Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat...

20
tijdschrift van de k.u.leuven Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005 met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK) Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1 België-Belgique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39 erkenning: p303221 Tijdschrift Toelating gesloten verpakking 3500 Hasselt 1 - n° BC 6379 Campus krant — bijlage — alumni krant pagina’s 10 &11 1 juni 2005 | nr 13 | 16de jaargang | www.kuleuven.be/ck/ 5 Huwelijkstevredenheid GELUKKIG GETROUWD MET EEN VROUWELIJKE MAN 16 Leven na Leuven STRIPTEKENAAR EN FILOSOFE ILAH “Net zoals de hond van Pavlov een belsignaal met eten associeerde, kunnen astmapatiënten klachten krijgen wanneer ze in een situatie terechtkomen waarin ze eerder al een aanval hadden.” Voor zijn doctoraalscriptie deed Steven De Peuter (Onderzoeksgroep voor Stress, Gezondheid en Welzijn) onderzoek naar de rol van emotionele en psychologische factoren bij een 180-tal astmapatiënten. Hij kwam tot de vaststelling dat psychologische processen een rol spelen in de symptoomperceptie. Katrien Steyaert D e Peuter: “Astma is ondertus- sen niet meer het domein van dokters of zelfs pneu- mologen, maar bijna een specialisatie op zich. Ik werk niet op dat niveau, maar heb me wel grondig verdiept in de materie. Ik moest onder meer de technische apparatuur leren bedienen om longmetingen uit te voe- ren. Gelukkig verliep de samenwerking met de Dienst Pneumologie van de Fa- culteit Geneeskunde erg vlot. Ik heb er twee co-promotoren die deuren voor me hebben geopend en die altijd met uitleg klaarstonden.” Vogeltje bij de buren Door een overgevoeligheid van de luchtwegen hebben astmalijders af te rekenen met klachten als hoesten, een piepende ademhaling en kortademig- heid. De juiste medicatie kan hun leven draaglijker maken. Maar niet iedereen neemt die zoals het moet of reageert er positief op. In ziekenhuizen krijgen die mensen al snel het etiket van ‘moeilijke patiënt’ opgekleefd. Maar zit daar niet meer achter? De Peuter onderzocht wat er speelt tus- sen de oren van astmapatiënten, zonder daarmee de ernst van de aandoening te ontkennen. “Astma is een longziekte die in de eerste plaats met medicatie moet worden behandeld. Patiënten kunnen zelf hun toestand verlichten door aller- gische prikkels uit hun omgeving te we- ren, bijvoorbeeld door niet te roken en hun vogeltje naar de buren te brengen.” Maar soms kunnen astmalijders hun lichamelijke toestand moeilijk inschat- ten. “Sommigen hebben meer klachten dan er lichamelijk wordt vastgesteld. Anderen hebben nauwelijks klachten, hoewel ze een erg beperkte longfunctie hebben. Er zijn bevindingen die dat aan een hersendefect linken, maar er zijn ook mensen die hun astma ontkennen. Ze willen niet chronisch ziek zijn en ne- geren daarom de symptomen.” “Anderzijds, en daar gaat mijn on- derzoek over, zijn er mensen die reac- ties aangeleerd hebben. Als mensen een rokerig café binnenstappen waar ze al eens een aanval hadden, krijgen ze vaak klachten. Ze baseren zich meer op wat ze verwachten dan op wat ze werkelijk ervaren. Alleen al door op hun ademhaling te letten, kunnen ze vreemde dingen voelen en dat als ast- ma interpreteren.” Placebo-puffers De Peuter maakte tijdens zijn onder- zoek gebruik van de CO 2 -inhalatietech- niek. “Ik gaf de proefpersonen twee placebo-puffers, die alleen drijfgas be- vatten. Er werd wat gas uit de puffer in een zak gespoten, en de proefpersonen werd gevraagd de lucht uit die zak in te ademen. Aan de eerste zak voegde ik zonder hun medeweten CO 2 toe, aan de tweede zuurstof. Alle mensen ervoeren klachten bij de eerste puffer. Omdat ons lichaam koolstofdioxide als ‘afval’ aan- maakt, ga je door CO 2 -inhalatie immers sneller ademen en ervaar je onprettige gevoelens.” “Later gaf ik hen de twee puffers op- nieuw, maar dit keer in beide gevallen met zuurstof. Toch kregen heel wat mensen opnieuw klachten bij de eerste puffer. Het feit dat ze zich in een situatie bevonden waarin ze al eens klachten hadden gehad was, samen met het zien van de puffer, voor sommigen genoeg om opnieuw last te krijgen.” De Peuters studie toont aan dat medi- sche beslissingen die gebaseerd zijn op de klachten van patiënten niet volledig betrouwbaar zijn. “Dit onderzoek kan dokters duidelijk maken dat er meer aan de hand is bij ‘moeilijke patiënten’. Tus- sen hun lichamelijke signalen en erva- ringen zitten allerlei processen waar je rekening mee moet houden. Misschien kunnen we op lange termijn een samen- hang vaststellen tussen die processen en bepaalde kenmerken van de patiënten. Zo ervaren angstige mensen misschien sneller klachten. Als je dat weet, kan je daarop werken.” De Peuter hoopt dat zijn studie men- sen met astma zal helpen. “Er is een goe- de trend aan het overwaaien uit de Ver- enigde Staten: in groepssessies krijgen patiënten een soort educatie over hun ziekte. Er worden vragen beantwoord als: hoe werkt de medicatie en wat zijn de voordelen ervan? Er kan ingegaan worden op persoonlijke bezwaren, ang- sten en vragen. Verder kunnen ze leren uit elkaars ervaringen. Tijdens zo’n ses- sie zou je de mensen kunnen vragen wel- ke factoren volgens hen met de aanval- len samenhangen, en bespreken welke daarvan kloppen en welke niet. Dankzij mijn onderzoek kan je hen leren dat ze soms te veel op hun verwachtingen af- gaan. Het is uiteraard belangrijk dat ze weten of ze wel echt een aanval hebben, voor ze naar medicatie grijpen.” Doctoraat toont invloed van psychologische factoren bij astmalijders aan De strijd tussen hoofd en longen (© Rob Stevens) Vervenne treedt aan Na een lange en spannende aanloop heeft de kiezer uiteindelijk beslist dat bijbelwetenschapper Marc Vervenne — en niet kerkjurist Rik Torfs — onze universiteit de volgende jaren zal leiden. Vervenne haalde het met 20 stemmen verschil: 628 tegen 608 stemmen. We vroegen de nieuwe rector ‘hoe het voelt’, en wat zijn plannen voor de toekomst zijn. Interview op pagina 6. nr. 14 1 (jg. 17) 2 (jg. 17) 3 (jg. 17) 4 (jg. 17) Verschijningsdatum 22 juni (PK) 31 augustus (AK + PK) 21 september (PK) 12 oktober (AK) 3 november (PK)

Transcript of Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat...

Page 1: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

tijdschrift van de k.u.leuven

Verschijningsdata Campuskrant 2004–2005

met: Alumnikrant (AK) Personeelskrant (PK)

Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug.

Afgiftekantoor3500 Hasselt 1

België-BelgiqueP.B.

3500 Hasselt 112/39

erkenning: p303221

TijdschriftToelating gesloten verpakking

3500 Hasselt 1 - n° BC 6379

Campuskrant— bijl age —

alumnikrantpagina’s 10 &11

1 juni 2005 | nr 13 | 16de jaargang | www.kuleuven.be/ck/

5 HuwelijkstevredenheidGELUKKIG GETROUWD MET EEN VROUWELIJKE MAN

16 Leven na LeuvenSTRIPTEKENAAR EN FILOSOFE ILAH

“Net zoals de hond van Pavlov een belsignaal met eten associeerde, kunnen astmapatiënten klachten krijgen wanneer ze in een situatie terechtkomen waarin ze eerder al een aanval

hadden.” Voor zijn doctoraalscriptie deed Steven De Peuter (Onderzoeksgroep voor Stress, Gezondheid en Welzijn) onderzoek

naar de rol van emotionele en psychologische factoren bij een 180-tal astmapatiënten. Hij kwam tot de vaststelling dat

psychologische processen een rol spelen in de symptoomperceptie.

Katrien Steyaert

De Peuter: “Astma is ondertus-sen niet meer het domein van dokters of zelfs pneu-mologen, maar bijna een

specialisatie op zich. Ik werk niet op dat niveau, maar heb me wel grondig verdiept in de materie. Ik moest onder meer de technische apparatuur leren bedienen om longmetingen uit te voe-ren. Gelukkig verliep de samenwerking met de Dienst Pneumologie van de Fa-culteit Geneeskunde erg vlot. Ik heb er twee co-promotoren die deuren voor me hebben geopend en die altijd met uitleg klaarstonden.”

Vogeltje bij de burenDoor een overgevoeligheid van de luchtwegen hebben astmalijders af te rekenen met klachten als hoesten, een piepende ademhaling en kortademig-heid. De juiste medicatie kan hun leven draaglijker maken. Maar niet iedereen neemt die zoals het moet of reageert er positief op. In ziekenhuizen krijgen die mensen al snel het etiket van ‘moeilijke patiënt’ opgekleefd. Maar zit daar niet meer achter?

De Peuter onderzocht wat er speelt tus-sen de oren van astmapatiënten, zonder daarmee de ernst van de aandoening te ontkennen. “Astma is een longziekte die in de eerste plaats met medicatie moet worden behandeld. Patiënten kunnen zelf hun toestand verlichten door aller-gische prikkels uit hun omgeving te we-ren, bijvoorbeeld door niet te roken en

hun vogeltje naar de buren te brengen.”Maar soms kunnen astmalijders hun

lichamelijke toestand moeilijk inschat-ten. “Sommigen hebben meer klachten dan er lichamelijk wordt vastgesteld. Anderen hebben nauwelijks klachten, hoewel ze een erg beperkte longfunctie hebben. Er zijn bevindingen die dat aan een hersendefect linken, maar er zijn ook mensen die hun astma ontkennen. Ze willen niet chronisch ziek zijn en ne-geren daarom de symptomen.”

“Anderzijds, en daar gaat mijn on-derzoek over, zijn er mensen die reac-ties aangeleerd hebben. Als mensen een rokerig café binnenstappen waar ze al eens een aanval hadden, krijgen ze vaak klachten. Ze baseren zich meer op wat ze verwachten dan op wat ze werkelijk ervaren. Alleen al door op hun ademhaling te letten, kunnen ze vreemde dingen voelen en dat als ast-ma interpreteren.”

Placebo-puffersDe Peuter maakte tijdens zijn onder-zoek gebruik van de CO2-inhalatietech-niek. “Ik gaf de proefpersonen twee placebo-puffers, die alleen drijfgas be-vatten. Er werd wat gas uit de puffer in een zak gespoten, en de proefpersonen werd gevraagd de lucht uit die zak in te ademen. Aan de eerste zak voegde ik zonder hun medeweten CO2 toe, aan de tweede zuurstof. Alle mensen ervoeren klachten bij de eerste puffer. Omdat ons lichaam koolstofdioxide als ‘afval’ aan-maakt, ga je door CO2-inhalatie immers sneller ademen en ervaar je onprettige gevoelens.”

“Later gaf ik hen de twee puffers op-nieuw, maar dit keer in beide gevallen met zuurstof. Toch kregen heel wat mensen opnieuw klachten bij de eerste puffer. Het feit dat ze zich in een situatie bevonden waarin ze al eens klachten hadden gehad was, samen met het zien

van de puffer, voor sommigen genoeg om opnieuw last te krijgen.”

De Peuters studie toont aan dat medi-sche beslissingen die gebaseerd zijn op de klachten van patiënten niet volledig betrouwbaar zijn. “Dit onderzoek kan dokters duidelijk maken dat er meer aan de hand is bij ‘moeilijke patiënten’. Tus-sen hun lichamelijke signalen en erva-ringen zitten allerlei processen waar je rekening mee moet houden. Misschien kunnen we op lange termijn een samen-hang vaststellen tussen die processen en bepaalde kenmerken van de patiënten. Zo ervaren angstige mensen misschien sneller klachten. Als je dat weet, kan je daarop werken.”

De Peuter hoopt dat zijn studie men-sen met astma zal helpen. “Er is een goe-de trend aan het overwaaien uit de Ver-enigde Staten: in groepssessies krijgen patiënten een soort educatie over hun ziekte. Er worden vragen beantwoord als: hoe werkt de medicatie en wat zijn de voordelen ervan? Er kan ingegaan worden op persoonlijke bezwaren, ang-sten en vragen. Verder kunnen ze leren uit elkaars ervaringen. Tijdens zo’n ses-sie zou je de mensen kunnen vragen wel-ke factoren volgens hen met de aanval-len samenhangen, en bespreken welke daarvan kloppen en welke niet. Dankzij mijn onderzoek kan je hen leren dat ze soms te veel op hun verwachtingen af-gaan. Het is uiteraard belangrijk dat ze weten of ze wel echt een aanval hebben, voor ze naar medicatie grijpen.”

Doctoraat toont invloed van psychologische factoren bij astmalijders aan

De strijd tussen hoofd en longen

(© Rob Stevens)

Vervenne

treedt aanNa een lange en spannende

aanloop heeft de kiezer

uiteindelijk beslist dat

bijbelwetenschapper Marc

Vervenne — en niet kerkjurist

Rik Torfs — onze universiteit

de volgende jaren zal leiden.

Vervenne haalde het met 20

stemmen verschil: 628 tegen 608

stemmen. We vroegen de nieuwe

rector ‘hoe het voelt’, en wat zijn

plannen voor de toekomst zijn.

Interview op pagina 6.

nr. 14 1 (jg. 17) 2 (jg. 17) 3 (jg. 17) 4 (jg. 17)

Verschijningsdatum 22 juni (PK) 31 augustus (AK + PK) 21 september (PK) 12 oktober (AK) 3 november (PK)

Page 2: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeels-leden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden ver-stuurdnaar alle oud-studenten die lid zijn van een alum-nikring. Wie ook de andere nummerswil ontvangen, kan dat melden aan [email protected], (t) 016 32 40 15.

InhoudVervangstukken voor 3verloren botDoctoraat

Eiwitten gevonden 4die epo-test beïnvloeden

Leuvense ingenieur 4schrijft beste eindwerk

Het recept voor een 5bevredigend huwelijkDoctoraat

Marc Vervenne wordt 6nieuwe rectorInterview

Rik Torfs na het 7verkiezingstumult

Onderzoek tot op 8de bodemMilieucommissie

“Ietwat houterig, maar 9razend intelligent”Van Ratzinger tot Benedictus XVI

Gestroomlijnde 10leerstoelen-op-naamAlumnikrant

Opgesloten in jezelf 11SymposiumLocked-In Syndroom

Permanente vorming 11en kringnieuws

Loopbaanonderzoek 12Student & flexibilisering 12Nieuwe onderwijsregelingen examenreglement

50 jaar Studieadvies 13Nieuw carrièreproject biedtstudenten meerwaarde

Een troostend woord 14doet wonderenStageprijs geneeskunde

Associatie: 14industrieel management

Leven na Leuven: 16striptekenaar Ilah

Campuskrant quiz 17Kamerbreed 18Valvas, Taaltip & 19World Wide Wetenschap

Vragevuur 20 Joske Vettenburg

2 nieuws 1.6.2005 campuskrant

Het Departement Natuur- en Sterrenkunde en de stedelijke dienst voor toerisme heb-ben de handen in elkaar geslagen voor het project. De fysicawandeling geeft op

enkele welgekozen plekjes in de stad antwoord op vijftien uiteenlopende vragen die in fysische ver-schijnselen hun verklaring vinden.

Piet van Duppen van de Afdeling Kern- en Stra-lingsfysica is coördinator van het project: “2005 is wereldwijd uitgeroepen tot het jaar van de fysica. Honderd jaar geleden publiceerde Albert Einstein vier artikels die de fysica op zijn kop gezet hebben. Het jaar wil de interesse voor natuurkunde opwek-ken. Want er is een probleem: in Europa zullen er op termijn te weinig exacte wetenschappers zijn. Het is een vreemde situatie: we leven in een hoogtechnolo-gische wereld maar in de toekomst zullen we men-sen missen om de snufjes verder te ontwikkelen. Ook in België moeten we aan de alarmbel trekken.”

Van C&A tot fysicaDe fysicawandeling voert langs vijftien panelen die in Leuven worden neergepoot. Van Duppen: “Daarop beantwoorden we de vragen op drie niveaus: in vijf zinnen wordt een aanzet tot verklaring gegeven, daarnaast is er illustratiemateriaal om die uitleg te verduidelijken. Wie er dan nog niet genoeg van heeft, kan terecht in onze elektronische brievenbus. Afhan-kelijk van de respons organiseren we in het najaar les-sen waarin we dieper ingaan op de materie.”

De geïnteresseerde wandelaar start het parcours aan het stadhuis. Daarna leidt ‘Aha! Fysica’ hem on-der meer naar het Ladeuzeplein, het stadspark, het Begijnhof en de Campusbibliotheek in Heverlee, de terminus. Van Duppen: “De panelen staan ook op zich. Als je, bij manier van spreken, uit de C&A komt, kan je iets bijleren over fysica. Wie toch het traject volgt, kan onderweg quizzen met zijn vrienden. Op elk paneel staat een meerkeuzevraag die aan de vol-gende halte beantwoord wordt.”

“We willen de nieuwsgierigheid van de mensen

aanwakkeren. Ik geloof dat we allemaal curieuze-neuzen zijn, maar tegenwoordig worden veel zaken als vanzelfsprekend ervaren. Zo heeft iedereen een gsm maar niemand staat stil bij de onderliggende wetenschappelijke principes. Het is onze taak de wetenschappen dichter bij de mensen te brengen en dat door uitleg te geven op een laagdrempelige manier.”

Het experiment TobbackAnderhalf jaar geleden begon een werkgroep van fysici te brainstormen over mogelijke vragen. Die zijn meestal uit het leven gegrepen: waarom is het ’s nachts donker , waarom zijn de bladeren groen of de lucht blauw, hoe werken flitspalen? Van Duppen: “We hebben ook enkele van Einsteins principes uit 1905 in de wandeling verwerkt, zonder er daarom diep op in te gaan. Zo hebben we zijn relativiteits-theorie gebruikt in een paneel over het GPS-systeem. Zijn beroemde formule E=mc2 passen we toe op de vraag of er antimaterie in ons lichaam zit.”

Er is hard gezocht naar een link tussen de verschil-lende locaties en de geselecteerde vragen. Van Dup-pen: “Aan het museum staat een paneel dat opge-bouwd is rond een schilderij van Van Dijck. Waarom de bladeren groen zijn kan je ontdekken in het stads-park, waarom het ’s nachts donker is in de buurt van de Oude Markt. Aan de voet van de Damiaanberg vragen we ons af wie het eerst de berg opraakt, een persoon op een fiets of die op een tandem.”

De fysicawandeling wordt op 10 juni officieel ge-opend in het Leuvense stadhuis. Van Duppen: “We zullen onder meer een fysisch experiment uitvoeren met burgemeester Tobback, maar ik mag nog niet verklappen wat er precies gebeurt.”

‘Aha! Fysica. WetenStappen in Leuven’ loopt van 10 juni tot 31 oktober. Meer informatie (en de elektronische brie-venbus) vindt u op http://fys.kuleuven.be/ahafysicaInfo over het wereldjaar van de fysica aan de K.U.Leuven: http://fys.kuleuven.be/fysica2005/

‘Aha! Fysica. WetenStappen in Leuven’

Een wandeling voor curieuzeneuzenKuieren door Leuven zal binnenkort niet meer hetzelfde zijn. In de stad zullen vragen opduiken als ‘Waarom bevriest water eerst aan de bovenkant?’ of ‘Is ons lichaam radioactief?’ Op 10 juni start namelijk ‘Aha! Fysica. WetenStappen in Leuven’, een we-tenschappelijke wandeling door Leuven in het kader van het wereldjaar van de fysica.

Katrien Steyaert

Wanneer de studenten die dit academiejaar het eerste bachelorjaar wetenschappen volgen aan hun master toe zijn, zal die

dus niet één maar twee jaar duren. Die verlenging van de opleidingen exacte en biomedische weten-schappen kadert in de Bolognahervorming, die het hoger onderwijs in 45 Europese landen beter op el-kaar moet afstemmen.

De beslissing tot studieduurverlenging van de opleidingen exacte en biomedische wetenschap-pen is gebaseerd op een veelheid van argumenten. Vooreerst maakt een internationale vergelijking een verlenging nodig: een kortere master is op de internationale arbeidsmarkt een nadeel. Verder is in de studierichtingen waar de verlenging wordt doorgevoerd doctoreren gebruikelijk, en hoopt men door incorporatie van meer gespecialiseerde onderzoekstrajecten in de master de looptijd van doctoraten te verminderen. Omdat men flexibele

Bij geografie en informatica nog geen verlenging studieduur

Opleidingen wetenschappenduren voortaan vijf jaar

Vanaf het academiejaar 2007-2008 zal een masteropleiding in de exacte en biomedi-sche wetenschappen 120 studiepunten omvatten, wat de totale studieomvang vanaf het eerste bachelorjaar op 300 studiepunten (of ongeveer vijf jaar) brengt. Dat heeft de Vlaamse regering beslist. Er zijn twee uitzonderingen: bij geografie en informa-tica wordt de studieduur nog niet verlengd. In de marge zijn ook nog de omvormin-gen van oude licentie-opleidingen in het Kerkelijk recht en Gezondheidszorg naar de bachelor-masterstructuur goedgekeurd.

overgangen tussen meerdere bachelor- en master-opleidingen wil mogelijk maken, kan men ook niet zomaar de inhoud van de vroegere eerste licentie overhevelen naar de bacheloropleidingen. En ten slotte moet men op masterniveau de mogelijkheid kunnen bieden voor internationale uitwisseling, wetenschappelijke verdieping, én voor een volwaar-dige masterproef.

