College 7 Bootsma

39
Kennis van theoretische denkmodellen Drie-Werelden model College 7 Wanneer grijp ik wel of niet in en wat zijn daarbij mijn overwegingen daarbij

description

Wanneer neem ik welke beslissingen/ingrepen en welke argumenten heb ik daarvoor?

Transcript of College 7 Bootsma

Page 1: College 7 Bootsma

Kennis van theoretische denkmodellen

Drie-Werelden model

College 7Wanneer grijp ik wel of niet in en wat zijn daarbij mijn overwegingen daarbij

Page 2: College 7 Bootsma

Criteria van Toetsing1.Waarover praat ik?

2.Hoe praat ik

met de cliënt?

3.Wanneer grijp ik

wel of niet in en

wat zijn mijn

overwegingen?

Page 3: College 7 Bootsma

•De dialoog in dwingende omstandigheden

•Hoe houd je de lijnen naar je cliënt open?

•Waar liggen de momenten waarop je keuzes maakt en hoe verantwoord je die?

•Wat zijn jouw normatieve valkuilen?

Page 4: College 7 Bootsma

Casus: Moeder van

Moniek (7) en Mirjam (5)• Pleeggezin Jansen

14 maanden

• Loyaliteit aan moeder gefrustreerd

• Plaatsing opheffen

•Moeder verdrietig maar staat achter de opheffing

Page 5: College 7 Bootsma

Casus: Moeder van

Moniek (7) en Mirjam (5)

• Kk zes weken naar opvanggezin

• Advies kk in tehuis: leefgroep

•Gezinsvoogd staat achter advies

Page 6: College 7 Bootsma

Doen of Niet-Doen?

• Welke argumenten heb je in jouw gereedschapskist om je keuze te legitimeren?

• Wat weet je over tehuizen en gevolgen voor kk?

• Wat weet je over loyaliteitsproblemen voor kk in pleeggezinnen?

• Wat vind je goed en rechtvaardig in dit geval?

• Hoe wil je zijn? Trouw en waarachtig aan jezelf?

Page 7: College 7 Bootsma

• Ik bespreek de ots

• Leg uit dat ik formeel gezag heb toegewezen gekregen

• Ouders kunnen niet meer alleen beslissen

• Ik vertel dat ik mwer ben en dat mijn intentie is hulp te verlenen

• Prioriteit ligt bij belang van de kinderen

• Verschil van mening is mogelijk

• Daarna geef ik uitleg over proces:

Page 8: College 7 Bootsma

•Impliciete èn expliciete boodschap:

•“ik wil zo veel mogelijk in samenwerking doen”

•Balanceren tussen hulp en recht (macht)

Page 9: College 7 Bootsma

•De situatie een gezamenlijke definitie geven, betekent dat de moeder het gezag van de gezinsvoogd van binnenuit aanvaardt

•Dat de gezinsvoogd haar gezag persoonlijk maakt

•Speelt zich af in de subjectieve wereld van de moeder

Overgang van formeel naar persoonlijk gezag

Page 10: College 7 Bootsma

•Subjectieve wereld van de moeder:

•Kan ergenissen en negatieve gevoelens niet uiten

•Kropt alles op (emotiecoping)

•Gaat conflicten op een zeer eisende manier aan (gedragscoping)

•Of trekt zich terug en wordt depressief

Page 11: College 7 Bootsma

• Eerste probleem: moeder is fel tegen de plaatsing in een tehuis

• De relatie met de cliënt heeft steeds voorrang jij + ik = wij

• Het heeft geen enkele zin de discussie te winnen en de cliënt te verliezen (praktisch, methodisch technisch, werkt niet) dus ook instrumenteel

• Aansluiting zoeken bij beleving en positie van cliënt. Hoe? Vraag expliciet naar verwachtingen, teleurstellingen, eigen plannen en oplossingen

• Geef je eigen motieven, schets voor- en nadelen, laat verschil van mening en emoties toe.

Page 12: College 7 Bootsma

•Creër een sfeer waarin verschil van inzicht mogelijk is. (= verantwoordelijkheid van de werker)

•Vermijd een veroordelende houding (niet moraliseren)

•Hoe? Door je twijfels en angsten persoonlijk te uiten, door de noodzaak van je voorstel te benadrukken

Page 13: College 7 Bootsma

•gevolg is dat de cliënt nieuwe ervaringen opdoet en nieuwe ervaringen zijn de grondslag voor verandering..........

