Campuskrant 24-nr09

download Campuskrant 24-nr09

of 20

description

Campuskrant jaargang 24 (2012-2013), nr. 9. Campuskrant is het tijdschrift van de KU Leuven.

Transcript of Campuskrant 24-nr09

  • t ijdschrif t va n de k u l eu v en 2 9 mei 2 013 | nr 9 | 24 s t e ja a rg a ng | w w w.k ul eu v en.be /ck /

    verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.

    afgiftekantoor2099 antwerpen X

    erkenning: p303221

    tijdschrift - toelating gesloten verpakking

    2099 antwerpen X n bc 6379

    Pb-nr. b-4883

    Rik Torfs krijgt het woordHet lijkt vreemd, maar eigenlijk is het voor het eerst in lange tijd dat ik me volop op n ding zal kunnen concentreren. Een groot ding, wel-iswaar, maar toch. De gevatte stijl van professor Rik Torfs kennen we al langer. Maar waar wil hij als rector naartoe met de universiteit en langs welke wegen?

    ludo Meyvis

    De rector-elect heeft een heel drukke week achter de rug. Ik ben nu in Kosovo, op een con-gres over interreligieuze dialoog. Dat is een verademing na al die commotie van de afgelopen da-gen. Ik ben zelfs na de 17de nog een paar keer wakker geworden met de gedachte: Opstaan, de campagne, of nee, toch niet.... Ja, je moet toch wat afkicken.De uitslag was bijna fifty-fifty. Wijst dat op een polarisering?Rik Torfs: Nee, integendeel. Zulke nipte uitslagen lijken wel bijna traditie aan de KU Leuven. Dat wijst niet op polarisering, maar juist op een gezonde dia-loog, met eensgezindheid over de grote idealen. Onze universi-teit kan hard discussiren, maar ze kan de rangen ook gauw weer sluiten. Kijk maar naar de situ-atie in 2009, toen de verkiezingen zich afspeelden in een klimaat van veel grotere tegenstellingen dan nu. Ook toen is er geen kloof geslagen.

    knik in de curveHoe zou u zelf de kern van uw programma definiren?

    Torfs: De kern lijkt me dat ik vorm wil geven aan vernieuwing, terwijl mijn opponenten wellicht meer de klemtoon legden op ze-kerheid. Dat begrijp ik, want de zetelende ploeg van rector Waer heeft een erg mooi palmares, en dat inspireert tot continuering. Je mag ook niet vergeten dat de universiteit in 2009 toch behoor-lijk op haar kop stond, en rector Waer is erin geslaagd de rust te doen terugkeren: geen geringe verdienste.

    Ook het mooie werk van de algemeen beheerder vermeld ik met alle waardering. Dankzij hem zijn we op materieel vlak zeer gezond gebleven, in uiterst

    moeilijke tijden. Onze onder-zoekspolitiek leidt tot prima re-sultaten, KU Leuven Research & Development werkt schitterend, enzovoort. Allemaal dingen om trots op te zijn, en die ik ook wil continueren en versterken. Ik wil niets afbreken of de zekerheid veranderen in onzekerheid. Ik wil wl een knik in de curve, en ik denk dat dt heel wat kiezers over de streep gehaald heeft.Welke curves moeten dan een knik krijgen?Torfs: Ik denk aan de corporate governance, waar wel wat opmer-kingen bij te formuleren zijn, bijvoorbeeld rond de openbaar-heid van bestuur, die zeker be-ter kan. Ik denk ook aan zaken die onopgelost gebleven zijn, bijvoorbeeld de loodzware ad-ministratieve overlast, nog verer-gerd door een te ver doorgezette flexibilisering. Of de onderwaar-dering van het onderwijs in het academisch profiel. En er zijn ruimere kwesties, die niet alleen binnen de KU Leuven spelen. Denk aan het probleem van de publicatiewoede, aan niet altijd even heldere financieringscrite-ria enzovoort.

    verschijningsdata caMpuskrant jaargang 24 nr. 10 26 jun 2013

    pagina 5

    studerenin leuvensPeciale bijl age [Paginas 10 tot 13]

    (Face)boekje open over onderzoekstudenten a an het woord over hun bijdrage a an de wetenschaP [10]

    Belgi is me sowieso te kleinde kriebel van oud-studenten die in het buitenl and werken [12]

    Kiezen met je hart, buik n verstand studiekeuzetiPs van een eXPert [13]

    De 100ste spin-off is een feitku leuven research & develoPment (lrd) viert mijlPa al [4]

    Oogkleppen made in Bangladeshde ra ad: winkelen met je geweten [17]

    Ik hebhet graagzwaarleven in leuven: student bart swings,skeelerfenomeen en scha atstalent [14]

    zichtbaar vermoeid maar opgelucht staat professor rik torfs de pers te woord nadat hij verkozen is tot nieuwe rector van de ku leuven. tijdens de tweede stemronde op 17 mei haalde hij het nipt van professor karen maex. ( ku leuven | rs)

    Er isvervreemding

    gegroeid aan onze universiteit. We

    moeten betercommuniceren.

  • 2 Nieuws campuskrant

    studenten doen onderzoek naar de oorzaken van bijensterfte. Lees het artikel op p. 10-11.

    coLofon Campuskrantmaandelijks tijdschrift van de ku Leuven

    hoofdredaCtiesigrid somersreiner Van hove

    redaCtietine danschutter, ilse frederickx, Ludo meyvis, Julia nienaber, sarah somers, rob stevens, ine Van houdenhove, Wouter Verbeylen, inge Verbruggen

    redaCtieadresoude markt 13 bus 50053000 Leuvent 016 32 40 13 [email protected]

    adresWiJzigingen alumni Lovaniensesnaamsestraat 63 bus 56013000 [email protected] medeWerkersJaak poot, katrien steyaert grafisCh ontWerpCatapult, antwerpen

    Lay-out en zetWerkWouter Verbeylen

    fotografierob stevens, Lemmert.be

    CartoonsJoris snaet

    reCLameregieinge Verbruggen t 016 32 40 [email protected]

    opLage60.500 ex.

    drukWerkeco print Center, Lokeren

    Campuskrant wordt gedrukt met milieuvriendelijke waterloze druktechnologie.

    VerantWoordeLiJkeuitgeVerpieter knapenoude markt 13 bus 50053000 Leuven

    Copyright artikeLsartikels kunnen overgenomen worden mits toestemming.

    Recent is commotie ontstaan rond de beleidsplannen over en de mogelijke implementatie van geslachtsquota op de hogere aca-demische echelons. Uitgangs-punt is de vaststelling dat er geen achterstand meer is (en er soms zelfs een voorsprong is) van vrou-wen op de lagere niveaus, maar dat die achterstand er wel is na het postdocniveau. Het resultaat is dat vrouwen ondervertegen-woordigd zijn in de hoge acade-mische kaders. Dit probleem staat op de politieke agenda, en universiteiten gaan daar werk van maken. De diagnose is correct, de bedoeling nobel, het opzet haalbaar. Of dat moet via harde, zachte of zonder quota, laat ik in het midden. Een quotumbeleid bereikt misschien wel een doel, maar er kunnen ook onbedoelde en ongewenste neveneffecten zijn. Een paar voorbeelden over de Siamese samenhang der din-gen.

    Dat er al een tijdje meer meis-jes dan jongens instromen in het universitair onderwijs (zonder quotaregelingen!), heeft allerlei uitlopers. Het aantal vrouwen dat binnen een gezin/huishouden een hogere opleiding heeft dan de man, neemt toe. Traditioneel verkiezen vrouwen een partner met een gelijke of hogere op-leiding; voor mannen geldt het

    omgekeerde. Dat patroon wordt steeds meer doorbroken. Over de gevolgen daarvan wordt we-reldwijd onderzoek gedaan. Wat blijkt onder meer? Dat vrouwen die succes hebben op de arbeids-markt en meer verdienen dan hun partner, vaak meer huishoudelijk werk verzetten dan huisvrouwen. Zij compenseren wat ze vrezen verkeerd te doen: hun man over-troeven. Dat beroert ook mannen: als hun partner hoogopgeleid is, aanvaarden ze gemakkelijker dat zij een maatje meer heeft

    Ander voorbeeld: in de VS nam het aandeel vrouwen dat fysiek groter is dan hun echtgenoot de voorbije jaren toe met 10%. Het gaat om hoogopgeleide vrouwen. Willen zij hun partner ook fysiek overtreffen? Meerzinnige ontwik-kelingen dus.

    Hoe gezinnen de voorbije decen-nia ontwikkelden, is goed gedo-cumenteerd. De meeste bewegen tussen twee extremen: een groep vrouwen stelt het krijgen van kin-deren uit en is succesvol op de arbeidsmarkt, een andere groep heeft snel meerdere, vaak buiten-echtelijke kinderen en heeft een hoge kans op relatie-ontbinding. Vrouwen met veel onderwijskan-

    sen tenderen naar het eerste tra-ject, vrouwen met weinig kansen naar het tweede. Daar valt veel over te zeggen, ik beperk me tot n venijnig onderdeeltje: relatie-ontbinding.

    Sinds een paar decennia groeit er een divorce divide, een schei-dingskloof tussen de hoog- en de laagopgeleiden. De huwelijks-kansen van hoogopgeleiden stij-gen en hun (echt)scheidingskan-sen dalen, voor laagopgeleiden is dat omgekeerd: zij trouwen minder en scheiden meer. De

    maatschappelijke kost van (echt)scheiding komt dus meer op de laagopgeleiden terecht. Het lijkt vreemd, maar dat houdt wel de-gelijk verband met genderrollen en geslachtsquota. Het beleids-doel om het intellectuele kapi-taal van hoogopgeleide vrouwen niet verloren te laten gaan, kan de divorce divide doen toenemen. Dat is niet de bedoeling, wel het resultaat. Wat men wint aan evenwicht tussen de geslachten, verliest men aan pacificatie bin-nen de geslachten. Daarom zou het goed zijn mochten mannen n vrouwen die lang kunnen stu-deren, promotie maken, en daar levenslang vruchten van plukken,

    zich inzetten om kansarmeren structureel te helpen (desnoods met quotaregelingen ).

    De groep van laagopgeleide ge-scheidenen met kinderen komt immers in een negatieve spiraal terecht: scheidingskinderen rap-porteren meer stress en angst, ze hebben een negatiever zelf-beeld, gebruiken vaker drugs en alcohol, komen gemakkelijker in de (pre)criminaliteit terecht, en presteren minder goed op school. Ze hebben ook een grotere kans om zelf te scheiden. Een sociaal killing field dus. Enkele decennia geleden, toen de toename van de echtscheidingskans op dreef kwam, dacht men dat de accep-tatie van scheiding zou leiden tot erosie van de negatieve gevolgen ervan. Dat is niet zo: die gevolgen nemen toe en zijn feller dan ge-dacht. Scheidingskinderen zen-den daar alarmerende signalen over uit, maar ouders luisteren daar niet graag naar.

    Er zijn instrumenten om daar iets aan te doen. Het zou fraai zijn mochten hoogopgeleide aca-demici vrouwen n mannen hun stem laten horen over deze kwestie. Het klinkt moraliserend, maar toch: wie profiteert van maatschappelijke kansen heeft de plicht om de problemen van groepen op de politieke agenda te plaatsen die daar zelf niet de macht voor hebben. Er moet voor-komen worden dat onderwijs in de toekomst dezelfde motor van sociale ongelijkheid wordt als gender dat in het verleden was en nog gedeeltelijk is.

    Koen MatthijsFamily and Population Studies

    opinie

    Genderrollen en geslachtsquota: graag wat meer bandbreedte

    koen matthijs:

    Wat men Wint aan eVenWiCht tussen de gesLaChten, VerLiest men aan paCifiCatie binnen de gesLaChten.

    ( k

    u Le

    uven

    | ro

    b st

    even

    s)

    joris steekt de draak

  • 29 mei 2013 Nieuws 3

    jaak poot

    Kim De Keersmaecker doet met een postdoctoraal FWO-mandaat onderzoek aan het labo voor Moleculaire Biolo-gie van Leukemie (KU Leuven VIB). Haar topic is T-cel ALL, een variant van acute lymfati-sche leukemie waarbij er op korte tijd een ophoping van onvolgroeide witte bloedcel-len ontstaat. Op dit ogenblik bestaat de behandeling van deze kankervorm uit chemo-therapie met veel nevenwer-kingen. Bij optimale behande-ling geneest die 75 procent van de kinderen, maar minder dan de helft van de volwassenen.

