Faculteit Geneeskunde en...

101
Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2010-2011 Onbewuste anticipatie in evenwichtscontrole bij het balvangen Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Door: Rimbaut David De Troyer Jacob Promotor: Prof. Dr. M. Lenoir Copromotor: Lic. P. Tijtgat

Transcript of Faculteit Geneeskunde en...

Page 1: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen

Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen

Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Academiejaar 2010-2011

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen

Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke

Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Door:

Rimbaut David

De Troyer Jacob

Promotor: Prof. Dr. M. Lenoir

Copromotor: Lic. P. Tijtgat

Page 2: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappen

Vakgroep Bewegings- en sportwetenschappen

Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Academiejaar 2010-2011

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen

Scriptie voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke

Opvoeding en Bewegingswetenschappen

Door:

Rimbaut David

De Troyer Jacob

Promotor: Prof. Dr. M. Lenoir

Copromotor: Lic. P. Tijtgat

Page 3: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit
Page 4: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Voorwoord

Rimbaut David I

De Troyer Jacob

Voorwoord

Het heeft ons lange dagen en slapeloze nachten gekost om deze scriptie te schrijven, maar

gelukkig konden wij steeds op elkaar rekenen door dik en dun. Gelukkig konden wij beroep

doen op verschillende personen die ons hebben begeleid in het schrijven van deze scriptie.

Daarom willen wij als teken van respect deze mensen bedanken die een bijdrage leverden in

het tot stand komen van dit onderzoek.

Graag danken wij onze promotor Prof. Dr. Lenoir om ons te willen begeleiden en ons de

juiste richting in te sturen.

Daarnaast speelde onze begeleider Pieter Tijtgat een aanzienlijke rol in gans deze scriptie.

Bedankt om ons in raad en daad bij te staan doorheen het hele jaar, voor de aanmoedigingen

en de verwerking van de data.

Verder danken wij Arnout Sercu, die ons geholpen heeft bij de dataverwerking in SPSS en

altijd open stond voor onze vragen.

Ook willen wij Lieve Galle vermelden voor het nalezen en verbeteren van onze scriptie,

zonder haar had dyslexie wild gelopen over deze thesis.

Wij willen graag alle proefpersonen bedanken voor hun deelname en medewerking in de toch

wel barre omstandigheden. Hun inzet was groot en dankzij hen verliepen de testen zeer

aangenaam.

Natuurlijk mogen we onze vrienden en familie niet vergeten die voor leuke

ontspanningsmomenten zorgden doorheen het jaar, wat voor amusante afwisseling zorgde.

In het bijzonder willen wij onze ouders bedanken die ons de mogelijkheid gaven om deze

opleiding te volgen en te voltooien.

David en Jacob

Page 5: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Inhoudsopgave

Rimbaut David II

De Troyer Jacob

Inhoudsopgave

Voorwoord I

Inhoudsopgave II

Samenvatting IV

Inleiding V

LITERATUURSTUDIE 1

1. EVENWICHT 1

1.1. Inleiding evenwicht 1

1.2. Statisch en posturaal evenwicht 1

1.3. Bijsturen van het evenwicht bij specifieke taken 5

1.4. Controle theorieën van APAs 7

a. Single-process controle theorie 8

b. Dual-process controle theorie 8

1.5. SRT, CRT en SP 9

2. EENHANDIG BALVANGEN 15

2.1. Algemene bewegingsbeschrijving 15

a. Transportcomponent 15

b. Manipulatiecomponent 16

2.2. Effect van balsnelheid 17

a. Invloed op prestatie 17

b. Invloed op kinematica 18

2.3. Blok en random 19

3. PROBLEEMSTELLING EN HYPOTHESEN 21

3.1. Probleemstelling 21

3.2. Hypothese 21

METHODIEK 22

1. POPULATIE 22

2. APPARATUUR EN PROEFOPSTELLING 23

2.1. Apparatuur 23

a. Ballenmachine 23

b. Camera’s 25

c. Uitrusting van de proefpersoon 25

d. Krachtmeetplatform 27

e. EMG 28

2.2. Proefopstelling 29

3. EXPERIMENTEEL DESIGN 30

4. TAAK EN PROCEDURE 31

Page 6: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Voorwoord

Rimbaut David III

De Troyer Jacob

4.1. Taak 31

4.2. Testprocedure 31

5. DATAVERWERKING 33

TABEL 3: VARIABELEN DIE ZIJN GEANALYSEERD 34

FIGUUR 13: DE SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN HET COP-TRAJECT MET DE VERSCHILLENDE GEBRUIKTE VARIABELEN. 35

6. DATA ANALYSE 36

RESULTATEN 37

1. VANGPRESTATIE 37

2. VANGEN 39

2.1. MT en LT 39

2.2. COP 41

a. Magnitude 41

b. Tijd 45

2.3. EMG 48

a. Magnitude 48

b. Tijd 48

3. VERSCHILLENDE TAKEN SP, RT EN VANGEN 51

3.1. MT en LT 51

3.2. COP 52

a. Magnitude 52

b. Tijd 52

3.3. EMG 54

a. Magnitude 54

b. Tijd 59

DISCUSSIE 62

1. VANGPRESTATIE 62

2. MT EN LT 63

3. COP 64

4. EMG 65

5. CONCLUSIE 68

Referentielijst 69

Bijlagen 76

Appendix 77

Page 7: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Samenvatting

Rimbaut David IV

De Troyer Jacob

Samenvatting

Om de controle van posturale aanpassingen te verklaren worden twee hypotheses naar voor

geschoven, namelijk de single-process en dual-process hypothese. Om meer duidelijkheid te

scheppen tussen deze twee theorieën werd in de huidige studie nagegaan welke rol anticipatie

heeft op evenwicht bij het eenhandig balvangen. Hiervoor werd eenhandig balvangen

vergeleken met andere soorten reactietaken en werd er gekeken naar de invloed van

verschillende balsnelheden.

6 proefpersonen werden gevraagd ballen te vangen aan verschillende snelheden (van 9,4 m/s

tot 15,8m/s). Deze snelheden werden voor alle proefpersonen zowel in een blokconditie als

een randomconditie gepresenteerd. Daarnaast werd ook nog een “single reaction task” en

“self paced”-taak uitgevoerd waarbij de proefpersonen de arm tot horizontaal moesten heffen.

Uit de data van de EMG-signalen en de COP-trajecten konden de verschillende variabelen

verzameld worden.

De resultaten van deze studie ondersteunen het bestaan van een standaard respons in

randomcondities (Tijtgat et al., 2010). In blokcondities, vooral bij lage snelheden, waren

proefpersonen in staat om de beweging beter te plannen en vroeger APAs te genereren. Als de

snelheid toenam en de tijd om te plannen daalde dan was er een verschuiving van de EMG

onsets in de richting van de start van de beweging tot deze virtueel simultaan waren. Deze

bevinding strookt met de resultaten van De Wolf et al. (1998).

Tot slot kon er geen duidelijkheid gebracht worden over de dual-process en single-process

hypothese. Meer onderzoek is nodig om hier meer inzicht over te krijgen.

Page 8: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Inleiding

Rimbaut David V

De Troyer Jacob

Inleiding

Evenwichtscontrole is een belangrijk aspect in elke sport en is in het alledaagse leven niet

weg te denken. Evenwicht werd al ontzettend vaak onder de loep genomen en onderzocht bij

verschillende taken zoals armbewegingen, load-drop, arm-raising en precisietaken.

Er werd reeds aangetoond dat het posturaal evenwicht een belangrijke rol speelt bij het

balvangen (Savelsbergh et al., 2004). Het vangen kan beschouwd worden als een elementaire

taak in heel wat sportdisciplines en in het dagelijkse leven. Vangen lijkt een vrij eenvoudige

taak, maar is in werkelijkheid soms veel complexer wegens de vereiste spatio-temporele

aanpassingen. Het balvangen wekt bij veel onderzoekers interesse op en is in het verleden al

vaker onderzocht met gebruik van verschillende constraints (de opgelegde beperkingen

tijdens een interceptieve taak) zoals willekeurige variaties in balsnelheden.

In deze studie wordt het evenwicht bij het eenhandig balvangen vergeleken met andere

soorten reactietaken (self paced en simple reaction task). Het lichaam is in staat om

evenwichtsverstoringen ten gevolge van een bepaalde handeling te anticiperen. Om de

invloed van die anticipatie na te gaan wordt er o.a. gewerkt met de APAs (Anticipatory

postural adjustments). Er zijn twee verschillende controle theorieën in verband met de

anticipatorische bijsturing van het posturaal evenwicht die terug te vinden zijn in de literatuur.

De single-process hypothese neemt aan dat de posturale en focale componenten van een

handeling het resultaat zijn van éénzelfde controle proces. De dual-process hypothese neemt

aan dat deze twee componenten het resultaat zijn van twee relatief onafhankelijke controle

processen. Welke van deze processen naar voor komen bij balvangen is tot op heden

onduidelijk.

Het doel van dit experimenteel onderzoek is kijken naar de rol van anticipatie op evenwicht

bij het eenhandig balvangen. De resultaten vergelijken met de kenmerken van de controle

theorieën en kijken naar de overeenkomsten tussen balvangen en andere reactietaken. Dit zou

meer inzicht moeten brengen in het evenwicht van het menselijk lichaam en de rol die

anticipatie hierbij speelt.

Page 9: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 1

De Troyer Jacob

LITERATUURSTUDIE

1. Evenwicht

1.1. Inleiding evenwicht

Het lichaam van een rechtopstaande persoon die willekeurige bewegingen uitvoert kan door

interactiemomenten, externe krachten en veranderingen in de lichaamsgeometrie uit

evenwicht gebracht worden (Slijper et al., 2002). Evenwicht is een staat waarin een lichaam

of object zich kan bevinden. Er zijn twee soorten evenwicht, het statisch en het dynamisch

evenwicht. Een stilstaand proefpersoon kunnen we aanschouwen als iemand die zich in

statisch evenwicht bevindt. Bij het uitvoeren van een taak zal de proefpersoon in beweging

komen zonder om te vallen, hier wordt gesproken van dynamisch evenwicht.

1.2. Statisch en posturaal evenwicht

Statisch evenwicht kan gezien worden als een toestand van het lichaam in rust of onversnelde

beweging, waarbij de som van alle krachten gelijk is aan nul. Tijdens een willekeurige

beweging van een rechtopstaand persoon kunnen externe krachten, interactie momenten en

veranderingen in de posturale geometrie ervoor zorgen dat het posturaal evenwicht verstoord

wordt.

Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit echt volledig stil. Bij elke normale

rechtopstaande persoon zal steeds een kleine lichaamszwaai merkbaar zijn in het sagitale vlak,

genaamd de „postural sway‟ (Figuur1). Hier wordt gesproken van posturaal evenwicht in

plaats van statisch evenwicht. Deze zwaaibeweging gebeurt aan een frequentie van 0,5 to 1,5

Hz, gemiddeld gaat het lichaam dus ongeveer één maal heen en weer zwaaien per seconde

(Winter et al., 1995). Ons lichaam meet en controleert het evenwicht d.m.v. proprioceptie, het

evenwichtsorgaan en via de visus. Eigenlijk is het lichaam dus constant aan het vallen maar

deze systemen registreren het verlies in evenwicht en zullen dit corrigeren met behulp van de

spieren in de onderste ledematen.

Page 10: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 2

De Troyer Jacob

Figuur 1: Omgekeerd pendulummodel “de postural sway” Winter et al. (1995)

Hhet COP-traject kan doormiddel van een krachtmeetplatform geregistreerd worden. Het

center of pressure is het fictieve punt waarop de druk, uitgeoefend door het volledige lichaam,

zich bevind. Iemand met minder goede proprioceptie zal normaal een hogere score halen ten

opzichte van een proefpersoon met een normale proprioceptie. Een hogere score betekent dat

het COP meer heen en weer heeft bewogen en dat deze proefpersoon dus een minder goed

evenwicht heeft dan iemand met een lage COP score. Een eenvoudige test om een indicatie te

krijgen hoe het met het lichaamsevenwicht van een persoon gesteld is, is de Rombergtest

waarbij de visus wordt gemanipuleerd (rechtopstaand; voeten samen-ogen open vs. voeten

samen-ogen dicht).

Page 11: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 3

De Troyer Jacob

Figuur 2: Schematisch diagram van posturale controle feedback loop (Musolino et al., 2006). (1)

visus, evenwicht en proprioceptieve sensorische kanalen die lichaamsbeweging herkennen, alsook

verstoringen uit de omgeving. (2) sensorische integratie component, inclusief een gewicht voor de

visus (Wv), evenwicht (Wg) en proprioceptie (Wp) signalen; (3) neurale controller die de corrigerende

actie bepaalt; (4) neuromusculaire componenten die spierkrachten genereren die inwerken op (5)

Lichaamsmechanismen (hier voorgesteld als een omgekeerd pendulum) om zo de posturale sway te

stabiliseren.

Om het lichaam in balans te houden is een actieve posturale controle nodig (Figuur 2).

Zowel de visus, het evenwichtsorgaan als proprioceptieve sensorische organen in het perifeer

zenuwstelsel (PNS, peripheral nervous system) zijn in staat beweging van het lichaam waar te

nemen. Ook is het mogelijk om eventuele externe gebeurtenissen uit de omgeving te

detecteren en deze informatie via specifieke pathways door te spelen naar het centraal

zenuwstelsel (CNS, central nervous system) waar de verschillende individuele sensorische

kanalen worden gecombineerd of geïntegreerd en afgewogen tegenover elkaar. Uit deze grote

hoeveelheid informatie komen de gegevens die doorgestuurd worden naar de neurale

controller, het zogenaamde controle apparaat. Hierbij wordt tevens de lichaamspositie mee

verzonden zodat de correcte corrigerende actie kan uitgevoerd worden waardoor het lichaam

in evenwicht blijft. (Musolino et al., 2006).

Recent onderzoek (Ernst and Bulthoff, 2004; Deneve and Pouget, 2004; Kording and Wolpert,

2004; Battaglia et al., 2003; Zupan et al., 2002) lijkt aan te geven dat dit proces van integratie

Page 12: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 4

De Troyer Jacob

gepaard gaat met het afwegen van de drie sensorische kanalen, nl. visus (Wv), evenwicht (Wg)

en proprioceptie (Wp) zodanig dat de relatieve bijdrage van elk van deze signalen veranderlijk

kan zijn. Uiteindelijk zijn het de neurale controler en de neuromusculaire componenten die er

samen voor zorgen dat er spieractiviteit gegenereerd wordt zodat de posturale sway

gestabiliseerd wordt en het lichaam in balans blijft. Dit systeem maakt gebruik van het

zogenaamde feedback controle systeem. De ideale positie voor statische evenwicht is wanneer

het lichaam zich loodrecht op het aardoppervlak bevindt, in verticale positie. Wanneer het

lichaam uit deze verticale positie valt, dan zorgt de neurale controller ervoor dat er een

tegenreactie komt, proportioneel aan de afwijking van het verticale. Met andere woorden, hoe

groter de uitwijking van het lichaam uit het verticale vlak, hoe groter de tegenreactie, de

corrigerende factor. Er is reeds ontzettend veel onderzoek gedaan de laatste decennia die deze

theorie van behoud van posturale controle met behulp van feedback controle staaft (Mergner

et al., 2003; Mergner et al., 2002; Peterka, 2002; Oie et al., 2002; Kiemel et al., 2002; van der

Kooij et al., 2001; Winter et al., 2001).

In veel van deze experimenten heeft men de resultaten kunnen nabootsen die de theorie staven,

maar tot op heden is er nog geen zekerheid of enkel feedback controle voldoende is voor het

behoud van het posturaal evenwicht. Sommige van bovenstaande onderzoekers schrijven dat

er ook een rol weggelegd is voor feed-forward controle. Hoe het onderliggende mechanisme

van feed-forward precies werkt is nog altijd onduidelijk, net als de interactie tussen feed-

forward en feedback bij posturaal evenwicht. Een van de naar voor geschoven mogelijkheden

is dat het CNS een intern forward model bevat dat kan voorspellen wat bepaalde motorische

handelingen tot gevolg hebben (Blakemore and Sirigu, 2003; Wolpert et al., 1998). Door

temporele vertragingen bij feedback controle ontstaat er een gebrek aan echte sensorische

input. Dit model kan op het juiste tijdstip de ontbrekende sensorische informatie voorspellen.

Page 13: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 5

De Troyer Jacob

1.3.Bijsturen van het evenwicht bij specifieke taken

Het posturaal evenwicht heeft een invloed op de vangprestatie van de vanger. In een studie

van Savelsbergh et al. (2004) werd opgemerkt dat het manipuleren van het posturaal

evenwicht kan zorgen voor een verbetering in prestatie van het balvangen. De vangers werden

ingedeeld in twee groepen, dit volgens hun vangcapaciteit. De „goede‟ en „slechte‟ vangers

werden onderworpen aan drie posturele condities: rechtopstaand, zittend en staand. Intussen

duwden de proefpersonen een knop in die bevestigd was aan een „PSA‟ (Postural Stability

Aid). Volgens Jeka et al. (1977) zal het leveren van een kracht van 1N tegen een knop, met

één hand, zorgen voor een significante daling in postural sway. De resultaten tonen dat de

groep van slechte vangers een significant hoger aantal succesvolle vangbewegingen zal

uitvoeren in de zittende conditie vergeleken met de rechtopstaande en steunende conditie,

eveneens zal er beter gevangen worden in de steunende conditie vergeleken met de

rechtopstaande conditie. Resultaten tonen aan dat de slechte vangers in de zittende conditie

even goed scoren als de goede vangers en dat de goede vangers in alle condities even goed

scoren en dus geen significante verschillen tonen. Via markers op het hoofd van de

proefpersonen zien we dat in de zittende conditie meer wordt bewogen in de X-as (voor-

achterwaartse) en minder in de Z-as (lateraal). Zittend zullen de proefpersonen meer bewegen

in de richting van de balbaan en minder in het lateraal vlak. In de steunende conditie zien we

alleen een daling van verplaatsing in het lateraal vlak ten opzichte van de rechtopstaande

conditie. Uit de beweging van de vangarm wordt voor beide groepen een langere

bewegingstijd (tijd tussen bewegingsinitiatie en bal/hand contact) gepaard met een lagere

vertragingstijd (tijd tussen de pieksnelheid en bal/hand contact) en een daling van de

pieksnelheid in de voor-achterwaartse richting (X) in de zittende conditie gevonden. Door

een vermindering in laterale sway, een daling van het aantal vrijheidsgraden die het CZS moet

besturen (enkel bovenlichaam) en de mogelijkheid om de voor-achterwaartse beweging te

vergroten, konden de slechte vangers even goed scoren als de goede vangers.

Deze studie bevestigt de stelling dat posturaal evenwicht een invloed heeft op de

vangprestatie en dat de prestatie van slechte vangers kan verbeterd worden door een

verandering in functionele postural sway en een betere tijdsindeling van de vanghand.

