Gram juni 2015

36
Social Return in afval en beheer openbare ruimte Hoe doen zij dat met agressie op het werk? GRAM Aandacht voor veiligheid op milieustraten JAARGANG 106 | NUMMER Juni 2015 VAKBLAD VAN DE 5

description

 

Transcript of Gram juni 2015

Page 1: Gram juni 2015

Composteren en milieubelasting

Social Return in afval en beheer openbare ruimte

Hoe doen zij dat met agressie op het werk?

GRAM

Aandacht voor veiligheid op milieustraten

JAA

RGA

NG

106 | NU

MM

ER Juni 2015

VAKBLAD VAN DE 5

Page 2: Gram juni 2015
Page 3: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 3

Vakblad van de NVRD

inhoudsopgave

8

13

16

20

Veiligheid steeds prominentere plek op milieustraat Er valt nog veel te verbeteren aan de veiligheid op milieustraten. Dat concludeerde

de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) al in 2008 in een bijzonder

kritisch rapport. Vooral als het gaat om het omgaan met agressie van bezoekers zou er

nog een wereld te winnen zijn.

Social Return in afval en beheer openbare ruimteHoe geef je vorm aan Arbeidsparticipatie en social return als uitvoerende partij in afval

en beheer openbare ruimte? Veel partijen zijn hiernaar op zoek en geven er een eigen

invulling aan. Dit bleek tijdens een serie van vijf regionale werkbijeenkomsten over

SROI en tijdens het congres ‘Werk in Uitvoering!’.

Oud papier en drankenkartons, wel of niet samen?De vernieuwde afspraken tussen gemeenten en bedrijfsleven bevestigen het goed

werkende systeem voor de inzameling en recycling van oud papier. Met het vijfde

Papiervezelconvenant krijgt de optie om drankenkartons gecombineerd met het oud

papier in te zamelen een nieuwe dimensie, die elke gemeente vooralsnog zelf moet

invullen.

Afscheid NVRD-directeur Erik de BaedtsIn april 2008 trad Erik de Baedts aan als directeur van de NVRD. Op 1 juli aanstaande

verruilt hij deze functie voor de positie van algemeen directeur van de Carnegie

Stichting die het Vredespaleis in Den Haag beheert. Een terugblik op zeven jaar NVRD.

Foto voorplaat:

Nationale Beeldbank

lees verder op pag. 8

5 Bezem

6 Hoe doen zij dat met agressie?

10 Afvalcoaches leveren zichtbaar resultaat

18 Terugblik NVRD Jaarcongres in Tilburg

22 Opiniestuk van de redactie

24 Peter van Welsem in Vakwerk

26 Participatiekaart voor lokale initiatieven

28 Samen werken aan schone

centrumgebieden

30 NVRD Nieuws

31 Branchenieuws

34 Agenda en colofon

Lees verder op pag. 13

T

Page 4: Gram juni 2015

WWW.SECTORPLAN-AMBOR.NL

Sectorplan

A M B O RSECTORPLAN AMBOR: MEER BANEN, BETERE OPLEIDINGEN!Meer banen, betere opleidingen, dat is de kern van het Sectorplan AMBOR dat in mei 2015 van

start is gegaan. AMBOR staat voor Afvalbeheer en –Management en Beheer van de Openbare

Ruimte. Het Sectorplan is onderdeel van de werkloosheidsaanpak van de Rijksoverheid. De mi-

nister van Sociale Zaken, Lodewijk Asscher, heeft voor onze sector € 11,4 miljoen daarvoor be-

schikbaar gesteld. Dat geld is bestemd om twee knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken:

meer instroom van nieuwe medewerkers en betere inzetbaarheid van bestaande vakkrachten.

Nieuwe medewerkers

U wilt meer doen op het terrein van 'Van Afval

Naar Grondstoffen', meer en beter recyclen of

een schonere ambitie in de openbare ruimte.

Daarvoor heeft u nieuw personeel nodig. Het

Sectorplan helpt u daarbij, door een deel van de

loonkosten en opleidingskosten van medewer-

kers die u nieuw in dienst neemt, te vergoeden.

Ook voor nieuwe medewerkers die in dienst ko-

men om door natuurlijk verloop ontstane vaca-

tures op te vullen, krijgt u deze vergoeding.

Opleidingen

Bijna de helft van alle medewerkers in de afval-

branche heeft geen startkwalificatie voor de

arbeidsmarkt. Het Sectorplan vergoedt 50% van

kosten die worden gemaakt om medewerkers te

scholen tot coach of een algemene opleiding te

geven. Tenslotte is het mogelijk uw medewer-

kers aan te melden voor de nieuwe opleiding

Allround AMBOR op MBO-2 niveau.

U bent aan zet! Tot en met 10 september 2015 kunt u zich opgeven voor deelname aan het

Sectorplan. Daarvoor kunt u zich melden op de website www.sectorplan-ambor.nl.

Wees er snel bij; het Sectorplan loopt zolang de financiering strekt.

Voor meer informatie: [email protected] of 088 – 377 00 23.

Page 5: Gram juni 2015

BEZEMIk veeg rustig verder, het resultaat staat voorop. Niet omdat ik er op afgerekend wordt maar omdat ik dat zelf wil. De opperbezem noemde dat laatst geloof ik ‘intrin-siek gemotiveerd’. Hij vond dat ik goed werkte, dat was voor mij genoeg. Ik mijmer wat verder als ik een friet-bakje opraap. Het S-woord. Misschien moeten we het woord wel gebruiken maar er een andere invulling aan geven. Misschien, en scheidend directeur Erik de Baedts heeft hier al op vaker gewezen, moet de S wel staan voor Samen.

GRAM | juni 2015 5

WWW.SECTORPLAN-AMBOR.NL

Sectorplan

A M B O R

S-amenAl vegend in het park, voor de tijd van het jaar is het redelijk fris, waait er een krant voorbij. Ik grijp hem en blader er even doorheen. Scan snel de koppen en tussen bizarre oorlogen, vaag bekende Nederlanders, mooie sportprestaties en berichten over geweld om de hoek, staat hij daar in-eens weer, het S-woord.

Ja, de Bezem kan er echt even niet om heen. U weet, deskundig als u bent, direct waar het over gaat. Het dossierdominerende woord dat Lap’s, verbrandingsbelasting, hout-reycling en nog veel meer onderwer-pen ver in de schaduw laat staan. Het woord dat werkt als een klappe-rende brievenbus op een overspannen waakhond. Iedereen en alles slaat er direct op aan;..... Statiegeld. Afval is emotie, sprak tijdens het afvalcongres de toen nog voorzitter van de VNG commissie MEM en nu definitief in het afval verdwenen nieuwe directeur van de NVRD Olaf Prinsen. Het S-woord is dat helemaal en allemaal. Emotie, de ratio is reeds lang geleden met een van de vorige verpakkingencon-venanten bij het oud papier gezet. Gelukkig was de prijs voor oud papier gunstig. Ik zie het, lees het en doe de krant bij de rest van het vuil. Oud nieuws.

Verder vegend tussen het bankje en de prullenbak liggen wat blikjes en peuken. Ik veeg ze op en gooi ze in mijn wagen. Dat doe ik nu en dat doe ik straks. Wat er ook ligt. Wat er lag was zo te zien van leerlingen van de nabijge-legen school. Ik vraag mij af wie ik hier nu op aan moet spreken. De leerlingen die het er hebben neergegooid, de super-markt die het verkocht, de producent die het maakte of de gemeente die niet genoeg heeft verteld dat dit niet mag of dat het beter is voor het milieu om het er niet neer te gooien. Feit is dat het er ligt en dat het opgeruimd moet worden. Raamovereenkomst, prestatieafspraken, verduurzamingsplannen ten spijt.

Page 6: Gram juni 2015

6 GRAM | juni 2015

Deze maand:

omgaan met agressie

Hoe doen zij dat?

Heb je te maken met agressie van

burgers?

Regelmatig, helaas. In de acht jaar dat

ik in de reiniging zit, maak ik bijna elke

dag wel iets mee. Schelden en beledigen

komt het vaakst voor. Je staat altijd in de

weg met die wagen en de mensen heb-

ben altijd haast en nooit geduld.

Hoe ga je daar mee om?

Het meeste ben ik weer snel vergeten;

rustig blijven werkt het best. Meestal

zit je met meer mensen in de cabine en

helpen we elkaar. Soms heb je er een

vechtersbaas bij, die met hoge schou-

ders ergens op af willen stappen. Dat zijn

meestal uitzendkrachten. Wij als vast

personeel houden hem dan tegen. "Dat

lossen wij wel op", zeggen we tegen zo’n

collega.

Wat was het meest vervelende

incident?

Een keer waren we klaar in de wijk en

wilden we wegrijden. Op de stoep stond

een geparkeerde auto, die zonder rich-

ting aan te geven plotseling voor onze

wagen schoot en meteen op de rem trap-

te. Wij reden er maar zachtjes tegenaan.

De bestuurder was duidelijk uit op een

confrontatie. Hij stapte uit en begon op

mijn portier en ramen te slaan. Roepend,

dat ik eruit moest komen en dat hij me

wat aan zou doen. We zaten met drieën

in de wagen en hielden onze deuren en

ramen goed dicht. Ik belde de politie,

maar ondertussen werd de man steeds

onrustiger en agressiever. Toen hij be-

greep dat ik de politie aan de telefoon

had, werd hij plotseling zenuwachtig,

beweerde dat de schade toch wel mee-

viel aan zijn auto en reed met piepende

banden weg. Het liep dus met een sisser

af, maar de situatie was heel bedreigend.

Wat me ook altijd is bijgebleven: toen ik

alleen stond met een ondergrondse con-

tainer hangend in de kraan, gaf iemand

me totaal onverwacht een duw. Hij zei:

"Waarom ben je niet eerst in mijn straat

geweest, ik kan mijn afval niet kwijt." En

vervolgens gooide hij een volle zak afval

voor mijn voeten. Dat soort dingen maak

je mee, niet leuk, maar het gebeurt.

Krijg je steun vanuit je werk?

Ik heb twee keer een training gehad,

‘Omgaan met verbale en fysieke agres-

sie’. Die trainingen bestaan vooral uit ai-

kido als verdedigingsmiddel. Je leert wat

je moet doen als iemand je vastpakt of

probeert te wurgen. In de training lukte

het me best goed, maar ik weet niet hoe

het in de praktijk zou gaan. Gelukkig heb

ik die aikidotechnieken nog nooit nodig

gehad. In de training leer je ook dat het

heel veel uitmaakt hoe je zelf reageert.

Boos terug reageren werkt averechts, net

als compleet negeren. Het beste wat je

kunt doen, is de agressieve persoon ge-

lijk geven en zeggen dat je het begrijpt.

"Vervelend voor u, maar ik doe ook maar

mijn werk", zoiets. En rustig uitleggen

wat er aan de hand is. In een brede straat

zetten wij onze auto voor de minicon-

tainers soms in het midden, zodat we

veilig van twee kanten kunnen beladen.

Automobilisten snappen dat niet en vra-

gen zich af waarom je die wagen niet

wat meer aan de kant zet, zodat zij er

langs kunnen. Als je het uitlegt, hebben

ze vaak meer begrip.

Is er voldoende aandacht voor het

onderwerp binnen jouw bedrijf?

Ik denk het wel. We hebben cursussen en

bij werkoverleg krijgen we ook nog wel

eens korte tips. Ze doen er best veel aan.

Als ik iets vervelends heb meegemaakt,

kan ik altijd bij de teamleiders binnenlo-

pen en er over praten. Dat geeft een goed

gevoel, omdat je het dan kwijt bent. Als

het heel erg is, bel ik mijn vriendin, want

zij is mijn steun en toeverlaat. Dat lucht

op, als ik er met haar over kan praten.

Heb je tips voor collega’s?

Geef de mensen gelijk en probeer op een

rustige manier uit te leggen hoe de situ-

atie is. Als ze het begrijpen, worden ze

meestal wel rustiger.

Thierry de Bakkeris allround chauffeur/belader bij Avalex.

Functies: grof vuil, minicontainers en

kraanwagen voor legen ondergrondse

container. Hij rijdt onder meer in Wassenaar,

Rijswijk, Leidschendam-Voorburg en Pijnacker-

Nootdorp.

Tekst: Hetty Dekkers

Page 7: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 7

Krijg je steun vanuit je werk?

Ja, voldoende. Ik kan altijd bij de voor-

man of het afdelingshoofd terecht om

ergens over te praten. Meestal staan ze

wel achter je.

Is er voldoende aandacht voor het

onderwerp binnen jouw bedrijf?

We hebben een cursus gehad, ‘Omgaan

met agressie op en rond de werkvloer’.

Daar speelden we conflictsituaties na

en kreeg je voorbeelden van foute en

goede reacties. Je moet niet meegaan

in dezelfde toon en proberen kalm te

blijven. En geen vragen stellen, zoals

"Vindt u ook niet?". Want dan kom je in

een discussie terecht. Bij de cursus zat

ook een praktijkgedeelte, aikido. Maar

dat viel mij een beetje tegen, ik had er

meer van verwacht. We leerden eigenlijk

maar één greep, waarbij je je hand naar

voren moet steken. Dan geef je aan dat je

afstand wil houden.

Heb je tips voor collega’s?

Ik zelf begin altijd met vriendelijk goe-

demorgen of goedemiddag te zeggen,

dat helpt al. Een beetje afleiden, over iets

anders beginnen, dat werkt meestal ook

goed.

worden het kwaadst. Komen ze met een

kuub groenafval aanzetten uit hun eigen

tuin, dat kan natuurlijk niet.

Hoe ga je daar mee om?

Ik werkte eerst bij een hovenier, daar

maakte je dit niet mee. Maar ik werk nu

twaalf jaar in het openbaar, dan wen je er

wel aan. In het begin was ik zelf nog wat

driftig. Dan worden mensen alleen maar

bozer. Nu blijf ik kalmer. Misschien ook

een kwestie van leeftijd. Agressie heeft

ook echt met het weer te maken. Als het

regenachtig is, worden mensen sneller

boos. Bij mooi weer zijn ze veel gemoe-

delijker.

Wat was het meest vervelende

incident?

Ik heb het nooit veel erger meegemaakt

dan wat ik al noemde. Eén keer kreeg ie-

mand een waas voor zijn ogen en dreig-

de mijn baas te gaan bellen. Die zei ge-

lukkig hetzelfde als ik: we kunnen die tak

nu niet snoeien omdat het niet de juiste

tijd van het jaar is. Sommige mensen zit-

ten heel de dag thuis tegen die tak aan

te kijken en zijn erg opgefokt. "Je hebt er

zeker geen zin in", snauwen ze dan. Het

zijn vaak dezelfde mensen die klachten

hebben, op steeds dezelfde adresjes. Die

verstandhouding blijft slecht, maar dat

is niet erg, dat heb je in het echte leven

ook.