Informatica en geografie behouden voorlopig een studieduur van vier jaar. De universiteit is gestart met een onderzoek om voor deze opleidingen aan-trekkelijke alternatieven uit te werken waardoor een student toch een bekroning na vijf jaar kan krijgen. Onderwijsminister Vandenbroucke ziet voorlopig geen reden voor een veralgemening van het vijf-ja-ren-traject naar de resterende vierjarige opleidingen in de humane wetenschappen, maar een principe-nota opent wel perspectieven voor de toekomst, on-der zeer specifieke voorwaarden.

Page 3: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

“ ”geciteerd

campuskrant 1.6.2005 nieuws 3

Doctoraatsstudent ontwerpt draagstructuur voor botregeneratie

Intelligent puzzelstukvervangt verloren bot

Wanneer een patiënt door een ongeval of kanker een stuk bot uit zijn skelet verliest, zal het in de toekomst mogelijk zijn om botweefsel aan te maken dat tijdelijk of permanent het verloren stuk bot vervangt. De ontwikkeling van de techniek kreeg een impuls door het doctoraatsonderzoek van Tim Van Cleynenbreugel van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij ontwierp draag-structuren die verloren bot kunnen vervangen.

Els Spaas

Tissue engineering is een verza-melnaam voor het sturen en stimuleren van de vorming van allerlei soorten weefsel, waarbij

cellen ingeplant worden in een draag-structuur. Die fungeert als een sjabloon waarbinnen het weefsel, gestimuleerd door biomoleculen, zich ontwikkelt. De voorspelling dat het eind jaren negentig al mogelijk zou zijn om via deze tech-niek ex vivo — buiten het lichaam — or-ganen te ontwikkelen, bleek voorbarig, maar het doctoraat van Tim Van Cley-nenbreugel brengt concrete resultaten voor botweefsel alvast dichterbij.

Uitgerekt“Het implanteren van een in vitro ont-wikkelde nier is nog steeds science fic-tion”, licht Tim Van Cleynenbreugel toe. “Maar bot lijkt de uitgelezen materie om tissue engineering op toe te passen. Bot-weefsel evolueert immers voortdurend: het botweefsel van een astronaut die net terugkomt van een ruimtereis is anders dan dat van een voetballer. Dat is een groot voordeel: door die flexibiliteit kan het weefsel na enige tijd de functie van de draagstructuur overnemen, zodat die structuur niet noodzakelijk een heel le-ven moet meegaan.”

Het Guided Bone Engineering-project biedt een oplossing voor grote defec-ten in steundragende botten, zoals een scheen- of een dijbeen. De bestaande behandelingsmethode die bij verlies van enkele centimeters bot — door een onge-val of een bottumor — wordt toegepast, klinkt bijzonder pijnlijk: “De stukken bot worden opnieuw tegen elkaar ge-zet zodat ze aan elkaar groeien, en dan wordt het geheel langzaam uitgerekt. Een pijnlijke zaak, ja, en de behandeling duurt ook erg lang. En er zijn vaak com-plicaties, zoals diepe infecties of het niet aaneen groeien van de stukken.”

“Ook bij greffen (stukjes bot die op een andere plaats worden weggenomen om het verloren bot te vervangen, red.) zijn er na-delen: bij greffen uit het eigen lichaam is een extra operatie nodig en bij donor-greffen is afstoting niet uit te sluiten.”

Botweefsel-engineering kan dan ook op ruime interesse rekenen van de me-dische wereld, al zijn er ook specialis-ten uit andere disciplines betrokken: “Uit medische hoek wordt de vraag ge-steld naar een specifiek, te regenereren bot. De biomechanica komt daaraan te-gemoet met een ontwerpstructuur, die een materiaalingenieur produceert uit het meest geschikte materiaal. In die structuur plant een bioloog de cellen, en een chirurg implanteert het resul-taat bij de patiënt.”

Wisselstukken op maatTim Van Cleynenbreugel legde zich toe op de ontwikkeling van de scaffold, de draagstructuur. De eigenschappen van de materialen bleken daar van cru-ciaal belang: de scaffolds moeten de bloedvaten en het botweefsel de nodige ruimte en de juiste sturing bieden. Het geschikte materiaal bleek sterk afhan-kelijk van de patiënt.

“Bij jonge patiënten zijn resorbeer-bare, afbreekbare materialen aangewe-zen. Polymeren, die voldoende poreus zijn om de celgroei toe te laten, zijn bruikbare stoffen, en keramieken zijn een andere mogelijkheid. Na verloop van tijd neemt het nieuwe botweefsel, dat door de cellen in de scaffold ge-vormd wordt, de draagfunctie over. De scaffold wordt door het lichaam afge-broken en vervangen door nieuw bot.”

“Voor oudere mensen zijn niet-re-sorbeerbare materialen beter. Die zijn sterker en de scaffold kan onmiddellijk belast worden, waardoor de revalidatie sneller verloopt. Het vreemde materi-aal vormt een blijvende steun in het lichaam. Vandaar de voorkeur voor (po-

reus) titanium: het lichaam verdraagt die stof zonder problemen.”

Past perfectMicro-CT-scans zorgen voor een houvast bij de keuze en de eventuele bewerking van het materiaal: “Gedetailleerde door-sneden van het materiaal geven inzicht in twee reeksen parameters. Een eerste reeks analyseert de structuur van het materiaal: porositeit, poriegrootte en –verbindingen, en voorkeursoriëntatie. Daarnaast worden scores toegekend

aan de biomechanische parameters: sterkte, stijfheid en de mate waarin be-lasting botvorming stimuleert.”

“Die scores worden vergeleken met de noden, die afhangen van het gewicht van de patiënt, zijn of haar dagelijkse ac-tiviteiten en de functie van het bot. De beoordeling van de materialen is niet altijd definitief: door veranderingen in de productie kunnen de eigenschappen van het materiaal gemanipuleerd wor-den. En het is ook mogelijk doelbewust af te wijken van de bestaande structuur van het bot: met het oog op minder of meer weefselgroei kan een meer of min-der poreus materiaal gewenst zijn.”

Op macroscopisch niveau komen kli-nische CT’s dan weer van pas: “Klinische

CT’s brengen het botdefect in kaart, en ook dat wordt in een computermodel gegoten. Dat bepaalt de precieze vorm van de draagstructuur: het stukje moet perfect passen in het defect.”

De modellen voor draagstructuren zijn daarmee alvast een intelligent bio-mechanisch puzzelstuk, al is het nog even wachten voor de eerste mensen rondlopen die door een kunstbot weer op de been werden gebracht.

Meer info: http://www.tissue-engineering.be/

Bemoeilijkte rouwDe Morgen, 26.5.2005

“Rouwen is normaal, het is zelfs gezond”, benadrukt gerontopsycho-loog Luc Van de Ven. In zijn job komt hij heel vaak met oudere mensen in contact die niet weten hoe ze het ver-lies van een geliefde moeten verwer-ken. “Maar soms wordt het normale rouwproces verstoord, we spreken dan van ‘bemoeilijkte rouw’.” (...)“Ouders, en zeker moeders, verliezen letterlijk een deel van zichzelf. Bij moeders van jongeren die in weekend-ongevallen omgekomen zijn, heb ik al gezien dat verdriet zo zwaar om dra-gen kan zijn dat het echt hun lichame-lijke gezondheid bedreigt. Niet altijd zo acuut als in de zaak-Diependaele, maar bijvoorbeeld omdat ze zichzelf verwaarlozen, te weinig eten of enor-me hoeveelheden pillen gaan slikken. (…) De ene mens mag dan al beter met de dood om kunnen gaan dan de ande-re, maar in zo’n traumatiserend geval buigt zelfs de sterkste eik.”

Autoraampje als statussymboolDe Tijd, 24.5.2005

Elektronische producten krijgen steeds meer mogelijkheden, maar de hoeveelheid toeters en bellen is vaak omgekeerd evenredig met het gebruiksgemak. En toch zien produ-centen geen markt in eenvoudige, degelijke en goedkopere producten. “Een grote groep consumenten is vragende partij voor toeters en bel-len, omdat ze daarmee de indruk krijgen een gesofistikeerd toestel te hebben gekocht”, zegt Luc Warlop, hoogleraar marketing. (...)Warlop ziet drie redenen waarom ie-mand niet per se allerhande snufjes wil. “Voor een groep mensen aan de andere kant van het spectrum is een sober product synoniem voor kwali-teit. In een Lada zitten niet veel knop-jes, maar in een Rolls-Royce ook niet. Een tweede groep wil simpele pro-ducten omdat ze de complexere pro-ducten niet begrijpen. (...) Een derde groep wil simpele toestellen omdat dat aansluit bij hun ideologische over-tuiging van een ecologisch bewuste levenswijze. Voor deze mensen is het manueel opendraaien van een auto-raampje een soort statussymbool.”

De sprong naar de rolstoelHet Belang van Limburg, 24.5.2005

Professor Valère Stijnen was vroeger zelf trampolinespringer en is de au-teur van het boek ‘Minitrampoline op school’. “Begin jaren tachtig”, aldus professor Stijnen, “heeft de overheid actie ondernomen tegen trampoli-nespringen na een reeks ernstige on-gevallen, vooral in Duitsland en Ne-derland. Het Duitse weekblad ‘Stern’ bracht een artikel uit met de sensatio-nele titel ‘De sprong naar de rolstoel’. De meest voorkomende letsels waren die ter hoogte van de ruggengraat. Onderwijsinstanties in ons land heb-ben toen ook, met veel aandacht voor het probleem, bijscholingscursus-sen ingericht voor leraren lichame-lijke opvoeding met de bedoeling het trampolinespringen op een meer ver-antwoorde manier te beoefenen.” (…) “Kijk, mijn standpunt is eenvou-dig samen te vatten: een trampoline hoort thuis in een sportzaal en niet in een speeltuin. En zelfs in de sport-zaal is het noodzakelijk dat uitslui-tend een goed gevormde leraar of trainer bevoegd is om les te geven in het trampolinespringen.”

De bestaande behandelingsmethode bij verlies van een stukje bot is erg pijnlijk. De stukken bot worden

opnieuw tegen elkaar gezet zodat ze aan elkaar groeien, en dan wordt het geheel langzaam uitgerekt.

(© Rob Stevens)

Page 4: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

4 nieuws 1.6.2005 campuskrant

Triatleet Rutger Beke vals positief?

Leuvense onderzoekers vinden eiwittenin urine die epo-test beïnvloeden

Op 1 september van vorig jaar werd triatleet Rutger Beke na de Zwintriatlon betrapt op epo. Negen maanden lang hield hij op soms aandoenlijke wijze zijn onschuld staande. Recent vond Beke aan de K.U.Leuven steun vanuit wetenschappelijke hoek. Drie onderzoekers van de Faculteit Geneeskunde hebben in urinestalen van Rutger Beke eiwitten aangetroffen die de uitkomst van de epo-test van het WADA (Wereld Anti-Doping Agentschap) zouden beïnvloeden.

Benedict Vanclooster

Het gaat om de professoren Mathieu Bollen en Moni-que Beullens van de Afde-ling Biochemie en ingenieur

Bart Landuyt van het Laboratorium voor Experimentele Oncologie. De we-tenschappers onderzochten zeven uri-nestalen van Beke, die hij telkens na een zware inspanning had afgeleverd. Twee ervan bleken positief voor niet-li-chaamseigen epo.

“Vals positief”, corrigeert Bollen. “Epo-doping verlaat het lichaam pas en-kele dagen na toediening. Van de urine-stalen die op 15, 16 en 17 mei werden af-genomen, gaf alleen die van de tweede dag een positieve uitkomst. Beke testte op 5 april positief net nadat hij vier keer duizend meter had gesprint. Maar een urinestaal van nauwelijks een uur later leverde precies het omgekeerde resultaat op. Vandaar wellicht dat hij bij een epo-controle na de Iron Man in Hawaï negatief werd bevonden. Bij zijn aankomst moest hij door uitdroging

aan een infuus worden gelegd en kon hij pas een uur later een urinestaal af-leveren.”

Wat garandeert dat Beke niet sjoe-melde met de onderzochte stalen? “Wij stonden er niet bij toen hij zijn plasje maakte en weten dus niet of hij zelf epo aan sommige stalen heeft toege-voegd”, geeft Bollen toe. “Maar verder onderzoek wees uit dat het signaal in zijn urine onmogelijk afkomstig kan zijn van niet-lichaamseigen epo. Net zo-als het onwaarschijnlijk is dat hij zijn urinestalen met die van iemand anders wisselde. Ze zijn na een inspanning na-melijk herkenbaar uit honderden: Be-kes urine bevat dan uitzonderlijk veel eiwitten.”

Uniek geval?De epo-test van het WADA maakt op ba-sis van verschillen in elektrische lading een onderscheid tussen toegediend en natuurlijk epo. Vervolgens wordt ge-bruik gemaakt van een antilichaam om de lichaamsvreemde variant op te spo-ren. Het WADA is er voor zijn epo-test blindelings van uitgegaan dat het anti-lichaam slechts één eiwit herkent. De Leuvense onderzoekers stelden echter vast dat het antilichaam in Bekes urine naast epo nog drie andere eiwitten op-spoort. Twee ervan hebben een theore-tisch voorspelde elektrische lading die vergelijkbaar is met die van lichaams-vreemd epo, waardoor de succesvolle triatleet vals positief zou testen.

“Wij verwerpen de epo-test van het WADA als dusdanig nog niet”, beklem-

toont Bollen. “De zaak-Beke kan best een uniek geval zijn. We hebben maar enkele stalen onderzocht van één en-kele atleet. Wij willen nu achterhalen welk eiwit verantwoordelijk is voor het vals positieve signaal en hoeveel men-sen gelijkaardige urine produceren. Daarna zoeken we eventueel mee naar

een gecorrigeerde epo-test.”De Leuvense onderzoekers hebben

hun resultaten overgemaakt aan de Disciplinaire Raad van de Vlaamse Ge-meenschap, die de zaak-Beke in beroep behandelt. Op 3 juni velt ze een vonnis. Er hangt de triatleet een schorsing van achttien maanden boven het hoofd. Be-

Goele Pipeleers wint K VIV-Ingenieursprijs

Eindwerk over bewegingsanalyse bekroondAl sinds 1942 bekroont de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging jaarlijks de beste eindwer-ken van pas afgestudeerde burgerlijk en bio-ingenieurs, en telkens komt de K.U.Leuven heel sterk voor de dag. Ook dit jaar was dat het geval: vier van de zeven laureaten kregen hun opleiding aan onze universiteit. Goele Pipeleers schoot de hoofdvogel af met haar eindwerk over gepersonali-seerde bewegingsanalyse, wat haar het niet onaardige bedrag van tweeduizend euro oplevert.

Sara Callens

Het eindwerk van Goele — die momenteel werkt aan een doctoraat op het Departe-

ment Werktuigkunde — heeft de titel ‘Naar gepersonaliseerde bewegingsa-nalyses’. Goele: “Bewegingsanalyses zijn analyses van bewegingspatronen en de onderliggende spierkrachten. Ze zijn onder meer belangrijk voor de

behandeling van motorische stoor-nissen, bijvoorbeeld bij kinderen die lijden aan Cerebral Palsy. Dat is een verzamelnaam voor motorische stoornissen ten gevolge van letsels en abnormaliteiten van de hersenen in de vroege stadia van de ontwikke-ling. Voor de orthopedische behande-ling van de patiënten levert de analy-

se van de gangverstoring belangrijke informatie.”

“Een bewegingsanalyse levert ook informatie op over de belasting van de gewrichten tijdens de beweging, en kan dus ook een rol spelen bij de ontwikkeling van gewrichtsprothe-sen. Verder heeft ook de sportwereld baat bij bewegingsanalyse. De bewe-gingen van een atleet kunnen dank-zij een analyse bijgestuurd worden om de efficiëntie ervan te verhogen.”

Ideale methode“Mijn onderzoek ging vooral over de verschillende manieren waarop de spierkrachten van een opgemeten bewegingspatroon kunnen worden bepaald. De ideale methode moet niet alleen snel zijn, maar ook rekening houden met de spierfysiologie. Geen enkele van de bestaande — ‘klassieke’ — methodes voldoet aan beide eisen: de zogenaamde inverse methode is wel snel, maar brengt de spierfysiologie niet in rekening, terwijl de voorwaart-se methode dat laatste wél doet, maar tegelijk zeer rekenintensief is.”

“Ikzelf heb voor mijn verhande-ling een nieuwe — derde — methode ontwikkeld, de fysiologische inverse simulatie. Dat is de eerste methode die én rekening houdt met de spier-fysiologie, én uiterst rekenefficiënt is. Voorlopig gaat het enkel om een theorie, maar als mijn ideeën in de praktijk worden gebracht, komen we meteen een grote stap dichter bij ge-personaliseerde bewegingsanalyses, die een meerwaarde kunnen bieden bij de behandeling van motorische en neuromusculaire stoornissen.”

Probeert Goele nu in Heverlee haar theorie verder te optimalise-ren? “Neen, eigenlijk niet. Mijn doc-toraatsonderzoek situeert zich op een ander domein. Maar geen nood, vanaf volgend jaar zal iemand anders zich bezighouden met het onderwerp van mijn thesis.”

http://www.kviv.be/GSV/PrWinn2004.html(© R

ob S

teve

ns)

Epo-doping verlaathet lichaam pas enkele dagen na toediening.

Maar van de urinestalen die Rutger Beke drie

opeenvolgende dagen afleverde, was alleen dat

van de tweede dag positief.

wijst het onderzoek van Bollen en co zijn onschuld? “Wij volgen de zaak lou-ter vanuit wetenschappelijke interesse”, houdt Bollen de boot af. “Daarom heb-ben wij Beke aangeboden om volledig onafhankelijk testen af te nemen. Het is nu aan de Disciplinaire Raad om te oordelen over zijn schuld of onschuld.”

Page 5: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

campuskrant 1.6.2005 nieuws 5

Doctoraatsonderzoek biedt het recept voor een bevredigend huwelijk

V zkt gezinsgerichte, vrouwelijke MEen gezinsgerichte, vrouwelijke man is een bron van huwelijksplezier. Ann Van den Troost van de Faculteit Sociale Weten-schappen baseerde zich voor haar doctoraatsonderzoek naar huwelijkstevredenheid op een databestand met twee reeksen interviews (in 1990 en 1995) van Nederlandse koppels, waarvan de partners bij het eerste interview 40 à 42 jaar oud waren. Het onderzoek wees uit dat het welbevinden in het huwelijk significant positief wordt beïnvloed als de man op een egalitaire manier over man-vrouwrollen denkt.

Els Spaas

Van den Troost: “In de prak-tijk wordt dat vertaald als een ‘pro-gezinshouding’: participatie in huishoude-lijke klusjes zoals de vaat

bleek minder belangrijk voor de huwe-lijkstevredenheid dan de betrokkenheid van de man bij het opvoedingsproces van de kinderen.” Die waardering voor een mannelijke zorghouding blijkt ook uit de beeldvorming: van een man met een kinderwagen kijkt niemand nog op — een man met schort en roze plastie-ken handschoenen is een vrouw.

LastpostenEen noemenswaardige impact van het wel of niet buitenshuis werken van vrouwen is er niet. Onrechtstreeks is dat fenomeen — waarin de vrouwen van de onderzochte generatie pionier zijn — wel gekoppeld aan de vrouwe-lijke exploratie van het sociale leven buiten het gezin: “Dat zorgt ervoor dat een gezinssituatie met kinderen als een beperkende factor kan worden gezien, en zo’n perceptie van de moederrol weegt op de huwelijksbeleving. Ook bij mannen is er een koppeling van ouder-rol en partnerrol. Omdat mannen meer dan vroeger betrokken zijn bij het op-voeden, zijn zij zich meer bewust van de problemen en lasten die dat mee-brengt. Toch wordt die negatieve visie gecompenseerd door de voldoening die een vader uit het opvoeden haalt.”

“Vooral hogeropgeleiden voelen de lasten van kinderen scherp aan. Voor hen zijn kinderen een deel van een meeromvattend levensproject. Een aan-tal verschijnselen bevestigen die vast-stelling: hoogopgeleiden krijgen later en minder kinderen, en die kinderen zijn echte wenskinderen. Zij vinden minder voldoening in het opvoeden, en voelen de beperkingen scherper. Dat

geldt vooral voor hoogopgeleide vrou-wen: zij hebben minder traditionele op-vattingen over gezinsleven, ze werken meer buitenshuis en worden meer ge-confronteerd met de opties die ze door

hun gezinssituatie niet kunnen kiezen. Hoogopgeleide vrouwen zijn ook as-sertiever in de communicatie met hun partners, wat een aanleiding kan zijn

voor conflicten.”