Posturaal evenwicht zal verbeteren naar gelang de steunbasis vergroot wordt, waardoor een

daling zal optreden in postural sway. Evenwicht is bij vangtaken tot nu toe nog niet

Page 14: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 6

De Troyer Jacob

rechtstreeks onderzocht via COP. Op indirecte manier wordt wel reeds naar het evenwicht

gekeken, via gebruik van markers of accelerometers.

In het onderzoek van Berrigan et al. (2006) werd de interactie nagegaan tussen posturale

controle en een precisie taak (na een geluidssignaal zo snel mogelijk met een elektronische

pen een doel raken). Er waren twee posturele condities voorhanden, een zittende en een

staande uitvoering. De moeilijkheidsgraad van de precisietaak werd bepaald aan de hand van

een soortgelijk model als het model gebruikt door Fitts. Dit houdt in dat de amplitude van

beweging 30 cm bedroeg en de breedte van de doelen varieerde, gaande van 0.5, 1.0, 2.5 over

5 cm. Met behulp van markers aan de rechter zijde van de proefpersoon en met een

krachtplaat, onderzoekt men respectievelijk de kinematica (vooral van het bovenlichaam) en

het COP-traject. Reeds uit vorige studies (Fitts, 1954; Fitts and Peterson, 1964; Horak et al.,

1984; Crenna et al. 1987) blijkt dat de proefpersonen gaan handelen volgens de wet van Fitts.

Deze wet beweert dat de bewegingstijd (MT) vergroot naarmate het doel kleiner wordt, dus

naar mate er meer precisie nodig is.

Dankzij het gebruik van een stylus (elektronische pen) en het elektronisch aanbieden van het

startsignaal, dan de reactie tijd (RT) en de bewegingstijd (MT) makkelijk bepaald worden.

Zoals hierboven vermeld bleek dat naarmate de moeilijkheid stijgt (precisie moet toenemen,

het doel verkleint) de MT drastisch mee stijgt.

Figuur 3: COP-traject in voor-achterwaartse richting voor de zittende en staande conditie (links) en

schematische weergave (rechts) van een proefpersoon in staande conditie.(Berrigan et al., 2006)

Page 15: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 7

De Troyer Jacob

Niet enkel de MT zal veranderen maar ook het COP-traject zal wijzigen als de precisie van de

taak groter wordt. Op de grafiek (Figuur 3) is te zien hoe er een duidelijk verschil is in COP

bij staande en zittende conditie voor de anterior/posterior beweging (sagittaal vlak). Verder is

er binnen eenzelfde conditie op te merken dat het COP-traject stijgt met de stijgende

moeilijkheidsgraad van de taak (ID = index of difficulty).

Er werd geconcludeerd dat de moeilijkheid van een precisietaak dus niet enkel afhangt van de

moeilijkheidsgraad (bewegingsamplitude en de grootte van het doel). Verder bleek dat

vergeleken met de zittende conditie, het richten vanuit een staande conditie beperkingen met

zich mee bracht. Dit was enkel zo wanneer de precisie van de taak belangrijk was (enkel bij

de kleinere doelen). Deze bevindingen stemmen overeen met het onderzoek van Marteniuk en

Bertram (2001) waarin gesuggereerd werd dat de methode om een doel te bereiken van

ondergeschikt belang is aan de taakvereisten.

1.4. Controle theorieën van APAs

Pozzo et al. (2002) suggereren een gemeenschappelijke regulatie van posturale en spatiële

componenten van beweging. Verder suggereert het dat evenwichtconstraints een belangrijke

rol kunnen spelen in de vorming van het eindpunttraject. Vereisten voor evenwichtscontrole

zouden kunnen variëren afhankelijk van de karakteristieken van het scherp stellen door de

ogen (Berrigan et al., 2006). Zogenaamde anticipatory postural adjustment (APAs) studies

(Bouisset et al., 2000) lijken dit te staven.

Het begrip APAs wordt gebruikt om de veranderingen in spieractiviteit van posturale spieren,

die gepaard gaan met een verschuiving van het COP voorgaande aan de beweging, te

definiëren. Meerdere studies (Bouisset and Zattara, 1987; Cordo and Nasher, 1982. Bouisset

and Zattara (1987) toonden aan dat bij snelle armbewegingen APAs zullen zorgen voor een

kleinere verplaatsing van het COP. Er wordt verondersteld dat deze posturale aanpassingen

als doel hebben om een verwachte evenwichtsverstoring tegen te werken. APAs zijn afwezig

bij uitvoering van trage bewegingen (Horak et al., 1984; Crenna et al., 1987), maar uit

onderzoeken met andere taken zoals trekken of duwen aan een hendel (Brown and Frank,

1987) of armflexie (Lee et al., 1987), wordt gesuggereerd dat proefpersonen op één of andere

manier het aankomende effect van de beweging reeds incalculeren in de evenwichtscontrole

Page 16: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 8

De Troyer Jacob

(Berrigan et al., 2006). Er zijn twee theorieën voor centrale organisatie van APAs die gestaafd

worden in de literatuur, namelijk de single-process control en de dual-process control theorie.

a. Single-process controle theorie

Volgens de single-process controle theorie zijn zowel APAs als de focale bewegingen

verschillende gevolgen van eenzelfde controleproces. Er wordt verwacht dat de focale

bewegingen en de posturale aanpassing in een vast tijdspatroon zullen voorkomen. Deze

controle theorie wordt gestaafd door verschillende studies (Aruin et al., 1995; Toussaint et al.,

1997 ; Toussaint et al. 1997b). Bij de arm movement taken van Aruin et al. (1995) werd

vastgesteld dat de timing en magnitude van de posturale aanpassingen relatief gezien

onveranderlijk is ten opzichte van de focale beweging. Wanneer er een grotere magnitude

plaats vindt bij de focale beweging, dan zal de posturale component ook een grotere

magnitude vertonen. De dual-process theorie wordt hier uitgesloten aangezien de magnitude

van de verstoring gelijk was voor alle trials terwijl er toch significante verschillen gevonden

zijn in de magnitude van de posturale component. De single-process controle theorie blijft een

goed alternatief, als men aanneemt dat de posturale noden, gedragingsconstraints, en de

hoeveelheid van de voorkennis een invloed kunnen hebben op de single-control signalen die

de focale en postorale spieren besturen. Horak et al. (1984) en Crenna et al. (1987) kwamen

tot de constatatie dat trage bewegingen meestal niet gepaard gaan met APAs.

b. Dual-process controle theorie

De dual-process controle theorie (of parallelproces controle theorie) zegt dat er twee

onafhankelijke controle processen zijn voor de focale en posturale componenten van een

beweging. Hier vinden we geen vast tijdspatroon terug en kan de onset van de focale

beweging losgekoppeld worden van de onset van de posturale aanpassing die het teweeg

brengt. Sommige studies die vooral gebruikt maakten van een gewichtheffende taak, hebben

gesuggereerd dat de verschillende hemisferen zorgen voor de APAs en focale bewegingen

afzonderlijk. De primaire motor cortex van de hemisfeer aan de zijde van de posturale

voorarm zorgt voor de focale actie terwijl de supplementaire motor area en ganglia van de

contralaterale hemisfeer zorgen voor de modulatie van APAs (Massion et al., 1999; Viallet et

Page 17: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 9

De Troyer Jacob

al., 1992). In studies over Simple reaction tasks (SRT) (Benvenuti et al,. 1990; De Wolf et al.,

1998; Zattara and Bouisset, 1988) zien we dat de relatieve timing van de focale en posturale

componenten anders was bij self-paced (SP) bewegingen, in vergelijking met SRT taken.

Zowel kwalitatieve als kwantitatieve veranderingen in APA patronen kunnen optreden (De

Wolf et al., 1998). APAs zullen vooral later voorkomen en bijna gelijktijdig met de initiatie

van de focale beweging bij SRT taken. Deze studies sluiten zich dus aan bij de dual-process

controle theorie.

1.5. SRT, CRT en SP

In onderzoek naar APAs en het behoud van posturaal evenwicht, wordt vaak gebruik gemaakt

van arm bewegingen. In De Wolf et al. (1998) werd de proefpersoon gevraagd om (1) een last

van 2,2 kg tussen de handen te klemmen met voorwaarts gestrekte armen, om deze vervolgens

los te laten (load drop; LD) en (2) om de gestrekt langs het lichaam hangende armen tot

horizontaal te heffen (arm movement; AM). Dit was de instructievariabele. De taakvariabele

bestond uit een self-paced (SP) en reactietijd (RT) variabele. Figuur 4 toont het verloop van

het COP (gemeten via force plate) bij LD en AM. Daarin is te zien hoe er in beide condities

(LD en AM) een anticipatie in ΔCP (COP verplaatsing) merkbaar is tijdens enkel de SP-trials.

Na verloop van tijd vervallen deze initiële verschillen in COP met de RT-conditie. Verder

vindt er een tweede verschuiving van COP traject plaats tijdens AM, waardoor de eerste shift

in ΔCP teniet gedaan wordt.

Figuur 4: Verplaatsing van het COP, ΔCP (gemiddelde over 6 trials) tijdens load drop (LD) en arm

movements (AM) in een self-paced (SP) en reactie tijd (RT) conditie. Merk op: de anticipatorische

vercshuivingen in ΔCP zijn enkel terug te vinden in de SP conditie; voorwaartse verschuiving bij AM,

achterwaartse verschuiving bij LD (De Wolf et al. 1998).

Page 18: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 10

De Troyer Jacob

Ook zijn er significante verschillen waar te nemen voor de onset van de posturale spieren

tussen SP en RT1 (snelste reactietaak) of RT4 (traagste reactietaak) bij AM (Figuur 5). De

verschillen zijn terug te vinden voor BF, SOL (p<0.01) en voor ES (p<0.05).

Figuur 5: Gemiddelde EMG onset van posturale spieren in self-paced (SP), snelste (RT1) en traagste

(RT4) reactietijd conditie met standaarddeviatie. Significantie tussen SP en één van beide RT-taken

wordt weergegeven met een „+‟ (p<0.01) en verschillen die een trend tonen naar significantie met

een „*‟ (p<0.05) (De Wolf et al., 1998).

Voor ΔCPmax (maximale verplaatsing van het COP; gemeten tussen 0 en +400 ms) werden

geen verschillen gevonden tussen de SP en één van de RT condities (Figuur 6). Voor ΔCP100

(gemeten voor het interval t0 – 100 ms) werd een verhoogde achterwaartse verplaatsing

waargenomen voor alle RT condities vergeleken met SP. Onderling vertoonden de RT

condities hierin geen verschillen.

Page 19: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 11

De Troyer Jacob

Figuur 6: Genormaliseerde verandering van COP (ΔCP) met standaarddeviatie bij SP en RT (RT1 tot

RT4) voor zowel arm movement (AM) als Load-drop (LD). ΔCPmax toont de maximale verplaatsing van

het COP in het t0 tot 400ms interval; ΔCP100 toont de maximale verplaatsing in het t0 tot 100ms

interval; ΔCP0 toont de veranderingen door anticipatie in het -500 tot t0 interval (De Wolf et al. 1998).

Het onderzoek ondersteunde dat APAs mogelijks kunnen veranderen naar gelang de instructie

(SP of RT), maar hierbij moet rekening gehouden worden met het feit dat deze veranderingen

kunnen verschillen per proefpersoon en afhankelijk zijn van taak en spiergroep.

Veranderingen van de activiteit van de prime mover en die van de posturale spieren startten

vrijwel gelijkertijd. Dit werd reeds in voorgaande reactietaak experimenten (Lee et al. 1987;

Bouisset en Zattara 1988, 1990) aangetoond. Verder bleek er een nood te zijn aan extra

spieractiviteit naarmate de RT korter werd (Figuur 7). Al deze bevindingen samengenomen,

geven aan dat het centraal zenuwstelsel niet enkel het standaard patroon van posturale

Page 20: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 12

De Troyer Jacob

aanpassingen verschuift in de tijd, maar dat er veranderingen in het patroon zelf teweeg

gebracht worden. Deze studie ondersteunt dus de dual-process hypothese waarin wordt

afgeweken van een vast tijdpatroon.

Figuur 7: Voorbeelden van extra EMG activiteit tijdens RT condities bij AM bij twee proefpersonen.

(A) De vroege piek bij tibialis anterior (TA) vertoonde geen consistente veranderingen in amplitude,

maar startte vroeger voor langere reactie tijden. (B) De vroege piek in rectus femoris (RF) vertoonde

qua timing quasi geen verandering, maar de amplitude veranderde mee naarmate de daadwerkelijke

reactietijden. (De Wolf et al. 1998).

In studies zoals die van Slijper et al. (2002), worden de reactietaken opgesplitst in simple

reaction tasks (SRT) en choice reaction tasks (CRT). Hier werd gebruikt gemaakt van een arm

movement taak met een kleine load en load drop (LD).

SRT heeft kortere reactie tijden (RT), tussen de 130 en 210 ms. Zulke korte tijden kunnen er

voor zorgen dat er geen APAs kunnen voorkomen of toch niet op het verwachte moment ,

ongeveer 100 ms voor de activatie van de prime mover (Massion, 1992), in verhouding tot de

Page 21: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 13

De Troyer Jacob

focale beweging. Er wordt voorspeld dat de APAs ofwel niet zullen voorkomen of dichter bij

de initiatie van de focale beweging zullen komen te liggen (Benvenuti et al., 1997; De Wolf et

al., 1998).

Tijdens CRT taken is het mogelijk om de beschikbare tijd voor APAs te verlengen. In de

studie van Slijper et al. (2002) vinden we een gemiddelde reactietijd (RT) van 254 ms voor

SRT en 301 ms voor CRT, een gemiddelde stijging in RT van 18%. De single-process

hypothese voorspelt dan dat de APAs later zullen optreden en dus dichter bij de initatie van de

focale bewegingen zullen optreden (net zoals bij SRT). Aangezien deze hypothese zegt dat

het commando die de focale beweging genereert, gekoppeld is aan het commando die de

APAs genereert, zal het CNS geen voordelen kunnen halen uit het feit dat de APAs vroeger

kunnen gegenereerd worden. Een ander resultaat wordt voorspeld door de dual-process

hypothese. Deze theorie zegt dat het CNS wel een voordeel kan halen uit de extra tijd die

ontstaat door de langere RT. Het zal APAs kunnen gebruiken op een manier die meer lijkt op

die van SP bewegingen. Als een persoon vooraf weet wat de magnitude en de richting van de

verstoring zal zijn, kan hij of zij APAs laten optreden zo snel als dat toegelaten is door de

kortst mogelijk delay (zoals in SRT experimenten), voorgaande aan de start van het signaal

voor de focale beweging.

Er zijn een paar studies die onderzoek hebben gedaan naar APAs tijdens CRT taken. In deze

studies moesten de proefpersonen verschillende taken uitvoeren voor verschillende specifieke

stimuli (Brown and Frank, 1987; Horak et al., 1984; Inglin and Woollacott, 1988). Deze

resultaten toonden aan dat hoe langer de tijd die de proefpersonen kregen om te plannen, hoe

vroeger de onset van de APA. Het gaat hier wel om verschillende taken (duw- of

trekbeweging aan een hendel, of snelle bewegingen met linker of rechter arm). De kenmerken

van de verstoring zijn dus anders. Het APA patroon hangt nauw samen met de grootte en

richting van de verstoring (Aruin and Latash, 1995; Bouisset and Zattara, 1987; Lee et al.,

1987). Dus zullen andere taken zorgen voor een andere verstoring en ook voor een ander

patroon van de APA. Deze storende variabele moet dus in de mate van het mogelijk worden

geëlimineerd (Slijper et al., 2002).

Uit de resultaten van de studie van Slijper et al. (2002) zien we een verband tussen de RT en

de onset van de APAs. Door gebruik te maken van een regressie analyse werd nagegaan of de

RT de onset van de APAs kon voorspellen in individuele trials. In 86% van de gevallen was

Page 22: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 14

De Troyer Jacob

er een negatieve correlatie te vinden. Hoe langer de RT hoe vroeger de APAs optreden. Voor

elke milliseconde dat de RT langer duurde, zagen we de EMG 0,1 tot 0,6 ms vroeger optreden.

Bij het kijken naar het COP-traject zien we dat bij SP het COP zich veel vroeger begint te

verplaatsen. Het COP zal bij CRT en SRT pas later in beweging komen, maar dit gebeurt wel

sneller. Dit zorgt voor een gelijke grootte van verplaatsing, kort na de start van de focale

beweging, tussen SP en CRT (Figuur 8). Tijdens t0 is er een significant verschil tussen SP en

de beide reactietijd condities. Het verschil in COP verplaatsing verdween 50 ms na de onset

van de focale beweging tussen CRT en SP, de verschillen met de SRT conditie bleven bestaan.

Bij de SRT conditie lopen we dus achter op de andere condities. Dit kan verklaard worden

door de hogere baseline activiteit die we in veel spieren opmerken. Het is dus een mogelijke

strategie dat de proefpersonen een cocontractie van de spieren zullen uitvoeren voordat de

beweging start. Deze cocontractie van de spieren kan een mogelijk adaptieve strategie zijn om

posturaal evenwicht te verzekeren. Dit kan nodig zijn aangezien de beschikbare tijd om een

posturale respons voor te bereiden kleiner was dan bij de andere condities.

Figuur 8: Het COP-traject doorheen de tijd in voor-achterwaartse richting voor SP, CRT en SRT

conditie (Slijper et al., 2002).

Aangezien balvangen gepaard gaat met een extern opgelegde timing zal deze taak zich gedragen als

een CRT. Hierbij kan ook gespeeld worden met de verschillende balsnelheden om de temporele

componenten te veranderen. Net als bij de andere CRT taken zal het balvangen zich ofwel gedragen

als SP of als SRT. Er kan gekeken worden of het lichaam de extra tijd die het krijgt gaat gebruiken om

vroeger APAs te genereren (dual-process) of niet (single process).

Page 23: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 15

De Troyer Jacob

2. Eenhandig balvangen

2.1. Algemene bewegingsbeschrijving

Vangen kan beschouwd worden als een elementaire taak in heel wat verscheidene

sportdisciplines en zelf in het dagelijks leven. Hoewel vangen op verschillende manieren kan

gebeuren gaat het hier specifiek over het eenhandig balvangen. Dit lijkt een vrij eenvoudige

taak, maar is in werkelijkheid veel complexer wegens de vereiste spatiële en temporele

aanpassingen aan de omgeving. Alderson et al. (1974) waren de eerste die deze taak grondig

hebben geanalyseerd met gebruik van high-speed fotografie. Uit deze beelden werd duidelijk

dat een vangpoging aan twee voorwaarden moest voldoen om succesvol te kunnen zijn. De

hand moet op de juiste plaats en op het juiste moment in de balbaan zijn en moet zich sluiten

op het juiste moment. Deze twee voorwaarden definiëren ook twee functionele fasen. Het

spatiële deel (hand op de juiste plaats brengen) heet de „transportcomponent‟ en het temporele

deel (hand op juiste moment sluiten) is de „manipulatiecomponent‟ (Laurent et al., 1994;

Mazyn et al., 2006; 2007a; 2007b). Deze twee componenten nemen elk een vast deel in van

de totale tijd van de vangbeweging.

a. Transportcomponent

De transportcomponent of ook wel de oriënteringsfase genoemd is de eerste fase van de

vangbeweging. Vertrekkende vanuit de uitgangshouding zal de hand ergens in de balbaan

gebracht worden. Contact zal optreden zolang de hand zich ergens in de balbaan bevindt voor

dat de bal er gepasseerd is. De vangbeweging wordt niet onmiddellijk gestart bij het

vertrekken van de bal. Eerst wordt de balbaan ingeschat door het visueelsysteem, dit heet de

latentietijd (LT). Vanaf het moment dat de vangarm in beweging wordt gebracht, tot het

moment van contact, heet de bewegingstijd (movement time = MT). De transportfase zelf

kan nog eens in twee delen verdeeld worden aan de hand van de pieksnelheid. We krijgen een

acceleratiefase waarin de arm versnelt en een deceleratiefase waarin de snelheid van de arm

zal afnemen. Tijdens de acceleratiefase hebben we als doel om de hand zo snel mogelijk naar

de balbaan te brengen. Deze fase werd door Alderson et al. (1974) beschreven als de ruwe

oriëntering. De fijnere oriëntering en exacte positionering van de hand gebeurt in de

deceleratiefase.

