd. Indirect heeft

de NVRD een zeer grote invloed op de besluitvorming. Aan de ene kant

vind ik dat de VNG meer gebruik moet maken van onze kennis. Aan de

andere kant vind ik dat de NVRD haar ongekende knowhow op het ge-

bied van afvalmanagement naar het politiek bestuurlijk apparaat beter

moet ontsluiten. Waarom hebben we bijvoorbeeld geen cursus voor

nieuwe wethouders? Dat zouden we samen met de VNG moeten op-

pakken. Waarbij de NVRD zich – als publieke organisatie en gezien het

publieke belang – zich vooral dienstbaar moet opstellen. Zo creëren we

een win-win situatie. Publieke dienstbaarheid is geen ‘vies’ begrip, als

je het goed doet, kun je daar trots op zijn.

Publiek imago versterkenNoten: “Natuurlijk houdt de NVRD zich als moderne maatschappelijke

organisatie bezig met vraagstukken rond duurzaamheid, het beheer

van de openbare ruimte en de importantie van de rol van werkgevers;

de essentie van de rol van de NVRD ligt echter nog steeds in het op-

ruimen van afval. We zijn nog steeds de heren van de reiniging, zei

het dan op een zeer moderne en maatschappelijk betrokken wijze.

Mijn doel is om het imago van de NVRD als vertolker van het publieke

belang in de wereld van reiniging en afvalmanagement te versterken.

Onze taken beginnen op lokaal niveau en van daaruit kijken we verder

over grenzen heen.”

Dalfsen wil omgekeerd inzamelenDe gemeente Dalfsen wil na een succesvolle proef in het dorp Hoonhorst

starten met het omgekeerd inzamelen per 1 januari 2013. “De hoeveel-

heid restafval is in Hoonhorst met meer dan 50 procent gedaald bin-

nen het eerste half jaar. Een mooi resultaat.” In eerste instantie richt het

nieuwe inzamelsysteem zich op het gft-afval. In de gemiddelde restafval-

container zit nu nog 20 procent gft-afval. De inwoners van de gemeente

Dalfsen mogen straks eens per twee weken hun groene container kos-

teloos aanbieden. In de toekomst richt Dalfsen eveneens op betere inza-

melmogelijkheden voor andere herbruikbare grondstoff en zoals papier,

kunststof, drankkarton, textiel, glas, blik en elektrische apparatuur. Het

uiteindelijke doel is om de hoeveelheid restafval per inwoner in 2020

terug te brengen naar 30 kg. In 2010 was dit nog 200 kg per inwoner.

Diversiteit in oplossingenOmgekeerd inzamelen is de toekomst voor Dalfsen, maar dat wil niet

zeggen dat het voor elke Nederlandse gemeente de beste oplossingen

biedt, vindt Noten. “In een grootstedelijke gemeente spelen hele andere

factoren mee dan in een plattelandsgemeente als Dalfsen. Laten we niet

de fout maken de afvalwereld te sterk vereenvoudigd voor te stellen.

Naast allerlei fysieke aspecten spelen er ook psychologische aspecten

mee. Ik ben nu een half jaar voorzitter van deze dynamische vereniging

en heb vier bestuursvergaderingen en een vijftiental bedrijfsbezoeken

meegemaakt. Als je denkt dat je het dan wel gezien hebt, heb je het

helemaal mis. De bedrijven zijn allen uniek in hun soort. Die enorme

diversiteit is niet voor niets zo ontstaan. Zo divers en fl exibel als de le-

den van de NVRD moeten wellicht ook de oplossingen – voor reiniging

en afvalbeheer – zijn die we voor de toekomst zoeken.” ■

“We zijn nog steeds de

heren van de reiniging,

zei het dan op een zeer

moderne en maatschappelijk

betrokken wijze”

Han Noten, voorzitter NRVD (foto: Rob Voss)

Page 14: GRAM

Lease

Roteb LeaseRoteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van bijzondere voertuigen. Het accent ligt op afvalinzamelvoertuigen, veegmachines, rioolreinigings- voertuigen, hoogwerkers, containerauto’s, ambulances en brandweervoertuigen.Roteb Lease staat voor klantgerichte mobiliteitsservice.

Verkoop & Beheer:Advisering bij aanschaf

Aanschafcoördinatie Voertuiginstructie Assurantie en schadeafwikkeling Leasing Wagenparkbeheer Managementinformatie Verhuur

Werkplaatsen:Onderhoud, reparatie en keuringen Schadeherstel Constructiewerk Bedrijfswageninrichting Servicesteunpunt voor RAVO, HIAB,

Geesink, Haller, BekkerLaGram en KOKS

Adrem veiligheidskeuringen

Meer weten? Een vraag? Een uitdaging? Informeer naar onze mogelijkheden.

Bel 010 - 267 86 00Of mail naar [email protected]

Roteb LeaseKleinpolderplein 5Postbus 110113004 EA Rotterdam

WIELAND TEXTILES

Handelsweg 8Wormerveer

075 - 622 86 [email protected]

www.wieland.nlal meer dan 25 jaar

specialist in duurzame

textielsortering

De totaaloplossing vooruw textiel-inzamelingen -sortering.

effectieveinzameling

rendabelerecycling

volledigesortering

- korte transportlijnen- centrale verwerking

- TÜV Rheinland / TNO gecertificeerd sorteersysteem- 95% hergebruik

- hoge vergoeding- transparant proces

Page 15: GRAM

Hoge kosten voor

?reinigen olielekkages

Olielekkages zijn

gemakkelijk zelf

te reinigen m.b.v.

AQUAQUICK 2000.

Deze unieke

wegdek-

ontvetter

wordt al

toegepast

door bijna alle

brandweerkorpsen

en wegbeheerders.

Bespaar op kosten en tijd,

wij informeren u graag!

VanDoClean B.V. / Absorbit

Tel. 0416-66 80 60

www.vandoclean.nl

Fax 0416-66 80 65

[email protected]

VanDoClean

GRAM | oktober 2012 15

AFVAL & MILIEUGEMENGDE BERICHTEN

Nederlandse kleding in Italië gerecycled

Het Leger des Heils laat in Nederland ingezameld textiel voor-

taan in Italië recyclen. Burgemeester Annemarie Jorritsma van

Almere heeft daarvoor een samenwerkingsovereenkomst gete-

kend met de burgemeester van de Toscaanse stad Prato. In Al-

mere bevindt zich het verzamelpunt van de afgedankte kleding

en Prato is het centrum van de Italiaanse kledingindustrie.

Nieuwe WEEE richtlijn van kracht

Het tien jaar oude Waste from Electrical and Electronic Equip-

ment (WEEE) Device is aangescherpt. De Europese Commissie

heeft als doelstelling om 85 procent van het elektronisch afval

in 2020 te recyclen. In de nieuwe richtlijn moeten nationale re-

geringen ook het toezicht op de (illegale) export van tweede-

hands onder delen verbeteren. De Europese Commissie hoopt

dat de nieuwe richtlijnen er voor zullen zorgen dat vijf keer

zo veel elektronisch afval wordt ingezameld en hergebruikt. De

huidige doelstelling staat op 4 kilo WEEE per hoofd van de

bevolking. Met nu al 8 kilo scoort Nederland uitstekend. De

Europese Commissie geeft Europese lidstaten tot februari 2014

de tijd om de nieuwe richtlijnen op te nemen in hun nationale

wetgeving. Nieuwe lidstaten hebben zelfs tot 2015 de tijd.

Groningen intensiveert toezicht zwerfafval

Om zwerfafval tegen te gaan, gaat Stads toezicht Groningen

scherper letten op de snoeproutes in de stad. Overtreders zullen

naast een boete – die vrijwel altijd door de ouders wordt betaald

– voortaan ook naar bureau Halt worden verwezen. Hiermee

verwacht de gemeente de overtreders directer te laten voelen

dat hun gedrag niet wenselijk is. Bureau Halt biedt overtreders

een alternatieve straf aan,

zoals enkele uren schoon-

maken, waardoor de straf

direct wordt gekoppeld

aan de overtreding. Het

aantal uren schoonma-

ken is afhankelijk van de

leeftijd. Voorafgaand aan

de alternatieve straf vindt

een gesprek plaats om on-

gewenst gedrag in de toe-

komst te voorkomen. Gro-

ningen hoopt met deze

maatregel de jaarlijkse

hoeveelheid zwerfafval

van ruim 2.300.000 kilo

fors terug te dringen.

Heffi ng AfvalfondsVerpakkingen

Om de lasten te verlichten voor het bedrijfsleven, heeft het de-

missionaire Kabinet besloten om per 1 januari 2013 de verpak-

kingenbelasting om te zetten in een heffi ng van het Afvalfonds

Verpakkingen. Deze heffi ng zal aanmerkelijk lager zijn dan de

huidige belasting. Het Afvalfonds Verpakkingen geldt vanaf

2013 voor alle ondernemingen die nu verpakkingenbelasting

betalen. Omdat het verplicht is deze heffi ng te betalen, zal de

Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) hierop streng hand-

haven.

Van Gansewinkel reorganiseert

Van Gansewinkel Groep brengt binnen haar inzamelbedrijf de

huidige 8 regio’s in de Benelux terug tot 4. Nederland wordt

ingedeeld in een regio Noord en Zuid. Als gevolg hiervan

vervallen in totaal tot medio 2013 circa 600 arbeidsplaatsen.

Het aantal gedwongen ontslagen kan beperkt blijven tot circa

300, waarvan circa 200 in Nederland. Het gaat bij de gedwon-

gen ontslagen met name om staf en ondersteunende functies en

in beperkte mate om vaste directe medewerkers, zoals chauf-

feurs en beladers. De economische crisis en de impact op de

afvalvolumes veroorzaken een voortdurende prijsdruk, over-

capaciteit en sterke prijsschommelingen in de grondstoff en-

en energiemarkt. Hierdoor moet met name het inzamelbedrijf

beter gebruikmaken van haar schaalgrootte. Door het huidige

decentrale model zijn veel dezelfde ondersteunende functies

verspreid over verschillende locaties. De verhouding tussen in-

komsten en personeelsstructuur is niet in balans. Hierdoor is er

ruimte voor effi ciency- en kwaliteitsverbeteringen.

Page 16: GRAM

16 GRAM | oktober 2012

Recycling 2012. Een geschiktere ambiance dan de vakbeurs in Gorin-

chem is er niet voor het dubbelinterview met Dick Hoogendoorn en

Erik de Baedts. Hoogendoorn is directeur van de Vereniging Afvalbe-

drijven, maar we spreken hem in zijn hoedanigheid van voorzitter van

het Netherlands Waste Management Partnership, kortweg NWMP. Deze

organisatie onder de vlag van industriekoepel FME wil de belangen be-

hartigen van het Nederlandse afvalbedrijfsleven over de landsgrenzen.

NVRD-directeur De Baedts was tot voor kort bestuurder van ISWA – de

International Solid Waste Association, zeg maar de internationale koe-

pel van NVRD’s – en weet als geen ander hoe groot de buitenlandse

interesse is in het Nederlandse afvalbeleid.

Het gesprek gaat over de exportkansen van de afvalsector. Steeds

meer hoogwaardige technologie – made in Holland – vindt haar weg

over de landsgrenzen. Het palet van technisch vernuft is breed,

van het inrichten van stortplaatsen en composteerinstallaties tot het

verwerken van autobanden en matrassen. Voor de een is export een

nog prille exercitie, terwijl de ander al jaren het merendeel van zijn om-

zet uit het buitenland haalt. De vaderlandse afvaltech-

nologie staat breed uitgestald op de beursvloer. De be-

langstelling is er. Die middag komt er bijvoorbeeld een

delegatie uit Brazilië langs, terwijl het bezoek van een

vijftiental Roemeense bestuurders net weer het land uit

is. “De verzoeken zijn zo talrijk, dat we keuzes moeten

maken”, vertelt Hoogendoorn in het eigen plein van het

NWMP midden op de beursvloer.

Duurzaam eilandDe aandacht voor afvalbeheer is vooral groeiende in

landen als Brazilië, Rusland, India en China, samen de

BRIC-landen – waar het ongekend hoge tempo van eco-

nomische groei het voordeel van welvaart maar ook

het nadeel van een toenemende afvalberg met zich

meebrengt. Hoogendoorn: “Niet onbelangrijk. Er is

ook geld om het afvalbeheer verder te ontwikkelen.” In

zijn agenda staat zelfs een interview met een krant uit

Zuid-Korea. “Beslist geen toeval”, vermoedt De Baedts.

Het jaarcongres van ISWA vond vorig jaar plaats in dit

Aziatische land. De Baedts zegt dat de Nederlandse

expertise in afvalmanagement daar breed is uitgedra-

gen. “De internationale afvalwereld is een oceaan van

niet-duurzaam afvalbeheer. In de meeste landen vindt

het overgrote deel van het afval een weg naar de stort-

plaats, vaak niet meer dan een eenvoudige dump.