    Kim de Keersmaecker: Mijn onderzoekswerk streeft naar een efficinte behandeling met minder toxische neven-werkingen. Daarvoor is het nodig dat we precies weten hoe T-ALL werkt. Het is dui-delijk dat een opeenstapeling van fouten in het genetisch materiaal van de cellen aan de basis ligt. Lang niet al die mutaties zijn gekend. Ik ben op zoek naar ongekende va-rianten die eventueel goede doelwitten vormen voor the-rapie.

    Vroeger moesten onderzoe-kers n of een paar genen selecteren voor onderzoek. Nu bestaat er next-generati-on sequencing, een nieuwe techniek waarmee je onbe-vooroordeeld naar alle genen tegelijk kunt kijken. Dat is belangrijk omdat onderzoek heeft uitgewezen dat T-ALL ontstaat als er tegelijk in ver-schillende genen fouten zit-ten. Wij onderzochten meer dan 20.000 genen van 67 T-ALL-patinten. Daaruit blijkt dat bij volwassenen met deze ziekte aanzienlijk meer muta-ties voorkomen dan bij kinde-ren. En ze zitten bovendien in andere genen.

    ribosoomfoutenEen echte doorbraak in ons onderzoek is de ontdekking van fouten in het ribosoom. Elke cel bevat een aantal ei-witcomplexen die cruciaal zijn voor haar functie. Een daarvan is het ribosoom, het complex in de cel dat de ei-witten aanmaakt. Wij kon-den voor het eerst aantonen dat defecten in het ribosoom een kankerverwekkende rol kunnen spelen. Dat is mis-schien een zwak punt van de leukemiecellen. Alle cellen hebben goed werkende ribo-somen nodig om te overleven en te groeien. Wij hopen dat de defecte ribosomen in de leukemiecellen een geschikt

    doelwit vormen voor thera-pie. Als we op die ribosomen kunnen inwerken, kunnen we hopelijk de kankercellen zelf verzwakken en aantas-ten.

    Zon therapie zal waar-schijnlijk effectiever zijn bij kinderen dan bij volwassenen. Waarom? De vastgestelde de-fecten in het ribosoom vinden we vooral bij kinderen. De vol-gende fase van ons onderzoek focust op de manier waarop die defecten kanker veroorza-ken. Zo vinden we misschien

    extra mogelijkheden om de defecten therapeutisch te ge-bruiken. We zijn er nog lang niet, maar we zien wel al licht schemeren aan het einde van de tunnel.

    Ik krijg nu deze onder-zoeksprijs, maar heel wat an-deren hebben bijgedragen tot de resultaten die we hebben bereikt. Ik denk aan mijn doc-toraatspromotor, collegas en de onderzoekers met wie ik nu een aparte onderzoeks-groep probeer uit te bouwen. Wetenschappelijk onderzoek blijft fascinerend, die zoek-tocht naar meer begrip en inzicht, het besef dat je een kleine bijdrage levert aan een betere therapie voor deze ver-schrikkelijke ziekte.

    Kim de Keersmaecker krijgt de Prijs Biomedische Wetenschappen van de Onderzoeksraad voor haar nieuwe inzichten in acute lymfatische leu-kemie bij kinderen en volwassenen. Een doorbraak was de ontdekking van fouten in de eiwitfabriekjes van leukemiecellen. Die zijn mogelijk een geschikt doelwit om die cellen te verzwakken. Onderzoek kan niet zonder teleurstellingen en tegenval-lers. Je moet optimist zijn en verbe-ten blijven zoeken naar een betere therapie.

    Geciteerd

    Echt een stukde morGen, 23.5.2013

    Stopwoorden zijn een epide-mie. Eerst was er een stuk, dan kwam effenaf en na eigenlijk en absoluut lijkt nu ook echt aan een beang-stigende opmars bezig. () Men leeft steeds meer on-line, met neus en ogen op een scherm gericht, waardoor de kloof met het echte, het rele, het tastbare leven toeneemt en dus extra in de verf dient gezet. Een theorie die Koen Jaspaert, hoofddocent van de Faculteit Letteren van de KU Leuven en voormalig Al-gemeen Secretaris van de Ne-derlandse Taalunie, plausi-bel maar te bewust noemt. Processen als dit gebeuren heel erg onbewust. In conver-saties passen we ons constant aan de andere aan. Als de ene persoon een bepaald woord vaak gebruikt, zal de andere dat zonder het zelf te besef-fen overnemen. Of juist niet, omdat hij afstand wil nemen. Alles heeft te maken met de relatie die je met je gespreks-partner wilt leggen. Soms kun je van jezelf denken dat je te fors overkomt en ga je woorden als dus, eigenlijk of echt ter nuancering ge-bruiken. Om het beeld bij te schaven dat de ander van je heeft. Maar nogmaals: het is geen bewust proces. En stop-woorden zijn er volgens mij altijd al geweest. In de jaren zeventig bijvoorbeeld begon iedereen opeens een stuk-je te gebruiken, maar van-daag hoor je dat bijna nooit meer.

    SOS mophet nieuwsbLad, 24.5.2013

    Vlamingen vertellen almaar minder moppen. En daar zijn verschillende redenen voor, zeggen emeritus pro-fessor volkskunde Stefaan Top en Johan Verberckmoes, hoogleraar aan de faculteit Letteren van de KU Leuven. Andere vormen van humor verdringen de mop. Er is het humoraanbod op televisie en er zijn de filmpjes die op het internet circuleren, maar ook het overaanbod aan stand-upcomedy speelt mee, aldus Stefaan Top. ()Johan Verberckmoes stipt ook maatschappelijke veran-deringen aan. Zo verdwijnen de schoonmoeder-moppen. Die dateren uit een tijd waar-in jonge trouwers gingen in-wonen bij de ouders, maar niemand doet dat nu nog. Het probleem schoonmoe-der is dan ook nauwelijks nog aan de orde.Door de sociale media zitten we ook minder vaak gezellig samen met familie en vrien-den, d gelegenheid voor het vertellen van moppen. Vroeger ontmoetten mensen elkaar op caf en daar werd gedronken en gelachen. Mis-schien moeten we beginnen met de cafs te redden.

    Als onze bevindingentot een therapie leiden,

    dan is die waarschijnlijk effectiever bij kinderen

    dan bij volwassenen.

    Op zoek naar de zwakke punten van leukemie

    kim de keersmaecker ( ku Leuven | rob stevens)

    meer winnaarsop 28 mei vielen nog drie andere onderzoekers in de prijzen:

    Prijs Onderzoeksraad voor humane wetenschappenanthony dupont (onderzoeks-eenheid geschiedenis van kerk en theologie): Christian antiquity: patristic era

    Prijs Onderzoeksraad voor wetenschap en technologiealexander bertrand (afdeling esat - sCd: sista/CosiC/doCarCh): distributed signal processing algorithms for wireless acoustic sensor networks

    Prijs Academische Stichting Leuven voor humane weten-schappenWim decock (bijzondere faculteit kerkelijk recht): theologians and contract law: the moral transformation of the ius Commune (ca. 1500-1650)

    De prijs van de Onderwijs-raad ging naar Gentegreerd examineren: de stationsproef. Een artikel hierover vindt u op pagina 7.

  • 4 Nieuws campuskrant

    Honderdste spin-off is kroon op succesverhaal LRD

    Ludo meyvis

    Volgens LRD-directeur Paul Van Dun en algemeen beheerder Koen Debackere is de opdracht van LRD eenvoudig: onderzoek op zon manier naar de markt brengen dat ook de onderzoe-ker er beter van wordt. Dat kan natuurlijk heel wat vormen aan-nemen, zegt Paul Van Dun. De oprichting van een spin-off is de meest zichtbare. Met het mid-den mei opgerichte Instrumen NV (zie artikel hiernaast) zijn we aan nummer 100. De eerste was Sil-var Lisco, opgericht in 1979. Die maakt nu deel uit van ARM, een grote spin-off van Cambridge. De bekendste zijn ongetwijfeld LMS dat heel recent overge-gaan is in Siemens , Materiali-se, ICOS en ThromboGenics, dat midden maart is opgenomen in de Bel-20.

    Maar je mag je niet blindstaren op de spin-offs. LRD besteedt het grootste deel van zijn tijd aan sa-menwerkingscontracten, bijvoor-beeld op het vlak van consulting en onderzoeksopdrachten. Van de 2.600 contracten die in 2012 ondertekend werden, hadden er 1.800 te maken met samenwer-king. Daar komt ook het grootste deel van de inkomsten uit voort.Wat draagt LRD bij aan de Leu-vense regio?Koen Debackere: De toegevoeg-de waarde van de economische activiteit die via LRD in de Leu-vense regio terechtkomt, loopt in de honderden miljoenen. En het aantal extra arbeidsplaatsen dat alleen al de spin-offs gene-reren, gaat richting 4.000. Maar er is meer. Als LRD een spin-off aanvaardt, krijgt die een soort keurmerk, dat als een hefboom blijkt te werken in de financile wereld. Om je een idee te geven: een investering van 7 miljoen euro via LRD leidt tot een inves-tering van 630 miljoen euro uit externe bronnen.Zijn er nieuwe succesverhalen op komst?Koen Debackere: We leggen de lat tamelijk hoog, om de kans op mislukken zo klein mogelijk te houden. Van de 100 opgestarte spin-offs zijn er nog 84 actief. Of er ook een nieuwe Google bij zit, kan je alleen maar hopen, maar bij de recente spin-offs zijn er zeker met heel veel perspectief. LayerWise, bijvoorbeeld, is met zijn additive manufacturing in metaal op korte tijd al uit zijn

    voegen gegroeid. Ook Cartage-nia, dat zich bezighoudt met software voor de ondersteuning van medische diagnoses, is in zijn gebied heel snel marktleider geworden.Welk onderzoek geeft de beste perspectieven op economisch succes?Paul Van Dun: Daar bestaat na-tuurlijk geen eenvoudige formu-le voor. Elke oprichting is anders, omdat elk onderzoek en elke marktsector anders is. Je kan er alleen voor zorgen dat je een zo goed mogelijke basis hebt om je te wapenen tegen de steeds wij-zigende marktomstandigheden. Wel blijkt het zo dat praktisch alle sterke spin-offs een multi-disciplinair karakter hebben.Waar gaat LRD naartoe?Koen Debackere: Onze basis blijft hoogkwalitatief onderzoek. Gecombineerd met een verstan-dige financiering en een dege-lijke begeleiding creert dat de beste kansen. En de geschiedenis leert dat economisch succes vaak

    samengaat met wetenschappe-lijk succes. LRD doet het goed omdt het Leuvense onderzoek het goed doet. We hebben mr onderzoekers, die mr en beter onderzoek leveren. Intussen wer-ken 900 van de ongeveer 1.400 professoren van de KU Leuven op een of andere manier samen met LRD. Dat betekent ook dat steeds meer onderzoekers voeling krij-gen met het bedrijfsleven, wat de maatschappelijke relevantie van de universiteit heel duidelijk in de verf zet.

    lrd.kuleuven.be

    Bij de oprichting in 1972 had niemand kun-nen voorspellen dat KU Leuven Research & Development (LRD) ooit de wieg van honderd bedrijven zou worden, en van duizenden sa-menwerkingscontracten met de industrie. En evenmin dat deze dienst voor kennis- en technologietransfer de Leuvense regio dui-zenden arbeidsplaatsen en honderden mil-joenen euro inkomsten zou bezorgen.

    instrumen: de robot in de operatiezaalInstrumen NV komt voort uit het onderzoekswerk van de Afdeling PMA, meer bepaald de Robot-Assisted Surgery of RAS-groep, in 2000 opgericht door emeritus professor Hendrik Van Brussel, die trouwens van zeer nabij bij Instrumen betrokken is. De gees-telijke vaders zijn verder Thierry Janssens, Hsiao Wei Tang (PMA), Hsin-Fu Huang, Andr Thijs (Me-tal Aarschot), en Wim Boogaerts, aangetrokken voor sales en mar-keting en als CEO.

