Embryologie Samenvatting HC 6-8

14
HC 6: Ontwikkeling hart Normale bloedstroming LICHAAM O 2 -arm bloed naar rechter atrium via: Vena cava superior vanaf hoofd en armen Vena cava inferior vanaf romp en benen Sinus coronarius vanaf het myocardium (hartspier) Bloed stroomt dan naar het rechter ventrikel. Truncus pulmonalis naar de longen LONGEN O 2 -rijk bloed stroomt dan naar linker atrium via: vv. pulmonales venen vanaf de longen Bloed stroomt dan naar linker ventrikel door naar: Aorta LICHAAM Het hart Het hart wordt gevormd uit cardiogeen mesoderm, wat meest craniaal ligt (en een deel uit het viscerale blad van het laterale plaat mesoderm). Door de cranio-caudale kromming komt het hart in de borst regio te zitten en niet meer bovenop het hoofd waar het cardiogeen gebied eerst zat. Voor het hart ligt bij deze kromming het septum transversum, door de kromming komt ook deze op de goede plek terecht. De voorlopers van de neurale plaatcellen migreren craniaal naar het splanchische blad van het laterale plaat mesoderm. Daar vormen ze twee endocardbuizen. Bij de krommingen fuseert de foregut, waarmee de 2 buizen naast elkaar komen te liggen. De buizen fuseren tot de hartbuis. Het cardiogeen gebied migreert gedeeltelijk naar de laterale zijden. - De bovenste twee buizen liggen dorsaal en dit wordt straks de aorta. - De onderste twee buizen liggen ventraal en dit wordt straks het hart: endocardbuizen. Het hart wordt omgeven door een visceraal (/splanchisch) vlies. Daar wijd omheen zit een pariëtaal (/somatisch) vlies (welke gefuseerd is), zodat de primitieve pericardholte, een intra-embryonaal coeloom, ontstaat. Looping hartbuis Dag 23-28 kromt de hartbuis. De bovenkant komt naar rechtsonder toe en het gedeelte onder gaat naar linksboven. De sinus venosus is de linker- en rechterhoorn die uitkomen in het hart. outflowtract outflow voor ventrikel, incl. aorta + truncus pulmonalis bulbus arteriosus deel ventrikels bulbus cordis rechter ventrikel 1

description

Samenvatting van de hoorcolleges 6 t/m 8 van het subvak Embryologie. Embryologie valt onder het vak Organisme van BMW (Universiteit Utrecht).

Transcript of Embryologie Samenvatting HC 6-8

HC 6: Ontwikkeling hartNormale bloedstroming

LICHAAMO2-arm bloed naar rechter atrium via:Vena cava superior vanaf hoofd en armenVena cava inferior vanaf romp en benenSinus coronarius vanaf het myocardium (hartspier)Bloed stroomt dan naar het rechter ventrikel.Truncus pulmonalis naar de longen

LONGENO2-rijk bloed stroomt dan naar linker atrium via:vv. pulmonales venen vanaf de longenBloed stroomt dan naar linker ventrikel door naar:Aorta

LICHAAM

Het hartHet hart wordt gevormd uit cardiogeen mesoderm, wat meest craniaal ligt (en een deel uit het viscerale blad van het laterale plaat mesoderm).Door de cranio-caudale kromming komt het hart in de borst regio te zitten en niet meer bovenop het hoofd waar het cardiogeen gebied eerst zat. Voor het hart ligt bij deze kromming het septum transversum, door de kromming komt ook deze op de goede plek terecht.De voorlopers van de neurale plaatcellen migreren craniaal naar het splanchische blad van het laterale plaat mesoderm. Daar vormen ze twee endocardbuizen. Bij de krommingen fuseert de foregut, waarmee de 2 buizen naast elkaar komen te liggen. De buizen fuseren tot de hartbuis.Het cardiogeen gebied migreert gedeeltelijk naar de laterale zijden.

