dax magazine nr.30

114
jaargang 5 • 2010 • nr. 30 gasthoofdredacteur: abbink x de haas architectures dax tijd en verval 5

description

Onder gasthoofdredacteurschap van Abbink x de Haas: "Tijd en Verval", over de (on-)houdbaarheid van architectuur en bouwproducten

Transcript of dax magazine nr.30

Page 1: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30

gasthoofdredacteur: abbink x de haas architectures

daxtijd en verval

gasthoofdredacteur: abbink x de haas

5

jaargang 5 • 2010 • nr. 30

Page 2: dax magazine nr.30

Betere geluidsisolatie Extra stootvast Verhoogde

brandwerendheidHogere

vochtbestendigheidVerbeterde

schroefbaarheidRecyclebaar

De onzichtbare voordelenvan DuraGyp wandsystemen

Stil, slim en onzichtbaar. Dát zijn de vernieuwde stootvaste DuraGyp gipskartonplaten, voorzien van een KOMO certifi caat. De sterkte en vochtbestendige eigenschappen zijn verbeterd terwijl de platen bovendien zijn voorzien van een zeer hard oppervlak. Toch kan er gemakkelijk mee worden gewerkt. Op maat snijden kan bijvoorbeeld heel eenvoudig met een gereedschapsmes.

Het DuraGyp Systeem met KOMO-attest is bijzonder geschikt voor toepassing in scholen, woningen, ziekenhuizen, discotheken en sportcentra. Kortom, overal waar een wand tegen een stoot moet kunnen. De vernieuwde DuraGyp schroeven met de Metal Stud Plus profi elen staan daarnaast garant voor een snelle, gladde en strakke afwerking.En dát voordeel blijft u zien! Kijk op www.duragyp.nl.

DuraGyp wandsystemen. Afbouw op zijn best.

GYPROC9003_Adv dierencampagne.indd 2 24-08-09 16:38

Page 3: dax magazine nr.30

BuildingvaluesGoodvalues

[email protected]

Wienerberger wil verantwoord ondernemen.

Building value creëren met onze keramische

bouwproducten, met respect voor de natuur,

mens en maatschappij. Zoekend naar de

balans tussen People, Planet, Profit en

Project. Werkend aan good values baseren

we onze activiteiten op economische,

ecologische en sociale aspecten.

Wilt u meer weten?

Kijk op www.goodvalues.nl en vraag direct

onze speciale Good Values-waaier aan.

8710_9024_Adv Dax.indd 1 09-03-2010 14:28:41

Page 4: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30� welkom bij dax nr. 30

“Duurzaamheid” lijkt de term die elke architect - of zelfs elke mens - bovenaan het lijstje van criteria moet zetten om het dagelijks handelen te beoorde-len. In dat woord is het thema van deze editie van dax besloten: een suggestie van tijd, een suggestie van verval. Behouden of behoudend? Het lijkt alsof de architectuur van vandaag staat voor een onmogelijke opgave: de milieu-eisen worden strenger, de budgetten kleiner, de exploi-tatietermijnen langer, de maatschappelijke belan-gen groter, enzovoorts.

Toch leven architecten bijna uitsluitend naar het moment van de oplevering toe. Als alles nieuw en af is... terwijl het dan juist pas begint! Wat kunnen we leren van het verleden en de wijze waarop dat zich aan ons presenteert?Voor het maken van deze editie zochten we de dis-cussie, vonden we projecten die de tijd en het daar-aan gekoppelde onvermijdelijke verval met elkaar in harmonie brengen. En daarmee met een oerkracht betekenis geven aan duurzaamheid.

Angie Abbink en Micha de Haas, Abbink X De Haas architectures, Amsterdam

tijd en verval

welkom

“nothing lasts, nothing is finished, and nothing is perfect..”

Richard R. Powell, ‘Wabi, Sabi, Simple’

“teruggebracht naar de pure essentie is wabi-sabi de Japanse

kunst van het vinden van de schoonheid in imperfectie en de

wijsheid van de natuur, van het accepteren van de natuurlijke cyclus

van groei, aftakeling en dood. Het is simpel, langzaam en helder

- en het stelt authenticiteit boven alles... Het huldigt scheuren en

rimpels en alle andere kenmerken die de tijd, het weer en liefdevol

gebruik achterlaten. Het herinnert ons aan het feit dat we allemaal

tijdelijke wezens zijn op deze planeet - dat onze lichamen en de

materiële wereld om ons heen deel zijn van een proces dat alles

terugbrengt naar de stof waaruit we zijn ontstaan. Door wabi-sabi

leren we te houden van levervlekken, roest en rafelige randen en

het verloop van de tijd die zij vertegenwoordigen.”

Tadao Ando

Page 5: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �welkom bij dax nr. 30

voormalig tuincentrum, Schellingwouderdijk Amsterdam-Noord • foto's Vincent Basler

Page 6: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30� inhoud6

‘je moet gepassioneerd zijn over je vakmaar het ook kunnen relativeren’interview met Angie Abbink en Micha de Haas van Abbink X De Haas architectures

tijd en vervaleen rondetafelgesprek

abbink x de haas architecturesmedewerkers 2010 Monique Idema, Steven de Greef, Arjan Dubois, Sebastian Janusz, Roland Stuij,Dan Scott, James Marrinan, Giorgia Giordano, Ayelet Kamar, Matteo Lombardini,Paola Zuin, Bilgehan Kilic

10

38

x

oud & nieuwsrenovatie kantoor DHV, Amersfoortrenovatie stadhuis Coolsingel, Rotterdamluifel woning, Ossuitbreiding kosterwoning, Medemblikherbestemming Drostecomplex, HaarlemPalmach Museum, Tel Aviv (IL)

meesterwerkAngie Abbink ontmoet Wang Shu

dichtbij-verafkinderdagverblijf Anansi, Utrecht

border conditionsafstudeeratelier, door Micha de Haas

publicaties

onbegrijpelijkcolumn van Rob Nijsse

181920212223

24

26,117

30

34

36

38

inhoud

in gesprek fragmenten

2310

x

Page 7: dax magazine nr.30

�jaargang 5 • 2010 • nr. 30

de korrels, haarlemAbbink X De Haas architectures, Amsterdam

ningbo museum of history, ningbo (cn)Amateur Architecture Studio, Beijing (CN)

museum can framis, barcelona (es)BAAS, Barcelona (ES)

lezersservice

colofonverkoopadressen

je dax_collectie compleet

dax_seminarsdax_pitch

update ontwerpprijsvraag MomentsOfInspiration

medewerkers dax nr. 30

advertentie-index

volgende editie

46

56

66

inhoud

88

111

112 112

112

113

113

114

46

66

projecten

oud uitzicht, nieuw inzichtWessel de jonge over glasvervanging in monumenten

monumentale innovativiteitNieuw en oud gecombineerd op detailniveau

productinformatieelementen van de expositie‘Wereldarchitectuur’

antarctica loungedax brengt ontwerpers bij elkaar: een verslag

documentatie

78

87

104

108

56 7846

thematijd en vervalgasthoofdredacteur abbink x de haas architectures

Page 8: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�

colofon

dax is een onafhankelijk vakblad dat wordt uitgegeven door CCK Media in Den Haag. In de vijfde jaargang is dax zes keer verschenen: deze editie sluit de reeks. Abonnees van dax ontvangen ook de maandelijkse, digitale dax_nwslttr.

Een jaarabonnement voor de zesde jaargang van dax magazine (vier edities) kost 52,50 euro (inclusief 6% btw). Bij abonnement-verlenging is er 2,50 euro korting. Voor KIvI-Niria leden is er een speciaal tarief.

Studenten architectuur en bouw-kunde krijgen 50% korting op vertoon van hun inschrijvingsbewijs.

uitgeverijcck mediaKoninginnegracht 472514 AE Den haage [email protected] www.cckmedia.nl

advertentiewerving dax Caroline Kruit, uitgevere [email protected] +31 (0)6 50 28 78 00

website & dax_nwslttrbliss-webdesignJochen van Wylicke [email protected]

drukwerkOffset ServicesValkenswaardt +31 (0)40 207 37 77i www.offset.nl

colofon

CCK

dax nr. 30jaargang 5 • 2010

issn 1574-9290

gasthoofdredactieAbbink X De Haas architectures, Amsterdam

uitgeverCaroline Kruit

eindredactiePhilip Allin

vormgeving basislayoutil panda electrik, www.ilpanda.nlDaniëlle Schaffelaars

aan deze dax werkten meeJurjen van Beek, Joyce Emid, Allard de Goeij, Barbara Heijl, Wessel de Jonge, John Lewis Marshall, Richard Moerenhout, Rob Nijsse, Erik Stekelenburg

redactie-adresdax magazinePostbus 969022509 JH Den Haagt +31 (0)6 11 30 03 27f +31 (0)8 47 16 83 67e [email protected] www.dax-magazine.nl

© copyright cck media 2010

De bladformule van dax magazine gaat uit van roulerende gasthoofdre-dacties: elke editie een andere archi-tect of architectenbureau. Twee maal per jaar worden gasthoofdredacties gekozen tijdens de zogenoemde dax_pitch. Deze worden aangekon-digd op de website van het magazine. Zie pagina 111 voor een overzicht van alle gasthoofdredacties tot nu toe.

Uitgever en redactie verklaren dat de inhoud van dit magazine zorgvuldig en naar beste weten is samengesteld. Zij houden zich dan ook niet aanspra-kelijk voor eventuele schade die voort-komt uit beslissingen of handelingen die zijn gebaseerd op informatie in deze uitgave. Niets in deze uitgave mag worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

losse verkoopBij de volgende boekhandels is dax magazine verkrijgbaar. Voor een com-plete en actuele lijst, zie de website.Amsterdam Architectura & Natura, Leliegracht 22 • Selexyz Koningsplein 20 • Athenaeum, Delft Stylos bookshop, faculteit BouwkundeDen Haag Daily Hoytema, Hoyte-mastraat t.o. 48 • Van Stockum, Herengracht 60Groningen Boekhandel Godert Walter, Oud Ebbingestraat 53Rotterdam NAi bookshop, Museum-park 25

beeld omslagDe Korrels, Haarlem • ontwerp Abbink X De Haas architectures • foto Stobbe via VPT Versteeg, www. vptversteeg.nl

Page 9: dax magazine nr.30

WATT sustainable dance club, Rotterdam • image Kossmann.dejong, www.kossmanndejong.nldetail gevel De Korrels, Haarlem • architect Abbink X De Haas architectures • foto architectenbureau

interview gasthoofdredactie

Page 10: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3010

interview

interview angie abbink en micha de haas

Angie Abbink en Micha de Haas besloten tot een samenwerking na anderhalf jaar gesprek. ‘Je voelt intuïtief een gezamenlijke ambitie in architectuur, maar samenwerking gaat veel verder dan dat.’ Na de oprichting van Abbink X De Haas architectures in 2008 groeide het bureau heel snel. De crisis gaf de nog jonge samenwer-king een nieuwe, krachtige dimensie. ‘We moeten weer nadenken over banale dingen. Dat is goed voor ons vakgebied en het vak in het algemeen.’

intuïtieM ‘Een samenwerking in architectuur is heel per-soonlijk. Je herkent bij iemand een eigenwaarde en tegelijkertijd een bescheidenheid. De projecten die Angie en ik hebben gemaakt voordat onze samen-werking begon zijn heel verschillend. Maar ook binnen ons gezamenlijk oeuvre zie je uiteenlopende vormen en taal. Vormgeving is het laatste ding waar we het over hebben gehad in alle gesprekken naar onze samenwerking toe.’A ‘Het gaat veel meer over hoe je in je vak staat. Wij zijn allebei in projecten heel erg bezig met de omgeving, de bewoners en de heel lange termijn. We kiezen voor een mate van diepgang. En willen dan nog iets opleveren dat er mooi uitziet. Beschei-den en spraakmakend tegelijk. Voor mij heeft de samenwerking veel te maken met intuïtie.’M ‘Esthetiek is voor ons vanzelfsprekend, maar niet overheersend. We kiezen allebei voor een maat-schappelijk bewustzijn en combineren dat met een fascinatie voor de techniek.’ A ‘Ons mission statement gaat dan ook uit van vier dingen: zinvolle architectuur, optimisme, verant-woordelijkheid en onderzoek. Zinvol moet je zien als

logisch, betekenisvol én zintuiglijk. De architectuur is per definitie een optimistisch vak: je wilt dingen beter maken. Maar tegelijkertijd moet je jezelf vooral niet te serieus nemen. Onder verantwoorde-lijkheid vallen duurzaamheidsaspecten en de dienst-verlening richting de opdrachtgever en gebruiker. En met onderzoek willen we een bijdrage leveren aan ons vakgebied.’

allochtoonA ‘We zijn allebei allochtoon, niet opgegroeid in Ne-derland, dat bindt ons. We hadden na onze studies geen netwerk in Nederland, wel wat familiebanden. We zijn in Nederland ‘gedropt’ met te weinig werk-ervaring en vrijwel geen professioneel netwerk. Dat moet je langzaam opbouwen.’M ‘Een groot deel van de architecten van onze generatie heeft gezamenlijke ervaring. De meesten hebben in Nederland gestudeerd en gewerkt of stage gelopen bij OMA, UNStudio, etcetera.’A ‘Bepaalde culturele, typisch Nederlandse dingen hebben we niet meegekregen in onze jeugd. Dat kan een nadeel zijn, maar ik draai het liever om naar een voordeel. Bij sommige, misschien wat beladen op-drachten voelen wij die druk veel minder. Het maakt dat je met een frisse blik naar opgaven kijkt.’

anderhalf jaar pratenM ‘Na het winnen van de opdracht voor het Alumi-nium Centrum ben ik in 1997 een eigen bureau be-gonnen. Eigenlijk wilde ik wel een compagnon. Maar ik had geen partner, studiegenoten of oud-collega’s in Nederland waar ik op terug kon vallen. Ik heb zelfs een advertentie op ArchiNed gezet: maar zo werkt het dus niet. Uiteindelijk heb ik me er een beetje bij

‘je moet passie hebben voor je vak maar het ook kunnen relativeren’

Angie Abbink en Micha de Haas, gefotografeerd tijdens het rondetafel-gesprek in Amsterdam-Noord • beeld Vincent Basler

Angie Abbink (1968) groeide op in België en ging kunst studeren in Londen. De studie klikte, maar de locatie niet: Europese vasteland trok. ‘En na Londen kwamen Amster-dam en Parijs het meest in aanmerking voor een volgende stap’. Het werd de Rietveld Academie in Amsterdam. Een aantal tentoonstellingen en interieuropdrachten later besloot Angie de Academie van Bouwkunst in Amster-dam te gaan volgen. Met haar afstudeerwerk won ze de Archiprix 2001 en kreeg ze een nominatie voor de RIBA Presidents Medals. In 2002 richtte ze met een vriendin haar eigen bureau op (‘Nadat ik bij veel bureaus in de keuken heb gekeken!’). Aan deze samenwerking kwam enkele jaren later een eind, waarna ze in 2008 met Micha de Haas ging samenwerken.

Micha de Haas (1964) studeerde aan de Bezalel Academy of Arts and Design in Jeruzalem en vervolgens twee jaar Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. In 1997 won hij een startstipendium én de prijsvraag voor het Aluminium Centrum in Houten met de inzending ‘Het Aluminium Bos’. Dat bleek voldoende aanleiding voor de oprichting van Architectenbureau Micha de Haas. Het pro-ject in Houten werd in 2001 opgeleverd. ‘De start van mijn bureau was wat vroeg, kwam door een beetje geluk en had heel veel doorzettingsvermogen nodig!’ Micha geeft les aan de TU Delft en aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam

Page 11: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 11interview angie abbink en micha de haas

Woongebouw Cadiz • Amsterdam, 2009 • Abbink X De Haas architectures • foto Willem Franken

Page 12: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3012 interview angie abbink en micha de haas

Tussen de Lakens • Amsterdam, in aanbouw • ontwerp en beeld Abbink X De Haas architectures

Meerwijk Stadswoningen • Amsterdam, 2009• ontwerp Abbink X De Haas architectures samen met Els-beth Falk, Ira Koers, Paulien Bremmer, Nolet van herpen • foto's Roel Backaert en Abbink X De Haas architectures

Page 13: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 13interview angie abbink en micha de haas

neergelegd dat mijn netwerk eerst moest groeien voordat ik een samenwerking kon vinden.’A ‘Na mijn studie heb ik een bureau met een vrien-din gehad. Zij wilde na verloop van tijd wat anders. We hadden wel veel projecten, maar alleen verder? Dat wilde ik absoluut niet. Ik heb de feedback van een team nodig.’M ‘Ik had het werk van Angie gezien op de tentoon-stelling van Archiprix. Het sprak me aan. Ik heb haar via-via proberen te benaderen per e-mail. Daar kwam niets op terug. Met een beetje trots heb ik toen gedacht ‘dan niet!’’A ‘Die e-mail heb ik nooit gezien!’M ‘Jaren later werkten we toevallig samen in een project waarbij een collectief van vijf architecten achtentwintig woningen mochten ontwerpen. Daar merkte ik dat we helemaal op één lijn zaten.’A ‘Ik heb Micha toen benaderd want ik wilde wel eens weten hoe hij dat nou allemaal in zijn eentje deed. Toen zijn we begonnen met gesprekken over een mogelijke samenwerking. We hebben elkaar presentaties gegeven over heel verschillende onder-werpen: natuurlijk over een architectuurvisie, maar ook over je helden, over de relatie die je met je me-dewerkers wilt hebben, over je favoriete automerk.. Die periode duurde anderhalf jaar.’M ‘Uiteindelijk hebben we een avond georganiseerd met een zaaltje vol “adviseurs”: mensen die ons kenden en wiens mening we zeer waarderen. Fa-milie, medewerkers en collega-architecten. Daarna hebben we de knoop doorgehakt en zijn we de samenwerking formeel gaan maken.’

taakverdelingA ‘Voor onze samenwerking hebben we echt een modus moeten vinden. Micha was gewend om alles alleen te doen. Ik kwam uit een intensieve samen-werking en was gewend om over allerlei zaken te pingpongen.’M ‘Met medewerkers communiceerde ik altijd als mede-ontwerper, maar vanuit de positie van eindbeslisser. Ik was niet gewend aan honderd procent gelijkwaardigheid. Bij Angie was dat precies andersom.’A ‘En ik vond het juist moeilijk om te delegeren; ik wilde alles zelf doen. Bij het aangaan van de samen-werking hebben we uitgesproken dat we niet in de situatie terecht willen komen van twee bureaus onder één dak. De verschillen én de overeenkomsten

zitten in de X van onze bureaunaam: Abbink X De Haas architectures. Projectinhoudelijk en organisa-torisch vullen we elkaar aan.’M ‘Soms pakt één een project op: dat is afhankelijk van tijd en affiniteit. Soms beginnen we samen aan een ontwerp. Daar is geen afgesproken strategie voor. Eén van ons is hoofdverantwoordelijk, maar voor alle projecten hebben we bureaubrede brain-storms en zijn we voortdurend aan het polsen en afstemmen.’A ‘We hangen veel plannen op in het kantoor. Dan kan je en passant ook iets roepen. Hierdoor zijn we in staat elkaars werk over te nemen of zelfs te ruilen, als dat moet. Het geeft flexibiliteit.’

ondernemerschapM ‘We zijn een ontwerpatelier, maar tegelijker-tijd ook een onderneming. We willen een goede werkgever te zijn en als bedrijf winst maken. In een architectenbureau heb je dan te maken met een cultuuromslag. Aan de ene kant leef je in een soort ideeënwereld, aan de andere kant moet je als onder-nemer met beide benen op de grond staan.’A ‘Als ondernemer moet je risico durven te nemen, al zijn daar voor kleine bureaus wel beperkende factoren voor. Je krijgt die kennis van het onderne-men ook niet mee. Op de Rietveld heb ik één lesje ondernemerschap en fiscale zaken gehad.’M ‘Het ondernemerschap heeft ook te maken met een verantwoordelijkheidsgevoel in brede zin. Naar je opdrachtgevers toe, maar ook bij de medewerkers: je moet ze perspectief kunnen geven.’A ‘We hebben heel ambitieuze jongens op het bureau. Maar die hebben ook een leven naast het bureau. Die balans is van belang. Waarin we onder-scheidend zijn ten opzichte van andere bureaus? Voor zover van belang zit dat in kleine dingen, in eigen kwaliteiten en ook zeker in onze ambities.’M ‘Ambitieus zijn betekent dat je heel gepassioneerd kan zijn over je vak. Maar je moet het ook kunnen relativeren. Daar moet iedereen zijn eigen balans in vinden: zowel professioneel als persoonlijk. Je moet jezelf niet te serieus nemen, maar er toch helemaal voor gaan.’

groeienA ‘Na de start van ons gezamenlijke bureau zijn we meteen heel erg gegroeid. Ik kwam uit een situatie van hooguit twee medewerkers, Micha had er vier.

< Art Academy Bezalel, Jerusalem (IL) • ontwerp 2007<< Studentenwoningen ‘De Zoete Ha-ring’ • Amsterdam, ontwerp 2009 • ontwerpen en beelden Abbink X De Haas architectures

Page 14: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 301� interview angie abbink en micha de haas

Aluminium centrum • Houten, 2001 • Abbink X De Haas architectures • foto's Willem Franken

> Parkcluster Noordwijkerduin • prijsvraagontwerp 2007 • ontwerp en beeld Abbink X De Haas architectures>> Miss Backdrop • Amsterdam, 2008 • ontwerp en beeld Abbink X De Haas architectures

Page 15: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 1�interview angie abbink en micha de haas

Binnen een jaar zaten we met vijftien man. Dat gebeurde bijna vanzelfsprekend.’A ‘We zoeken veel samenwerking. Dat is een verrij-king voor de projecten. We werken met kunstenaars, andere bureaus, sociologen en historici. Samenwer-king met andere vakgebieden levert vaak bijzondere resultaten.’M ‘De projecten waaraan we werken zijn ook heel divers. We hebben projecten op het gebied van stedelijke verdichting, transformatie, stedenbouw-kundig en woningbouw met een maatschappelijk randje. Naast architectuuropdrachten vinden we stedelijke strategische onderzoeken interessant: dan formuleer je doelstellingen waarop je later als archi-tect antwoord op moet geven. In het begin van onze samenwerking hebben we als doel gesteld dat we meer overheidsopdrachten zouden willen hebben, een basisschool bijvoorbeeld. Het afgelopen jaar hebben we zo’n opdracht gekregen, in de Jordaan, voor een buurtcentrum, school en opvangfacilitei-ten. Dergelijke opdrachten hebben een grote groep gebruikers; het zijn intensieve trajecten. Die willen we graag.’

crisisM ‘Ze zeggen dat we door deze crisis weer moeten leren focussen, je concentreren op je kracht. Dat is zeker waar. En ik vind het heel belangrijk om de zorgen met Angie te kunnen delen. Maar als het gaat om mensen dan is een crisis als deze natuurlijk waardeloos.’A ‘Dat je zelf moet inleveren, is tot daar aan toe. Als je iemand van je team moet laten gaan, is dat heel erg.’ M ‘Misschien moet je af en toe door een dal gaan, om te weten dat je het aankunt.’A ‘De laatste maanden ben ik wel optimistisch geworden. We hebben de laatste vier architecten-selecties waar we voren waren uitgenodigd ook gewonnen: we gaan er goed doorheen komen. Dat is de goede kant van toch een beetje kunstenaar zijn. Een beetje afzien leidt tot creativiteit. Je gaat kriti-scher kijken naar wat dingen voor je betekenen. Je moet heel praktisch worden, de overbodige dingen en kleine luxes uit je plannen halen. Ik denk dat het ontzettend goed is voor ons vakgebied en het vak in het algemeen: we moeten weer nadenken over banale dingen.’M ‘Je hoort vaak “De crisis heeft een louterende

werking”. Nou, we zijn wat mij betreft genoeg ge-louterd. Maar voor onze samenwerking is deze crisis heel goed geweest; we hebben geleerd op elkaar te kunnen rekenen.’

onderzoekM ‘We doen zeker twee prijsvragen per jaar. Met op-gaven waar we normaal gesproken niet bij de aan-besteding voor in aanmerking komen. We zien het echt als research & development voor ons bureau. En vaak met succes. Bij de prijsvraag voor het Europese Octrooibureau hebben we in de eerste ronde veel grote bureaus als Foster of Fuksas verslagen en zijn we doorgedrongen tot de laatste ronde. Dat was een geweldige ervaring. Maar - eerlijkheidshalve - ook een enorme financiële aanslag voor het bureau.’A ‘Toch blijven we prijsvragen doen. Al is het voor een continue zelfverrijking en het teamgevoel. De prijsvragen zijn een belangrijke tool binnen het bureau.’M ‘We onderzoeken op eigen initiatief ook program-ma’s en producten voor de woningbouw.’A ‘Bijvoorbeeld een aantrekkelijk, lichtgewicht en betaalbaar alternatief voor de standaard woning-bouw. En we ontwikkelden het woonconcept Jenga, een binnenstedelijke woonomgeving voor één-ou-der gezinnen. Dat is een onderwerp waar we veel affiniteit mee hebben. Er zijn nu serieuze initiatieven om dit concept tot uitvoering te brengen.’

openheidA ‘De collegialiteit tussen bureaus wordt groter. Zou dat ook door de crisis komen? We praten veel meer met elkaar.’M ‘Het traditionele beeld van de bouw gaat veran-deren. Nu is er bijna standaard een conflictrelatie in de basis van projecten: de aannemer wordt gezien als de natuurlijke vijand van de architect. Soms heb je een goed samenwerkingsproces, maar vaak gaat het ook minder goed. De bouw wordt steeds meer een open source: je kunt minder je eigen dingen beschermen en wordt gedwongen om te werken aan een gezamenlijk doel. Neem nu BIM (Building Information Model). Het dwingt ons informatie én vertrouwen te delen. Over kosten, dimensioneren, materialen moet je open kunnen zijn. Dat is nu nog wel een ideaalbeeld, maar hopelijk ook een realis-tisch toekomstperspectief.’ Caroline Kruit

< OVP Informatiecentrum, Lelystad • ontwerp en beeld Abbink X De Haas architectures<< Villa Bolhuis, Leimuiden • ontwerp 2008 • ontwerp en beeld Abbink X De Haas architectures

www.abbinkdehaas.nl

Page 16: dax magazine nr.30

Organisatie AB-FAB (Associatie van Beton Fabrikanten van constructieve elementen) en sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies, Faculteit CiTG TU DelftInfo Marjo van der Schaaf en Anneke Meijer / +31 (0)15 2783990 / [email protected], [email protected]

Locatie TU Delft, Faculteit Civiele Techniek en GeowetenschappenStevinweg1, 2628 CN DelftKosten inclusief reader, lunch € 200; voor studenten geldt een speciaal tarief van € 25.Registratie www.aanmelder.nl/precast

Symposium, Delft 15 juni 2010

Het nieuwe bouwen in prefab betonAssembling freeform buildings in precast concrete

PROGRAMMA

9:30 Opening Prof.dipl.-ing Jan Vambersky / TU DelftIng. Lambert Teunissen / voorzitter AB-FAB

9:45 Freeform architecture assembled on siteSaffet K. Bekiroglu / Zaha Hadid Architects, Londen

10:30 Toekomstvisie op prefab betonIr. Koos Tolsma / Ingenieursstudio DCKIr. Diederik Veenendaal / Witteveen+Bos, ETH Zürich

11:45 Ultra High Performance Concrete in prefabProf.dr.ir. Joost Walraven / TU Delft

14:00 - Parallelsessie ArchitectuurDrs. Jacco van Dijk / Hurks Beton/Hurks Oosthoek KemperProf.ir. Rudy Uytenhaak / Rudy Uytenhaak ArchitectenbureauIr. Roel Schipper / TU Delft

14:00 - Parallelsessie HoogbouwProf. Björn Engström / Chalmers University of TechnologyIr. Rob Huijben / Hurks Delphi EngineeringIr. Dick van Keulen / TU Delft, Ingenieursstudio DCK

14:00 - Parallelsessie IndustrialisatieProf.dr.ir. Dick Hordijk / TU Eindhoven, Adviesbureau HagemanProf.dr.ir. Hennes de Ridder / TU DelftIr. Fred Reurings / Bouwcombinatie Nieuwbouw Erasmus MC

16:45 Plenaire afsluiting

Heydar Aliyev Cultural Centre Zaha Hadid Architects

Station Luik-Guilleminsarchitect Santiago Calatrava

TUD_precast2010.indd 1 02-06-2010 14:32:48

Page 17: dax magazine nr.30

WATT sustainable dance club, Rotterdam • image Kossmann.dejong, www.kossmanndejong.nldetail gevel De Korrels, Haarlem • architect Abbink X de Haas • foto Ruud Stobbe via VPT Versteeg, www. vptversteeg.nl

fragmenten

Page 18: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 301�

oud & nieuws

fragmenten

Het zou renovatie kunnen heten, of restauratie, maar die termen dekken de lading niet helemaal. Het kan leerzaam zijn om juist te kijken naar gebouwen die oud- en nieuwbouw combineren. Als het oorspronkelijke goed rijmt met het hedendaagse onstaan vaak verrassend mooie projecten. We kijken andachtig naar projecten waarbij op verantwoorde wijze is omgegaan met de bestaande bouw maar waar een extra kwaliteit is toegevoegd.