Page 24: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 16

De Troyer Jacob

b. Manipulatiecomponent

De manipulatiecomponent of de temporele component heeft als doel het sluiten van de hand

op het juiste ogenblik. De handopening is het grootst net voor het contact met de bal. Het

omsluiten van de hand is een grijpbeweging die duurt vanaf het moment dat de handopening

kleiner wordt (vertrekkende van maximaal), tot het moment dat de hand contact maakt met de

bal (Mazyn et al., 2007). De duur van de grijpbeweging die in de literatuur terug te vinden is,

varieert al naar gelang het onderzoek en zijn afhankelijk van de balsnelheid. Zo variëren de

waarden in verschillende studies van een start op 30 ms voor contact en een totale duur van

40 ms bij 9,05 m/s (Alderson et al., 1974) tot 68,9 ms bij 9,4 m/s (Tijtgat et al., 2010). De

relatieve tijd van deze grijpbeweging is onveranderlijk volgens studies van Button et al. (2000,

2002), Mazyn et al. (2006) en Tijtgat et al. (2010).

De manipulatiefase is dus veel korter dan de transportfase maar daarom niet minder belangrijk.

Beide fases zijn noodzakelijk om een goede vangprestatie te bekomen. Om ervoor te zorgen

dat de bal na contact niet uit de hand zou botsen moeten de vingers de bal omklemmen, dit is

de gripbeweging. De gripbeweging wordt gestart op 10 ms na balcontact (Van Landeghem,

2008; Alderson et al., 1974). Het sluiten van de hand moet vooral temporeel heel precies

gebeuren. De totale sluiting van de hand bestaat uit boven genoemde grijp- en gripbeweging.

De sluiting dient ingezet te worden voordat de hand contact maakt met de bal. De timing is

hier van groot belang. Als de vingers te vroeg in flexie gaan, zal de bal tegen de vingertoppen

botsen en de handpalm niet kunnen bereiken. Sluiten de vingers te laat, wanneer reeds contact

gemaakt wordt met de hand, dan zal de bal uit de hand terugkaatsen vooraleer de vingers de

bal kunnen vast houden.

Page 25: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 17

De Troyer Jacob

2.2. Effect van balsnelheid

Laurent et al. (1994) onderzochten of de resultaten uit de studie van Alderson (1974)

generaliseerbaar zijn voor andere balsnelheden. Tafeltennisballen werden gelanceerd aan vijf

verschillende snelheden lopend van 5,7 m/s tot maximaal 9m/s. Verder werd gekeken welke

mechanismen aan de basis lagen van mogelijke temporele en/of spatiële adaptaties ten

gevolge van veranderende balsnelheden. Ook Mazyn et al. (2006) hebben de kinematische

veranderingen van het eenhandig balvangen ten gevolge van veranderende balsnelheden

onderzocht. Tennisballen werden hierbij afgevuurd naar de proefpersoon aan zeven

verschillende snelheden gaande van 8,6 m/s tot 19,7 m/s. Deze studies tonen aan dat de

toegenomen balsnelheid (stijging van de temporele conditie) zorgde voor enorme

aanpassingen van het coördinatiepatroon van de vangbeweging. Dit wordt geïllustreerd in

onderstaande bevindingen.

a. Invloed op prestatie

De algemene vangprestatie wordt bepaald door het aantal ballen dat de proefpersoon

succesvol kan vangen. Uit beide onderzoeken (Laurent et al., 1994; Mazyn et al., 2006) blijkt

dat de vangprestatie daalt naarmate de temporele constraints (de balsnelheid) toenemen

(Figuur 9). Dit strookt met de speed-accuracy trade-off theorie (Fitts et al., 1954). Deze

theorie houdt in dat de precisie van een bewegingstaak en de snelheid waarmee deze

uitgevoerd wordt, omgekeerd evenredig zijn aan elkaar.

Vangprestatie wordt bepaald door enerzijds de temporele variabele en anderzijds door de

spatiële variabele. Rosengren et al. (1988) stelden echter dat het onmogelijk is om na te gaan

of er al dan niet een spatiële fout gemaakt is wanneer er reeds een temporele fout aanwezig is.

Bootsma en Peper (1992) stelden op hun beurt dat het ontzettend moeilijk is om te

differentiëren tussen puur spatiële en temporele fouten aangezien deze in zekere mate

afhankelijk zijn van elkaar. Hierdoor wordt er verkozen om vooral naar temporele adaptaties

bij het balvangen te kijken.

Page 26: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 18

De Troyer Jacob

Figuur 9: De vangscores bij verschillende balsnelheden in een studie van Laurent et al., 1994 (links)

en Mazyn et al. 2006 (rechts).

Volgens Tijtgat et al. (2010) wordt er een duidelijke daling van de vangscores geconstateerd

voor zowel blok- als randomconditie naarmate de balsnelheid stijgt. Deze daling wordt

verklaard als een gevolg van de stijgende temporele constraints. Niet enkel prestatie hangt af

van de balsnelheid, ook de kinematica van het balvangen is hieraan verbonden.

b. Invloed op kinematica

Het onderzoek toont een daling van RsT (respons tijd; de totale duur vanaf het moment dat de

bal te zien is tot balcontact met de hand), MT (movement time) en LT (latentie tijd) naarmate

de balsnelheid hoger is. Daarnaast wordt vastgesteld dat er een stijging is in WrstVel (wrist

velocity; pols snelheid), PeakHA (peak of hand aperture; maximale lineaire afstand tussen

duim en wijsvinger tijdens vangbeweging) en CoS (rechtheidscoëfficiënt). De

rechtheidscoëfficiënt is de totaal afgelegde afstand van de hand tussen onset en balcontact,

gedeeld door het kortst mogelijk traject tussen deze twee punten, vermenigvuldigd met 100.

MT en LT dalen in beide condities naarmate de balsnelheid stijgt

0

2

4

6

8

10

5,70 6,50 7,30 8,10 9,00Ge

mid

del

de

van

gsco

re (

/10)

Balsnelheid (m/s)

Vangprestatie

0,0

5,0

10,0

15,0

20,0

8,6 10,6 12,5 14,5 15,4 18,0 19,7Ge

mid

del

de

van

gsco

re (

/20)

Balsnelheid (m/s)

Vangprestatie

Page 27: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 19

De Troyer Jacob

2.3. Blok en random

Procedureel leren is de laatste jaren veel onderzocht (Osman et al., 2008; Beaunieux, 2006).

Het refereert naar de menselijke capaciteit om progressief een nieuwe taak aan te leren

dankzij veelvoudige herhaling (Cohen and Squire ,1980). Bij het bestuderen van hoe het beste

een nieuwe taak wordt aangeleerd, worden twee tegengestelde condities naar voor geschoven,

namelijk: (1) een conditie met hoge variabiliteit waarbij de trials willekeurig georganiseerd

zijn, en (2) een lage variabiliteit conditie waarbij de trials meer gestructureerd aangeboden

worden. Verder zal naar deze condities verwezen worden als respectievelijk, (1) random- en

(2) blokconditie. Bij de blokconditie worden de trials zo aangeboden dat één variatie volledig

doorlopen wordt alvorens naar de volgende variatie over te gaan. De trials worden

gepresenteerd als bijvoorbeeld AAAA, BBBB, etc.. Bij de randomconditie worden de trials

zo aangeboden dat de opeenvolgende trials in willekeurige volgorde aan bod komen. Dit kan

voorgesteld worden door bijvoorbeeld ABDC, ACBD, BDCA, etc..

De meeste studies die het verschil tussen beide condities hebben onderzocht, komen tot de

conclusie dat het aanbieden van de randomconditie tijdens de aanleerfase (korte termijn) zorgt

voor een lagere score in vergelijking met de blokconditie. Er is echter een betere prestatie

waar te nemen tijdens een retentietest of transfertest (lange termijn) bij de randomconditie ten

opzichte van de blokconditie. Bij het vangen zal de er bij de blokconditie informatie aanwezig

zijn uit de vorige poging over de snelheid. Deze informatie wordt ook wel „advance

knowledge‟ genoemd. Het lichaam kan deze informatie gebruiken om de volgende poging

gedeeltelijk vooraf te plannen. Button et al. (2002) constateerde een kleinere LT bij lagere

balsnelheden in de randomconditie. Omdat het lichaam een gebrek heeft aan informatie over

de snelheid zal de vanger op veilig spelen door de beweging vroeg in te zetten. Bij de

blokconditie wordt er langer gewacht omdat een trage bal wordt verwacht. Bij de hogere

snelheden is er bijna geen verschil voor blok en random.

De verschillende effecten van balsnelheid op vangprestatie en de kinematica van de

vangbeweging tonen ook verschillen voor de blok- en randomconditie (Tijtgat et al., 2010).

RsT, MT, LT, WrstVel, PeakHA en CoS zijn de onderzochte variabelen die verschillen

toonden tussen beide condities. Hoewel MT en LT dalen in beide condities naarmate de

balsnelheid stijgt, is er een significant verschil: LT is groter en MT is kleiner bij de

blokconditie in vergelijking tot de randomconditie, bij een balsnelheid van 9,4 m/s. Een

kortere LT betekent dat de vangbeweging sneller ingezet wordt na het vertrek van de bal. Bij

Page 28: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 20

De Troyer Jacob

de hoogste balsnelheid daarentegen, was LT langer en MT korter voor de randomconditie dan

bij de blokconditie. Volgens Tijtgat et al. (2010) is de LT in de randomconditie gemiddeld 9

ms langer dan bij de blokconditie en was de duur gemiddeld 201 tot 202 ms. MT was

gemiddeld 7 ms minder lang bij de randomconditie dan bij de blokconditie. Er is een soort

standaard respons bij de randomconditie die de gulden middenweg zoekt tussen het vangen bij

hoge balsnelheden (bij een hoge balsnelheid moet de hand zich ook snel verplaatsen) en de

noodzakelijke tijd om de balbaan te lezen (om te weten waar de hand moet komen om de bal

te vangen). De grijptijd (GT) startte steeds 60 ms voor bal-handcontact en verschilde niet

significant tussen de random- en blokgroep. Verder werd een lichte verschuiving van het

contact met de bal naar dorsaal waargenomen. Deze kinematische aanpassing, bedoelt om tijd

te winnen, was echter veel kleiner dan in andere studies (Laurent et al. 1994; Mazyn et al.

2006) wat misschien te verklaren is door methodologische verschillen met deze onderzoeken.

Page 29: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Literatuurstudie

Rimbaut David 21

De Troyer Jacob

3. Probleemstelling en hypothesen

3.1. Probleemstelling

In de literatuur is het duidelijk dat er veel onderzoek is gedaan naar enerzijds evenwicht en

anderzijds balvangen, maar een combinatie van deze twee onderzoekstopics lijkt weinig

onderzocht. Evenwicht speelt een belangrijke rol bij het balvangen (Savelsbergh et al., 2004)

en verdient dus ook de nodige aandacht. Er is genoeg onderzoek naar evenwicht tijdens

verschillende taken zoals arm movement (De Wolf et al., 1998; Benvenuti et al., 1997), load

drop (De Wolf et al., 1998), precisietaken (Berrigan et al., 2006). Het balvangen als taak

waarbij evenwicht wordt onderzocht is echter nog zeldzaam. In dit onderzoek willen we

kijken of de resultaten van studies rond andere taken ook opgaan voor het balvangen.

Bijvoorbeeld: zien we hetzelfde patroon van APAs bij arm raising als bij balvangen?

In de literatuur vinden we drie verschillende condities terug, namelijk SP, CRT en SRT. Deze

studie heeft als doel om te kijken bij welke van deze condities het balvangen het dichtste zal

aanleunen. Balvangen kan beschouwd worden als een reactietaak maar of de verandering in

APAs zich zullen gedragen zoals we verwachten bij de CRT conditie of de SRT conditie is

nog niet geweten. Hierbij wordt gekeken naar het effect van balsnelheid en de rol van

anticipatie (blok- en randomconditie).

3.2. Hypothese

Als proefpersonen geconfronteerd worden met verschillende balsnelheden zullen ze

aanpassingen maken in MT en LT. Dit wil ook zeggen dat de absolute RT zal veranderen.

Snellere ballen zullen zorgen voor een daling van de MT, LT en RT. In vorige studies werd al

aangetoond dat RT en de APA onset aan elkaar gekoppeld zijn. Een kortere RT zal zorgen

voor een later of niet optreden van de APAs. Er wordt verwacht dat de APAs onset dichter bij

de initiatie van de beweging (t0) zal liggen bij hogere balsnelheden in vergelijking met de

tragere ballen. Bij trage balsnelheden zal de proefpersoon meer tijd hebben om te plannen

waardoor we een COP patroon verwachten gelijklopend met dat van de CRT studies. Bij de

hoogste snelheden zal er weinig tijd zijn voor planning en zal dit meer gelijk lopen met de

SRT studies.

Page 30: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 22

De Troyer Jacob

METHODIEK

1. Populatie

Aan dit onderzoek hebben 6 rechtshandige mannen tussen de 21,0 en 23,4 jaar (22,4 ± 0,9)

deelgenomen met een gemiddelde lengte van 1,80 m (± 0,04) en gewicht van 74,9 (± 7,0).

Alle proefpersonen waren studenten Lichamelijke Opvoeding aan de Universiteit Gent en

hadden buitenschoolse ervaring met balsporten. Via mondeling contact werden zoveel

mogelijk studenten gevraagd om deel te nemen aan een screening. Deze screening verliep

bijna volledig volgens dezelfde procedure als het uiteindelijk experiment. Uit deze screening

werden de 6 beste vangers geselecteerd om deel te nemen aan de studie. De screening had als

doel om zowel de vangprestatie als de visuele kwaliteiten van de vangers in kaart te brengen.

De 6 geselecteerde proefpersonen konden minimaal 70% van de 20 afgevuurde ballen vangen

aan de tweede hoogste snelheid (V4 = 13,3 m/s) en hadden een perfecte score op dieptezicht

(“Random Dot Stereo Butterfly” testbatterij: Stereo Optical Company, Inc., Chicago, IL. USA)

en scherptezicht (Snellen E-shart, USA). De vangers werden geïnformeerd over de taak maar

werden niet ingelicht over de specifieke doelstellingen van deze studie. Elke proefpersoon

heeft zijn schriftelijke toestemming gegeven door een informed consent (zie bijlage) te

ondertekenen voor het starten van het experiment.

Page 31: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 23

De Troyer Jacob

2. Apparatuur en proefopstelling

2.1. Apparatuur

a. Ballenmachine

De gebruikte ballenmachine (Promatch Singly; MUBO b.v., Gorinchem, Nederland) vuurde

gele mid-pressure tennisballen af. Deze ballenmachine laat ons toe de vertreksnelheid van de

ballen in te stellen (Tabel 1). Omdat het niet mogelijk is de exacte vertrekhoek van de ballen

na te gaan is er gebruik gemaakt van een platform waarvan de hoogte werd bijgesteld door

gebruik van houten balken van een gekende dikte. De vertrekhoek van de tennisballen werd

ook aangepast voor alle verschillende balsnelheden. Dit werd gedaan met behulp van houten

blokjes die zorgvuldig waren afgemeten voor het experiment. Alle proefpersonen werden

gemeten om zo de ooghoogte van elk individu te kennen. De hoogte van de ballenmachine

werd dan aangepast zodat alle balbanen gericht zijn op ooghoogte ter hoogte van de rechter

schouder. De ballenmachine heeft een afstandbediening waarmee we de snelheid van de

tennisballen konden aanpassen en manueel konden afvuren. De ballenmachine werd dus door

twee mensen bestuurd. Één iemand stelt de balsnelheid in en vuurt de tennisballen af met de

afstandbediening, terwijl de andere de helling van de ballenmachine aanpast. Omdat de

proefpersonen niet mogen weten of er een snelle of trage bal komt werd de ballenmachine

verstopt achter een zwart doek. Enkel voor de uitgang van de ballenmachine was er een

opening voorzien waardoor de ballen konden passeren.

Tabel 1: Gemiddelde balsnelheden in m/s en de bijhorende vluchttijden van de bal in ms (Tijtgat et al.,

2010)

V2 V3 V4 V5

Balsnelheid (m/s) 9,4 ± 0,08 11,4 ± 0,36 13,3 ± 0,23 15,8 ± 0,16

Vluchttijd (ms) 896 ± 7,5 737 ± 24,3 630 ± 11,0 532 ± 5,5

Page 32: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 24

De Troyer Jacob

Een LED-trigger werd aan de uitgang van de ballenmachine bevestigd zodat een vertrekkende

bal werd geregistreerd en er een signaal gestuurd werd naar de centrale computer. Dit maakte

het mogelijk om voor elke poging het exacte moment te weten waarop de bal werd

afgeschoten.

De nauwkeurigheid van de ballenmachine werd bepaald door series van 20 tennisballen op

elke snelheid naar een geijkt bord af te vuren. Net zoals in het experiment het geval was stond

het bord op een afstand van 8,4 m. De gemiddelde afwijking van de ballenmachine bedroeg

op de horizontale as 8,97 cm en op de verticale as 9,34 cm.

Page 33: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 25

De Troyer Jacob

b. Camera‟s

Om het hele lichaam tijdens de vangbeweging in beeld te brengen zijn er 12 Qualisys

infrarood camera‟s gebruikt die rond de proefpersoon werden geplaatst. Deze camera‟s zijn in

staat om de positie van de reflecterende markers weer te geven in de 3D-ruimte en sturen deze

informatie direct door naar de computer (Qualisys, Gothenburg, Zweden). De camera‟s

registreren de reflecterende markers aan 200 Hz.

c. Uitrusting van de proefpersoon

De proefpersonen kregen ieder 41 reflecterende markers (met een diameter van 12 mm) op

specifieke plaatsen van hun lichaam geplakt door middel van dubbelzijdige plakband (Figuur

10). De markers bevinden zich vooral op gewrichten of andere belangrijke plaatsen zodat we

het hele lichaam in beeld kunnen brengen (Full body kinematics).

