Brusselse Innovatie-Enquête Bouw - Ecobuild.brussels · verbeterd kennismanagement (introductie...
Transcript of Brusselse Innovatie-Enquête Bouw - Ecobuild.brussels · verbeterd kennismanagement (introductie...
Brusselse Innovatie-Enquête Bouw
2014
2015
Ruben Decuypere, Johan Van Dessel (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf)
Deze studie is tot stand gekomen in het kader van de Technologische Dienstverlening ‘Duurzaam
bouwen en Duurzame Ontwikkeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest’ met de steun van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en InnovIRIS, het Brussels instituut voor onderzoek en innovatie.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
3 / 45
Inleiding
Om competitief te blijven, moeten ondernemingen continu innoveren, ook in de bouwsector.
Architecten, studiebureaus, aannemers, producenten, en bouwheren worden uitgedaagd door
kosten-efficiëntie, energieperformantie, strengere wetgeving,….
Waarom innoveren onze bouwbedrijven? Welke technische, organisatorische en financiële steun
gebruiken ze? En welke praktische of financiële moeilijkheden ervaren ze?
Om het innovatieproces in kaart te brengen en beter te ondersteunen, heeft het WTCB in
samenwerking met de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad, Innoviris en Impulse, de Brusselse
Innovatie-Enquête Bouw georganiseerd.
Na een karakterisering van de onderneming waarvoor de participant werkt, wordt ingegaan op de
huidige innovatiepraktijk: hoe vaak en welk soort innovaties werden de laatste 5 jaar in het bedrijf
geïntroduceerd, wat waren de drijfveren hiervoor en in welke mate is hiervoor samengewerkt met
externe partners.
In het derde stuk gaan we in op de innovatiecapaciteit van de bedrijven: wat doen ze om innovatie
intern te stimuleren, welke hindernissen komen ze tijdens hun innovatieproces tegen en in welke
mate hebben ze beroep doen op financiële en andere ondersteuning vanuit o.a. de overheid.
Vervolgens werd de participanten ook gevraagd naar de toekomstige innovatienoden: welke
maatschappelijke trends zullen de nood aan innovatie in de bouwsector doen toenemen en aan
welke aspecten van duurzaam bouwen plannen ze in de toekomst aandacht aan te besteden.
Tenslotte werd hen ook gevraagd in welke mate ze op de hoogte zijn of gebruik maken van de
bestaande ondersteunende maatregelen voor innovatie in het Brussels Gewest.
Een verkorte versie van de enquête is voorgelegd aan de adviseurs van de Technologische
Dienstverlening Duurzaam Bouwen in het Brussels Gewest, waarvan de resultaten terug te vinden
zijn in Bijlage 2: Resultaten interne bevraging adviseurs TD Duurzaam Bouwen in het Brussels
Gewest op p.29.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
4 / 45
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
5 / 45
Samenvatting
Uit de bevraging van 92 bouwprofessionelen
blijkt dat 3 kwart van de bouwbedrijven de
laatste 5 jaar innovaties heeft geïntroduceerd, en
de helft zelfs minstens één keer per jaar.
Uit de resultaten blijkt dat innovatie steeds meer
het resultaat is van samenwerking met andere
partners. Veel KMO’s, en vooral de middelgrote
ondernemingen, omarmen samenwerking met
externe partijen om tot innovaties te komen, terwijl grote ondernemingen meer de neiging hebben
om intern te innoveren. Voor die samenwerkingsverbanden kijken ze in de eerste plaats naar andere
bedrijven en onderzoeksinstellingen.
Innovatie wordt vooral ad hoc en informeel ondersteund,
door de werknemers aan te moedigen om naar innovatieve
oplossingen te zoeken, en eventueel tijd of budget vrij te
maken. Meer structurele maatregelen, zoals het aanstellen
van een innovatiemanager of het belonen van creatieve
medewerkers, vindt minder ingang. De bedrijven die dit
toepassen zijn voornamelijk middelgrote en grote
ondernemingen.