Michel van Duynis sinds twaalf jaar groenmedewerker bij

Meerlanden, locatie Hillegom. Daarvoor was hij

werkzaam bij een hoveniersbedrijf.

Heb je te maken met agressie van

burgers?

Af en toe, een keer of tien per jaar schat

ik. Als iets niet gebeurd is, of als er een

tak overhangt bijvoorbeeld, dan heb je

wel eens mensen die daar vervelende

opmerkingen over maken. "Jullie hebben

maar een makkelijk baantje, waarom haal

je die tak niet weg". Dat soort opmerkin-

gen. Mensen hebben hun mening gelijk

klaar. Wat ook voorkomt is dat mensen

vragen of we hun eigen groenafval even

mee kunnen nemen. Typisch, maar de

mensen die het meeste afval hebben,

DONDERDAG 24 SEPTEMBER 2015 NVRD THEMADAG:

Werk maken van integraal beheer

Noteer in uw agenda

Page 8: Gram juni 2015

8 GRAM | juni 2015

“Het onderwerp agressie leeft nog steeds”, zegt Peter van Hartingsveldt

van milieustraat Irado in Schiedam. “Medewerkers krijgen met name te

maken met boze bezoekers op het moment dat die moeten betalen voor

het afgeven van een bepaalde afvalstroom”, legt de afdelingsmanager

uit. “Het brengen van puin kost bijvoorbeeld geld, dat is bij ons altijd al

zo geweest. Maar mensen proberen er onder uit te komen door er tuin-

afval op te leggen. Een ander voorbeeld: voor het brengen van asbest is

een vergunning van de gemeente nodig. Als blijkt dat iemand die niet

heeft, ontstaat er wel eens ergernis, omdat ze hun asbestplaten mee

terug moeten nemen.”

Misstanden

Agressie is een van de veiligheidsaspecten op de milieustraat die nog

te vaak onvoldoende zijn geregeld, zo constateert de Inspectie SZW. In

2008 kwam die met een hard rapport waarin stond dat op driekwart van

de onderzochte buitendiensten van gemeenten, provincies en water-

schappen de veiligheidsnormen onvoldoende in acht werden genomen.

Toen de Inspectie zes jaar later wederom voor controle op de stoep

stond, bleek dat slechts een tiende van de organisaties waar in 2008

misstanden waren aangetroffen de zaken ditmaal wel op orde had. En

met name agressie zou meer aandacht verdienen.

Ditmaal lijkt de boodschap duidelijk te zijn overgekomen. Veiligheid

speelt een steeds grotere rol bij de inrichting van milieustraten en bij

de scholing van medewerkers. Irado biedt zijn medewerkers sinds drie

jaar speciale cursussen aan waarin geleerd wordt om te gaan met agres-

sie tijdens het werk. “Dat is een goede toevoeging geweest op alle an-

dere maatregelen die we hebben getroffen”, zegt Van Hartingsveldt. “We

hebben verschillende zaken geregeld om de veiligheid van onze me-

dewerkers te vergroten. Enkele voorbeelden: het kantoor is afgesloten

en het loket bij de ingang heeft een schuifluik. In de communicatie met

de bezoekers doen we er ook alles aan om de regels duidelijk over te

brengen. Het reglement hangt buiten op een bord zodat bij aankomst al

direct te lezen is wat er wel en niet kan. Ook de tarieven worden al vóór

de ingang aangegeven. Sinds kort hebben we bovendien een folder voor

het publiek gemaakt waarin alle informatie nog eens staat uitgelegd.

Die delen we uit op de locatie. Verder lopen er op de milieustraat altijd

Er valt nog veel te verbeteren aan de veiligheid op milieustraten. Dat concludeerde de Inspectie van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid (SZW) al in 2008 in een bijzonder kritisch rapport. Bij een nieuwe controle in 2012 bleek dat er

nog altijd weinig was gedaan met alle aanbevelingen. Vooral als het gaat om het omgaan met agressie van bezoekers

zou er nog een wereld te winnen zijn. Mede dankzij de verbetersuggesties in de Arbocatalogus Afvalbranche zijn er

sindsdien al veel knelpunten aangepakt

Veiligheid steeds prominentere plek op milieustraten

twee medewerkers rond die mensen kunnen wijzen op

de regels. Ook langs de rijroute staan borden waarop de

tarieven staan, zodat er achteraf geen misverstand over

kan ontstaan. En al langer staan regels en tarieven op

de website, zodat mensen zich er thuis al van de op de

hoogte kunnen stellen.”

Door de mand

“Het is ook gewoon een kwestie van goed opletten”,

zegt Herman Arntz, chef overslag bij milieustraat Afval-

stoffendienst ’s-Hertogenbosch. “Je leert door ervaring

wel te herkennen wanneer bezoekers iets proberen. Een

voorbeeldje, mensen brengen de klimop die ze uit de

tuin hebben gehaald, maar onder het groen zitten dan

vaak nog hele stukken schutting. Voor die schutting

moet betaald worden. Op het moment dat de lading ge-

lost wordt, komt alles wat eerst onder lag, bovenop te

liggen. Ja, dan valt de brenger door de mand.” Verder

maakt de Afvalstoffendienst ’s-Hertogenbosch gebruik

van beveiligingscamera’s. “Als iemand iets doet wat niet

mag, dan zien we dat vaak wel.”

Naast agressie zijn er nog andere veiligheidsaspecten

die volgens de Inspectie beter kunnen. Zaken zoals

valgevaar, aanrijdgevaar en kinderen en huisdieren op

de milieustraten verdienen ook aandacht. “We hebben

in ’s-Hertogenbosch gelukkig weinig te maken met vei-

ligheidsincidenten op dat gebied”, zegt Arntz. “Iemand

snijdt zich wel eens aan een stuk glas. In die gevallen

hebben we vier bedrijfshulpverleners rondlopen. En alle

medewerkers hebben een portofoon, dus hulp is snel

aanwezig. Verder hangt er een AED op het terrein en er

is een brancard beschikbaar.”

Parasol

De Afvalstoffendienst in ’s-Hertogenbosch maakt ge-

bruik van de Arbocatalogus Afvalbranche, een over-

zicht van maatregelen die de veiligheid binnen de

afvalbranche vergroot. Arntz: “Alle suggesties die we

kunnen gebruiken, nemen we mee. Voorwaarde is dat

het van toepassing is op onze locatie. Het gebruik van

persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers

is een van punten uit de catalogus die we inmiddels

overgenomen hebben. Als de zon schijnt, dan zorgen

we voor een beschutte plek door op de hogere delen

van de milieustraat een parasol op te steken. Als het

echt heet is, zorgen we ook voor gratis soep zodat

Peter van Hartingsveldt: “In de

communicatie met de bezoekers doen

we er alles aan om de regels duidelijk

over te brengen.”

Page 9: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 9

medewerkers wat extra zout binnen krijgen. En na een

aanpassing is er bij het koffieapparaat nu ook koud wa-

ter beschikbaar. Bij slecht weer zorgen we er juist weer

voor dat medewerkers droog kunnen staan.”

Ook bij Irado in Schiedam werken ze met de Arbocata-

logus. Peter van Hartingsveldt en zijn team hebben er

in het voorjaar nog uitleg over gehad. “Er staat veel in

over duidelijkere regels. Nuttige informatie dus. We zijn

nu bezig met een aanbeveling om meer gezaguitstra-

lende kleding te regelen. Daardoor zouden medewer-

kers serieuzer genomen moeten worden.”

Routing

Over aanrijdgevaar, dat door een onduidelijke route

zou kunnen ontstaan, maken Arntz en Van Hartings-

veldt zich weinig zorgen. Arntz: “Dat gevaar is bij ons

in ’s-Hertogenbosch minimaal. Sinds vier jaar hebben

we een nieuwe milieustraat, die is heel modern inge-

richt. De weg is recht en er is enkel eenrichtingsverkeer

waardoor de kans op aanrijdingen minimaal is. Daar is

goed over nagedacht. Eerder was het een drama. Met

name bij de poort. We hadden twee weegbruggen en

één ingang, waardoor alle bezoekers, ongeacht ze

gratis of betaald afval kwamen brengen, van dezelfde

bruggen gebruik maakten. Dat zorgde voor grote fi-

les bij de poort. Op de nieuwe locatie hebben we vier

weegbruggen en twee keer een in- en uitgang. Dat gaat

veel soepeler.” Ook in Schiedam valt weinig blikschade

te melden. “Het aanrijdrisico hebben we opgelost door

eenrichtingsverkeer in te stellen. En de weg is hier rede-

lijk breed, waardoor auto’s elkaar gemakkelijk kunnen

passeren. Bovendien hebben we een maximum capaci-

teit van 75 auto’s op het terrein. We zorgen er zo voor

dat het verkeer niet vastloopt.”

Een ander veiligheidsrisico vormen kinderen en huis-

dieren die vrij rondlopen. Arntz: “In ons reglement staat

dat kinderen tot twaalf jaar en huisdieren in de auto

moeten blijven. Maar je kunt nooit voorkomen dat een

kind toch de auto uitstapt en er vandoor gaat. En als het

niet druk is, vormt dat ook geen heel groot probleem.

De medewerkers die op het terrein rondlopen zijn ge-

instrueerd om ouders er op te wijzen dat kinderen in

de auto moeten blijven. Dat is ook in het belang van de

bezoekers. Veel valt ook te voorkomen als die daar zelf

ook logisch over nadenken.”

Arbo-normen

Het risico op valgevaar is in Schiedam vrij klein, denkt

Van Hartingsveldt. “Het bordes is halfhoog en de con-

tainers steken 1,20 meter boven het perron uit. Dat

is hoog genoeg om er voor te zorgen dat er niemand

overheen valt.” In ’s-Hertogenbosch geldt eenzelfde

principe. “Bij ons steken de containerbakken 90 centi-

meter boven het perron uit. Dat is allemaal volgens de

Arbo-normen. We hebben bovendien naast de contai-

ners aluminiumplaten geplaatst waardoor je er niet tus-

sen kunt vallen. Die platen kunnen we opklappen als de

vrachtwagens de containers komen legen.”

Tekst: Sander Wageman

Foto

Irado

Page 10: Gram juni 2015

HULP BIJ HET SCHEIDEN VAN AFVAL

In veel gemeenten is de afvalcoach inmiddels een vertrouwd gezicht in het straatbeeld. De invulling

van de functie is in elke gemeente weer anders. Wat overeenkomt, is dat de afvalcoach inwoners helpt

om hun afval op een juiste manier te scheiden.

Zoek de term ‘afvalcoach’ op met een zoekmachine en

je komt al snel terecht op websites met tips voor het

kwijtraken van overtollige kilo’s. Gerrit Baron rijdt rond

in een auto waarop met grote letters ‘Afvalcoach’ staat.

“Als mensen denken dat ik anderen help om af te val-

len, help ik ze snel uit de droom”, vertelt hij lachend.

Sinds 2012 werkt hij als afvalcoach bij inzamelbedrijf

Area Reiniging NV in de gemeenten Coevorden, Emmen

en Hoogeveen. Baron vertelt: “Als afvalcoach zorg ik in

feite voor een zo kort mogelijke lijn tussen inwoners

en Area. Ik help om problemen op het gebied van afval-

scheiding te voorkomen en reik oplossingen aan.” Hij

werkt nauw samen met de afdeling Communicatie van

Area. In het kader van het project ‘Afval Anders’, dat in

2012 van start ging, kregen bewoners van een aantal

proefwijken een derde container aangeboden voor de

inzameling van plastic afval. Dit bracht met zich mee

dat het restafval en het gft nog maar één keer in de

drie weken werden opgehaald. Samen met de afdeling

Communicatie had Baron een taak in het informeren

van bewoners via informatieavonden en andere acti-

viteiten. Creatieve en ludieke acties maakten hier deel

van uit. “Zo verzamelden we 22 kilo plastic in een grote

duizend literzak en lieten deze zien tijdens informa-

tieavonden. Dit is de hoeveelheid plastic die iemand

gemiddeld per jaar weggooit. Inwoners die dachten dat

ze met teveel restafval zouden zitten na drie weken,

draaiden wel bij als ze dit zagen.”

Knoflook verbouwen

De komst van de derde container zorgde in de ene wijk

voor meer weerstand dan in de andere. Zo deed in de

Rietlanden in Emmen, een wijk met jonge gezinnen,

vanaf het begin 80 tot 90 procent van de bewoners mee

aan de proef. “Uit de afname van de hoeveelheid restaf-

val bleek dat het in drie jaar tijd voor inwoners gewoon

is geworden om een derde container te gebruiken. In-

middels doen vrijwel alle bewoners in de Rietlanden

mee. In feite heb ik daar als afvalcoach geen werkterrein

meer, omdat het zo goed loopt”, vertelt Baron. In een

wijk in Hoogeveen verwachtte Area veel problemen bij

de introductie van de derde container. Baron: “Dit betrof

een wijk met een gemêleerde samenstelling. Uiteinde-

lijk ging het hartstikke goed. Van een Turkse mevrouw

heb ik nog uitleg gekregen hoe ik het beste knoflook

kan verbouwen.” Baron kwam eigenlijk geen negatieve

reacties tegen, maar werd soms wel gewaarschuwd om

bij bepaalde bewoners niet langs te gaan, omdat hij ze

niet zou kunnen overtuigen. “Ik ging er toch naartoe en

wist het ijs te breken. Ik denk dat dit mij lukt omdat ik

10 GRAM | juni 2015

Afvalcoaches leveren zichtbaar resultaat

Afvalcoach

Gerrit Baron

in zijn

opvallende

auto

Page 11: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 11

een positieve instelling heb. Ik bekijk ieder mens zo-

als hij is en behandel iedereen gelijkwaardig.” De proef

van Area is inmiddels afgerond en is geslaagd. De drie

gemeenten beslissen zelf hoe ze de inzet van de derde

container en de inzameling van plastic verder oppak-

ken. Baron blijft als afvalcoach actief.

Kinderschoenen

Mario van Reij is coördinator Buitendienst Openbare

Ruimte in de gemeente Westervoort. Hij geeft leiding

aan zeven buitendienstmedewerkers, waaronder twee

afvalcoaches. In overleg met de Regionale Sociale

Dienst werden twee goede kandidaten gevonden voor

de functie van afvalcoach. Van Reij: “Ze zijn het aan-

spreekpunt voor inwoners en geven advies hoe ze hun

afval het beste kunnen scheiden. Ook spreken ze men-

sen er op aan als ze dit niet op de juiste manier doen.

Als mensen vragen hebben over het inzamelsysteem

kunnen ze bij hen terecht.” Ook controleren ze afval-

containers, rapporteren overtredingen en steken zelf

de handen uit de mouwen om zwerfafval en gedumpt

afval op te ruimen. Ze gaan in overleg met winkeliers

om te bespreken hoe via samenwerking de hoeveel-

heid zwerfafval kan worden verminderd. Van Reij: “De

coaches denken mee over oplossingen, maar zijn ook

vasthoudend. Naar plekken waar problemen zijn ge-

constateerd, keren ze regelmatig terug om te informe-

ren en te controleren of het goed gaat. Dit heeft effect.”