1 Head top (op veiligheidsmasker) 22 Spina iliaca posterior superior (links)

2 Head links (op veiligheidsmasker) 23 Spina iliaca anterior superior (links)

3 Head rechts (op veiligheidsmasker) 24 Crista iliaca (rechts)

4 C7 25 Spina iliaca posterior superior (rechts)

5 Sternum 26 Epicondylus lateralis femoris (links)

6 Sulcus intertubercularis humeralis (links) 27 Epicondylus medialis femoris (links)

7 Epicondylus medialis humeralis (links) 28 Malleolus medialis (links)

8 Epicondylus lateralis humeralis (links) 29 Malleolus lateralis (links)

9 Processus styloideus ulnaris (links) 30 Calcaneus: lateraal (links)

10 Processus styloideus radialis (links) 31 Calcaneus: mediaal (links)

11 Duim: Phalanx distalis digitorum (links) 32 Hallux phalanx distalis (links)

12 Wijsvinger: Phalanx distalis indicis (links) 33 Digitus minimus phalanx distalis (links)

13 Sulcus Intertubercularis Humeralis (rechts) 34 Epicondylus lateralis femoris (rechts)

14 Epicondylus lateralis humeralis (rechts) 35 Epicondylus medialis femoris (rechts)

15 Epicondylus medialis humeralis (rechts) 36 Malleolus medialis (rechts)

16 Processus styloideus radialis (rechts) 37 Malleolus lateralis (rechts)

17 Processus styloideus ulnaris (rechts) 38 Calcaneus: lateraal (rechts)

18 Duim: Phalanx distalis digitorum (rechts) 39 Calcaneus: mediaal (rechts)

19 Wijsvinger: Phalanx distalis indicis (rechts) 40 Hallux phalanx distalis (rechts)

20 Spina iliaca anterior superior (links) 41 Digitus minimus phalanx distalis (rechts)

21 Crista iliaca (links)

Page 34: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 26

De Troyer Jacob

Figuur 10: De locatie van de 41 gebruikte markers om het hele lichaam in de ruimte te kunnen

situeren

Naast de 41 markers kregen de proefpersonen ook nog eens een veiligheidsmasker op hun

hoofd met een doorzichtig veiligheidsscherm zodat het zicht niet belemmerd werd . Dit

masker was noodzakelijk voor de veiligheid aangezien er ballen aan hoge snelheden werden

afgevuurd (V5 = 15,8 m/s). Op dit veiligheidsmasker waren 3 van de 41 markers bevestigd om

het hoofd in kaart te brengen (top, links en rechts).

De ballenmachine maakte geluid net voor het een bal ging afvuren. Om te vermijden dat de

proefpersonen deze informatie gebruikten, werden er oordopjes en een geluidsdempende

koptelefoon voorzien. Door deze dubbele demping kon de proefpersoon bijna niets meer

horen en was het dus belangrijk dat het volledige protocol werd uitgelegd vooraleer het

experiment werd gestart. Om te communiceren gebruikte de proefleider tekens om te zeggen

wanneer de proefpersoon zijn poging mocht starten, stoppen, op en naast de force plate moest

gaan staan.

Page 35: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 27

De Troyer Jacob

Ter hoogte van het rechter bovenbeen werd een trigger bevestigd met behulp van velcro strips.

Aan de proefpersoon werd gevraagd om deze trigger ingeduwd te houden tijdens de start van

het proces tot op het moment dat hij de vangbeweging ging inzetten. De trigger stond in

verbinding met de centrale computer en registreerde de aanvang van de vangbeweging.

Net onder de handpalm aan de rechter pols van de proefpersonen werd er een microfoon

bevestigd. De microfoon staat in verbinding met de centrale computer en meet het geluid.

Deze data kon gebruikt worden om het tijdstip van contact te bepalen. Tijdens het contact van

de bal met het hand zal er geluid ontstaan en op dat moment is er dan ook een duidelijk piek

in de data te zien.

Om uit te sluiten dat de proefpersonen het koud zouden kunnen krijgen werd er gezorgd voor

een nauw aansluitend pak. Door de koude kan een proefpersoon beginnen bibberen en dit kan

de vangprestatie beïnvloeden. In het pak waren gaten geknipt op de plaatsen waar de markers

zich bevinden. Alle markers werden op het lichaam of op het veiligheidsmasker geplakt. Geen

enkele bevond zich op het pak aangezien dit kon verschuiven.

Doorheen het experiment werden kleine pauzes genomen waarin telkens de werking werd

gecontroleerd van de microfoon, trigger aan het been en de LED-trigger aan de ballenmachine.

d. Krachtmeetplatform

Tijdens het vangen stonden alle proefpersonen met beide voeten op de merktekens op

dezelfde force plate (AMTI OR-6 force plate). Het krachtmeetplatform, gebruikt voor deze

studie, stond om 8,40 m van de ballenmachine. Dit toestel meet de momenten rond de drie

assen Mx, My en Mz samen met de reactie kracht in de 3 anatomische vlakken Fx, Fy en Fz. Uit

deze drie componenten kan de resultante, beter gekend als de grondreactiekracht, berekend

worden. Uit de resultaten kan het center of pressure (COP) worden afgeleid; als dit wordt

uitgezet ten opzichte van de tijd wordt het COP-traject verkregen. De force plate meet aan een

frequentie van 1000Hz. Tussen elke vangpoging werd de force plate gereset om de natuurlijke

drift tegen te gaan. Tussen elke vangpoging werd dan ook aan de proefpersoon gevraagd om

even van de force plate te gaan.

Page 36: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 28

De Troyer Jacob

e. EMG

De oppervlakkige spieractiviteit werd vastgelegd aan een frequentie van 1000 Hz met behulp

van wegwerpbare bipolaire elektroden (Noraxon Wireless EMG). De EMG-data werd

gerectificeerd (positief gemaakt) en nadien gefilterd met een lowpassfilter (cut-off 100 Hz) en

een highpassfilter (cut-off 50 Hz). De activiteit van 8 spieren werd geregistreerd (Figuur 11).

Bij 4 van de 6 proefpersonen werd een foutief signaal bekomen voor TA, daarom werd beslist

dit EMG-signaal niet op te nemen in verdere analyse. Enkel de spieren van de rechter

lichaamshelft werden gemonitord wegens enerzijds een beperkt aantal EMG kanalen en

anderzijds omdat de armbeweging steeds rechts was. Bij iedere proefpersoon werd het

lichaamshaar weggeschoren, werd de huid opgeschuurd en werd met ether behandeld. Dit

alles om een duidelijker EMG signaal te verkrijgen. De elektroden werden in het midden van

de spierbuik op een afstand van ongeveer 3 cm van elkaar aangebracht. De EMG-transmitters

werden met behulp van dubbelzijdige plakband een het lichaam bevestigd. Deze nemen het

EMG signaal waar en sturen het door naar de draadloze ontvanger die verbonden was met de

computer.

1 Voorarm extensoren (VA) 5 M. Rectus Femoris (RF)

2 M. Deltoideus (DEL) 6 M. Biceps Femoris (BF)

3 M. Rectus Abdominis (RA) 7 Tibialis Anterior (TA)

4 M. Erector Spinae (ES)M. 8 M. Gastrocnemius (GAS)

Figuur 11: De locatie van de 8 EMG elektrode

Page 37: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 29

De Troyer Jacob

2.2. Proefopstelling

Figuur 12: Bovenaanzicht van de gebruikte proefopstelling

B

A

8,40 m

D

C

Camera‟s: 1-12

A: Centrale computer

B: Lanceerknop

C: Ballenmachine

D: LED trigger

E: trigger

F: Microfoon

G: Krachtmeetplatform

G

F E

Page 38: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 30

De Troyer Jacob

3. Experimenteel design

Het experiment bestond uit drie verschillende delen waarbij de proefpersonen telkens

gevraagd werd om met de voeten op de twee merktekens te gaan staan. Deze merktekens

bevonden zich in het midden van de force plate op een afstand van 8.40 m van de

ballenmachine. De merktekens waren voor alle proefpersonen hetzelfde en liepen parallel in

de richting van de ballenmachine.

In het eerste deel werden 160 tennisballen afgevuurd waarvan de proefpersoon er zoveel

mogelijk moest vangen. De ballen werden aan vier verschillende snelheden aangeboden (9.3 ,

11.3 , 13.4 , 15.9 m/s). Deze taak bestond uit twee delen. In één deel werden vier blokken van

20 ballen aangeboden, per blok aan een andere snelheid. De volgorde waarin de verschillende

blokken werden aangeboden was willekeurig. Het tweede deel bestond uit een random

gedeelte waarin alle balsnelheden door elkaar werden aangeboden. De helft van de

proefpersonen begon eerst met blok en dan random, de andere helft deed eerst random en

vervolgens blok. De proefpersonen werden niet op de hoogte gebracht over de conditie

waarmee zij zouden starten.

Het tweede deel was een reactietaak waarbij gevraagd werd zo snel mogelijk de arm gestrekt

te heffen tot horizontaal bij het zien van een bal. De tennisballen werden laag afgeschoten

zodat deze de proefpersonen niet konden raken. Bij deze taak werden slechts 10 tennisballen

afgevuurd omdat hier weinig variatie werd verwacht.

Het laatste deel van het experiment bestond uit een taak waarbij de proefpersonen de arm op

eigen initiatief mochten heffen tot horizontaal. Deze conditie heet „self paced‟ en zal 10 keer

traag (SPSL) en 10 keer zo snel mogelijk (SPFA) uitgevoerd worden.

Page 39: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 31

De Troyer Jacob

4. Taak en procedure

4.1. Taak

Proefpersonen werden niet ingelicht over de specifieke doelstellingen van deze studie. Op die

manier kunnen er geen gedragswijzigingen verschijnen aan de hand van voorkennis. De enige

opdracht die ze kregen was zoveel mogelijk ballen, die aan verschillende balsnelheden

konden aangeboden worden, proberen te vangen. Aan de proefpersonen werd gevraagd om

met beide voeten op de merktekens te gaan staan die op de force plate waren aangeduid.

Tussen elke poging werd gevraagd om even van de force plate te gaan zodat deze kon gereset

worden. De proefpersonen vertrokken telkens vanuit dezelfde uitgangshouding: rechtop staan,

armen gestrekt naast het lichaam (induwen van de trigger met de rechter hand), hoofd rechtop

de blik gericht naar de opening van de ballenmachine. Bovenhands vangen met de

rechterhand was verplicht. Als een bal niet op ooghoogte of ter hoogte van de rechter

schouder zou passeren dan mocht de proefpersoon dit melden en namen de testafnemers de

beslissing of de poging werd hernomen of niet.

Bij de andere taken in verband met evenwicht werden enkel duidelijke instructies gegeven

over wat van de proefpersonen verwacht werd zonder verdere uitleg.

4.2. Testprocedure

De 6 geselecteerde proefpersonen werden gecontacteerd en uitgenodigd om mee te doen aan

het experiment. Van elke proefpersoon werden de persoonlijke gegevens en bepaalde

lichaamsafmetingen genoteerd (gewicht, lengte en ooghoogte). Voor elke proefpersoon

werden een calibratie uitgevoerd in Qualisys Track Manager. Om de force plate in de ruimte

te kunnen situeren werden tijdens elke calibratie 4 markers op de uiteinden van de force plate

gelegd. Als tijdens het experiment een bal of persoon contact zou maken met een camera of

statief, waardoor deze mogelijk kon verplaatst zijn, werd er een nieuwe calibratie uitgevoerd.

Na de calibratie werd de proefpersoon voorzien van juiste kledij, trigger, veiligheidsmasker,

markers en EMG.

De proefpersoon doorliep dan vervolgens alle taken (zie experimenteel design). Alle pogingen

worden geregistreerd door de Qualisys infrarood camera‟s. Om alles vlot en juist te laten

Page 40: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 32

De Troyer Jacob

verlopen is er een duidelijk verbaal protocol gebruikt dat aan de proefpersonen werd uitgelegd.

De vanger draagt tijdens het experiment zowel oordopjes als een geluidsdempende

koptelefoon, dus maken we gebruikt van 4 handbewegingen om te communiceren. In deze

studie hebben wij gebruikt gemaakt van drie testafnemers: één testafnemer zat aan de centrale

computer achter de proefpersoon (uit het gezichtveld), een andere testafnemer zat schuin voor

de proefpersoon om de instructies te geven en met de afstandbediening de ballenmachine te

bedienen en de laatste testafnemer zat achter het scherm bij de ballenmachine om de

vertrekhoek in te stellen. Elke proefpersoon start naast de force plate totdat deze gereset wordt.

De proefleider geeft dan het eerste teken dat de proefpersoon op de force plate mag gaan staan.

Als de proefleider aan de centrale computer klaar is voor de volgende opname dan krijgt de

proefpersoon, door middel van een duim, een oké-signaal. Bij dit teken gaat de proefpersoon

in de juiste uitgangshouding (rechtop staand met voeten naar voor, blik naar uitgang van de

ballenmachine, armen gestrekt naast het lichaam en met de rechterhand de trigger ingeduwd

houden) staan en zegt „ja‟ wanneer hij klaar is om te vangen. Bij dit signaal wordt de opname

van 5 seconden gestart en kan de vanger een bal verwachten. Na contact met de bal werd

gevraagd om nog even te blijven staan op de force plate tot de opname gedaan was. Dan kreeg

de vanger het teken dat hij van de force plate mocht gaan om deze opnieuw te resetten. Als

een bal niet op ooghoogte of ter hoogte van de rechter schouder zou komen mocht de

proefpersoon dit melden en beslisten de testafnemers of die poging op het einde van die reeks

van 20 hernomen zou worden of niet. De eindbeslissing lag dus telkens bij de proefafnemers.

Het tweede deel van het experiment was een reactietaak waarbij de proefpersoon zo snel

mogelijk zijn arm horizontaal moest heffen bij het zien van een bal. De ballen werden laag

afgevuurd zodat ze de proefpersoon niet konden raken. Het protocol bleef hetzelfde als bij het

eerste deel.

Bij het laatste deel van het experiment, met de self paced instructie, werd de ballenmachine

niet gebruikt en is er dus ook geen nood aan oordoppen of een koptelefoon. Tijdens deze fase

van het experiment wordt dus alles rechtstreeks naar de proefpersoon gecommuniceerd.

Page 41: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 33

De Troyer Jacob

5. Dataverwerking

De vangprestatie van de proefpersonen werd onderverdeeld in 3 categoriën: catch, touch en

miss (Tabel 2).

Tabel 2: Product scores van de vangprestatie

Alle werden per conditie en per snelheid ingevoegd in SPSS 18.0 voor verdere analyse (zie

punt 5, Data analyse). Al de variabelen die gebruikt werden zijn te vinden in Tabel 3. De

variabelen van V2 en V5 werden ook berekend voor de beide condities samen onder de namen:

VNG_V2 en VNG_V5. Deze variabelen werden gebruikt om het vangen aan trage en snelle

snelheden te vergelijk met SPFA, SPSL en RTFA.

Qualisys Track Manager (QTM, versie 2.4) werd gebruikt om de lichaamsmarkers te

identificeren en de ruimtelijke coördinaten ervan te bepalen. De gegevens werden

geëxporteerd als C3D bestand dat in Visual 3D (versie 3.9.1.1 C-motion, Gaithersburgh, MD,

USA) gebruikt werd voor verdere analyse en om foutieve data op te sporen.

De vangbeweging werd geregistreerd door de Qualisys-camera‟s en analoge signalen (LED-

trigger, microfoon trigger). De LED-trigger geeft ons het moment waarop de bal afgevuurd

wordt. Het tijdstip waarop de bal contact met de hand maakte werd gemeten met de

microfoon aan de pols. Via een trigger ter hoogte van de heup werd informatie verschaft over

het tijdstip waarop de hand vertrekt richting de balbaan (W_onset). Uit deze gegevens konden

dan MT (movement time) en LT (latentie tijd) bepaald worden.

Via de AMTI force plate werd het COP bepaald. Hieruit werden de grootte en tijdstip van

COPmin, COPmax, COPcontact, COPW_onset en COPstart bepaald (voor een betere

omschrijving zie Tabel 3). Figuur 13 toont een schematische weergave van de gebruikte

Catch (Gevangen) De proefpersoon kan de bal vangen en enkele tellen vasthouden.

Touch (Geraakt) De proefpersoon kan de bal raken, maar niet vasthouden. Dit kan het

gevolg zijn van een van volgende fouten:

Spatiële fout: de hand kruist de balbaan niet.

Temporele fout: de hand kruist wel met de balbaan, maar sluit op het

verkeerde tijdstip.

Miss (niet geraakt) De proefpersoon maakt geen contact met de bal.

Page 42: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 34

De Troyer Jacob

variabelen in het COP-traject. De EMG werd gerectificeerd en gefilterd. Hieruit konden de

magnitude en tijdstip op moment van activatie berekend worden.

Tabel 3: Variabelen die zijn geanalyseerd

Afkorting Voluit

CO

P

MA

GN

ITU

DE

COPpre Magnitude van center of pressure op een minimum of een maximum voor tstart.

COPstart Magnitude van center of pressure op moment van tstart. Deze wordt gestandaardiseerd (gelijk gesteld aan 0).

COPW_onset Magnitude van center of pressure op het tijdstip waarop de vangarm in beweging wordt gebracht.

COPmin Magnitude van center of pressure op een eerste minimum na tstart.

COPmax Magnitude van center of pressure op een eerste maximum na tstart.

COPcontact Magnitude van center of pressure op moment waarop de hand contact maakt met de bal.

COPend Magnitude van center of pressure op moment dat de verticale positie van de pols tot

de schouder minimaal is

TIJD

STIP

tCOPpre Tijdstip waarop COPpre plaats vindt.

tCOPW_onset of LT Tijdstip waarop COPW_onset plaats vindt.

tCOPmin Tijdstip waarop COPmin plaats vindt.

tCOPmax Tijdstip waarop COPmax plaats vindt.

tCOPcontact Tijdstip waarop COPcontact plaats vindt.

tCOPend Tijdstip waarop COPend plaats vindt.

EMG

MA

GN

ITU

DE

EMG1_INT_FA EXT_APA

Integraal van EMG signaal van de voorarm extensoren berekend vanaf activatie van de spieren tot W_onset.

EMG2_INT_DA_APA

Integraal van EMG signaal van de deltoideus berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

EMG3_INT_RA_APA

Integraal van EMG signaal van de rectus abdominis berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

EMG4_INT_ES_APA

Integraal van EMG signaal van de erector spinae berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

EMG5_INT_RF_APA

Integraal van EMG signaal van de rectus femoris berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

EMG6_INT_BF_APA

Integraal van EMG signaal van de biceps femoris berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

EMG8_INT_GAST_APA

Integraal van EMG signaal van de gastrocnemius berekend vanaf activatie van de spier tot W_onset.

TIJD

STIP

tEMG1 Tijdstip waarop EMG1 plaats vindt.

tEMG2 Tijdstip waarop EMG2 plaats vindt.

tEMG3 Tijdstip waarop EMG3 plaats vindt.

tEMG4 Tijdstip waarop EMG4 plaats vindt.

tEMG6 Tijdstip waarop EMG6 plaats vindt.

tEMG8 Tijdstip waarop EMG8 plaats vindt.