Slechts een klein deel van ondernemingen klopt bij de overheid aan voor financiële (28%) of andere
(22%) steun. Dit komt in eerste instantie doordat de mogelijkheden tot overheidssteun niet
voldoende gekend waren (43%), maar ook omdat daar niet altijd de noodzaak toe was (30%).
0%
25%
50%
75%
100%
1-9werknemers
10-49werknemers
50-249werknemers
>250werknemers
Extern ontwikkeld, met licentieovereenkomst
Volledig extern ontwikkeld
Volledig binnen bedrijf ontwikkeld
Met medewerking van andere bedrijven/instellingen
0% 50% 100%
Gewestelijk
Federaal
Europees
Andere
Geen
Financieel
0% 50% 100%
Andere steun 0% 20% 40% 60%
Er was geen noodzaak totoverheidssteun
De vraag tot steun werd niet aanvaard
De vraag tot steun werd overwogen,maar finaal niet ingediend
De mogelijkheden tot overheidssteunwaren niet bekend
Andere
0%
25%
50%
75%
100%
1-9 10-49 50-249 > 250
3
2
1
0
Aantal maatregelen
Aantal werknemers
0% 20% 40% 60%
Minstens 1 innovatie per jaar
Minder dan 1 innovatie per jaar
Opgestarte innovatieprojectenniet geslaagd
Geen innovatieprojectenopgestart
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
6 / 45
De bouwprofessionelen zien nog heel wat opportuniteiten voor verdere innovatie in de bouwsector.
In de eerste plaats wordt gekeken naar vernieuwende bouwmethoden, zoals aanpasbaar bouwen,
maar ook nieuwe materialen (zoals phase change materials) en bouwtrends zoals energetische
renovaties en prefabricatie. Daarnaast wordt gekeken naar interne bedrijfsverbetering als innovatie-
driver, zoals het gebruik van elektronische tools om faalkosten te verlagen of de klant beter van
dienst te zijn, maar ook het verbeteren van de werkomstandigheden zodat laaggeschoolden
makkelijker kunnen ingezet worden.
De bouwbedrijven verwachten dat ook de trend naar duurzaam bouwen tot de introductie van
nieuwe, duurzamere bouwmaterialen (zoals systemen die isolatie, ventilatie en luchtdichtheid
integreren) en nieuwe bouwprocessen (zoals duurzamere werven) zal leiden. Tenslotte denkt een
belangrijk deel van de respondenten dat er een belangrijke rol is weggelegd voor onderzoek in de
ruime bouwsector om oplossingen te formuleren voor demografische trends (zoals de
bevolkingstoename, de vergrijzing van de bevolking, …).
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
7 / 45
Voorwoord
Deze enquête werd online gelanceerd in juni 2014 (zie http://survey.bbri.be/survey/22 voor de
Nederlandstalige versie, http://survey.bbri.be/survey/23 voor de Franstalige versie).
Voor de volledige vragenlijst van de enquête verwijzen we naar Bijlage 3: Integrale enquête op
pagina 36.
De enquête werd aangekondigd in de tweewekelijkse WTCB mail, een specifieke mail gericht naar de
contactenlijst van de TD Duurzaam Bouwen in Brussel, de leden van de Confederatie Bouw Brussel-
Hoofdstad en de leden van de Cluster Ecobuild.
Lijst Aantal
Contactenlijst TD Duurzaam Bouwen 1600 WTCB-mail 15000 Contactenlijst CCB-C 869 (NL) + 1347 (FR) Leden Cluster Ecobuild 178
Daarnaast is, samen met de partners, ook een beperkte lijst van 50 contacten opgesteld, contacten
die worden gezien als vooruitstrevende, ‘innovatie-minded’ personen of bedrijven.Deze contacten
zijn gepersonaliseerd aangeschreven via mail om deel te nemen aan de enquête. Nadien zijn deze
contacten ook telefonisch opgevolgd, om hen extra te stimuleren deel te nemen aan de enquête.
