Campuskrant 24-nr07

download Campuskrant 24-nr07

of 20

description

Campuskrant jaargang 24 (2012-2013), nr. 7. Campuskrant is het tijdschrift van de KU Leuven.

Transcript of Campuskrant 24-nr07

  • t ijdschrif t va n de k u l eu v en 2 7 m a a r t 2 013 | nr 7 | 24 s t e ja a rg a ng | w w w.k ul eu v en.be /ck /

    verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

    afgiftekantoor2099 antwerpen X

    erkenning: p303221

    tijdschrift - toelating gesloten verpakking

    2099 antwerpen X n bc 6379

    Pb-nr. b-4883

    Mantelzorgenthousiaste reacties op de stadsvestiaire, die donderdagavond 21 maart voor de eerste keer stond opge-steld op de Oude markt. voor anderhalve euro kon je er een hele nacht je jas en tas in bewaring geven. De initiatiefnemers gaan op 28 maart naar de finale van de Start Academy, een ondernemingsplanwedstrijd voor studenten. Daarna hopen ze, met de hulp van investeerders, een permanente vestiaire op te zetten.lees het artikel op pagina 9.

    Het Nederlands is nog lang geen EngelsHet Nederlands is nog niet dood, en een al dan niet vijan-dige overname door het Engels is niet voor morgen. Maar het clich van de taalzuivere Vlaming en de Engelsminnende Nederlander kan wel opgeborgen worden. De Vlaming is zijn puristische reflex zo goed als kwijt, stelt taalkundige Eline Zenner in haar doctoraat, waarvoor ze de invloed van het En-gels op het Nederlands onderzocht.

    Wouter verbeylen

    Geen enkele andere taal heeft momenteel zon grote invloed op het Nederlands als het En-gels, vertelt Eline Zenner. Maar hoe erg is het eigenlijk gesteld? Neemt de invloed van het En-gels nu echt met reuzenstappen toe? En beperkt zich dat dan tot woorden en uitdrukkingen, of is er soms sprake van echte code switching, waarbij Nederlandse en Engelse zinnen worden ge-mengd?

    Om dat na te gaan, onderzocht Zenner in eerste instantie 14.000 jobadvertenties. Die combine-ren twee domeinen die erg ge-voelig zijn voor het Engels: de reclame- en de zakenwereld. Ik bekeek de advertenties die tus-

    sen 1989 en 2008 verschenen in het Vlaamse blad Vacature en in het Nederlandse Intermediair. Het aantal vacatures dat volle-dig in het Engels was opgesteld, steeg in die twintig jaar gevoelig, van een kleine 3 procent in de periode 89-95 tot meer dan 12 procent in de periode 2005-2008. De invloed van het Engels neemt dus zeker toe, maar dramatisch voor het Nederlands zou ik het niet noemen: het blijft slechts n keer op acht in een gevoelig domein.

    Ik keek ook hoe vaak er Engels gebruikt werd voor de functie-titel. Daar is de stijging en het aandeel wel groter: van 1 keer op 7 in de periode 89-95 naar meer dan de helft Engelstalige func-tietitels in de periode 2005-08.

    Vooral sectoren als IT en consul-tancy zijn er gevoelig voor.

    Purisme is passHet clich wil ook dat Nederlan-ders sneller geneigd zijn Engels te gebruiken dan de taalzuivere Vlamingen. Zenner: In Neder-land is het Nederlands al vanaf de Verlichting gaan standaardi-seren. Vlaanderen heeft pas veel later vooral vanaf de jaren 1960 de inhaalbeweging naar de Ne-derlandse standaardtaal ingezet. Het heeft toen in een puristische reflex de Franse leenwoorden in de ban gedaan en in n moei-te ook leenwoorden uit andere talen, zoals Engels en Duits. Ne-derland kende die reflex niet.

    verschijningsdata caMpuskrant jaargang 24 nr. 8 2 mei 2013 nr. 9 29 mei 2013 nr. 10 26 jun 2013

    ( ku leuven | rob stevens)

    Dit kan ik nog twintig jaar doenleven na leuven: bert gabrils, jurist en cOmeDian [14]

    Bruggenbouwer met wereldambitiesingenieursbureau ney & Partners krijgt cultuurPrijs van De ku leuven [3]

    Genetica: nekslag voor de solidariteit?het geva ar van genetische Discriminatie in De gezOnDheiDszOrg [4]

    Lof der luiheidl anterfanten als vOOrwa arDe Om filOsOfie te beDrijven [5]

    Een nieuwe wind door China?kiezen nieuwe chinese leiDers vOOr POlitieke kOerswijziging [13]

    Mensen hebben mijn boeken door!OuD-stuDente els beerten krijgt vl a amse Prijs vOOr jeugDliteratuur [15]

    pagina 8

  • zenuwcellen. Dat stuk is eigen-lijk verlamd, wat soms tot een le-vensbedreigende obstipatie leidt. Maar er bestaan vele aandoenin-gen van de darmen waarvoor we geen medische oorzaak kennen. Vaak schrijft men die toe aan psy-chologische factoren.

    Verkeerd ingeplugdIn samenwerking met een team van het National Institute for Me-dical Research in Londen wilden we in dit onderzoek nagaan in hoeverre fouten in de vroege ontwikkeling van het enterisch zenuwstelsel die aandoeningen kunnen verklaren. We kunnen bij muizen de PCP-genen uit-schakelen: dat zijn de genen die instaan voor de richting en de orintatie van de uitlopers van de enterische zenuwcellen. Als we ze uitschakelen ontwikkelt het net-werk van enterische zenuwcellen zich wel, maar in de verkeerde richting. De verbindingen tussen de verschillende soorten enteri-sche zenuwcellen zijn fout. Dat geeft een misleidend beeld: alles lijkt normaal, want de bekabeling is er. Maar de kabels zijn verkeerd ingeplugd. Bij die muizen zien we abnormale beweeglijkheid van de darmen en een vertraagde transit van de darminhoud.

    De volgende stap in het onder-zoek is nu om na te gaan of mu-taties van PCP-genen bij mensen een rol spelen bij de vele spijsver-teringsaandoeningen waarvoor we nu nog geen medische verkla-ring hebben.

    2 Nieuws campuskrant

    Joris steekt de draak

    nietsdoen en lanterfanten als voorwaarde om filosofie te bedrijven. Lees het artikel op pagina 5.

    tine danschutter

    Mindfulness is een vorm van the-rapie waarbij via meditatie geoe-fend wordt op aandachtig zijn. Een depressie vindt immers vaak haar wortels in een neerwaartse spiraal van negatieve gevoelens en

    piekergedachten. Als een persoon deze gevoelens en gedachten snel-ler leert op te merken, kan er inge-grepen worden nog voordat hij of zij in een depressie belandt.

    Mindfulness werd al vaker ge-test en toegepast bij depressieve patinten. Professor Filip Raes

    van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen onderzocht de methode voor het eerst bij een grote groep jongeren in een Vlaamse schoolcontext, in samenwerking met de vzw Mind-fulness en met de steun van de Stichting Ga Voor Geluk.

    Aan het onderzoek nam een vier-honderdtal leerlingen deel uit het derde tot het zesde jaar van vijf middelbare scholen. Ze werden opgesplitst in een testgroep en een controlegroep. De testgroep kreeg een mindfulnesstraining aangeboden, de controlegroep niet. Beide groepen vulden bij aanvang een vragenlijst in waar-in werd gepeild naar klachten die kunnen wijzen op depressie, angst of stress. Meteen na afloop

    van de training en zes maanden later vulden beide groepen de lijst opnieuw in.

    Voor de start van de mindful-nesstraining hadden de testgroep (21%) en de controlegroep (24%) een vergelijkbaar percentage van leerlingen met aanwijzingen voor depressie. Na de mindful-nesstraining lag dit percentage in de testgroep beduidend lager: 15% tegenover 27% in de contro-legroep. Dit verschil bleef intact na zes maanden: 16% tegenover 31%. Deze resultaten wijzen erop dat mindfulness kan zorgen voor een vermindering van de klach-ten gerelateerd aan depressie, en dat de training bovendien ook beschermt tegen de ontwikkeling van dit soort klachten.

    Mindfulness vermindert kans op depressieklachten bij jongerenLeerlingen van het secundair onderwijs die in de klas een mindfulnesstraining volgen, rapporteren minder tekenen van depressie, angst of stress. Ze hebben ook minder kans op het ontwikkelen van uit-gesproken klachten die kunnen wijzen op depressie.

    coLofon Campuskrantmaandelijks tijdschrift van de ku Leuven

    hoofdredaCtiesigrid somersreiner Van hove

    redaCtieanneleen aerts (stagiaire),tine danschutter, ilse frederickx, Ludo meyvis, Julia nienaber, rob stevens, Jos stroobants, ine Van houdenhove, Wouter Verbeylen, inge Verbruggen

    redaCtieadresoude markt 13 bus 50053000 Leuvent 016 32 40 13 [email protected]

    adresWiJzigingen alumni Lovaniensesnaamsestraat 63 bus 56013000 [email protected] medeWerkersJaak poot, katrien steyaert grafisCh ontWerpCatapult, antwerpen

    Lay-out en zetWerkWouter Verbeylen

    fotografierob stevens

    CartoonsJoris snaet

    reCLameregieinge Verbruggen t 016 32 40 [email protected]

    opLage39.600 ex.

    drukWerkeco print Center, Lokeren

    Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie.

    VerantWoordeLiJkeuitgeVerpieter knapenoude markt 13 bus 50053000 Leuven

    Copyright artikeLsartikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.

    iLse frederickx

    Het enterisch zenuwstelsel is het eigen zenuwstelsel van ons spijsverteringsstelsel, in de darmwand. Het controleert de beweging van onze darmen, de bloedstroom, en de opname en afbraak van voedingstoffen. Dit zenuwstelsel kan zelfstandig functioneren, los van onze her-

    senen. Daarom wordt het ook het tweede brein of little brain ge-noemd.

    Als de enterische zenuwcellen niet goed werken of afwezig zijn, zorgt dat voor allerlei aandoenin-gen. Bij een aantal daarvan is de oorzaak heel duidelijk, vertelt dr. Werend Boesmans, postdocto-raal onderzoeker in de groep van professor Pieter Vanden Berghe,

    een labo binnen de onderzoeks-eenheid Translationeel Onder-zoek van Gastro-enterologische Aandoeningen (TARGID): Bij de ziekte van Hirschsprung bij-voorbeeld zitten er in het laatste stuk van de darm geen enterische

    Nieuw inzicht in tweede breinEen verkeerde bekabeling van het zenuwstel-sel in de darmen kan bij muizen leiden tot maag- en darmaandoeningen. Die vaststel-ling biedt perspectieven voor mensen met aandoeningen waarvoor tot nu toe nog geen medische oorzaak werd gevonden.

    deze microscopische foto toont het netwerk van enterische zenuwcellen in de darmwand van een muis. normale communicatie tussen deze cellen is essentieel voor een goede werking van het spijsverteringsstelsel.

  • 27 maart 2013 Nieuws 3

    cuLtuurpriJs ku Leuven 2013-2014

    Bruggenbouwer met wereldambities

    katrien steyaert

    Laurent Ney is onze meest ge-vraagde bruggenbouwer, tot ver buiten ons land, maar weinig be-kend bij het grote publiek. De jury van de Cultuurprijs wil daar iets aan veranderen, maar Ney zelf zegt in principe niet genteresseerd te zijn in de reacties van het publiek. Je moet een beetje afstand hou-den, anders word je opgegeten. Ik vind het natuurlijk spijtig als er kritiek is, zoals in het Ooster-weeldossier (waarvoor hij de brug ontwierp red.), maar ik kijk nooit achteruit. Onze rol is ook niet po-litiek, maar dienend. Het zijn de politici die op het Fochplein in Leuven zo veel fietsenstallingen hebben gewild. Wij hebben alleen maar getracht op die vraag een zo goed mogelijk architecturaal ant-woord te bieden.

