eindwerk carburatie
-
Upload
chr-verstraete -
Category
Documents
-
view
407 -
download
9
Transcript of eindwerk carburatie
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 1/31
Syntra West Veurne Cursist: Verstraete Christophe
Werk- en evaluatieplan c-proeven ondernemingsopleiding
Motor- en bromfietsmecanicien
Carburatie
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 2/31
Carburatie index:
- Tip voor het vergemakkelijken van de studie over carburatie 3
A. Theorie
1. Venturi-effect 4
2. Wet van Bernouilli 4
B. Werking en taak van de carburateur
1. Omschrijving en taak van de carburateur 5
2. Onderdelen van de carburateur 5
3. Verstuiving en mengselvorming 64. Te arm – te rijk mengsel 7
5. Carburateurtypes 7
6. Voornaamste carburateurcircuits 11
7. Vlottercircuit 11
8. Het startcircuit of chokecircuit 12
9. Het stationaircircuit 13
10. Het omloopcircuit of overnamecircuit 15
11. Het hoofdcircuit 16
C. Afstellen van de carburat eur
1. Vlotterhoogte 17
2. Afstelling door verandering van de luchttoevoer via het stationair toerental 18
3.Synchronisatie 18
4. Andere sproeiers monteren 21
D. Benzine-injectie
1. Geschiedenis 22
2. Werking van de benzine-injectie 22
3. Het injectiesysteem van de Honda Varadero (XL1000V) 24
2
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 3/31
Carburatie
Tip voor het vergemakkelen van de studie over carburatie.
De grote verscheidenheid van carburateurmerken en –typen, die bij benzinemotoren worden
toegepast, maakt de bestudering hiervan er niet eenvoudiger op.
De studie kan echter aanzienlijk worden vergemakkelijkt door goed in het oog te houden dat
de moeilijkheden die door de carburateurconstructeurs moesten worden opgelost, voor allen
dezelfde waren. Alleen het feit dat elk hier zijn eigen oplossing voor wist te bedenken, heeft
tot gevolg gehad dat er zoveel verschillende constructies werden ontwikkeld en toegepast.Hieruit volgt dat we ons dus allereerst op de hoogte moeten stellen van de wezenlijke
problemen waar het bij de carburatie in het algemeen altijd om gaat en pas daarna gaan kijken
hoe deze bij diverse carburateurs werden opgelost.
Deze manier van studeren biedt het voordeel dat we de bouw en de werking van elke
carburateur vlotter kunnen begrijpen.
3
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 4/31
A. Theorie1 .Venturi-effect
Een venturi is een doelbewust in een stromingskanaal voor vloeistof of gas aangebrachte
vernauwing. Doordat het passerende medium een snelheidsverhoging ondergaat, ontstaat
daardoor op die plek een drukverlaging; het venturi-effect . Bij bepaalde toepassingen kan door
een in de venturi aangebrachte zijaansluiting gas of vloeistof worden aangezogen. De venturi
dankt zijn naam aan de Italiaanse natuurkundige Giovanni Battista Venturi.
Enkele directe toepassingen hiervan zijn: -carburateur -waterstraalpomp
-vacuüm genereren door perslucht te blazen
-lavastraalpijp
-airbrush
De drukverlaging kan worden beschreven volgens de Wet van Bernouilli.
2 .Wet van Bernouilli.
De wet van Bernouilli beschrijft het stromingsgedrag van vloeistoffen en gassen, relateert de
drukveranderingen aan hoogte- en snelheidsveranderingen. Het is een wet uit de aero- en
hydrodynamica die in de achttiende eeuw werd beschreven door Daniel Bernouilli. Eén vande gevolgen van de wet is dat een toename in de snelheid van een vloeistof of gas gepaard
gaat met een verlaging van de druk in die vloeistof of dat gas.
4
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 5/31
B. Werking van de carburateur
1.Omschrijving en taak van de carburateur.
