GRAM april 2012
description
Transcript of GRAM april 2012
JAARGANG 103 | NUMMER 4 | APRIL 2012
Nederland is klaar voor recycling drankenkartons | Afval is de enige grondstof die we hebben |Mei wordt Nationale Kledinginzamelmaand | Hoe schoon zijn schone voertuigen?
Gemeenten zien kansen met nieuwe Wet werken
naar vermogen
120247_GRAM_apr_2012.indd 1 10-04-12 16:11
www.vanschijndel.euVan Schijndel BV • Stationsweg 78 • 6051 KL Maasbracht • Nederland
T +31 (0)475 465636 • F +31 (0)475 466540 • E [email protected] www.vanschijndel.eu
VSAII + SCB1700-Eurosplit
VSAII + ACB500 Archiefbelading
Van Schijndel Afvalinzamelsystemen“iets anders, veel beter”.
Onderdelenservice
Eenvoudig, betrouwbaar. Beproefd concept voorzien van de
nieuwste technieken. Ongecompliceerde moderne hydrauliek
& elektronica.
Langere levensduur door toepassing van slijtvast staal voor achterlader en opbouw.
Standaard met verzwaard juk en persschot. Twee jaar garantie.
Waarom voor van Schijndel kiezen:
OND
ERDELEN
ot.ot.
VSAIII + SCB1700-CombiGeschikt voor haak-arm-, kabel- en
kettingopname systemen.
120247_GRAM_apr_2012.indd 2 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 3
Officieel vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
6
10
12
Hoe doen zij dat? Deze maand: de Wet werken naar vermogenIn dit benchmarkartikel leggen vier personen van verschillende organisaties uit hoe zij
omgaan met deze nieuwe wet. Ze lichten hun keuzes toe en benoemen de voor- en na-
delen.
Nederland is klaar voor recycling drankenkartonsEen interview met Inge Eggermont, directeur van stichting Hedra over de gescheiden
inzameling van drankenkartons.
Afval is de enige grondstof die we hebben“Economisch kan het wel rendabel zijn om recycleerbaar afval naar landen als China of
India te exporteren, maar dan ga je voorbij aan de strategische waarde van afval. En
die wordt alsmaar groter.” Professor Marcel Goemans over de Europese ontwikkeling in
afvalverwerking.
Er is veel te leren in de NVRD Benchmark AfvalinzamelingIn mei gaat de NVRD Benchmark Afvalinzameling 2012 van start. Het is een uitgelezen
kans om de eigen prestaties te eiken aan de prestaties van andere gemeenten en afval-
inzamelaars.
Nieuwe rubriek: VakwerkInterview met een professional uit de branche
Foto voorplaat, lees verder op pag. 6
(foto: Nationale Beeldbank)
5 Bezem
Oproep; stem mee
14 Vier keer negen uur werken bij Avri
19 Gemengde berichten afval & milieu
20 Interview met Dick Hoogen-
doorn, directeur van de Vereniging
Afvalbedrijven
24 Mei wordt nationale
kledinginzamelmaand
25 NVRD Nieuws
26 Afwegingskader schone technieken
29 WeCycle actie Koninginnedag
30 Certifi caat voor MVO prestatielader
Humana
32 Gemeente Schoon:
convenant met scholen in Houten
33 Goed communiceren over
afvalinzameling
35 Nieuws op de markt
38 Agenda
16
22
120247_GRAM_apr_2012.indd 3 10-04-12 16:11
Vision is our mission
www.orlaco.nl
Telefoon: (0) 342 404 555
E-mail: [email protected]
120247_GRAM_apr_2012.indd 4 10-04-12 16:11
BEZEM
GRAM | april 2012 5
Ik hoop oprecht dat deze doelgroep op een goede manier een plek krijgt in de samenleving. En dat deze mensen door het verrichten van werkzaamheden, een betere kans krijgen op een volwaardig bestaan. Maar ik hoop ook dat de regelgeving ruimte laat voor praktische in-terpretatie. Begeleiding en bescherming dreigen een ondergeschoven kindje te worden.
Gemeenten worden geacht werkgevers te stimuleren om mensen met een lagere loonwaarde in te zetten. Daartegenover staat dat slechts be-taald hoeft te worden voor de mate waarin deze mensen in staat zijn tot het verrichten van arbeid. Ongewild komen er dan toch beelden bij me naar boven van markten waar mensen naar waarde worden aangeprezen. Is dit dan waar onze voormalige minister-president op doelde, toen hij verwees naar de terugkeer van de VOC mentaliteit?
VermogenDe beruchte 1 april is weer achter de rug. En dan bedoel ik dat niet vanwege de grapjes, maar vanwege de jaarlijk-se zweetuurtjes achter de computer of boven een schrijf-blok om de belastingaangifte de deur uit te werken.
Natuurlijk allemaal weer naar eer en geweten ingevuld en dit jaar des te meer. Immers hoe hoger je vermogen, hoe meer je waard bent. De nieuwe Wet werken naar vermogen betekent dat een ieder aan de hand van zijn of haar vermogen (loonwaarde) ingezet wordt op werk.
Een mens krijgt dus een waarde mee. Uiteraard niet de waarde van zijn of haar stoffelijke vermogen maar de waarde van zijn of haar arbeidscapaciteit. Ongeacht de werkelijke kansen op de arbeidsmarkt, bepaalt deze waarde de mate waarin iemand inzetbaar is.
Het afschaff en van statiegeld
is een democratisch besluit
Eens
Oneens
Reageren?
Ga naar www.nvrd.nl
Uitslag van de poll maart
Verlaging van de schoonheidsgraad
in de openbare ruimte kost alleen
maar geld.
Eens: 100 %
Oneens: 0 %
Verder discussiëren
over dit onderwerp?
Sluit u aan bij de GRAM
lezersgroep op LinkedIn.
120247_GRAM_apr_2012.indd 5 10-04-12 16:11
6
Omdat we het beheer en onderhoud gro-
tendeels zelf doen, zijn er veel werkplek-
ken beschikbaar voor deze mensen. We
proberen over de hele linie zo veel mo-
gelijk mensen in te zetten die een steun-
tje in de rug nodig hebben. ‘Apeldoorn
Vooruit’ is bijvoorbeeld ook een project
voor mensen met een grote afstand tot
de arbeidsmarkt. Hierin hebben we tien
werkplekken beschikbaar, ook kantoor-
banen, voor mensen die zo weer wat
GRAM | april 2012
HOE DOEN ZIJ DAT ?de Wet werken naar vermogen
DEZE MAAND:
Gemeente ApeldoornWerkt uw gemeente met mensen die
een afstand tot de arbeidsmarkt
hebben?
Wij hebben zo’n 150 mensen bij ons ge-
detacheerd via de sociale werkvoorzie-
ning. Zij werken het hele jaar rond. We
begonnen zo’n drie jaar geleden met ze-
ventig mensen in de groenvoorziening,
dat hebben we uitgebreid naar meerdere
afdelingen.
Waarom is ervoor gekozen deze
mensen in te zetten?
De gemeenteraad heeft ons gevraagd
om daar waar het kan deze mensen in
te zetten in de eigen werkorganisa-
tie. Daarnaast heb je als gemeente een
voorbeeldfunctie voor andere bedrijven.
Henk Veurman
adjunct-hoofd beheer en onderhoud
gemeente Apeldoorn, 156.000 inwoners.
Contact: [email protected]
WET WERKEN NAAR VERMOGEN
De overheid wil één brede voorziening invoeren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat wordt de Wet werken naar vermogen, die per 1 januari 2013 in wer-king treedt. Met de WWNV probeert de overheid zoveel mogelijk mensen uit een uit-kering te halen, zoals de bijstandswet, de wet op sociale werkvoorziening en Wajong. De WWNV wordt uitgevoerd door gemeenten. Werkgevers hoeven slechts een loon te betalen naar prestaties, gemeenten vullen het salaris aan tot het niveau van een mini-muminkomen (bijstandsniveau). Behalve deze loondispensatie belooft het kabinet nog meer ondersteunende maatregelen als detachering en werkplekaanpassing. Staats-secretaris De Krom heeft met de werkgeversorganisatie VNO-NCW afgesproken dat werkgevers zich ten doel stellen deze kabinetsperiode 5000 extra werkervaringsplaatsen te realiseren. Die zijn vooral bedoeld voor jongeren met een arbeidsbeperking die net van school komen.
120247_GRAM_apr_2012.indd 6 10-04-12 16:11
arbeidsritme en werkervaring op kunnen
en willen doen. En van daaruit weer mo-
gelijkheden krijgen om door te stromen
naar een reguliere baan.
Welke taken vervullen ze?
De gedetacheerde medewerkers bij de
afdeling Beheer en Onderhoud werken
voornamelijk in het groenbeheer, dus
schoff elen en snoeien, zwerfafval oprui-
men Daarnaast beheren zij de fi etsen-
stallingen in Apeldoorn. Een vaste groep
maakt onze eigen locaties schoon. Een
heel breed pakket.
Hoe is de aansturing?
De werkbegeleiding doen we zelf. Ook
worden we bijgestaan door één consu-
lent van de sociale werkvoorziening.
In dit benchmarkartikel leggen vier verschillende organisaties uit hoe zij omgaan met de Wet werken naar vermogen. Welke taken vervullen de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, hoe is de aan-sturing van deze mensen geregeld en wat zijn de ervaringen. De organisaties lichten hun keuzes toe en benoemen de voor- en nadelen.
tekst: Hetty Dekkers
Wat zijn de ervaringen?
Heel goed. Bij ons werken de reguliere
arbeidskrachten en de gedetacheerde
medewerkers intensief samen. Ze zit-
ten samen in de auto, in de kantine. In
het begin moesten de reguliere krachten
daar heel erg aan wennen. Nu, na een
paar jaar, is dat helemaal omgeslagen.
Reguliere krachten zijn heel enthousiast
geworden over de samenwerking. Ze
vragen soms zelf om zo’n medewerker
als naaste collega. De mensen van de
sociale werkvoorziening zijn over het al-
gemeen heel trots en blij dat ze regulier
werk kunnen en mogen doen. Ze dragen
dezelfde kleding als hun collega’s, zodat
je geen verschil ziet aan de buitenkant.
Dat meedoen in de maatschappij is heel
goed voor hun gevoel van eigenwaarde.
Wat verwacht u van de Wet werken
naar vermogen?
Er komt meer druk bij gemeenten te
liggen om iets voor deze mensen te
organiseren. Een goede zaak, al zal de
economie ook een beetje mee moeten
werken. We nemen ook clausules op in
de aanbestedingen: twintig procent van
de arbeidskrachten moet uit bijzondere
doelgroepen komen. Zo kunnen we met
zijn allen ons steentje bijdragen.
Irado
Werkt uw organisatie met mensen
die een afstand tot de arbeidsmarkt
hebben?
Dat doen we al zo lang ik me kan herin-
neren. We hebben nu elk jaar circa vijf-
tig arbeidsplaatsen beschikbaar voor
mensen van de sociale werkvoorziening,
Daarnaast laten we, via een contract met
de gemeente Schiedam, een van onze
belangrijkste opdrachtgevers, elk jaar
zo’n vijftien mensen een leer- en ontwik-
kelstage lopen. Verder hebben we nog
wat losse krachten. We werken al min-
stens vijftien jaar met mensen met een
achterstand, voorheen waren dat zoge-
heten IND’ers, mensen met een Melkert-
baan. Daarvan hadden we er zestig tot
GRAM | april 2012 7
Marijke van Doorn
hoofd p&o Irado, verzorgingsgebied
75.000 inwoners (Schiedam).
Contact: [email protected]
Medewerkers van Irado met in het midden hun begeleider Ruud Monpellier (blauwe jas)
120247_GRAM_apr_2012.indd 7 10-04-12 16:11
8 GRAM | april 2012
HOE DOEN ZIJ DAT ?
Werkt uw gemeente met mensen die
een afstand tot de arbeidsmarkt
hebben?
We hebben nu hoofdzakelijk mensen van
de sociale werkvoorziening die zwerfaf-
val opruimen, dat zijn ongeveer vijftien
mensen met een bepaalde achterstand.
Dan hebben we er ook nog twee op het
afvalbrengstation.
Waarom is ervoor gekozen deze
mensen in te zetten?
Een deel van ons werk is nu eenmaal
laagdrempelig, daar heb je geen havo-
diploma voor nodig. Deze mensen vallen
anders tussen de wal en het schip. Zij
horen er ook bij, wij zijn heel blij dat we
ze een plekje in de maatschappij kunnen
bieden op deze manier.
Welke taken vervullen ze?
Naast de taken die ik al noemde, hebben
we ook iemand die de bruikbare spul-
len uit het afval haalt voor de kringloop.
Daarin gaan we binnenkort een stapje
verder. Er komen tien extra werkplekken
voor mensen met een achterstand bij
het kringloopcentrum. Daar zijn we lang
zeventig in dienst? Een aantal van hen is
doorgestroomd naar een vast dienstver-
band bij Irado.
Waarom is ervoor gekozen deze
mensen in te zetten?
Wij zijn een van de grootste bedrijven in
Schiedam, verantwoordelijk voor afval
en beheer openbare ruimte. We vinden
dat we als zodanig een maatschappelijke
rol hebben te vervullen. We willen graag
ons steentje bijdragen als het erom gaat
deze mensen aan de slag te helpen. Om-
dat we op alle fronten een duurzaam
bedrijf willen zijn, hebben we ook het
certifi caat maatschappelijk verantwoord
ondernemen (mvo) gehaald.
Welke taken vervullen ze?
Het grootste deel werkt in de openbare
ruimte, als schoff elaars en papierprik-
kers. Mensen die het aankunnen, werken
een niveautje hoger, als stratenmaker of
in de groenvoorziening. Soms krijgen ze
van ons een opleiding of laten we ze een
kleine cursus volgen, bijvoorbeeld op het
gebied van veiligheid. Voorheen konden
we ze een bbl-opleiding aanbieden, maar
omdat de contracten nu nog maar zes
tot twaalf maanden duren, is dat te kort.
We bekijken nog of er andere opleidings-
mogelijkheden zijn.
Hoe is de aansturing?
We hebben daar één leidinggevende voor
vrijgemaakt. Die medewerker is de chef
van alle mensen met een achterstand. Hij
moet soms ‘s nachts zijn bed uit om pro-
blemen op te lossen; het is best intensief
werk want het zijn vaak mensen met pro-
blemen. Het leiding geven aan mensen
met een achterstand vereist een inten-
sieve en speciale aanpak. Vooral in het
begin moeten ze leren op tijd te komen
en dat hun kleding in orde moet zijn. Ze
hebben simpele, eenduidige instructies
nodig. De persoon die je daar op zet,
moet dat liggen.
Wat zijn de ervaringen?
Heel goed, het gros is enthousiast. En
wij zijn ook tevreden. De mensen zelf
hebben het gevoel dat ze wat leren,
dat ze meer kans maken op een baan.
Wij werken samen met uitzendbureau
Randstad, dat gaat uitstekend. Randstad
garandeert dat minstens de helft van de
betreff ende werknemers een baan krijgt
aangeboden voor minimaal een half jaar.
Wat verwacht u van de Wet werken
naar vermogen?
Ik heb het idee dat dankzij die wet vooral
mensen met minder capaciteiten, zoals
Wajongers, makkelijker een werkplek
aangeboden gaan krijgen. Als werkgever
hoef je straks alleen nog maar te betalen
naar wat ze daadwerkelijk produceren.
Daarmee wordt veel aarzeling wegge-
nomen en zullen meer bedrijven mak-
kelijker mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt in dienst nemen. Dat hoop
ik althans van harte.
Gemeente Westland
m
D
a
m
E
l
d
a
h
z
b
N
w
l
D
v
Aad Kamphorst
coördinator reiniging gemeente
Westland, 100.000 inwoners. Contact:
120247_GRAM_apr_2012.indd 8 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 9
Wat zijn de ervaringen?
Goed. Je moet ze wel heel duidelijke en
eenduidige instructies geven. Als je zegt
‘verplaats die grijze containers even’,
dan laten ze elke groene staan. Ze zijn
ook minder fl exibel dan reguliere krach-
ten. Veel werkgevers moeten daar aan
wennen. Dat zal straks met de WWNV
nog een grote rol gaan spelen.
Wat verwacht u van de Wet werken
naar vermogen?
We hebben in Tilburg toevallig een pilot
gedraaid met deze wet. De beoordelings-
fase, waarin bekeken wordt of iemand
onder de WWNW valt of niet, roept wel
erg veel bureaucratie op. Dat verliep
zo omslachtig, dat veel mensen in het
toeleidingstraject al af vielen. De vak-
bonden protesteerden ook, omdat het
inkomen slechts aangevuld wordt tot bij-
standsniveau, niet tot het minimumloon.
