Facto Magazine nr. 1/2 2013

48
www.factomagazine.nl ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR FACILITY MANAGEMENT EN INKOOP THEMA: FM IN DE ZORG nummer 1/2, januari/februari 2013 Parnassia Groep In twee jaar naar facilitaire regie Verdere inkoop in de zorg Erasmus MC opent onderwijscentrum Skylobby als werkplek Pag. 15 Pag. 18 Pag. 30

description

Facto Magazine nr. 1/2 2013

Transcript of Facto Magazine nr. 1/2 2013

Page 1: Facto Magazine nr. 1/2 2013

www.factomagazine.nlONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR FACILITY MANAGEMENT EN INKOOP

Collega’s in 1 keer bereikenVoor de receptioniste maken we het werk graag wat makkelijker. Met Vodafone One Net. Dat is 1 geïntegreerde oplossing voor mobiele en vaste telefonie. Uw collega’s zijn dus in 1 keer bereikbaar op 1 nummer, ongeacht op welk toestel.

Zakelijk vast en mobiel worden 1 met One Net. Easy.vodafone.nl/onenet

280.01.084 VF_OneNet_210x297_Recept.indd 1 12-10-12 13:04

THEMA: FM IN DE ZORG

FAC

TO M

agazin

e n

um

mer 1/2 , jan

uari/feb

ruari 2013

nummer 1/2, januari/februari 2013

Parnassia Groep

In twee jaar naarfacilitaire regie

Verdere inkoopin de zorg

Erasmus MC opentonderwijscentrum

Skylobby alswerkplek

Pag. 15 Pag. 18 Pag. 30

01_omslag.indd 1 25-01-13 09:51

Page 2: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Zoekt u een goede BHV opleiding?

Raadpleeg dan het keurmerkregister op:www.niBHV.nl

7819 AW ADV. A4 NIBHV.indd 1 06-12-12 15:2201_omslag.indd 2 25-01-13 09:51

Page 3: Facto Magazine nr. 1/2 2013

3

Onafhankelijk vakblad voor facility management en inkoop

Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

18 Erasmus MC opent nieuw Onderwijscentrum

Eind augustus werd het splinternieuwe opleidings-centrum van het Erasmus MC in Rotterdam opgele-verd. Een fraaie omgeving waar aankomend profes-sionals in de gezondheidszorg kunnen studeren en leren. Vooral de dakconstructie is bijzonder: die zorgt voor diffuus daglicht, vervult een belangrijke rol in de klimaatbeheersing en draagt bij aan de akoestiek. ‘Een architectonisch en functioneel hoog-standje’, aldus Jack Vink van FGB Facility Group.

thema FM in de zorg

thema FM in de zorg

10 Parnassia in twee jaar naar facilitaire regieVan drie regionale facilitaire bedrijven naar één centrale regieorganisatie, met uniforme dienstver-lening en minder kosten, is dat in twee jaar tijd mogelijk? Ja, de praktijk bij Parnassia Groep toont aan dat dat kan. Een gesprek met divisiemanager Joke van der Schoor over de transitie naar facilitai-re regie en alles wat daarbij komt kijken.

15 Verdere inkoop in de zorg De afgelopen jaren heeft de inkoop in de zorg een

flinke professionaliseringsslag doorgemaakt. Hierbij is de aandacht vooral gericht geweest op exploita-tiegoederen: het laaghangend fruit. Maar hoe nu verder? Waar kan nog bespaard worden? Moet er meer focus komen op facilitaire inkoop, op samen-werking of op outsourcing?

thema FM in de zorg

03_Inhoud.indd 3 22-01-13 15:56

Page 4: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Want overzicht geeft rust. Het stelt u bovendien in staat om

goed te beheren, maar ook om gedegen te bouwen. Als u

vanuit rust beslissingen kunt nemen, ziet u de resultaten groeien.

De facilitaire oplossingen van Axxerion geven u een uitzonderlijk

goed totaalbeeld van uw werkzaamheden. Het systeem is uiterst

gebruiksvriendelijk en biedt u een duidelijk overzicht door de

heldere dashboards en rapportages en overzichtelijke workfl ows.

Voor kleinere organisaties betekent het de directe beschikking

over een totaaloplossing voor gegevens- en procesbeheer.

Grote organisaties kunnen eenvoudig informatie en processen

delen met afdelingen, vestigingen, klanten en leveranciers.

Last but not least, door het SaaS-model (Software as a Service)

bespaart u kosten omdat de prijs wordt bepaald door het

feitelijke gebruik.

Kortom: Het Facility Management Informatie Systeem van

Axxerion garandeert overzichtelijkheid. U creëert rust en

helpt daarmee uw onderneming vooruit.

Wilt u ook overzicht creëren: Neemt u dan gerust contact met

ons op via nummer 026 - 474 2420.

Advancing your businessRessenerbroek 26b - 6666 MR Heteren - T. +31 26 474 2420 - E. [email protected] - www.axxerionfs.nl

VOORUITGANG VRAAGT OVERZICHT

1000300002AXX-adv Vooruitgang 215x285.indd 1 20-06-2011 15:23:03

03_Inhoud.indd 4 22-01-13 15:56

Page 5: Facto Magazine nr. 1/2 2013

5Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

21 Wijzigingen in een PVE Tijdens de planontwikkeling voor nieuwbouw of verbouw in de zorg, vin-

den vaak nog allerlei veranderingen plaats in het programma van eisen. Gevolg: tijdverlies, extra kosten en frustratie bij betrokkenen. Tóch zijn wijzigingen niet altijd te voorkomen. Over oorzaken en gevolg.

24 Facilitair met flair Steeds meer GGZ-instellingen zijn op zoek naar mogelijkheden om de kwalitatieve en financiële impact van facilitaire diensten inzichtelijk te maken, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. In dat geval ligt de sleutel tot succes in het gericht inzetten op ‘Facilitair met flair’.

30 5000 Haagse ambtenaren naar een nieuwe werkplek

Het nieuwe kantoor van de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt de komende maanden fasegewijs in gebruik genomen. Hiermee krijgen 5000 ambtenaren een skylobby als werkplek.

34 Hostmanship: hoe maak je het duurzaam? Zeggen dat je hostmanship belangrijk vindt en omarmt is één, maar hoe

geef je het in de praktijk handen en voeten? In dit tweede en laatste arti-kel in de serie over ‘Hostmanship’ staat deze vraag centraal.

36 Minder stenen, meer bezetting Shell Pernis was op zoek naar een huisvestingsbeleidsplan en twee HBO-studenten Facility Management waren op zoek naar een afstudeerop-dracht. De studenten startten een onderzoek met de focus op minder ste-nen en meer bezetting. Een korte samenvatting van de aanpak.

thema FM in de zorg

En verder6 nieuws9 vooruitblik Zorgtotaal29 over inkoop39 recht40 boekrecensie40 column41 agenda41 rising star43 gastcolumn44 contacten en contracten46 column Gerard Dessing46 colofon

De nieuwbouw van het ministerie BZK/VenJ biedt plaats aan circa 5000 mede-werkers die de beschikking krijgen over 4000 werkplekken met de skylobby op de 36ste verdieping als mooiste plekje in het gebouw. Pagina 30.

Volg Facto Magazine op Facebook

Sinds enkele maanden is Facto Magazine ook actief op Facebook.Ga naar www.factomagazine.nl en klik in de rechterkolom bij ‘Join us’ op het Facebook-logo. U wordt dan automatisch volger van Facto op Facebook.

05_inhoud.indd 5 22-01-13 15:57

Page 6: Facto Magazine nr. 1/2 2013

nieuws

6 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

10 missers bij facilitaire aanbestedingen

Wat zijn de tien meest gemaakte fou-ten bij facilitaire aanbestedingen en wat kun je doen om die te voorko-men? Deze vraag staat centraal in de presentatie van prof. dr. Jan Telgen tij-dens het Facto Magazine-middagcon-gres ‘Succes met aanbesteden!’ op woensdag 20 maart in Hotel Van der Valk in Breukelen.De middag is met een iets aangepast programma een herhaling van de drukbezochte bijeenkomst op 18 de-cember jl. die wegens de grote belang-stelling vol zat.

In zijn presentatie gaat Telgen, hoog-leraar Inkoopmanagement aan de Universiteit Twente, aan de hand van aansprekende en praktijkgerichte ca-ses in op de vraag hoe van een facili-taire aanbesteding een succes te ma-ken. Ook besteedt hij aandacht aan de ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwe Aanbestedingswet en de voorstellen voor nieuwe EU-richtlij-nen. Wat gaat er veranderen en wat betekent dat voor de facilitair inkoper en FM’er, betrokken bij aanbestedin-gen?Na de presentatie van Telgen staan de volgende drie kennissessies

(van elk vijf kwartier) in kleine groepen op het programma (deelne-mers kunnen twee van de drie sessies bijwonen):

1. Ontwikkelingen in het aanbe-stedingsrecht - wat betekent het nu echt? (juridische update) Spreker: mr. Gijs Verberne, advocaat en partner bij Van Doorne Advoca-ten in Amsterdam.

2. Van klant-leverancier naar (re-sultaatgericht) partnership (case aanbesteden schoonmaak) Sprekers/panelleden: - Martina van Dijk, hoofd PON Fa-cilities Almere. - Tineke Martens, manager buiten-dienst Masterkey-Plus. - Patrick Wiggerman, directeur ver-koop bij Hago.

3. Nieuw pand, nieuwe catering (case aanbesteden catering) Sprekers: - Herman Kamp, teamleider Ge-bouwsupport bij gemeente Nieuwe-gein. - Hayk Simons, directeur HTC Ad-vies/Atir. - Gerrit Vink, algemeen directeur Appèl Bedrijfscatering.

Meer informatieDatum: 20 maart 2013Locatie: Hotel Van der Valk, Breuke-lenTijd: 13.00 tot 17.00 uurPrijs: € 289,- (excl. btw) voor abon-nees van Facto Magazine en/of de Facto LinkedIn-groepWebsite: www.factomagazine.nl/opleidingen Informatie: [email protected]

Dieven kunnen, als ze goed kijken naar de handbewegingen die mensen maken bij het invoeren van een pinco-de, de code gemakkelijk kraken. Er past immers maar een beperkt aantal com-binaties bij elke serie handbewegingen; een dief kan drie mogelijke codes uit-proberen voordat een pas blokkeert.

Twee studentes van de Technische Uni-versiteit Eindhoven berekenden voor een studieopdracht welke codes veilig zijn, en welke niet. Uit de berekenin-gen van de studentes blijkt dat door te kijken naar de richting van de handbe-wegingen, veel informatie wordt bloot-gegeven over ingetoetste pincodes. Ie-mand die bijvoorbeeld drie keer met de hand naar beneden gaat, en nergens opzij, toetst de code 2580 in. Op die manier zijn in totaal 54 codes met ze-

kerheid te herkennen aan de hand van de handbewegingen die iemand die bij-voorbeeld in de rij voor de kassa staat kan zien, of door op afstand met een camera te kijken. De hand afschermen bij het pinnen is dus zéker zinvol, vin-den de studentes.

292 codes hebben handbewegingen die te herleiden zijn tot maximaal drie mogelijke codes. Doordat een dief drie pogingen kan doen voor een pas blok-

keert, geeft het afkijken van de hand-bewegingen bij deze 292 codes met ze-kerheid toegang tot de bankrekening. Dat is een kleine drie procent van alle codes. De dief moet natuurlijk wel nog de bankpas stelen. Deze kennis kan overigens ook gebruikt worden bij kluisjes of toegangsdeuren met pinco-de, daar is geen pasje bij nodig; slechts de code is voldoende om binnen te ko-men.

Wie zelf de pincode kan kiezen, doet er goed aan een moeilijk te herkennen combinatie te kiezen, stellen de stu-dentes. Het beste is een code waarbij zoveel mogelijk handbewegingen tegen elkaar in worden gemaakt. Een num-mer als 1959 is bijvoorbeeld relatief veilig. De bewegingen van deze combi-natie passen ook bij 105 andere codes.

Wat is een veilige pincode?

Prof. dr. Jan Telgen is keynote-speakertijdens het Facto Magazine-middag-congres ‘Succes met aanbesteden!’ op 20 maart in Breukelen.

06_08_nieuws.indd 6 22-01-13 15:59

Page 7: Facto Magazine nr. 1/2 2013

nieuws

7Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Bouwcombinatie Archimedes vof, be-staande uit Ballast Nedam en Kuijpers Centrale Projecten, gaat het hoofdkan-toor van verzekeraar ASR in Utrecht re-

Nieuwe E-installaties Nieuw Amsterdam Gebouw

Burgers Ergon (per 1 januari opererend onder de merknaam Heijmans Utili-teit) heeft de opdracht gekregen voor het vernieuwen van de elektrotechni-sche installaties in een groot deel van het Nieuw Amsterdam Gebouw in Am-sterdam Zuid-Oost. Het gaat om 7 eta-ges van het complex die door energie-bedrijf Nuon Energy zullen worden gehuurd (in totaal 29.000 m2 kantoor-oppervlak). De aanneemsom is 5 mil-joen euro. Het gaat om het vervangen van kabels, bestaande installaties en

het installeren van nieuwe contactdo-zen, (nood)verlichting, brandalarm en ontruimingsalarm. Burgers Ergon voert dit werk uit in samenwerking met bouwbedrijf De Nijs en Van Gaalen, dat de W-installaties verzorgt. Op-drachtgever is CBRE Global Investors. De oplevering wordt verwacht in na-jaar 2013.

Meer informatie over hetNieuwAmsterdam Gebouw:www.nieuwamsterdamgebouw.nl.

Illustratie: www.meyer-vanschooten.nl

De nieuwbouw van ‘Excellent Gebied’ dienst Sociale Zaken en Werk (SOZAWE) in Groningen wordt naar verwachting ui-terlijk 1 juli a.s. opgeleverd.Het kantoor meet circa 17.000 m 2

en wordt energiezuinig gebouwd. Het ge-bouw heeft een zeer goed geïsoleerde schil en drievoudig glas. Er komen extra energie en daglicht bin-nen door de glazen daken, waarin ook zonnepanelen zijn verwerkt. Via een WKO-installatie kan de warmte in de zomer worden opgeslagen in de bo-dem en in de winter worden gebruikt voor verwarming.Als één van de eerste kantoorgebouwen in Nederland heeft dit gebouw speciale holle vloeren. De zogenaamde Holcon-vloer-delen zijn 180 centimeter breed en heb-ben een variabele lengte. De vloerdelen bestaan uit twee lagen met een ruimte er-

tussen waarin alle kabels, leidingen en in-stallaties worden aangebracht. De vloer is zeer sterk en kan een groot vlak - tot circa 24 meter - overspannen. Hierdoor is het hele vloeroppervlak vrij van belemmeringen zoals dragende mu-ren of pilaren. De vloer is daardoor van gevel tot gevel vrij in te vullen naar de wens van de ge-bruikers en de architect. Dat maakt het gebouw nu en in de toekomst flexibel in het gebruik.

Renovatie tijdens de rit

App Duurzame Huisvesting

Corporate Facility Partners (CFP), Planon en FMN hebben een nieu-we app gelanceerd voor de iPad.De app Duurzame Huisvesting is een eenmalige uitgave met publica-ties over duurzame gebouwen en duurzaam facility management.

Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere: de BREEAM Quickscan, succesvolle energiemo-nitoring in Antwerpen, één duur-zaamheidsstandaard en de gedrags-code Duurzame Eindgebruikers.

De app is gratis te downloaden voor de iPad in de Apple Appstore of via www.fmn.nl/duurzamehuisvesting

Speciale holle vloeren in kantoor Groningen

noveren. Het is een complex en inte-graal project omdat het pand wordt gerenoveerd terwijl grote delen ervan in gebruik blijven. Ook stelt ASR hoge

eisen ten aanzien van de duurzaam-heid van het pand (doel is Energielabel A en BREEAM ‘Excellent’). Het her-nieuwde kantoor telt straks 2800 werkplekken voor 4000 fte. De werk-zaamheden startten eind 2012. De op-levering is eind 2015. Ballast Nedam verzorgt het bouwkun-dige deel. Kuijpers Centrale Projecten is onder andere verantwoordelijk voor de klimaatplafonds met sprinklerin-stallaties en een duurzame energie-voorziening in combinatie met elek-trotechnische- en zwakstroom- installaties.

06_08_nieuws.indd 7 22-01-13 15:59

Page 8: Facto Magazine nr. 1/2 2013

nieuws

8 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

AdverteerdersindexAutobar Holland 33Axxerion Facility Services 4Effectory bijsluiterMiele 38Hoffmann Bedrijfsrecherche 27NIBHV 47Stichting LightRec Nederland 2TOPdesk 14Vakmedianet 28, bijsluiterVFM Facility Expert & People 43, coverVodafone 48Zorgtotaal 2013 20

Flexwerken leidt tot extra bedrijfsrisi-co’s. Werknemers weten niet meer waar de vluchtroutes zich bevinden en laten regelmatig dure laptops rond-slingeren. Beveiligingsorganisatie Se-curitas maakte een top 5 van bedrijfs-risico’s die ontstaan door flexwerken.

1. Onbekende vluchtrouteInstrueer werknemers bij veranderin-gen in hun werkomgeving opnieuw waar zich op elke verdieping de blus-apparatuur en nooduitgangen bevin-den.

2. Onvoldoende bhv-ers aanwezigElk bedrijf moet een minimaal aantal bhv-ers beschikbaar hebben. Werken veel werknemers thuis? Houd ook dan rekening met het wettelijk aantal ver-plicht gestelde bhv-ers.

Stichting Valkenhof is de winnaar van de HNW Award 2012, gevolgd door Douane Rotterdam Haven en Water-schap Vallei en Veluwe op een tweede, respectievelijk derde plaats.

Tijdens het Jaarcongres van het Tele-werkForum-HNW reikten Willem de Jager, directeur TelewerkForumHNW, en Tjerk Wagenaar, algemeen directeur stichting Natuur & Milieu, de prijzen uit aan de winnende organisaties.Volgens de jury is stichting Valkenhof uit Valkenswaard te prijzen voor het

initiatief om medewerkers meer in-vloed te geven op hun werk-/privé- balans door het starten van een pilot ‘zelfroosteren’. Medewerkers konden tijdens de pilot op een eerlijke manier hun eigen roos-ter maken en zo maximale invloed uit-oefenen op hun werktijden. Het zelf-roosteren was tijd- en plaatsonafhankelijk door gebruik te maken van een internetapplicatie en een zelfrooster-app voor smartphone of tablet. Inmiddels is het zelfroosteren uitgerold binnen de gehele organisatie.

Tjerk Wagenaar: ‘Stichting Valkenhof is een inspirerend voorbeeld van zelfroos-teren in de zorg. Het levert prachtige resultaten en maakt gebruik van mo-derne technologie zoals apps op smart-phones en tablets. Het bereikte resultaat toont aan dat ‘zelfroosteren’ breed toepasbaar is en een positief effect heeft op zowel orga-nisatie als medewerker en een voor-beeld voor andere zorgaanbieders in Nederland (en daarbuiten) kan zijn. Zo maken we werken in de zorg aan-trekkelijk en dat is hard nodig!’

Eigenaren en gebruikers van kan-toorobjecten kunnen vanaf nu via een NVM Businessmakelaar eenvoudig een Duurzaamheidsscan van hun kantoor laten maken. Daardoor kunnen zij zien hoe duurzaam hun kantoorobject is en op welke gebieden verbeteringen c.q. besparingen mogelijk zijn.

De Duurzaamheidsscan is in samen-werking met Ingenieurs- en adviesbu-reau Search ontwikkeld. De scan is ge-baseerd op in de markt veel gebruikte meetinstrumenten voor duurzaamheid

3. Onveilige opbergmogelijk- hedenKluisjes die gemakkelijk open te bre-ken zijn, krakkemikkige trolleys etc. Veel opbergmogelijkheden voor lap-tops en andere kantoorartikelen zijn van onvoldoende kwaliteit. Maak het dieven niet gemakkelijk en investeer in degelijk materiaal.