Hoogendoorn: “Ons land is van heel ver gekomen. De

weg naar een adequate afvalinfrastructuur is lang en

vergt jarenlange inspanningen en investeringen. Wij

hebben daar de kennis over in huis.” Meteen een ge-

avanceerde infrastructuur uitrollen, zoals we die in Ne-

door Pieter van den Brand

Nieuwe impulsen voor made in Holland

Waar het afvalmanagement in veel andere delen van de wereld

uiterst basaal is, heeft Nederland de afgelopen decennia een

zeer effi ciënte en hoogwaardige afvalverwijderingsstructuur

opgezet. De hoogwaardige technologie vormt, samen met de ex-

pertise rondom beleid en wet- en regelgeving, een kansrijk ex-

portproduct. Het is nu zaak daar de juiste slinger aan te geven.

TECHNISCH VERNUFT ÉN LADDER VAN LANSINK ALS EXPORTPRODUCT

Erik de Baedts:

“Noordwest Europa is een

duurzaam eilandje, dat met zijn

gevestigde traditie van afval-

scheiding en recycling andere

landen kan inspireren.”

Ontwikkelende landen met een vaak basaal afvalbeheer hebben baat bij afval-

scheidingsinstallaties.

Page 17: GRAM

GRAM | oktober 2012 17

derland kennen, werkt overigens niet. Het is daarom

verstandig, adviseert Hoogendoorn, dat een land eerst

de stap naar gecontroleerd storten maakt, om vervol-

gens afvalscheiding en recycling te organiseren. “In dat

modulaire groeiproces liggen de mogelijkheden voor

het Nederlandse afvalbedrijfsleven.”

Ladder van LansinkNiet alleen de Nederlandse technologie op het gebied

van afvalverwerking en recycling is een exportproduct,

maar ook ons beleid – denk aan de Ladder van Lansink.

“Beleid en afvalverwerkingtechnologie gaan hand in

hand”, stellen Hoogendoorn en De Baedts. Wil de rijke

afvaltechnologie haar beslag krijgen in een export-

land, dan is een kader van wet- en regelgeving nodig,

een fi nancieel instrumentarium en – niet te vergeten

– handhaving. NVRD en NWMP hebben elkaar op dit

inzicht gevonden, namelijk om de export van beleids-

kennis en afvaltechnologie geïntegreerd aan te pak-

ken. Bestuurders, politici en ook ondernemers in het

buitenland krijgen volop informatie aangereikt over

het veelomvattende Nederlandse afvalbeleid met zijn

keur aan scheidingsplichten, hergebruikdoelen, mini-

mumstandaarden en de instrumenten daarbij. In het

kielzog komen de ingenieurs- en adviesbureaus en de

technologieleveranciers mee, die de oplossing voor de

uitvoering van het beleid aanreiken.

De Baedts: “Zo kunnen we ons onderscheiden van de

grote landen met internationaal opererende afvalcon-

cerns. Qua naamsbekendheid leggen de Nederlandse

bedrijven het in het buitenland af tegen deze multina-

tionals. Maar met de combinatie van beleidskader en

technologie beschikken we precies over datgene wat

andere landen nodig hebben. Als Nederland hebben we

een koploperspositie. Laten we niet te Calimero-achtig

doen.”

Ook de Nederlandse overheid is met Agentschap NL

nadrukkelijk van de partij bij presentaties en missies

in het buitenland. Hoogendoorn: “Verder kunnen we

profi teren van het ambassadenetwerk. Die toezegging

hebben we gekregen. Voor de ambassades heeft het

NWMP een belangrijke one-stop-shop functie. Op geld

hoeven we niet te rekenen, maar de bereidheid om ons

te steunen is groot bij de overheid. Bedrijven moeten

natuurlijk wel zelf hun kansen pakken.”

LidmaatschapEen van die bedrijven is Retourmatras. In zijn stand op

de recyclingbeurs treff en we directeur Nanne Fioole.

Voor zijn volautomatische matrassenrecycler heeft hij

inmiddels één intentieverklaring van een jonge Franse

ondernemer in zijn broekzak. Verder heeft hij off ertes

lopen in verschillende werelddelen, waaronder Ca-

nada. Over zijn lidmaatschap van het NWMP is Fioole

erg enthousiast. “Zo hoef ik zelf niet op buitenlandse

beurzen te staan, maar ben ik daar toch vertegenwoor-

digd.” Ook manager beheer en nazorg Harm Ritsema

van NV Afvalzorg is lovend over het nut van het NWMP.

Via het NWMP-netwerk verwierf het bedrijf uit Noord-

Holland twee projecten in Turkije, waarin de overheid

werd geadviseerd over het sluiten van oude stortplaat-

sen en het winnen van stortgas. Ritsema: “Voor de

Turkse overheid is het een eyeopener dat je met de

opbrengsten van stortgas de exploitatiekosten van een

stortplaats kunt compenseren. Er is wereldwijd nog

zoveel op stortgebied te doen waarin wij een aandeel

kunnen leveren.”

ErvarenSalesmanager Arjen Molenaar van Nitho Recycling

Technologies legt uit dat dit bedrijf hightech luchttech-

nologie voor het scheiden van afval verkoopt ‘tot aan

Australië en Vietnam toe’. Nog maar vijf procent van

deze ‘windshifters’, die in grote scheidingsinstallaties

worden toegepast, gaat naar een klant in eigen land.

Opdrachtgevers in het buitenland zijn internationaal

opererende systeemintegrators die inschrijven op de

tenders voor de scheidingsinstallaties van afvalcon-

cerns als Shanks, SITA, Van Gansewinkel en Veolia.

Een drietal leden van de Braziliaanse delegatie die de

recyclingbeurs bezoekt, komt een aantal dagen later

kennismaken op het Nihot-kantoor in Amsterdam. “In

onze marketingstrategie richten we ons op wat we fo-

cuslanden noemen, om daar onze omzet te verhogen.

Daarnaast kijken we naar ‘aandachtslanden’, zoals Bra-

zilië, met als doel de markt daar te verkennen”, vertelt

directeur Cees Duijn. Als zeer ervaren exporteur heeft

Nihot volgens Duijn toch voordeel van het NWMP-lid-

maatschap. Duijn is actief als bestuurslid. “Ik wil zoveel

mogelijk ijzers in het vuur hebben. Het NWMP-netwerk

Dick Hoogendoorn:

“De weg naar een adequate afval-

infrastructuur is lang en vergt jaren-

lange inspanningen en investeringen.”

In augustus bezocht een Roemeense delegatie van lokale bestuurders ons land

om zich te laten informeren over afvaltechnologie en -beleid. (foto: NWMP)

Page 18: GRAM

De voordelen voor u:

*Let wel, besparing afhankelijk van de inzamellogistiek.

GEESINKNORBA

HYBRID PLUG IN De schoonste vuilniswagen

Geesinknorba is toonaangevend in innovatieve oplossingen, zo ook voor het milieu. Wij kunnen voor u de schoonste vuilniswagen samenstellen. Dankzij het innovatieve Hybrid Plug In systeem kan de opbouw en belading van de vuilniswagen zelfstandig werken op een sterke battery pack met behoud van functionaliteit en capaciteit. Het systeem is toepasbaar op alle chassis' en op al onze verschillende typen opbouw. Ons Hybrid Plug In systeem is al 8 jaar op de markt verkrijgbaar. Inmiddels leveren wij de vijfde versie hiervan, met de laatste aanpassingen.

DEVOO

ECOLOOR AF

OGISCFVALIN

CHE ONZAM

PLOSSMELING

SINGG

De firm

import

merk V

bedrijv

technis

kunne

Met de

ECOMA

en RTN

econom

Met ee

van eig

(kleine

levert

zeer go

Ook ku

worde

ma RTN BV u

t van kraakp

VDK voor ge

ven. VDK zo

sche oploss

n inzamelen

e PUSHER 4

AX 4000 en

N BV een aa

mische oplo

en doordac

gen ontwikk

e) rolcontain

RTN BV de

oede prijs/k

unnen de VD

n geleverd

uit Nijmege

perswagens

emeenten e

oekt steeds

singen om a

n.

4000, MAX 3

ECO 22 ser

antal sterke

ossingen vo

ht perssyste

kelde belad

ner tot onde

VDK kraakp

kwaliteit ve

DK opbouw

voor niet e

en legt zich t

s van het Be

en particulie

verder naar

afval efficiën

3000, PUSH

ries bieden

ecologisch

oor afvallogi

eem en een

ingen voor

ergrondse c

perswagens

rhouding.

wen met DIN

igen beladin

toe op de

elgische

ere

r

nter te

ER IIK,

VDK

e en

istiek.

n scala

de

containers

in een

N kader

ngen

RTN BV

Edisons

6604 B

Telefoo

Fax

V

straat 22

V Nijmegen

on : 024 75

: 024 64

51 59 55

45 42 73

Page 19: GRAM

GRAM | oktober 2012 19

De Braziliaanse belofteTot onbetwiste exportbelofte behoort Brazilië. Vanaf medio 2014 wil het Zuid-Amerikaanse land zijn waardevolle afval inzamelen en recyclen. Alleen restafval zal nog worden gestort. Op dit moment storten de Brazilianen nog 90 procent van hun afval. Tijdens duur-zaamheidstop Rio+20 hield De Baedts vanuit zijn bestuursfunctie bij ISWA samen met staatssecretaris Joop Atsma van Milieu een pre-sentatie over het Nederlandse ‘afvalkunnen’. Volgens onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van de staatssecretaris, kan de combi van afvalbeleid en -technologie uit Nederland de Brazilianen een CO2-reductie opleveren die gelijk staat aan de totale maandelijks geproduceerde hoeveelheid olie in het land. Ons land heeft bij de Braziliaanse overheid in elk geval een voet tussen de deur. Zo heeft Atsma een overeenkomst gesloten met Nederlandse en Braziliaan-se brancheorganisaties voor afvalbeheer (NVRD en ABRELPE) om verder samen te werken. De Baedts op zijn beurt verzorgde een presentatie voor de milieutak van de Braziliaanse werkgeversver-eniging. Eerder dit jaar hielden Nederlandse vertegenwoordigers zelfs een praatje over het voorbeeldige Nederlandse afvalbeheer in het Braziliaanse parlement, dat voor een miljoenenpubliek op tv werd uitgezonden. “De Braziliaanse overheid heeft duidelijk te ken-nen gegeven een beleidskader op te willen zetten”, zegt de NVRD-directeur. “Van de duizend bezoekers van de onlangs gehouden ISWA-conferentie in Florence, kwamen er zo’n honderd uit Brazilië.” In november staat een handelsmissie op het programma, parallel aan het offi ciële staatsbezoek van prins Willem-Alexander en prin-ses Maximá.

beperkt in middelen en mankracht. Natuurlijk is het interessant overal

ons verhaal te vertellen, maar we moeten selectief zijn en die landen

kiezen waar het perspectief van onze leden ligt.” De Baedts ziet het

NWMP als een onmisbare schakel voor business-development in het

buitenland. Ook wil hij ervoor pleiten dat bedrijven gebruik maken van

het ISWA-netwerk, onder meer door op het jaarlijkse congres innova-

ties over het voetlicht te brengen. “Waarom doen onze bedrijven niet

mee aan de Call for Papers? De oproep voor het ISWA-congres in Wenen

volgend jaar komt binnenkort al.” Een belangrijk congres door de

locatie, benadrukt De Baedts, met Oost-Europa om de hoek. “Dit zijn

wegen die de branche beslist moet bewandelen.” ■

kan nieuwe wegen openen. Volgende week houd ik

een aantal lezingen in Canada op verzoek van het Ne-

derlandse consulaat in Toronto. Dat kan voor mij later

commercieel interessant zijn. Ook vertegenwoordig ik

alle NWMP-leden en promoot ook hun belangen.”

In de brochure van het NWMP staat prominent een

luchtopname van het bedrijfsterrein van VAR in Wilp.

De recyclingspecialist, die sinds eind 2010 volledig

deel van afvalverwerker Attero uitmaakt, voert jaar-

lijks twee á drie projecten in het buitenland uit, laat

projectmanager Ruurd van Schaik uit Portugal weten,

waar het bedrijf bij Lissabon een composteerinstallatie

aan het bouwen is. “Dat doen we ook in Osnabruck

in Duitsland.” In Rusland loopt een stortgasproject.