Het hoofdkantoor van DHV in Amersfoort is ruim veertig jaar oud en in 2007 is begonnen met een grondige renovatie van het pand. Directe aan-leiding was de povere technische staat van met name de houten gevelpuien.

Het pand met duidelijke trekjes van het structura-lisme bestaat uit een patroon van zeshoeken met relatief weinig geveloppervlak. Met de nieuwe gevel kon meer daglicht en uitzicht worden bereikt en daarom is gekozen voor een volledig transparante gevel. De nieuwe isolerende glasoppervlakken zijn slim ingedeeld omdat de vloeroverstekken ooit berekend waren op puien met enkel glas.

De energieprestatie is verhoogd van EPA label G naar A. Dit komt door een integrale aanpak van alle installaties, vloeroverstekken, daken en gevels waarbij steeds de effectiviteit van de duurzaam-heids maatregelen is doorgerekend. Daarom kon ook de zonwering aan de binnenzijde geplaatst worden. Deze binnenzonwering bestaat uit zongestuurde screens met een aluminiumlaag die warmte afvoe-ren door gaten in de koven.

Het resultaat is een effectieve en moderne kan-toorruimte die even open en decentraal werkt als oorspronkelijk de bedoeling was, maar nu klaar is om de komende jaren mee te gaan.

kantoor dhv, amersfoort

architect (origineel)D. Zuiderhoek

architect (nieuw)DHVarchitects, Roel Brouwerswww.dhv-bouw.nl

aannemerDura Vermeer, www.duravermeer.nl

aluminium vliesgevelSchüco 60, www.schueco.nl

beglazingScheuten Glas, www.scheuten.com

screensVerosol, www.verosol.com/nl

geveloppervlak3400 m2

rondom geplaatste nieuwe gevel

Page 19: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 19fragmenten

oud & nieuws

Daarom is de zolder ook ingenomen als werkruimte. Deze ruimte moest aan een aantal verschillende eisen voldoen: de opdrachtgever wilde informele groepen de ruimte geven maar ook mogelijkheid scheppen om met een kleine groep geconcentreerd aan de gang te gaan. Daarom is gekozen voor inbrei-ding op de bovenste verdieping.

De witte dozen die op zolder zijn geplaatst zijn van metalstud wanden en afgewerkt met stuc, corian en rubber. In de kantoorvertrekken zijn koelplafonds aangebracht. Overal is rekening gehouden met de bestaande bebouwing en zijn waar mogelijk bestaande kanalen hergebruikt.

stadhuis coolsingel, rotterdam

opdrachtgeverOBR, Rotterdam

architectMerkx+Girod architecten, Amsterdam met IAA Architecten, Enschede,www.merkx-girod.nl, www.i-aa.nl

budget50 miljoen euro

binnenwandenmetalstud

vloeroppervlak50.000 m2

Eén van Rotterdams meest herkenbare gevels is die van het stadhuis aan de Coolsingel. De binnenkant van het gebouw is minder bekend. Voor een algehele modernisering van de kantoor-verdiepingen tekende Merkx+Girod architecten een plan waarbij veel vergeten of ongebruikte ruimten een nieuwe of verbeterde functie gekre-gen. Minder kleine kamers en meer grote, open werkruimtes.

Vrijwel het gehele interieur was versleten, verouderd of voldeed niet aan huidige eisen voor het werk-klimaat. Naast noodzakelijke modernisering was er ook onvoldoende ruimte voor de huidige werkdruk.

werkruimte

vergaderkamer

Page 20: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3020

oud & nieuws

fragmenten

Soms passen oud en nieuw wel heel netjes bij elkaar. Aan een huis in Oss is een koperen luifel geplaatst dat naadloos aan de gevel is bevestigd en de lijn van het bestaande rieten dak exact volgt.

Aan de voorgevel van de woning is de luifel ge-plaatst van ruim 6 m lang en met een uitkraging van 1,4 m. De vorm is digitaal ontworpen aan de hand van de daklijn. Boven de voordeur is de kromming zo bepaald dat hemelwater zijwaarts wordt afgevoerd.

De constructie bestaat uit platen van twee lagen 3mm multiplex. Overal zijn enkele krommingen gebruikt omdat het hout slechts één buigrichting

heeft. De platen zijn uitgesneden met een water-jet, die een nauwkeurigheid haalt van 0,2 mm. Het hele object is ruim bij 1,4 breed, met een maxi-male hoogte van 0,4 m. Alles bij elkaar weegt de constructie met bekleding 109 kilo en is daarmee weinig belastend voor de gevel.

Om de constructie een naadloos uiterlijk te geven, om goed te passen bij het rieten dak, is de luifel bekleed met watervaste multiplex en daarover-heen ligt een laag koperepoxy. De epoxy voorkomt verkleuring van het koper maar het object moest er juist uitzien alsof het al jaren oud is. Daarom is een kleurig patina gebruikt.

projectluifelconstructie

ontwerpThe Form Foundation,www.theformfoundation.com

constructieVormGrip, Amsterdam,www.vormgrip.nl

Bij toevoegingen of uitbreidingen aan bestaande gebouwen speelt de keuze voor het nieuwe (zichtbare) materiaal een grote rol. Een materiaal kan zich voegen naar het oude, of juist daarbij afsteken en een nieuwe dimensie geven aan het geheel. Maar ook bij de toepassing van “tijdloze” materialen kan met nieuwe vormen een kwinkslag aan het ontwerp worden gegeven.

> De constructie bestaat uit 2 x 3mm multiplex platen. Over het geheel is een laag aangebracht van epoxy met koperpoeder

woning, oss

perforaties in platen voor gewichtbesparing

Page 21: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 21

oud & nieuws

fragmenten

De opdracht om een uitbreiding te ontwerpen voor een voormalige kosterwoning in Medemblik werd een interessante opdracht voor ME-2 architecten. De bestaande woning heeft een oppervlakte van [xx]m2 en wordt uitgebreid met een volume aan de noordkant van de woning die in alle opzichten respectvol tracht om te gaan met het bestaande gebouw.

Voorwaarde vanuit de Rijksdienst voor monumen-ten was een uitbouw die zo ondergeschikt moest zijn als mogelijk, zowel qua volume als detaillering en materiaalgebruik. Die restrictie maakt een aantal keuzes makkelijk. Voor de gevel en het dak werd dezelfde donkere leisteen gebruikt als in de naast-gelegen St. Martinuskerk.

Ander gevolg van de beperking aan het gebouwtje is de subtiele, goed gedetailleerde regengoot. Als een gleuf in ligt de goot laag in het dak van de nieuw-bouw in lijn met de regengoot van de bestaande bouw. Hierdoor lijkt het alsof de twee vormen in elkaar geschoven kunnen worden. Al is dit in wezen niet zo, het is een mooi voorbeeld van architectuur die tot de verbeelding spreekt. Door het gebrek aan

kosterwoning, medemblik

opgavewoning uitbreiding

architectME-2 architecten, Mike Olthoff,www.me-2.nl

uitvoeringRuyter, Zwaagdijk,www.bouwbedrijfruyter.nl

zichtbare detaillering - de leisteen verbergen de constructie geheel - lijkt de aanbouw niet meer te zijn dan een schaduw van de woning. Hiermee pone-ren de ontwerpers, op een kleine schaal, een stelling over tijd(elijkheid) in architectuur.

loodslab over zinken goot

6 mm leien dak

ruimte opgevuld met isolatie

Page 22: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3022

oud & nieuws

fragmenten

Het Droste complex in Haarlem huisvestte tot begin deze eeuw de chocoladefabriek. In 2008 werd begonnen met de herontwikkeling van dit fabrieksterrein. De monumentale panden zijn door Braaksma & Roos Architecten herontworpen tot lofts, met horecagelegenheid op de begane grond.

Een beperkt deel van de oorspronkelijke fabrieksge-bouwen is behouden. Belangrijke herkenningspunt is de reclame met “het Droste-vrouwtje” op de gevel aan de waterkant. De tegeltableaus en de gevels zijn gerestaureerd maar niet opgepoetst. Zo wordt de patina behouden. Plaatselijk is aangrenzende bebouwing verwijderd.

De voormalige aansluiting op gebouwen kenmerkt zich nu door stucwerk op de gevel, waardoor het sil-houet van de gesloopte panden duidelijk afleesbaar is. Ook zijn ondiepe erkers aangebracht in de ‘gaten’ waar voorheen de verbindingsgang met de andere panden liep.

Met de keuze voor stucwerk is een natuurlijke ge-laagdheid gepresenteerd die vanzelf wordt voort-gezet. De kleuren staan nu in contrast met elkaar, omdat de kleur van het stucwerk nog moet zetten. Uiteindelijk zullen de kleuren bovendien meer naar elkaar toe trekken, omdat stucwerk sneller vervuild dan metselwerk.

droste complex, haarlem

locatieHaarlem

opgavetransformatie fabriek tot woningen

architectBraaksma & Roos, Den Haagwww.braaksma-roos.nl

Materialen verouderen. Dat is een gegeven. Daar kan een architect en de architectuur voordeel mee doen. De hier getoonde projecten laten zien hoe blijvende kwaliteit en veranderende kwaliteit een essentieel onderdeel kunnen zijn van een ontwerp. Juist in combinatie die de tand des tijds op een andere manier beleven.

Page 23: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 23

De omgang met de geschiedenis is een integraal onderdeel van het bouwen in Israël. Zvi Hecker heeft een groot museum ontworpen dat enige vergelijking vraagt met Museum Ningbo in China (zie ook pagina 56-65). Het Palmach museum is een lang rotsachtig blok dat half verzonken is in het landschap naast de Middellandse Zee.

De architect omschrijft het project niet zozeer als gebouw maar als een rij constructieve wanden die in verbinding staan met elkaar en een centraal plaza omsluiten, dat bestaat uit een aangelegde tuin. De binnenkant van het pand is een aaneenschakeling van introverte ruimten, kantoren en gangen. Enkele grotere zalen, zoals een auditorium met 400 zit-plaatsen en een jeugdcentrum, maken deel uit van het culturele programma van het complex.Een groot deel van het gebouw is onder de grond aangebracht en is gemaakt van gegoten beton en betonblokken. De gevelbekleding bestaat naast beton ook uit pleisterwerk en Kurkar, een lokaal gewonnen zandsteen. Deze steensoort wordt in kustgebieden gewonnen en verweert in de wand langzaam tot een geërodeerde structuur.

oud & nieuws

fragmenten

ontwerpZvi Hecker, Berlijn (DE)

constructieWaintraub-Naginski-Zeldin, Tel Aviv (Il)

axonometrie schaal circa 1 : 1.000

palmach geschiedkundig museum, tel aviv (il)

doorsnede museum schaal 1 : 1.000

kantoorvleugel

auditorium

tentoonstelling ruimte

Page 24: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 302� fragmenten

meesterwerk

indrukwekkend.tijd, context en bouwen in china

Tijdens haar recente bezoek aanChina bracht Angie Abbink een bezoek aan het museum van Ningbo (zie pagina 56 en verder) en sprak met de architect daarvan, Wang Shu.

In China heerst in de vervaardigende kunsten nog altijd de ambachtelijke traditie. In de stad Jingdezhen, de bakermat van het porselijn, ontdek ik wat het is om in China een ‘meester’ te zijn. Het is een overkoepelende term die van alles kan inhouden: een decennialang leertraject of het vermogen iets meer kennis te tonen dan je buurman heeft.

Zo was ik eerst onder de indruk van titels als ‘klei-meester’, ‘ovenmeester’, en ‘glazuurmeester’. Maar zo heten vaklieden hier al gauw: de taxichauffeur noemt zich ook wel meester van iets, als hij zich er een voordeel mee kan doen. Voor de leek komt het over alsof al deze porseleinmeesters precies weten wat ze doen, maar dat valt soms tegen. De mooiste werkjes verdwijnen de kalkoven in, om uren later als afgebrokkelde rommel eruit te komen. Het procédé is een gestoeld op een even ondoorgrondelijke als autoritaire traditie.

Met deze indrukken kom ik op bezoek bij architect Wang Shu. Ook hij heet meester. Hij is naast archi-tect van de projecten in dit artikel (zie ook artikel op pagina’s 56-65) ook directeur van de architectuur-school in Hangzhou. Van zijn hand zijn alle facul-teitsgebouwen, het landschap en de interieurs. Ik ontmoet hem in het strategisch geplaatste café dat uitkijkt over zijn Xiangshan Campus.

In het stadspark van Ningbo zag ik vervallen en verlaten theehuisjes. Wang Shu bevestigt dat deze voorbeelden van zijn werk teleurstellingen zijn geworden. In een gebied zonder identiteit en waar niemand woont, zet de overheid bouwwerken neer zonder duidelijk doel. Hij zucht dat het een wel heel

Chinees project is. Maar de architect in hem wordt wakker: projecten als de Five Scattered Houses (FSH) en het Ningbo History Museum zijn ruimtelijke experimenten in het scheppen van een verhaal van een plaats. Vóór zijn FSH project werd niet aangeno-men dat het hergebruik van materiaal mogelijk was. Dat hergebruik nu wel kan kenmerkt een belangrijk omslagpunt in de architectuur en bouwcultuur.

In zijn campus worden de lessen van de FSH uiteen-gezet. Welke rol spelen tijd en verval in zijn werk? Is het een probleem dat er planten groeien uit de muren van zijn museum? Hij aarzelt een moment en ontwijkt de vraag door te stellen dat de meeste architecten het graag over ruimte hebben. Hij praat liever over tijd, voor hem het bepalende element in de architectuur. Het is een les uit de natuur. Continue verandering is erg belangrijk voor ons be-sef van waar wij mee bezig zijn in ons leven. Van het werk van Wang Shu wordt wel gezegd dat het pas vele jaren na oplevering zijn ware schoonheid krijgt.Ik heb niet het idee dat hij zich bekommert om zijn metselwerk. Zijn geschiedenismuseum is een herin-nering aan verloren dorpen maar het is ook een le-vend gebouw. Vogels hebben hun plekje gevonden, net als de studenten die op de campus wonen. Alles klinkt opgewekt en de gebouwen stralen levendig-heid uit.

Wang Shu heeft een credo: waar architecten een ge-bouw maken, maakt hij een huis. Al het gebouwde is - volgens zijn traditionele werkwijze - een huis. Of het nou een woninkje is of een paleis, alle gebouw-typen zijn gestoeld op het idee van het wonen. Dus ook een kantoor of een campus. Zijn campus is een stad, maar het is een model dat net zo goed past bij

Five Scattered Houses in Ningbo.

Page 25: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 2�fragmenten

ontmoeting met wang shu

een dorp. Architectuur zou herleid kunnen worden tot een huis met een tuin. Natuur en een schuil-plaats.

Tijd speelt een leidende rol in zijn ontwerpproces. Een gebouw wordt niet gebouwd als de tekeningen af zijn, hij stopt pas met tekenen als het gebouw af is. Hij ontwerpt alles zelf in nauwkeurige potlood-tekeningen. In de overhaaste bouwwereld van China is dit de enige manier om te werken, stelt hij. Zo behoudt een ontwerp ook een vrijheid: een faculteit voor industriëel ontwerpen kan ook als kantoorpand of woongebouw worden gebruikt, omdat er een ongebondenheid is tussen het gebouw en de plek die het inneemt in de tijd.

Dat is een raar iets en heeft alles te maken met de Chinese houding ten opzichte van het behouden. Het is een complex gebeuren. De oudbewoners van de platgemaakte dorpjes zien restanten van hun huizen terug in de museummuren. Ze waren wel vóór de sloop: in eengezinswoningen leefden meerdere families en het gevoel van verantwoor-delijkheid (en van bezit) was verdwenen. Overal willen burgers dat hun leefomgeving er nieuw en glimmend uitziet. Geen aardse kleuren meer: alles moet strak, en in felle kleuren gebouwd. Overal is gesloopt.

Volgens Wang Shu is in de afgelopen twintig jaar zo’n 90% van alle traditionele bebouwing gesloopt, mede vanwege de economische hervorming vanaf de jaren negentig. Hij stelt verder dat de meeste Chinezen geen idee hebben waar het heen gaat, of heen moet gaan. Dat is zijn les aan de tweehonderd

studenten die hij onderwijst. Zonder het verleden te begrijpen kun je geen visie vormen op de toekomst. Het onderwijzen is duidelijk een passie. Hij heeft do-centen om zich heen verzameld die zijn visie delen en samen hebben zij het doel studenten ontvanke-lijk te maken voor open discussies over traditionele en hedendaagse architectuur.

Op de campus is dat merkbaar. Elk gebouw verwel-komt de gebruiker met een tactiliteit en openheid. Dubbele gevels ademen de koelte en stilte uit van een onderwijsinstelling en licht valt door diepe, hoge neggen in een binnenplaats. Het spreekt boekdelen over inspiratie, rust, leerzaamheid. En experimenten: in een muur zijn met water gevulde plastic flessen tussen de stenen geplaatst. Samen vormen ze het woord Tomorrow.

In de simpele, eerlijke werkwijze zie je ook zijn held Le Corbusier terug. Oost en West omarmen elkaar in concept en traditie. Maar, net als je denkt dat hij in herhaling valt, vertelt hij dat hij een nieuw pad inslaat. Hij laat zware materialen - steen en tegels en beton - achter zich en gaat met zijn studenten op onderzoek uit naar efficiënt gebruik van materi-alen en lichtgewicht constructies. Uiteraard met een oogje op traditionele bouwmethodes, maar tegelijkertijd met een drang om nieuwe functies en gebruiksmanieren te ontwikkelen.

‘Architectuurmeester’ dekt de lading niet. Hij is ruim-temeester, tijdmeester en vervalmeester. En laten we dan het belangrijkste element niet vergeten - Lu Wunyu, zijn vrouw en partner in alles dat hij doet. Zij is dan ook de bouwmeester. Angie Abbink

Van links boven, met de klok mee: één van de Five Scattered Houses; nieuw-bouw in Ningbo; Xiangshan Campus; traditionele woningbouw in Wuyuan • foto's Angie Abbink en Roland Stuij

Page 26: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 302�

dichtbij - veraf

fragmenten

Page 27: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 2�

fragment van kinderdagverblijf Anansi, Utrecht • architect Mulders vandenBerk • zie ook pagina 107

fragmenten

Page 28: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 302� fragmenten

border conditions

Bovenstaand citaat werd aangehaald door Marc Schoonderbeek bij een afscheidsdiner van Barbieri, tijdens het maken van deze dax. En inderdaad: Welke rol speelt tijd in het architectuuronderwijs?

Bij projecten op het gebied van renovatie, restauratie en hergebruik is er een evidente rol voor het tijdsas-pect. In ontwerpateliers wordt tijd voornamelijk in verband gebracht met onderhoud… De toekomst speelt een onmiskenbare rol in de steeds groeiende aandacht voor duurzaamheid. Dat geldt ook in het onderwijs, maar net als in de praktijk ligt de nadruk hierbij op technische aspecten.Het Delftse afstudeeratelier ‘Border Conditions’

vormt hierop een uitzondering. In dit atelier worden de studenten gestimuleerd om stedelijke condities met experimentele methoden te analyseren en in kaart te brengen. Tijd en ruimte worden - net als in de literatuur of de filmkunst bijvoorbeeld - als onlosmakelijke elementen gezien. Tijd en ruimte zijn essentieel om een stad te ont-rafelen. De ontwerpen (afstudeerplannen) van de studenten van het atelier Border Conditions laten op uiteenlopende manieren zien hoe het tijdsas-pect een ontwerpmiddel kan zijn. Conceptueel of fysiek, poëtisch of functioneel: de resultaten zijn vaak inspirerend en vernieuwend. Dat blijkt wel uit Archiprix nominaties en - recent - een Archiprix win-naar (Max Rink). Micha de Haas

‘In Nederland zijn architecten alleen maar bezig met het nieuwe. Niemand heeft aandacht voor de tijd’ Umberto Barbieri, bij zijn afscheidsrede aan de Academie voor Bouwkunst

in Rotterdam, in 2000

Negar Sanaan Bensi analyseerde de leegte in de stad Havana, een stad waarin verval tot cult is verheven. De lege plekken in de stad (‘voids’) - letterlijk ontstaan door het uit elkaar vallen van gebouwen - zijn een teken van het ontbreken van een nieuwe laag in de stad, maar vormen te-gelijkertijd de beste representatie ervan. Het ontwerp van Sanaan Bensi ontsnapt aan een koppe-ling met een specifieke functie en is een monument voor de void. Het maken van tekeningen ziet

Ook Ruben Bergambagt studeer-de af op een locatie in Havana. In zijn analyse probeerde hij een gegeven stedelijke ruimte te herleiden naar de elemen-ten tijd, ruimte en beweging. Grafische, computer gestuurde boolean-operaties bleken hierbij een uitstekend hulpmiddel. In zijn ontwerp keert Bergambagt het proces om – met booleans liet hij het programma van een groot wellnesscentrum (wel een merkwaardig programma voor het straatarme Havana) vertalen

Sanaan Bensi als een manier van balanceren tussen herinneren en vergeten: een poëtische kijk op het ontwerpproces. Buiten-gewoon treffend is de maquette van dit afstudeerproject, waarin de bouwblokken rondom de lo-catie letterlijk als zandlopers zijn uitgevoerd. Straks raakt Havana echt op.

tot ruimten. Het resultaat is een buitengewoon rijk en complex ontwerp, dat tot in de puntjes is uitgewerkt. Ondanks de schijn-bare generieke werkmethode is Bergambagt volledig in controle over de ruimten. In de bouw-kundige uitwerking laat hij echter met opzet een deel van die controle los door materialen toe te passen die op verschil-lende snelheden verouderen en daarmee gestalte geven aan de factor tijd.

ruben bergambacht • havana

negar sanaan bensi • havana

Page 29: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 29

afstudeeratelier

fragmenten

Page 30: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3030 fragmenten

border conditions

Het project van Carolien Schip-pers, dat zoals de titel ‘passages of time’ suggereert, gaat op alle niveaus een dialoog met de tijd aan. Vanaf de analyse van de veranderingen van de stadsrand van Kiev, via de keuze van een programma (stadsarchief) tot de architectonische uitwerking. Het archief als een utilitair mechanisme voor het collectief en persoonlijk geheugen, wordt verbeeld door het ruimtelijke organisatieprincipe van het labyrint.

Door transparanties tussen de verschillende paden van het labyrint kan de bezoeker de over-lapping van heden, verleden en toekomst ervaren. De structuur daarentegen is gebaseerd

Meer voorbeelden van bijzondere pro-jecten, waarbij de tijd als misschien wel de ultieme context van de gebouwde omgeving wordt erkend, zijn opgeno-men in het boek Border Conditions. Dit boek, met bijdragen van studenten, docenten en internationale critici – onder redactie van Marc Schoonder-beek – verschijnt in juli 2010 bij Archi-tectura & Natura Press in Amsterdam.www.architectura.nl

carolien schippers • kiev

op het stapelen: een onherroepe-lijk chronologisch principe. Het ontwerp is niet alleen concep-tueel sterk, maar ruimtelijk intelligent en architectonisch adembenemend mooi.