Uiteindelijk hebben aan de Brusselse Innovatie-Enquête Bouw 92 mensen uit ongeveer 871 bedrijven
deelgenomen.
1 Schatting, aangezien een deel van de deelnemers de enquête anoniem heeft ingevuld, zonder opgave van het
bedrijf.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
8 / 45
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
9 / 45
Resultaten
1 Karakterisering van de ondernemingen Meer dan de helft (53%) van de deelnemers werkt voor een aannemer (met een relatief gelijke
vertegenwoordiging van ruwbouw-, installatie- en afwerkingsaannemers). Daarnaast zijn ook
architecten en studiebureaus goed vertegenwoordigd (met telkens bijna 20%).
De kleinere ondernemingen zijn sterk vertegenwoordigd: 45% werkt voor een onderneming met
minder dan 10 werknemers en 21% tussen 10 en 50 werknemers.
Een groot deel van de aannemers zijn KMO’s, wat we ook weerspiegeld zien bij de deelnemers: bijna
85% zijn KMO’s, bijna de helft zijn zelfs zeer kleine ondernemingen. Onder de architecten vinden we
ook hoofdzakelijk kleine en zeer kleine ondernemingen, maar geen grote ondernemingen. Onder de
andere groepen zien we meestal een evenwichtiger beeld van zowel grote ondernemingen als
KMO’s.
De grootste groep (38%) bestaat uit bedrijven die al langer dan 30 jaar actief zijn, 22% is langer dan
16 jaar actief. 15% zijn jonge bedrijven die minder dan 6 jaar actief zijn. Dit zijn logischerwijs
voornamelijk kleinere bedrijven (minder dan 10 werknemers).
0% 20% 40% 60%
Aannemer
Architect
Studiebureau
Producent
Leverancier
Bouwpromotor
Bouwheer overheid
Administratie
Onderzoeksinstelling
Andere
0%
25%
50%
75%
RuwbouwAfwerkingInstallaties
45%
21%
18%
16%1-9 werknemers
10-49 werknemers
50-249 werknemers
> 250 werknemers
0%
25%
50%
75%
100%
>250
50-249
10-49
1-9
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
10 / 45
2 Huidige innovatiepraktijk Het overgrootste deel (72%) van de deelnemers gaven aan dat de bedrijven waarvoor ze werken
proactief bezig zijn met innovatie. Slechts 5% van de bedrijven zou niet met innovatie bezig zijn. De
3% ‘andere’ gaven aan vooral indirect met innovatie bezig te zijn, door bijvoorbeeld innovatieve
technieken op te nemen in de opleidingen die ze geven.
2.1 Intensiteit van innovatie 51% van de respondenten geeft aan dat ze de laatste 5 jaar minstens één keer per jaar een nieuwe
innovatie hebben geïntroduceerd, bij 25% was dat minder dan één keer per jaar. Bij 8% van de
bedrijven zijn wel innovatieprojecten gestart, maar hebben ze niet geleid tot de effectieve
introductie van innovaties. 16% van de bedrijven heeft de laatste 5 jaar geen innovaties proberen
introduceren.
0% 20% 40% 60% 80%
Mijn bedrijf is proactief met innovatie bezig.
Mijn bedrijf is enkel met innovatie bezig wanneer zicheen directe nood voordoet
Mijn bedrijf is niet met innovatie bezig
Andere
0% 20% 40% 60%
Ja, minstens één keer per jaar
Ja, minder dan één keer per jaar
Nee: opgestarte innovatieprojecten hebben immers niet geleidtot de succesvolle introductie van innovaties.