Verder vindt een zelf ontwikkelde noodfakkel voor

stortplaatsen en vergisters gretig aftrek over de gren-

zen, aldus Van Schaik. Saillant is dat VAR zijn NWMP-

lidmaatschap onlangs heeft beëindigd. “We zijn even

gestopt met het NWMP, omdat we het buitenlandbeleid

binnen Attero opnieuw vorm willen geven. Onze hui-

dige strategie is mee te liften op de contacten van onze

bestaande leveranciers. Zo hebben we goede contac-

ten met leveranciers van het Kompogassysteem. Als zij

een compostering, fakkel of sortering nodig hebben,

worden wij benaderd.”

ISWA-netwerkHet NWMP telt nu een twintigtal leden. Hoogendoorn

hoopt dat dit aantal eind volgend jaar is verdubbeld.

“We maken daar veel werk van. Verder is van belang

dat onze leden aangeven wat hun groeistrategie is

en op welke landen ze zich willen richten. We krijgen

ontzettend veel verzoeken uit het buitenland en zijn

VAR, onderdeel van Attero, wil het buitenlandbeleid opnieuw

vorm geven en zet buitenlandse projecten liever via bestaande

leveranciers op. Op de foto het VAR-terrein in Wilp.

Page 20: GRAM

20 GRAM | oktober 2012

Bezinning koste dit jaar nauwelijks moeite, gelet op de

locatie, een oud klooster. Het is een leerhotel en onder-

steund door grote groepen leerlingen werd de middag

en avond niet alleen inhoudelijk goed verzorgd. Met

plenaire bijeenkomsten, een heuse marktplaats met

debatten en diverse workshops werd een breed pal-

let van deskundigheid aan de deelnemers aangeboden.

Slag om de grondstoff enDit jaar zelfs met een internationale gast, een Deense

admiraal, Nils Christiaan Wang van het Royal Danish

Defence College. Zijn verhaal was verhelderend en

gaf een duidelijke schets van de ontwikkelingen in

het Noordpoolgebied. Door het smelten van de ijskap-

pen kunnen in de toekomst de vaarroutes richting het

oosten 40% korter (waarmee ook 40% minder uitstoot

wordt gerealiseerd). Dit klinkt mooi, maar de strijd

dieper in de zee is veel interessanter. Het betreft de

strijd om de mineralen. In een haast wetenschappelijke

verhandeling kon het niemand ontgaan dat de wereld-

voorraad van 16 elementen uit het periodiek systeem

snel afneemt. Als China al 97% van de wereldvoorraad

in handen heeft, is dat wel iets om je zorgen over te

maken. Iets wat D66 Europarlementariër Gerben-Jan

Gerbrandy ons direct in het begin van de meeting dui-

delijk maakte. De slag om grondstoff en gaat verder,

veel verder dan glas, papier of kunststoff en.

AfvalambitiesIn en op het marktplein en tijdens de debatten was veel

belangstelling voor diftar, omgekeerd inzamelen, duur-

zaam aanbesteden en gft-afvalinzameling bij hoog-

bouw. Het pleidooi van dismissionair staatssecretaris

Joop Atsma ‘dat de neuzen de komende maanden de-

zelfde kant op moeten gaan staan’ had een hoog actua-

liteitsgehalte. Volgens hem is het bedrijfsleven de kurk

en de motor voor afvalambities.

Resource effi ciency Uit het verhaal van Frank Hopstaken van FFact over ac-

tuele marktontwikkelingen in de afvalsector blijkt dat

we het in Nederland goed doen. Maar de investeringen

blijven achter en dat is iets waar we ons toch enigs-

zins zorgen over moeten maken. De crisis is duidelijk

zichtbaar. Ook in zijn verhaal komt de ‘resource effi -

ciency’ aan bod. Europa is, volgens Frank Hopstaken

als een konijn dat in de koplampen kijkt en niet weet

wat te doen. China is veel, heel veel verder. Zowel uit

de presentaties als uit het slotdebat werd de ‘sense of

urgency’ duidelijk voelbaar. Dat 72% van de deelne-

mers vindt dat er afrekenbare doelen voor gemeenten

moeten komen en dat 45% meent dat gemeenten niet

langer in staat zijn om hun regiefunctie te vervullen,

geeft genoeg stof om over na te denken.

Tekst: Marc Veenhuizen ■

TERUGBLIK AFVALCONFERENTIE 2012

Rush for resources

De Afvalconferentie, een jaarlijks congres dat NVRD, ministerie van Infrastructuur & Milieu en

de Vereniging Afvalbedrijven samen organiseren, gaat altijd net iets verder dan de dagelijkse

praktijk van de gemiddelde afvalmanager. Het zet aan tot verder kijken, verdieping en zo u wilt,

bezinning. Op 3 oktober vond de achtste editie plaats.

Page 21: GRAM

GRAM | oktober 2012 21

GEMEENTE TYNAARLO VOLGT THEMATRAJECT AFVALBAKKEN

In het Thematraject Afvalbakken van het programma

Gemeente Schoon krijgen gemeenten ondersteuning

bij het in kaart brengen en optimaliseren van het af-

valbakkenbestand. “Toen de kans zich in mei 2011

voordeed schreven we ons in”‚ aldus Klapwijk. “We be-

seften namelijk dat we in de gemeente in feite heel

weinig inzicht hebben in het bestand afvalbakken.

Het was zelfs onbekend hoeveel bakken we hadden

en waar ze precies stonden. Een kaart was er

wel, maar die was sterk verouderd. Stan-

daard is bij elke bank een afvalbak.

Voor de plaatsing van extra bakken

in de gemeente hanteerden we het

piepsysteem. Als mensen belden over

een incident met een te volle bak of

zwerfafval, dan werd er heel vaak een

bak bijgeplaatst.” Bij de herinrichting

van de Stationsweg in Zuidlaren zijn

elke 30 meter afvalbakken geplaatst

die, naar nu blijkt, lang niet allemaal

eff ectief gebruikt worden.

Eigen beheer en tempoKlapwijk vertelt dat er zeer bewust voor werd gekozen om het The-

maprogramma Afvalbakken in eigen beheer én in eigen tempo uit te

voeren. “Via Agentschap NL zijn we gekoppeld aan Peter van Welsem

Advies, die samen met ons een Plan voor de Trajectuitvoering samen-

stelde en die de uitvoering begeleidt. We zijn zelf verantwoordelijk

voor de inventarisatie van de afvalbakken, voor wat locatie en gebruik

betreft. Hetzelfde geldt voor het uiteindelijk herplaatsen van de bak-

ken.” Aaltje Hovinga, coördinator zwerfvuil van de gemeente Ty-

naarlo, nam de uitvoering van de plannen voor haar rekening.

“We hebben in de gemeente drie plattelandsdorpen (Vries,

Zuidlaren en Eelde) en een groot buitengebied met recreatieve

voorzieningen. Vier medewerkers van de gemeente ledigen

volgens een vast patroon de bakken. We hebben weinig pro-

blemen met zwerfafval, maar wel met afvaldumpingen, wel-

licht ook ingegeven door het diftarbeleid (sinds 2000) van de

gemeente. Huishoudelijk afval vinden we ook regelmatig in

afvalbakken langs de weg; dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Voor de moedwillige dumpingen hebben we sinds vorig jaar

meer actieve handhaving in de gemeente. Daarmee geven we

een duidelijk signaal af naar overtreders toe.”

door Ronald Schalekamp

‘Op elk verzoek een bak erbij?’

De juiste afvalbak op de juiste plaats scheelt mankracht, kosten én zwerfafval. De ge-

meente Tynaarlo wenst een beter inzicht in het afvalbakkenbestand en het gebruik ervan.

Op basis hiervan moet een beleid worden geformuleerd voor lediging en (her)plaatsing

van afvalbakken. Inmiddels is de gemeente van start gegaan met het Thematraject Afval-

bakken van Gemeente Schoon. “Op elk verzoek een bak erbij is géén adequaat beleid voor

plaatsing van afvalbakken”‚ aldus beleidsadviseur afvalbeheer Benno Klapwijk.

Page 22: GRAM

Met Stichting KICI. Specialist in inzameling en hergebruik van textiel. De gehele opbrengst doneert KICI aan goede doelen in binnen- en buitenland. www.kici.nl

Niet herdraagbare kleding recyclen tot nieuwe kleding of andere producten? Dat kan!

door de ledigingfrequentie aan te passen. En natuurlijk

moet je op recreatieterreinen het aantal ledigingen op

het seizoen afstemmen.”

Beleid vormgevenNa de inventarisatie van de afvalbakken en hun ge-

bruik, is het nu tijd voor het opstellen van een beleid

voor plaatsing en herplaatsing. “We gaan de gegevens

digitaal beschikbaar maken, met de gebruikscore per

bak erbij. In het voorjaar van 2013 moet het huidige

bestand afvalbakken geoptimaliseerd worden door ver-

wijderen en (her)plaatsing. Vervolgens moeten we ook

voor de toekomst richtlijnen hebben voor nieuwbouw

of herinrichting. Het regelmatig bijhouden van scores,

ook in de toekomst, zou een goed hulpmiddel kunnen

zijn om up-to-date te blijven. De grootste uitdaging

voor beheerders met veel landelijk gebied en recrea-

tieterreinen zit hem in het kennen van het gebied, het

slim plaatsen van afvalbakken en het eff ectief inspelen

op de seizoenen.” ■

Score per afvalbakTen bate van de inventarisatie werd elke afvalbak in de gemeente ge-

nummerd; het bleken er ruim 360 stuks te zijn. Vervolgens werd het

gebruik van elke afvalbak zes dagen achtereen gecontroleerd. De bak-

ken kregen elke dag een score van 1 (vrijwel leeg) tot 5 (uitpuilend vol).

Deze inventarisatie gebeurde bovendien in drie seizoenen; zomer, na-

jaar en voorjaar. Hovinga: “We zijn zeker niet over één nacht ijs gegaan.

Temeer omdat we veel recreatiegebieden in de gemeente hebben, wil-

den we de verschillen tussen de seizoenen ook in kaart brengen. Inmid-

dels hebben we een duidelijk beeld van de mate van gebruik van elke

afvalbak in de gemeente.”

Kwart van bakken leegEen korte blik op de uitkomsten van het onderzoek leert dat er van

de 360 afvalbakken 86 vrijwel niet gebruikt worden. “Dat is bijna een

kwart zinloze afvalbakken. We moeten heel serieus overwegen om die

te verwijderen”‚ aldus Klapwijk. “Daar staat tegenover dat er 23 afval-

bakken zijn, die vrijwel altijd propvol zitten. Daar kan dan wellicht een

grotere bak geplaatst worden, óf er moet vaker geleegd worden. In

een aantal afvalbakken werd huisvuil aangetroff en. We willen nu weten

of dat bij alle modellen afvalbak het geval is. We hebben ruwweg vijf

soorten afvalbakken; sommige met een diftar opening. Als een open

ontwerp ook het deponeren van huisvuil stimuleert, dan is een oplos-

sing eenvoudig.” Een aantal van de niet-gebruikte bakken staat aan de

Stationsweg in Zuidlaren. Klapwijk: “Aan bakken daar geen gebrek, 49

in totaal. We willen nu een beeld bij elke bak. Waarom wordt de ene

bak daar zeer intensief gebruikt en een andere vrijwel niet? Dat kan te

maken hebben met aanwezige horeca, looproutes, maar ook met de

aanwezigheid van afvalbakken van Nederland Schoon bij ondernemers.

Van elke bak moet je in feite individueel de noodzaak bekijken, op ba-

sis van op locatie meespelende factoren.”

DagrecreatieKlapwijk vertelt: “Staatsbosbeheer besloot eerder al om alle afvalbak-

ken uit natuurgebieden weg te halen. Naast lagere kosten levert het

volgens Staatsbosbeheer ook minder zwerfafval op, omdat afval nogal

eens naast bakken werd gedeponeerd, of er uitpuilde/verwaaide. Een

helder standpunt, maar op dagrecreatieterreinen ligt de problematiek

heel anders. Daar moet je zwerfaval te lijf gaan met meer volume of

Page 23: GRAM

www.tomra.nl | [email protected] | +31 55 599 88 44 | Volg Tomra Systems B.V.

SNOEPROUTES AANPAKKEN IN UW GEMEENTEAfvalbeheer op en rondom scholen blijft een lastige en tijdrovende klus. Tomra Systems heeft daarom een speciale emballageautomaat ontwikkeld voor scholen: de Greenup. Zodra scholieren een plastic flesje of blikje inleveren, start een loterijprogramma met vrij te bepalen prijzen. Denk aan korting op een broodje in de kantine, waardepunten voor het kopieerapparaat of zelfs strafwerkvermindering. Het aanbieden van een kleine beloning is de bewezen methode om tot 98% van de drankverpakkingen op te ruimen. Sterker nog, om de scholieren het zélf op te laten ruimen. Benieuwd naar de mogelijkheden voor uw gemeente? Neem dan contact met ons op.