    Dat is net de sterkte van Ney & Partners: creatief denken binnen een strikt kader. Voor elk project moeten we rekening houden met de sociale, politieke, historische, technologische, economische en ecologische context. De vorm die aan al die aspecten beantwoordt, is de perfecte vorm. Ik geloof dat die bestaat, ja, maar het is geen unieke vorm. Voor elk project zijn er veel mogelijkheden.

    no mans landJe weet vooraf niet tot welk re-sultaat je zult komen, maar ik zeg altijd tegen mijn medewerkers: het belangrijkste is niet het ant-woord, maar de vragen die wij stellen. We houden de vormelijke keuze zo lang mogelijk open. Dat is soms lastig. Het is zoeken, niet vinden, nog verder zoeken. Ik ben fier als we een oplossing vinden, maar zolang dat niet zo is, heb ik toch een beetje stress. Dit is natuurlijk geen solowerk, maar mijn team denkt altijd dat ik de ultieme oplossing wel zal vinden. Ik ben daar misschien minder van overtuigd, lacht hij, al heb ik wel vaak een sterke intutie.

    Nog een sterk punt: het bedrijf brengt kwaliteit met beperkte middelen. Ik ben geen voor-stander van sterarchitectuur, net omdat die bijna oneindige bud-getten geen weerspiegeling zijn van de realiteit waarin we leven. Ze maakt misschien maar 1% van de wereld uit, terwijl de andere 99% over de mediocriteit van al-ledag gaat. Het is net in dat no mans land dat ik genteresseerd ben en waar ons maatschappelijk engagement ligt. Soms zien men-sen onze bruggen en denken: Dat moet veel gekost hebben. Nee! Vak-manschap is: weten wat duur is en wat niet, en daarmee spelen.

    Mensen denken ook: als iets technisch goed is, dan is het es-thetisch zwak en omgekeerd. Ik geloof dat beide kunnen en dat je zo een meerwaarde en patrimoni-um voor de toekomst creert.

    speeltuinZestig procent van ons werk be-staat eruit als ingenieurs raad te geven aan de architect. In de ove-rige tijd ontwerpen we zelf: brug-gen, overkappingen of speciale structuren. Ik heb beide nodig. Ik ben het product van mijn vele

    ontmoetingen met creatieve men-sen, maar ik heb ook mijn eigen speeltuin nodig, waarin ik in alle vrijheid fundamentele vragen kan stellen en stappen kan zetten.

    Hij noemt de luifel in de Ant-werpse Tachkemonischool en de voetgangersbrug in Knokke-Hei-st. Schoolvoorbeelden van hoe je meer kunt doen als je de vorm meeneemt in het ontwerpproces. In onze postmoderne opleidingen waren we dat volledig vergeten. Kijk maar naar wat er in de jaren 60, 70 en 80 in Belgi is gebeurd op infrastructuurvlak. Dat we met Ney & Partners ons land weer op de kaart hebben gezet, en getoond hebben dat het anders, positief en kwalitatief kan, daar ben ik wel fier op. En ik ben blij dat de Cultuur-prijs dat nu waardeert. Al beteke-nen zulke prijzen ook dat je oud wordt, lacht hij. Nee, serieus, deze erkenning zal ons helpen tonen aan de volgende generaties dat het anders n beter kan.

    VerrastIk heb wel veel gemotiveerde me-dewerkers, maar het probleem is dat ingenieurs tijdens hun oplei-ding te weinig geschiedenis en cultuur meekrijgen, terwijl ont-werpen de materialisatie is van cultuur. En om te verstaan wat je vandaag doet, moet je weten waar je vandaan komt. Het gebeurt gelukkig wel in opleidingen tot ingenieur-architect, zoals aan de KU Leuven. Soms is hun techni-sche background niet voldoende, maar die kan na hun studies nog gepdatet worden. Ze moeten ook pas na hun studies beslissen of ze ingenieur of architect worden.

    Wat telt, is het werk. Ik hoop dat we nog belangrijke infrastructuur-projecten kunnen doen, en liefst op wereldniveau. We werken nu al in India, China en hebben een bureau in Japan. Dat voedt de cre-

    ativiteit, want als je te lang in n context zit, verlies je je scherpte.

    Toen ik het bedrijf opstartte, had ik dit nooit kunnen voorspel-len. Het heeft me geleerd om open te blijven. Dan gebeuren de din-gen. En daar draait het uiteinde-lijk om voor mij: verrast worden.

    Ingenieursbureau Ney & Partners krijgt de Cul-tuurprijs van de KU Leu-ven. Het is een erkenning van ons maatschappelijk engagement, en een on-dersteuning van onze wil om aan de volgende ge-neraties te tonen dat het anders n beter kan, zegt boegbeeld Laurent Ney.

    Geciteerd

    Oorlogswinstde morGen, 8.3.2013

    Als een land uiteenspat door oorlog of crisis, zijn het vaak de vrouwen die de boel over-eind houden. En de geschie-denis leert dat oorlogen vrouwen uiteindelijk geen windeieren leggen. In tal van landen kregen vrouwen ofwel kort na de Eerste ofwel vlak na de Tweede Wereldoorlog stemrecht. Er is geen eendui-dig verband, maar de rol die vrouwen in de oorlog op zich namen, was wl een argument om ze toe te laten tot de poli-tieke besluitvorming, zegt Leen Van Molle, professor he-dendaagse geschiedenis aan de KU Leuven. () Als ik interviews afneem van vrouwen die kort na 1945 moe-der geworden zijn, dan merk je dat zij hun dochters anders opvoedden. Ze moedigden de meisjes aan om te studeren want je weet maar nooit. Het gezin kon uiteenvallen door een oorlog. En er is nog een reden waar-om het leven van vrouwen ver-andert na een oorlog: mannen zijn anders geworden. Uit onderzoek blijkt dat Duitse mannen na de oorlog aange-moedigd werden een rol in het gezin op te nemen en dan niet op de patriarchale manier van vroeger. Vooral als een land of partij een oorlog verliest, kunnen vrouwen daarvan de vruchten plukken. De man-nen lijden een nederlaag. Ze hebben niet gedaan wat van hen verwacht werd en dat ver-andert alles.

    Name & shamede standaard, 12.3.2013

    Twee Nederlandse longartsen doen op een nieuwe website aan naming and shaming van politici en bedrijfslui die flink bijverdienen als lobbyist voor de tabaksindustrie. () Professor Roger Blanpain, die in ons land al jaren de strijd tegen tabak leidt, vindt die strategie geen goed idee. Je moet op de bal spelen, niet op de man. Wat mij betreft is het heel eenvoudig: tabak is ern-stig vergif, en zou dus verbo-den moeten worden.Het is aan de politiek om de tabakskwaal aan te pak-ken met goede maatregelen. Langs economische weg is dat veel moeilijker. Tegen de macht van de internationale tabakslobby valt weinig te be-ginnen. Er leven 1,5 miljard rokers op deze planeet, die samen dagelijks 30 miljard sigaretten roken. Je kunt je voorstellen hoeveel invloed de industrie daarachter kan uit-oefenen op organisaties zoals de Wereldgezondheidsorgani-satie. Daarom is het vooral be-langrijk via wetgeving aan de weg te timmeren. Niet via het te kijk zetten van individuen, dat leidt tot niets anders dan tot inbreuken op de privacy-wetgeving.

    Laurent ney voor een foto van voetgangersbrug de Lichtenlijn in knokke-heist: het ontbreekt ingenieurs nog te veel aan cultuur. ( ku Leuven | rob stevens)

    cultuurprijsde tweejaarlijkse Cultuurprijs, mogelijk gemaakt door het Blanlin-evrart-fonds en goed voor 10.000 euro, gaat naar een vernieuwend Belgisch kunstenaar met verdien-sten op het vlak van vorming en/of onderzoek in de kunsten. de prijs 2013-2014, onder voorzitterschap van professor mart Buekers, staat in het teken van architectuur, interi-eurarchitectuur en productdesign. rector mark Waer overhandigt Laurent ney de prijs tijdens een academische zitting op dinsdag 30 april. professor Luc Verpoest spreekt de laudatio uit. in 2015-2016 staat de muziek centraal.www.kuleuven.be/cultuur/prijs/cultuurprijs.htm

    Wie is Laurent ney?

    48 jaar, Luxemburger woont en werkt in Belgi sinds 1984

    opgeleid als burgerlijk ingenieur bouwkunde in Luik en aken

    richt in 1998 ingenieursbu-reau ney & partners op

    biedt technische ondersteu-ning aan architecten

    bekend voor voetgangers-bruggen, zoals de Collegebrug in kortrijk, en structuren, zoals de koepel van het nederlands scheepvaartmuseum; bouwt nu de oversteek, een impo-sante brug in nijmegen

    start in 2012 ney & partners Japan, met kantoor in tokio

    sinds 2005 docent aan de Universit Libre de Bruxelles

  • 4 Nieuws campuskrant

    Genetica heeft impact op solidariteit in gezondheidszorg

    Ilse FrederIckx

    Professor Ine Van Hoyweghen keert via het Odysseus-program-ma (zie kader) van Maastricht terug naar Leuven, waar ze soci-ale wetenschappen studeerde en doctoreerde over het gebruik van

    genetische testen in de verzeke-ringsbranche: In de jaren 90 heerste er angst voor genetische

    discriminatie: de angst dat ver-zekeraars mensen op basis van genetische informatie die ziek-tes voorspelbaar maakte hoge premies zouden aanrekenen of zelfs uitsluiten. Ondertussen is er in de meeste Europese landen wetgeving gekomen om het ge-

    bruik van genetische informatie aan banden te leggen bij verzeke-raars. De genetica betekende dus

    niet de nekslag voor onze solida-riteit. Integendeel, er ontstond een nieuwe vorm van solidariteit: die met de slachtoffers van ge-netische risicos.

    PineutWe zijn nog steeds bang voor genetische discriminatie, maar de slinger lijkt nu wel volledig omgeslagen: Patinten met ge-zondheidsproblemen die met hun levensstijl te maken heb-ben, zijn vandaag de pineut. De roker met longkanker wordt in-dividueel verantwoordelijk ge-steld voor zijn gedrag. Maar die denkwijze is nog gebaseerd op de genetica van het eerste uur, toen men onderzocht welke gen-mutatie verantwoordelijk is voor een erfelijke ziekte. Ondertussen is duidelijk dat het meestal niet zo eenvoudig is: veel aandoenin-gen zijn het gevolg van een com-binatie van verschillende genen n omgevingsfactoren. Het on-derscheid tussen die biologische en sociale factoren bij een ziekte gaat dus niet meer op. Levensstijl en leefomgeving benvloeden de genen en omgekeerd. De gene-tica staat ondertussen een stap verder, maar het denken daar-over in de samenleving niet.

    Op Europees niveau woedt nu de discussie of het verbod op ge-netische testen in de verzekerin-gen moet worden uitgebreid naar alle voorspellende testen en risi-cos, schetst Ine Van Hoyweghen: Als we toch geen grens kunnen

    trekken tussen wat genetisch en niet-genetisch bepaald is, moe-ten we dan niet alle risicos be-schermen in de verzekeringen en niet alleen de genetische? En betekent dat dan het einde van de verzekeringsindustrie, omdat ze geen risicoselectie meer kan uitvoeren? In mijn onderzoek buig ik me over de vraag hoe we ons idee over solidariteit kunnen herdenken en veiligstellen. Daar komt ook veldwerk bij te pas: op beleidsniveau, bij verzekeraars n bij patinten.

    Had de roker met longkanker zijn ver-stand maar moeten gebruiken? Zijn we alleen nog solidair met slachtoffers van erfelijke ziektes? Wat met ziektes die zo-wel afhangen van onze genen als van onze levensstijl en leefomgeving? De ont-wikkelingen in de genetica veranderen onze ideen over solidariteit en over ver-zekeringen in de gezondheidszorg. Socio-loge Ine Van Hoyweghen bestudeert hoe.

    Ine Van Hoyweghen: Het onderscheid tussen biologische en sociale facto-ren bij een ziekte gaat niet meer op. Levensstijl en leefomgeving benvloe-den de genen en omgekeerd.

    ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Er ontstaan nieuwe vormenvan solidariteit, met de

    slachtoffers van genetischerisicos bijvoorbeeld.