    Instrumen faciliteert robotchi-rurgie, vooral dan bij minimaal invasieve chirurgie, in de volks-mond beter bekend als sleutelgat- operaties. Robots worden daar al wel langer voor ingezet, maar met de technologie van Instru-men kan dat op een exactere en voor de assistent van de chirurg minder belastende manier, die bovendien veel minder ruimte-lijke impact heeft. Eigenlijk had je tot nu toe maar twee opties: of-wel geen robots, ofwel een peper-duur, log, weinig flexibel appa-raat. Tussenin bevindt zich een oceaan van mogelijkheden, die Instrumen wil gaan bevissen.

    Instrumen ontwikkelt zowel

    passieve houders, bijvoorbeeld voor endoscopen, laparoscopen, manipulatoren enzovoort, als gerobotiseerde systemen voor laparoscopische operaties. Die systemen kunnen bijvoorbeeld ingezet worden bij laserchirur-gie, heel modulair en aanpas-baar, en bereikbaar geprijsd. Met de producten van Instrumen de bestaande en diegene die nu ontwikkeld worden, onder leiding van medepatenthouder Thierry Janssens kan het chi-rurgisch team bovendien werken op een voor de patint minimaal belastende manier. Momenteel richt het bedrijf zich vooral op abdominale, gynaecologische en urologische chirurgie, maar ook daar is uitbreiding de bedoeling. Miniaturisatie en nieuwe inter-faces bieden tal van groeimoge-lijkheden.

    Bij de oprichting is de hulp van LRD van enorm belang geweest, zegt CEO Wim Boo- gaerts. Ze hebben ons tijdens het hele traject begeleid, van de verwerving van de licentie op het patent tot en met de handte-kening bij de notaris. Tussenin maak je samen een business plan

    en presentaties voor mogelijke financiers, je zoekt medewer-kers, je werkt aan de juridische invulling enzovoort. Voor lk as-pect kan je bij LRD terecht.

    Geen liefdadigheidNiet onbelangrijk: LRD beschikt over een respectabel netwerk van potentile investeerders, en daar word je heel deskundig en productief in gentroduceerd. Het Gemma Frisius Fonds, het zaaikapitaalfonds van de univer-siteit, gaf als eerste een toezeg-ging. Samen met het Ark Angels Activator Fund (AAA-Fund) en vier financiers van Business An-gels Netwerk Vlaanderen (BAN) is er in Instrumen genvesteerd. Dat deze kapitaalinjectie mede via Business Angels en het AAA-Fund werd gerealiseerd, toont het toenemend belang aan van dit financieringskanaal.

    De snelheid en het niveau van dienstverlening waarmee we bij LRD te maken kregen, is eenvou-digweg van dezelfde kwaliteit als binnen de bedrijfsactiviteit van een multinational. Alles krijgt deskundige aandacht. Uiteraard is het geen liefdadigheid: LRD heeft er zelf ook baat bij wanneer een spin-off het goed doet, maar dat belet niet dat het voor een opstartend bedrijf als Instrumen van onbetaalbaar belang is om op zon dienst beroep te kunnen doen.

    De band met de RAS-onder-zoeksgroep van de universiteit is voor Instrumen van vitaal belang. Samen met hen beschikken we over de beste expertise. We vul-len een belangrijke niche in met onze producten en diensten, n we hebben een hoogkwalitatieve financile en juridische omka-dering. Kan je geloven dat ik In-strumen een prachtige toekomst zie hebben?

    www.instrumen.eu

    Eensuccesformule

    is er niet,maar bijnaalle sterkespin-offshebben

    een multi-disciplinair

    karakter.

    Instrumen faciliteert robotchirurgie ( Instrumen)

  • 29 mei 2013 Nieuws 5

    Gaat u zelf voor die knik kunnen zorgen?Torfs: Sommige dingen kan je vanuit het beleid wel degelijk veranderen, voor andere kan je alleen een aanzet of steun geven, voor nog andere heb je samen-werking met de buitenwereld nodig. Neem die publicatiedruk. Dat is een heel zwaar probleem, maar uiteraard kan de KU Leuven dat niet op haar eentje oplossen. Maar we kunnen wel het voortouw nemen in gesprekken met andere universiteiten en de overheid om de eenzijdige kwantificatie van academisch werk te herzien, ook met het oog op financiering en de individuele loopbaan.

    Natuur, tijd en ruimteEen opvallende term op de ver-kiezingsdag was broederlijkheid en zusterlijkheid. Hoe wilt u die invullen?Torfs: Er is vervreemding ge-groeid aan onze universiteit. Mensen weten niet meer goed hoe het allemaal in elkaar zit en waar ze staan. In een altijd maar groeiende universiteit is de af-stand tussen vloer en bestuur te groot geworden, en ook tussen delen van de vloer onderling be-staat te weinig contact. Dat leidt tot verkilling en concurrentie. Wat meer samenwerken is best mogelijk.

    Inhoudelijk kan je dat vertalen langs het concept interdisciplina-riteit, en organisatorisch onder andere door betere communica-tie. Bijvoorbeeld: de Hay-operatie (project rond functieclassificatie red.) heeft grote delen van het ad-ministratief en technisch perso-neel een kater bezorgd. Dat had voorkomen kunnen worden. In de UZ idem: daar is ongenoegen gegroeid omdat er te weinig is overlegd rond bepaalde ingrepen en rond hangende problemen. Of de flexibilisering van het onder-wijs, hetzelfde verhaal. Nu zitten we met een aantal administratie-ve knopen, die de docenten jaren geleden al voelden aankomen. Daar had beter naar geluisterd kunnen worden.

    Communicatie, of het gebrek daaraan, ligt ten grondslag aan een aantal uitingen van dat tekort aan broederlijkheid en betrok-kenheid. Nochtans zijn wij com-municerende wezens, van nature. Maar die naturel in onze universi-taire communicatie, intern zowel als extern, hebben we niet altijd. Soms stellen we ons te verkrampt op, we begrijpen niet altijd hoe de media of de buitenwereld re-ageren. Op dat vlak is er ruimte voor meer openheid, en voor ver-frissing.U bent een mediafiguur en u communiceert heel veel. Gaat u dat blijven doen? Hebt u er nog de tijd voor?Torfs: Waarom niet? In wlke media ik dat doe, moet ik natuur-lijk bekijken. Misschien spiegel ik me wel aan burgemeester Tob-back: ook hij combineert een ernstige job met veel media-op-tredens, maar niet eender waar. Mijn columns wil ik alleszins blij-ven schrijven. Dat is een deel van mezelf. Ik zal sterven met de pen in de hand. Als ik schrijf, ben ik het meest mezelf. Natuurlijk zal ik themas kiezen die compati-

    bel zijn met mijn nieuwe functie, maar ook dan is er nog veel ruim-te. Er zijn wel limieten, dat besef ik. Als het gaat over een program-mahervorming bij geneeskunde of over de idee van een toelatings-proef, dan zijn dat domeinen die door de rector behandeld wor-den, namens de universiteit, niet door columnist Rik Torfs.

    Tijd is rekbaar. En wat ik doe, doe ik geconcentreerd. Ik zal een heel drukke agenda hebben, maar met wat organisatie en soms een spirituele stap terug is heel veel mogelijk. Nu ik rector ben, laat ik ook een deel van mijn andere bezigheden varen. Het lijkt vreemd, maar eigenlijk is het voor het eerst in lange tijd dat ik me volop op n ding zal kunnen concentreren een groot ding, weliswaar, maar toch.Tijd en ruimte maakt u misschien wel, maar zal u als rector nog vol-doende vrijuit kunnen spreken en schrijven?Torfs: Schrijven is voor mij juist een concretisering van vrijheid, en wanneer ik zeg dat ik van de universiteit graag een lichtbaken in schemerige tijden wil maken, moet ik toch ook zelf het voor-beeld proberen te geven? Of wan-neer ik van onze gemeenschap hoop en vraag dat ze actiever en zonder verkramptheid haar stem laat horen in de samenleving,

    iedereen, niet alleen onze noch-tans hogelijk gewaardeerde cory-feen?

    Als senator schreef ik niet als la-kei van de CD&V, maar dat belette me niet goed te blijven functione-ren, ook binnen de partij. Ook als rector wil ik over de grenzen heen blijven kijken. Daar kan iedereen alleen maar goed bij varen. Als je

    gaat onderhandelen met andere universiteiten, of met de politieke wereld, is het goed dat men weet dat je geen ideologische oogklep-pen ophebt. Trouwens, verzuiling is nooit goed, niet binnen, niet buiten de universiteit. Wat meer pluralisme, ook in onze gremia, is aangewezen, zker voor een rector met een CD&V-signatuur.

    De toekomstWat gaat u de eerstvolgende maanden doen?Torfs: Een goede ploeg samen-stellen, en met hen de strategie uittekenen. Eenvoudig is dat niet: de gemeenschap moet die mensen steunen, je zoekt naar een evenwicht tussen mannen en vrouwen, facultaire herkomst, meer of minder bestuurserva-ring, oud en jong. Ik zoek men-sen die sterker zijn dan ik, geen jaknikkers, maar mensen die me de waarheid zeggen en die me op mijn plaats kunnen zetten.We staan voor de integratie. Hoe

    ervaart u die?Torfs: Het is iets dat we nog nooit meegemaakt hebben, dus is het gedeeltelijk een stap in het onbekende, ook voor mij. Die stap is wel al jarenlang grondig voorbereid, niet het minst door de ploeg van rector Waer. Het pad ligt er, maar de tocht moeten we nog maken. Hoe gaan de hoge-scholen bijvoorbeeld hun eigen profiel behouden, zonder kleine Leuventjes te willen worden? Het moet gaan om een onderneming waar iedereen beter van wordt, te realiseren langs lijnen van ge-leidelijkheid. Een plompe over-dracht van verantwoordelijkheid is niet het hele verhaal. Overleg, zoeken naar draagvlakken, dui-delijkheid en diplomatie, dan komen we er wel.

    Ook met de Associatie zal over-legd moeten worden. Dat zie ik heel goed zitten. De voorzitter is een bijzonder intelligente man met wie in alle openheid te praten valt. Hij kan tegen een stootje, en misschien het belangrijkste, voor hem is een afspraak een afspraak. Op die basis zie ik de samenwer-king heel goed verlopen, nu en later. Wat vreest u en wat hoopt u?Torfs: Vrezen niet zo veel. Wat we zelf kunnen doen, zullen we goed doen, daar ga ik vanuit. En voor dingen die we niet in eigen hand hebben, kunnen we alles-zins aan de kar trekken, tegen het overdreven kwantitatieve, tegen de publicatiedrift, ik noem maar wat. Ik onderschat de problemen die op ons afkomen niet, maar dat schaadt mijn vertrouwen niet. Die problemen mogen ons niet tegen-houden om te streven naar wat echt telt. Ik schreef het al in mijn programma: de universiteit moet opnieuw een lichtbaken in de sa-menleving zijn. Dat knnen we.

    Voor mijn ploeg zoek ikgeen jaknikkers, maar

    mensen die me op mijnplaats kunnen zetten.

    Professor Torfs is een plaats in de spotlights gewend. Misschien spiegel ik me wel aan burgemeester Tobback: ook hij combineert een ernstige job met veel media-optredens, maar niet eender waar. ( KU Leuven | Rob Stevens)

    pagina 1

    Wie is rik torfs?

    Rik Torfs werd geboren in Turnhout op 16 oktober 1956.

    Hij volgde Latijn-Griekse in het Sint-Gummaruscolle-ge in Lier.

    Aan de KU Leuven behaalde hij de diplomas van licentiaat in de rechten (1979), het notariaat (1980) en het kerkelijk recht (1981).

    In 1987 behaalde hij een doctoraat in het kerkelijk recht. Hij werd docent kerkelijk recht aan de KU Leuven in 1988, en ge-woon hoogleraar in 1996.

    Hij heeft meer dan 300 wetenschappelijke publica-ties op zijn naam, en was gastprofessor aan tal van buitenlandse universiteiten.

    Van juni 2010 tot maart 2013 was hij senator voor CD&V.

    Rik Torfs krijgt het woord

  • 6 Onderzoek campuskrant

    Deze stoere krijger op een maan-landschap is eigenlijk een fotonisch kristal. Dat maakt doctorandus in de chemie Pieter-Jan Demeyer ons diets. Fotonische kristallen zijn structuren die zichtbaar licht mani-puleren. In de natuur heb je ze ook: denk aan opalen, waarbij de kleuren veranderen afhankelijk van je kijk-hoek. Je ziet dat fenomeen ook in de veren van pauwen of de vleugels van vlinders.Als de mens zelf fotonische kristal-len maakt, gebeurt dat met kleine bolletjes op nanoschaal die ge-stapeld worden tot een kristal. De bolletjes moeten allemaal exact de-zelfde grootte hebben. Dat is slechts mogelijk met een beperkt aantal ma-terialen, zoals glas. Om meer keuze aan materialen te hebben, is er een alternatieve methode om die kristal-len te maken. We maken eigenlijk een omgekeerde vorm: hier heb ik polymeer een kunststof rond de bolletjes gegoten en de bolletjes weggehaald. Je krijgt een sjabloon dat zelf ook een fotonisch kristal is.