FEITEN & CIJFERSdoor Alexander Vos de Wael, NVRD

Tussen gemeenten bestaan grote verschillen in de

hoeveelheid restafval per inwoner. Daarbij wordt vaak

gewezen op de invloed van stedelijkheid. Hoe stedelij-

ker de gemeente, hoe meer afval ongescheiden wordt

aangeboden, luidt een mantra. Feit of fabel?

Stedelijkheid wordt uitgedrukt met een getal tussen 1

en 5: de zogeheten stedelijkheidsklasse. Tot de ‘zeer

sterk stedelijke klasse’, klasse 1 behoren de meest ste-

delijke gemeenten, waaronder Amsterdam. Tot de ‘niet

stedelijke klasse’, klasse 5 behoren gemeenten met de

laagste verstedelijking, zoals Littenseradiel in Fries-

land. De stedelijkheid wordt gemeten door de onder-

linge nabijheid van alle huishoudens in een gemeente

te bepalen. Hoe dichter de huishoudens bij elkaar

staan, hoe stedelijker de gemeente. Deze zogeheten

omgevingsadressendichtheid (OAD) binnen een straal

van één kilometer varieert van 123 huishoudens in de

gemeente Littenseradiel tot 6064 in Amsterdam.

Dichtbij of ver van elkaarDe stedelijkheid blijkt behulpzaam bij het vergelij-

ken van gemeenten. Zo blijkt dat in sterk stedelijke

gemeenten meer restafval per inwoner aangeboden

wordt dan in meer landelijke gemeenten. Wanneer de

stedelijkheid als OAD-score (in plaats van een stede-

lijkheidsklasse) uitgedrukt wordt, blijkt het verband

nog sterker. Echter, als verklaring voor deze verschillen

lijkt de stedelijkheid weinig bevredigend. Waarom is de

afvalinzameling wezenlijk anders als de huishoudens

dichtbij of ver van elkaar staan? Heeft dat een directe

invloed? Of heeft stedelijkheid slechts een indirecte in-

vloed, bijvoorbeeld omdat in stedelijk gebied minder

ruimte is voor het plaatsen van afvalcontainers?

Afvalinzameling vergelijken? Hoogbouw boven stedelijkheid

Er is een andere maatstaf beschikbaar: het aandeel

‘hoogbouw huishoudens’ per gemeente. Hoogbouw

huishoudens zijn huishoudens in appartementen, fl ats

en andere woningen waarbij verschillende gezinnen bo-

ven elkaar wonen. Hoogbouw heeft direct invloed op de

afvalinzameling, omdat bij hoogbouw geen ruimte (tuin)

is om het huishoudelijk afval op te slaan in minicontai-

ners. De bewoner kan het afval slechts aanbieden in zak-

ken op straat of via brengvoorzieningen. Dit beperkt de

mogelijkheden tot afval scheiden aan huis. Er is dus een

logische reden waarom het aandeel hoogbouw direct

een relatie heeft met de afvalinzameling, in tegenstelling

tot stedelijkheid. Daarbij blijkt ook statistisch dat het

aandeel hoogbouw een betere voorspeller van restafval

per inwoner is dan de stedelijkheid. Kortom: hoogbouw

boven stedelijkheid. Om de afvalinzameling tussen ge-

meenten te vergelijken, is het aandeel hoogbouw een be-

tere indicator dan stedelijkheid. Wanneer dit aangevuld

wordt met de aan- of afwezigheid van een diftarsysteem

(zie de septemberuitgave van GRAM, red.), kan beoor-

deeld worden welke gemeenten onderling vergelijkbaar

zijn. Hoe beschouwt u de invloed van hoogbouw en

stedelijkheid op de afvalinzameling? Moet de monito-

ring van de afvalinzameling de aandacht verleggen naar

hoogbouw in plaats van stedelijkheid? En als twee ge-

meenten een gelijk aandeel hoogbouw hebben, maar

een uiteenlopende stedelijkheid, waar zullen dan de

beste inzamelresultaten behaald kunnen worden? ■

bron: http://syswov.datawonen.nl/

MeediscussiërenU bent van harte uitgenodigd om mee te discussiëren

op de GRAM Lezersgroep op LinkedIn.

Page 24: GRAM

24 GRAM | oktober 2012

VAKWERK

‘ Docent kun je niet worden, dat moet je zijn’

Sinds wanneer doe je dit werk?

Ik ben al sinds 1981met gevaarlijke stoff en bezig.

Van huis uit ben ik chemisch analist en werkte in een

laboratorium in Hoek van Holland. Om mij in dit vak

verder te ontwikkelen, ben ik – in de avonduren – HTS

chemie gaan studeren. Na 9 jaar in de chemische indus-

trie gewerkt te hebben, ben ik verder gegaan als KAM-

coördinator bij een middelgrote verff abriek. Ik had

toen inmiddels zoveel kennis en ervaring, dat ik het

tijd vond worden deze met anderen te delen. Daarom

ben ik toen MO-scheikunde gaan doen, zodat ik les kon

gaan geven. Ik kwam in contact met Joke Deul van het

voormalige opleidingsinstituut OPOR, die mij vroeg een

cursus depothouder KCA van iemand over te nemen.

Zo is het begonnen en ik was direct verliefd op het vak

van trainer/docent. Ik heb het docentschap voor OPOR

eerst een tijd gecombineerd met mijn baan als KAM-

coördinator.

Waarom chemie?

Chemie is een magisch vak. Met chemie moet je kun-

nen spelen, je moet er ook echt fantasie voor hebben.

Mijn broers zitten in de elektronica, en waren daar

al van jongs af aan mee aan het experimenteren. Op

de deur naar onze zolder hing vroeger regelmatig

het bordje ‘Pas op knalgasvorming, kom niet naar

boven’. Dat fascineerde mij en vanaf de eerste knal was

ik verkocht.

Waarom deze branche?

Ik train veel medewerkers van milieustraten, straat-

reinigers en afvalinzamelaars. Dit is een waanzinnig

Lidy van der Voort is, sinds 1993, zelfstandig trainer en (sinds 2005) veiligheidsadviseur gevaarlijke stoff en. In 2011 startte

Lidy van der Voort met haar bedrijf TRAVOCS, en werkt daarin samen met Arjan Oudijn. Waar Lidy is gespecialiseerd in gevaar-

lijke stoff en, richt Arjan zich meer op de bedrijfsmatige processen binnen afval- en reinigingsbedrijven. Trainings instituut

TRAVOCS geeft cursussen en advies en maakt jaarverslagen voor het wegvervoer gevaarlijke stoff en en rapportages over

veilig omgaan met chemische en gevaarlijke (afval)stoff en.

Page 25: GRAM

GRAM | oktober 2012 25

De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In de afval en reiniging werken vele professionals, die hart hebben voor ‘de schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij hun werk graag & goed? Iedere maand passeert een professional uit de branche de revue.

door Karin Giesen

leuke doelgroep om mee te werken. Ik probeer hen dui-

delijk te maken hoe je gevaarlijke (afval)stoff en kunt

herkennen en hoe je er verantwoord mee om moet

gaan. Om écht te weten wat een gevaarlijke stof is,

moet je iets weten van de chemie van stoff en.

In het begin hebben cursisten zoiets van ‘dit gaan wij

nóóit leren, want wij zijn maar vuilnisman.’ Als ze dan

de cursus medewerker en/of depothouder KCA/KGA

(chemisch en gevaarlijk afval) hebben afgerond en hun

examen hebben gehaald dan zijn ze zó trots. En dat is

echt een prestatie, want gevaarlijk afval is een moeilijk

vakgebied.

Het werken met KCA en KGA is enorm veelzijdig. Het

gaat niet alleen het herkennen van het gevaarlijk afval.

Als je op een KCA/KGA-depot werkt, moet je ook weten

welke wetten een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld

de Wet milieubeheer die de opslag regelt (PGS15), de

Arbowet en de Wet vervoer gevaarlijke stoff en. Al deze

wetten zijn continue in beweging en deze kennis moet

je dus actueel houden.

Waar haal jij de meeste voldoening uit?

Ik kan mensen echt een stap verder brengen. Ze verba-

zen zowel zichzelf als hun omgeving. Je ziet mensen echt

veranderen en meer zelfvertrouwen krijgen, door de din-

gen die ze leren en de ontwikkeling die ze doormaken.

Mijn cursussen zijn heel interactief. Daarom werk ik

veel bij bedrijven en gemeenten op locatie. Dan kun je

echt de werkpraktijk integreren in de cursus. Soms is

er ook een lab, dan krijg ik speelruimte om gevaarlijke

stoff en te laten zien en ‘spreken’. Ik vraag cursisten

soms de inhoud van hun keukenkastje mee te nemen.

Dan bekijken we gezamenlijk wat daar allemaal in staat

en hoe daarmee te handelen. Ook maak ik veel foto’s

van de werkvloer, om goede en minder geslaagde voor-

beelden van de opslag van gevaarlijke stoff en te laten

zien. Ik leer medewerkers naar gevaarlijke stoff en te

kijken zonder er bang voor te worden. Door hun herse-

nen te gebruiken kunnen ze heel veel te weten komen

over een product. Daar hoeven ze echt de verpakking

niet voor open te maken…

Wat is er zo leuk aan werken in deze branche?

De medewerkers in deze branche hebben zo door als je

een spelletje met hen speelt. Je moet dus wel oprecht

zijn. Het zijn mensen die eerlijk en open in het vak

staan; ik hoor deelnemers bijvoorbeeld weleens open-

lijk bekennen dat ze leesproblemen hebben.

Het is ook een branche waarin mensen werken met uit-

eenlopende achtergronden. Die diversiteit vind ik leuk

en ook de directheid van mensen spreekt me aan.

Ben je trots op je vak?

Absoluut. Dat zit in me en dat kan niemand van mij afnemen. Docent

kun je niet worden, dat moet je zijn.

Wat is het meest bijzondere wat je ooit hebt meegemaakt in je werk?

Het mooiste vind ik de blijdschap en trots van cursisten, als ze geslaagd

zijn voor hun examen. Dan zie je tranen in de ogen van grote kerels. De

sterkste man van Limburg zat ooit in mijn klas. ‘Als ik geslaagd ben, pak

ik je bij je voeten en til ik je omhoog’, beloofde hij mij. En ja, hij heeft

woord gehouden!

Waar erger jij je aan?

Iedereen pretendeert een cursus KCA te kunnen geven. Iemand die voor

de klas staat, moet ook echt kennis van zaken hebben. En daar ont-

breekt het nog weleens aan. Je moet weten wat chemie is, als je over

gevaarlijke stoff en praat. Bovendien moet je de praktijk kennen en die

leer je niet uit een boekje, maar door erin te werken. Ik zou het een

goede zaak vinden als de NVRD de kwaliteit van dergelijke cursussen

zou garanderen door hiervoor normen op te stellen. Doe waar je goed

in bent en doe het anders vooral niet.

TRAVOCs hoeft niet groot te worden, maar we moeten wel sterk zijn

en blijven in wat we bieden. Daarom studeer ik nu ook arbeidshygi-

ene, om me binnenkort te kunnen certifi ceren als arbeidshygiënist. Een

arbeidshygiënist is gericht op risico’s die op langere termijn tot letsel of

schade kunnen leiden. Door deze studie krijg ik nog meer zicht op de

werkomstandigheden en gedrag van mensen op de werkvloer.

Wat zou vandaag nog anders moeten?

Ik vind dat er een onafhankelijke examencommissie moet komen, zo-

dat er echt goede en onafhankelijke examens voor de branche kunnen

worden afgenomen. Nu moet de opleider ook examineren, en dat zou

niet zo moeten zijn.

Wat merk je van het imago van de branche?

Het is belangrijk dat (reinigings)medewerkers zich bewust zijn van hun

eigen gedrag. Zij zijn het boegbeeld van de milieustraat en hebben een

sterke voorbeeldfunctie naar burgers toe. Opleiden en professionalise-

ren helpt hierin zeker. Ook het blijven herhalen daarvan is belangrijk.

Gelukkig heeft de NVRD, samen met onder andere diverse ministeries

en brandweer, de PGS15 voor KCA-depots opgesteld. Hierin wordt de

vakbekwaamheid van alle medewerkers geborgd die in contact (kun-

nen) komen met gevaarlijke (afval)stoff en.

En welke ontwikkelingen zie jij, als het om opleiden en profes-

sionaliseren gaat?

Bij mijn opdrachtgevers merk ik een groeiende behoefte aan kwaliteit.

Ze willen iemand die thuis is in de branche en de taal van de medewer-

kers spreekt. Dit is deels door de overheid gestuurd; het is de verant-

woordelijkheid van de werkgever om medewerkers een veilige werk-

omgeving en veilig werk te bieden. Dat onderschrijf ik volledig, want

de veiligheid en gezondheid van medewerkers in de branche staat ook

voor mij voorop. ■

Page 26: GRAM

26 GRAM | oktober 2012

Waar is de regie adequaat?