Een carburateur is verbonden met een luchtinlaat, meestal met een luchtfilter en krijgt
benzinetoevoer door zwaartekracht (als de brandstoftank boven de carburateur(s) is
gemonteerd) of door een elektrische of via de nokkenas aangedreven brandstofpomp.
Elke carburateur heeft tot taak aan de motor een voldoende hoeveelheid mengsel leveren, die
over het gehele werkingsgebied de voorgeschreven verhouding heeft en volkomen verstoven
is en dat snel en volledig moet verbranden. Bij motoren met mengsmering (tweetakt) regelt de
carburateur tevens de olietoevoer naar de motor.
2.Onderdelen van een carburateur.
Onderdelen van een carburateur kunnen zijn:
-benzinefilter (intern)
-choke
-gasschuif
-of mengselregelschroef of luchtregelschroef
-sproeiernaald
-hoofdsproeier
-compensatiesproeier
-stationair stelschroef -venturi
-vlotter
-vlotternaald
5
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 6/31
Schematisch overzicht van een carburateur:
3.Verstuiving en mengselvorming.
In principe kunnen we uit brandstof en lucht een mengsel maken door de brandstof in de
carburateur tot fijne druppeltjes in de lucht te verstuiven. Hoe dit in zijn werk gaat, is in de
volgende afbeelding schematisch voorgesteld.
6
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 7/31
Bij stilstaande motor staat de brandstof in de naaldsproeier, even onder de rand van de
opening, op gelijke hoogte met de vloeistof in de vlotterkamer.
De luchtdruk boven de sproeieropening en in de vlotterkamer is gelijk aan de barometerstand.
De draaiende motor werkt als een vacuümpomp op de carburateur en doet in de horizontale
mengbuis een onderdruk ontstaan zodat lucht gaat toestromen.
Bij het passeren van de vernauwing onder de gasschuif neemt de luchtsnelheid toe en
daardoor ontstaat boven de sproeieropening een versterkte onderdruk, die is dus lager dan de
druk op de brandstof in de vlotterkamer. Hierdoor wordt de brandstof uit de sproeier gedreven
en in de langsstromende lucht tot fijne druppeltjes verstoven, die zich gelijkmatig in die lucht
verspreiden, zodat een homogeen mengsel wordt gevormd.
De mengseltoevoer naar de motor wordt bepaald door de stand van de gasschuif en met de
stijging van het toerental van de motor neemt de zuigkracht toe. Bij de carburatie zijn echter
nog meer problemen, die we nu aan de orde zullen stellen.
We beginnen met de juiste definitie van het begrip mengselsterkte:
Mengselsterkte = gewichtsverhouding brandstof/lucht
Het begrip mengselsterkte van een door de carburateur geleverd mengsel heeft uitsluitend
betrekking op de verhouding tussen het gewicht aan brandstof en het gewicht aan lucht, zodat
het volume van de beide componenten geheel buiten beschouwing wordt gelaten.
Een mengsel van normale sterkte moet 1 gewichtsdeel brandstof op 14 à 15 gewichtsdelen
lucht bevatten. Dit blijkt de beste mengselsterkte te zijn voor een goede werking van de motor
en een normaal brandstofverbruik.
4 . Te arm mengsel - te rijk mengsel.
Een mengsel dat te arm is, bevat minder brandstof (of meer lucht) dan een normaal mengsel.
Het nadeel hiervan is dat de verbranding veel te traag verloopt, zodat de motor merkbaar
minder trekt en bovendien gevaarlijk heet kan worden.
Een mengsel dat te rijk is, bevat meer brandstof (of minder lucht) dan een normaal mengsel.
Door een tekort aan luchtzuurstof zal de brandstof onvolkomen verbranden, hetgeen met
roetvorming gepaard gaat. Bij een viertaktmotor bevatten de uitlaatgassen
dan zwarte roetwolkjes, terwijl bij een tweetakt met mengsmering, de motor teveel olie krijgt
en de uitlaatgassen een zwart/blauwe kleur vertonen. Hierbij is het brandstofverbruik
abnormaal hoog.