TIJD

LT De tijdsinterval tussen het moment waarop de bal gezien wordt (tstart) en het tijdstip waarop de vangarm in beweging komt (W_onset).

MT Movement Time; Bewegingstijd; het moment waarop de vangarm in beweging wordt gebracht, tot het moment van contact (=tcontact-tWonset).

Page 43: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 35

De Troyer Jacob

De tijdswaarden van de EMG-signalen zijn weergegeven ten opzichte van de start van de

beweging (tW_onset). Deze waarde wordt als nulpunt beschouwd om te kijken of de

spieractiviteit plaatsvindt voor (negatieve waarde) of achter (positieve waarde) de start van de

beweging.

Figuur 13: De schematische weergave van het COP-traject met de verschillende gebruikte variabelen.

Voor het vangen werd de MT berekend door tCOPW_onset van tCOPcontact af te trekken.

Bij het vergelijken van de reactietaken zal er geen contact zijn bij SPSL, SPFA en RTFA dus

ook geen tCOPcontact. Bij deze bewerkingen hebben we voor alle 5 de taken de MT berekend

door tCOPW_onset van tCOPend af te trekken.

De variabelen EMG7, tEMG7 en tEMG5 zijn niet in de statistische bewerkingen opgenomen

omdat voor minstens drie proefpersonen geen waarde geregistreerd was.

Page 44: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Methodiek

Rimbaut David 36

De Troyer Jacob

6. Data analyse

Om de vangprestatie, temporele fases (MT en LT) en de vangbeweging (COP en EMG) te

vergelijken tussen de verschillende balsnelheden en de conditie werd dezelfde statistische

methode gebruikt. Voor iedere afhankelijke variabele werd een 4x2 Repeated Measures

ANOVA (RM) uitgevoerd. Er waren 2 Within-Subject factoren: snelheid (4 levels; 1 = V2, 2

= V3, 3 = V4, 4 = V5) en conditie (2 levels; 1 = blok, 2 = random). Er waren geen Between-

Subject factoren of measures die werden opgenomen.

Bij het vergelijken van de verschillende taken (SP, RT en vangen) werd een Repeated

Measures ANOVA (RM) uitgevoerd. Er werd maar één Within-Subject factor opgenomen:

Taak (5 levels; 1 = VNG_V2, 2 = SPSL; 3 = VNG_V5, 4 = SPFA, 5 = RTFA). Er waren geen

Between-Subject factoren of measures opgenomen.

Het significantieniveau werd vastgelegd op het 0.05-niveau. F- en p-waarden werden met de

„Greenhouse-Geisser‟-procedure aangepast. Hoofdeffecten die significant zijn werden via

post-hoc testen (pairwise comparisons, LSD) verder geanalyseerd om de onderlinge

verbanden tussen de factoren te zien.

Page 45: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 37

De Troyer Jacob

RESULTATEN

Alle gemiddelden met standaarddeviaties, F- en p-waarden zijn terug te vinden in de

Appendix.

1. Vangprestatie

In Figuur 14 is het effect van de verschillende balsnelheden op de vangprestatie te zien. Er

werd een hoofdeffect gevonden voor snelheid (F = 16,665 p < 0,001). De vangprestatie zal

dalen als de snelheid stijgt (Figuur 14). Er is geen significant verschil tussen V3 en V4, alle

andere snelheden zijn significant verschillend (post hoc pairwise comparison, zie Tabel 4).

Er is geen interactie-effect gevonden voor snelheid x conditie (F = 1,123 p = 0,336) en geen

hoofdeffect voor conditie (F = 1,777 p = 0,240).

Figuur 14: De vangprestatie voor de verschillende balsnelheden V2 (9,4 m/s), V3 (11,4 m/s), V4 (13,3

m/s) en V5 (15,8 m/s).

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

V2 V3 V4 V5

Per

cen

tage

bal

van

gst

(%)

Balsnelheid

Vangprestatie

Miss

Touch

Catch

Page 46: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 38

De Troyer Jacob

Tabel 4: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende snelheden voor de

vangprestatie. (* significant op 0,05 niveau).

Snelheid p-waarde

V2 – V3 0,015*

V2 – V4 0,012*

V2 – V5 0,006*

V3 – V4 0,104

V3 – V5 0,008*

V4 – V5 0,026*

Besluit:

Hoofdeffect voor snelheid: De vangprestatie zal afnemen naarmate de balsnelheid

stijgt.

Geen interactie-effect voor snelheid x conditie.

Geen hoofdeffect voor conditie: blok en random kennen geen significant verschil.

Page 47: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 39

De Troyer Jacob

2. Vangen

2.1. MT en LT

Er is een significant interactie-effect (Figuur 15) voor snelheid x conditie te zien bij MT (F=

11,868 p = 0,008). Een toename van de balsnelheid gaat gepaard met een daling van de

bewegingstijd in zowel de blok- als randomconditie, maar bij de blokconditie zal de

bewegingstijd korter zijn bij de lage snelheden (V2, V3 en V4) en langer zijn bij V5 in

vergelijking met de randomconditie. Het grootste verschil zien we bij V2 waar de MT langer

duurt bij de randomconditie (608,3 ms) dan bij de blokconditie (573,2 ms). Er is ook een

hoofdeffect van snelheid ( F = 2438,825 p < 0,001) waarbij er een significant verschil is

tussen alle snelheden afzonderlijk (allemaal p < 0,001; post hoc pairwise comparison).

Figuur 15: Interactie-effect conditie x snelheid bij bewegingstijd (MT) met SD.

Er is een significant interactie-effect (Figuur 16) voor snelheid x conditie te zien bij LT (F =

6,740 p = 0,017). De LT zal afnemen als de balsnelheid stijgt, de grootste verschillen tussen

de condities zijn bij V2. De LT zal langer zijn bij de blokconditie (220,0 ms) in vergelijking

met de randomconditie (189,3 ms). Er is een hoofdeffect van snelheid ( F = 24,222 p < 0,001)

waarbij geen significant verschil is tussen V3 en V4 (p = 0,363), en tussen V4 en V5 (p =

0,188). Alle andere onderlinge combinaties van snelheden hebben wel een significant

verschil (post hoc pairwise comparison, zie Tabel 5).

573,2

448,1

382,1355,4

608,3

451,5

386,3

351,4340

390

440

490

540

590

640

V2 V3 V4 V5

Ge

mid

del

de

MT

(ms)

Balsnelheden

Bewegingstijd

Blok

Random

Page 48: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 40

De Troyer Jacob

Figuur 16: Interactie-effect conditie x snelheid bij latentietijd (LT) met SD.

Tabel 5: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende snelheden voor LT. (*

significant op 0,05 niveau).

Snelheid p-waarde

V2 – V3 0,004*

V2 – V4 0,002*

V2 – V5 0,001*

V3 – V4 0,363

V3 – V5 0,001*

V4 – V5 0,188

Besluit:

Bij V2 duurt de MT langer bij de randomconditie en de LT langer bij de blokconditie,

bij V3 V4 en V5 vertonen beide condities een gelijk verloop over de snelheden. Hoe

hoger de balsnelheid, hoe korter de MT en LT worden.

220,0

174,0

172,3

158,0

189,3177,5

167,5

165,7

130

150

170

190

210

230

250

V2 V3 V4 V5

Ge

mid

del

de

LT (

ms)

Balsnelheid

Latentietijd

Blok

Random

Page 49: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 41

De Troyer Jacob

2.2. COP

a. Magnitude

Er werden geen effecten gevonden voor COPpre (Figuur 17) , zowel het interactie-effect (F=

0,245 p = 0,778) als het hoofdeffect voor conditie (F = 0,030 p = 0,870) en snelheid (F =

0,287 p = 0,762) zijn niet significant.

Figuur 17: Verloop van COPpre bij de verschillende balsnelheden met SD.

Ook voor COPW_onset (Figuur 18) werd geen interactie-effect (F = 0,713 p = 0,486) of

hoofdeffecten (conditie: F = 0,962 p = 0,372; snelheid: F = 0,160 p = 0,779) gevonden.

0,195

0,359

0,077

0,359

0,139 0,148

0,326

0,287

-0,5

-0,3

-0,1

0,1

0,3

0,5

0,7

0,9

1,1

1,3

V2 V3 V4 V5

CO

P v

erp

laat

sin

g (m

m)

Balsnelheden

COPpre

Blok

Random

Page 50: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 42

De Troyer Jacob

Figuur 18: Verloop van COPW_onset bij de verschillende balsnelheden met SD.

Voor COPmin (Figuur 19) is er ook geen interactie-effect (F = 0,864 p = 0,462), noch

hoofdeffecten (conditie: F = 1,848 p = 0,232; snelheid: F = 0,300 p = 0,658).

Figuur 19: Verloop van COPmin bij de verschillende balsnelheden met SD.

0,103

0,372 0,179

0,3880,509 0,486 0,581

0,262

-1,2

-0,8

-0,4

0,0

0,4

0,8

V2 V3 V4 V5

CO

P v

erp

laat

sin

g (m

m)

Balsnelheid

COPW_onset

Blok

Random

1,4042,000

1,015

2,622

2,768 3,582 4,010 2,860

-6

-3

0

3

6

9

12

V2 V3 V4 V5

CO

P v

erp

laat

sin

g (m

m)

Balsnelheden

COPmin

Blok

Random

Page 51: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 43

De Troyer Jacob

Er zijn geen effecten gevonden voor COPmax (Figuur 20). Het interactie-effect (F = 2,638 p

= 0,141) en de hoofdeffecten (conditie: F = 0,006 p = 0,944; snelheid: F = 0,296 p = 0,685)

zijn allemaal niet significant.

Figuur 20: Verloop van COPmax bij de verschillende balsnelheden met SD.

Voor COPcontact (Figuur 21) werd er een interactie-effect snelheid x conditie (F = 6,791 p =

0,027) gevonden. Het grootste verschil treedt op bij de twee snelste balsnelheden. Bij de

traagste snelheid (V2) zien we weinig verplaatsing van het COP en zal bij de randomconditie

iets meer verplaatsing optreden dan bij de blokconditie. Deze evolutie zet zich voort naar V3

waar we meer verplaatsing zien dan bij V2. Bij V4 en V5 zien we bij de randomconditie

kleinere waarden dan bij V3, bij de blokconditie zien we net dat de COP verplaatsing nog

meer zal stijgen bij de hogere snelheden. Er werden geen hoofdeffecten gevonden voor

conditie (F = 1,386 p = 0,292) of snelheid (F = 0,375 p = 0,968).

4,306

-0,3870,696

-1,727-1,069 -1,514

1,762

4,252

-20

-15

-10

-5

0

5

10

15

V2 V3 V4 V5

CO

P v

erp

laat

sin

g (m

m)

Balsnelheden

COPmax

Blok

Random

Page 52: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 44

De Troyer Jacob

Figuur 21: Verloop van COPcontact bij de verschillende balsnelheden met SD.

Besluit:

Geen effecten voor COPpre, COPW_onset, COPmin en COPmax. Het COP zal dus

niet ingrijpend variëren over de verschillende balsnelheden heen.

Interactie-effect voor COPcontact: Blokconditie zal een grotere achterwaartse COP

verplaatsing hebben bij hogere balsnelheden. De randomconditie toont voor de lagere

balsnelheden een gelijkaardig patroon met de blokconditie maar zal bij de hogere

snelheden minder COP verplaatsing hebben.

-3,408

-9,141

-9,307 -11,314

-6,318

-11,635

-7,079 -1,455

-25

-20

-15

-10

-5

0

5

10

V2 V3 V4 V5

CO

P v

erp

laat

sin

g (m

m)

Balsnelheid

COPcontact

Blok

Random

Page 53: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 45

De Troyer Jacob

b. Tijd

Er werden geen effecten gevonden voor tCOPpre (Figuur 22). Zowel het interactie-effect (F=

0,788 p = 0,452) als het hoofdeffect voor conditie (F = 1,174 p = 0,328) en snelheid (F =

0,186 p = 0,820) zijn niet significant.

Figuur 22: Het tijdstip van COPpre t.o.v. t0 bij de verschillende balsnelheden met SD.

Voor tCOPmin (Figuur 23) is er geen interactie-effect (F = 2,126 p = 0,197) en geen

hoofdeffect voor conditie (F = 0,900 p = 0,776). Er is wel een significant hoofdeffect voor

snelheid (F = 4,789 p = 0,035). V2 verschilt significant van V4 en V5 en vertoont een trend tot

significant tussen V2 en V3, maar alle andere snelheden kennen onderling geen significante

verschillen (post hoc pairwise comparison, zie Tabel 6). Bij V2 zal het moment van COPmin

later vallen dan bij de andere balsnelheden

375,9

334,4

311,4

349,4

322,3 329,2

350,9

335,1

190

240

290

340

390

440

490

540

V2 V3 V4 V5

Tijd

(m

s)

Balsnelheid

tCOPpre

Blok

Random

Page 54: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 46

De Troyer Jacob

Figuur 23: Het tijdstip van COPmin t.o.v. t0 bij de verschillende balsnelheden met SD.

Tabel 6: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende snelheden voor

tCOPmin. (* significant op 0,05 niveau).

Snelheid p-waarde

V2 – V3 0,062

V2 – V4 0,045*

V2 – V5 0,039*

V3 – V4 0,802

V3 – V5 0,724

V4 – V5 0,995

Er zijn geen effecten gevonden voor tCOPmax (Figuur 24). Het interactie-effect (F = 2,475 p

= 0,163) en de hoofdeffecten (conditie: F = 0,101 p = 0,763; snelheid: F = 2,152 p = 0,190)

zijn allemaal niet significant.

306,5

238,2 239,4 235,7265,3

252,5 256,9 260,8

150

200

250

300

350

400

V2 V3 V4 V5

Tijd

(m

s)

Balsnelheid

tCOPmin

Blok

Random

Page 55: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 47

De Troyer Jacob

Figuur 24: Het tijdstip van COPmax t.o.v. t0 bij de verschillende balsnelheden met SD.

Besluit:

Geen effecten voor tCOPpre en tCOPmax.

Er wordt een hoofdeffect gevonden van snelheid voor tCOPmin, de verschillen in

snelheid zijn enkel te zien bij V2.

553,2

500,1 502,9 472,2498,9

502,9 510,5502,4

400

450

500

550

600

650

700

V2 V3 V4 V5

Tijd

(m

s)

Balsnelheid

tCOPmax

Blok

Random

Page 56: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 48

De Troyer Jacob

2.3. EMG

a. Magnitude

Voor de Magnitude van alle EMG-signalen werden geen significante interactie- of

hoofdeffecten voor conditie en snelheid gevonden bij EMG1, EMG2, EMG3, EMG4, EMG5,

EMG6 en EMG8 (zie Appendix).

b. Tijd

Er werden geen significante interactie- of hoofdeffecten gevonden voor tEMG1, tEMG2,

tEMG3 en tEMG4.

Bij tEMG6 (Figuur 25) werd een significant interactie-effect gevonden (F = 6,201 p = 0,044).

Het grootste verschil situeert zich ter hoogte van V2, waar de biceps femoris vroeger zal

activeren in de blokconditie (na 40,37 ms) dan in randomconditie (na 9,8 ms). Voor de

gematigde snelheden (V3 en V4) wordt de spier bij blokconditie later geactiveerd. Er is geen

hoofdeffect terug te vinden voor zowel snelheid (F = 4,310 p = 0,071) als conditie (F = 1,858

p = 0,231). Het hoofdeffect van snelheid vertoont wel een trend tot significantie.

Figuur 25: Het tijdstip van activatie van EMG6 (biceps femoris) t.o.v. tW_onset bij de verschillende

balsnelheden met SD.

-40,7

-7,5-0,7

-10,1

-9,8

-13,3-9,4

-9,3

-80

-70

-60

-50

-40

-30

-20

-10

0

10

V2 V3 V4 V5

Tijd

(m

s)

Balsnelheid

tEMG6

Blok

Random

Page 57: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 49

De Troyer Jacob

Er is een significant interactie-effect (F = 7,080 p = 0,019) gevonden voor tEMG8 (Figuur

28). Bij V2 zal de blokconditie later geactiveerd worden dan bij de randomconditie, bij V3

zien we net het omgekeerde verschijnsel. Bij V4 en V5 is er een gelijkaardig patroon terug te

vinden voor beide condities. Er is een hoofdeffect voor snelheid (F = 5,119 p = 0,047)

gevonden. V2 verschilt significant van V4 en V5, de andere snelheden kenden geen

significante verschillen (post hoc pairwise comparison, Tabel 7). Bij snelheid V2 wordt de

spier later geactiveerd dan bij V4 en V5. Voor conditie werd geen hoofdeffect gevonden (F =

0,347 p = 0,582). De spieractiviteit van EMG8 valt voor alle snelheden na tW_onset.

Figuur 26: Het tijdstip van activatie van EMG8 (gastrocnemius) t.o.v. tW_onset bij de verschillende

balsnelheden met SD.

Tabel 7: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende snelheden voor tEMG8.

(* significant op 0,05 niveau).

Snelheid p-waarde

V2 – V3 0,233

V2 – V4 0,029*

V2 – V5 0,021*

V3 – V4 0,253

V3 – V5 0,111

V4 – V5 0,208

207,2

103,7

103,2

90,7116,2

142,2

101,3

99,6

0

50

100

150

200

250

300

350

V2 V3 V4 V5

Tijd

(m

s)

Balsnelheid

tEMG8

Blok

Random

Page 58: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 50

De Troyer Jacob

Besluit:

Geen effecten voor tEMG1, tEMG2, tEMG3 en tEMG4.

Er is een interactie-effect voor tEMG6 gevonden. Bij V2 zal de blokconditie later

activiteit vertonen en bij V3 en V4 zal de spieractiviteit later optreden in de

randomconditie.

Er is een interactie-effect voor tEMG8 gevonden. Bij V2 zal de spier in de

blokconditie later activeren dan bij de randomconditie. Bij V3 zien we net het

omgekeerde verschijnsel. Bij V4 en V5 is er een gelijkaardig patroon terug te vinden

voor beide condities. Er is ook een hoofdeffect van snelheid voor tEMG8 waarbij de

spieractivatie vroeger zal optreden als de balsnelheid stijgt.

Page 59: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 51

De Troyer Jacob

3. Verschillende taken SP, RT en vangen

3.1. MT en LT

Voor de LT worden geen significante verschillen (F = 7,749 p = 0,200) terug gevonden, dit

was wel zo voor de MT (F = 58,862 p < 0,001; Figuur 27). De MT is significant groter voor

SPSL dan voor de 4 andere taken (post hoc pairwise comparison, Tabel 8).

Figuur 27: Verschillen in MT tussen de verschillende taken.