Hij vertelt over hun inzet: “Ze zijn enthousiast en doen

het keigoed. Ze zijn nog maar sinds maart aan het

werk, maar we merken dat hun bekendheid toeneemt.

Werken met een afvalcoach staat bij ons nog in de kin-

derschoenen, maar we gaan dit verder uitbouwen.” De

coaches werken nauw samen met de gemeentelijke

handhaver en inzamelbedrijf SITA.

Monitoring

De gemeente Delft heeft sinds begin 2013 een afval-

coach. Delft maakte hierbij van de nood een deugd.

Ineke van Beelen, adviseur bij Stadsbeheer in Delft: “De

‘nood’ bestond uit een beperkte capaciteit voor toezicht

en handhaving op afval. Ook was er een medewerker

van Stadsbeheer die zijn gebruikelijke werk niet meer

kon uitvoeren vanwege fysieke klachten. De ‘deugd’

hield in dat deze medewerker aan een boa werd gekop-

peld. In bepaalde buurten gaat dit duo nu gezamenlijk

op stap om huis aan huis mensen te informeren over

een juiste aanbieding van hun afval.” Het doel van de

huisbezoeken is om duidelijk te maken wat de regels

zijn, maar ook om de verantwoordelijkheid bij de wijk-

bewoners te leggen. De toon is positief. Van Beelen:

“Vrijwel iedereen is het met ons eens als we zeggen

dat we een schone buurt belangrijk vinden. We laten

zien dat we preventief bezig zijn en dat we controleren

of de voorzieningen op orde zijn. Het gesprek eindigt

met het sluitstuk van de veiligheidsketen, namelijk de

handhaving. Dan wijzen we op de forse boetes die we

uitdelen bij het niet naleven van de regels.” Het duo

belt aan rond etenstijd, omdat dan de meeste mensen

thuis zijn. Van Beelen: “Werktijden na 17.00 uur zijn

dus cruciaal in dit project. Boa’s zijn hieraan gewend,

maar voor de betreffende medewerker van Stadsbe-

heer was dit een grote omschakeling.” Een paar we-

ken lang zijn de boa en de medewerker veel aanwezig

in een bepaalde buurt, waarbij ze zich steeds richten

op communicatie, preventie en handhaving. Daarna

neemt de intensiteit van de bezoeken af en gaan ze

naar een volgende locatie, waar ze dezelfde aanpak

hanteren. Waar nodig, komen ze terug op een locatie

waar ze eerder zijn geweest. Toezicht & Handhaving

en Stadsbeheer vullen elkaar aan. “De boa is commu-

nicatief geschoold en juridisch bevoegd. De medewer-

ker van Stadsbeheer kent de stad als zijn broekzak en

verdubbelt als het ware de capaciteit om illegaal afval

te bestrijden”, vertelt Van Beelen. Wijkbewoners rea-

geren positief. “Er zijn zelfs mensen die vragen wan-

neer we naar hun wijk komen.” Het duo werft ook Sup-

porters van Schoon, waarvan het aantal sinds 2013 is

verdubbeld tot bijna 500. Van Beelen: “Dat komt vast

niet alleen door deze aanpak, maar is er wel deels aan

te danken.” Alle betrokkenen vinden dat het schoner

is geworden in de betreffende buurten. Graag wil Van

Beelen meer aandacht besteden aan monitoring, zodat

dit ook feitelijk aantoonbaar is. “We zoeken nu uit hoe

we monitoring het beste kunnen regelen en hoe we dat

gaan betalen.” Ze vindt de term ‘afvalcoach’ nog niet

helemaal passend bij de huidige werkwijze. “Deze be-

naming suggereert een coördinerende functie: de spil

in een netwerk. Dat is bij de huidige functie-invulling

nog niet het geval.”

Zichtbaarheid, herkenbaarheid en benaderbaarheid

zijn belangrijk bij de inzet van een afvalcoach, blijkt

uit de ervaringen. Sinds 2014 beschikt Delft over een

Afvalcoaches leveren zichtbaar resultaat

Afvalcoach Esther van de gemeente Westervoort

Page 12: Gram juni 2015

12 GRAM | juni 2015

speciale auto om ter plekke, volgens de arbo-regels,

illegaal afval te kunnen onderzoeken. Van Beelen: “Dit

is efficiënt en wijkbewoners zien dat we daadwerke-

lijk uitpluizen waar het afval vandaan komt. Onze ver-

wachting is dat mensen hierdoor minder snel zullen

overgaan tot illegale dumpingen.” De afvalcoaches in

Westervoort dragen speciale uniformen, met een logo.

Ze rijden bovendien rond in een herkenbare auto. Van

Reij: “We hebben bewust gekozen voor een uniform. In-

woners reageren positief op hun aanwezigheid en om-

dat ze zo herkenbaar zijn, stappen mensen gemakke-

lijk op ze af.” Baron valt op met zijn auto met opschrift.

Hij werkt al sinds 1978 in de afvalbranche. “Eigenlijk

heb ik alles wel gedaan wat met afval en reiniging te

maken heeft. Door mijn jarenlange praktijkervaring

weet ik veel over de diverse wijken. Mensen kennen

mij bovendien.”

Onverwachte situaties

Communicatieve vaardigheden zijn voor deze func-

tie onontbeerlijk. Van Reij: “Onze afvalcoaches zijn

geselecteerd op basis van hun sociale vaardigheden.

Ze kunnen zich goed uitdrukken, spreken goed Ne-

derlands en nemen de tijd om met iemand in gesprek

te gaan. Bovendien hebben ze een interne opleiding

gehad, waardoor ze uitstekend zijn toegerust voor

hun taak.” Baron werd zelf benaderd door Area toen

er een vacature voor een afvalcoach kwam. “Het klinkt

een beetje raar uit mijn eigen mond, maar ik kan goed

met mensen omgaan en maak gemakkelijk contact”,

zegt hij. Inwoners kunnen Baron op straat aanspreken,

maar ze kunnen hem ook bellen of een e-mail sturen.

Hij gaat spontaan om met onverwachte situaties: “Toen

een raadslid uit Hoogeveen vertelde dat hij zijn twijfels

had over het nut van een derde container, heb ik hem

meegenomen in de auto, het proefgebied laten zien en

uitleg gegeven. We hadden leuke gesprekken. Hij heeft

op deze manier een reëel beeld gekregen van wat wij

doen en nastreven en wat het oplevert.”

Tekst: Ans Aerts

RKGV-specialist sinds 1988

Meerdere locaties in Nederland

Snelle dienstverlening

Diverse transportmogelijkheden

ISO- en VCA-gecertifi ceerd

Gratis afvalstroomnummer

Bij Zandrecycling Nederland komt 100% van uw RKG-sliben veegzand goed terecht.

Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling

Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-

mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst

op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone

(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste

paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel

0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.

Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]

Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.

Rioleringsvakdagen stand 43617 t/m 19 maartEvenementenhal Gorinchem

HULP BIJ HET SCHEIDEN VAN AFVAL

Page 13: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 13

Hoe geef je vorm aan arbeidsparticipatie en social return als uitvoerende partij in afval en beheer open-

bare ruimte? Veel partijen zijn hiernaar op zoek en geven er een eigen invulling aan. Dit bleek tijdens

een serie van vijf regionale werkbijeenkomsten over Social Return On Investment (SROI) en tijdens het

congres ‘Werk in Uitvoering!’. Meerlanden is er concreet mee bezig in de verschillende bedrijfsproces-

sen: van afvalinzameling, beheer openbare ruimte tot het kringloopwarenhuis.

Meerlanden is als overheidsgedomineerde NV actief

voor negen aandeelhoudende gemeenten en 4000

bedrijven in de regio Haarlemmermeer en Duin & Bol-

lenstreek. In de historie van het bedrijf is het taakveld

steeds verder verbreed: Meerlanden heeft zich ontwik-

keld van een traditioneel afvalinzamelingbedrijf tot een

organisatie die actief is in het integrale beheer van de

openbare ruimte en die afval als grondstof terugbrengt

in de keten en inzet voor energie opwekking. De mis-

sie is om samen meer waarde te creëren, onder andere

door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een

plek te geven.

Ook de NVRD en Stadswerk besteden aandacht aan

de inzet van mensen uit de doelgroep in de gemeen-

telijke beheertaken. Zo is begin dit jaar een special

uitgebracht over dit thema, zijn vijf regionale werkbij-

eenkomsten over SROI georganiseerd en heeft op 17

juni het congres ‘Werk in Uitvoering!' over arbeidsparti-

Social Return in afval en beheer openbare ruimte

cipatie in gemeentelijke beheertaken plaatsgevonden.

Hierbij hebben we het fysieke en sociale domein met

elkaar in verbinding gebracht: iets wat nog zeker niet

vanzelfsprekend maar wel noodzakelijk is om de doel-

stellingen uit de Participatiewet te behalen.

Social Return: niet meer dan normaal

De uitvoering van gemeentelijke beheertaken en de

werkzaamheden in de circulaire economie bieden veel

kansen voor de inzet van mensen met een afstand tot

de arbeidsmarkt. Dit gebeurt ook al in grote mate. Er

is echter nog veel potentie en de sector is bereid een

bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de Par-

ticipatiewet. Dit betekent kansen voor de instroom

van nieuw personeel. Daarbij is het zaak oog te hou-

den voor de mensen die al in de branche werken: de

nieuwe (en noodzakelijke) instroom van medewerkers

moet de huidige werknemers versterken en niet ver-

dringen. Hier zijn zeker mogelijkheden voor, bijvoor-

Participatiemedewerkers van de Maregroep die voor Meerlanden werken op locatie Hillegom (foto: Meerlanden)

Page 14: Gram juni 2015

14 GRAM | juni 2015

beeld door bestaand personeel op te leiden en hen in te zetten om

nieuwe medewerkers te begeleiden. Het Sectorplan AMBOR biedt hier

mogelijkheden voor.

Sociale doelstellingen bij Meerlanden

Gemeentelijke diensten en publieke bedrijven staan dus voor de uitda-

ging om hun organisaties zo vorm te geven dat sociale en bedrijfsma-

tige doelstellingen worden gehaald én dat zowel bestaand als nieuw

personeel een kans krijgt zich te ontwikkelen. Hoe regel je dat? Meer-

landen is hier actief mee bezig. Diederik Notenboom, manager openba-

re ruimte bij Meerlanden, licht toe: “Wij hebben alle activiteiten binnen

het beheer openbare ruimte in kaart gebracht en vervolgens gekeken

welke specifieke taken uitgevoerd kunnen worden door mensen met

een afstand tot de arbeidsmarkt en hoe wij de activiteiten en of omge-

ving passend kunnen krijgen voor deze doelgroep. Dit heet jobcarving.

We zitten nu middenin de transitie dat deze takenpakketten door par-

ticipatiemedewerkers worden uitgevoerd. We hebben nu circa 43 parti-

cipatiemedewerkers op 85 ‘eigen mensen’ in de buitendienst openbare

ruimte”. Daarnaast heeft Meerlanden een eigen kringloopwarenhuis, de

Meerwinkel. Daar werken circa 30 participatiemedewerkers en 40 vrij-

willigers in een afgeschermde werkplek maar hebben ze ook contact

met klanten in de winkel. Als Meerlanden samen met haar partner in

het najaar de textielsortering in de regio op zich neemt, komen er nieu-

we werkplekken bij voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

“De vijf participatiemedewerkers die werken in de openbare ruimte en

afvalinzameling draaien mee in de Meerlanden teams en werken buiten

op de milieustraat en in de openbare ruimte.” Deze teams staan onder

leiding van voormannen en teamleiders die hiervoor zijn opgeleid. Het

is voor Meerlanden een uitdaging om binnen deze uitvoerende teams

de juiste verhouding te vinden van het aantal participatiemedewerkers

en eigen medewerkers. “In de aansturing richten wij ons erop dat we

het optimale uit iedere participatiemedewerker halen waarbij de eigen

medewerkers als voorbeeld dienen. Wij geloven dat ieder mens een

bijdrage kan leveren op zijn/haar eigen niveau en wij willen het indivi-

duele potentieel eruit halen.”

Samenwerken met SW-bedrijf

De zoektocht van Meerlanden sluit aan bij wat op de bijeenkomsten

‘Social Return: we doen het gewoon?!’ in Raalte, Zoetermeer, Groningen,

Etten-Leur en Maastricht is verteld1. Zo is de afdeling Stadsbeheer van

de gemeente Maastricht op zoek naar een gezonde samenstelling van

de teams: hoe geef je plek aan 200 nieuwe medewerkers afkomstig van

het SW-bedrijf? Hoe begeleid je hen? Dit kun je zelf doen, maar vaak

is wat extra (sociale) begeleiding nodig. Het is handig om dit via een

SW-bedrijf te organiseren, omdat zij hier meer ervaringen mee hebben.

Ook de gemeente Zoetermeer werkt samen met het SW-bedrijf. Tijdens

de bijeenkomst daar lichtten Arie-Cees de Jong (gemeente Zoetermeer)

en Joyce Verhoeven (DSW-Rijswijk) hun samenwerking toe bij een EMVI

aanbesteding voor het integrale onderhoud van een deel van de stad. Al

voorafgaand aan de aanbesteding was er nauw overleg tussen de par-

tijen, wat heeft geresulteerd in een mooi project. Hoek Hoveniers is nu

aan de slag, samen met DSW-medewerkers die al gedetacheerd waren

(SROI-eis), met mensen uit de bijstand die in de piek van het seizoen

worden ingezet en met moeders die nu de oren en ogen van de wijk

zijn (SROI-wens). Uiteindelijk is circa 15 procent van de aanneemsom

ingevuld met social return en wordt er nauw samengewerkt tussen ge-

meente, SW-bedrijf, aannemer en uitzendbureau Heren-

bos die mensen detacheert.

Verschillen in doelen en aanpak

Aanbestedingen met social return eisen en/of wensen

komen in bijna alle gemeenten voor. Deze verschillen

wel sterk per gemeente of regio. Landelijke organisa-

ties zoals hoveniersbedrijf Sight Landscaping of BTL,

maar ook regionale afvalbedrijven die voor meerdere

gemeenten werken, hebben daar de meeste ‘last’ van.

Zij moeten voor elke aanbesteding aan andere voor-

waarden voldoen wat vervelend kan zijn en extra ad-

ministratieve lasten met zich meebrengt. Ook betekent

dit soms dat werknemers weinig toekomstperspectief

geboden kan worden. Bovendien wordt naar hun me-

ning nog erg vaak vooral op prijs geselecteerd waar-

door de mogelijkheden om in sociale doelstellingen te

investeren wel erg klein is. Aan de andere kant is dif-

ferentiatie in aanpak ook logisch gezien de regionale

verschillen. Zo moet men in de meer perifere regio’s

van het land op zoek naar personeel waardoor werken

met de doelgroep meer voor de hand ligt en soms zelfs

noodzakelijk is. Voor alle regio’s geldt dat een kop-

peling tussen het sociale en fysieke domein van een

gemeente, nieuwe kansen biedt voor de participatie-

medewerkers. Een gunning op basis van EMVI met een

volwaardig gunningscriterium voor social return is een

geschikt instrument om dit te realiseren.