4. Ontbrekende kantoorartikelenOm te voorkomen dat kantoorartike-len snel zoekraken, kunnen werkge-vers bijvoorbeeld zorgdragen voor een vaste opbergplek.

5. Achtergelaten laptopsVaak vergeten werknemers hun lap-top netjes op te bergen waardoor ze voor het grijpen liggen. Laat werkne-mers daarom bij ontvangst van hun

NVM Business lanceert Duurzaamheidsscan kantoren

zoals bijvoorbeeld BREEAM, GPR, het EPBD-energielabel etc.

Door te kijken hoe een kantoorobject scoort op gebieden als locatie en mobi-liteit, materiaalgebruik, energiever-bruik, gebruikskwaliteit en waterver-bruik, wordt de duurzaamheid van een kantoor bepaald. De scan geeft eigena-ren en gebruikers hiermee op een snel-le en eenvoudige manier inzicht in de duurzaamheid van hun kantoor en laat meteen zien hoe de duurzaamheid kan worden verbeterd.

Top 5 bedrijfsrisico’s bij flexwerken

Stichting Valkenhof wint HNW Award 2012

laptop een contract ondertekenen waarin de risico’s en afspraken zijn op-genomen.

06_08_nieuws.indd 8 22-01-13 15:59

Page 9: Facto Magazine nr. 1/2 2013

9Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

vakbeurs

novatie Awards. Die Awards worden uitgereikt in de themacategorieën. Kennis delenZorgtotaal biedt ook een inhoudelijk programma met lezingen, demonstra-ties en simulaties. In het Skills Lab is het mogelijk om met behulp van simu-laties vaardigheden te testen. Verder vinden in het Verenigingstheater lezin-gen plaats over verschillende onder-werpen. ‘De zorg is voor bedrijven interessant om in te investeren vanwege de steeds groeiende markt’, zegt beursmanager Bos. Hij belooft dat de bezoekers van Zorgtotaal in één dag op de hoogte zijn van alle nieuwe ontwikkelingen in de zorg. ‘Het belangrijkste doel van de beurs is dat iedereen van elkaar leert en kennis uitwisselt. Op die manier krijgen bezoekers een compleet beeld van wat er speelt in de zorgwereld. Zorgtotaal heeft zich ontwikkeld tot dé beurs op zorggebied.’ ‹‹

Complete zorgsector onder één dak

Van gastvrijheid en voeding tot schoonmaak en veiligheid: de vakbeurs Zorgtotaal biedt een compleet overzicht van de nieuwste ontwikkelingen in de zorgwereld. Zorgtotaal vindt plaats van 13 tot 15 maart in de Jaarbeurs Utrecht. Aline de Bruin

Zorgtotaal is de grootste zorgbeurs van Nederland. De beurs wordt één keer per twee jaar gehouden.

‘Er zijn niet voldoende nieuwe ontwik-kelingen op zorggebied om elk jaar een gevarieerd programma aan te bieden’, zegt beursmanager Evert Jan Bos. ‘Eén keer per twee jaar een beurs hou-den is voldoende: zo blijft het evene-ment speciaal en is het mogelijk om een groot platform te bieden.’ OverzichtelijkHet aanbod is opgedeeld in vier secto-ren: Verpleging/Medisch, Revalidatie, Voeding en Facilitair. Iedere exposant wordt ingedeeld in de relevante sector. Bos: ‘Op die manier is het beursaan-bod overzichtelijk voor bezoekers. Voor de sector Voeding moeten ze bijvoor-beeld in Hal 9 zijn. Daar staan alle be-drijven op dat gebied bij elkaar.’Voor informatie over bijvoorbeeld technologie, zorgspecifieke software en domotica kunnen bezoekers terecht op de beurs Zorg & ICT, die gelijktijdig wordt gehouden met Zorgtotaal. Bezoekers hebben toegang tot beide

beurzen. Dat is een bewuste keuze vol-gens de beursmanager. ‘Het onderwerp van Zorg & ICT sluit perfect aan bij wat wij doen. Voor bezoekers is het prettig dat ze meteen kunnen doorlopen en op die manier ook op de hoogte zijn van de nieuwste technologische ontwikkelin-gen. Voor het overzicht hebben we een gezamenlijke plattegrond en een beursapp.’ Gastvrijheid en veiligheidNaast de indeling in sectoren is er ook een aantal beursthema’s: gastvrijheid, veiligheid en ergonomie. De thema’s zijn gekozen naar aanleiding van onderzoek onder zorgprofessionals. ‘Gastvrijheid is een onderwerp dat nu erg speelt. Er is meer aandacht voor de wensen van patiënten en bewoners; ziekenhuizen en zorginstellingen on-derscheiden zich in toenemende mate door hun gastvrijheid. Daar kan vaak nog een slag worden gemaakt.’Naast gastvrijheid is er aandacht voor veiligheid en ergonomie. ‘Het gaat daarbij niet alleen om de veiligheid van de patiënt, maar ook om die van het personeel. Zo komt onder andere het onderwerp van agressie tegenover me-dewerkers aan de orde.

Daarnaast worden op de beurs een aantal ergonomi sche innovaties ge-toond, van tilliften tot aangepast meu-bilair.’ Bezoekers kunnen een veilig-heidstour maken om de nieuwste ontwikkelingen op dat gebied te zien. Ze kunnen ook een route volgen langs de genomineerde bedrijven voor de In-

Zorgtotaal, 13 t/m 15 maart, Jaarbeurs Utrecht

ZorgtotaalData : 13 t/m 15 maartLocatie : Jaarbeurs UtrechtToegang : gratis (na online registratie) Informatie : zorgtotaal.nl

Naast gastvrijheid is er aandacht voor veiligheid en ergonomie.

09_Vakbeurs.indd 9 22-01-13 16:00

Page 10: Facto Magazine nr. 1/2 2013

10 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

‘We hebben nu een echt facilitair bedrijf’

Van drie regionale facilitaire bedrijven naar één centrale regieorganisatie, met uniforme dienstverlening en minder kosten, is dat in twee jaar tijd mogelijk? Ja, de praktijk bij Parnassia Groep toont aan dat dat kan. Een gesprek met divisiemanager Joke van der Schoor over de transitie naar fa-cilitaire regie en alles wat daarbij komt kijken. ‘Iemand van de Raad van Bestuur zei enkele maanden terug: ‘We hebben nu voor het eerst een echt Facilitair Bedrijf’. Dat was een mooi compliment.’ Gerard dessinG

Dat de klus er al op zit, nee, dat straalt Joke van der Schoor ze-ker niet uit. Maar wat ze tij-

dens het gesprek wel laat zien, is een gevoel van ‘in control’ zijn. Af en toe haalt ze een map tevoor-schijn om bepaalde zaken toe te lich-ten, niet in wollige zinnen vol ma-nagementjargon, maar in begrijpelijke taal. De omvorming van de facilitaire organisatie van Parnassia Groep, van drie op zichzelf staande bedrijfsonder-delen naar één centrale regieorganisa-tie, werd in oktober 2012 formeel af-gerond. ‘Natuurlijk moet er in 2013 nog het nodige gebeuren om de ma-nier van werken die voortvloeit uit het nieuwe model te borgen, maar een be-

langrijk deel van het werk hebben we eind vorig jaar kunnen afronden’, al-dus Van der Schoor.

Van der Schoor begon zo’n 3,5 jaar geleden bij de Parnassia Groep (370.000 m² bvo), een organisatie van zeven zorgbedrijven, actief in de geestelijke gezondheidszorg en de ver-slavingszorg in met name de regio’s Rijnmond, Haaglanden en Castri-cum/Kennemerland. Tot voor kort had elke regio zijn eigen facilitaire organisatie. Deze regionale opzet had jarenlang naar wens ge-functioneerd, maar steeds vaker kwa-men er minder positieve kanten naar boven. Er waren te veel management-

lagen, centrale regie ontbrak, er was een wildgroei aan functies ontstaan, facilitaire taken werden soms dubbel uitgevoerd en uniformering en stan-daardisatie van de facilitaire produc-ten en diensten waren soms ver te zoeken.

Min 20 procent indirecte kosten

Gelijktijdig met deze constateringen werd zo’n twee jaar terug vanuit het hoogste bestuur van de zorggroep het doelmatigheidsproject ‘min 20 pro-cent indirecte kosten’ afgekondigd.De bedrijfsvoering moest op een aan-tal gebieden anders georganiseerd worden, omdat de organisatie voorbe-reid wilde zijn op aankomende bezui-nigingen en een optimale prijs/kwali-teitsverhouding wilde bereiken om te kunnen concurreren met andere zorg-aanbieders. Deze wens naar meer doelmatigheid versnelde het idee om de facilitaire organisatie op een ande-re manier te gaan organiseren.

Van der Schoor had in haar eerste baan bij Parnassia in 2009 in de regio Rijnmond de facilitaire organisatie al omgevormd tot een centrale organisa-tie, met een hoge mate van uitbeste-ding, minder functies en een duidelij-

In twee jaar tijd naar facilitaire regie

Organisatie : Parnassia GroepKernactiviteit : leveren van geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorgLocaties : ca 200 (in met name drie regio’s: Rijnmond, Haaglanden en Castricum/Kennemerland)Hoofdkantoor : Den HaagProject : omvorming Facilitair Bedrijf naar regie- organisatieDivisiemanager FB : Joke van der Schoor MBAWebsite : www.parnassia-groep.nl

Kerngegevens!

10_13_Art._3_THEMA_We_hebben_nu_een_echt_facilitair_bedrijf.indd 10 22-01-13 16:01

Page 11: Facto Magazine nr. 1/2 2013

11Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

»

neel aan en ziet toe op het dagelijkse werk van de externe leveranciers.Het niveau van deze functie is met de komst van de regieorganisatie opge-waardeerd, vertelt Van der Schoor: ‘Daar zitten nu mensen met een HBO-FM achtergrond. Ze zijn gericht bezig met klantmanagement, bezoe-ken periodiek alle klanten in hun ge-bied en rapporteren aan de centrale organisatie.’ ServicelevelmanagerEen andere functie is de servicelevel-manager, in totaal 5 fte. Een service­levelmanager (SLM’er) onderhoudt een intensieve relatie met de leveran-ciers op strategisch en tactisch niveau. Hij formuleert daarnaast beleid op een bepaald deelgebied, bijvoorbeeld schoonmaak, en bewaakt de kwaliteit van de geleverde dienstverlening.

Het opleidingsprofiel voor deze groep is minder duidelijk dan voor de FM’ers, heeft Van der Schoor gemerkt. ‘Ze moeten van diverse zaken kennis hebben, zoals inkoop op strategisch niveau en contractmanagement. Maar ze moeten ook beleid kunnen maken en met leveranciers kunnen praten. Voor zover ik weet is daar geen gerich-te opleiding voor. Twee medewerkers beschikken over een master, maar voor twee anderen ben ik samen met OFD in Veenendaal bezig een gerichte opleiding te ontwikkelen.’

ke indeling in contract- en leveranciersmanagement aan de ene, en het facilitair beheer aan de andere kant. Dit beviel dermate goed, dat ze in 2011 werd gevraagd dit model ver-der door te voeren voor de complete zorggroep.

Transitieplan Van der Schoor kroop achter haar pc en schreef een compleet transitieplan met als doel de facilitaire organisatie opnieuw in te richten en om te vor-men tot een regieorganisatie.In het plan omschreef ze de strategie en de structuur van de nieuwe organi-satie (inclusief de herverdeling van de facilitaire taken op centraal en decen-traal niveau en de vorming van on-derdelen voor klantmanagement en leveranciersmanagement), de perso-nele consequenties van de herinrich-ting zowel voor wat betreft de forma-tie als de benodigde kennis en vaardigheden, de benodigde systemen voor het klantmanagement en con-tract- en leveranciersmanagement en zaken als gewenste managementstijl en organisatiecultuur.

In de eerste helft van 2011 werd voor-al tijd besteed aan de voorbereiding van de besluitvorming over de herin-richting. Na een positief besluit van de COR viel in juni van dat jaar het formele besluit tot herinrichting en kon de transitie van start. Daarbij lag het accent op twee gebieden: de harde kant (denk aan systemen, procedures, bepalen van standaarddienstenpakket, inregelen managementinformatie) en de zachte kant (houding en gedrag, cultuuraspecten etc.) Belangrijke stap was het onderbrengen van het manage-ment en de staffuncties uit de regiona-le facilitaire organisaties in een cen-traal Facilitair Bedrijf. Het leverde een flinke besparing op. Immers, een aantal

overlappen in functies viel weg, waar-door een reductie in fte’s van 35 naar 23 mogelijk werd.

TakenDe ontstane centrale regieorganisatie voert nu voor de gehele zorggroep de volgende taken uit: aansturing en co-ordinatie, beleid en innovatie, admi-nistratie en secretariaat, planning & control, servicedesk, servicelevelma-nagement, centrale meldkamer, in-koop incl. contractbeheer en docu-mentbeheer. De uitvoerende taken op locatie zoals receptie-, huismeester-, kleine logistieke en postkamerdien-sten (in totaal zo’n 310 fte), zijn zo dicht mogelijk bij de klant belegd. Deze medewerkers zijn in dienst getre-den van het zorgbedrijf of - in geval van uitbestede diensten - van de ex-terne dienstverlener.

Functies in de regieorganisatie

De nieuwe facilitaire regieorganisatie kent een beperkt aantal functies.De divisiemanager is eindverantwoor-delijk en geeft leiding aan de totale fa-cilitaire organisatie.

Facility managers De facility managers in de regio’s, in totaal 9 fte, zijn verantwoordelijk voor een aantal panden in hun gebied. Deze FM’er stuurt de facilitair mede-werkers in de zorgbedrijven functio-

Facilitair Bedrijf Parnassia Groep: 23 fte’s

Divisiemanager: 1Facility managers in de regio: 10Service Level managers: 5Klantenservice: 5Secretariaat: 2

10_13_Art._3_THEMA_We_hebben_nu_een_echt_facilitair_bedrijf.indd 11 22-01-13 16:01

Page 12: Facto Magazine nr. 1/2 2013

12 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

De regieorganisatie bevat verder een afdeling klantenservice (5 fte) voor de registratie en afhandeling van de KWIS-meldingen en een secretariaat (2 fte) voor de administratieve onder-steuning.

Samenwerking SLM en FMWaar het spannende in het nieuwe organisatiemodel zit? Van der Schoor: ‘De SLM’ers en de facility managers moeten heel goed samenwerken om de diensten te kunnen leveren. Als een slecht schoonmaakcontract wordt opgesteld door SLM, hebben de FM’ers daar voortdurend last van. Maar ook andersom is er een belang om goed samen te werken: de FM’er weet precies welke doelgroep in een pand of een deel van het pand zit en wat daar gebeurt. Een pand met sepa-reerruimtes vraagt om een andere schoonmaak dan een pand met alleen een kantoorfunctie. Daar moet je de schoonmaak op afstemmen. Of neem een gesloten inrichting. Mensen die daar verblijven kunnen ernstig in de war zijn. Dat vraagt het nodige van een schoonmaker. SLM heeft die in-formatie nodig, anders loopt het mis. Die samenwerking is echt van belang, anders krijgen de klanten niet de dienstverlening die ze nodig hebben.’ Om ervoor te zorgen dat de commu-nicatie tussen deze twee groepen goed verloopt, heeft Van der Schoor een communicatiestructuur vastgesteld: ‘Eenmaal per maand hebben we een overleg met iedereen en komt alles aan de orde. Daarnaast hebben we af-gesproken dat we allemaal, in welke regio we ook werkzaam zijn, elke dins-dag hier in Den Haag werken. In de ochtend vergaderen we en in de mid-dag kunnen mensen elkaar ontmoe-ten en sparren over problemen. Men

gaat lunchen met elkaar, dat creëert een band, en dat is belangrijk.’

FMISOm de nieuwe organisatie goed te la-ten functioneren is geautomatiseerde ondersteuning door een FMIS belang-rijk. Er zijn drie hoofdwerkprocessen omschreven die in het systeem wor-den opgenomen: facilitair beheer op de locaties door de FM’ers, contract- en leveranciersmanagement door de SLM’ers en het verwerken van klach-ten en meldingen. Van der Schoor: ‘We werkten al met Planon, maar dat systeem gebruikten we vooral voor verwerking van meldin-gen, dus vrij operationeel. We gaan het nu veel meer als FMIS inzetten, zodat we ook vragen kunnen stellen als: ‘hoeveel klachten zijn er over de schoon­maak in regio X’ enzovoort.’

Menselijke kantPer 1 oktober jl. is de invoering van de regieorganisatie afgerond. Van der Schoor kijkt met tevredenheid terug op de voorbereiding en implementa-tie. Bijna alles is gegaan zoals ze van tevoren had bedacht. Voor het ko-mend jaar verwacht ze dat met name de menselijke component nog wel de nodige aandacht zal vragen. ‘Je vraagt veel veranderingen van de mensen, dat gaat soms niet gemakkelijk. Ik steek daar veel tijd in. Onze beoorde-lingssystematiek is nu gericht op de veranderingen; aan het begin van het jaar hebben we een planningsgesprek met als insteek: wat ga je doen, welke opleidingen heb je nodig? Halverwege is er een tussenevaluatie en aan het eind van het jaar volgt het beoorde-lingsgesprek. Tussendoor zijn er werk-overleggen en indien nodig bilateraal overleg.’

ComplimentHet mooiste compliment tot nu toe was de reactie van de Raad van Be-stuur enkele maanden terug. ‘We hebben nu voor het eerst een echt Fa-cilitair Bedrijf’, werd onlangs gezegd. ‘Ik denk ook wel dat dat zo is. Onze dienstverlening is veel duidelijker, veel meer uniform en van betere kwaliteit. Daarvan profiteert de zorg, en daar doen we het voor.’

Besparingen Of de besparing van 20 procent in-middels is gerealiseerd? Van der Schoor: ‘We hebben nog een jaar te gaan om die 20 procent te halen.Met de herinrichting van het Facilitair Bedrijf is 6 ton bespaard, dat is min 33 procent. Ook op andere gebieden zijn we goed bezig: op schoonmaak is het al binnen, omdat we na een aan-besteding van zes naar twee schoon-maakbedrijven zijn teruggegaan. Daarbij zijn niet alleen de externe kosten gedaald, maar ook de interne omdat we veel efficiënter kunnen werken in verband met minder con-tactmomenten, minder facturen en dergelijke.’ Ook op gebied van cate-ring heeft Parnassia Groep een flinke slag gemaakt. Waren er voorheen contracten met ruim 200 leveranciers, momenteel is dat teruggebracht naar »

Belangrijke stukken/acties

» Transitieplan: omschrijving van gewenste verandering naar een regie-organisatie.

» Jaarplan (compleet): omschrijving per FM’er en SLM’er van aandachts- en actiepunten.

» Jaarplan (A3): Samenvatting hoofdpunten jaarplan op één A3. » Regiescan (FMEX): meten van het stadium waarin de regie-organisatie verkeert + benoemen verbeterpunten.

thema FM in de zorg

Joke van der Schoor, divisiemanager faci­litair bedrijf Parnassia Groep: ‘Onze dienstverlening is nu veel duidelijker, meer uniform en van betere kwaliteit. Daarvan profiteert de zorg, en daar doen we het voor.’

10_13_Art._3_THEMA_We_hebben_nu_een_echt_facilitair_bedrijf.indd 12 22-01-13 16:01

Page 13: Facto Magazine nr. 1/2 2013

13Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

1 hoofdleverancier met zo’n 20 on-deraannemers. Van der Schoor: ‘Daarmee is niet al-leen een enorme factuurstroom ko-men te vervallen, maar omdat alle klanten nu met dezelfde voedingscon-cepten werken, hebben we enorm kunnen vereenvoudigen. Daarmee zijn we van 11 naar 7,5 miljoen euro teruggegaan, dat is meer dan 20 pro-cent.’