    Het mannetje is gewoon een restje van het polymeer dat bleef plakken. Je kan het wegpolijsten, maar op zich maakt het niets uit voor de optische eigenschappen van het kristal.Waarom zijn fotonische kristallen in-teressant? Fotonen lichtdeeltjes zijn sneller dan elektronen, waar-op een groot deel van onze huidige technologie gebaseerd is. En fotonen maken een grotere bandbreedte mo-gelijk: je kan er meer info mee door-sturen. Er bestaan al toepassingen, bijvoorbeeld bij sommige glasvezels en lasers. Het ultieme doel is om fo-tonische kristallen te gebruiken als componenten van chips. Maar licht is moeilijk te benvloeden. Dus daar zijn we nog niet aan toe. (if)

    Pieter-Jan Demeyer is n van de tien finalisten van de wetenschappelijke fo-towedstrijd SPIEKULographic. Die wordt dit jaar voor de derde keer georganiseerd door SPIE KU Leuven Student Chapter, een vereniging van onderzoekers die zich met licht en optica bezighouden. De win-naar is op 31 mei bekend.Info: www.spiekul.be

    Beeldige wetenschap

    ludo meyvis

    Onderzoek is onvervreemdbaar verweven met het profiel van ThromboGenics. Dat werd op 23 mei onderstreept door de onder-tekening van de ThromboGenics Chair in Pharmacological and Surgical Vitrectomy. Professor Dsir Collen, geestelijke vader van ThromboGenics, licht toe waarom zijn bedrijf een leerstoel wil financieren. Ons bedrijf is opgericht met de hulp van en op de voedingsbodem van de KU Leuven. Al die jaren hebben we samengewerkt in de allerbeste verstandhouding. Deze leerstoel is daar een tastbaar symbool van. Het is een win-winsituatie: de KU Leuven, met name het team rond professor Stalmans, kan er verder onderzoek mee uitvoeren, en voor ThromboGenics is het uiteraard zinvol om de moge-lijkheden en implicaties van het gebruik van ons geneesmiddel Jetrea verder te bestuderen.

    Professor Peter Stalmans, die de leerstoel zal bekleden, is enthou-siast over de mogelijkheden van de nieuwe leerstoel. Het sleutel-woord is ocriplasmine, het eiwit dat als merknaam Jetrea kreeg. Daarmee kunnen bepaalde oog-aandoeningen voortaan met een injectie aangepakt worden, in

    plaats van met een operatie. In hoofdzaak gaat het om vitreo-maculaire tractie en maculaire gaatjes, waarbij het glasvocht van de oogbol verdicht en tractie uit-oefent op het netvlies. Dat gaat daardoor vervormen en kan be-schadigd worden, uiteraard met ernstige gezichtsproblemen. Een operatie of vitrectomie, waarbij het glasvocht verwijderd werd, was vele jaren de enige optie. Dat is niet langer zo.

    Injectie voorkomt operatieAl in de jaren 70 probeerde men in de VS glasvocht met plasmine weker te maken. Dat eiwit was echter moeilijk exact te doseren en voldoende zuiver aan te ma-ken. Later kwamen die oude stu-dies weer van onder het stof, toen ThromboGenics naar nieuwe ma-nieren zocht om bloedklonters op te lossen, hun belangrijkste focus op dat moment. Een aangepast plasmine, met de naam ocriplas-mine, bleek echter heel andere mogelijkheden te bieden.

    Ik had toevallig een aantal pa-tinten die ik wilde voorbereiden op een netvliesoperatie. Met die bedoeling had ik hen genjec-teerd met ocriplasmine, om hun glasvocht wat weker te maken. Enkele dagen later vertelden ze me tot mijn verbazing dat ze plots

    beter waren gaan zien. Een opera-tie was niet meer nodig, en hun gezichtsvermogen herstelde zich. Met ocriplasmine hadden we dus een alternatief voor een operatie-ve ingreep gevonden.

    ThromboGenics heeft toen beslist zich ten volle op de oftal-mologie te orinteren, en om de verdere studie en commerciali-sering van ocriplasmine ter harte te nemen. Ik had het bedrijf toen al goed leren kennen, vooral tij-dens de lange klinische proeven die uiteindelijk geleid hebben tot de goedkeuring van ocriplasmine door de Europese en Amerikaanse gezondheidsautoriteiten. Jetrea, de handelsnaam van ocriplasmi-ne, is sinds drie maanden op de Amerikaanse markt, en heeft daar al een omzet van 10 miljoen dollar

    gegenereerd wat heel aanzienlijk is. In Europa is het al te koop in Duitsland en Engeland. Probleem is de terugbetaling door de ziekte-verzekering in vele Europese lan-den, die nog op zich laat wachten. Daar heb ik het soms lastig mee, vooral omdat het duidelijk is dat de operatieve behandeling com-plexer en belastender is dan de farmacologische. En duurder voor de samenleving, hoewel goedko-per voor de patint ...

    OnderzoeksvragenDe ThromboGenics Leerstoel biedt de volgende drie jaar een gedroomd platform voor verder onderzoek. We richten ons op studies over de functionele en psychische weerslag van het ver-wijderen van het glasvocht van het

    oog, enerzijds langs farmacologi-sche weg, dus met ocriplasmine, anderzijds op chirurgische wijze, met een vitrectomie. Hoe verhou-den de resultaten van beide pro-cedures zich? Zien de patinten beter of anders? Zijn er relevante psychische gevolgen vast te stellen van de ene tegenover de andere aanpak? Ook die psychische di-mensie is van groot belang. Er zijn heel wat gevallen bekend van pa-tinten die, als gevolg van visuele stoornissen door glasvochtaantas-ting, ten prooi vielen aan ernstige depressies. Is er een correlatie tus-sen een bepaalde psychische toe-stand en een operatieve dan wel een farmacologische aanpak? Zul-ke onderzoeksvragen worden met de nieuwe leerstoel mogelijk.

    www.thrombogenics.com

    ThromboGenics Leerstoel onderzoekt behandeling van netvliesaandoeningenBiofarmaceutisch bedrijf Thromboge-nics gaat onderzoek naar de behande-ling van netvliesaandoeningen financie-ren via een leerstoel. We willen kijken naar de functionele n de psychische weerslag van de verschillende behande-lingen, zegt professor Peter Stalmans, die de leerstoel zal bekleden.

    Vlnr: Patrik De Haes, CEO van ThromboGenics, professor Peter Stalmans en rector Mark Waer tijdens de ondertekening van de ThromboGenics Leerstoel. ( Lemmert.be)

    Maanlander? Transformer?Fotograaf: Pieter-Jan Demeyer

  • 29 mei 2013 Onderzoek 7

    Jaak poot

    Bij een stationsproef doorlopen de studenten een carrousel van opdrachten. Docenten of stage-leiders observeren hun interactie met de patint. Professor Chris Verslype en dokter Annick Der-mine van het Expertisecentrum Masterproef geven een concreet voorbeeld uit de tweede master: De student voert na elkaar zeven opdrachten uit, waarvoor hij tel-kens zes minuten krijgt. De op-dracht en de naam van de patint staan op de deur. Bij het eerste belsignaal gaat de student naar binnen, bij het tweede sluit hij de opdracht af, klaar of niet. Die tijdsdruk simuleert de realiteit van de klinische praktijk. Stu-denten oefenen daar ook op tij-dens hun practica. Dat is nodig: een arts heeft onder tijdsdruk de neiging om korte, gesloten vra-gen te stellen en de open vragen te vergeten die nodig zijn voor een goede kijk op het probleem waarmee de patint kampt.

    Bij het vroegere traditionele kli-nische examen werd iedere stu-

    dent individueel door een docent beoordeeld voor zijn onderzoek van een patint. Chris Verslype: Dat was een heterogene en sub-jectieve evaluatie zonder vali-dering. Studenten voelden zich soms niet correct beoordeeld.

    De stationsproef is een betere manier om de koppeling van ver-eiste kennis n specifieke vaar-digheden te toetsen. Vanaf de jaren 80 brak ze internationaal door in de artsenopleiding. An-nick Dermine: Professor Jan Degryse startte er aan onze fa-culteit in 1998 als eerste mee bij de vervolgopleiding huisartsen. Daarna volgden het tweede, het derde en het vierde masterjaar huisartsgeneeskunde. In totaal zijn dat elk jaar ongeveer duizend studenten.Wie is proefkonijn?Annick Dermine: Vrijwilligers spelen de rol van patint. Zij wor-den gebrieft over welke aandoe-ning ze hoe moeten simuleren we leren ze bijvoorbeeld wanneer ze au moeten roepen tijdens een onderzoek naar een moge-lijke appendixonsteking. Waar

    mogelijk werken we met echte patinten.Hoe kun je zon proef objectief beoordelen?Chris Verslype: Elke dag worden alle studenten door eenzelfde docent beoordeeld bij dezelfde opdracht. In de tweede master krijgen ze zo een beoordeling van zeven observatoren. Die werken met een gestandaardiseerde ant-woordsleutel. Bovendien scree-nen wij de beoordelingen van dezelfde proef over verschillende dagen en met andere examinato-ren. Zo kunnen we afwijkende be-oordelingen bijsturen. Een groot pluspunt is de loskoppeling tus-sen de docent die lesgeeft, en zijn collega die beoordeelt. Achteraf krijgen beoordelaars n docen-ten feedback van de stuurgroep. Met een dubbel doel: het onder-wijs n de volgende beoorde-lingsronde bijsturen.Is de stationsproef goedkoper dan een traditioneel examen?Annick Dermine: Nee, eerder andersom. Een stationsproef kost per student ongeveer hon-derd euro meer dan een klas-sieke proef. Observatoren en simulatiepatinten kosten geld. En er gaat ook een heel bedrag naar de informaticaomkadering. De winst meet je in dit geval op lange termijn. Als opleidingsin-stituut investeren wij in de toe-komst: deze werkvorm verbetert ons onderwijs. En het motiveert studenten om hun opleiding an-

    ders aan te pakken. Ze beginnen bewuster aan hun stage en leren veel vroeger correct en professio-neel met de patint om te gaan. Natuurlijk zijn dat niet-meetbare resultaten.

    Chris Verslype: De Onderwijs-prijs komt een beetje uit de lucht gevallen. Maar wel op een uitste-kend moment: net voor de visita-tie van onze opleiding. Het is een hele steun in de rug dat een on-afhankelijke instantie onze aan-pak apprecieert. Het is ook een stimulans om een aangepaste vorm van stationsproef binnen twee jaar in te voeren in het derde bachelorjaar van de hernieuwde artsenopleiding.

    Stationsproef geneeskunde test kennis n vaardighedenDe Faculteit Geneeskunde krijgt de prijs van de Onderwijsraad voor haar stationsproef. Elk jaar leggen duizend studenten een reeks praktische tests af binnen een tijdslimiet: een gestandaardiseerde, objectieve en gevalideer-de meting van kennis en vaardigheden.

    hoe bereid ik mein godsnaam voor?Ben van Bylen, student mas-ter in de specialistische ge-neeskunde (afstudeerrichting anesthesie-reanimatie) legde de stationsproef enkele jaren geleden af: Als student voelde dat heel onwennig aan. Je hebt je jarenlang suf geblokt voor examens en nu sta je na een praktijkstage voor een heel andere proef. Je weet niet hoe je je daarop moet voorbereiden. Wat kan ik studeren? Wat kan ik in godsnaam vooraf doen? Die vragen spookten alle stu-denten door het hoofd.Nu kijk ik erop terug als een heel goede evaluatie die zowel je theoriekennis als je contact met de patint test. Het was ook een heel intensieve proef waarbij je constant jezelf staat te evalueren. Een mooie afslui-ter van de opleiding.