Een veel te arm of een veel te rijk mengsel kan niet meer worden ontstoken.
In het eerste geval bevat het mengsel eenvoudig te weinig brandstof of een overmaat aan lucht
die ergens door lekkage is ontstaan.
In het tweede geval is er sprake van een overmaat aan brandstof of een ernstig tekort aan
lucht.
7
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 8/31
5.Carburateurtypes.
Carburateurs zijn onder te verdelen volgens de richting van de luchtstroom:
-Dwarsstroomcarburateur
-Vlakstroomcarburateur
-Valstroomcarburateur
Carburateurs worden ook ingedeeld op basis van het aantal mengkamers in de carburateur en
hun functie:
-Registercarburateur
-Gasschuifcarburateur
-Enkelvoudige carburateur met slechts één mengkamer (voor één- of
meercilindermotoren)-Meervoudige carburateur (dubbele, …)
Het principe van de registercarburateur is gelegen in de onderverdeling van de venturi door
evenwijdige schotten in drie of vier parallelle aanzuigopeningen. In elk van deze openingen
wordt een sproeier geplaatst. Bij stationair draaien opent een speciaal aangepaste klep slechts
het onderste aanzuigkanaal, waarin de luchtstroom benzine aanzuigt vanuit de stationaire
sproeier. De grote van deze sproeier wordt bepaald door het laagste te bereiken toerental.
Een tweede aanzuigkanaal wordt bij gedeeltelijke belasting geopend en daarmee treed ook de
tweede sproeier in werking. Het stationaire gedeelte werkt parallel aan het bijgeschakelde
tweede kanaal.
Bij een volledig geopende klep werken alle kanalen en sproeiers tegelijk.
Bij deze constructie kunnen na een moeilijke afstelling vooral bij gedeeltelijke belastinguitstekende resultaten behaald worden. Registercarburateurs zijn dan ook vooral
8
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 9/31
geschikt voor seriemotoren, vanwege het gunstige brandstofverbruik bij gedeeltelijke
belasting. Voor racemotoren zijn ze nagenoeg niet geschikt en wel vanwege de geringe
doorstroming bij volle opening ten gevolge van de weerstanden van de scheidingswanden en
sproeiers; bovendien hebben ze door hun gecompliceerdheid een hoog gewicht.
De Gasschuifcarburateur , komt veel voor bij serie- en wedstrijdmotoren. De voornaamste
voordelen ervan zijn de eenvoud, het lage gewicht en vooral de vrije venturidoorsnede bij
volledig geopende schuif.
Het soort venturi speelt ook een belangrijke rol. Carburateurs met een vaste venturi hebben
een eenvoudige bouwwijze en kunnen goedkoop geproduceerd worden.
9
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 10/31
Een gemeenschappelijke vlotterkamer voert in gelijke mate benzine naar beide carburateurs,
die elk een eigen hoofdsproeier met mengbuis en een stationaire sproeier hebben. Beide
smoorkleppen zijn gewoonlijk op hetzelfde asje gemonteerd en worden gelijktijdig geopend.
Het nadeel van dit type is echter dat de snelheid van de luchtstroom in de venturi verandertmet het toerental, zodat het dus moeilijk wordt om een goede mengverhouding te verkrijgen.
Bij carburateurs met een variabele venturi treed dit probleem niet op.
De diameter van de venturi wordt naargelang de motorbelasting aangepast door middel van
een ronde of vlakke zuigerklep. Als de zuigerklep in de venturi gedeeltelijk gesloten is,
stroomt de kleinere hoeveelheid lucht sneller door de venturi en wordt een geschikt mengsel
geproduceerd. De sproeiernaald past de diameter van het spuitstuk van de emulsiebuis aan aan
het vereiste mengsel.
10
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 11/31
De combinatie van de variabele zuigerklep en variabele gasklep levert de constant-
vacuümcarburateur op. Constant-vacuümcarburateurs zijn op seriemotoren voor het eerst
toegepast door Japanse motorfabrikanten.