Nieuwe mannenEen laatste factor houdt verband met het voorkomen van stereotiepe manne-

lijke (zoals ‘niet gemakkelijk gekwetst’, ‘veel zelfvertrouwen’) en vrouwelijke kenmerken (zoals ‘geen emoties ver-bergen’, ‘gemakkelijk uiten van tedere

Van een man met een kinderwagen kijkt niemand nog op. Maar een man met schort en roze plastieken

handschoenen is een vrouw.

gevoelens’). Mannen die hoger scoren voor meer stereotiepe vrouwelijke ei-genschappen zorgen vooral bij vrou-wen maar ook bij mannen voor veel tevredenheid.

Ann Van den Troost verwacht dat de Nederlandse vaststellingen over opvat-tingen en gedragingen van de man ook voor België gelden. Bovendien hebben vrouwen hier meer dan in Nederland een economische positie veroverd, waardoor de interne taakverdeling er iets anders uitziet. Of het met de hu-welijkstevredenheid beter of slechter gesteld is, hangt ook hier in belangrijke mate af van de man.

(© R

ob S

teve

ns)

Advocaatvan de advocaten

Ook juristen zullen op de Dag des Oordeels niet ontsnappen aan de Opperrechter. Om hun lot vóór die dag al wat te beïnvloeden hebben ze in de hemel alvast een pleitbezorger uitgekozen: Sint-Ivo, de patroonheilige van juristen. Op 20 mei organiseerde de Faculteit Rechtsgeleerdheid een Facultaire Feestdag Sint-Ivo, met een aantal lezingen en een receptie. Op de foto een blik achter de schermen.Intussen is bij de Faculteit Rechtsge-leerdheid de naam van de nieuwe decaan bekend: professor Paul Van Orshoven (foto, derde van links) volgt er professor Frans Vanistendael op. Ook aan de Faculteit Godgeleerdheid zijn de decaansverkiezingen achter de rug: professor Mathijs Lamberigts blijft nog een termijn in functie, en professor Johan Verstraeten wordt vice-decaan.

(© R

ob S

teve

ns)

Page 6: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

Professor Marc Vervenne, de nieuwe rector van de K.U.Leuven

“Het zou onverstandig zijnverkiezingsthema’s te vergeten”

6 interview 1.6.2005 campuskrant

Beleefd als we zijn hebben we onze collega’s van de an-dere media laten voorgaan, maar dat hadden we mis-schien beter niet gedaan.

Hun honger naar informatie heeft de nieuwe rector erg moe gemaakt. “Het is toch een ras apart, die journalisten”, oordeelt zijn secretaresse. De rector elec-tus beaamt stilzwijgend. “Je krijgt er wel routine in hoor, maar je probeert toch zicht te houden op wat je zegt, en dat is niet eenvoudig als je tientallen interviews moet doen. Ach, dat hoort bij de job, begrijp ik.” Op verzoek van de fotograaf zet hij zich voor de laatste keer die dag even goed recht.

De rector is lesgeven“Tja, het is niet niks, zo’n verkiezings-periode. En dan hoor je uiteindelijk de uitslag, waar je zo lang op hebt zitten wachten. Nog heel even dringt het niet echt door. Je hoort de cijfers, je kijkt je vrouw aan, en hoezeer je je er ook op hebt voorbereid, écht vatten doe je het niet meteen.”

“Weet je wat ik de dag na de verkie-zingen gedaan heb — behalve journalis-ten te woord staan dan? Ik heb gewoon mijn werk voortgedaan... Ik ben gaan lesgeven, Hebreeuws voor gevorderden. De laatste les van dit academiejaar, voor een groep leergierige studenten. Het was wel een heel speciale sfeer in dat college, dat wel. Ik heb een vergadering van de Onderzoeksraad bijgewoond en nog een hoop andere dingen — en ik heb veel na-gedacht. Je kunt eigenlijk niet écht voor-zien wat er te gebeuren staat, ook al ken-de ik het werk van een rector natuurlijk tamelijk goed. Het zal een grote invloed hebben op mijn dagelijks leven, dat is duidelijk. Je moet heel veel gaan plannen én voorbereid zijn op dingen waarop je je eigenlijk niet kúnt voorbereiden.”

“Passie, dat is een belangrijk woord. Zonder passie word je nooit een weten-schapper van enige importantie. Het-zelfde geldt voor het ambt van rector. Je moét het doen met gedrevenheid. Maar je moet er tegelijk ook voor zorgen dat het je niet opeet. Een charmante col-lega, iemand van rond de 80, en die zal het wel weten, vertelde me dat ik moest zorgen voor een eilandje, voor mijn vrouw, voor mijn gezin, voor mezelf. Dat ben ik ook echt van plan.”

“Het zal natuurlijk ook zware gevol-gen hebben voor mijn beroepsleven. Wetenschappelijke publicaties zijn niet meer direct haalbaar. Ik wil wel nog contact houden met mijn vakgebied, maar ik ben realistisch genoeg om te weten dat mijn benoeming als rector eigenlijk mijn wetenschappelijke car-rière beëindigt. Dat is een concessie die ik doe met pijn in het hart, maar het kan niet anders. Daar staat natuurlijk tegenover dat ik nu echt iets kan doen voor de universiteit in haar geheel, met evenveel enthousiasme als die waarmee ik wetenschapper ben.”

Golven“Ik wil hier niet mijn programma nog eens samenvatten. Wie dat wil nalezen, vindt het wel op mijn website of in de brochure. Ik wil wel even wijzen op een paar grote golven die onze universiteit te wachten staan, en waar ik als rector mee af te rekenen zal krijgen. Ik denk bij-voorbeeld aan de invulling van Bologna. Dat is een dynamisch proces, dat eigen-lijk nog maar pas begonnen is. Ik denk

ook aan het belang van permanente vor-ming. Het feit dat de aansturing daar-van vooral bij de faculteiten ligt, wil niet zeggen dat je daar vanuit het centrum niet toe zou kunnen bijdragen.”

“Of neem de democratisering van het hoger onderwijs. Ook dat is een doorlo-pende bezorgdheid, die nog in belang zal toenemen naarmate de europeani-sering van ons onderwijs zal groeien. Bij de bijeenkomst van de onderwijs-ministers in Bergen is bijzondere aan-dacht gevraagd voor de toegang van allochtone jongeren en sociaal lagere klassen tot het hoger onderwijs.”

“Daarnaast is er uiteraard de onder-zoeksagenda. Ik heb in mijn programma duidelijk aangegeven dat het onderzoek voor mij het wezen van de universiteit vormt. Wij zullen moeten zoeken naar wegen en instrumenten die het moge-lijk maken een dubbele politiek te re-aliseren: aan de ene kant de terreinen versterken waarop in Leuven uitmun-tend onderzoek wordt verricht, aan de andere kant een sterke basis ontwikke-len die toelaat constant en op een hoog niveau een breed onderzoeksregister te

bespelen. Gemakkelijk zal dat uiteraard niet gaan. De universiteit bestaat uit een verzameling eigenzinnige mensen, die allemaal door het vuur gaan voor hun ei-gen onderzoek. En dat is maar goed ook. Want het is precies dat soort mensen dat een universiteit nodig heeft. Maar het betekent wél dat je deze organisatie niet als een negentiende-eeuwse grootindu-strieel kunt besturen.”

“Dan is er de kwestie van de reorga-nisatie van de universiteit en de weten-schapsgroepen. Ook die is nog maar pas op gang getrokken. Ik wil er in het bijzonder op toezien dat we niet afsteve-nen op een scheiding van de drie groe-pen, waardoor we met drie mini-uni-versiteitjes opgescheept zouden zitten. Maar ook mogen de structuren geen keurslijf zijn. Ze moeten integendeel een stimulerende omgeving voortbren-gen. Als we merken dat onze organisa-tievorm onbehagen en wantrouwen meebrengt, moeten we bijsturen. De ontmoeting van de disciplines moet ook structureel bevorderd worden. Dan heb je de Associatie, die bij sommigen vragen oproept over de zelfstandigheid

van onze universiteit. Ik kan daar al-leen maar op zeggen dat de Associatie in haar eigen voet zou schieten door de K.U.Leuven te willen uithollen. Dat zie ik dan ook niet gebeuren.”

“En daarnaast blijven er natuurlijk altijd de financiële kwesties. De eer-ste geldstroom is aan heraanleg toe. In 2006-2007 komt een nieuw financie-ringssysteem. We moeten bij de over-heid bepleiten dat we voldoende midde-len krijgen om onze basisomkadering te versterken. Immers, in de voorbije jaren zijn de taken van professoren en mede-werkers verdubbeld maar de middelen niet. Dat heeft nefaste gevolgen. Daar-naast vragen de onderzoeksmiddelen die we uit een competitieve context halen, natuurlijk onze blijvende aandacht.”

“Dat zijn nog maar enkele van de vele grote probleemgebieden. Als rector moet je die blijven opvolgen, en natuurlijk ook actief aansturen. Dat kan niet zonder een goede ploeg. Die bestaat uit mensen die competent zijn in hun sector, die in openheid en complementariteit met el-kaar kunnen samenwerken. Het is ook belangrijk dat ze met beide voeten in de realiteit blijven staan, om te voorkomen dat ‘het rectoraat’ zou vervreemden van wat er aan de basis gebeurt. Ik heb er als vice-rector altijd enorm veel belang aan gehecht dat ik me niet met naamloze thema’s zou bezighouden. Als je iets be-slist, gaat dat over ménsen. Die hoor je als beleidsdrager te kennen, en dat wil ik ook van mijn ploeggenoten vragen.”

Realiteit“Met je voeten in de realiteit staan is iets dat je tijdens de verkiezingsperiode echt wel ingepeperd krijgt. Je gaat als kandidaat-rector op bezoek bij allerlei geledingen van de universiteit, en ge-loof me, je wórdt gewikt en gewogen en geëvalueerd, van kop tot teen. Eigenlijk sta je daar dan moederziel alleen. Dat mag, of dat moet zelfs. Het is geen job voor doetjes, dus mag ook de aanloop al eens wat harder zijn.”

“In de vele gesprekken die ik gehad heb, publiek en privé, kwam een aan-tal verzuchtingen naar boven waar ik naar wil blijven luisteren. Ik heb geen loze beloften gedaan. Het zou naïef zijn om te beweren dat je als rector met een handomdraai de ideale universiteit zou kunnen realiseren en dat je alle proble-men van tafel kunt vegen. Maar de pro-blemen die ik opgevangen heb, zijn te fundamenteel, ik mág ze niet vergeten en zal dat ook niet doen.”

“Het gaat dan niet zozeer om ongenoe-gen met bepaalde beleidsdaden. Dat is eigenlijk een technische kwestie waar je altijd aan kunt sleutelen, met geduld en deskundigheid. Veel belangrijker vond ik het ongenoegen met een bepaalde sféér die er gekomen is, een sfeer waar-bij men zich ongemakkelijk voelt. Dat is geen sneer naar de ploeg waarvan ik zelf als vice-rector deel heb uitgemaakt, dat zou niet fair zijn. Maar ik heb wél vastge-steld dat er een ernstige bezorgdheid ge-groeid is rond de leefbaarheid van onze universiteit. Er is dan ook veel gevraagd de afgelopen jaren. Er zijn heel snel heel veel hervormingen doorgevoerd, niet al-leen omdat ‘het beleid’ die zo nodig wou, maar vaak ook omdat ze ons opgedron-gen werden, door de overheid, maar ook door het klimaat waarin het Europese hoger onderwijs terechtgekomen is.”

Dat rectorverkiezingen saai zijn, zal niemand ooit nog durven beweren. Een lange aanloop vol onverwachte ontwikkelingen, met

een heuse thriller als apotheose in de derde ronde, eindigde op dinsdag 24 mei met de overwinning van professor Marc Vervenne.

Hij wordt de nieuwe rector van de K.U.Leuven, zeker al tot 2009.

Ludo Meyvis

pagina 7

(© Rob Stevens)

Page 7: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

campuskrant 1.6.2005 interview 7

Rik Torfs een week na de ontknoping

“Ik had als rectorwellicht meer vrijheid gekregen”

Er werkt aan onze universiteit een man die weet wat Al Gore in november 2000 moet hebben gevoeld, en wat er door een topsprinter in de Tour de France heen moet gaan als hij op de meet met een banddikte wordt geklopt. Die man heet Rik Torfs, hoogleraar Kerkelijk Recht, en tot vorige dinsdag de belangrijkste uitdager van professor Vervenne bij de rectorverkiezingen. Toen strandde hij op twintig (studenten)stemmen van vier of acht jaar rectorschap. Een week na de thriller zocht Campuskrant hem op.

Tim Vuylsteke

“Bij dat alles dreigen we te vergeten waar het aan de universiteit om te doen is: onderzoek en onderwijs... Als je er niet in slaagt om de universitaire gemeen-schap die twee taken naar behoren en met enige arbeidsvreugde te laten doen, krijg je verzuring. Dat mag niet. Vol-gens mij moet het mogelijk zijn om die te voorkomen, bijvoorbeeld door ons te hoeden voor overdreven veel regels en bureaucratisering, door transparantie in de besluitvorming te bevorderen, door voor goede communicatie te zorgen, door hervormingen pas door te voeren als die draagvlak hebben gevonden, door erop te letten dat we de eigenheid van de verschillende wetenschapsdomeinen res-pecteren, enzovoort. In mijn programma vind je tal van grote en kleine maatrege-len die ik in die context wil nemen.”

Kwetsbaarheid als sterkte“Ik heb mijn programma De kwetsbare universiteit genoemd. Kwetsbaarheid is geen tekortkoming, maar een besef van de realiteit, en tegelijk een opdracht. We moéten kwetsbaar zijn, omdat we ons moeten openstellen. Als je je on-kwetsbaar waant, verlies je het juiste zicht op jezelf en kan je dus ook niet meer correct handelen. Je kunt alleen onkwetsbaar zijn als je je verschanst, weg van de wereld. Dat wil ik juist niet. Ik wil met de universiteit een weg van

openheid opgaan. Een grotere rol spe-len in het maatschappelijk debat wordt dan een evident beleidspunt.”

“Kwetsbaarheid betekent ook dat je je werking en je essentie in vraag durft stellen, moét stellen zelfs. Ook de K in K.U.Leuven. Dat we ‘kwaliteit’ willen in

Of hij de nederlaag al heeft ver-werkt? “Weet je, die derde ronde ligt nauwelijks een week achter

ons, maar het lijkt alsof ze in een ver verleden ligt, alsof het allemaal al heel lang geleden is. Meteen nadat de uitslag bekend raakte, heb ik gezegd dat ik twee verschillende emoties voelde. Dankbaar-heid, enerzijds, voor het enthousiasme van alle mensen die me hebben gesteund. Ik heb tijdens de campagne gemerkt dat er nog steeds heel veel energie aanwezig is aan onze universiteit, veel meer dan ik had durven vermoeden. Daarnaast had — en heb — ik ook een gevoel van vrijheid. Nu kan ik weer dingen gaan doen waarvoor ik de voorbije maanden minder tijd had, zowel binnen mijn vak-gebied — waarvan ik nog steeds enorm veel hou — als erbuiten.”

Geen ontgoocheling dus... “Natuur-lijk had ik liever gewonnen. Ik blijf ervan overtuigd dat ik bepaalde zaken grondig had kunnen veranderen. Ik had de universitaire gemeenschap kun-nen aansporen haar lot weer in eigen handen te nemen. En ik had iets kun-nen ondernemen tegen de schijnbaar onvermijdelijke weg van de bedrijfsma-tige aanpak die de K.U.Leuven nu volgt. Waarschijnlijk zal rector Vervenne dat ook wel doen, maar hij heeft een be-langrijke handicap, namelijk dat het bestaande establishment op hem heeft gestemd, en dat establishment zal na-tuurlijk zijn belangen willen verdedi-gen. Ik had als rector wellicht meer vrij-heid gekregen. Maar het is wat het is,

Marc wordt nu rector, en ik wens hem uiteraard veel geluk.”

“Ik ga me de komende jaren niet be-moeien met het bestuur van de universi-teit, maar ik wil ook niet dat de nieuwe zuurstof waarvoor deze verkiezingen hebben gezorgd, zomaar weer verdwijnt. Als ik merk dat iets verkeerd loopt, zal

ik dan ook niet zwijgen. Dat heb ik trou-wens nooit gedaan, noch tegen de Kerk, noch tegen de universiteit. Het kan abso-luut niet dat het weer acht jaar diezelfde ‘train train quotidien’ wordt.”

Lolkandidaat?“De uitslag bewijst volgens mij dat de meeste academici niet zo tevreden zijn met de huidige gang van zaken. Vooral over het feit dat ze geen inspraak kregen bij bepaalde belangrijke beslissingen, zijn heel wat professoren ontevreden. En ook de controle op het bestuur is een gevoelig punt. Het universiteitsbestuur is een instantie die anderen voortdu-rend controleert, maar zelf nauwelijks gecontroleerd wordt. Nochtans kan de K.U.Leuven er alleen maar wel bij varen als ze op een faire en transparante ma-nier bestuurd wordt. ‘Corporate gover-

wat we doen, is duidelijk, maar dat be-paalt onze aard niet. Elke ernstige uni-versiteit wil kwaliteit en zeker een ka-tholieke universiteit, want dat is eigen aan de kwaliteitsvolle onderwijstradi-tie die het katholieke onderwijsnet in de voorbije eeuwen heeft opgebouwd.

We moeten de K van Katholiek durven bevragen, ze durven in te vullen en te onderstrepen, niet als een statische identiteit, maar als een opdracht in een wereld die vol diversiteit is en die wij niet willen afwijzen.”

“Ik wil ook streven naar een univer-siteit van mensen. Dat lijkt een plati-tude, maar ik denk dat het nodig is om opnieuw mensen het vertrouwen en liever nog de zekerheid te geven dat ze, in hun eigenheid, binnen de organisa-tie aan bod kunnen komen. De mens primeert, niet de organisatie. De nood om zich goed te voelen in de organisa-tie primeert, niet de organisatie zelf. Ik denk dat dit verlangen tijdens de ver-kiezingsperiode terecht heel duidelijk beklemtoond werd, door mezelf, maar ook door de andere kandidaten. Het zou erg onverstandig zijn om dat na deze verkiezingen te vergeten...”

“Mag ik nog één keer naar mijn pro-gramma verwijzen? Dat wordt voorafge-gaan door een uitspraak van de immer scherpzinnige Voltaire: Rien ne se fait sans un peu d’enthousiasme. Je mag als be-leidsman doen wat je wil, als je er niet voor zorgt dat je mensen enthousiast krijgt, gebeurt er uiteindelijk niéts. Als we dat met z’n allen voor ogen houden, in de faculteiten, in de departementen, in de onderzoeksgroepen en in de dien-sten, dan zijn we goed op weg naar de universiteit waar ik mij met hart en ziel voor in wil zetten.”

Marc Vervenne werd geboren op 16 april 1949 in Ieper. Hij is gehuwd met Christine De Roo, en heeft drie kinde-ren, Hannes, Hilke en Bastiaan.Hij volgde de wetenschappelijke hu-maniora aan het Sint-Aloysiuscollege in Menen, en studeerde daarna klas-sieke talen, filosofie en theologie aan het Grootseminarie van Brugge, van 1967 tot 1973. Hij was daarna twee jaar werkzaam in de industrie en het bouwbedrijf, en behaalde in 1978 een licentie in de theologie aan onze uni-versiteit. Daarnaast werd hij ook kan-didaat in de bijbelse filologie, en in de oosterse filologie en geschiedenis. Hij specialiseerde zich in de exegese van de Hebreeuwse bijbel en de Noord-westsemitische taal- en letterkunde. In 1986 behaalde hij zijn doctoraat in de godgeleerdheid. Intussen was hij in 1978 wetenschappe-lijk medewerker geworden aan de UCL.

Hij combineerde vanaf 1980 een deel-tijdse benoeming aan de K.U.Leuven met mandaten aan de UCL en vanaf 1983 aan de Universiteit voor Theologie en Pastoraat te Heerlen. In 1987 werd hij voltijds docent aan onze Faculteit Godgeleerdheid, waar hij in 1994 ge-woon hoogleraar werd. Zijn onderzoek en onderwijs situeren zich op het ge-bied van de Oud-Hebreeuwse taal- en letterkunde, met als zwaartepunten de redactiekritiek van de zogenaamde ‘Historische boeken’ van het Oude Tes-tament, de syntaxis en semantiek van het Oud-Hebreeuws, en de tekstkritiek van de Hebreeuwse bijbel. Vanaf 1990 nam hij ook een aantal beleidsfuncties waar, eerst als acade-misch secretaris, en vanaf 1996 tot 2000 als decaan van zijn faculteit. In 2000 werd hij vice-rector Humane We-tenschappen. En op 24 mei 2005 werd hij benoemd tot rector...