    Speel vanaf midden juli mee op facebook.com/KULeuven

    Win een viparrangement - metovernachting - voor twee personenop het M-idzomerfestival!

    ku leuven students on stageDit jaar vindt voor de vierde keer KU Leuven Students on Stage plaats. Met deze wedstrijd wil KU Leuven jongeren aansporen hun talenten te ontplooien, en hen de kans ge-ven om op een groot zomerfesti-val te spelen. Ondertussen zitten de regionale voorrondes erop, en daarmee zijn de zes finalisten be-kend. 5am Friday, Furry Roadkill, Heads up High, Jack Rabbit, Sexy Sunday en The Blues Vision nemen het op zaterdag 10 augustus tegen elkaar op tijdens Marktrock. De band die de jury weet te overtuigen

    wordt de winnaar en speelt later op de avond een set op het hoofdpo-dium op de Oude Markt.

    Alle info opwww.kuleuvenstudentsonstage.be

  • 8 Integratie campuskrant

    Ilse FrederIckx

    In Diepenbeek zit een aantal laat-stejaars van de master industri-ele ingenieurswetenschappen in groepjes van twee of drie achter de computer. Naast elk groepje staat een robotarm opgesteld die is uitgerust met cameras. Als de studenten hun voorbereidend werk goed gedaan hebben, pikt de robotarm gekleurde balletjes op en sorteert ze op kleur.

    In de afstudeerrichting auto-matisering hebben 18 studenten dit labobad robotica als vak ge-

    kozen. Bij een vijftal van hen is dit ook een onderdeel van hun mas-terproef, vertelt docent Geert Leen. Een labobad is naar ana-logie met een taalbad een korte, intensieve praktijksessie in een labo. In totaal brengen onze stu-denten vijf voormiddagen door in het labo. Maar het meeste werk gebeurt thuis via zelfstudie: ze krijgen een programmeercursus, de nodige software, en beelden en filmpjes met uitleg. Daarmee gaan ze aan de slag voor de op-dracht: de cameras programme-ren om de balletjes te detecteren,

    te herkennen op kleur en te loka-liseren. En ook nog een robotpro-gramma schrijven om de robot-arm de balletjes te doen oppikken en wegleggen. Die programmas worden gelinkt. Of het echt werkt, komen ze hier uittesten.

    PraktijkStudenten Pieter Cnuts en Jonas Boucneau zijn alvast enthousiast. We hebben al eens een robot ontworpen, maar hier zie je hem echt aan het werk, zegt Jonas. We kunnen voor de eerste keer zelf een robot aansturen. Dat is

    plezant. En de koppeling tus-sen beeldverwerking en robot is interessant, vult Pieter aan. Hij maakt ook zijn masterproef over visietechnologie: Mijn master-proef gaat over hoe je elektrische componenten kan inscannen met een 3D-camera, om te weten waar de gaten van kabels en schroeven zitten. In het bedrijf waarmee ik samenwerk, gebeurt dat nu manu-eel. Ze willen dat automatiseren.

    Het zijn niet alleen Limburgse studenten die zich laten onder-gedompelen in de robotica. Bin-nen de Faculteit Industrile In-genieurswetenschappen van de KU Leuven is de KHLim n van de vijf hogescholen die de opleiding industrieel ingenieur organiseert. Elke hogeschool specialiseert zich in een aantal onderzoeks-topics. Bij de KHLim is dat robo-tica en beeldverwerkingstechno-logie. Industrieel ingenieurs van andere hogescholen kunnen via het labobad mee genieten van de expertise in Diepenbeek. Geert Leen: We krijgen binnenkort bezoek uit Leuven van een groep studenten van Groep T. Voor stu-denten van de andere campussen is het labobad wel beperkt tot n volle dag.

    Omgekeerd kunnen Limburgse studenten bijvoorbeeld aan de KAHO Sint-Lieven in Gent een labobad lichttechnologie vol-gen. Maar het hoeft niet altijd een volledig labobad te zijn. De industrieel ingenieurs uit Geel van de hogeschool Thomas More Kempen gebruiken enkel de leerpakketten van KHLim. Zo is er heel wat uitwisseling tussen de verschillende campussen van de faculteit.

    FruitplukrobotDit labobad sluit goed aan bij de groeiende interesse van de industrie voor beeldverwerking en robotica, vertelt Eric Clae-sen. Hij is cordinator van de onderzoeksgroep ACRO (Auto-matiseringscentrum Research en Opleiding) van de KHLim. Veel bedrijven hebben wel de robots in huis, maar zonder de beeldver-werkingstechnologie. Daar zijn

    nog enorm veel mogelijkheden om te automatiseren.

    Voorbeelden daarvan kan Eric Claesen vlot aanhalen: We ont-wikkelden voor de fruitteeltsector verschillende machines, zoals een fruitplukrobot: een robot die op basis van de kleur de rijpheid van de appel inschat en dan om de vijf seconden een appel kan plukken. We werken nu aan een prototype op een zelfrijdend platform dat nog sneller plukt. Om het fruit te verpakken, ontwikkelden we ook een robot met twaalf cameras: die bekijkt het fruit en legt het met de mooie kant bijvoorbeeld bij een appel de kant met de rode blos naar boven in de verpakking. Die machine kan verschillende ma-ten en soorten van verpakking herkennen en achthonderd kilo per uur verpakken.

    Beeldverwerking voegt dus een nieuwe dimensie toe aan robotica en dat domein is nog volop in be-weging, vertelt Eric Claesen. De laatste trend voor de beeldtechno-logie is 3D. Vroeger had men daar honderden detectoren voor nodig. Nu kan het met een paar cameras. Maar het probleem bij 3D-beel-den is dat je een explosie van data snel moet kunnen verwerken. Wat uiteraard van belang is als je een bepaalde productiesnelheid wil halen. Nog genoeg werk aan de winkel dus, voor de studenten en onderzoekers van de KHLim.

    Info: iiw.kuleuven.be/onderwijs

    In het roboticalaboratorium van de Katholieke Hogeschool Lim-burg (KHLim) controleren een aantal toekomstige industrieel in-genieurs benieuwd of hun programmeerwerk van camera en robot wat oplevert. Een voorbereiding op het werk in de bedrijfswereld, waar automatisering niet alleen meer draait rond robotica, maar ook rond beeldverwerkingstechnologie.

    Wat is de integratie ook weer?Op 5 juli 2012 keurde de Vlaamse Regering het decreet goed dat bepaalt dat de academische hogeschoolopleidingen, met uitzondering van de kunstopleidingen, vanaf oktober 2013 in een universiteit integreren. Binnen de Associatie KU Leuven zijn er negen hogescholen met opleidingen die integreren. Daardoor zal de universiteit campussen hebben in 11 steden verspreid over heel Vlaanderen. meer informatie: www.kuleuven.be/integratie

    Onzefruitplukrobot kan de rijpheid

    inschatten en om de

    vijf seconden een appelplukken.

    10% kortingVoor alle studenten van de KU Leuven

    op al hun aankopen bij Bakkerij Sint-Lambertus*

    Waversebaan 69, 3001 Heverlee tel. 016 22 14 05 [email protected] www.sint-lambertus.be*Dieetbrood en chocolade inbegrepen.

    ADVeRtentie

    eric Claesen (achteraan midden) en Geert Leen (achteraan rechts) keuren het programmeerwerk van de studenten, dat de robotarm rechts ertoe moet bewegen om gekleurde balletjes op te pikken en te sorteren. ( KU Leuven | Rob Stevens)

    In bad met een robot

  • 29 meI 2013 Integratie 9

    BioDe KHLim (Katholieke Hogeschool Lim-burg) ontstond in 1995 vanuit een fusie van negen hogescholen uit Hasselt, Genk en Diepenbeek. in 2002 trad de KHLim toe tot de Associatie KU Leuven. in het kader van de samen-werking tussen de Associatie KU Leuven en de Associatie Univer-siteit-Hogescholen Hasselt (AUHL), begonnen de academische opleidingen van de KHLim aan een samenwerking met de collegas van de andere Lim-burgse hogescholen. Zo ontstond Fi (de faculteit industrieel ingenieur van KHLim en Xios) en de MAD-fac (de Me-dia, Arts en Design-faculteit van KHLim en PHL). in 2016 zal de KHLim fuseren met de KHLeuven en Groep t.

    campussen Hoofdcampus: Diepenbeek,

    Universitaire campus,Agoralaan

    Hasselt, Hemelrijk + Oude Luikerbaan

    Genk, C-mine

    Integrerende opleidingenindustrile ingenieurs- wetenschappen

    aantal studenten Totaal: 6.880 Integrerende opleidingen:

    ongeveer 400

    aantal personeelsleden Totaal: 750 Integrerende opleidingen:

    30

    academisch beheerderWilly indeherberge

    Websitewww.khlim.be

    sloganWord de beste versie van jezelf

    Waar zit je ergens?Ik ben sinds september in Bloemfontein in Zuid-Afrika. Ik loop hier, samen met studiegeno-te Lien Vanhoof, acht maanden stage bij de University of the Free State. We werken voor de Unit for Professional Training and Service in the Behavioural Sciences: psy-chologische counseling van stu-denten, maar ook scholieren be-geleiden bij hun studiekeuze ik heb de optie schoolpsychologie gevolgd.In wat voor omgeving ben je te-recht gekomen?Ons appartementje ligt op de campus, midden in de stad. Bloemfontein is vlak en droog, maar de campus is heel groen de gazons worden dan ook voort-durend besproeid. De afgelopen

    maanden hebben we geregeld een trip gemaakt, onder meer naar Kaapstad en naar Clarens, een prachtig klein dorpje aan de voet van het Maluti-gebergte.

    We huren af en toe ook een auto om de omgeving wat te ver-kennen. Wandelen vinden ze hier maar een vreemd idee, ook al omdat het niet veilig is. Het is het hele jaar door vroeg donker en s avonds waagt haast niemand zich op straat. Zelfs niet op de cam-pus, ook al is hier heel veel bewa-king.Hoe verloopt het contact met de Zuid-Afrikanen?Eigenlijk heel makkelijk, je wordt al snel uitgenodigd voor een braai (lacht). De mensen zijn geweldig vriendelijk en behulp-zaam. En ze leven anders: rus-tiger, meer bewust. De meeste Zuid-Afrikanen zijn ook erg reli-gieus. Ik ben zelf ook naar de kerk beginnen te gaan, iets wat me thuis totaal niets zei. Maar hier

    is dat een totaal andere ervaring, met live muziek bijna rock soms waarbij iedereen meezingt, en preken die gaan over dagelijkse problemen. Soms ga ik twee keer per week (lacht).

    Op de universiteit leven blanke en zwarte studenten met elkaar, al spelen de blanken rugby en de zwarten football (lacht). Maar daarbuiten blijft er wel een enor-me kloof. De meeste blanken hebben een zwarte huisbediende bijvoorbeeld. En onder de zwarte bevolking heerst nog steeds veel armoede.

    Een van de meest beklijvende ervaringen was ongetwijfeld ons werk voor de Phelophepa-trein. Die trekt door het land om arme mensen heel goedkoop me-dische verzorging te bieden. Wij hebben meegewerkt toen de trein twee weken in Upington stond, de warmste stad van Zuid-Afrika. We gaven preventieworkshops in scholen, ziekenhuizen en ge-

    vangenissen in de buurt: over alcohol en drugs, seksualiteit, Daarnaast boden we counseling aan mensen die naar de trein kwamen voor hulp.

    We kregen daar te maken met heel zware problemen: depres-sies, geweld, alcoholmisbruik, aids Maar de mensen klaagden zelden en waren blij hun verhaal te kunnen doen. Veel meer dan hen het probleem laten beschrij-ven en samen naar de opties kij-ken, konden we niet doen. Soms was het echt moeilijk om die men-sen weer los te laten. En vrouw is me echt bijgebleven: ze was blind, had problemen met haar man en kinderen, en kwam naar de trein voor een hiv-test. Toen we haar voor het eerst zagen, weende ze van verdriet; nadien weende ze opnieuw, maar nu van dankbaar-heid. Dat doet je echt iets. Ik heb hier ontzettend veel geleerd, als psycholoog maar ook als mens.

    (ivh)

    BuIten de zoneIn deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de KU Leuven schaamteloos de hoogte in. Maar wl met een achtenswaardig journalistiek doel: achterhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buiten-land zich zoal mee bezighouden. In deze aflevering Silke Grossen (23), studente tweede master psychologie.

    Silke Grossen (l.) met studiegenote Lien Vanhoof aan het standbeeld van nelson Mandela in Bloemfontein.