    Hand en brein in symbiose

    Jaak poot

    Binnen de neurowetenschap-pen specialiseer ik mij in de stu-die van de bewegingen die onze handen maken en hoe handen en hersenen elkaar aansturen, zegt Davare. Wij maken elke dag hon-derden handbewegingen als we drinken, typen, autorijden, ons aankleden. Maar weinigen besef-fen hoe ingewikkeld die proces-sen zijn. Observeer een robot en dan zie je hoe pover onze kennis is. Want die robot werkt alleen maar vanuit wat hij ziet. Dat is heel beperkte informatie. Als ik een glas wil vastpakken, dan stu-

    ren mijn ogen informatie naar mijn hersenen over formaat en gewicht. Als ik het glas aanraak, stuurt mijn tastzin feedback naar mijn brein. Die vertelt bijvoor-beeld dat het ijskoud of heet is, zwaarder of lichter is dan het lijkt. Het brein stuurt dan nieuwe impulsen naar de hand om de bewegingen bij te sturen. Er is voortdurende interactie tussen oog- en tastzin.

    Ik wil me toeleggen op de stu-die van de manier waarop ons brein inspeelt op die interactie tussen informatie van meerdere zintuigen. Robotstudies beke-ken tot nu hoe informatie van

    het brein naar de handen gaat. Bijna niemand bestudeerde de informatie die de hand naar de hersenen terugstuurt. In de Ver-enigde Staten is men volop bezig met de ontwikkeling van tactiele sensoren. Ik wil de robot kunnen vertellen hoe hij met de informa-tie van die nieuwe bronnen moet omspringen. Dan kunnen we be-tere neuroprothesen maken voor patinten.

    Bijsturen met gameIk heb al een virtuele testomge-ving ontworpen waarbij ik drie-dimensionale beelden op een computerscherm projecteer. Ik

    laat proefpersonen naar die ob-jecten grijpen en analyseer via elektroden en transcranile mag-netische stimulatie (TMS) wat er in de hersenen gebeurt. Bij TMS gaat er elektrische stroom door een spoel van koperdraad op het hoofd van de proefpersoon. Deze stroom genereert een magnetisch veld en dat induceert een stroom in het brein die neuronen acti-veert. Zo kan ik een hand doen bewegen. Of waarnemen wat er gebeurt als ik de normale hersen-activiteit verstoor.

    De analyse leidt tot betere diag-noses en geeft aanwijzingen over hoe een revalidatie best verloopt. Bijvoorbeeld door een patint handelingen te doen uitvoeren op mijn driedimensionale pro-jecties in een spelvorm met sco-res, waarbij hij gamend zijn be-wegingsvaardigheden bijstuurt en verbetert.

    Marco Davare werd in het He-negouwse Edingen geboren. Zijn Italiaanse vader kwam in de jaren 60 naar Belgi om hier te stude-ren, ook zijn moeder is Italiaan-se Belg. Het aanbod om in het Odysseus-programma (zie kader) te stappen beantwoordde aan al mijn criteria. Dit programma is

    evenwaardig aan aanbiedingen uit de VS of Canada. Ik krijg wer-kingsmiddelen en een volwaar-dige academische functie als professor in een toonaangevend team neurowetenschappers aan de topuniversiteit van Belgi. De kers op de taart? Ik houd heel

    veel van Belgi en mijn familie en vrienden wonen hier. Ik ken Frans en passief Nederlands. Nu nog werken aan mijn spreektaal!

    Neurowetenschapper Marco Davare start in december een nieuw Odysseus-onderzoeks-project aan de KU Leuven rond de analyse van handbewegingen en hun interactie met het brein. De doelstelling? Betere robot- protheses en verfijnde revalidatie van patin-ten. Daarvoor komt de Belgische onderzoeker uit Londen terug naar Leuven.

    Marco Davare Als jeeen robot

    observeert, zie je hoe

    pover onzekennis is.

    metodysseus (terug) naar VlaanderenDe KU Leuven is acht weten-schappers rijker dankzij het Odysseus-programma van het Fonds Wetenschappelijk On-derzoek-Vlaanderen (FWO), dat grote budgetten uittrekt om top-onderzoekers zowel uitgewe-ken Vlamingen als buitenlanders naar onze universiteiten te halen. Zij krijgen startfinancie-ring voor een onderzoeksgroep n een vaste aanstelling aan de universiteit. Van de nieuwe lich-ting namen die minister Ingrid Lieten in november vorig jaar bekendmaakte, komen er acht naar de KU Leuven:

    marco davare (Faculteit Be-wegings-en Revalidatieweten-schappen, promotor Stephan Swinnen) zie artikel hieron-der

    Joris de Wit (Faculteit Ge-neeskunde, promotor Patrik Verstrepen)

    Hans Janssen (Faculteit Inge-nieurswetenschappen, pro-motor Staf Roels)

    kian koh (Faculteit Genees-kunde, promotor Catherine Verfaillie)

    Benedikt szmrecsanyi (Facul-teit Letteren, promotor Dirk Geeraerts)

    Wim thielemans (Faculteit Wetenschappen Kulak en Faculteit Ingenieursweten-schappen, promotoren Hans Deckmyn en Jan Vermant)

    Jeroen Van Boxtel (Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, promotor Jo-han Wagemans)

    Ine Van Hoyweghen (Facul-teit Sociale Wetenschappen, promotor Jos Berghman) zie artikel hiernaast

    ( in

    gezo

    nden

    )

  • 27 maart 2013 Maatschappij 5

    Tijdens het Feest van de Filosofie op 30 maart komt Tom Hodgkinson een lans breken voor de kunst van het nietsdoen: Being idle is een voorwaarde voor een gelukkig en succesvol leven. En voor fi-losofie natuurlijk.

    Ine Van HoudenHoVe

    Professioneel lanterfanter Hodg-kinson (44) is auteur van vier boeken, uitgever van The Idler Magazine, columnist en vader van drie. Onlangs opende hij met zijn vrouw een boekhandel annex koffiehuis en o ja, hij kweekt ook nog zijn eigen groenten. Practise what you preach? Die groenten, daar ben ik mee gestopt, dat is op een ongeziene ramp uitgedraaid. (lacht) Maar inderdaad: niets-doen is nuttig en nodig, maar je kan het niet doorlopend in prak-tijk brengen.

    Tijdens het Feest van de Filoso-fie, een initiatief van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, komt hij praten over ledigheid als voor-waarde om filosofie te bedrijven. Ik heb het dan niet over sloth of gemakzucht, spirituele luiheid dat is een doodzonde. Maar wel over luiheid in positieve zin: contemplatie, reflectie. Alle grote filosofen zagen dat als een voor-waarde om een gelukkig leven te kunnen leiden en creatief te kun-nen zijn. Aristoteles en zowat alle Griekse filosofische stromingen, Thomas van Aquino, Niemand beschuldigde monniken die de halve dag in gebed waren verzon-ken ervan lui te zijn. Rousseau, Locke Ook Nietzsche had een afkeer van het werkethos en be-nadrukte de nood aan rust.

    Een mens heeft het nodig om af en toe wat langer in bed te blij-ven liggen, op een bankje te zit-ten zonder iets nuttigs te doen Dat is vaak wanneer je de beste ideen krijgt. Die je dan achteraf in praktijk moet brengen, dat is natuurlijk de paradox. Stel dat

    je jezelf wil bevrijden van het be-staan als loonslaaf en zelfstandi-ge wordt, dan genereert dat weer een hoop werk. Je kan daarom hoogstens deeltijds idle zijn. Er zijn veel bekende lanterfanters geweest die tegelijk heel hard werkten en aartslui konden zijn: Samuel Johnson, die in de 18de eeuw de column The Idler schreef, kon rustig tot twee uur s middags in zijn bed liggen, maar was tege-lijkertijd geweldig productief. Of neem John Lennon, die de lof van het nietsdoen in vele liedjes be-zong, maar niettemin heel ambi-tieus was.

    Uiltje vangenDit debat heeft altijd bestaan, maar is vandaag actueler dan ooit. Veel mensen voelen zich ge-vangen in de ratrace. Maar het is niet onmogelijk om te ontsnap-pen. In andere delen van de we-reld zie je dat mensen zich zon-der schuldgevoel overgeven aan nietsdoen; wij in onze contreien hebben meer last van een calvi-nistisch werkethos. Je kan dat af-schudden als je je realiseert dat je door maatschappij en opvoeding bent geconditioneerd.

    Ikzelf ben altijd geweest zoals ik ben. Op mijn vijfentwintigste stopte ik met me schuldig te voe-len en startte ik met The Idler Ma-gazine. Het heeft mijn dagelijkse leven alvast verbeterd! Mijn moe-der zegt dat ik gewoon een ma-nier heb gevonden om mijn eigen persoonlijkheid tot filosofie te verheffen. (lacht)

    Maar niet iedereen gaat zover om zijn job op te geven, op een boerderij te gaan wonen en zo-veel mogelijk zelfbedruipend te

    worden. Met kleine dingen kom je soms ook al ver. Een behoor-lijke lunchpauze nemen bijvoor-

    beeld. Daarin kan je een wande-ling maken ik raad absoluut aan om een uur per dag te wan-

    delen: gratis en therapeutisch! Verken je eigen stad. Ga een kerk binnen. Of ga op een bankje zit-

    ten en staar gewoon een beetje voor je uit. Neem een notitie-boekje mee om je observaties en

    gedachten neer te schrijven. Hou een nieuwsbreak en lees in plaats daarvan pozie om je geest te ver-heffen ook een goede tip voor op de trein trouwens. Veel men-sen leven als een slaaf en hebben geen enkele controle over hun tijd: potische contemplatie kan helpen.

    En vooral: slaap meer! Ikzelf mik op negen of tien uur per et-maal. Ook dutjes zijn heel be-langrijk, vooral als je een stress-vol leven leidt: twintig minuutjes een uiltje vangen na de lunch kan heel gelukkig maken en een dam zijn tegen het deprimerende ni-ne-to-five-bestaan.

    www.feestvandefilosofie.be

    Lanterfanten is een noodzaak

    Tom Hodgkinson: Mijn moeder zegt dat ik gewoon een manier heb gevonden om mijn eigen persoonlijkheid tot filosofie te verheffen. (lacht) ( ingezonden)

    Slaap meer!Ikzelf mik op

    negen of tien uurper etmaal.

    Ontdek hoe

    je een festiv

    al verovert

    www.kuleuvenstudentsonstage.be

  • 6 Onderzoek campuskrant

    Moeder met kind?Mislukte framboos?Fotograaf: Alexander Vrijdaghs

    Een vroeg ontwikkelingsstadi-um van een nbloemig aartje van Uncinia rubra, een siergras met rode bladeren dat tot de familie van de cypergrassen behoort. Alexander Vrijdaghs van het Instituut voor Plant-kunde en Microbiologie doc-toreerde in 2006 op de bloem-ontwikkeling bij cypergrassen: Cypergrassen zijn hier be-kend als zeggen en biezen. Ze komen veel voor in de tropen: de Nijl staat er bijvoorbeeld vol van. Papyrus is bij ons bekend als kamerplant.In ons labo onderzoeken we de evolutie en biodiversiteit van de bloemplanten. Door DNA te vergelijken reconstru-eren we de stambomen van soorten. Die stambomen zijn natuurlijk maar hypotheses: ze worden getest met behulp van data over de verschijningsvor-men. Vroeger werden die data hoofdzakelijk verkregen door

    volwassen planten en bloe-men te onderzoeken. Daardoor waren er vaak foute interpre-taties. Nu vergelijken we de bloemontwikkeling vanaf het vroegste ontwikkelingsstadi-um tot de volwassen bloem. Op de foto zie je een zeer jong aartje van de zegge Un-cinia rubra. Bij de meeste cy-pergrassen zijn de bloemen tweeslachtig: ze bevatten zo-wel de mannelijke meeldraden als een vrouwelijke stamper. Bijzonder bij zeggen is dat de bloemen eenslachtig zijn: met alleen een stamper of alleen meeldraden. Hier zie je een vrouwelijke bloem met een stamper, die nog maar net tot ontwikkeling komt: de paars-rood ingekleurde structuren op de foto. De andere kleuren zijn structuren van het zich ontwikkelende nbloemig aartje. (if)

    Bent u onderzoeker aan de KU Leuven en maakt u intrigerende wetenschapsfotos? Mail ze naar [email protected]

    Beeldige wetenschap

    Het menselijk lichaam is gepro-grammeerd om in levensbedrei-gende situaties het hormoon cortisol aan te maken. Zodra de hersenen een stressvolle situatie waarnemen, sturen ze een signaal naar de hypofyseklier die op haar beurt de bijnier ertoe aanzet om een flinke hoeveelheid cortisol te produceren en rond te sturen via de bloedbaan. Dit stresshormoon zorgt ervoor dat het lichaam een vecht- of vluchtreactie kan voor-bereiden. Cortisol voorziet het li-chaam snel van energie, verhoogt de bloeddruk en stimuleert het hart. De bijnier is dus een essen-tieel orgaan om stressvolle situa-ties te overleven.