Wie is Marc Vervenne?

nance’ heet dat, één van mijn beleids-punten overigens.”

Had professor Torfs verwacht dat de strijd zó spannend zou worden? “Toen ik besloot om mee te doen, was dat om te winnen. In het begin werd ik wel af-geschilderd als een schertskandidaat — vooral door Veto, dat het had over vier serieuze kandidaten en één lol-ploeg — maar daar was niets van aan. Ik vermoed dat het mijn optredens in programma’s als De Laatste Show en De slimste mens ter wereld waren die me het etiket van lolkandidaat hebben bezorgd. Maar ik ben ook voor serieuze program-ma’s gevraagd, zoals Coninx en Van Wijck. En ik schrijf een column voor De Stan-daard. Trouwens, dat je geregeld op tv te zien bent, is volgens mij nog steeds geen bewijs van verregaande achterlijkheid. Ach, sommige mensen hebben blijkbaar moeite om om te gaan met het onver-wachte. Want een onverwachte kandi-daat was ik misschien wel, maar daarom niet minder serieus dan de andere vier. Bovendien: hoe komt het dat iemand bekend is? Al die programmamakers en journalisten zullen me toch niet zo-maar vragen? Ik kan je verzekeren dat ik van de vijf kandidaten het grootste aantal interviews heb geweigerd.”

RomanEen rekensommetje: als elf studenten niet voor Marc Vervenne hadden ge-stemd en wel voor Rik Torfs... “Dan was ik nu rector, ja. Maar reeds van bij het begin voelde ik dat ik geen enkele kans

maakte om die studentenstemmen bin-nen te halen. De vooroordelen die Veto verspreidde, hebben LOKO kunnen over-tuigen. Bovendien had ik het gevoel dat de meeste studenten hun keuze al had-den gemaakt toen ik op het toneel ver-scheen. Ik merk dat de huidige generatie studenten niet meer durft te dromen. Ze denken te veel in termen van machts-verhoudingen — en niet alleen als het over het kiezen van een nieuwe rector gaat. Ze staan wel kritisch tegenover de macht, maar willen er toch graag aan participeren. Ik wil de komende jaren onder meer gaan nadenken over formu-les die jongeren opnieuw moeten win-nen voor dromen en principes, zonder dat ze in naïviteit vervallen.”

En wat brengt de toekomst nog meer? “Ik zei vorige week: ‘U hebt nog niets ge-zien.’ Daarmee bedoel ik dat ik nog heel wat in mijn mars heb. Op wetenschap-pelijk vlak ben ik nog steeds zeer actief, zowel in Leuven als in het buitenland, maar ik heb ook interesse voor de media en de politiek. En ik wil ook meer gaan schrijven, misschien zelfs ooit een ro-man. Ik voel de creativiteit borrelen, en ik ben dan ook niet van plan me tot mijn vijfenzestigste braafjes op te sluiten in mijn faculteit, die ik nochtans liefheb. Ik had die creativiteit natuurlijk ook in een ander type rectoraat kunnen steken, en ik geef de universiteit ook helemaal niet op, maar ik ben evenmin van plan zomaar acht jaar te zitten wachten.”

pagina 6

(© R

ob S

teve

ns)

“Ik wil niet dat denieuwe zuurstof waarvoor

deze verkiezingenhebben gezorgd, zomaar

weer verdwijnt.”

Page 8: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

8 milieu 1.6.2005 campuskrant

Milieucommissie (4)

Bodemvervuiling: milieu uit balans?Vlaanderen hoort bij de koplopers op het vlak van bodembescherming in Europa. Europese richt-lijnen bestaan er nog niet, maar Vlaanderen heeft al sinds 1995 een bodemsaneringsdecreet. Die wetgeving is nodig voor de aanpak van manifeste verontreiniging, maar de impact reikt verder. Voor de K.U.Leuven resulteert het Vlaamse bodembeleid in heel wat administratieve verplichtin-gen en bijkomende kosten. “Soms stellen we ons vragen bij de milieubalans. Als er een ongelukje gebeurt bij het vullen van een stookolietank, ben je verplicht de bodem errond af te graven. Je kunt je dan afvragen of de milieulast niet groter is dan wanneer je de grond rustig op zijn plaats laat zitten”, zegt milieucoördinator Lieven Put.

Jaak Poot

De bodemsanering is het laat-ste aspect van de milieuwet-geving dat in wetteksten werd gegoten. Het decreet

van 1995 wil garanties dat bodemver-vuiling meteen wordt aangepakt als ze zich voordoet. De K.U.Leuven voert — in laboratoria en met het gebruik van stookolietanks — activiteiten uit die de wet catalogeert als potentieel bodemverontreinigend. Dus moet de milieudienst verplichte bodemonder-zoeken uitvoeren om mogelijke vervui-ling te detecteren. “Dat brengt voor de K.U.Leuven heel wat kosten mee, hoe-wel wij nog nooit een lekkende tank hebben gehad en er in meer dan 95 % van de situaties geen enkele vorm van milieuvervuiling gevonden wordt”, zegt Lieven Put. “De enige winnaar is de sector van de bodemsanering.”

“Wij moeten vier kleinschalige saneringsprojecten uitvoeren omdat de resultaten van onderzoeken een lichte overschrijding van de maximumnor-men aangaven. Telkens gaat het om vervuiling als gevolg van overvulinci-denten van stookolietanks. Ook al zijn het kleine ingrepen, toch loopt de to-tale kostprijs op tot ongeveer 500.000 euro.”

GrondverzetNatuurlijk neemt de universiteit pre-ventiemaatregelen. De K.U.Leuven heeft de inkuipingen van een aantal stookolietanks van een beschermlaag voorzien of de tank dubbelwandig ge-maakt. Vaak gaat het om tanks die in goede staat zijn, maar toch niet voldoen aan de details van de reglementering. De universiteit is ook veel alerter voor overvulincidenten en volgt de leveran-

ciers zeer streng op. Die moeten altijd absorberende materialen bij zich heb-ben en meteen ingrijpen als er zich een incident voordoet. Waar mogelijk worden automatische vulsystemen met elektronische bescherming tegen over-loop geïnstalleerd. Afvoersystemen voor overtollig water in vulputten wor-den systematisch gedicht en vervangen door opvangbakken. Want als overtol-lig water kan weglopen, gebeurt dat ook met stookolie.

In 2004 voegde de Vlaamse over-heid aan het bodemsaneringsdecreet een hoofdstuk over het ‘grondverzet’ toe. Dat stelt dat elk perceel waar een stookolietank heeft gestaan, een poten-tieel risico vormt als er grond wordt verplaatst. Voor de fase II van de ver-bouwingswerken van Onderzoek en Navorsing was het bijvoorbeeld nodig om 13.000 m3 grond af te voeren. De nieuwe regelgeving maakte een uitge-breid onderzoek en een gedetailleerd technisch verslag noodzakelijk. Na de goedkeuring moest er een bodemkun-dig attest klaarliggen voor elk van de 1.000 vrachtwagens met oplegger die de grond vervoerden. Een verhoogde kostprijs en tijdverlies zijn het resul-taat. “De wetgeving heeft als effect dat aannemers hun offerteprijzen verho-gen om zich in te dekken tegen even-tuele vertragingen en meerkost als de bodem vervuild blijkt te zijn”, zegt Raf Van Hoorick van de Technische Dien-sten.

SlibonderzoekDe K.U.Leuven verricht ook heel wat onderzoek rond bodemvervuiling. “Eén aspect daarvan is het onderzoek naar vervuiling door zware metalen”, vertelt

professor Erik Smolders van het Labo-ratorium voor Bodem- en Waterbeheer. “België is in de wereld koploper voor dit type historische vervuiling. In de Kem-pen alleen al is er 250 km² diffuus ver-ontreinigde grond. Wij doen onderzoek naar de risico’s op lange termijn om zo te komen tot nauwkeurigere normen. Het onderzoek spitst zich onder meer toe op de toxische effecten van zware metalen op de organismen, en op de af-braak van organische verontreiniging in de bodem. Micro-organismen breken toxische stoffen af, maar de afbraak verloopt meestal zeer traag. Onderzoe-kers proberen methoden te vinden om de beschikbaarheid van die organismen te verhogen en zo de afbraak te versnel-len.

Daarnaast wordt er research gedaan naar de goede en slechte eigenschappen van het slib dat overblijft als reststof van de waterzuivering. “In Europa zijn de meningen daarover verdeeld. In lan-den zoals Engeland en Duitsland wordt de helft van het slib gebruikt voor bo-demverbetering. Maar in Vlaanderen is het verboden om slib te gebruiken in de landbouw omdat het niet-afbreekbare verontreinigende stoffen kan bevatten, zoals metalen. Daartegenover staat dat je nutriënten aan de kringloop onttrekt als je het gebruik van slib verbiedt. Wij zijn op zoek naar een goed evenwicht en voeren op dit ogenblik onderzoek uit op met slib bemeste testvelden.”

http://www.kuleuven.be/milieu/milieucom-missie.htm

Vorige af leveringen vindt u in het Campus-krant-archief op onze website, jg. 16 nrs. 7, 9 en 11

KORTNIEUWS

Herstelgericht groepsoverleg op schoolNegen Vlaamse scholen experi-menteerden van 2002 tot vorig jaar onder opvolging van Dieter Burssens (Onderzoeksgroep Pe-nologie en Victimologie) met een relatief nieuwe aanpak bij zware incidenten: het herstelgericht groepsoverleg (‘hergo’). Naar aanleiding van grote diefstal-len, afpersing, bedreigingen of vandalisme worden dader, slachtoffer en achterban sa-mengebracht voor een begeleid gesprek. In een volgende fase stellen alle betrokkenen samen een herstelplan op, wat concreet aangeeft hoe de dader geacht wordt de schade te herstellen. Hergo’s leiden tot bevredigende oplossingen voor alle partijen: het slachtoffer krijgt excuses en herstel, en kan rechtstreeks vragen stellen aan de dader. Maar ook de dader heeft baat bij herstelgericht groepsoverleg: hij wordt niet meteen zonder uitleg van school gestuurd. Bovendien kan een school door hergo’s een slechte reputatie voorkomen. De evaluatie van het project is dan ook positief: ook na de proefperi-ode werden er al nieuwe hergo’s opgestart.

Archief luchthaven-aalmoezenierNa het overlijden van luchtha-venaalmoezenier Herman Boon maakte het Katholiek Documen-tatie- en Onderzoekscentrum (KADOC) bekend dat Boon zijn archiefstukken aan het centrum had toevertrouwd. De archief-stukken bieden inzicht in enkel maatschappelijke kwesties van 1995 tot 2005 — zoals de asielzoekersproblematiek en het Sabena-faillissement — en Boons kijk daarop. De documenten zijn nog niet meteen toegankelijk: omwille van het persoonlijke ka-rakter blijft het archief voorlopig gesloten.

Toch geen wondermiddelActiverende didactische werkvor-men, waarbij studenten de leer-stof op actieve manieren verwer-ken, worden sterk aangemoedigd. Het traditionele doceren zou het leren niet voldoende stimuleren. Het doctoraatsonderzoek van Katrien Struyven, waarin de twee methodes bij twee groepen stu-denten werden getest, nuanceert deze visie. De groep die werkte met gestructureerde activerende opdrachten verwerkte de leerstof niet beter: de studenten kozen voor een oppervlakkige leerstra-tegie gericht op reproductie. Ze beoordeelden de activerende werkvormen niet eenduidig positief: de hoge werklast en het gebrek aan structuur en feedback waren de voornaamste klach-ten. Voorstanders uit dezelfde groep roemden het kritisch en probleemoplossend denken, de sociale vaardigheden. De studen-ten van de hoorcolleges meldden een gemis aan interactie in de les. Struyven pleit dan ook voor een combinatie van beide vormen.

Op dit proefveld achter Gasthuisberg wordt nagegaan of zuiveringsslib nadelige gevolgen heeft voor de bodemkwaliteit.(© Rob Stevens)

Page 9: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

campuskrant 1.6.2005 publicatie 9

Kurt Martens schrijft boek over nieuwe paus

“Benedictus XVIzal nog voor verrassingen zorgen”

Enkele weken geleden waren de ogen van de media en van miljoenen mensen gericht op het Sint-Pietersplein in Rome. Iedereen die het wilde, kon via televisie, radio, internet en kranten de dood en de begrafenis van Johannes Paulus II, de speculaties over zijn opvolger, de pausverkiezing en de begroeting op het balkon door Benedictus XVI volgen. De reacties waren verdeeld. De voor-malige prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer die als waakhond bekend stond, zou Johannes Paulus II opvolgen, en dat betekende voor velen een ontgoocheling. Kurt Martens, wetenschappelijk medewerker aan de Faculteit Kerkelijk Recht, nuanceert in zijn boek Van Ratzinger tot Benedictus XVI.

Joke Depuydt

“Mijn boek wil de gebeur-tenissen in Rome van de afgelopen weken duiden zonder emoties,

een objectief beeld geven en nuance-ren waar nodig. Een algemene lacune aan historische kennis en het feit dat de moderne media amper de tijd heb-ben om de informatie zo snel en accu-raat mogelijk te brengen, geven soms een onjuist beeld en scheppen ietwat vreemde verwachtingen. En dat niet alleen in Vlaanderen, waar kardinaal Danneels enigszins opgehemeld werd als kandidaat-paus, ook in Zuid-Ameri-ka bijvoorbeeld. Bijna elk land had wel een kandidaat.”

“Ik wilde geen biografie van Bene-dictus XVI schrijven, daar is het trou-wens ook nog veel te vroeg voor. Wat ik met dit boek wel wil doen, is een juiste en genuanceerde duiding ge-ven van het hele gebeuren en van de persoon in de context van het vorige pontificaat en de eigenheid van het Romeinse wereldje. Daarom begin ik mijn ‘ooggetuigenverslag’ ook bij de Lourdesreis van Johannes Paulus II in 2004. Dat de nieuwe paus voor conti-nuïteit staat, is geen geheim. Maar hoe en welke accenten hij zal leggen, blijft afwachten. Zijn eerste benoemingen kunnen alvast een tipje van de sluier oplichten.”

Zo werd de functie van prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer — die Ratzinger zelf bekleedde — in-gevuld door de Amerikaanse aartsbis-schop William Levada. Was dat een antwoord op de vraag van Amerikaan-se bisschoppen om de dossiers van sek-suele misbruiken door priesters beter op te volgen? “Het speelt mee, denk ik. Levada staat bekend als iemand die doctrinair een rechte lijn aanhoudt, je moet er geen avonturen van verwach-ten. Benedictus XVI kent hem ook al langer. Hij werkte mee aan de nieuwe catechismus in 1992. Trouwens, het overgrote deel van de dossiers over seksuele misbruiken door priesters komt uit Amerika. Ongetwijfeld zal Ratzinger wel duidelijk gesteld hebben dat wanneer hij tot paus zou worden verkozen, hij die dossiers zou opvol-gen. Johannes Paulus II kreeg in dat verband heel wat kritiek.”

Niet te vattenContinuïteit of niet, Benedictus XVI zal volgens Martens ongetwijfeld wel voor een stijlbreuk zorgen: “Johannes Paulus II hield van de massa, kon die ook be-spelen. Misschien weet Benedictus XVI ook hoe het moet, maar interesseert het hem minder. Hij is wat onwennig, hou-terig en timide.”

“Van deze paus moet je geen of toch minder grote massabijeenkomsten ver-wachten. In de recente zaligverklarin-gen is Benedictus XVI ook niet voorge-gaan. Als die trend zich zou doorzetten, grijpt hij terug naar de tijd van Paulus VI, wat op zich nog geen slechte zaak

zou zijn op theologisch vlak. Zo maakt hij het onderscheid tussen de zalig- en heiligverklaringen weer wat duide-lijker, want in de laatste gaat hij wel voor.”

Een stukje reduceren dus, ook wat de Romeinse curie betreft? “De curie kampt met dezelfde efficiëntieproble-men als elke administratie. Het organi-gram is niet slecht, maar de curie moet ten dienste staan van de paus en niet omgekeerd. Benedictus XVI zit sedert 1981 in de curie, kent de sterktes en de zwaktes ervan en is misschien wel de man die de curie onder controle kan krijgen en houden.”

“Zijn grote voordeel is dat hij van bui-tenaf komt en onafhankelijk zijn weg heeft gezocht. Als kardinaal was Ratzin-ger een kardinaal boven alle partijen, zei wat hij dacht te moeten zeggen. Zijn boeken getuigen van een grote intelli-gentie en een scherp analysevermogen. Hij kan beter dan Johannes Paulus II de dialoog met de westerse mens aangaan. En hij zal dat ook aankunnen. Ratzin-ger is niet te vatten in enkele lijnen en zal daarom misschien minder dan Jo-hannes Paulus II een dankbaar media-figuur zijn.”

CollegialiteitVolgens Martens zal Benedictus XVI nog voor verrassingen zorgen: “Het begon al met de keuze van zijn naam. Verder denk ik dat hij hoge eisen zal stellen op het gebied van bisschopsbe-noemingen. Collegialiteit zal voor hem inhouden dat de bisschoppen meer hun verantwoordelijkheid zullen moe-ten opnemen, ook voor de situatie in hun eigen bisdom. Anders gezegd: het excuus ‘We mogen niet van Rome’ zal voortaan minder ingeroepen kunnen worden.”

De keuze van het kardinalencollege voor Ratzinger heeft Martens niét ver-rast: “Vooral tijdens het interregnum (de periode tussen het overlijden van de paus en de verkiezing van een nieuwe — red.) kreeg hij vanuit zijn functies verschil-lende kansen om zich te profileren. Dat houdt natuurlijk ook het risico van uitschuivers in. Velen dachten dat hij zich door zijn homilie over relati-visme en hedonisme, waarin hij scherp uithaalde naar een aantal maatschap-pelijke tendensen, verbrand had. Maar die scherpte blijkt juist een omgekeerd effect te hebben gehad.”

“Of Benedictus XVI een over-gangspaus wordt? Wat de duur van zijn pontificaat betreft misschien wel. Het is vrijwel onwaarschijnlijk dat hij zoals zijn voorganger 26 jaar paus zal zijn. Wat de inhoud betreft, onvoorspelbaar. Vergeet niet dat Johannes XXIII ook als een overgangspaus werd gezien en dat hij in minder dan vijf jaar pontificaat toch maar de aanzet tot het Vaticaans Concilie wist te geven.”

‘Van Ratzinger tot Benedictus XVI’,Davidsfonds, Leuven, 136 p., 12,95 euro

In een handomdraai

Het academiejaar 2005-2006 wenkt.

Je kunt je voorinschrijven op www.kuleuven.ac.be/inschrijvingenen je inschrijving bevestigen:• Voor Leuven: tussen 16 augustus en 23 september,

in de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven.• Voor de campus Kortrijk: tussen 23 augustus en 30 september

op het Studentensecretariaat, hal A, E. Sabbelaan 53, Kortrijk.

Vanaf je tweede jaar gaat inschrijven nog vlotter. We sturen je een berichtje en jij regelt alles via Internet.

Eenvoudig, toch?

Kurt Martens: “Johannes Paulus II hield van de massa, kon die ook bespelen. Benedictus XVI is wat onwennig, houterig en timide.”(© Alessandra Benedetti/Corbis)

– advertentie –

Page 10: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

zeswekelijkse bijlage voor oud-studenten

–alumnikrant–10 1.6.2005 campuskrant

Mecenaat en onderzoeksfinanciering

Gestroomlijnde leerstoelenIn de complexe wereld van de universitaire financiering zijn leerstoelen-op-naam een beetje een apart verhaal. Qua omvang zijn ze inmiddels al zo groot dat hun verdwijning zéér reële gevolgen voor het onderzoekswerk zou hebben, maar qua administratieve inplanting vielen ze tot onlangs een beetje buiten de gebruikelijke kaders.

Ludo Meyvis

“Daar is nu verande-ring in gekomen,” zegt emeritus profes-sor Marc Verstraete, vele jaren lang de

drijvende kracht achter het Leerstoe-leninitiatief. “Leerstoelen-op-naam bestaan al van in de jaren 80. In 1994 stroomlijnde het Gebu één en ander, en in 2004 werd de huidige structuur uitgetekend.”

“Voortaan wordt de zoektocht naar leerstoelmogelijkheden gecoördineerd door een Stuurgroep, die integraal deel uitmaakt van het Leuvens Universitair Fonds. Daarmee wordt een nauwe band gesmeed tussen de leerstoelen en de ruimere mecenaatswerking.” Professor Verstraete zetelt in de Stuurgroep, sa-men met de emeriti Lieve Dralands en Albert Baert, en met professor Jacques Vandenbulcke.

Waarom, hoeveel en waar“Een leerstoel is in feite een gelde-lijke som, die door een privé-persoon of privé-instantie aan de universiteit ter beschikking gesteld wordt om er gedurende een bepaalde tijd een on-derzoeks- of onderwijsproject mee te financieren. In principe mikken we op een bedrag van 65.000 euro per leer-stoel per jaar, bij voorkeur voor een periode van vijf jaar. Dat bedrag komt op een bijzondere rekening van het Al-gemeen Beheer. De rector en de betrok-ken faculteit zoeken een titularis voor de leerstoel, die gedurende de voorzie-ne looptijd een kredietlijn heeft, maxi-maal ten bedrage van het geschonken bedrag.”