TipsVan der Schoor geeft nog enkele tips voor organisaties die met een transitie naar regie aan de slag willen. Eén daarvan betreft het laten valideren van het transitieplan door een extern bureau. ‘Twynstra Gudde heeft het complete plan nagelezen en gecontro-leerd. Ze hebben aangegeven of het overeenkomst met wat er op dit mo-ment in Nederland gebeurt, zo heb-ben ze gekeken of de structuur helder in elkaar zit bijvoorbeeld.

Met zo’n validatie heb je een extra waarborg dat je plan klopt. Daarnaast maakt het je plan ook sterker in de

organisatie. Mijn klanten zijn aparte BV’s, daar wil ik graag laten zien dat we goed bezig zijn. Dan is zo’n valida-tie ook bedrijfsmatig zéker verant-woord om te doen.’ Een andere tip heeft te maken met de doorloopperio-de. Van der Schoor heeft twee jaar uit-getrokken voor de transitie, een perio-de waar ze nog steeds achter staat.‘Als het te snel gaat, krijg je de men-sen niet mee. Nu is dat prima gegaan, je hebt de tijd om dingen te vertellen, uit te leggen, te herhalen en nog eens te herhalen. Op een gegeven moment

zie je dat ze het verhaal aan elkaar gaan vertellen, dan weet je dat het be-klijft.’

Nog een tip is het zwart op wit zetten van de veranderingen in een plan. ‘Deel dat plan met elkaar, blijf de boodschap herhalen en laat de stip aan de horizon zien, blijf communice-ren.

Tot slotEn tot slot: luister naar je mensen. Ook bij het koffieapparaat kun je waardevolle dingen horen. De men-sen werken hier al lang, die weten heel goed hoe zaken werken, maak daar gebruik van.’ ‹‹

Als een slecht schoonmaakcontract wordt opgesteld door SLM hebben de FM’ers daar voortdurend last van

POWERSEMINAR19 maart 2013 / BCN Rotterdam

Leidinggeven aande nieuwe werkers

• Verbinden vanuit visie• Coachen op resultaten• Stimuleren van kennisdelen

Tijdens dit seminar leert u in één dag alles over de 3 kritische succesfactoren voor leidinggeven aan Nieuwe Werkers. De praktische, concrete informatie kunt u de volgende dag direct toepassen binnen uw eigen team!

Bekijk het complete programma en schrijf je in: www.ohnw.nl/leidinggeven

In 2012beoordeeldmet een8,1!

over Het NieuweWerken

over Het NieuweWerken

Het nieuwe

werken

CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70

RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74

|

c89-m71LETTERSzwart-100

(Advertentie)

10_13_Art._3_THEMA_We_hebben_nu_een_echt_facilitair_bedrijf.indd 13 22-01-13 16:01

Page 14: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Facility Management Simplified

Plan uw succes met TOPdeskDe meest gebruiksvriendelijke ondersteuning voor uw facilitaire afdeling

Met TOPdesk heeft u alles in huis om meldingen, reserveringen

en andere taken razendsnel af te handelen. TOPdesk is de enige

tool die Facility Management, ICT en HRM perfect integreert. U

hoeft alle informatie slechts op één plek te beheren, terwijl elke

afdeling zijn eigen veilige werkomgeving behoudt.

Met het Planbord verdeelt u eenvoudig taken onder

behandelaars. Als een taak op een specifiek tijdstip en een

specifieke locatie moet worden uitgevoerd, plant u direct een

afspraak in bij de juiste behandelaar. De behandelaar kan deze

afspraak inzien in zijn Outlook-agenda. De module TOPdesk

Mobile maakt het zelfs mogelijk op locatie meldingen in te zien

én af te handelen met de smartphone. Zo zijn uw medewerkers

altijd op de juiste plek, op het juiste moment.

Meer weten? Bezoek www.topdesk.nl/facilitair

15_17_Art._2_THEMA_Wat_komt_er_na_het_laaghangend_fruit.indd 14 22-01-13 16:04

Page 15: Facto Magazine nr. 1/2 2013

15Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Wat komt er na het laaghangend fruit?

De afgelopen jaren heeft de inkoop in de zorg een flinke professionali-seringsslag doorgemaakt. Hierbij is de aandacht vooral gericht geweest op exploitatiegoederen, het laaghangend fruit. Maar hoe nu verder? Waar kan er nog bespaard worden? Moet er meer focus komen op fa-cilitaire inkoop, op samenwerking of op outsourcing? Royan van velse en Koen de Wijs*

Ziekenhuizen moeten steeds crea-tiever worden om de budgetten niet te overschrijden en inkopers

hebben te maken met allerlei spelers: niet alleen leveranciers en managers maar ook de specialisten. De vraag is dan: wat doe je als je alles hebt gepro-beerd en de ideeën zijn uitgeput. Hoe laat je de meerwaarde van Inkoop zien en op welke wijze kun je in de toe-komst mogelijk nog meer betekenen? Wat zijn de ontwikkelingen en de mo-gelijkheden?

Rijnstate is een groot topklinisch oplei-dingsziekenhuis met hoofdlocaties in Arnhem, Velp en Zevenaar. Daar waar de inkoopafdeling voorheen een on-dergeschoven kindje was, leveren inko-pers nu een meer dan zinvolle bijdrage aan het bedrijfsresultaat van het zie-kenhuis. Met een spend van 100 mil-joen euro op een omzet van 300 mil-joen euro is dat niet onterecht. Het motto van de inkoopafdeling is: beter inkopen van goederen en diensten. Dat betekent niet dat er wordt inge-boet op kwaliteit en service, maar wel dat er minder voor wordt betaald dan voorheen.

Beter onderhandelenZo is beter onderhandelen met de leve-rancier voor een inkoopafdeling al een flinke verbeterslag. Ook het centraal inkopen en het (strakker) managen van contracten leveren nettowinst op.

Prijzen en tarieven worden hierdoor beter gecontroleerd en wildgroei (het buiten de toegestane kanalen bestellen van goederen) wordt voorkomen. Con-tractmanagement betekent niet alleen het registreren en opslaan van contrac-ten, maar betekent ook ervoor zorgen dat de contracten juridisch goed in el-kaar zitten en dat het expireren van een contract tijdig wordt gesignaleerd, om te voorkomen dat contracten on-gewild stilzwijgend doorlopen.

Binnen Rijnstate leverde de invoering van een gedegen contractmanage-

mentsysteem in het eerste jaar al ruim tienmaal de gedane investering op. Hieraan gekoppeld is een volgende ver-beterstap het invoeren van leveran-ciersmanagement: houdt de leveran-cier zich aan de afspraken? Zijn de levertijden conform afspraak, zijn de prijzen juist? De leverancier wordt dus afgerekend op prestatie-indicatoren.

IndicatorenIndicatoren zijn er ook voor een in-koopafdeling zelf. Binnen Rijnstate wordt de performance van een inkoop-medewerker gemeten aan de hand van

Verdere inkoop in de zorg

thema FM in de zorg

Rendement per uur per inkoopmedewerker in euro’s.

Facility Management Simplified

Plan uw succes met TOPdeskDe meest gebruiksvriendelijke ondersteuning voor uw facilitaire afdeling

Met TOPdesk heeft u alles in huis om meldingen, reserveringen

en andere taken razendsnel af te handelen. TOPdesk is de enige

tool die Facility Management, ICT en HRM perfect integreert. U

hoeft alle informatie slechts op één plek te beheren, terwijl elke

afdeling zijn eigen veilige werkomgeving behoudt.

Met het Planbord verdeelt u eenvoudig taken onder

behandelaars. Als een taak op een specifiek tijdstip en een

specifieke locatie moet worden uitgevoerd, plant u direct een

afspraak in bij de juiste behandelaar. De behandelaar kan deze

afspraak inzien in zijn Outlook-agenda. De module TOPdesk

Mobile maakt het zelfs mogelijk op locatie meldingen in te zien

én af te handelen met de smartphone. Zo zijn uw medewerkers

altijd op de juiste plek, op het juiste moment.

Meer weten? Bezoek www.topdesk.nl/facilitair

15_17_Art._2_THEMA_Wat_komt_er_na_het_laaghangend_fruit.indd 15 22-01-13 16:04

Page 16: Facto Magazine nr. 1/2 2013

16 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

een gezamenlijke benchmark en een confrontatie van de leverancier met de resultaten hiervan.

OutsourcingEen gezamenlijk distributiecentrum doet onmiddellijk de discussie oplaaien over het al dan niet uitbesteden van facilitaire en logistieke diensten. De stelling van voorstanders van uitbeste-ding is bekend: voor een ziekenhuis is het leveren van zorg de kernactiviteit, de diensten eromheen kunnen dan ook beter en goedkoper worden uitbe-steed aan externe partijen. Denk hier-bij aan bewassing, het bereiden en ser-veren van maaltijden, de schoonmaak, de logistiek en de techniek. Rijnstate besteedt ook voor een deel uit. Patiëntenmaaltijden worden niet meer bereid door de eigen keuken maar door de firma Huuskes, een deel van de schoonmaak wordt door een externe partij uitgevoerd en zelfs het basisonderhoud aan de beeldvormende apparatuur wordt inmiddels verricht door on-site engineers van Philips. Een paar jaar geleden rees de vraag met betrekking tot het magazijn: zelf blij-ven doen of uitbesteden aan een exter-ne partij? De businesscase had een ver-rassend resultaat: vooral zelf blijven doen! Insourcen met daaraan gekop-peld een serieuze efficiencyslag gaf meer zekerheid over het behalen van de beoogde servicegraad dan dit toe te vertrouwen aan een andere partij.

zijn gemiddelde uurverdienste. Dit is dus inclusief de ondersteuners, zoals secretariaat en contractbeheerders. De totale besparing op jaarbasis wordt gedeeld door het aantal uren in de ar-beidsovereenkomst. Gemiddeld geno-men over de laatste jaren ligt dit boven de 200 euro per uur per medewerker.

Het is vervolgens niet zo moeilijk om in een businesscase te berekenen of een extra inkoper zich terugverdient. Loopt dit bedrag dramatisch terug, dan moet je je afvragen of de afdeling niet te zwaar bezet is.

Inkoopsamenwerkings­verbanden

Als de eerste besparingen gerealiseerd zijn en het laaghangend fruit is ge-plukt, wordt meer creativiteit verwacht van inkopers. Hoe kan een inkoopafdeling blijven besparen zonder de gebruikers teleur te stellen? Hoe moet je verder wanneer de traditionele resources uitgeput zijn? Wat in de Verenigde Staten en Duits-land al langere tijd gebruikelijk was, is inmiddels ook overgewaaid naar Ne-derland: inkoopsamenwerkingsverban-den. In de gezondheidszorg is deze trend van Group Purchasing Organiza-tions (GPO) een aantal jaren geleden al ingezet. Ziekenhuizen bundelen hun krachten en volumes om gezamenlijk in te kopen bij leveranciers. Sommige initiatieven zijn gesneuveld, andere zijn (redelijk) succesvol, zoals Intrakoop en Eclipse. Het blijkt echter niet altijd even eenvoudig om de neuzen van ver-schillende ziekenhuizen in dezelfde richting te krijgen. Zelfs binnen een enkel ziekenhuis is dit soms al lastig genoeg. Er zijn verschillende krachten in het spel, waaronder het patiënten-belang, de kosten en de kwaliteit. In geval van samenwerking is het ook begrijpelijk en verdedigbaar dat zieken-huizen eigen keuzes moeten kunnen blijven maken over hun producten en dienstverlening.

Geven en nemenLeveranciers staan overigens niet altijd te trappelen om mee te werken aan ge-bundelde inkoop door ziekenhuizen. Voor hen moet er ook wat in zitten. Hier speelt het oeroude principe van geven en nemen, iets dat we tegen-woordig partnership noemen. Lagere

prijzen zijn mogelijk, maar daar moet wel wat tegenover staan. Zowel leve-ranciers als inkopers in de zorg worste-len nog steeds met deze probleemstel-ling. Wat moet tegenover lagere prijzen gezet worden? Is dat volume? Dat heeft de leverancier al, tenzij de deelnemen-de ziekenhuizen kunnen toezeggen dat ze meer volume zullen afnemen dan voorheen. Een langere contractduur misschien? Daarmee heeft de inkoop-samenwerking in ieder geval iets te bie-den. Eén afleveradres? Dat zou kun-nen, maar er zijn nog maar weinig ziekenhuizen die over een gezamenlijk distributiecentrum beschikken. Inkoopsamenwerking met andere zie-kenhuizen is niet heel eenvoudig, maar het levert Rijnstate enkele honderddui-zenden euro’s per jaar op, veelal door

Leveranciers staan niet altijd te trappelen om mee te werken aan gebundelde inkoop door ziekenhuizen

Als artsen en inkoop de leverancier gezamenlijk benaderen wordt meer bereikt. De specialist kiest daarbij primair voor het belang van de patiënt terwijl de inkoper meedenkt over de financiering.

15_17_Art._2_THEMA_Wat_komt_er_na_het_laaghangend_fruit.indd 16 22-01-13 16:04

Page 17: Facto Magazine nr. 1/2 2013

17Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

Daarnaast bleek insourcen minder duur dan outsourcen. De kostenbere-kening werd wel sterk beïnvloed door het feit dat de eventuele vierkante me-ters die bij outsourcen beschikbaar zouden komen, niet nodig waren.

DuitslandHet is niet heel vreemd om ook een blik te werpen over de grens. Het is alom bekend dat in Duitsland de prij-zen van identieke producten over het algemeen lager liggen dan in Neder- land. Bedrijven geven dat ook ruiterlijk toe. Eerlijkheidshalve moet wel worden gezegd dat de prijzen wat aan het ni-velleren zijn.Rechtstreeks inkopen in Duitsland is een mogelijkheid, maar er zijn wel en-kele beren op de weg. De logistiek van-uit het buitenland is niet altijd even goed geborgd hetgeen zich ook nog kan uiten in een gebrekkige tracebility. Maar vooral: de meeste bedrijven ver-lenen bij rechtstreekse inkoop in Duitsland geen service meer aan het ziekenhuis in Nederland. Service zoals opleiding en scholing maar ook assis-tentie tot op de OK. Dit resulteert in

een TCO-afweging die gemaakt moet worden door het management van het ziekenhuis en de interne klanten (de specialisten en de zorgafdelingen).

SamenspelVolgens Jankees Cappon, lid van de Raad van Bestuur van Rijnstate, zit de inkoopkracht in het samenspel. Bin-nen Rijnstate hebben management, in-koop en medisch specialisten al gerui-me tijd toenadering gevonden.

Volgens Corné van Loon, orthopedisch chirurg, heeft het geen zin om een har-de inkoper in zijn tegenover een leve-rancier te zetten. Met een gezamenlijke benadering van de leverancier wordt meer bereikt, vindt hij. De specialist kiest daarbij primair voor het belang van de patiënt terwijl de inkoper mee-

denkt over de financiering.Samen maken ze de juiste afweging. Artsen zijn zich heel bewust van de keuzes die gemaakt moeten worden, waarbij ze duidelijk stellen dat de kwa-liteit en de veiligheid torenhoog uitste-ken boven de kostprijs. Het spannings-veld wordt op een objectieve wijze geëvalueerd met de inkoper. Met res-pect en begrip voor elkaars belangen wordt samen afgesproken hoe de ver-deling van volumes over verschillende leveranciers kan plaatsvinden. Dit heeft een gunstig effect op de prijs waarbij de kwaliteitsparameters ge-borgd blijven.

Inkopen is dan ook niet iets dat een inkoopafdeling in zijn eentje doet. Het gebeurt vooral samen met de gebrui-kers, waarmee ook naar buiten toe het gemeenschappelijk belang onderstreept wordt.

Nieuwe uitdagingenAls je met de inkoopafdeling al het bo-venstaande hebt weten te bereiken en de Kraljic-matrix keer op keer hebt be-studeerd en geïnterpreteerd, is de vol-

gende stap nieuwe uitdagingen te vin-den. Meer standaardiseren om grotere volumes bij minder leveranciers af te nemen biedt besparingspotentieel. Veel leveranciers zijn immers op zoek naar een zo groot mogelijk marktaandeel. Maar ook het creëren van een private label (zoals grote winkelketens doen) kan een optie zijn. Eenvoudige produc-ten (disposables) zouden in lagelonen-landen in opdracht van het ziekenhuis geproduceerd kunnen worden. Houd daarbij echter wel rekening met een aantal belangrijke randvoorwaarden. Het moeten simpele producten zijn waar geen service bij nodig is. Daar-naast moeten ze in grote hoeveelheden besteld worden, dus vereist het een bundeling van krachten van meerdere ziekenhuizen. Een gezamenlijk distri-butiecentrum voor deze producten is

op dat moment ook onontbeerlijk. Ander punt is dat je niet het risico kunt lopen dat je zonder komt te zitten (omdat een containerschip met de goederen een maandje vertraagd is). En de expertise ten aanzien van dit soort handel zit niet in de ziekenhui-zen maar bij andere partijen die dit zouden kunnen faciliteren. Ergens in de toekomst kan dit de gewoonste zaak van de wereld worden.

ConclusieHet is belangrijk eerst de eigen inkoop-zaken op orde hebben. Daarna is de weg vrij om verschillende paden te be-wandelen. Gezamenlijk inkopen, een onderzoek naar uitbesteding, in het buitenland inkopen en nog meer sa-menwerken met de gebruikers, beho-ren tot de mogelijkheden. Maar daarna is het nog niet afgelopen. Er doen zich steeds weer nieuwe mogelijkheden voor. Om die mogelijkheden te zien en te benutten moet een inkoper in de zorg tegenwoordig ook ondernemend zijn.

Tot slot: Rijnstate is op dit moment be-zig met een cruciale fase in haar in-koopbestaan, namelijk de implementa-tie van een ERP-systeem. Daarmee worden in eerste instantie inkoop, lo-gistiek, financiën en projecten op el-kaar afgestemd. De weg naar volledige inkoopvolwassenheid of purchasing excellence is lang, maar zit telkens weer vol met nieuwe kansen. ‹‹

*Royan van Velse (links) is manager Inkoop en

Logistiek bij Rijnstate. Koen de Wijs is strate-

gisch inkoper bij Rijnstate.

Meer standaardiseren om grotere volumes bij minder leveranciers af te nemen biedt besparingspotentieel

15_17_Art._2_THEMA_Wat_komt_er_na_het_laaghangend_fruit.indd 17 22-01-13 16:04

Page 18: Facto Magazine nr. 1/2 2013

18 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

Leren in een inspirerende omgeving

Het Erasmus MC bouwt een compleet nieuw universitair medisch centrum in het hartje

van Rotterdam. In 2009 werd de eerste paal geslagen, in 2017 moet de bouw grotendeels zijn afgerond. Eén van de nieuwe gebouwen is het Onderwijs-centrum in de laagbouw van het facul-teitsgebouw. Het pand werd eind au-gustus, na een bouw/verbouwperiode van vijf jaar, in gebruik genomen. Bouwkosten: 80 miljoen euro.

Het resultaat mag er zijn. Een moderne ruimte (20.000 m² ) verdeeld over drie verdiepingen, met op de begane grond een ruimtelijk en licht studieplein met een diversiteit aan studie-, stilte- en ontspanningsplekken (inclusief bruin lederen Chesterfieldfauteuils!) voor

studenten en docenten. Aan de lange zijde is, verdeeld over de verdiepingen, de Medische Bibliotheek gevestigd, in feite een 35 meter lange en elf meter hoge boekenkast met een slordige twee kilometer aan boeken en tijdschriften. In de nabijheid van de drie compleet vernieuwde collegezalen

(met voor de grootste zaal een capaci-teit van 250 stoelen) bevinden zich di-verse zalen voor lessen en samenwer-kingsprojecten in kleiner verband.