Regievoering is een vak apart en ook niet standaard in te vullen. Dit blijkt uit het bestuurskundig

afstudeeronderzoek dat op verzoek van de NVRD is uitgevoerd naar de verschillen in gemeentelijke re-

gievoering bij de verschillende contractvormen die we in de afval- en reinigingsbranche kennen. Er zijn

belangrijke verschillen te zien tussen het zelf doen, samen doen en laten doen. In dit artikel worden

naast de belangrijkste verschillen ook de verschillende aandachtspunten naar voren gebracht waar bij

de invulling van de regietaak aan gedacht kan worden.

ProfessionaliseringVolgens de Wet milieubeheer (Wm.) zijn gemeenten

wettelijk verplicht om tenminste eenmaal per week de

inzameling van huisafval en grof huisafval te verzor-

gen, de zogeheten zorgplicht. De in totaal 415 Neder-

landse gemeenten zijn dus bij wet verplicht om deze

taak uit te voeren, maar ze mogen zelf bepalen hoe zij

de uitvoering vormgeven. Gemeenten vragen zich te-

genwoordig in toenemende mate af wat hun kerntaken

zijn en wat eventueel beter kan worden uitgevoerd door

andere partijen. Ook de wijze waarop de zorgplicht kan

worden uitgevoerd, wordt in deze discussie betrokken.

De keuze voor een bepaaldeorganisatievorm heeft ge-

volgen voor de wijze waarop de uitvoering kan worden

aangestuurd en de mate waarin tussentijds correcties

kunnen worden doorgevoerd. De praktijk laat zien dat

de gemeentebesturen de uitvoering van de zorgplicht

in toenemende mate op grotere (organisatorische) af-

stand plaatsen (Dijkgraaf, Gradus & Wassenaar, 2012).

Een grotere organisatorische afstand betekent dat het

ophalen van het huishoudelijk afval in plaats van door

de eigen gemeentelijke dienst (zelf doen) juist met

andere gemeenten (samen doen) of door een externe

partij wordt uitgevoerd (laten doen). De verhouding

publiek-privaat blijft overigens hetzelfde. Deze grotere

afstand vraagt wel een andere wijze van het voeren van

regie1, zowel bij de opdrachtverlenende gemeenten als

bij de uitvoerende afval- en reinigingsorganisaties.

In dit artikel gaat het om de vraag wat de voordelen

en de nadelen zijn van de verschillende afval inzamel-

constructies: zelf doen, samen doen en laten doen. Dit

onderscheid is gebaseerd op eerdere publicaties van

de NVRD over Markt en Overheid. Dit artikel is geba-

seerd op een vergelijkende casestudie in zeven grote

gemeenten. Deze cases zijn tegen een 15-tal bestuurs-

kundige theorieën gehouden om te bezien waar de

sturingskracht bij de verschillende constructies ligt.

Voor dit onderzoek zijn interviews afgenomen met ze-

ven gemeentelijke beleidsmedewerkers belast met de

afvalpraktijk en met vijf leidinggevenden van de afval-

en reinigingsorganisaties. Deze informanten zijn werk-

zaam in grotere gemeenten verspreid over het gehele

land. Hoewel deze kleine steekproef per organisatie-

vorm niet representatief te noemen is, geeft het wel

een goed beeld van wat er per vorm goed en minder

goed geregeld en vastgelegd is.

Het voeren van regie in de drie constructiesUit de resultaten blijkt dat in de zelf doen construc-

tie de uitvoerende gemeentelijke afval- en reinigings-

organisatie ook door het ruime mandaatbesluit van

het opdrachtgevende gemeentebestuur veel hande-

lingsvrijheid geniet. De uitvoerders kunnen, binnen

de vastgestelde begroting, in verhouding veel eigen

initiatieven aandragen en tot uitvoering brengen. Het

gemeentebestuur reageert welwillend op voorstellen

vanuit de uitvoerende dienst. Over het algemeen is er

sprake van sterke overeenstemming tussen de doelen

van het gemeentebestuur en de doelen van de uitvoe-

rende dienst. Onderling is er sprake van vertrouwen.

Een en ander maakt het gemakkelijk om tussentijdse

wijzigingen aan te brengen in het afgesproken taken-

pakket. Zowel gemeentebestuur als gemeentelijke

dienst staan positief tegenover meer duurzaam wer-

ken. Het is in deze constructie relatief eenvoudig om

op een korte termijn experimenten door te voeren.

Meer regie zou met name op het vastleggen van de

afspraken gevoerd kunnen worden.

door Pieter Mensink

ZELF DOEN, SAMEN DOEN OF LATEN DOEN: IN HOEVERRE VERSCHILLEN DEZE DRIE ORGANISATIEVORMEN?

Figuur 1: Verschillende afval organisatievormen

Organisatie afvalverzameling

Zelf doen Samen doen Laten doen

(inbesteden) (publieke samenwerking)

(aanbesteden)

1 Onder regie wordt het uitoefenen van invloed door de opdrachtgevende gemeente op beleidsprestaties van de ingeschakelde afval- en reinigingsdienst

verstaan. Als de gemeente, ook na het afsluiten van het contract, nog invloed kan uitoefenen op de wijze waarop de dienst wordt geleverd, wordt er ook over regie gesproken. Als de gemeente die invloed niet meer heeft, is er sprake van zelfbestuur door de uitvoerende dienst. De gemeente is dan de regie kwijt.

Page 27: GRAM

GRAM | oktober 2012 27

De resultaten uit het onderzoek impliceren dat je als

gemeentebestuur in een samen doen constructie meer

nadrukkelijk regie moet voeren. Vaak zijn er andere

gemeenten die de uitvoerende dienst aansturen. Als

deelnemende gemeente ben je verantwoordelijk voor

de zorgplicht in de eigen gemeente, maar ook voor de

continuïteit van de samenwerkingsconstructie. Ge-

meenten in deze constructie moeten op twee facet-

ten een bepaalde mate van regie uitoefenen: levert

het samenwerkingsorgaan wel de diensten die onze

gemeenteraad wenst; en zorgen we ervoor dat de ge-

meenschappelijke reinigingsdienst fi nancieel gezond

blijft. Er zijn in die zin meerdere belanghebbenden.

Het netwerk dat in stand moet worden gehouden (aan-

tal spelers) is ten opzichte van de zelf doen en laten

doen constructies groter. De resultaten impliceren dat

de grootte van het netwerk van invloed is op de wijze

waarop een organisatie zoals een opdrachtnemende

afval- en reinigingsbedrijf wordt aangestuurd. Door de

pluriformiteit van de participerende gemeenten, met

verschillende gemeenteraden die ieder een andere

zienswijze en beleidsdoelstelling op het afvalinzamel-

vraagstuk nahouden, is een eenduidige regie voor uit-

voerende afval- en reinigingsdienst niet in alle gevallen

voorhanden. In vergelijking met de twee andere con-

structies kan de leiding van de reinigingsdienst door

lobbywerk relatief veel invloed uitoefenen op de be-

sluitvorming. Die invloed van de beleidsuitvoerder op

de beleidsbepaling is in deze constructie het hoogst.

Omdat de afval- en reinigingsdiensten volledig over-

heid gedomineerd zijn, kunnen deze partijen relatief

eenvoudig (en geaccepteerd) lobbyen om de extra

taken die zij zouden kunnen gaan uitvoeren aan het

gemeentebestuur te slijten. Gevolg is dat deze samen-

werkingsdiensten (strategische meerjaren)plannen

formuleren om de gemeentebestuurders te overtuigen

van hun capaciteit.

Daarnaast blijkt dat de uitvoerende samen doeners

allen sterk de wens en de capaciteit hebben om de

gemeenten verder te ontzorgen. De gemeenten daar-

entegen voelen deze noodzaak minder op het vlak van

extra taken. Wat verder opvalt, is dat de gemeenten in

de samen doen constructie zeer beperkte middelen

hebben om over de kwaliteit van de dienst te oordelen.

Kennis van zaken is bij de gemeente beperkt aanwezig

en veelal naar de uitvoerende samenwerkingsorgani-

satie verplaatst. Gevolg hiervan is dat er problemen

kunnen ontstaan in het schetsen van een kader (taak

van de opdrachtgever) en de wijze waarop het kader

wordt uitgevoerd (taak van de opdrachtnemer). Door

de beperkte kennis aan de kant van de opdrachtge-

vende gemeenten gaan de uitvoerende partijen deze

kaders zelf invullen. Dit kan ten koste gaan van de

mate van onderling vertrouwen en de overeenstem-

ming tussen de doelen, die hierdoor beide afnemen.

Regulier overleg en controle is essentieel voor de regievoering in deze

constructie. Daarnaast vraagt ook de mogelijkheid van maatwerk per

deelnemende gemeente extra aandacht.

In de laten doen constructie is het voeren van regie eveneens nadruk-

kelijk als noodzaak aanwezig, maar het grote verschil met het samen

doen is dat de opdrachtgevende gemeenten zich vrijwel uitsluitend

hoeven te bekommeren over de naleving van het gedetailleerde bestek

en dus met de uitvoering van de opdracht. Het grote voordeel van de

laten doen constructie is dat de gemeente maar één gesprekspartner

aan de (onderhandelings)tafel heeft zitten die vanuit een bestek functi-

oneert. In die zin hoeft de opdrachtgevende gemeente zich in essentie

alleen druk te maken of de prijs per opgehaalde ton afval wel markt-

conform is en of men op de juiste wijze wordt bediend. De onderlinge

relatie tussen de gemeente als opdrachtgever en een commerciële inza-

melaar als opdrachtnemer is in vergelijking met de zelf doen en samen

doen constructies een stuk zakelijker. Deze zakelijke houding zorgt in

de onderlinge samenwerking wel eens voor frictie.

Door de zakelijke houding tussen het gemeentebestuur en de commer-

ciële uitvoerende dienst is de mate van onderling vertrouwen, het ge-

mak om tussentijds wijzigingen aan te brengen en de eenvoud om een

experiment in te voeren ten opzichte van de andere twee constructies

het laagst. Ook moeten de zaken meer worden uitgewerkt en vastge-

legd op papier. De regeldruk neemt toe als de organisatorische afstand

wordt vergroot. Wel lijkt het dat het gemeentebestuur in een laten doen

constructie de rol van opdrachtgever serieuzer en ook eff ectiever op-

pakt dan de beide andere constructies. Binnen deze constructie is het

belangrijk om alle spelregels goed vastgelegd te hebben zodat er geen

discussie ontstaat over de invulling van de opdracht. De ruimte om

experimenten te doen valt vaak buiten de opdracht.

ConclusieOp basis van de interviews komt naar voren dat er tussen de drie con-

structies belangrijke verschillen aanwezig zijn voor wat het voeren van

regie betreft. Opvallend is dat iedere constructie op verschillende facet-

ten van regievoering een andere aanpak kiest en soms ook vraagt. Bij

Foto Nation

ale Beeld

bank / R

uud va

n D

ijk

Page 28: GRAM

28 GRAM | oktober 2012

het voeren van regie maakt het voor een gemeente niet uit welke vorm

er wordt toegepast, zolang er maar rekening wordt gehouden met de

verschillen die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen en de keuze

die gemeenten kunnen maken bij de invulling van hun regietaak. Zowel

voor gemeentelijke beleidsmedewerkers als voor leidinggevenden van

de afval- en reinigingsorganisaties is bewustwording van deze verschil-

len zeer bruikbaar voor de onderlinge samenwerking tussen opdrachtge-

ver als opdrachtnemer. Het ontwikkelde model houdt gemeenten hierbij

eigenlijk een spiegel voor aan de hand waarvan zij niet alleen kunnen

bepalen op welke punten zij op dit moment hun regie voeren, maar ook

en op welke punten zij de regievoering zouden moeten verbeteren.

Literatuurlijst

AgentschapNL. (2011). Afvalstoff enheffi ng 2011. Utrecht.

Dijkgraaf, E., Gradus, R., & Wassenaar, M. (2012). Heen en

weer in privatisering afval. Economisch Statistische Be-

richten, 97(4638), 394.

Over de auteur

Pieter Mensink MA MSc studeerde in oktober af als

Bestuurskundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Zijn onderzoek en een verdere onderbouw van zijn model

zijn vanaf november op te vragen bij de NVRD. ■

Op 21 september was het Keep IT Clean Day. Deze Nederlandse invulling

van de World CleanUp bleek een groot succes. In meer dan 80 gemeen-

ten werd door tienduizenden mensen zwerfafval opgeruimd. Reinigings-

diensten en gemeenten zorgden voor een goede logistieke afhandeling

van het opgehaalde vuil en voorzagen in middelen zoals grijpers en zak-

ken. Als het aan de initiatiefnemers ligt wordt de Keep IT Clean Day een

jaarlijks terugkerend evenement waarbij heel Nederland opruimt.