Archiprix-winnaar Max Rink ont-wierp een gigantische markthal in Tallinn. Tegen de achtergrond van de hyperkapitalistische vast-goed-bubbel van deze Baltische stad creëerde hij een complex gebouw met een adembene-mende ruwe schoonheid. Het gebouw distantieert zich niet van de chaos, hectiek en viezigheid van de markt, maar wil het juist omarmen. De betonnen en hou-ten wanden nemen de geuren en sappen van de markt op en worden met de tijd rijper en rijker

Hoda Khanbani maakte een func-tieloze ruimte, net als het project van Sanaan Bensi, maar in een tegenovergestelde context: New York. Ze schrijft hierover: “Before, I have dreamt of going to New York. Once inside I couldn’t find it. [..]. This city was just happening once; each moment was producing a new one. Death was as certain as life. New York deals with decay in a contradictory way.” Voor haar paviljoen gebruikt Khanbani bouwstaal dat rond Broadway Junction in Brooklyn is opgesla-

aan betekenis. Rink wil volgens zijn eigen woorden een architec-tuur scheppen die verontrust door haar schaal en gebrek aan perfectie, maar tastbaar wordt door gebruik en materialisatie. Een ruimte die wil overgenomen worden. Een tegenhanger van de shopping mall.

gen. Het paviljoen is in feite een poëtische interpretatie van het cradle-to-cradle principe en heeft een tijdelijk en een permanent deel. De tijdelijke elementen wor-den door detaillering beschermd tegen weersomstandigheden en kunnen gemakkelijk worden gedemonteerd en hergebruikt. De permanente delen worden overgeleverd aan het verval. Het is een uitzonderlijke maar toch treffende representatie van de tijd.

max rink • tallinn

hoda khanbani • new york

Page 31: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 31fragmenten

afstudeeratelier

Page 32: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3032

publicaties

categorie C contemporaine uitgave, hip en glossy B boekenkast-item, tijdloos, monografie N naslagwerk, catalogus, themaboek, jaarboek I inspiratiebron, branchevreemd T technisch-wetenschappelijk, studieboek

beoordeling

***** grafische beeldkwaliteit

***** volledigheid architectuur- presentatie, project- documentatie

***** diepgang

***** toegankelijkheid informatie

***** inspiratie

De op deze pagina's beschrevenboeken zijn verkrijgbaar bij de gespecialiseerde boekhandel, tenzij anders vermeld.Prijzen zijn richtprijzen.

de nieuwe traditieIk wilde dit boek heel graag heel goed vinden. De titel geeft een contrastrijk werkveld aan en de inhoud is span-nend, met hoofdstukken ingedeeld op schaal, voorzien van begeleidende essays. De beeldselectie is fris en mooi gekozen. Het belooft nogal wat. Maar het geheel verliest aan kracht door het ontbreken van een rode draad. De verhalen komen wat clichématig over en de beelden stroken niet overal met de tekst. En dat is jammer want het onderwerp is actueel en de presenta-tie aantrekkelijk. Er mist een duide-lijke conclusie en mede daardoor blijft na het lezen weinig hangen, helaas. Voor wie het boek bedoeld is blijft mij ook onduidelijk. Te serieus voor op de koffietafel; te warrig voor het archief.

PHA

H. Ibelings, V. van Rossem • De nieuwe traditie, Continuïteit en vernieuwing in de Nederlands architectuur • SUN Architecture • ISBN 978-9-0805-6692-7 • 272 pagina’s • 35 euro • kleur • Nederlands- en Engelstalig

0 23 0 21 0 18

B N *****

1000 tips van 100 architectenDe opzet van dit boek was om de architecten zelf aan het woord te laten in plaats van hun projecten. Wat gebeurt er dan? Een voorbeeld. Tip 0038: ‘Deze hortus conclusus bevat vier citroenbomen en een waterto-ren’. Mooi plaatje erbij. Interessant? Tip? Nou nee. Dit boek had een veel strengere redactie moeten hebben; het idee is namelijk wel goed. Maar veel architecten gaan ermee aan de haal en gebruiken het als een uithangbord... voor hun projecten. Waarmee het boek op veel aspecten een doorsnee bundel van verzameld werk is geworden. De architecten die het wel hebben begrepen, maken het gelukkig een beetje goed. Daarom een nieuwe titel: ‘468 Tips van 59 Architec-ten met 1000 Leuke Plaatjes’. CK

Sergi Costa Duran, red. • 1000 Tips van 100 Architecten • Librero | Loft Publications • Kerkdriel, 2009 • ISBN 978-9-0576-4751-2 • 320 pagina’s • 20 euro • kleur • Nederlandstalig

N *****

working with clayGebakken klei is wellicht het meest tijdloze materiaal op aarde. De derde editie van dit Amerikaanse handboek speelt in ieder geval wel met die suggestie in het hoofdstuk “De tijdloze wereldgeschiedenis van keramische kunst”. En - eerlijk gezegd - het vakmanschap is in al die eeuwen ook bijna onveranderd gebleven. Het boek toont technieken, kleisoorten en oventypes, laat zien hoe je glazuur maakt, aanbrengt en op kleur beoordeelt. Een boek voor de liefhebber dus, met een klein beetje innovatie en inspiratie dat wellicht ook voor architecten interessant is. Zoals giet- en vormtechnieken en wandhoge composities. In de context van het thema van deze editie van dax is vooral de blijvende kwaliteit indrukwekkend. CK

Susan Peterson • Working with Clay • Laurence King • Londen, 2009 • ISBN 978-1-8566-9605-0 • 240 pagina’s • 25 euro • kleur • Engelstalig

B I *****

fragmenten

Page 33: dax magazine nr.30

33jaargang 5 • 2010 • nr. 30 fragmenten

publicaties

0 15 0 24 0 15 0 21

pinpoint: key facts + figuresDit is nou echt een handig boek. Het is een verzameling cijfers, feiten en vuistregels voor iedereen die precies wil weten hoe essentiële zaken als constructies en energiebalansen in elkaar zitten. Een Neufert is het echter - gelukkig - niet. Er wordt niet gezegd hoe een klaslokaal moet worden ingericht; alleen het geluidsverloop in zo'n zaal wordt onderzocht. De vele tabellen, reeksen en voorbeelden wor-den met heldere schema's verklaard en toegelicht. Zo kun je je kennis toetsen en vergroten, heerlijk! En dat er achterin nog wat aantekenvellen zijn opgenomen is de slagroom op het toetje. Wel leerzaam: niet belerend. Zo heb ik ze graag. PHA

Pinpoint: Key Facts + Figures for Sustainable Buildings • B. Keller & S. Rutz, red. • Zürich, 2010 • ISBN 978-3-0346-0120-7 • 280 pagina’s • 50 euro zwart-wit • Engelstalig

B T *****

serres & oranjerieënHet lijkt standaarwerk, maar is een oeuvreboek van iemand die zich heeft gespecialiseerd in serres, tuinkamers en kassenbouw: Luc D’Hulst uit Zand-hoven, België. Even op het verkeerde been gezet, maar toch gedoken in een aaneenschakeling van beeld met drietalige toelichting. D’Hulst kan gebouwen “omlijsten” met glas. Voor de bewoners van de getoonde panden zijn de bouwwerken van metaal en glas ongetwijfeld een aanwinst, zowel in aanzicht als gebruik. Rank waar het kan, stevig als het moet. Rond, el-lipsvormig of juist recht: dit boek laat wel zien waar je (als ontwerper én opdrachtgever) op moet letten en wat de juiste ontwerpcriteria zijn. CK

I. Pauwels • Serres & Oranjerieën. De sierlijke creaties van Luc D’Hulst • Lan-noo Publishers • Arnhem 2008 • ISBN 978-9-0209-7702-8 • 224 pagina’s • 40 euro • kleur • Nederlands-, Engels- en Franstalig

B N *****

imagine 04: rapidsMet dit deel van de Imagine serie wordt een bijdrage geleverd aan inno-vatie in de bouwketen. De beschreven productiemethoden en -technieken horen thuis bij de Fast Moving Consu-mer Goods waarbij wordt uitgegaan van een omkering in het bouwproces. De mogelijkheden van technische oplossingen zijn uitgangspunt voor het ontwerp, in plaats van oplos-singen voor contextuele problemen. Projectspecifieke oplossingen zijn, dankzij deze procesontwikkeling, even eenvoudig en efficiënt te produceren als herhalende elementen. Zo worden gebouwelementen of aansluitdetails integraal afgestemd op de gewenste functionaliteit zonder beperkt te worden door de beschikbare produc-tietechniek. Actueel en informatief.

JHE

Rapids, Imagine 04 • U. Knaack, red • 010 Publishers, Rotterdam 2010 • ISBN 978-9-0645-0676-5 • 128 pagina’s • 25 euro • kleur • Engelstalig

C N *****

building with water Een grote verzameling verschillende projecten die uiteraard, met water te maken hebben. Voorin een aantal verhalende essays, daarachter een stuk of twintig mooi gepresenteerde projecten die allemaal 'iets met water hebben'. Veel verder dan dat kom het vaak ook niet, en daarom is de titel wel een beetje misleidend: het had beter 'Bouwen met inachtneming van water' kunnen heten. Een (nog) niet gebouwd paviljoen van een internati-onaal bekende architect aan de rand van een meer is veel minder interes-sant dan een (echt) drijvend huis.Van Falling Water tot een zelfinge-nomen uitlating van Zaha Hadid: hebben we de afgelopen halve eeuw zo weinig geleerd met zijn allen? Jam-mer. PHA

Building with Water • Zoë Ryan et al • Birkhäuser • Basel 2010 • ISBN 978-3-0346-0156-6 • 160 pagina’s • kleur • Engelstalig • 60 euro

N T *****

Page 34: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 303�

verval.je houdt het niet tegen

fragmenten

Rob Nijsse, constructief ontwer-per bij ABT in Velp en hoogleraar aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, bespreekt in elke editie van dax een onbegrijpelijk fenomeen.

De sterfelijkheid van de mens, de aftakeling van een gebouw. Wat hebben zij direct met elkaar te maken? De mens wil zoveel mogelijk en als het kan nog bij leven. Dat duurt maar kort, verhou-dingsgewijs. Een gebouw is meer gebaat bij een langetermijn visie. La Divina Commedia kan het mooi verwoorden, maar de dagelijkse realiteit geeft een nuchter beeld van de mens in conflict met zijn omgeving. Als het om aftakeling gaat.

Het thema van deze dax is verval, de aftakeling. In dax hebben we het over gebouwen, maar gebou-wen zijn gemaakt door en voor mensen. Laten we daarom daar maar beginnen met de Onbegrijpelijke Lichtheid van het Bestaan van de Mens. Wanneer het precies begint is moeilijk aan te wijzen, maar ergens richting de leeftijd van twintig jaar begint voor ieder mens de aftakeling, het verval. Groeide je eerst nog - zowel in de lengte als de breedte - en werd je steeds sterker, nu is de groei voltooid en leidt de weg alleen maar naar beneden. Eerst is het nog niet zo duidelijk en denk je “mis-schien valt het wel mee”. Maar halverwege je leven, zo tegen de veertig jaar, wordt het echt duidelijk. Het huis waarin je woont - je lichaam - kan niet alles meer. Bij het sporten loopt de jeugd je fluitend voorbij en allerlei pijntjes en kwalen beginnen je aandacht te vragen. De onrust slaat toe, je beseft dat je sterfelijk bent. Het mooist is dit verwoord in de eerste regels van de rond 1320 geschreven “La Divina Commedia” van Dante Alighieri uit Florence.

twijfelTja, de existentiële twijfel. De twijfel van het be-staan. Oftewel: waar doen we het allemaal voor? Mooi verbeeld door de Franse graveerder Gustave Doré zien we Dante staan in het midden van zijn leven. Hij kijkt om, een beetje angstig, rondom hem een donker bos vol verborgen gevaren, doornige struiken houden zijn kleed vast en tentakelachtige wortels bewegen naar hem toe. Toch gaat Dante verder om zijn mystieke reis door het Rijk van het Hiernamaals te vervolgen. Eerst de Hel, dan de Louteringsberg en tot slotte de Hemel. Eerst dus naar beneden langs de zeven spiraalvor-mig aflopende cirkels van het Purgatorio, de Hel waar de zondaars hun straf ondergaan. Niet de plaats waar je zijn moet.

Kennen we nog de zeven hoofdzonden? Vooruit dan maar, dan kan iedereen zichzelf eens kritisch tegen het licht houden in de christelijke betekenis van het woord: Trots, Afgunst, Toorn, Traagheid, Hebzucht, Vraatzucht en Wellust, dit alles in een “te veel”. De zondaars die hun eeuwig durende straf ondergaan zijn opgesloten in ringen van vuur, worden gemar-teld door monsters of gekweld door onbedwingbare verlangens. Aardig om te weten is dat de onderste ring bestaat uit mensen ingevroren in het ijs. Zij hebben de ergste zonde begaan: zij hebben iemand die van hen hield bedrogen. U bent dus gewaar-schuwd.

het kan alleen maar minder wordenOverigens een prachtig architectonisch beeld: die spiraalvormige Hel met verschillende niveaus. Of moet ik zeggen: een prachtig stedenbouwkundig beeld? Maar goed, deze dwaaltocht van Dante - een metafoor van ieders leven ter stichtelijke lering en (sadomasochistisch?) vermaak - is een leuke aanzet tot het eigenlijke onderwerp van deze (wederom) Onbegrijpelijk. We gaan het hebben over het ouder worden, niet van een mens maar van een gebouw. Die worden namelijk ook ouder in de betekenis van slijten, verweren en dingen die het niet meer doen. Er zijn architecten die bewust een week leegstand inplannen direct na de oplevering om zo mooi mogelijke foto’s van hun creatie te kunnen laten maken. Bij voorkeur door Christian Richters. Daarna kan het alleen maar minder worden, zo weten deze vooruitdenkende architecten. En dat wordt het ook.

onderhoud doet slijtenVervuiling kun je nog wel tegen gaan door wassen en reinigen, maar ook daar slijt de boel weer van. Kleur verbleekt, materiaal brokkelt af, barsten verto-nen zich in het eens zo glanzend strakke oppervlak:achteruitgang, de Tand des Tijds. Ik heb wel eens een opdrachtgever zo mooi van het ontwerpteam horen verlangen “dat het gebouw met waardigheid oud kan worden”. Dat gun je ieder mens ook! Maar helaas is de werkelijkheid anders. Actie is geboden om alle gebreken te herstellen. Dus de handen uit de mouwen, geld te voorschijn getoverd (de slimme boekhouder of de verstandige huisvader of -moeder heeft geld hiervoor opzij gelegd, de afschrijving) en aan het werk.

onbegrijpelijk

Purgatoria: de Hel volgens Dante

Page 35: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 3�fragmenten

Schilderen, oud materiaal demonteren en opnieuw aanbrengen. Na afloop kan het gebouw aan zijn tweede jeugd beginnen op weg naar ..tja.. de derde jeugd die begint na weer een tijdje in de steigers en de stofschotten te hebben doorgebracht. Mooie werkgelegenheid voor de lagergeschoolden, zo kan je terecht opmerken, want niet iedereen kan de geniale architect, IT-deskundige, chirurg of advocaat zijn.

ik wil winst en núMaar om in dit Olympische jaar Henk Gemser te citeren: “Dat kan beter!” Het toepassen van materi-alen die weinig of geen slijtage of corrosie vertonen - zoals hogesterkte beton of roestvast staal (niet roestvrij staal, want dit is ieder schoongewreven staalplaat voor korte tijd) - zou een belangrijke stap in die richting zijn. Voor gebouwen die uit deze materialen zijn opgebouwd ligt het onderhoud vele malen lager. Met een financieel voordeel voor de

eigenaar én een voordeel voor het milieu, want er wordt minder materiaal gebruikt en er is minder rotzooi die het milieu aantast. Vervelend alleen is dat de meer-investering in de stichtingskosten van het gebouw door de eigenaar pas na verloop van tijd wordt terugverdiend. Als de bouwer of ontwikkelaar niet dezelfde persoon of instantie is als de eigenaar (en dat is vaak het geval) dan is er dus een probleem. Of, zo zou je simpel kunnen denken, de koper moet bereid zijn meer te betalen, want hij kan het later weer terugverdienen in onderhoud en exploitatiebe-sparingen. In het kortetermijn denken waarvan onze moderne maatschappij doordrenkt is, gaat dat nooit op. Ik wil voordeel en winst en ik wil het NU! Dat zal dus moeten veranderen. Ik wens de mensen van postbus 51 veel sterkte toe. Rob Nijsse

In het midden van de reis door ons leven

Hervond ik mijzelf in een duister woud

Want de rechte weg was geheel verloren

O, wat een hard ding is het te zeggen hoe het was

Dat woeste en ruwe en ondoordringbare woud

Dat in de gedachte mij de vrees hernieuwt!

Zo bitter is ’t, dat de Dood dat nauwelijks meer is:

Maar om te verhalen van het Goed dat ik er vond,

Zal ik spreken van de andere dingen die ik er gewaar werd.

tekst uit La Divina Commedia van Dante • beeld door Gustave Doré

onbegrijpelijk

Page 36: dax magazine nr.30

www.luvatakoper.nl

Nordic Standard Nordic Decor Nordic Brown Nordic Brown Light Nordic Royal

Nordic Brass Nordic Green Nordic Green Living Nordic Blue Nordic Blue Living

Page 37: dax magazine nr.30

documentatie

gasthoofdredacteur: Abbink X De H

aas architectures

detail gevel De Korrels, Haarlem • architect Abbink X De Haas architectures• foto Ruud Stobbe via VPT Versteeg, www. vptversteeg.nlwww.luvatakoper.nl

Nordic Standard Nordic Decor Nordic Brown Nordic Brown Light Nordic Royal

Nordic Brass Nordic Green Nordic Green Living Nordic Blue Nordic Blue Living

Page 38: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 303� discussie: tijd en verval

in gesprek

Page 39: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 39discussie: tijd en verval

Op een prachtige, maar wel wat koude locatie - een verlaten tuincentrum in Amsterdam-Noord - vond in maart een rondetafelgesprek plaats met het thema 'Tijd en verval.’ Een multidisiplinair gezelschap naam deel aan het gesprek, dat de rol van verval (en de daaraan gerelateerde term duurzaamheid) in onze huidige maatschappij in kaart wilde brengen. Behouden, vernieuwen of opnieuw bouwen? Met een groeiend aandeel ‘bestaand’ in de opdrachtenportefeuille, komen architecten en opdrachtgevers steeds vaker voor die keuze te staan. Een antwoord is niet zonder-meer gegeven en ook zeker afhankelijk van de tijdsgeest waarin de vraag wordt gesteld.

de architect als beheerszuchtig vakmanMicha de Haas: ‘Ondanks de wens van architecten om hun ontwerpen vooral onder controle te hebben, is er ook een hang naar dingen die de tijd laten zien. Tijdens vakanties genieten we van afgebladderde gevels en zeggen we tegen elkaar ‘Mooi! Niets meer aan doen!’ Thuis moet alles onderhoudsvrij zijn, voldoen aan garantievoorwaarden en woonborg. Hier en daar zie je een vertaling van die vakantie-gevoelens - en dan noemen we het romantiek. Dat vertaalt zich in “instant” verouderde gevels en daken met voorgepatineerd koper of bijvoorbeeld meubels van sloophout. Verval wordt - ons inziens - te vaak gezien als een probleem dat moet worden opgelost. We hebben dat gezien bij het kiezen van weervast staal voor de gevel van De Korrels (het omslagartikel, red.). In plaats van het begin van een nieuw leven op die plek - zoals wij het zagen - werd het economisch potentieel van het project in twijfel gebracht.. alleen al door de keuze van het gevelmateriaal.’ Oliver Thill: ‘Dat klinkt als een pleidooi voor roman-tiek!’Micha de Haas: ‘Nee, zo zien we dat niet. Voor ons is veroudering een belangrijk aspect van het ontwerp. En als een belangrijk argument in de keuze voor renoveren, restaureren of hergebruik.’Peter Moser: ‘Opdrachtgevers hebben moeite met de natuurlijke effecten van materialen. Wij moeten de veroudering van materialen met duidelijke marges in kaart brengen, daar afspraken over maken. Voor investeerders en gebruikers heeft de veroudering van materialen een heel andere betekenis. We merken dat er bij stedenbouwkundige ontwikke-

tijd en verval.over respect en vernieuwing

lingen nog wel eens moeilijke situaties ontstaan. Dan worden voor gebouwen nabij bestaande oude gebouwen andere materialen voorgeschreven als contrast of moet het juist “rustiek”, in samenhang. Dan krijg je moeilijke discussies over het verwach-tingspatroon. Ook daarom is er een noodzaak tot het vastleggen van veroudering, bijvoorbeeld met keurmerken.’Marc a Campo: ‘Architecten zijn panisch voor de natuur: wind, regen, beestjes.. het zijn directe bedrei-gingen voor ons werk. We hebben angst voor de dood en voelen ons Hansje Brinker, met zijn vinger in de dijk. We zijn tachtig procent van onze tijd bezig om beschutting te genereren. Daar is niks roman-tisch aan.’Edwin Oostmeijer: ‘Ik heb een tijd gewoond in een ruïne, in de Franse Ardêche. “C’est la nature qui fait le manger”, zeggen ze daar. De natuur eet het op. Die ruïne was een schitterend gebouw, zo sterk. Het heeft mee heel erg geholpen met nadenken over het Bolwerk in Utrecht, dat toen nog een pril project was. Het heeft me geleerd om te beginnen met een groot geheel en dan de focus steeds een tandje gedetailleerder te zetten. Als opdrachtgever moet je geld, maar vooral bereidheid hebben om de beste materialen en beste detaillering te kiezen.’Allard Jolles: ‘Is niet ieder werk van een architect een nieuwe variant op de oerhut? Die natuur moeten we vooral buiten laten.’Anne Hemker: ‘Dat tot kunst verheffen van het be-heersen van de natuur noemen we beschaving.’Oliver Thill: ‘En dan zie je soms dat architecten - heel recent nog David Chipperfield - het natuurlijk verval willen vasthouden. Welke boodschap wil je daarmee afgeven? Verval wordt geromantiseerd. Er speelt een idolatie van het verval. Alsof ruïnes door God zijn aangeraakt. Lees Safranski er maar op na.’Job Roos: ‘Verval is de opmaat tot herbestemming of grootse renovatie - het is de directe tegenhanger van beheerszucht. En dat terwijl beheerszucht heel erg bij architecten hoort: we willen graag dictaat geven aan alle keuzes, zeker die van bouwmate-rialen. De drang naar beheersing is onlosmakelijk van ons vak. Ik zie in dat opzicht ook veel overeen-komsten tussen functioneel verval en esthetische veroudering: ze hebben beide betrekking op die beheerszucht.’Anne Hemker: ‘Maar niet gebruiken is funest: een gebouw vervalt pas echt als je het niet gebruikt.’

in gesprek

Page 40: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�0 discussie:tijd en verval

in gesprek

architectuur en de gebruikerMarc a Campo: ‘Bij verval denk ik ook vaak dat de gebruiker niet meer van het gebouw houdt.’Allard Jolles: ‘Van stilstaande lucht wordt niemand blij: het gebruik is van wezenlijk belang voor een gebouw. Maar voordat je iets gaat doen aan een monument is het maken van afspraken met alle be-langhebbenden cruciaal. Die samenwerking begint al voor de eerste schets. Wanneer grijp je in en wan-neer niet? Waar ligt de grens? Want soms moet je de gebruikswaarde aanpassen aan de waarde van het erfgoed. Als je de huidige (energie-) normen loslaat op een monument uit 1610 heeft dat verstrekkende gevolgen. Dus soms moet je ook binnen een extra jas aan als het koud is en soms kan niet het hele pand rolstoeltoegankelijk worden gemaakt.’Marc van Broekhuijsen: ‘Daarmee sluit je gebou-wen met een monumentale waarde dus uit van de regelgeving.’Job Roos: ‘Je moet als architect de sensibiliteit en vaardigheid hebben om door het bestaande heen het gebouw te willen ontdekken. Dat is het stukje van je beroep als architect waarbij je functioneert als ingenieur.’Micha de Haas: ‘Wanneer laten we een ontwerp los? Je maakt als het ware een nieuw gebouw en dat moet de vrijheid krijgen om verder “te leven”. Het is vanaf dat moment voor een groot deel toever-trouwd aan de gebruikers.’