Het was een pilot, dus de ontwikkelingen
moeten we afwachten. Maar op zich is de
wet goed.
plezier in hun vak en doen hun uiterste
best. Een reguliere werknemer zou het
waarschijnlijk snel zat worden, elke dag
afval rapen.
Wat verwacht u van de Wet werken
naar vermogen?
Zoals ik het begrijp, is de opzet meer
mensen een plek in de samenleving te
bieden. Dat is een mooie insteek. Je moet
wel oppassen dat je ze geen te moeilijke
functies laat vervullen. Probeer die men-
sen werk te laten doen dat ze aankun-
nen, dat is belangrijk.
Gemeente TilburgWerkt uw gemeente met mensen die
een afstand tot de arbeidsmarkt
hebben?
Via de sociale werkvoorziening zijn er
rond de honderd mensen uit deze doel-
groep bij onze gemeente aan de slag. Ze
werken voornamelijk in de schoonmaak,
catering en afvalverwerking.
Waarom is ervoor gekozen deze
mensen in te zetten?
Als gemeente willen we een invulling ge-
ven aan sociaal werkgeversschap. We sti-
muleren, via aanbesteding, ook partners
om mensen met een achterstand aan het
werk te helpen. Onze doelstelling is zo-
veel mogelijk mensen op de reguliere ar-
beidsmarkt een plek te geven.
Welke taken vervullen ze?
Bij het BAT, Brabants Afval Team, werken
ze voornamelijk in de groenvoorziening.
In de catering vullen ze koffi e- en thee-
automaten en verzorgen de broodjes.
Verder hebben we mensen aan de balie
zitten, in portiersfuncties en op kantoor.
Hoe is de aansturing?
WSW, de sociale werkvoorziening, ver-
zorgt de aansturing. Logisch, want het
werk is aan WSW uitbesteed.
mee bezig geweest en ik ben heel blij dat
dat nu gelukt is.
Hoe is de aansturing?
Voorheen stuurden we de mensen zelf
aan, met een eigen coördinator vanaf de
gemeentewerf. Sinds een tijdje laten we
ze in eigen ploegjes draaien, geleid door
mensen van de sociale werkvoorziening.
Dat was een gouden greep, want dat
werkt veel beter in de praktijk. Wat je nu
ziet, is dat ze een sterk verantwoordelijk-
heidsgevoel hebben gekregen voor hun
eigen wijkje. Ze zijn in hun hele doen en
laten gegroeid, sommigen hebben zelfs
een rijbewijs gehaald, terwijl je dat voor-
af nooit voor mogelijk had gehouden.
Wat zijn de ervaringen?
Geweldig. Je ziet die mensen groeien.
Ook de werkresultaten zijn uitzonderlijk
goed. Westland is een heel schone ge-
meente, we hanteren zowat de scherp-
ste normen uit het beeldbestek. En daar
voldoen we ook aan, blijkt uit de contro-
les. Wat belangrijk is: deze mensen blij-
ven hun werk elke dag als een uitdaging
zien. Al doen ze het tien jaar, ze houden
Michel Woltersafdelingshoofd Werk & Inkomen gemeente Tilburg, 206.000 inwoners. Contact: [email protected]
120247_GRAM_apr_2012.indd 9 10-04-12 16:11
10 GRAM | april 2012
HEDRA-DIRECTEUR INGE EGGERMONT:
Op de achtergrond van het interview zoemt het nieuws
over het naderende einde van de statiegeldplicht voor
grote plastic fl essen nog rond. We spreken directeur
Inge Eggermont van stichting Hedra na het Kamerdebat
begin maart over het akkoord tussen het verpakkend
bedrijfsleven en gemeenten, dat staatssecretaris Joop
Atsma een aantal dagen eerder luid roff elend bekend
maakte. Pregnante uitkomst: de supermarkten mogen
vanaf 2014 een streep zetten onder het door hen ver-
foeide, te dure statiegeldsysteem voor grote petfl es-
sen. Dit kwam Atsma op forse kritiek van de Kamer
te staan. Zijn eigen CDA wil het besluit terugdraaien
als inzameling en recycling tegenvallende resultaten
laten zien. Een Kamermeerderheid kiest voor het mi-
lieu en minder zwerfafval. Niet voor de belangen van
frisdrankindustrie en supermarkten, die Atsma tot hun
eigen Plastic Hero hebben uitgeroepen, zoals het inza-
melsysteem met het opgeblazen oranje krachtpatsertje
heet. Een meerderheid in het Parlement wil zelfs verder
gaan en pleit voor een verhoogde inspanning voor het
hoogwaardig hergebruik van een nog verwaarloosde
maar waardevolle reststroom, namelijk de drankenkar-
tons. Bijna alle partijen (CDA, Christenunie, D66, PvdA
en SP) drongen tijdens het Kameroverleg aan op een
wettelijke scheidingsplicht. Zelfs VVD-politicus René
Leegte pleitte voor onderzoek naar de mogelijkheden
voor inzameling en hergebruik van drankenkartons.
ScheidingsplichtHedra is blij met de roep om hergebruik van dranken-
kartons. Deze stichting, waarin de producenten Elopak,
TetraPak en SIG Combibloc vertegenwoordigd zijn, is
voor een wettelijke scheidingsplicht. Hedra behartigt
de milieubelangen van drankenkartons en zorgt ervoor
dat in ons land ingezamelde drankverpakkingen naar
de recyclingfabriek in Duitsland gaan. In de Niederauer
Papier Mühle in Kreuzau bij Aken wordt de papiervezel
teruggewonnen en in de papierindustrie ingezet voor
nieuwe verpakkingen (niet voor direct contact met
levens middelen). Gingen kunststof (PE) en aluminium
voorheen als brandstof naar kolencentrales en cement-
ovens, sinds kort heeft de recycler een samenwerking
met het eveneens Duitse bedrijf APK. APK werkt drie-
kwart van deze twee afvalstromen op tot granulaat.
Ressource effi ciencyEggermont: “Er komen steeds meer hoogwaardige
oplossingen. De tijd is rijp om de waardevolle grond-
stoff en in drankenkartons te hergebruiken. In Europa
staat resource effi ciency stevig op het netvlies. Andere
Europese landen kennen al langer een inzamelsysteem
voor drankenkartons. Zelfs Engeland, dat van oudsher
op storten is ingericht, is erin geslaagd een derge-
lijk systeem op te tuigen. Onze buurlanden België en
Duitsland realiseren substantiële inzamelpercentages
met 83 respectievelijk 71 procent. Hoe anders is dat
in ons land, waar drankenkartons nog steeds in het
restafval belanden. Met een inzamelpercentage van vijf
procent zijn we hekkensluiter in de EU, waar het ge-
middelde 36 procent is.”
Mooie businesscaseEggermont heeft alle argumenten voor het inzamelen
en recyclen van drankenkartons helder op een rij staan.
Drankenkartons zijn met hun lange papiervezels van
de uitzonderlijke hoge kwaliteit die de papierindustrie
graag wil hebben. Recycling van de nu 350 duizend
ton op de Europese markt gebrachte drankenkartons
(36 procent van het totaal) is goed voor een verme-
den CO2-uitstoot van 310 duizend ton. De milieuwinst
van recycling is evident. Ook de kosten zijn nu goed
in beeld gebracht door studies van KplusV (najaar
2011) en eerder door CE Delft (augustus 2010). Een
door Pieter van den Brand
“Nederland is klaar voor recycling
Alle seinen staan op groen voor de gescheiden inzameling van
drankenkartons. De milieuwinst is evident, de kosten zijn in
beeld gebracht. Toch komt het er niet van. Staatssecretaris
Atsma laat zijn oren te veel naar het bedrijfsleven hangen.
Onacceptabel, vindt directeur Inge Eggermont van stichting
Hedra. “Je stuurt een prachtige grondstof naar de afvaloven.
Atsma laat een laaghangend stuk fruit hangen in zijn ambitie
om naar 83 procent recycling te gaan.”
“Een drankenkarton is een
drankenkarton. De consument
hoeft zich niet af te vragen:
moet ik deze verpakking
nou scheiden of niet?”
120247_GRAM_apr_2012.indd 10 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 11
uiterst kosteneffi ciënte optie is het mee laten lopen
van de drankenkartons met de inzameling van kunst-
stof verpakkingsafval van huishoudens. “In het huidige
landschap van haal- en brengsystemen is het volgens
KplusV mogelijk 43 procent van de jaarlijkse hoeveel-
heid drankenkartons in te zamelen. Dan praat je over
30 duizend ton”, vertelt Eggermont. “Bovendien vormt
een aanbod van 30 duizend ton een mooie business-
case voor investeerders in een recyclinginstallatie.”
Volgens het door de adviseurs van KplusV ontwikkelde
kostenmodel komt de prijs voor het inzamelen en ver-
werken van drankenkartons op 285 euro per ton. De
extra kosten voor de in te zamelen hoeveelheid van
43 procent komen hiermee op zo’n 8,5 miljoen euro.
MilieuzakAtsma zou wat Eggermont betreft inspiratie moeten
krijgen van het veertigtal gemeenten, waaronder Apel-
doorn, Helmond, Maastricht, Venlo en Zutphen, dat al
drankenkartons inzamelt. In de Groningse gemeenten
Grootegast, Leek en Marum haalt Hummel Recycling
kunststofafval en drankenkartons met succes geza-
menlijk op in de ‘milieuzak’. “Het bewijs dat deze twee
stromen goed samen kunnen gaan. De inzamelresulta-
ten zijn prima. Gemeenten zijn trouw, niemand haakt
af. Er zijn zelfs enkele kleine gemeenten bijgekomen.
Gemeenten willen deze service aan de burger leveren.
Die voelt zich er prettig bij. Er is weinig uitleg nodig.
Een drankenkarton is een drankenkarton. De burger
hoeft zich niet af te vragen, wat bij al die soorten
kunststof wel het geval is: moet ik deze verpakking
nou scheiden of niet?”
Volgens Eggermont nemen ook de fabrikanten van
drankenkartons hun milieuverantwoordelijkheid. “Drie-
kwart van de drankenkartons bestaat uit papier dat is
gemaakt van FSC-hout uit milieuverantwoord beheer-
de bossen. Ook letten we op het energie-
verbruik tijdens het productieproces. We
doen vóór in de keten alles met aandacht
voor het milieu, ook bij het transport.
Het is doodzonde dat deze inspanningen
in de afvalfase geen continuïteit krijgen.
Dat past ook helemaal niet in het Neder-
landse afvalbeleid met zijn hoge inza-
melniveau en een staatssecretaris die de
ambitie koestert om in 2015 naar 83 procent
recycling te gaan.”
Druk van het bedrijfslevenToch blijft de status van het drankenkarton in het Ne-
derlandse afvalbeleid onveranderd. Ook niet met de
komst van het nieuwe Verpakkingenakkoord tussen
bedrijfsleven en gemeenten, dat nog steeds spreekt
van materialen en niet van soorten verpakkingen.
Drankenkartons bestaan voornamelijk uit papier. De
hergebruiksdoelen voor papier worden royaal gehaald.
Dus, redeneert het verpakkende bedrijfsleven, is de
aparte inzameling van drankenkartons niet nodig.
Volgens Eggermont is staatssecretaris Atsma ge-
voelig voor de druk van het bedrijfsleven, wat
de CDA-politicus ook tijdens de Kamerbehan-
deling werd verweten. “Dit nieuwe akkoord
loopt tot 2022. Als de situatie tot die tijd on-
gewijzigd blijft, is dat onacceptabel.”
Niet opportuunStaatssecretaris Atsma heeft zijn standpunt al
bepaald. Als er extra kosten mee gemoeid zijn,
gaat het niet door. En de kosten, stelt Atsma, kun-
nen niet uit de vermarkting van de ingezamelde dran-
kenkartons worden gedekt. Het opleggen van een
scheidingsplicht ziet de bewindsman helemaal
niet zitten. Verder vindt Atsma het nog niet
opportuun om de inzameling van kunststof-
afval uit te breiden. Er is immers nog geen
landelijke dekking. Dat argument gaat niet
op, stelt Eggermont. “Als de supermarkten
straks in 2014 het statiegeldsysteem los
mogen laten, zal de inzamelstructuur met
de grote kunststoffl essen uitgebreid moe-
ten worden. Er komt dus vanzelf een goede
organisatie en infrastructuur. Bij de bouw van
de nieuwe sorteerfabriek in de Waalhaven
is bijvoorbeeld al rekening gehouden met
de sortering van drankenkartons. We zijn
er juist helemaal klaar voor.” ■
drankenkartons”
Inge Eggermont,
directeur stichting Hedra
120247_GRAM_apr_2012.indd 11 10-04-12 16:11
12 GRAM | april 2012
zijn er demoprojecten waarbij opnieuw olie uit margi-
nale plasticfracties wordt gewonnen. Dat gebeurt in
Duitsland. In Engeland staan al drie installaties waar
men proef draait met het stomen van restafval. Het
afval gaat in de autoclaaf, een stoomvat, en wordt
verwerkt tot één homogene vezelachtige structuur.
Daar kun je klassieke stromen als metaal en glas mak-
kelijk uit halen. De vezels kun je terugbrengen in het
fermentatieproces, als brandstof gebruiken voor bio-
massacentrales of als grondstof voor mdf-platen.” De
stoom installaties werken nog niet perfect, maar vol-
gens Goemans is het procédé kansrijk. Volgens hem is
het geen toeval dat dergelijke innovatieve technieken
juist in Groot-Brittannië worden onderzocht en toege-
past.
“De ontwikkeling van afval is een voortzetting van de
evolutie. Eerst was het een milieuproblematiek, vervol-
gens werd het energiepotentieel ontdekt en nu wordt
er vooral naar het grondstoff enpotentieel gekeken.”
Professor Marcel Goemans, docent aan de universiteit
Antwerpen en directeur van een wereldwijd ingenieurs-
bureau MWH, verwacht dat nieuwe technieken hun op-
gang zullen maken.
Stomen van restafval“Vooral voor de niet klassieke recyclebare fracties als
zeldzame aardmetalen, organische textiel en margi-
nale plasticfracties zijn er veel nieuwe technieken in
opkomst. Zo worden er door fermentatie biochemica-
liën als bio-ethanol en bitanol uit afval gehaald. Ook
Afval is de enige grondstof die we hebben
Afval is, op aardgas na, de enige grondstof die Nederland heeft. “Economisch kan het wel rendabel zijn
om recycleerbaar afval naar landen als China of India te exporteren, maar dan ga je voorbij aan de stra-
tegische waarde van afval. En die wordt alsmaar groter.” Professor Marcel Goemans over de Europese
ontwikkeling in afvalverwerking.
door Hetty Dekkers
Foto: Wou
ter de Bru
ijn, N
ation
ale Beeld
bank
120247_GRAM_apr_2012.indd 12 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 13
“Nederland en België hebben het nadeel van de rem-
mende voorsprong. In Engeland liep men oorspronke-
lijk achter op deze landen. Nu zie je dat ze met een
inhaalslag bezig zijn. Ook de vergassingsmethode, die
op het vaste land van Europa eigenlijk al afgeschreven
is als zijnde niet geschikt, wordt in Engeland momen-
teel weer uitgeprobeerd. Persoonlijk denk ik dat deze
techniek weinig kans van slagen heeft, maar de Engel-
sen kijken in elk geval met een open, nieuwsgierige
blik naar nieuwe mogelijkheden. Daar kunnen soms
verrassende innovaties uit rollen, zoals de stoomtech-
niek.”
GeopolitiekVolgens Goemans moet Europa meer oog krijgen voor
de strategische waarde van afval. “Nu wordt alleen
maar gekeken naar de economische waarde. Daarom
wordt er ontzettend veel afval geëxporteerd. De con-
tainers uit China en India komen vol met nieuwe pro-
ducten hierheen en het is dus spotgoedkoop om het
afval retour te sturen in diezelfde containers. Anders
moeten ze leeg terug. En ook is het demonteren van
iPads, mobieltjes, zonnecollectoren en andere elektro-
nica vanwege de loonkosten haast niet te realiseren in
landen als Nederland en België. Maar als je geopolitiek
naar de kwestie kijkt, zie je dat de meeste grondstof-
fen, zoals olie, gas en zeldzame aardmetalen, overal op
de wereld te vinden zijn behalve in Europa. De strate-
gische waarde van afval wordt dus alsmaar groter, met
het stijgen van de grondstofprijzen en de toenemende
grondstoff enschaarste. Europa kan zich dus beter gaan
richten op vermindering van de export, ook al is die nu
nog het meest rendabel. Hier en daar zijn er positieve
ontwikkelingen. Het Belgische Umicore bijvoorbeeld
heeft geïnvesteerd in technologieën om zeldzame
aardmetalen uit elektronica te kunnen recycleren. De
kennis hebben we dus in huis. Bovendien gebeurt het
hier milieuvriendelijker dan in China.”