Voor de inwendige mens vindt men op de begane grond een espressobar (ge-opend van 08.00 tot 16.00 uur) en een café, beheerd door de studentenorgani-satie. Alle gebouwgebonden installaties zijn vernieuwd (inclusief een nieuwe koelcentrale boven de collegezalen). Tevens is een systeem aangebracht

voor warmte- en koudeopslag in de bo-dem (WKO) en een warmtepomp. Door de gewenste open structuur op het onderwijsplein was een indeling in brandcompartimenten niet wenselijk. Gekozen is voor toepassing van een sprinklerinstallatie om het gewenste veiligheidsniveau te realiseren.

OverkappingKenmerkend voor het studieplein is de fraaie daglichttoetreding, mogelijk ge-maakt door de unieke, bijna kolomloze glazen overkapping. ‘Dat dak is een ar-chitectonisch en functioneel hoog-standje’, zegt Jack Vink, tot 1 januari jl. business manager huisvestingsbeleid

Erasmus MC opent nieuw onderwijscentrum

Als je gaat verbouwen in een omgeving van 30, 40 jaar oud, bestaat de kans dat je asbest tegenkomt

Eind augustus werd het splinternieuwe opleidingscentrum van het Eras-mus MC in Rotterdam opgeleverd. Een fraaie omgeving waar aankomen-de professionals in de gezondheidszorg kunnen studeren en leren. Vooral de dakconstructie is bijzonder: die zorgt voor diffuus daglicht, vervult een belangrijke rol in de klimaatbeheersing en draagt bij aan een goede akoes-tiek. Gerard dessinG

Bij de nieuwbouw zijn onder meer de volgende partijen betrokken geweest:

Architect : Claus en Kaan ArchitectenTechnisch adviseur : Royal Haskoning Bouw : J.P. van EesterenE-installaties : Kuijpers InstallatiesW-installaties : Wolter & DrosBouwfysica, brandveiligheid, akoestiek : DGMR

Kerngegevens!

18_20_Art._1_THEMA_Leren_in_een_inspirerende_omgeving.indd 18 22-01-13 16:05

Page 19: Facto Magazine nr. 1/2 2013

19Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

bouwprojecten? ‘Controleer het ont-werp meerdere malen op de gevolgen voor de exploitatie, noemt hij als eer-ste. Dat is echt belangrijk, want als je dat niet of te laat doet, kunnen de on-derhoudskosten aardig oplopen’.

Zijn tweede punt heeft te maken met risico-inschatting. ‘Als je gaat verbou-wen in een omgeving van 30, 40 jaar oud, bestaat de kans dat je asbest te-genkomt. Dat is hier ook gebeurd. Daar moet je rekening mee houden.

Een ander leermoment is de commu-nicatie tussen partijen als de architect, de technisch adviseurs, de installateurs en de bouwers. Verloopt die niet soe-pel, dan loop je vertraging op.’ Vink geeft een voorbeeld:‘Op een bepaald moment had de tech-nisch adviseur iets bedacht wat niet door de installateur kon worden uitge-voerd. Zo zou de sprinklerinstallatie in de dekvloer moeten worden aange-bracht, maar die bleek niet dik genoeg. Die installatie moest dus opnieuw worden ontworpen. Dat heeft voor vertraging gezorgd. Zorg dus voor bouwkundige en technische kennis in eigen huis, want meerkosten komen altijd bij de opdrachtgever te-recht.’ Een laatste leerpunt: weet wat de ge-bruiker wil. Vink: ‘Als allerlei partijen tijdens de bouw wijzigingen willen doorvoeren, brengt dat extra kosten en vertraging met zich mee. Natuurlijk is dat soms een gegeven en ontkom je er niet aan, maar het is zaak dat wel tot een minimum te beperken.’ ‹‹

en projectmanagement bij FGB Facility Group en tot voor kort gedetacheerd bij het Erasmus MC. ‘De ruimte waar we nu staan was vroeger een binnen-tuin. Door dat gebied te overkappen heeft de architect ruimte gecreëerd voor het studieplein. De glazen dak-constructie vervult in de klimaatbe-heersing een belangrijke rol, vertelt Vink. ‘Voorkomen moest worden dat het door al die beglazing in de zomer te warm zou worden. Daarom zijn in het dak driehoeken van glas (in diverse af-metingen) opgenomen waardoor de warmte direct onder de beglazing blijft hangen en zich niet lager in de ruimte kan ophopen. Afgelopen zomer, in de warme periode, hebben we het kunnen testen en inderdaad, het werkt: extra koeling was nauwelijks nodig, er heers-te een prettige temperatuur. De na-tuurlijke ventilatie was voldoende om het behaaglijk te houden.’

AkoestiekEen andere uitdaging was de akoestiek. Voorkomen moest worden dat het op het studieplein hol zou klinken en een eventuele galm zou ontstaan. De ar-chitect heeft dat opgelost door onder andere de binnenzijde van het dak uit te voeren in zacht, geluidabsorberend materiaal.

VloerenHet merendeel van de vloeren is van Bolidt, een in ziekenhuizen gebruikelij-ke vloerafwerking omdat het door de harde en gladde structuur makkelijk schoon te houden is. Voor het stu-dieplein zelf is gekozen voor donker parket, iets dat Vink redelijk bijzonder noemt. ‘Natuurlijk zorgt parket voor een luxe uitstraling en heeft het uit-stralingskracht op nieuwe studenten, maar qua onderhoud is het lastiger dan Bolidt. Het is hout, en dat moet je op een bepaalde manier onderhouden om mooi te houden. De facilitaire kos-ten nemen dus toe.’

‘Tijdens de oplevering bleken er heel wat bouwkundige aandachtspunten’, gaat Vink verder. ‘Bij projecten van deze omvang is een aantal van pakweg 100 opleverpunten iets waarmee je kunt leven. Dan zeg je: dat is oplos-baar. Hier was sprake van een veel-voud. Die zaken liggen nu bij de hoofdaannemer, zodat dat opgelost kan worden.’

LeerpuntenOf Vink enkele leerpunten kan noe-men als het gaat om de succesvolle realisatie van dergelijke omvangrijke

Jack Vink, tot 1 januari jl. business ma-nager huisvestingsbeleid en projectma-nagement bij het Erasmus MC in het nieuwe opleidingscentrum.

Blik op het nieuwe opleidingscentrum vanaf de eerste verdieping. Let op het dakontwerp, een architectonisch en func-tioneel hoogstandje.

Onderwijscentrum erasmus MC in een notendop » 2 grote collegezalen » Promotiezaal voor promoties en symposia

» 400 studieplekken op en rond het onderwijsplein

» Zelfstudieplekken, projectgroepruim-ten en loungeplekken

» Concentratieruimte voor zelfstudie » Espressobar op onderwijsplein » Receptie en Informatiebalie Dien-stenCentrum Onderwijs (DCO)

» Spreekkamers studieadviseurs

» Informatiebalie Medische Biblio-theek op het onderwijsplein

» 2 km boeken en tijdschriften van de Medische Bibliotheek in een super-boekenkast

» 34 onderwijsruimten » Werk- en kantoorruimten voor stu-dentenorganisaties

» Studentencafé » Werk- en kantoorruimten Medische Bibliotheek en het DCO

18_20_Art._1_THEMA_Leren_in_een_inspirerende_omgeving.indd 19 22-01-13 16:05

Page 20: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Met uw badge heeft u ook toegang tot het gelijktijdige

Gratis toegang? Ga naar www.zorgtotaal.nl

Jaarbeurs Utrecht www.zorgtotaal.nl

13 - 15 maart 2013

#ztt13

Hét platform voor professionals in de zorg

Mediapartners:

18_20_Art._1_THEMA_Leren_in_een_inspirerende_omgeving.indd 20 22-01-13 16:05

Page 21: Facto Magazine nr. 1/2 2013

21Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Beter voorkomen dan genezen

Tijdens de planontwikkeling voor nieuwbouw of verbouw in de zorg, vinden vaak nog allerlei veranderingen plaats in het programma van eisen. Gevolg: tijdverlies, extra kosten en frustratie bij de betrokkenen. Zijn wijzigingen te voorkomen? Kunnen we de nadelige effecten reduceren? Een verkenning van soorten wijzigin-gen, oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen. theo van der voordt*

Het programma van eisen is een belangrijk document in de plan ontwikkeling voor nieuw-

bouw en (grote) ingrepen in bestaande bouw. De opdrachtgever legt er zijn ei-sen en wensen in vast voor de locatie, het gebouw en de afzonderlijke ruim-ten en randvoorwaarden ten aanzien van tijd, geld en wet- en regelgeving. Ideeën over huidig en toekomstig ge-bruik en eisen en wensen ten aanzien van beleving, beeldkwaliteit, flexibili-teit, duurzaamheid en efficiency, moe-ten op een heldere manier worden om-gezet in vierkante meters, gewenste positionering van ruimten, beoogde uitstraling en technische prestatiespe-cificaties en worden getoetst aan de budgettaire mogelijkheden. Door de invoering van gereguleerde

marktwerking in de zorg hebben zorg-organisaties veel meer vrijheid gekre-gen in het maken van programmati-sche keuzes. Daar staat tegenover dat de risico’s van onvoldoende doordach-te programma’s van eisen en onhandi-ge of te dure gebouwen, niet langer worden ontlopen door de traditionele nacalculatie van de kapitaalslasten door de overheid, maar ten laste ko-men van de zorgorganisaties zelf.

Het is dus erg belangrijk dat een zorg-organisatie goed nadenkt over wat zij wil, wat de financiële mogelijkheden en beperkingen zijn - zowel qua inves-teringen als ten aanzien van de exploi-tatielasten tijdens de gehele levensduur - en hoe een toekomstbestendig ge-bouw kan worden ontwikkeld.

WijzigingenIn de praktijk wordt vaak eerst een ruimtelijk-functioneel basisprogram-ma ontwikkeld, dat later gedetailleerd wordt uitgewerkt, inclusief alle techni-sche eisen. Als wijzigingen worden aangebracht in het programma kan dat voor vertraging zorgen en hoge kosten met zich meebrengen voor ex-tra overleg, extra tekenwerk door de architect of aanpassingen tijdens de uitvoering.

Wijzigingen en onvrede over wijzigin-gen zijn echter niet altijd te voorko-men, maar je kunt er wel op sturen. Dit blijkt onder meer uit afstudeeron-derzoek aan de TU Delft van Sven van den Berg, Judith Anjema en Laurence Buitenhuis, naar oorzaken en gevolgen van programmawijzigingen. In een van de onderzochte ziekenhui-zen werden niet minder dan 98 pro-grammawijzigingen geconstateerd. Ook in de andere ziekenhuizen was sprake van een diversiteit aan wijzigin-gen. Soms ging het om kleine verande-ringen zoals een vraag naar meer toi-letten of een iets andere lay-out van een afdeling binnen dezelfde afdelings-grenzen. In andere gevallen was sprake van forse wijzigingen, bijvoorbeeld de keuze voor een andere stramienmaat, alleen nog 1-persoonskamers toepas-sen, een forse verlaging van het aantal operatiekamers, minder bedden door een verschuiving naar meer poliklini-sche zorg, of het verplaatsen van een afdeling naar een andere etage.

Wijzigingen in een PvE

thema FM in de zorg

Figuur 1. Zorg voor een goede afstemming tussen stuurgroep, projectgroep en gebruikersgroepen (Anjema, 2012).

21_23_Art._4_THEMA_Beter_voorkomen_dan_genezen.indd 21 22-01-13 16:05

Page 22: Facto Magazine nr. 1/2 2013

22 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

kelijker uitwisselbaar zijn zonder de plattegrond te hoeven veranderen.

Geïntegreerd programmeren Een derde oplossingsrichting is om niet alleen gefaseerd te programmeren maar ook meer geïntegreerd met het ontwerpproces, door het werken aan het programma van eisen en het ont-werpen meer interactief te laten plaatsvinden, parallel aan elkaar en niet na elkaar (figuur 2). Voordeel hiervan is dat de expertise van de ontwerper en zijn vertaling van wensen en eisen in ruimtelijke oplos-singen direct kan worden gebruikt om te reflecteren op het programma. Dit kan de opdrachtgever helpen zijn eisen duidelijker en beter doordacht te for-muleren. Een nadeel kan zijn dat de opdrachtgever zich te veel laat leiden door suggesties van de ontwerper en mogelijk minder geneigd is zelf vol-doende tijd te nemen om over het ge-wenste programma na te denken en de organisatie hierin mee te nemen.

Een vierde optie om onverwachte wij-zigingen te voorkomen of de gevolgen ervan te reduceren is om toekomst- gericht(er) te programmeren, gebruik te maken van scenario’s en je proactief de gevolgen te realiseren. Denk bij-voorbeeld aan de bouwkundige impli-caties van verdere specialisatie binnen ziekenhuizen en samenwerking tussen ziekenhuizen in regionale en landelijke netwerken, groei- en krimpscenario’s, andere poilitieke keuzen, andere finan-cieringsvormen of een verdere toena-me in gebruik van robotica en andere vormen van medische technologie.

Het programma mag er door dergelijke wijzigingen dan beter van worden, het goedkeuren van de wijzigingen en het aanpassen van het ontwerp, kosten tijd en geld, leiden tot onvrede bij (een deel van) de deelnemers en vertragen het proces.

Oorzaken wijzigingen in PvE’s Wat zijn nu de oorzaken voor wijzigin-gen in PvE’s die dan in een (te) laat stadium moeten worden doorgevoerd? Vaak terugkerende factoren die aanlei-ding geven tot programmawijzigingen zijn met name:

» Voortschrijdend inzicht ten aan-zien van de ruimtebehoefte en op-lossingsrichtingen.

» Te laat inschakelen van eindge-bruikers zoals zorgpersoneel en ver-tegenwoordigers van patiënten, waardoor hun wensen en prioritei-ten pas laat in beeld komen.

» Slechte communicatie tussen de betrokkenen; problemen met de juis-te interpretatie van documenten en tekeningen.

» Verdeeldheid in de besluitvor-ming door ‘conflicts of interest’ tus-sen verschillende stakeholders en onvoldoende aandacht voor ma-nagement van verwachtingen.

» Veranderingen in de organisatie, bijvoorbeeld een nieuwe Raad van Bestuur met een andere visie.

» Veranderingen in de externe con-text, bijvoorbeeld veranderingen in de vraag naar zorg, nieuwe Arbo-regels, andere milieuwetgeving, nieu-we medische technologie en wijzi-gingen in de politieke besluitvorming.

» Financiële redenen zoals (meestal) overschrijding van het budget, (soms) beschikbaar komen van extra geld en strengere eisen en randvoor-waarden van financiers.

» Onvoldoende anticiperen op de toekomst.

OplossingsrichtingenEen mogelijkheid om wijzigingen te voorkomen of de gevolgen ervan te re-duceren, is het beter en tijdiger antici-peren op invloedsfactoren op het pro-gramma en het ontwerp. Door periodiek te communiceren met (toe-komstige) gebruikers en een varieteit

aan middelen te gebruiken om te visua liseren hoe het toekomstige ge-bouw eruit gaat zien - ontwerpschet-sen, maquettes, computeranimaties, 3D-impressies, virtual reality - kunnen de ervaringen en wensen van de eind-gebruikers tijdig geïntegreerd worden in het besluitvormingsproces.

Een doordacht procesontwerp met hel-dere afspraken over wie waarover mag besluiten en wanneer, duidelijke lijnen tussen de verschillende lagen in de be-sluitvorming - stuurgroep, project-groep en gebruikersgroepen (zie figuur 1) - en goede communicatie over wij-zigingen (door wie geïnitieerd en waar-om, consequenties, waarom wel of niet geaccepteerd) verkleinen de kans op frustraties bij betrokkenen. Dit draagt bij tot een fair proces en het creëren van draagvlak. Het kan verstandig zijn iemand in het projectteam of uit de organisatie specifiek verantwoordelijk te maken om hier goed op te sturen.

Gefaseerd programmerenDoor gefaseerd te programmeren - eerst het basisconcept, dan een structuur-plan of vlekkenplan, vervolgens de technische infrastructuur en pas later de gedetailleerde invulling - kunnen bepaalde besluiten worden uitgesteld tot meer (actuele) informatie beschik-baar is.

Een andere manier om meer flexibili-teit in het programmeren in te bouwen is het gebruik van standaardmaten voor functies die bijna dezelfde ruimtebe-hoefte hebben. Dit zorgt ervoor dat functies binnen de plattegrond gemak- »

Figuur 2. Drie manieren voor het ontwikkelen van een programma van eisen: vooraf, gefaseerd en geïntegreerd (Prins e.a. 2001).

21_23_Art._4_THEMA_Beter_voorkomen_dan_genezen.indd 22 22-01-13 16:05

Page 23: Facto Magazine nr. 1/2 2013

23Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

Woensdag 20 maart 2013Hotel van der Valk, Breukelen13.00 – 17.00 uur

www.factomagazine.nl/opleidingenBlijf op de hoogte en schrijf nu in!

Alles weten over de nieuwe aanbestedingswet?Naar verwachting treedt op 1 april de nieuwe aanbestedingswet in werking. Dit heeft gevolgen voor facilitaire aanbestedingen. Tijdens ‘Succes met aan-besteden’ volgt u de plenaire presentatie van prof.dr. Jan Telgen. Daarna kunt u een keuze maken uit 2 van de 3 parallelle sessies met een complete juridische update en twee praktijkcases over aanbesteden, schoonmaak en catering.

SUCCES MET AANBESTEDEN!

(Advertentie)

Van den Berg (2010) vat toekomstge-richt programmeren samen in zes stap-pen:

1. Toekomstvisies in kaart brengen, sa-men met alle stakeholders en toe-komstverkenners.

2. Kiezen welke scenario’s in de vorm van mogelijke toekomsten worden be-trokken in de besluitvorming.

3. Verkennen van de mate van waar-schijnlijkheid waarin deze scenario’s werkelijkheid worden en de risico’s van het niet of onvoldoende inspelen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen onder ogen zien.

4. Huisvestingsconcepten ontwikkelen en huisvestingsconsequenties in kaart brengen voor de meest waarschijnlijke scenario’s.

5. Oplossingen bedenken om door middel van flexibel programmeren en flexibiliteit in te bouwen in het ont-

werp, te kunnen inspelen op verwach-te en onverwachte veranderingen.6. Evalueren en blijven monitoren of de toekomstvisie voldoende actueel is of bijstelling behoeft (= terug naarstap 1).

Het is dus zaak niet alleen te sturen op productflexibiliteit - scheiding drager/inbouw, interne herverkavelmogelijk-heden, uitbreidbaarheid, afstootbaar-heid van gebouwonderdelen - maar ook veel aandacht te besteden aan een zorgvuldig programmeerproces met duidelijke verantwoordelijkheden van alle betrokkenen, heldere procedures voor programmawijzigingen en antici-peren op de toekomst.

LiteratuurAnjema, J. (2012), Een goed procesont-werp is het halve werk. Afstudeerscriptie Faculteit Bouwkunde TU Delft.Berg, S. (2010), Toekomstgericht pro-grammeren in de ziekenhuisbouw. Afstu-deerscriptie Faculteit Bouwkunde TU Delft. Zie ook Berg, Sven van den,

Theo van der Voordt en Alijd van Doorn (2010). Een flexibel programma van eisen. ZM Magazine (26) 9, 2-5.Buitenhuis, L. (2012), Programmawij-zigingen door voortschrijdend inzicht.Afstudeerscriptie Faculteit Bouwkunde TU Delft.Prins, M. e.a. (2001), Ontwerpma-nagement. In Duijn, F.A., Lousberg, L.H.M.J. (red), Handboek Bouwproject-management. Ten Hagen & Stam. ‹‹

* Theo van der Voordt is universitair hoofddo-

cent aan de Faculteit Bouwkunde van de TU

Delft, afdeling Real Estate & Housing.