    Wanneer iemand ernstig ziek wordt, ervaart het lichaam dit als een extreme bedreiging. Bij pati-enten op intensieve zorgen ging men ervan uit dat de bijnieren veel cortisol moeten produceren. Een aantal patinten zou echter die extra hoeveelheid cortisol niet kunnen aanmaken, en dus een behandeling met een forse dosis meer dan zes keer de normale dagproductie nodig hebben om te overleven.

    Logische reactieHet onderzoeksteam van het La-boratorium voor Intensieve Ge-neeskunde heeft nu met studies bij patinten op de Afdeling In-

    tensieve Zorgen aangetoond dat deze redenering niet klopt. De verhoogde cortisolwaarden in het bloed van kritiek zieke patinten

    worden in de eerste plaats veroor-zaakt door een onmiddellijke rem op de afbraak van cortisol, terwijl de aanmaak amper stijgt en al

    helemaal niet geactiveerd wordt door de hypofyseklier. Op zich lijkt deze reactie van het mense-lijk lichaam logisch: als er meer cortisol nodig is voor de vecht- of vluchtreactie, dan is het remmen van de afbraak van cortisol zeer efficint. De afbraak van cortisol stopt omdat de afbrekende enzy-mes worden uitgeschakeld in de lever en de nier, de organen die cortisol erg nodig hebben in kri-tieke situaties.

    Deze nieuwe inzichten zetten het klassieke denken over stress op zijn kop en hebben belang-rijke gevolgen voor de behande-ling van patinten op intensieve zorgen. Aangezien vooral de af-braak van cortisol is geremd tij-dens kritieke ziekte, lijkt de hui-dige aanpak om te behandelen met een forse dosis cortisol fout, omdat dit leidt tot een overdosis met nadelige neveneffecten. De resultaten kunnen ook van be-lang zijn voor een beter begrip van andere stressvolle situaties, zoals depressies en angststoor-nissen, al vraagt dit nog verder onderzoek.

    Het lichaam van patinten op intensieve zorgen reageert op stress door de afbraak van het stresshormoon cortisol te remmen. Dat blijkt uit onderzoeksresultaten van het Laboratorium voor Intensieve Geneeskunde onder leiding van professor Greet Van den Berghe. Die bevinding gaat in tegen het gangbare idee dat patinten op intensieve zorgen vaak onvoldoende cortisol kunnen aanmaken en er dus mee behandeld moeten worden.

    Behandeling van kritieke patinten met cortisol dient bijgesteld

    De huidige behandeling met een forse dosis cortisol

    is fout omdat ze leidt tot een overdosis met nadelige

    neveneffecten.

  • 27 maart 2013 Onderzoek 7

    ilse Frederickx

    Wat bestudeert u?Ik doe antiviraal onderzoek aan het Rega-instituut van de KU Leu-ven, vooral over hiv. Het doelwit van dat virus zijn witte bloedcel-len die te maken hebben met onze afweer: hiv vernietigt die en doet zo ons immuunsysteem langzaam en onomkeerbaar afta-kelen. Eens een cel besmet is met hiv, is dat voor altijd. Je kan het dan niet meer kwijtspelen, zoals wel kan met andere virussen. Ons onderzoek spitst zich toe op het afstoppen van het virus voordat het in cellen dringt.

    Naar welke bijeenkomst bent u geweest?Naar de twintigste editie van de jaarlijkse CROI (Conference on Retroviruses and Opportunistic Infections), de topconferentie in ons vakgebied dit jaar in Atlanta (VS). Er werken enorm veel men-sen op hiv. Bij de opening zaten we in een zaal die zeker drie voet-balvelden groot was, met zon 4.000 deelnemers.

    Een vaccin ontwikkelen zit er voorlopig niet in: het virus

    is te variabel en de technologie ontbreekt. Maar als je besmet geraakt, kan je wel twintig jaar verder leven met n pil per dag. Aids is een chronische in plaats van een dodelijke ziekte gewor-den. Maar toch komen er jaar-lijks nog steeds twee miljoen ge-infecteerden bij: in Afrika richt de ziekte een ravage aan, vooral onder jonge vrouwen. Het is zaak om die mensen te beschermen tegen nieuwe infecties. Dit jaar waren de recente ontwikkelingen op het gebied van microbiciden dan ook een belangrijke topic op de conferentie: dat zijn gels en ringen om vaginaal of rectaal in te brengen, die stoffen bevat-ten om hiv-overdracht tegen te gaan.

    Wat is u bijgebleven van de con-ferentie?Er waren tot nu toe al veel gels ontwikkeld, maar die gaven slechte resultaten. Niet omdat de producten niet werken, maar omdat mensen ze niet conse-quent gebruiken. Men zoekt dus makkelijkere manieren om te be-schermen tegen nieuwe infecties. Nu zijn er experimenten met vagi-nale ringen die bijvoorbeeld een

    maand blijven zitten, met goede resultaten.

    Ook was er een druk bijgewoon-de lezing over een pasgeboren kindje dat besmet was met hiv. Na een behandeling van 18 maanden met verschillende krachtige hiv-remmers is het hiv-vrij verklaard. Bij jonge kinderen waar het virus in lage concentratie aanwezig is, is het dus mogelijk te genezen. Al blijft nu de vraag of er bij dat kind op termijn toch geen hiv gevon-den zal worden.

    Zelf heb ik een presentatie gegeven over griffithsine, een an-tivirale protene die uit blauw-algen wordt gehaald. Het is een enorm krachtig middel om de deuren dicht te houden voor hiv, zodat het de cellen niet kan bin-nendringen. In tegenstelling tot andere middelen blokkeert het alle hiv-subtypes. Dat is belang-rijk omdat de virussen in Afrika verschillend zijn van deze in Eu-ropa en Amerika. Hopelijk zal het middel een toekomst vinden als microbicide. Ik heb daarover goede gesprekken gehad met collegas uit de hele wereld. Dat geeft een enorme boost om nog harder te werken aan je onder-zoek.

    [DE CONgrEsgANgEr] Elke maand vertrekken tientallen proffen en onderzoekers naar een congres, workshop of symposium om verse inspiratie op te doen. Welke nieuwe wetenschappelijke stromingen ontdekken ze in hun territoriale wateren? In deze aflevering stellen we de vraag aan hiv-onderzoeker Dominique Schols.

    Dominique schols ( KU Leuven | rob stevens)

    ilse Frederickx

    Je kan de hersenen op verschil-lende niveaus bestuderen, legt onderzoeker David Alexander uit: Je hebt de zenuwcellen, de circuits tussen die zenuwcellen, de Brodmann-gebieden her-sengebieden die een bepaalde functie hebben en de hele her-senschors. Traditioneel kijken wetenschappers naar plaatselijke hersenactiviteit, bijvoorbeeld in de Brodmann-gebieden. Ze ma-ken dan eegs (elektro-encefalo-grams red.) om de elektrische activiteit tijdens een opdracht te meten en ze proberen die activi-teit vervolgens terug te voeren op

    n of meer van die gebieden.In dit onderzoek verkennen

    de psychologen onontgonnen terrein: Wij bestuderen de ac-

    tiviteit in de hersenschors als geheel. Onze hersenen zijn een non-stop actief systeem. Als we iets waarnemen, komt die in-

    formatie in onze hersenen niet in een specifiek deel terecht: ze wordt toegevoegd aan de al bestaande activiteit van onze hersenen. Als we de elektroche-mische activiteit van de hele her-senschors meten, dan zien we golfpatronen. Hersenactiviteit is dus niet iets plaatselijks, maar beweegt van een deel van de her-senen naar een ander. De lokale activiteit in de Brodmann-gebie-den is eigenlijk niet meer dan het gemiddelde resultaat van die golfbewegingen.

    Elke activiteitsgolf in de her-senschors is uniek. Stel: iemand herhaalt dezelfde beweging, zo-als met de vingers trommelen.

    Dan wordt telkens lokaal het centrum voor motoriek in de hersenen aangesproken. Maar toch krijg je een andere golf over de hersenschors in zijn geheel. Misschien was de persoon eerst genteresseerd, de tweede keer verveeld of had hij andere ge-dachten en bedoelingen bij de beweging.

    De richting van de golven is ook betekenisvol. Het is bijvoorbeeld al duidelijk dat bij kinderen de golven meer van achter naar vo-ren lopen dan bij volwassenen. Met verder onderzoek hopen we te ontrafelen wat de verschillende trajecten van de activiteitsgolven betekenen.

    Beeldige wetenschapActiviteitsgebieden van de hersenen zijn misleidendHersenactiviteit wordt traditioneel aan gebieden gelinkt: bij het spreken, bijvoorbeeld, is het spraakcentrum in de hersenen ac-tief. Dat is een te beperkte visie: de hele hersenschors is actief en dat in patronen: golven van activiteit rollen van de ene kant van de hersenen naar de andere. Dat blijkt uit een studie door een inter-nationaal team van psychologen onder leiding van David Alexan-der en Cees van Leeuwen van de KU Leuven.

    Een still uit een video van een golf van hersenactiviteit die in ongeveer 100 milliseconden over het hele oppervlak van de hersenen trekt. Links in beeld de linkerkant van het hoofd, rechts in beeld de rechterkant van het hoofd. De golf ontstaat laag in de linkerhelft van het hoofd en gaat naar de voorkant, laag aan de rechterkant. De kleurenschaal toont de piek van de golf als een warme kleur en het dal van de golf als een koude kleur.

    Als je eenzelfde bewegingherhaalt zoals met de

    vingers trommelen loopt er telkens toch een andere golf

    over je hersenschors.

  • 8 Nieuws campuskrant

    Ine Van HoudenHoVe

    Koen Lamberts (49) is een beetje verrast door de media-aandacht vanuit Belgi voor zijn nieuwe job: Hier vindt niemand het bij-zonder dat uitgerekend ik vice chancellor word. Ik denk dat men amper beseft dat ik uit Vlaande-ren kom; ze kunnen mijn accent meestal niet goed thuisbrengen. Zo zwaar is dat accent trouwens ook niet meer na twintig jaar: mijn Limburgse accent als ik Ne-derlands spreek, is erger. (lacht)

    Hij vertrok kort na zijn docto-raat in de experimentele psycho-logie naar Groot-Brittanni: In 92 was het bijzonder moeilijk om in Belgi een plaats te bemachti-gen. Via een professor die ik had leren kennen tijdens zijn bezoek aan Leuven, kreeg ik het aanbod om aan de universiteit van Bir-mingham docent te worden het hoger onderwijs in Groot-Brit-

    tanni was toen sterk aan het uit-breiden. Zes jaar later stapte hij over naar de universiteit van War-wick. Ik werd er vrij snel depar-tementshoofd, en nadien facul-teitsvoorzitter. Drie jaar geleden gaf ik het lesgeven definitief op om pro vice chancellor te worden, te vergelijken met een vicerector bij jullie. En vorig jaar werd ik be-noemd tot deputy vice chancellor wat inhoudt dat ik verantwoor-delijk ben voor het academische budget en de vice chancellor ver-vang als die er niet is.

    Onbepaalde duurBritse universiteiten organiseren geen interne verkiezingen om een vice chancellor aan te stellen, maar maken gebruik van open vacatures en headhunters om op zoek te gaan naar de meest ge-schikte kandidaat: Na een pro-cedure van vier maanden viel de keuze half maart op mij. Ik zal

    pas op 1 januari volgend jaar in dienst treden, als de huidige vice chancellor met pensioen gaat. Ik krijg een contract van onbepaal-de duur, wat niet altijd het geval is: veel andere universiteiten be-noemen hun vice chancellor voor een bepaalde termijn.