In de regio op zoek naar partners

Er is tijdens de bijeenkomsten regelmatig voor gepleit

om niet puur naar harde eisen in percentages te kijken,

maar veel meer naar gezamenlijke doelen op lokale

en regionale schaal. Hoeveel en welke mensen wil je

graag aan het werk helpen? Welke werkgevers kunnen

en willen hieraan bijdragen? Wat voor type werk heb-

ben ze te bieden en wat hebben ze nodig om de men-

sen goed en duurzaam aan het werk te zetten? Het kan

hierbij gaan om persoonlijke begeleiding, extra budget

voor aansturing en materiaal, langere contracten of

vertrouwen om met creatieve oplossingen te komen.

Dit vraagt soms om werkwijzen die afwijken van de

standaarden en de vaste (aanbestedings)procedures.

En vooral om partijen die sociale doelstellingen hand in

hand zien gaan met de andere bedrijfsdoelstellingen,

zoals Meerlanden dat doet.

Meer lezen?

Kijk op de website van NVRD – Dossiers –

Participatiewet en op www.sectorplan-ambor.nl

Tekst: Anneloes Voorberg, beleidsmedewerker

Stadswerk / NVRD

1 Zie voor een terugblik op de bijeenkomsten ook Stadswerk Magazine nummer 4 (Mei) of op de website van Stadswerk – projecten – Social Return – Documenten.

Page 15: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 15

Containerwielen van Haco...

Protempo bvPostbus 21, 6500 AA NIJMEGEN NederlandTel. +31(0)24-3711711. Fax +31(0)[email protected] www.protempo.eu

103

Bel voor informatie:

... besparen u mankracht!Haco wielen maken uw containers écht mobiel.De garantie voor uitstekende rijeigenschappen.

adv. 103 190x130 mm.indd 1 11-02-2010 13:55:19

WAT DOET UW GEMEENTE OP DIT MOMENT AAN SOCIAL RETURN?

SYMPANY KOMT VOORT UIT DE FUSIE

VAN HUMANA EN KICI.

SYMPANY MAAKT WERK VAN TEXTIELINZAMELING

IN UW GEMEENTE. MEER WETEN? 030 657 00 09

WWW.SYMPANY.NL

5015001 SYM adv.SOCIAL RETURN 190x62.indd 1 25-03-15 14:29

Page 16: Gram juni 2015

16 GRAM | juni 2015

VIJFDE PAPIERVEZELCONVENANT: KWALITEITSEIS PAPIERKETEN BLIJFT

De vernieuwde afspraken tussen gemeenten en bedrijfsleven bevestigen het goed werkende systeem

voor de inzameling en recycling van oud papier. De papierketen voldoet aan zijn producentenverant-

woordelijkheid, terwijl gemeenten een onwrikbare vergoeding tegemoet zien. Met het vijfde Papierve-

zelconvenant krijgt de optie om drankenkartons gecombineerd met het oud papier in te zamelen een

nieuwe dimensie, die elke gemeente vooralsnog zelf moet invullen.

Het onlangs gesloten vijfde Papiervezelconvenant

is alweer het vierde dat Wienus van Oosterum

meemaakt als directeur van Papier Recycling

Nederland (PRN). Sinds 1998 dient dit convenant

als het instrument voor het bedrijfsleven om aan

de producentenverantwoordelijkheid te voldoen

voor alle niet-verpakkingen van papier en karton.

Een convenant dat uiterst vruchtbaar is, stelt Van

Oosterum. “Het hergebruiksdoel voor papier is 75

procent. Al jaren zitten we op een score van ruim 80

procent.” De kern van het convenant is dat gemeenten

onder alle marktomstandigheden verzekerd zijn van

afname van het ingezamelde oud papier. In het nieuwe

convenant, dat tot eind 2018 loopt, kunnen ze op

een afzetgarantieprijs rekenen van maximaal 25 euro

per ton oud papier. Met de mogelijke consequenties

werden de papier- en kartonketen achter PRN – van

producenten, drukkers en uitgevers tot verwerkende

industrie – nog niet zo lang geleden geconfronteerd.

Toen tijdens de economische crisis in 2008-2009 de

oud papierprijs kelderde, werden gemeenten voor

een bedrag van 1 miljoen euro gecompenseerd. “Dat

geeft aan dat we veel aan dit goed werkende systeem

hechten”, aldus Van Oosterum. Bij het vernieuwde

convenant zijn 365 gemeenten aangesloten. De

nieuwe afspraken richten zich op driekwart van het bij

huishoudens apart ingezamelde oud papier, denk aan

kranten, tijdschriften, folders en boeken.

Aan het vijfde convenant is daarmee inhoudelijk niets

veranderd. In feite zijn alleen de data aangepast.

Of toch wel? Het duurde immers even voordat de

afspraken pas onlangs in mei, dus vier maanden na

afloop van het vorige convenant, werden verlengd.

Voor Paul Picauly van de VNG was dit het eerste

papiervezelconvenant waar de beleidsmedewerker

Fysiek Domein van de koepelorganisatie bij betrokken

was. Niet dat hij de tekst van het vorige convenant er

niet op na heeft geslagen, “maar het heeft geen zin

aan een convenant te gaan sleutelen dat naar ieders

volle tevredenheid werkt.” De VNG had echter moeite

Oud papier en drankenkartons, wel of niet samen?

met een bijlage, die drankenkartons als voorbeeld

van ongewenste vervuiling van het oud papier noemt.

Sinds begin van dit jaar kunnen gemeenten uit het

Afvalfonds een vergoeding van 398 euro per ton

gerecycled drankenkarton krijgen. De VNG wil haar

leden direct noch indirect adviseren bij hun keuze voor

het inzamelen van drankenkartons. “Hoe ze afgedankte

drankverpakkingen inzamelen, moeten gemeenten zelf

weten. We willen niets voorschrijven”, licht Picauly toe.

Uiteindelijk werd de categorie in de bijlage van het

nieuwe convenant geschrapt. “We adviseren gemeenten

op basis van het eigen inzamelsysteem en de verwachte

opbrengsten een kostenafweging te maken of zij

de drankenkartons inzamelt en of zij dit middels de

kunststof- of oud papierfractie of de PMD-zak doet.”

Kwaliteitseis

In het 1-op-1 contract met de bij PRN aangesloten ge-

meenten blijft de kwaliteitseis wel gehandhaafd. PRN,

legt directeur Van Oosterum uit, sluit met elke gemeen-

te die dat wil, op vrijwillige basis een Deelnemings-

overeenkomst Gemeenten. In deze deelnemingsover-

eenkomst worden afspraken tussen PRN en individuele

gemeenten vastgelegd en blijft het niet vermengen van

drankenkartons en oud papier onverminderd als kwali-

teitseis gelden. “Het Papiervezelconvenant is een over-

eenkomst tussen PRN en de VNG. Het zijn dus twee

verschillende overeenkomsten en de VNG is geen partij

in de Deelnemingsovereenkomst Gemeenten.” Inder-

daad, maar dan blijft de keuzevrijheid van individuele

gemeenten toch beperkt, in die zin dat PRN gemeenten

uitsluit die niet aan deze kwaliteitseis van de papier- en

kartonketen willen voldoen? “Dat is correct”, zegt Van

Oosterum, “maar vermenging van drankenkartons bij

het oud papier is in het nieuwe convenant niet gewij-

zigd ten opzichte van het vorige convenant, net zomin

als in de Deelnemingsovereenkomst Gemeenten.”

De keuzevrijheid voor gemeenten om drankenkartons

samen met oud papier in te zamelen, zoals de VNG

voorstaat, brengt volgens Van Oosterum grote

Page 17: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 17

papier ingezameld bij huishoudens en bedrijven. De

stroom drankenkartons per jaar bedraagt 70 duizend

ton. Als een gemeente overgaat op gecombineerd

inzamelen van oud papier en drankenkartons is

het gewichtsaandeel drankenkartons in de oud

papierstroom hoogstens vijf procent. De drankpakken

moeten tegen extra kosten uit het oudpapier worden

gevist, waarna de gemeente 398 euro per ton ontvangt

voor het aandeel drankenkartons. Die vergoeding

zal nooit de extra kosten van het sorteren en de

waardevermindering van de andere 95 procent oud

papier kunnen compenseren.”

Combinatie

Toch zijn er volop gemeenten die dit keuzeproces nog

door moeten maken, voorziet Picauly van de VNG.

“Voor gemeenten die hun kunststofinzameling nog

niet op orde hebben, kan het een goede optie zijn de

drankenkartons met het oud papier in te zamelen.

Uit de proef van het KiDV weten we dat het relatief

duur is om drankenkartons samen met het kunststof

verpakkingsafval in te zamelen. De extra kosten

voor het scheiden van de drankenkartons zijn echter

laag. Bij de co-inzameling met oud papier zijn deze

indirecte kosten daarentegen relatief hoog. Als de

oud papieropbrengst voor een gemeente belangrijk

is, zal men minder snel geneigd zijn de combinatie

met drankenkartons te maken. Toch zal dat per geval

bekeken moeten worden. Gemeenten zullen elk op

zoek gaan naar de meest betaalbare manier.”

netwerkinfo

Papier Recycling Nederland (PRN), Wienus van

Oosterum (directeur), [email protected], www.prn.nl

VNG, Paul Picauly (beleidsmedewerker Fysiek

Domein), [email protected], www.vng.nl

Gemeente Etten-Leur, Wil Welvaarts (opzichter beheer

en realisatie), [email protected],

www.etten-leur.nl

Tekst: Pieter van den Brand

risico’s met zich mee voor het kringloopsysteem

van papier en karton. De PRN-directeur erkent de

laatste maanden zeer bezorgd te zijn geweest

over hoe gemeenten drankenkartons eventueel

gaan inzamelen. “Het kan toch niet zo zijn dat een

vervuilde en niet standaardrecyclebare verpakking

een schone, succesvolle hergebruikstroom van oud

papier infecteert”, benadrukt Van Oosterum. “Het zou

doodzonde zijn om het goed werkende Nederlandse

systeem in de waagschaal te stellen. Dit staat bovendien

haaks op de Nederlandse beleidsdoelstellingen voor de

circulaire economie.”

Proef

In 2013 is onder de vlag van het Kennisinstituut

Duurzaam Verpakken (KiDV) een proef gehouden

met een viertal inzamelsystemen. Etten-Leur

experimenteerde een half jaar lang met het

gecombineerd inzamelen van drankenkartons en oud

papier. In de gehele gemeente konden burgers hun

drankverpakkingen in de oud papiercontainer doen. De

proef, die werd verlengd met de eerste twee maanden

van 2014, leverde echter de magere opbrengst op

van maandelijks vier ton drankenkartons, weet

opzichter beheer en realisatie Wil Welvaarts, “terwijl

we flink hebben gecommuniceerd over de proef.”

Tijdens de pilot kreeg Etten-Leur van contractpartij

Van Gansewinkel bovendien een lagere vergoeding,

omdat het oud papier met drankenkartons was

vervuild. “Financieel is het dus niet interessant”, zegt

Welvaarts. Vanaf juni gaat de gemeente, die meedoet

aan het collectieve contract tussen gemeenten en

Midwaste, de drankenkartons samen met het kunststof

verpakkingsafval inzamelen. “We willen weer terug

naar de originele wijze van oud papierinzameling,

mede omdat we dan weer de volledige vergoeding

krijgen en toch de drankenkartons uit het restafval

gaan scheiden.”

Van Oosterum vindt het kostenaspect overtuigend.

“In ons land wordt jaarlijks 2,3 miljoen ton oud

Foto PRNFoto PRN

Page 18: Gram juni 2015

18 GRAM | juni 2015

IMPRESSIE NVRD JAARCONGRES ‘SLIMMER ORGANISEREN’ 28 MEI 2015

Marieke Eyskoot zet zich in voor duurzame kledingCongreslokatie Koepelhal in Tilburg

Het publiek in actie tijdens de act

NVRD-voorzitter Han Noten in gesprek met minister Plasterk

Daan van Soest vertelt over de effecten van handhaving

Janton van Apeldoorn vindt dat afvalbedrijven meer gebruik moeten maken van Internet

Page 19: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 19

IMPRESSIE NVRD JAARCONGRES ‘SLIMMER ORGANISEREN’ 28 MEI 2015

NVRD-erelid Dick Louwman en entertainer Gerard Korthout

René ten Bos pleit voor minder controle door de overheid

NVRD-voorzitter Han Noten in gesprek met minister Plasterk

Dagvoorzitter Annemarie van Gaal en Marc Calon

Foto's: Ton van Rooij

Page 20: Gram juni 2015

20 GRAM | juni 2015

Daarnaast het Gemeentelijk Afvalcongres dat we

met het VNG-congresbureau organiseren en het

Participatiecongres, waarbij we samenwerken met

Stadswerk. Ook met partijen als Divosa en Cedris zitten

we steeds vaker om de tafel. Het mooist is het natuurlijk

wanneer de samenwerking uitmondt in concrete

programma’s, zoals met Rijkswaterstaat in het kader van

VANG. Een goede ontwikkeling was ook het samengaan

van de Benchmarks van NVRD en Rijkswaterstaat.

Voor de deelnemers en de branche biedt dit een hoop

extra informatie. Er moest wat water door de Rijn,

maar Rijkswaterstaat en de NVRD hebben hiermee hun

posities verstevigd en de leden zijn erbij gebaat.”

Advies

Tevreden is De Baedts ook over het advies Huishoudelijk

Afval aan toenmalig staatssecretaris van Infrastructuur

en Milieu, de heer Atsma. “Dit advies moest leiden tot

een forse toename van recycling van huishoudelijk

afval. Het is in 2012 tot stand gekomen dankzij

een brede samenwerking tussen een aantal grote

gemeenten, publieke en private verwerkers, de VA,

Agentschap NL en de NVRD. Prachtig om zo samen op

te trekken. Grote winst van het advies zou zijn als alle

partijen in de keten afrekenbaar aangesproken kunnen

worden op hun rol en verantwoordelijkheid zodat zij

gestimuleerd worden het maximale te doen. Hopelijk

wordt ook die laatste stap nog gezet.”

Internationaal

Als voorzitter van Municipal Waste Europe kon de

NVRD-directeur zijn stem goed in Brussel laten horen.

