Fiscale maatregelen à la limite 2011

10
@GEKKON BELEGGER ONDERNEMER ANNO 2012 Di Rupo I

description

Een overzicht van de fiscale maatregelen die op het eind van de maand december nog zijn doorgevoerd en een vooruitzicht op het economisch klimaat in 2012.

Transcript of Fiscale maatregelen à la limite 2011

@GEKKON

BELEGGER

ONDERNEMER

ANNO 2012

Di Rupo I

Geachte lezer,

Via deze weg wil ik u alvast op de hoogte stellen van de nieuwe fiscale maatregelen die nog invoege

getreden zijn voor het einde van het jaar en wij wensen u tevens een kijk te geven op hetgeen men

naar mijn bescheiden mening in 2012 zoal mag verwachten op economisch vlak.

Fiscale maatregelen:

Het zijn die maatregelen die nog gestemd zijn geweest in het parlement en die dan ook onmiddellijk

ten uitvoer zijn gebracht.

Deze maatregelen zijn niet volledig conform de eerdere publicaties. De nota Di Rupo is dus degelijk

hier en daar nog wat bijgeschaafd na overleg met o.a. de werkgeversorganisaties en de vakbonden.

Toch is mijn bemerking in de kantlijn dat het enkel de punten en de komma’s betreft, waarover

onduidelijkheid was die men vervolledigd heeft.

De rode draad door heel dit fiscaal verhaal bestaat voornamelijk uit drie zaken. Als eerste kunnen we

stellen dat het min of meer gedaan is met het progressief groen beleid, als tweede kunnen we stellen

dat de room van de soep die bedrijfsleiders zich toe-eigenen keihard worden gedestimuleerd en als

derde kunnen we stellen dat het gratis beleid niet meer zo gratis is.

Economische verwachtingen 2012:

Wat het economisch klimaat betreft reken ik erop dat de Nationale Bank van België onder leiding van

huidig gouverneur Dhr. Luc Coene steevast zal kiezen voor een progressief beleid.

Het interbancaire vertrouwen is in december 2011 immers nog verder gedaald, waardoor de

noodzakelijke onderlinge kredietverlening tussen de banken volledig vastgelopen is. Het

rechtstreekse gevolg hiervan is dat de kredietverlening naar bedrijven en particulieren toe verder

met de handrem op wordt vertraagd.

Dit zorgt ervoor dat de economische groei in het eerste kwartaal van 2012 niet anders dan tot 0%

herleid zal worden of misschien zelfs recessief.

Doordat het interbancaire vertrouwen verdwenen is dient de Nationale Bank van België zijn rol te

spelen door de privé banken de nodige kredieten te verlenen. In een normaal klimaat gebeurt dit

immers tussen de privé banken onderling.

Om dit te kunnen doen dient de NBB nieuw geld te creëren wat op het eerste zicht een inflatoir

beleid is. Niets is echter minder waar. Inflatie is een reactie op het feit dat er teveel geld in omloop

is, aangezien dit totaal niet het geval is, dient de NBB zeker en vast zijn rol te spelen om de

kredietverlening en de hieraan gekoppelde economie draaiende te houden.

Ik verwacht dan ook een moeilijke start van het jaar 2012 en dit zal zo verder blijven aanmodderen

tot op het punt dat de Euro met zekerheid is gered.

De Belgische overheid zelf heeft immers begrotingsgewijs geen slagkracht meer en dit komt

uiteraard door het feit dat ze de banken heeft moeten redden.

Fiscale maatregelen:

1. Energiebesparing en groene leningen - 23/12/2011

2. Propere wagens - 23/12/2011 3. Lage energiewoningen, passiefwoningen en nulenergiewoningen -

23/12/2011 4. Belasting op bedrijfswagens - 23/12/2011

5. Roerende voorheffing, bijkomende heffing en dematerialisatietaks - 23/12/2011

6. Btw: notarissen en gerechtsdeurwaarders, betaaltelevisie - 23/12/2011

7. Accijnzen - 23/12/2011

8. Andere fiscale begrotingsmaatregelen : voordeel van alle aard privéwoning en stockopties, taks op de beursverrichtingen, notionele

intrestaftrek - 23/12/2011

Energiebesparende uitgaven en groene lening

1. Afschaffing of verlaging van de belastingvermindering voor

energiebesparende uitgaven in een woning

Nieuwe regeling

Vanaf aanslagjaar 2013 (d.w.z. voor uitgaven betaald in het jaar 2012)