Page 29: GRAM

GRAM | oktober 2012 29

Uit de laatst bekende rapportage (2011) van het minis-

terie van Infrastructuur en Milieu blijkt dat 36 procent

van alle gemeenten met diftar werkt. Het ministerie

verwacht dat dit de komende jaren zal stijgen. Aan de

andere kant heeft de gemeente Oostzaan onlangs be-

sloten om met diftar te stoppen. Hoewel uit een recent

lokaal onderzoek bleek dat diftar zo gek nog niet is,

wees een raadsmeerderheid het systeem af omdat het

duur en verouderd zou zijn. Bovendien oordeelde de

raad dat de inwoners hun afval gewoon elders dum-

pen. Einde oefening diftar in Oostzaan, hoewel het

daar ‘nog lang roerig is gebleven’ en het de kop van

een wethouder heeft gekost. De daling van het aan-

tal diftar-gemeenten door het uittreden van Oostzaan

wordt vanaf 2013 gecompenseerd door Lochem en

Deventer. Daar werd onlangs na uitvoerig onderzoek

besloten om over te stappen op diftar om hergebruik

te bevorderen én kosten te besparen.

Besparingen realiserenIn Lochem is Willem Peeks, beleidsmedewerker bij het

team milieu van de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling

en verkeer, nauw betrokken bij het diftar-project. Op de

vraag waarom de gemeente nu pas deze stap maakt,

terwijl elders in het land al wordt gesproken over ‘om-

gekeerd inzamelen’ (alleen nog herbruikbaar afval in-

zamelen) zegt hij: ”Lochem komt van ver. Wij hebben

bijvoorbeeld nog geen bechipte containers en geen

containermanagement. Nu willen we echt doorpakken.

Op dit moment is de hoeveelheid ingezameld restafval

met ongeveer 250 kg per persoon het hoogst in de

regio bij een scheidingspercentage van 51%. Dat is niet

echt hoog en moet dus beter. Aan de andere kant is het

aanbod van gft-afval bij ons weer wel hoog. Bovendien

halen we plastic afval sinds kort huis-aan-huis op met

goede resultaten.”

De gemeente heeft de ambitie om over twintig jaar het

restafval te hebben terug gedrongen tot tien kg per

persoon. Met de invoering van diftar wil Lochem vol-

gens Peeks ook een fl inke besparing binnenhalen op

fi nancieel gebied. “Op onze afvalbegroting verwach-

ten wij 300.000 euro te besparen door de hoeveelheid

restafval terug te dringen. In eerste instantie mikken

wij op een resultaat van 170 kg per persoon per jaar.

Dat is ambitieus, maar haalbaar in combinatie met fl an-

kerende maatregelen én goede communicatie richting

inwoners.”

Met alles rekening houden In Lochem was beslist geen sprake van een ‘walk over’

naar diftar. Dit blijkt wel als Peeks verhaalt over de

voorgeschiedenis. “De raad wilde er eerst helemaal

niet aan. Het traject dat nu heeft geleid tot een besluit

om diftar in te voeren bestond uit drie etappes. Eerst

“NIET ALLEEN FOCUSSEN OP UITVOERING”

door Laurent Chevalier

Lochem en Deventer stappen over op diftar

Toepassing van gediff erentieerde tarieven (diftar) bij het inzamelen van afval geldt als een belangrijk

instrument voor het verbeteren van afvalpreventie en scheidingsgedrag. Extra bonus is dat de grootste

‘vervuilers’ bij diftar ook het meest betalen. Diverse gemeenten zijn daarom de afgelopen jaren over-

gestapt op diftar. Recent besloten Lochem en Deventer om met ingang van volgend jaar ook te starten

met diftar. GRAM kijkt bij deze gemeenten naar het transitieproces.

Berkel Milieu ondersteunt het diftartraject in Lochem

Page 30: GRAM

De Tweeling 4, 5215 MC ’s-Hertogenboschwww.welvaarts.com

DÉ SPECIALIST IN GEIJKTE MOBIELE WEEGSYSTEMENWaarom? Naast onze jaren aan ervaring bent u bij ons verzekerd van service van a tot z. Wij bieden u een breed en innovatief scala aan geijkte mobiele weegsystemen. Wij denken graag voor u of met u mee. Neem vrijblijvend contact met ons op via [email protected] of bel naar +31 (0)73 6 927 927.

Zaltbommel 0418 - 51 53 22 www.savas.com *

ex

BT

W, i

nb

ou

w-

en

tra

nsp

ort

kost

en

Stoelen voor verschillende toepassingen en gebruik.

Voor iedereen een goede stoel! Probeer 4 weken g

Schuitemaker is continu voor u op zoek naar innovatieve en betrouwbare oplossingen.Want alleen Schuitemaker biedt kwaliteitsmerken, een gevarieerd en compleet programma, doortimmerd advies en uitstekende service.

Zegt u winterdienst, denk dan aan Schuitemaker!

Winterdienst in de volle breedte!

Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - HollandTel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl

Snel, Schoon, Safe

Schuitemaker.

Page 31: GRAM

GRAM | oktober 2012 31

voor het fi nanciële gewin. Het opzetten van een goede

bronscheiding vraagt veel inzet, maar het levert veel

op én diftar draagt echt bij aan het bewustzijn dat we

anders met afval om kunnen gaan.”

Communicatie en handhavingIn Deventer werd de afgelopen maanden eveneens uit-

voerig gediscussieerd over diftar met als resultaat dat

deze gemeente daarmee in 2013 begint. Deventer wil

de hoeveelheid restafval en grofvuil de komende jaren

reduceren van 235 kilo in 2011 naar150 kilo per inwo-

ner per jaar in 2014. Het gemeentebestuur stelt dat

dit alleen haalbaar is door een betere bronscheiding.

Nu wordt 52% van het restafval gescheiden. Door ver-

betering van de inzameling en het belonen van afval-

scheiding mikt Deventer op een scheidingspercentage

van 58%. Uiteindelijk streeft de gemeente naar slechts

150 kilo restafval per inwoner per jaar en 60% afval-

scheiding. Als onderdeel van deze ambities wordt ook

de dienstverlening voor de inzameling van kunststof

verbeterd.

Woningen met minicontainers voor gft- en restafval

krijgen op vrijwillige basis een derde container voor

kunststof. Dit geldt voor de stedelijke laagbouw en

voor woningen in de binnenstad met ruimte voor een

extra container. De zakkeninzameling in de laagbouw

stopt volgend jaar. De inzameling van kunststof met

behulp van zakken voor bewoners van hoogbouw en

een deel van de binnenstad blijft bestaan. Huishoudens

die geen container voor kunststof of zakken wensen,

kunnen dit materiaal gratis aanleveren op de milieus-

traat. Omdat Deventer zich goed heeft gerealiseerd

dat communicatie van het grootste belang is om de in-

voering van diftar tot een succes te maken, is aan het

communicatieplan ‘Diftar: afval kun je beter scheiden’

veel aandacht besteed. In het plan wordt rekening ge-

houden met de noodzaak om de communicatie-inspan-

ningen te spreiden door de tijd heen. Verder wil de ge-

meente inspelen op nieuwe ontwikkelingen en trends

in mediagebruik. De communicatie loopt daarom deels

via sociale media en fl exibele platforms. Daarnaast laat

Deventer sommige uitingen meeliften met de com-

municatie rond evenementen. Deze slimme media-

mix moet er voor zorgen dat werkelijk iedere inwoner

wordt bereikt. De invoering van diftar is volgens de

gemeente een langdurig proces, dat minstens drie jaar

in beslag zal nemen en ook daarna regelmatig warm

moet worden gehouden. Of zoals de opstellers van het

communicatieplan schrijven: “Het vraagt om een lange

adem. Daarnaast moet in het hele proces ruim aan-

dacht worden besteed aan strikte handhaving, inclusief

spoedeisende bestuursdwang. Landelijk is namelijk ge-

bleken dat illegale afvaldumping in de beginperiode op

de loer ligt wanneer er onvoldoende handhavingcapa-

citeit is.” ■

werd een principe-uitspraak gevraagd, daarna volgde

een besluit over de inrichting van de inzamelstructuur

en tenslotte volgde het besluit over de tariefstructuur.

In dit traject heeft de overgrote meerderheid van de

gemeenteraad steeds ingestemd met de voorstellen.

Inwoners reageerden voorspelbaar. Enerzijds afwij-

zend, omdat ze verwachten meer te moeten betalen.

Anderzijds zijn er mensen die de voordelen inzien

en voor wie dit traject al veel te lang heeft geduurd.”

Peeks benadrukt dat invoering van diftar niet alleen op

technisch niveau kan worden gerealiseerd. “Je moet

met alles rekening houden: politiek, beleid, logistiek,

fi nanciën, communicatie en natuurlijk de praktische

uitvoering door het inzamelbedrijf. Dat vind ik ook

het mooie van het taakveld afval. Als gemeenten zich

alleen focussen op de uitvoering loopt het mis, om-

dat je dan geen draagvlak krijgt. Wij zijn bij dit proces

trouwens uitstekend ondersteund door inzamelbedrijf

Berkel Milieu. Dat bedrijf heeft ook het hele commu-

nicatietraject voorbereid. Verder gebruiken we eigen

kanalen voor de directe publiekscommunicatie. De ge-

zamenlijke aanpak met het inzamelbedrijf staat model

voor de discussie die we in Lochem voeren over de

omslag naar regiegemeente bij afvalinzameling en het

beheer van de openbare ruimte.”

Richting tegenstanders van diftar zegt Peeks: “Als je

het niet doet voor het milieu, doe het dan voor je porte-

monnee. Bij de organisatie komt veel kijken, maar het

levert ook veel op, want diftar draagt bij aan het milieu-

bewustzijn. Het laat zien dat we op een andere, betere

manier met afval om kunnen gaan.” Peeks reageert

bescheiden op de vraag wat andere gemeenten van

de Lochemse aanpak kunnen leren. “Wij staan aan het

begin van een proces en zo bijzonder is invoering van

diftar anno 2012 ook weer niet. Wat ons aangenaam

verraste was dat onze open manier van communiceren

goed is aangeslagen bij de inwoners. Ik kan collega’s in

ieder geval adviseren om niet te lang te blijven hangen

in discussies over doelstellingen. Je moet het gewoon

doen. Het is misschien makkelijk gezegd vanuit een

achterstandspositie, maar je moet snel meters maken

en beginnen met het pakken van laaghangend fruit.” En

gemeenten die tegen het invoeringsproces aanhikken?

“Gewoon er in springen. Is het niet voor het milieu en

het terugdringen van de uitstoot van CO2, doe het dan

Willem Peeks over diftar:

“Als je het niet doet voor

het milieu, doe het dan voor

je portemonnee”

Page 32: GRAM

SPA Groep telefoon 0172-200000

CURSUS: Deskundig Asbest Acceptant (DAA) 23 november 2012 19 december 2012 30 januari 2013 6 maart 2013

Meer informatie op www.spa-bv.nl

Wij feliciteren de medewerkers van de volgende organisaties met het behalen van het DAA-certifi caat:

Meld ook uw medewerkers aan voor de cursus DAA.

- Afval Energie Bedrijf - De Meerlanden - Gemeente Alkmaar- Gemeente Alphen a/d Rijn- Gemeente Amstelveen- Gemeente Assen- Gemeente Barendrecht- Gemeente De Bilt- Gemeente Hellendoorn

- Gemeente Kampen- Gemeente Noordenveld- Gemeente Skarsterlân- Gemeente Westvoorne- Omrin- Reinigingdiensten RD4- RWM- Twence

Milieupas

0123456789

PPC Card Systems BVPostbus 700409704 AA GroningenTel.: 050 3687 777Email: [email protected]

Voor een passende oplossing!

Passen voor o.a.: Milieustraten Ondergrondse

afvalinzameling

www.ppc.nl

Page 33: GRAM

GRAM | oktober 2012 33

Intensieve aanpakAls projectleider van het project Bijplaatsingen, van het programma Ge-

meente Schoon en mede uitgevoerd door de NVRD, had Jan Hubers al

ervaring met het voorkomen van bijplaatsingen. Het Gemeente Schoon

project onderzocht in acht gemeenten hoe het bijplaatsen van afval en

grofvuil bij ondergrondse afvalcontainers kan worden tegengaan. Het

uitgangspunt was eenvoudig en doeltreff end: “Via verschillende com-

municatiemiddelen vroegen we burgers bewuster met hun leefomge-

ving om te gaan en daarbij bekeken we wat het beste werkt.”