  • Kruidtuin Campusbibliotheek Arenberg ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Iedereen onderzoeker!

    Ilse FrederIckx & Ine Van HoudenHoVe / Fotos rob steVens

    Zeg nooit seniortegen een bejaarde!

    Tine Van Calster en Kristien Ver-reydt (foto boven), studenten eer-ste master taalkunde, voerden voor het werkcollege Taalvari-teiten en varianten onderzoek naar de verschillende connota-ties van een drietal termen voor 65-plussers. Tine: We kozen bewust voor dit vak vanwege de praktische oefening. Na alle the-orie vonden we het tijd voor wat praktijk (lacht). Kristien: We stuurden een enqute uit over hoe ouderen worden gepercipi-eerd in de maatschappij. Maar eigenlijk wilden we nagaan of de term die we gebruikten oudere, bejaarde of senior een effect had. Zo kan je de connotatie ach-terhalen die onbewust aan een term wordt toegekend.

    Tine: We maakten drie versies van onze enqute, met stellingen als Het toenemend aantal X vormt een bedreiging voor de sociale ze-kerheid, met telkens een andere term op de plaats van X. Respon-denten moesten aangeven in welke mate ze akkoord waren en daaruit konden we dan statistisch afleiden of een bepaalde term een negatievere connotatie heeft dan de andere. We peilden ook expli-ciet welke term mensen de meest politiek correcte vonden.

    Zoals verwacht blijkt bejaar-den een negatievere bijklank te hebben dan ouderen en senio-ren. Verrassend is wel dat jonge-re respondenten het beledigende karakter van bejaarde en oude-re hoger inschatten dan oudere respondenten, maar dat senio-ren best ok is volgens hen. De 55-plus-respondenten echter voelen zich niet zo beledigd door

    bejaarde en oudere als de jon-gere respondenten wel denken, maar daarentegen net meer bele-digd als je hen senioren noemt. Het idee dat 65-plus-zijn een eu-femisme nodig heeft, is blijkbaar net beledigend. Goed bedoelde political correctness heeft dus het averechtse effect.

    Tine en Kristien hebben hun resultaten ondertussen voor-gesteld op de faculteit en in au-gustus zullen ze dat nog eens doen tijdens een conferentie. Tine: We hebben heel veel ge-leerd van dit onderzoekje. Als we ooit zelf in het onderzoek te-rechtkomen waar elke student in de master taalkunde wel van droomt dan zal deze ervaring zeker nuttig zijn. Kristien: Ik doe voortaan alvast veel sneller mee aan enqutes voor papers of masterproeven. Ik weet nu hoe belangrijk dat kan zijn! (ivh)

    Onderzoek is niet alleen de basis voor universitair onderwijs, ook als student draag je bij tot de wetenschap. Met je masterproef, maar ook door onderzoek voor papers en wetenschappelijke posters. Voortaan vul ik elke enqute in!

    Studeren in Leuven29 meI 2013 SpeCi A L e bijL Age | w w w.bACheL oRSK UL eU v en.be

    le

    uVe

    nIn

    bee

    ld

    eenzaamheid leidt(niet) naar Facebook?

    Aline Theuns, masterstudente communicatiewetenschappen, was meteen enthousiast toen ze de lijst met masterproefonder-werpen zag. Ze koos voor Het effect van eenzaamheid op Face-bookgebruik en ging meteen aan het lezen. Na een tijdje merkte ik dat het nodig was om een on-derscheid te maken tussen soci-ale eenzaamheid weinig of geen vrienden hebben en emotionele eenzaamheid. Die is het gevolg

    van het niet hebben van affectu-euze gevoelens of romantische nabijheid romantische een-zaamheid of familieleden met wie je gevoelens kan delen fa-miliale eenzaamheid. Om na te gaan of er ook een verschillend effect is op het gebruik van Face-book stelde ze een websurvey op. Daarin ging ik na hoeveel minu-ten per dag de respondenten op Facebook zaten, hoeveel vrienden ze hadden en hoe intens hun ge-bruik was. In februari zette ik de survey op Facebook en n week later hadden 577 mensen de vra-genlijst correct ingevuld, vrijwel

    bijleren over bijen

    Voor het vak Begeleid Integre-rend Groepswerk namen Mieke Nivelle, Liesbeth Schenkels, Victo-ria Springer en Karlijn Van Endert (derde bachelor bio-ingenieurswe-tenschappen) de oorzaak van de bijensterfte onder de loep. Een ac-tueel onderwerp, want Europa be-sliste net om tijdelijk drie soorten pesticides te verbieden om bijen te beschermen. In de gangen van de Arenbergbibliotheek wrijven ze zenuwachtig in hun handen. Ze moeten de resultaten van hun groepswerk voorstellen op een

    posterbeurs voor een jury. De vier jongedames weten on-

    dertussen dat de Europese maat-regel misschien niet zal volstaan: De bijensterfte heeft verschil-lende oorzaken. De pesticiden die gebruikt worden om gewassen te beschermen en die ook in nectar en pollen terechtkomen, zijn n reden. Meestal doden die pestici-den de bijen niet, maar verandert het hun gedrag. Bijvoorbeeld, ze komen in de problemen om de weg naar de honingkast terug te vinden. Maar een andere belang-rijke reden voor de bijensterfte is de varroamijt, die dodelijke vi-russen kan overdragen. Dat pro-

    Tine van Calster en Kristien verreydt te midden van een groepje ouderen. ( KU Leuven | Rob Stevens)

    victoria Springer, Liesbeth Schenkels, Karlijn van endert en Mieke nivelle

    Aline Theuns ( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 29 meI 2013 Studeren in Leuven 11

    De oude Markt het stadspark De RC-bar onder Alma 3 tijdens proffentap ( KU Leuven | Rob Stevens)

    saraH somers

    Je hebt hier verschillende soor-ten ruimtes tot je beschikking, zegt Priscilla Bos, masterstudent in de communicatiewetenschap-pen. In de stille zones kan je blokken. Je kan lokalen reserve-ren voor groepswerken. En er is ook een sociale ruimte, waar je kan pauzeren met een broodje of een koffie. Iedereen vindt hier wel zn plekje.

    Studenten brengen hun eigen laptop mee naar AGORA en kun-nen er gebruikmaken van de nieuwste technologische snuf-

    jes: touchscreens, een touch- table, videoconferentie, een time-outzone met videomuur en een montageruimte. We heb-ben hier al een keer een groeps-werk gemaakt. Het is wel handig dat je dan gebruik kan maken van die technologie, zegt Ruben Lasuy, masterstudent handelsin-genieur in de beleidsinformati-ca. Maar de examens staan voor de deur, dus nu kom ik vooral om te studeren. Vorige week ben ik hier elke dag geweest.

    Priscilla: Ik heb de voorbije maanden vooral in de stille ruim-te doorgebracht om mijn mas-terproef te schrijven. Eigenlijk verdient AGORA zelfs een plaats in het dankwoord van mijn mas-terproef, want het is hier hl fijn werken!

    Leuke mixNormaal is het gezellig druk in AGORA, met in de ene hoek een groepje studenten rond een touchscreen en in een andere een pittige discussie over een pas ge-volgde les. Maar met de blok en examens in aantocht is het overal

    aangenaam stil. Studenten lopen op de tippen van hun tenen om hun lotgenoten niet te storen. Op kot of thuis is er teveel aflei-ding, zegt Ruben. Hier is het rustig en er is sociale controle. Ideaal als je goed wil doorleren.

    Priscilla: Vroeger ging ik vaak in de bib studeren, maar daar lo-pen mensen binnen en buiten en er wordt gepraat. Hier is het aan-genaam stil. Als je die stilte even beu bent, kan je naar de ontspan-ningsruimte. Daar neem ik sa-men met een vriendin pauze.

    Ruben: In de bib zitten ook vaak alleen studenten van de bij-horende faculteit. Priscilla en ik zouden elkaar normaal niet snel ontmoeten, maar hier in AGORA vind je een leuke mix van studen-ten uit alle richtingen.

    StudeertuinHet nieuwe leercentrum popu-lair noemen zou een understate-ment zijn. De 500 plaatsen zitten bijna elke dag vol. Ruben: Ik spreek met een paar vrienden af om naar AGORA te komen. s Morgens om 8 uur staan we

    al aan de poort omdat we zeker plaats willen hebben.

    Iedereen wil hier studeren, bevestigt Priscilla. De eerste keer dat ik hier was, op een zon-dag om vijf uur in de namiddag, zat het hier volledig vol. Stel je dat voor! Maar ik snap het wel. De dynamiek hier zet echt aan tot studeren.

    Nog een leuk detail: er is een studeertuin. Als de zon even schijnt, is het heel aangenaam om daar even te werken. Nu al-leen hopen op beter weer!

    www.kuleuven.be/agora

    Wie wil hier nu niet studeren? ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Met de examens in zicht zit het nieuwe leercen-trum AGORA elke dag volledig vol met ijverig blokkende studenten. AGORA is nog maar een goede maand open en nu al meer dan een suc-ces. Stamgasten Priscilla en Ruben leggen hun boeken even aan de kant om ons rond te leiden.

    priscilla bos: AgoRA verdient een plaats in het dankwoord van mijn mas-terproef. ( KU Leuven | RS)

    Ruben Lasuy: hier is het rustig en er is sociale controle. ideaal als je goed wil doorleren. ( KU Leuven | RS)

    allemaal uit de leeftijdsgroep 18-25 jaar.

    Vervolgens kwam het zwaar-ste werk: de resultaten analy-seren. Aline: Statistiek is niet mijn sterkste kant, dus dat was doorbijten. Er is weleens een crisismomentje geweest, waar-bij ik dacht dat ik er nooit zou uit geraken. Ik heb heel veel ge-had aan de assessor die me be-geleidde.

    De voornaamste bevinding uit Alines onderzoek is dat emotio-nele eenzaamheid leidt tot meer tijd besteden aan Facebook, en dat sociale eenzaamheid ge-linkt is met minder Facebook-vrienden en minder intens be-zig zijn met Facebook. Voor je tot zon conclusie komt, moet je dus heel wat werk verzetten. Dat kon ik me vooraf moeilijk voorstellen. Het is wel leuk om het resultaat hier nu voor me op tafel te zien liggen. Minder leuk is dat ik het ook nog moet gaan verdedigen (lacht). Ik heb er alleszins geweldig veel uit geleerd: informatie zoeken en samenvoegen, structureren Het was ook een goede ervaring om te leren plannen. Ik wou per se in eerste zit klaar zijn. En dat is gelukt! (lacht) (ivh)

    bleem is veel moeilijker aan te pakken. En er is ook de factor van de klimaatsverandering en de voedselbeschikbaarheid voor bijen. In sommige regios zijn de landbouwgebieden zo groot en is de variatie aan pol-len zo klein dat bijen daar ver-zwakken.

    Op de poster worden de oor-zaken netjes opgelijst. Maar er staan ook veel citaten op. We hebben niet alleen de literatuur doorgenomen, maar ook im-kerverenigingen gecontacteerd voor een enqute en mensen van instanties, zoals de Boe-renbond en de overheid, gen-terviewd. Dat was op zich een les: imkers worden momen-teel overspoeld door vragen en konden niet altijd meewerken. De genterviewden stelden dan weer zeer op prijs dat ze later de paper die de groep ook schreef, toegestuurd kregen.

    Het groepswerk was intensief: Dit semester kwamen we min-stens n keer per week samen. Onder toezicht van vier bege-leiders met elk hun eigen spe-cialiteit. Maar het harde werk loont. De groep doorstaat met verve het spervuur van vragen van de jury. Die punten komen wel goed. (if)

  • 12 Studeren in Leuven campuskrant

    Waterballonnengevecht op het Ladeuzeplein Terrasjes op het Hogeschoolplein Het binnenplein van Museum M tijdens het M-idzomer-festival ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Zestig jaar geleden zou je een nonnetje in Congo geweest zijn. Dat zei een vriend onlangs tegen mij en hij heeft een punt. Ik ben niet religieus in de klassieke zin, maar wel gebeten door mensen helpen. In veel landen is een vei-lige bevalling niet vanzelfspre-kend, terwijl ik vind dat iedereen daar recht op heeft. Daar mee voor vechten is een voorrecht.