21_23_Art._4_THEMA_Beter_voorkomen_dan_genezen.indd 23 22-01-13 16:05

Page 24: Facto Magazine nr. 1/2 2013

24 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

40%

24%

18%

4%3%3%

3%

3%1%

1%

Opbouw totale facilitaire kosten

Huisvesting & Terreinen

Integrale Veiligheid

Opslag & Uitgifte

Facility Management

Eten & Drinken

Inkoop

Vervoer

Schoonmaak & Afval

Linnenvoorziening

Documentbeheer

Huisvesting & TerreinenEten &DrinkenSchoonmaak& Afval

IntegraleVeiligheid

InkoopLinnenverzieningOpslag &Uitgifte

VervoerDocument-beheerFacilityManagment

Onderdeel als% van de

totalefacilitaire

kosten Gemiddelde

40

24

18

3

3

3

3

4

1

1

Facilitair met FLAIRSteeds meer GGZ-instellingen zijn op zoek naar mogelijkheden om de kwa-litatieve en financiële impact van facilitaire diensten inzichtelijk te maken. Enerzijds om de meerwaarde en doelmatigheid van facilitaire activiteiten te duiden, anderzijds om mee te kunnen in de flexibiliseringsbehoefte en ge-wenste transparantie. Het is duidelijk dat hogere tevredenheid en kwaliteit worden verlangd tegen een lagere prijs. Spagaat of kans? Martine atzeMa en nicky Fleuren*

De geestelijke gezondheidszorg verandert. In de sector spelen tal van ontwikkelingen met

gevolgen voor de bedrijfsvoering en facility management. Enkele voor-beelden.

Financiering, takenpakket en cliëntprofiel

Veranderende financiering, bezuini-gingen, verschuivingen in verant-woordelijkheden vanwege doordecen-tralisatie van de AWBZ en een ander cliëntprofiel, zorgen ervoor dat het werkveld van de GGZ verandert. Dit alles gebeurt in hoog tempo. De marktwerking in de zorg neemt toe met actieve sturing op kosten en een transparante bedrijfsvoering als di-rect gevolg. Daarbij komt dat Neder-land vergrijst en meer mensen aan-spraak maken op zorg binnen krimpende budgetten. Kortom er moet meer voor minderz.

Van intramuraal naar meer am-bulante zorg

Intramurale zorg verschuift naar steeds meer ambulante zorg. Deze ambulantisering zou moeten bijdragen aan het in de hand krijgen van de kostenstijging in de branche en het (deels) teruggeven van de eigen regie aan de cliënt.

Het werkt ook in de hand dat grote intramurale voorzieningen, met grote terreinen en gebouwen, grotendeels verdwijnen omdat de zorg meer ‘in de wijk en aan huis’ georganiseerd wordt.

Onderscheidend vermogenCliënten en hun omgeving zijn steeds kritischer op de zorg die ze krijgen en vertonen ‘shopgedrag’ bij de keuze tussen instellingen. Feitelijke kwaliteit van zorg, en in meer algemene zin de beleving van het totale aanbod rondom zorg, zijn steeds meer bepalend voor het

succes van een zorginstelling. Ook instrumenten in de branche zoals ‘Gastvrijheidszorg met sterren’ tonen de groeiende aandacht voor dit onderwerp aan.

Actuele facilitaire contextUitgaven per cliënt € 22,70Zorginstellingen in de geestelijke ge-zondheidszorg kampen met een flinke druk op de budgetten. Ter beeldvorming: binnen de GGZ bedragen de facilitaire kosten per cliënt gemiddeld € 22,70, dit is 10 procent van de totale kosten. Een groot deel bestaat uit materiële kosten € 16,81. Belangrijkste costdrivers zijn in volgorde: » Huisvesting & Terreinen » Schoonmaak & Afval » Eten & Drinken »

Welke keuzes GGZ-instellingen maken, is afhankelijk van het DNA van de organisatie

24_27_Art._5_THEMA_Facilitair_met_flair.indd 24 22-01-13 16:06

Page 25: Facto Magazine nr. 1/2 2013

25Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

Relatie servicelevel en klantte-vredenheid

Uit onderzoek dat Hospitality Consultants uitvoerden naar de re-latie tussen servicelevel en klantte-vredenheid blijkt dat het mogelijk is de feitelijke kwaliteit (en daarmee de kosten) van bijvoorbeeld schoon-maak dienstverlening te verlagen met behoud of zelfs verhoging van klanttevredenheid. Een bewuste keu-ze voor zachte beïnvloedingsfactoren als ‘invloed van het individu’, ‘com-municatie’ en ‘geur’ bleken versobe-ringsmaatregelen te kunnen com-penseren. Uitkomsten uit de GGZ-benchmark bevestigen dit. Kosten en kwaliteit gaan niet altijd gelijk op met de klanttevredenheid. Een van de deelnemende facilitaire organisa-ties biedt Huisvesting & Terreinen tegen marktconforme kosten, een gemiddeld kwaliteitsniveau maar met de hoogste klanttevredenheid. Binnen deze instelling staat de klant centraal door middel van inzet van speciale programma’s als ‘facilitair zintuig’ en ‘klantbeleving’. Het suc-ces, aldus de instelling, ligt in het feit dat dit geldend is voor alle facili-taire medewerkers en dat dit door middel van teamoverleg en beoorde-lingen continue geborgd wordt. In het verlengde van deze voorbeelden kan gedacht worden aan het inzet-ten van ‘cocreatie’ rondom facilitai-re activiteiten. Als cliënten een rol hebben in de facilitaire activiteiten, kan de personele bezetting naar be-neden en dat bespaart kosten. Maar belangrijker nog, de kwaliteitsbele-

Samen zijn deze posten goed voor on-geveer 80 procent van de totale uitga-ven (bron: facilitaire benchmark GGZ-instellingen Hospitality Consultants 2012). Facilitaire afdelingen maken kosten en genereren geen (directe) inkomsten. Dit maakt dat de begro-tingsdruk rondom facilitaire activitei-ten in eerste instantie alleen beïn-vloed kan worden door de facilitaire kosten te verlagen.

Gemiddelde waardering aanbod 6,9

In de benchmark onder GGZ-instel-lingen beoordelen medewerkers het totale facilitaire aanbod gemiddeld met een 6,9. ‘Huisvesting en terreinen’ krijgen met een 6,8 de beste beoordeling, ‘Schoonmaak & Afval’ met een score van 5,9 de laagste waardering.‘Integrale veiligheid’ zien medewer-kers als meest belangrijke element voor de beleving. Opvallend is dat deze dienst de hoogste uitbestedings-graad kent (80 procent). Vergelijkbaar met de hotellerie meet de benchmark kwaliteit op basis van sterren. De objectieve kwaliteit van het facilitaire aanbod kent een gemid-deld servicelevel van 3,3 op een schaal van 5. Eten & Drinken vinden benchmarkdeelnemers belangrijk. Voor Eten & Drinken wordt met een 3,5 dan ook een hoog servicelevel geboden. Dit is het hoogste service-level onder de diensten in de bench-mark.

Leveren van flexibiliteit en toegevoegde waarde

Zorginstellingen vragen om een flexibeler facilitair aanbod met aantoonbare toegevoegde waarde.

Enerzijds omdat het aantal plekken waar zorg geboden wordt meer di-vers is (naast intramurale zorgloca-ties wordt zorg ook ambulant gebo-den). Anderzijds omdat cliënten in de loop van de jaren een andere zorgbehoefte hebben vanwege het verdwijnen van de lagere zorgzwaar-tepakketten en omdat de marktwer-king toeneemt. Om mee te kunnen in de dynamiek van de zorgomgeving wegen facilitai-re afdelingen heel bewust af welke taken zij nog zelf uitvoeren en welke niet. Meer en meer wordt ingezet op het ontvlechten van facilitaire en zorgtaken, en uitbesteden. Facilitaire afdelingen kiezen voor een regierol. Ze sturen op output en steeds min-der op hoe deze tot stand komt. De veranderingen in de GGZ vragen om een proactieve facilitaire partner die meebeweegt maar ook actief meepraat over aanpassingen die in de zorg doorgevoerd worden. De facilitaire afdeling van de toekomst vervult meer en meer die van intern adviseur.

Meer voor minder: spagaat of kans?!

Welke keuzes GGZ-instellingen idealiter maken, is sterk afhankelijk van het DNA van de organisatie en de ambities die zij nastreven. Gegeven is dat GGZ-instellingen staan voor de uitdaging om tegen lagere kosten een hogere klanttevre-denheid te realiseren, immers dit verkleint de begrotingsdruk en ver-groot het onderscheidend vermogen. Kan dit überhaupt? Vanuit onze ratio stellen we dat kosten en kwaliteit(beleving) elkaar directbeïnvloeden, de praktijk wijst echter anders uit…

Highlights uit de bench-mark GGZ 2012 (boekjaar 2011):

» Gemiddelde kosten per cliënt € 22,70.

» Facilitaire kosten = 10 procent van de totale kosten van GGZ- instellingen.

» Klanttevredenheid facilitair over-all gewaadeerd met een 6,9.

» Kwaliteitsbeleving overall gewaar-deerd met een 7,7.

» Gemiddeld servicelevel 3,3 (op een schaal van 5).

»

GGZ-Benchmark

Doelstelling van de benchmark is GGZ-instellingen inzicht bieden in facilitaire prestaties in relatie tot andere instellingen. De GGZ-benchmark wordt al ruim 10 jaar uitgevoerd en bevat vier dimensies: kosten, klanttevredenheid, servicelevels en beleving. Idee achter deze dimensies is dat benchmarken het meest waardevol is wanneer kosten in relatie tot kwaliteit en klantbeleving worden bekeken.

24_27_Art._5_THEMA_Facilitair_met_flair.indd 25 22-01-13 16:06

Page 26: Facto Magazine nr. 1/2 2013

26 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

thema FM in de zorg

PLATFORM VOOR FACILITY PROFESSIONALS

www.factomagazine.nl

Meld u aan voor onze gratis e-mailnieuwsbrief, samengesteld

door onze onafhankelijke redactie: www.factomagazine.nl/nieuwsbrief

(Advertentie)

* Martine Atzema (senior-consultant) en Nicky Fleuren (consultant).

Beiden zijn werkzaam bij Hospitality Consultants in Amersfoort.

ving van de klant neemt toe omdat hij of zij zelf invloed heeft en dus be-trokken is.

Nog meer kansenNaast bovenstaande zijn er meer kansen om de profilering en profes-sionalisering te verbeteren. De ervaring leert dat management-informatie vaak eenzijdig wordt ver-zameld en beoordeeld. En vaak ligt de nadruk op kosten. Het risico daarvan is dat conclusies worden ge-trokken zonder het totale beeld te overzien.

De deelnemers aan de GGZ-bench-mark kiezen nadrukkelijk voor een integrale benadering (zie kader). Dit maakt het mogelijk om integraal afwegingen te maken en gericht te kiezen. Door te kijken naar het gehele proces, en niet naar de afzonderlijke stappen, kunnen overbodige processtappen zoveel mogelijk worden uitgebannen. Ook vanuit cliëntperspectief kijken

naar de dienstverlening en deze zo-veel mogelijk hierop afstemmen, zorgt voor inzicht in onnodige zaken.

De oplossing? Facilitair met Flair

Kortom, we denken vaak dat kosten en servicelevels bepalend zijn voor de uiteindelijke kwaliteitsbeleving maar in veel gevallen kan het inzet-ten van softe beïnvloedingsfactoren

ook een positieve invloed hebben op de kwaliteitsbeleving van de klant. Dit kan vaak met beperkte inspan-ningen. Bezuinigen kan dus mét be-houd van kwaliteitsbeleving.

De sleutel tot succes ligt in het be-wust en gericht inzetten op ‘Facilitair met flair’. ‹‹

24_27_Art._5_THEMA_Facilitair_met_flair.indd 26 22-01-13 16:06

Page 27: Facto Magazine nr. 1/2 2013

24_27_Art._5_THEMA_Facilitair_met_flair.indd 27 22-01-13 16:06

Page 28: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Nu € 250 korting bij elke 2e inschrijving!

Tijdens deze 5 masterclasses wordt, op verschillende inspirerende locaties, aandacht besteed aan alle aspecten van het nieuwe werken: de fysieke omgeving, de ICT-wereld, de gevolgen op het gebied van cultuur en leiderschap. Tenslotte wordt in de laatste masterclass ook ingegaan op het verander- en communicatietraject.

Bestemd voor: project-en programmamanagers, HR-, IT-, FM en communicatiepro-fessionals en andere (beleids)medewerkers die de eerste verkennende stappen in Het Nieuwe Werken hebben gedaan en er nu concreet mee aan de slag zijn en/of willen.

Het Nieuwe Werken

over

masterclass

MASTERCLASSStart 7 maart 2013

Aan de slag met een moderne werkstijl

Unieke 5-daagsemasterclass op

inspirerende locaties

Bekijk het complete programma en schrijf je in:

Wegenssucces

herhaald!

www.ohnw.nl/masterclassCMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70

RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74

|

c89-m71LETTERSzwart-100

0271 ADV_MasterclassOHNW_A4.indd 1 18-12-2012 13:43:5129_Art._Trend_contractmanagement.indd 28 22-01-13 16:07

Page 29: Facto Magazine nr. 1/2 2013

over inkoop

29Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Nu € 250 korting bij elke 2e inschrijving!

Tijdens deze 5 masterclasses wordt, op verschillende inspirerende locaties, aandacht besteed aan alle aspecten van het nieuwe werken: de fysieke omgeving, de ICT-wereld, de gevolgen op het gebied van cultuur en leiderschap. Tenslotte wordt in de laatste masterclass ook ingegaan op het verander- en communicatietraject.

Bestemd voor: project-en programmamanagers, HR-, IT-, FM en communicatiepro-fessionals en andere (beleids)medewerkers die de eerste verkennende stappen in Het Nieuwe Werken hebben gedaan en er nu concreet mee aan de slag zijn en/of willen.

Het Nieuwe Werken

over

masterclass

MASTERCLASSStart 7 maart 2013

Aan de slag met een moderne werkstijl

Unieke 5-daagsemasterclass op

inspirerende locaties

Bekijk het complete programma en schrijf je in:

Wegenssucces

herhaald!

www.ohnw.nl/masterclassCMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70

RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74

|

c89-m71LETTERSzwart-100

0271 ADV_MasterclassOHNW_A4.indd 1 18-12-2012 13:43:51

Trend: contractmanagementAls u mij vraagt wat de belangrijkste trend van dit jaar wordt, zeg ik: contractmanagement. Plotseling lijkt er vanuit alle hoeken belangstelling voor het onderwerp, wat doet ver-moeden dat er al langer een onderstroom was die nu aan de oppervlakte komt. Wat is er aan de hand?

Stelt u zich een willekeurig bedrijf voor, een bedrijf dat u goed kent. Welke taken heeft dit bedrijf de

laatste twintig jaar uitbesteed? U kunt er zeker een paar noemen, niet alleen facilitaire taken, maar van alles. Ik kan u vertellen dat je het zo gek niet kunt bedenken of het wordt wel uitbesteed. Een bedrijf met een paar honderd me-dewerkers heeft gauw een paar duizend leveranciers. Terecht om te vragen wat die allemaal doen?

LogischDaarvoor moeten we terug naar de ba-sis, die is simpel. Als zich een leveran-cier aandient die beter is dan een eigen werknemer, is het logisch om meer werk bij de leverancier neer te leggen. We staan er niet bij stil, maar hoe lang

is het geleden dat de conciërge zelf het kopieerapparaat repareerde? Zo gaat het echt met alles, ook met zogenaam-de kerntaken. Zelfs de directeur kan een interim-manager zijn en daarmee een leverancier.

BabelAan de aandacht voor contractma-nagement gingen dus jaren van gelei-delijke uitbesteding vooraf. En nu ineens zien we dat onze bedrij-ven niet meer overeenkomen met het beeld dat we in ons hoofd hadden. Er lopen allerlei mensen rond die heel goed zijn in hun vak, maar het bedrijf

verder niet kennen. En de kans bestaat dat zij alleen maar contact hebben met andere leveranciers, die het bedrijf evenmin kennen. U voelt het wel aan-komen. Onze bedrijven dreigen een to-ren van Babel te worden. En u weet hoe het daarmee afliep.

DufAls je niks doet, krijg je bedrijven waar iedereen door elkaar roept en niet meer weet wat de ander aan het doen is. Dan kan elke taak nog zo goed ge-daan worden, in verwarring zal het to-tale gebouw instorten. De contractma-nager moet zorgen dat de leveranciers begeleid worden. Dat zij niet alleen de dingen goed doen, maar ook de goede dingen doen. Het is mij dan ook een raadsel wie met de naam contractma-

nager is gekomen. We hoeven het con-tract toch niet te managen? Het gaat om mensen van vlees en bloed.

Dit laatste is jammer. Ik denk dat de naam contractmanager ongelukkig ge-kozen is en niet sexy genoeg klinkt. Misschien is dit wel de reden dat het onderwerp tot nu toe zo weinig aan-dacht kreeg. Maar ja, zo gaat het wel vaker in inkoopland. We hebben één van de meest fascine-rende beroepen ter wereld en we plak-ken er vervolgens een duffe titel op. Vraag me niet waarom dit iedere keer zo moet.

StuitenHoe dan ook, de opmars is niet meer te stuiten. Ik ben zover dat ik voor elk contract een contractmanager aanstel. Dat is dus niet iemand van de inkoop-afdeling, maar iemand in de organisa-tie. Die krijgt de taak ervoor te zorgen dat de leverancier zijn werk goed kan doen. En ja, dat leidt wel eens tot dis-cussie. Er zijn nu eenmaal mensen die deze rol niet willen hebben. Maar voor hen is er goed nieuws. Ook contract-management kun je tegenwoordig pri-ma uitbesteden! ‹‹

Deze maandelijkse rubriek wordt verzorgd door Maarten Erasmus, managing consultant bij Emeritor (www.emeritor.com).

Het is mij een raadsel wie met de naam contractmanager is gekomen

29_Art._Trend_contractmanagement.indd 29 22-01-13 16:07

Page 30: Facto Magazine nr. 1/2 2013

30 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

nieuwbouw

zoals liften, trappen, techniek en toi-letten. Vergaderen wordt mogelijk op de eerste etage in het vergadercen-trum, terwijl de tweede etage bestemd is voor de facilitaire organisatie. Op de

derde verdieping komt het bedrijfsres-taurant. Het nieuwe rijksgebouw biedt plaats aan circa 5000 medewerkers die de beschikking krijgen over circa 4000 werkplekken.

KwartiermakerGroeneveld ging op 1 januari 2012 officieel van start als kwartiermaker voor de inhuizing, verhuizing en het opstarten van de facilitaire dienstver-lening. Op 8 december droeg de aan-nemer het gebouw in eigendom over aan de Rijksgebouwendienst waarna het beheer overging aan FMHaaglan-den, het facilitair bedrijf van zeven Haagse departementen waaronder BZK en VenJ. De uitdaging was hel-der: hoe verhuis je in 15 weekenden 5000 ambtenaren dusdanig dat ze di-rect in de nieuwe werkomgeving aan de slag kunnen? Een omgeving met - afgezien van de werkplekken van ministers, staatssecretarissen en amb-telijke top - uitsluitend flexwerkplek-ken.

Skylobby als werkplek Het nieuwe kantoor van de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt deze maanden fase-gewijs in gebruik genomen. Een gesprek met Barbera van Schaik-van Schuppen (Projectdirectie Nieuwbouw) en Gerard Groeneveld (FMHaag-landen) over de uitdaging om circa 5000 ambtenaren in een logistiek complexe nieuwe werkomgeving onder te brengen. Gerard dessinG

Inhuizen en verhuizen naar een nieuwe werkomgeving. Het zijn klussen waar de gemiddelde facility

manager met wat jaren werkervaring niet echt van wakker ligt. Maar als je in korte tijd een compleet nieuw pand van 41 verdiepingen (132.000 m2 bvo) moet inrichten, 4000 werkplekken moet inhuizen en vervolgens 5000 me-dewerkers moet verhuizen, wordt het een ander verhaal.