De Keihin constant-vacuümcarburateur:
(a) Met gesloten gasklep (15) werkt de stationairsproeier PS via uitgang (12).
(b) Met iets geopende gasklep werkt het overneemgedeelte SJ via uitgang (13).
11
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 12/31
(c) Bij verder geopende gasklep regelt de schuif (16) de opbrengst van de naaldsproeier JN en
NJ.
(d) Bij volgas werkt alleen de hoofdsproeier MJ.
6.Voornaamste carburatiecircuits.
Om de talrijke functies van de carburateur te vervullen, worden volgende circuits gebruikt:
-vlottercircuit
-startcircuit of chokecircuit
-stationaircircuit
-overneemcircuit
-deellastcircuit
-vollastcircuit
Op onderstaand schema kunt u zien welk onderdeel van de carburateur bepalend is voor de
mengverhouding bij de verschillende gasklepstanden.
7.Het vlottercircuit.
Het vlottercircuit houdt het benzinepeil in de vlotterkamer en de hierin geplaatste sproeiers in
alle omstandighe den constant.
12
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 13/31
De vlotter bepaalt de stand van de vlotternaald. De naald rust op een veer die de klep gesloten
houdt die de klep gesloten houdt zelfs als de motor trillingen overbrengt op de vlotterkamer.
De vlotterhoogte is van belang bij de juiste mengselverhouding:
Hoe lager het vlotterniveau, hoe armer het mengsel!
De ontluchting van de vlotterkamer is van groot belang, zowel voor de functie van het
vlottercircuit zelfs als voor de toevoer van benzine naar de sproeiers in de carburateur.
8.Het startcircuit of chokecircuit.
Voor de koude start moet het mengsel extra rijk zijn omdat een deel van de verstoven
brandstof op het inlaatspruitstuk en de cilinderwand condenseert. Een normaal mengsel wordt
hierdoor te arm om te worden ontstoken. Om de motor goed te kunnen starten is het
noodzakelijk dat het startmengsel meer benzinedeeltjes bevat, met andere woorden dat het
mengsel rijker is.Er bestaan twee systemen om het aandeel benzine in het lucht/brandstofmengsel te vergroten:
-chokeklep
-handbediende choke, extra kanaalchoke
-A. Chokeklep:
13
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 14/31
Als de chokeklep sluit terwijl de smoorklep opent, kan er veel minder lucht in de motor
worden gezogen en neemt de onderdruk in het inlaatspruitstuk toe. Aangezien de chokeklep
voor de venturi en het hoofdsproeiercircuit zit, zorgt de hogere onderdruk voor een rijkere
emulsie uit het stationair circuit en de naaldsproeier. Een veerbelaste luchtklep gaat open om
te voorkomen dat het mengsel te rijk wordt bij het opstarten van de motor.
Bij het chokeklepsysteem wordt de luchtstroom verminderd om zo de onderdruk bij denaaldsproeier te verhogen.
-B. Handbediende choke, extra kanaalchoke:
14
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 15/31
De handbediende choke opent een extra kanaal achter de smoorklep. De hoge onderdruk, die
ontstaat als de smoorklep gesloten is, heeft tot gevolg dat een rijk mengsel aan het stationair
mengsel wordt toegevoegd.
Dit bijkomende mengsel is het resultaat van de werking van de luchtsproeier en de benzinesproeier van de choke.
9.Het stationair circuit.
Het stationair circuit voorziet de motor van het mengsel voorziet de motor van het mengsel
voor stationair draaien. Bij het stationair draaien blijft het hoofdcircuit uitgeschakeld door de
lage luchtsnelheid in de venturi. Aan het stationair circuit is vaak een omloopcircuit
verbonden dat voor een vlotte overgang tussen het stationair en het hoofdcircuit instaat.