    Als student heb ik stage gelo-pen in Chili en een specialisatie-jaar gedaan in Zuid-Afrika. Sinds 2008 werk ik drie maanden per

    jaar voor Artsen Zonder Grenzen en doe ik waarvoor ik geneeskun-de ben beginnen studeren: echt zieke mensen helpen. In Sierra Leone zagen we mensen uit een derde van het land, want ze kon-den nergens anders naartoe. Dat geeft veel voldoening, maar er speelt ook nieuwsgierigheid mee. Welke taal spreken ze in Congo? Wat eten ze in Afghanistan als ontbijt? Dat wilde ik weten. Je doet deze job ook voor jezelf, an-ders hou je het niet vol.

    Werken in oorlogsgebied en

    met weinig materiaal is soms moeilijk, maar ik kan altijd te-rug naar huis. Voor de plaatse-lijke dokters is het engagement veel groter en daarom begrijp ik perfect dat we in Afghanistan zo weinig dokters en gynaecologen vinden.

    Tijdens mijn laatste verblijf heb ik wel een jonge gynaecologe opgeleid, die samen met mij haar eerste keizersnede heeft gedaan. Ik moet eigenlijk dringend terug-gaan om te zien hoe goed mijn poulain het doet. Ik ben ook echt blij dat ik weer naar Pakistan ver-trek volgende week. Raar h? Het zijn niet meteen de ideale vakan-tiebestemmingen, maar het is iets dat me niet meer loslaat.

    severine caluwaerts (36) gynaecologe aan het Tropisch Instituut in Antwerpen en voor Artsen Zonder Grenzen

    Ik heb honderden verhalen

    Tijdens een uitwisselingsjaar in Ecuador na de middelbare school ontstond mijn fascinatie voor an-dere culturen. Zonder duidelijke aanleiding schoot China en sino-logie door mijn hoofd, en ik ben erin gesprongen. Ik heb er nog geen spijt van gehad.

    Na mijn tweede bachelor ging ik op uitwisseling naar Dalian in het noordoosten van China en liftte met mijn buddy Michel door heel het land. De eindhalte, Chengdu in het zuidwesten, be-viel me meteen. Deze megastad is gekend voor het goede leven, thee

    drinken en rustig mahjiong spe-len, en sinds vier jaar woon, werk en onderneem ik hier.

    Belgi is me sowieso te klein. Terwijl er eindeloos gediscussi-eerd wordt over de Lange Wap-per bouwen ze hier in een jaartje een verdieping van zes rijvakken bovenop de ring, en dat over 28 kilometer. Ik vind dat impressio-nant en enorm belangrijk voor de toekomst. Overal in China is dat soort infrastructure development gaande. De dingen leven hier veel meer dan in Belgi en er zijn meer kansen.

    Zonder veel startkapitaal ben ik hier in Chengdu begonnen met Litchi Mind, een social net-working platform dat via allerlei activiteiten de internationale gemeenschap wil linken aan de welstellende Chinezen. Ik brouw hier mijn eigen Chengdu Beer, ben verantwoordelijk voor het po-pulairste magazine van de stad en opende zopas een specialized beer bar, The Beer Nest.

    Ik ben dagelijks met tien ver-schillende dingen bezig en vind dat geweldig. Het is wel niet al-tijd gemakkelijk. Ik werk al jaren voor een zeer bescheiden loon, maar als jonge ondernemer moet je jezelf de tijd geven om ervaring op te doen en te inves-teren. Voor mij werpt dat nu zijn vruchten af.

    Als entrepreneur volg je best je hart, moet je doen wat je graag doet en je trachten te verdiepen in de lokale cultuur. Na acht jaar in China ken ik die nu vrij goed. Ik geef vaak culturele awareness-trainingen, bijvoorbeeld aan uni-versiteiten of expatfamilies, en krijg goede feedback.

    Hoe langer ik hier werk, hoe meer ik aan China gebonden ben. Dit is gewoon een zot land. De dingen die je hier om de hoek kunt zien, zijn soms mindblowing. De mentaliteit is hier echt hard, zeker voor de arme Chinezen, maar dit land blijft me nog elke dag verbazen.

    Iets achterlaten, dat wilde ik. Als je meewerkt aan tunnels of grote waterprojecten kun je dat, veel meer dan wanneer je bijvoorbeeld woningen bouwt. Daarom heb ik tijdens mijn stu-dies burgerlijk ingenieur geko-zen voor de optie civiele tech-niek en was ik heel blij toen ik een boeiende job vond bij Jan De Nul Group, wereldleider in baggerwerken. Ik zorg voor de opvolging en aansturing van werken ter plaatse. Qua omvang en verantwoordelijkheid zijn die projecten in niets te verge-

    lijken met die in Belgi.Ik heb al in El Salvador, Mexi-

    co, Engeland en Nederland ge-zeten, en dat past perfect bij de drang die ik altijd gehad heb om in het buitenland te werken. Tijdens mijn studies heb ik alle mogelijkheden op dat vlak pro-beren te benutten. Ik volgde een keuzevak in Parijs en schreef me in voor vakantiecursussen in heel Europa, via de Board of Eu-ropean Students of Technology. Het contact met andere mensen vond ik zeer verrijkend. Ik had het ook van thuis meegekregen:

    Dieter Vanonckelen (28) sinoloog en ondernemer in China

    Dit is een zot land

    tobias Leysen (29) burgerlijk ingenieuren werfleider bij Jan De Nul Group

    Ik blend graag in

    Belgi is me sowieso te kleinHet stamcaf thuis missen is een gevoel dat hen compleet vreemd is. Oud-studenten van de KU Leuven die in het buiten-land werken, spreken allemaal over een kriebel die hen niet meer loslaat. Samenwerken en -leven met mensen op duizen-den kilometers hiervandaan geeft me het soort relativering dat ik zoek. katrIen steyaert

    Dieter Vanonckelen voor een Chinese tempel

    Severine Caluwaerts in Sierra Leone

    Tobias Leysen onderweg naar het baggerschip in Cutuco, El Salvador

  • 29 meI 2013 Studeren in Leuven 13

    Ontspannen aan het Pauscollege Basketten in de Parkstraat Rugby aan het Sportkot ( KU Leuven | Rob Stevens)

    Ine Van HouDenHoVe

    Marc Ophalvens is als psycholoog verbonden aan de Studenten-dienst van de HUB en adviseert het hele jaar door studenten die een studiekeuze moeten maken, of zich willen herorinteren. Zelf wist ik al van kindsbeen af dat ik psycholoog wilde worden, net zoals mijn vader. Ik heb me dus helemaal niet genformeerd over andere opleidingen. Dat kan goed uitdraaien ik heb me mijn keuze nog geen moment beklaagd maar ik zou het toch niemand aanraden (lacht).

    Zeker in het complexe onder-wijslandschap van vandaag kan je maar beter goed uitzoeken welke mogelijkheden er zoal zijn. We raden ook aan om daar op tijd actief mee te beginnen: bij het begin van het vijfde mid-delbaar. Eigenlijk is het goed om zelfs nog vroeger af en toe stil te staan bij wat je interesseert en waar je naartoe wil. Uit on-derzoek blijkt trouwens dat hoe vroeger je met de studiekeuze begint, hoe beter je je erbij voelt en hoe meer je je ervoor inzet. Maar natuurlijk zijn er ook op dit moment nog veel achttienja-rigen onbeslist.

    Eerst breed, dan diepVolgens Marc Ophalvens ver-loopt het studiekeuzeproces idealiter volgens een bepaald patroon: Eerst ga je je heel breed orinteren en zoveel mo-gelijk informatie verzamelen: je gaat naar SID-ins en infodagen, neemt brochures door Dat

    is hoofdzakelijk een rationeel, cognitief proces. Ook over jezelf nadenken maakt daar deel van uit: wat doe ik graag, wat kan ik goed, wat vind ik belangrijk?

    Vervolgens ga je versmallen tot pakweg een drietal mogelijk-heden. Ook de intutie gaat dan meespelen: je voelt dit zou het kunnen worden. En ten slotte ga je je keuze consolideren door meer in de diepte te kijken: wel-ke vakken krijg je daar en zie je dat zitten? Naar openlesweken gaan kan daarbij helpen, je kan dan al eens proeven. Zie je jezelf later in dat domein werken? Of je je daarbij mede laat lei-den door overwegingen als de werkzekerheid en status die een opleiding biedt, is een heel per-soonlijke keuze. Zolang je maar rekening blijft houden met je

    capaciteiten, je competenties en je interesses. En vergeet niet dat de conjunctuur snel kan veran-deren, waardoor perspectieven kunnen wijzigen. De finale be-slissing is altijd een beetje een risico durven nemen. Daar mag het buikgevoel zeker een rol spe-len.

    GoestingWat raadt hij studenten aan die niet kunnen kiezen tussen twee opties, of die zich aangetrokken voelen door een opleiding die mogelijk te zwaar is? Ik help ze hun intutie aan te scherpen, bijvoorbeeld door hen te vragen zich in te beelden hoe groot hun gevoel van spijt zou zijn als ze toch voor de andere optie zou kiezen. Dat helpt vaak om een keuze te durven maken.

    Na het maken van de juiste keu-ze begint het trouwens pas, al-dus Marc Ophalvens. Vaak gaan studenten ervan uit dat goesting om te studeren als vanzelf voort-vloeit uit een goede studiekeuze. Maar dat is niet zo. Beginnen met studeren is altijd moeilijk en vaak ben je daarvoor vooraf niet in de mood. Ik noem dat de verschrikkelijkheid van het mo-ment. Je daar bewust van zijn en gewoon durven beginnen, luidt mijn advies in dat geval.

    Meer info: www.kuleuven.be/studieadvies publicatie Kiezen voor Leuven,

    gratis te bestellen via www.ba-chelorskuleuven.be/publicaties

    Bachelorbeurs op 7 september: www.kuleuven.be/ bachelorbeurs

    Kiezen, met je hart,je buik n je verstandArabistiek of architectuur? Geneeskunde of verpleegkunde? Biologie of economie? Voor wie de knoop nog niet heeft doorgehakt, gingen wij tips vragen aan een ex-pert. De finale beslissing is altijd een beetje een risico durven nemen.

    Ik heb honderden verhalen. Na een keizersnede op mijn verjaar-dag heeft een Burundese vrouw haar zoontje naar mij genoemd. In Pakistan hebben we een meis-je ter wereld gebracht dat twee dagen later is geboren dan haar tweelingbroer, omdat de moeder niet eerder in het ziekenhuis was geraakt. A gift from God. Zulke er-varingen en emoties maak je niet mee in Belgi, en daarom blijf ik teruggaan.

    De wereld is voor mij heel dichtbij. Bij een bomaanslag in Pakistan vraag ik me meteen af of mijn collegas daar veilig zijn. Dat is nog wat anders dan valiezen die een paar dagen blijven staan op Zaventem

    trek de wereld in, verruim je blik. Het stamcaf missen, dat gevoel ken ik niet. Integendeel.

    Pas op: ik ontdek de wereld niet als toerist. Ik beleef avontu-ren, maar het blijft wel werken. Ik word er telkens twee maanden op uitgestuurd en in 80 procent van de gevallen werk ik zeven op ze-ven. Maar doordat je elke avond met lokaal personeel eet en dag in dag uit samenwerkt, kan ik de cultuur minstens even goed proe-ven. Het is net die combinatie van werken en leven die me een bre-der referentiekader geeft en veel boeiende momenten oplevert.

    Ik blend graag in. Ik neem de lokale standaarden over wat be-treft eten, kledij en middelen. Ik zou de rijke expat kunnen uithan-gen, maar dat doe ik bewust niet. In El Salvador hadden we als staf een huis dat voor de omgeving ge-tuigde van welstand, maar er was geen warm water en de kakkerlak-ken kropen er over de vloer. Dat doet je twee keer nadenken voor je in Belgi nog eens gaat klagen, en geeft me het soort relativering dat ik zoek.

    Deze job vraagt wel veel van je relatie en vriendschappen, maar weg zijn motiveert ook extra om ervan te genieten als ik er wel ben. Ik denk dat ik nog maar moeilijk aangepast zou raken aan een full-time job in Belgi. Eens deze krie-bel je te pakken heeft, geraak je er nog maar moeilijk van af.

    Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.www.kuleuven.be/bachelorbeurs

    Bachelorbeurs. Zaterdag 7 september 2013.