wordt de belastingvermindering voor alle energiebesparende uitgaven afgeschaft behalve die voor dakisolatie. De nieuwe regels zijn:

de belastingvermindering voor de uitgaven voor dakisolatie bedraagt 30%

van de uitgaven het maximumbedrag van de belastingvermindering bedraagt voor de

uitgaven van het jaar 2012 2.930 euro

het deel van de vermindering dat het maximumbedrag overschrijdt, kan niet worden overgedragen naar de drie volgende belastbare tijdperken

de belastingvermindering voor de in 2012 betaalde uitgaven voor dakisolatie kan niet meer worden omgezet in een belastingkrediet.

Overgangsregeling

Er is een overgangsmaatregel uitgewerkt voor zij die al aan het

verbouwen waren of een contract hadden afgesloten vóór de maatregel is beslist. Voor de uitgaven die nog in 2011 zijn gedaan of die in 2012

worden gedaan voor werken die gebeuren in het kader van een

overeenkomst die werd ondertekend vóór 28 november 2011, blijft de bestaande regeling van toepassing, ook voor de uitgaven voor

dakisolatie. Dit betekent dat:

de belastingvermindering voor deze uitgaven 40% bedraagt het maximumbedrag van de belastingvermindering voor de

energiebesparende uitgaven van het jaar 2012 2.930 euro bedraagt met een eventuele verhoging voor de uitgaven voor de installatie van zonnecelpanelen van ongeveer 880 euro

het deel van de vermindering dat het maximumbedrag overschrijdt, naar de drie volgende belastbare tijdperken kan worden overgedragen

de omzetting van de vermindering in een belastingkrediet mogelijk blijft.

2. Verlaging van de belastingvermindering voor intresten van groene

leningen

De FOD Financiën verduidelijkt een aantal fiscale begrotingsmaatregelen waarover momenteel veel ongerustheid heerst. Het doel van de

hervormingen is ons belastingstelsel in overeenstemming te brengen met de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de gewesten.

Om de door de burger geplande investeringen niet in het gedrang te brengen, werd evenwel voorzien in tal van overgangsmaatregelen.

De leningen afgesloten voor 1/1/2012 genieten een belastingvermindering.

Nieuwe regeling

Vanaf aanslagjaar 2013 (d.w.z. voor de in 2012 betaalde intresten) wordt

het percentage van de belastingvermindering voor de intresten die voor

een groene lening worden betaald verlaagd tot 30% (i.p.v. 40% voor de intresten betaald in 2011).

Propere wagens

Afschaffing van de korting op factuur voor propere wagens

Nieuwe regeling

Voor wagens die vanaf 1 januari 2012 worden besteld, is de korting op factuur niet meer van toepassing.

Overgangsregeling

Voor wagens die in 2011 werden besteld, en die uiterlijk op 31 december 2011 zijn betaald, wordt de korting op factuur terugbetaald

op basis van de bestaande regels.

Voor wagens die in 2011 werden besteld, maar die pas na 31 december 2011 worden betaald, wordt de korting op factuur enkel nog

terugbetaald wanneer de volgende 3 bijkomende voorwaarden alle 3 vervuld zijn:

1. de wagens moeten vóór 28 november 2011 zijn besteld 2. uiterlijk op 31 december 2011 moet een voorschotfactuur zijn

uitgereikt voor een bedrag dat op zijn minst gelijk is aan:

1. het dubbele van het bedrag van de korting op factuur indien een korting van 3% op de aanschaffingswaarde van het voertuig

wordt toegepast of

2. het bedrag van de korting op factuur indien een korting van

15% op de aanschaffingswaarde van het voertuig wordt toegepast. 3. de bestelbon en de voorschotfactuur moeten vóór 5 januari 2012 bij de

Dienst Terugbetaling Uitgaven Milieuvriendelijke Voertuigen worden ingediend. De koper van de wagen moet hier niets voor doen. Het zijn de leveranciers die de nodige documenten opsturen.

De leverancier van het voertuig moet bij elke aanvraag tot terugbetaling die hij vanaf 1 januari 2012 bij de Dienst Terugbetaling

Uitgaven Milieuvriendelijke Voertuigen indient de verkoopfactuur en het bewijs van volledige betaling van het voertuig, waarvoor hij de aanvraag

tot terugbetaling doet, bij zijn aanvraag voegen.