Nee: mijn bedrijf heeft geen innovaties proberen teintroduceren.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
11 / 45
2.2 Soorten innovatie 45% van de bedrijven zegt de laatste 5 jaar aan productinnovatie gedaan te hebben. Dit gaat zowel
om nieuwe of verbeterde producten en bouwmaterialen, maar ook nieuwe diensten die aan de
klanten aangeboden worden. Een aantal innovaties die worden vermeld: nieuwe bouwmaterialen
(zelfklevende materialen, groen beton, … ), verbeterde architecturale woontypes,…
Tevens zegt 45% van de bedrijven de laatste 5 jaar aan procesinnovatie gedaan te hebben. Dit
betreft diverse maatregelen om de productie efficiënter te maken, de werf veiliger te maken, e.d.
Een aantal innovaties die worden vermeld: maatregelen om de werf efficiënter en veiliger te maken
(betere afscherming openingen op de werf, een statief voor bigbags, …), maatregelen om kosten te
besparen (goedkopere methode om koudebruggen op te lossen), verbeterd materieel (nieuwe CNC
snijmachine), prefabricatie en modulaire systemen.
43% heeft ook aan organisatorische innovatie gedaan. Daarbij wordt o.a. ketenintegratie aangehaald
(afstemmen van bedrijfsprocessen met vb. leveranciers), maar ook IT-systemen voor bedrijfsbeheer,
het invoeren van een verbeterde bedrijfsstructuur, etc. Een aantal innovaties die worden vermeld:
verbeterd kennismanagement (introductie van kennisdatabank, interne vorming om ervaring uit te
wisselen), verbetering van de interne organisatie (organisatie in specialisatieteams), verbeterde
externe samenwerking (samenwerkingscontracten met onderaannemers, bouwteams, netwerk van
specialisten).
Tenslotte stellen we vast dat toch nog 21% van de respondenten aan marktinnovatie gedaan heeft.
Voorbeelden die worden aangehaald, bevatten vernieuwende financieringsmethoden, andere
manier van prijszetting, labelling, etc. Een aantal innovaties die worden vermeld: nieuwe methoden
voor prijszetting of financiering (leasing, lange-termijn huur, prijslijst voorstellen als menu),
verbeterde communicatie met de klant (een specifiek e-mailadres per bouwheer voor
gepersonaliseerde communicatie), labels (labels voor kwaliteit, maatschappelijk verantwoord
ondernemen, …).
2.3 Innovatie om ad hoc problemen aan te pakken of nieuwe producten en diensten te ontwikkelen?
Hoewel het grootste deel van de innovaties meer was dan een eenmalige oplossing voor een
specifiek probleem en dat deze innovatieve oplossingen meermaals gebruikt werden in andere
projecten, gaf slechts 32% van de respondenten aan dat de innovatie nadien expliciet als nieuw
0% 20% 40% 60%
Productinnovatie
Procesinnovatie
Organisatorische innovatie
Marktinnovatie
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
12 / 45
product of dienst naar de klant toe gecommuniceerd werd. Het grootste deel van de innovaties
(49%) worden meermaals toegepast of gebruikt, zonder dat daar expliciet over gecommuniceerd
wordt naar de klant.
Zoals hierboven aangegeven, gaven 8% van de respondenten op dat hun opgestarte
innovatieprojecten niet tot een succesvolle introductie van innovaties heeft geleid. Dit bleken voor
het overgrote deel (86%) innovatieprojecten te zijn met als doel om deze innovaties expliciet als
nieuw product of dienst naar de klant te kunnen communiceren.