Het mengsel is het resultaat van de volgende onderdelen:
-stationairsproeier
-stationaire luchtsproeier
-stationaire lucht-regelschroef/mengselschroef
-stand van de zuigerklep/smoorklep (stationair aanslagschroef, “rolantie”)
Bij de carburateurs bemerken we hier twee verschillende systemen:-stationair circuit met stationaire luchtregelschroef
-stationair circuit met mengselregelschroef
15
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 16/31
De stationaire luchtregelschroef regelt de lucht ten opzichte van de vaste hoeveelheid
mengsel.
De stationaire mengselregelschroef regelt het mengsel ten opzichte van de vaste hoeveelheid
lucht. Kenmerkend hiervoor is de schroef met veertje en afdichting omdat er al een mengsel
is.
10.Het omloopcircuit of overnamecircuit.
16
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 17/31
Bij stationair draaien voorzien de overneemopeningen het stationaire circuit van extra lucht
(de opening bevindt zich voor de smoorklep/einde van de zuigerklep). Als de smoorklep
wordt geopend, neemt de hoeveelheid lucht af en wordt het stationair mengsel rijker.
Naarmate de opening groter wordt, voegen de overneemopeningen een mengsel toe (de
snelheid van de luchtstroom/druk veranderen immers) totdat de zuigerklep de stand bereikt
waarin het hoofdcircuit (naaldsproeier) wordt in werking gesteld.
In carburateurs met een zuigerklep waar de stand van de zuigerklep wordt bepaald door de
rijder onafhankelijk van de optimale luchtstroomsnelheid in de venturi, speelt de vorm van de
zuiger een bijzondere rol bij de werking van het omloopcircuit.
De zuiger is voorzien van een uitsnijding aan de kant van de luchtfilter van de carburateur,
waarvan de grootte bepalend is voor de hoeveelheid lucht die wordt toegelaten. Deze
uitsnijding in de zuiger heeft slechts invloed als de klep 1/8e tot 1/4e open staat.
Een grotere afschuining betekent een grotere luchtstroom en dus een armer mengsel, en
omgekeerd. De afschuining zorgt er ook voor dat het mengsel niet te rijk wordt als de
zuigerklep gesloten is. Zonder deze afschuining zou de hoge onderdruk in het inlaatspruitstuk
zich voortplanten tot aan de openingen van de naaldsproeier en meer mengeling doen
inspuiten. De afschuining schakelt de onderdruk uit bij de uitstroomopening door de
atmosferische druk in de luchtfilter.
11.Het hoofdcircuit.
17
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 18/31
-A. Werking bij deellast:
Naarmate het motorvermogen toeneemt, is ook een grotere hoeveelheid mengsel nodig dan de
stationaire en omloopcircuits kunnen leveren. Hier neemt het hoofdcircuit over door de
verandering van snelheid van de luchtstroom of de onderdruk in de venturi en voorziet de
motor met een mengsel als de zuigerklep 1/8e tot 1/4e open staat.
Hierbij komt het mengsel door de ruimte tussen het rechte deel van de sproeiernaald en de
naaldsproeier in de venturi, waar zij wordt verstuift in de lucht die door de uitsnijding in de
zuigerklep werd toegevoerd (de hoeveelheid lucht hangt af van de grootte van de uitsnijding
en de stand van de klep). Als de zuigerklep tussen 1/4e en 3/4e open staat, vergroot het
conische deel van de sproeiernaald de opening van de naaldsproeier zodat meer emulsie wordt
toegevoegd en neemt de rol van de uitsnijding in de zuigerklep steeds af. Bijzuigerklepcarburateurs kan de stand van de sproeiernaald worden aangepast om het mengsel
bij deellast te verrijken.
-B. Werking bij vollast:
Bij een volledig motorvermogen (zuigerklep 3/4e tot volledig open) bereiken de diameter van
de venturi en de snelheid van de luchtstroom een maximum. De ruimte tussen de
sproeiernaald en de sproeier is nu zo groot dat de hoeveelheid van het mengsel die in de
venturi wordt gebracht niet meer bepaald wordt door de opening van de naaldsproeier, maar
door de hoofdsproeier.