Lage energiewoningen, passiefwoningen en nul energiewoningen

Afschaffing van de belastingvermindering voor lage energiewoningen,

passiefwoningen en nulenergiewoningen

Nieuwe regeling

De belastingvermindering voor lage energiewoningen, passiefwoningen en

nulenergiewoningen wordt vanaf aanslagjaar 2013 opgeheven. Woningen waarvoor op uiterlijk 31 december 2011 geen certificaat lage

energiewoning, passiefwoning of nulenergiewoning is uitgereikt, komen niet meer in aanmerking voor de belastingvermindering.

Voor de in 2011 of vroeger gecertificeerde woningen wordt de belastingvermindering verder verleend.

Overgangsregeling

De certificaten "lage energiewoning", "passiefwoning" of "nulenergiewoning" waarvoor uiterlijk op 31 december 2011 een

aanvraag werd ingediend en die ten laatste op 29 februari 2012 worden uitgereikt, worden beschouwd als certificaten die werden

uitgereikt op 31 december 2011. Op grond van die certificaten zullen de betrokken belastingplichtigen nog steeds recht hebben op de

belastingvermindering.

Belasting op bedrijfwagens

1. Berekening van het voordeel van alle aard voor de begunstigde van het

voertuig

Het voordeel van alle aard (VAA) voor de gratis terbeschikkingstelling van een bedrijfsvoertuig wordt voortaan berekend op de cataloguswaarde

en de CO2-uitstoot van het voertuig volgens de volgende formule:

VAA= cataloguswaarde * % (CO2-coëfficiënt) * 6/7

De cataloguswaarde is de gefactureerde waarde met inbegrip van btw en

opties, zonder rekening te houden met kortingen, verminderingen, afslagen en ristorno’s.

De basis-CO2-coëfficiënt bedraagt 5,5% voor een CO2-uitstoot van:

95 g/km voor de dieselvoertuigen 115 g/km voor de benzinevoertuigen

Wanneer de uitstoot hoger ligt dan deze referentie-uitstoot wordt de CO2-

coëfficiënt met 0,1% per CO2-gram vermeerderd, met een maximum van 18%.

Wanneer de uitstoot lager ligt dan de referentie-uitstoot wordt dat

percentage met 0,1% per CO2-gram verminderd, met een minimum van

4%.

Het bepaalde voordeel mag nooit lager liggen dan 1.200 euro (waarde 2012) per jaar (te indexeren).

Dit mechanisme om het voordeel te bepalen, wordt automatisch

aangepast om rekening te houden met de jaarlijkse evolutie van de CO2-

uitstoot van het wagenpark.

2. Verworpen uitgave voor de vennootschap

Naast de al toegepaste beperking op de met het voertuig verbonden kosten, geldt er voortaan een verworpen uitgave van 17% van het

volgens de voornoemde formule toegepaste voordeel van alle aard. Deze verworpen uitgave wordt in de belastbare basis vermeld. Het over te

dragen bedrag van de verliezen wordt in geen geval met de verworpen uitgave waarvan sprake verhoogd.

Roerende voorheffing, bijkomende heffing en dematerialisatietaks

1. Verhoging van de roerende voorheffing

De roerende voorheffing op de intresten en dividenden wordt gelijkgeschakeld en op een uniek percentage van 21% gebracht.

Uitzonderingen:

de roerende voorheffing op spaarrekeningen blijft 15% (voor het deel boven het vrijgestelde bedrag, waarvan de hoogte en vrijstellingsregels

niet veranderen) de roerende voorheffing op liquidatieboni blijft 10% het tarief van de roerende voorheffing op dividenden en intresten die nu

aan de roerende voorheffing van 25% zijn onderworpen, blijft ongewijzigd de roerende voorheffing op de intresten van de staatsbons waarvan de

intekenperiode van 24 november 2011 tot 2 december 2011 liep, blijft 15%.

2. Bijkomende heffing op roerende inkomsten boven de 20.000 euro

Voor de belastingplichtigen met roerende inkomsten (intresten en dividenden) van meer dan 20.000 euro komt er op het deel boven de

20.000 euro een bijkomende heffing op die roerende inkomsten van 4%. De bijdrage zal niet gelden voor de intresten en dividenden die de

voorheffing van 25%. hebben ondergaan. Ze geldt ook niet voor de liquidatieboni en de inkomsten uit gereglementeerde spaarrekeningen.