Tabel 8: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor MT. (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL <0,001*

VNG_V2 VNG_V5 0,239

VNG_V2 SPFA 0,732

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,803

<0,001*

0,002*

SPSL RTFA <0,001*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,407

0,145

0,736

621,4

2003,9

543,6

685,7

640,7

0 500 1000 1500 2000 2500

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Tijd (ms)

Taak

Bewegingstijd

Page 60: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 52

De Troyer Jacob

3.2.COP

a. Magnitude

Er zijn geen significante verschillen gevonden voor de COP-verplaatsing. Alle COP-

variabelen hadden een p > 0,050 (zie apendix).

b. Tijd

De tijdsindeling van het COP-traject is tussen de verschillende taken gelijk. De enige

variabele die significante verschillen vertoonde (F = 16,201 p = 0,002) tussen de taken was

tCOPmin (Figuur 28). SPSL is significant verschillend van alle andere taken. RTFA, SPFA en

V2 zijn niet significant verschillend. V5 kent geen significant verschil met SPFA maar wel

met alle andere taken (post hoc pairwise comparison, Tabel 9).

Figuur 28: Het tijdstip waarop COPmin plaatsvind vergeleken tussen de verschillende reactietaken.

285,9

550,0

248,2

304,0

354,5

0 100 200 300 400 500 600 700 800

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Tijd (ms)

Ta

ak

tCOPmin

Page 61: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 53

De Troyer Jacob

Tabel 9: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor tCOPmin (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,002*

VNG_V2 VNG_V5 0,039*

VNG_V2 SPFA 0,598

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,081

0,002*

0,011*

SPSL RTFA 0,032*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,086*

0,023*

0,097

Besluit:

Geen significante verschillen voor COPpre, COPW_onset, COPmin, COPmax,

COPend, tCOPpre en tCOPmax.

tCOPmin is wel significant. Bij SPSL zal het COPmin later vallen dan bij de andere

taken. V5 kent een significant vroeger COPmin ten opzichte van SPSL, V2 en RTFA.

Als we kijken naar de trends tot significantie tussen de verschillende taken zien we dat

enkel SPFA en V2 geen trend tot significantie vertonen.

Page 62: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 54

De Troyer Jacob

3.3. EMG

a. Magnitude

Er is een significant verschil (F = 13,451 p = 0,002) gevonden voor EMG1 (Figuur 29). Bij

SPSL is de integraal het kleinste en deze is significant verschillend van alle andere taken. V5

en SPFA zijn ook significant verschillend (post hoc pairwise comparison, Tabel 10).

Figuur 29: De magnitude van EMG1 (voorarm extensoren) tussen de verschillende taken.

Tabel 10: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG1 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,003*

VNG_V2 VNG_V5 0,054

VNG_V2 SPFA 0,054

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,478

0,001*

0,005*

SPSL RTFA 0,003*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,011*

0,168

0,280

7,79

1,09

8,86

4,90

6,49

0 2 4 6 8 10 12 14

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Taak

Integraal EMG1

Page 63: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 55

De Troyer Jacob

Er is een significant verschil (F = 8,791 p = 0,017) gevonden voor EMG2 (Figuur 30). RTFA

en SPFA zijn niet significant verschillend van elkaar. V2, SPSL en V5 hebben ook geen

significante verschillen. Tussen deze enerzijds SPFA en RTFA en anderzijds V2, SPSL en V5

zien we wel significante of een trend tot significante verschillen (post hoc pairwise

comparison, Tabel 11).

Figuur 30: De magnitude van EMG2 (Deltoideus) tussen de verschillende taken.

Tabel 11: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG2 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,146

VNG_V2 VNG_V5 0,204

VNG_V2 SPFA 0,014*

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,052

0,159

0,016*

SPSL RTFA 0,057

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,013*

0,050*

0,287

2,13

0,28

2,69

19,99

15,89

0 5 10 15 20 25 30 35

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Taak

Integraal EMG2

Page 64: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 56

De Troyer Jacob

Er is een significant verschil (F = 7,389 p = 0,016) gevonden voor EMG3 (Figuur 31). Hier

vinden we dezelfde resultaten als bij EMG2. SPFA en RTFA tonen significante verschillen of

een trend tot significante verschillen met de drie andere taken (post hoc pairwise comparison,

Tabel 12).

Figuur 31: De magnitude van EMG3 (rectus abdominis) tussen de verschillende taken.

Tabel 12: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG3 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,386

VNG_V2 VNG_V5 0,414

VNG_V2 SPFA 0,021*

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,092

0,154

0,013*

SPSL RTFA 0,093

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,022*

0,104

0,146

-0,02

-0,07

0,00

0,54

0,31

-0,40 -0,20 0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,20

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Taak

Integraal EMG3

Page 65: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 57

De Troyer Jacob

Er is geen significant verschil gevonden tussen de verschillende taken voor EMG4 (F = 4,262

p = 0,089), EMG5 (F = 3,930 p = 0,650) en EMG8 (F = 0,675 p = 0,508). EMG5 vertoonde

wel een trend tot significantie.

Voor EMG6 (Figuur 32) is er een significant verschil (F = 11,174 p = 0,007) gevonden. V2 en

V5 maar ook SPFA en RTFA tonen geen significante verschillen. RTFA is niet significant

verschillend van V2 en V5. SPSL is significant verschillend van alle andere reactietaken (post

hoc pairwise comparison, Tabel 13).

Figuur 32: De magnitude van EMG6 (biceps femoris) tussen de verschillende taken.

2,02

0,84

2,11

4,91

3,94

0 1 2 3 4 5 6 7

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Taak

Integraal EMG6

Page 66: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 58

De Troyer Jacob

Tabel 13: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG3 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,001*

VNG_V2 VNG_V5 0,595

VNG_V2 SPFA 0,004*

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,100

0,001*

0,002*

SPSL RTFA 0,025*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,010*

0,132

0,244

Besluit:

Geen significante verschillen voor EMG4, EMG5 en EMG8.

Bij de voorarm extensoren (EMG1) zal de SPSL een kleiner EMG-signaal vertonen.

Bij de deltoideus (EMG2) en de rectus abdominis (EMG3) gaan SPFA en RTFA een

groter EMG-signaal vertonen dan de andere drie taken.

Bij de biceps femoris (EMG6) zijn de EMG-signalen het kleinste bij SPSL gevolgd

door V2 en V5, ze zijn het grootste bij SPFA en RTFA.

Page 67: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 59

De Troyer Jacob

b. Tijd

Er werden geen verschillen gevonden voor tEMG1, tEMG3, tEMG6 en tEMG8. Er was wel

een significant verschil (F = 7,880 p = 0,037) voor tEMG2 (Figuur 33). V2 en V5 en ook

RTFA en SPFA zijn niet significant verschillend van elkaar. Alle andere taken zijn onderling

wel verschillend (post hoc pairwise comparison, Tabel 14).

Figuur 33: Het tijdstip van activatie van EMG2 (Deltoideus) t.o.v. tW_onset bij de verschillende

reactietaken met SD.

Tabel 14: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG3 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,047*

VNG_V2 VNG_V5 0,101

VNG_V2 SPFA 0,026*

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,046*

0,047*

0,029*

SPSL RTFA 0,031*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,011*

0,011*

0,186

4,6

273,8

8,9

-19,8

-12,9

-100 0 100 200 300 400 500 600

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Tijd (ms)

Ta

ak

tEMG2

Page 68: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 60

De Troyer Jacob

Het significant verschil (F = 20,204 p = 0,001) voor tEMG4 (Figuur 34) is gelijkaardig met

dat van tEMG2. De erector spinae zal bij RTFA en SPFA nog voor de beweging activeren.

Bij V2 en V5 is dit ongeveer 100 ms na de start van de beweging. SPSL is significant

verschillend van alle andere taken en zal veel later spieractiviteit tonen dan bij de andere

taken (post hoc pairwise comparison, Tabel 15).

Figuur 34: Het tijdstip van activatie van EMG4 (erector spinae) t.o.v. tW_onset bij de verschillende

reactietaken met SD.

Tabel 15: Post hoc test met de onderlinge vergelijking tussen de verschillende taken voor EMG4 (*

significant op 0,05 niveau).

Taken p-waarde

VNG_V2 SPSL 0,008*

VNG_V2 VNG_V5 0,982

VNG_V2 SPFA 0,003*

VNG_V2

SPSL

SPSL

RTFA

VNG_V5

SPFA

0,014*

0,015*

0,003*

SPSL RTFA 0,003*

VNG_V5

VNG_V5

SPFA

SPFA

RTFA

RTFA

0,005*

0,003*

0,526

99,8

371,8

100,7

-2,5

-15,7

-100 0 100 200 300 400 500 600

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

Tijd (ms)

Taak

tEMG4

Page 69: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Resultaten

Rimbaut David 61

De Troyer Jacob

Besluit:

Geen significante verschillen voor tEMG1, tEMG3, tEMG6 en tEMG8.

Bij de deltoideus (EMG2) en de erector spinae (EMG4) gaan bij SPFA en RTFA

vroeger activeren dan bij V2 en V5 die op hun beurt vroeger activeren dan bij SPSL.

Page 70: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 62

De Troyer Jacob

DISCUSSIE

Het doel van deze studie was de rol van anticipatie te bekijken bij de bijsturing van evenwicht

tijdens het eenhandig balvangen. Hiervoor werd gekeken naar het COP-traject en de EMG-

signalen om op die manier te kijken hoe verschillende taken en balsnelheden de

evenwichtscontrole zullen beïnvloeden.

1. Vangprestatie

De resultaten van de vangprestatie zijn zoals verwacht. Het aantal succesvol gevangen ballen

zal dalen naarmate de balsnelheid zal stijgen. Deze resultaten bevestigen de resultaten

gevonden door o.a. Laurent et al. (1994), Mazyn et al. (2006) en Tijtgat et al. (2010). Elke

vangbeweging wordt gecategoriseerd onder één van volgende groepen: Catch, Touch en Miss.

De „Catch‟ toont de algemene prestatie van het balvangen. De ballen die niet konden

gevangen worden werden bijna allemaal nog geraakt met de hand. Dit toont aan dat de fouten

die gemaakt werden vooral temporeel (tijdig sluiten van de hand) waren in plaats van spatieël

(hand op de juiste plaats brengen in de balbaan). De gemiste vangpogingen kwamen zelden

voor aangezien er gewerkt werd met proefpersonen met goede vangkwaliteiten (zie screening).

De gemiste pogingen kwamen enkel voor bij de hoogste snelheid wat er toch op wijst dat niet

enkel de temporele beperkingen maar ook de spatiële beperkingen een belangrijke rol spelen

bij tijdsnood. Een mogelijke uitleg voor deze daling van vangprestatie bij hogere balsnelheden

is dat er minder tijd is om bij te sturen.

Er zijn geen verschillen tussen de vangprestatie van de blok- of randomconditie. Nochtans

hebben de proefpersonen in de blokconditie bepaalde snelheidsinformatie. Er werd verwacht

dat deze voorkennis zou helpen om de vangprestatie te verbeteren. Het volgorde-effect werd

niet bekeken aangezien er maar drie proefpersonen per conditie waren en dit werd

gecontroleerd door counterbalancing (helft eerst random, helft eerst blok).

Page 71: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 63

De Troyer Jacob

2. MT en LT

Als de balsnelheid stijgt zal de tijd tot contact afnemen. Dit gaat gepaard met een daling van

zowel de bewegingstijd als de latentietijd (Figuur 35). De grijptijd is daarentegen niet

afhankelijk van de balsnelheid (Laurent et al., 1994; Mazyn et al., 2006; Tijtgat et al., 2010).

De vangbeweging wordt aangepast aan de temporele constraints en is geen vast programma

dat kan gestart worden op een vast tijdstip voor contact.

Bij de laagste snelheid (9,4 m/s) zal de bewegingstijd langer duren bij de randomconditie dan

bij de blokconditie en het omgekeerde wordt waargenomen voor de latentietijd. Bij de

randomconditie zal de beweging vroeger ingezet worden. De proefpersonen kunnen bij

random geen beroep doen op informatie over de balsnelheid en zullen dus vroeger de

beweging starten. Deze resultaten stroken met de studie van Button et al. (2002) Tijtgat et al.

(2010). Bij blok weten de proefpersonen dat er een trage bal komt en ze zullen daarom langer

wachten voor ze de beweging inzetten. Het lijkt dus een betere strategie te zijn om langer te

wachten, zodat er eventuele online aanpassingen kunnen gebeuren, alvorens de beweging te

starten.

Figuur 35: De LT en MT voor de verschillende snelheden en condities: blok (links) en random (rechts).

189,3

177,5

167,5

165,7

608,3

451,5

386,3

351,4

0 200 400 600 800

V2

V3

V4

V5

Tijd (ms)

LT en MT voor Random

LT

MT

220,0

174,0

172,3

158,0

573,2

448,1

382,1

355,4

0 200 400 600 800

V2

V3

V4

V5

Tijd (ms)

Bal

snel

hei

d

LT en MT voor Blok

Page 72: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 64

De Troyer Jacob

Bij de hoogste snelheden zien we geen verschillen tussen de random- en blokconditie. De tijd

tot contact is hier dan ook zeer klein en dit lijkt gekenmerkt te zijn door een vast programma

waar er maar beperkte mate van bijsturing mogelijk is.

Voor bewegingstijd tussen de verschillende reactietaken vinden we een significant verschil

tussen SPSL en de vier andere reactietaken. Dit is redelijk logisch maar het is niet zo

vanzelfsprekend dat er geen verschillen zijn tussen de vier andere taken. Dit kan te maken

hebben met de methode waarop de MT werd berekend. Aangezien er verschillende taken zijn

zonder een contactmoment wordt tCOPend als eindpunt van de beweging gezien. Dit is het

punt waarop de verticale afstand tussen de schouder en de pols minimaal is. Er wordt geen

significant verschil gevonden tussen de enerzijds de twee vangtaken en anderzijds de RTFA

en SPFA-taak. Dit wekt toch wel vragen op aangezien de laatste twee taken een “zo snel

mogelijk”-eigenschap bevatten. De verwachting was dus dat de SPFA en RTFA een kortere

bewegingstijd zouden hebben ten opzichte van de vangtaken. Eigenaardig is ook dat we voor

V2 en V5 een significant verschil vinden voor bewegingstijd als we de balsnelheden met

elkaar vergelijken maar niet als we de verschillende reactietaken met elkaar vergelijken.

Daarom is dit misschien niet de ideale manier om het einde van de beweging af te bakenen

voor al deze reactietaken. In de literatuur zijn er andere alternatieven zoals het gebruik van

accelerometers om te bepalen wanneer de arm tot stilstand komt.

3. COP

Bij het vangen zien we dat er geen significante verschillen zijn voor de COP verplaatsing, met

uitzondering van COPcontact, tussen de verschillende snelheden. De COP verplaatsing hier

lijkt dus niet gekoppeld te zijn aan de grootte van de verstoring zoals dit wordt voorspeld door

de dual-process hypothese (review: Massion, 1992). Het alternatief is de single-process

hypothese waarbij de COP verplaatsing gekoppeld is aan de focale beweging. Deze laatste

theorie lijkt ondersteund te worden door de resultaten voor COP.

Ook tussen de verschillende taken werden voor de magnitude van COP geen significante

verschillen gevonden. Er zou verwacht worden dat de aanpassingen in APAs gepaard gaan

met veranderingen in het COP-traject. Het kan zijn dat deze veranderingen niet worden

waargenomen aangezien in deze studie gewerkt werd met vaste punten en niet met een traject.

Page 73: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 65

De Troyer Jacob

Bij arm movement (De Wolf et al., 1998) en load-drop (Slijper et al., 2002) was er wel een

verandering in het COP-traject voor en net na de start van de beweging. Bij SP was er al

COP-verplaatsing voor de initiatie van de beweging. Bij CRT en SP werd deze COP-

verplaatsing uitgesteld tot na de start van de beweging maar kende wel een sneller COP

verloop waardoor deze taken de SP-taak helemaal of gedeeltelijk zouden inhalen. Dit zou een

mogelijke uitleg kunnen zijn waarom de magnitude van de COP variabelen geen verschillen

vertonen tussen de verschillende balsnelheden en de verschillende reactietaken.

4. EMG

Bij de vangtaak waren significante interactie-effecten waar te nemen voor tijd van rectus

femoris (tEMG5), biceps femoris (tEMG6) en de gastrocnemius (tEMG8). Bovendien was er

een hoofdeffect van snelheid voor tEMG5, tEMG8 en trend tot significantie voor tEMG6. Het

verloop van de activatietijden van de rectus femoris (RF), biceps femoris (BF) en de

gastrocnemius (GAS) over de verschillende snelheden kan gekoppeld worden aan de eerder

besproken dalende responstijd en de LT.

Voor de lage snelheden (V2) zal BF in blokconditie vroeger activeren dan in de

randomconditie. Naarmate de snelheid stijgt, zal het langer duren vooraleer de spier gaat

activeren. Er is een duidelijke trend te zien dat in de blokconditie de voorkennis over de

snelheid zal gebruikt worden om de beweging aan te passen. Tijdens de randomconditie

liggen de tijdstippen van activatie veel dichter bij elkaar. Het lijkt erop dat bij gebrek aan deze

snelheidsinformatie, tijdens de randomconditie, het lichaam een soort van standaard respons

gaat genereren (Tijtgat et al.,2010). Bij de blokconditie liggen de activaties tussen de

balsnelheden veel verder uit elkaar wat er kan op wijzen dat de proefpersonen hun patroon op

voorhand deels kunnen plannen (verhouding MT en LT).

Het hoofdeffect van snelheid voor deze spieren toont duidelijk aan dat er bij hogere

balsnelheden een verschuiving is van de spieractivatie in de richting van de start van de

beweging (tW_onset). Als de balsnelheid blijft stijgen en daardoor blijft de LT dalen, dan

zouden we verwachten dat de EMG activaties blijven verschuiven naar het initiatiemoment

van de beweging tot deze virtueel gelijktijdig starten. Het lijkt erop dat de posturale spieren

een cocontractie zullen uitvoeren om het evenwicht te stabiliseren. Deze resultaten komen

Page 74: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 66

De Troyer Jacob

overeen met de arm movement taak van De Wolf et al. (1998) tussen verschillende RT taken

aan verschillende snelheden. Voor de rectus abdominis (RA) en de erector spinae (ES)

werden geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende balsnelheden of

groepen.

De single-process controle theorie voorspelt dat de extra tijd die we bij V2 krijgen niet kan

gebruikt worden omdat het signaal voor de posturale aanpassingen en dat van de focale

beweging hetzelfde zijn. Dan wordt er verwacht dat de posturale aanpassingen in een vast

tijdspatroon zouden plaatsvinden voor de verstoring. Resultaten tonen echter dat de extra tijd

bij V2 gebruikt wordt om de APAs vroeger te doen starten. Dus zullen bovenstaande

bevindingen vooral aansluiten bij de dual-process theorie. Deze stelt dat de focale en

posturale component door twee aparte controlesignalen worden aangestuurd en dat er een

verschil is in de relatieve timing van de componenten. Dit wordt nog duidelijker bij de

aanwezigheid van voorkennis (blokconditie). Deze voorkennis lijkt een significante rol te

spelen in het efficiënt aanpassen van de APAs.