  • 14 Leven in Leuven campuskrantstudent burgerlijk ingenieur, skeelerfenomeen en schaatstalent

    bart swings

    Dankzij mijn topsportstatuut mag ik lessen inhalen of examens uitstellen, maar van die opties heb ik nog niet veel gebruikge-maakt. Tot nu toe loopt het vlot, en vind ik het ook handig dat ik beide kan doen. Als ik eens een slecht moment heb, in de studie of de sport, kan ik me ergens an-ders op focussen. Dat helpt. Zo voel ik de druk van de Olympische Spelen, maar door te studeren be-sef ik dat het uiteindelijk mr sport is. In de aanloop naar Sotsji ga ik wel iets minder studeren. Ik ga nog n vak doen omdat ik be-zig wil blijven, maar de focus ligt toch op de Spelen.

    Het enige nadeel vind ik dat ik zo weinig in Belgi ben, nauwe-lijks in de les zit en dus weinig medestudenten ken. Een aantal zijn wel goede vrienden gewor-den, en op het einde van het sei-zoen gaan we wel eens samen weg. Ik mis dat niet, want ik ben niet echt iemand die elke week wil uitgaan, en mijn doel blijft om iets te bereiken in de sport. Daar geef ik met plezier dingen voor op. Als ik al eens thuis ben, ben ik trouwens liever bij mijn vriendin.

    Hanne Wouters skeelert en stu-deert ook. Zij begrijpt het heel goed als ik moet gaan trainen, zelfs al is dat in die ene week per maand dat ik in de winter thuis ben. Gelukkig gaat ze in de zo-mer mee op trainingskampen en naar wedstrijden. Wint ze ook zo vaak? Nee, en dat vindt ze soms moeilijk, maar ze is ook echt goed, hoor. Een podiumplaats op een EK moet haalbaar zijn.

    NetskySwings is goed omringd, met ou-dere broer Maarten, Ferre Spruyt en trainer Jelle Spruyt als vaste trainings- en wedstrijdmakkers. Zeker in de marathon kan ik niet zonder de ploeg. Het is zoals in het wielrennen met helpers en

    katrien steyaert

    Gebalde vuisten. Pruillip. Dob-belstenen die door de lucht vlie-gen en kamerdeuren die dicht gesmakt worden. Ruim tien jaar geleden waren het wellicht geen ongewone taferelen ten huize Swings, want kleine Bart nu 22 kon niet tegen zijn verlies. Ondertussen kan ik ermee om, glimlacht hij. Ik wil nog altijd al-les winnen, maar dat is een posi-tieve drijfkracht geworden. Als ik nu een wedstrijd verlies, train ik de dag erop dubbel zo hard om de volgende keer zeker wel te win-nen.

    De ambitie heeft hem niet on-sympathiek gemaakt, integen-deel. Hij blijft ook opvallend bescheiden over zijn nochtans indrukwekkende palmares. Bij de junioren was hij al zo goed als onklopbaar in het skeeleren vandaar wellicht zijn bijnaam The Flash. Sinds 2009 werd hij elk jaar meervoudig wereldkam-pioen bij de senioren. Midden mei won hij nog alles wat er te winnen viel op het BK op de piste, op de weg en de marathon. Toen hij zich in 2010 ook op schaatsen toelegde, werd hij bijna meteen Belgisch kampioen allround en plaatste hij zich voor het EK. Nu, drie jaar later, is hij een potenti-ele wereldkampioen op de 1.500 meter en haalt hij zowaar brons op het WK allround.

    Ik heb mezelf het meest ver-baasd op het WK skeeleren in China in 2009. Het was mijn eer-ste WK-wedstrijd bij de senioren en ik haalde goud. Op de punten-koers dan nog, de wedstrijd die ik het liefste rijd omdat die zo lastig is dat meestal de sterkste wint. Hoe zwaarder, hoe liever voor mij. In de puntenkoers spurten we om de andere ronde en dus moet je snel kunnen recupere-ren. Ik denk dat dat n van mijn sterke punten is, naast een groot uithoudingsvermogen. Voor het schaatsen heb ik mijn bovenbe-nen moeten versterken, maar het is niet mijn ambitie om die enor-me schaatsbenen van de toppers te kweken. Doordat ik minder spiermassa heb, verzuur ik min-der snel en kan ik langer een hoge snelheid aanhouden.

    Van elk nadeel een voordeel ma-ken: Swings kan het als de beste. Bij de jeugd was ik nooit super-

    goed, ik haalde amper het po-dium op BKs. Ik was iets kleiner dan de rest en moest echt vech-ten voor mijn plaats. Uiteindelijk is dat mijn voordeel geworden, want toen ik ouder was, werd ik Europees kampioen en klopte ik de mannen die daarvoor mis-schien iets te gemakkelijk had-den gewonnen.

    Zestig per uurSkeeleren ging altijd vrij vanzelf. Pas bij de senioren ben ik meer op mijn techniek gaan letten, en dat heeft me ook geholpen om zo snel de overgang van skeele-ren naar schaatsen te maken. Ik kan me heel goed inbeelden hoe ik aan het schaatsen ben en kan snel bewegingen opnemen. Als Bart (Veldkamp, de laatste Belg die een Olympische schaatsmedaille won en Swings coach voor tech-niek red.) zegt dat ik mijn positie moet aanpassen, zit dat twee ron-den later al goed.

    Veldkamp zei onlangs dat Swings je de kop eraf zou bijten. Om maar te zeggen: zijn poulain ziet er misschien bedaard uit, lef heeft hij genoeg. Ik ben in-derdaad niet snel gentimideerd, maar ik hou niet van heel veel

    risicos. Zonder te kijken, kop in kas, een scherpe bocht aansnij-den: dat heb ik nooit gedaan. In de sprint haal ik tot zestig kilome-ter per uur, maar ik heb dat altijd onder controle.

    Skeeleren vind ik nog altijd het leukst. Ook als ik niet zou win-nen, zou ik het blijven doen, denk ik. Maar als ik echt moest kiezen, zou ik voor schaatsen gaan om-dat ik een Olympische droom heb. Ik ga me niet blindstaren op de Spelen Sven Kramer (Ne-derlands topschaatser red.) heeft enorme prestaties geleverd, maar won nog maar n gouden Olym-

    pische medaille maar het blijft het ultieme in de sport.

    De Winterspelen van 2014 in Sotsji (Rusland) worden zijn eer-ste kans. Omdat ik vorig jaar tijdens de wereldbeker al vijfde op de tien kilometer en zesde op de vijf kilometer was, hoop ik het natuurlijk even goed te doen. Het echte doel blijft 2018, Zuid-Korea. Tegen dan wil ik meer zijn dan de outsider, en wil ik bij de drie, vier mannen zijn die strijden om de medailles.

    Swings mag dan wel rustig klin-ken, hij start nooit zonder ze-nuwen, zelfs in de kleinste wed-strijd. Maar zodra het startschot gegeven is, denk ik aan niets an-ders dan aan wat ik moet doen, en dat geeft me rust. Op het ijs kan het heel zwaar zijn omdat je tegen de tijd schaatst en elke keer je grenzen moet opzoeken, maar ik kan altijd terugvallen op mijn wilskracht om te winnen. Als ik dat dan bereik, geeft me dat extra zelfvertrouwen.

    SkeelervriendinEen groot deel van het werk is trai-nen en goed plannen, zeker om-dat hij zijn sport succesvol com-bineert met zijn studie burgerlijk

    ingenieur. Hij zit in zijn derde ba-chelor, optie werktuigkunde en elektrotechniek. Ik heb altijd ge-weten dat ik dat wilde doen, ook omdat mijn vader, broer en zus zijn afgestudeerd als burgerlijk ingenieur. Het is een moeilijke studie, ja, maar ze is ook heel uit-dagend en interessant. Vorig jaar kregen we fludummechanica, waardoor ik onder andere leerde wat de wetenschap is achter de aerodynamica van mijn schaats-pakken. Ik wil graag weten hoe de dingen in elkaar zitten, en als ik iets goed begrijp, geniet ik er ook van om het te studeren.

    kopmannen. Zo heb ik ook mijn werkers, en als ik zie dat ze in een ontsnapping zitten, hoop ik altijd dat ze gaan winnen. Ze hebben al zo veel voor mij gedaan.

    Het enige dat deze jongens mis-sen, zijn meer middelen. Voor het skeeleren heb ik een goede sponsor en voor het schaatsen krijg ik steun van Bloso en het BOIC. We mogen zeker niet kla-gen, maar we lopen toch ver ach-ter op bijvoorbeeld Nederland. De grote jongens daar verdienen bijna 100.000 euro per jaar terwijl wij soms moeten besparen op es-sentile dingen, zoals de aanwe-zigheid van onze kinesist of tech-nische trainer. Maar dan denk ik: op het moment dat ik fysiek niet meer kan verbeteren kan een fi-nancieel duwtje nog het verschil maken. Dat is leuk om in het ach-terhoofd te houden.

    Skeeleren zou wel wat meer aandacht mogen krijgen, dus ik zou graag een soort ambassadeur zijn. Ik hoop vooral dat het een Olympische sport wordt. Er is sprake van, voor 2020. Tegen dan ben ik 29, dat valt nog heel goed mee. Zolang ik plezier beleef aan mijn sporten, zal ik ze blijven doen. Ik moet ook wel, want ik eet te veel en zou dik worden, lacht hij.

    Met vijf tot zes uur training per dag is dat risico nu onbestaande. Op de fiets luister ik meestal naar Netsky. Als de beat op het juiste moment komt, kan ik toch net iets meer. Maar soms ben ik ook lui, hoor. Dan kijk ik naar de Giro, of series zoals Suits en The Following. Na twee dagen kan ik er wel al niet meer van genieten, want dan voel ik dat ik achter zit op schema. Als ik aan de slag ga als ingenieur zal ik ook niet kun-nen stilzitten achter een compu-ter. Maar ik ben er zeker van dat ik een ingenieurscarrire zal op-bouwen, en het zal met even veel gedrevenheid zijn als nu.

    Hoe zwaarder, hoe liever

    Hij is burgerlijk ingenieur in opleiding, zevenvoudig we-reldkampioen skeeleren en sinds zijn bronzen medaille op het WK vorig jaar s lands nieuwe schaatshoop in winterse dagen: Bart Swings. Ik heb van jongsaf moeten vechten voor mijn plaats, en dat is mijn voordeel geweest.

    Als ik eens een slechtmoment heb in de sport, kan ik me op mijn studie

    focussen. Dat helpt.

    ( KU Leuven | Rob Stevens)

  • 29 mei 2013 Studenten 15

    ine Van houdenhoVe

    De tentoonstelling is het werk van studenten in de master cul-turele studies. Jonas Mulle: Voor het vak cultural policy moesten we zelf een project realiseren. Professor Baetens bracht ons met zijn uitgebreide verzameling fo-toromans op het spoor. Femke Soetaert: We hadden vooraf geen idee van wat er allemaal bij zon project komt kijken: subsidies aanvragen, de ruimte regelen en, o ja, dan ook nog voor inhoud zor-gen. We hebben heel veel materi-aal bekeken, teksten geschreven in drie talen, een interview afge-nomen en opgenomen, de sce-nografie uitgedacht tot en met de vitrines schoongemaakt.

    Merel Steynen: We hadden ge-rust nog vier man kunnen gebrui-ken. Het is heel zwaar geweest, al de rest hebben we een beetje verwaarloosd. Op een avond had ik zelfs geen trein meer naar huis. Wat wel speciaal was: we kregen een sleutel van de bib zodat we altijd in de Expozaal binnenkon-den een keer hebben we zo wel het alarm doen afgaan.

    Femke: De reacties van be-zoekers zijn alvast heel positief, mensen vinden het een zeer pro-fessionele expo terwijl wij ons toch vaak zeer amateuristisch gevoeld hebben (lacht). Er ging geregeld iets mis zo vielen de letters van de opschriften eens

    naar beneden. We weten nu dat dat normaal is en dat zulke pro-bleempjes opgelost geraken, maar toen het gebeurde waren we volledig in paniek.

    Merel: Vooraf hadden we ei-genlijk nog nooit gehoord van de fotoroman; nu merken we ze opeens overal op: in de kranten-winkel, Het gat van de wereld in Humo het genre is nog spring-levend. Sandrine Pujar, die ook in ons groepje zat, is alvast echt ge-passioneerd geraakt, ik zie haar er ooit zelf n maken.

    De fotoroman in alle staten, nog tot 31 juli in de Expozaal van de Centrale Bibliotheek, Ladeuze-plein 21, Leuvenhttp://bib.kuleuven.be/ub/ub-cultureel/tentoonst