Peter Moser: ‘Maar wat als die gebruikers het ge-bouw niet gebruiken in overeenstemming met het idee van de architect? Ik moet nu opeens denken aan al die televisieschotels die op gebouwen werden gezet. Nu maken we voorzetgevels die het aan-zicht van die schotels weer afschermen. De meeste aanpassingen aan gebouwen worden direct na ge-maakt, als antwoord op vragen van de gebruiker of opdrachtgever. Is het oorspronkelijke idee dan niet goed, of het idee van de gebruiker beter?’Moriko Kira: ‘De huidige normen zijn niet ingespeeld op de veranderingen in ons leven. De beweging in de stad en maatschappij is niet te voorspellen. Normen maken geen onderscheid tussen tijdelijke en “permanente” ingrepen aan gebouwen. In onze bouwpraktijk zie je dat de periode vanaf het eerste ontwerp zo lang duurt, dat het gebouw bij opleve-ring al een beetje achterhaald is.‘

de architect en zijn onsterfelijke dadenJob Roos: ‘Alles wat met geschiedenis te maken heeft, is wel een hype op dit moment. Het bepaalt in zekere mate de attitude die je als ontwerper hebt met het omgaan met bestaande dingen. Al in de jaren tachtig stonden wij voor die keuze bij de res-tauratie van een begraafplaats - een heel gevoelige locatie. We besloten toen het verval niet te stoppen, maar te begeleiden. Tegelijkertijd geef je de nieuwe

Op uitnodiging van onze gasthoofd-redacteuren Micha de Haas en Angie Abbink vond het rondetafelgeprek over ‘Tijd en verval’ plaats in een verlaten tuincentrum in Amsterdam-Noord.

foto's Vincent Basler, Delft, www.vincentbasler.nl

‘In periodes van verval ontstaat ruimte voor creativiteit’ Irene Ponec

Page 41: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �1discussie: tijd en verval

job roos is architect en UHD/chair/visiting critic bij r-MIT aan de TU Delft en was de coördinerend architect bij de totstandkoming van de nieuwe huisvesting voor de Faculteit Bouwkunde, BK-City, de herbestemming van het voormalig hoofdgebouw van de TU Delft.

www.braaksma-roos.nl

marc a campo is architect-directeur bij ADP architectuur design en planning, dat vooral werkzaam is in de particuliere sector en het bedrijfsleven. Hij stelt dat het “succes” van een gebouw omgekeerd evenredig is met de snel-heid waarmee het wordt getransformeerd of afgebroken. www.adp-architecten.nl

peter moser is commercieel directeur bij VPT Versteeg. VPT is producent van metalen gevel(cassette)systemen met als specialisme complexe paneelvormen voor toepassingen op verschillende gebouwtypen.

www.vptversteeg.nl

marc van broekhuijsen werkte als projectarchi-tect bij Claus en Kaan aan De Bazel en Museum Kamp Vught. Vanaf 2007 werkt Marc als senior architect bij ONB architecten en adviseurs te Utrecht aan transformatie- en duurzaamheids-projecten zoals De Kameel van Noord in Buik-sloterham. www.onb.nl

allard jolles is architectuurhistoricus. Hij werkt als afdelingshoofd bij het Atelier Rijksbouw-meester en houdt zich bezig met stedelijke vernieuwing, verstedelijking en architectuurbe-leid. Eerder was hij popmuzikant, columnist en werkzaam bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam.

moriko kira is architect. In 1995 kreeg Moriko Kira de basisprijs toegekend van de Prix de Rome. In 1996 richtte ze haar eigen bureau op in Amsterdam en van 1998 tot 2003 heeft ze als architect gewerkt voor de Rijksgebouwendienst in Den Haag.

www.morikokira.nl

oliver thill is architect bij Atelier Kempe Thill architects and planners. Het Rotterdamse bureau werkt onder meer aan een aantal publieke transformatie-opgaves in Nederland, België en Duitsland.

www.atelierkempethill.com

irene ponec is projectontwikkelaar voor woningcorporatie Ymere. Irene ziet innovatie als een gezamenlijke verantwoordelijkheid: inspelen op veranderende omstandigheden, zoals bijvoor-beeld de eindige grondstoffenvoorraad.

www.ymere.nl

anne hemker is is zelfstandig socioloog en werkt sinds 2007 onder de naam Stadstij. Zij houdt zich met name bezig met stedelijke vernieuwing, hergebruik en de nacht. In projectverband werkt zij samen met ontwikkelaars, onderzoekers, archi-tecten en kunstenaars.

www.stadstij.nl

ronald van warmerdam is als manager en ont-wikkelaar van overheidsgebouwen werkzaam bij het Project Management Bureau van Amsterdam. Sinds 2007 zit hij in het gemeentelijk klimaat-bureau dat belast is met de CO2-reductie van de gehele stad. Hiervoor was hij tien jaar actief als architect en acht jaar bij een aannemer.

edwin oostmeijer is opgeleid als journalist en werkt nu als zelfstandig projectontwikkelaar van bijzondere woningbouwprojecten. In 2006 is hem de Gouden Piramide uitgereikt voor woning-bouwproject 'Het Bolwerk' in Utrecht. Hij is voor-zitter van de Utrechtse Dag van de Architectuur en bestuurslid van de Stichting Europan.

jan-paul koning is architect en oprichter van het bureau Joenit010. Eerder heeft hij gewerkt bij onder andere FARO architecten en Abbink X De Haas architectures.

www.joenit010.nl

Page 42: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�2 discussie:tijd en verval

in gesprek

dingen die je laat ontstaan een eigen identiteit, een eigen aanleiding in de geschiedenis, de tijd en het verval. Het is heel afhankelijk van de sensibiliteit van de betrokken personen: als je het wilt zien, heeft verval een grote schoonheid. Maar een dergelijke opgave is ongelooflijk veel complexer dan een nieuwbouwopgave.’Marc a Campo: ‘De samenleving verandert snel - daarmee ontstaat een behoefte aan eigenheid en zijn de verhalen die een plek vertelt veel belangrijker geworden. Bestrijden van verval wordt van oudsher in ons land gezien als een vorm van beschaving: “je moet je eigen tuintje aanharken”. Maar er is ook een tegenbeweging die alles “de eigen gang” wil laten gaan.’Micha de Haas: ‘Dat verval als minder positief wordt gezien - ook al is er de hang naar geschiedenis - is dat een vorm van Westers materialisme?’Moriko Kira: ‘Ja, dat denk ik wel. In de Oosterse cul-tuur is het veel meer geaccepteerd dat alles vervalt en verandert. Je kunt dat zien aan twee duidelijke stromingen in de bouwtechniek: er worden daar bunkers gebouwd en gebouwen met een los jasje. De term “onderhoudsvrij” vind ik ook plat. Verval zie ik als een dynamisch proces, net als ontwerpen dat is. In onze bouwpraktijk zie je dat de periode vanaf het eerste ontwerp zo lang duurt, dat het gebouw bij oplevering al een beetje achterhaald is.’Micha de Haas: ‘Het door mij ontworpen en in 2001 opgeleverde Aluminium Centrum in Houten verou-dert niet. Dat is enerzijds mooi, maar ook verontrus-tend: het voelt bijna onnatuurlijk. Soms is archi-tectuur in de fase van verval “op zijn mooist”. Kijk bijvoorbeeld naar Zonnestraal. Daar ging de charme na de renovatie er toch een beetje van af.’Allard Jolles: ‘Een gebouw dat mooi is bij de ople-vering, kan later mooi verouderen. Dan wordt het anders mooi. Waarom vinden we een ruïne mooi? We zien er onze eigen sterfelijkheid in. Wees blij dat het allemaal doodgaat!’

zorgen voor architectuurMicha de Haas: ‘Onderhoud hoort bij bewoning en gebruik. Zo hechten mensen aan hun huis, aan hun omgeving. Als je een zogenaamd onderhoudsvrij gebouw oplevert, dan doe je de gebruiker en de stad in the long run geen goeds.’Irene Ponec: ‘Maar dat kan je de bewoners niet

aandoen! Als je ervoor kiest om op een woonboot te leven, dan weet je dat je elke twee jaar moet schilderen. Dat moet je leuk vinden of kunnen laten doen. Door woningcorporaties wordt beredeneerd vanuit wooncomfort: als dat niet meer voldoet, moet je ingrijpen.’Edwin Oostmeijer: ‘Het heeft ook te maken met de mate van acceptatie van verval. In Frankrijk en Duits-land wordt een beetje schade aan een stucgevel ge-accepteerd. Dat heeft alles te maken met culturele identiteit. In Nederland wordt er sneller negatief gereageerd.’Job Roos: ‘Schoonheid betekent in ons land vaak dat alles blijft zoals het was. Ik woon zelf in een heel mooi aluminium gebouw - een onderhoudsarm materiaal zou je denken. Maar omdat het aan de kust ligt, vervuilt het wel. En daarom moet er twee keer per jaar een hoogwerker komen om het schoon te maken. Dat is een kostbare zaak. Maar inderdaad - dat heb je er dan voor over.’Oliver Thill: ‘Ik vind dat de discussie hier het randje van decadentie raakt. Of verval mooi is of niet, dat is ook afhankelijk van de economische toestand: die bepaalt wel degelijk de hang naar het ene of het andere. ’

bouwen voor de eeuwigheidOliver Thill: ‘Voor mij zou de discussie zich meer moeten richten op je grondhouding als architect: wat is je basis? Wij werken niet vanuit recente tradities, maar meer met Romeinse voorbeelden en Vitruvius. Een gebouw moet lang meegaan en mak-kelijk te onderhouden zijn want het is een enorme investering. De exploitatietijd van gebouwen is zoveel korter geworden. De exploitatietermijnen van gebouwen zijn nu maximaal veertig jaar. We moeten kijken of we die periode kunnen oprekken, dat gebouwen langer mee kunnen gaan.’Irene Ponec: ‘De discussie over lange of korte exploi-tatietermijn is ook van alle tijden. We bouwen voor de eeuwigheid of voor de vraag van het moment. Na de oorlog zijn veel noodwoningen gebouwd, met de intentie om ze na enige tijd weer af te breken. Het zijn nu monumenten, die we met veel moeite in de markt proberen te houden.’Oliver Thill: ‘Ik zie dit als een cultureel verschijnsel: in Japan zouden ze inderdaad na twintig jaar zijn ge-sloopt. Maar ook in Nederland is heel veel gesloopt.

‘We willen geen verval behouden. We willen behouden dat het kan vervallen. Je moet geen kunstgebit kopen als je kunt volstaan met één tandartsbe-zoek per jaar’ Ronald van Warmerdam

Page 43: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �3discussie: tijd en verval

En nog steeds. Ik vind dat niet verantwoordelijk: uit economisch oogpunt kan dat gunstig zijn, maar uit het oogpunt van duurzaamheid niet.’Moriko Kira: ‘De spanning tussen duurzaamheid en monumentale waarde is enorm. De politiek ziet dat weer heel anders dan architecten.’Irene Ponec: ‘Soms moet je accepteren dat een ge-bouw niet meer werkt. En dus slopen. Maar dan wel de materialen hergebruiken.’Anne Hemker: ‘De gedachte van “Weet je nog?” kan een grotere waarde hebben dan het aanzicht van een niet-functionerend gebouw.’Allard Jolles: ‘Een gebouw kan door vernietiging een grotere waarde krijgen. Ik noem de Twin Towers, het Paleis voor Volksvlijt of het Barcelona Paviljoen.’Marc a Campo: ‘En dan wil ik graag het woonge-bouw van Le Corbusier in Bordeaux noemen als voorbeeld van een mislukte restauratie. Waarschijn-lijk zou Le Corbu nu zeggen “Sloop die handel!”’

authentieke architectuur?Marc a Campo: ‘Een mooi voorbeeld vind ik toch wel de Amsterdamse grachtengordel. We koesteren het als eeuwenoud monument, maar eigenlijk is alles al een keer opnieuw gebouwd. Kijk maar naar foto’s van Jacob Olie van honderd jaar geleden: alles is anders, maar je voelt de sfeer die je ook nu herkent als je er loopt.’Micha de Haas: ‘Hoe bepaal je of een gebouw of deel van gebouw bewaard zou moeten worden, authen-tiek is? Vaak hebben oudere gebouwen verschil-lende lagen. Lagen in betekenis, lagen in tijd.’Oliver Thill: ‘Het in kaart brengen van de geschiede-nis van een gebouw is een project op zich. Ik vind de Akropolis een goed voorbeeld van een gebouw dat laat zien dat de keuze voor behoud van monumen-ten ook direct gerelateerd is aan het moment dat wordt besloten tot renovatie.’Marc a Campo: ‘Het is een belangrijke taak voor een ontwerper: het gebouw kunnen lezen. De geschie-denis van een gebouw zou moeten bepalen wat je ermee moet doen: soms is dat terugkeren naar een bepaalde periode, in andere gevallen ga je er een nieuwe laag aan toevoegen.’Job Roos: ‘Het is niet de taak van een architectuur-historicus om de beslissing te nemen, die beslissing ligt mijns inziens bij de architect. Een architectuur-historicus is overigens wel belangrijk bij het in kaart

brengen van de geschiedenis van een gebouw.’Allard Jolles: ‘Vervolgens is het aan de architect om te beslissen of die geschiedenis wordt weggelegd of opgepakt.’Oliver Thill: ‘Ik zie wel een duidelijk verschil in de keuze om de geschiedenis te conserveren of het idee van het gebouw te restaureren. In het eerste geval zou een architectuurhistoricus een grotere rol spelen, in het tweede geval de architect.’Job Roos: ‘De bewijslast ligt ten allen tijde bij de architect. Een sluitende analyse maken is niet altijd mogelijk, maar een goed verhaal opbouwen wel. Als architect moet je niet autonoom opereren. Op zijn minst moet je de opdrachtgever in je verhaal betrekken.’Edwin Oostmeijer: ‘Als het goed is, helpt je opdracht-gever daarbij.’Marc a Campo: ‘Een opdrachtgever is per definitie in verval! Zijn rol is zeer tijdelijk. Ook de gebruiker is bij veel opdrachten vrij onzichtbaar. Dus leg je het gebruik ergens neer, geef je het vorm. Probeer je het te voorspellen voor - zeg - dertig jaar.’

architectuur & sociaal vervalMarc van Broekhuijsen: ‘Sociaal verval kan ook een rol spelen in de afweging van factoren. Ik noem als voorbeeld Oud Crooswijk in Rotterdam. Daar is sprake van een enorm veranderende doelgroep en

‘Wees blij dat gebouwen ook doodgaan. Het brengt onze eigen sterfelijkheid in perspectief’ Allard Jolles

Page 44: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� discussie:tijd en verval

‘Beheerszucht hoort heel erg bij architecten. Wij willen zoveel mogelijk keuzes dicteren, zeker die voor bouwmaterialen’ Job Roos

Page 45: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��

in gesprek

een huisvesting die daar niet op inspeelt.’Anne Hemker: ‘Dat uit zich vooral in de onver-zorgdheid van de wijk en heeft niet per se met de architectuur te maken. Veel mensen die er wonen hebben toch een binding met de plek, ongeacht de gebouwen.’Allard Jolles: ‘Architectuur is daar bij veranderings-processen niet het doel, maar kan wel een middel zijn. Dat kan onder andere met verdunning: zorg dat een groep van 500 klagende flatbewoners verandert in 250 blije bewoners. Architect Henk van Schagen heeft met een aantal projecten laten zien hoe je dat kan doen.’Micha de Haas: ‘Er is een ander probleem met na-oorlogse wijken. In deze wijken is er meer sociaal verval dan fysiek verval.’Allard Jolles: ‘Daar ben ik het niet mee eens. De gebouwen hebben enkel glas, in veel woningen zit schimmel. Daar moet je echt wel wat aan doen en ervoor zorgen dat we er over vijfentwintig jaar niet weer staan.’Job Roos: ‘Je moet niet denken dat met slopen en nieuwbouw een “perfecte” situatie ontstaat.’Allard Jolles: ‘De Amsterdamse Pijp is een goed voorbeeld van een wijk met zelfregulerend vermo-gen. Dat zou je in de naoorlogse wijken ook willen laten ontstaan. De kavels daar zijn duidelijk anders ingevuld dan in de Pijp; je zult dus ook op een andere manier moeten ingrijpen. Het werk aan de wijken moet nu eens een keertje goed gaan, dat zijn we verplicht aan de bewoners.’Anne Hemker: ‘Die mensen hebben een relatie met elkaar opgebouwd. Ze zijn verhuisd, hebben samen de buurt ontdekt. Mensen houden van dingen die groeien, afscheid nemen is veel moeilijker. En ze hebben naast de persoonlijke waarden en ervarin-gen een collectief geheugen dat ze bindt.’

bestaande gebouwen, nieuw programmaJan-Paul Koning: ‘Als je kijkt naar de grachtengordel, dan is het gebruik van die panden door de eeuwen heen wel veranderd. Een recente ontwikkeling speelt op dat gegeven in: de Solids van woningcorporatie Stadsgenoten, die een overmaat hebben en flexibel zijn in het gebruik.Job Roos: ‘Als een gebouw specifiek voor één functie is gemaakt, dan is verval niet acceptabel.’Oliver Thill: ‘Nu raken we een gevoelig punt. Sinds de

opkomst van het functionalisme moeten gebouwen de vertaling zijn een programma. In Nederland heb je dan ook nog de traditie van het structuralisme. Als je kijkt naar Romeinse architectuur dan gaat de ar-chitectuur niet over de gebruiker of het programma. Als je in staat bent om autonoom van het pro-gramma te ontwikkelen, dan komt dat het gebruik ten goede. Industriële gebouwen laten dat zien: er is neutraliteit en efficiëncy, weinig kolommen en veel ruimte.’Job Roos: ‘Dan wil ik hier toch het faculteitsgebouw Bouwkunde in Delft ter sprake brengen, dat we met zes architecten hebben ontwikkeld. Hier is 35.000 vierkante meter afschuwelijk monument omgevormd tot een levendige architectuurschool. In een heel intensief ontwerpproces hebben we het gebouw naar ons toe laten komen. En nu het er is en heel goed functioneert, krijgen we als commentaar dat het geen architectonisch ikoon zou zijn.’Allard Jolles: ‘Dat project bewijst wel dat je zonder programma van eisen een heel goed gebouw kan maken. Niet lullen, gewoon doen.’Edwin Oostmeijer: ‘Zo is het. Aan de slag! In Ne-derland hebben we de ziekelijke behoefte om elke puntkomma vast te leggen van tevoren. Dat zorgt er vaak voor dat verrassingen worden uitgesloten. Ieder leven wordt er bij voorbaat uitgeperst. Je moet dingen durven laten ontstaan. Een bloem dwing je ook niet vooraf hoe die moet gaan bloeien.’Allard Jolles: ‘Low trust, high trust: we vertrouwen elkaar niet, dus we gaan alles omschrijven. Ik werk liever wel op basis van vertrouwen.’Ronald van Warmerdam: ‘Het is onmogelijk alles te omschrijven. Al zou je dat als opdrachtgever wel willen.’Oliver Thill: ‘In een programma staan nooit dingen die een gebouw aangenaam maken. Als architect breng je - soms via een omweg - toch bepaalde ele-menten erin: extra ruimten, atria, grandeur. Afhanke-lijk van je opdrachtgever vertel je wat je doet - vaak is het beter om helemaal niets te vertellen en geen maquettes te laten zien. En als je iets maakt dat té mooi lijkt, kan dat ook heel snel tegen je werken. Als architect moet je het programma altijd heel kritisch bekijken en bedenken wat een gebouw werkelijk nodig heeft. Verbouwingsopgaves zijn hierbij vaak nog interessanter dan nieuwbouw omdat de logica van de aanwezige structuur een enorme impact kan hebben op het gewenste gebruik.’ Caroline Kruit

discussie: tijd en verval

Page 46: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30��

project

de korrels, haarlem

woningbouwproject de korrelshaarlem

Abbink X De Haas architectures met Elsbeth Falk, Amsterdam

In het hart van Haarlem is de grens van de vroeg-middeleeuwse stad nog steeds zichtbaar in de parkachtige omgeving rond het station: de Bol-werken en het Kenau-park. Duizend jaar geschie-denis laat zich hier van de stadsplattegrond en gebouwen aflezen. De plek waarop negen nieuwe woningen De Korrels zijn gerealiseerd bundelt het verre verleden met het heden en toont de vele stappen in de geschiedenis van de stad.

Vandaar ook de naam ‘De Korrels’ die de architecten Angie Abbink en Elsbeth Falk begin deze eeuw gaven aan het plan dat ze indienden voor de prijsvraag die was uitgeschreven voor woningbouw op de plaats van de - inmiddels afgebroken - bejaardenflat van het zorgcomplex Schoterburcht aan de Schotersin-gel. Angie Abbink schreef een sprookje over de plek, waarbij de bestaande gebouwen werden opgevat als ‘korrels’, oftewel geschiedkundige en steden-bouwkundige fragmenten in de tijd en in de stad, ieder met een eigen verhaal.

grondgebondenDe vraag van de uitschrijver (de gemeente Haarlem) was om op deze plek een appartementenblokje met 22 woningen te realiseren door een combinatie van architect en ontwikkelaar. De architecten wisten ‘hun’ partij HBB Planontwikkeling te overtuigen dat voor deze plek grondgeboden woningen een veel be-tere optie zouden zijn, zowel stedenbouwkundig als commercieel. Ze groepeerden de woningen in drie blokjes, plaatsen de (voorgeschreven) parkeergarage deels ondergronds en maakten een besloten binnen-plaats op het dak van de garage. Het plan overtuigde de gemeente en het nog jonge bureau mocht met de opdracht aan de slag.

Door het programma deels ondergronds te plaatsen, kregen de bouwblokjes in aanzicht en volume een vergelijkbare schaal met de omringende bebouwing aan de parkzijde: de verschillende elementen van Museum Het Dolhuys, waarvan de vroegste bebou-wing uit 1320 stamt. Ook de vorm van de woningen en de schakelingen van de volumes sluiten op geabstraheerde wijze aan op de bebouwing van de Schoterburcht. Maar met de materialisering van de gevel zijn de architecten een radicaal andere weg ingeslagen: de huid van de woningen is gemaakt van weervast staal (beter bekend onder de merknaam Cor-Ten). Dit element van het plan stuitte in eerste instantie op weerstand van opdrachtgever, projectontwikke-laar en omwonenden. Praktische bezwaren werden (met hulp van gevelproducent VPT Versteeg) van de tafel geveegd.In het sprookje dat Abbink schreef over de Schoter-burcht, over het verleden en de toekomst van deze bijzondere plek, speelde het materiaal een belang-rijke rol. Terwijl het roestende staal refereert aan de geschiedenis van de plek en de verschijning van de bestaande (bakstenen) gebouwen respecteert, zijn er weinig materialen die met de jaren in schoonheid groeien en heel direct reageren op veranderende klimaatomstandigheden. Zon en regen brengen het omringende park én deze gevels tot leven. Dat maakt dat deze Korrels al bij oplevering hun eigen stukje geschiedenis meebrengen en daarmee hun plaats in het ensemble rechtvaardigen.

eigentijdse, eigenwijze detailleringDe negen woningen zijn verdeeld over drie volumes: een hogere bebouwing met vier woningen aan de straatzijde (Schotersingel) en twee geschakelde

onder: renderingen van het ontwerphiernaast: detail van het dak en de gevel

Page 47: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��de korrels, haarlem

Page 48: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� de korrels, haarlem

tien eeuwen zichtbaar op één plek

Al in de tiende eeuw wordt melding gemaakt van de stad Haarlem; de stadsrechten werden in 1245 verleend. Het Spaarne was de grote vormgever van de prille nederzet-ting. Met stadsmuren werden de grenzen van de bebou-wing omkaderd en deze muren werden op hun beurt beschermd door een bolwerk of ravelijn. Aan de vorm van de waterpartijen bij het huidige Haarlemse station zijn de ravelijnsgrachten nog herkenbaar: als een zigzag om de drie- of vijfhoekige eilanden waarop het verdedigingswerk moet hebben gestaan. In de vroege Middeleeuwen was het zaak om “ziektekiemen” zo snel mogelijk uit de stad te verwijderen. Buiten de stadsgrenzen werd in 1320 een stenen Leproozen- Pest en Dolhuys gebouwd op het terrein van de Sint Jacobs Capelle. Dit pand staat er nog steeds en is de aanzet geweest voor een vriendelijke verzameling van kleinschalige gebouwen die in de afgelopen zeven eeuwen een rol hebben gespeeld in de gezondheidszorg in Haarlem en omstreken. Naar gelang de zorgbehoefte, wer-den de gebouwen verbouwd en uitgebreid om te kunnen functioneren als Pest- en Dolhuis, Armen- en Ziekenhuis en Stadskinderziekenhuis tot het in de negentiende eeuw de functie kreeg van ‘Tehuis voor ouden van dagen’. Waren de gebouwen tot die tijd relatief beknopt in hoogte en

volume, de toevoeging van een ‘bejaardenflat’ met zeven bouwlagen in 1971 gaf het complex Verpleeghuis Schoter-burcht een geheel andere schaal. Na slechts dertig jaar voldeed het complex niet meer en werd de flat afgebroken. De monumentale panden op het terrein kregen de functie van museum voor de psychiatrie en gaan sinds 2005 door voor Museum Het Dolhuys.Plannen voor ‘andere’ bebouwing van het gebied rond de voormalige ravelijnsgrachten zijn er in de loop der eeuwen volop gemaakt. Zo maakten zowel Jan David Zocher jr. (in 1821 en 1864) als zijn zoon Louis Paul Zocher (in 1878) teke-ningen voor de parkachtige omgeving rond de Bolwerken en een bebouwing met luxe villa’s in het gebied. Het park-plan van J.D. Zocher jr. is deels uitgevoerd, maar de villa’s zijn er niet gekomen.

x

plan J.D. Zocher jr. uit 1864

beeldenNoord-Hollands Archief (plan Zocher); United Photos, Haarlem (luchtfoto)

Page 49: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �9de korrels, haarlem

aanzichtenvanaf straatzijde (links) en Het Dolhuysschaal 1 : 500

doorsnedeover woonblok aan parkzijde, met ingang parkeergarageschaal 1 : 200

doorsnedeover woonblok aan straatzijde (links) en tegenoverliggend volumeschaal 1 : 200

Page 50: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�0 de korrels, haarlem

Page 51: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �1de korrels, haarlem

verticale doorsnede nokhorizontale doorsneden venster- en hoekoplossingenschaal 1 : 10

1. U-profiel weervast staal2. weervast staal 2 mm geperforeerd, op kunststof afstandhouders3. bitumineuse dakbedekking op multiplexplaat 18 mm4. dakisolatie 120 mm op afschot5. regelwerk 30 x 46 mm6. gipsplaten 2 x 12,5 mm7. geïsoleerde dakplaten 190 mm8. ruimte voor dakdoorvoeren9. weervast stalen rib 10. weervast staal 3 mm11. weervast stalen omega profiel12. dampdoorlatende, waterkerende folie13. minerale wol 150 mm14. kalkzandsteen 120 mm15. houten kozijn 114 x 67 mm, RAL 901016. stalen kokers 10 x 40 mm17. persrooster, maaswijdte 30 x 30 mm18. weervast stalen U-profiel19. hwa

1

2

3

4 5 6

7

8

9

13 1112 10

14

15

16

17

18

19

13 14

11

<< de nok van het dak, met perforaties in de weervast stalen platen voor de ontluchting

Page 52: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�2 de korrels, haarlem

> zicht op noord-oost hoek met par-keerhelling>> de woningen liggen deels verdiept

plattegrond begane grond,plattegrond eerste verdiepingschaal 1 : 200

gevel met aanzicht op de binnenplaats

Page 53: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �3de korrels, haarlem

Page 54: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� de korrels, haarlem

volumes aan de zuidelijke parkzijde, waarin vijf woningen zijn ondergebracht. Aan de westzijde grenzen de woningen aan de bebouwing van het voormalige Badhuis, aan de oostzijde opent het pro-ject zich naar Museum Het Dolhuys. De drie volumes kregen ieder een eigen maatvoering en detaillering van de gevel.

verticale belijningDe woningen aan de Schotersingel markeren de overgang naar de achterliggende woonwijk. Als statige herenhuizen kregen deze woningen een gladde gevel met een verticale belijning van stroken weervast stalen platen met een variërende breedte. De raampartijen zijn eveneens uitgevoerd als een verticale strook in het vlak van de gevel, met een paar uitzonderingen in de vorm van diepliggende kozijnen. De weervast stalen platen zijn met een regelmatig schroevenpatroon bevestigd op profielen van weervast staal op een geïsoleerde houten achterconstructie. In de daken zijn aan de straatzijde kantelramen in het vlak aangebracht en aan de zijde van het binnenhof krijgt de kapverdieping licht door bescheiden dakkapellen met geïntegreerde mini-balkons.Aan woningen aan parkzijde hebben een verdiepte tuin. De gevel van het grootste blok is het minst traditioneel: als een binnenste-buiten gekeerde ribbenkast vouwen de weervast stalen platen zich naar buiten, waardoor het blok vanuit het park als een abstracte massa wordt afgelezen. Ook hier zijn de bevestigingen gemaakt met een in het oog springend patroon van roestvast stalen schroeven. De raampartijen zijn als troken over de volle hoogte van de gevel aangebracht met een doorlopende lijn - net als de naar buiten stekende ribben - tot in het

hellende dakvlak. Het kleinste bouwblok kreeg een strakke beplating met een vierkant patroon. Ook hier is een rigide patroon van bevestiging gehand-haafd, maar krijgt de gevel een heel ander aanizcht door de maatvoering van de panelen. De kozijnen in dit deel zijn dieper gelegd en in tegenstelling tot de andere daken is het hellend vlak hier hermetisch gesloten.

speelse diversiteitVeel aandacht is uitgegaan naar de detaillering van de stalen gevel. En terecht: het is het beeldbepalen-de onderdeel van het project. De architecten hebben zich het niet makkelijk gemaakt door voor drie zeer verschillende gevel- en dakmaatvoeringen te kiezen. Maar het maakt het plan wel spannend: zoals de omringende bebouwing een geschiedenis van de-taillering van metselwerk gevels laat zien, zo is in dit plan al direct een speelse diversiteit geïntroduceerd. Een aantal constanten in de detaillering zorgen voor eenheid van het geheel. De al eerder genoemde bevestigingspatronen met glimmende schroeven springen het eerst in het oog. Maar zo zijn er ook de knap verholen hemelwaterafvoeren en de zoge-noemde ‘nokkenroosters’ (geperforeerde, gevouwen staalplaten die de dakdoorvoeren verhullen). In de uitwerking van andere delen van het plan, zoals de keuze voor de kozijnen en de afwerking van de gevels en bestrating van het binnenterrein, hebben de architecten ruimte moeten geven aan de projectontwikkelaar-tevens-aannemer. Daardoor mist de kritisch beschouwer hier en daar de subti-liteit die wel is te vinden in de stedenbouwkundige opzet en de grote beeldbepalende elementen van het plan. Maar daar gaat ongetwijfeld de tijd zijn voordeel mee doen. Caroline Kruit

Het project is ontworpen in samen-hang met de bestaande bebouwing en het stedelijk landschap en past er ongedwongen bij. Op de schaal van materiaal en details spreekt het een eigen, robuuste taal.