Wanneer we deze gegevens samenleggen, kunnen we kijken naar wat de kans is dat een
innovatieproject leidt tot een succesvolle introductie voor de verschillende types innovatie. Hieruit
blijkt dat bij de respondenten de kans dat een innovatieproject niet succesvol eindigt het grootst is
(15%) voor innovaties die bedoeld zijn om als nieuw product of dienst te worden uitgebouwd. Alle
respondenten die aangaven eenmalige innovatieve oplossingen voor een specifiek probleem te
hebben willen ontwikkelen, gaven aan dat dit ook tot een succesvolle introductie heeft geleid. Van
de innovatieprojecten die meermaals toegepast zouden moeten worden zonder dat er een nieuw
product of dienst rond ontwikkeld wordt, is 2% niet geëindigd in een succesvolle introductie. Dit
heeft wellicht te maken met de aard van de innovaties, waarbij innovatieve oplossingen bedoeld als
nieuw product veelal een belangrijkere ontwikkelingsfase zal vereisen dan een eenmalige oplossing
voor een specifiek probleem, wat de faalkans in belangrijke mate doet toenemen.
2.4 Ontwikkeling binnenshuis of extern? 38% van de respondenten gaf aan innovaties volledig binnen het bedrijf te hebben ontwikkeld. 49%
heeft innovaties ontwikkeld in samenwerking met externe partners (andere bedrijven of
0% 25% 50% 75%
Eenmalige innovatieve oplossingen voor een specifiekprobleem
Innovatieve oplossingen die nadien regelmatig werdentoegepast / gebruikt in andere projecten
Innovatieve oplossingen die expliciet als nieuw product /dienst naar klanten toe gecommuniceerd worden
0% 25% 50% 75%
Eenmalige innovatieve oplossingen voor een specifiekprobleem
Innovatieve oplossingen die nadien regelmatig werdentoegepast / gebruikt in andere projecten
Innovatieve oplossingen die expliciet als nieuw product /dienst naar klanten toe gecommuniceerd worden
Succesvolle introductie Geen succesvolle introductie
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
13 / 45
instellingen). 76% van de bedrijven heeft innovaties geïntroduceerd waarvoor op zijn minst een deel
binnenshuis is ontwikkeld, al dan niet met medewerking van een externe partner.
Tenslotte heeft 12% innovaties geïntroduceerd die volledig door andere bedrijven zijn ontwikkeld,
waarvan 4% daarvoor een licentieovereenkomst sloot.
De bedrijven die een extern ontwikkelde innovatie hebben geïntroduceerd onder
licentieovereenkomst, zijn divers, zowel op vlak van grootte (2 kleine ondernemingen met minder
dan 10 werknemers, 2 grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers) als op vlak van de
activiteiten (bedrijven met activiteiten als aannemer, bouwpromotor, studiebureau en consultant).
Wanneer we dit bekijken volgens aantal werknemers, dan valt op dat binnen de groep KMO’s (<250
werknemers) het aandeel bedrijven dat innovaties die volledig binnen het bedrijf zijn ontwikkeld
heeft geïntroduceerd, daalt naarmate het aantal werknemers stijgt, gaande van 37% voor zeer kleine
ondernemingen tot 28% voor middelgrote ondernemingen. De grote ondernemingen zetten
daarentegen meer in op de interne ontwikkeling van innovaties (53%).
KMO’s blijken dus sterker in te zetten op samenwerking met externe bedrijven en instellingen om
aan innovatie te doen dan grote ondernemingen.
Tenslotte merken we op dat 26% van de respondenten enkel innovaties heeft geïntroduceerd die
volledig binnenshuis zijn ontwikkeld. Onder de grote bedrijven is dat aandeel iets hoger (33%),
terwijl dat bij de middelgrote ondernemingen iets lager is (18%).
0% 25% 50%
Volledig binnen bedrijf ontwikkeld
Met medewerking van andere bedrijven/instellingen
Volledig extern ontwikkeld
Extern ontwikkeld, met licentieovereenkomst
1-9 werknemers 10-49 werknemers 50-249 werknemers >250 werknemers
0%
25%
50%
75%
100%
1-9werknemers
10-49werknemers
50-249werknemers
>250werknemers
Extern ontwikkeld, met licentieovereenkomst
Volledig extern ontwikkeld
Met medewerking van andere bedrijven/instellingen
Volledig binnen bedrijf ontwikkeld
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
14 / 45
2.5 Samenwerkingsverbanden De samenwerkingsverbanden die de respondenten aangaan in het kader van de ontwikkeling van
innovaties, zijn vooral met andere bedrijven (40%) en onderzoeksinstellingen (26%). Daarnaast
wordt ook samengewerkt met ingenieursbureaus (13%), beroepsfederaties (8%), architecten (8%),
adviesbureaus (7%) en in mindere mate met klanten of afnemers (4%) en overheidsinstellingen (2%).