•denk daar maar eens over na...........

Page 14: College 7 Bootsma

•Concreet, afspraak voor een gesprek in tehuis, zonder kinderen om over haar bezwaren te praten

Page 15: College 7 Bootsma

•In het weekend gaat het mis: moniek is op weekendbezoek bij moeder, moeder zoekt contact met het expleeggezin en stelt een deal voor.

•ExPleegouders weigeren en er ontstaat ruzie, Moniek angstig. Gaat niet terug naar opvanggezin.

Crisis: jij + ik = wij??

Page 16: College 7 Bootsma

Crisis: jij + ik = wij??

•Reactie van gezinsvoogd cruciaal voor verder verloop van de hulpverlening

Page 17: College 7 Bootsma

•“je hebt je niet aan de afspraak gehouden”

•“je hebt achter mijn rug om iets proberen te regelen”

•“als u dit soort dingen doet, kunnen wij niet samenwerken”

Moraliserende valkuilen(reductie):

Crisis: jij + ik = wij??

Page 18: College 7 Bootsma

Crisis: jij + ik = wij??

•Uitnodigen voor gesprek moeder plus Moniek

•Ontspanning. Hoe? Vertel wat je weet, benoem en begrijp dat het veel spanning geeft, hoop dat we een oplossing vinden, stel voor ....................(dus niet veroordelen, dreigen, teleurgesteld zijn)

•Relatie met de cliënt krijgt voorrang

Page 19: College 7 Bootsma

Crisis: jij + ik = wij??

•in tehuis volgt gesprek over mogelijkheden, verwachtingen en vroegere (slechte) ervaringen van moeder en haar bezwaren = (onderhandelen met tehuis)

•moniek ontspant

•moeder wil wel samenwerken, maar blijft het oneens!!

Page 20: College 7 Bootsma

3e bedrijf: Het probleem krijgen dat je hebt

•Moeder blijft tegen plaatsing, maar heeft het gevoel geen kant op te kunnen

•Stel voor plaatsing door te laten gaan (mogelijk in beroep bij kinderrechter)

•Verzoek om extra bezoeken in weekend wordt gehonoreerd

•Afspraak over opnamedatum

Page 21: College 7 Bootsma

Het probleem krijgen dat je

hebt

•Blijft on speaking terms ondanks verschil van mening

•Krediet opgebouwd

•Geen discussie, wel beslissen en dan verder praten over de gevolgen

•Onderzoek motieven van de cliënt om mee te werken (zonder het er mee eens te zijn)

Page 22: College 7 Bootsma

Het probleem krijgen dat je

hebt

• Na de plaatsing: moeder is chagerijnig en verdrietig, reageert venijnig op toenadering

• Verdriet van moeder treft de binnenwereld van de werker, ze voelt zich aangesproken, appèl, voelt zich onmachtig

• Zegt dat ook, en toont dat ze aandacht heeft voor conditie van moeder (erkenning)

• Moeder ervaart haar woorden als troost en steun

Page 23: College 7 Bootsma

Het probleem krijgen dat je

hebt

•Pijnlijke feiten, confronteren, en open staan voor alles wat dit oproept.

•Dit levert wezenlijke veranderingspunten op

•Leren leven met gemis en verlies

Page 24: College 7 Bootsma

Competenties van de werker

•Subjectief: persoonlijke competentie

•Gevoelig

•Ontvankelijk en kwetsbaar

•Innerlijke ruimte en stevigheid

•Zelfkennis en zelfrespect

Page 25: College 7 Bootsma

Competenties van de werker

•Sociale wereld: normatieve/morele competentie

•voelt zich verantwoordelijk

•moreel appèl = oproep tot verantwoord handelen

•morele gevoeligheid concreet laten worden in het verkeer met moeder

Page 26: College 7 Bootsma

Competenties van de werker

•Objectieve wereld: technisch-instrumentele competentie

•omgaan met het appèl

•techniek van complete boodschap (ik-jij-relatie)

Page 27: College 7 Bootsma

4e bedrijf: jij + ik = wij: het werkt

•Feitelijke overeenstemming is innerlijke overtuiging van noodzaak genomen beslissing

•Werker fungeerde als “voorbeeld”

•Zelfwerkzaamheid en sociaal leervermogen gestimuleerd en ontwikkeld

Page 28: College 7 Bootsma

De dialoog

•Heb je de cliënt serieus genomen?