Gerard Groeneveld en Barbera van Schaik-van Schuppen weten daar inmid-dels alles van. Niet dat ze wakker heb-ben gelegen van de klus. Maar als op-drachtgever namens de Projectdirectie Nieuwbouw (Van Schaik) en uitvoer-der namens FMHaaglanden (Groene-veld) zijn ze, samen met een team van mensen, zeer intensief bezig geweest

met de voorbereiding en uitvoering van deze enorme operatie. Een operatie die eind augustus vorig jaar van start ging en in juni van dit jaar afgerond moet zijn.

Nieuwbouw Het verhaal begint zo’n tien jaar gele-den. Het wordt steeds duidelijker dat de jarenzeventigkantoortorens van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Veiligheid en Justitie aan de Schedeldoekshaven in Den Haag, hun langste tijd hebben ge-

had. Er wordt besloten een nieuw kantoor te bouwen aan de Turfmarkt, op een steenworp afstand van de huidige panden en op loopafstand van NS-stati-on Den Haag CS.

De Duitse architect Prof. Hans Kollhoff ontwerpt een 140 meter hoog gebouw, bestaande uit vier delen: een souterrain, een mid-dengedeelte (acht plintlagen) en twee kantoortorens, uitge-voerd in rode baksteen (Noord-toren) en wit natuursteen (Zuidtoren). In het midden van iedere toren bevindt zich een kern met daarin voorzieningen

5000 Haagse ambtenaren naar nieuwe werkplek

Nieuwbouw ministerie BZK/VenJ

Enkele cijfers:

BVO : 131.000 m2

Aantal torens : 2Hoogte : 140 meter (+ 6 meter dakopbouw)Verdiepingen : 41 (36 + 5)Plint : 10 verdiepingenWerkplekken : 4000Ambtenaren : 5000Vergaderzalen : 93 (in diverse groottes) Toiletten : 430 Restaurant : 750 zitplaatsen

Voor het oude meubilair wordt via Rijksmarktplaats een nieuwe bestemming gezocht

30_33_Art. Sklylobby_als_werkplek.indd 30 22-01-13 16:09

Page 31: Facto Magazine nr. 1/2 2013

31Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

nieuwbouw

InhuizingDe eerste stap was de inhuizing, dus het aanleveren, monteren en plaatsen van al het benodigde meubilair zoals de bureaus, bureaustoelen, kasten, ver-gadertafels, vergaderstoelen, het meu-bilair en servies voor het bedrijfsres-taurant, kluizen, gordijnen, vloerkle- den, audiovisuele middelen en nog veel meer. De inhuizing vond plaats vanaf begin september tot begin november gedurende vijf avonden per week van 16.00 tot 22.00 uur.

Strakke planningProjectdirectie Nieuwbouw maakte een plan inclusief tijdschema waarbij het aantal liftbewegingen per uur een be-langrijke rekenfactor was. De grootste uitdaging bij de inhuizing was de hoogte van het gebouw en de beperkte liftcapaciteit: er waren slechts twee be-schermde liften beschikbaar gesteld.Aan de hand van proeven werd nauw-keurig berekend hoeveel tijd het kostte om een bureau uit een vrachtwagen te laden en via de lift naar de desbetref-fende verdieping te vervoeren. Groene-veld: ‘Met de stopwatch in de hand is dat tot op de seconde berekend.’

De logistieke planning bleek achteraf heel goed te werken, zegt Van Schaik: ‘Het succes was dat we strak hebben vastgehouden aan de tijdslots. Iedere leverancier wist precies op welk mo-ment hij zijn goederen kon aanvoeren. Natuurlijk probeert men daarin ruimte te zoeken, maar daar moet je niet in meegaan.’ Groeneveld: ‘Alle goede be-doelingen ten spijt; wanneer een leve-rancier zegt dat in de lift twee bureaus passen moet je dat echt vooraf contro-leren. Want als later blijkt dat er slechts één bureau en twee stoelen in passen, valt je hele planning in dui-gen.’

VerkeerssituatieBijzonder aandachtspunt bij de aan-voer van het meubilair was de ver-keerssituatie ter plaatse. In de expedi-tieruimte van het gebouw is slechts ruimte voor twee vrachtwagens tege-lijk. Om te voorkomen dat er meer dan twee vrachtwagens tegelijk bij het pand aanwezig zouden zijn was op de Binck-horst (het dichtstbijzijnde bedrijven-terrein in Den Haag) een soort rust- »

plaats voor vrachtwagens ingericht. Er was voortdurend telefonisch contact tussen de logistiek manager en de chauffeurs van de vrachtwagens om aan te geven wanneer ze naar het pand konden vertrekken. De chauffeur had alleen toegang tot het pand als hij daarvoor telefonisch toestemming had gekregen. Groeneveld: ‘Als er bijvoor-beeld 10 vrachtwagens op een avond moesten komen, moest dat goed ge-

pland worden: zijn ze te vroeg, dan kunnen ze niet naar het gebouw en moeten ze ergens wachten. Zijn ze te laat, jammer, dan moet de aanvoer op-nieuw worden ingepland.’

VerhuizingDe volgende stap is dan de verhuizing zelf. Belangrijk uitgangspunt hierbij is de verhuizing gefaseerd te laten plaats-vinden om het bedrijfsproces te kun-

De nieuwbouw van het ministerie BZK/VenJ (een ontwerp van Prof. Hans Kollhoff) bestaat uit vier delen: een souterrain, een middengedeelte (acht plintlagen) en twee kantoortorens. Het gebouw biedt plaats aan circa 5000 medewerkers die de beschikking krijgen over circa 4000 werkplekken.

30_33_Art. Sklylobby_als_werkplek.indd 31 22-01-13 16:09

Page 32: Facto Magazine nr. 1/2 2013

32 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

nieuwbouw

Onze koffie past bij uw manier van werken

Integrale dienstverlening / Respect voor mens en milieu / Toekomstgerichte oplossingen

De wereld verandert. Daar heeft iedere organisatie

voortdurend mee te maken. Als specialist op het gebied

van warme en koude drankenvoorziening op het werk is

Autobar Holland als geen ander in staat u te adviseren hoe

u met deze veranderingen kunt omgaan. Of het nu gaat

om een fenomeen als het Nieuwe Werken, of de toe-

nemende behoefte aan verschillende koffiesoorten bij uw

medewerkers. Autobar Holland loopt voorop om nieuwe

ontwikkelingen te vertalen naar passende oplossingen

voor koffiedrinken op het werk. Zodat de koffievoorziening

in uw organisatie altijd blijft aansluiten op veranderende

omstandigheden. Wilt u weten wat Autobar Holland voor

u kan betekenen? Neemt u dan contact met ons op via

(078) 6 544 544 of ga naar www.autobar.nl.

nen garanderen. De verhuizingen vin-den steeds plaats in het weekend, in groepen van maximaal 500 medewer-kers. De planning is als volgt:alle dozen worden verhuisd van vrijdag 16.00 uur tot en met zaterdag. Op zon-dag volgt het aansluiten van de ICT-middelen en het schoonmaken van de verdiepingen. Op maandagochtend kunnen de medewerkers uitpakken en aan de slag. Van Schaik: ‘Bijkomend voordeel van een gefaseerde aanpak is dat je een groeiproces van het gebouw creëert waarin de dienstverlening meegroeit. Je schaalt de dienstverle-ning als het ware langzaam op, parallel aan de toename van het aantal pand-bewoners.’

ElektrokarOmdat de verhuizing over een afstand van 300 meter plaatsvindt wordt door de verhuizer gebruikgemaakt van een elektrokar met wagonnetjes voor de dozen en andere spullen. Afgezien van de verhuizing van een enkele locatie buiten Den Haag komen er dus geen vrachtwagens aan te pas. Voor het ver-huizen van vertrouwelijke goederen geldt een speciaal veiligheidsprotocol.

Afronding op 1 juliDe verhuizingen gaan - afgezien van twee reserveweekenden - door tot me-dio 2013. Voor de zomer moet alles af-gerond zijn, omdat de oudbouw op 1 juli a.s. schoon aan de gemeente Den Haag als nieuwe eigenaar moet worden opgeleverd. De nieuwe bestemming van de panden is nog niet bekend; dat is aan de gemeente Den Haag. Voor het oude meubilair wordt via Rijksmarkt-

plaats een nieuwe bestemming gezocht. Rijksmarktplaats is een plek die alle Nederlandse overheidsinstellingen ver-plicht moeten raadplegen voordat ze nieuw meubilair aanschaffen.

Mooiste plekWat straks het mooiste plekje in het gebouw wordt? Van Schaik aarzelt geen moment: ‘Ik denk de skylobby. Dat is

een plek op de 36e verdieping met een prachtig uitzicht over Den Haag. Als ik in het gebouw zou werken zou ik daar met collega’s afspreken om een goede kop koffie te drinken.’

Groeneveld hoopt dat het bedrijfsres-taurant op de derde etage de mooiste plek van het gebouw zal worden. ‘Als dat restaurant de hele dag leeft en voortdurend wordt gebruikt zou dat fantastisch zijn. Voor gewoon werken, voor werkoverleg, een warme maaltijd in de avond, een ontbijtje, voor de lunch, er is WiFi en er zijn audiovisue-le middelen. Als we dat samen met de

cateraar voor elkaar krijgen, denk ik dat dat de mooiste plek van het ge-bouw wordt.’

SlotAan het einde van het gesprek werpt Groeneveld nog een blik op de moge-lijke toekomst van de huisvesting van de Haagse departementen:‘Misschien staan er op termijn nog maar 5 of 6 grote rijkskantoorgebou-wen in Den Haag. In het kader van een compacte rijksdienst zou dat ge-noeg moeten zijn. De 13 ministeries huizen dan bij elkaar in bepaalde ge-bouwen, volgens een werkpleknorm van 0,7 of 0,6 of nog lager. Dáár zit de harde bezuiniging. Met kabinetswisse-lingen en het wegvallen of ontstaan van departementen is er dan ook geen huisvestingsprobleem. Flexibiliteit zal de komende jaren de trend worden.’ ‹‹

Gerard Groeneveld (FMHaaglanden) en Barbera van Schaik-van Schuppen (projectdi-rectie Nieuwbouw) zijn samen met een team nauw betrokken bij de inhuizing en ver-huizing naar de nieuwbouw van het ministerie BZK/VenJ.

De grootste uitdaging bij de inhuizing was de hoogte van het gebouw en debeperkte liftcapaciteit

30_33_Art. Sklylobby_als_werkplek.indd 32 22-01-13 16:10

Page 33: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Onze koffie past bij uw manier van werken

Integrale dienstverlening / Respect voor mens en milieu / Toekomstgerichte oplossingen

De wereld verandert. Daar heeft iedere organisatie

voortdurend mee te maken. Als specialist op het gebied

van warme en koude drankenvoorziening op het werk is

Autobar Holland als geen ander in staat u te adviseren hoe

u met deze veranderingen kunt omgaan. Of het nu gaat

om een fenomeen als het Nieuwe Werken, of de toe-

nemende behoefte aan verschillende koffiesoorten bij uw

medewerkers. Autobar Holland loopt voorop om nieuwe

ontwikkelingen te vertalen naar passende oplossingen

voor koffiedrinken op het werk. Zodat de koffievoorziening

in uw organisatie altijd blijft aansluiten op veranderende

omstandigheden. Wilt u weten wat Autobar Holland voor

u kan betekenen? Neemt u dan contact met ons op via

(078) 6 544 544 of ga naar www.autobar.nl.

30_33_Art. Sklylobby_als_werkplek.indd 33 22-01-13 16:10

Page 34: Facto Magazine nr. 1/2 2013

34 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

hostmanship

het beste uit zichzelf te halen. Je zult versteld staan hoe dit uitgangspunt Hostmanship stimuleert. Mocht je nog twijfelen aan het effect hiervan, vraag dan maar eens aan een sporter hoe het voelt om een gouden medail-le te winnen.

Voorwaarde 5. Het is je werkTe vaak hoor ik mensen zeggen dat ze het te druk hebben met hun werk en daardoor geen tijd hebben voor host-manship. Voor een blijvend effect is het van belang hostmanship een fun-damentele peiler in je businessmodel te maken. Het moet een overtuiging

zijn dat het leidt tot succes en een vanzelfsprekendheid in ons hande-len. Wanneer er geen tijd is voor hostmanship dan is of ‘het werk’ on-voldoende goed genoeg georgani-seerd, of het wordt niet belangrijk ge-noeg gevonden. Hostmanship doe je er niet bij, maar is een onderdeel van ieders taak.

Voorwaarde 6. De basis is op ordeNiets leidt zo af als een proces dat niet op orde is. Hostmanship vraagt om een ‘leeg’ hoofd. Wanneer ener-

Hoe maak je een hostmanship duurzaam?

Zeggen dat je hostmanship belangrijk vindt en omarmt is één, maar hoe geef je het in de praktijk handen en voeten? In dit tweede en laatste arti-kel in de serie over hostmanship staat dat onderwerp centraal. AlexAnder de Vries*

De vraag die steeds meer orga-nisaties aan mij en mijn col-lega’s stellen is: ‘Hoe zorgen

we ervoor dat we het hostmanship levend houden?’Een relevante vraag en de directe aanleiding om in dit artikel aandacht te besteden aan de 10 voorwaarden voor blijvend resultaat.

Voorwaarde 1. Je bent nooit klaarVeel organisaties starten met host-manship in de vorm van trainingen. In deze sessies worden medewerkers bewust gemaakt van Hostmanship en hoe zij dit in de praktijk kunnen toe-passen. Een goede start, maar helaas blijft het hier vaak bij. Een tijdelijke stijging van de kwaliteit van de dienstverlening is het gevolg, maar al snel is het oude niveau weer terug. De praktijk leert dat je met een trai-ning niet klaar bent, maar dat het daarmee pas begint. Hostmanship vraagt discipline en een lange adem.

Voorwaarde 2. Het is strategieHostmanship start vaak aan de voor-kant van de organisatie en belandt zo automatisch in de portefeuille van FM en P&O. Voor een blijvend resul-taat hoort hostmanship echter ook in de portefeuille van de directie thuis. Maak een goede start door het hele management actief te betrekken en Hostmanship als strategie te be-

naderen. Formuleer met elkaar waar-om en hoe hostmanship een bijdrage levert aan de bedrijfsdoelen. Start daarna met de implementatie, waar-bij het heel handig kan zijn om aan de ‘voorkant’ van de organisatie te beginnen.

Voorwaarde 3. Voorbeeldgedrag, voorbeeldgedrag, voorbeeldgedragHostmanship is leiderschap. Het ma-nagement van een organisatie geeft dagelijks het goede voorbeeld. In alles wat je doet als management laat je zien dat hostmanship belangrijk is. Het beste alibi voor medewerkers om

geen hostmanshipgedrag te vertonen, is wanneer leidinggevenden dit ook niet doen. Hostmanship vraagt om dienend leiderschap!

Voorwaarde 4. Leg de lat hoogGenoegen nemen met minder dan een 9+ zet een rem op je hostman-ship. Een 8 scoor je door je werk goed te doen en daarmee te voldoen aan de verwachtingen van je klanten. Door hostmanship krijg je een 9 of hoger. Neem geen genoegen met middelmaat maar daag mensen uit

Hostmanship betekent dat je de kracht van aandacht (her)kent

34_35__Art_Hostmanship.indd 34 22-01-13 16:10

Page 35: Facto Magazine nr. 1/2 2013

35Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

hostmanship

kaderkopkadertekst

gie en aandacht onnodig weggezogen worden, komen mensen niet toe aan dat stukje extra aandacht voor hun klant. Gebruikersonvriendelijke sys-temen, onvoldoende kennis, hape-rende processen, gebrekkige commu-nicatie en een slechte planning zorgen ervoor dat er te veel tijd en aandacht verspild wordt met brand-

jes blussen. Aandacht die vervol-gens niet meer besteed kan

worden aan de klant.

Voorwaarde 7. Ieder-een doet mee

Een organisatie is een sys-teem waarin alles met alles sa-

menhangt. De zwakste scha-kel bepaalt het Hostmanship van de orga-nisatie. Klanten zien het gehele plaatje en kijken echt verder dan de front-office. Keurig worden ont-vangen met een kopje kof-fie, maar vervolgens een kwartier moeten wachten op je afspraak geeft geen goede indruk, hoe lekker de koffie ook smaakt. Ver-rassend genoeg denken nog steeds hele volks-stammen in de backoffi-ce dat ‘de klant’ niet hun verantwoordelijk-heid is, ze hebben er in-middels geen direct contact mee. Het ge-heel zien is niet voor niets een van de 6 principes van host-manship.

Voorwaarde 8. Ken uw klant

Behandel de ander niet zoals jezelf behandeld wilt worden, maar behandel de ander zoals de ander behandeld wil wor-

den, is een belangrijke les die hostmanship ons leert. Ga regel-

matig in gesprek met uw klanten en ontdek wat zij echt belangrijk

vinden. Het doen van aannames of je eigen normen als uitgangspunt

nemen, is behoorlijk risicovol. Daar-bij vinden de meeste klanten het erg plezierig wanneer zij om hun mening gevraagd worden. Voer deze gesprek-

ken bij voorkeur zelf, u zult verbaasd staan over het effect ervan.

Voorwaarde 9. Dialoog als motorPas wanneer Hostmanship vanzelf-sprekend wordt, zal het blijvend zijn. Het gedrag dat we dagelijks laten zien, is de spiegel van onze cultuur. Investeer tijd en energie in het bou-wen aan een cultuur waarin ‘elkaar verwelkomen’ vanzelfsprekend is. Doe dit bij voorkeur door regelmatig met elkaar in gesprek te gaan, over zaken die er werkelijk toe doen, in plaats van de focus te leggen op het (laten) ontwikkelen van allerlei in-strumenten en systemen.

Voorwaarde 10. Het zijn de kleine dingenHostmanship betekent dat je de kracht van aandacht (her)kent. Het gaat er niet zozeer om wat je doet, maar hoe je het laat voelen. Het is belangrijk je te realiseren dat het voor vrijwel alle organisaties niet de bak-stenen zijn of de technologie is waar-mee uiteindelijk het verschil gemaakt wordt. Het zijn de kleine menselijke dingen die dat wel doen, de aandacht die we voelen en de oprechtheid waarmee dat gedaan wordt, is op de lange termijn oneindig veel krachti-ger dan het mooiste concept. ‹‹

* Alexander de Vries is eigenaar van Hostman-

ship Group Nederland in Huizen

(www.hostmanship.nl)

34_35__Art_Hostmanship.indd 35 22-01-13 16:10

Page 36: Facto Magazine nr. 1/2 2013

36 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

huisvesting

verlangd binnen de huisvestingsorga-nisatie. Het vijffasenmodel geeft weer welke fasen huisvestingsorganisaties over het algemeen doorlopen en welke kennis en vaardigheden daarbij no-dig zijn. Joroff is van mening dat vastgoed als vijfde bedrijfsmiddel ge-zien moet worden.

Zicht hebben op het huidige vastgoed-bestand is belangrijk om de toekomst te kunnen bepalen. Wat inhoudt dat volgens het vijffasenmodel er binnen een organisatie per pand zicht moet komen op de volgende aspecten:

- vierkante meter (NVO & BVO- bouwjaar- aantal etages- exploitatiekosten per jaar- onderhoudsstaat- wijze van gebruik van een gebouw.

Minder stenen, meer bezetting

Shell Pernis was op zoek naar een huisvestingsbeleidsplan en twee hbo-studenten Facility Management waren op zoek naar een afstudeerop-dracht. De studenten startten een onderzoek met de focus op minder ge-bouwen en medewerkers centraler te huisvesten. Een in de huidige markt veelvoorkomende, maar allesbehalve gemakkelijk vraagstuk. Een korte sa-menvatting van de aanpak. Pandora Bol en anne ensing*

Shell Pernis is de grootste raffina-derij van Europa en een van de grootste raffinaderijen ter wereld.