Page 55: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��de korrels, haarlem

woonproject de korrels, haarlem

project9 grondgebonden woningen en een halfverdiepte parkeergarage

kavel 920 m2

bvo 2.200 m2

besloten prijsvraag gemeente Haarlem, 2004

oplevering 2009

projectontwikkelaar en hoofdaannemerHuib Bakker Bouw, HBB Planontwikkeling, Heemstede, www.hbbvastgoed.nl

architectenAbbink X De Haas architectures met Elsbeth Falk, Amsterdam,www.abbinkdehaas.nl

ontwerpteamAngie Abbink, Elsbeth Falk, Tycho Soffree, Roland Stuij, Floris Hund

installatie-adviesAdviesgroep Duineveld, Katwijk, www.adviesgroepduineveld.nl

constructief adviesBouwadviesbureau Strackee, Amsterdam, www.strackee.nl

adviseur en leverancier gevelVPT Versteeg, Heusden, www.vptversteeg.nl

montage weervast staalSmit Montage, Utrecht, www.smitmontage.nl

timmerwerkD&S Houtconstructies, Beverwijk, www.dshoutconstructie.nl

foto'sWillem Franken (pagina 52, 54, 55 boven); Abbink X De Haas architectures (overige foto's en beelden)

Page 56: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30��

project

ningbo museum of history (cn)

ningbo museum of historyningbo (cn)

Wang Shu / Amateur Architecture Studio, Beijing (CN)

De nieuwbouw voor het museum van Ningbo, een industriestad aan de Chinese kust, is een opvallend project in de hedendaagse architec-tuur van het land. Het China van nu kampt met imagoproblemen op meerdere vlakken. In de ar-chitectuur van het zich nog altijd ontwikkelende land is dat goed merkbaar. De lokale traditionele bouw en de moderne ‘Westerse’ architectuur wis-selen elkaar af. Beide architectuurvormen laten in nieuwe projecten kopieën zien van iconogra-fische beeldelementen die uit hun verband zijn gehaald. Het museum in Ningbo probeert los te komen van de archetypische bouwkunst van het land en spreekt een eigen taal.

De Amateur Architecture Studio is een jong Chinees collectief dat met een prijsvraag de opdracht won met een ontwerp voor een nieuw te bouwen museum in Ningbo. Deze groeiende stad, even ten zuiden van Shanghai, is een van de drijfveren van de de Chinese economie. Bij groei hoort bouw en bij bouw hoort (zeker in China) het vervangen van al het oude. De overheid bepaalt of een gebied moet blijven of moet worden vernieuwd. In het tweede geval is sprake van ‘herplaatsing’ van panden, wijken of dorpen. In Ningbo is een heel dorp verwijderd. In plaats ervan ligt nu een groot openbaar plaza en twee grote gebouwen, waaronder dit museum.

blokDe architecten hadden bij het ontwerpen van het gebouw een massief en monumentaal pand voor ogen dat volop ruimte zou bieden voor culturele tentoonstellingen. Tegelijkertijd moest in het ge-

bouw een expressie komen van de Chinese cultuur zelf. Het resultaat is een hoekig, zwaarlijvig gebouw dat meer wegheeft van een burcht dan van een museum. Het is een groot blok: 70 bij 150 m en bijna 20 m hoog. In het volume zijn sparingen gelaten die voor de toegang dienen en zijn snedes gemaakt die zichtlijnen creëren.

eigen wereldDe ingang van het gebouw is een spectaculair entree. Een brede brug steekt over een vijver en dringt het gebouw binnen door een 30 m breed gat in de oostgevel. In deze losstaande wereld ontdekt de bezoeker een landschap van beton en tegels. Drie valleien, vier grotten en vier tunnel-achtige binnen-plaatsen openbaren zich aan de bezoeker. Binnenin is zo’n 7000 m2 gereserveerd voor exposities. De rest is opslag, kantoor, beveiliging (geen overbodige luxe) en een groot auditorium. De ruimten worden allemaal begrensd door een complexe en gelaagde gevel waarin een cultureel-maatschappelijk verhaal een plek krijgt.

omhelzingOp de her en der in de gevel geplaatste kozijnen na, is het hele gebouw namelijk een referentie aan de berg, een haast heilig concept in de Chinese cultuur. Deze gemaakte wereld van gebouwde natuur ap-pelleert aan het Chinese idee van de berg als een een rustige plek: een toevluchtsoord waarin mensen genegenheid kunnen zoeken. Er zit ook een ‘route’ in het gebouw - een archeologisch pad dat door de ste-nen volumes heen dwaalt. Om mensen het gevoel te geven van bescherming zijn vormen toegepast

> het museum staat op de plek van een voormalig dorp>> in de gevel worden bouwmaterialen hergebruikt

Page 57: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��ningbo museum of history (cn)

Page 58: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� ningbo museum of history (cn)

1

2

3

Page 59: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �9ningbo museum of history (cn)

doorsnedesschaal 1 : 500

1. toegangstrap2. entreevide3. tentoonstellingsruimte4. kantoren

< bovenop de hergebruikte materialen is ook de typische ‘wapan’ techniek toegepast in de gevel<< verschillende steen- en tegelsoorten zichtbaar in de gevel die zijn variatie vergroot door toepassing van een scala aan ramen

aanzichtenschaal 1 : 500< noordgevel, waarin de ‘kloof’ zicht-baar is<< oostgevel gevel met in de structuur de lijn van de toegangstrap

2

3

4

Page 60: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�0 ningbo museum of history (cn)

2

3

4

5

6

7

8

detail wandopbouwschaal 1 : 20

1. betonblad 120 mm2. verborgen betonbalk3. prefab betonplaat 120 mm4. wapanwand 180 mm5. plantenbak kaal beton6. dakrand opstaand beton7. constructiebalken8. graniet deklaag 60 mm

Page 61: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �1ningbo museum of history (cn)

1detail wandopbouwschaal 1 : 20

1. wapanwand 120 mm2. beton 60 mm3. betonbalk4. eps 25 mm5. grc plaat 120 mm6. gewapende betonwand 150 mm7. verborgen betonbalk8. sand-cementlaag 20 mm9. dubbel waterwerend membraan10. steen 150 mm11. beton 30 mm12. hardrubber afdichting13. water14. grind (60-100 mm Ø)15. sand-cementlaag 30 mm16. geotextiel membraan 5 mm17. baksteen wand 250 mm18. grondslagbalk19. speciebed 20 mm 20. compressielaag betonvloer 100 mm21. eps isolatie 50 mm22. gewapende betonplaat 40 mm23. grindbed 120 mm

234

56

7

8

9

10

1112

13 14 15 16

1718

192021

22 23

Page 62: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�2 ningbo museum of history (cn)

plattegronden begane grond, eerste verdieping, tweede verdiepingschaal 1 : 500

1. ontvangsthal2. tentoonstellingsruimte3. kantoren4. ingang5. binnenplaatsen6. multifunctionele ruimte7. café8. restaurant

2

3

4

5

6

8

1

2

2

2

2

2

25

5

55

5

5

7>> Op de volgende pagina een beeld van het interieur dat de sfeer van het gebouw weergeeft en van de brede trap die de bezoeker buitenlangs naar de top van het museum voert.

Page 63: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �3ningbo museum of history (cn)

asfda

Page 64: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� ningbo museum of history (cn)

die de looppaden en grote ruimten omhelzing. Bij dit gebouw echter wel de oude, in de stad geldende stedenbouwkundige beperking van een maximale bouwhoogte van 24 m. Daarom steekt deze stenen ‘berg’ horizontaal de ruimte in. Daardoor is ruimte voor een lange en brede trap die op het zuiden is gericht.

variatieVeel aandacht is besteedt aan de toegepaste mate-rialen, zodat het geheel rustig en gevoelig overkomt. Zo heeft het beton in de gevel een zacht ogend uiterlijk gekregen door het gebruik van bamboe in de bekisting. De lijnen die hierdoor ontstaan ac-centueren de lagen in de lange gevelpartijen. Daar is gebruik gemaakt van hergebruikte materialen afkomstig van de boerderijtjes en woningen die ooit op de plek van de nieuwbouw stonden. Na de sloop van het oorspronkelijke dorp is de bouwafval blijven liggen en voor het ruwe materiaal heeft de architect meteen een nieuwe functie bedacht. De tegels en stenen zijn eenvoudig op elkaar gestapeld en geven een menselijke en zeer noodzakelijke schaal/ritme aan het gebouw. Zo’n 20 soorten steen, tegel en plaat zijn gebruikt in verschillende samenstellingen en composities, waardoor bij elkaar zo’n 80 varian-ten ontstaan van een simpel patroon.

wapanDe constructie van het buitenblad is afgeleid van de chinese techniek wapan, een regionale techniek die traditioneel werd gebruikt om tijdelijke wandjes te bouwen voor schuilhutten na orkanen, die in de kuststreken vaak voorkomen. Tijdens de uitvoering van de dunne gevelbladen zijn veel oneffenheden voorgekomen. Dit leidde tijdens de bouw van het

museum tot een soort nonchalance. Hoewel de ontwerpers voor elke hoek, venster en overgang een detail hebben getekend, is tijdens de constructie een groot aantal tekeningen genegeerd. Hierdoor zijn gekromde wanden ontstaan of vlakken die iets anders gebouwd zijn dan gedimensioneerd. Uit-eindelijk heeft dit proces geleid tot een wederzijds respect tussen de ontwerpers en de uitvoerende krachten.

oost en westDeze directe omgang met de historie en de cultuur van de plek was voor de ontwerpers een belangrijk uitgangspunt. De architecten hebben de ruimte gekregen om plaatselijkheid - en tijdelijkheid - te herontdekken in China. Zij zien een stroming die sterk beïnvloed is door het Westers modernisme dat door de lokale nouveau riche wordt aangemeten als standaard. Hier wordt meteen een deel van het architectonisch probleem duidelijk waarmee China kampt. De invloeden van buitenlandse architecten die sier maken met Westerse georiënteerde projec-ten weerhoudt de ontwikkeling van een eigen ar-chitectuur en daar strijdt onder andere de Amateur Architecture Studio tegen.

Ooit was Ningbo een ommuurde vestingstad. De ar-chitect heeft veel tijd geïnvesteerd om het verleden een plek te geven binnen dit grote project, dat een soort samenvatting is van de oude stad. Uiteraard past deze respectvolle omgang met geschiedenis bij dit type museum. Het is te hopen dat de rustig bedoelde indruk van het pand overkomt bij de lokale bevolking, die door zijn komst of wegblijven uitein-delijk de toekomst van het museum zullen bepalen.

Philip Allin

foto’salle foto's Angie Abbink en Roland Stuij, behalve Iwan Baan (pagina 56), www.iwanbaan.com

Page 65: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��ningbo museum of history (cn)

ningbo museum of history, ningbo (cn)

projectMuseum van de geschiedenis, Ningbo (CN)

locatieYinzhou district, Ningbo, China

opgeleverd2009

ontwerp Wang Shu / Amateur Architecture Studio, Beijing (CN)

ontwerpteamWang Shu & Lu Wenyu, Song Shuhua, Jiang Weihua, Chen Li-chao, Amateur Architecture Studio

in samenwerking metArchitecture & Landscape Research Institute, China Academy of Art

constructief ontwerpShentu Tuanbing, Chen Yongbing

locatie45.000 m2

bruto vloeroppervlak30.000 m2

bouwtoezichtNingbo Yinzhou Urban Investment & Construction Ltd.

hoofdaannemerZhejiang Second Construction Group

draagconstructiebeton en staal

buitenblad gevel bamboe-plaat beton, lokale ma-terialen (steen) en hergebruikte materialen (bakstenen, tegels)

Wang Shu richtte zijn bureau ama-teur architecture studio (AAS) in 1998 op en werkt samen met een partner en vier werknemers.Anders dan veel bureaus stelt AAS zich de taak om zich los te werken uit de greep van moderne of, zoals zij het noemen, capitalistische ar-chitectuur en het westerse denken in het algemeen. Zelf stellen zij locatie-specifiek te ontwerpen met een proces waar-bij ambacht en techniek verkozen worden boven professionele ken-nis en expertise.

Wang Shu werd tijdens de bouw benoemd tot meesterbouwer, een belangrijk teken van respect in deze cultuur. De architect maakt onderdeel uit van een groeiend collectief jonge ontwerpers die zich bekommeren om de ontwik-keling van de architectuur van hun eigen land, juist omdat velen van hen in het buitenland heb-ben gestudeerd en nu met een frisse blik naar hun geboorteland terugkeren.

Page 66: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30��

project

museum can framis, barcelona (es)

museum can framisbarcelona (es)

BAAS, Barcelona (ES)

Architectenbureau BAAS is de winnaar van ‘de Stedelijke Prijs voor Ontwerp, Architectuur en Verstedelijking 2009’ (Premio Ciutat de Barcelona de Diseño, Arquitectura y Urbanismo). Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de gemeente Bar-celona. BAAS heeft de prijs ontvangen voor het ontwerpen van museum Can Framis. ‘Het bureau is erin geslaagd een intiem openbaar gebouw te creëren in een versnipperde stedelijke context.’ Zo concludeert het juryrapport.

Museum Can Framis staat in de wijk Poble Nou in Barcelona. De wijk ligt naast het oude centrum tussen de zee en de diagonaal, één van de hoofdver-keersaders van de stad. In de vorige eeuw was Poble Nou een zelfstandig dorp naast Barcelona, ontstaan vanuit de behoefte aan industrie. Later werd het dorp opgeslokt door Barcelona en werd de industrie verplaatst naar buiten de stad. Vanaf 1953 werd het straatbeeld van de wijk overheerst door hoogbouw met sociale woningbouw. Er bleef weinig over van het authentieke karakter van Poble Nou.In Poble Nou bruist het van de ontwikkelingen. In het jaar 2000 is de gemeente van start gegaan met het ambitieuze plan: 22@ Barcelona. Het industriële karakter van Poble Nou wordt nieuw leven ingebla-zen door het gebied om te vormen tot het kennis-centrum van de stad. Voor zover mogelijk worden oude fabrieken herbestemd tot kantoren, universi-teitsgebouwen en publieke voorzieningen.

conserverenNiet alleen architectonische hoogstandjes worden geconserveerd. Fabrieken van het eerste uur worden zo veel mogelijk bewaard. Zoals de fabriekshallen van Can Framis, één van de eerste textielfabrieken

van Poble Nou. De textielfabriek is al lange tijd niet meer als zodanig in gebruik. Het terrein werd volgebouwd met een allegaartje van bijgebouwtjes uit latere perioden. Daartussen stonden de oude, ongebruikte fabriekshallen met dichtgemetselde kozijnen.Deze hallen vormen nu een hoofdbestanddeel van museum Can Framis. Het is een museum voor mo-derne Catalaanse schilderkunst van de stichting Vila Casas. Het gebouw is bedoeld als schatkist waarin een kunstperiode wordt geconserveerd voor latere generaties en niet als de nieuwe publiekstrekker. Het bescheiden ontwerp draagt hieraan bij.

ingetogenHet gebouw wordt omringd door prestigieuze pro-jecten zoals de Torre Agbar van Jean Nouvel en het nieuwe Media Tic-gebouw van Enric Ruiz Geli. Het museum zelf is alles behalve schreeuwerig, het valt op door de geringe bouwhoogte en het ingetogen kleur- en materiaalgebruik. Het hoogste bouwdeel, één van de oude fabriekshallen, telt slechts drie verdiepingen.

oaseHet museum bestaat uit drie gebouwdelen. Twee oude fabriekshallen en een derde nieuw gebouw-deel dat de twee oude hallen met elkaar verbindt tot één geheel. Besloten tussen de gebouwdelen ligt een plein dat een belangrijk onderdeel vormt van het ontwerp. Een kleine parkeerplaats heeft hiervoor als inspiratiebron gediend. Deze lag verscholen tus-sen de wirwar van aanbouwtjes op het fabriekster-rein. ‘Er heerste een opvallende rust in deze besloten ruimte. Het vormde een sterk contrast met de drukte van de stad erbuiten. Deze kwaliteit wilden

De hallen van Can Framis lopen niet parallel aan de omliggende wegen. Dit komt doordat het grid van Cerda later is aangelegd dan de fabriek.

De entree bevindt zich in het nieuwe gebouwdeel aan het plein, in de oksel van het gebouw waar oud en nieuw samen komen. De entree wordt overkapt door een betonnen luifel die boven het maaiveld zweeft.

Page 67: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��museum can framis, barcelona (es)

Page 68: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� museum can framis, barcelona (es)

Page 69: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �9museum can framis, barcelona (es)

doorsnede A-Aalle doorsneden schaal 1 : 500

doorsnede B-B

doorsnede C-C

doorsnede D-D

Page 70: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�0 museum can framis, barcelona (es)

geveldoorsnede nieuwe vleugelschaal 1 : 50

1. constructie gewapend wit beton minimale dikte 150 mm2. harde isolatieplaat 80 mm3. houten schenkels4. frame van larixshouten strips5. afdekprofiel 6. stalen buisprofiel 60x60x4 mm7. stalen hoekprofiel8. isolatieglas 6+6/12/8+89. kanaal luchtbehandeling10. gewapend wit betonnen luifel 250 mm11. wandopbouw, d = 450 mm: betonplaat, harde isolatieplaat, betonplaat 12. receptiebalie larixhout13. gegoten betonnen vloer met kwartspoeder 50 mm14. gewapend betonnen vloer 300 mm15. asfalt16. wand gewapend beton 400 mm17. grind18. gegoten betonnen vloer met kwartspoeder 100 mm19. gewapend betonnen vloer 1000 mm20. drainage-kanaal Ø 200 mm21. harde isolatieplaten op afschot22. scheidingswand opgebouwd uit larixhout en gipsplaat

Op de koppen van het gebouw bevin-den zich de installatieruimtes. Ieder gebouwdeel heeft een eigen instal-latieruimte. De toe- en afvoer van de ventilatie wordt in de oude gebouw-delen via de voorzetwand gereguleerd. In de nieuwbouw zijn de kanalen opgenomen in een verlaagd plafond.

21 14 1 2 3 4

567

8

19

10

11

12

1516

1720

22

13

13 14

18 19

Page 71: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �1museum can framis, barcelona (es)

geveldoorsnede bestaande bouwschaal 1 : 50

1. zinken dakbedekking2. delta drain 10 mm3. waterkerende laag 19 mm4. harde isolatieplaat 80 mm5. gipsplaten 10 mm6. houten dakbalk doorsnede 150x150 mm7. gording 100x75 mm8. dakgoot9. gipsplaten 19 mm10. houten stijl en regelwerk doorsnede 50x50 mm11. stalen HEB-200 profiel12. blinde metselwerk-ankers13. gewapend wit betonnen wand- dikte 250 mm14. bestaande wand van natuursteen metselwerk met kalkmortel15. gepolijstte gegoten betonnen vloer 45 mm16. gewapend betonnen vloer 350 mm17. houten stijl en regelwerk door snede 60x100 mm18. stalen buisprofiel met aangelaste flenzen19. houten balk doorsnede 60x260 mm20. houten schenkels21. frame van larixhouten strips22. isolatieglas 6+6/12/8+823. betonnen dekvloer 50 mm24. gewapend betonnen vloer 250 mm25. grind

1 2 3 4 5 6 7 8

9

10

1112

13

14

17

18

22

15 16

19 20 21

23 24 25

Page 72: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�2 museum, barcelona (es)

plattegrondenbegane grond, eerste verdieping en tweede verdieping (dakaanzicht) schaal 1 : 500

1. entree / receptie2. expositieruimte3. kantoorruimte4. trappenhuizen5. personenlift6. goederenlift7. installatieruimte8. bergruimte

2

2

2

1

3

4

4

4

5

6

7

7

4

8▲

▲ A

B

AB

D

▲D

▲C

▲C

2

4

8

8

4

6

2

2

2

4

4

4

Page 73: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �3museum can framis, barcelona (es)

Page 74: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�� museum can framis, barcelona (es)

we versterken in ons ontwerp.’ Aldus projectleider Jordi Framis. Het museum ligt vrij op de kavel. De ruimte rond het gebouw is ingericht als tuin, waarbij een groene bufferzone van heuveltjes is aangelegd tussen de straat en het gebouw. Daarmee wordt het zicht op verkeer en geparkeerde auto’s vanaf het plein geminimaliseerd. Het plein wordt nog meer geïsoleerd doordat het zo’n 1,5 meter on-der straatniveau ligt. De fabriek Can Framis is name-lijk ooit lager aangelegd dan het huidige Barcelona.

levensverhaalDe gevels van de oude fabriekshallen vertellen veel over de geschiedenis van het gebouw. Ze worden ge-kenmerkt door hun grove textuur. Deze textuur ging voorheen verborgen onder een dikke laag cement. Het ontbreken van een logische ritmiek in de gevel was voor de architect reden om de laag cement te laten verwijderen. Na het verwijderen kwam de oor-spronkelijke opbouw tevoorschijn. De gevels bleken in verschillende fasen te zijn gebouwd. Ze bestaan namelijk zowel uit oud metselwerk van natuursteen, als uit metselwerk van baksteen uit latere tijden. De kozijnen zijn ook niet in één keer geplaatst. Dit is te zien omdat ze zijn aangebracht op wisselende hoog-te, in verschillende grootte en vorm, met lateien van metselwerk of beton. Juist deze chaotische opbouw maakt de gevel uniek. Daarom heeft de architect ervoor gekozen de gevel slechts te laten schilderen en de textuur in het zicht te laten.

contrastDe oude gevels met grove textuur vormen een contrast met de gladde gevel van de nieuwbouw.

Om duidelijk te laten blijken dat dit gebouwdeel uit een andere tijd komt, is de gevel niet gemaakt van metselwerk maar van beton. De kleur van het onge-schilderde beton sluit wel aan bij de neutrale lichte kleur van de geschilderde gevel. Om de overgang van oud naar nieuw te benadrukken zijn kozijnen aangebracht die de delen van elkaar scheiden. Deze kozijnen zijn voorzien van verticale flenzen die de industriële uitstraling van het gebouw versterken. Binnen is de expositieruimte efficiënt en sober inge-deeld. Om de drie meter staat een wand haaks op de gevel, waarop schilderijen bevestigd zijn. Omdat het oude metselwerk de extra belasting op de vloeren niet kan dragen is een stalen constructie toege-voegd. In een voorzetwand zijn kolommen opge-nomen waar de vloeren nu op rusten. De indelings-wanden zijn los gehouden van de buitenwanden en zijn slechts bevestigd aan de vloeren.

expressieZo sober als de expositieruimte is ingericht, zo uitgesproken zijn de trappenhuizen en kozijnen vormgegeven. Er zijn weinig kozijnen in de expo-sitieruimte aanwezig maar de kozijnen die er zijn, zijn spectaculair en stuk voor stuk verschillend. In de oude hallen zijn daarvoor al aanwezige gaten in de gevel gebruikt. De kozijnen worden ingelijst als schilderijen door overdreven grote houten kaders. Net als bij de kozijnen is elke trap anders vormge-geven. In tegenstelling tot de expositieruimte zijn de trappenhuizen juist voorzien van veel daglicht. De bijzondere trappenhuizen geven de lange hallen richting en identiteit. Barbara Heijl

Ondanks alle veranderingen heeft Can Framis haar naam behouden. Ook de bouwgeschiedenis is nog duidelijk af lezen uit de gevel. Ieder materiaal staat voor een andere fase uit de geschiede-nis van Can Framis: natuursteen, met-selwerk en beton. Wat zal de volgende fase brengen?

foto’sPedro Peganauta (pagina 67, 68, 71 l.o., 73, 75 r.b.); Bastiaan Bautz (pagina 70, 71 l.b., 74, 75 l.m.); BAAS (pagina 66, 75 l.b.) en bouw- en situatiefoto’s

Page 75: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��museum can framis, barcelona (es)

museum can framisbarcelona (es)

BAAS is in 1994 opgericht door Jordi Badia (Barcelona 1961). Het is uitgegroeid tot een multidiscipli-naire studio waar gewerkt wordt door ontwerpers met verschil-lende achtergrond aan architec-tuur, stedenbouw en interieur opdrachten. BAAS heeft door de jaren heen een indrukwekkende en veelzijdige portfolio opgebouwd. De studio heeft veel publieke voorzieningen gebouwd zoals, scholen, recht-banken en gezondheidscentra, maar is ook thuis in de sociale en particuliere woningbouw. Prijswinnende projecten waarmee zij internationale bekendheid hebben gekregen zijn ‘The Leon

City Morque (2001)’ en ‘CH house (2002)’. Jordi Badia combineert dit werk met lesgeven aan twee bouwkunde faculteiten van de Universitat Polytècnica de Cata-lunya.

architectBAAS, Barcelonawww.jordibadia.com

projectteamJordi Badia, Jordi Framis, Daniel Guerra, Marta Vitório, Mercè Mun-det, Miguel Borrell, Moisès Garcia

looptijd 2007 - 2008bvo 5468 m2

opdrachtgeverFundacíó Vila Casas. Layetanawww.fundaciovilacasas.com

aannemerConstrucciones San Joséwww.constructorasanjose.com

adviseur constructieBOMA, Joseph Ramón Soléwww.boma.es

installatietechniekPGI engineeringwww.pgigrup.com

landschapsarchitectMartí Franchwww.emf.cat

projectmanagementLAYETANAwww.layetana.com

directievoeringGPO Consultancy, Meritxell Boschwww.gpo.es

Page 76: dax magazine nr.30

V P T V E R S T E E G

VPT Versteeg

Bakkersdam 3

Postbus 25

5261 ZG Heusden

tel: 0416-662507

fax: 0416-661102

www.vptversteeg.nl

[email protected]

VPT verzorgde voor De Korrels de adviesdetaillering, engineering, uitvoeringstekenwerk, productie en coördinatie. Naast De Korrels in Haarlem heeft VPT vele andere in het oog springende Cortenstaal-projecten gerealiseerd. Een kleine greep: MTV (Amsterdam), Kazerne (Doorn), Brandweerkazerne (Berkel en Rodenrijs), Bedrijfshal en appartementen (Vijfhuizen) en clubhuis en de botenloods van Roeivereniging Den Hartog (Den Bosch).