“Via borden bij afvalvoorzieningen verzochten we dringend geen af-

val naast de voorziening te plaatsen. Onder het mom ‘schoon houdt

schoon’ ruimden we op andere plekken dagelijks de troep op. Maar we

probeerden het ook op de harde manier: direct een boete voor iedereen

die toch afval bijzet.”

Persoonlijk contactTijdens dit project bleek dat het persoonlijk aanspreken van burgers

uitzonderlijk goed werkte. Hubers: “De interviews die we in een van de

Leeuwarder testwijken hielden, bleken voor veel bewoners regelrechte

eye-openers. Ze hebben vaak geen idee wat het kost al dat afval weer

op te ruimen.” Het dumpen van afval nam zichtbaar af in deze wijk en

ook in andere wijken vertoonde de aanpak hetzelfde eff ect. Hubers:

De wens om de afvalinzameling in de binnenstad te

verbeteren, leefde al langere tijd bij de gemeenteraad

van Leeuwarden. “We wilden af van de wekelijkse zak-

keninzameling. De huisvuilzakken in de binnenstad

werden vaak de avond van tevoren al op straat gezet en

scheurden regelmatig open met als gevolg rommelige

winkel- en uitgaansstraten. Daarnaast raakten, ondanks

controle-acties, huishoudelijk en bedrijfsafval steeds

meer vermengd. Op kosten van de huishoudens.

Inzameling binnenstad In 2007 liet de gemeenteraad onderzoek doen naar

de mogelijkheden van aanleg van ondergrondse con-

tainers voor huishoudelijk restafval in de binnenstad.

Hoewel er in de binnenstad sprake is van een grote

variëteit aan belangen, slaagde de gemeente er in een

geschikte plek te vinden voor elke container. Geen

eenvoudige klus omdat sommige bewoners ook wat

sceptisch tegenover de plannen stonden. Zij herinner-

den zich de eerste ondergrondse container, die in 2010

bij wijze van proef in de Leeuwarder binnenstad werd

geplaatst. Deze container stond in een donker hoekje,

was niet goed zichtbaar en zorgde daardoor voor over-

last. Toch wist de gemeente de binnenstadbewoners te

overtuigen, onder andere met positieve ervaringen uit

andere gemeenten. Er werd besloten 48 ondergrondse

containers te plaatsen, op 2850 huishoudens. Het

royale aantal was een bewuste keuze. Hierdoor kunnen

ook winkels en horeca gebruik maken van de contai-

ners. Op die manier hoopt de gemeente grootschalige

bijzet van zakken door ondernemers te voorkomen.

Voor het slagen van het project, was het voorkomen

van bijzet van groot belang.

Persoonlijke aanpak houdt Leeuwarder binnenstad schoon

Afvalinzamelaar Omrin plaatste bijna een jaar

geleden, in opdracht van de gemeente, 48 onder-

grondse afvalcontainers in de binnenstad van

Leeuwarden. Alle betrokken huishoudens wer-

den persoonlijk geïnformeerd over het gebruik.

Die aanpak bleek zeer succesvol. Jan Hubers,

directeur Inzameling en Reiniging bij Omrin,

noemt de resultaten zelfs boven verwachting.

Isabelle Diks, wethouder Duurzame Ontwikke-

ling vult aan: “Met dit project kunnen inwoners

direct invloed uitoefenen op hun eigen leefomge-

ving én deze schoner houden.”

Offi ciele ingebruikname door wethouder Diks van Leeuwarden

door Margriet Dankert

Page 34: GRAM

34 GRAM | oktober 2012

vragen.’ Dat zorgde voor de essentiële goodwill. Pas

later in het traject, toen alle aanloopproblemen inmid-

dels waren verholpen, hebben we extra handhaving en

boetes ingezet.”

Positieve energieDe hele campagne vergde veel energie, beaamt Hubers.

“Je denkt misschien, wat een gedoe. Maar het dumpen

van afval kost veel meer geld én ergernis. Terwijl we

in deze campagne vooral positieve energie hebben ge-

stopt. Dat is een groot verschil!”

De gemeenteraad is heel tevreden over het project.

Diks wil nu graag doorpakken: “Dit project laat zien

dat de gekozen aanpak echt werkt en dat smaakt naar

meer. We willen deze manier van afvalinzameling in

meer delen van de gemeente overnemen. We doen

daarmee een beroep op de eigen verantwoordelijk-

heid van onze inwoners. Als college vinden wij eigen

verantwoordelijkheid voor de eigen straat en de eigen

stad belangrijk. Dat is een boodschap die we graag be-

nadrukken.”

De gemeente start in 2013 met het vervangen van de

oude, grindbetonnen cocons in de hoogbouw buiten

de binnenstad van Leeuwarden, kondigt Diks aan. “We

plaatsen hiervoor 220 ondergrondse containers in de

woonwijken en plaatsen registratieapparatuur in circa

honderd ondergrondse containers die er al staan. We

informeren de betrokken huishoudens op dezelfde ma-

nier als eerder in de binnenstad. We herhalen het hele

traject. Want de persoonlijke aanpak werkt, dat is in-

middels bewezen! ■

“Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat een persoonlijke aanpak ook

aan zou slaan bij de introductie van afvalcontainers in de binnenstad. Dat

moest natuurlijk wel worden bewezen. We stelden daarom in overleg met

de gemeente een gedegen communicatietraject op, met opeenvolgende

informatie- en contactmomenten met de bewoners.”

De campagne startte met het informeren van het wijkpanel, drie maan-

den voor de containers geplaatst werden. Vervolgens informeerde een

gezamenlijke brief van Omrin en de gemeente alle betrokkenen over het

hoe en waarom. Twee weken later ontvingen de binnenstadbewoners de

brochure ‘Binnenstad Leeuwarden gaat ondergronds’, met daarin alle rele-

vante informatie. Een week later startte een grootschalige ‘huis-aan-huis’-

actie. “Zeven teams bestaande uit medewerkers van Omrin, de gemeente

en werkstudenten, belden aan bij alle 2850 adressen in de binnenstad. De

eerste avond waren ook de wethouder, de algemeen directeur van Omrin

en de directeur van de woningcorporatie van de partij. Dat leverde aardig

wat publiciteit op.”

Alles duidelijk? De teams gingen in gesprek met de bewoners: ‘heeft u alle informatie

ontvangen, begrijpt u hoe de containers werken en zijn er nog vragen’.

Bewoners zonder de benodigde milieupas, werden geattendeerd op een

telefoonnummer waar ze de pas alsnog konden aanvragen. Wanneer alles

duidelijk bleek, kreeg de bewoner een sticker naast de deur en commit-

teerde zich daarmee zichtbaar aan het project. “We spraken met zo’n 60

tot 65 procent van de 2850 aansluitingen. Mensen die niet thuis waren,

kregen een brief met daarin een mobiel nummer waar zij hun vragen als-

nog konden voorleggen.”

“Ondanks de positieve reacties op deze actie, werd er in het begin toch

nog afval bijgezet. Maar daar zaten we bovenop, misschien wel het be-

langrijkste aspect van het project”, betoogt Hubers. “We achterhaalden

van wie de zak was en spraken die mensen nog dezelfde dag aan op hun

gedrag. Niet met een boete, maar met de vraag waarom. ‘Bent u uw pas

kwijt, hier heeft u het telefoonnummer waar u gratis een nieuwe kunt aan-

Zeven teams belden aan bij

alle 2850 adressen in de binnenstad

om inwoners persoonlijk te informeren

over de introductie van afvalcontainers

De milieupasHet inzamelen van afval in de ondergrondse afvalcon-tainers gebeurt met de milieupas, een zogenoemde contactloze Mifare chipkaart van PPC Card Systems. Deze aan het adres gekoppelde pas, was als toe-gangsbewijs tot de Leeuwarder milieustraat al in het bezit van alle huishoudens in Leeuwarden. Om goed gebruik van de ondergrondse containers te stimule-ren, konden bewoners die de milieupas kwijt waren de eerste zes weken na plaatsing gratis een nieuwe aanvragen. In nauwe samenwerking met PPC Card Systems werden de kaarten in korte tijd geproduceerd en verzonden. De invoering verliep succesvol. Een jaar na invoering, werkt het nieuwe passensysteem nog steeds storingvrij.

Voordelen van ondergrondse afvalcontainers• bewoners kunnen hun afval dagelijks kwijt• een schoon en opgeruimd straatbeeld• container voor 80% vol? Dan krijgt de afvalverwerker automatisch

een seintje• minder verkeersbewegingen door effi ciënte inzameling • minder zwerfafval• betere controlemogelijkheden bij illegale stortingen

Page 35: GRAM

Jellema van HVC over de massabalans

huishoudelijk afval is het vierde prestatie-

gebied ‘de maatschappelijke meerwaarde’

uitgewerkt. De defi nitieve benchmarkrap-

porten verschijnen eind dit jaar.

nieuwsTekst: Bas Peeters

NVRD sluit Green Deal Textiel

De NVRD heeft samen met 12 andere orga-

nisaties uit de textielketen een Green Deal

gesloten met het Rijk. Het doel van de

Green Deal is om per 2016 de hoeveelheid

herbruikbaar textiel in het huishoudelijk

restafval te halveren. Daartoe zal samen

met de inzamel- en verwerkingsbedrijven

een heldere en eenduidige scheidings-

regel voor textiel worden vastgesteld en

worden oplossingen verkend voor het ge-

val dat er een ketendefi cit ontstaat Ook

de transparantie in de textiel herverwer-

kingsketen is een aandachtspunt.

Bechmark Gemeente Schoon

Negen gemeenten zijn in het

tweede jaar van start gegaan met

de benchmark Gemeente Schoon.

De NVRD voert deze benchmark uit

in het kader van het programma

Gemeente Schoon. In de benchmark

wordt de ambitie en de inzet van

organisaties afgezet tegen het ge-

realiseerde resultaat en de kosten.

De benchmark legt nu nog de focus

op straatreiniging, maar het is de

bedoeling deze focus te verbreden.

Daarom wordt dit jaar ook aandacht

besteed aan participatie. Voor meer

info: Bas Peeters; [email protected]

Naast de NVRD zijn de volgende partijen

mede-ondertekenaar van deze Green Deal:

• Vereniging Herwinning Textiel

• Branchevereniging Kringloopbedrijven

Nederland

• Stichting Humana

• Vereniging van Grootwinkelbedrijven

in Textiel

• MODINT

• CWB MITEX

• Stichting Milieu Centraal

• Henri Vernooy & Zoon BV

• Vereniging Importeurs Verre Oosten

• Stichting Kledinginzameling

Charitatieve Instellingen

• Leger des Heils ReShare BV

• Wieland Textiles BV

Kwaliteitsborging zwerfafval-

beheersing

De NVRD werkt aan een systeemcertifi -

catie beeldgericht werken. In Nederland

zien steeds meer gemeenten en bedrij-

ven beeldgericht werken als de beste

methode om zwerfafval te beheersen.

Om te komen tot kwaliteitsborging van

zwerfafvalaanpak, is een normcommissie

van start gegaan. Deze breed samenge-

stelde commissie waarin opdrachtnemers,

opdrachtgevers en publieke en private

partijen zitting hebben, zal begin vol-

gend jaar een normdocument opleveren.

In het normdocument wordt alle ken-

nis die de afgelopen jaren is opgedaan

gebundeld en geborgd. De certifi cering

biedt zowel voor opdrachtgevende ge-

meenten als uitvoerende diensten en

bedrijven veel voordelen. Meer informa-

tie Bas Peeters; [email protected]

NVRD-benchmarkafvalinzameling

Begin oktober heeft een goed bezochte

benchmarkbijeenkomst plaatsgevonden.

In een overvolle zaal hebben de deel-

nemers aan de NVRD benchmark hun

benchmarkpresentaties vergeleken en be-

sproken. Naast een presentatie van Hette

Het bestuur van de regio Zuid heeft een nieuw

bestuurslid. De heer Jos Pleijers, directeur

van afval- en reinigingsbedrijf RWM, volgt Tim

Deelen op die zijn bestuursfunctie neerlegt in

verband met het bereiken van de pensioensge-

rechtigde leeftijd.

Samenwerking BRBS

Bij een volgende wijziging van het

LAP wordt onder andere de mini-

mumstandaard voor grof huishou-

delijk restafval aangepast. Ter voor-

bereiding hierop zijn de NVRD en de

BRBS met elkaar in gesprek over de

mogelijkheden en kosten van het na-

sorteren van grof huishoudelijk rest-

afval. De bedoeling is dat dit in de

komende periode tot gezamenlijke

activiteiten zal leiden waarbij goede

informatie naar gemeenten en ande-

re betrokkenen centraal staat.

Page 36: GRAM

36 GRAM | oktober 2012

Leerlingen van de Daltonschool Helen

Parkhurst te Almere kunnen sinds kort

hun afval gescheiden inleveren. In sa-

menwerking met de gemeente is beslo-

ten twee innamensystemen in de kantine

te plaatsen: een emballageautomaat

voor drankverpakkingen en een in-

zamelmeubel voor batterijen, papier,

boterhamzakjes en overige plastic

verpakkingen.