•Begrijp je de wijze waarop zij zichzelf beleeft?

•Heb je de feiten ontrafelt en geordent?

•Herken je wat de normatieve claims zijn?

•Herken je het subjectieve in het verhaal?

Page 29: College 7 Bootsma

De dialoog

•Heb je naar de redenen voor die claims gevraagd?

•Heb je de redenen voor je eigen claims gegeven?

•Heb je die redenen gewogen in samenspraak, op waarheid, juistheid en oprechtheid?

•Wat heb je gedaan om tot overeenstemming te komen over hetgeen bereikt moet worden?

Page 30: College 7 Bootsma

Respect voor persoon en erkenning verantwoordelijkheid voor eigen keuze

van handelen•Wat is autonomie?

Page 31: College 7 Bootsma

• Respecteer de cliënt in haar eigen zienswijze

• Neem serieus wat zij wenst en nastreeft

• Identificeer je intussen niet volledig met de belangen van de cliënt zoals deze die ziet

• Heb een eigen verhaal en durf tegenspeler te zijn

Page 32: College 7 Bootsma

Bonus: casusbeschrijving om je eigen

competenties te onderzoeken rond de vraag:

voel je je als beroepsbeoefenaar aangesproken?

Page 33: College 7 Bootsma

Wilma, moeder van vijf kinderen vertelt:“Ik heb denk ik al bijna twintig jaar te maken met allerlei instanties. Ik heb vijf kinderen en daar zijn er nog drie van thuis. Mijn oudste zoon is bakker en woont op zichzelf. Ik heb er ook eentje die nu negentien is, die is sinds een paar weken in begeleid wonen terechtgekomen. Hij wou niet veel van me aannemen en nu gaat ’ie het zelf proberen. Ik heb wel heel veel problemen met hem gehad. Heel veel. Maar ja, je wijst hem toch niet zomaar de deur. Het blijft je zoon. En van de kinderen die thuis zijn is er eentje van zeventien jaar, eentje van dertien en de jongste wordt in augustus twaalf jaar. Die van zeventien is een klein kindje in een veels te grote verpakking, een heel lief kind. Maar hij is verstandelijk gehandicapt. Die zit daarom op speciaal onderwijs. Door alles wat er gebeurd is kon hij ook niet goed meekomen op school. Die van negentien doet niks nu; geen diploma, geen werk, twee keer gedetineerd geweest. En die van bijna twaalf doet het hartstikke goed op school. Komt alleen maar thuis met achten en negens!”

Page 34: College 7 Bootsma

“Het begon allemaal alweer jaren geleden. Toen woonde ik in Amsterdam. Ik had problemen

met mijn man en ben bij hem weggegaan. Ik kwam in een blijf-van-mijn-lijf-huis terecht. Na

een tijd kwam ik eruit en ben erna met mijn kinderen verhuisd. We konden in een huis

terecht, maar dat zat vol schimmel. Mijn kindjes kregen problemen met hun ademhaling, dus

dat ging niet goed. Omdat ik geen ander huis kon krijgen, ben ik gewoon daar weggelopen.

We kwamen een vrouw tegen en die heeft ons gewoon in huis genomen. Dat was heel lief,

maar het was een heel vies huis. Ook daar zijn we weggegaan. En in de tussentijd was ik

weer zwanger geworden. We konden een ander huis krijgen. Dat was heel hoog en dus niet

handig met kleine kinderen. Uiteindelijk konden we het huis krijgen waar we nu zitten. We

wonen hier al een paar jaar, maar ik wil ook alweer een paar jaar weg. Ik voel me heel

onveilig in deze buurt. Ik wil mijn kinderen gewoon kunnen opvoeden, maar dat kan hier

niet.”

Page 35: College 7 Bootsma

“En niemand kan er iets aan doen. Ze helpen soms wel, hoor. Maar je wordt gewoon nooit

echt geholpen. Als het probleem te groot wordt, geven ze het door aan een andere instantie.

Voor een deel ligt het probleem gewoon bij mij. Die schulden zijn ergens begonnen,

natuurlijk. En ik kan er niet goed tegen. Ik heb van die stresspillen. Maar soms is het gewoon

te veel en dan vlucht ik. Het was tot een paar jaar geleden mijn ex-man, nu is het mijn oudste

zoon en nu en dan zijn het de instanties. Dan ga ik naar een vriendin of soms naar een hotel.