“In de praktijk is het meestal wel zo dat die titularis al vroeger bekend is. Soms is die persoon er zelfs de aanlei-ding toe dat de schenker een bedrag ter beschikking stelt. Dat stel je wel eens vast bij Geneeskunde, waar een welstel-lende genezen patiënt ‘zijn professor’ heel speciaal wil danken. De meeste leerstoelen worden echter gefinancierd door bedrijven. Dat is het geval voor 36 van de 48 lopende leerstoelen. Daar-naast zijn er 4 die door privé-personen ingesteld werden, 3 door familiale of andere stichtingen, 2 door banken of revisoren, en 3 door religieuze congre-gaties.”

“De reden waarom vooral bedrijven warmlopen voor de formule van leer-stoelen, is duidelijk. In de meeste ge-vallen gaat het om bedrijven die het Leuvense onderzoek heel goed ken-nen. Ze weten dat hun geld aan onze universiteit goed besteed wordt, ook als ze er niet meteen een tastbare return voor ontvangen. Dat moet im-mers heel duidelijk zijn: een leerstoel is géén contractonderzoek, en een schenker mag er geen voorwaarden aan verbinden, geen preferentiële behandeling, geen rechten op onder-zoeksresultaten.”

“Misschien is dat ook de reden waar-

om er bij Geneeskunde tamelijk vlot leerstoelen ingericht kunnen worden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Toe-gepaste Wetenschappen. Daar opteren de meeste bedrijven immers voor de

formule van contractonderzoek. Een leerstoel is een financiële schenking, waaruit voor de schenker geen rechten voortvloeien — behalve dat zijn naam,

als hij dat wil, aan de leerstoel verbon-den wordt, dat hij een persoonlijke band met de universiteit in het leven roept, en dat hij jaarlijks een rapport ontvangt over de bestedingswijze van

het geld.”“De oudste nog lopende leerstoel da-

teert al van 1993 — de Electrabel-leer-stoel bij Toegepaste Wetenschappen.

Sommige schenkers houden het bij de oorspronkelijk voorziene duur, ande-ren wensen hun leerstoel te verlengen. De meeste leerstoelen vinden we terug bij Geneeskunde, in mindere mate ook bij Economie en Toegepaste Weten-schappen — alhoewel daar dus zeker nog groeiruimte is.”

“Op zoek gaan naar mogelijke spon-sors is een tijdrovende, gevoelige zaak. Je moet weten wie je moet aanspreken, je moet de mogelijk te sponsoren on-derzoekssferen goed kennen en ze een beetje kunnen verdedigen, je moet de mogelijkheden van het bedrijf goed kunnen inschatten, enzovoort. Ook het feit dat je in Vlaanderen vaak al-leen maar commerciële filialen van grote bedrijven vindt, waar onvol-doende beslissingsbevoegdheid is om over te gaan tot toch vrij substanti-ele schenkingen, levert problemen op. En je mag ook niet vergeten dat de K.U.Leuven niet de enige universiteit is die deze formule kent… Er is dus wel concurrentie.”

Verankering“De inrichting van de Stuurgroep moet de werving van leerstoelen ver-gemakkelijken. We werken voortaan met vier leden. Gemiddeld zal elk lid ongeveer een halve dag per week aan de werking van de Stuurgroep beste-den, al kan dat sterk variëren natuur-lijk. Er zullen zeker nieuwe accenten komen. Afgezien van de continuïteit die door de Stuurgroep gegarandeerd wordt, is de nauwere samenwerking met het Leuvens Universitair Fonds erg belangrijk.”

“Ten tweede zal de Associatie nieuwe mogelijkheden opleveren. Er is trou-wens al een leerstoel ingehuldigd in samenwerking met de Vlekho. Verder willen we ook actiever op zoek gaan naar leerstoelen buiten de Faculteit Geneeskunde. Met dat doel worden de contacten met de andere faculteiten structureel uitgebouwd. En we wensen ook meer internationaal te werken — al is de concurrentie daar nog veel groter: hoe overtuig je een sponsor aan het an-dere eind van de wereld ervan dat hij Leuven moet steunen, en niet Oxford of Harvard? Maar het is alleszins een belangrijk spoor dat we willen verken-nen.”

“De leerstoelwerving is financieel erg belangrijk geworden. Vanaf 1993 tot heden spreken we over een totaal-bedrag van bijna 23 miljoen euro! De sponsors hebben zich ertoe verbonden om tot 2008, het laatste contractueel bestreken jaar op dit moment, nog eens 5 miljoen euro steun te verlenen. Het is dus begrijpelijk dat de universiteit er de nodige aandacht aan wil besteden…”

Meer informatie en een overzichtslijst van de leerstoelen-op-naam per faculteit vindtu op http://www.kuleuven.be/mecenaat/leerstoelen/

Bij Geneeskunde wil een welstellende genezen patiënt ‘zijn professor’ wel eens heel

speciaal danken met een leerstoel.Driekwart van de leerstoelen wordt echter

gefinancierd door bedrijven.

Van links naar rechts: Jacques Vandenbulcke, Albert Baert, Lieve Dralands en Marc Verstraete(© Rob Stevens)

Page 11: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

–alumnikrant–campuskrant 1.6.2005 11

Symposium over Locked-In Syndroom stelt Bieke Wittebolsfonds voor

Gevangen in je eigen lichaamHet Locked-In Syndroom (LIS) is een zeldzame aandoening die gekenmerkt wordt door verlam-ming van romp en ledematen, en verlies van spraak- en slikfunctie. Op 4 juni vindt in UZ Pellen-berg een symposium over het syndroom plaats, onder de titel ‘Gevangen in je eigen lichaam’. De bijeenkomst heeft vooral tot doel het Bieke Wittebolsfonds bekendheid te geven. Bieke Wittebols overleed in 2003 op 34-jarige leeftijd aan LIS.

Tim Vuylsteke

Carlotte Kiekens is revalidatie-arts in UZ Pellenberg en één van de sprekers op het sym-posium: “Het Wittebolsfonds

is een initiatief van Biekes familie. Zij werd in 2000, op reis in Italië, getroffen door een hersenstaminfarct, dat even later zou leiden tot een Locked-In Syn-droom. Na een intensieve revalidatie in Pellenberg kon ze terug naar huis, waar ze werd verzorgd door haar man, moeder, broer en zus. Uiteindelijk is ze eind 2003 toch nog vrij onverwacht overleden. Dat het fonds Biekes naam draagt, is voor de familie zeer belang-rijk. Zo blijft ze in zekere zin toch ver-der leven.”

Wat zijn precies de symptomen van LIS? Professor Vincent Thijs (neuroloog UZ Gasthuisberg): “‘Locked-in’ betekent letterlijk ‘opgesloten’. LIS-patiënten zit-ten opgesloten in zichzelf, want hun romp en vier ledematen zijn verlamd, terwijl hun hersenen meestal intact blijven. Vaak valt ook de hoofdcontrole weg, en kunnen de patiënten slikken noch spreken. Alleen hun ogen kunnen ze nog bewegen — zij het alleen verti-caal — en ze kunnen ook knipperen. Ze kunnen met andere woorden enkel communiceren met hun ogen.”

“LIS treedt meestal op na een beroer-te, maar kan zich ook manifesteren na een ongeval, of ten gevolge van een an-dere aandoening. Omdat de patiënten hun omgeving niet duidelijk kunnen maken dat ze wel degelijk bij bewust-zijn zijn, wordt de correcte diagnose in veel gevallen pas laat gesteld — gemid-deld na 78 dagen — wat vaak tot frustre-rende en schrijnende toestanden leidt.”

Recht op revalidatie“Veel mensen denken dat de levenskwa-liteit van mensen met LIS quasi nihil is, maar dat is niet zo. Zowel de familiele-den als de artsen moeten in zulke ge-vallen dus zeer voorzichtig omspringen met euthanasie”, aldus Thijs.

Carlotte Kiekens: “Dat klopt. Mensen hebben recht op waardig sterven, maar ze hebben evenzeer recht op een waar-dig leven, op revalidatie. Een dergelijke beslissing mag dus zeker nooit in het beginstadium van de ziekte worden genomen. Er zijn trouwens gevallen genoeg bekend van LIS-patiënten die nog iets moois van hun leven hebben gemaakt. In ons land heeft Roland Bou-lengier een tweetal boeken geschreven

over zijn ervaringen, en ook de bekende wetenschapper Stephen Hawking lijdt aan een soortgelijke aandoening.”

“Bovendien zijn er mensen die — ge-deeltelijk — herstellen. Patiënten die na verloop van tijd hun hoofdbewegingen

weer onder controle krijgen, bijvoor-beeld, of opnieuw leren praten. Dat herstel kan bevorderd worden door een multidisciplinaire revalidatie — onder coördinatie van de revalidatiearts — met kinesitherapie, ergotherapie, logopedie, revalidatieverpleegkundige zorg en be-geleiding van een psycholoog en een so-ciaal assistent. Een dergelijke arbeidsin-tensieve aanpak door een hoog opgeleid team is natuurlijk niet goedkoop, en ook het aanpassen van de woning van de patiënt en de installatie van de no-dige hulpmiddelen — computer, omge-vingsbediening, elektronische rolstoel en tillift — kosten pakken geld.”

“Het Bieke Wittebolsfonds heeft ver-schillende doelstellingen: de bevorde-ring van wetenschappelijk onderzoek over LIS en gelijkaardige ziektebeelden,

de organisatie van bijscholingen en in-formatiecampagnes, de verbetering van de communicatiemogelijkheden van LIS-patiënten en van de opvangmogelijk-heden... Om dat alles te verwezenlijken, zijn er natuurlijk sponsors nodig, en

die zullen er alleen maar komen als het fonds voldoende naambekendheid heeft verworven. Dat is dan ook het voornaam-ste doel van het symposium: de mensen laten kennismaken met het Locked-In Syndroom, en ze laten zien dat er een fonds bestaat dat zich om de slachtoffers van deze ziekte bekommert.”

‘Gevangen in je eigen lichaam. Een symposium over het Locked–In Syndroom’, zaterdag 4 juni, Auditorium UZ Pellenberg, Weligerveld 1, 3212 Pellenberg. Deelname is gratis. U kunt inschrijven via e-mail: [email protected]. Stortingen mogen overgemaakt worden op rekeningnummer 558-3912600-27 met vermelding ‘Gift Fonds Bieke Wittebols’.Meer info: http://www.uzleuven.be/wittebolsfonds

Locked-In-patiënten kunnen hun omgeving niet duidelijk maken dat ze bij bewustzijn zijn.

Daardoor wordt de correcte diagnose vaak pas na enkele maanden gesteld, wat soms tot

schrijnende toestanden leidt.

KORTALUMNI

Kringnieuws

EkonomikaOp 24 juni spreekt Karel Vinck, voorzitter van de Alumni Lovanienses, voor de Ekonomika-alumni. Zij mogen zich verwach-ten aan een lezing over Vincks carrière bij verschillende onderne-mingen in België en in het buiten-land, en zijn verantwoordelijkhe-den in werkgeversorganisaties. 24 juni, 12u, NMBS,Frankrijkstraat 58, 1060 Brussel Info: Marie-Jeanne Dewit, (t) 0475 71 45 69, [email protected]

Alumni KulakIn Kortrijk zijn de examens nog maar net verteerd of er komt een grote afscheidsbarbecue aan: alum-ni en studenten zijn uitgenodigd. 5 juli, 19u, Stuhu, E. Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk Info: Frederic de Grave, (t) 0498 62 70 47, [email protected]

Leuvens Alumni OrkestHet LAO concerteert op 4 juni met een klassiek programma met muziek uit Oost-Europa. Na een openingsspeech door voorzitter Karel Vinck kunnen liefhebbers genieten van De Moldau van Sme-tana, Rapsodie concerto van Martinu en Symfonie nr. 5 van Sjostakovitsj. Presentator is Wim De Vilder. 4 juni, 20u15, Pieter de Somer-aula, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven Info: Jan De Vilder, (t) 016 22 43 28, [email protected], http://www.lao.be

Permanente vorming

Vliebergh-SencieleergangenZogenaamd ‘onbekende’ of ‘verborgen gehouden’ verhalen over Jezus duiken op in nieuwe levensbeschouwingen, romans en films. Wat daarover verteld wordt, is niet altijd wetenschappelijk ver-antwoord en getuigt vaak van veel fantasie. In de sectie ‘bijbel’ van de Vliebergh-Sencieleergangen 2005 belichten negen sprekers het verband tussen een aantal apo-criefe geschriften en het Nieuwe Testament en denken kritisch na over ‘de onbekende Jezus’. De sectie ‘catechese’ heeft dit jaar als thema ‘God overal en nergens? Theologie, pastoraal en onderwijs uitgedaagd door een sacraal reveil’. We zien vandaag in de levensbeschouwelijke bele-ving van mensen oude en nieuwe goden opduiken. Het internet, de uitgaanscultuur, de liefde, zelfs heiligen en bedevaartsoorden lijken zinzoekers vandaag op een bijzondere wijze te ‘begeesteren’. De leergangen worden georgani-seerd door de Faculteit Godgeleerd-heid en de Vlaamse Bijbelstichting. 23 en 24 augustus, vanaf 9u, Maria-Theresiacollege, Sint-Michiels-straat 6, 3000 Leuven Info: Annemie Dumoulin, (t) 016 32 38 72, [email protected], http://www.theo.kuleuven.be/nl/centr_vliesen2005.htm

Dienst Permanente VormingKrakenstraat 3, 3000 LeuvenInfolijn (t) 016 32 84 84(f) 016 32 84 [email protected]://dpv.kuleuven.be

WINMET ALUMNI-ADRESSEN-ACTIECD-BONNEN EN EEN TRIP NAAR ROME

PRIJS!De alumnidatabank is weer een aantal juiste adressen rijker. Deze mensen ontvan-gen een cd-bon dankzij hun inzendingen met correcties:

Marie Eveline Van Parys (23 adressen), Ellen Vandewal-le (15 adressen) en Robert Gobin (21 adressen).

De alumni-databankactie is nog niet afgelopen: je kan nog steeds je kans wagen en je vroegere medestudenten, familieleden, vrienden en kennissen opzoeken in de databank. Als je bij het nakijken op verkeerde gegevens stuit, en ons de juiste adressen bezorgt, dan ontvang je per vijftien gecorrigeerde adressen een cd-bon van 20 euro, en je maakt kans op de felbegeerde citytrip

(trekking na de zomervakantie).

Stuur het juiste én het foutieve adres met vermelding ‘Campuskrant’ naar [email protected] of naar Alumni Lovanienses, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven. Vergeet je eigen naam en adres niet te vermelden!http://www.alum.kuleuven.be

Revalidatiearts Carlotte Kiekens en neuroloog Vincent Thijs.(© Rob Stevens)

Page 12: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

12 onderwijs 1.6.2005 campuskrant

Nieuwe onderwijsregeling en examenreglement

Student en flexibiliseringVanaf het volgende academiejaar worden alle opleidingen geflexibiliseerd. Even heel duidelijk zeggen: dat betekent niet dat je als student vanaf nu je eigen vakkenpakket samenstelt of dat je examen aflegt wanneer het je uitkomt. Onderwijsinstellingen kunnen immers nog altijd bepaalde minimale standaarden bepalen voor elk diploma apart, en ze kunnen bepalen wat het tempo van je vooruitgang moet zijn. Ze kunnen de opbouw van de opleidingen nog altijd uitwerken in een structuur die vergelijkbaar is met wat vroeger studiejaren waren. De K.U.Leuven heeft bewust gekozen voor een voorzichtige aanpak. De meerderheid van de studenten zal in de toekomst nog altijd de opleiding blijven volgen via modeltrajecten, waarop gestandaardiseerde afspraken van toepassing zijn op het vlak van programma-opbouw, studieduur en studievoortgangsbewaking. Wel kunnen bepaalde groepen in de toekomst gemo-tiveerd vragen om qua inhoud, beoordeling en tempo geïndividualiseerde trajecten te volgen. Dat blijven echter uitzonderingen.

Ludo Meyvis

Contracten en creditsToch hebben de nieuwe onderwijsrege-ling en het nieuwe examenreglement ook gevolgen voor alle studenten. Om te beginnen zal elke student — ook diegene die dit jaar bijvoorbeeld nog in een kan-didatuur of licentie zit, vanaf volgend jaar een toetredingscontract aangaan met de universiteit. Dat betekent gewoon dat de ene contractpartner (de universiteit) heel gedetailleerd de mogelijkheden be-schrijft waaruit de andere partner (de student) kan kiezen — met name een be-paalde variant van het Leuvense aanbod. Er zijn drie soorten contracten, maar wat ze inhouden verschilt ook weer niet zo grondig van wat al bestaat.

Wie inschrijft voor een diplomacon-tract zal net zoals vroeger studeren om een volledige opleiding af te werken, met volledige ondersteuning via col-leges, labo’s, enzovoort. Wie inschrijft voor een examencontract, wil een oplei-ding (of onderdelen ervan) afronden via examens, maar zonder recht op on-dersteuning door de universiteit. Zo’n student mag dus geen colleges volgen of Toledo gebruiken.

Alleen creditcontracten zijn nieuw. Je kunt ze niet echt vergelijken met de vroegere inschrijving voor afzonder-lijke vakken. Daarmee kon je immers later geen vrijstellingen of wat dan ook halen. Bij een creditcontract schrijf je je in voor één of meerdere van de indi-viduele bouwstenen van een opleiding. Als je slaagt in het examen voor de ge-kozen onderdelen, ontvang je vanaf volgend academiejaar een formeel cre-ditbewijs. Die kan je later wél valorise-ren, bijvoorbeeld in het kader van een diplomacontract. Uiteraard krijgen ook de ‘gewone’ studenten te maken met creditbewijzen. De creditbewijzen die ze behalen, worden vermeld op hun di-plomasupplement of, als ze hun oplei-ding slechts ten dele afronden, op een

afzonderlijk document. Inschrijven doe je best zo vroeg mo-

gelijk in het academiejaar. Je betaalt geen inschrijvingsgeld, maar studiegeld, in verhouding tot het aantal studiepun-ten waarvoor je je inschrijft. Ook nieuw is dat je eerder verworven competenties (EVC’s) ‘kunt laten meetellen’. Stel dat je jarenlang in Spanje gewoond hebt. Dan kan je op grond van die ervaring door een universitaire beoordelingscommis-sie laten vaststellen dat je competenties zwaar genoeg wegen om geen basiscur-sus Spaans meer te moeten volgen. Ook nieuw is dat je eenzelfde diploma twee keer kunt behalen — tenminste, wan-neer het gaat om een andere afstudeer-richting.

De examensEn dan zijn er de nieuwigheden in het examenreglement. Het worden barre tijden voor beroepsbrossers, want wie onvoldoende deelnam aan een op-leidingsonderdeel, kan het recht ontzegd worden om aan het examen deel te nemen. Procla-maties bestaan voortaan nog enkel op het einde van de opleiding. Een faculteit kan stipuleren dat een bepaald examen niet op een totaal van 20 beoordeeld wordt, maar enkel als ‘geslaagd / niet geslaagd’, of dat je voor een bepaald onderdeel maar één examenkans

Wie met een diploma van de K.U.Leuven op de arbeids-markt komt, stelt het goed. Ongeveer de helft van de afgestudeerden vindt binnen een maand werk. Na drie maanden is 81 % aan de slag en de volgende drie maanden komt daar nog eens 11 % bij. De tewerkstelling reflecteert de maatschappelijke trend: KMO’s zijn de belangrijkste groeipool. Verklaart dat ook waarom meer dan 70 % zegt meer dan 40 uur per week te werken?

In opdracht van de Dienst Stu-dieadvies onderzoekt professor Diane Smedts (Departement Pe-

dagogische Wetenschappen) elk jaar hoe de afgestudeerden het doen op de arbeidsmarkt: “Als je de cijfers van de voorbije acht jaar vergelijkt, zie je dat afgestudeerden van de K.U.Leuven het goed blijven doen. Na de pieken van meer dan 85 % in de periode 1999-2002, ligt het percentage studenten dat binnen de drie maanden aan de slag is rond de 80 %. We zien wel op-nieuw een stijging van het aantal dat binnen de maand aan het werk is. 50 % vermeldt het diploma als één van de vijf hoofdredenen voor hun aan-werving, meteen het belangrijkste criterium na ‘motivatie en inzet’.”

Er zijn duidelijk verschuivingen in

de sectoren waarin de alumni terecht-komen. De KMO’s zitten in de lift, ter-wijl tewerkstelling in grote nationale ondernemingen en multinationals daalt. Globaal daalt de tewerkstel-ling in de private sector van 40 % naar 35 %. De overheidssector groeide van 31 % naar 35 %, waarbij vooral de aangroei van tewerkstelling aan uni-versiteiten opvalt — vooral een gevolg van het groeiend aantal bursalen. Ongeveer één op vier afgestudeerden werkt in de onderwijssector (inclu-sief universiteit) en één op vijf in een (para)medisch beroep.