- De bovenste twee buizen liggen dorsaal en dit wordt straks de aorta.- De onderste twee buizen liggen ventraal en dit wordt straks het hart: endocardbuizen.

Het hart wordt omgeven door een visceraal (/splanchisch) vlies. Daar wijd omheen zit een pariëtaal (/somatisch) vlies (welke gefuseerd is), zodat de primitieve pericardholte, een intra-embryonaal coeloom, ontstaat.

Looping hartbuisDag 23-28 kromt de hartbuis. De bovenkant komt naar rechtsonder toe en het gedeelte onder gaat naar linksboven. De sinus venosus is de linker- en rechterhoorn die uitkomen in het hart.outflowtract outflow voor ventrikel, incl. aorta + truncus pulmonalisbulbus arteriosus deel ventrikelsbulbus cordis rechter ventrikelventrikel linker ventrikelprimair atrium hartoren (auriculae)sinus venosus rechts: rechter atrium (sinus venosus wordt opgenomen in het atrium)

links: sinus coronarius (veneuze afvoer van het hart)(vv. pulmonales linker atrium)

1

De circulatie begint al snel, wanneer het buizenstelsel en alles gevormd is. De onderste 4 venen (waaronder de sinus venosus) komen het hart in. De bovenste 2 zijn arteriën, naar long en naar lichaam. Er zijn nog geen scheidingen aanwezig en er is één ventrikel.

AV kussensEndocardkussens (linker en rechter/AV kussens) zijn zwellingen die een scheiding gaan vormen tussen de atria en de ventrikels. Er blijft tussen linkeratrium en linkerventrikel nog een kleine doorgang en zo ook aan de rechterzijde.Dorsaal + ventraal endocardkussen fuseren tot atrioventriculair septum.

2

Septatie atria & ventrikelsDag 30-32: Tussen de 2 atria ontstaan openingen voor de vv. cavae en de sinus coronarius en in

het linker ventrikel 4 ingangen voor de pulmonaire venen.Septum primum is de eerste scheiding die naar beneden gaat groeien en zorgt voor een scheiding tussen linker en rechter atrium, met nog een kleine opening: ostium primum.Septum secundum is het tweede septum tussen het linker en rechteratrium naast primum (links).

Ostium secundum & foramen ovale is de doorgang van het linker naar het rechteratrium door een ovaal gat erin. Het ostium secundum ligt lager; bloed gaat omhoog stromen.Dag 43: Er is nog steeds maar één ventrikel.

Door ongelijke groei vindt er een herrangschikking plaats van de AV-kanalen.AV-kanalen moeten iets naar rechts verschuiven, ze moeten namelijk gescheiden worden (een links, een rechts). Dit gebeurt door:

Musculair ventriculair septum, vanaf onder, wat door de verschuiving in het midden komt.

Membraneus atrioventriculair septum, vanaf boven, door de endocardkussens en het septum truncoconale (van neurale lijstcellen).

3

Septum truncoconaleEerst stromen de toekomstige truncus pulmonalis en aorta nog door hetzelfde vat. Daarin zitten zwellingen in de wand die uitgroeien tot het septum truncoconale. Dit septum groeit uit neurale lijstcellen en endocardiale cellen. Deze zwellingen groeien niet recht tegenover elkaar, maar in de vorm van een kurkentrekker.Wanneer het niet in een kurkentrekker groeit komt de aorta rechts te liggen en de truncus pulmonalis links. Het gevolg hiervan is dat de wegen van O2-arm en rijk bloed worden omgekeerd: transpositie van de grote vaten (TGA) O2-arm bloed naar lichaam.Het septum truncoconale groeit door naar onderen en sluit daar samen met de endocardkussen. De ventrikels zijn nu van elkaar gescheiden door een musculair en een membraneus septum.