2.6 Drijfveren voor innovatie Er zijn verschillende drijfveren die maken dat bedrijven aan innovatie doen. Hieronder worden de
resultaten weergegeven van de drijfveren die door de participanten werden aangewezen (meerdere
antwoorden mogelijk per participant). Daaruit blijkt dat een heel aantal economische drijfveren een
belangrijke rol spelen. In de eerste plaats is voor 89% van de participanten het creëren van waarde
voor de klant (bijvoorbeeld door producten en diensten met betere prestaties of betere kwaliteit
aan te bieden) een drijfveer om aan innovatie te doen, maar ook het vergroten van het
marktaandeel (76%) en het realiseren van kostenbesparingen (68%) spelen een belangrijke rol.
We stellen echter vast dat de bouwsector ook sterk inspeelt op de tendensen naar meer aandacht
voor de impact op het milieu en de gezondheid, wat 72% van de respondenten aanzet tot innovatie.
Vervolgens zijn het de nood aan diversificatie in het aanbod, het verbeteren van de
werkomstandigheden en het aanpassen aan nieuwe regelgeving die telkens 57 à 58% van de
respondenten aanzet tot innovatie. Innoveren om de concurrenten te kunnen bijbenen is slechts
voor 41% een drijfveer.
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Andere bedrijven (bouwbedrijven, fabrikanten, …)
Klanten of afnemers
Beroepsfederaties
Onderzoeksinstellingen (WTCB, OCW, universiteiten, …
Consultancy / adviesbureaus
Architecten
Ingenieursbureau
Overheidsinstellingen (Impulse.Brussels, BIM, …)
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
15 / 45
De verwachtingen over de resultaten van de geïntroduceerde innovaties worden echter niet altijd
ingelost. Hieronder is weergegeven voor hoeveel respondenten de verwachtingen met betrekking
tot de verschillende drijfveren om aan innovatie te doen, beter, minder of zoals verwacht waren.
Vervolgens gaan we voor iedere drijfveer na wat de relatieve ‘slaagkansen’ zijn, t.t.z. hoeveel van de
respondenten die een bepaalde drijfveer opgaven, vonden dat de resultaten op dat vlak beter dan
verwacht of zoals verwacht waren. Anderzijds bekijken we ook hoeveel van hen antwoordden dat de
resultaten minder dan verwacht waren. Hieruit blijkt dat voor alle drijfveren tussen de 50 en de 60%
van de respondenten aangaven dat de resultaten beter of zoals verwacht waren.
De drijfveren die het meeste tot verwachte resultaten leidden, zijn het verminderen van de milieu-
en gezondheidsimpact, het creëren van waarde voor de klant en het aanpassen aan nieuwe
regelgeving.
Innovaties bedoeld om het marktaandeel te vergroten, concurrenten te volgen of kosten te
besparen, hebben dan weer het grootste risico om niet de gewenste resultaten op te leveren.
0%
25%
50%
75%
100%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Marktaandeel vergroten
Diversificatie van aanbod
Kostenbesparing
Waardecreatie voor de klant
Werkomstandigheden verbeteren
Milieu- en gezondheidsimpact
Nieuwe regelgeving
Concurrenten volgen
Andere
Beter dan verwacht Zoals verwacht Minder dan verwacht Weet niet
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
16 / 45
Kijken we vervolgens naar de invloed van de grootte van de ondernemingen op de drijfveren om aan
innovatie te doen, dan stellen we vast dat een aantal drijfveren, zoals kostenbesparingen en het
vergroten van het marktaandeel, een duidelijk belangrijke reden zijn om aan innovatie te doen voor
de grote ondernemingen (meer dan 250 werknemers).