Landfi llminingOm de grondstoff en die we hebben optimaal te benut-
ten, wordt er in Belgisch Limburg momenteel onder-
zoek gedaan naar het afgraven van oude stortplaatsen.
“Dat is een ambitieuze studie waar twee universiteiten
aan meewerken, samen met afvalbedrijven en een on-
derzoeksinstituut. Dit landfi llmining gebeurt op meer
plaatsen in de wereld, soms ook vanwege ruimtege-
brek, zoals in Dubai. Men graaft een oude stortplaats
af en onderzoekt wat daar nog aan bruikbare grond-
stoff en inzitten. Om die vervolgens te benutten voor
recycling of energiewinning. Oude stortplaatsen zijn er
genoeg in Europa, dus landfi llmining kan veel opleve-
ren. Ik ben groot voorstander van dat soort processen.
In afval dat we decennialang onder de grond hebben
gestopt, zit waarschijnlijk een groot grondstoff en-
potentieel. En dat potentieel moeten we, maximaal
ontsluiten.”
Afval als energie blijft volgens Goemans een goede
optie voor sommige fracties. “Dan moet je wel zoeken
naar synergie tussen verschillende sectoren. Zoals in
Moerdijk gebeurt, met een afvalverbrander die direct
energie levert aan een klassieke gascentrale. Zo kun je
ook denken aan een afvalverwerker die gekoppeld is
aan een vergister van slib. Bij het benutten van energe-
tische waarde moet je als sector buiten je eigen hokje
durven kijken en matches maken met andere sectoren.”
Hoe de toekomst zich ook ontwikkelt, volgens Goe-
mans staat het nut van gescheiden inzameling buiten
kijf. “Al die burgers die voor jou gratis het werk doen,
dat is onovertrefbaar. Bovendien heb je met grotere
stromen meer mogelijkheden. Hoe meer je ophaalt, hoe
goedkoper je kunt verwerken. Gemeenten en andere
overheden moeten dus blijven investeren in publieks-
campagnes voor gescheiden afvalinzameling.” ■
Marcel Goemans (44) is gastprofessor aan de Universiteit Antwerpen. Hij doceert daar duurzame procestechnologieën en is verbonden aan het in-stituut milieu en duurzame ontwikkeling. Goemans is ook business director van het wereldwijde ingenieursbureau MWH (Montgomery, Watson & Harza). Uit hoofde van beide functies geeft hij regelmatig lezingen en neemt hij deel aan debatten over duurzame ontwikkelingen en milieu.
Marcel Goemans:
“Europa moet meer oog krijgen voor
de strategische waarde van afval”
120247_GRAM_apr_2012.indd 13 10-04-12 16:11
14 GRAM | april 2012
In 2011 deed Avri al een proef waarbij medewerkers
in operationele en uitvoerende functies vier keer ne-
gen uur werkten. “Die proef was een succes. Daarom
wilden we er een vervolg aan geven”, vertelt Martijn
Verharen, manager Operationele Dienst bij Avri. De
nieuwe proefperiode duurt nog tot eind dit jaar. Verha-
ren: “De proef van vorig jaar was beperkt van omvang.
Het betrof vier voertuigen en een proefperiode van drie
maanden. We willen er zeker van zijn dat negen uur per
dag werken niet leidt tot gezondheids- of andere pro-
blemen. Om die reden kiezen we voor een proeftijd van
een jaar met een nulmeting, een tussentijdse meting
en een eindmeting.”
PapadagDe kantoormedewerkers van Avri kregen al eerder de
mogelijkheid om te kiezen voor vier keer negen uur
werken. Uit onderzoek bleek vervolgens dat het animo
hiervoor ook bij de mensen in de uitvoerende en ope-
rationele functies groot was. Maar liefst 90 procent van
hen bleek voorstander te zijn. Verharen: “We wilden ech-
ter alleen met het proefjaar beginnen als 100 procent
van het personeel hiermee instemde. Met de medewer-
kers die bezwaar hadden, zijn we in gesprek gegaan.”
De bezwaren bleken vooral betrekking te hebben op de
thuissituatie. Medewerkers zagen problemen om een
langere werkdag af te stemmen met het thuisfront. “Hier
hebben we met de betrokken mensen over gesproken.
Uiteindelijk blijkt het voor de meeste van hen een voor-
deel te zijn als ze vier dagen werken. Ze krijgen dan
een papadag, de kinderen gaan een dag minder naar de
opvang en dat scheelt weer in de kosten.”
Minder woon-werkverkeerKostenbesparing en effi ciencyverbetering waren be-
langrijke redenen voor Avri om voor de proef met een
vierdaagse werkweek te kiezen. Verharen: “De kosten-
besparing zal zo’n 100.000 euro per jaar zijn. Dagelijks
hebben we in Rivierenland een dertigtal voertuigen op
de weg. Begin 2012 kregen we in onze regio een uit-
breiding van onze werkzaamheden met de inzameling
in de gemeente West Maas en Waal. De proef brengt
met zich mee dat we effi ciëntere routes hanteren. On-
danks de uitbreiding van ons werk hebben we geen
extra voertuigen hoeven aanschaff en.” Een andere re-
den voor de proef is dat Avri als overheidsorganisatie
een voorbeeld wil stellen. Vier keer negen uur werken
levert minder woon-werkverkeer op en is dus goed
voor het milieu en de fi lebestrijding. Verharen: “De be-
langrijkste reden voor de proef is echter het belang dat
we hechten aan medewerkertevredenheid. Voor de toe-
komst is de verwachting dat er een tekort aan chauf-
feurs zal optreden. Op deze manier laten we zien dat
we een aantrekkelijke werkgever zijn.”
LichaamsbewegingVoor de uitvoering en evaluatie van de proef stelde Avri
een werkgroep samen, bestaande uit een projectleider,
chauff eurs en teamleiders. Zij gingen aan de slag met
de planning van de routes. Vier keer negen uur werken
vereist een strakke planning. Verharen: “In de praktijk
betekent dit dat we onze voertuigen nu de hele week
maximaal benutten.“ De projectleider stelde samen
met de afdeling KAM een vragenlijst op om eventuele
VIER KEER NEGEN UUR WERKEN BIJ AVRI
door Ans Aerts
‘Hiermee laten we zien dat we een aantrekkelijke werkgever zijn’
Vanaf begin dit jaar werken de medewerkers
van Avri vier keer negen uur. Dit jaar is nog een
proefjaar. Aan het einde van 2012 valt het besluit
of de vierdaagse werkweek defi nitief wordt inge-
voerd. De ervaringen tot nu toe zijn positief.
Jurgen en Sven samen met Scania
120247_GRAM_apr_2012.indd 14 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 15
gezondheidsklachten vast te stellen, zoals een muis-
arm, rugklachten of concentratieproblemen. De rest-
en gft-afvalinzameling vindt bij Avri vooral met zijla-
ders plaats. “Met de strakkere planning zijn er geen
voorlopers meer. Dit vergt dus meer van de chauff eur,
maar betekent ook dat hij regelmatig de wagen uit
moet. Chauff eurs krijgen dus meer afwisseling in hun
werk, meer lichaamsbeweging en minder risico op ge-
zondheidsklachten.”
Via metingen controleert het projectteam tenslotte of
vier keer negen uur werken mogelijk leidt tot meer ge-
vallen van schade, ongevallen of klachtenmeldingen.
Als het aan het personeel had geleden was Avri al in ja-
nuari defi nitief overgegaan op vier keer negen uur wer-
ken, volgens Verharen. “We zijn nu een paar maanden
onderweg en mensen zijn erg enthousiast. De eerste
metingen laten positieve resultaten zien.” ■
AFVAL & MILIEUGEMENGDE BERICHTEN
Martijn Verharen
Biogas uit sloophout
Een consortium van Gasunie, HVC groep,
Taqa (energiebedrijf Abu Dhabi), appara-
tenbouwer Dahlman en aannemer Ballast
Nedam gaat een biogasdemonstratie-
installatie bouwen in Alkmaar. De fabriek
wordt gebouwd volgens het ECN-principe
en gaat vijf miljoen kubieke meter gas per
jaar produceren uit sloophout. Dit komt
overeen met een aardgasgebruik van on-
geveer 3.500 huishoudens. Het ECN-pro-
ces vergast eerst snippers sloophout bij
een temperatuur van negenhonderd gra-
den Celsius. Er ontstaat een gasmengsel
van onder andere methaan, waterstof en
koolstofmonoxide. Daarna verwijdert een
tweede apparaat teer door het op te los-
sen in twee oliën.
Gemeente Oss lid van Midwaste
De gemeente Oss is toegetreden tot de
Coöperatieve Vereniging Midwaste Milieu,
werknaam Midwaste. Hierdoor kan de ge-
meente in strategisch en in fi nancieel op-
zicht profi teren van de kennis en schaal-
voordelen van de coöperatie. Voor Oss
betekent de aansluiting dat de gemeente
een belangrijke stap kan zetten in de ver-
dere verduurzaming van afvalinzameling
en afvalverwerking. Midwaste begeleidt
de gemeente o.a. bij de organisatie van
de aanbesteding voor de inzameling en
afzet van oud papier. Later dit jaar volgt
ondersteuning bij het aanbesteden en de
organisatie van de afzet van herbruikbare
afvalfracties van de Milieustraat Oss.
Sita haalt tot 2018 huisvuil
in Arnhem op
Afvalinzamelaar Sita en de gemeente Arn-
hem zijn overeengekomen dat Sita tot 31
december 2017 huishoudelijk afval voor
de gemeente inzamelt. Het contract biedt
de mogelijkheid de looptijd met twee jaar
te verlengen. In het contract verplicht Sita
een deel van het werk te laten uitvoeren
door mensen met een beperking. Het gaat
daarbij onder meer om werk bij de afval-
brengstations in Arnhem, Rheden en Wes-
tervoort.
Woningcorporaties geven afval-
scheiding geen prioriteit
Uit in opdracht van LightRec Nederland
uitgevoerd onderzoek blijkt dat slechts
een kwart van alle woningcorporaties be-
leid heeft geformuleerd voor afvalschei-
ding, terwijl bij corporatiewoningen jaar-
lijks 1 miljoen lampen vrijkomen. Uit het
onderzoek blijkt dat bijna de helft van de
woningcorporaties weinig kennis heeft
over de verplichting om oude energiezui-
nige verlichting apart in te leveren voor
recycling. Bovendien voelen veel corpo-
raties zich niet verantwoordelijk voor de
afvalscheiding, omdat ze derde partijen
inschakelen voor de uitvoering van het
gebouwbeheer. Nog eens 17% geeft aan
dat de inzameling van lampen en arma-
turen geen prioriteit heeft.
400.000 nieuwe banen afvalsector
Volgens een onlangs gepubliceerde studie
van de Europese Commissie zou de volle-
dige uitvoering van de Europese afvalwet-
geving een besparing op kunnen leveren
van 72 miljard euro per jaar. Bovendien
zou het zorgen voor een jaarlijkse om-
zetstijging van de sector afvalbeheer en
recycling in de EU met 42 miljard euro,
waardoor het uiterlijk 2020 ook nog eens
zou kunnen zorgen voor 400.000 nieuwe
banen. De Commissie ziet illegale afval-
verwijdering in de lidstaten als een gemis-
te kans op economische groei. Strengere
inspecties op nationaal niveau en betere
kennis over afvalbeheer kunnen volgens
de Commissie voor belangrijke verbete-
ringen zorgen.
120247_GRAM_apr_2012.indd 15 10-04-12 16:11
16 GRAM | april 2012
Laat kinderen meedenken
van mensen uit de Wet werken naar vermogen kijken
we ook naar zaken als bijvoorbeeld inspanningen op
het gebied van vernieuwing of innovatie, duurzaam-
heid van het voertuigenpark en (leeftijdsgebonden)
personeelsbeleid.
Leren van elkaarVanaf mei kunnen de deelnemers beginnen met de
invoer van gegevens. Na validatie berekent de NVRD
hieruit prestatie-indicatoren. Deze worden in schrifte-
lijke rapportages vergeleken met andere deelnemers
en hun inzamel systemen. Dan start het eigenlijke
vergelijken en leren pas. Centraal in de benchmark
staan de bijeenkomsten waarin de deelnemers met de
conceptrapportages op schoot de onderlinge verschil-
len bespreken en samen op zoek gaan naar de oor-
zaken van deze verschillen.
Tijdens de bijeenkomsten is er voldoende gelegen -
heid om actuele zaken te bespreken en zullen gast-
sprekers bepaalde onderwerpen komen toelichten.
Naast de drie geplande benchmarkbijeenkomsten,
biedt de NVRD ook maatwerksessies op verzoek en
op locatie.
Naast de mogelijkheid om in deze drie sessies collega’s
te ontmoeten en met elkaar van gedachten te wisselen,
ontvangen de deelnemers een eigen rapportage waarin
hun prestaties worden vergeleken met vergelijkbare or-
ganisaties, en een algemene trendrapportage.
Kijkje in de keukenOp de volgende twee pagina’s presenteren we twee
anonieme voorbeelden van het vergelijken van inzamel-
systemen. In de benchmark zijn onderlinge vergelijkin-
gen uiteraard niet anoniem.
DeelnameHeeft u nog vragen of bent u geïnteresseerd in
deelname? Voor aanmeldingen en vragen kunt u
contact opnemen met de NVRD, Alexander Vos de Wael
Inzamelsystemen centraalDe NVRD-benchmark legt in 2012 de focus op inzamel-
systemen. Een inzamelsysteem is de combinatie van
een afvalstroom (bijvoorbeeld gft-afval of kunststoff en)
en een inzamelmethode (bijvoorbeeld zijladers, onder-
grondse containers). Per inzamelsysteem worden de
prestaties tussen de deelnemers vergeleken. De vergelij-
king gebeurt steeds op twee niveaus: op beleidsniveau
waarbij de vraag centraal staat welk inzamelsysteem het
beste scoort en op operationeel niveau waarbij binnen
hetzelfde inzamelsysteem onderling vergeleken wordt.
Uiteraard krijg je als deelnemer een totaaloverzicht van
je prestaties op alle systemen en worden ook de nieuwe
inzamelsystemen zoals ‘gecombineerd’ of ’omgekeerd’
inzamelen meegenomen.
Ook maatschappelijke meerwaardeDe vergelijking vindt steeds plaats op vier prestatie-
gebieden: milieu, productiviteit, kosten en maarschap-
pelijke meerwaarde. Nieuw is dat bij het prestatiegebied
milieu zowel de prestaties op het gebied van ingezamel-
de hoeveelheid en afvalscheiding als CO2-uitstoot wor-
den meegenomen. Daarnaast hebben we het prestatie-
gebied ’maatschappelijke meerwaarde’ toegevoegd. Met
dit prestatiegebied willen we aangegeven dat er meer is
dan alleen sturen op kosten of productiviteit. Een van die
aspecten van meerwaarde is het inzetten van mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit betekent dat
je als gemeente of bedrijf niet zondermeer gaat voor de
goedkoopste oplossing maar dat je andere zaken ook
belangrijk vindt. Prestaties op dit gebied worden in de
benchmark 2012 ook inzichtelijk gemaakt. Naast inzet
door Alexander Vos de Wael
Er is veel te leren in de NVRD-benchmark
Afvalinzameling
In mei gaat de NVRD Benchmark Afvalinzameling
2012 van start. Het is een uitgelezen kans om de
eigen prestaties te ijken aan de prestaties van
andere gemeenten en afvalinzamelaars. Zeker nu
er allerlei vernieuwingen plaatsvinden in afvalin-
zameling en inzamelsystemen en er steeds meer
nadruk wordt gelegd op effi ciency.
120247_GRAM_apr_2012.indd 16 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 17
Het inzamelresultaat staat verticaal op de y-as en wordt uitgedrukt in
de hoeveelheid restafval die per aangesloten huishouden wordt inge-
zameld. De lijnen in de grafi ek geven de doorsnee verhouding tussen
inzet en inzamelresultaat aan van het betreff ende inzamelsysteem.
In de grafi ek vallen twee zaken op:• Als we beide systemen vergelijken valt op dat ondergrondse in-
zamelcontainers gemiddeld een hogere productiviteit hebben dan
bovengrondse containers. Bij een gelijk inzamelresultaat is met on-
dergrondse verzamelcontainers 42% minder inzet nodig. Het lagere
aantal ledigingen per uur wordt bij ondergrondse containers dus
gecompenseerd door het grotere volume. Een reden voor het onder-
scheid kan ook liggen in de dichtheid van beide systemen.