AV-kleppen & pulmonair kleppenDe AV-kanalen moeten worden afgesloten met behulp van AV-kleppen. Deze kleppen moeten in staat zijn om druk op te vangen van het bloed, daarom zitten de kleppen met spiertjes vast aan de wand. Wanneer er druk op de kleppen komt te staan, omdat er bloed uit het hart wordt gepompt, klappen de kleppen dan niet om naar de andere kant.In de wand van de hartventrikels zijn holten. Door deze uitholling van het myocard komen de kleppen (mm. papillaris) eruit los. Hierdoor ontstaan ook de chordae tendinae (de pezen).

De outflow van ventrikel naar aorta wordt afgesloten door kleppen.Pulmonair kleppen: zakjes die werken als kleppen. Wanneer er druk op komt, slaan ze plat en kan er bloed door stromen. Wanneer er minder druk op komt te staan, stroomt er bloed de zakjes in en komen ze bol te staan waardoor de doorgang wordt gesloten. Pulmonair kleppen ontstaan uit uithollingen van kussenweefsel.Transpositie van de grote vaten: bijvoorbeeld als het ventriculair septum recht naar beneden groeit zuurstofrijk bloed naar de longen en zuurstofarm bloed naar het lichaam.

4

HC7: Ontwikkeling vatenEmbryonale circulatie: vatenSystematische circulatie

kieuwboogarteriën van het hart naar de kieuwbogenaorta dorsales van de kieuwbogen naar het lichaamvv. cardinales:

anterior vanaf hoofd en armen naar het hartposterior vanaf romp en benen naar het hart

Dooierzak circulatieaa. vitellinae van de aorta naar de dooierzakvv. vitellinae van de dooierzak naar het hart

Umbilicale circulatieaa. umbilicales van de aorta naar de placentavv. umbilicales van de placenta af naar het hart

Een embryo kent 3 vatensystemen:1. voor embryo zelf: aorta dorsales2. voor dooierzak: vitellinae (later met darmbuis verbonden)3. voor placenta: umbilicales

5

KieuwboogarteriënDoor de kieuwbogen van de vis wordt water naar binnen gezogen, waardoor zuurstof wordt opgenomen in de vaten. Uit de kieuwboog worden 5 kieuwboogarteriën gevormd, vanaf de uitstroom van het hart. Als boog 3 wordt gevormd, zijn arterie 1 en 2 al in regressie.

boog 3 a. carotis communis + deel a. carotis interna boog 4 deel aortaboog + deel rechter subclavia (naar arm) + aa. pulmonalis boog 6 ductus arteriosus (Botalli, tussen aorta en longslagader)

A. carotis communis is de arterie vanaf de hals naar het gezicht (hersenen; intern, rechts van het gezicht; extern) Uit de aortaboog worden gevormd:

1. aorta descendens (splitst bij benen naar aa. iliaca communis)2. a. carotis communis3. a. subclavia

AortaAorta ascendens

aa. coronariae (naar het hart zelf)Aortaboog

aa. carotis communes (naar de hersenen)aa. subclaviae (naar de armen)

Aorta descendensaa. iliaca communes (naar de benen)

De aorta kent 3 soorten zijvaten:1. Ventraal Maagdarmstelsel; darmbuis, slokdarm (heb je er één van).2. Lateraal Naar de zijkant: nieren, testes, ovarium (waar je er twee van hebt).3. Intersegmentaal Dorsaal/ventraal naar de zijkant: vascularisatie somietderivaten.

Dorsaal: ruggenmerg, spieren, huid nek/rugVentraal: ledematen en rest romp

De aa. vitellinae vormen een plexus: 5 vaten voor de thorax, 3 vaten voor het darmkanaal.De aa. vertebrales (rechter en linker) wordt gevormd door longitudinale aansluitingen (“anastomosen”) van de eerste 7 cervicale intersegmentale arteriën en monden uit op aa. subclaviae.Venen

6

vv. vitellinae Vormen leversinusoïden, de vena portae (bloed van de maag, dunne en dikke darm komen daar de lever binnen), ductus venosus, laatste deel v. cava inferior. Van twee uitmondingen naar het hart, naar één uitmonding. De linker uitmonding verdwijnt (zie 3e foetus).