18
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 19/31
C. De carburateur afstellen
Om een motor af te stellen moet men eerst zeker zijn van een aantal zaken:
-propere luchtfilter -distributieketting
-juiste klepspeling
-precieze ontsteking
Om de carburateur af te stellen kan men het volgende afregelen:
1.Vlotterhoogte
2.Stationaire regeling door middel van de lucht- of mengregelschroef
3.Synchronisatie
4.Andere sproeiers monteren
1.Vlotterhoogte
Houdt de vlotterpeilmeter in een rechte hoek op de vlotterkamerflens ter hoogte van de
hoofdsproeier. De carburateur zelf houdt je zodanig dat de vlotter vrij hangt en de vlotternaald
precies afsluit. Dit is een afstelling bepaald door de constructeur!
19
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 20/31
2 . Afstelling door verandering van de luchttoevoer via het stationaire toerental
Hierbij wordt het CO-gehalte geregeld. Het CO-gehalte is een maatstaf voor de
luchtvervuiling: hoe hoger de hoeveelheid CO (koolstofmonoxyde) in het uitlaatgas is, hoe
groter de luchtvervuiling is. Wanneer de carburateur zo is afgesteld dat hij helemaal geen COwordt geproduceerd, loopt de motor beroerd of helemaal niet. Er is dus ergens een tussenweg
die door de producent is vastgesteld. Deze instelling is terug te vinden in de specifieke
werkplaatshandboek van de betreffende motor en wijkt best niet veel af van de
standaardwaarde ervan, soms is er hier een tolerantie bij vermeld.
We kunnen het CO-gehalte veranderen door de luchtregelschroef te verdraaien. Door het
indraaien van deze regelschroef wordt de luchttoevoer verkleind en het stationaire mengsel
rijker. Hiervoor is een uitlaatgastester nodig om te kunnen vaststellen hoeveel CO de motor
juist produceert.
Hierbij is het echter noodzakelijk er op te letten dat men bij bepaalde carburateurs niet de
luchttoevoer kan regelen, maar het stationair mengsel regelt.
3. Synchronisatie.
Synchronisatie is het afstellen van het bedieningsmechanisme, zodat de gasschuiven of
gaskleppen van alle carburateurs aanwezig op de motor gelijktijdig opengaan wanneer er aan
de gashandel gedraaid wordt. Dit betekend natuurlijk ook dat bij eencilinders dit niet nodig is,
aangezien er maar één carburateur aanwezig is.
Synchronisatie is noodzakelijk wanneer de ene gasschuif meer openstaat dan de andere; deene cilinder zal dan meer werk verzetten dan de andere. De motor loopt dan onregelmatig
stationair en bij een constante snelheid zal de motor zich “rukkerig” gedragen.
Bij het stationair toerental zal men het drukverschil tussen de verschillende carburateurs
meten tussen de carburateur en de motor.
20
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 21/31
Elke carburateur heeft een vacuümaansluiting waarop men een aansluitpijpje aansluit.
Nu gaat men de vacuümmeters aansluiten en moet men er vooral op letten dat de
aansluitleidingen precies even lang zijn. Anders krijgt men een verkeerde aanduiding van de
onderdruk.
Staat een schuif iets verder open dan de anderen, zal het aanzuigen door deze carburateur iets
gemakkelijker gaan en dus zal de onderdruk iets kleiner zijn. We hoeven er enkel voor te
zorgen dat alle vacuümmeters precies dezelfde waarde aangeven.
21
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 22/31
Meestal zijn alle carburateurs gekoppeld door instelbare hefbomen, die in verbinding staan
met de gasschuiven.
Bij een kijk op de carburateur van de Honda 750 F2 is de tweede carburateur niet instelbaar.