• Binnen elk systeem zien we verder een forse spreiding in de pro-
ductiviteit. Bij gelijke inzet wordt in de ene gemeente tweemaal
zoveel ingezameld als in andere gemeenten. Dit zal voor een deel
liggen aan niet beïnvloedbare omgevingsfactoren zoals inrichting
van de openbare ruimte. Ondanks dit gegeven toont de grafi ek dat
benchmarken loont. Ook gemeenten die hetzelfde inzamelsysteem
toepassen kunnen veel leren van elkaar.
Uit de benchmark blijkt dat in stedelijke gebieden
steeds meer gebruik wordt gemaakt van verzamelcon-
tainers voor het inzamelen van restafval. Deze trend
zal naar verwachting, zeker met de introductie van
’omgekeerd inzamelen’, de komende jaren doorzetten.
Verzamelcontainers kennen twee varianten: boven- en
ondergronds. Bij een afweging tussen beide systemen
spelen de impact op het straatbeeld en de noodzake-
lijke investering een rol. Maar is er ook een wezenlijk
verschil in productiviteit tussen beide systemen? Hierin
biedt de benchmark inzicht.
De grafi ek toont de verhouding tussen het inzamelre-
sultaat en de daarvoor geleverde inzet van de bench-
markdeelnemers. De benodigde inzet staat horizontaal
op de x-as uitgedrukt. Dit is de som van de ingezette
personeel- en tractie-uren. De inzet is uitgedrukt in het
totaal aantal minuten inzet van medewerkers en voer-
tuigen per aansluiting, per jaar. De inzet kan verschil-
len door het type inzamelsysteem, de routeplanning,
de dichtheid van de containers en natuurlijk de pro-
ductiviteit.
Vergelijking brengsystemen: onder- of bovengrondse containers voor restafval?
Productiviteit onder- en bovengrondse verzamelcontainers
Inzet personeel en tractie per huishouden (minuten)
Kg r
esta
fval
per
huis
houden
Productiviteit ondergronds
Bij gelijke kg 42% minder tijd
Bovengrondse verzamelcontainers
Ondergrondse verzamelcontainers
Productiviteit bovengronds
1000
500
250
25 50 100 200
120247_GRAM_apr_2012.indd 17 10-04-12 16:11
18 GRAM | april 2012
De inzameling van kunststofverpakkingen staat in de schijnwerpers.
Vanaf 2010 wordt deze stroom op grote schaal ingezameld. Binnen
de benchmarkgroep werden drie inzamelsystemen toegepast: zakken
(haalsysteem), bovengrondse- en ondergrondse verzamelcontainers.
Welk systeem leverde de beste prestaties?
Ook deze grafi ek toont de verhouding tussen het inzamelresultaat
(hoeveel kilogram kunststof verpakkingen zijn er per aangesloten huis-
houden ingezameld?) en de daarvoor geleverde inzet van de inzame-
laar. Dit is de som van de ingezette personeel- en tractie-uren. Hiermee
worden inzamelvoertuigen die verschillend zijn wat betreft personeels-
inzet onderling vergelijkbaar.
Uit de grafi ek blijkt:• Dat het haalsysteem met zakken hogere milieuresul-
taten kent dan verzamelcontainers.
• De hoogste inzamelresultaten worden gehaald in
diftar-gemeenten waar kunststoff en met zakken aan
huis worden ingezameld.
• Voor alle inzamelsystemen geldt: hoe groter de in-
spanning, hoe beter het milieuresultaat. Dit blijkt uit
het patroon van linksonder (weinig inzet, weinig re-
sultaat) naar rechtsboven (veel inzet, veel resultaat)
• Productiviteit is berekend als de verhouding tussen
inzet en resultaat (hierbij wordt dus niet gekeken
naar hoge milieuprestaties). Deze is het hoogst bij
verzamelcontainers. De gele diagonale streep toont
het productiviteitsniveau van het meest effi ciënte
inzamelsysteem in de benchmark: ondergrondse
verzamelcontainers. Met dit systeem worden echter
bij lange na niet de beoogde doelstellingen in 2015
gehaald.
• Om de doelstellingen te halen lijkt het gebruik van
het haalsysteem noodzakelijk. Daarbij dient reke-
ning gehouden te worden met een substantieel ho-
gere inzet, en dus hogere kosten. ■
Bron: data NVRD Benchmark Afvalinzameling, peiljaar 2010.
Alleen huishoudens die aangesloten zijn op de betreff ende
inzamelvoorzieningen zijn meegewogen.
Kunststofi nzameling met het huis-aan-huis inzamelen van zakken kent het
hoogste milieuresultaat
Welke inzamelsysteem voor kunststoffen presteert het best?
Kunststoffen: productiviteit en milieuresultaat
Inzet personeel en tractie per huishouden (minuten)
Kg p
er h
uis
houden
Bovengrondse verzamelcontainers(brengsysteem)
Ondergrondse verzamelcontainers(brengsysteem)
Zakken(haalsysteem)
Zakken met DifTar(haalsysteem)
30
3
10
1
1 3 10
Hoogste milieuresultaat
Hoogste pro
ductivit
eit
120247_GRAM_apr_2012.indd 18 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 19
Strenge controle op afval scheiden
De gemeente Almere heeft besloten een
extra proef te doen met het extra streng
controleren van het scheiden van afval.
De gemeente wil hiermee meer grond-
stoff en zoals plastic, bioafval en papier
ophalen. Een eerdere soortgelijke actie
was succesvol. Er werd toen 30 procent
minder restafval ingezameld en twee
keer meer gft-afval. Ook werd 30 procent
meer plastic en 27 procent meer papier
apart aangeboden. De acties zijn onder-
deel van het streven van Almere naar een
afvalloze samenleving.
Gemeenten zamelen piepschuim in
Ruim 100 ton EPS verpakkingen (ofwel
piepschuim) uit huishoudens werd het
afgelopen jaar gescheiden op milieu-
straten ingeleverd. Deze inzameling is
een initiatief van de fabrikanten van EPS-
producten. EPS weegt weliswaar heel wei-
nig, maar circa 600.000 m³ ofwel 15.000
vrachtwagens van 40m³ (ruim 4.000 ton)
verdwijnt nog steeds in het restafval. In-
middels zijn dertig gemeenten (o.a. Bre-
da, Den Bosch, Dongen, Ede, Etten-Leur)
op hun milieustraten gestart met EPS in-
zameling. Het materiaal gaat voor recy-
cling rechtstreeks naar herverwerkers.
Daar wordt het materiaal gemalen en bij-
gemengd in EPS isolatieproducten. Naar
verwachting zullen de komende jaren
zo’n 300 gemeenten in Nederland EPS-
verpakkingen gescheiden inzamelen.
Inzameldoelstelling e-waste
De EU legt Nederland voor 2021 een in-
zameldoelstelling op van 340 miljoen
kilo e-waste. Die doelstelling is volgens
Wecycle en ICT~Milieu alleen haalbaar als
de overheid bereid is aanvullende maat-
regelen te treff en. Deze organisaties den-
ken o.a. aan een afgifteplicht voor win-
kels en gemeenten, een registratieplicht
voor inzamelaars en recyclingbedrijven
en het zonder meer kunnen inleveren
van e-waste bij verkooppunten van ap-
paraten en lampen. In 2011 zamelden
Wecycle en ICT~Milieu 130 miljoen kilo
e-waste in. Uit onderzoek blijkt dat de
consument jaarlijks nog 35 miljoen kilo
e-waste met het huishoudelijk afval weg-
gooit. Daarnaast verdwijnt 10 procent
naar het buitenland.
Samenwerking bij inzameling en
verwerking groenafval
Afvalenergiecentrale ARN in Weurt, Bruins
& Kwast in Duiven, Van Iersel in Raven-
stein en Den Ouden in Haps hebben de
krachten gebundeld om groenafval uit
veertien gemeenten in de regio Arnhem
- Nijmegen duurzaam te verwerken. Hier-
voor is Groen Recycling Arnhem Nijme-
gen B.V. (GRAN) opgericht. De nieuwe
bedrijvencombinatie maakt het mogelijk
om alle soorten groenafval duurzaam te
verwerken. Onder regie van ARN zorgt
het nieuwe bedrijf voor de inname, over-
slag en opwerking van plantsoen afval,
snoeihout en afvalhout tot biobrandstof
en compost. ARN is vergevorderd met de
bouw van een vergistings- en nacompos-
teringsinstallatie voor de productie van
biogas uit gft-afval en zeer hoogwaardige
compost. De drie andere in GRAN deel-
nemende bedrijven zijn actief in de aan-
nemerij, groenvoorziening, de productie
van compost en het winnen van meststof-
fen en biologische bestrijdingsmiddelen.
De Stadsregio Arnhem - Nijmegen maakt
zich er sterk voor dat biogas als brand-
stof benut gaat worden voor stads- en
streekbussen in de regio.
Green Deal over bodemas
Staatssecretaris Atsma en de Vereniging
Afvalbedrijven hebben een Green Deal
gesloten, waarbij is afgesproken dat Afval-
energiecentrales de kwaliteit van hun rest-
stof (bodemas) gaan verbeteren door er de
zware metalen en andere vervuiling uit te
verwijderen. Daarna kan de bodemas ge-
bruikt worden voor fundering van wegen,
zonder dat er nog beveiligende maatrege-
len nodig zijn. Met deze afspraak wil het
rijk meer waarde uit afval halen. Jaarlijks
komt er zo’n 1,3 miljoen ton as uit de
verbrandingsovens. De Green Deal maakt
op termijn een einde aan de nu verplichte
eeuwigdurende nazorg van stortplaatsen
waar bodemassen nu worden opgeslagen.
Vanaf 1 januari 2017 moet minstens de
helft van de bodemassen zonder bevei-
liging kunnen worden toegepast en dus
buiten de IBC-categorie (isoleren, beheren
en controleren) vallen. Verder moet het
percentage non-ferrometalen (aluminium
en koper) dat uit de bodemas wordt terug-
gewonnen, omhoog gaan naar 75 procent
in 2017.
TU Delft start Climate Institute
De Technische Universiteit Delft heeft een
Climate Institute opgericht waarin al het
klimaatgerelateerde onderzoek van de
TU Delft wordt gebundeld. In dit instituut
wordt al het Delftse onderzoek onderge-
bracht op het gebied van ‘data en klimaat’.
Dit loopt uiteen van satellietobservaties en
het modelleren van het gedrag van wolken
tot en met maatregelen die in stedelijke
gebieden moeten worden genomen om
klimaatverandering een halt toe te roepen.
AFVAL & MILIEUGEMENGDE BERICHTEN
120247_GRAM_apr_2012.indd 19 10-04-12 16:11
20 GRAM | april 2012
Eerst maar enkele feiten rond de overcapaciteit, zoals
Hoogendoorn die vlot op tafel legt. De capaciteit van
Nederlandse afvalenergiebedrijven is circa 7,5 miljoen
ton. Het totale Nederlandse aanbod aan brandbaar
afval ligt daar ruimschoots onder, zodat een overca-
paciteit rest van 750.000 tot 1 miljoen ton. In 2011
is 350.000 tot 400.000 ton afval geïmporteerd, waar-
van circa 80 procent uit Engeland. Voor dit jaar komt
de import naar verwachting uit op 600.000 ton afval.
Ook weer voor het grootste deel uit Engeland. Uit Italië
komt circa 150.000 ton. Hoogendoorn denkt niet dat
de overcapaciteit in Nederland snel zal verdwijnen. Eer-
der verwacht hij een verdere toename, mogelijk 2 tot
2,5 miljoen ton.
Structurele overcapaciteit“Ik sluit niet uit dat we op termijn een herverdeling
van de verbrandingsmarkt krijgen, wellicht in combi-
natie met sluiting van enkele verbrandingslijnen. Een
andere mogelijkheid is dat de import van afval wordt
uitgebouwd. Dit hangt ook af van de ontwikkeling van
de economie. Het blijft nu gissen.” Hoogendoorn vindt
import overigens geen probleem. Integendeel: “Wij
hebben hoogwaardige en zeer schone verbrandingsin-
stallaties, die voor de productie van duurzame energie
zorgen. Onze installaties horen tot de top van Europa.
Wat is er in een Verenigd Europa dan op tegen om die
capaciteit ook voor omringende landen te gebruiken?
Er is immers geen enkel belang mee gediend als ieder
land op eigen houtje verwerkingscapaciteit ontwikkelt.
Andere producten en diensten worden toch ook inter-
nationaal verhandeld? Kijk naar de Nederlandse land-
en tuinbouw. Die sector produceert meer dan noodza-
kelijk is voor Nederland. Daar spreekt niemand over
overcapaciteit. Hetzelfde geldt voor multinationals als
Philips, Akzo. Kijk ook naar de diensten die de grote
ingenieursbureaus wereldwijd aanbieden. Allemaal za-
ken waar we terecht trots op zijn. Waarom zou Neder-
land dan geen afval mogen importeren? We moeten er
net zo trots op zijn dat onze afvalindustrie zo toonaan-
gevend is dat dit zonder nadelige gevolgen mogelijk
is. Dit is, net als andere diensten en producten die we
internationaal leveren goed voor de economie, goed
voor de BV Nederland.”
NonsensHet verwijt uit de milieuhoek dat afvalverbranding ten
koste gaat van recycling en hergebruik belemmert,
wijst Hoogendoorn af. “Alsof de afvalenergiebedrijven
maar wat aanrommelen en koste wat kost al het af-
val in de ovens willen gooien. Nonsens! Je moet alleen
afval verbranden waar geen andere bestemming voor
is. Behoud van grondstoff en moet in het afvalbeleid
uiteraard centraal staan. Dat standpunt wordt breed
gedragen binnen de VA. De vereniging is geen verbran-
dersclub. Alle gezindten vinden er onderdak. Wij zijn
OVERCAPACITEIT VERBRANDINGSMARKT
door Laurent Chevalier
Import van afval is verantwoord en goed
voor BV Nederland
Kom bij Dick Hoogendoorn, directeur van de Vereniging Afval-
bedrijven (VA), niet aan met het verhaal dat de overcapaciteit
op de verbrandingsmarkt schuld is van de bedrijven zelf. Zeg
evenmin dat het van de gekke is dat Nederland brandbaar
afval moet importeren om de boel aan de praat te houden.
Hoogendoorn is de vriendelijkheid zelf, dus fysiek geweld om
dat te weerleggen, gebruikt hij niet. Voor stevig verbaal tegen-
gas deinst hij echter niet terug.
Dick Hoogendoorn: “We moeten er trots op zijn dat onze afval-
industrie internationaal zo toonaangevend is.”
120247_GRAM_apr_2012.indd 20 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 21
bijvoorbeeld mede-organisator van de jaarlijkse lan-
delijke compostdag. De hele range van activiteiten op
afvalgebied vindt bij ons onderdak. Wij staan nadruk-
kelijk voor een doelmatig en duurzaam afvalbeheer.
Daarbij horen ook moderne voorzieningen voor het
verbranden en het storten van bepaalde afvalstromen.”
StortverbodHoogendoorn benadrukt dat de VA geen directe greep
heeft op het beleid van individuele leden. “Wij pleiten
met instemming van die leden wel nadrukkelijk voor
goede sturingsinstrumenten om te zorgen dat de zaken
op afvalgebied ook daadwerkelijk lopen volgens de in
afvalland bekende Ladder van Lansink. Die sturing kan
echter alleen worden georganiseerd door de overheid.”
Terugkomend op het rondzingende verhaal dat de ver-
brandingsbedrijven zelf debet zijn aan de overcapaci-
teit zegt Hoogendoorn: “De geschiedenis leert anders.
Begin 2000 kondigde Duitsland aan per 1 juni 2005
een stortverbod in te voeren. De Nederlandse overheid
heeft toen bij de sector sterk aangedrongen op uitbrei-
ding van de verbrandingscapaciteit, omdat ze bang
was dat het storten van afval in Nederland anders fors
zou toenemen. Het rijk vreesde dat Nederlandse stro-
men niet langer naar Duitsland zouden kunnen worden
geëxporteerd voor recycling. Na recycling resteert im-
mers altijd een te storten stroom restafval en daarvoor
was gezien het naderende stortverbod in Duitsland
geen ruimte meer. Dat leidde tot veel nieuwbouw in ons
land. In de praktijk is alles anders gelopen. Recycling
en hergebruik namen gelukkig fors toe. Anderzijds zak-
te de economie in. Ondertussen was de bouw van extra
verbrandingslijnen, waarin jaren van voorbereiding zit-
ten, al zo ver gevorderd dat geen terugkeer meer moge-
lijk was. En ja, als je de zaak bekijkt met de kennis van
vandaag, zou je het anders hebben aangepakt. Maar
achteraf is het makkelijk oordelen. Bovendien is er door
de recessie sprake van overcapaciteit in vrijwel de hele
afvalsector, net als elders in de industrie.”