    Een vice chancellor is zowat de ceo van de universiteit, en daar-naast ook verantwoordelijk voor de academische reputatie. Gele-genheden zoals de opening van het academiejaar en de graduati-on ceremonies worden soms door de vice chancellor waargenomen,

    maar meestal door de chancellor: dat is een voornamelijk represen-tatieve functie, die gewoonlijk wordt ingevuld door een vooraan-staande figuur: Lords, Sirs, cap-tains of industry, aartsbisschop-pen, Prince Charles en Princess Anne

    En dan is er ook nog de pro chan-cellor, de voorzitter van de council, de beheerraad zeg maar, die de strategische beslissingen neemt en waaraan de vice chancellor ver-antwoording moet afleggen.

    De universiteit van York is, net als die van Warwick, heel selec-tief in het aanvaarden van stu-denten: Je moet in de middel-bare school erg goede resultaten hebben behaald. Het gevolg is dat het slaagpercentage schommelt rond 95%. Er is ook een financi-ele drempel: Het inschrijvings-geld bedraagt 9.000 euro voor

    een buitenlandse student zelfs nog mr. De meeste studenten gaan een studielening aan, die ze terugbetalen zodra ze genoeg ver-dienen. Maar sommige studen-ten maken zich veel zorgen om de schulden die ze op die manier op-bouwen die drempel weer verla-

    gen, dat is een belangrijk thema hier op dit moment.

    Over zijn eigen plannen als vice chancellor wil hij niet veel kwijt: Ik heb nog bijna niemand van York gesproken, op de sollicita-tiegesprekken na. Het zou wat voorbarig zijn om nu al uitspra-ken te doen. Met de Britse pers was afgesproken dat ze me na het persbericht met rust zouden la-ten tot ik in functie ben. Maar dat was buiten de Vlaamse pers gere-kend. (lacht)

    Oud-student wordt rector in EngelandDe universiteit van York heeft alumnus Koen Lamberts gekozen als nieuwe vice chancellor zeg maar rector. Dat een buitenlander zon functie krijgt, daar kijkt hier niemand van op.

    Koen Lamberts ( ingezonden)Ze horen hier zelden dat ik uitVlaanderen kom. Mijn Limburgse accent als ik Nederlands spreek,

    is erger. (lacht)

    Van die puristische erfenis vind je nog wel sporen terug: in Vlaanderen gebruikt men in job-advertenties nog minder Engelse functietitels dan in Nederland. Maar dat is slechts een histori-sche achterstand: de snelheid waarmee het Engels toeneemt, is in beide landen even sterk. Het Vlaamse purisme leeft dus niet echt meer. Je ziet bijvoorbeeld dat er vandaag in Vlaanderen zelfs meer volledig Engelstalige advertenties verschijnen dan in Nederland. Dat is ook logisch: in een tweetalig land als Belgi is het vaak praktischer om meteen voor een Engelstalige advertentie te kiezen die beide taalgroepen begrijpen.

    Expeditie EngelsZenner wilde ook de invloed van het Engels in spontaan taalge-bruik nagaan. Daarvoor wendde ze zich tot een erg originele da-tabank: drie seizoenen van het reality-programma Expeditie Ro-binson. De deelnemers van dat programma vormen een mooie diverse groep van verschillende sociale lagen, Nederlanders en Vlamingen, jong en oud ... Ik in-ventariseerde hun emotioneel taalgebruik: woorden en uitdruk-kingen van het genre Oh shit, Oh my god en Da meende nie!

    De opvallendste trend: En-gels werd vooral gebruikt door de yuppies mannelijk, jonger dan dertig, stedelijk en hoogop-geleid om negatieve emoties

    uit te drukken. Van echt co-deswitchen naar het Engels was geen sprake: het bleef beperkt tot catchphrases als Ready to rumble! en Go for it! Verder be-vestigde Expeditie Robinson nog maar eens dat Nederlanders niet vaker Engels hanteren dan Vla-mingen. Wel opvallend was dat de Nederlanders accommodeer-den: ze pasten hun taalgebruik aan als ze met Vlamingen spra-ken: ze gingen minder Engels

    gebruiken. De Vlamingen deden dat niet. Blijkbaar leeft het clich in hun hoofden dus toch best wel nog sterk.

    Conclusie? Er sluipt wel meer Engels in het Nederlands bin-nen, maar het Nederlands wordt niet bedreigd. De invloed van het Engels beperkt zich grotendeels tot de woordenschat, en piekt vooral in specifieke omgevingen zoals de reclamewereld.

    Het nederlands is nog lang geen engels

    Wat maakt een Engels leenwoord succesvol? Eline Zenner: Soms is een leenwoord populair-der dan het Nederlandse alternatief, zoals hooli-gan tegenover voetbalvandaal, soms is het net andersom. Maar waarom is dat?In een krantenarchief heb ik persoonsaandui-dende zelfstandige naamwoorden geturfd genre babysitter en soulmate en ik heb het relatieve succes tegenover hun Nederlands sy-noniem bekeken.Een Engels leenwoord blijkt vooral veel kans op succes te hebben als er nog geen nederlands

    alternatief voor bestaat. Denk aan webmaster, of workaholic: werkverslaafde is nadien nooit echt populair geworden. Omgekeerd heeft een woord als wiseguy beduidend minder succes: we kennen al eeuwenlang Nederlandse synonie-men als betweter of wijsneus.Er zijn nog andere, minder uitgesproken patro-nen: een engels woord dat korter is dan het Ne-derlands alternatief nanny vs. kinderoppas zullen we bijvoorbeeld sneller adopteren dan een woord waarvan het Nederlands synoniem korter is teenager vs. tiener.

    pagina 1

    In ExpeditieRobinson werd Engels vooral gebruikt door de yuppies,

    om negatieve emoties uit te

    drukken.

    nanny vs. kinderoppas

    ( Joris Snaet)

  • 27 maart 2013 Studenten 9

    Onze fotograaf Rob StEvENS richt zijn lens op de mens achter de actualiteit aan de universiteit, en vuurt vrank en vrij vragen af. uItgelIcHt

    Wanneer een uitbundig klinkende bende een verdieping van onze ei-genste Hallen inpalmt, dan nodigt dat uit tot een bezoekje. Schmink-sters, spotlights, flashy kleren en een rode loper geven het meteen weg: its fashion time!Dat bevestigt ook Kareen Owu-su, een 22-jarige Ghanese uit Hoogstraten. Studente derde ba-chelor politieke wetenschappen, medeorganisator n model van deze derde Umoja Fashion Show. Umoja betekent samenhorig-heid in het Swahili. We willen Afrika op een andere manier be-lichten, niet vanuit een idee van hulpbehoevendheid, maar door de creativiteit en kleurigheid van het continent te benadrukken. En in n beweging door dat alle mensen verschillend, maar ook

    gelijk zijn.Het eerste jaar deed ik mee als model, het tweede als model en designer en deze keer als model en medeorganisator. Een mooie carrire, geef toe. (lacht) Mijn taak is om de modellen te zoe-ken en te begeleiden, allemaal studenten trouwens. Daar komt een hoop werk bij kijken: casten, kiezen, papierwerk bijhouden en ten slotte de modellen naar de grote dag leiden. Dat betekent soms ook hen motiveren om naar alle oefensessies te komen, want daar had niet iedereen op gere-kend. Maar het is goed gelukt. Wij zetten zelf trouwens ook in op diversiteit: alle kleuren, maten en vormen mogen bij ons meedoen. Kom maar kijken.Dat doe ik met veel plezier.

    Youri Bekhuis (eerste bach ge-neeskunde) bedacht samen met medestudent Redmer Luning en Jorne Swinnen (derde bach TEW) de Stadsvestiaire. Ik kom uit Nederland en daar bestaat het concept al langer. Vorige herfst was ik mijn jas weer eens kwijt na een avondje stappen en bedacht ik dat we zoiets in Leuven zouden moeten introduceren. Samen met zijn kotgenoten besloot hij mee te doen aan de vierde editie van Start Academy, een wedstrijd waarin hogeschool- en universi-teitsstudenten kunnen proeven van het ondernemerschap en de kans krijgen hun businessplan te vervolmaken. De winnaar ont-vangt 4.000 euro en consultancy ter waarde van 15.000 euro.

    Op donderdag 21 maart werd de Stadsvestiaire voor de eerste keer uitgetest. Midden op de Oude Markt stond een geleende con-tainer opgesteld met een tentje ervoor. Voor anderhalve euro kon je er tussen halftien s avonds en zes uur s ochtends je jas en tas veilig achterlaten. De kapstokken en rekken kwamen van UZ Leu-ven, de container van AB InBev. Jorne Swinnen: We kregen min-der jassen binnen dan we hadden gehoopt, zon 150 in totaal. Ik denk dat we nog niet voldoende gewerkt hebben aan onze naam-bekendheid.

    Positief is dat alles op organi-

    satorisch vlak van een leien dakje liep. We zijn echt heel blij met de steun van de vzw Oude Markt, maar vooral ook van de Politie Leuven. De reacties waren over het algemeen ook heel goed. Iemand kwam ons zeggen dat anderhalve euro voor een vestiaire wel te duur is, maar we hebben ons huiswerk goed gemaakt. Als je de huur van een pand en de loonkost van een medewerker moet betalen wat op termijn wel de bedoeling is kan het echt niet voor minder. Maar de meeste studenten waren blij met de vestiaire.

    Zoals een nachtelijke cafgan-ger het formuleert: Ik ben in de vier jaar dat ik in Leuven zit al drie jassen en twee truien kwijt-

    geraakt. Ik vind dit een heel goed initiatief. Mijn vrienden en ik verplaatsen ons soms wel van het ene caf naar het andere, maar voor die korte afstand kunnen we wel even zonder jas.

    Na drie voorrondes gaat het team nu naar de finale van Start Academy. Daar gaan we ook op zoek naar investeerders. Want we hopen dit wel degelijk om te zet-ten in een permanent project.

    Dubbele winstHet tweede Leuvense team dat naar de finale gaat, is Qualenica. Initiatiefnemers Daan Bergers en Georges De Feu zitten in hun laatste jaar farmaceutische we-tenschappen en studeren verder

    deeltijds respectievelijk economie en rechten. Daan Bergers: Wij bieden een business-to-business-dienst voor apothekers. In het kader van het interfacultair keu-zevak initiatie tot ondernemen werkten we ons businessplan uit, met de hulp van professor Bode-wes en doctoraatsstudenten van de Faculteit Economie & Bedrijfs-wetenschappen.

    Georges De Feu: Apothekers zien hun marges steeds kleiner worden omdat geneesmiddelen tegen een vaste prijs worden ver-kocht. Wij bieden ondersteuning bij het maken van een huisge-maakte versie van verschillende geneesmiddelen. Elke apotheker maakt in een handomdraai een

    hoestsiroop, maar bijvoorbeeld pijnstillers maken in tabletvorm is nog een ander paar mouwen. Qualenica biedt knowhow en ad-vies, bijvoorbeeld over welke ma-chines je nodig hebt. We komen bij de apotheek langs voor hulp op maat. Op die manier kan de apotheker huisbereide genees-middelen aanbieden, op maat van de patint en de lokale markt, die goedkoper zijn voor de klant en waar hijzelf een hogere marge op heeft. Het is een tot nog toe uniek concept. (aa/ivh)

    www.start-academy.bewww.facebook.com/ stadsvestiaireleuvenwww.qualenica.be

    Homemade geneesmiddelen en stadsvestiaire vullen gat in de marktOp 28 maart vindt in Gent de finale plaats van Start Academy, een wedstrijd waarin studenten de kans krijgen hun eigen on-dernemingsplan uit te voeren. Bij de zes fina-listen zijn twee teams van de KU Leuven.

    De Stadsvestiaire in actie. Achter de balie v.l.n.r.: Youri Bekhuis, Redmer Luning en Jorne Swinnen. ( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 10 Integratie campuskrant

    Rol van gerechtstolken wordt onvoldoende begrepenLudo meyvis

    Als je binnenstapt bij Thomas More Antwerpen, valt je oog meteen op een aantal grote KU Leuven-posters. Het is duidelijk: ze menen het hier met de integra-tie. Voor ons is het essentieel dat studenten, vooral de instromers, weten dat ze onderwijs van uni-versitair niveau krijgen, bevesti-gen Heidi Salaets en Katalin Ba-logh van de Subfaculteit Taal en Communicatie. En universitair onderwijs betekent ook: weten-schappelijk onderzoek. Klopt. In onze subfaculteit verzorgen we de bacheloropleiding Toe-gepaste Taalkunde, vier masters in respectievelijk Vertalen, Tol-ken, Meertalige Communicatie en Journalistiek, en een aantal opleidingen in de context van permanente vorming. En daar-van, Gerechtsvertalen en -tolken, krijgt al enkele jaren speciale on-derzoeksaandacht, via een aantal door Europa gefinancierde pro-jecten. Dat onderzoek bevrucht natuurlijk ook ons onderwijs.