Voor kleine ondernemingen (minder dan 10 werknemers) zijn het vooral het creëren van waarde
voor de klant, het reduceren van de milieu- en gezondheidsimpact en het vergroten van het
marktaandeel dat een belangrijke rol speelt.
3 Innovatiecapaciteit
3.1 Ondersteuning innovatieproces Een meerderheid (60%) van de participanten vindt dat hun onderneming voldoende innovatie
introduceert.
Van de respondenten die aangaven dat hun onderneming niet met innovatie bezig is, geeft 100%
aan dat ze meer innovaties zouden moeten introduceren. Van zij die enkel met innovatie bezig zijn
wanneer de nood zich voordoet, vindt 61% dat ze meer innovaties zouden moeten introduceren.
0% 25% 50% 75% 100%
Milieu- en gezondheidsimpact
Waardecreatie voor de klant
Nieuwe regelgeving
Diversificatie van aanbod
Werkomstandigheden verbeteren
Kostenbesparing
Concurrenten volgen
Marktaandeel vergroten
Beter of zoals verwacht Minder dan verwacht
0%
25%
50%
75%
100%
1-9 werknemers 10-49 werknemers 50-249 werknemers > 250 werknemers
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
17 / 45
Van de ondernemingen die proactief met innovatie bezig zijn, vindt 68% dat er voldoende innovaties
geïntroduceerd worden.
De meest voorkomende ondersteuning voor innovatie is het stimuleren tot het zoeken naar
innovatieve ideeën via interne communicatiekanalen en workshops (63%). Daarnaast wordt bij 38%
van de respondenten het uitwerken van innovatieve ideeën ondersteund door het vrijmaken van tijd
of budget.
Slechts bij 12% van de respondenten worden creatieve medewerkers beloond (bijvoorbeeld met
innovatiepremies), en bij amper 8% is er een specifieke functie voorzien die innovatie faciliteert
(zoals een innovatiemanager).
14% van de ondernemingen heeft geen enkele van de hierboven opgelijste innovatiestimulerende
maatregelen genomen, 55% heeft één van voorgaande maatregelen getroffen. Een deel van de
bedrijven zet echter sterk in op innovatie door verschillende innovatiestimulerende maatregelen te
implementeren: 20% heeft twee maatregelen genomen, en tenslotte 11% drie maatregelen.
Hier is een duidelijke correlatie te zien met het aantal werknemers in de ondernemingen: hoe groter
de onderneming, hoe meer innovatiestimulerende maatregelen er genomen worden.
0 20 40 60 80
Mijn bedrijf is proactief met innovatie bezig
Mijn bedrijf is enkel met innovatie bezig wanneer zich eendirecte nood voordoet
Mijn bedrijf is niet met innovatie bezig
Andere
Mijn onderneming introduceert voldoende innovaties
Mijn onderneming zou meer innovaties moeten introduceren
0% 20% 40% 60% 80%
Er is een innovatiemanager
Het zoeken naar innovatieve ideeën wordt aangemoedigd
Er is ondersteuning voor innovatie (tijd, budget, …)
Creatieve medewerkers worden beloond
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
18 / 45
3.2 Hindernissen voor innovatie Een gebrek aan middelen om de innovatieve ideeën uit te werken (gebrek aan budget, tijd,
personeel, …) is duidelijk een belangrijke hindernis voor innovatie (voor 56% van de respondenten).
Ook blijkt de onzekerheid over de opbrengsten van de innovatie (vraag bij klanten, te verwachten
kostenbesparingen, …) een belangrijke rem te zijn.