Autonomie bij gemeentenHoogendoorn wijst er op dat de overheid zelf een be-
langrijke rol kan spelen bij het zo nuttig mogelijk gebrui-
ken van afval. Hij doelt dan vooral op de grote autono-
mie die gemeenten hebben bij het gescheiden inzamelen
van afval. “Kijk bijvoorbeeld naar de ruimte die gemeen-
ten hebben om groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval) al
dan niet gescheiden in te zamelen. Ik snap dat zoiets
in steden met veel hoogbouw niet makkelijk is. Aan de
andere kant zie je dat een grote stad als Apeldoorn heel
goed scoort bij het gescheiden inzamelen van gft-afval
en ander herbruikbaar materiaal. Het kan dus wel! Veel
gemeenten hebben gelukkig al specifi ek klimaatbeleid
ontwikkeld. Het zou goed zijn als ze dat ook op grote
schaal doen op het gebied van grondstoff en en vooral
meer inzetten op het gescheiden inzamelen van her-
bruikbare materialen. Daar is nog veel winst te boeken.”
Afgerekend door VlaanderenDe VA-directeur is met de oproep tot meer afvalschei-
ding geen roepende in de woestijn. Tijdens het in 2011
in Terneuzen gehouden jaarcongres van de NVRD kraak-
te een Vlaamse afvaldeskundige al harde noten. Chris-
tof Delatter, coördinator van het Vlaamse InterAfval (een
samen werkingsverband van Vlaamse gemeenten op af-
valgebied), rekende toen af met het verhaal dat Neder-
land met gescheiden afvalinzameling voorop loopt. Hij
vertelde dat Vlaanderen een recyclingpercentage heeft
van 73 procent tegen 49 procent in Nederland.
Delatter meldde ook dat de producentenverantwoor-
delijkheid in Vlaanderen goed is geregeld met het
bedrijfsleven en dat gemeenten hardhandig worden
gedwongen tot een vergaande gescheiden afvalinza-
meling. In de wandelgangen van het congres reageer-
den een vertegenwoordiger van het Ministerie van
Infra structuur en Milieu en een Nederlandse wethouder
anoniem op deze uitspraken: “In ons land hebben ge-
meenten veel meer bevoegdheden op afvalgebied; of
beter gezegd, weten af te dwingen, dan in Vlaanderen.
Daar zijn milieuzaken dwingender geregeld.”
Afbouw Op de vraag aan Hoogendoorn of er mogelijkheden
zijn om afvalenergiebedrijven gezamenlijk tot afbouw
van overcapaciteit te laten komen, antwoordt hij: “Dat
is recent onderwerp van gesprek geweest bij de Neder-
landse Mededingingsautortiteit. Daaruit bleek dat dit
niet mogelijk is, omdat de situatie daarvoor bij lange
na niet ernstig genoeg is. De enige harde afspraak die
er op dat gebied is, ligt vast in een convenant dat in
het verleden is gesloten tussen de VA en toenmalig
milieuminister Cramer. Daarin is vastgelegd dat er tot
2020 door leden van de VA geen capaciteit meer wordt
bijgebouwd. Verdere sturing op verwerkingscapacitei-
ten is indirect alleen mogelijk door de rijksoverheid.
Als die bijvoorbeeld gemeenten meer dwingt tot een
vergaande gescheiden afvalinzameling kan dat wellicht
leiden tot een soort ‘vrijwillige’ capaciteitsaanpassing.
Ik bedoel daarmee dat afvalenergiecentrales dan op
termijn wellicht zelf zullen besluiten een deel van hun
capaciteit stil te leggen. We moeten van deze situatie
leren dat we nóg beter moeten plannen. Aan de andere
kant laat de praktijk steeds zien dat het plannen van
maatschappelijke ontwikkelingen heel moeilijk is.” ■
“Er is geen enkel belang mee
gediend als ieder land op eigen houtje
verwerkingscapaciteit ontwikkelt.”
120247_GRAM_apr_2012.indd 21 10-04-12 16:11
22 GRAM | april 2012
VAKWERK
‘Het is echt topsport bedrijven’Wat is je functie?
Ik ben natuurlijk niet echt vuilnisman. Dat zeg ik wel
tegen de leerlingen op school. Soms zijn er slimmerds
bij, die me vragen of ik ‘echt’ ben. Sinterklaas is toch
ook echt, zeg ik dan. En dan snappen ze het wel.
Hoe lang doe je dit werk al?
Ik speel deze rol al meer dan tien jaar. Het is echt top-
sport bedrijven. Na een dag als Koos de Vuilnisman ben
ik helemaal op. Toch doe ik het nog steeds met pas-
sie. Sowieso vind ik het leuk om toneel te spelen, maar
ook de interactie met de kinderen is geweldig. En afval
interesseert me mateloos. Ik oriënteer me ook interna-
tionaal, volg wat andere Europese landen aan afschei-
ding doen. Zo heb ik bijvoorbeeld contacten met de
reinigingsdienst Hamburg. Verder houd ik de media bij,
ga in winkels op zoek naar gerecyclede producten, be-
zoek (nieuwe) bedrijven op dit gebied. Maar ook op di-
dactisch terrein moet ik me blijven ontwikkelen. Er zijn
steeds meer kinderen met gedrags- en leerproblemen.
Dat vraagt om een andere didactische aanpak.
Wat beweegt jou om dit werk te doen?
Ik breng een boodschap over waar ik voor de volle hon-
derd procent achter sta. Het geeft me veel voldoening
om echt iets te kunnen bereiken voor een duurzame
samenleving. En de combinatie van acteren en een
boodschap overbrengen is voor mij ideaal.
Bovendien volg ik mooi de seizoenen; in de zomer-
periode geef ik lessen over de Noordzee. Dan vind ik
het heerlijk dat ik weer naar het strand kan. En in de
wintermaanden heb ik, als Koos de Vuilnisman, een
dak boven mijn hoofd.
Waar komt Koos de Vuilnisman vandaan?
Bij ons thuis was Koos vroeger een bijnaam, mijn moe-
der noemde me vaak zo. Het typetje is geïnspireerd op
de personages uit de Stratemakeropzeeshow (kinder-
serie uit de jaren ’70, red.). Vooral Erik Engerd, ge-
speeld door acteur Joost Prinsen, sprak me aan.
Koos de Vuilnisman is het alter ego van Theodoor Braaksma en zijn bedrijf Natuur Avontuur. Meerdere malen per
week kruipt de bioloog en acteur in de huid van vuilnisman. Op basisscholen in heel Nederland geeft hij les over
(zwerf)afval en afvalpreventie.
120247_GRAM_apr_2012.indd 22 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 23
Wat is er zo leuk aan je werk? Waar haal je je
voldoening uit?
Uit al die blije gezichten natuurlijk. De reacties van
kinderen ontroeren me soms ook. De kinderen liggen
regelmatig dubbel van het lachen door Koos. Dat geeft
me een kick.
Hoe ziet jouw dag als Koos de Vuilnisman eruit?
Als ik een school bezoek, kom ik binnen met een gigan-
tische rugzak met duurzame materialen: van recycle-
bare balpennen tot drinkbekers. Soms kom ik in een
vuilniswagen voorrijden. Dan krijgen de kinderen uitleg
hoe dat werkt, op zo’n vuilniswagen. Ik neem een grij-
ze restafvalcontainer mee en laat zien wat erin zit. We
storten dan alle vuilnis- en prullenbakken van de school
leeg op een groot zeil. En bekijken met de hele klas
wat er allemaal tussen zit, wat erin hoort en wat niet.
We rekenen gezamenlijk uit hoeveel we weggooien. Ik
vertel wat we moeten en kunnen doen met afval dat
niet vanzelf afbreekt (tot grondstof) in de natuurlijke
kringloop. Dat het miljoenen jaren blijft liggen als we
het laten rondslingeren in plaats van hergebruiken. We
doen een quiz, bedenken leuke dingen om te doen met
afval, zingen het vuilnismanlied. Ik hijs ook altijd een
leerling in een vuilnismannenpak, dat wordt dan mijn
assistent.
Het is echt totaalonderwijs, een mix van cabaret en les.
En geen onemanshow, want alle kinderen doen mee.
Dat wordt ook zo gewaardeerd. Ik bereik het hoofd én
het hart, zowel bij de leerlingen als het personeel. Op
de meeste scholen slaan mijn lessen dan ook in als een
bom.
Waar erger jij je aan?
Op scholen gaat jaarlijks wel een ton aan papier in de
container. Allemaal bruikbaar materiaal dat achteloos
wordt weggegooid. Ik verbaas me over het gebrek aan
(milieu)bewustzijn. Men snapt niet dat dit echt kapi-
taalvernietiging is. Als je thuis leert op GFT-afval apart
te houden, waarom dan niet op school? Scholen heb-
ben vaak allerlei excuses om het afval niet te scheiden.
Onlangs hoorde ik er een die ik nog niet kende: ‘we
kunnen het oud papier niet gescheiden inzamelen van-
wege de arbowetgeving’.
Killlers
Gelukkig zijn er wel steeds meer scholen die plastic en
ook GFT-afval apart houden. Maar er zijn wel belem-
meringen: het stinkt, het is duurder omdat de school
wordt aangeslagen als bedrijf. Of het gemeentelijk
afvalbedrijf wil het niet inzamelen. Dat zijn echt kil-
lers voor afvalscheiding. Een school is gemiddeld 6000
euro per jaar aan afvalkosten kwijt; een onkostenpost
waar ze enorm op kunnen besparen. Als scholen geld zouden krijgen
voor het ingezamelde papier en plastic, zoals nu door Rijck gebeurt in
Pijnacker-Nootdorp, dan zou hen dat enorm helpen.
Sappakjes
90 Procent van het restafval van een school bestaat uit sappakjes. Dit is
enorm terug te brengen door alle kinderen verplicht een drinkbeker te
laten meebrengen. En door gezondheidsbeleid in te voeren: neem fruit
mee in plaats van die – per stuk – verpakte koeken, die door een speciale
folielaag bovendien moeilijk te recyclen zijn. Soms is de oplossing heel
eenvoudig: als kinderen de bananenschillen gewoon weer mee naar huis
nemen, hoeft de school geen GFT-bakken te regelen. Maar men kan na-
tuurlijk ook gewoon een aantal fruitafvalbakken ophangen. Op scholen
wordt vaak geklaagd dat het probleem vooral bij de ouders ligt en dat
deze moeilijk te bereiken zijn. Soms vertel ik mijn verhaal dus tijdens
ouderavonden. Maar scholen hebben vaak geen budget voor dit soort
avonden. Eigenlijk zouden gemeenten dit soort activiteiten moeten fa-
ciliteren.
Wat merk je van het imago van de branche? En van het vak van
vuilnisman?
Ik merk dat het vak steeds meer gewaardeerd wordt. En door aan kinde-
ren de mogelijkheden van afval te laten zien, wordt het werken met afval
ineens heel interessant. Dan zien ze de mogelijkheden van een baan op
een milieustraat of in de recyclingindustrie. Daar zien ze echt vakmen-
sen aan het werk.
Het vreemde is, dat kinderen afval vies vinden. Vanaf het moment dat
ze spullen en eten in de afvalbak gegooid hebben, is het iets smerigs
geworden. Terwijl ze het net daarvoor nog in hun handen hebben gehad,
ervan gegeten hebben zelfs.
Wat zou vandaag nog anders moeten in Nederland?
Nederland zou veel meer moeten en kunnen doen aan afvalpreventie.
Daarmee kunnen we veel ellende voorkomen. Met zijn besluit om het
statiegeld af te schaff en, geeft Atsma dan ook geen goed signaal af. Het
zwerfafval zal zeker niet minder worden.
We kunnen in Nederland een voorbeeld nemen aan het buitenland. Kijk
maar eens op Engelse scholen: daar hebben ze vignets op de afvalbak-
ken, zodat de leerlingen weten waar alles in moet. Maar ook in landen
als Duitsland en Oostenrijk doet men veel meer aan afvalscheiding. Ik
zie ook wel goede Nederlandse voorbeelden hoor. Zo zou het stedelijk
gymnasium in Goes een eigen afvalscheidingsstraat hebben.
Ik vind het ook jammer dat gemeenten vaak geen continuïteit bieden
in milieueducatie. Mijn lessen zijn vaak een onderdeel van een project.
Dan wordt zo’n project succesvol neergezet, met veel belangstelling van
de plaatselijke pers. En daarna krijgt een ander thema weer prioriteit.
Terwijl je het bewustzijn van het belang van afvalscheiding en -preventie
moet blijven voeden, wil het écht gaan werken.
Tot slot
Meer weten over Koos de Vuilnisman? Of over de activiteiten van Natuur
Avontuur? Kijk op www.natuuravontuur.com
GRAM heeft een nieuwe rubriek. Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In de afval en reiniging werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen? En waarom doen zij hun werk graag & goed? Ieder maand passeert een professional uit de branche de revue.
120247_GRAM_apr_2012.indd 23 10-04-12 16:11
24 GRAM | april 2012
De Vereniging Herwinning Textiel (VHT) roept de
maand mei, onder het motto ‘Fashion2’ uit tot Natio-
nale Kleding inzamelmaand. Dit doet zij samen met
ketenpartners uit de textielbranche, te weten: CBW-
Mitex en VGT, inzamelaars Reshare, KICI en Humana,
de NVRD, Milieucentraal, AgentschapNL en het ministe-
rie van I&M. Doel van de actie is het stimuleren van de
gescheiden inzameling van oude kleding. De ‘2’ staat
symbool voor het tweede leven van oude kleding. De
aftrap is op 7 mei met waarschijnlijk een rondreizend
kledingcircusmet Bekende Nederlanders.
De VHT bestaat sinds 1949 en telt zo’n dertig leden uit
de commerciële- en charitatieve inzamel- en sorteer-
dershoek. Hielke van den Brink, secretaris van de VHT,
vertelt dat de ketenpartners met deze actie publiciteit
willen genereren om het publiek te wijzen op het nut
en de noodzaak van textielinzameling. Er verdwijnt na-
melijk jaarlijks ongeveer 124 miljoen kilo herbruikbaar
textiel via het restafval in verbrandingsovens.
Herwinning is belangrijkVan den Brink noemt dit bijzonder jammer. “Uit onder-
zoek in samenwerking met Agentschap NL is gebleken
dat 65% van het weggegooide textiel geschikt is voor
hergebruik of recycling. Hergebruik van oude kleding
is belangrijk uit oogpunt van duurzaamheid. Boven-
dien is er veel vraag naar gebruikte kleding uit landen
in Afrika en Oost-Europa, waar mensen nauwelijks geld
hebben om kleding te kopen. Aanbod om aan die vraag
te voldoen is er niet, omdat er te weinig textiel ge-
scheiden wordt ingezameld.” Uit deze bezorgde woor-
den blijkt dat het niet makkelijk is om een oplossing
te vinden voor dit probleem, omdat de wetgever oude
kleding helaas aanmerkt als afval. Van den Brink: “Dat
heeft tot gevolg dat als textiel al gescheiden wordt aan-
geboden voor afzet naar Afrika en Oost-Europa, je te
maken krijgt met allerlei handelsbeperkingen, omdat
je zogenaamd afval uitvoert. Alsof textiel schadelijk
materiaal is! Voor deze handel gelden geen uniforme
internationale regels. Bovendien kan zelfs de interpre-
tatie van EVOA-controles op het vervoer van afval per
ambtenaar verschillen. Al die beperkingen maken de
export van oude kleding vaak onnodig lastig en duur.”
Goede doelOndanks alle problemen weigert de VHT het hoofd in
de schoot te leggen. Van den Brink zegt strijdvaardig:
“Met ‘Fashion2’ willen wij de consumenten enthousiast
maken voor gescheiden textielinzameling. Het is im-
mers voor het goede doel. Daarom zullen de partners
achter dit initiatief de komende tijd tal van activitei-
ten organiseren, waarbij ook bekende Nederlanders
worden ingeschakeld. Op www.fashion2.nl komen alle
initiatieven te staan. Ook over de bijzondere manier
waarop Bekende Nederlanders hun kleding in de ‘uit-
verkoop’ doen op 7 mei. Wij streven er naar dat in de
campagnemaand 25% meer textiel wordt ingezameld.
Als dat lukt, is daarmee hopelijk de bodem gelegd voor
een echt blijvende duurzame gescheiden inzameling
van textiel.” Van den Brink benadrukt dat rijk en ge-
meenten daarbij een belangrijke rol kunnen spelen.