    Nu beginnen we aan een nieuw project, op basis van een Europe-se richtlijn uit 2012, over grond-rechten voor slachtoffers van misdrijven. De richtlijn moet ge-implementeerd zijn in 2015. Ons project richt zich op de rol en de plaats van de tolk in strafrechte-lijke procedures met kwetsbare betrokkenen. We hebben ervoor gekozen onze focus in eerste in-stantie te richten op kinderen, en in een tweede fase op kinderen met een handicap of een zwaar trauma.

    Hoe ga je daar als tolk mee om? Tolken moeten weten hoe ze zich bij hen moeten gedragen. Ook de samenwerking tussen tolken en psychologen of psychiaters is van evident belang. We willen daarnaast in kaart brengen om hoeveel ondervragingen het pre-cies gaat. En welke best practices of mogelijkheden tot verbetering zijn er? We willen ook achter-halen in hoeverre een tolk zich moeit met de inhoud van de zaak waarbij hij of zij betrokken wordt, en in hoeverre een ondervrager een tolk kan duwen. En blijven er gesprekselementen tussen de tolk en de ondervraagde buiten het bereik van de ondervrager? Het zijn maar enkele van de on-derzoeksvragen die we ons stel-len.

    Nieuw onderzoeksgebiedHet project wordt gefinancierd door het Directoraat-Generaal Justitie van de Europese Com-missie en heeft verder partners uit Bologna, Edinburgh en Parijs,

    naast Belgische experts en een Hongaarse civiele ngo. Ook het Nederlandse Ministerie van Jus-titie doet mee. We beschikken via dit project over de middelen om gedurende twee jaar een vrij om-vangrijk onderzoek uit te voeren naar wat er in de partnerlanden bestaat aan praktijken en no-den inzake de ondervraging van kwetsbare kinderen in een straf-rechtelijke context. Dat is een nieuw onderzoeksgebied.

    In een workshop in mei bren-gen we tolken uit de partnerlan-

    den samen met psychiaters en psychologen, en met politie- en gerechtelijke diensten: de be-langrijkste actoren die bij een ondervraging betrokken kunnen zijn. Zo brengen we de bestaande expertise en ervaringen in kaart. Daarna willen we een survey orga-niseren in de zes partnerlanden. We verwachten dat er veel noden gesignaleerd zullen worden. Bij-voorbeeld: in hoeverre bestaan er kindvriendelijke ruimtes waarin een ondervraging optimaal kan plaatsvinden? En bereiden de

    bestaande tolkenopleidingen als die er zijn voldoende voor op de realiteit van de omgang met kwetsbare slachtoffers? Op basis van de resultaten schrijven we dan aanbevelingen voor de Europese overheden, naast we-tenschappelijke publicaties. De laatste stap is dan een slotconfe-rentie, hier in Antwerpen.

    Extra bewustmakingDe tolk speelt een belangrijke maar onvoldoende begrepen en internationaal weinig gestroom-

    lijnde rol in strafrechtelijke on-dervragingen. Dat brengen we onze studenten ook bij, bijvoor-beeld via de inzichten die we uit vroegere onderzoeksprojecten opgestoken hebben. Het onder-zoek benvloedt ons onderwijs dus heel rechtstreeks. Wanneer we vanaf volgend academiejaar integraal deel uitmaken van de KU Leuven, hopen we die band nog evidenter te maken.

    We hopen ook dat we het in-zicht in de rol van tolken op een meer interdisciplinaire manier zullen kunnen verspreiden, bij-voorbeeld bij rechten, psycholo-gie, geneeskunde enzovoort. Het belang is evident, zeker wanneer je weet dat het vanaf 27 oktober van dit jaar in principe verplicht wordt een geaccrediteerde tolk bij een ondervraging te betrek-ken dus iemand die een speci-fieke opleiding voor gerechtstolk gevolgd heeft en die als zodanig geregistreerd is.

    Dat besef lijkt nog veel te wei-nig doorgedrongen te zijn bij de overheid die voor de regelgeving moet zorgen en bij heel wat ad-vocaten en gerechtelijke actoren. Het kan nochtans een zeer grote invloed hebben op wat binnen-kort als een correcte rechtszaak beschouwd zal worden. In ons land hebben we de luxe dat er zon opleiding is, hier in Antwer-pen, maar dat is lang niet in alle landen van Europa het geval. Ver-andering vergt extra bewustma-king, en die streven we met ons onderzoek na. Uiteraard zullen we onze bevindingen meteen op-nemen in onze opleidingen. Ho-pelijk krijgen ze ook een plaats in de Europese regelgeving rond tolken, en in de praktijk van onze overheden. De werking van het gerecht kan er alleen maar goed bij varen, zeker wanneer het om kwetsbare slachtoffers gaat.

    Een tolk kan heel belangrijk zijn voor het verloop van een fair trial, zker wanneer het gaat om kwetsbare slachtof-fers. Het is n van de overwegingen achter een Europees onderzoeksproject rond de rol van tolken in strafrechte-lijke procedures met kinderen. Thomas More Antwerpen is n van de onderzoekspartners.

    Wat is de integratie ook weer?Op 5 juli 2012 keurde de Vlaamse Regering het decreet goed dat bepaalt dat de academische hogeschoolopleidingen, met uitzondering van de kunstopleidingen, vanaf oktober 2013 in een universiteit integreren. Binnen de Associatie KU Leuven zijn er negen hogescholen met opleidingen die integreren. Daardoor zal de universiteit campussen hebben in 11 steden verspreid over heel Vlaanderen. meer informatie: www.kuleuven.be/integratie

    In hoeverremoeit een

    tolk zich met de inhoud van

    de zaak?Kan een

    ondervrager een tolkduwen?

    ( Joris Snaet)

  • 27 maart 2013 Integratie 11

    BioLessius is ontstaan uit een operati-onele samenwerking tussen Lessius Antwerpen (voorheen Lessius Ho-geschool) en Lessius Mechelen. Die laatste is op zijn beurt de fusie van de vroegere Katholieke Hogeschool Mechelen en het De Nayer Instituut van de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Sinds 2012 werken Lessius Antwerpen en Lessius Mechelen sa-men met de Katholieke Hogeschool Kempen. De nieuwe naam van de drie hogescholen is vanaf academie-jaar 2012-2013 Thomas More.

    campussenThomas More Antwerpen: Campus Antwerpen (Korte Nieuw-

    straat, Sint-Andries, Sanderus)Thomas More Mechelen: Campus Mechelen (De Ham, De

    Vest, Faydherbe, Kruidtuin) Campus De Nayer te Sint-Katelijne

    Waver

    Andere campussen van Thomas More: Thomas More Kempen:

    Geel, Lier, Turnhout, Vorselaar

    integrerende opleidingendie opereren onder de naamku Leuven | thomas moreThomas More Antwerpen: Handelswetenschappen (Campus

    Antwerpen, Korte Nieuwstraat) Toegepaste taalkunde, Meer-

    talige communicatie, Vertalen, Tolken, Journalistiek (Campus Antwerpen, Sint-Andries)

    Thomas More Mechelen: Industrile ingenieursweten-

    schappen (Campus De Nayer)Andere campussen van Thomas More: Industrile ingenieursweten-

    schappen (Campus Geel) Biowetenschappen

    (Campus Geel)

    aantal studentenTotaal Thomas More: 17.457 Thomas More Antwerpen: 3.947 Thomas More Mechelen: 6.005Integrerende opleidingenThomas More: 3.575 Thomas More Antwerpen: 2.040 Thomas More Mechelen: 794

    aantal personeelsledenTotaal Thomas More: 1.854 Thomas More Antwerpen: 393 Thomas More Mechelen: 683Integrerende opleidingenThomas More: 346 Thomas More Antwerpen: 189 Thomas More Mechelen: 90

    academisch beheerderFlora Carrijn

    Websiteswww.thomasmore.bewww.kuleuven.be/atthomasmore

    Waar zit u ergens?Ik ben voor drie dagen in Zuid-Afrika. De universiteit van Stellen-bosch viert twintig jaar internati-onale relaties en nodigde daarom haar partnerinstellingen uit, voor een conferentie over uitwisse-lingsprogrammas en netwerken. Ik heb ook een les gegeven over de technieken die wij gebruiken bin-nen gentechnologie. Om 8 uur s morgens, er was geen ander mo-ment meer vrij. (lacht)

    Twee jaar geleden was ik hier al eens om een samenwerkings-programma voor te bereiden rond aquacultuur, een domein met veel toekomstperspectief. In

    plaats van in Leuven een nieuwe opleiding uit de grond te stampen waar eigenlijk ook geen ruimte voor is sturen we masterstu-denten die voor deze optie kiezen vanaf volgend academiejaar een semester naar hier. Anderzijds komen studenten van Stellen- bosch naar Leuven om enkele vakken te volgen in de master dierproductie ons onderzoek is veel meer moleculair gericht. Hoe ziet de omgeving er uit?Stellenbosch is prachtig gelegen, tussen de bergen. Dit is natuurlijk een wereldberoemde wijnstreek de druivenoogst is net binnen, het is hier herfst en we zijn dan ook

    wijn gaan proeven. De stad doet eigenlijk heel Europees aan, door de vele witgeschilderde Kaap-Hollandse gebouwen, die vanaf de 16de eeuw door de kolonisten werden gebouwd. De studenten wonen in grote koshuise, die over de hele stad verspreid zijn. Daar-straks kwam ik groepen zingende studenten tegen: die waren bewo-ners van andere koshuise het hof aan het maken, zo zeiden ze me toch.

    Gisteravond hebben we een totaalspektakel meegemaakt in de township: een maaltijd met to-neel- en muziekvoorstelling. Ze hebben me zelfs uit het publiek

    gehaald om te drummen. (lacht) Het was goed om te zien hoe mensen op zon manier een weg vinden uit de armoede.

    De universiteit hecht trouwens enorm veel belang aan commu-nity building. De studenten kun-nen zich inzetten voor een sociaal project en daar dan ook studie-punten voor krijgen. Ik zal onze studenten zeker ook aanraden om dat te doen als ze hier zijn.Welke indruk hebt u van de uni-versiteit? Het niveau ligt heel hoog. Wat me opvalt, is de totaal andere aan-pak, veel interactiever dan in Eu-ropa. Er zijn minder hoorcolleges en ze duren ook minder lang.

    De universiteit was van ouds-her een bastion van blanke Afri-kaanse studenten, maar slaagt er sinds enige tijd goed in om ook zwarte studenten aan te trekken. Ze richt zich ook uitdrukkelijk op universiteiten uit de rest van Afri-

    ka waarmee ze uitwisselingspro-jecten tracht op te zetten. Heel frappant: de universiteit is half Afrikaanstalig en half Engelstalig. En dat mag je letterlijk nemen: in sommige cursussen wordt hal-verwege de les van de ene op de andere taal overgeschakeld.

    (ivh)

    Buiten de zoneIn deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de KU Leuven schaamte-loos de hoogte in. Maar wl met een achtenswaardig journalistiek doel: ach-terhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buiten-land zich zoal mee bezighouden. In deze aflevering professor Nadine Buys (49), vicedecaan Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen.