vv. umbilicales Rechter verdwijnt, linker maakt verbinding met ductus venosus.vv. cardinalis Daaruit ontwikkelt het systematische veneuze systeem voor romp/benen:

vv. cardinalis anteriores (hoofd, hals, bovenste extremiteit) vv. cardinalis posteriores (romp, onderste extremiteit) vv. subcardinales (donkerblauwe venen in de plaatjes) vv. supracardinales (paarse venen in de plaatjes)

Circulatie voor de geboorteHet meeste bloed gaat door het gat in het septum primum en septum secundum van het rechterventrikel naar het rechteratrium en dan naar het linkeratrium. Via de ductus Botalli gaat er een beetje bloed (zowel zuurstofarm- als rijk) naar de longen en de rest van het zuurstofarme bloed dus direct naar de aorta. Dus zuurstofmiddelrijk totaal. De twee septa (primum en secundum) worden tegen elkaar aangedrukt. De opening tussen de twee atria is nu gesloten.

v. umbilicales wordt een streng (rond ligament van de lever) a. umbilicales en de ductus venosus vormen ook ligamenten.

De paarse streng bevat zowel zuurstof rijk als arm bloed. Zuurstofarm vanuit de vena cava en zuurstofrijk vanuit de aorta.Wanneer de navelstreng eraf wordt geknipt wordt de druk in het rechteratrium lager. In het linkeratrium wordt de druk juist hoger door de longactiviteit die nu begint.ASD: Atrium septum defect: de atria zijn niet goed

gescheiden van elkaar. Er zal bloed vanuit het linkeratrium naar het rechter stromen, omdat in het linkeratrium de druk hoger is.

VSD: Ventrikel septum defect: de ventrikels zijn niet goed van elkaar gescheiden. Dit kan zowel in het musculaire als in het membraneuze stuk van het septum zitten.

HC 8: Ontwikkeling tractus digestivus

7

Tractus digestivus = spijsverteringskanaal. De darmbuis bestaat uit:Buis: mond – pharynx – oesophagus – maag – dunne darm – dikke darm.Klieren: speekselklieren, lever/galblaas, pancreas, talloze kleine klieren.

Mesenterium = ophangband. Hierin verlopen bloedvaten en zenuwen van en naar het darmstelsel.Peritoneaalholte = buikholte = intra-emrbyonaal coeloom.

De darmbuis ontstaat zoals eerder beschreven door krommingen. Als de oerdarm klaar is, gaan er organen uit ontstaan.

Sereuze vliezen: organen en holten zijn omgeven door vliezen.Lateraal plaat mesoderm vormt de sereuze vliezen:

- pariëtaal blad bekleedt de wand van de peritoneaalholte.- visceraal blad bekleedt de oerdarm en vormt een dubbelblad: dorsale mesenterium.

Elke darm heeft zijn eigen vascularisatie, ontstaan uit aa. vitellinae uit aorta dorsalis: voordarm 5 thoracale arteriën, a. coeliaca middendarm a. mesenterica superior einddarm a. mesenterica inferior

Tractus digestivus bevindt zich in: Thorax: pharynx, oesophagus, (deel voordarm) septum transversum. Abdomen: peritoneaalholte, voordarm, middendarm, einddarm ventraal en dorsaal

mesenterium.Eind week 4: Hele abdominale darmbuis hangt opgesloten aan/door dorsale mesenterium.Week 5: Vorming ventrale mesenterium: in de maagregio smelten coeloomholten niet samen,

dus blijft de darmbuis verbonden met de lichaamswand door het septum transversum, wat verdunt tot het ventrale mesenterium (verbindt maag en lever met de lichaamswand).

MaagdraaiingWeek 5: Dorsale maagwand groeit harder dan ventrale grotere kromming van de maag.