“Het rijk door nog eens goed te kijken naar de invulling
en uitvoering van regelgeving waardoor herbruikbare
kleding nu helaas het etiket ‘afval’ krijgt en gemeenten
door nog eens goed na te denken of de gescheiden in-
zameling van textiel niet duurzamer kan worden geor-
ganiseerd en of er op lokaal niveau niet veel meer kan
worden gedaan aan publieksvoorlichting. Het zou echt
winst zijn als gemeenten betere voorzieningen reali-
seren waar de burgers oude kleding af kunnen geven,
zonder dat die kleding wordt vervuild door ander ma-
teriaal. Dat is belangrijk! Door een betere inzameling
kunnen we immers onze medemensen echt helpen. De
gemeenten verdienen daar ook aan, omdat minder af-
val hoeft te worden verbrand. We zijn blij dat de NVRD
meewerkt om de inzameling op een hoger niveau te
brengen.” ■
Tekst: Laurent Chevalier
Mei wordt Nationale Kledinginzamelmaand
Hielke van den Brink, secretaris van de VHT
120247_GRAM_apr_2012.indd 24 10-04-12 16:11
GRAM | april 2012 25
nieuwsTekst: Bas Peeters
NVRD-benchmark
Afvalinzameling 2012 van start
In mei gaat de NVRD-Benchmark
afvalinzameling van start. In deze
benchmark vergelijken deelnemers
hun prestaties op de gebieden milieu
(Afvalscheiding en CO2), kosten, ope-
rationeel en maatschappelijk verant-
woord ondernemen. In de benchmark
2012 staan de inzamelsystemen voor
de verschillende fracties centraal. Ver-
schillende inzamelsystemen (o.a. ook
omgekeerd inzamelen) en deelnemers
met dezelfde inzamelsystemen wor-
den in de benchmark vergeleken. Het
leren van elkaar en het optimaliseren
van de eigen aanpak staan hierbij
steeds centraal. Voor meer informatie
of aanmelden; Alexander Vos de Wael
NVRD Commissie Afvalpreventie
zoekt versterking
De Commissie Afvalpreventie van de
NVRD richt zich op het voorkomen van
het ontstaan van afvalstoff en. Op dit mo-
ment zoekt de commissie nieuwe leden
die samen met andere professionals uit
de branche een bijdrage willen leveren
aan afvalpreventie.
Activiteiten van deze commissie zijn on-
der meer: de organisatie van de Europese
Week van de Afvalvermindering in Neder-
land, het ontwikkelen van een aanpak van
ongevraagd (reclame)drukwerk en het
ontwikkelen van een aanpak om afvalpre-
ventie en afvalreductie te stimuleren. De
commissie is op zoek naar medewerkers
van gemeenten of publieke bedrijven met
een duidelijke visie op het thema afval-
preventie die vanuit de commissie wil-
len meewerken en -denken aan het tot
ontwikkeling brengen van initiatieven en
projecten.
Interesse? Stuur een e-mail naar
Afstuderen bij de NVRD
De komende maanden begeleidt de NVRD
drie afstudeerders Bestuurskunde van de
Radboud Universiteit in Nijmegen. Alle
drie zullen ze zich bezighouden met di-
verse vraagstukken binnen de branche.
Wellicht zullen ze ook bij u langskomen
voor hun onderzoek. We stellen ze kort
aan u voor:
Naast haar studie Bestuurskunde volgt
Lincey Bastings het Master Honours
programma ‘refl ections on professions’.
Zij onderzoekt de komende vijf maanden
de mogelijkheden en beperkingen van de
verdere implementatie van het beleids-
principe producentenverantwoordelijk-
heid binnen de Europese Unie.
Pieter Mensink richt zich op de regierol
van gemeenten, een rol die sterk aan ver-
andering onderhevig is. Het belang van
onderlinge afspraken tussen gemeenten
als opdrachtgever en afval- en reinigings-
diensten als uitvoerder wordt zo steeds
groter. Pieter gaat onderzoeken of men
bij het maken van afspraken fl exibel en
ambigue of juist strikt en concreet is.
Beide methodieken hebben hun voor- en
nadelen, aldus de wetenschap. Ook Pie-
ter volgt naast zijn studie Bestuurskunde
het Master Honours programma ‘refl ecti-
ons on professions’.
Elke Haefkens voert als afstudeer-
onderzoek een diepgaande beleidsana-
lyse uit naar het CFK-actieprogramma,
een beleidsprogramma uit de jaren ne-
gentig dat wordt aangemerkt als best
practice op het terrein van milieubeleid.
Resultaten in de vorm van succes- en
faalfactoren worden meegenomen bij de
vormgeving van de Recycling Innovatie
Agenda, een idee van de NVRD om de
recycle-doelstellingen, uit het Landelijk
Afvalbeheerplan II en de Afvalbrief van
staatssecretaris Atsma, handen en voe-
ten te geven.
Agenda
19 apr Regiobijeenkomst
Zuid-Nederland
24 apr Commissie Inzameling
& Recycling
25 apr Regio Zuid-Holland
26 apr Platform RG
26 apr Bestuursvergadering
8 mei Commissie BOR
9 mei Commissie KAM
World Clean Up
World Clean up is een periode van 6
maanden waarin zoveel mogelijk men-
sen een Opgeruimde Aarde creëren. Ieder
land (nu 86) bouwt een eigen CleanUp-
Day, een dag waarop zoveel mogelijk be-
woners zwerfafval opruimen. Niet alleen
bewoners ook scholen, bedrijven, over-
heid en reinigingsdiensten doen mee.
Sinds mei 2008 gaat deze CleanUpDay
de wereld rond, geïnitieerd door Estland
als Let’s Do It. Op 21 september doet ze
Nederland aan. Het is de initiatiefnemers
uit Nederland gelukt een coöperatie te
vormen met Duitsland, België en Frank-
rijk. Zodoende ruimt nu heel West Europa
op 21 & 22 september het zwerfafval op
in de straten, bossen, stranden, meren
en rivieren. De NVRD ondersteunt de ini-
tiatiefnemers vanuit het programma Ne-
derland Schoon. Informatie is te vinden
op www.keepitcleanday.nl
120247_GRAM_apr_2012.indd 25 10-04-12 16:11
26 GRAM | april 2012
AFWEGINGSKADER SCHONE TECHNIEKEN
Het afwegingskader houdt rekening met een reeks aan
kritische beslisfactoren: emissies, geluid, actieradius,
de (lokale) politiek, de wens van de eindgebruikers
en uiteraard de kosten. Met het oog op de schadelijke
milieueff ecten is de emissie van CO2 en Nox in de afwe-
ging het meest relevant.
CO2 en Nox zijn broeikasgassen en dragen bij aan de
opwarming van de aarde. NOx en fi jnstof zijn schade-
lijk voor de luchtwegen van mens en dier. NOX belem-
mert bovendien de groei van planten en veroorzaakt
zure regen en smog.
Iedere techniek veroorzaakt een andere emissieverhou-
ding, zoals kooldioxide, stikstofoxide en fi jnstof (CO2,
NOx en Pm10). Voertuigen stoten ook andere stoff en
uit, maar die zijn minder schadelijk voor het milieu.
Diesel heeft bijvoorbeeld een hogere uitstoot van CO2
dan biodiesel, maar biodiesel stoot weer meer NOx uit.
Schone techniekenVoor het afwegingskader hebben NVRD en HAN diverse
rapporten over de technieken die op de markt worden
aangeboden onderzocht. In het afwegingskader zijn de
volgende brandstoff en op emissies beoordeeld: die-
sel, biodiesel B30, biodiesel B100, gas to liquid (GTL),
compressed natural gas (CNG), liquifi ed natural gas
(LNG), compressed bio gas (CBG) en liquifi ed bio gas
(LBG). Rijden op waterstof is niet meegenomen, deels
omdat waterstof niet overal beschikbaar is en de tech-
niek (nog) niet aangeboden wordt op de markt. Voor
de elektrische aandrijving is in het afwegingskader
gekeken naar de hybride voertuigen. Door de grote
hoeveelheid technieken beperkt het kader zich tot een
afweging bij inzamelvoertuigen.
Emissies vergelekenOm de emissie te beoordelen, vergelijkt het afwegings-
kader met een diesel euro 5. In de tabel is de uitstoot
van diesel gezet op 100 procent. Op deze manier is
te zien hoe de verschillende brandstoff en scoren. Ook
is bij het rijden op gas de grootte en het soort mo-
tor van invloed. Een lean-burn motor verbruikt minder
brandstof door een overmaat van lucht in het verbran-
dingsproces en heeft hiermee minder CO2 uitstoot. In
een stoichiometrische motor is de verhouding tussen
lucht en brandstof perfect, waardoor er geen gebruik
wordt gemaakt van een overmaat aan lucht of brand-
door Christine Waasdorp
Hoe schoon zijn schone voertuigen?
Sinds 2000 stimuleert de overheid het gebruik van schone technieken. Zo zijn er regelingen die subsi-
die geven op de aanschaf van roetfi lters of op voertuigen die voldoen aan euro 5 of 6. De branche is
zich bewust van de voordelen en diverse organisaties experimenteren met groen gas en elektrisch rij-
den. De vragen die voorliggen zijn: hoe schoon zijn die schone voertuigen eigenlijk? En welke techniek
past het beste bij mijn organisatie? De NVRD heeft samen met Han Automotive een afwegingskader op-
gesteld dat beleidsmakers en wagenparkbeheerders helpt bij de keuze voor de best passende techniek.
120247_GRAM_apr_2012.indd 26 10-04-12 16:12
GRAM | april 2012 27
stof. Dit heeft een gunstige invloed op de CO2 uitstoot
en niet op de NOx. Biobrandstoff en scoren goed wat
de CO2 uitstoot betreft. Hybride voertuigen kunnen een
hogere CO2 uitstoot hebben, vooral als je de emissie
op basis van Well tot Wheel beoordeelt. CNG en LNG
stoten minder CO2 uit.
Euro 6 voertuigen stoten relatief gezien de minste NOx
uit. Biodiesel B100 heeft de meeste uitstoot. Biodiesel
B30, GTL en hybride aangedreven voertuigen verlagen
lokaal de NOx uitstoot. Als de elektriciteit wordt opge-
wekt met groene energie zal de NOx nog verder dalen.
Alle alternatieve brandstoff en stoten minder fi jnstof
(PM10) uit dan reguliere diesel.
Zware vrachtwagen CO2 uitstoot ten opzichte van diesel
Lichte vrachtwagen CO2 uitstoot ten opzichte van diesel
120247_GRAM_apr_2012.indd 27 10-04-12 16:12
28 GRAM | april 2012
De grootste reductie van fi jnstof wordt bereikt door
biodiesel B100 gecombineerd met een elektrische op-
bouw. Een overzicht van de overige brandstoff en staat
in de bovenstaande tabel.
Excel-sheetHet afwegingskader heeft de vorm van een Excel-sheet.
Alle kritische beslisfactoren zijn onderdeel van deze
sheet. De gebruiker kan zelf aangeven welke technie-
ken hij wil onderzoeken. Ook voert hij zijn eigen gege-
vens in, zoals brandstof en aanschafprijzen en of de
organisatie een eigen tankvoorziening heeft.
WaarderingIn het kader zijn waarderingen gehangen aan alle be-
slisfactoren, zoals emissies, geluid, actieradius, de (lo-
kale) politiek, de wens van de eindgebruikers en de
kosten. Deze waarderingen kan de gebruiker laten
staan of zelf wijzigen. De vrijheid die de gebruiker
heeft om deze zaken aan te passen is gekozen om een
berekening te maken voor de Total Cost of Ownership
(TCO). Deze TCO is een belangrijke basis voor de keu-
ze voor een bepaalde techniek. Uit onderzoek blijkt dat
de TCO voor hybride inzamelvoertuigen het hoogst is,
gevolgd door LNG, Biodiesel en GLT.
MomentopnameEen ingevuld afwegingskader is een momentopname.
De ontwikkeling van de brandstofprijzen zijn niet in
het model meegenomen, maar horen bij de afweging
welke brandstof wordt gekozen. De verwachting is dat
de kosten voor fossiele brandstoff en blijven stijgen.
Dit heeft ook een negatieve invloed op de hoogte van
de prijzen voor CNG en LNG, waarbij de accijnzen voor
deze brandstoff en tot 2015 ook zullen stijgen. De prij-
zen van biobrandstoff en gaan waarschijnlijk dalen. Met
het afwegingskader is een stap gezet om een goede
keuze te maken voor een bepaalde techniek. Gedegen
technische kennis, die wagenparkbeheerders in huis
hebben, is nodig om het kader in te vullen.
Het afwegingskader (de Excel-sheet) en het bijbeho-
rende rapport kan worden opgevraagd bij de NVRD.
KennisbijeenkomstDe NVRD organiseert met medewerking van HAN Auto-
motive een kennisbijeenkomst over dit onderwerp.
Plaats en tijdstip zijn nog niet bekend. Geïnteresseer-
den kunnen zich aanmelden bij het secretariaat van
de NVRD. Telefoonnummer: 088- 377 00 00. E-mail:
Weetjes:Minste CO2 uitstoot: Biodiesel B100Minste Nox uitstoot: Diesel euro VI hybrideMinste fi jnstof: LBG
0
25
50
75
100
125
150
175
A
NOx referentiegetal
A Diesel Euro V (referentie)B Diesel Euro VIC CNG, CBG & LNG, LBG Euro V EEV lean-burn*D CNG, CBG & LNG, LBG Euro V EEV stoichiometrisch 3-weg katalysator*E Biodiesel B30F Biodiesel B100G GTL Diesel**
H Diesel Euro V Hybride I Diesel Euro VI HybrideJ CNG Euro V EEV Hybride lean-burn***K CNG Euro V EEV Hybride stoichiometrisch 3-weg katalysator***L Biodiesel B30 HybrideM Biodiesel B100 Hybride
PM10 referentiegetal
B C D E F G H I J K L M
120247_GRAM_apr_2012.indd 28 10-04-12 16:12
GRAM | april 2012 29
Zonde, want elektrische apparaten kunnen voor 75 to
90% gerecycled worden. Door te recyclen blijven grond-
stoff en behouden en komen schadelijke stoff en niet in
het milieu terecht. Maar dan moeten de apparaten wel
worden ingeleverd bij de gemeentelijke milieustraat of
bij winkels die apparaten verkopen.
InzamelactieDaarom organiseert Wecycle samen met veel gemeen-
ten de speciale Koninginnedag-inzamelactie. Alle ge-
meenten in Nederland die een inzamelcontract met
Wecycle hebben, kunnen meedoen met deze actie. Vrij-
wel alle gemeenten hebben dit contract getekend of
verlengd. Daarmee is een verantwoorde recycling van
het ingeleverde e-waste gegarandeerd. Meer dan 120
Wecycle-gemeenten doen al mee met deze landelijke
inzamelactie, die onder meer wordt ondersteund op
landelijke televisie. Wecycle en de gemeenten sporen
alle inwoners aan om na Koninginnedag een oud elek-
trisch apparaat (of een kapotte spaarlamp) in te leveren
bij de milieustraat van de gemeente. De eerste honderd
inleveraars van elke deelnemende milieustraat krijgen
hiervoor een stuntvlieger. Ook krijgen de eerste 500
inleveraars per gemeente een kanskaart, waarmee ze
kans maken op een van de 25 luxe hotelovernachtin-
gen die bij deze actie verloot worden.
Televisiespot In de week voorafgaand aan Koninginnedag komt er
een speciale Koninginnedag-campagnespot op de
landelijke televisie en wordt er een advertentie in de
huis-aan-huisbladen gepubliceerd. Voor deelnemende
gemeenten is er gratis rechtenvrij beeld- en tekstma-
teriaal beschikbaar, dat zij naar eigen inzicht kunnen
inzetten om de actie te stimuleren. Deze communica-
tie-kit bestaat uit afbeeldingen, een poster-tool, een
redactioneel artikel in een huis-aan-huisblad en een
concept persbericht. Hiermee sluit de communicatie
van Wecycle en de gemeenten naadloos op elkaar aan.
Dat vergroot de herkenbaarheid bij de inwoners. Het
doel van deze actie is het bewustzijn bij de inwoners te
vergroten dat elektrische apparaten nooit weggegooid
mogen worden, maar ingeleverd kunnen worden bij
onder andere de gemeentelijke milieustraat. Daarnaast
verlaagt de beloning de drempel om de milieustraat te
bezoeken, vooral voor inwoners die nog niet goed be-
kend zijn met dit inleverpunt. Dit zal de inzamelresulta-
ten in de toekomst stimuleren. Ook laten deelnemende
gemeenten zien dat zij zich door samenwerking met
Wecycle inzetten voor een optimale recycling van oude
elektrische apparaten en energiezuinige lampen.