“Dankzij deze functie hebben we verschil kunnen

maken voor gemeenten en hun (afval)bedrijven rondom

de Aanbestedingsrichtlijn en bij de implementatie van

de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. Afvalbeheer, een dienst

van algemeen belang, hebben we in Europa stevig

kunnen uitdragen. Ik verwacht dat Europa ook enorm

in belang gaat toenemen. De publieke dienstverlening

is onverminderd van belang voor de samenleving,

en daar is een goed kader voor nodig. Dat wordt nu

gewoon in Brussel bepaald.”

Volgens De Baedts mag Nederland trots zijn op de

resultaten die tot nu toe zijn geboekt, te weten 80

procent recycling en hergebruik van afvalstoffen. Zeker

AFSCHEID NVRD-DIRECTEUR ERIK DE BAEDTS

In april 2008 trad Erik de Baedts aan als directeur van de NVRD. Op 1 juli aanstaande verruilt hij deze

functie voor de positie van algemeen directeur van de Carnegie Stichting die het Vredespaleis in Den

Haag beheert. Een terugblik op zeven jaar NVRD.

Al sinds zijn aantreden is Erik de Baedts onder de

indruk van de dynamiek in de afval- en reinigings-

branche. Zowel qua technologie, denk aan moderne

afvalscheiding- en recycling technieken, als maatschap-

pelijk. “Buurtbewoners die bijdragen aan een schone

wijk, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die,

o.a. dankzij de Participatiewet, aan het werk kunnen

in de afval- en reinigingsbranche; ik ben er trots op

dat we als branchevereniging bij kunnen dragen aan

de ontwikkeling van mensen, dat raakt me persoonlijk.

Dat laatste geldt ook voor een aantal ambities,

waaronder het Meerjarenbeleidsplan 2009-2013 dat na

inspirerende sessies met de leden is gerealiseerd. We

hebben heel nadrukkelijk gekozen voor het publieke

perspectief, een duidelijke plaatsbepaling. Dat heeft

ons veel gebracht: helderheid, begrip in de omgeving,

draagvlak en goede verhoudingen, zeker ook met

de VNG. Toch blijkt het telkens weer een uitdaging

om met de verschillende partijen een gezamenlijke

lijn te ontwikkelen voor de ambitieuze klimaat- en

afvalscheidingsdoelstellingen in combinatie met de

belangen van afvalverwerking en energieterugwinning,

en die van producenten in het bedrijfsleven. Werken

voor de NVRD is een continue intellectuele uitdaging.”

Samenwerking

Ook blikt De Baedts met een tevreden gevoel terug

op de samenwerking met verschillende partijen op

verschillende terreinen. “Samenwerking die zich

zichtbaar heeft vertaald in events. De Afvalconferentie

die we nu organiseren met het ministerie van

Infrastructuur & Milieu, de Vereniging Afvalbedrijven

(VA) en afgelopen jaar ook met onze Vlaamse collega’s.

"De sector heeft mijn hart gestolen"

"Nederland kan bijdragen aan een schonere wereld door de enorme kennis en ervaring die we hier hebben, te delen met ander landen".

Page 21: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 21

hard gemaakt voor het sectorplan AMBOR. Dat gaat

met ruim 26 miljoen euro een enorme impuls leveren

aan startbanen, meer instroom van nieuwe, kwetsbare

medewerkers in de sector en betere scholing van de

mensen in het afval en het beheer van de openbare

ruimte. Geweldig vind ik dat.”

“Ook ben ik erg blij dat ik de NVRD financieel gezond

achter laat. De omzet is in zeven jaar tijd flink gestegen

(van 1,3 naar 2,25 miljoen euro, Red.) en het totale

vermogen van de vereniging ligt nu op 1,6 miljoen.

Ondanks twee PvdA-ers aan het roer is er geen sprake

van potverteren”, grapt De Baedts. “De financiële dip

na de verhuizing in 2012 is goed opgevangen. Een

verhuizing overigens die het verenigingsbureau op

een A-locatie bracht met een passende inrichting;

transparant en duurzaam met gerecycled hout en

Cradle2Cradle stoelen, en pal boven het Openbaar

Vervoer. De daad bij het woord van duurzaamheid

gevoegd; dat vind ik best mooi.”

“Last but not least wil ik de goede samenwerking met de

collega’s op het verenigingsbureau en de leden van het

NVRD-bestuur aanstippen. Die prettige samenwerking,

en ook het warme bad vanaf de ontvangst in de sector

door de NVRD-leden, heeft er zeker aan bijgedragen dat

ik mijn werk met heel veel plezier heb uitgevoerd. De

sector heeft mijn hart gestolen, en dat blijft. Al met al

kijk ik tevreden terug op een leerzame en inspirerende

periode. En dat wens ik mijn opvolger Olaf Prinsen ook

van harte toe.”

Tekst: Karin Hegeman

als je dit afzet tegen dumping van 90 procent van de

afvalstoffen in andere delen van de wereld. “Ik denk

dat Nederland flink kan bijdragen aan een schonere

wereld en een beter klimaat door onze enorme kennis

en ervaring te delen met andere landen. Een goede

ontwikkeling is dat ISWA is opgenomen als adviseur

van het bestuur van het Groene Klimaatfonds. Dit fonds

van de Verenigde Naties financiert ontwikkelingslanden

bij het terugdringen van CO2-uitstoot en het tegengaan

van de gevolgen van klimaatverandering. Hiervoor

komen miljarden beschikbaar. Dit biedt kansen

voor Nederland. De westerse manier van leven

wereldwijd betekent toenemende welvaart, maar ook

toenemende afvalproblematiek. Dat geldt zeker voor

opkomende economieën zoals China, India, Brazilië

en een aantal landen in Oost-Europa en Noord- en

Zuid-Afrika. Vanuit het publiek perspectief zouden we

onze maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten

nemen en het succesvolle westerse/Nederlandse

afvalbeheer in het buitenland uitrollen. De afvalsector

is het levende bewijs dat beleid werkt. Nu moet het

internationaal worden neergezet, bijvoorbeeld door

kennisuitwisseling. Ik denk dat de kaders daarvoor

staan, en ik vond het zinvol om daar via het ISWA-

bestuur een actieve bijdrage aan te leveren. Nu moeten

de mogelijkheden worden ingevuld.”

Stempel drukken

Dat niet alles van een leien dakje ging in zeven jaar

tijd bij de NVRD geeft De Baedts eerlijk toe. “In de

belangenbehartiging zit het soms mee, soms tegen.

Met de implementatie van de wet op de vennoot-

schapsbelasting worden de kaders voor de publieke

dienstverlening toch echt moeilijker. Wat dat betreft

is er heel wat te winnen. En rond het nieuwe Circular

Economy Package (Project van de Europese Commissie

met als doel ‘Zero Waste in Europa’, Red.) is lobbyen

heel hard nodig. En laten we alsjeblieft proberen onze

stempel te drukken op de discussie over vergroening

van het belastingstelsel. Dat kan bijvoorbeeld door de

impact van CO2 mee te nemen, evenals het verlagen

van de lasten op arbeid bij het sorteren van afval en

recycling. Zeker wanneer dat gebeurt met mensen met

een afstand tot de arbeidsmarkt.”

Hoogtepunt

“Wat betreft de mens in de afvalbranche vond ik de

uitreiking van het eerste MBO-diploma op het gebied

van afvalmanagement en beheer openbare ruimte, één

van de hoogtepunten,” aldus De Baedts. “Mensen die

in onze sector jarenlang actief zijn geweest, zonder

papieren en soms ook nog ongeletterd, die dan toch

tot een officieel MBO-niveau komen, dat was een

prachtig emotioneel moment. Het belang van ICT,

communicatie en kennis neemt toe, en dat vergt

veel van de medewerkers in de branche. Samen met

opleidingsinstituut SPA Groep hebben wij ons ook

Erik de Baedts

Page 22: Gram juni 2015

Meer gescheiden inzameling bij maatschappelijke organisaties

Stel, u komt op een feestje en iemand vraagt u wat voor werk u doet. “Ik zit in het afval”, antwoordt u. En uit ervaring weet u dat er direct een batterij praktische vragen op u wordt afgevuurd. Veelal kunt u vanuit uw expertise hier uitstekend antwoord op geven en de betreffende vriend of ver familielid verder helpen. Maar één vraag blijft al jaren lastig te beantwoorden. Vooral de vraag van vrienden met kinderen. Hoe het toch kan dat je thuis alles moet en kan scheiden en op de school van de kinderen niet. U probeert nog dapper uit te leggen dat dit te maken heeft met het onderscheid tussen bedrijfsafval en publiek afval en dat het écht gaat om andere bedrijfstakken, maar eigenlijk is het voor u een verloren strijd. Het is met goed fatsoen niet uit te leggen dat kinderen thuis de mislukte tekening netjes in de blauwe container kunnen gooien, het klokhuis bij het gft-afval moeten doen en de verpakking van het ijsje bij het kunststof (naast het lege pakje drinken en het blikje cola) kunnen stoppen maar op school allemaal niet. “School is een bedrijf”, legt u nog uit, “althans als het om afval gaat”. Uit frustratie vertelt u dat dit dan ook geldt voor bijvoorbeeld sportverenigingen. Doorgaans krijgt u een bevestigende “ja, dat is raar” terug en eindigt het gesprek met twee gefrustreerde mensen. Herkenbaar?

Dat we de afvalwereld verdeelt hebben in publiek en privaat afval is vanuit economisch en financieel oogpunt uit te leggen, zeker als het gaat om verantwoordelijkheden. Hiervoor zijn dan ook spelregels opgesteld. Een gemeente is, verrekend via afvalstoffenheffing, verantwoordelijk voor het publieke afval. Dat staat in artikel 10.21 over de zorgplicht, misschien wel het belangrijkste artikel uit de Wet Milieubeheer. Vanuit volksgezondheid moet de gemeente zorgen dat het afval, u leest het goed ‘afval’, op verantwoorde wijze wordt ingezameld en verwerkt. Ook afval van bedrijven moet adequaat en veilig worden afgevoerd. Dit wordt aan de markt gelaten. En de markt zijn hier dan de ontdoeners, de bedrijven. Niet de inzamelaars. Op zich prima, een heldere verdeling van verantwoordelijkheden. Ook daar is

een wet voor: de wet markt en overheid. Met als grote waakhond (die in 2014 al aankondigde op bedrijfsafval te gaan controleren) de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

AfvalbewustzijnMaar het schuurt. Het schuurt erg bij alle afvalstromen die hergebruikt kunnen worden. Het schuurt het ergst op die plekken waar u en uw kinderen zich vermaken, onderwijs genieten, aan het sporten zijn, op vakantie zijn of een kerkdienst volgen. Laten we dit voor het gemak maar even de semi-publieke sector noemen of misschien nog beter: maatschappelijke organisaties. Hoe hard u uw best ook doet om uw kinderen, uw buurman, uw (sport)vrienden te overtuigen dat scheiden loont, dat hergebruik goed

OPINIE

22 GRAM | juni 2015

Page 23: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 23GTH_adv_92 x 270 mm_GRAM.indd 1 29-04-15 17:43

is voor het milieu en dat circulariteit de toekomst is, als je dat alleen thuis doet komen we nooit verder. Afvalbewustzijn houdt toch niet op vóór de voordeur? Overheden steken veel geld in mooie campagnes, het bedrijfsleven stuurt de plastic hero op u af, maar als we op pad gaan dan kunnen we als sporter, kerkganger, consument en leerling acuut niets meer.

Gemeenten hebben goede inzamelstructuren die hiervoor bruikbaar zijn. De massa zit daar al, in tonnen grondstoffen. Als massa kassa is, dan moeten we niet een versnipperd landschap creëren van diverse inzamelaars die voor kleine hoeveelheden rondjes rijden, als ze überhaupt al rijden. Massa krijg je alleen als je dat integraal oppakt. Wie houdt wie nu voor de gek? Op dit moment wordt er zeker wel gescheiden ingezameld bij bijvoorbeeld scholen en sportverenigingen door gemeenten, vanuit een educatieve invulling en dan als pilot. Pilots die heel lang duren. Vooral omdat je met een pilot vooral aan het uitproberen bent en dus niet iets reguliers opzet, wat dan wettelijk dus niet mag. En ja, natuurlijk weten de gemeenten al lang dat het glas van de horeca in de gemeentelijke ondergrondse containers verdwijnt.

Stap af van de verdeling publiek en privaat afval als het gaat om herbruikbare stromen. Stromen die al worden ingezameld en waar al een goede structuur voor is. Stromen die gemakkelijk zijn in te zamelen en die men graag gescheiden wil aanbieden. Als het even kan liefst ook tegen een vergoeding. Als we echt stappen willen maken is dit onderscheid voor recyclebare stromen niet meer van deze tijd. Afval heeft waarde, niet alleen voor huishoudens. Afval is grondstof, ook op het sportpark of de school.

Hoe mooi zou het zijn dat het drinkpakje van uw kind op school, het sportdrankflesje in de sportkantine, de oude liturgieën uit de kerk en de gesnoeide vlinderstruik bij de kinderboerderij nooit meer zo maar verdwijnen bij het restafval. Dat tijdens het feestje uw neef naar u toekomt en vertelt dat hij gisteren in de krant heeft gelezen dat de laatste sportclub van Nederland, jeu de boulles-vereniging ‘de oude ballen’ gisteren eindelijk ook haar afval gescheiden laat afvoeren.

Via dit artikel roepen we de lezers op ervaringen met ons te delen en voorbeelden aan te dragen hoe we hiermee verder kunnen. Reageren kan per e-mail naar [email protected]

De redactie

Stap af van de verdeling publiek en privaat afval als het gaat om herbruikbare stromen.

Page 24: Gram juni 2015

24 GRAM | juni 2015

VAKWERK

"Ik kijk op straat altijd goed om me heen" Wat houdt je werk in?

Ik adviseer en begeleid organisaties, zoals gemeenten, bij het beheer

van hun openbare ruimte. Het gaat meestal om projecten, hoe pak je

zwerfvuil het beste aan, boombeheer, veegbeheer, onkruid op verhar-

dingen. Welke middelen heb je daarvoor nodig, welke mensen? Ik doe

alles behalve wegen en verlichting. Het gaat bij mijn advieswerk om

vrij dagelijkse dingen, waar de burger veel mee te maken heeft. Zoals

de afvalbakken op straat, gladheidbestrijding en afval. Daarnaast geef

ik cursussen gladheidbestrijding voor coördinatoren. En lezingen, die

gaan vaak over onkruidbeheer. Voor aannemers treed ik wel op als

mediator, wanneer er geschillen zijn over contracten en er behoefte is

aan een second opinion.