Het bijstellen van de bedieningshefboom gebeurt door de contramoer los te draaien. Met de
schroevendraaier verstellen we de stelschroef totdat de vacuümmeter de juiste onderdruk
aanwijst.
22
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 23/31
4. Andere sproeiers en/of sproeiernaald monteren
Als het niet lukt om op deze voorgaande manieren een goed stationair toerental te verkrijgen,kan men met andere sproeiers proberen.
Vooraleer hiermee te beginnen dient men er vooraf zeker van te zijn in welk
vermogensgebied de problemen met carburatie voordoen (zie tabel blz. 11). Dit om de juiste
sproeier of sproeiernaald te vervangen door een ander.
Doorgaans is dit enkel nodig in het geval van veranderingen in het inlaat- en/of uitlaatsysteem
van de motor of bromfiets.
23
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 24/31
D. Benzine-injectie
1.Geschiedenis
De ontwikkeling van injectiesystemen ligt eigenlijk niet zo ver van die van de carburateurs.
Vroeger, toen zelfs de carburateurs nog gebrekkig waren, probeerden technici ze te vervangen
door inspuiting. Bij dieselmotoren werden al vanaf 1897 betrouwbare inspuitsystemen
gemaakt. Voor benzinemotoren begon men deze tijdens de tweede wereldoorlog toe te passen
bij vliegtuigmotoren. Het ging hier echter om grote cilindereenheden en dure
meercilindermotoren, waarbij de prijs en gecompliceerdheid van het inspuitsysteem geen een
zodanig grote rol speelden.
Bij brom- en motorfietsen is het grootste probleem echter de geringe hoeveelheden diegedoseerd moeten worden. De regeling van de brandstofpompen kan via mechanische of
elektronische weg plaatsvinden.
De mechanische regeling is eenvoudig en goedkoop, maar het komt slechts zelden voor dat
bij deze regeling onder alle omstandigheden de juiste brandstofhoeveelheid juist wordt
gedoseerd.
De elektronische regeling werd vanaf de jaren ’80 een volwaardig alternatief. Elektronica
werd beter en goedkoper. De werking ervan is buitengewoon nauwkeurig.
2. Werking van de benzine-injectie
Bij benzine-injectie wordt onder hoge druk, door de benzinepomp, benzine naar de inlaatklepgespoten. In de kop van de injector zitten kleine gaatjes waar de benzine doorheen geperst
wordt. In de injector zit een elektromagneet welke heel snel en nauwkeurig in enkele tienden
van seconden een klepje open en dicht kan doen waardoor er benzine door de injectorkop in
de cilinder kan spuiten.
Het moment en tijdsduur van inspuiting wordt door een CPU (Central Control Unit) bepaald.
Deze CPU stuurt ook de ontsteking.
De benzinepomp is voorzien van een “fuel rail”, waardoor de injectoren voorzien worden van
benzine. De benzinedruk ten opzichte van het inlaatkanaal wordt geregeld door een
drukregelaar en dan ook het overschot terugleid naar de tank.
24
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 25/31
Er zijn heel wat factoren waar de CPU rekening mee houdt, door middel van sensoren, om het
juiste mengsel op het juiste moment via de juiste injector(s) in de juiste cilinder inspuit. En
meteen ook de belangrijkste onderdelen van dit systeem:
1. Injector (20):
Deze worden bediend door stroom door een spoel te sturen, waardoor er een magnetisch veld
ontstaat en een metalen naald wordt geopend.
2. Luchtdebietmeting (11):
-Sommige systemen werken met een klep in het luchtfilterhuis waarvan de positie gemeten
wordt.
-Ook is er de mogelijkheid van een weerstandsdraad waardoor er stroom wordt gestuurd.
Hierdoor warmt de draad op en wordt koeler naarmate de luchtstroom groter wordt. Dit wordt
dan gemeten met een weerstandsmeting.