VPT Versteeg is leverancier van complete metalen gevel(cassette)systemen met als specialisme complexe paneelvormen. De ruime combinatie van innovatieve bewerkingstechnieken en ervaring maakt het mogelijk aan de steeds verdergaande eisen van architect en opdrachtgever te kunnen voldoen.

VPT denkt mee over het ontwerp, de materialen, de montagetechnieken en de oppervlaktebehandeling-methode. Welk idee ook voortkomt uit de creatieve geest van de ontwerper, VPT maakt het waar.

De Korrels, Haarlem GeveldesiGn in metaal

VPT_2.indd 1 10-03-2010 12:59:30

Gebruik onze nieuwe gids voor duurzame Amerikaanse hardhoutsoorten om de juiste keuze te maken.DOWNLOAD OF BESTEL EEN GRATIS EXEMPLAAR ONLINE

www.americanhardwood.org

Weet u niet welke hardhoutsoort u

moet gebruiken?

Page 77: dax magazine nr.30

productontwikkeling

renovatie HUF-gebouw, Rotterdam • ontwerp en foto: wessel de jonge architecten, Rotterdam

Page 78: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30��

de nieuwe kleren van de keizer.ref lecties op vervangende beglazing

Het aantal gebouwen in Nederland dat wordt beschouwd als ‘modern erfgoed’ groeit. Dit betreft gebouwen van het vooroorlogse ‘Nieuwe Bouwen’, maar steeds vaker ook gebouwen uit de periode van de naoorlogse Wederopbouw. Bouwtechnische innovaties ontwikkelden zich toen in rap tempo en hadden een grote invloed op de ontwikkeling van de architectuur.

In het streven naar transparantie en onbelemmerde toetreding van daglicht werd glas een steeds bepa-lender onderdeel van deze gebouwen. Maar zo snel als de productiemethoden zich toen ontwikkelden raken de destijds gebruikte glassoorten uit de han-del of schaars te verkrijgen. Maar er komen steeds meer mogelijkheden om de bouwfysische prestaties van zulke glasgevels aanzienlijk te verbeteren - met behoud van de oorspronkelijke architectonische karakteristiek.

eerste vliesgevelHet Nieuwe Bouwen experimenteerde in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw met ragdunne stalen kozijnprofielen en prototypische vliesgevels zoals die van de Van Nellefabriek. Door crisis en oorlog kwam de ontwikkeling van zulke industriële bouwmethodes echter tot staan. Na de oorlog keek heel Europa naar Amerika en eind jaren vijftig, met een vertraging van zo’n tien jaar, werd in ons land de eerste aluminium vliesgevel geïntroduceerd in het Gemeentelijk Administratie Kantoor in Amsterdam. Een Nederlandse vinding die de weg over de oceaan in omgekeerde richting wist te maken was ‘Schokbeton’: elementen van een mechanisch verdicht prefabbeton, die zo maatvast waren dat de beglazing koud in de betonsponningen kon worden geplaatst. Net als bij de metalen gevelsystemen ging dat tot de eerste energiecrisis van 1973 in de regel om enkele beglazing. Tot de introductie van het tegen-woordige floatglas rond 1960 betrof dit bovendien ‘getrokken’ glas dat door trekstrepen het doorzicht en de reflectie vervormd, waardoor glas meer fysiek ‘aanwezig’ was.

De combinatie van twee enkele glaspanelen was weliswaar uit de vakliteratuur bekend, maar werd maar zelden toegepast. In 1948 kwam in Nederland het eerste isolatieglas op de markt waarbij twee

glaspanelen, van elkaar gescheiden door een kleine spouw met droge lucht, tot één geheel verbonden waren. Pas in de loop van de jaren zeventig werd het gebruik hiervan algemeen.

uitzicht, doorzicht en inzichtIn gebouwen is de toepassing van helder enkelglas tegenwoordig zelden nog verantwoord. Zeker voor verblijfruimten worden de winterse verschijnselen van koudeval, koudestraling en energieverlies niet meer geaccepteerd. Zonder zonwerende coatings ontstaat een moeilijk beheersbare opwarming van het binnenklimaat in de zomer. Vroeger werden dan simpelweg de ramen opengezet, maar dat is door de toegenomen overlast van geluid, fijnstof en tocht meestal niet langer vanzelfsprekend.Transparantie, doorzicht en oorspronkelijke oppervlaktekenmerken zoals trekstrepen worden bij renovatie maar al te vaak teniet gedaan. Alleen al de keuze voor floatglas geeft door het perfecte oppervlak een veel opvallender reflectie. Hedendaags ‘helder’ glas is bovendien minder kleur-loos (groener) en wordt in isolatieglastoepassingen vrijwel altijd van een HR++ of Low-E coating voor-zien die als een - gelukkig steeds lichtere - grauw-sluier zichtbaar is. De nieuwste zonreflecterende coatings vallen ook steeds minder op maar veroor-zaken nog wel een metallic-achtige kleurwaas.

optimale combinatieKleine verbeteringen in de zonwerendheid van het glas veroorzaken daardoor al snel een sterk zichtbaar effect in de spiegeling en kleur van het glas, wat onwenselijk is. Een lagere zonwerendheid van het glas heeft een directe invloed op de koellast en daarmee op de omvang van de installaties, wat ook onwenselijk is. Technisch gesproken is de beste manier om de zonwerendheid van een gevel te ver-beteren het aanbrengen van buitenzonwering, maar dat kan niet altijd.Een sterke verbetering van de thermische isolatie-waarde van het glas is te bereiken door een Low-E of HR++-coating, maar ook hier geldt dat dit behoorlijk zichtbare effecten kan hebben. Bovendien ontstaat dan een risico op condensvorming in omliggende, minder goed geïsoleerde constructies, waar vroeger condensatie op het koude glas kon worden beheerst met een simpel condensgootje. Dit kan leiden tot vochtschade en schimmelvorming.

Dit artikel is geschreven door Wessel de Jonge en Jurjen van Beek, wessel de jonge architecten, Rotterdam.www.wesseldejonge.nl

productontwikkeling

glasvervanging

lees verder op p.81

Page 79: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �9

getrokken glasTot ongeveer 1956 bestond vrijwel alle beglazing uit enkel, getrokken glas. Het materiaal was het resul-taat van een mechanisch procédé waarbij uit een bad vloeibaar glas met een horizontale staaf het stroperige glas omhoog werd getrokken en vervolgens horizontaal afgekoeld op een lange serie rollen. Hierdoor ontstond een snel verkregen, betrekkelijk vlakke glasplaat. Wel va-rieerde de glasdikte in het oppervlak zodat in de breedte vervormingen ontstaan, de zogenaamde trekstrepen. Hierdoor is een karakteristieke vertekening in door-zicht en reflectie zichtbaar. Het percentage ijzer in het gebruikte zand lag in die tijd ook wat lager, waardoor het glas veel minder groen was dan tegenwoordig.

f loatglasVanaf de jaren zeventig worden bijna alle glassoorten volgens het float-procedé gefabriceerd. Daarbij wordt gesmolten glas op een laag vloeibaar tin gegoten. Door het verschil in materiaaleigenschappen drijft het glas op het tin en wordt zo perfect vlak. Door de volkomen parallelle oppervlakken van voor- en achterzijde van de ruit ontstaat een veel strakkere weerspiegeling dan bij getrokken glas.

ijzeroxide, folie, coatingOok aan de verwerking van het glas is in de afgelopen halve eeuw veel gesleuteld. Zo zijn glastypen ontwik-keld die door een sterke kleuring zonwerende kwalitei-ten verkrijgen door warmteabsorptie in het materiaal, bijvoorbeeld door de toevoeging van ijzeroxide dat een diepgroene kleur geeft. Vanaf de jaren zestig werd al geëxperimenteerd met zonreflecterende coatings en folies. Sinds de jaren tachtig is dit doorontwikkeld en tot grootschalige productie gekomen. Hedendaagse glas-soorten hebben zonwerende kwaliteiten én een sterke isolerende functie.

kleurloos glasHet ‘heldere’ glas dat wij vandaag toepassen is eigenlijk groen. Volkomen helder glas, dat wil zeggen totaal kleurloos, is prijzig. Het kan worden verkregen door het gebruiken van heel zuiver zand met zeer weinig ijzerbe-standdelen, of door het vloeibare glas extra te verhitten. Glasproductielijnen die aan het einde van hun levens-duur zijn gekomen, worden vaak nog ingezet om dit kristalglas te produceren voordat ze de geest geven. Het materiaal wordt hoofdzakelijk ingezet voor restauratieve doeleinden.

GLASTYPEN

glasvervanging

Sanatorium Zonnestraal, Hilversum • ontwerp Jan Duiker, 1925 • restauratie wessel de jonge architecten • foto Jurjen van Beek

Page 80: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�0

productontwikkeling

glasvervanging

Schoolgebouw Vrolikstraat, Amster-dam • ontwerp J. B. Ingwersen, 1952-56 • restauratie wessel de jonge architec-ten • foto wessel de jonge architecten

Dit schoolgebouw is duidelijk sterk afgeleid van de principes die Le Corbu-sier toepaste in zijn Unité d'Habitation projecten. Om het monumentale karakter te behouden is gekozen voor vervangen glas in plaats van buiten-zonwering.

Page 81: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �1

Bij de vernieuwing van zulke gebouwen moet daar-om worden gezocht naar vervangende glaspakket-ten die een optimale combinatie bieden van thermi-sche isolatie (uitgedrukt in de U-waarde W/m2K), het doorlaten van een maximale hoeveelheid zichtbaar daglicht (een hoge LTA-waarde), het matigen van de buitenlichtreflectie (een lage BLR-waarde) en het tegenhouden van zoveel mogelijk infrarode warmte-straling (een lage ZTA factor). Bijkomende eisen die veel voorkomen zijn bijvoorbeeld doorvalveiligheid en geluidwering. Hoe kunnen deze schijnbaar te-genstrijdige eisen in een (her-)ontwerpproces tegen elkaar afgewogen worden?

ambachtsschool patrimonium, amsterdamDe Patrimonium ambachtschool in Amsterdam uit 1956 van J.B. Ingwersen is onlangs aangewezen als Rijksmonument. De op het werk van Le Corbusier geïnspireerde architectuur dankt zijn verschijnings-vorm aan een innovatieve toepassing van ‘Schok-beton’ maar de ‘brise-soleil’ heeft in ons klimaat nooit als effectieve zonwering gefunctioneerd. In het gebouw ontbreken bovendien ventilatievoorzie-ningen terwijl de houten schuiframen vanwege de geluidoverlast van de Wibautstraat niet meer open gaan. Regelmatig wordt het binnen veel te warm en treden CO2-gehaltes op, die ruim boven de toege-stane grenswaarde liggen.Naar verwachting zal binnenkort met de renovatie van het gebouw worden begonnen, om het als multi-klassiek gymnasium in gebruik te nemen. Om het binnenklimaat te verbeteren wordt van de gevel een fors lagere ZTA-waarde geëist bij een hoge LTA-waarde. De toevoeging van een buitenzonwe-ring was vanuit monumentaal oogpunt echter niet wenselijk.

De glasselectie voor dit schoolgebouw vindt plaats in samenspraak met bouwfysisch adviseur Climatic Design Consult (CDC) en glasleverancier Comfor-mea. Een veelbelovend ‘los’ monster van dubbelglas met een HR++-coating bleek bij een proefopstelling in de gevel tegen te vallen door de sterke groene kleur. Een glaspakket van tweemaal volledig helder kristalglas met een specifieke HR++-coating gaf het beste resultaat, maar bleek te kostbaar. Binnen de toegekende budgetten is gekozen voor isolerende beglazing met tweemaal standaard floatglas met

een specifieke HR++-coating. Deze coating blijkt het glas al een redelijke zonwerende kwaliteit te verle-nen zonder de nadelen van een duidelijk zichtbare zonreflecterende coating. In combinatie met een reflecterende binnenzonwering kan een voldoende ZTA-waarde worden bereikt. Dit vereist wel dis-cipline van de gebruiker om de zonwering op tijd dicht te doen. Daarom wordt een geautomatiseerd systeem voorgesteld.Ten opzichte van het oorspronkelijke, getrokken enkelglas is er wel meer reflectie en is het doorzicht verminderd. Maar omdat de krachtig gearticuleerde ‘brise-soleil’ gevelelementen de uitstraling van de gevel als geheel overheersen, zal het totale gevel-beeld naar verwachting toch een goed resultaat opleveren.

Het geselecteerde glas heeft een ZTA-waarde van 55%, in combinatie met binnenzonwering is de totale ZTA-waarde 45%. De LTA-waarde van het glas is 78%, de U-waarde bedraagt 1,5 W/m2K en de buitenlichtreflectie BLR komt op 11%. Ter vergelijking: het oorspronkelijke, enkele glas van 6 mm heeft de zeer hoge ZTA-waarde van 83%, een LTA-waarde van 88%, een U-waarde 5,7 W/m2K en buitenlichtreflec-tie van ongeveer 8%.Het glas zal met een maatvast aluminium L-profiel in de betonsponningen worden geplaatst, dat weg-valt in de glaszetting. De isolator in het glaspakket is van grijs pvc, dat is afgestemd op de plaatsing in het betonkozijn. Hetzelfde glas wordt aangebracht in de vernieuwde houten schuiframen en de herstelde stalen klepramen.

Andere gebouwen met een vergelijkbare ‘Schokbe-ton’ gevel zijn het Groot Handelsgebouw in Rotter-dam, dat door architectenbureau J. Van Stigt onder handen genomen is in 2002-2005, en Las Palmas in Rotterdam, in 2003-2007 gerenoveerd door Benthem Crouwel architecten.

gak-gebouw, amsterdamHet ‘aquarium’ langs de A10 in het Amsterdamse Bos en Lommer dankt zijn bijnaam aan de uitgestrekte groene glasgevels. Het gebouw van architect Ben Merkelbach in samenwerking met Piet Elling en Alexander Bodon is in veel opzichten een uniek ge-bouw dat bij oplevering in 1959 zijn tijd ver vooruit

glasvervanging

Bewerkte foto van de gevel met de kleurverschillen in de glaspartijen geaccentueerd • beeld Climatic Design Consult

Page 82: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30�2

was. De aluminium vliesgevels waren een primeur voor Nederland en ontwikkeld naar het voorbeeld van het Lever House in New York (SOM/Gordon Bunshaft, 1953). Het was het eerste volledig air-conditioned gebouw van Nederland met zonwerend dubbelglas – alleen in de stalen gevelkozijnen van de middenbouw konden de ramen open. De in de massa gekleurde glaspanelen danken de groene tint aan een hoog ijzergehalte. Dit geeft de ‘Parsol’ bui-tenruit een hoge warmte-absorptie. De waarschijn-lijk met lood tot dubbelglas samengestelde ruiten zijn een zeer vroeg voorbeeld van isolatieglas in ons land. Wie tenslotte dacht dat warmte- en koudeop-slag in het grondwater een duurzaam idee van de laatste tijd is komt hier opnieuw voor een verrassing te staan – en het systeem is nog steeds functioneel.

Het oorspronkelijke glaspakket heeft een ZTA-waarde van 45%. Om de omvang van de nieuwe klimaatinstallaties binnen de perken te houden is een verbeterde ZTA-waarde kleiner dan 35% en een thermische isolatiewaarde van maximaal 1,4 W/m2K vereist, en bovendien een LTA-waarde van minimaal 45% en een geluidisolatie van minimaal 20 dB(A). Opnieuw was CDC onze partner om deze randvoor-waarden te definiëren. Glasleverancier Saint Gobain leek aanvankelijk een oplossing te hebben gevonden met een buitenruit van Parsol en een binnenruit van standaard floatglas voorzien van een HR++-coating die tevens bijdraagt aan de reflectie van zonlicht.

Het risico dat de groene buitenruit barst door de gereflecteerde warmte van de coating kan worden voorkomen door de buitenruit te harden. Het lach-spiegeleffect dat ontstaat door het voorspannen van glas heeft echter een nogal storende invloed op het gevelbeeld. Een alternatief is om het buitenste blad van het glaspakket op te bouwen uit twee lagen glas met een groene folie ertussen, maar de eerste proefresultaten daarvan vielen tegen qua kleur. De zoektocht naar een optimale oplossing zet zich dus nog voort.

huf-gebouw, rotterdamEen met succes uitgevoerde renovatieproject is het vorig jaar opgeleverde HUF-gebouw in Rot-terdam, ontworpen door Van den Broek en Bakema in 1953. Het gebouw is in 1954 in gebruik genomen

door schoenenmagazijn Huf en het Amerikaanse Consulaat. De 40 mm diepe stalen gevelprofielen waren oorspronkelijk voorzien van helder getrokken enkelglas. Bij gebrek aan zonwering en een geringe gebouwdiepte is oververhitting voor de kantoorge-bruikers van meet af aan een ‘hot issue’ geweest.

Op zich waren de herstelde staalprofielen diep genoeg voor de plaatsing van een 14 mm dun dub-belglaspakket. Een grote uitdaging was echter de zonwerendheid van de beglazing. Omdat de hoeken volledig beglaasd zijn en er overhoeks dus door vier lagen glas gekeken wordt zou elke kleuring van het glas enorm opvallen. Bouwhistorisch onderzoekster Suzanne Fischer bracht echter aan het licht dat het gebouw oorspronkelijk met buitenzonwering was ontworpen. Hoewel de montagegaatjes in de gevelstijlen wer-den teruggevonden, waren de uitvalschermen om onduidelijke redenen nooit aangebracht. Monumen-tenzorg kon zich vinden in het voorstel om alsnog geautomatiseerde zonwering aan te brengen, waar-mee een belangrijke bijdrage aan de ZTA-waarde van de vliesgevel was verzekerd. De zontoetredings-factor van de isolerende beglazing kon daardoor omlaag, waardoor een zeer transparant glaspakket binnen bereik kwam. Vanwege de hoge kosten is bij dit project echter afgezien van het terugbrengen van getrokken glas als buitenblad. Het op advies van CDC toegepaste HR++-glas heeft een ZTA-waarde van 60%, een LTA-waarde van 79%, een isolatiewaarde van 1,9 W/m2K en een buitenlichtreflectie van 11%.

Omdat de uitvalschermen alleen op zichthoogte de zon weren bleef voor de beglaasde borstwering een hogere ZTA-waarde noodzakelijk en is een low-E coating gekozen die wel iets meer kleur heeft. Oorspronkelijke was hier bruut draadglas geplaatst, mede met het oog op veiligheid. Het samenstellen van isolatieglas met een draad-glas paneel is wel mogelijk maar door de verschillen in thermische spanning is er een verhoogd risico op glasbreuk en lek raken, zodat er geen garantie op verkregen kan worden. Door de verschillende uitzet-ting van staaldraad en glas kan draadglas kan ook niet gehard worden om dit euvel te voorkomen. Een oplossing werd gevonden door gefigureerd Carré-glas te gebruiken met een

productontwikkeling

glasvervanging

Het HUF-gebouw aan de Lijnbaan, Rotterdam • Van den Broek & Bakema, 1953 • restauratie wessel de jonge architecten • beeld Jannes Linders

>> Gevel en interieur van het HUF gebouw aan de Lijnbaan , Rotterdam • beeld Jannes Linders lees verder op p.85

Page 83: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 �3glasvervanging

Page 84: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30��

glasselectieBij modern erfgoed is het als eerste zaak om erachter te komen welk glas er oorspronkelijk toegepast is geweest. Vaak zijn in het gebouw nog oorspronkelijke ruiten te traceren. Bij het selecteren van vervangend glas kunnen sommige glasproducenten en leveranciers speciale demonstratiewagens inzetten, waarmee uiteenlopende glaspakketten ter plekke kunnen worden samenge-steld en vergeleken. Na deze eerste verkenning kunnen potentiële beglazingstypen met een proefopstelling in de gevel nader worden beoordeeld. Belangrijk bij het beoordelen is om vast te stellen welke kwaliteiten van het oorspronkelijke glas essentieel zijn in relatie tot de karakteristieken van de gevel. Welke van deze kwaliteiten moeten minimaal worden teruggebracht? Bij een gladde vliesgevel zijn doorzicht en transparantie bijvoorbeeld veel bepalender dan bij een gevel die bestaat uit een dominant rasterwerk, zoals bij betonnen gevelelementen.

drie criteriaVoor de transparantie en het doorzicht van buiten naar binnen zijn drie dingen belangrijk: behalve de reflectie en de kleur is dat ook de LTA-waarde. Een hogere daglicht-toetreding betekent een hogere luminantie in het interi-eur. Hoe kleiner het verschil met het daglicht buiten, des te beter is het doorzicht. Bovendien vermindert het de behoefte aan kunstlicht overdag.

weerspiegelingDe positie van een coating in een dubbel glaspakket heeft invloed op de weerspiegeling. Omdat de coatings kwetsbaar zijn, worden deze meestal op de spouwzijde van het buitenblad (positie 2) of van het binnenblad (positie 3) aangebracht. Dit levert een subtiel verschil in reflectie op, dat bovendien wisselt afhankelijk van het gezichtspunt. Het is daarom belangrijk goed vast te stel-len welke zichthoeken belangrijk zijn voor het gebouw en bij de glasbemonstering ook daarop te letten.

tweede gevelHet sleutelen aan de oorspronkelijke (of replica-) gevel om de bouwfysische prestaties op hedendaags peil te brengen is vaak zo ingewikkeld en kostbaar, dat het een oplossing kan zijn om een tweede gevel op enige afstand van de originele te plaatsen. Dat kan aan de buitenkant, maar bij monumenten ligt het meestal voor de hand om dit aan de binnenkant te doen, zoals bij de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam.

OVERWEGINGEN BIJ GLASVERVANGING

productontwikkeling

glasvervanging

Kozijndetail van het Sanatorium Zon-nestraal, Hilversum •beeld Jurjen van Beek / wessel de jonge architecten

Page 85: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 ��

een gladde ondergrond is een speciale spleetover-bruggende lijm gebruikt. Doordat deze ook UV- en vochtbestendig is kon het glaspakket met een volle glaszetting van in de massa gekleurde en overschil-derbare kit zonder beluchting worden gegarandeerd. Hiermee is alleen een lichte verbetering van de thermische isolatie nagestreefd en zijn geen verdere coatings toegepast. Bouwfysica-adviseur DGMR heeft uitgekiend hoe het gebouw desondanks goed geklimatiseerd kon worden.

Door het bijzondere dubbelglas in de verblijfruimten is er weinig zichtbaar verschil met het getrokken enkelglas in de gangen en hallen, die soms naast elkaar in dezelfde gevel voorkomen. De onregel-matige reflecties en de lichte vertekening van het uitzicht verlenen het glas een fysieke aanwezigheid die met floatglas nooit kan worden bereikt. Ondanks een aanmerkelijke verbetering van de bouwfysische prestaties heeft het gebouw door de kleurloosheid van de beglazing haar onwaarschijnlijke transparan-tie herkregen.

sleutelrolAls oude gebouwen in hun waarde gelaten moeten worden mag het bepalen van vervangende begla-zing dus geen sluitstuk zijn. De technische specifica-ties van het glaspakket zijn vaak bepalend voor de klimaatinstallaties. De optische kenmerken spelen in sommige gevallen een sleutelrol bij het behoud van de architectonische karakteristiek. Zeker bij de glasarchitectuur van de twintigste eeuw staat de glaskeuze voorop.

maatraster van 10x10 mm dat overeenkomt met dat van draadglas en door de fijne mattering van dit ‘nylonglas’ overtuigend oogt. Dankzij een uitge-breide reeks proefopstellingen van leverancier Glasdesign uit Schiedam is vanaf straatniveau nu de uitstraling verkregen van draadglas terwijl de gevel toch goed is geïsoleerd. Het veiligheidsprobleem is opgelost door de ledenradiatoren van oorspronkelijk model iets hoger terug te plaatsen en aan te merken als doorvalbeveiliging. Pas na de renovatie is het HUF-gebouw aangewezen als Rijksmonument.

zonnestraal, hilversumDe restauratie van het even beroemde als fragiele ‘Zonnestraal’ legde een zware verantwoordelijkheid op onze schouders. Het leek wel of de hele wereld keek naar ons – en naar de kwaliteiten van de ver-vangende beglazing! Het voormalig sanatorium in Hilversum is ontworpen door de architect Jan Duiker in 1926-1931. Het optisch effect van het getrokken glas was in dit bijna volledig beglaasde gebouw oor-spronkelijk sterk aanwezig. Bij renovatie in de jaren zeventig was echter standaard isolatieglas in brede aluminiumkozijnen geplaatst waardoor het gebouw zijn fijnheid helemaal was kwijtgeraakt.

Omdat getrokken glas in West-Europa op dat moment niet verkrijgbaar was, werd voor de res-tauratie van het Hoofdgebouw in 2002 volkomen helder getrokken glas geïmporteerd uit Litouwen. In de ondiepe verblijfsruimten kon met enkelglas natuurlijk niet worden volstaan en is een zeer dun dubbelglaspakket van slechts 12 mm gebruikt. Het buitenblad van het Litouwse glas is met een grijze pvc isolator verlijmd aan een volkomen kleurloos floatglas binnenblad van Amerikaanse origine. Voor het verlijmen van de ongelijke buitenruit op

glasvervanging

Sanatorium Zonnestraal, Hilversum • beeld Jannes Linders

Page 86: dax magazine nr.30

CCK

Page 87: dax magazine nr.30

INNOVATIEVE MONUMENTALITEITArchitectonische samenhang op detailniveau

Page 88: dax magazine nr.30

INhOUdsOpgAVE

colofon

Deze publicatie is tot stand gekomen naar aanleiding van de Reynaers Project Prijs 2010, een jaarlijkse selectie van projecten die zijn gerealiseerd met systemen van Reynaers Aluminium B.V. te Helmond.

concept, tekst en layout CCK Media, Den Haagredactie Rina van Heck (Reynaers Aluminium), Caroline Kruit, Philip Allin, Barbara Heijl (CCK Media)fotografie Reynaers, tenzij anders vermeld

© Reynaers Aluminium, voorjaar 2010

II

III InnoVATIEVE MonUMEnTAlITEIT

Een locatie herkennen als een goede plek voor een nieuwe ontwikkeling is op zich al een uitdaging. Staat er op die plek al een (monumentaal) gebouw, dan vraagt dat een extra inspanning. In deze inleiding een beschouwing van projecten, die tot voorbeeld dienen voor herontwikke-ling en renovatie.

V lIcHTToREn, EInDHoVEn

Een industrieel fabrieksgebouw, bij oplevering vooruitstrevend in architectuur, kreeg een nieuwe bestemming. De combinatie met nieuwbouw verzekerde de toekomst van de Lichttoren in het hart van Eindhoven.