Alles bij elkaar ben ik ongeveer de helft van de week onderweg of bij

klanten, de andere helft zit ik achter mijn bureau. Ik ga graag nog even

kijken als een project is uitgevoerd, of het wel werkt zoals we bedacht

hadden. Zo probeer ik uitvoering en beleid aan elkaar te knopen. Op

straat kijk ik ook altijd goed om me heen. Laatst zag ik een vuilnisman

achter wat weggewaaide resten papier aan gaan. “Wat netjes”, dacht

ik nog. Maar hij gaf er alleen een extra trap tegenaan, zodat het uit de

weg lag. Zo’n man krijgt ook maar minimaal betaald

natuurlijk, hoe krijgen we hem meer gemotiveerd en

betrokken bij wat hij doet, vraag ik me dan af. Alles

wat ik zie op straat, gebruik ik als voorbeelden in mijn

advieswerk of inspiratiemateriaal. Vooral de dingen die

misgaan, zijn leerzaam.

Wat deed je hiervoor?

Voor ik mijn eigen adviesbureau begon, werkte ik der-

tien jaar bij CROW als projectleider. Daar heb ik samen

met een collega de kwaliteitscatalogus openbare ruimte

ontwikkeld. Dat was wel zo’n beetje mijn levenswerk.

95 procent van alle gemeenten gebruikt inmiddels dat

boek. Bij CROW deed ik ook veel op het gebied van cer-

tificering, gladheidbestrijding en boombeheer. Daar-

voor heb ik dertien jaar op het ministerie van defensie

gewerkt, als hoofd bureau cultuurtechniek. Daar deed

ik onder meer het beheer van oefen- en kazerneterrei-

nen. Mijn studie was bosbouw en cultuurtechniek.

Peter van Welsem (57) startte

zeven jaar geleden zijn eigen ad-

viesbureau voor beheer openbare

ruimte. De vrijheid en zelfstandig-

heid bevalt hem goed. “Elk project

is uniek. Het is nooit routinewerk,

dat inspireert en houdt je scherp.”

Page 25: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 25

De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In afval- en beheer van de openbare ruimte werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij dit werk graag en goed?

Waarom koos je voor een eigen bedrijf?

De vrijheid, ik kan het iedereen aanraden. Bij CROW

groeiden we de laatste jaren steeds verder af van de

dagelijkse praktijk. We waren erg veel bezig met finan-

ciering en regelgeving, het werd te theoretisch naar

mijn zin. Nu heb ik weer aansluiting bij de mensen die

het werk uitvoeren en bedenken. Ik zit meer op het uit-

voeringsniveau en dat bevalt me goed. De vele contac-

ten zijn ook prettig. Vorig jaar had ik achttien projecten

onder handen, dan kom je bij heel veel organisaties

over de vloer. Als zelfstandige kan ik me ook beter ont-

plooien en ontwikkelen. Je neemt je eigen beslissingen

en je bepaalt grotendeels zelf of iets een succes wordt

of niet. Want dat is heel erg afhankelijk van je eigen

inzet. Als je ergens écht van overtuigd bent, dan werpt

dat zijn vruchten af.

Waar ben je trots op?

Op die kwaliteitscatalogus uiteraard. Dat boek is voor

veel gemeenten een bijbel. Nu zijn we bezig met een

onderzoek waarmee je kunt meten hoe burgers de

openbare ruimte beleven. Een logisch vervolg eigenlijk

op de kwaliteitscatalogus en daar ben ik ook een beetje

trots op, dat ik daar aan mag werken. Wat ik ook altijd

fijn vind, is als ik medewerkers kan motiveren. Bij een

project in Utrecht vroegen we mensen die op straat

de afvalbakken legen om mee te denken over de juiste

posities van de bakken. Een kwartslag draaien of een

meter verder kan al een wereld van verschil maken.

Hun ideeën hebben we uitgevoerd en dat vonden ze

natuurlijk prachtig. Ze gaan nu anders, positiever, met

hun werk om. Vooral dat laatste vond ik een heel leuk

resultaat.

Gaat er wel eens iets mis?

In het begin, toen ik net startte met de cursussen glad-

heidbestrijding, kwam het nog wel eens voor dat de

deelnemers meer wisten dan ik. Mensen die twintig jaar

in het vak zitten, daar steek je niet zomaar bovenuit. Nu

overkomt me dat niet meer. Je moet niet bang zijn om

iets nieuws te beginnen, overal kun je iets van leren.

Wat is het fijnste aan je werk?

Als je een opdracht binnen hebt, dat blijft een fijn mo-

ment. En als je merkt dat het eenmaal loopt. Elk project

is uniek, met andere mensen, andere problemen. Bij

het opstarten is het even puzzelen en zoeken, maar

dan komt er een moment dat het allemaal vanzelf gaat.

Dat omslagpunt is bevredigend. Van de andere kant

is het bedenken van oplossingen in de beginfase ook

boeiend. Het is nooit routinewerk, dat inspireert en

houdt je scherp.

En wat is wel eens lastig?

Bij lange besprekingen is het wel eens moeilijk je aan-

dacht erbij te houden. Soms ben je in gedachten al een

paar stappen vooruit en wil je vaart maken. Maar elke

organisatie heeft zijn eigen dynamiek, je moet mensen

de rust en de tijd gunnen om mee te komen. Wat ook

niet simpel is, is hele groepen bewoners motiveren iets

voor hun eigen omgeving te doen. Veel mensen doen

al veel, dat is leuk om te zien, maar iedereen is anders.

Je moet maatwerk leveren als je bewoners actief wil

krijgen, dat vraagt veel tijd en energie. Financieel is het

voor gemeenten niet eens zo interessant, zelf doen is

makkelijker. Maar bewoners activeren hoort bij profes-

sioneel beheer. Uiteindelijk levert het je toch iets op,

zoals bewuster gedrag, meer betrokkenheid, minder

vervuiling.

Wat heb je met openbare ruimte?

Heel veel. Ik woon op een hoekhuis met grote stoep,

daar hou ik de boomspiegels schoon, snoei wel eens

wat bomen van de gemeente. Mijn passie ligt in stede-

lijke omgevingen, niet in uitsluitend natuur. In stede-

lijke gebieden gebeurt zo veel, worden zo veel eisen

gesteld. Om alles goed in te passen en te regelen, dat

vind ik een uitdaging. Overigens mag je als buiten-

dienst gerust actief zijn op momenten dat het druk is

in de stad. Laat de mensen maar zien hoeveel inspan-

ningen er nodig zijn om alles bij te houden.

Zorgen om de toekomst?

Lagere budgetten zijn echt een punt. Je hoort van veel

beheerders dat de bodem is bereikt. Als er nog meer

wordt bezuinigd, dan krijgen we verloedering. Beheer-

ders schreeuwen nooit om het hardst en proberen zo

goed mogelijk hun werk te doen, maar de kwaliteit holt

achteruit. Daar maak ik me wel zorgen over.

Wat zeggen ze op een feestje over je werk?

Iedereen heeft wel een mening over zwerfafval, on-

kruid en al die andere onderwerpen waar ik mee bezig

ben. Maar als je het uitlegt, zijn ze verbaasd dat er een

wereld achter zit. Zo hadden we in Deventer een afval-

bak waar een reusachtige rol tapijt uitstak. We hebben

die rol bewust een paar weken laten zitten, zodat men-

sen beseffen wat ze doen en wat de gevolgen zijn van

hun gedrag. Als je meteen alles opruimt, als gemeente,

voelen mensen zich minder verantwoordelijk.

Tekst: Hetty Dekkers

Page 26: Gram juni 2015

26 GRAM | juni 2015

ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor

de leefomgeving. Bewoners, verenigingen, onderne-

mers en scholen kunnen bijvoorbeeld zelf een stuk

groen in hun straat beheren of een opruimactie in de

buurt op touw zetten. In ruil daarvoor krijgen zij van

de gemeente een tegenprestatie, waarmee ze materi-

alen kunnen aanschaffen en als er nog wat overblijft

een buurtactiviteit kunnen organiseren. Deze aanpak

is een overeenkomst, de zogenaamde wijkdeal, tussen

burgers en de gemeente onder het motto: 'Voor wat,

hoort wat'. Hiermee investeert Breda in de nieuwe re-

latie tussen burgers en overheid. PLAN terra heeft in

2012 meegewerkt om 'Opgeruimd Breda' tot een suc-

ces te maken. Alle wijkdeals zijn opgenomen op de

participatiekaart, die tevens is gelinkt aan de website

www.opgeruimdbreda.nl. Tot nu toe zijn er meer dan

140 groene plekken geadopteerd en zijn diverse bewo-

nersgroepen, scholen en bedrijven aan de slag gegaan

in de openbare ruimte. In totaal lopen er in Breda in-

middels 350 participatieprojecten.

Anne Jelle Lycklama, teamleider Wijkzaken van de ge-

meente Breda, is zeer te spreken over deze vorm van

samenwerking. "Bewoners weten het best wat er in de

buurt speelt en hoe ze hun initiatief vorm kunnen ge-

ven" zegt hij nadrukkelijk. "Onder de streep kost het

net zoveel als het oplevert. Het mooie van dit soort

projecten is vooral dat het de zelfwerkzaamheid van

PARTICIPATIEKAART VOOR LOKALE INITIATIEVEN

Met dank aan koning Willem Alexander is 'participatiesamenleving' anno 2015 helemaal ingeburgerd. De koning

introduceerde dit woord in 2013 bij zijn eerste troonrede, waarna het prompt werd uitgeroepen tot 'woord van het

Jaar'. In de troonrede zei de koning: "De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam, zeker in een participatie-

samenleving. Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen

leven, maar ook aan de samenleving als geheel."

In gewoon Nederlands wordt met het woord 'participatiesamenleving'

bedoeld dat burgers niet altijd maar op initiatieven van de overheid

moeten wachten, maar zelf ook de handen uit de mouwen kunnen én

mogen steken om de eigen buurt op orde te houden. Actief burger-

schap dus! In de praktijk zijn de meeste mensen overigens best bereid

om voor een schone buurt aan de slag te gaan. Hier en daar heeft de

praktijk wel geleerd dat de gemeente dan wel een zekere sturing moet

geven om alles volgens de regels te laten verlopen en ook in budget-

tair opzicht op de rails te houden. Belangrijk punt van aandacht bij het

ontwikkelen van participatieprojecten is dat moet worden voorkomen

dat plannen met veel enthousiasme worden gestart om na verloop van

tijd door misverstanden, miscommunicatie, belangentegenstellingen of

welke reden dan ook stranden.

Om alle neuzen zoveel mogelijk in dezelfde richting te houden en ook

te krijgen, heeft adviesbureau PLAN terra uit Leusden een participatie-

kaart ontwikkeld. Deze kaart wordt al met veel succes in tal van ge-

meenten gebruikt. Eenvoudig gezegd is de participatiekaart een over-

zicht van locaties binnen een gemeente waar bewoners, ondernemers

en gemeente vrijwillig samenwerken aan het beheer van de openbare

ruimte. Naast initiatieven in de openbare ruimte verschijnen er op de

kaart ook steeds meer sociale initiatieven in de buurt. Anders gezegd:

burgerparticipatie. De participatiekaart is een platform geworden waar-

op lokale initiatiefnemers/bewoners kunnen laten zien wat ze allemaal

hebben bereikt of nog willen bereiken om de buurt aantrekkelijker te

maken. Daarvan moet dan ook weer een stimulans uitgaan naar andere

buurten binnen een gemeente, en naar andere gemeenten.

Wijkdeal

Met alleen het maken van een participatiekaart ben je er als gemeente

uiteraard nog lang niet. Daarom heeft de afdeling Wijkzaken van de

gemeente Breda een aanpak ontwikkeld om burgers te ondersteunen

om actief te zijn in het onderhoud van de openbare ruimte. De aan-

pak kreeg de naam: 'Opgeruimd Breda'. Het project biedt burgers de

Geef bewoners de ruimte om verantwoordelijkheid te nemen voor hun leefomgeving

Buurtbewoners aan het werk in Breda

Bewoners weten het best wat er in de

buurt speelt en hoe ze hun initiatief

vorm kunnen geven.

Page 27: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 27

buurtbewoners stimuleert en dat er een onderlinge sa-

menwerking ontstaat tussen de mensen in de buurt.

Het gevolg daarvan is weer dat de mensen op eigen

initiatief zorgen voor een schone en leefbare woonom-

geving. Deze vorm van actief burgerschap in de open-

bare ruimte is de grote winst van burgerparticipatie."

Tijdens een recente presentatie over dit onderwerp

citeerde Lycklama de Amerikaanse schrijfster en ma-

nagementconsultant op het gebied van gedragsweten-

schappen Margaret Wheatley met de woorden: "Whate-

ver the question, community is the answer." Om weer

dicht bij huis te blijven zegt hij: "Op het gebied van

heel en veilig houden wij als gemeente uiteraard altijd

zelf de vinger actief aan de pols. Wij mikken vooral

op bijzondere invulling door gebruikers, waarbij de

gemeente voor de basis zorgt en de bewoners zelf de

plus kunnen zetten. We streven naar gezellige buurten

waar de bewoners met plezier leven en werken. Dat is

de grote maatschappelijke winst."

Landelijk platform

Bij PLAN terra zegt ir. Marco Hommel, directeur en stra-

tegisch adviseur, dat participatiekaart.nl is ontwikkeld

naar aanleiding van vragen vanuit diverse gemeenten.

"In tal van bestuursakkoorden worden hoge ambities

geuit voor meer participatie in de stad maar het over-

zicht van wat er allemaal al speelde was er niet. De

eerste, logische stap was om alle bekende initiatieven

digitaal in kaart te brengen. Zo is de huidige participa-

tiekaart tot stand gekomen. Participatiekaart.nl is zo

opgezet dat bewoners en bewonersorganisaties hun

initiatieven zelf op de kaart kunnen aanvullen en be-

heren. Voor de gemeenten is die kaart daarmee uitge-

groeid tot een belangrijk instrument om te zien wat

er leeft en vooral waar binnen de gemeente energie

zit voor burgerparticipatie. Ook kunnen gemeenten via

deze kaart bewoners en bewonersorganisaties prikke-

len om in actie te komen. De interactie is het mooie

van deze kaart. Een gemeente als Breda heeft daar

vooruitstrevend op ingespeeld. Participatiekaart.nl is

thans een belangrijk platform voor burgerparticipatie

in Nederland.

Op de vraag of de participatiekaart uniek is, antwoordt

Hommel: "Het bijzondere van participatiekaart.nl is

dat het een centraal landelijk platform is, waarop de

initiatieven per gemeente staan vermeld. Tegelijkertijd

kunnen de verschillende gemeenten zich via die kaart

met elkaar vergelijken. Momenteel staat de teller op

zo’n drieduizend initiatieven verspreid over het land.

Het maatschappelijk belang van dit instrument is daar-

door groot”.

De vraag of de Nederlandse aanpak rond participatie in

de openbare ruimte internationaal gezien uniek is, be-

antwoordt Hommel ontkennend. "Denemarken en En-

geland zijn landen waar burgers al veel langer actiever

zijn in hun eigen woonomgeving. In Nederland vindt

nu een enorme omslag plaats in het denken over de

rolverdeling tussen burger en overheid. Ik ben er best

trots op dat participatiekaart.nl letterlijk kan laten zien

hoe snel die ontwikkelingen momenteel gaan."