Als naar de verschillen tussen de reactietaken werd gekeken dan werd enkel voor de EMG-

integralen een verschil gevonden bij de rectus abdominis (EMG3) en de biceps femoris

(EMG6). Deze twee posturale spieren kennen een grotere amplitude voor de snelle taken

(SPFA en RTFA) dan voor de vangtaken (V2 en V5) en er is een zeer kleine waarde

gevonden voor SPSL.

Over de onset van de EMG-signalen (Figuur 36) worden enkel significante verschillen

gevonden voor de erector spinae (tEMG4). Hier kunnen we afleiden dat voor de snelle taken

(RTFA en SPFA) de erector spinae heel dicht bij de start van de beweging zal activeren. Zoals

hierboven reeds vermeld is, zullen de APAs onder tijdsdruk verschuiven in de richting van de

bewegingsinitiatie. Bij vangtaken komen de APAs later voor.

Page 75: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 67

De Troyer Jacob

Figuur 36: De EMG onsets voor alle posturale spieren tijdens de verschillende reactietaken.

Significante spieren worden aangeduid met een * (p < 0,050).

-200

-100

0

100

200

300

400

500

600

700

GAS BF RF ES RA

Tijd

(m

s)

Spieren

EMG onsets

VNG_V2

SPSL

VNG_V5

SPFA

RTFA

*

Page 76: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 68

De Troyer Jacob

5. Conclusie

Deze studie is erin geslaagd om de resultaten van andere studies te ondersteunen. Zo kon de

standaard respons bij het vangen in randomconditie (Tijtgat et al., 2010) gereproduceerd

worden. De resultaten bevestigen bovendien de bevindingen van De Wolf et al. (1998). Die

stelde dat bij reactietaken aan hoge snelheden het tijdstip van spieractivatie meer naar de start

van de beweging zou verschuiven.

De resultaten geven meer inzicht over het effect van snelheid en de rol van anticipatie bij het

balvangen. Zo zal bij lage snelheden bij de blokconditie te zien zijn dat er een rol is

weggelegd om voorkennis te gebruiken. Deze informatie wordt gebruikt om te anticiperen en

te plannen. Dit strookt met onze hypothese dat meer APAs zullen optreden bij trage snelheden.

De extra tijd bij V2 wordt gebruikt om vroeger APAs te genereren. Vangen leunt in deze

studie het dichtst aan bij SP taken.

Wat zijn nu de implicaties naar theorievorming? Huidige studie vertoonde zowel resultaten

die aansloten bij de single-process hypothese als resultaten die de dual-process theorie

ondersteunen. Er is dus voorlopig geen uitsluitsel te geven omtrent welke controletheorie aan

de basis ligt van de evenwichtscontrole bij balvangen. Waarschijnlijk is het bijsturen van

evenwicht complexer dan dat deze twee theorieën suggereren en zal een ander model met

kenmerken van beide theorieën aan de basis leggen. Verder onderzoek is nog nodig om hier

meer duidelijkheid over te krijgen

Er zijn een paar opmerkingen en bedenkingen waar rekening moet mee gehouden worden bij

het reproduceren van dit experiment. In de studie werd gewerkt met enkele vaste COP-punten.

Hierdoor kon er geen inzicht verworven worden omtrent de COP-verplaatsing net voor en na

de start van de beweging. Het kan een betere methode zijn om te werken met volledige COP-

trajecten. Dit zou meer inzicht kunnen brengen in de invloed van APAs op het COP. Verder

lijkt het beter om de MT te berekenen aan de hand van versnellen/afremmen van de

polssnelheid om een juister idee te hebben over de MT.

Page 77: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 69

De Troyer Jacob

Referentielijst

Alderson GFK, Sully DJ, Sully HG (1974) An operational analysis of a one-handed catching

task using high speed photography. Journal of Motor Behavior, 6:217-226

Aruin AS, Latash ML (1995) Directional specificity of postural muscles in feed-forward

postural reactions during fast voluntary arm movements. Exp. Brain Res, 103:323–332

Aruin AS, Latash ML (1995) The role of motor action in anticipatory postural adjustments

studied with self-induced and externally triggered perturbations. Exp. Brain Res, 106:291–300

Battaglia P, Jacobs R, Aslin R (2003) Bayesian integration of visual and auditory signals for

spatial localization. J Opt Soc Am A, 20:1391-1397

Battig WF (1966) Facilitation and interference. In E.A. Bilodeau (Ed.), Acquisition of skill.

New York: Academic Press, 215-244

Battig WF (1979) The flexibility of human memory. In Cermak LS, Craik FIM (Eds.), Levels

of processing in human memory. Hillsdale, NJ: Erlbaum, 23-44

Beaunieux, H. (2006). Which processes are involved in cognitive procedural learning?

Memory, 14:521-539

Benvenuti F, Panzer VP, Thomas SL, Hallett M. (1990) Kinematic and EMG analysis of

postural adjustments associated with fast elbow flexion movements. In Brandt T, Paulus W,

Bles W, Dieterich M, Drafczyk S, Straube A (Eds.), Disorders of Posture and Gait. Thieme,

Stuttgart, 72–75

Benvenuti F, Stanhope SJ, Thomas SL ,Panzer VP, Thomas S, Hallett M (1997) Flexibility of

anticipatory postural adjustments revealed by self-paced and reaction-time arm movements.

Brain Res, 761:59-70

Berrigan F, Simoneau M, Martin O, Teasdale N (2006) Coordination between posture and

movement: interaction between postural and accuracy constraints. Exp Brain Res, 170:255-

264

Page 78: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 70

De Troyer Jacob

Blakemore SJ, Sirigu A (2003) Action prediction in the cerebellum and in the parietal lobe.

Exp Brain Res, 153:239-45

Bootsma RJ, Peper CE (1992) Predictive visual informationsources for the regulation of

action with special emphasis oncatching and hitting. In Proteau L, Elliot D (Eds.), Vision and

motor control, 285-314

Bouisset S, Richardson J, Zattara M (2000) Do anticipatory postural adjustments occurring in

different segments of the postural chain follow the same organisational rule for different task

movement velocities, independently of the inertial load value? Exp Brain Res, 132:79-86

Bouisset S, Zattara M (1987) Biomechanical study of the programming of anticipatory

postural adjustments associated with voluntary movement. J. Biomech, 20:735–742

Bouisset S, Zattara M (1990) Segmental movement as a perturbation to balance? Facts and

concepts. In Winters JM, Woo SL-Y (Eds.), Multiple Muscle Systems. Biomechanics and

Movement Organization. Springer, New York, 498-506

Brown JE, Frank JS (1987) Influence of event anticipation on postural actions accompanying

voluntary movement. Exp. Brain Res, 67:645–650

Button C, Davids K, Bennett SJ, Tayler M (2000) Mechanical perturbation of the wrist during

one-handed catching. Acta Psychologica, 105:9-30

Button C, Davids K, Bennett SJ, Savelsbergh GJP (2002) Anticipatory responses to

perturbation of co-ordination in one-handed catching. Acta Psychologica, 109:75-93

Cohen NJ, Squire LR (1980) Preserved learning and retention of pattern-analyzing skill in

amnesia: Dissociation of knowing how and knowing that. Science, 210:207-210

Cordo PJ, Nashner LM (1982) Properties of postural adjustments associated with rapid arm

movements. J. Neurophysiol, 47:287–302

Crenna P, Frigo C, Massion J, Pedotti A (1987) Forward and backward axial synergies in man.

Exp Brain Res, 65:538-548

Page 79: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 71

De Troyer Jacob

Cross ES, Schmitt PJ, Grafton ST (2007) Neural substrates of contextual interference during

motor learning support a model of active preparation. Journal of Cognitive Neuroscience,

19:1854-1871

De Wolf S, Slijper H, Latash ML (1998) Anticipatory postural adjustments during self-paced

and reaction-time movements. Exp. Brain Res, 121:7–19

Deneve S, Pouget A (2004) Bayesian multisensory integration and cross-modal spatial links.

Journal of Physiology - Paris, 98:249-258

Ernst M, Bulthoff H (2004) Merging the senses into a robust percept. TRENDS in Cognitive

Sciences, 8:162-169

Fitts PM (1954) The information capacity of the human motor system controlling the

amplitude of the movement. J Exp Psychol, 47:381–391

Fitts PM, Peterson JR (1964) Information capacity of discrete motor responses. J Exp Psychol,

67:103-112

Gabriele, T.E., Lee, T.D., & Hall, G.R. (1991). Contextual interference in movement timing:

Specific effects in retention and transfer. Journal of Human Movement Studies, 20:177-188

Horak FB, Esselman P, Anderson ME, Lynch MK (1984) The effects of movement velocity,

mass is placed, and task certainty on associated postural adjustments made by normal and

hemiplegic individuals. J Neurol Neurosurgh Psychiatry, 47:1020-1028

Immink MA, Wright DL (1998) Contextual interference: A response planning account. The

Quarterly Journal of Experimental Psychology. A, Human Experimental Psychology, 51:735-

754

Inglin D, Woollacott M (1988) Age-related changes in anticipatory postural adjustments

associated with arm movements. J. Gerontol., 43:105–113.

Jeka JJ, Schoner G, Dijkstra P, Ribeiro P, Lackner J (1997) Coupling of fingertip

somatosensory information to head and body. Exp Brain Res, 113:475-483

Kiemel T, Oie KS, and Jeka JJ (2002) Multisensory fusion and the stochastic structure of

postural sway. Biol Cybern 87:262-77

Page 80: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 72

De Troyer Jacob

Kording KP, Wolpert DM (2004) Bayesian integration in sensorimotor learning. Nature,

427:244-7

Laurent M., Montagne G, Savelsbergh GJP (1994) The control and coordination of one-

handed catching: the effect of temporal constraints, Experimental Brain Research, 101:314-

322

Lee TD, Wishart LR, Cunningham S, Carnahan H (1997) Modeled timing information during

random practice eliminates the contextual interference effect. Research Quarterly for Exercise

and Sport, 68:100-105

Lee WA, Buchanan TS, Rogers MW (1987) Effects of arm acceleration and behavioral

conditions on the organization of postural adjustments during arm flexion. Exp. Brain Res,

66:257–270

Limons E, Shea JB (1988) Deficient processing in learning and performance. In Colley AM

and Breech JR (Eds.), Cognition and action in skilled behavior. New York: Elsevier, 333-347

Magill RA, Hall KG (1990) A review of the contextual interference effect in motor skill

acquisition. Human Movement Science, 9:241-289

Marteniuk RG, Bertram CP (2001) Contributions of gait and trunk movements to prehension:

perspectives from world- and bodycentered coordinates. Motor Control, 5:151–165

Massion J (1992) Movement, posture and equilibrium: interaction and coordination. Prog.

Neurobiol, 38:35–56

Massion J, Ioffe M, Schmitz C, Viallet F, Gantcheva R (1999) Acquisition of anticipatory

postural adjustments in a bimanual load-lifting task: normal and pathological aspects. Exp.

Brain Res, 128:229–235

Mazyn LIN, Montagne G, Savelsberg GJP, Lenoir M. (2006) Reorganization of catching

coordination under varying temporal constraints. Motor Control, 10:143-159

Mazyn LIN, Savelsberg GJP, Montagne G, Lenoir M. (2007) Planning and on-line control of

catching as a function of perceptual-motor constraints. Acta Psychologica, 126:59-78

Page 81: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 73

De Troyer Jacob

Mazyn LIN, Lenoir M, Montagne G., Savelsberg GJP (2007) Spatial and temporal

adaptations that accompany increasing catching performance during learning. Journal of

Motor Behavior, 39:491-502

Mergner T, Maurer C, Peterka RJ (2002) Sensory contributions to the control of stance: a

posture control model. Adv Exp Med Biol, 508:147-52.

Mergner T, Maurer C, Peterka RJ (2003) A multisensory posture control model of human

upright stance. Prog Brain Res, 142:189-201

Musolino MC (2006) Postural sway and sway-adaptation during exposure to optic flow: the

effect of stimulus periodicity and concurrent cognitive tasks. University of Pittsburgh

Oie KS, Kiemel T, and Jeka JJ (2002) Multisensory fusion: simultaneous re-weighting of

vision and touch for the control of human posture. Brain Res Cogn Brain Res, 14:164-76.

Osman M, Wilkinson L, Beigi M, Castaneda CS, Jahanshahi, M (2008) Patients with

Parkinson‟s disease learn to control complex systems via procedural as well as non-

procedural learning. Neuropsychologia,, 46:2355-2363

Overdorf V, Schweighardt R, Page SJ, McGrath RE (2004) Mental and physical practice

schedules in acquisition and retention of novel timing skills. Perceptual and Motor Skills,

99:51-62

Peterka RJ (2002) Sensorimotor integration in human postural control. J Neurophysiol

88:1097-118

Pozzo T, Stapley PJ, Papaxanthis C (2002) Coordination between equilibrium and hand

trajectories during whole body pointing movements. Exp Brain Res, 144:343-350

Rosengren KS, Pick HL, Von Hofsten C (1988) Role of vision in ball-catching. Journal of

Motor Behavior, 20:150-164

Savelsbergh GJP, Bennett SJ, Angelakopoulos GT, Davids K (2004) Perceptual-motor

organization of children‟s catching behaviour under diffrent postural constraints.

Neuroscience Letters, 373:153-158

Page 82: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 74

De Troyer Jacob

Shea JB, Morgan RL (1979) Contextual interference effects on the acquisition, retention, and

transfer of a motor skill. Journal of Experimental Psychology: Learning, Memory, and

Cognition, 5:179-187

Shea, JB, Zimny ST (1988) Knowledge incorporation in motor representation. In Meijer OG,

Roth K (Eds.), Complex movement behavior: The motoraction controversy. Amsterdam,

North Holland, 289-314

Slijper H, Latash ML, Mordkoff JT (2002) Anticipatory postural adjustments under simple

and choice reaction time conditions. Brain Research, 924:184-197

Tijtgat P, Bennett J, Savelsbergh GJP, De Clercq D, Lenoir M (2010) Advance knowledge

effects on kinematics of one-handed catching. Exp. Brain Res, 201:875–884

Toussaint HM, Commissaris DA, Beek PJ (1997) Anticipatory postural adjustments in the

back and leg lift. Med. Sci. Sports Exerc, 29:1216–1224

Toussaint HM, Commissaris DA, Hoozemans MJ, Ober MJ, Beek PJ (1997) Anticipatory

postural adjustments before load pickup in a bi-manual whole body lifting task. Med. Sci.

Sports Exerc, 29:1208–1215

van der Kooij H, Jacobs R, Koopman B, and van der Helm F (2001) An adaptive model of

sensory integration in a dynamic environment applied to human stance control. Biological

Cybernetics, 84[2]:103-15

Van Landeghem (2008) Thesis: Kinematische aanpassingen in het éénhandig balvangen bij

voorziene en onvoorziene veranderingen in balsnelheid. University of Ghent

Winter DA (1995) Human balance and posture control during standing and walking. Gait and

Posture, 3:193-214

Winter DA, Patla AE, Rietdyk S, Ishac MG (2001) Ankle muscle stiffness in the control of

balance during quiet standing. Journal of Neurophysiology, 85[6]:2630-3

Wolpert DM, Miall RC, Kawato M (1998) Internal models in the cerebellum [Review].

Trends in Cognitive Sciences, 2:338-347

Page 83: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Referentielijst

Rimbaut David 75

De Troyer Jacob

Wright DL (1991) The role of intertask and intratask processing in acquisition and retention

of motor skills. Journal of Motor Behavior, 23:139-145

Wulf G, Lee TD (1993) Contextual interference effects in movements of the same class:

Differential effects on program and parameter learning. Journal of Motor Behavior, 25:254-

263

Zattara M, Bouisset S (1988) Posturo-kinetic organisation during the early phase of voluntary

upper limb movement. 1. Normal subjects. J. Neurol. Neurosurg. Psychiatry, 51:956–965.

Zupan L, Merfeld D, Darlot C (2002) Using sensory weighting to model the influence of

canal, otolith and visual cues on spatial orientation and eye movements. Biological