VIII DE 3 RIVIEREn, RIDDERKERK

Langs de rivier in Ridderkerk, met prachtig uitzicht op het drukke vrachtverkeer, is naast een monumen-tale fabriekshal een hoge woontoren geplaatst. Ook in de oude hal kwamen woningen, waarmee een industrieel terrein werd getransformeerd naar hoogwaardige woonplek.

XI DE HAnGAR, EInDHoVEn

Verlaten, maar nog niet verloren: de hangar van voormalig vliegveld Welschap stond er jaren verloren bij maar werd het hart van een nieuwe woonwijk. Met een gecompliceerd programma, gecombineerd met nieuwbouw, is dit de ontmoetings-plaats voor Meerhoven.

De Reynaers Project Prijs wordt jaar-lijks uitgeschreven voor gevelbouwers die werken met de producten van Reynaers Aluminium. In 2009 vond de eerste beoor-deling plaats, met ruim honderd projecten in vier categorieën: serres & tuinkamers, renovatie & herbestemming, woningbouw en utiliteitsbouw. Een dergelijke jurering is niet alleen een prachtige gelegenheid om een overzicht te krijgen van gerealiseerd werk, maar laat ook trends en nieuwe ont-wikkelingen in het vakgebied zien. De jury voor de Reynaers Project Prijs signaleerde twee trends die aanleiding vormden voor deze uitgave. Beiden hebben te maken met de omgang met de bestaande bouw.

Het thema ‘Monumentale innovatie’ is direct terug te brengen naar de zeer respectvolle wijze waarop panden met een monumentale waarde zijn herbestemd en gecombineerd met nieuwbouw, opdat de levensduur ruim wordt vergroot en de culturele waarde blijft behouden.

‘Respectvolle renovatie’ laat zien hoe voor grootschalige verbeteringsprojecten met extra aandacht voor het detail een hele wijk aan kwaliteit kan winnen. Voor de opdrachtgever én gebruiker zit de kracht van de oplossingen in kleine dingen: het gebruiksgemak, het doorzicht, het gevel-beeld. Het kozijn speelt in alle aspecten de hoofdrol.

XIV RESPEcTVollE REnoVATIES

Voorbeelden van recente renovatie-projecten, waarbij de keuze voor kozijnen een grote impact heeft voor de beleving van het geheel.

XIV HUIzE lIDwInA, ScHIjnDEl XV PlAn HESEVElD, nIjMEGEn XV wATERToREn, olST

Page 89: dax magazine nr.30

Het omgaan met bestaande objecten van monumentale waarde is niet eenvoudig. zeker als het programma voor de locatie het volume van het monument overstijgt. De hiernavolgende drie projectbeschrijvingen zijn voorbeelden van goede oplossingen, ieder met een eigen insteek en karakter.

Of het nu gaat om een monumentaal pand in een binnenstad, een karakteristieke loods aan de rand van een rivier of een oude hangar midden in een nieuwbouwwijk: respectvolle omgang en integratie met nieuwbouw is mogelijk. Bijzonder is dat de

III

INNOVATIEVE MONUMENTALITEIT

connectie tussen oud en nieuw vaak op detail-niveau het grootste effect heeft. In het kader van deze uitgave werd de relatie op kozijnniveau be-studeerd. Juist daar blijkt een coherentie van mo-numentaal oud en eigentijds nieuw goed maakbaar.

De Lichttoren in Eindhoven, het project De 3 Rivieren in Ridderkerk en Spilcentrum De Hangar in Eindhoven: deze projecten zijn lichtende voorbeelden van de combinatie van (industriële) monumenten met nieuwbouw tot een resultaat van een hoge kwaliteit. De monumenten worden met respect behandeld, maar wel doelbewust naar

foto’s bovenste rij: De Lichttoren. Beeld via RHCe Eindhoven, www.rhc-eindhoven.nl

foto’s onderste rij: de hangar op vliegveld Welschap in vervlogen tijden. Beelden via Eindhoven In Beeld, www.eindhoveninbeeld.com; skyscrapercity.com.

foto’s boven: loods in Ridderkerk, beeld via Arlan Architecten.

Page 90: dax magazine nr.30

IV

de criteria van deze tijd getrokken. De nieuwbouw heeft een eigen karakter, maar sluit in materialise-ring en maatvoering aan op het bestaande.

Bij het project Lichttoren in Eindhoven gaat het om de renovatie van een groot industriëel pand met een substantiële nieuwbouw ernaast. In het oorspronkelijke ontwerp voor het gebouw uit het begin van de twintigste eeuw was er een duidelijke geleding zichtbaar in drie horizontale stroken met (oorspronkelijk) een lichtere bovenrand of (later) een donkere bovenrand. De kozijnen staken af bij het glas. Met de oplossing die bij deze laatste reno-vatie is gekozen, is de oorspronkelijke architectuur toch wel enig geweld aangedaan door te kiezen voor een ander raster, donkere kozijnprofielen en donker glas, waardoor de gevelopeningen donkere vlakken zijn geworden. De gevel is echter onmis-kenbaar functioneel en zeer degelijk uitgevoerd. Ook de combinatie met de nieuwbouw ernaast kan tot op het niveau van de kozijnen worden beredeneerd.

Spilcentrum de Hangar in Eindhoven is van ver-waarloosde plek veranderd in een multifunctioneel ontmoetingscentrum: een plek voor jong en oud. Oud zal de herinnering aan de oorspronkelijke hangar nog hebben, maar ook jong wordt bewust gemaakt van de cultuurhistorische waarde van de locatie van voormalig vliegveld Welschap. Met de invulling van de betonnen schalen met gesloten gevels is een duidelijk verband gelegd

met de oorspronkelijke maatvoering, maar zonder concessies te doen aan het nieuwe totaalbeeld. In vorm en volume mogen hangar en nieuwbouw dan duidelijk een eigen karakter hebben, met de ge-velpartijen wordt het geheel bij elkaar getrokken. Verschillende typen kozijnen en gevelsystemen zijn gecombineerd, maar nergens met elkaar in concurrentie. Door een vergelijkbaar raster en af-gestemde kleuren trekken de kozijnen het project als geheel bij elkaar.

Ook de loods van het project De 3 Rivieren in Ridderkerk is een pluim waard als het gaat om de wijze waarop met respect is gezocht naar een functionele en esthetische oplossing. De gevel van de loods is volledig volgens de originele waarden gerenoveerd en kreeg een subtiele en kleinschalige geleding. De nieuwe toren Onyx ernaast is juist ro-buust met grote erkers met donkere, karakterbepa-lende kozijnen. Beide stralen een stoerheid uit, die prachtig combineert en de afzonderlijke gebouwen in de eigen waarde laat. Stoer, robuust én functi-oneel in zowel het architectonisch beeld als in het gebruik door de bewoners, aansluitend bij de indu-striële omgeving van het project. In kleurstelling en maatvoering zijn goede combinaties gemaakt met de materialen in de gevel. In Nederland staan nog - op vergelijkbare mooie locaties - legio industriële objecten die dezelfde behandeling zouden mogen krijgen! n Caroline Kruit

foto’s bovenste rij: De Lichttoren. Beeld via RHCe Eindhoven, www.rhc-eindhoven.nl

foto’s onderste rij: de loods in Ridderkerk, op locatie De 3 Rivieren. Beeld via Arlan Architecten.

Page 91: dax magazine nr.30

V

De lichttoren, één van de eerste fabrieken van Philips, werd in het begin van de twintigste eeuw gebouwd. Met enorme raampartijen was deze fabriek het toonbeeld van vooruitstrevendheid in architectuur. Dankzij een grondige renovatie is dit, bijna een eeuw later, nog steeds het geval.

Het gebouw dankt zijn naam aan een zeven-hoekig torentje dat op de vijfde verdieping van het complex staat. Hier werd de levensduur van gloeilampen getest waardoor er dag en nacht licht brandde. In de jaren zeventig is de fabriek verbouwd tot kantorencomplex. Bij de verbouwing is onder andere een verlaagd plafond toegevoegd, is de kozijnindeling veranderd en zijn bovenlichten vervangen door dichte panelen. Aanpassingen die de functionaliteit ten goede kwamen, maar niet de architectuur. Met de intentie het gebouw in oude glorie te herstellen is het in 2003 verkocht aan woningbouwcoöperatie Trudo. Het gebouw is vervolgens grondig gerenoveerd en uitgebreid met drie nieuwbouwblokken. De renovatie- en uitbrei-

dingsplannen zijn gemaakt door awg architecten in samenwerking met Vrencken Hoen architecten.

Bij de renovatie is het gebouw tot op het beton-nen casco gestript en is de fundering vernieuwd. Alle kozijnen zijn vervangen om ze te voorzien van dubbel glas en de originele indeling van de puien uit 1910, in hoofdlijnen, terug te brengen. Speciaal voor de Lichttoren is door Reynaers een nieuw aluminium profiel ontwikkeld. In aanzicht is het bijna net zo slank als traditionele, stalen profielen die slechts geschikt zijn voor enkel glas. Omdat dubbele stijlen niet in het gewenste gevelbeeld passen, zijn de puien van 3 bij 6 meter in één stuk gemonteerd.

De Lichttoren heeft een levendige begane grond met commerciële functies zoals een grand café. De eerste verdieping biedt ruimte aan kantoren en de tweede tot en met de vijfde verdieping is ingedeeld met loftwoningen. Een markante toevoeging aan het gebouw zijn glazen balkons aan de zuidgevel

LIchTTOrEN, EINdhOVENRenovatie en herbestemming, nieuwbouw, woningbouwArchitect: awg architecten, Antwerpen

Page 92: dax magazine nr.30

die de woningen van buitenruimte voorzien. Ze zijn geïntegreerd in de grote raampartijen waardoor zij verhoogd liggen ten opzichte van het vloerni-veau in de woning. Ook wordt de glazen vloer van het balkon onderverdeeld in segmenten zodat zij overeen komen met de breedte van de kozijnen. Hoewel de balkons geen onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke gevel, sluiten zij er bijzonder goed bij aan.

De paars-bruine baksteen waarmee de gevel van de drie nieuwbouwblokken is uitgevoerd, staat in

sterk contrast met de witte gevel van de lichttoren. Toch zijn de vier gebouwen duidelijk familie van elkaar. De architect Jan Verrelst zegt hierover: ‘We hebben de verhoudingen van de Lichttoren geanalyseerd. Een aantal van deze verhoudingen is gebruikt in de nieuwbouw. Zo zijn de afmetingen van de puien in de nieuwbouw gebaseerd op de verhouding van de puien in de Lichttoren. Ook zijn dezelfde typen profielen toegepast. Oud en nieuw zijn op deze manier met elkaar in harmonie.’ n

VI

Page 93: dax magazine nr.30

prOjEcTgEgEVENs

VII

project renovatie Lichttoren en aanvullende nieuwbouw, Eindhoven,www.lichttoren.nlopdrachtgever De Nieuwe Combinatie Vastgoedontwikkeling, Eindhoven, www.dncvastgoedontwikkeling.nlarchitect awg architecten, Antwerpen, www.awg.be in samenwerking met Vrencken Hoen Architecten, Maastricht, www.vrencken-hoen-architecten.nl

aannemer Stam + De Koning Bouw, Eindhoven, www.stamendekoning.nl gevelconstructie Rutolux, Groesbeek, www.rutolux.nlgevelprofielen lichttoren maatwerk op basis van Reynaers CS 38 - SL (vlak)

verticale doorsnedebestaande gevel met nieuwe kozijnenschaal 1 : 20

1. bestaande betonconstructie2. minerale wol3. stijl- en regelwerk, koudgevormd staal4. gipsplaat - dampremmend folie - gipsplaat5. aluminium kozijn Reynaers6. isolatieglas7. vensterbank, geschilderd multiplex

cS 38-Sl(vlak)

aanzicht zuidgevel

verticale doorsnedegevel nieuwbouwschaal 1 : 10

1. isolatieglas2. aluminium kozijn Reynaers3. aluminium waterslag4. vensterbank, multiplex5. stelkozijn6. isolatiemateriaal7. prefab latei metselwerk8. stalen anker latei9. draagconstructie, beton10. metselwerk

1.

2.

3.

5.

6.

7.

4.

8.

9.

10.2.

1.

1.2.

3.

4.5.

6.

7.binnen

binnen

Page 94: dax magazine nr.30

Een mooiere woonlocatie in Ridderkerk is bijna niet denkbaar: bij het knooppunt van de nieuwe Maas, de lek en De noord. Toch was hier tot voor kort uitsluitend industriële activiteit. Een aantal oude loodsen is daar de stille getuige van. Borghvast ontwikkelde een plan voor deze locatie, met voornamelijk koopwoningen in het hogere segment. om de culturele referentie naar de geschiedenis van de plek levendig te houden, is een combinatie van renovatie (herbestemming) en nieuwbouw gemaakt.

Arlan Architecten maakte het ontwerp voor de eerste fase van het plan dat de naam De 3 Rivieren kreeg: de herbestemming van de fabriekshal van de voormalige scheepswerf Smit Slikkerveer en de hoge woontoren Onyx daarnaast. Bijzonder is te zien hoe deze gebouwen met elkaar communiceren op materiaal- en detailniveau. De fabriekshal is uiterlijk gerestaureerd naar vrijwel de oorspronke-lijke staat. De toren kijkt stoer uit over de rivieren alsof het gebouw deze plek heeft veroverd.

Ondanks zeer verschillende typologieën, horen deze gebouwen beslist bij elkaar. In de maatvoe-ring, keuze voor materialen en de details zijn duidelijke referenties gezocht.

In de fabriekshal uit 1931 zijn 26 woningen ge-realiseerd. Alle woningen hebben split-level en een flink geveloppervlak. In de daken zijn flinke daklichten aangebracht. De woningen vangen zeer veel daglicht door de grote raampartijen van de fabriekshal, die volledig zijn behouden. De oude stalen kozijnen zijn vervangen door een geïsoleerd aluminium gevelsysteem, waarbij in de geleding en uitstraling zoveel mogelijk het oorspronkelijke beeld is behouden. De ranke profielen maken dat de relatief kleine ramen toch veel licht in het pand brengen. Anders dan in de tijd dat het gebouw functioneerde als fabriekshal, zijn de ramen in de woningen deels te openen. Maar met de gekozen slanke kozijnprofile-ring en positie van deze open delen valt de verdik-king bij de draai-elementen nauwelijks op.

dE 3 rIVIErEN, rIddErkErkRenovatie en herbestemming, nieuwbouw, woningbouwArchitect: Arlan Architecten, Rotterdam

VIII

Page 95: dax magazine nr.30

IX

dwarsdoorsnede fabriekshal, kopwoningen

aanzicht noordgevel met entree

doorsnede bij split-level doorzonwoningen doorsnede bij entree

Page 96: dax magazine nr.30

prOjEcTgEgEVENs

X

Opvallend is dat bij de samenstelling van de gevel is gekozen voor het hanteren van industriële componenten, zonder dat zij noodzakelijk zijn. Een voorbeeld daarvan zijn de roosters in de zuidoost-gevel, die slechts deels voor luchttoevoer naar de woningen dienen maar over de hele breedte zijn aangebracht om een harmonieus beeld te creëren.

De woningen in de toren Onyx hebben met de loftwoningen in de loods gemeen dat ze licht en ruimtelijk zijn. Aan weerszijden van de stijgpunten (lift en trappenhuizen) heeft elke verdieping twee appartementen met elk een eigen voordeur. De plattegronden zijn ruim; elk appartement heeft een

uniek uitzicht over de rivieren. De raampartijen zijn vormgegeven als erkers, waarbij de gevel deels te openen is. Elk appartement heeft twee balkons, die in formaat weliswaar bescheiden zijn, maar een fenomenaal uitzicht geven. In de materialise-ring en detaillering is ook bij Onyx gezocht naar robuustheid en bijna industriële combinaties. Het

gebouw kan het hebben, zonder grof te zijn.

De 3 Rivieren is nog steeds een gebied in ontwik-keling, zij het enigszins vertraagd door de huidige markt. De twee gerealiseerde gebouwen maken nieuwsgierig naar wat er nog meer is bedacht voor deze bijzondere plek. n

project verbouwing industriële loods en nieuwbouw Onyx als onderdeel van plan De 3 Rivieren, Ridderkerk, www.de3rivieren.nlopdrachtgever Borghvast, Ridderkerkarchitect Arlan Architecten, Rotterdam, www.arlan.nlaannemer Aan de Stegge West, Ridderkerk, www.adsw.nl

gevelconstructie Elementz, onderdeel van de Oskomera Groep, Deurne,www.oskomera.nlgevelprofielen nieuwbouw Reynaers CS 68 en CW 50gevelprofielen loods Reynaers CS 38-SL en CW 50

Page 97: dax magazine nr.30

XI

De vliegtuighangar van voormalig vliegveld welschap in Eindhoven heeft een tweede leven gekregen. op de plaats waar het vliegveld lag, verrijst nu de woonwijk Meerhoven. Er zijn nog maar enkele gebouwen die herinneren aan het vliegveld. In opdracht van de gemeente Eindhoven is de karakteristieke hangar door architectenbureau diederendirrix getransfor-meerd tot het culturele centrum van de wijk.

Om de wijk Meerhoven een ontmoetingsplek voor jong en oud te geven, is op de locatie van de hangar een omvangrijk programma gehuisvest. Om dit onder te brengen zijn twee volumes aan de hangar toegevoegd. In één nieuwbouwvolume is het educatieve programma ondergebracht, met een basisschool en een bibliotheek. In de andere vleugel bevindt zich een sport- en ontmoetingscen-trum, met onder andere een sporthal, een fitness-centrum en horecagelegenheid. Het ontwerp voor deze nieuwe gebouwdelen is bewust ingetogen gehouden, zodat het oude gebouw karakter kan blijven tonen. Als gevolg van deze ontwerpkeuze is

de sporthal verdiept aangelegd. De hangar is nog steeds het hoogste bouwdeel en steekt fier boven de nieuwe delen uit. Door de toevoeging van de nieuwe volumes kon de bestaande hangar voor een groot deel vrij blijven van programma en fungeert de ruimte nu als multifunctioneel, overdekt plein. Het is de entree-hal voor het gehele complex. De ruimte is vrij van kolommen door de grote overspanning die het gewelfde betonnen dak maakt. Het plein staat in open verbinding met de buitenlucht. In deze ruimte, met de draagconstructie volledig in het zicht, is de historie van het gebouw het meest aanwezig.

De originele puien van de hangar, die de rondingen van het dak volgen, zijn vervangen door nieuwe aluminium kozijnen. Bij de kozijnen in de noord-gevel is de indeling van de originele puien aange-houden. Het karakteristieke gevelbeeld blijft daar-mee behouden. Ondanks de open verbinding met de buitenlucht heeft het overdekte plein een beslo-ten karakter, door het dak maar zeker ook door de aanwezigheid van deze grote puien. Net als bij de

dE hANgAr, EINdhOVENRestauratie en herbestemming, nieuwbouw school en sporthalArchitect: diederendirrix, Eindhoven

Page 98: dax magazine nr.30

hangar zijn de gevels van de nieuwe gebouwdelen opgebouwd uit beton met aluminium kozijnen en glas. Horizontale banden van polyesterbetonplaten worden afgewisseld met aaneengesloten stroken glas in aluminium kozijnen. De slanke kozijnen liggen bijna in hetzelfde vlak als de gevelplaten en hebben nauwelijks een negge. Dit geeft een rustig en strak gevelbeeld. De strenge, geometrie van de gevel wordt verzacht door het gebruik van kleur. Achter het glas zijn folies in verschillende kleuren aangebracht. De lange stroken glas laten een vro-lijk kleurpatroon zien.

De drie gebouwdelen worden met elkaar verbon-den door een centraal gelegen straat. Die loopt van de oude hangar, tussen de nieuwe gebouwdelen door, naar het schoolplein aan de andere kant van het complex. Er ontstaat een poort bij de overgang van het overdekte plein naar de straat, omdat

een pui uit het stramien van het gewelfde dak is weggelaten. In het beeld dat door de poort wordt ingekaderd, komen oud en nieuw samen.

Eén niveau hoger is een tweede belangrijke route aangelegd, over het dak van de sporthal. Het dak is te bereiken via een brede trap aan het schoolplein en loopt helemaal door in de hangar. Vanaf het dak zijn de bogen van de zuidgevel van de hangar plotseling zichtbaar. Projectarchitect Timo Keulen: ‘Wij hebben ervoor gekozen om de puien in deze gevel een eigentijdse invulling te geven. De origi-nele indeling kon in ieder geval niet gehandhaafd blijven. De onderregel van de pui ligt namelijk hoger dan voorheen door het dak van de sporthal. De horizontale onderverdeling van de originele puien hebben we daarom achterwege gelaten. Dit resulteert in een rustige, verticale onderverdeling die beter aansluit bij de nieuwe gevels.’

XII

aanzicht straatzijde met links de nieuwbouw van de school en rechts de hangar

Page 99: dax magazine nr.30

prOjEcTgEgEVENs

XIII

project Cultureel en educatief centrum de Hangar, Eindhoven,www.dehangar.nlopdrachtgever Woonveste Vastgoed, Mierlo, www.woonveste.comarchitect diederendirrix, Eindhoven, www.diederendirrix.nlaannemer Woonveste Bouw, Mierlo, www.woonveste.com

gevelconstructie Thermo Konstrukties, Beugen, www.thermobv.nlgevelprofielen nieuwbouw Reynaers ES 50 en CW 50gevelprofielen hangar Reynaers CW 60 en CS 38-SL

cS 38-Sl

aanzicht noordgevel met verticale geleding in hangargevel

aanzicht zuidgevel, met origineel ruitenpatroon

verticale doorsnede over sporthal (links) en nieuwbouw school (rechts)

Page 100: dax magazine nr.30

XIV

Het aandeel renovatie onder de inzendingen van de Reynaers Project Prijs groeit jaarlijks. Dat is natuurlijk niet verwonderlijk, in het licht van duurzaamheid en de economische ontwikkelingen in de woningmarkt en utiliteitsbouw. Het is een algemene trend die zich zal voortzetten. Maar een nieuwe ontwikkeling is de kwaliteitsimpuls die wordt gegeven bij renovatieprojecten van een gemiddelde grootte. Werden kozijnen eerder voor een generatie bewoners of gebruikers vervan-gen, nu is de beoogde levensduur voor de nieuwe producten aanzienlijk langer. Niet alleen is de keuze voor aluminium dan gerechtvaardigd, het heeft ook consequenties voor de vormgeving van de kozijnen.

Een aantal in de selectie getoonde renovatiepro-jecten laat zien dat meer aandacht wordt besteed aan de compositie van de kozijnen. Voorbeelden hiervan zijn Huize Lidwina in Schijndel en Plan Heseveld in Nijmegen. De kwaliteit van het bouw-blok, danwel de hele wijk, is gebaat bij kozijnen die passen in de oorspronkelijke architectuur van het gebouw. Er wordt zichtbaar moeite getroffen om de oorspronkelijke geleding in de gevel terug te bren-gen, maar conform de huidige eisen ten aanzien van isolatie en comfort.

Maar deze projecten zijn de krenten in een uni-forme pap. Bij een flink aantal renovaties wordt het oorspronkelijk pand met minder respect behan-deld. Ook lijkt het wel of er bij veel opdrachtgevers nog steeds te makkelijk wordt gekozen voor een herhaling van zetten, oftewel het vrijwel één op één overnemen van het kozijn dat wordt vervangen - ongeacht of dat recht doet aan de oorspronkelijke architectuur. Hierin ligt een duidelijk taak in de communicatie vanuit zowel de toeleverende industrie als de architectuurbranche, zeker als het gaat om renovatieprojecten in de zogenoemde prachtwijken. n Caroline Kruit

rEspEcTVOLLErENOVATIEs

project Huize Lidwina, Schijndelopdrachtgever woningbouwvereniging Huis en Erf, Schijndel, www.huisenerf.nlarchitect VVKH Architecten, Leiden, www.vvkh.nlgevelconstructie Sunvry Aluminiumbouw, Schijndel, www.sunvry.nltoegepaste gevelprofielen Reynaers CS 38 - SL

hUIzE LIdwINA

Huize lidwina is een prachtig voorbeeld van extra aandacht aan de compositie van de kozijnen: hoe het oorspronkelijk beeld terug te krijgen met een kozijn dat voldoet aan alle hedendaagse eisen. Het pand deed eerder dienst als klooster. In een naar het oorspronkelijke beeld teruggebrachte gevel biedt het plaats aan koopappartementen.

Page 101: dax magazine nr.30

XV

project 305 portiekwoningen in wijk Heseveld, Nijmegenopdrachtgever Portaal Vastgoed Ontwikkeling, Veenendaal, www.portaal.nlarchitect Van Hontem Architecten, Nijmegen, www.vanhontem-architecten.nlgevelconstructie Rutolux Groesbeek, www.rutolux.nltoegepaste gevelprofielen Reynaers CS 38 - SL

project Watertoren, Olstopdrachtgever Boerhaar Onroerendgoed, Wijhearchitect Architectenbureau Zwijnenberg, Wijhegevelconstructie Façadis geveltechniek, Oldenzaal, www.facadis.nltoegepaste gevelprofielen Reynaers CW 50 en ES 50

pLAN hEsEVELd

wATErTOrEN OLsT

De watertoren in olst is een charmant project dat velen tot de verbeelding zal spreken. Een goed voorbeeld van herbestemming met een groot respect voor het industriële verleden van het object en de omgeving ervan. niet alleen is de ruimte nu functioneel, het is een plek waar om wordt gestreden. De nieuw gemaakte raampartij-en zijn op subtiele wijze voorzien van hedendaag-se kozijnen, die een essentiële bijdrage leveren in het comfort van de woningen.

Een deel van de na-oorlogse wijk Heseveld in nijmegen is enige jaren geleden benoemd tot beschermd stadsgezicht. Het gaat daarbij onder anderen om de hier getoonde portiekwoningen, die overwegend sociale woningbouw zijn. Bij eerdere renovaties waren de kozijnen vervangen door vlakke kunststof exemplaren, nu is gekozen voor een traditionele geleding met geïsoleerde, aluminium profielen.

Page 102: dax magazine nr.30

Reynaers ontwikkelt aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen in nauwe

samenwerking met architecten, projectontwikkelaars en gevelspecialisten.

Een mooi voorbeeld hiervan is de renovatie en nieuwbouw van de Lichttoren

in Eindhoven. Met de slanke, esthetische aluminium systemen van Reynaers is

invulling gegeven aan de hoge eisen van de Commissie van Rijksmonumenten

omtrent het behoud van de oorspronkelijke uitstraling.

Interesse voor een profi lering op maat? Neem contact op met de architecten-

adviseurs van Reynaers.