Loon naar werkenRuim 20 % van de alumni zegt meer dan 50 uur per week te werken. Smedts: “Je moet daarbij natuurlijk

rekening houden met het feit dat bij-voorbeeld ook geneesheer-specialis-ten in opleiding daar tussen zitten. Ook wie doctoreert als assistent of bursaal stopt niet na 40 uur werken. En leraren kloppen, zeker in de begin-fase, lange dagen.”

De helft van de alumni werkt tus-sen de 40 en 50 uur per week en slechts 10 % noteert minder dan 35 uur. Maar in die groep zitten ook de 10 % afgestudeerden die niet voltijds aan de slag zijn.

Hoe worden de alumni vergoed voor al die uren? 60 % ontvangt een jaar na afstuderen een brutoloon tussen 1.750 en 2.500 euro per maand, 16 % heeft een maandloon boven de 2.500 euro en 3,43 % verdient zelfs meer dan 3.250 euro op maandbasis. (jp)

Resultaten loopbaanonderzoek

Helft afgestudeerden vindt binnen de maand werk

per jaar mag hebben, bijvoorbeeld voor langlopende stages.

Een (hoog) totaalpercentage geldt niet meer als ‘verzachtende omstandigheid’ om onvoldoendes weg te werken. Wel geldt dat wie ten minste 54 % behaalde, met één keer een 8 of twee keer een 9, toch slaagt. In het eerste bachelorjaar is er een iets grotere tolerantie. In verant-woorde individuele gevallen kan de exa-mencommissie een student die niet aan deze criteria voldoet, toch laten slagen.

‘Graden’ bestaan niet meer per indi-vidueel jaar, maar alleen nog voor het totaal van de opleiding, dus ook voor wie volgend jaar nog in een licentie zit. Voor de berekening van die graad tellen de resultaten van de individuele jaren in principe evenveel mee. Hier en daar zijn er nog kleine nuances. Zo kan een faculteit bijvoorbeeld beslissen dat je op bepaalde opleidingsonderdelen nooit een onvoldoende mag halen om

te kunnen slagen.

In beroepAls je niet slaagt voor een programma-jaar, heb je normaal een tweede exa-menkans voor een opleidingsonderdeel waarvoor je niet slaagde. Aan een be-haald creditbewijs kan je niet meer ver-zaken om een hoger cijfer te behalen. Als je in een volgende examenperiode van het academiejaar niet slaagt, dan moet je in elk geval alles herdoen waar-voor je geen credit behaalde.

De onderwijsregeling bepaalt ook in welke mate je eventueel opleidingson-derdelen uit een volgend programma-jaar kan voorafnemen. Dat is bepaald in verhouding tot het aantal definitief ver-worven creditbewijzen. Als je twee keer niet geslaagd bent voor een programma-jaar (dus na vier examenkansen), mag je slechts met een bijzondere toelating nog een derde keer proberen. Je moet al ten minste de helft van je studiepunten gehaald hebben, en er moeten redenen zijn om aan te nemen dat je toch nog een kans op slagen hebt.

Als laatste belangrijke wijziging geldt de verhoogde mogelijkheid om te-gen een beslissing in beroep te gaan. Bijvoorbeeld, als een faculteit een vrijstel-ling weigert, zal ze die beslissing moe-

ten motiveren. Een student die niet overtuigd is, kan intern beroep instel-len, en tegen sommige universitaire beslissingen kan hij of zij daarnaast ook nog extern beroep aantekenen bij een speciale rechtbank.

De volledige lijst met alle gevolgen van de f lexibilisering vind je terug ophttp://www.kuleuven.be/onderwijs/f lexibilisering/index.htm.

Page 13: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

campuskrant 1.6.2005 onderwijs 13

50 jaar Dienst Studieadvies

“Wij zorgen ervoor dat talentde juiste weg vindt”

Hoornaert was van 1972 tot 1995 directeur van de dienst: “Bij mijn start telde de K.U.Leuven 15.000 stu-

denten. In 1994 waren er dat 25.000 en nu pieken we boven de 28.000. Om de impact van onze dienst te vatten, moet je daar de rekruteringspercentages van nieuwe generatiestudenten naast plaat-sen. In 1971 haalde de K.U.Leuven 35 % van die groep binnen. Na een uitge-breid actieplan steeg dat cijfer boven de 40 %. Sindsdien bleef het min of meer stabiel.”

Johan Hoornaert startte met een ron-de van de PMS-centra om hun vragen en noden te kennen. Het resultaat? Een waslijst met actiepunten die hij en zijn team één voor één uitvoerden. Om te beginnen organiseert de Dienst Studie-advies jaarlijks een studiedag voor stu-diekeuzebegeleiders in het middelbaar onderwijs, in 1973 meteen al met 650 deelnemers. De K.U.Leuven startte on-der impuls van de dienst ook als eerste universiteit in België met informatie-dagen voor aspirant-studenten en hun ouders. Nu zijn er vijf infodagen per jaar met ongeveer 5.000 inschrijvingen. Recent onderzoek wijst trouwens uit dat wie aan een infodag deelneemt 9 % meer kans op slagen heeft.

Voorkennis“Toen ik hier begon, waren er 3 publica-ties. Nu zijn er 90. Natuurlijk blijven de brochures met informatie over studie-richtingen, ook buiten de universiteit, de basis. Want het is altijd onze ambi-tie geweest om studenten te oriënteren naar de studies die voor hen het meest geschikt zijn. Wij willen niet in de eerste plaats rekruteren, maar ervoor zorgen dat talent de juiste weg vindt. Daarnaast publiceerden we een reeks voorkennisbrochures: wat moet ik we-ten over scheikunde, wiskunde, Frans, … voor ik een universitaire studie aanvat. En vergeet onze boekjes rond studiebe-geleiding niet: studiemethode en –plan-ning, blok en examens, een doe-het-zelf-handleiding voor faalangstige studenten en hun ouders.”

“In het begin deelden we die boekjes gratis uit. Maar ze hadden zoveel suc-ces dat rector De Somer me op de vin-gers tikte. Want mijn budget piekte. Sindsdien verkopen we die tegen een democratische prijs. Eerst was dat 50 frank, nu 2,5 euro. Er een prijs opplak-ken heeft ook onverwachte voordelen. Zo riep TestAankoop onze brochures ooit uit tot ‘Beste Koop’ …” Carine Chi-su, die sinds vorig jaar directeur van de dienst is, vult aan dat de studenten deze brochures binnenkort gratis kun-nen downloaden via Kotnet.

Drempelverlagend“Toch bleven we merken dat voor een aantal abituriënten en hun ouders de drempel te hoog bleef”, vervolgt Hoor-naert. “Naar onze dienst komen om daar meteen met een medewerker de studiekeuze te bespreken? Dat was net een stap te ver. Daarom zijn we gestart met een informatheek. Nu kunnen ze gewoon binnenlopen en rondsnuffe-len in de publicaties. Vandaar komen dan spontaan de vragen. Vooral in de periodes na de examens en tijdens de vakantie zorgt dat voor zeer drukke spreekuren.”

Johan Hoornaert en Carine Chisu be-klemtonen dat de Dienst Studieadvies altijd groot belang heeft gehecht aan collectieve activiteiten. Hoornaert: “Jon-geren kunnen veel leren van leeftijds-genoten. Daarom bracht ik ze samen in groepjes van 2 tot 3, om hun ervaringen rond studieplanning en -methode te de-len. Ze ervaren dan dat ze het nog niet zo slecht doen en ze halen voordeel uit tips van anderen.” Carine Chisu: “On-dertussen werken we met groepen van 12 tot 13 studenten. Volgend jaar komt daar een reeks activiteiten bij rond car-rièreplanning.” (zie kaderstuk hiernaast)

Nieuwe uitdagingenOp het palmares van de dienst staan nog een reeks realisaties die Studiead-vies mee op gang trok: de oprichting van de Werkgroep Gehandicapte Stu-denten (samen met Studentenvoorzie-ningen), de Werkgroep Examens en de Examenombudswerking. De dienst organiseerde enkele internationale col-loquia over ‘hoger onderwijs en de ar-beidsmarkt’ en ‘stress en faalangst’. En er is een nauwe samenwerking met de monitoraten van de verschillende facul-teiten, vooral rond overkoepelende the-ma’s, en wetenschappelijk onderzoek rond rekrutering, studiekeuzemotive-ring, arbeidsmarkt, enzovoort.

“Nu staan we voor nieuwe uitdagin-gen”, zegt Carine Chisu. “De bachelor-masterstructuur betekent dat studen-ten veel vaker moeten kiezen. Er komt een explosie van de masters aan de universiteiten in Vlaanderen. We moe-ten ook meer informatie ter beschik-king hebben over de mogelijkheden op de internationale onderwijsmarkt. Tegelijk willen we klaar staan voor een grotere instroom van buitenlandse studenten die naar Leuven overschake-len voor een master of een master-na-master.”

Dienst Studieadvies, Naamsestraat 63,3000 Leuven, (t) 016 32 43 11, (f) 016 32 43 30, [email protected],http://www.kuleuven.be/studieadvies/

“De K.U.Leuven is veel te be-scheiden. Onze studenten hebben een hoge waarde op

de arbeidsmarkt. Ik werkte 4 jaar bij een headhunterskantoor. Als daar gelijkwaardige kandidaten waren, ging de voorkeur heel dikwijls naar een gediplomeerde van Leuven”, ver-telt Carine Chisu, directeur van de Dienst Studieadvies. “Daarom star-ten we volgend jaar met acties die studenten begeleiden bij hun carriè-revoorbereiding. Ze beginnen daar best al mee in het tweede jaar.”

Studenten kunnen dan een reeks workshops (maximum 10 uur) vol-gen rond thema’s zoals onderhande-lingstechnieken, conflicthantering, klantgerichte communicatie, net-werken, presentatievaardigheden, …Die werksessies worden stuk voor stuk geleid door ervaren coaches uit

de bedrijfswereld.Er komen acht informatieavonden

over de arbeidsmarkt en seminaries rond ‘eerste hulp bij solliciteren’: cv en motivatiebrief, lichaamstaal, wat zeg je wel/niet in een interview? Als afsluiter simuleren de studenten een sollicitatiegesprek bij professionele interviewers: 20 minuten interview en 10 minuten nabespreking.

De volgende stap is de arbeids-markt. Studieadvies organiseert een reeks bedrijfsbezoeken voor studen-ten als voorbereiding op de jaarlijkse ‘Jobday’ op 15 maart 2006. Het aan-tal seminaries rond tewerkstelling in het buitenland wordt uitgebreid. Vroeger gebeurde dat alleen voor werken en studeren in de Verenigde Staten. Nu komen er ook speciale se-minaries rond Japan en de nieuwe groeipolen China en India. (jp)

Studieadvies organiseert voorbereidingloopbaan vanaf tweede jaar

Nieuw carrièreproject biedt studenten meer-

waarde op arbeidsmarkt

De Dienst Studieadvies vindt al 50 jaar oplossingen voor steeds nieuwe uitdagingen. De nieuwe structuur met bachelors en masters betekent dat studenten tijdens hun academische loopbaan voortdurend moeten kiezen. Er komt ook een grotere instroom van binnen- en buitenlandse studenten die elders een bachelor behaalden en naar K.U.Leuven overschakelen voor een masteropleiding. “Dat lukt alleen als je kunt rekenen op de expertise van een groep bekwame medewerkers. Dankzij hun deskundigheid en inzet heeft de Dienst Studieadvies de voorbije 50 jaar zijn stempel kunnen drukken op de adviesverlening voor, tijdens en na het hoger onderwijs”, zegt Johan Hoornaert, die de dienst gedurende bijna de helft van de 50 jaar stuurde.

Jaak Poot

(© R

ob S

teve

ns)

Page 14: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

14 studenten 1.6.2005 campuskrant

Stageprijs geneeskunde voor Miriam Bouckaert

“Patiënten hebben recht op uitlegen een troostend woord”

“Vriendelijkheid vind ik ontzettend belangrijk in een ziekenhuisomgeving. Je ziet in de ogen van de patiënten dat ze veel ver-wachten van de korte doktersbezoekjes die ze dagelijks krijgen.” Miriam Bouckaert, laatstejaars geneeskunde, hecht duidelijk veel belang aan de sociale kant van het artsenberoep. Het levert haar de Prijs Prof. dr. J. De Groote op, die studenten bekroont die zich tijdens hun stage onderscheiden hebben door hun menselijke kwaliteiten, klinische inzet en collegiale houding.

Ines Minten

“Ik ben met geneeskunde begon-nen om mensen te kunnen helpen. Als je ziek bent, ben je sowieso erg bang voor wat er

komen zal. Op zulke momenten ver-trouwen kunnen bieden en proberen om mensen weer beter te maken, zijn dingen die me in het beroep van arts enorm aanspreken”, vertelt Miriam Bouckaert.

“Ik schrok wel even toen ik hoorde dat ik de prijs zou krijgen. Ik heb im-mers geen heldendaden verricht of zo. Er is me verteld dat er verschillende kandidaten waren, maar dat ik uitein-delijk als laureaat uit de bus ben geko-men. Meer niet. Waarschijnlijk zal ik er

tijdens de uitreiking op 1 juni het fijne van horen.”

De kleine dingenMiriam heeft nu een goede maand de tijd gehad om voor zichzelf na te gaan waaraan ze de prijs heeft verdiend en is tot de conclusie gekomen dat het hem in de kleine dingen moet zitten. “Ik probeer altijd vriendelijk te zijn tegen iedereen”, zegt ze. “Niet alleen tegen de patiënten, maar ook tegen de artsen, de verpleegkundigen, de kinesitherapeu-ten, het schoonmaakpersoneel — ieder-een die je in een ziekenhuis tegenkomt. Misschien is dat opgevallen.”

“Ik vind vriendelijkheid ontzettend

belangrijk in een ziekenhuisomge-ving. Je ziet in de ogen van de patiën-ten dat ze veel verwachten van de kor-te doktersbezoekjes die ze dagelijks krijgen. Ze voelen zich angstig, willen uitleg, willen gerustgesteld worden. Soms kun je niet anders dan slecht nieuws brengen, maar je kunt zulke gesprekken op uiteenlopende manie-ren aanpakken. Dat vond ik één van de interessantste aspecten aan mijn sta-ge. Je maakte mee hoe verschillende artsen slecht nieuws bij hun patiënten aanbrachten. Soms voelde ik me als stagiaire wat ongemakkelijk omdat ik er op zulke persoonlijke momenten bij stond. Maar uiteindelijk heb ik er veel

van geleerd. Na een tijdje merk je wel-ke dokters het best met zulke moeilij-ke situaties omgaan en dan kun je ook uitmaken hoe je het zelf het liefst zou willen doen.”

“Ik probeer altijd om echt tijd te ma-ken voor de mensen. Als iemand nood heeft aan meer uitleg of een troostend woord, dan moet je hem dat geven, zelfs al zitten er nog tien anderen te wachten. De patiënten zijn je daar ont-zettend dankbaar voor en ik vind dat ze er recht op hebben, hoe druk het in een ziekenhuis soms ook kan zijn. Het is immers nooit plezierig om ziek te worden.”

pagina 15

(11)

Moderne bedrijven hebben een grote nood aan goed opgeleide ingenieurs die bovendien een grondige

kennis hebben van managementvaar-digheden en –inzicht. Daarom startte de K.U.Leuven een aantal jaren geleden met een postgraduaatopleiding in Indu-strial Management. Die onderscheidt zich van een MBA (Master in Business Administration) omdat de focus niet ligt op de economische wetmatigheden, maar wel op de industriële ‘motor’ van productie- of dienstenbedrijven.

Sinds 2000 kun je die master ook vol-gen met Kortrijk als standplaats, dank-zij een samenwerking van KULAK met de Provinciale Industriële Hogeschool, een departement van de Hogeschool West-Vlaanderen. In 2001 kwam daar het Noord-Franse Lille (Institut Catho-lique d’Arts et Métiers) bij, en in 2004 de Gentse Katholieke Hogeschool Sint-Lieven.

Eén nachtje slapenDe theoretische basiscursussen wor-den in het eerste semester gedoceerd op de Leuvense campus. De algemene cursussen worden geconcentreerd in het eerste semester en op woensdag en donderdag zodat wie niet in Leu-ven verblijft, slechts één keer per week moet overnachten. Op vrijdag volgen de studenten in Gent, Kortrijk en Lille de colleges via videoconferentie. Naast de algemene vakken, kies je een speciali-teit uit het aanbod: milieu, veiligheid en energie, ICT, productmanagement, vervoer en logistiek.

De overige studiepunten zijn voorbe-

houden voor de thesis. Daarvoor werk je samen met een collega-student in een groot bedrijf (zoals AGFA, Electra-bel, Siemens-Atea, …) aan oplossingen voor een probleem rond management en technologische integratie. De onder-zochte situatie moet zowel aan techno-logische als aan economische, sociale en marktproblemen raken zodat mul-tidisciplinariteit gegarandeerd is. Er wordt voor gezorgd dat beide studenten een andere basisopleiding hebben om-dat dit de ervaring rijker maakt en het multidisciplinaire aspect extra onder-steunt.

InternationaalHet aantal studenten dat wordt toegela-ten is beperkt. Vorig jaar waren er meer dan 350 kandidaten, maar er konden er

slechts 147 beginnen. Je bevindt je in een overwegend internationaal gezel-schap. In 2004 waren er 65 Belgen naast 23 studenten uit andere landen van de Europese Unie en 59 uit niet-EU-landen. Dat is trouwens de reden waarom En-gels de voertaal is, zowel voor de colle-ges als voor de thesis die je in principe trouwens samen met een buitenlandse student uitwerkt.

De Katholieke Hogeschool Sint-Lie-ven in Gent sloot zich dit academiejaar bij de andere drie steden aan. Een uit-stekende kans voor Leuvense studenten om ook eens een jaar Gent mee te pik-ken. Bovendien opent de Gentse regio perspectieven op specifieke bedrijven, zoals de sterk uitgebouwde biotechnolo-gische sector, en verder een staalbedrijf als ALZ-Sidmar en haven- en transport-

bedrijven. Vooral in die laatste groep kun je ook terugvallen op de expertise die KaHo Sint-Lieven ontwikkelde rond de agententechnologie.

Agent zoekt agentAgenten zijn intelligente softwarecom-ponenten die je in programma’s kunt in-tegreren in functie van geautomatiseer-de probleemoplossing. KaHo Sint-Lieven werkt aan bruikbare toepassingen, on-der meer voor de transportsector. Een partij goederen wordt in de haven ver-wacht en moet het binnenland in? Dan zoeken de softwareagenten op eigen houtje uit welke vervoersweg het best geschikt is: de weg, het spoor of de bin-nenvaart. De agent van het havenbedrijf gaat dan op het netwerk op zoek naar de agent van een vervoerder die voor het transport kan instaan, bijvoorbeeld een binnenschipper die op de losdatum de Gentse haven aandoet en beschikbaar is voor verder transport. Is er een vertra-ging? Dan zoekt de softwareagent een alternatief. Het grote voordeel van deze methode is dat elke partner in de keten voortdurend zijn informatie beschik-baar heeft op het netwerk, maar niet meteen persoonlijk moet aanwezig zijn om te reageren.

De Master in Industrial Management loopt gedurende één academiejaar (van 15 september tot 1 juli), maar wie dat wenst kan de opleiding spreiden over twee aca-demiejaren. Gedetailleerde informatie en een aanvraagformulier kun je downloaden van de website van het Centre for Industrial Management van K.U.Leuven:http://cib.kuleuven.be.

ASSOCI ATIE K .U.LEU V EN

De master-na-master opleiding in Industrial Management is een uitstekend voorbeeld van de samenwerking tussen universiteit en hogeschool binnen de Associatie K.U.Leuven. Je kunt eraan beginnen met een diploma van industrieel of burgerlijk ingenieur op zak. En dan kies je waar je de master wilt afleggen: in Leuven, in Kortrijk-Lille (Rijsel) of in Gent. door Jaak Poot

Industrial management:een master-na-master op vier locaties

(© Rob Stevens)

Page 15: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

campuskrant 1.6.2005 studenten 15

BevallingsnoodMiriam Bouckaert vindt de Prijs J. De Groote een goed initiatief. De sociale kant van stages in een ziekenhuis wordt immers al te gemakkelijk over het hoofd gezien. “Als je stagiaires onder elkaar hoort praten, hebben ze het vaak over de technieken die ze hebben geoefend. Ze hadden graag wat meer bloed afgeno-men of wat meer tijd doorgebracht in het operatiekwartier. Daarbij verliezen ze uit het oog dat je tijdens je stage ook aan je sociale vaardigheden kunt werken. Het is de periode bij uitstek waarin je kunt le-ren omgaan met patiënten en collega’s.”

“Het is mooi dat er een prijs is die zulke dingen in de verf zet. Zo merk je dat het uiteindelijk toch niet alleen de graden zijn die tellen, maar dat ook je menselijke kant geapprecieerd wordt. Dat gebeurt anders te weinig, omdat het niet iets is wat in absolute cijfers ge-evalueerd kan worden.”