Het bedrijfsterrein biedt naast oliever-werkende fabrieken huisvesting aan chemische fabrieken van Shell en an-dere bedrijven. Het totale oppervlak  van Shell Pernis is 550 hectare, een ge-bied zo groot als 1000 voetbalvelden. Gezien de veroudering van de vele ge-bouwen op het terrein was een nadere analyse van de huidige en toekomstige huisvestingssituatie gewenst, met als centrale doelstelling te komen tot min-der gebouwen en het meer centraal huisvesten van de medewerkers. De volgende drie stappen zijn hierbij door-lopen.

Stap 1. Kwantitatieve analyse In deze analyse zijn de huidige beno-digde vierkante meters geanalyseerd en afgezet tegen de beschikbare vier-kante meters van de bestaande pan-den. Hierbij is in eerste instantie de focus gelegd op de wensen vanuit de organisatie en zijn de organisatie-doelen van Shell Pernis omschreven. De huisvestingsdoelen moeten aan-sluiten op de organisatiedoelen om zo het primaire proces optimaal te ondersteunen. Hieruit voortkomen-de is de gewenste en de huidige huisvestingssituatie beschreven. De analyse toonde aan dat in de ge-wenste situatie bij Shell Pernis vraag is naar 28.079,52 m2 oppervlak te-

genover het huidig aanbod van 41.783 m2. Een overschot dus van 13.703 m2.

Stap 2. Functionele- en kwaliteits-analyseIn stap 2 zijn de gewenste ambities/kwaliteitseisen getoetst aan de bouw-kundige en technische mogelijkheden van de bestaande gebouwen. Hiervoor zijn twee theorieën gebruikt:

a. het vijffasenmodel van Joroff b. de vastgoedkwaliteitsmeetlat van Beu­kering

Het vijffasenmodel van de Ameri-kaanse vastgoeddeskundige Michael Joroff (1993) is toegepast om het huidige- en gewenste ambitieniveau van de huisvestingsorganisatie bij Shell Pernis te bepalen. Het ambitie-niveau is het niveau waarnaar wordt

Vijfde bedrijfsmiddel » Wanneer een organisatie vastgoed ziet als vijfde bedrijfsmiddel, kan dit vele voordelen met zich meebrengen.

» Goede huisvesting leidt tot productieverhoging, kostenverlaging, risicobe-heersing, waardeverhoging van bedrijfshuisvesting en vergroting van de flexi-biliteit van de bedrijfshuisvesting.

» Ook kan huisvesting cultuurveranderingen ondersteunen en dienen als mid-del voor marketing.

» Afstemming tussen de huisvesting en de toekomstige ontwikkelingen van de organisatie is van groot belang om huisvesting als vijfde bedrijfsmiddel van toegevoegde waarde te laten zijn.

36_38__art. Minder_stenen_meer_bezittingen.indd 36 22-01-13 16:11

Page 37: Facto Magazine nr. 1/2 2013

37Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

novatie geen optie is, terwijl de exploi-tatiekosten niet in verhouding staan tot de sloopkosten. Voor enkele overi-ge gebouwen op het terrein kan het onderzoek dienen als uitgangspunt bij een renovatie dan wel het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan om te voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau. ‹‹

Om vast te stellen welke zaken onder-deel dienen uit te maken van de over-wegingen en de onderbouwing van de te maken keuze, zijn de kwaliteitsni-veaus bepaald. De vastgoedkwaliteits­meetlat is bedoeld om de kwaliteit van een gebouw, locatie of ruimte te beoor-delen en te toetsen aan de gewenste kwaliteit. Deze meting (meetlat) van kwaliteit vindt plaats op de volgende aspecten:

» Ruimtelijkheid » Functionaliteit » Esthetica » Technisch staat » Financiën » Voldoen aan wet- en regelgeving.

Op basis van een vaste schaalindeling van een tot zes is voor elk aspect een score aan het gebouw toegewezen. Daarnaast is aan elk aspect op de vast-goedkwaliteitsmeetlat een wegingsfac-tor toegekend, deze wegingsfactor is bedoeld om te kijken welk aspect meer prioriteit krijgt binnen Shell dan een ander aspect. Zo vinden het manage-ment en de opdrachtgever de wet- en regelgeving belangrijk in verband met de veiligheid, maar hechten ze minder

waarde aan hoe het gebouw er aan de buitenkant uitziet (esthetisch). Deze methode is op alle 20 gebouwen van Shell Pernis toegepast, wat het be-nodigde inzicht heeft gegeven in het vastgoedbestand van Shell Pernis.

Stap 3. Financiële haalbaarheids-analyseTot slot zijn diverse scenario’s onder-zocht op financiële haalbaarheid. Hier-bij is de theorie van Vijverberg (1995), uiteraard aangepast aan de wensen van Shell Pernis. Vijverberg hanteert zes huisvestingsscenario’s: 1. Consolideren 2. Uitbreiding3. Verbouwing4. Herbestemming5. Verkopen6. Slopen

Voor elk gebouw zijn deze scenario’s uitgewerkt waarbij de kwaliteitsmeetlat wederom is toegepast.

Bijzonder hierbij is het scenario ‘slo-pen’ waarvoor het break-evenpoint is berekend om te onderzoeken wat de terugverdientijd is ten opzichte van de exploitatiekosten. Het break-evenpoint is berekend met gegevens over de in-

vestering zoals sloopkosten versus on-derhoudskosten dan wel de benodigde investering om het gebouw te renove-ren en aan de vigerende wet- en regel-geving te laten voldoen. Uit dit onderzoek kwam tevens naar voren dat Shell Pernis in de huidige si-tuatie veel geld kwijt is aan ad hoc (correctief) onderhoud van gebouwen. Iets dat waarschijnlijk heeft bijgedra-gen aan de constatering dat bij enkele panden het break-evenpoint zodanig snel bereikt is dat de sloopkosten bin-nen een jaar terugverdiend kunnen worden.

ConclusieDe analyses hebben geleid tot de con-clusie dat het beter was als enkele ge-bouwen gesloopt zouden worden. Iets dat, gezien de huidige vastgoedmarkt, steeds vaker overwogen wordt als re-

De sloopkosten kunnen binnen een jaar worden terugverdiend

* Anne Ensing (links) en Pandora Bol hebben

hun onderzoek uitgevoerd ter afsluiting van

de opleiding FM aan de Hogeschool Rotter-

dam. Hun scriptie is bekroond met de FGB-

scriptieprijs, een initiatief van FGB Facility Ma-

nagement en de hogeschool met als doel de

kennisontwikkeling binnen het facilitaire vak-

gebied te stimuleren.

huisvesting

36_38__art. Minder_stenen_meer_bezittingen.indd 37 22-01-13 16:11

Page 38: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Waskosten te hoog? Houd de persoonsgebonden was in huis!

U kunt bij de dagelijkse wasverzorging veel geld besparen ten opzichtevan uitbesteding aan een commerciële wasserij. Met een individueleefficienty-berekening laten we u zien hoe groot het besparingspotentieel is.

Minder slijtage van het wasgoed Geen verlies en/of zoekraken van wasgoed BTW-voordeel over personele kosten (voor instellingen) Lage Total Cost of Ownership Duurzaam- en maatschappelijk verantwoord ondernemen!

Miele Professional. Een zorg minder.

Voor meer informatie:

www.miele-professional.nl

Telefoon: (0347) 37 88 84

36_38__art. Minder_stenen_meer_bezittingen.indd 38 22-01-13 16:11

Page 39: Facto Magazine nr. 1/2 2013

recht

39Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Huishoudtrapje prima in ordeEen werknemer maakt bij het schoonmaken van een badka-mer een ongelukkige val van een huishoudtrapje. Zij stelt de werkgever aansprakelkijk voor haar schade. Maar omdat aan het trapje niets mankeert, wordt haar eis tot aan de Hoge Raad afgewezen. Rob PooRt*

Een werknemer werkt voor een schoonmaakbedrijf op een bun-galowpark. Tijdens het schoon-

maken van de badkamer van een van de vakantiebungalows valt ze van een huishoudtrapje op de rand van het bad. Zij wordt bijna twee weken in het ziekenhuis opgenomen. Vijf dagen na de valpartij onderzoekt de arbeidsinspectie het huishoudtrapje

dat door werknemer op het moment van het ongeval, althans volgens de werkgever, werd gebruikt. De inspecteur (thans: Inspectie SZW) heeft geconcludeerd dat het trapje aan alle eisen voldoet en dat er geen spra-ke is van overtreding van de Arbowet. De werknemer vordert bij de rechter een verklaring voor recht dat haar werkgever aansprakelijk is voor haar (materiële en immateriële) schade. Volgens de werknemer is de werkgever tekortgeschoten in de nakoming van zijn zorgplicht (art. 7:658 lid 1 BW) doordat hij een ondeugdelijk trapje ter beschikking heeft gesteld. De werkgever had een kleinere trap moeten geven. Ook heeft de arbeids-inspectie een verkeerde trap onder-zocht.

Oordeel rechterZowel de kantonrechter als het ge-rechtshof wijzen de vordering af. In een tussenarrest gaat het hof er op voorhand vanuit, dat de trap die door

de arbeidsinspectie is onderzocht, door werkneemster was gebruikt. De werk-neemster krijgt de gelegenheid om te-genbewijs te leveren, maar slaagt daar niet in. Vervolgens laat het hof een deskundige onderzoeken, of de bewus-te aluminiumtrap van vier treden en een platform voorzien van een steun-beugel, veilig gebruikt kon worden voor het schoonmaken van de hoge delen van de douchewand.

De deskundige concludeert, dat de trap deugdelijk was, voorzien van een gebruikershandleiding en voldeed aan NEN2484. De trap voldeed aan de be-palingen uit het Arbobesluit en was stabiel op te stellen, bood steeds veili-ge steun en houvast en de werknemer hoef-de niet al te ver op-zij te leunen.Gelet op dit alles konden de werk-zaamheden veilig worden uitge-voerd. Wel stond de trap wat dicht tegen de badrand waar-door op en af-stappen iets min-der veilig was. Een kleinere trap had daar wat meer vrije ruimte gegeven. Maar de Arbowetgeving verplicht niet tot het beschikbaar

stellen van een kleinere trap. De trap kon stabiel worden opgesteld en con-form de handleiding worden ge-bruikt.

Het hof neemt de conclusies van de deskundige over. Dat betekent, dat het werk veilig kon worden uitgevoerd en dat de werkgever niet verplicht was, een kleinere trap ter beschikking te stellen. Daarmee heeft de werkge-ver zijn zorgplicht niet geschonden. Dat betekent dan ook, dat de werkge-ver niet aansprakelijk is voor de scha-de van werknemer ten gevolge van haar val. De werkneemster gaat in cassatie bij de Hoge Raad. Die ver-werpt de klachten.

OpmerkingDe Hoge Raad kan cassatieberoepen verwerpen met toepassing van art. 81 lid 1 RO. De cassatieklachten worden dan wel volledig beoordeeld, maar ongegrond bevonden. Als de reden waarom de klachten ongegrond zijn, niet van belang is voor de rechtseen-heid of de rechtsontwikkeling, hoeft de Hoge Raad die verwerping ook niet inhoudelijk te motiveren.De Hoge Raad volstaat dan met de mededeling dat de klachten niet no-

pen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. In deze zaak waren de aangevoerde middelen vooral feitelijk van aard. En zoals bekend gaat de Hoge Raad niet over de feiten: die zijn ter beoor-deling van de lagere rechtspraak. ‹‹

(Hoge Raad, 19 oktober 2012, JAR 2012, 296; LJN: BX7595)

*Rob Poort is jurist en veiligheidskundige

(www.bureaupoort.nl )

De trap kon stabiel worden opgesteld en conform de handleiding worden gebruikt

39_recht.indd 39 22-01-13 16:12

Page 40: Facto Magazine nr. 1/2 2013

boekrecensie

40 Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

column

Naar facilities 3.0Na vier jaar van aanhoudende crisis zijn de effecten voor iedereen zichtbaar. De eerste jaren merkten vooral ondernemers, ZZP-ers en bankiers dat de wereld aan het veran-deren was. Maar als je recent je baan kwijtraakte of een huis wilde kopen of ver-kopen, heb ook jij gemerkt dat er echt iets aan de hand is. En 2013 zal zeker niet be-ter of makkelijker worden, integendeel. En dat geldt niet alleen voor ondernemers, ZZP-ers en bankiers, maar voor iedereen.

Steeds meer mensen zullen (soms noodge-dwongen) voor een vorm van zelfstandig-heid kiezen. Dat kan buiten een bedrijf zijn, maar ook daarbinnen, of nauw eraan gelieerd. Ondernemers/werkgevers zullen steeds meer kiezen voor samenwerkings-vormen met optimale � exibiliteit en mini-male risico’s. Dat geldt dus ook voor de voorzieningen die de werkgever traditio-neel ter beschikking stelt zoals de werk-plek, ICT, facilities en de leaseauto. Het risi-co ligt nu vooral bij de werkgever.

Niet alleen kostentechnisch, maar bijvoor-beeld ook wat betreft leeg- of stilstandsri-sico. Die risico-aversie bij de werkgever, in combinatie met de steeds meer zelfstandi-ge werknemer en trends als HNW, de huidi-ge ICT (tablet, smartphones, cloud) en Nieuwe Mobiliteit, zullen ertoe leiden dat werkgevers anders omgaan met het ter be-schikking stellen van faciliteiten. Nu vindt dit vooral in ‘natura’ plaats; de werkgever zorgt voor een kantoor en een werkplek, voor een laptop/desktop, al dan niet met smartphone/tablet en een lease-auto. Echter, de werknemer wordt steeds vaker een werknomade die trekt van klus naar klus, van opdracht naar opdracht, van werkgever naar werkgever.

Is het dan niet veel logischer om de nood-zakelijke faciliteiten, met name de ‘hard-ware’, door degene die er ook mee aan het werk moet (vaak gedurende meerdere ja-ren voor verschillende opdrachtgevers) te

laten aanschaffen en exploiteren? De werk-gever/opdrachtgever zorgt dan voor een adequaat budget, afhankelijk van soort en duur van de opdracht, levert de benodigde bedrijfsspeci� eke software, en stelt de randvoorwaarden aan de hardware (denk aan gewenste mate van beveiliging, CO2-uitstoot/MVO, bereikbaarheid, mobiliteit). De werknemer/opdrachtnemer zorgt zelf voor de hardware, het gereedschap dat hij nodig heeft voor zijn werk. Waar hij zelf het prettigst mee werkt en het productiefst mee is. Naast een budget voor primaire en secundaire beloning komt er dus een bud-get (per functiegroep, per project, per me-dewerker) voor faciliteiten. En met dat budget koopt de medewerker zelf in.

Denk eens aan de voordelen die dit ople-vert. Facilities 3.0 noem ik dat. Kansen voor 2013. En daarna.

Jaap van Daalen, directeur ROI Group in Naarden

De snelle groei van smartphones en tablets binnen de zakelijke markt, zorgt ervoor dat we altijd bereik-baar zijn en steeds meer informatie moeten verwerken. Lifehacking kan ons in dit proces een handje hel-pen. IAN VAN DER POOL*

De oorspronkelijk de� nitie van de term life hack slaat terug op kleine slim-me programmaatjes waarmee gegevens-stromen verwerkt kunnen worden. Denk hierbij aan hulpmiddelen om bestanden te synchroniseren, taken te volgen, en aan geheugensteuntjes voor gebeurte-nissen of e-mail� lters. Gaandeweg verbreedde zich de beteke-nis, totdat alles wat op een slimme on-conventionele manier een probleem op-lost een life hack genoemd werd.Life hacks worden enerzijds toegepast ter bescherming tegen overvloed aan in-formatie, anderzijds juist om meer pres-taties te kunnen leveren.

De auteurs geven in dit e-book tips voor het gebruik van Evernote, een uniek pro-gramma dat zich nog het best laat om-schrijven als enorm notitieblok en knip-selmap. Het gemak van Evernote voor het maken van aantekeningen, notulen enzovoort was wellicht al bij u bekend, maar het programma kan veel meer.Met versies voor iOS, Android, Mac en Windows, kan het pakket alle platforms aan. De auteurs leggen uit hoe je infor-matie online kunt delen en samen be-werken. Online facturen, foto’s, geluids-fragmenten, artikelen, blogs, websites, nieuwsbrieven en dergelijke kunnen di-rect worden opgeslagen in Evernote.

Door knipsels te labelen (‘taggen’) zijn ze ook in de toekomst makkelijk terug te vinden op onderwerp of steekwoord. Hiermee is Evernote een onmisbaar in-strument voor zakelijk en privégebruik, evenals voor studie. ‹‹

Titel : Lifehacking met EvernoteAuteurs : Frank Meeuwsen, Oskar van Rijswijk & Patrick Mac kaaijDownload : Ebooks.Lifehacking.nlPrijs : € 5,99 (PDF, ePub en Mobi)

Lifehacking met Evernote

*Ian van der Pool MFM is eigenaar VisionFM en do-

cent International FM aan de NHTV Hogeschool.

Hij schrijft boekrecensies op persoonlijke titel.

Waardering: Conclusie: Praktisch en overzich-telijk voor de beginnende en ge-vorderde Evernote-gebruiker. 

40_boekrecenties_column.indd 40 22-01-13 16:13

Page 41: Facto Magazine nr. 1/2 2013

agenda rising star

41Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

» Ik ben:adviseur bij Twynstra Gudde Adviseurs en Managers.

» Mijn werk bestaat uit: het ondersteunen van bedrijven om het beste uit de organi-satie en haar mensen te halen door het creëren van een po-sitief servicegericht ‘vibe’ en ervoor te zorgen dat er niet on-nodig energie en omzet weglekt.

» Belangrijkste inkoop/FM-trend?De kijk op werk heeft de afgelopen jaren een nieuwe invul-ling gekregen en draait meer dan ooit om vertrouwen en re-sultaat. Het fenomeen HNW begon ooit met aantrekkelijke huisvesting. Tegenwoordig ligt de focus meer op de ontwik-kelingen binnen de eigen organisatie.

» Over 5 jaar:ben ik manager Bedrijfsbureau en Service van een grote on-derneming.

» Grootste verbazing tot nu toe? Ik vind het bijzonder dat er vaak ontzettend strak op cijfers wordt gestuurd. Natuurlijk... performance is belangrijk, maar is de resultante. Het realiseren van service draait om interactie en beleving. Dit kun je niet altijd vastleggen.

» Grootste succes tot nu toe? Afgelopen november heb ik samen met mijn collega’s en FMN het Facility Management Marktonderzoek 2012 trends cijfers en ontwikkelingen uitgebracht.

» Social media? LinkedIn gebruik ik heel veel om in contact te blijven met relaties en om publicaties te verspreiden.