Om de inname van het afval te sti-

muleren, biedt de school zelfs een

vorm van statiegeld op de drank-

verpakkingen. Zodra leerlingen een

plastic fl esje, blikje of pakje inleve-

ren in de emballageautomaat, start

een loterijprogramma waarmee ze

kortingsbonnen van 25 eurocent

voor de kantine kunnen winnen. Aan

het overige afval is geen beloning

gekoppeld. Leverancier van de systemen

is Tomra Systems, vooral bekend van de

inname- automaten in de supermarkt

voor lege fl essen en kratten. Operationeel

directeur René Hissink vertelt: “Het is ge-

weldig om te zien dat er op het vlak van

duurzaamheid een samenwerking is ont-

staan tussen de gemeente en de school.

Het is een goed signaal aan de leerlingen

om zich bewust te worden van hun om-

geving. Grondstoff en zijn schaars en

daarom moeten we er verantwoord

mee omgaan. Door afval te scheiden

bij de bron creëer je schone stromen

waarmee je de hoogste hergebruik-

percentages kunt halen.”

Het Helen Parkhurst hecht al jaren

grote waarde aan duurzaamheid

en ontving eerder zelfs als eerste

middelbare school in Nederland

de Groene Vlag, het internationale

keurmerk voor duurzame scholen.

Het nieuwe recycleproject sluit daar-

om naadloos aan op het beleid van

deze school.

School biedt leerlingen eigen recyclesysteem

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS

Ingezameld textiel dat niet geschikt is

om opnieuw te dragen kan verwerkt wor-

den tot vezels. Zo worden de grondstof-

fen behouden. Het Innovatiecentrum van

KICI onderzoekt de eigenschappen van

de vezels uit gedragen textiel uitvoerig.

Zo weten zij hoe deze vezels tot nieuwe

kleding te spinnen zijn. Het recyclen van

oude kleding tot nieuwe kleding was

lange tijd te duur door het handmatig

sorteren van de materialen. Samen met

partners uit de textielsector ontwikkelde

KICI een machine die elk kledingstuk bin-

nen een seconde sorteert.

Wereldwijd wordt de textielindustrie als

een van de meest vervuilende industrie-

en ter wereld bestempeld. Door textiel te

recyclen zijn minder grondstoff en nodig.

Minder schapen die wol, maar ook me-

thaan produceren. Minder waterverbruik,

minder pesticiden en juist meer plek voor

de nodige voedselproductie. Grondstof-

fen als katoen zijn nu nog goedkoop. Re-

cyclen daarentegen is duur en ingewik-

keld. Textiel wordt pas op grote schaal

gerecycled als de technische en econo-

mische mogelijkheden op één lijn liggen.

Door te investeren in recycling nemen de

mogelijkheden toe en de kosten voor de

toekomst af. De sorteermachine van Tex-

tiles4Textiles (t4T) is zo’n investering die

de weg baant voor vooruitgang.

Automatisch sorteren

Om nieuwe kleding te maken moet eerst

garen gespind worden van de vezels uit

de ingezamelde kleding. Dat kan alleen

met grote hoeveelheden van één soort

materiaal. Alle kleding die niet opnieuw

gedragen kan worden, moet daarom ge-

sorteerd worden op vezelsamenstelling.

Handmatig sorteren is kostbaar en niet

nauwkeurig genoeg. De machine die T4T

ontwikkelde sorteert elke seconde een

kledingstuk op soort stof en kleur. Hier-

door ontstaan de benodigde hoeveelhe-

den katoen, wol en andere grondstoff en.

De ingenieurs van KICI trokken de kar

binnen het consortium Textiles4Textiles.

Daarmee baanden zij de weg voor duur-

zame ontwerpers en retailers. De eerste

jeans uit 100% gedragen jeans is inmid-

dels een feit.

De cirkel rond

Op 14 en 15 november vindt de confe-

rentie Closing the Loop plaats. Hier tonen

best practices uit verschillende sectoren

hoe een gesloten economisch systeem het

milieu beschermt. T4T onthult hier de au-

tomatische sorteermachine. De machine

is een zichtbaar onderdeel van het sluiten

Sorteermachine voor textiel

Page 37: GRAM

GRAM | oktober 2012 37

Kwaliteit, professionaliteit en duurzaam-

heid vormen vandaag de dag een essen-

tieel onderdeel bij de groei van organi-

saties. Mede door de bezuinigingen en

de veranderende arbeidsmarkt wordt de

groei in de branche beïnvloed en gaat

deze onverminderd door. SPA Groep ziet

hierin voor haar opdrachtgevers talloze

uitdagingen en kansen om hun organi-

saties, posities en relaties verder te ver-

sterken.

Bij ontwikkelingen op het gebied van

IBOR en resultaatgericht werken heeft

SPA Groep moderne organisaties als

AREA, AVRI, Circulus, BAT, DAR, gemeen-

te Apeldoorn en gemeente Leiden onder-

steund. Rondom de implementatie van

nieuwe operationele processen en be-

drijfsvoering heeft SPA Groep in de pro-

jectenopleiding en praktijkbegeleiding,

organisatie- en procesontwerp gecom-

bineerd. Omdat met deze projectmatige

aanpak goede resultaten zijn behaald,

heeft SPA Groep haar inzetbaarheid ver-

groot en de nieuwe afdeling Organisatie-

ontwikkeling opgezet.

Nieuwe dienstverlening

Het hart van de afdeling Organisatie-

ontwikkeling is het SPA projectteam. Dit

team bestaat uit pragmatische adviseurs

die hun deskundigheid combineren met

een passende veranderaanpak. Bijzon-

der hieraan is dat deze aanpak zowel de

zachte menskant als de harde proces-

kant omvat.

Momenteel is SPA Groep betrokken bij di-

verse organisatievraagstukken over:

• Procesontwerp leerwerkbedrijven

• Het benutten van Wet Werken Naar Ver-

mogen

• Het resultaatgericht werken en kwali-

teitsgestuurd beheren

• Prestatieverbetering en optimalisatie

• Duurzame inzetbaarheid en leeftijds-

bewust personeelsbeleid

• Opleidingsubsidie

• Persoonlijke begeleiding en team-

ontwikkeling.

Nieuwe MBO-opleidingen

Daarnaast heeft SPA Groep een bijzonde-

re mijlpaal bereikt met de lancering van

de nieuwe MBO-opleiding ‘Schone Leef-

omgeving’. Deze Beroeps Begeleidende

Leerweg is speciaal ontwikkeld voor

medewerkers en assistent medewer-

kers die de openbare ruimte schoon en

netjes houden. Vanaf heden is het voor

hen dus mogelijk om een beroepsoplei-

ding te volgen, waarmee zij een erkend

MBO-diploma behalen. Voor de leerwerk-

bedrijven die mensen met een afstand

tot de arbeidsmarkt willen laten werken

naar vermogen is er een speciale leerweg

ontwikkeld. In deze MBO-variant is extra

veel aandacht voor sociale- en specifi eke

werknemersvaardigheden.

Maatwerk MBO IBOR

Van de MBO bestaat er ook in een IBOR-

variant. Deze is uniek in zijn soort omdat

het opleidingsplan wordt samengesteld

rondom de uitvoering van al het dage-

lijkse onderhoud van de openbare ruimte

(schoon en heel!) en kan worden afge-

stemd op specifi eke organisatie doelen

en takenpakketten.

Koplopers

SPA Groep is bijzonder trots op de stads-

delen Amsterdam Oost en Amsterdam

Zuidoost. Zij zijn namelijk de eerste or-

ganisaties in de branche die hun reini-

gingsmedewerkers deel laten nemen aan

een echte beroepsopleiding.

Als u meer wilt weten over organisatie-

ontwikkeling en/of de MBO-opleidingen

dan kunt u contact opnemen met SPA

Groep (0172-200000 / [email protected]).

NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWS

van de kringloop voor textiel. Andere

best practices komen uit de productie-

sector, de voedselindustrie en de bouw.

Met name strategen, R&D professio-

nals, afvalmanagement professionals

en overige specialisten op het gebied

van duurzame innovatie zijn op hun

plek tijdens de conferentie.

Meer informatie staat op:

www.p-plus.nl/meeting

MBO-opleidingen en organisatie-ontwikkeling

Het SPA projectteamWouter Jansen is verantwoordelijk mana-ger van de afdeling Organisatieontwikke-ling en is actief op het gebied van afval, reiniging en beheer openbare ruimte. Nelleke Pronk (links op de foto) is soci-aal psychologe en houdt zich bezig met communicatie, houding en gedrag. Ze is deskundig op het gebied van groeps-dynamica en persoonlijke ontwikkeling. Fleur Jansen is deskundig op het gebied van personeel en arbeid. Ze heeft als HRM-adviseur veel kennis opgedaan over duurzame inzetbaarheid, opleidings-beleid en verzuimbeleid.

Page 38: GRAM

De duurzaamste verwerking van uw RKGV.

Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of

veegzand? Zandrecycling Nederland (ZRN)

is dé specialist van Nederland. We reinigen

en recyclen het tot schone (bouw)materialen.

En we verwerken de restfracties volgens de

kleinste paragrafen van de Milieuwet. Kijk op

www.zandrecycling.nl, of bel 0174-24 39 50

voor meer info, een vrijblijvende afspraak ter

kennismaking of het aanvragen van een offerte.

Zandrecycling Nederland BV ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk T 0174-243950 F 0174-291148 www.zandrecycling.nl [email protected]

RKGV-specialist sinds 1988

Meerdere locaties in Nederland

Snelle dienstverlening

Diverse transportmogelijkheden

ISO- en VCA-gecertifi ceerd

Gratis afvalstroomnummer

Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.

38 GRAM | oktober 2012

ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl

RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur), Marc Maassen, GADDrs. Bas Peeters, NVRDHerman Beerding, BMSRiny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostIng. Marc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, Agentschap NL

EindredactieDrs. Karin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]

BladmanagementSander Retra, Retra PubliciteitsService bv

Advertentie-exploitatieRetra PubliciteitsService bvPostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02e-mail: [email protected]

OpmaakBetuwe Promedia bv, Buren

DrukSpijker Drukkerij bv, Buren

Offi cieel vakblad van de NVRD

AbonnementenadministratiePostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02Jaarabonnement ad € 95,– incl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.

Beëindiging abonnementHet opzeggen van een abonnement dient schriftelijk te geschieden uiterlijk op 15 november bij Retra PubliciteitsService. Bij niet tijdige opzegging wordt het abon-nement automatisch verlengd.

ISSN 1569-0458

© NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC-keurmerk en verschijnt 11x per jaar.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

Agenda29-30 oktober 2012

ISWA international symposium on waste management

Zagreb, Kroatie

Inl. www.iswa.org

7 november 2012

NVRD themadag ‘Verpakkingen en Grondstoff en’

Triavium, Nijmegen

Inl. www.nvrd.nl

27 – 30 november 2012

Pollutec Lyon

Inl. www.pollutec.com

Page 39: GRAM

Zout wegenper m2

Voor vragen: [email protected] informatie: www.wegenzout.nl

Het is tijd voor meer met minder!

Vacuümzout van AkzoNobel stuitert bij strooi-acties minder op het wegdek dan grovere soorten wegenzout. Het komt dus terecht waar het moet: op de weg en niet ernaast. Voor een gelijk resultaat is er daardoor minder van nodig. Dat komt doordat AkzoNobel vacuümzout vochtig is en een fi jnere korrelgrootte heeft. Het plakt als het ware aan het wegdek. Om de gewenste dosering te bereiken zijn er dus minder grammen wegenzout nodig per m². Oftewel: met dezelfde hoeveelheid AkzoNobel vacuüm-zout kunnen méér vierkante meters wegdek effectief worden gestrooid. Kortom: een perfect resultaat met minder zout.

Page 40: GRAM

Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...

…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden

…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland

...dit betekent 59.000 ton minder CO2-uitstoot

…daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400.000.000 autokilometers of de nieuwe aanplant van 400.000 bomen

…dit levert 32.000.000 kilo hoogwaardige grondstoffen

…op milieuverantwoorde wijze verwerkt

00 nn 44444440000000000000000.0.0.0.000000000000 .00000.00. 0000000000 bbbbobobobboomemememeeeemmeemememeeeeeeeeennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn

Oude banden, nieuw

leven.

www.bandenmilieu.nl

Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op milieuverantwoorde wijze verwerkt.

29 RecyBEM-gecertifi ceerde inzamelings- en herverwerkingsbedrijven voeren deze werkzaamheden uit.

BEM_NAJAAR 2012_210x297.indd 1 04-09-12 08:42