    Professor Nadine Buys ( Matt Tips)

  • 12 Maatschappij campuskrant

    EuropEEs rEchtEr paul lEmmEns

    ludo mEyvis

    Het Europees Hof voor de Rech-ten van de Mens heeft een enorm groot werkgebied, zegt profes-sor Paul Lemmens. We hebben jurisdictie over de 47 staten van de Raad van Europa, dus van IJs-land via Belgi en Azerbeidzjan tot in Rusland aan de Stille Oce-aan. Anderzijds kan je evengoed zeggen dat we beperkt zijn, in die zin dat we alleen uitspraken doen over betwistingen van burgers te-gen hun overheid in de context van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

    Mensen denken nogal eens dat we een soort ultiem hof van beroep zijn, maar dat is volledig fout. We werken in een interna-tionale context, maar wel over de manier waarop recht in een nationale omgeving uitgeoefend wordt. Het Hof moet dus han-delingen van staten beoordelen, maar het hangt er tegelijk ook van af, zelfs wat zijn voortbestaan betreft. Dat laatste kan zelfs heel reel worden, en het geeft aan dat de bescherming van de mensen-rechten geen evidentie is. Op dit eigenste ogenblik is er bijvoor-beeld in het Britse politieke de-bat een strekking die het Verdrag wil opzeggen en een eigen soort Britse Bill of Human Rights uit-vaardigen al is dat nog niet voor morgen. Zon gedachte heeft veel te maken met bepaalde populisti-sche ideen Europa is slecht maar ook met de perceptie dat wat het Hof doet alleen iets te maken heeft met de marge, met mensen waarmee de gemiddelde burger zich niet verbonden voelt.

    Enorme impactDat is een gevaarlijke ontwikke-ling. Het Verdrag gaat namelijk wl over het individuele leven van elke burger. Ik verwijs bijvoor-beeld naar een van de belangrijk-ste arresten die het Hof ooit gewe-zen heeft, in een zaak ingediend door de Brit Stanley Golder in de jaren 70. De essentie van die zaak was dat je als burger, zelfs als je in de gevangenis zit, zoals bij Golder het geval was, in je rechten aan-getast kunt worden en dat je dat dan mot kunnen bestrijden via het gerecht. Die beslissing leidde ertoe dat in heel wat landen een reeks hiaten in de rechtsbescher-ming weggewerkt werden. De gevolgen voor de huidige rechts-bedeling en de manier waarop de overheid met je omgaat, zijn enorm geweest, maar haast nie-

    mand beseft nog waar de oor-sprong van die evolutie ligt.

    Een ander voorbeeld is het arrest-Marckx, dat er uiteindelijk toe leidde dat Belgi zijn tot dan toe bestaande onderscheid tus-sen kinderen geboren binnen en buiten het huwelijk afvoerde. Of wat meer recent, de Salduz-zaak tegen Turkije, over het recht op juridische bijstand voor iedereen die met het strafrecht te maken krijgt. Ook die uitspraak heeft ge-leid tot een wijziging in de wetge-ving van een aantal staten, waar-onder Belgi. Niet alle zaken die voor het Hof gebracht worden, hebben dezelfde impact, maar omdat een van de partijen altijd de overheid is, mag je er toch van uitgaan dat het meestal zaken zijn met een zeker gewicht.

    Strenge selectieRechter worden bij het Hof gaat niet vanzelf. Je moet een lange procedure doormaken, die mak-kelijk n tot twee jaar kan du-ren. Belangrijk is dat we niet be-noemd worden, maar verkozen. Eerst is er, per land, een selectie van drie kandidaten door een binnenlandse selectiecommis-sie, dan door de nationale rege-ring. Nadien volgt een verkiezing van n van die kandidaten door de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Dat geeft aan de 47 rechters toch een grote legitimering.

    We spreken recht in een vijf-tal zogenaamde secties. Dat zijn groepen van ongeveer tien rech-ters. Voor elke zaak moet n rechter zetelen uit het land dat

    in het geding is, als specialist in de rechtsorde van dat land. Uiter-aard worden de rechters bijge-staan door een vrij grote staf met gespecialiseerde juristen, samen ongeveer 300 man sterk. Die be-reiden de zaken voor, maar de rechters dragen natuurlijk de ver-antwoordelijkheid.

    65.000 zaken per jaarOm een zaak voor het Hof te brengen, moet ze aan strenge maar begrijpelijke ontvankelijk-heidseisen voldoen. Zo moet je

    alle rechtsmiddelen in je eigen land uitgeput hebben. In Belgi betekent dat dat je, naargelang het geval, bij het Hof van Cas-satie, de Raad van State of het

    Grondwettelijk Hof ongelijk ge-kregen moet hebben voor je naar Straatsburg kunt. Verder moet je van meet af aan schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ingeroepen hebben. Je kunt dus niet de bin-nenlandse afloop van een geschil afwachten om pas dn de schen-ding van het Verdrag in te roepen. De klacht moet natuurlijk ook betrekking hebben op de mate-rie van het Verdrag, en ze mag niet kennelijk ongegrond zijn. Die strenge eisen leiden ertoe dat

    maar ongeveer 10 procent van de ingediende zaken ontvankelijk is. Het Hof heeft een aanzienlijke werkdruk. Momenteel worden er zowat 65.000 zaken per jaar aan-hangig gemaakt. Dat cijfer illus-treert tegelijk ook de relevantie van het Hof.

    Die relevantie wil ik ook be-klemtonen in mijn voordracht in Leuven op 18 april. Alleen al het feit dat er een Hof is, zorgt ervoor dat overheden in aan-zienlijke mate aandacht hebben voor de rechten van de mens. De kwaliteit van de wetgeving, het bestuur en de rechtspraak zou waarschijnlijk minder zijn als de stok van Straatsburg niet zou be-staan. Bovendien mot een arrest van het Hof uitgevoerd worden, wat betekent dat mensenrechten afdwingbaar zijn. Het resultaat van dat alles is dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voelbaar bijdraagt tot de rechts-staat die we in onze landen en in Europa willen.

    De kwaliteit van de wetgeving, het bestuur en de rechtspraak in Europa zou een stuk minder zijn als de stok van Straatsburg niet zou bestaan, zegt professor Paul Lemmens, sinds enkele maanden de Belgische rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Op 18 april komt hij over zijn nieuwe habitat spre-ken in het kader van een lezingenreeks waarin topmagistraten het belang van internationale rechtscolleges toelichten.

    Mensenrechten zijn geen evidentie

    Paul Lemmens ( ingezonden)

    Alleen al het feit dat ereen Hof is, zorgt ervoor dat overheden aandacht hebben voor de rechten

    van de mens.

    intErnationalE rEchtscollEgEsDe voordracht van profes-sor Paul Lemmens op 18 april maakt deel uit van een lezingenreeks over internati-onale rechtscolleges, geor-ganiseerd door de Faculteit Rechtsgeleerdheid en het Leuven Centre for Global Go-vernance Studies. Volgende lezingen staan nog op het programma:

    18 april: The European Court of Human Rights Paul Lem-mens

    25 april: The International Tribunal for the Former Yugo-slavia Serge Brammertz

    29 april: The Iran-United States Claims Tribunal Hans van Houtte

    2 mei: The International Court of Justice Philippe Cou-vreur

    13 mei: The General Court of the European Union Franklin Dehousse

    Info en inschrijvingen op http://ghum.kuleuven.be/ggs/events/springlectures2013

  • 27 maart 2013 Maatschappij 13

    hans BruyninckxExpErt klimaatBElEidChina kampt met enorme milieuproblemen. Er is een gigan-tische vervuiling van de rivieren, en de leefbaarheid in de grote steden is bijzonder slecht. De luchtverontreiniging bijvoorbeeld overschrijdt in een aantal steden bijna dagelijks de norm van de Wereldgezondheidsorganisatie. Ogen en luchtwegen zijn daar con-stant gerriteerd: kinderen gaan er met mondmaskers naar school. Zoiets zouden wij in Europa nooit aanvaarden, en ook in China is zon situatie politiek niet langer houdbaar. Het protest neemt zien-derogen toe, en de leiders pikken dat ook op: een politiek systeem als dat van China wordt immers slechts aanvaard zolang de men-sen er beter van worden. De Chi-nese leiders zijn ook niet blind voor de economische kost van die milieuverontreiniging: drie vier

    procent van het bbp gaat erdoor verloren. Er is absentesme door ziekte, gezonde levensjaren gaan verloren, de kosten om zuiver wa-ter en andere ecosysteemdiensten te verkrijgen lopen op.

    Ook voor het klimaat is het nu vijf voor twaalf. Twintig jaar gele-den was de uitstoot van broeikas-gas per inwoner in China nog erg klein, maar inmiddels zit men aan het niveau van Frankrijk en Portu-gal. Vroeger schermde China op klimaatconferenties met het argu-ment dat ze een ontwikkelings-land waren: ze hadden een ach-terstand in te halen, en ze zijn nu

    eenmaal met veel. Vandaag gaat die stelling niet meer op. Meer zelfs: de uitstoot per inwoner bij de stedelijke middenklasse, in steden als Shanghai, is inmiddels hoger dan in het Westen.

    Tegen 2040 verwacht men dat China 225 steden van meer dan 1 miljoen inwoners telt. Een groot

    deel van de infrastructuur daar moet nog aangelegd worden, en als dat gebeurt zoals in de voor-bije decennia, is dat nefast voor het klimaat. De nieuwe Chinese leiders beseffen dat: in het nieuwe vijfjarenplan leggen ze, meer dan vroeger, de klemtoon op duur-zaamheid. De vervuiling is een ab-solute prioriteit op het allerhoog-ste niveau. Maar China is ook een gigantisch groot en complex land: het is niet omdat de centrale lei-ding in Beijing met haar vingers knipt, dat plots alle 1,3 miljard in-woners groen zijn.

    Het is allemaal erg dubbel: Chi-na investeert vandaag het meest van alle landen in hernieuwbare energie. Maar of China nu de next green giant gaat worden, is nog afwachten: het investeert tege-lijk ook het meest in vervuilende kolencentrales. Het land zet voor zijn groei op alles tegelijk in. Bin-dende afspraken rond uitstoot maakt het nog altijd niet, hoewel die tegen 2015 beloofd zijn. Na-tuurlijk speelt eigenbelang daar-in een rol, maar de Wereldbank vreest inmiddels voor een stijging van de temperatuur met 4 graden. Bij zon scenario is eigenbelang een fictie, voor lk land.

    dE raadeen actueel vraagstuk belicht vanuit drie expertises

    sara van hoEymissEnsinologEIn hun partijfuncties zijn de nieuwe leiders Xi en Li al sinds november vorig jaar op post, maar het blijft koffiedik kijken of er met hen een chte politie-ke koerswijziging zal volgen. In de Chinese politiek houdt men zich vaak op de vlakte tot men werkelijk aan de macht is: het helpt om geen vijanden te ma-ken. President Xi en premier Li zijn natuurlijk ook niet demo-cratisch verkozen, ze komen uit het systeem, en zon machts-wissel schept niet de grote hoop op verandering, zoals bij een nieuwe Amerikaanse pre-sident. Maar een nieuwe koers

    is niet bij voorbaat uitgesloten. Kijk naar de nieuwe paus: die komt ook uit het systeem voort, en drukt toch meteen een heel eigen stempel. Op gebied van communicatie merk ik trou-wens al een stijlbreuk: ze com-municeren informeler, eenvou-diger, moderner.

    En zaak moten de leiders sowieso aanpakken, willen ze de legitimiteit van hun leider-schap hooghouden: de corrup-tie. Veel machthebbers verrijk-ten zich schaamteloos tijdens de economische boost. Bo Xi-lai, de van machtsmisbruik betichte partijsecretaris van Chongqing, werd intussen uit de partij verwijderd, maar hij is

    lang niet de enige. De bevolking pikt dat niet langer.

    En dan is er de economie: de angst voor de vertragende groei zit er bij de nieuwe leiders heel diep in. De perceptie heerst dat de bevolking het eenpartijstel-sel vooral steunt zolang het wel-vaart brengt. Maar het Chinese groeimodel heeft stilaan zijn grenzen bereikt. Dat steunde vooral op de ontwikkeling van de steden aan de oostkust en op de export. China wil minder afhankelijk worden van die ex-port, maar dan zal de binnen-landse consumptie omhoog moeten. En dat kan alleen als de Chinezen lle Chinezen meer geld hebben om uit te geven. Een sleutel ligt bij de ontwikkeling van het Chinese platteland, waar op heel wat plaatsen nog enorme armoede bestaat. President Xi Jinping bracht n van zijn eerste bezoe-ken symbolisch aan zon platte-landsdorp. En premier Li is zelf doctor in de economie, dus de hoop leeft dat China eindelijk zijn snelle succesformule durft te verlaten. De leiders wten dat ze moeten kiezen voor innova-tie en duurzaamheid. Maar tot nu deed de economische crisis hen teruggrijpen naar het oude recept: massaproductie en gro-te infrastructuurwerken.