Vier maanden van haar stage heeft Miriam Bouckaert in Paraguay doorge-bracht. “De ziekenhuizen zijn er niet te vergelijken met de onze. Ik heb er mijn stages pediatrie en gynaecologie ge-volgd. Als er daar een zwangere vrouw of een ziek kind binnengebracht werd, moesten de mensen eerst zelf nog alle benodigdheden voor de ingreep gaan kopen. Kun je het niet betalen, dan mag je weer vertrekken. Het zieken-

huis heeft niet genoeg middelen om die dingen zelf aan te bieden. Het is schrijnend om stervende kinderen te zien, waarvan de ouders uit geldgebrek te laat zijn gekomen, zodat de dokters niets meer voor hen kunnen doen. Of zwangere vrouwen die met dikke buik en weeën naar de apotheek worden ge-stuurd met een lijstje benodigdheden voor de bevalling. Het geeft je een heel andere blik op geneeskunde en maakt dat je de technische snufjes die wij hier voorhanden hebben niet meer zo van-zelfsprekend vindt.”

Miriam wil zich specialiseren in neu-rologie. “Dat vinden veel mensen een vreemde keuze. Waarom kies je een tak

van de geneeskunde waarin je vaak pa-tiënten voor je krijgt die nauwelijks of niet te genezen zijn? Maar misschien hebben mensen die geconfronteerd worden met moeilijk begrijpbare en onomkeerbare dingen zoals MS of Alz-heimer net nog meer nood aan een dokter die de tijd neemt om naar ze te luisteren en op een bevattelijke, vrien-delijke manier uitlegt wat er nog kan gebeuren. Bovendien is het een richting met toekomst: er gebeurt nog erg veel onderzoek in de neurologie.”

Miriam Bouckaert krijgt de prijs overhan-digd op 1 juni, tijdens een studiedag van de Faculteit Geneeskunde rond de kwaliteit van de stagebegeleiding. Meer info ophttp://med.kuleuven.be/education/gids/3jarts/

“Als er in Paraguay een zwangere vrouw of een ziek kind binnengebracht wordt in het ziekenhuis,

moeten de mensen eerst zelf nog alle benodigdheden voor de ingreep gaan kopen. Kan je het niet betalen,

dan mag je weer vertrekken.”

(© R

ob S

teve

ns)

pagina 14

MASTERS PROGRAMMES‘a unique combination of skills acquisition, thinking & doing’

Vlerick Leuven Gent Management School offers three full-time, English taught

Masters programmes for aspiring business professionals, who know where they

want to go, and need the right management foundation to help get them started.

Each programme runs for one academic year at our Gent Campus.

• Masters in General Management

• Masters in Marketing Management

• Masters in Financial Management

Ω Practice-based programmes: Case studies, guest lecturers, company visits, it’s

all part of the (business) game! You will be able to put theoretical concepts into

practice in real-life business situations.

Ω Intensive training in management skills: A successful manager not only needs

an in-depth theoretical grounding but also has to acquire a wide range of prac-

tical skills. That’s why emphasis is put on teamwork and the development of

efficient presentation, negotiation and meeting skills.

Ω Interaction of small groups, multidisciplinarity and an international perspective:

Every day you work together with students from different backgrounds, universities

and nationalities. Group discussions, cases and group presentations are of

crucial importance.

Ω Permanent assessment: Tired of exams and theses? Don’t worry! At Vlerick Leuven

Gent Management School it is your performance in practice presentations,

class preparations and in-company projects that constitutes the basis for per-

manent assessment.

Applicants hold a university degree and must pass the admission test.

Ω ADMISSION TEST DATES: 13 July and 1 September 2005

Gent Campus

Leuven Campus

English spokenDutch spoken

English spoken English spoken

Part-time Full-time

the Autonomous Management School of Ghent University and Katholieke Universiteit Leuven

Top ranked by the EconomistBusiness Intelligence Unit and

the Financial Times

Interested? For more information, go to www.vlerick.be/master or www.vlerick.be/mba

and download the brochures or request a hard copy via Sofie Beyaert,

tel. +32 (0)9 210 98 00, [email protected]

INTERNATIONAL MBA PROGRAMME‘a tradition of academic excellence’

The International MBA programme at Vlerick Leuven Gent Management School is

a general management programme that challenges young executives to attain the

very highest levels in their careers. It has been running since 1968 and has literally

thousands of alumni working in all levels of senior management and academia in

over 70 countries, providing a readymade global network for new graduates. The

academic tradition of our partner universities K.U.Leuven and Ghent University is

rounded with the practical input of the innovative Flemish business community to

deliver the only internationally quality-approved MBA available in Belgium.

The programme is now available in four different formats:

Applicants hold a university degree, have at least three years’ work experience

and must pass the admission test.

Ω ADMISSION TEST DATES: 13 July and 1 September 2005

– advertentie –

Page 16: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

Levenna

Leuven

16 interview 1.6.2005 campuskrant

Inge Heremans (Ilah),

filosofe en striptekenaar

“ Ik vindmensenstukkeninteressanterdan de dingendie ze maken”

“Ik moést eerst naar de universiteit,” vertelt Inge Heremans, “tegen mijn zin eigenlijk. Ik heb mijn hele leven al getekend, en na mijn humaniora wilde ik meteen naar Sint-Lukas in Brus-sel. Maar daar kon voor mijn ouders geen sprake van zijn. Dan ben ik maar Germaanse begonnen in Leuven, totaal onvoorbereid. Ik was ook nog eens een jaar jonger dan mijn studiegenoten — ik ben in januari geboren en zat een jaar voor op school. Ik was er simpel-weg niet klaar voor: ik wist helemaal niet wat Germaanse filologie inhield — lezen, dacht ik, en veel verder kwam ik niet. Na enkele maanden hield ik het voor bekeken. Ik ben toen een tijdje gaan tappen op de Oude Markt.”

“Mijn ouders waren daar uiteraard niet mee opgezet. Ik heb het hen zelfs niet onmiddellijk durven vertellen. Maar na veel ruzie ben ik het jaar na-dien toch aan Sint-Lukas mogen begin-nen. Ik bleef wel nog in Leuven op kot. In de groezelige buurt van Brussel-Noord gaan zitten was niet echt een optie.”

Uitlachen“Aan Sint-Lukas studeerde ik toegepaste grafiek. Dat is wat het woord zegt: alles wat met grafische toepassingen te ma-ken heeft: je leert lay-outen, je werkt met illustraties, zoekt ideeën voor een vormgeving, enzoverder. Vaak maakten we ook tekeningen of cartoons. Het was helemaal wat ik wilde, en bijna alle lera-ren waren ronduit geweldig — één van

hen is trouwens mijn huidige uitgever.”“Nadien belandde ik toch weer aan de

universiteit. Ik deed al graag filosofie toen ik in de humaniora klassieke ta-len volgde, en ik had ook ontdekt dat er zoiets als ‘filosoferen met kinderen’ be-stond. De jaren aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte waren een mooie tijd: een fijne, kleine groep studenten, de lessen in een prachtig gebouw…”

“Toen ik in eerste licentie zat, beviel ik van mijn zoontje, én begonnen mijn strips te verschijnen, in het begin één keer per week in De Morgen. Daar kan je niet echt van leven, maar ik moest me

over centen nog geen zorgen maken: mijn vriend werkte, ik studeerde nog, en tekenen deed ik voorlopig gewoon als ik er zin in had.”

“Mijn thesis ging — niet toevallig — over Le Rire, een boekje van de filosoof Henri Bergson. Volgens Bergson is elk soort lachen een beetje uitlachen. Zelfs de meest vrijblijvende lach heeft wel zijn nut. Waarom lachen wij bijvoor-beeld als iemand struikelt? De persoon die struikelt, zal altijd de reflex hebben om rond zich te kijken naar de lachers

“Toen ik in het begin mijn strips trachtte te slijten, werd ik nogal gemakkelijk

doorverwezen naar de vrouwenbladen. Ondertussen loopt

Cordelia bijna tien jaar in De Morgen, en nu krijg ik te horen: ‘De

enige reden dat jij in die krant staat, is omdat jij

een vrouw bent.’”

— zelfs op plekken waar niemand in de buurt is. Daardoor wordt hij veel alerter — en de lachers zelf ook.”

“Ik kan niet zeggen dat ik mijn uni-versitair diploma nadien nog écht nodig heb gehad, maar van mijn studie heb ik nooit een seconde spijt gehad. Het moet toch niet altijd nuttig zijn?”

Kleine kantjes“Mijn strips gaan over relaties tus-sen mensen, over communicatie, heel vaak ook over de relatie tussen man en vrouw. Dat vind ik maar normaal: daar zijn mensen tout court het meest mee bezig. De relaties tussen vrienden zijn toch vaak erg vrijblijvend, en de band met je kinderen kan wel heel intens zijn, maar wat er ook gebeurt, je blijft elkaar wel graag zien. Alleen bij de lief-de tussen man en vrouw ben je zelf, en je relatie, echt kwetsbaar.”

“Ik hou van relativeren. Dat is mijn soort van humor. Het is bijvoorbeeld niet mijn bedoeling om in mijn strips vooral mannen in hun hemd te zetten of bela-chelijk te maken, wat sommigen blijk-baar denken. Mannen hebben het wél veel moeilijker om over emoties te pra-ten, eenvoudigweg omdat ze dat nooit mochten, en daar lach ik dan graag mee. Maar ik lach evengoed met de kleine kantjes van vrouwen, van mezelf.”

“Ik ben wel een feministe, ja. In wel-ke betekenis? Ik ben geen mannenhaat-ster, maar ik vind het bijvoorbeeld bela-chelijk dat vrouwen nog altijd minder verdienen dan mannen, dat ze op hun werk veel sneller op hun fouten afgere-kend worden, dat ze altijd gepakt wor-den op het feit dat ze een vrouw zijn. Toen ik in het begin mijn strips trachtte te slijten, werd ik nogal gemakkelijk doorverwezen naar de vrouwenbladen. Ondertussen loopt Cordelia bijna tien jaar in De Morgen, en nu krijg ik te ho-ren: ‘De enige reden dat jij in die krant staat, is omdat jij een vrouw bent.’ (zucht)”

Inge Liesbeth Alfonsina Heremans (34) doet het graag anders: velen zorgen dat ze hun universitair diploma op zak hebben, voor ze hun droom najagen. Inge ging eerst leren tekenen op Sint-Lukas, en nadien kwam ze in Leuven bij Wijsbegeerte terecht. Voor ze dat diploma op zak had, had ze al twee kinde-ren: het ene haar zoontje, het andere Cordelia, een vaste kran-tenstrip in De Morgen die inmiddels bijna tien jaar loopt. “Met planning heeft het allemaal weinig te maken: ik doe gewoon waar ik zin in heb.”

InterviewWouter Verbeylen

pagina 17

(© Rob Stevens)

Page 17: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

Zonder pointe“Cordelia verschijnt nu tweemaal per week in De Morgen, en daarnaast heb ik onder meer nog vaste strips in Flair, Goed Gevoel en Menzo. Daar heb ik mijn han-den vol mee: ik heb moeten leren syste-matischer te werken, maar ik probeer er toch voor te zorgen dat het geen band-werk wordt. Ik werk nog altijd heel intu-itief: ik heb altijd mijn schetsboekje bij me voor invallen. Soms zijn het er vijf na elkaar, soms een hele week niets — maar er komt altijd wel iets uit de bus.”

“Mijn inspiratie komt van overal, ik pik zoveel. Uit mijn eigen leven, uit conversaties van anderen, soms maar een flard van een gesprek waar ik dan de rest bij verzin. Mijn strips zijn geen

klassieke cartoons, ze hebben niet al-tijd een pointe. Vaak weet ik zelf niet op voorhand hoe ze gaan eindigen. Dat is volgens mij een goede strip: als je verrast wordt door het einde — door de pointe, maar evengoed door de afwezig-heid van een pointe.”

“Ik bestudeer geen andere cartoonis-ten, ik koop ook geen strips. Een cartoon is iets wat je toevallig moet tegenkomen in een krant. Dan lees ik veel liever een roman. Ik kén wel heel wat tekenaars, en ik heb voldoende van hun werk ge-zien om te weten wat het voorstelt, maar verder hoeft het voor mij niet te gaan. Ik vind mensen zelf nog altijd stukken inte-ressanter dan de dingen die ze maken.”

Stukje leven“Ik heb er totaal geen moeite mee dat

mijn strips autobiografisch zijn. Ik be-schouw ze net zo goed als fictie. Als tekenaar speel je immers een rol, zoals een acteur een rol speelt. Uiteindelijk toon je maar zoveel als je wil tonen, niemand die moet weten wat echt is en wat niet. Ik heb ook nog nooit pro-blemen gehad met mensen die zichzelf herkennen in één van mijn strips. On-dertussen heb ik trouwens geleerd hoe slécht mensen naar elkaar en naar zich-zelf kijken: meestal herkennen ze zich in personages die helemaal niet op hen gebaseerd zijn, of omgekeerd.”

“Ik weet natuurlijk niet hoe lang ze Cordelia gaan blijven publiceren, maar het is wel de bedoeling dat ze mee ou-der wordt met mij. Relatiebeslomme-ringen zijn niet exclusief voorbehou-den voor pubers of jongvolwassenen.

Of dacht je dat mensen op hun zestigste geen nieuwe liefdes meer tegenkomen? Voor zover ik er zicht op heb, is mijn le-zerspubliek ook van alle leeftijden, van zestien tot in de tachtig.”

“Cordelia is trouwens al een heel stuk met me meegeëvolueerd. Ze heeft nu ook twee kinderen — in de strips die ik voor Goed Gevoel maak, komen ze wel-eens voor. Die kinderen waren er plots: ik heb wel een paar stripjes gemaakt waar Cordelia zwanger is, maar veel gedetailleerder hoeft haar omgeving niet gedefinieerd te worden, vind ik. Cordelia is iemand die je af en toe ziet, een klein stukje leven waar je een blik op werpt, zoals je soms een vage kennis op straat ziet lopen: plots heeft ze er een kind bij, plots heeft ze een nieuwe vriend. En dan verdwijnt ze weer.”

BACHELOR IN ONDERWIJS• Kleuteronderwijs • Lager onderwijs • Secundair onderwijs

OF OOK NOG...

• éénjarige opleiding Lager onderwijs

• voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs

INFODAGzaterdag 25 juni 2005

van 14u00 tot 16u30

www.khleuven.be

Als je bruist van enthousiasme

CAMPUS HEVERLEE Naamsesteenweg 355 • B-3001 Heverlee • tel. 016 39 92 00 • e-mail: [email protected]

CAMPUS DIEST Weerstandsplein 2 • B-3290 Diest • tel. 013 35 06 90 • e-mail: [email protected]

Ad_DLO_CampusK_01-06 04-05-2005 16:26 Page 1

– advertentie –

campuskrant 1.6.2005 quiz 17

pagina 16

campuskrantquiz

In elke Campuskrant met alumnibijlage vindt u dit jaar drie vragen. Het antwoord op twee van die vragen vindt u in de krant zelf, het derde antwoord moet u elders zoeken. Wie

alle vragen correct beantwoordt, maakt deze keer kans op een etentje voor twee in Faculty Club. Wie zes keer deelneemt, en daarbij een foutloos parcours aflegt, maakt bovendien kans op de hoofdprijs: een vakantie (vlucht en logies) voor twee personen (meer details in volgende nummers). Antwoorden aan: [email protected], of dit strookje opsturen naar het redactieadres (zie colofon).

1. Welk Duits weekblad publiceerde een artikel over de gevaren van trampolinespringen?

2. Van wiens hand zijn de tekeningen op de wenskaarten die in de K.U.Leuven Boetiek verkocht worden?

3. Hoeveel meisjes wonen er in de Naamsestraat 143?

De juiste antwoorden op de vragen van vorige keer waren:1. Gert Bettens heeft een nieuw project dat Moon Brigade heet.2. De taalkundige term voor het verdwijnen van naamvalsuit-gangen is deflexie.3. De K.U.Leuven viert haar Patroonsfeest in 2006 op een don-derdag.

Uit de juiste inzendingen trok een onschuldige hand de deel-nemingsformulieren van Lieselot Vantornhout, Els Van der Velpen, Paul Nys en Chris Mertens. Zij winnen elk vier filmtic-kets. Gefeliciteerd!

win een etentje voor twee in Faculty Club

“Dat is volgens mij een goede strip: als je verrast wordt door het einde — door de pointe, maar

evengoed door de afwezigheid van een pointe.”

Page 18: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

18 valvas 1.6.2005 campuskrant

Ingenieurswetenschappen17 mei, Wim De Clercq, Gevorderde voorbewerkings-technieken en niet-lineaire signaalanalyse toegepast op scalp EEG signalen voor de voorspelling van epileptische aanvallen.17 mei, Frederik D’hulster, Optimalisatieplatform voor de koppelregeling van 8/6 SR-motoren.17 mei, Johan Reynaert,Opto-elektronische compo-nenten gebaseerd op organi-sche halfgeleiders.23 mei, Tijl De Bie,Semi-Supervised Learning Based on Kernel Methods and Graph Cut Algorithms.24 mei, Ivan Goethals,Subspace Identification for Linear, Hammerstein and Hammerstein-Wiener Systems.24 mei, Barat Quesada,CRISP: A Scalable VLIW Proces-sor for Low Power Multimedia Systems.26 mei, Stefaan De Wolf,Rear Passivation for Thin Base Low-Cost Silicon Solar Cells.30 mei, Tim Van Cleynenbreu-

gel, Porous Scaffolds for the Replacement of Large Bone Defects: A Biomechanical Design Study.30 mei, Maarten Van den Nest, Local Equivalence of Stabilizer States and Codes.31 mei, Thomas Koninckx, Adaptive Structured Light.31 mei, Kristiaan Pelckmans, Primal-Dual Kernel Machines.31 mei, Patrick Van gucht,Orthogonal Rational Func-tions: Identification, Realiza-tion and Computation.1 juni, Luc Hoegaerts,Eigenspace Methods and Sub-set Selection in Kernel Based Learning.

Wetenschappen12 mei, Tine De Cat,Translaties in enkelvoudig transitieve affiene acties van nilpotente Liegroepen.13 mei, Matsen Broothaers,Een nieuwe kijk op de Paleo-zoïsche bekkenevolutie en tektoniek in de oostelijke Jebilet (Marokko).13 mei, Karlien Vanden Bran-den, Robust Methods for High-Dimensional Data, and a Theoretical Study of Depth-

Related Estimators.19 mei, Mark Schaerlaekens, Photorefractive Properties of Polymers, Polymers Composi-tes and Hybrid Organic-Inor-ganic Materials.20 mei, Wouter Maes,Synthese en toepassing van dendrimeren opgebouwd uit porfyrinen en andere hetero-cyclische bouwstenen.23 mei, Bram Acke,Dust and Gas Diagnostics of the Structure, Dynamics and Evolution of Protoplanetary Disks Around Herbig Ae/Be Stars.23 mei, Joke Snoeck,HIV-1 Genetic Diversity and Anti-HIV Drug Resistance.24 mei, Tijl Verhoelst,Geëvolueerde sterren: een gecombineerde studie met interferometrie en spectros-copie.26 mei, Douwe Homminga,Nanocomposieten op basis van kristalliseerbare thermo-plasten en gelaagde minera-len: invloed van afschuifstro-ming op de morfologie tijdens smeltmengen en kristallisa-tiegedrag in een besloten ruimte.

26 mei, Frederic Lens,Systematic Significance of Wood Anatomical Characters in Ericales.27 mei, Monika Basiura,Non-Classical Polyethylene Structures Explored by Small-Angle X-Ray Scattering.27 mei, Bert Van Roie,Studie van faseovergangen in complexe vloeistoffen en vloeibare kristallen met Adiabatische Scanning Calori-metrie.30 mei, Ilse Claeys,Onderzoek naar de rol van parsine neurohormonen in de reproductiefysiologie en fasetransitie van de woes-tijnsprinkhaan, Schistocerca gregaria.30 mei, Steven Langerock, Elektrochemische nucleatie en groei op thiolaat gemodifi-ceerd goud.31 mei, Gregory Maes,Evolutionary Consequences of a Catadromous Life-Strat-egy on the Genetic Structure of European eel (Anguilla anguilla L.).