» Laatst gelezen managementboek? ‘Nudge, improving decisions about health, wealth and hap-piness.’ Het boek laat je zien hoe je mensen in je directe om-geving met zachte hand, met een nudge, naar betere keuzes kunt leiden, zonder hen te beperken in hun keuzevrijheid. ‹‹

In deze rubriek komt jong talent aan het woord over carrière en ambities. Aanmelden van personen kan bij de redactie: [email protected]

Leeftijd: 28 Opleiding: International Hospitality Ma-nagement en Bedrijfskunde, specialiteit Service Management

Hanneke VosInternationale Bouwbeurs 2013Datum: 4 - 9 februari Locatie: Utrecht Organisator: VNU Exhibitions

Facilitair Management FrankfurtDatum: 26 - 28 februari Locatie: Frankfurt Organisator: Mesago Messe Frankfurt

Zorgtotaal 2013Datum: 13 - 15 maart Locatie: Utrecht Organisator: VNU Exhibitions Office

Succes met aanbesteden!Facto Magazine middagcongresDatum: 20 maart (vanaf 13.00 uur)Locatie: Hotel Van der Valk, BreukelenOrganisator: Facto Magazine

OfficeExpo 2013 (vakbeurs voor de kantooromgeving)Datum: 16 -18 april Locatie: Gorinchem Organisator: Fenexpo

Voorjaars-ALV FMNDatum: 25 april Locatie: n.n.b.Organisator: FMN

European Facility Management Conference 2013Datum: 22 - 24 mei Locatie: Praag Organisator: Euroforum

Safety & Security Amsterdam 2013Datum: 4 t/m 6 juni Locatie: Amsterdam Organisator: Amsterdam RAI

CFP Summernight Facility Open 2013Datum: 6 juni Locatie: Kortenhoef Organisator: CFP

Facto Magazine Congres 2013Datum: 11 juni Locatie: de Reehorst, EdeOrganisator: Facto Magazine

Green Buildings 2013 Datum: 19 septemberLocatie: n.n.b.Organisator: Corporate Facility Partners

Meer informatie: www.factomagazine.nl, klik op ‘Agenda’.

41_agenda_star.indd 41 22-01-13 16:15

Page 42: Facto Magazine nr. 1/2 2013

producten-/dienstenregister

Bedrijfscatering Glas- en gevelreinigingFacilitaire diensten

Schoonmaakorganisatie

Graag ontvang ik meer informatie over de plaatsingsmogelijkheden in het producten-/diensten register van Facto Magazine!Ingevulde coupon kunt u sturen naar:

Vakmedianet - Marion Smits - [email protected] of (088) 584 08 88

Organisatie:

Naam M/V

Postbus

PC/Plaats

Tel.: E-mail:

SAB Catering B.V.Postbus 59, 1160 AB ZwanenburgT 020 4079200 – F 020 4977385

[email protected]

Gratis e-mailnieuwsbrief Facto Magazine?

Meld u aan via www.factomagazine.nl

Postbus 417, 5400 AK UdenT 0413 285 111F 0413 251 [email protected]

WWW.DOLMANS.COMSCHOON MAAKT BLIJ

42_42_PROD-DIENST.indd 42 22-01-13 16:15

Page 43: Facto Magazine nr. 1/2 2013

43Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

(Advertentie)

gastcolumn

Wat wil de interne klant?Als facilitair manager vervult u een spil-functie in uw organisatie. U wilt er graag op toezien dat uw medewerkers in een prettige omgeving, kwalitatief goed werk kunnen verrichten. Door de economisch roerige tijden kampen veel organisaties met bezuinigingen. Hierbij wordt vaak eerst gekeken naar de se-cundaire processen, waaronder facilitai-re zaken.

Mogelijk staat u momenteel ook voor een grote uitdaging: ‘Hoe kan ik met minder mensen en minder middelen, meer doen?’. De huidige omstandighe-den zijn dusdanig dat u gedwongen wordt efficiënter te werken, maar tege-lijkertijd wilt u de gewenste kwaliteit van werken blijven behalen. Maar hoe bevordert u de efficiëntie van de afde-ling en de processen met behoud van ef-fectiviteit? In de gezondheidszorg zijn grootschalige bezuini-gingen helaas eveneens aan de orde van de dag. Bovendien stelt bedrijfskundige Mark Huijben in zijn promotieonder-zoek ‘Overhead gewaardeerd’ uit 2011 (uitgevoerd onder ruim 1300 organisaties in 27 verschillende sectoren), dat het aandeel ‘overhead’ in de gezondheidszorg al bijzonder laag is (13,2%). Onder financiële druk zijn de kosten voor overhead al enorm teruggedrongen. Dat betekent dat in de zorgsectoren verde-re ingrepen nadelige gevolgen zullen hebben op de kwaliteit van het primaire proces. Met andere woorden: een te slanke overhead beïnvloedt uiteindelijk de kwaliteit van de zorg ne-gatief. Denk hierbij aan financiën die niet meer op orde zijn, een toenemende werkdruk of zelfs uitval van personeel.

Hoe zorgt u er nu voor dat met minder middelen en mensen toch hetzelfde resultaat behaald wordt? Dat de gewenste kwaliteit ten minste gehandhaafd blijft? Of u nu werkt als

facilitair manager in de zorg of als faci-litair manager bij een profit organisa-tie, het antwoord is eenduidig: achter-haal de behoeften en wensen van de interne klanten. Bovendien wordt uw facilitaire dienst steeds vaker afgere-kend op het leveren van toegevoegde waarde. Voor uw management is het lastig om uw toegevoegde waarde goed te be-oordelen. Met een intern klantenon-derzoek brengt u glashelder in kaart welke feedback medewerkers geven aan de stafafdeling(en) waar ze dage-lijks mee te maken hebben. Het geeft u objectieve feedback. De toegevoegde waarde van uw facili-taire dienst wordt immers inzichtelijk gemaakt vanuit het perspectief van uw interne klanten. Zo ontvangt u gegarandeerd de juiste

managementinformatie. U weet precies op welke punten in uw bedrijfsprocessen én diensten u daadwerkelijk van toege-voegde waarde bent voor uw interne klanten. U ziet in één oogopslag waar verbeterpunten zitten en waar ingrijpen noodzakelijk is. Hierdoor bent u in staat uw facilitaire dienst efficiënt in te richten én tegelijkertijd de kwaliteit ervan te verbeteren.

Dit resulteert in een kostenbesparing en een optimale dienstverlening naar zowel uw interne als externe klanten. Een mooi begin van 2013!

Lea Vissers is specialist in Klantenonderzoek bij Effectory

([email protected])

Voor het onderzoek van Mark Huijben: zie de website van de Rijksuniversiteit

Groningen: www.rug.nl/feb/news/2011/110121huijben

Lea Vissers

Hoe bevordert u de efficiëntie van de afdeling en de processen met behoud van effectiviteit?

Wanneer maakt u gebruik van interim professionals?

VFM We facilitatewww.VFM.nl

43_Gastcolumn_(nieuw).indd 43 22-01-13 16:16

Page 44: Facto Magazine nr. 1/2 2013

contacten en contracten

44

Ook in deze rubriek? Mail uw korte tekst + jpg-foto naar [email protected]

Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Nieuwe huisvesting Beiersdorf Nederland

Binnenkort betrekt Beiersdorf een nieuw pand in Amsterdam. AOS Stud-ley kreeg de opdracht een geschikte lo-catie te vinden en namens Beiersdorf de huuronderhandelingen te voeren. AOS Studley tekent tevens voor het ontwerp van de nieuwe kantooromge-ving en de Turn Key realisatie daarvan. Het gaat om een ruimte van 2000 m2 voor 90 medewerkers. Op de foto Wil de Koning, country manager van Bei-ersdorf (l) en AOS Studley directeur Harold Coenders (r).

UWV kiest Eurest Services

UWV is een samenwerking aangegaan met Eurest voor bedrijfscatering, schoonmaak, reststoffenmanagement en groenvoorziening. Het gaat om 59 locaties van Kavel Zuid. De contract-ondertekening werd gedaan samen met Facilicom, die de diensten voor Kavel Noord zal verrichten. De contracten zijn op 1 januari ingegaan en lopen tot eind 2015. Op de foto: van links naar rechts: Hans Gennissen (algemeen di-recteur Facilicom), Frans Slingerland (directeur Facilitair Bedrijf UWV) en Jan Jacob van Donselaar (managing di-rector Compass Group).

Robert Klein naar D&B The Facility Group

Robert Klein is aangesteld als business manager bij D&B The Facility Group. Hij werkte voorheen als business unit manager leisure bij de Vermaatgroep en als food & beverage manager bij Hilton Hotels. Het business manage-ment is verantwoordelijk voor het rela-tiebeheer met de toonaangevende klanten, de dienstverlening en de aan-sturing van de medewerkers van D&B The Facility Group.

Kim Valkenburg wint Sodexo-contest

Kim Valkenburg, studente aan NHTV Academie voor FM, werd tijdens de So-dexo-contest op 21 november gekozen als winnaar van het beste socialmedia-idee. Valkenburg (op de foto 2e van links) won de eerste prijs (een iPad) voor haar idee Sodexo Socializing: be-trek je klanten via social media, laat ze bijvoorbeeld hun verbeterpunten in-brengen en promoot evenementen zo-dat er een community ontstaat op lo-catie. Tim Schimmel (geheel rechts) en

Alexandra Hlawatch (2e van rechts) werden respectievelijk 2e en 3e met hun ideeën over de toepassing van so-cial media binnen het facilitaire werk-veld. De prijs werd uitgereikt door Marc van der Lee van Sodexo (links).

Olwin Verhappen naar Strukton Worksphere

Met ingang van 1 januari jl. is Olwin Verhappen in dienst getreden bij Struk-ton Worksphere, business unit Exploi-tatie als exploitatiemanager. Voorheen was hij vijf jaar zelfstandig interim- en projectmanager met Accentus Facility Management en heeft bij diverse PPS-projecten als DUO² in Groningen en het ministerie van Financiën in Den Haag gewerkt. Daarvoor werkte hij ge-ruime tijd als facility manager bij Equens.

Gerard Brand in RvC Hospitality Group

Gerard Brand is per 1 december jl. benoemd tot voorzit-ter van de Raad van Commissarissen van de Hospitality Group. Met de instelling van een RvC wil de Hospitality Group haar governance versterken na de forse groei van de afgelopen jaren en met de internationalisering van haar activiteiten. Brand is investeerder en vervult ver-schillende commissariaten waaronder die van Humares. Voorheen was hij onder meer directeur bij ISS (met ver-antwoordelijkheid voor tien landenorganisaties) en CEO van Welzorg.

Zonnehuisgroep IJssel-Vecht - Hago Zorg

Zonnehuisgroep IJssel-Vecht (voorheen Zorgcombinatie Zwolle) en Hago Zorg hebben het contract ter verlenging van hun samenwerking ondertekend.Al langere tijd neemt Hago Zorg de

schoonmaak van de locaties Zonne-huis, Molenhof en Het Hoge Huis voor haar rekening, door ondertekening van het nieuwe contract komen daar de lo-caties Centraal Bureau en De Esdoorn bij. Het nieuwe contract heeft een looptijd van drie jaar met twee optiejaren.

Foto

: Eri

k K

ott

ier

44_contacten_en_contracten.indd 44 22-01-13 16:17

Page 45: Facto Magazine nr. 1/2 2013

contacten en contracten

45Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

Samenwerking Osira Amstelring en Hago Zorg

Sinds 1 oktober vorig jaar verzorgt Hago Zorg alle schoonmaakwerkzaam-heden voor diverse locaties van Osira Amstelring. Daarnaast verzorgt het be-drijf op enkele locaties ook de logistie-ke werkzaamheden en - in samenwer-king met zusterbedrijf Fortron - de glasbewassing. Het contract heeft een looptijd van drie jaar (met tweemaal één jaar ver-lenging). Het is een resultaatgericht contract. De aanbesteding is ingezet op basis van het prestatie-inkoopmodel. Bij deze vorm van contractering wordt de opdracht niet gegund op basis van

de economisch meest voordelige in-schrijving, maar aan de partij die de meeste toegevoegde waarde kan bieden. Op de foto (links) Harry Moeskops, lid RvB Osira Amstelring en Theo de Ko-ning, algemeen directeur Hago Zorg.

Grote order ESA ESTEC voor Cofely

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA vertrouwt het beheer en onder-houd van de technische installaties van het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Noord-wijk toe aan Cofely Benelux.Daarnaast neemt dit bedrijf het bouw-kundig onderhoud van de nieuwbouw voor de grootste locatie van ESA in Eu-ropa voor haar rekening. Het onder-zoekcentrum omvat een terrein van ruim 44 hectare en testfaciliteiten voor

satellieten, laboratoria, werkplaatsen, kantoor en sportvoorzieningen voor meer dan 2700 medewerkers. De overeenkomst heeft een contract-waarde van meer dan 3 miljoen euro en een looptijd van drie jaar met een maximum van zeven jaar. Een team van 40 deskundigen is op locatie aan-wezig. In totaal stuurt Cofely 50 onder-aannemers aan.

In het prestatiecontract zijn duidelijke doelstellingen afgesproken op basis van prestatie-indicatoren waaraan de tech-nische installaties moeten voldoen.

Vebego/UWV: 140 werkzoekenden aan de slag

Door een pilot tussen Vebego en UWV Werkbedrijf zijn het afgelopen jaar141 uitkeringsgerechtigden in de regio Limburg en Midden- en Oost Brabant aan het werk geholpen bij een van de Vebego-bedrijven. Het gaat om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die UWV naar werk begeleidt. Vanwege het succes hebben UWV en Vebego besloten de samenwerking op decentraal ni-veau voort te zetten. Op de foto Ronald Goedmakers (lid RvB Vebego) en André Timmermans (directeur UWV Werkbedrijf’

Van de Vuurst naar Arrange

Abraham van de Vuurst is per 1 januari aan de slag gegaan als sales manager bij ArrangeGroup. Van de Vuurst begon zijn FM-carrière in 2004 als interim-professional. In 2007 trad hij in dienst

als account manager bij Arrange waar-na hij in 2011 nationaal sales manager bij Hago Next werd. Met de merken Arrange, Manage en Recruite biedt ArrangeGroup tactisch en strategisch interim-management, projectmanagement, advies en werving&selectie.

Wijzigingen bij ISS

Per 1 januari is Maarten Poels (foto links) gestart als corporate commercial director binnen ISS Facility Services. Poels (als managing director/lid van de directieraad NL verantwoordelijk voor ISS Catering Services) gaat lei-dinggeven aan de nieuwe salesorgani-satie. Hij wordt intern opgevolgd door Wilco Nieboer, momenteel operatio-neel directeur van ISS Catering Services.

Nieuwe catering SAB

SAB Catering kiest voor een andere manier van cateren. Op twee wisselen-de dagen van de week bereiden cate-ringmedewerkers op ambachtelijke wijze een Echt-specialiteit (authentie-ke, herkenbare gerechten met mooie Hollandse ingrediënten). De Echt-gerechten worden door eigen productconsulenten ontwikkeld, waar-bij zoveel mogelijk gekozen wordt voor seizoensproducten. Cateringbeheerders van SAB krijgen in groepen van 16 een masterclass en kookworkshops om goed voorbereid te zijn op de introduc-tie van Echt op hun locatie. Zij gaan weer zélf koken. Elke drie maanden verandert de cyclus en worden er nieu-we gerechten geïntroduceerd.

44_contacten_en_contracten.indd 45 22-01-13 16:17

Page 46: Facto Magazine nr. 1/2 2013

46

Onafhankelijk vakblad voor facility management en inkoop

Facto Magazine nummer 1/2 januari/februari 2013

column De sjaak Mijn eerste ervaring met facility management was midden ja-ren tachtig. Eerste baan, een overheidsorganisatie. Iedere dag was het weer spannend wanneer de koffiedame langs zou ko-men. Ergens tussen negen en tien uur, dat was zeker. Plots hoorde je in de gang het geluid van rinkelende koffiekopjes en -schotels als de kar naderde. Had je geluk, dan zat je vroeg in de ronde, en kreeg je - na inlevering van een soort bonnetje - een warme bak koffie. Zat je aan het eind van de ronde, dan was je de sjaak, en restte niets anders dan wat lauwe drap. De keuze in die tijd was trouwens heel simpel: koffie of thee, meer was er niet.

Ruim 25 jaar later is er heel wat veranderd in de wereld van FM. Serviceconcepten, dvo’s, regieorganisaties, leveranciers-management, ontmoetingskantoren, kpi’s, sturen op bele-ving, duurzame oplossingen die bijdragen aan energieneutrale bedrijfsvoering, moderne faciliteiten om thuis, onderweg of bij de klant te werken, ciabatta’s met zalm in het bedrijfsres-taurant, noem maar op. En als je een beetje geluk hebt be-

vindt zich in je kantoor een fraaie espressobar waar je samen met een collega een ‘cappuccino van de dag’ of een verse muntthee (wel zonder bladluis svp!) drinkt, vergezeld van een muffin of een brownie.

Wat niet is veranderd is het bestaansrecht van FM. FM bestaat bij de gratie van het primaire proces, en zal altijd gericht zijn op het optimaal faciliteren van dat primaire proces. En wat ook niet is veranderd is dat FM nog altijd be-hoorlijk onzichtbaar functioneert. Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat alles op kantoor soepel verloopt, pas als er iets mis is worden mensen wakker en realiseren zich dat er ook een afdeling is die heel wat zaken regelt zodat ande-ren hun goed werk kunnen doen. Sinds kort is mijn afdeling geen onderdeel meer van een groot bedrijf, maar behoren we tot een organisatie met pakweg 60 werknemers. Al meerdere malen hebben we elkaar de laatste maanden aangekeken: de post frankeren, dat deed de postkamer altijd, wie doet dat nu dan? Een probleem met de mobiele telefoon? Voorheen liep je even langs de servicedesk. En nu? Wie gaat dit oplossen? Een lijvig rapport zesmaal kopië-ren, wie gaat dat doen als er geen aparte repro is?Ik wist het al maar heb het nu zelf van nabij ervaren. FM: vaak onzichtbaar en functionerend op de achtergrond, maar wel van grote, hele grote waarde voor een organisatie.

Gerard DessingHoofdredacteur ([email protected])

Facto Magazine is een uitgave van Vakmedianet bv

RedactieadresPostbus 448, 2400 AK Alphen aan den RijnTelefoon: (088) 584 09 12

HoofdredacteurGerard Dessing ([email protected])

EindredactieMieke Bloemheuvel ([email protected])

UitgeverFrédérique Zeemans

MarketingJuliëtte Lammers ([email protected])

AdvertentieverkoopBert Renkema 06 300 600 61([email protected])Marion Smits ([email protected])

AbonnementenVragen over abonnementen kunt u richten aan [email protected], (088) 584 08 88. De abonnementsprijs is € 145,– (exclusief btw) per jaar. Studenten betalen € 59,– (inclusief btw).Prijzen zijn inclusief verzend- en administratiekosten. Losse verkoopprijs € 19,95 per nummer, exclusief 6% BTW.Een abonnement kan op elk moment ingaan.Op elk tweede en volgende abonnement krijgt u 25% korting.U ontvangt 10 nummers per jaar. Opzeggen kan schriftelijk tot drie maanden voor de nieuwe jaargang bij:Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK, Alphen aan den Rijn. Adres wijzigingen (met de oude adres gegevens) doorgeven aan [email protected].

Auteursrecht voorbehoudenNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden opgeslagen in een geauto-matiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie-en, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. ISSN 0927-1384 - Copyright 2013 Facto Magazine.

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan.

Partners CWS Nederland BV, Hectas, MPL Groep, TOPdesk Opmaak en DTPCross Media Solutions - Ten Brink

Basisvormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn

DrukVeldhuis Media, Raalte

www.factomagazine.nl

46_Redactioneel_Colofon.indd 46 22-01-13 16:17

Page 47: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Zoekt u een goede BHV opleiding?

Raadpleeg dan het keurmerkregister op:www.niBHV.nl

7819 AW ADV. A4 NIBHV.indd 1 06-12-12 15:2201_omslag.indd 47 25-01-13 09:52

Page 48: Facto Magazine nr. 1/2 2013

Collega’s in 1 keer bereikenVoor de receptioniste maken we het werk graag wat makkelijker. Met Vodafone One Net. Dat is 1 geïntegreerde oplossing voor mobiele en vaste telefonie. Uw collega’s zijn dus in 1 keer bereikbaar op 1 nummer, ongeacht op welk toestel.

Zakelijk vast en mobiel worden 1 met One Net. Easy.vodafone.nl/onenet

280.01.084 VF_OneNet_210x297_Recept.indd 1 12-10-12 13:04

FAC

TO M

agazin

e n

um

mer 1/2 , jan

uari/feb

ruari 2013

01_omslag.indd 48 25-01-13 09:52