Kijk op www.reynaers.nl of bel 0492 - 56 10 20

BUILDING INSPIRATIONSramen, deuren, vliesgevels en zonwering

ew_adv_DAX10-09.indd 1 16-10-09 09:44

Page 103: dax magazine nr.30

productinformatie

detail gevel De Korrels, Haarlem • architect Abbink X De Haas architectures • foto architectenbureau

Page 104: dax magazine nr.30

10� jaargang 5 • 2010 • nr. 30

productinformatie

Het verkleurende beton van Solid Poetry is dit vooraar op meerdere beurzen te zien geweest en is nu in productie genomen. Een spe-ciale coating op het beton wordt pas zichtbaar als er vocht op komt. Zo krijgt een betonwand, sandwichelement of vloer een extra dimensie. Met een gepaten-teerde techniek wordt een laag

aangebracht op de buitenzijde van een prefab betonplaat. Hier-mee kunnen patronen, afbeeldin-gen en abstracte vormen worden getekend die in het zicht komen als het regent. Solid Poetry is een product van het Nederlandse de-sign bureau Studio Molen. Naast panelen moeten ook andere pre-fab onderdelen kunnen gemaakt,

beton met coatingsolid poetry

solid poetry oostzijde 3551508 ep zaandamt +31(0)648 076 449e [email protected] solidpoetry.com

verticale lamellentrespa meteon helix

trespa internationalwetering 206002 sm weertt +31(0)495 45 88 50i [email protected] www.trespa.com/beNL/

www.toposarchitecten.nl

Voor het Zorghotel Swinhove, een project dat aan de Plantageweg in Zwijndrecht moet komen, ontwikkelde Topos architecten een gebouw met een lamellen-gevel. Het gebouw staat langs de A12, wat voor de architecten aanleiding was om in de gevel een zeker bewegingselement te brengen. Gekozen werd voor verticale lamellen in de vorm van

een helix. In samenwerking met Trespa is hiervoor een verdie-pingshoog, getordeerd element ontwikkeld, dat contrasterende kleuren heeft. Zo zal het gebouw vanuit het ene standpunt lichte gevel hebben (in de renderings is gekozen voor wit) en vanuit een ander standpunt patroon hebben met felle kleuren. Tijdens de expositie Wereldarchitectuur

productinformatie

zoals straatmeubilair. Naast beton worden nu ook bakstenen geleverd die op dezelfde wijze behandeld zijn.

op GEVEL2010 liet Trespa een andere variant zien, met een metallic kleur aan de ene zijde en een felle paarse kleur aan de andere zijde. De producent laat hiermee zien dat Trespa Meteon dubbelzijdig weervast is, tot een zekere mate in kromming kan worden gebracht en gefixeerd en dat verschillende patronen op het oppervlak mogelijk zijn.

Page 105: dax magazine nr.30

10�jaargang 5 • 2010 • nr. 30

productinformatiegebogen glaspanelen

tetterode glas appelseweg 133781 md voorthuizent +31(0)342 42 72 083e [email protected] www.tetterodeglas.nl

Tetterode Glas liet tijdens GEVEL2010 een paneel zien van de gevel voor het Infinity project in Belgrado van architect prof.dr. Miodrag Mirkovic die glooit ‘als een rimpeling in het water.’ De totale gevel is 300 m2 en bestaat uit glaspanelen van 100 x 110 cm. Tetterode glas kocht het patent van de TU Delft voor een systeem waarbij glaspanelen in aanpasbare mallen driedimen-sionaal worden gevormd. Het systeem is bedacht door Karel Vollers en Daan Rietbergen. De panelen bestaan uit twee lagen. Met staalkabels wordt de mal in de gewenste vorm gebracht. De onderste laag glas ligt in de mal als het geheel de oven ingaat. Bij ongeveer 570 oC begint het glas zacht te worden. Dan wordt de toplaag er bovenop gelegd, waar-door beide lagen zich naar de mal vormen. Volgens de ontwerpers ligt er nog een uitdaging om de mal computergestuurd aan te kunnen passen en de procedure in de oven te optimaliseren.

productinformatie

werktekening mock-up

hoogrendementsglasthermobel stopray

agc f lat glasspostbus 60254004 je tielt +31(0)344 67 99 22e [email protected] www.yourglass.com

www.ppks.comwww.rollecate.nl

Het project kwam voorbij in de lezing op GEVEL2010 van Danny de Raadt (Studio Eleven - Archi-tecture, Den Haag): Spoolderwerk in Zwolle, naar ontwerp van René Steevensz van PPKS Architects. De Raadt was projectleider namens het Amerikaanse bureau. De gevel maakt een visuele verbinding tussen de verschil-lende delen van het gebouw. Het ontwerp van de gevel is ontwik-keld door Rollecate, Schüco en AGC Flat Glas. De in totaal 9.000 m2 dubbel-glas zijn samengesteld met Thermobel Stopray, een hoogren-dementsglas met een dubbele zilvercoating. Het glas heeft een hoge lichtdoorlatingscoëfficiënt en een lage zontoetredingsfactor en is in verschillende (neutrale) kleurstellingen verkrijgbaar. De coating is een zogenoemde soft coating, waarmee rekening moet worden gehouden bij de com-positie tot dubbelglas, omdat de randafdichting voor de verwer-king moet worden gestript. mock-up bij Rollecate

masterplan Spoolderwerk, Zwolle

Page 106: dax magazine nr.30

10� jaargang 5 • 2010 • nr. 30

productinformatie

aluminium prof ielenfw50+

schücorendementsweg 3a3641 sk mijdrechtt +31 (0) 297 233 670f +31 (0) 297 250 162e [email protected] www.schueco.nl

www.im-architecten.nl

Op een compacte bouwloca-tie langs de invalswegen van Deventer staat kantorencomplex L'Arc-en-Ciel. Het ontwerp is van het lokaal gevestigde bureau I’M Architecten. De kleurrijke gevel bestaat uit gecoat glas in alumi-nium profielen. De kunststofgevel is een verdieping verhoogd om-dat de begane grond is ingeno-men door een parkeerruimte. De onderzijde van de gevel is met

dezelfde aluminium profielen afgewerkt.De uitdaging voor de aannemer zat voornamelijk in de plaatsing en afwerking van de profielen. Sommige delen van de gevel zijn geïsoleerd en andere niet. Daar-door moest zeer nauwkeurig wor-den gelet op het aanbrengen van de glimmende coating, omdat er geen vocht bij mocht komen. Daarbij moest de kunststofgevel

aansluiten op een gemetselde zijgevel. Aan de bovenrand is een helling ingebouwd. De lijn hier-van is bedoeld om aansluiting te maken met de contouren van een naastgeleogen kantoorgebouw. De vliesgevel is gemaakt door Polybouw uit Rijssen.

gebogen glas met zonnecellenfreeformglass

brs groepindustriestraat 152751 gt moerkapellet +31(0)88 027 70 00e [email protected] www.brs.nl

www.movares.nl

De BRS Groep kocht het patent voor het koud vervormbare Freeformglass en nam die ont-wikkeling een stap verder door PV-cellen in de ruit te integreren. Een toepassing van deze ontwik-keling werd geplaatst in de kap van NS-station Zuilen (Utrecht, een project van Movares) en heeft inmiddels een aantal seizoenen alle tests doorstaan en is klaar voor brede toepassing.

Freeformglass bestaat uit een aantal geharde ruiten die onder-ling zijn verbonden door een kunststoffolie. De ruiten kunnen op de bouwplaats bij omgevings-temperatuur in een gekromde sponning worden gevat. Op de combinatie met (meebuigbare) PV-cellen is octrooi aangevraagd.

productinformatie

Page 107: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 10�dichtbij-veraf

de hele wereld. De iconische patronen zijn met een CNC-machine uitgefreesd in losse corian panelen van 93 x 350 cm. De panelen zijn op locatie naadloos verlijmd over het volume.

Het project werd in sneltreinvaart uitgevoerd. Binnen tien maanden moest het hele ontwerp- en bouwtraject voltooid. Daarom hebben de architec-ten gekozen voor een prefab oplossing. Zo is 80% van het gebouw in de fabriek gemaakt. Bij eventuele sloop kunnen de verschillende onderdelen en mate-rialen eenvoudig worden gescheiden. De gevelpane-len kunnen worden versnipperd en weer hergebruikt in het productieproces van corian.

opdrachtgeverGemeente Utrecht, afdeling D.M.O.

architectMulders vandenBerk Architecten,Amsterdamwww.muldersvandenberk.nl

fotografieWim Hanenberg (binnen)Roel Backaert (pagina 14-15)Wouter van der Sar (details)

aannemer gebouwBarli, Uden

aannemer gevelRoord binnenbouw, Amsterdam

zie ook de pagina’s 26 en 27

Speelpark Anansi ligt in de Utrechtse wijk Kana-leneiland. Centraal in het park staat een speel-gebouw van Mulders vandenBerk Architecten. Het spierwitte blok markeert de scheiding tussen twee delen van het park. Het gebouw heeft drie eenvoudig opgezette speelkamers, allemaal met een andere oriëntatie.

De witte gevels zijn uitgevoerd in corian. Dit ma-teriaal wint aan populariteit bij interieurs maar is nog zelden in gevels toegepast vanwege de relatief hoge kosten. De voordelen zijn een zeer hoge deuk- en krasbestendigheid en dat het eenvoudig is te reinigen met water. De gevel is voorzien van lijntekeningen die sprookjes uitbeelden van over

In de gevel zijn dertien iconen uit de verhaalkunst afgebeeld in repeterende patronen. Hiervan is een deel afge-beeld (onder). Hierboven een fragment van de Turkse Nasreddin

dichtbij - veraf

Page 108: dax magazine nr.30

10� jaargang 5 • 2010 • nr. 30

antarctica lounge

Eind januari werd in het Rotterdamse Ahoy de beurs GEVEL2010 gehouden: over alles dat bij de gevel hoort. Met een prominente stand, een expositie en een serie drukbezochte lezingen was dax duidelijk aanwezig.

In samenwerking met een aantal producenten heb-ben wij een drukbezochte expositieruimte neerge-zet. Allerlei noviteiten werden tentoongesteld, van koudgebogen glas tot gepoedercoate aluminium

strekplaten. De getordeerde wandsystemen van Trespa en de nieuwste kozijnen van Reynaers trok-ken veel bekijks.

Ook voor de lounge was volop aandacht. Het ontwerp is door de redactie bedacht en uitgewerkt. Geheel in het beursthema ‘Wereldarchitectuur’ werd een wereldkaart getoond op een cirkel van driehoe-kige houten zuilen tot ruim 3 m hoog. Binnen deze ruimte werden presentaties en borrels gehouden,

antarctica lounge

Page 109: dax magazine nr.30

109jaargang 5 • 2010 • nr. 30

gevel2010

kon worden genetwerkt, en werd de dax_winter-pitch gehouden. Tijdens dit halfjaarlijks evenement werd uit een voorgeselecteerde groep, na een pecha kucha-achtige presentatie, de eerste gasthoofdre-dacteur van 2011 gekozen. Deze keer won Zwarts & Jansma architecten. Wij kijken uit naar de samen-werking!

Veel aandacht trokken de populaire ‘Wereldarchi-tectuur’-lezingen van onze sprekers. Wij willen alle

fotografie Erik Stekelenburg, Gevelvisie • www.gevelvisie.nl

architecten en andere bouwprofessionals die indruk-wekkende presentaties gaven, nogmaals bedanken voorhun bijdrage. Lees het verslag op de volgende pagina.

Er is door veel mensen hard aan de dax_stand gewerkt, zowel voor, tijdens als na de beurs. Onze dank gaat met name uit naar de volgende partijen: Hurks Beton (uitvoe-ring zuilen), Forbo Flooring Systems (vloer), VNU Exhibitions Europe en Oolaalaa (wereldbollen).

antarctica lounge

Page 110: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30110

antarctica lounge

‘Er is geen energieprobleem, ook niet in de toekomst. De aarde biedt voldoende energiebronnen. Materiaalschaarste? De grondstoffen die we hebben gewonnen bevinden zich nog steeds op deze aarde: we weten alleen niet waar ze zijn, we zijn ze kwijtgeraakt. We zullen bei-den moeten vinden en koesteren door verantwoordelijk te handelen.Thomas Rau

Het thema van de beurs GEVEL2010 was ‘We-reldarchitectuur’ en in dat kader nodigde dax sprekers uit om over uiteenlopende onderwerpen hun visie te geven. Het bleken stuk voor stuk boeiende betogen over de toekomst van de bouw (in wereldwijd perspectief), de ontwikkelingen in de gevelbouw en de ontwikkelingen in het eigen bureau van de sprekers. Een korte impressie.

De gevel is als een jas. De gevel geeft beschutting, houdt wind en regen tegen, kan warmte reguleren en is soms ook helemaal niet nodig. Jacob van Rijs (MVRDV) opende zijn lezing met de stelling ‘Hebben we gevels wel nodig?’. Hij liet voorbeelden zien van gebouwen “zonder” gevel, zoals de openluchtschool van Duiker in Amsterdam. En toonde een MVRDV-concept voor een gebouw dat “gevel-loos” wordt opgeleverd, waarbij het gevelvlak (en daarmee het aanzicht van het gebouw) door de individuele bewo-ners kan worden ingevuld. Ook het project Celosia Residence in Madrid, waarbij het constructieve be-ton werd voorzien van een transparante epoxylaag, is in zekere zin een naakt gebouw. Al kostte het de architecten veel moeite om het zo nonchalant naakt te laten zijn.Ook Thomas Rau bracht zijn toehoor een ander perspectief op gevels. In feite is het de functie die de opdrachtgever verlangt en waar je als architect zo-wel inhoudelijk als esthetisch vorm aan geeft. Maar de eisen aan gevels veranderen snel en trends in architectuur evenzo: waarom aan de gevel dezelfde levensduur toekennen als aan de basisstructuur van

geometrieWelke rol speelt geometrie in de wereldarchitectuur van vandaag? Over patronen, referenties, slimme oplossingen en prefabricage.Caroline Kruit, uitgever en redacteur dax ma-gazine • Jacco van Dijk, directeur Hurks Beton • Jan Klomp, architect en directeur Heren 5 architecten, Amsterdam

economieDe economie van de gevel is een heikel punt: aspecten als levensduur, onderhoud, klimaat, energie en trend-gevoeligheid spelen een grote rol.Thomas Rau, architect en directeur RAU, Amsterdam • Jacco van Dijk

Paul Kalkhoven, architect en senior partner bij Foster and Partners, Londen • Laura Alvarez, architect Laura Alvarez Architecture, Amster-dam • Marc Koehler, architect Marc Koehler Architects, Amsterdam

luxeLuxe in deze tijd van crises? Kan dat? ‘Ja!’ zeggen deze sprekers. Want luxe is een gevoel, geen prijskaartje.Nanne de Ru, architect en directeur Power-house Company, Rotterdam/Kopenhagen • Marco Romano

verticaalInternationaal geöriënteerde en opererende architecten tonen gevels in hoogbouw aan de hand van recente projecten.Jacob van Rijs, architect en directeur MVRDV, Rotterdam • Danny de Raadt, architect en directeur Studio Eleven, Den Haag • Marco Romano, architect, ONB, Utrecht

ecologieHet wereldwijde thema Ecologie stond centraal in deze sessie, waarbij de sprekers vanuit een breed perspectief hun visie gaven op de invloed van ecologische aspecten op de hedendaagse archi-tectuur.

het gebouw? Is het niet mogelijk om de functiona-liteit van de gevel voor een beperkte termijn vast te stellen of zelfs te leasen? Rau zou graag zien dat de toeleverende partijen in de bouw en aan gebouwen (dus ook de water- en energiebedrijven) flexibeler omgaan met financieringsconstructies, garantie-voorwaarden en exploitatietermijnen. Want op die manier kan er ook zorgvuldiger worden omgegaan met grondstoffen.

Een zeer grondige integratie van functies en archi-tectuur liet Paul Kalkhoven (Foster and Partners) zien met de projecten van zijn bureau. Met lange-termijn concepten voor het omgaan met grondstof-fen, energie en water worden gebouwen autonome objecten, waarbij de architectuur een wezenlijk onderdeel is van het mechanisme. Kalkhoven liet in-drukwekkende en bijna buitenaardse plannen zien, die op dit moment in uitvoering zijn in Azië en het Midden-Oosten. Zeker inspirerend, maar voor veel Nederlandse architecten letterlijk ‘ver van het bed’.

Laura Alvarez bracht de werkelijkheid in kaart en spiegelde de Nederlandse situatie in de branche aan die in Spanje, waar ze ook als architect werkte. Ontluisterende cijfers, die vragen om daadkracht en volharding om het vak staande te houden. Dat kan door goede voorbeelden - grote en kleine projecten - van architectuur te laten zien. En dat deed Alvarez ook. Het tekende de sfeer op de beurs: weten wat er speelt, maar een focus op de gezamenlijke passie voor goede gebouwen. Caroline Kruit

‘Gebouwen zonder gevel zijn zondermeer een studie waard. De gevel is een makkelijk inwisselbaar element.. Jacob van Rijs

antarctica lounge

Page 111: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 111vul je dax-collectie aan!

[email protected]

dax nabestellen?Losse exemplaren van dax maga-zine kunnen worden besteld door een e-mail te sturen naar [email protected] of door te bellen naar 06-11 30 03 27.

Een exemplaar kost 12 euro, abon-nees betalen 10 euro. Op pagina 8 en op de website van dax is een lijst met boekhandels te vinden waar dax wordt verkocht. prijzen inclusief 6% btw, exclusief verzendkosten

uitverkocht uitverkocht

dax compleet

jaargang 1 (2005|2006)dax nr. 1* • Liesbeth van der Poldax nr. 2* • FARO architectendax nr. 3 • Sputnikdax nr. 4 • Paul de Ruiterdax nr. 5 *• Braaksma & Roos

jaargang 2 (2006|2007)dax nr. 6 *• korth thielens architectendax nr. 7* • Bruls en Codax nr. 8 • Rudy Uytenhaakdax nr. 9 • thema: details in de buitenruimtedax nr. 10 • Paul van der Ree, studioSKdax nr. 11 • studenten TU/Eindhovendax nr. 12 • Marco Hensen

jaargang 3 (2007|2008)dax nr. 13 • Thijs Asselbergsdax nr. 14 • Marlies Röhmerdax nr. 15 • John Kraus, DHVdax nr. 16 • Jacob van Rijs, MVRDVdax nr. 17 • Marc Koehlerdax nr. 18 • thema: lichte architectuur

jaargang 4 (2008|2009)dax nr. 19 • Onixdax nr. 20 • hvdn architectendax nr. 21* • 2012 architectendax nr. 22 • Lars Couragedax nr. 23 • concretedax nr. 24 • TU Delft, Building Innovation (Engelstalig)

jaargang 5 (2009|2010)dax nr. 25 • huiswerk architectendax nr. 26 • Powerhouse Companydax nr. 27 • DP6 architectuurstudiodax nr. 28 • FRANTZEN et aldax nr. 29 • Heren 5 architectendax nr. 30 • Abbink X De Haas architectures* (bijna) uitverkocht

uitverkocht

uitverkocht uitverkocht

aanbieding!Bestel nu de hele jaargang 3, 4 en/of de hele jaargang 5 van dax magazine voor 40 euro per jaargang (6 edities). Aanbieding zolang de voorraad strekt. prijzen inclusief 6% btw, inclusief verzendkosten

bijna uitverkocht

Page 112: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30112 pitch • seminars • moments of inspiration

deze prijsvraag is een initiatief van:

De inschrijving is gesloten: de inzendingen worden nu beoor-deeld. Op 25 juni 2010 om 17:00 is de bekendmaking van de genomineerden tijdens de dax_pitch & zomerborrel. In dax nr. 32 publiceren we de resultaten.

momentsofinspirationontwerpprijsvraag

sponsoren:

pitch!Op vrijdag 25 juni 2010 vindt alweer de derde dax_pitch & zomerborrel plaats, in de redactione-le tuin aan de Koninginnegracht 47 in Den Haag. Net als voorgaande keren zal de middag in het teken staan van gesprekken over het vakgebied architectuur, de nieuwe gasthoofdredacties en thema's die in de komende edities aan de orde zullen komen.

Alle belangstellenden zijn welkom tijdens deze bijeenkomst en stemmen actief mee om te komen tot de gasthoofdredactie(s) van het voorjaar van 2011. Deze keer zijn er maximaal vijf kandidaten, die

elk vanaf een sinaasappelkistje hun thema zullen verkondigingen in maximaal tien minuten.

Aansluitend aan de pitch vindt de ontknoping van de ontwerpprijsvraag ‘Moments Of Inspiration’ plaats, die dax samen met Trespa International organiseerde.

En als het weer ons niet in de steek laat, zal er nog lang worden geborreld in de tuin ‘aan de KG’. Ook ditmaal wordt een flinke barbecue opgetuigd en zal er voor iedereen genoeg aanleiding zijn om nog lang na te praten op en over deze bijeenkomst!

dax_pitch & zomerborrelbij cck mediakoninginnegracht 472514 ae den [email protected]

seminarsvoor architecten

‘architectuur-PR voor beginners’ • hoe presenteer ik mijn project, hoe krijg ik bij redacties een voet tussen de deur? Een middagseminar met spoedcursus tekst-schrijven • 29 september • 18 november

‘een artikel schrijven’ • architecten lezen al niet graag, maar schrijven is nog minder favoriet. Dit middag-seminar is een introductie op de vakjournalistiek en laat drempels smelten • 30 september • 25 november

voor bouwmarketeers

‘Over de vloer bij de architect 1.0’ • een middagseminar waarin de positie van de architect in het bouwproces wordt toegelicht, met achtergrondinformatie over opleidingen en actuele ontwikkelingen in de branche. Aanvullend een bezoek aan en rondleiding in een archi-tectenbureau • 22 september • 17 november

‘Over de vloer bij de architect 2.0’ • een middagseminar als vervolgseminar. Het accent ligt op de verschillende vormen van communicatie. Met een bezoek aan en rondleiding in een architectenbureau • 23 september • 24 november

Seminars vinden doorgang bij minimaal 5 deelnemers. De groep is nooit groter dan tien deelnemers. De seminars duren van 11:30 uur tot ongeveer 16:30 uur en zijn inclusief lunch. Meer informatie via [email protected]

Page 113: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 30 113

dax medewerkers

partners voor dax nr. 30

medewerkers • partners

Deze editie van dax magazine is mogelijk gemaakt door samenwerking met:

American Hardwood Export Council pagina76Alcoa Architectuursystemen pagina 115Luvata pagina 36Reynaers Aluminium pagina 87-102Saint-Gobain Gyproc pagina 2Trespa International pagina 112TU Delft Precast 2010 pagina 16VPT Versteeg pagina 76Wienerberger pagina 3

joyce emid reageerde vlak na haar afstuderen als architect in Delft op de oproep ‘doe een dagje bij dax’ en is inmiddels al weer bijna een half jaar een regelmatige kracht op de redactie. En Joyce is allround inzetbaar, want we weten inmiddels dat ze boeken kan recenseren, linoleum leggen, lekker brainstormen over bladen en beurzen, artikelen researchen en een opgewekte sfeer op de redactie brengen. En dat doet ze alweer enkele maanden naast haar baan als subsidie-consulent. Voor de komende editie is Joyce bezig met een reportage over ‘Architec-tuur & Fashion’ en kunnen de lezers van dax pagina’s lang met haar werk kennismaken.

barbara heijl heeft al een aantal jaren werkervaring als architect, maar de ambitie om te schrijven begon steeds luider te worden. Ook Barbara kon niet bevroeden dat ‘meedraaien met dax’ zou betekenen dat je op een zaterdag op een beursvloer in Rotterdam met meterslange blauwe vloerbedekking aan de slag kunt gaan. Haar precisie heeft ons zeker ge-holpen om een prachtig staaltje ‘ruimtelijke vormgeving in de praktijk’ te kunnen laten zien. En die praktijk helpt haar zeker ook bij het maken van artikelen voor dax, zoals de projectbeschrijving van het museum in Barcelona in deze editie. We gaan zeker meer van haar lezen!

allard de goeij is architect, organisator, deejay, fotograaf en flink op weg om een goede vakredacteur te worden. Sinds een aantal maanden komt Allard regelmatig een dag op de redactie werken: om de gesprek-ken nieuwe input te geven én om te werken aan het researchartikel dat hij voor dax aan het maken is. In de volgende editie komt een door-wrocht stuk over groene gevels: met informatie waar mensen in de praktijk direct mee aan de slag kunnen. Wij steken veel op van zijn praktijkervaring en weten hem gelukkig ook wel eens te verrassen; bijvoorbeeld met een spontane barbecue in de achtertuin. Gaan we vaker doen!

Ook zin in een dagje speuren, brainstormen en snuffelen aan redactioneel werk? Maak een afspraak en doe een dag mee met de redactie van dax. [email protected]

Page 114: dax magazine nr.30

jaargang 5 • 2010 • nr. 3011�

steltuzicheentijdschriftvoorgevuldmetbeeldenentekstwaartijdeninformatieeencontinuestroomvanlettersfoto'stekeningenenreclameszouvertonendanhadudittijdschriftwaarschijnlijkalsonleesbaarweggelegdenwasverdergegaanmetietszinvollerswantinformatiezonderluchtisinformatiedienietleesbaaris

volgende editie

Tekst wordt pas leesbaar als er ruimte tussen de woorden ontstaat en leestekens worden toegevoegd die interpretatie mogelijk maken. De ruimte tussen de zinnen bepaalt de leesbaarheid en de betekenis van de tekst. De intermediaire ruimte is niet zomaar een leegte- maar een betekenisvolle leegte. Het overgangsmoment, waarin de spanning kan worden opgevoerd, doet ertoe – in tekst of beeld.Maar dit geldt net zo goed voor de architectonische en stedenbouwkundige ruimte. In zich verdichtende stedelijke weefsels is het juist de kwaliteit van de tussenruimte, die de leefbaarheid van de stad bepaalt.

overgang tussen wereldenBeschouw je de tussenruimte als een op zichzelf staand fenomeen, dan is de overgang tussen ge-bouwd en ongebouwd, bebouwd en onbebouwd,

de scheidslijn tussen twee werelden, het meer of minder permeabele membraam ertussen. Soms is dit gevel – vaak ook veel meer dan dat – een overgangsgebied tussen in- en exterieur, dat een belangrijke rol kan vervullen voor gebouw en stad. De uitdrukking van dit membraam bepaalt aard en kracht van de overgang; het bepaalt de sfeer en kwaliteit van transparantie, geleidelijkheid en toenadering.

raakvlakkenDe volgende editie van dax magazine, onder het gasthoofdredacteurschap van Tangram Architekten, is geheel gewijd aan dit moment waar intermediaire ruimte overgaat in het gebouw, waar de stedelijke openbare ruimte overgaat in het weefsel van het gebouw, waar stad en land elkaar raken.

Tangram Architekten

foto project Crystal Court, Amsterdam, 2009 • Tangram Architekten, Amsterdam • foto John Lewis Marshall

volgende editie

themalagen stadgasthoofdredacteur tangram architekten

inde