Meer informatie over deze samenwerking tussen
Wecycle en gemeenten én een actuele kaart met deel-
nemende gemeenten is te vinden op www.wecycle.nl/
koninginnedag. ■
Tekst: Manon Harms
Wecycle en gemeenten stimuleren inleveren apparaten na Koninginnedag
Op Koninginnedag houden veel gemeenten een vrijmarkt. Inwoners ruimen hun zolder op en verkopen
hun spullen op straat. Hier zitten vaak elektrische apparaten bij, zoals een oude waterkoker, föhn of elek-
trisch speelgoed. Helaas verdwijnen na afl oop de onverkochte elektrische apparaten vaak in de afvalbak.
Uit recent onderzoek in opdracht van Wecycle blijkt dat in Nederland jaarlijks 35 miljoen kilo aan elektri-
sche apparaten bij het restafval verdwijnt, vooral kleine apparaten. Dat is meer dan 2 kilo per persoon.
120247_GRAM_apr_2012.indd 29 10-04-12 16:12
30 GRAM | april 2012
Humana heeft er in 2011 voor gekozen gestructureerd
aan de slag te gaan met MVO. Toen we begonnen had-
den we de keuze. Of een echt certifi caat proberen te
verkrijgen voor de MVO Prestatieladder, of zelf een ei-
gen verklaring (geen certifi caat dus) afgeven waarin je
zegt in welke mate Humana ISO 26000 volgt. Omdat de
MVO Prestatieladder mede is gebaseerd op ISO 26000
en omdat ISO 26000 geen managementsysteem is en
niet bedoeld of geschikt is voor certifi catiedoeleinden,
was voor Humana de keuze snel gemaakt. Wij hechten
waarde aan een toetsing door een onafhankelijk certi-
fi ceringsbedrijf. Maar dan komt het eerste vraagstuk
dat beantwoord moet worden. Op welk niveau ga je de
ladder bestijgen?
Kernonderdelen van de ladderDe MVO Prestatieladder is een certifi catienorm voor
MVO en is in juni 2010 offi cieel vastgesteld. De MVO
Prestatieladder is daarmee in Nederland het eerste op
de markt gebrachte serieuze initiatief om MVO te cer-
tifi ceren. En komt hiermee tegemoet aan de groeiende
vraag vanuit de markt om inspanningen op het gebied
van MVO meetbaar en erkend te krijgen. De MVO Pres-
tatieladder heeft zich laten inspireren door ISO 26000,
maar ook AA1000 (stakeholdermanagement) en GRI
(duurzaamheidsverslaglegging) staan aan de basis van
de MVO Prestatieladder. De MVO Prestatieladder is aan
de hand van deze internationale MVO-richtlijnen en do-
cumenten opgebouwd rondom drie kernonderdelen:
1 MVO-managementsysteemeisen:
stakeholdermanagement en MVO-indicatoren moeten
worden geborgd door bijvoorbeeld MVO-procedures
vast te leggen en verbetering te monitoren.
2 Stakeholdermanagement:
de organisatie moet aantoonbaar afstemming hebben
gehad met en verantwoording hebben afgelegd aan de
belanghebbenden (stakeholders) van de organisatie.
3 MVO-indicatoren:
de relevante MVO-indicatoren voor de desbetreff en-
de organisatie moeten gewaarborgd zijn in het MVO-
managementsysteem.
NiveausDe MVO Prestatieladder is opgedeeld in vijf niveaus –
vijf treden op de ladder. Hoe meer diepgang de orga-
nisatie bereikt in duurzame ontwikkeling, hoe hoger
de positie op de ladder. De certifi caten op niveau 1 en
2 (zogeheten opstapniveaus) zijn een jaar geldig en
brengen de verplichting met zich mee dat de organisa-
tie naar niveau 3 toewerkt. Een certifi caat op niveau 3
t/m 5 is drie jaar geldig. Voor de instandhouding van
het certifi caat vindt overigens jaarlijks een audit plaats.
Niveau 1 te laag, niveau 5 te hoog gegrepenElke organisatie kan zelf bepalen op welk niveau het
certifi catieonderzoek moet starten. De certifi cerende
instelling stelt natuurlijk vast of dat niveau gerecht-
vaardigd is en of het certifi caat verkregen kan worden.
Net als de internationale richtlijnen waarop de MVO
Prestatieladder is gebaseerd, is de norm internationaal
toepasbaar. De norm is hiermee geschikt voor iedere or-
door Marc Vooges
Certifi caat voor MVO Prestatieladder Humana
GRAM besteedt regelmatig aandacht aan maatschappelijk ver-
antwoord ondernemen (MVO). In het februarinummer werd de
zelfverklaring ISO 26000, een internationale richtlijn voor MVO,
bij De Meerlanden besproken. Een alternatief is de MVO Presta-
tieladder, die door een externe onafhankelijke partij wordt ge-
certifi ceerd. Humana directeur Marc Vooges blikt terug op het
proces op weg naar certifi cering.
Niveau 1:de organisatie betrekt directe stakeholders bij de organi-satie, heeft een nulmeting uitgevoerd en heeft vastgelegd hoe haar MVO-beleid door te ontwikkelen naar niveau 3.
Niveau 2:de organisatie betrekt directe stakeholders en degenen die betrokken zijn bij uitvoering en is aantoonbaar bezig met het implementeren en borgen van haar MVO-beleid met als doel niveau 3 te bereiken.
Niveau 3:het algemeen haalbare voor ieder bedrijf in de branche. De organisatie betrekt ook indirecte stakeholders en be-schikt over een gecertifi ceerd managementsysteem, ge-baseerd op minimaal één van de certifi catienormen ISO 9001, ISO 14001, OHSAS 18001, ISO 22000 of SA 8000.
120247_GRAM_apr_2012.indd 30 10-04-12 16:12
GRAM | april 2012 31
ganisatie, van MKB tot multi national.
Voor starters op MVO-gebied tot be-
drijven die daar al ver in zijn. Om-
dat Humana al jaren ISO 9001 en
ISO 14001 gecertifi ceerd is en al
jarenlang diverse MVO-aspecten tot
haar beleid rekent, kon Humana de
niveaus 1 en 2 overslaan en direct
instappen op niveau 3. Dat daarvoor
nog veel werk moest worden ver-
richt, namen we op de koop toe.
UitvoeringSamen met QSN uit Sassenheim is
Humana het proces tot certifi catie
half februari 2011 begonnen. De
eerste stap in het project was het be-
noemen van de stakeholders en het
koppelen van deze stakeholders aan
de MVO indicatoren. Vervolgens kon
het stakeholderonderzoek starten.
Zowel interne als externe stakeholders zijn bevraagd
om erachter te komen hoe zij vinden dat Humana in-
vulling geeft aan verschillende MVO thema’s zoals
mensenrechten, eerlijk zaken doen en milieu en wat
zij hierin verwachten. Het is zelfs gelukt om de sta-
keholder ‘burger die kleding doneert’ te betrekken in
het onderzoek. Samen met de adviseur van QSN zijn
vervolgens de uitkomsten van het onderzoek vertaald
naar het MVO beleid van Humana en zijn verschillende
verbeteracties in gang gezet. Een belangrijk punt bij
MVO is dat je communiceert met je stakeholders over
je behaalde resultaten. Dit doet Humana bijvoorbeeld
met de website, het jaarverslag en de nieuwsbrief. In-
tern wordt hier ook aandacht aan besteed tijdens ver-
gaderingen en presentaties aan de medewerkers. ISO
en MVO is een vast agendapunt
van het stafoverleg voor de af-
delingshoofden. De stafl eden
communiceren de besproken
informatie vervolgens met hun
medewerkers. Ook rapporteren
we eens per kwartaal van de
voortgang rondom de proces-,
product- en milieuprestaties.
Tijdens de interne audits werd
getoetst of het MVO beleid
ook echt terug te zien was in
de dagelijkse praktijk. Het pro-
ject werd afgesloten met een
verslag waarin de prestaties
van Humana op het gebied van
People, Planet er Profi t geëvalu-
eerd werden. In juni heeft SGS
uit Spijkenisse het voorliggen-
de geheel gecontroleerd en één
zogeheten major geconstateerd. Dat was een tekort-
koming die Humana moest oplossen voordat SGS het
certifi caat kon geven. Het was voor de auditoren niet
duidelijk te herleiden hoe Humana tot de samenstelling
van haar stakeholders was gekomen. Door een verschil
in interpretatie van de norm, ontbraken volgens hen
drie stakeholdergroepen, te weten branchedeskundi-
gen/kennisinstituten, concurrentie en media. Deze drie
heeft Humana inmiddels toegevoegd zodat het certifi -
caat half augustus door Humana gehaald is.
Het certifi caat, en nu?Humana kijkt terug op een goede aanpak die we met
behulp van een externe partner, QSN, in relatief korte
tijd hebben afgerond. Na de zomer 2011 heeft Hu-
mana het certifi caat op niveau 3 ontvangen uit han-
den van SGS. Binnenkort komt SGS bij Humana om te
bekijken of wij nog steeds goed bezig zijn. Dat vergt
logischerwijze met z’n allen veel voorwerk waaronder
het stellen van vragen aan onze stakeholders. Uit de
antwoorden hopen we onder andere te distilleren hoe
Humana haar MVO beleid nog meer invulling kan ge-
ven. Of wellicht komt er uit naar voren dat we op de
goede weg zijn. Bovendien hopen we aan te kunnen
tonen dat is geluisterd naar de aandachtspunten die
bij de eerste audit naar voren zijn gekomen. Zoals een
nog uitgebreidere lijst opstellen van stakeholders, ook
organisaties die behoorlijk ver afstaan van Humana in
de dagelijkse praktijk. Maar ook het vervolmaken van
een opleidingsplan en iets doen aan een stoffi ge werk-
omgeving met weinig daglicht voor het kantoorperso-
neel. Dit laatste punt heeft Humana opgelost door te
verhuizen naar een locatie die ruimschoots voldoet aan
de verbeterpunten. ■
Over de auteur: Marc Vooges is directeur van Humana
Niveau 4:de organisatie heeft in samenspraak met stakeholders branche overstijgende doelen geformuleerd en neemt haar verantwoordelijkheid in de keten.
Niveau 5:de organisatie bepaalt in overleg met stakeholders hoe haar MVO-doelen verder aan te scherpen en uit te voeren om zich continu te blijven ontwikkelen op MVO-gebied. Een MVO-verslag (extern geverifi eerd conform GRI op minimaal niveau B+) en twee gecertifi ceerde ma-nagementsysteem (gebaseerd op minimaal één van de certifi catienormen ISO 9001, ISO 14001, OHSAS 18001, ISO 22000 of SA 8000) zijn onderdeel van niveau 5.
120247_GRAM_apr_2012.indd 31 10-04-12 16:12
32 GRAM | april 2012
Beide scholen deden eerder ruime ervaring op met zwerfafvalacties.
Het initiatief voor het convenant kwam van College De Heemlanden
waar het Wellantcollege zich bij aansloot. “Er staan nog twee scholen
op de rol. Ik verwacht dat zij nog voor de grote vakantie ondertekenen”,
vertelt Margriet Krul, Technisch Medewerker van de gemeente Houten.
Vastgelegde afsprakenBelangrijke onderdelen in het convenant zijn:
– bewustwording realiseren bij de leerlingen, onder meer door studie-
projecten die vanuit de scholen worden aangeboden;
– de gemeente biedt drie maatschappelijke stages aan naar keuze van
de leerlingen;
– in het centrum zijn voorzieningen aangebracht om de omgeving
schoon te houden; langs de nieuwe looproute snoeproute zijn af-
valbakken geplaatst en is de reiniging in het centrum en rond de
scholen beter op elkaar afgestemd.
Daarnaast sloot de gemeente ook een convenant met twee sportver-
enigingen, woningbouwvereniging Viveste, twee supermarkten en een
aantal bewoners. Het convenant is uiteraard niet vrijblijvend. Jaarlijks
vindt een evaluatie plaats met eventuele bijstelling.
PreventieMede door de samenwerking tussen de scholen en de
gemeente wordt op de scholen aandacht besteed aan
preventie. Het onderwerp zwerfafval, of liever gezegd
een project schone buurt, wordt op drie scholen in de
lessen geïntegreerd. De Heemlanden heeft het onder-
werp al tijdens het brugklaskamp ingebracht en be-
handelt dit onderwerp ook bij andere vakken. Bij het
Wellantcollege komt het onderwerp aan de orde in
de projectweek ‘buurt’. Leerlingen brachten fi etsrou-
tes naar school mét het afval erlangs in kaart. Van dit
afval zullen ze een kunstwerk maken. Leerlingen van
de Berg en Boschschool proberen samen de omgeving
schoon te houden en krijgen tegelijkertijd informatie
over zwerfafval en de gevolgen hiervan voor de natuur.
Maatschappelijke stagesVoor middelbare scholen wordt het onderwerp zwerf-
afval binnen de maatschappelijke stages steeds popu-
lairder. De gemeente Houten heeft drie stages aange-
boden. Een aanbod waar de leerlingen van alle drie de
scholen uit mogen kiezen. Zoals meehelpen bij de Wijk-
posten of het maken van fi lmpjes en foto’s. Bij alle drie
de stages staat het thema ‘schoon’ centraal.
VoorbereidingAan het convenant is een lang voorbereidingstraject
vooraf gegaan. De gemeente schreef zich in voor het
programma Gemeente Schoon van het Agentschap
NL. Gemeente Schoon biedt gemeenten hulp bij de
aanpak van zwerfafval. Gemeenten kunnen zich bij
dit programma inschrijven voor verschillende thema-
trajecten. Houten nam deel aan het traject schoolge-
bied en heeft hierbij veel begeleiding ontvangen van
Agentschap NL. ■
door Geke Wassink
Gemeente Houten sluit convenant met scholen over schone buurt
Twee middelbare Houtense scholen, College De Heemlanden en
Wellantcollege, werken samen met de gemeente aan een schone
schoolomgeving. Begin dit jaar werden de afspraken met beide
scholen vastgelegd in een convenant met een looptijd van twee
jaar. Er is daarbij gekeken naar de capaciteit, locaties en onder-
houd van de afvalbakken, communicatie, studieprojecten, adop-
tie van een gebied rond de school en maatschappelijke stages.
(links) Directeurbestuurder drs M. Pot van College De Heemlanden, enkele
leerlingen en wethouder C. van Dalen met naast hem (uiterst rechts) directeur
A. de Bruin van Wellantcollege met het convenant.
Houten ZAP gemeente van het jaarHouten is 10 maart jl. tot ZAP-gemeente van het jaar uitgeroepen. De prijsuitreiking werd gecombi-neerd met de aftrap van de Landelijke Opschoon-dag, waaraan in Houten ongeveer 75 mensen deel-namen. Doorslaggevende reden voor de prijs is de hoeveelheid van en diversiteit aan activiteiten voor een schone leefomgeving die de gemeente orga-niseert voor alle leeftijden.
120247_GRAM_apr_2012.indd 32 10-04-12 16:12
GRAM | april 2012 33
GOED COMMUNICEREN OVER AFVALINZAMELING?
De gemeente Harderwijk zamelt bij zo’n 18.000 huis-
houdens papier, gft- en restafval in. Plastic wordt na de
inzameling van het restafval gescheiden. Voor glas en
textiel zijn er ondergrondse containers en voor klein
chemisch afval bestaat er een inzamelstation. Om de
communicatie rondom afvalinzameling te vereenvou-
digen, koos de gemeente twee jaar geleden voor de
volledig gepersonaliseerde afvalkalender van Add-
Comm. Dit bedrijf heeft zich gespecialiseerd in geïn-
tegreerde oplossingen voor communicatie via diverse
kanalen. Fred van Tol: “Voorheen lieten we per wijk een
afvalkalender maken en deze huis-aan-huis bezorgen.
De inwoners moesten in het schema opzoeken wan-
neer welke container werd geleegd. Nu hebben we een
overzichtelijke afvalkalender per huisadres, waarop de
inwoners direct zien op welke dag zij welke container
aan de straat mogen zetten. Met de inzameldata voor-
op, duidelijke icoontjes voor de verschillende soorten
afval en uitleg over de werkwijze in Harderwijk.”