Als de kinderen maar rustig op een bed kunnen liggen. Je gebruikt je geld voor onderweg.

Dan betaal je de rekeningen niet, dus die schuld groeit alleen maar.”

Page 36: College 7 Bootsma

“Mijn zoon van negentien heeft me veel pijn en verdriet gedaan. We hebben veel ruzie gehad. Ik

heb nog een tafel en een kast staan; de rest is kapot gegaan. Hij kwam hier ’s avonds vaak met

vrienden. De muziek stond veel te hard, de kinderen konden niet slapen. En die konden dan ’s

ochtends weer niet naar school, omdat ze de hele nacht niet konden slapen. Toen hij achttien

werd, was hij meerder- jarig. Hij is even op zichzelf gaan wonen. Maar omdat dat niet lukte

kwam ’ie weer thuis. En toen hadden we een budget van zevenenveertig euro in de week, voor

vijf personen! Toen zei ik tegen mijn zoon: ik kan het niet betalen! Maar het moest van hem. Op

dat moment ben ik tegen alles en iedereen waar ik mee te maken had gaan zeggen dat er

dingen in mijn huis gebeurden die ik niet wilde. Ik heb overal gepraat. Iedereen die hier over de

vloer kwam. Gezinsverzorging, jeugdzorg, MEE, GGD, AMK, schuldsanering, huisarts,

buurtagent, Sociale Dienst, CWI. En op een gegeven moment ook bij mijn eigen instanties: het

ziekenhuis, de psycholoog, de neuroloog en de scholen van mijn kinderen. Overal gevraagd of

er niet één of ander project is zodat mijn kind zelfstandig kan gaan wonen. Vooral mijn huisarts

en die wijkagent zijn heel aardig hoor. Die luisteren ook heel goed. Maar niemand lukte het,

niemand kon me helpen. Op een gegeven moment kwam de kinderbescherming wel kijken,

maar die wilden toen mijn andere kindjes meenemen, en niet de oudste! Terwijl de oudste het

probleem was!’’

Page 37: College 7 Bootsma

“Je moet op een gegeven moment gewoon hulp zoeken. Het gaat van schuld naar

deurwaarder, dan kijken ze naar jou, naar je kinderen en dan komen ze er ook niet uit. Op

een gegeven moment zie je helemaal geen lichtje meer branden. Tegenwoordig werken ze

op één lijn. Maar het probleem is: ze weten helemaal niet wat er in mij omgaat! Ik heb al

met zoveel mensen te maken gehad. Soms kwamen er mensen binnen, ze gingen zitten,

praten, koffie drinken en peukies roken. Dan krabbelden ze wat op met een potlood en

vervolgens zag je ze nooit meer.’’

Page 38: College 7 Bootsma

“Nu, op dit moment, heb ik sinds een paar weken eindelijk een beetje rust. Ik heb zelf een tijd

gewerkt als alfahulp. In de thuiszorg was dat. Daar hoorde ik dat er een project was dat mijn

zoon begeleid kon wonen. Daar ben ik dus uiteindelijk zelf achtergekomen! Maar goed, ik heb

toen gebeld. Hij moest zich zelf aanmelden. Dat duurde weer een hele tijd, maar nu woont ’ie

op zichzelf. Het is weer rustig in huis. Ik heb me alleen maar op mijn kinderen gericht. Die

bloeien weer wat op, ze beginnen een beetje geintjes met elkaar te maken, zingen onder de

douche en dansen door het huis. Ze leven weer op.

Page 39: College 7 Bootsma

Dat komt ook: ik heb er nu eentje in huis en die lost echt al mijn problemen op. Janneke

heet ze. Vlot type, gewoon een praatje. Het eerste wat ze zei was: ‘ik heb gehoord dat er

hier heel veel mensen over de vloer komen en hoe komt dat?’ Die luistert echt naar je. Ze

kijkt ook echt naar de kinderen. Die zijn gek op haar. Ze vraagt ook gewoon: ‘Zeg, heb je

hier al eens een brief naar geschreven?’ Of: ‘Wil je dit wel eigenlijk?’ Nou, echt een

fantastische meid. Zij neemt mijn schulden op zich en gaat niet de deur uit voordat ik rustig

ben. Dat is voor mij en mijn kinderen echt heel erg goed.”