Vervorming van de ventrale wand kleinere kromming van de maagWeek 7: Uit de grotere kromming ontstaan de fundus en de cardiale incisure.Week 7/8: De maag draait 90 graden om de cranio-caudale as (door verdunning van het dorsale

mesenterium, zodat de vagus plexuses tegen de maag aankomen).Door de maagdraaiing buigt de duodenum in een C-vorm en verplaatst naar rechts tegen de dorsale lichaamswand.

Voordarm = maag + deel duodenum. lesser sac (bursa omentalis): ontstaat door maagdraaiing en duodenum fusie greater sac: rest van peritoneaalholte

De milt ontwikkelt zich uit het dorsaal mesenterium (dus mesodermaal).Dorsaal mesenterium = omentum majus. Deze komt door een draaiing ook ventraal te liggen.Ventraal mesenterium, ontstaan uit septum transversum, bestaat uit:

omentum minus: tussen lever en maag ligamentum faliciforme: daarmee zit de lever aan de lichaamswand

Rotatie middendarm

8

De lever en darmen nemen in grootte toe. In week 6 is er daardoor niet meer genoeg plek. De middendarm wordt daarom naar buiten gestulpt, de dooierzak in. In week 10 wordt de darm weer teruggetrokken. De darm is in deze tijd gedraaid: naar buiten 90 graden en voordat hij naar binnen gaat draait de darm nog 180 graden: totaal 270 graden tegen de klok in.Non-rotatie: alleen de eerste draaiing van 90 graden gebeurt. Dan liggen de benen fout Normaal: de middendarm maakt een loep en heeft zo 2 benen:

- craniaal deel duodenum, jejunum, deel ileum- caudaal deel ileum, appendix, cecum, colon ascendens, colon transversum

De appendix vormt uit het cecum. Meckel’s Diverticulum: vitelline ductus blijft bestaan als overblijfsel als verbinding met het

ileum een stuk darm met vlies steekt uit de navel.

Orgaanliggingen Intraperitoneaal aan ophangband (door mesenterium verplaatst naar toekomstige

peritoneaalholte), echt omgeven door het mesenterium. darmbuis en derivaten:lever, maag, jejunum, ilieum,cecum, colon transversum

Retroperitoneaal: organen ontwikkelen in de lichaamswand, gescheiden door het coeloom.

sommige viscerale organen: nieren, blaas, rectum

Secundair retroperitoneaal: wanneer organen tegen de achterwand worden aangedrukt en dan niet meer verbonden zijn met een ophangband, maar dat daarvoor wel waren.

delen van de darm: dikke darm, duodenum, pancreas, colon ascendens + descendens

Ontwikkeling lever, galblaas en pancreas: endodermaal

9

De lever, galblaas en pancreas ontwikkelen uit een uitstulping van het endoderm van de duodenum.De pancreas ontstaat uit een dorsaal en ventraal knopje dat in het dorsale mesenterium groeit. Het ventrale knopje draait om het mesenterium naar het dorsale knopje. De afvoergang van de lever draait ook mee. Het ventrale knopje verbindt met de galgang. Week 6: De knopjes fuseren tot de pancreas,

waarbij ook de afvoergangen fuseren.De lever ontstaat uit een hepatische uitstulping van het duodenum.Hepatoblasten: oercellen van de lever. Caudaal hiervan komt nog een uitstulping, die uitknopt in het mesenterium. Dit wordt de galblaas + ductus cysticus.De lever maakt contact met het septum transversum. Daar verdwijnt het sereuze vlies: area nuda. De lever zit ook vast aan het ligamentum teres hepatis en ligamentum falciforne.

Vorming septum urorectaleDe cloaca wordt onderverdeeld door hetseptum urorectale die ontstaat vanuit een plooi.

canalis anorectalis maag/darm sinus urogenitalis blaas, plasbuis, urinebuisbekken (dus endodormaal)

Het cloacaal membraan verdwijnt.

10