Minder aanvragen“Doordat de nieuwe afvalkalender geadresseerd in de
bus valt, is de attentiewaarde hoger dan bij huis-aan-
huis verspreiding”, vervolgt Van Tol. “De kalender ver-
dwijnt niet meer zo snel bij het oud papier. Dat merken
we aan het afnemende aantal aanvragen voor een afv-
alkalender. Vorig jaar hadden we per wijk nog een klein
stapeltje extra kalenders klaarliggen, maar dit jaar was
dat al niet meer nodig. Komt er een aanvraag voor een
‘gemiste’ kalender, dan kunnen we deze zelf uitprinten
en versturen. Maar inwoners kunnen de afvalkalender
voor hun adres ook eenvoudig zelf downloaden, via
een link op de gemeentelijke website. Aan de hand van
de postcode en hun huisnummer genereert het sys-
teem direct een PDF met de juiste afvalwijzer. Vooral
nieuwe inwoners zijn heel blij met deze mogelijkheid.”
door Ferdi Jetten
Digitaal en gepersonaliseerd Duidelijkheid over afvalinzameling, minder papierverbruik en kosten besparen. Dat zijn de gro-
te voordelen van digitale communicatie rondom het inzamelen van huis-, tuin- en keukenafval
bij particulieren. Fred van Tol van de gemeente Harderwijk en Ralph Simmers van ROVA kunnen
hierover meepraten. Ze delen graag hun ervaringen met de nieuwste digitale communicatie-
middelen.
Fred van Tol Beleidsmedewerker Beheer Openbare Ruimte gemeente Harderwijk
120247_GRAM_apr_2012.indd 33 10-04-12 16:12
34 GRAM | april 2012
Het systeem biedt ook de inzamelaar van de minicon-
tainers meer fl exibiliteit. Een straat toevoegen aan een
andere route op een andere dag is geen probleem: het
systeem past automatisch de kalender voor het vol-
gende jaar aan. Hierdoor kan de inzamelaar de routes
fl exibeler indelen en plannen.
Reminder per smsVoor de toekomst verwacht Fred van Tol een duidelijke
verschuiving van de geprinte naar de digitale kalender.
“Uiteindelijk willen we het versturen van de papieren
kalender zoveel mogelijk gaan beperken om kosten
te besparen. De papieren versie blijft op aanvraag
beschikbaar voor inwoners die daar de voorkeur aan
geven, maar wat ons betreft heeft de digitale afval-
kalender de toekomst. Daarom maken we gebruik van
de Afvalwijzer app, waarmee mensen met een tablet
of smartphone de afvalkalender kunnen inzien. We be-
kijken nog of we onze service verder gaan uitbreiden.
Bijvoorbeeld met wekelijkse afvalberichten per sms,
waarin we aangeven welke container die dag aan de
weg moet. Maar ook zonder die mogelijkheid com-
municeren we al veel persoonlijker en duidelijker over
afval. We zijn zelf fl exibeler en daarmee besparen we
uiteindelijk kosten. En dat is weer gunstig voor de in-
woners van Harderwijk.”
Digitale communicatie bij ROVAROVA is partner in afval van 19 gemeenten in Midden-
en Oost-Nederland. De organisatie verzorgt advies, de
regie én de afvalverwijdering. ROVA’s doel: een bijdra-
ge leveren aan een schone, duurzame leefomgeving.
De informatievoorziening gaat ook hier tegenwoor-
dig steeds vaker via de digitale weg. Ralph Simmers,
communicatieadviseur bij ROVA, vertelt: “Steeds meer
mensen hebben computers, tablets en smartphones en
verwachten dan ook vaker via deze apparaten infor-
matie te krijgen. Daarnaast is het goed om kritisch te
kijken naar het gebruik van grondstoff en. Hier spelen
we graag op in. Bijvoorbeeld met een speciale website
voor mobiel en tablet, de digitale afvalkalender en de
bijbehorende app voor de inwoners van de aangeslo-
ten gemeenten. Op maat gemaakt door AddComm.”
Veel app-gebruikers“Voor ons was dit de eerste kennismaking met dit fe-
nomeen”, vervolgt Ralph Simmers. “En het bevalt goed!
We kunnen er zelf prima mee werken en krijgen veel
positieve reacties vanuit de gemeenten. De app wordt
veel gebruikt en we verwachten nog meer groei. Ideaal,
want zo verkleinen we de papierstromen en dat past
perfect bij het duurzame karakter van ons werk. Sinds
de presentatie van de digitale afvalkalender ontvangen
we aanzienlijk minder aanvragen voor de papieren ver-
sie. Terwijl het bezoek aan onze site en het gebruik van
de app nog steeds stijgt. Ook bij ons blijft de papieren
versie nog beschikbaar op aanvraag, maar we willen
onze informatie vooral digitaal zo toegankelijk moge-
lijk maken.”
Verder optimaliserenVia de app van ROVA kunnen inwoners direct zien
wanneer welk afval bij hen wordt opgehaald. Ook is
er informatie te vinden over de locaties en openings-
tijden van de verschillende milieubrengstations en het
klantcontactcentrum. Sinds kort is de berichten service
toegevoegd, waarmee inwoners op hun tablet of
smartphone een reminder krijgen dat ze een bepaalde
container aan de weg mogen zetten. “Een mooi begin,
maar we willen de site en app graag verder uitbreiden”,
geeft Ralph Simmers aan. “Zodat gebruikers bijvoor-
beeld direct kunnen zien waar de voor hen dichtstbij-
zijnde glasbak staat. Ook de mogelijkheid om zakken
voor plastic verpakkingen te bestellen, zwerfafval mel-
den en online vragen stellen staat op ons verlanglijstje.
En misschien willen we over een tijdje nóg een extra
stap zetten, door per huishouden de CO2-besparing
door afvalscheiding inzichtelijk te maken.”
Meer smartphonesDe communicatieadviseur vervolgt: “Bij ROVA zetten
we volop in op afval scheiden zodat het gerecycled kan
worden. Maar dat moet wel goed gebeuren. We krijgen
veel vragen over welk afval in welke zak of container
thuishoort. Ook hierover willen we via de app meer
duidelijkheid bieden. Bijvoorbeeld via het scannen van
de streepjescode van het product. De app vertelt je dan
meteen wat je ermee kunt doen. We bekijken wat hierin
mogelijk is en waarmee we verder willen. 50% van de
Nederlanders heeft een smartphone en dit percentage
blijft groeien. Daar moet je als organisatie in meegaan.
Met dit soort inventieve producten zijn we op de goede
weg!” ■
120247_GRAM_apr_2012.indd 34 10-04-12 16:12
Adv Kici
1/4
Niet herdraagbare kleding recyclen tot nieuwe kleding of andere producten? Dat kan!Met Stichting KICI. Specialist in inzameling en hergebruik van textiel. De gehele opbrengst doneert KICI aan goede doelen in binnen- en buitenland. www.kici.nl
De gemeente Zwolle heeft studenten van
de opleiding Industrial Design van het Del-
tion College gevraagd afvalbakken te ont-
werpen. Zwolle wil met het plaatsen van
deze afvalbakken het zwerfafval langs
de snoeproute van het winkelcentrum
Holten broek naar het Deltion College te-
gengaan. Voor deze en andere maatrege-
len tegen zwerfafval krijgt de gemeente
ondersteuning van AgentschapNL.
De studenten zijn tijdens het project
technisch begeleid door Ecodesigns, de
fi rma die afvalbakken levert aan de ge-
meente Zwolle. De drie beste modellen
zijn door Ecodesigns in productie geno-
men en vanaf heden leverbaar.
Inl. www.ecodesigns.nl
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSStudenten ontwerpen afvalbak
Model Target van ontwerper Casper Nootenboom
Hiltra verhuurt F60 opslag-containers voor gevaarlijke stoffen
Hiltra Barneveld, ruim 30 jaar op de
markt als fabrikant en leverancier
van opslagsystemen voor gevaarlij-
ke stoff en, biedt nu ook de mogelijk-
heid PGS15-opslagkluizen te huren.
Huren kan voor bedrijven, gemeen-
ten en instellingen een interessante
optie zijn wanneer er sprake is van
een situatie waarin er tijdelijk en/of
snel een brandwerende opslagruim-
te volgens de PGS15 regelgeving
aanwezig dient te zijn. Huren kan
vanaf 1 week met een opzegtermijn
van 1 week of op langere termijn
op contractbasis. Uiteraard behoren
huurkoop en koop ook tot de moge-
lijkheden.
Voor meer informatie:
Hiltra Barneveld, tel 0342-404160,
e-mail [email protected] en op
www.hiltra.com
120247_GRAM_apr_2012.indd 35 10-04-12 16:12
Al uw persoonlijke vragen over kankerpersoonlijk beantwoord
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn0800 - 022 66 22
morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen
Koopvaardijweg 15 | 4906 CV Oosterhout | [email protected] | www.reshare.nl
Als grootste textiel inzamelaar in Nederland zorgt Leger des Heils ReShare op vele manieren voor een duurzaam hergebruik van ingezamelde kleding en textiel. We willen uit respect voor mens enmilieu de textielketen sluitend krijgen en dat inspireert ons voortdurend.
Leger des Heils ReShare draagt structureel bij aan de zoektocht naar innovatieve manieren om van textiele reststoffen weer hoogwaardige producten te maken en biedt tal van professionele en succesvolle inzamelconcepten. Maak een afspraak met één van onze adviseurs, zodat we samen met u het bewustzijn rond de inzameling van textiel kunnen vergroten. Met als doel een nóg beter resultaat!
Meer weten? Bel 0900 - 9322 (10ct per min)
Hoge kosten voor
?reinigen olielekkages
Olielekkages zijn
gemakkelijk zelf
te reinigen m.b.v.
AQUAQUICK 2000.
Deze unieke
wegdek-
ontvetter
wordt al
toegepast
door bijna alle
brandweerkorpsen
en wegbeheerders.
Bespaar op kosten en tijd,
wij informeren u graag!
VanDoClean B.V. / Absorbit
Tel. 0416-66 80 60
www.vandoclean.nl
Fax 0416-66 80 65
VanDoClean
120247_GRAM_apr_2012.indd 36 10-04-12 16:12
GRAM | april 2012 37
Volgens ir. Ronald Meurs, projectleider bij
Grontmij, kunnen gemeenten zowel geld
als het milieu (be)sparen door nog eens
kritisch te kijken naar de (her)inrichting
van milieustraten. Grontmij heeft hier-
voor de nieuwe denkrichting Milieustraat
2.0 ontwikkeld. De innovatieve en duur-
zame gedachte hierachter is het resultaat
van de inbreng van technische experts,
milieustraat-adviseurs, architecten, als-
mede belevings- en praktijkdeskundigen.
Voor de burgers is het nu vaak geen lol-
letje om een bezoek te brengen aan de
milieustraat. Ze krijgen er vaak te maken
met lange wachttijden om vervolgens al
fi lerijdend tussen weggewaaid materiaal
uiteindelijk door of in opdracht van de
gemeente tegen hoge kosten huis-aan-
huis moet worden ingezameld om daar-
na integraal te worden afgevoerd naar
een verbrandingsinstallatie. Ook deze
kosten liegen er niet om. De Milieustraat
2.0 staat symbool voor een optimale mix
van scheiding en hergebruik enerzijds
en service en beleving anderzijds. Een
milieustraat waar de bezoeker effi ciënt
wordt geholpen, graag terugkomt én
waar herbruikbare reststromen optimaal
en schoon worden gescheiden. Vanuit
deze visie denkt Gront mij graag mee.
Inlichtingen: Grontmij ir. R.E. Meurs; 026-
3558355 of [email protected]
langs een wirwar van containers te wor-
den geleid. Het nodigt helaas niet echt
uit en dat is jammer, want het milieu is
er zeer bij gebaat als herbruikbare rest-
stromen zoveel mogelijk gescheiden
worden aangeleverd. “Bij afvalscheiding
snijdt het mes aan twee kansen”, aldus
Meurs. “Het scheiden van herbruikbare
reststromen als grondstof voor nieuwe
producten is de ene zeer belangrijke kant
van het verhaal. De andere kant is dat ge-
meenten van een goed lopende milieu-
straat, waar burgers graag komen, ook
belangrijke fi nanciële vruchten kunnen
plukken.” Meurs doelt daarmee op het
feit dat afval dat niet wordt gescheiden
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSDe functionele milieustraat van Grontmij
120247_GRAM_apr_2012.indd 37 10-04-12 16:12
Zaltbommel 0418 - 51 53 22 www.savas.com *
ex
BT
W, i
nb
ou
w-
en
tra
nsp
ort
kost
en
Stoelen voor verschillende toepassingen en gebruik.
Voor iedereen een goede stoel! Probeer 4 weken g
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur), Marc Maassen, GADDrs. Bas Peeters, NVRDHerman Beerding, BMSDrs. Andrea van de Graaf, De MeerlandenIng. Marc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, Agentschap NL
EindredactieDrs. Karin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
BladmanagementSander Retra, Retra PubliciteitsService bv
Advertentie-exploitatieRetra PubliciteitsService bvPostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02e-mail: [email protected]
OpmaakBetuwe Promedia bv, Buren
DrukSpijker Drukkerij bv, Buren
Offi cieel vakblad van de NVRD
AbonnementenadministratiePostbus 333, 2040 AH Zandvoorttel. (023) 571 84 80, fax (023) 571 60 02Jaarabonnement ad € 95,– incl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.
Beëindiging abonnementHet opzeggen van een abonnement dient schriftelijk te geschieden uiterlijk op 15 november bij Retra PubliciteitsService. Bij niet tijdige opzegging wordt het abon-nement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC-keurmerk en verschijnt 11x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Agenda7 – 11 mei 2012
IFAT Entsorga, Neue Messe München
23 – 25 mei 2012
NVRD Jaarcongres ‘Schoongewoon’
Inl. www.schoon-gewoon.nl
30 mei 2012
Praktijkdag Gemeente Schoon, de Winkel van Sinkel in Utrecht
Een dag voor deelnemers van Thema- en gebiedstrajecten
inl. www.gemeenteschoon.nl
5 – 6 juni 2012
VNG Jubileumcongres, Den Haag
12 september 2012
Gladheidbestrijdingscongres
120247_GRAM_apr_2012.indd 38 10-04-12 16:12
Lease
Roteb LeaseRoteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van bijzondere voertuigen. Het accent ligt op afvalinzamelvoertuigen, veegmachines, rioolreinigings- voertuigen, hoogwerkers, containerauto’s, ambulances en brandweervoertuigen.Roteb Lease staat voor klantgerichte mobiliteitsservice.
Verkoop & Beheer:Advisering bij aanschaf
Aanschafcoördinatie
Voertuiginstructie
Assurantie en schadeafwikkeling
Leasing
Wagenparkbeheer
Managementinformatie
Verhuur
Werkplaatsen:Onderhoud, reparatie en keuringen
Schadeherstel
Constructiewerk
Bedrijfswageninrichting
Servicesteunpunt voor RAVO, HIAB,
Geesink, Haller, BekkerLaGram
en KOKS
Adrem veiligheidskeuringen
Meer weten? Een vraag? Een uitdaging? Informeer naar onze mogelijkheden.
Bel 010 - 267 86 00
Of mail naar [email protected]
www.roteb.rotterdam.nl
Roteb LeaseKleinpolderplein 5
Postbus 11011
3004 EA Rotterdam
De oerdegelijke strooimachines van Epoke uit Scandinavië. Maar ook sneeuwploegen, zoutoplossers en sproeimachines: Voor de winterdienst in de volle breedte, leidt de weg naar Schuitemaker. Bovendien is Schuitemaker voor u continu op zoek naar innovatieve oplossingen, zoals onze nieuwe houten opslagsilo’s. Want alleen Schuitemaker biedt kwaliteitsmerken, een gevarieerd en compleet programma, doortimmerd advies en uitstekende service. Zegt u winterdienst, denk dan aan Schuitemaker!
Schuitemaker B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Holland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | www.sr-schuitemaker.nl
Schuitemaker. Winterdienst in de volle breedte
120247_GRAM_apr_2012.indd 39 10-04-12 16:12
Het voorjaar steekt de kop weer op!
RecyBEM is als uitvoeringsorganisatie van het Besluit Beheer Autobanden verantwoordelijk voor de inzameling en
milieuverantwoorde verwerking van gebruikte autobanden. Jaarlijks worden circa 8 miljoen gebruikte autobanden van de
Nederlandse markt verwijderd. Maar liefst 60% van deze banden wordt ten behoeve van materiaalhergebruik
hoogwaardig verwerkt. Zo krijgen de oude banden nog een tweede leven! We hebben de lente weer in de bol.
Ook in dit b(l)oeiende seizoen blijft de branche zich onverminderd inzetten voor een schoner en leefbaarder milieu,
zodat we met z’n allen van onze mooie natuur kunnen blijven genieten.
www.recybem.nl
Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu.
Alle gebruikte banden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier.
DEF.BEM_VOORJAAR_BASIS_210x297.indd 1 10-02-2012 15:31:41120247_GRAM_apr_2012.indd 40 10-04-12 16:12