Tekst: Laurent Chevalier

Participatiekaart.nl is een landelijke webapplicatie met een overzicht

van bewonersinitiatieven in gemeenten. De door adviesbureau PLAN

terra ontwikkelde website geldt als het Nederlandse kennisplatform

rond participatie-initiatieven in heel Nederland. Per gemeente is op

de kaart snel te zien in welke gemeente bewoners actief zijn in de

eigen buurt.

Page 28: Gram juni 2015

28 GRAM | juni 2015

Zodra een marktpartij zélf met een initiatief komt, is

het voor gemeenten verstandig om zo’n project een

kans te geven - ook al strookt het niet helemaal met

bestaande beleidskaders. Door de teugels af en toe te

laten vieren, krijgen ondernemers het vertrouwen een

volwaardige samenwerkingspartner te zijn. En blijkt

iets te werken, dan kan het altijd daarna nog juridisch

worden geregeld.

3. Voor ondernemers is ‘schoon’ noodzakelijk

Opgeruimd staat niet alleen netjes, het levert ook nog

eens geld op. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat

bezoekers meer geld uitgeven in een winkelgebied dat

ze als schoon en veilig ervaren. Rond onze jaarlijkse

verkiezing van het schoonste winkelgebied van Neder-

land, werd dit nog maar eens bevestigd. Er bleek een

direct verband tussen de rapportcijfers van de winkel-

gebieden en de bestedingen van de bezoekers. Bezoe-

kers die meer geld uitgeven: welke ondernemer is daar

nu niet gevoelig voor?

Het schoonhouden van centrumgebieden was lange tijd vooral een publieke taak. Maar de combinatie van krim-

pende budgetten en groeiende takenpakketten maakt het voor gemeenten steeds lastiger om een schoon centrum

de gewenste aandacht te geven. Tegelijkertijd verwachten gebruikers van de openbare ruimte, kwaliteit. Schiet de

gemeente naar hun idee te kort, dan aarzelen ze niet om van zich te laten horen. De oplossing ligt in het bundelen van

belangen en krachten. In steeds meer plaatsen slaan gemeente en marktpartijen de handen dan ook ineen om door

samenwerking centrumgebieden schoon te krijgen én te houden.

In het Focusprogramma Zwerfafval 2010-2020 zijn vanuit Gemeente

Schoon meer dan 60 projecten uitgevoerd gericht op samenwerkings-

projecten voor schone winkelstraten en -centra. Stichting Nederland

Schoon is ook al langer bezig met het bestuderen en faciliteren van

dergelijke publiek-private samenwerkingsverbanden. Zo liet Nederland

Schoon eind 2014, samen met Gemeente Schoon, een inventarisatie

doen naar de verschillende initiatieven tussen gemeenten en marktpar-

tijen om centrumgebieden structureel schoon te houden. En afgelopen

maand bracht de stichting, opnieuw samen met Gemeente Schoon, di-

verse stakeholders bijeen tijdens een kennisbijeenkomst over hetzelfde

thema in de Utrechtse Jaarbeurs.

Als deze projecten, inventarisatie, kennisbijeenkomst en de lessen van

overige werkzaamheden op dit gebied iets duidelijk maken, is het dat

samenwerken loont, maar lang niet altijd even eenvoudig is. Om het in

de toekomst toch wat eenvoudiger te maken, delen we hieronder de

ervaringen met een achttal praktische aanbevelingen om samen verder

te kunnen werken aan schone centrumgebieden.

1. Verkies kleine resultaten boven grote beloftes

Grootse plannen. Ze klinken goed en staan prachtig in een persbericht,

maar zijn lang niet altijd de beste route naar succes. Zo zijn er bij

grotere projecten vaak meer stakeholders betrokken, wat de samen-

werking complexer maakt, en is het risico op niet nagekomen beloftes

nadrukkelijker aanwezig.

Bovendien leert de ervaring dat er altijd wel een groep ondernemers is

die niet direct staat te springen om concreet aan een project bij te dra-

gen. Bijvoorbeeld omdat zij het schoonhouden van een winkelgebied

per definitie als een taak van de gemeente zien. De beste manier om

deze groep te overtuigen, is het tonen van tastbare resultaten. En hoe

kleinschaliger een project, hoe sneller resultaat mogelijk is. Kijk bij-

voorbeeld of het mogelijk is om voor één winkelstraat de periode tus-

sen het aanbieden en ophalen van bedrijfsafval te verkorten. Zo staat er

minder lang afval op straat, waardoor het gebied door bezoekers direct

als schoner wordt ervaren.

2. Laat als gemeente de teugels af en toe vieren

Door druk op gemeentelijke budgetten is het samenwerken met pri-

vate partijen steeds vaker dé manier om de kwaliteit van ‘schoon’ in

centrumgebieden te waarborgen. Het is belangrijk om te beseffen dat

er tussen publieke en private partijen flinke cultuurverschillen kunnen

bestaan. Gemeenten werken vanuit beleidskaders en regelgeving, ter-

wijl ondernemers veelal praktischer zijn ingesteld. Hebben zij een pro-

bleem? Dan moet er zo snel mogelijk een oplossing komen. Linksom

of rechtsom.

Samen werken aan schone centrumgebieden

Page 29: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 29

hoe meer kans van slagen een project heeft. De samenwerking wordt er

dan één tussen mensen, in plaats van tussen organisaties.

6. Praat over hetzelfde

Ambtenaren en ondernemers hebben vanuit hun professie verschillen-

de belevingen van wat ‘schoon’ is. Dat hoeft geen problemen op te le-

veren, mits je niet langs elkaar heen praat. Zo is de schoonbeleving van

ondernemers veelal gebaseerd op een subjectief oordeel: ‘Hoe schoon

ziet het er hier eigenlijk uit?’. Ambtenaren zijn daarentegen vooral be-

zig met objectieve en meetbare waarden.

Zodra objectieve indicatoren bij alle samenwerkingspartijen bekend

zijn, praat je niet alleen over hetzelfde, maar zorg je er ook voor dat de

uiteindelijke resultaten van het project ook écht meetbaar zijn. En dat

kan weer van belang zijn om andere partijen te overtuigen om zich bij

het samenwerkingsverband te voegen. In veel gevallen is het raadzaam

een intermediaire partij in te schakelen die het proces begeleidt.

7. Deel de successen

Succes heeft vele vaders, leert het bekende spreekwoord. En omdat

iedereen deel uit wil maken van een succesverhaal, is het van belang

om de resultaten van geslaagde pilots te delen. Marketing kan dan ook

een belangrijke sleutel zijn om van een kleinschalige pilot een groot en

breed gedragen project te maken.

Volgens Joost Menger, een adviseur stedelijke ontwikkeling die sprak

tijdens een kennisbijeenkomst, doet veertig tot zestig procent van de

ondernemers alleen aan een project mee als ‘iedereen’ er aan meedoet.

Dit is de belangrijkste groep om te verleiden, en het delen van succes-

verhalen kan daarbij goed van pas komen.

8. Zorg voor een goed georganiseerde wederpartij

Uit onze inventarisatie naar publiek-private samenwerkingen bleek dat

de organisatiegraad van betrokken partijen van grote invloed was op

het slagingspercentage van een project. Bij het zoeken naar een sa-

menwerkingspartner, bijvoorbeeld om een pilot te starten, is dit dan

ook van belang.

Zo vertelde Jeroen Roose – van Leijden van adviesbureau HISA tijdens

een kennisbijeenkomst over een project in de Utrechtse Zadelstraat.

Deze winkelstraat werd voor de pilot uitgekozen vanwege de hoge or-

ganisatiegraad: er was al een actieve ondernemersvereniging aanwe-

zig. De ondernemers konden zo met één mond spreken, waardoor het

snel mogelijk was om tot concrete afspraken te komen.

Als bewoners van een winkelgebied zich in een vereniging hebben

georganiseerd, kan het raadzaam zijn om hen ook bij een project te

betrekken. Dit is zeker het geval in oude binnensteden, waar vaak wo-

ningen boven winkelpanden zijn gevestigd.

Meer weten over publiek-private samenwerking voor schone centrum-

gebieden? Op www.kenniswijzerzwerfafval.nl is onze inventarisatie te

vinden, inclusief een bijlage met voorbeelden uit de praktijk.

Tekst: Dorien Bosselaar, projectleider Stichting Nederland

Schoon

Hierbij gaat het overigens niet alleen maar om winke-

liers, maar bijvoorbeeld ook om vastgoedeigenaren.

Tijdens de eerder genoemde kennisbijeenkomst ver-

telde Eric Duffhuis van adviesbureau Stad&Co over een

project in Eindhoven. In het bewuste winkelgebied wa-

ren verschillende inzamelaars actief, waardoor er meer-

dere containers stonden – met bijbehorende chaos.

Uiteindelijk zijn de vastgoedeigenaren overtuigd om te

investeren in de ontwikkeling van een ondergrondse

afvalcontainer. Ook zij zagen in dat deze oplossing op

termijn voor meer rendement op hun investering kan

zorgen.

4. Het kan altijd beter

Hoe goed een gemeente haar zaakjes ook op orde

heeft: er is altijd verbetering mogelijk, ook al is er niet

direct budget voor beschikbaar. Een goed startpunt

om zicht te krijgen op mogelijke quick wins is het

verbeteren van de dialoog tussen de gemeente en

relevante marktpartijen. Ambtenaren krijgen hierdoor

een beter beeld van waar ondernemers tegenaan

lopen en wat hun eventuele wensen, eisen en ideeën

zijn. Ondernemers voelen zich op hun beurt serieuzer

genomen als gespreks- en samenwerkingspartner, en

zien beter op welke manier zij zelf verantwoordelijkheid

kunnen nemen.

5. Spreek met één mond

Het lijkt de meest voor de hand liggende aanbeveling:

zorg dat de betrokken partijen één contactpersoon

hebben, die met een 06-nummer bereikbaar is. Toch

blijkt het in de praktijk lang niet altijd te gebeuren.

Maar hoe sneller partijen met elkaar kunnen schakelen,

Dankzij de goede samenwerking tussen de gemeente Den Haag en de

winkeliersvereniging Kijkduin, werd het gelijknamige winkelgebied in

2014 verkozen tot schoonste van Nederland.

Page 30: Gram juni 2015

30 GRAM | juni 2015

Tekst: Ilse van der Grift

Nieuwe directeur NVRD

Het NVRD-bestuur

heeft Olaf Prinsen

per 1 juli 2015 be-

noemd als nieuwe

directeur van de

NVRD. Olaf Prin-

sen is sinds 2010

Wethouder Milieu

in de gemeente

Apeldoorn en voorzitter van de commis-

sie Milieu, Energie & Mobiliteit van de

VNG. Door deze laatste taak was hij onder

andere nauw betrokken bij de ontwikke-

ling van het Publiek Kader Huishoudelijk

Afval 2025, dat eind 2014 werd aangebo-

den aan de Tweede Kamer. Olaf Prinsen is

enthousiast over zijn nieuwe functie: “Ik

heb me de afgelopen vijf jaar met over-

tuiging en plezier ingezet voor de stad

Apeldoorn. De afval- en reinigingssector

heeft me gegrepen sinds deze in mijn por-

tefeuille zat.”

Nieuwe bestuursleden

Tijdens de ALV van 29 mei jongstleden

zijn er twee nieuwe bestuursleden

benoemd: Toine Theunis, wethouder

van de gemeente Roosendaal, en Rob

Schram, directeur Reinigingsbedrijf

Midden-Nederland. De Algemene Le-

den Vergadering heeft ingestemd met

hun benoeming. Daarnaast is na ruim

acht jaar afscheid genomen van Eric

Bodar. Het Bestuur heeft hem bedankt

voor zijn jarenlange inzet voor de ver-

eniging en het bureau. Tot slot heeft

de ledenvergadering ingestemd met

de herbenoeming van Hermann Jäger,

John Vernooij en Cees Paridaans.

Vennootschapsbelastingplicht

overheidsondernemingen

Op 26 mei 2015 is het wetsvoorstel ‘Wet

Modernisering Vpb-plicht overheidson-

dernemingen’ door de Eerste Kamer aan-

genomen. Voorafgaand aan het in stem-

nieuws

ming brengen van het wetsvoorstel heeft

staatssecretaris van Financiën Wiebes ge-

reageerd op enkele knelpunten die door

onder andere de NVRD naar voren zijn

gebracht. Nu het wetsvoorstel tot wet

is geworden, breekt het tijdstip van im-

plementatie aan. Gemeenten, provincies,

waterschappen en andere publiekrech-

telijke rechtspersonen die een onderne-

ming drijven, worden per 1 januari 2016

in beginsel belastingplichtig voor de ven-

nootschapsbelasting. De Wet Modernise-

ring Vpb-plicht overheidsondernemingen

brengt een wijziging op de huidige Wet

op de vennootschapsbelasting 1969. De

huidige wet kent het uitgangspunt dat

publiekrechtelijke rechtspersonen niet

belastingplichtig zijn, tenzij ze een in de

wet genoemde belaste activiteit verrich-

ten. Dat uitgangspunt wordt drastisch

gewijzigd in die zin dat publiekrechte-

lijke rechtspersonen per 1 januari 2016

belastingplichtig worden voor zover zij

een onderneming drijven. Als de belas-

tingplicht vaststaat, kan eventueel een

beroep worden gedaan op een van de vijf

algemene vrijstellingen die de nieuwe

wet rijk is:

1. vrijstelling voor interne activiteiten;

2. vrijstelling voor uitoefening van over-

heidstaken en publiekrechtelijke be-

voegdheden, tenzij in concurrentie

wordt getreden;

3. vrijstelling voor ‘quasi-inbesteding’;

4. vrijstelling voor samenwerkingsver-

banden;

5. vrijstelling voor overheidstaken op

basis van een dienstverleningsover-

eenkomst (verlegde overheidstaken-

vrijstelling).

De publiekrechtelijke rechtspersoon

moet dan wel voldoen aan de vereisten

van de desbetreffende vrijstelling. De

NVRD gaat een brochure maken waarin

de gevolgen van de Wet Modernisering

Vpb-plicht overheidsondernemingen in-

zichtelijk worden gemaakt.

Jaarverslag

Tijdens de ALV

is het jaarver-

slag 'Samen-

werken loont'

van de NVRD vastgesteld. Het jaarverslag

is te downloaden op

www.nvrd.nl/over-nvrd/jaarverslag.

Cofinanciering voor nieuwe

medewerkers VANG en BOR

Wilt u vacatures opvullen of nieuwe me-

dewerkers aannemen in het kader van

VANG of BOR-taken? Dan kunt u gebruik

van cofinanciering vanuit het Sectorplan

en subsidie krijgen. De subsidieregeling

is 10 mei ingegaan. U kunt zich aanmel-

den tot 10 september of totdat de rege-

ling is uitgeput. Intekenen kan op www.

sectorplan-ambor.nl. Wees er snel bij!