Cybernetics, 86:209-230

Page 84: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Bijlage

Rimbaut David 76

De Troyer Jacob

Bijlage: Informed Consent

Page 85: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 77

De Troyer Jacob

Appendix: Statischtische resultaten

A. GEMIDDELDEN en STANDAARDDEVIATIES van de variabelen per SNELHEID en CONDITIE.

Variabele Snelheid Conditie Gemiddelde SD

COPcontact V2 blok -0,0034 0,0120

random -0,0063 0,0145

V3 blok -0,0091 0,0073

random -0,0116 0,0125

V4 blok -0,0093 0,0095

random -0,0071 0,0068

V5 blok -0,0113 0,0113

random -0,0015 0,0061

COPmax V2 blok 0,0043 0,0051

random -0,0011 0,0088

V3 blok -0,0004 0,0059

random -0,0015 0,0097

V4 blok 0,0007 0,0119

random 0,0018 0,0115

V5 blok -0,0017 0,0167

random 0,0043 0,0104

COPmin V2 blok 0,0014 0,0034

random 0,0028 0,0043

V3 blok 0,0020 0,0031

random 0,0036 0,0050

V4 blok 0,0010 0,0061

random 0,0040 0,0060

V5 blok 0,0026 0,0029

random 0,0029 0,0075

COPpre V2 blok 0,0002 0,0006

random 0,0001 0,0006

V3 blok 0,0004 0,0009

random 0,0001 0,0006

V4 blok 0,0001 0,0005

random 0,0003 0,0009

V5 blok 0,0004 0,0004

random 0,0003 0,0006

COPW_onset V2 blok 0,0001 0,0011

Page 86: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 78

De Troyer Jacob

random 0,0005 0,0004

V3 blok 0,0004 0,0003

random 0,0005 0,0004

V4 blok 0,0002 0,0003

random 0,0006 0,0002

V5 blok 0,0004 0,0003

random 0,0003 0,0005

EMG1 V2 blok 7,5765 3,6562

random 8,0100 3,5654

V3 blok 8,2149 3,1467

random 7,9324 2,8813

V4 blok 9,0371 3,7395

random 8,4314 3,7300

V5 blok 9,0786 3,7686

random 8,6336 3,6809

EMG2 V2 blok 2,4326 3,3524

random 1,8283 1,9479

V3 blok 2,6196 3,2036

random 2,3761 2,9677

V4 blok 2,3497 2,7957

random 2,2515 2,8667

V5 blok 2,6303 3,4175

random 2,7473 3,7346

EMG3 V2 blok 0,0184 0,1236

random -0,0670 0,1946

V3 blok 0,0123 0,1233

random 0,0301 0,1272

V4 blok -0,0067 0,1629

random 0,0240 0,1121

V5 blok -0,0026 0,1378

random -0,0049 0,1485

EMG4 V2 blok 0,1296 0,0930

random 0,1862 0,2370

V3 blok 0,1321 0,1713

random 0,2006 0,1973

V4 blok 0,1964 0,1640

random 0,1421 0,2306

V5 blok 0,1009 0,1472

random 0,1794 0,2010

Page 87: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 79

De Troyer Jacob

EMG5 V2 blok 0,0032 0,0226

random 0,0107 0,0137

V3 blok 0,0138 0,0168

random 0,0110 0,0097

V4 blok 0,0038 0,0151

random 0,0101 0,0200

V5 blok 0,0202 0,0296

random 0,0070 0,0217

EMG6 V2 blok 2,0959 0,9315

random 1,9457 0,5971

V3 blok 1,7828 0,5599

random 1,9816 0,6116

V4 blok 2,1074 0,7400

random 1,9637 0,6779

V5 blok 2,0229 0,8933

random 2,2069 0,7576

EMG8 V2 blok 0,0635 0,1068

random 0,1176 0,1724

V3 blok 0,0957 0,1445

random 0,1360 0,1609

V4 blok 0,1838 0,2439

random 0,0809 0,1646

V5 blok 0,1830 0,2725

random 0,1844 0,2947

LT V2 blok 0,2200 0,0317

random 0,1893 0,0198

V3 blok 0,1740 0,0185

random 0,1775 0,0120

V4 blok 0,1723 0,0168

random 0,1675 0,0164

V5 blok 0,1580 0,0208

random 0,1657 0,0158

MT V2 blok 0,5732 0,0273

random 0,6083 0,0204

V3 blok 0,4481 0,0177

random 0,4515 0,0149

V4 blok 0,3821 0,0139

random 0,3863 0,0159

V5 blok 0,3554 0,0136

random 0,3514 0,0173

Page 88: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 80

De Troyer Jacob

tCOPcontact V2 blok 0,7892 0,0140

random 0,7819 0,0404

V3 blok 0,6296 0,0292

random 0,6312 0,0137

V4 blok 0,5699 0,0414

random 0,5717 0,0497

V5 blok 0,5235 0,0379

random 0,5244 0,0256

tCOPmax V2 blok 0,5532 0,1283

random 0,4989 0,0622

V3 blok 0,5001 0,0708

random 0,5029 0,0524

V4 blok 0,5029 0,0808

random 0,5105 0,0781

V5 blok 0,4722 0,0619

random 0,5024 0,0850

tCOPmin V2 blok 0,3065 0,0967

random 0,2653 0,0200

V3 blok 0,2382 0,0320

random 0,2525 0,0405

V4 blok 0,2394 0,0357

random 0,2569 0,0325

V5 blok 0,2357 0,0421

random 0,2608 0,0436

tCOPpre V2 blok 0,3759 0,1590

random 0,3223 0,0789

V3 blok 0,3344 0,0898

random 0,3292 0,0898

V4 blok 0,3114 0,0937

random 0,3509 0,0796

V5 blok 0,3494 0,0879

random 0,3351 0,1310

tCOPW_onset V2 blok 0,2193 0,0323

random 0,1894 0,0198

V3 blok 0,1740 0,0185

random 0,1775 0,0120

V4 blok 0,1723 0,0168

random 0,1675 0,0164

V5 blok 0,1584 0,0203

Page 89: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 81

De Troyer Jacob

random 0,1661 0,0148

tEMG1 V2 blok -0,0056 0,0104

random -0,0072 0,0149

V3 blok -0,0095 0,0050

random -0,0069 0,0085

V4 blok -0,0052 0,0062

random -0,0058 0,0106

V5 blok -0,0072 0,0089

random -0,0089 0,0084

tEMG2 V2 blok 0,0037 0,0172

random 0,0055 0,0166

V3 blok 0,0012 0,0115

random 0,0068 0,0125

V4 blok 0,0108 0,0236

random 0,0120 0,0175

V5 blok 0,0079 0,0177

random 0,0098 0,0143

tEMG3 V2 blok 0,1619 0,1558

random 0,1412 0,1231

V3 blok 0,1315 0,0741

random 0,1180 0,0853

V4 blok 0,1425 0,0977

random 0,1568 0,1078

V5 blok 0,1356 0,0940

random 0,1436 0,1072

tEMG4 V2 blok 0,1181 0,0797

random 0,0815 0,0737

V3 blok 0,1117 0,0570

random 0,1191 0,0918

V4 blok 0,1168 0,0700

random 0,0996 0,0619

V5 blok 0,0991 0,0557

random 0,1023 0,0599

tEMG5 V2 blok 0,1609 0,1945

random 0,1271 0,1397

V3 blok 0,1482 0,1658

random 0,1095 0,1205

V4 blok 0,2162 0,1196

random 0,2149 0,0524

V5 blok 0,1398 0,0766

Page 90: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 82

De Troyer Jacob

random 0,2014 0,0664

tEMG6 V2 blok -0,0407 0,0303

random -0,0098 0,0109

V3 blok -0,0075 0,0164

random -0,0133 0,0127

V4 blok -0,0007 0,0136

random -0,0094 0,0108

V5 blok -0,0101 0,0084

random -0,0093 0,0099

tEMG8 V2 blok 0,2072 0,1109

random 0,1162 0,0629

V3 blok 0,1037 0,0739

random 0,1422 0,1205

V4 blok 0,1032 0,0837

random 0,1013 0,0522

V5 blok 0,0907 0,0726

random 0,0996 0,0652

B. GEMIDDELDE en STANDAARDDEVIATIES van de variabelen bij de REACTIETAKEN.

Variabele Taak Gemiddelde SD

COPpre VNG_V2 0,000 0,000

SPSL 0,001 0,001

VNG_V5 0,000 0,000

SPFA 0,001 0,001

RTFA 0,000 0,001

COPW_onset VNG_V2 0,000 0,000

SPSL 0,000 0,002

VNG_V5 0,000 0,000

SPFA 0,000 0,001

RTFA 0,000 0,001

COPmin VNG_V2 0,002 0,004

SPSL 0,002 0,002

VNG_V5 0,003 0,005

SPFA 0,001 0,005

RTFA 0,002 0,003

COPmax VNG_V2 0,005 0,005

SPSL 0,004 0,004

Page 91: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 83

De Troyer Jacob

VNG_V5 0,013 0,013

SPFA 0,004 0,004

RTFA 0,005 0,005

COPcontact VNG_V2 -0,005 0,013

SPSL 0,001 0,001

VNG_V5 -0,006 0,008

SPFA 0,001 0,002

RTFA 0,001 0,002

COPend VNG_V2 -,0054 ,00815

SPSL -,0008 ,00339

VNG_V5 -,0100 ,01118

SPFA ,0008 ,00199

RTFA -,0031 ,00306

EMG1 VNG_V2 7,793 3,497

SPSL 1,094 1,449

VNG_V5 8,856 3,645

SPFA 4,899 3,146

RTFA 6,492 3,396

EMG2 VNG_V2 2,130 2,644

SPSL 0,278 0,251

VNG_V5 2,689 3,574

SPFA 19,987 13,463

RTFA 15,893 15,565

EMG3 VNG_V2 -0,024 0,143

SPSL -0,075 0,110

VNG_V5 -0,004 0,140

SPFA 0,541 0,474

RTFA 0,309 0,511

EMG4 VNG_V2 0,158 0,113

SPSL 0,070 0,127

VNG_V5 0,140 0,142

SPFA 2,117 2,191

RTFA 1,523 2,080

EMG5 VNG_V2 0,007 0,015

SPSL 0,026 0,031

VNG_V5 0,014 0,012

SPFA 0,272 0,217

Page 92: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 84

De Troyer Jacob

RTFA 0,243 0,317

EMG6 VNG_V2 2,021 0,685

SPSL 0,844 0,412

VNG_V5 2,115 0,792

SPFA 4,911 1,538

RTFA 3,938 2,459

EMG8 VNG_V2 0,091 0,137

SPSL -0,009 0,019

VNG_V5 0,184 0,283

SPFA 0,099 0,303

RTFA 0,070 0,252

LT VNG_V2 0,205 0,021

SPSL 0,190 0,000

VNG_V5 0,162 0,016

SPFA 0,190 0,000

RTFA 0,229 0,042

MT VNG_V2 0,621 0,119

SPSL 2,004 0,166

VNG_V5 0,544 0,081

SPFA 0,686 0,289

RTFA 0,641 0,064

tCOPend VNG_V2 0,820 0,098

SPSL 2,100 0,682

VNG_V5 0,675 0,090

SPFA 1,021 0,591

RTFA 0,854 0,068

tCOPmax VNG_V2 0,526 0,088

SPSL 1,148 0,483

VNG_V5 0,487 0,073

SPFA 0,615 0,429

RTFA 0,595 0,180

tCOPmin VNG_V2 0,286 0,051

SPSL 0,550 0,143

VNG_V5 0,248 0,041

SPFA 0,304 0,048

RTFA 0,355 0,073

Page 93: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 85

De Troyer Jacob

tCOPpre VNG_V2 0,349 0,108

SPSL 0,284 0,082

VNG_V5 0,342 0,098

SPFA 0,316 0,094

RTFA 0,352 0,147

tCOPW_onset VNG_V2 0,204 0,022

SPSL 0,190 0,000

VNG_V5 0,162 0,016

SPFA 0,190 0,000

RTFA 0,229 0,042

tEMG1 VNG_V2 -0,006 0,013

SPSL 0,005 0,064

VNG_V5 -0,008 0,008

SPFA 0,001 0,016

RTFA -0,004 0,009

tEMG2 VNG_V2 0,005 0,016

SPSL 0,274 0,247

VNG_V5 0,009 0,016

SPFA -0,020 0,016

RTFA -0,013 0,016

tEMG3 VNG_V2 0,152 0,138

SPSL 0,180 0,273

VNG_V5 0,140 0,100

SPFA 0,024 0,085

RTFA 0,023 0,046

tEMG4 VNG_V2 0,100 0,074

SPSL 0,372 0,195

VNG_V5 0,101 0,056

SPFA -0,003 0,051

RTFA -0,016 0,032

tEMG5 VNG_V2 0,236 0,163

SPSL 0,000 0,000

VNG_V5 0,171 0,052

SPFA 0,005 0,024

RTFA 0,017 0,032

tEMG6 VNG_V2 -0,025 0,018

SPSL -0,028 0,053

Page 94: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 86

De Troyer Jacob

VNG_V5 -0,010 0,009

SPFA -0,075 0,039

RTFA -0,030 0,030

tEMG8 VNG_V2 0,169 0,107

SPSL 0,354 0,290

VNG_V5 0,092 0,081

SPFA 0,033 0,041

RTFA 0,093 0,078

C. INTERACTIE- en HOOFDEFFECTEN van de variabelen voor SNELHEID en CONDITIE.

Variabele Effect F p

COPcontact IE (snelh x cond) 6,791 0,027 HE (cond) 1,386 0,292 HE (snelh) 0,375 0,968

COPmax IE (snelh x cond) 2,638 0,141 HE (cond) 0,006 0,944 HE (snelh) 0,296 0,685

COPmin IE (snelh x cond) 0,864 0,462 HE (cond) 1,848 0,232 HE (snelh) 0,300 0,658

COPpre IE (snelh x cond) 0,245 0,778 HE (cond) 0,030 0,870

HE (snelh) 0,287 0,762

COPW_onset IE (snelh x cond) 0,713 0,486 HE (cond) 0,962 0,372 HE (snelh) 0,160 0,779

EMG1 IE (snelh x cond) 0,997 0,386 HE (cond) 0,182 0,687 HE (snelh) 3,231 0,113

EMG2 IE (snelh x cond) 0,804 0,422 HE (cond) 1,891 0,227 HE (snelh) 1,927 0,218

EMG3 IE (snelh x cond) 2,048 0,203 HE (cond) 0,140 0,723

HE (snelh) 1,074 0,376

Page 95: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 87

De Troyer Jacob

EMG4 IE (snelh x cond) 1,368 0,297 HE (cond) 0,230 0,652 HE (snelh) 0,124 0,875

EMG5 IE (snelh x cond) 0,656 0,480 HE (cond) 0,007 0,935 HE (snelh) 1,722 0,238

EMG6 IE (snelh x cond) 0,798 0,451

HE (cond) 0,014 0,909

HE (snelh) 0,545 0,659

EMG8 IE (snelh x cond) 3,745 0,059 HE (cond) 0,008 0,932 HE (snelh) 0,910 0,459

LT IE (snelh x cond) 6,740 0,017 HE (cond) 1,020 0,359 HE (snelh) 24,222 <0,001

MT IE (snelh x cond) 11,868 0,008 HE (cond) 2,927 0,148 HE (snelh) 2438,825 <0,001

tCOPcontact IE (snelh x cond) 0,249 0,665 HE (cond) 0,012 0,916

HE (snelh) 91,059 <0,001

tCOPmax IE (snelh x cond) 2,475 0,163 HE (cond) 0,101 0,763 HE (snelh) 2,152 0,190

tCOPmin IE (snelh x cond) 2,126 0,197 HE (cond) 0,900 0,776 HE (snelh) 4,798 0,035

tCOPpre IE (snelh x cond) 0,788 0,452

HE (cond) 1,174 0,328

HE (snelh) 0,186 0,820

tCOPW_onset IE (snelh x cond) 6,561 0,018 HE (cond) 0,973 0,369 HE (snelh) 23,159 <0,001

Page 96: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 88

De Troyer Jacob

tEMG1 IE (snelh x cond) 0,884 0,435

HE (cond) 0,023 0,886

HE (snelh) 0,774 0,462

tEMG2 IE (snelh x cond) 0,789 0,461 HE (cond) 0,532 0,499 HE (snelh) 2,656 0,147

tEMG3 IE (snelh x cond) 0,777 0,437 HE (cond) 0,242 0,644 HE (snelh) 0,597 0,481

tEMG4 IE (snelh x cond) 1,443 0,285 HE (cond) 1,637 0,257 HE (snelh) 0,131 0,751

tEMG5 IE (snelh x cond) 2,080 0,180 HE (cond) 0,028 0,874

HE (snelh) 0,814 0,422

tEMG6 IE (snelh x cond) 6,201 0,044 HE (cond) 1,858 0,231 HE (snelh) 4,310 0,071

tEMG8 IE (snelh x cond) 7,080 0,019

HE (cond) 0,347 0,582

HE (snelh) 5,119 0,047

D. F- en p-waarden voor REACTIETAKEN.

Variabele F p

COPcontact 1,617 0,254 COPmax 0,469 0,589 COPmin 0,336 0,835 COPpre 0,406 0,669 COPW_onset 0,57 0,557

EMG1 13,451 0,002 EMG2 8,791 0,017 EMG3 7,389 0,016 EMG4 4,262 0,089 EMG5 3,93 0,650 EMG6 11,174 0,007

Page 97: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 89

De Troyer Jacob

EMG8 0,675 0,508

LT 7,749 0,200 MT 58,862 <0,001

tCOPend 9,597 0,023 tCOPmax 5,027 0,500 tCOPmin 16,201 0,002 tCOPpre 0,482 0,656 tCOPW_onset 7,623 0,210

tEMG1 0,214 0,702 tEMG2 7,88 0,037 tEMG3 1,356 0,301 tEMG4 20,204 0,001 tEMG5 15,482 0,007 tEMG6 3,52 0,075 tEMG8 2,973 0,151

E. POST-HOC van de variabelen voor SNELHEID.

Variabele post hoc p

tCOPcontact V2-V3 <0,001

V2-V4 0,001

V2-V5 <0,001

V3-V4 0,003

V3-V5 <0,001

V4-V5 0,001

tCOPmin V2-V3 0,062

V2-V4 0,045

V2-V5 0,039

V3-V4 0,802

V3-V5 0,724

V4-V5 0,995

LT V2-V3 0,004

V2-V4 0,002

V2-V5 0,001

V3-V4 0,363

V3-V5 0,001

V4-V5 0,188

MT V2-V3 <0,001

Page 98: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 90

De Troyer Jacob

V2-V4 <0,001

V2-V5 <0,001

V3-V4 <0,001

V3-V5 <0,001

V4-V5 <0,001

tCOPcontact V2-V3 <0,001

V2-V4 0,001

V2-V5 <0,001

V3-V4 0,003

V3-V5 <0,001

V4-V5 0,001

tCOPw_onset V2-V3 0,005

V2-V4 0,002

V2-V5 0,001

V3-V4 0,366

V3-V5 0,001

V4-V5 0,211

tEMG8 V2-V3 0,233

V2-V4 0,029

V2-V5 0,021

V3-V4 0,253

V3-V5 0,111

V4-V5 0,208

F. POST-HOC van de variabelen bij REACTIETAKEN.

Variabele post hoc p

EMG1 V2 SPSL 0,003

V5 0,054

SPFA 0,054

RTFA 0,478

SPSL V5 0,001

SPFA 0,005

RTFA 0,003

V5 SPFA 0,011

RTFA 0,168

SPFA RTFA 0,280

EMG2 V2 SPSL 0,146

V5 0,204

SPFA 0,014

Page 99: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 91

De Troyer Jacob

RTFA 0,052

SPSL V5 0,159

SPFA 0,016

RTFA 0,057

V5 SPFA 0,013

RTFA 0,050

SPFA RTFA 0,287

EMG3 V2 SPSL 0,368

V5 0,414

SPFA 0,021

RTFA 0,092

SPSL V5 0,154

SPFA 0,013

RTFA 0,093

V5 SPFA 0,022

RTFA 0,104

SPFA RTFA 0,146

EMG6 V2 SPSL 0,001

V5 0,595

SPFA 0,004

RTFA 0,100

SPSL V5 0,001

SPFA 0,002

RTFA 0,025

V5 SPFA 0,010

RTFA 0,132

SPFA RTFA 0,244

MT V2 SPSL <0,001

V5 0,239

SPFA 0,732

RTFA 0,803

SPSL V5 <0,001

SPFA 0,002

RTFA <0,001

V5 SPFA 0,407

RTFA 0,145

SPFA RTFA 0,736

tCOPmin V2 SPSL 0,002

V5 0,039

SPFA 0,598

Page 100: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 92

De Troyer Jacob

RTFA 0,081

SPSL V5 0,002

SPFA 0,011

RTFA 0,032

V5 SPFA 0,086

RTFA 0,023

SPFA RTFA 0,097

tEMG2 V2 SPSL 0,047

V5 0,101

SPFA 0,026

RTFA 0,046

SPSL V5 0,047

SPFA 0,029

RTFA 0,031

V5 SPFA 0,011

RTFA 0,011

SPFA RTFA 0,186

tEMG4 V2 SPSL 0,008

V5 0,982

SPFA 0,003

RTFA 0,014

SPSL V5 0,015

SPFA 0,003

RTFA 0,003

V5 SPFA 0,005

RTFA 0,003

SPFA RTFA 0,526

tEMG5 V2 SPSL 0,008

V5 0,226

SPFA 0,150

RTFA 0,020

SPSL V5 <0,001

SPFA 0,644

RTFA 0,251

V5 SPFA <0,001

RTFA 0,001

SPFA RTFA 0,187

Page 101: Faculteit Geneeskunde en gezondheidswetenschappenlib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/787/628/RUG01-001787628_2012_000… · Zelfs al lijkt een mens stil te staan, toch staat hij nooit

Onbewuste anticipatie in

evenwichtscontrole bij het balvangen Appendix

Rimbaut David 93

De Troyer Jacob

tEMG6 V2 SPSL 0.869

V5 0.017

SPFA 0.046

RTFA 0.794

SPSL V5 0.385

SPFA 0.117

RTFA 0.959

V5 SPFA 0.012

RTFA 0.212

SPFA RTFA 0.027