Voor de berekening van de grens van 20.000 euro zullen de inkomsten waarop de bijdrage niet van toepassing is eerst worden verrekend.

Voor de bijkomende heffing op roerende inkomsten wordt een optioneel systeem ingevoerd:

ofwel vraagt de belastingplichtige aan zijn financiële tussenpersoon dat de

bijdrage niet aan de bron wordt geheven maar op het ogenblik van de inkohiering van de personenbelasting; in dat geval geeft de

belastingplichtige de toestemming aan de financiële tussenpersoon om het bedrag van de geïnde inkomsten mee te delen aan het centrale aanspreekpunt;

ofwel maakt de belastingplichtige die keuze niet en dan staat de belastingplichtige toe dat zijn financiële tussenpersoon de bijdrage aan de

bron inhoudt, samen met de roerende voorheffing. De belastingplichtige heeft evenwel nog altijd de mogelijkheid om het bedrag van zijn roerende inkomsten in zijn aangifte te vermelden teneinde het surplus van zijn aan

de bron geheven bijdrage terug te krijgen.

Het bedrag van de inkomsten uit de intresten en de dividenden wordt automatisch aan het centraal aanspreekpunt meegedeeld. De gegevens

over de inkomsten waarvoor de belastingplichtige de keuze heeft gemaakt om de bijkomende heffing aan de bron te heffen, worden niet meegedeeld

aan het aanspreekpunt.

Het centraal aanspreekpunt waar de tussenpersonen jaarlijks de gegevens

meedelen, zal bij de Nationale Bank berusten. Indien de Nationale Bank of de Europese Centrale Bank voorbehoud zouden aantekenen met

betrekking tot de mogelijkheid om dit centraal aanspreekpunt bij de Nationale Bank onder te brengen, zal het bij de FOD Financiën in een van

de fiscale besturen gescheiden dienst worden ondergebracht.

De informatie waarover het centraal aanspreekpunt beschikt, wordt

automatisch aan de operationele diensten van de FOD Financiën meegedeeld indien de roerende inkomsten van de belastingplichtige meer

dan 20.000 euro per jaar bedragen.

3. Taks op omzetting van effecten aan toonder in gedematerialiseerde

effecten

Bij de omzetting van aandelen aan toonder in gedematerialiseerde effecten en in effecten op naam, wordt een taks van 1% geheven op de

omzettingen in de loop van 2012 en van 2% op de omzettingen in de loop van 2013.

Andere fiscale begrotingsmaatregelen

1. Voordelen van alle aard: privéwoning en stockopties

Het forfait voor de bepaling van het voordeel van alle aard voor gratis verwarming en elektriciteit voor de bedrijfsleiders en directiepersoneel

wordt opgetrokken

tot 1.820 euro per jaar voor verwarming tot 910 euro per jaar voor elektriciteit.

De multiplicatorcoëfficiënt die wordt gebruikt om het belastbaar

voordeel voor de gratis woning vast te leggen, wordt vermeerderd tot 3,8 voor de gebouwen met een kadastraal inkomen hoger dan 745 euro. Het

forfait voor gratis bewoning wordt voortaan geïndexeerd.

Het percentage dat artikel 43, § 5, van de wet van 26 maart 1999

gebruikt om de waarde van het voordeel van alle aard in geval van

toegekende aandelenopties forfaitair vast te stellen, wordt van 15 op 18% gebracht.

2. Taks op de beursverrichtingen

De in de artikelen 121 en 122 van het Wetboek diverse rechten en taksen bedoelde percentages en de in artikel 124 van dat wetboek bedoelde maxima worden met 30%. verhoogd.

3. Notionele intrestaftrek

Vanaf aanslagjaar 2013 wordt de notionele intrestaftrek beperkt tot 3%.

Indien u hieromtrent meer informatie wenst te bekomen kunt u beroep doen op de fiscale kennis van mezelf en meer specifiek op die van het

boekhoudkantoor waarmee ik reeds enkele jaren een goede vertrouwensband heb opgebouwd.

Contactinformatie:

www.jasperrotsaert.be

Hopelijk tot binnenkort,

Jasper Rotsaert