Reserveer 5 november

In navolging van vorig jaar organise-

ren de Commissies KAM en P&O weer

een dag over actuele thema’s op het

gebied van veiligheid en personeel.

Meer weten over de wet Werk en Ze-

kerheid of de nieuwe ontwikkelingen

van de P90? Reserveer dan donderdag

5 november in uw agenda.

NVRD agenda

24 juni Regiobijeenkomst

Noord-Nederland

25 juni Commissie KAM

25 juni Commissie Inzameling &

Recycling

25 juni Bestuur NVRD

30 juni Benchmarkbijeenkomst

Huishoudelijk Afval

3 juli Commissie Afvalpreventie

3 juli Commissie Opleiden &

Professionaliseren

Page 31: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 31

waterstof, deden bezoekers mee aan

het spel ‘Welke brandstof kiest u?’. Een

op Ganzenbord geënt spel dat deelne-

mers laat kennismaken met alle aspecten

van verschillende soorten (alternatieve)

brandstoffen.

Al met al kan de NVRD terugkijken op

twee succesvolle dagen waarin het is

gelukt om de term alternatieve brand-

stof tastbaar te maken voor het publiek.

De NVRD stimuleert alternatieve brand-

stoffen met als doel het creëren van

een duurzamer wagenpark. Het dossier

schone technieken speelt hierop in. Bent

u benieuwd wat de NVRD op dit gebied

allemaal doet? Kijk dan voor meer infor-

matie op www.nvrd.nl

Tekst: Rik Hardenberg

stof in Nederland. Het rijden op alterna-

tieve brandstoffen is meer dan een ver-

haal alleen, het kan écht, zelfs met een

vooruitstrevende techniek als waterstof.

Deze boodschap is goed overgekomen.

Binnen de branche zijn steeds meer wa-

gens die worden aandreven door een al-

ternatieve brandstof. Gezien het feit dat

de afvalbranche staat voor duurzaam-

heid en innovatie is dit ook wel logisch.

Vooral voertuigen die op CNG/Groengas,

elektrisch of hybride rijden zijn goed

vertegenwoordigd. De aanvankelijke kin-

derziektes zijn grotendeels verholpen.

Zodoende rijdt een groot deel van de

inzamelvoertuigen van bijvoorbeeld Om-

rin, Meerlanden en ACV op duurzame

brandstoffen. Naast de mogelijkheid om

te rijden in een truck aangedreven op

N I E U W S U I T D E B R A N C H E

ReinigingsDemoDagen 2015Tijdens de zevende editie van de Reinig-

ingsDemoDagen bracht de NVRD alterna-

tieve brandstoffen voor inzamelvoertui-

gen onder de aandacht. Meer dan 3000

bezoekers kwamen op de demodagen

af. Wagenparkbeheerders, chauffeurs/

beladers, inkopers, beleidsmedewerk-

ers van gemeenten, ieder heeft op zijn

eigen manier te maken met het thema

duurzaam inzamelen.

Truck van de Toekomst

Samen met Truck van de Toekomst, een

initiatief van Rijkswaterstaat (RWS) be-

mande de NVRD een stand om verduurza-

ming van het wagenpark te stimuleren.

Niet alleen werd informatie gegeven over

alternatieve brandstoffen, ook was er de

unieke mogelijkheid om mee te rijden in

het enige afvalinzamelvoertuig op water-

850 miljoen batterijen in Nederlandse huishoudensZe zijn onmisbaar in een huishouden:

batterijen en accu’s. In totaal bezitten

Nederlanders er maar liefst 850 miljoen,

gemiddeld 113 per huishouden. Opval-

lend is dat de meeste mensen hun huis-

houdelijke batterijenbezit schatten op

slechts 25 tot 35 exemplaren. In werke-

lijkheid is dit aantal drie keer zoveel. Dit

blijkt uit onderzoek van onderzoeksbu-

reau Panteia in opdracht van Stibat.

Van de 113 batterijen worden er 73

gebruikt in allerlei huishoudelijke ap-

paraten, 12 zitten in afgedankte ap-

paraten op zolders, kelders en kasten

(gezamenlijk 87 miljoen) en 28 batte-

rijen zijn nieuw of leeg. Het aantal

lege en gebruikte batterijen en accu’s

van huishoudens is de laatste 12 jaar

flink gestegen: in 2003 bezat een huis-

houden nog gemiddeld 71 batterijen

en in 2015 zijn dit maar liefst 113 bat-

terijen. Deze verbatterijrisering is mede

mogelijk gemaakt door de opkomst van

steeds meer huishoudelijke apparaten

met batterijen en accu’s. Denk aan de

vele afstandsbedieningen, (computer)

spelletjes, mobiele telefoons, fietslam-

pen, horloges, laptops en fotocamera’s.

In 2003 gaf Stibat (Stichting Batterijen)

voor het eerst opdracht voor een in-

ventarisatieonderzoek. In 2006, 2009,

2012 en 2015 is het onderzoek her-

haald; dit jaar namen ongeveer 1.400

huishoudens deel.

Page 32: Gram juni 2015

32 GRAM | juni 2015

Nationale Vuilnisvrouwendag

Kom je ook? Wanneer donderdag 2 juli Tijd 13.00 - 16.00 uur Wie voor alle vrouwen die werken in het afval (uitvoering:

planning, chauffeurs, medewerkers milieustraat etc.) Waar Avalex, Schieweg 99, Delft

Programma 13.00 ontvangst + cabaret 13.30 workshop zelfverdediging op naaldhakken

(door: Spa Groep) 14.30 workshop creatief met afval + visagie en fotoshoot 15.30 hapje en drankje + afsluiting

Meld je aan via: [email protected]

N I E U W S U I T D E B R A N C H E

Afvalinfo: portal voor afvalkalendersEen portal met links naar alle on-

line afvalkalenders van Neder-

land: het kan op afvalinfo.nl. Op

afvalinfo vindt u direct de juiste

inzameldata van alle gemeenten

en ook uw persoonlijke digitale af-

valkalender. U tikt op de homepage

uw postcode en huisnummer in,

waarna afvalinfo de bijbehorende

kalender of site opzoekt en deze

presenteert. Ook kunt u in de lijst

met gemeenten direct alle actuele

informatie per gemeente vinden.

Daarnaast verzamelt afvalinfo

nieuws en informatie op het gebied

van afval en hergebruik. Gemeen-

ten en afvalinzamelbedrijven kun-

nen ook zelf actief nieuws en infor-

matie aanleveren, inclusief een link

naar de eigen site. Met het plaatsen

van tips en informatie op de por-

tal wil afvalinfo afvalbesparing en

hergebruik stimuleren.

Meer weten?

Ga naar www.afvalinfo.nl

Nederlanders leveren meer verlichting in voor recycling

MAAK EEN PERSOONLIJK PROFIEL AAN OP HET NVRD LEDENNETWerkzaam binnen een organisatie die lid is

van de NVRD? De NVRD vertegenwoordigt

alle gemeenten in Nederland en hun be-

drijven actief in afvalbeheer en het beheer

van de openbare ruimte.

Omdat de organisatie waar je werkzaam

bent lid is van de NVRD krijg je toegang

tot het ledennet. Op het ledennet vind je

onder andere dossiers, collega professio-

nals en kun je online discussies starten en/

of volgen. Daarnaast ontvang je in de toe-

komst op je zelf aangegeven interesse/ex-

pertise gebied berichten.

BLIJF OP DE HOOGTE VAN

ACTUALITEITEN

LEES AL HET NIEUWS IN ÉÉN

OOGOPSLAG

LEG CONTACT MET COLLEGA-

PROFESSIONALS EN EXPERTS

DISCUSSIEER MET VAKGENOTEN

DOE JE VOORDEEL MET HET

KENNISPLATFORM

HEB JE AL EEN PROFIEL? Veel medewerkers van bedrijven die

lid zijn van de NVRD hebben al een

profi el zonder dit zelf te weten. Dit is

alvast voor je aangemaakt. Check jouw

profi el en vul het aan door naar www.

nvrd.nl te gaan en je rechtsboven in te

loggen op het ledennet. Wachtwoord

vergeten? Gebruik de ‘wachtwoord

vergeten functionaliteit’.

AANMELDENAls er nog geen automatisch profi el voor je

is aangemaakt door NVRD maar het bedrijf

of de gemeente waar je werkzaam bent is

wel lid, ga dan naar www.nvrd.nl/account-

aanvragen om je direct aan te melden.

WWW.NVRD.NL

6109 Adv Gram Leden betrekken 190x270 DEF.indd 1 21-11-14 11:25

In 2014 hebben consumenten en pro-

fessionele gebruikers meer lampen en

armaturen ingeleverd voor recycling.

Nederlanders leverden via Wecycle ge-

zamenlijk 3,7 miljoen kilo aan lampen

en verlichtingsarmaturen in. Dit is een

stijging van 4,5 procent. Het aandeel

ingezamelde lampen steeg met 2,6 pro-

cent, het aandeel ingezamelde arma-

turen maakte een stijging door van 6,2

procent. De categorie armaturen groeide

de afgelopen jaren gestaag, in 2014 wer-

den er weer meer armaturen ingeleverd

voor recycling. Deze stijging is naar alle

waarschijnlijkheid te danken aan een be-

ginnend herstel in de bouwsector na de

economische crisis. Stichting LightRec

is tevreden met het behaalde resultaat.

“Het is goed om te zien dat de inzame-

ling in de lift zit. En dat er dus weer min-

der tl-buizen, spaar- en ledlampen in de

vuilnisbak of in het sloopafval terecht

zijn gekomen“, aldus Gied van Hoorn

manager a.i. van LightRec. De stichting

hoopt dat de stijgende lijn zich in 2015

voort zal zetten.

LightRec zet dit jaar vooral in op het

inzamelen van verlichting vanuit sloop

en bij de grote installatiebedrijven. Van

Hoorn: “We hebben net voor elkaar ge-

kregen dat de inzamelmiddelen voor ver-

lichting zijn opgenomen in het standaard

bouwbestek van STABU. Een enorme stap

vooruit, want het maakt professionals

in de bouw bewust dat ook lampen en

armaturen ingezameld moeten worden

voor recycling.” Daarnaast stimuleren ac-

ties zoals de Gouden Bakkie-campagne,

handige inzamelcontainers bij de (techni-

sche) detailhandel en slimme retourlogis-

tiek de inzameling bij het professionele

circuit, waar de meeste lampen en arma-

turen vandaan komen. De inzamelresul-

taten van uitvoeringsorganisatie Wecycle

lieten recent zien dat de inzameling van

e-waste via de detailhandel met 10 pro-

cent is gestegen.

Page 33: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 33

N I E U W S U I T D E B R A N C H E

MAAK EEN PERSOONLIJK PROFIEL AAN OP HET NVRD LEDENNETWerkzaam binnen een organisatie die lid is

van de NVRD? De NVRD vertegenwoordigt

alle gemeenten in Nederland en hun be-

drijven actief in afvalbeheer en het beheer

van de openbare ruimte.

Omdat de organisatie waar je werkzaam

bent lid is van de NVRD krijg je toegang

tot het ledennet. Op het ledennet vind je

onder andere dossiers, collega professio-

nals en kun je online discussies starten en/

of volgen. Daarnaast ontvang je in de toe-

komst op je zelf aangegeven interesse/ex-

pertise gebied berichten.

BLIJF OP DE HOOGTE VAN

ACTUALITEITEN

LEES AL HET NIEUWS IN ÉÉN

OOGOPSLAG

LEG CONTACT MET COLLEGA-

PROFESSIONALS EN EXPERTS

DISCUSSIEER MET VAKGENOTEN

DOE JE VOORDEEL MET HET

KENNISPLATFORM

HEB JE AL EEN PROFIEL? Veel medewerkers van bedrijven die

lid zijn van de NVRD hebben al een

profi el zonder dit zelf te weten. Dit is

alvast voor je aangemaakt. Check jouw

profi el en vul het aan door naar www.

nvrd.nl te gaan en je rechtsboven in te

loggen op het ledennet. Wachtwoord

vergeten? Gebruik de ‘wachtwoord

vergeten functionaliteit’.

AANMELDENAls er nog geen automatisch profi el voor je

is aangemaakt door NVRD maar het bedrijf

of de gemeente waar je werkzaam bent is

wel lid, ga dan naar www.nvrd.nl/account-

aanvragen om je direct aan te melden.

WWW.NVRD.NL

6109 Adv Gram Leden betrekken 190x270 DEF.indd 1 21-11-14 11:25

Page 34: Gram juni 2015

34 GRAM | juni 2015

Agenda7 – 9 september

ISWA World Congress, Antwerpen

Inl. www.iswa.org

8 - 10 september

Groentechniek Holland voor professionals die werkzaam zijn in de groene open-

bare ruimte

Walibi evenemententerrein in Biddinghuizen, inl. www.groentechniekholland.nl

24 september

NVRD themadag Werk maken van integraal beheer

1 oktober

Afvalconferentie, World Forum Den Haag

Organisatie: Vereniging Afvalbedrijven, Ministerie I&M, NVRD

Inl. www.afvalconferentie.nl

13 – 15 oktober

World Efficiency, eerste mondiale vakbeurs voor klimaat- en energie oplossingen,

Paris Porte de Versailles, inl. www.world-efficiency.com

ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl

RedactiecommissieMarc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostWilly Brinkbäumer, Twente MilieuAddie Weenk, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, MeerlandenFabienne Mantes, AvalexRaymond van der Sluijs, gemeente NissewaardDico Kuiper, gemeente Alphen aan den RijnMarianne Zegwaard, MWH GlobalIlse van der Grift, NVRD

EindredactieKarin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]

Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]

Opmaak en drukWeevers, www.weevers.nl

Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de

AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad € 98,– excl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.

Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.

ISSN 1569-0458

© NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

GTH_adv_92 x 130 mm_GRAM.indd 1 29-04-15 17:51

Page 35: Gram juni 2015

GRAM | juni 2015 35

Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...

…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden

…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland

…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot

… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen

…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen

…op milieuverantwoorde wijze verwerkt

www.bandenmilieu.nl

Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier.

Oude banden, nieuw

leven.

A4 ZOMER 2015 BEM.indd 1 06-05-15 12:13

Page 36: Gram juni 2015

Levert uw GFT-afval al energie op?De nieuwe Bio Power vergister van Indaver werkt op volle kracht. Geschikt om 75.000 ton

GFT-afval per jaar een nieuwe start te geven. Als groen gas, CO2, compost of biomassa. Geen afval

meer, maar een perfecte kringloop. En dat is de missie van Indaver: steeds meer kringlopen sluiten

om zo veel mogelijk afval een nieuw leven te geven.

We zijn niet voor niets ‘toonaangevend in duurzaam afvalbeheer’.

Meer weten over Indaver, onze visie op een biobased economy en de Bio Power vergister in

Alphen aan den Rijn? Kijk dan op www.indaver.nl voor meer informatie.

www.indaver.nl