Doctoraten

DE KAMER Adres: Naamsestraat 143 Ligging: Benedenverdieping, straatkant Grootte: 13 m2

Huurprijs: Ongeveer 260 euro per maand Aantal studenten: Twintig (elf meisjes, negen jongens) Inboedel: Bed, bureau, pc, kleerkast, twee boekenrekken, zetel, sofa, schilderijtje, wereld-kaart, surfboard

DE BEWONER Naam: Matthias Vanschoonbeek Leeftijd: 20 Studierichting: Tweede kandida-tuur Lichamelijke Opvoeding Woonplaats: Tienen Lief: Joke, sinds half maart Geslaagd?/!: Ik heb in de eerste plaats voor L.O. gekozen omdat ik een vrij sportieve jongen ben. Ik ben graag in beweging. Bovendien wil ik later geen bureaujob. De sfeer op het Sportkot is trouwens fantastisch: sporten kan je niet alleen, dus je leert iedereen vanzelf goed kennen. Na mijn studie wil ik eerst enkele jaren als snowboardmonitor werken, in Zwit-serland of zo. Daarom kies ik volgend jaar voor Snowboard als keuzevak in mijn licenties. Over twee jaar zou ik dan een volleerd instructeur moeten zijn. Als mijn jeugd écht voorbij is, zie ik het wel zitten om leerkracht L.O. te worden: in het onderwijs word je niet slecht betaald, je krijgt veel vakantie, en als sportleraar heb je op de koop

toe geen verbeterwerk. Hobby’s: Tennis, skateboarden en dj’en. Ik heb twee draaitafels, en daarmee trek ik soms naar feestjes. Daarnaast scratch ik ook al twee jaar in een nu metal-band, Manifold (http://www.limpidstudios.com/manifold). Onze muziek werd al gebruikt in een reclamespot voor Playstation, en was te horen op Jim TV en TMF Nederland. Ho-pelijk volgt er snel een platencontract. Hoezo dit kot?: De afgelopen twee jaar woonde ik op Groenveld, in He-verlee, maar die residentie lag nogal afgelegen. Bovendien miste ik er wat persoonlijkheid. Alle gangen — er zijn er daar vijftig, met telkens acht kamers — zagen er identiek uit. Ik ging dus op zoek naar iets gezelligers, en toen kwam ik hier terecht. De ligging is perfect — tussen het stadscentrum en het Sportkot — en er zijn ook veel ‘studentenwinkeltjes’ in de buurt: een avondwinkel, een kebabzaak en een Chinees. Kotleven: We hebben dit jaar al twee kotfeestjes georganiseerd. Bij

het tweede feestje mocht iedereen een drietal vrienden uitnodigen, en we hebben toen de keuken omge-bouwd tot fuifzaal, compleet met draaitafels en blacklights. Pas om zes uur ’s morgens zijn we ermee opgehouden. Uitgaansleven: Ik hou niet zo van TD’s, omdat er vaak dezelfde muziek gespeeld wordt. Ik heb het meer voor feestjes waar maar één mu-ziekstijl aan bod komt, en daarom vind je me eerder in danscafés als de Rumba of het Music Café, al ge-beurt het ook weleens dat we met het Sportkot onze fakbar op stelten zetten. Surfboard: Het thema van het kotfeestje waar ik het net over had, was ‘Surf & Beach’, en een vriend van me had dit board meegebracht om het aan de muur te schroeven. Ik heb dat gelukkig kunnen voor-komen, en heb het board ‘gered’. Misschien gebruik ik het deze zomer wel op surfvakantie. (tv)

Om de drie weken belt onze man

in de straat aan bij een wille-

keurig Leuvens studentenkot, en

onderwerpt een kamer én haar

bewoner aan een grondig onder-

zoek. Deze keer hielden we halt

in de Naamsestraat, maar wees

op je hoede, want onze reporter

verlegt voortdurend zijn terrein.

Volgende keer belt hij misschien

wel bij jou aan!

KAMER

BREED

(© Rob Stevens)

KORTCULTUUR

Nacht van de beiaardDe Leuvense festivalzo-mer begint met de eerste Nacht van de beiaard, waarin gerenommeerde beiaardiers achtereen-volgens verschillende genres laten horen aan de zomerse avondsterren. Op het programma staat muziek voor kinderoren, Mozart, Carmina Burana, opera en operette, zuiderse klanken en jazz. Luisteraars krijgen ook de kans om de 63 klokken van de universiteitsbei-aard van dichtbij te bekij-ken in de toren. En opdat het concert zich niet over de hoofden heen afspeelt, worden er videoschermen geïnstalleerd waardoor u de beiaardiers op de vingers kan kijken. Zaterdag 2 juli, 17u-23u30, Mgr. Ladeuzeplein, 3000 Leuven.

pagina 19

Page 19: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

[taal]TiPSara Brouckaert

De s van de nieuwe rector

De voorbije rectorsverkiezingen vormen momenteel een wel erg populair gespreksonderwerp en in al dat gediscussieer, gedebat-teer en geredeneer moet de gemiddelde taaltip-columniste ook haar zegje doen. En mijn zegje gaat over de tussen-s: hebben we rectorsverkiezingen achter de rug of rectorverkiezingen? Mijn voorkeur gaat om de ene of andere reden uit naar het eerste, maar vraag me niet waarom. Het is dus geen slecht idee om die tussen-s eens op de ontleedtafel te leggen en van naderbij te beschouwen.

Volgens het Groene boekje schrijven we in samenstellingen een tussen-s als het eerste woord niet op een sisklank eindigt en het tweede woord niet met een sisklank begint, maar we tussen de twee woorden wel een /s/ horen. Zo bevat de Campuskrant om de zoveel tijd een bijlage die ‘Personeelskrant’ heet. We plakken bij het spreken een s tussen de twee delen van de samenstelling (‘per-soneel’ en ‘krant’) en dus moet die s er ook staan op papier.

Vaak begint het tweede woord van een samenstelling met een s en in zulke gevallen raadt de Woordenlijst dit aan: ‘schrijf (…) een s als de aanwezigheid van de tussenklank blijkt uit een samentrekking’. We schrijven dus ‘stadsschool’ (met s), want we zeggen ook ‘stads- en plattelandsschool’, maar we schrijven ‘zomerschoen’ (zonder s) zoals in ‘zomer- en winterschoen’.

De makers van het Groene boekje maken er geen geheim van dat de regels voor de tussen-s in samenstellingen slechts in een beperkt aantal gevallen uitsluitsel geven. Er zijn immers bijzonder veel samenstellingen die door de ene taalgebruiker met /s/ worden uitgesproken en door de andere niet. En dat brengt ons terug bij de rector(s)verkiezing. Zoals ik al schreef: ik zeg de tussen-s er spontaan bij, zoals in ‘rectorsambt’ en ‘rectorskamer’. Die twee moeten ook volgens Van Dale met tussen-s. Diezelfde Van Dale schrijft anderzijds dan weer ‘rectorschap’, zonder s, en stemlustige personeelsleden vonden vorige week de weg naar het stemhokje dankzij de wegwijzers met daarop ‘rectorverkiezing’. Geen s te be-speuren, en dat is prima. Er zijn heel wat woorden waarbij we de s wel mogen, maar niet hoeven te gebruiken. Denk aan ‘wet(s)tekst’, ‘voorbehoed(s)middel’, ‘drug(s)beleid’.

In het Groene boekje en in de meeste woordenboeken wordt vaak zowel de vorm met als die zonder tussen-s gegeven. Dat betekent dat beide vormen correct zijn, zoals bij ‘tijdspanne’/’tijdsspanne’. Maar ook als er maar één van de twee vormen staat, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat de andere fout is.

Maar goed. Ze zijn achter de rug, de rector(s)verkiezingen. De macht(s)strijd is gestreden en de kersverse toekomstige rector geniet waarschijnlijk nog na van zijn meerderheid(s)overwinning. En of hij die nu te danken heeft aan een kotstudent of aan een kots-student, daar ligt hij volgens mij niet wakker van.

Letteren25 mei, Bert Cappelle,Particle Patterns in English: A Comprehensive Coverage.27 mei, Karen Haegemans,Imperial Authority and Dis-sent. The Roman Empire in A.D. 235-238.27 mei, Annelies Op de Beeck,A Functional Analysis of Egyptian Burial Equipment from the Late Old Kingdom Until the End of the Middle Kingdom.

Sociale Wetenschappen13 mei, Patrick Vander Weyden, Effecten van kiessystemen op partijsystemen in nieuwe democratieën.18 mei, Steven Van Hecke, Christen-democraten en conservatieven in de Euro-pese Volkspartij. Ideologische verschillen, nationale tegen-stellingen en transnationale conflicten.19 mei, Kurt Van den Vonder, The Front Page in Hollywood. Een geïntegreerde historisch-poëticale analyse.20 mei, Leen Engelen,De verbeelding van de Eerste Wereldoorlog in de Belgische speelfilm (1913-1939).24 mei, Ann Van den Troost, Marriage in Motion. A Study on the Context and Process of Marital Satisfaction.

Geneeskunde17 mei, Mieke Gouwy,Synergie tussen ontstekings-mediatoren als liganden van G proteïne-gekoppelde recep-toren bij de activering en migratie van granulocyten.23 mei, Jan Snoeys,The Role of the Reticulo-Endothelial System in Gene Transfer to Parenchymal Liver Cells.24 mei, Rik Willems,Mechanisms of Remodeling Underlying Atrial Fibrillation.25 mei, Elisabeth Schollen,The Molecular Basis of Con-genital Disorders of Glycosyla-tion Type I.25 mei, Wim Wynendaele, Disseminating Breast Cancer Cells.30 mei, Guy Eelen,Molecular Modes of Action of 1alfa,25-dihydroxyvitamin D3 and Analogs.30 mei, Annabel Rector, Strategies for Detection of Novel, Genetically Divergent Papillomaviruses and Study of the Genetic Diversity and Molecular Evolution of the Papillomaviridae.2 juni, Bert De Klerck,Osteoclasts in an Arthritis Model in Mice : Role of Inter-feron-Y and Thechemokine CXCL12.3 juni, Benedicte Van Maele, Analysis of Integration of HIV-1 and Lentiviral Vectors.

Psychologie enPedagogische Wetenschappen19 mei, Adriaan Spruyt,Affective Priming of Non-Af-fective Responses: Theories, Findings, and Applications.19 mei, Katrien Struyven,De effecten van student-acti-verende leeromgevingen op de percepties van studenten, de leerprestaties en het les-geefgedrag van toekomstige

Benoemd of onderscheiden

Professor Herman Van Coppenolle, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatie-wetenschappen, ontving op 19 mei aan de Lithuanian Academy of Physical Educa-tion in Kaunas (Litouwen) een tweede eredoctoraat. Vorig jaar kreeg hij reeds een eredoctoraat in Warschau. Professor Van Coppenolle is onder meer coördinator van meerdere Europese Netwer-ken betreffende Aangepaste Bewegingsactiviteiten en Sport voor Personen met een Handicap. Hij is ook coör-dinator van de Europese en de Erasmus Mundus Master Degree in Adapted Physical Activity.

world.wide.wetenschapLudo Meyvis

Campuskrant offreert u handenvol populariserende of, als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten

Gender en wetenschapEigenlijk is het een vreemde combinatie, maar het lot van Women, Minorities and Persons with Disabilities in wetenschap en technologie vindt u op deze site uitvoerig gedocumenteerd met bergen statistisch materiaal van de National Science Founda-tion. Onmisbaar voor onze genderbewuste lezertjes.

http://www.nsf.gov/statistics/pubseri.cfm?TopID=14&SubID=45&SeriID=6

Sneeuw en ijsHet National Snow and Ice Data Center wordt bevolkt door koele jongens en meisjes. Ze verzamelen alles wat ook maar enigszins te maken heeft met sneeuw, ijs, de cryosfeer en meer van dat lek-kers. Uiteraard komt ook de klimaatswijziging uitvoerig aan bod.

http://nsidc.org/

Copernicus helptDe Copernicus Group heeft het goed met u voor. U kunt er (mis-schien) terecht voor allerlei hulp bij het organiseren van uw wetenschappelijk werk. Maar als u gewoon maar een flinke portie gratis wetenschappelijke tijdschriften wenst, hoofdzake-lijk in de hoek van de exacte wetenschappen, kunt u op hun site uw gading vinden.

http://www.copernicus.org/COPERNICUS/sponsored_and_publica-tions.html

Meer links en vorige afleveringen vindt u terug op onze website: http://www.kuleuven.ac.be/ck/

In Memoriam

De universitaire gemeenschap neemt afscheid van

De heer André Vanden Broeck,medewerker Centrale Bibliotheek,geboren op 12 augustus 1930en overleden op 6 mei 2005.

De heer Guido Vanparrys,hoofdlaboratoriumassistentaan de Faculteit Geneeskunde,geboren op 28 juli 1946en overleden op 16 mei 2005.

campuskrant 1.6.2005 valvas 19

leerkrachten.26 mei, Maarten Vansteenkiste, Intrinsieke versus extrinsieke doelen promoten en auto-nomie ondersteuning versus controle: Over het bevorderen van prestaties, persistentie, sociaal aangepast functione-ren en welzijn.27 mei, Knut Graw,The Emergence of the Present. A Phenomenological Study of Divination, Time, and the Sub-ject in Senegal and Gambia.30 mei, Steven De Peuter, Symptoomperceptie in astma.3 juni, Erna Claes,A psychological Perspec-tive on Genetic Testing for Hereditary Cancers: Psycho-logical Aspects of Uptake and Impact of Genetic Testing for Hereditary Breast and Ovarian Cancer and Heredi-tary Nonpolyposis Colorectal Cancer.

Bio-ingenieurswetenschappen23 mei, Rein Brys, De invloed van habitatfragmentatie en degradatie op de popula-tievitaliteit van heterostyle, meerjarige planten.26 mei, Hannelore Strosse, Optimisation of in Vitro Mul-tiple Meristem Cultures and Embryogenic Cell Suspensions in Banana (Musa spp.).30 mei, Filip Coppens,Water, Carbon and Nitrogen Dynamics in Soil - Influence of Crop Residue Location and Quality.30 mei, Pieter Roovers,Impact of Outdoor Recreation on Ecosystems, towards an Integrated Approach.

Rechtsgeleerdheid25 mei, Ilse Samoy,De middellijke vertegenwoor-diging.

FarmaceutischeWetenschappen2 juni, Veerle Kempeneers,Functional Investigation of the Sugar-Modified Nucleic Acid Analogues TNA and CeNA.3 juni, Tongfei Wu,Sugar Modified Nucleotides: Bisheaded Nucleotides and Deoxythreosyl Phosphonate Nucleosides as Selective Anti-HIV Agents.

pagina 18 Bewegings- en Revalidatie-wetenschappen17 mei, Maarten Peeters,Genetic and Environmen-tal Determination of So-matic Growth and Muscular Strength During Adolescence: a Multivariate and Longitudi-nal Analysis.30 mei, Siska Van Houtte,Respiratory Muscle Training in Acute Spinal Cord Injury.

Godgeleerdheid25 mei, Bart Hansen,Grondslagenonderzoek van de ethische en theologische vragen omtrent het menselijk stamcelonderzoek.

Hoger Instituut voorWijsbegeerte25 mei, Koen Vermeir,Magical Science or Scien-tific Magic? Rationality and Irrationality and the Magic and Science Debate from a Historical and Philosophical Perspective.

Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen20 mei, Lieven De Moor,The Structure of International Stock Returns: Size, Country and Sector Effects in Capital Asset Pricing.

Page 20: Campuskrant - KU Leuven nieuws...016 32 40 15. Inhoud Vervangstukken voor 3 verloren bot Doctoraat Eiwitten gevonden 4 die epo-test beïnvloeden Leuvense ingenieur 4 schrijft beste

inBEELD

Goed gevonden

Na een liederenfestival waarin de uitleefwaarde van het Nederlands centraal stond, boorde het Instituut voor Levende Talen op 18 mei andere emoties aan om taalverwerving te stimuleren. Anderstaligen maakten tijdens een poëzieavond kennis met de knuffelwaarde van het Nederlands: ‘Gevonden’ werd een voorstelling over geluk, ruzie en verdriet. Muziek, mimiek, humor, fotoprojecties en symbolen zorgden ervoor dat de kijkers niet te ver moesten zoeken als de betekenis hun even ontsnapte.

Protest tegen patentAan het Departement Computerwetenschappen voerden stu-denten en wetenschappers op 25 mei actie tegen de patente-ring van zuivere software. Binnenkort stemt het Europees Par-lement over een richtlijn die dergelijke patenten mogelijk zou maken. Volgens de demonstranten zullen innovatieve KMO’s wegens de hoge kosten verbonden aan de patenten niet meer kunnen opboksen tegen grote bedrijven. De actievoerders lieten zich achter een tralies fotograferen om aan te geven dat ze zich gevangen voelen door de nieuwe richtlijn.

(© R

ob S

teve

ns)

VragevuurJoske Vettenburg (62), International Housing Office

“Weg met het wantrouwen”

Interview Hedwig Bogaerts

— Wat wilde je worden toen je klein was?

‘Ontwikkelingswerker, dat was het beroep dat ik voor ogen had als kind, want ik heb altijd naar het buiten-land willen gaan, later ook nog. Mijn moeder vertelde mij dat ze mij als kind ook altijd kwijt waren, want ik liep altijd weg. Toen ik wat ouder was, dacht ik eraan om jeugdherberghouder te worden. En nu geniet ik van de lange reizen die ik maak, en tegelijkertijd komt de wereld naar mij toe. Interna-tionale studenten en gasten aan de K.U.Leuven komen bij ons terecht om gehuisvest te worden. En na je eigen vel en je kleren is huisvesting het derde vel om je goed in te voelen.’

— Wat is het grootste misverstand dat over jouw studie bestaat?‘Het is een groot misverstand dat criminologen enkel met criminelen of gevan-genen zouden omgaan. Criminologie is zeer ruime opleiding en trekt je eigen leefwereld helemaal open: je hebt te maken met alle aspecten van de mens, binnen alle geledingen van de maatschappij. Je krijgt een filosofische, psycho-logische en medische bagage mee. Je leert beseffen dat niet alleen je eigen waarden de juiste zijn.’

—Met wie zou je wel eens een goed gesprek willen voeren?‘Eigenlijk zou ik wel eens willen praten met de vrouw achter Mahatma Gandhi of Nelson Mandela. Uiteindelijk zijn het deze vrouwen die aan hun mannen de kans gaven om de wereld te verbeteren.’

— Wat is echt belangrijk in het leven?‘Vriendschap kennen en vertrouwen hebben in de mensen waarmee je omgaat. En deze waarden spelen een rol op álle plaatsen, waar je je ook begeeft. De maatschappij is er in feite op gebaseerd. Als je iets in vertrouwen kunt zeggen, wordt het niet tegen je gebruikt.’

— Wat wil je nog leren in dit leven?‘Vroeger dacht ik altijd: “Later wil ik fotografie leren, want dan kan ik details uit een foto halen en dingen uitvergroten.” Nu het digitale fototoestel bestaat, is dat sowieso mogelijk, dus hoef ik het niet meer te leren. Ik zou wel nog graag enkele talen spreken, zoals bijvoorbeeld het Indonesisch, want die taal kent zo goed als geen grammatica. Het Russisch spreekt mij ook nog aan. Er gaat een hele nieuwe en rijke wereld open als je een taal leert spreken.’

— Wie of wat zou je graag wegtoveren?‘Het wantrouwen en de achterdocht zou ik wegtoveren. Als je altijd op je hoede moet zijn, gaat er heel veel energie verloren. Voorts wil ik alle stoepen en kassei-en in Leuven wegtoveren, zodat rolstoelgebruikers ook overal kunnen geraken.’

— Je bent een eendagsvlieg en mag voor één dag vanop iemands schouder meekijken: op wiens schouder ga je zitten?

‘Ik wil meekijken vanop de schouder van mensen die de titel ‘algemeen beheer-der’ dragen, of van de mensen die in zijn entourage vertoeven. Wat ik wil weten, is op welke basis zij belangrijke beslissingen nemen. Ik vraag mij af tot op welke diepte de dingen bekeken worden als er op korte tijd veel en vaak ook moeilijke knopen doorgehakt moeten worden.’

— Je wordt minister van Zaken Die Beter Kunnen. Wat is je eerste agenda-punt?

‘Het eerste en laatste agendapunt waarop ik blijf hameren zijn de gelijke kansen, en dan bedoel ik gelijke kansen voor vrouwen, mensen met een handicap en allochtonen. De universiteit zou een sociale instelling moeten zijn, maar ze ver-toont nog mankementen op dit vlak.’

— Welke vraag wil je schrappen?‘Wie of wat zou je graag wegtoveren?’

— Welke nieuwe vraag wil je erin?‘Waarom heb je gekozen voor een job/studie bij de K.U.Leuven?’

colofon campuskrant

Campuskrant Driewekelijks tijdschrift van de K.U.LeuvenRedactie

Reiner Van Hove (hoofdredacteur a.i.), Ludo Meyvis, Els Spaas,Wouter Verbeylen

Redactieadres Oude Markt 13, 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f ) 016 32 40 14 [email protected]

Redactiesecretariaat Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 [email protected] (personeel en externen) Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15 [email protected] (oud-studenten) Erik Gobin, (t) 016 32 40 02 [email protected] medewerkers

Hedwig Bogaerts, Sara Brouckaert, Sara Callens, Joke Depuydt, Ines Minten, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Tim Vuylsteke

Vormgeving CatapultLay-out en zetwerk Wouter VerbeylenFotografie

Rob Stevens, Alessandra BenedettiCartoons Joris SnaetReclameregie Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 [email protected] 65.400 ex.

Drukwerk Concentra Uitgeversmaatschappij NV, HasseltVerantwoordelijke uitgever

Ronny Vandenbroele, Oude Markt 13, 3000 Leuven

Copyright artikelsArtikels kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.

Het volgende nummer verschijnt op woensdag 22 juni. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres.Campuskrant op Internet

http://www.kuleuven.be/ck

(© Rob Stevens)

(© Rob Stevens)

20 de buitenkant 1.6.2005 campuskrant