    Het imago naar de buiten-wereld ten slotte. Analisten verwachten dat China zich de volgende jaren internationaal assertiever, soms zelfs agres-sief, zal opstellen. De Chinese leiders hebben er in het verle-den op gehamerd dat China een verantwoordelijke groot-macht moet zijn. Het blijft de vraag wat dat precies inhoudt. Bovendien is als je macht hebt, de verleiding groot ze te gebrui-ken. Het Westen zal China in elk geval niet meer zomaar de les kunnen spellen: we zullen moeten zoeken naar gedeelde belangen, en die aan hen verko-pen.

    stijn dEklErckondErzoEkEr activismE & mEnsEnrEchtEn

    Toen ik in 2000 voor het eerst in China was, merkte ik dat de mees-te ngos er kiezen voor een niet-confronterende vorm van acti-visme. In plaats van te protesteren tegen wat de regering allemaal fout doet, proberen ze er vooral op te wijzen hoe een betere bescher-ming van de mensenrechten de gehele maatschappij ten goede kan komen. Die vorm van activis-me heeft duidelijke wortels in het confucianisme, dat de klemtoon legt op de gemeenschap en niet op het individu. Tegelijkertijd is het een vorm van zelfbescherming: de Chinese machthebbers zijn zeer gevoelig voor openlijke kritiek, ze zijn als de dood voor een opstand en ze dulden geen opruiende acti-viteiten of organisaties. De meeste

    ngos zorgen dus dat ze binnen die parameters blijven.

    In 2007 lag ik mee aan de basis van de Chinese ngo Queer Comra-des, Chinas eerste onafhankelijke holebitrans-webcast. Via online documentaires en nieuwsitems informeren we de samenleving over de holebitrans-gemeenschap in China en pleiten we voor gelijke rechten. In onze programmas

    leggen we er de nadruk op hoe we dingen beter kunnen maken, en vermijden we negatieve bericht-geving over de Chinese regering. Onze activiteiten bevinden zich in een grijze zone: er is een wettelijk verbod op het vertonen van films met homoseksuele inhoud, maar we worden geduld door de over-heid. We krijgen slechts uitzon-derlijk de politie over de vloer.

    Af en toe zijn er signalen van de overheid dat ze het werk van de

    ngos apprecieert. De houding van de nieuwe leiders is alvast hoopge-vend: de nieuwe premier Li Keqi-ang had onlangs een ontmoeting met een aantal hiv/aids-organi-saties waarin hij steun betuigde aan hun werk. De machthebbers beseffen dat ze de ngos nodig hebben bij het aanpakken van maatschappelijke problemen zo-als hiv en aids, of de groeiende mi-lieuproblematiek. Maar sommige issues blijven onbespreekbaar. Over rechten voor etnische min-derheden, zoals de Tibetanen of de Oeigoeren, valt niet te praten. Op vlak van censuur zie ik ook niet snel iets veranderen. Alleen op het internet is er iets meer vrijheid.

    In het Westen wordt vooral bericht over uitgesproken dissi-denten die wl de openlijke con-frontatie opzoeken, zoals de kun-stenaar Ai Weiwei. Zij stemmen waarschijnlijk het meest overeen met ons eigen beeld van de men-senrechtenactivist. Hun rol is zeer waardevol, maar het werk van de duizenden andere activisten in China die op minder confron-terende manieren streven naar meer mensenrechten, is minstens even belangrijk.

    Zo luid als de nieuwe paus ingehaald werd, zo stil bleef het half maart rond de aanstel-ling van de nieuwe Chinese leiders. De uitda-gingen waar president Xi Jinping en premier Li Keqiang voorstaan zijn nochtans enorm voor China en voor de wereld. Xi sprak al-vast zijn Chinese droom uit: meer welvaart, minder vervuiling, minder corruptie. Komt er werkelijk change in China?

    WoutEr vErBEylEn

    VijF VooR twaaLF VooR HEt kLimaat

    LEiDERS BESEFFEn Dat zE ngoS noDig HEBBEn

    BEVoLking Pikt CoRRuPtiE niEt mEER

    ( in

    gezo

    nden

    )

    ( k

    u Le

    uven

    | Ro

    b St

    even

    s)

    ( k

    u Le

    uven

    | Ro

    b St

    even

    s)

    Chinas nieuwe pausen

    President Xi jinping (r) naast voorganger Hu jintao. op de achtergrond passeert oud-premier wen jiabao. ( BelgaPictures)

  • 14 Leven na Leuven campuskrantjurist en comedian

    Bert GaBrils

    krijgen, en daar had ik last van. Ik werd er depressief van, werkte te veel, dronk te veel, sliep te weinig. Eigenlijk was dat al begonnen in mijn studententijd. Pleister-plaatsen waren de bar van Camil-lo Torres en de Oude Markt. Ik ging ook dikwijls alleen op caf. Zuipen en praten met andere zat-te mensen. Ik dronk niet altijd uit plezier, hoor. Vaak ook uit een-zaamheid. Hij zegt het zonder een spoor van zelfbeklag, eerder als een vaststelling.

    Toen ik na mijn theateroplei-ding in Maastricht een eigen ge-zelschap kon oprichten, was ik heel gelukkig, maar het werd snel een strijd om centen, recensies en publiek. Toen we in 2004 fail-liet gingen, was ik eventjes van de kaart. Tot ik comedy probeerde en stilaan het gevoel kreeg dat ik iets te pakken had. Ik ben nu al een jaar of zeven een contente mens. Ik weet ook: dit kan ik nog

    zeker twintig jaar doen.Voordeel van het kronkelpad

    naar de roem is dat Gabrils niet meer zo makkelijk uit zijn lood te slaan is, ook niet door de woelige wateren waarin zijn werkgever Woestijnvis is terechtgekomen. Ook daar maakt de pers meer drama van dan de beslissers in het bedrijf. Ik kom er niet vaak, en ik moei me ook niet, maar als ik hen was, zou ik een plan B heb-ben en deze geruchten niet erg vinden.

    Guilty pleasureHij kijkt nu vooral uit naar zijn

    katrien steyaert

    De gazet staat vol met bullshit waarvan je echt niet wijzer wordt. Het zijn woorden van Bert Gabri-els (39). Woorden die ons aasgie-ren zoals hij ons journalisten vriendelijk doch onomwonden noemt prikkelen om het tegen-deel te bewijzen. Want van het gesprek ten huize Gabrils heb-ben wij wel degelijk iets geleerd. Dat het nuttig is om te zeggen dat we racisten zijn. Dat schitterende kijkcijfers niet noodzakelijk het beste gevoel geven. Dat een kwets-bare persoonlijkheid misschien wel een voorwaarde is om comedy te maken. En dat Gabrils zo snel mogelijk de filmwereld in wil.

    Maar laten we beginnen bij het begin. Het ontbijt. Gabrils nuttigt het om 13u30. Sinds de premire van Shut your Facebook, mijn nieuwe voorstelling voor jongeren, geraak ik niet meer op schema, zegt hij terwijl hij jonge kaas tussen bruin brood vouwt. Structuur houden kost me al-tijd moeite en ik beloof vaak net te veel. Ik werk nu mee aan twee televisieprogrammas in de pi-lootfase en aan een nieuw come-dyprogramma voor Vier. Die laat-ste fase er een deftig scenario van maken is nog veel werk, een beetje zoals bij een thesis.

    VoelsprietenHij weet waarover hij spreekt. Ik heb acht jaar over mijn studies rechten gedaan, maar tussendoor heb ik drie jaar filosofie en twee jaar antropologie gevolgd. Ik zou graag opnieuw studeren, antro-pologie, en ook echt examens af-leggen om te zien of ik het snap. Ik vind het heel vervelend dat ik tegenwoordig bijna niets meer gelezen krijg. Behalve dus die vervloekte kranten. Als student lukte het hem wel. Er was ook tijd genoeg om te keuvelen. En laat ons eerlijk zijn: zeker filoso-fie is voor een groot stuk een mas-turbatiestudie, om jezelf mee te amuseren.

    Rechten was dan misschien nuttiger, maar ik vond het ook niet zo boeiend. Pas na mijn stu-dies heb ik er de lol van ingezien om met wetboeken aan de slag te gaan. Ik heb er lang over getwij-feld om toneel te studeren, maar ik wou iets maatschappelijks: in de politiek gaan, echt iets doen. Toneel vond ik dan toch een beet-je licht. Ik hou nog altijd niet van regisseurs die een mening over de samenleving hebben terwijl ze er eigenlijk een beetje buiten

    staan. Met alle respect voor de kunst, maar niets doen, de gazet lezen en wat staan roepen: dat is flauw.

    Wie hij als kind wel echt bewon-derde, waren Wim Sonneveld en Toon Hermans. Hen wilde ik zijn. Waarom weet ik niet, maar die drang om op het podium te gaan staan heeft het uiteindelijk toch gehaald. Blijkbaar moet je jezelf er interessant genoeg voor vinden, hoewel ik nog altijd moet vechten tegen de angst dat het niet gaat lukken. Het publiek blijft de vijand, die je keer op keer moet overwinnen. Ik ben dan nog eens vrij verlegen, en dat betert niet. Misschien moet je ook een beetje een kwetsbare persoonlijkheid hebben voor comedy, de juiste voelsprieten om door te hebben wat mensen leuk vinden.

    Grappige racistenIk mag dat eigenlijk niet zeggen, want dan word ik vanzelf slecht, maar ik vind mezelf niet zon goeie performer. Comedy of the-ater schrijven, dat heb ik wel in de vingers. Een grap die goed in elkaar zit en goed verteld wordt, dat is mijn houvast tijdens een show. Mensen zoals Hans Teeu-wen kunnen met n grap een kwartier vullen. Dat is mijn grote droom. Ik leer elke dag bij en daardoor blijft het boeiend.

    In Shut your Facebook speel ik nu twee rolletjes en dat is echt heel fijn. Het is weer een stap vooruit, net als elke show. Want Gabrils mag dan vooral bekend zijn door zijn inbreng in Comedy Casino, In de ban van Urbanus en Zonde van de Zendtijd, hij heeft ook al drie avondvullende shows gemaakt. Soms wil ik natuurlijk dat het nog sneller gaat, maar je kunt niet alles tegelijk doen. Ik jaag me er niet in op. Het belang-rijkste is dat het lukt, en aan de reacties op Shut your Facebook te zien is dat nu ook zo.

    De educatieve show, in opdracht van de vrijzinnig humanistische vereniging huisvandeMens, gaat over de voor- en nadelen van so-ciale media. Humor en educatie vormen in Gabrils geval geen gedwongen huwelijk. Ik doe het altijd stiekem: en passant iets ver-tellen over wat ik belangrijk vind of denk te kunnen bijbrengen. Als je voor vier- of vijfhonderd man staat, moet je ervan profiteren h. In Druk druk druk (zijn meest recente show red.) zeg ik dat we moeten stoppen met zeggen dat we geen racisten zijn. Sinds de jaren tachtig denken we zo het

    probleem te kunnen oplossen, maar het zou nuttiger zijn om toe te geven dat we allemaal een racistische reflex hebben, ook niet-blanken. De comedy zit dan in het feit dat je die vooroordelen ook zou kunnen benoemen. Ik merk dat je een vreemdeling bent, dus ik voel dat ik je nu al niet echt vertrouw. Waarschijnlijk heeft hij ook zoiets te zeggen.

    De Verblijfswet van 1980Tweede mededeling in Druk druk druk: als je iets goed wilt doen voor de samenleving, doe dat dan nooit uit medelijden. Hij spreekt uit ervaring. Na mijn studies werkte ik als vrijwilliger in het integratiecentrum Foyer in Brussel en raakte genteresseerd in vluchtelingenwerk. Ik heb onder andere gewerkt als voogd van niet-begeleide, minderjarige vreemdelingen. Het is een goed gevoel het verschil te kunnen maken tussen armoede en een toekomst. Al hangt dat natuurlijk vooral van de mensen zelf af. Je kunt de wereld niet veranderen.

    Toen de combinatie met op-treden te moeilijk werd, vond ik dat ambetant, maar ik heb voor comedy gekozen. Ik heb wel no