3. Motortoerental (36):
De rotatiesnelheid van de krukas wordt met een sensor en een getande schijf gemeten.4. Motorpositie:
De stand van de nokkenas wordt met een sensor (21)gecontroleerd
5. Smoorklepstand:
De positie van de smoorklep wordt met een potentiometer (18) gemeten
6. Luchtdruk:
Hoe lager de luchtdruk, hoe minder zuurstof in de lucht. De luchtdensiteit wordt door de CPU
in combinatie met de luchttemperatuur berekend.
7. Luchttemperatuur (19):
In combinatie met de luchtdruk wordt de luchtdensiteit berekend
8. Onderdruk in de uitlaat:
Hierdoor weet de CPU dat de motor afgeremd wordt. Op dit moment wordt de pomp (27) danuitgeschakeld.
25
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 26/31
9. Motortemperatuur (23):
Bij koude motortemperaturen is een rijker mengsel nodig.
10. Startmotor:
Bij het starten is eveneens een rijker mengsel nodig
11. Detonatiesensor (22):
Bij een te arm mengsel of ook een laag octaangehalte van benzine (verschil in kwaliteit enmerk) zou het mengsel spontaan kunnen ontsteken, wat dan drukpieken met zich meebrengt.
Hierop reageert de CPU door de ontsteking tijdelijk te verlaten en het mengsel rijker te
maken.
12. Lambda sensor (28):
Deze CO-meting geeft het signaal aan de CPU wanneer deze afwijkt van de ideale
verhouding.
13. Benzineniveau:
Dit is een vlotter in de tank de een regelbare weerstand biedt.
14. Wielsnelheid (29):
De combinatie van een sensor en getande schijf op het voorwiel of een tandwiel in de
versnellingsbak. Hierdoor kent men de snelheid.15. Batterijspanning:
Hierdoor kan de ontstekingsvonk sterker of zwakker zijn, het openen van de injectoren rapper
of trager. Dankzij deze meting kan de CPU correcties doorvoeren.
16. “Tilt”-sensor (7):
Deze schakelt de benzinepomp en ontsteking uit bij valpartijen.
4. Het injectiesysteem van de Honda Varadero (XL1000V).
26
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 27/31
27
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 28/31
Hier zie je de belangrijkste onderdelen van het injectiesysteem van deze Varadero.
28
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 29/31
Om bepaalde storingen op te zoeken van dit systeem heb je zeker nodig:
1. Diagnose-apparaat Imrie (model 625) of een multimeter (5).
2. Benzinedrukmeter
3. Verdeelkabel voor CPU
4. Overbruggingsfiche
29
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 30/31
Om een foutdiagnose te stellen is het gebruik van een werkplaatshandboek zeer aangeraden.
Als de motor niet aanslaat, moet er gedurende 10 seconder op de startknop geduwd worden.
Indien het lampje FI (33) oplicht, is er een probleem gaande.
Nu dient het zadel afgenomen worden en de gegevenskoppeling (35) gezocht te worden.
Hierop sluit men dan de overbruggingsfiche aan.
Nu dient de contactsleutel op ON gezet te worden.
Indien er een foutmelding in de CPU opgeslagen is, zal deze dit aangeven door de
foutmeldingsindicator te doen oplichten. Het aantal keren dat deze oplicht is heel belangrijk
om de juiste diagnose te stellen. De betekenis hiervan is terug te vinden in het
werkplaatshandboek.
30
5/9/2018 eindwerk carburatie - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/eindwerk-carburatie 31/31
Ook is hierin terug te vinden hoe het diagnose-apparaat te gebruiken en waar aan te sluiten.
Deze geeft dan meteen de juiste foutcode aan.
Alsook staan hierin de procedures om het systeem te resetten en procedures om de
afzonderlijke onderdelen te testen.
Hier zie je de connectoren die in het systeem dienen gebracht te worden om het
diagnosetoestel aan te sluiten.
Verdere procedures zijn terug te vinden in de werkplaatshandboek. Daar dit van elk
motormerk een ander systeem is, is een werkplaatshandboek onontbeerlijk bij de diagnose van
een defect.
31