Daarnaast haalden 25% een gebrek aan ondersteuning (bij het zoeken van partners, technische
ondersteuning, …) en 22% de onzekerheid over de technische haalbaarheid (technische haalbaarheid
van het idee, onzekerheid over de duur van het ontwikkelingsproces,…) aan als hindernis om aan
innovatie te doen.
Het gebrek aan informatie (12%) en het gebrek aan innovatieve ideeën (7%) vormen in mindere
mate een probleem.
3.3 Financiële en andere (overheids)steun Het grootste deel van de respondenten heeft bij het uitwerken van de innovatieprojecten noch
financiële noch andere (overheids)steun gekregen (respectievelijk 73% en 78%). Van zij die wel van
externe steun gebruik hebben gemaakt, is het grootste deel gaan aankloppen bij de Gewestelijke
overheden voor financiële (22%) of andere (13%) steun. Financiële steun werd verder ook gezocht
0%
25%
50%
75%
100%
1-9 10-49 50-249 > 250
3
2
1
0
Aantal maatregelen
Aantal werknemers
0% 20% 40% 60%
Gebrek aan innovatieve ideeën
Gebrek aan middelen
Gebrek aan ondersteuning
Gebrek aan informatie
Onzekerheid over haalbaarheid
Onzekerheid over opbrengst
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
19 / 45
op federaal (10%) en Europees (5%) niveau. Voor andere steun bij deze overheden hebben de
respondenten amper beroep gedaan.
Verder werd gebruik gemaakt van steun van het WTCB, de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad en
BECI.
Er dient echter opgemerkt dat, afgaand op de gehanteerde definitie van innovatie en de
voorbeelden van geïmplementeerde innovaties die door de participanten zijn opgegeven, er wellicht
een groot deel van deze innovaties niet in aanmerking zou gekomen zijn voor ondersteuning met
subsidies.
Van de participanten die opgaven financiële noch andere overheidssteun genoten te hebben, gaf
43% aan dat de mogelijkheden tot overheidssteun hen niet bekend waren. 30% gaf aan dat er geen
noodzaak was voor overheidssteun, 16% heeft overwogen om overheidssteun aan te vragen maar
heeft daar finaal van afgezien. Bij 5% werd de vraag tot overheidssteun afgewezen.
Een aantal participanten gaf aan geen overheidssteun gezocht te hebben omdat de bestaande
overheidssteunmaatregelen niet gericht zou zijn naar ontwerpers of grote bedrijven.2 Daarnaast
2 Dit is echter niet correct: ontwerpers hebben toegang tot dezelfde subsidiekanalen als andere
bedrijven/beroepen, en ook voor grote ondernemingen biedt Innoviris verschillende subsidiemechanismen aan, zoals Explore (industrieel onderzoek), Shape (experimentele ontwikkeling) en Upgrade (proces- of organisatie-innovatie).
0% 50% 100%
Gewestelijk
Federaal
Europees
Andere
Geen
Financieel
0% 50% 100%
Andere steun
0% 20% 40% 60%
Er was geen noodzaak totoverheidssteun
De vraag tot steun werd niet aanvaard
De vraag tot steun werd overwogen,maar finaal niet ingediend
De mogelijkheden tot overheidssteunwaren niet bekend
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
20 / 45
werd de complexiteit en administratieve last bij het aanvragen van overheidssteun aangegeven als
drempel.
4 Toekomstig innovatiemanagement
4.1 Trens die toekomstige innovatie noodzakelijk maken Er werd de deelnemers ook gevraagd naar hun mening over de belangrijkste trends die de nood aan
nieuwe innovaties in de bouwsector zullen doen toenemen.
73% van de respondenten denkt dat er in de toekomst nood zal zijn aan innovaties die inspelen op
de trend naar vernieuwende bouwmethoden. Thema’s die daarbij worden aangehaald, zijn o.a.
aanpasbaar bouwen, nieuwe materialen en bouwmethoden (zoals zelfverdichtend beton, phase
changing materials, vervangproducten voor natuursteen, …). Ook bepaalde bouwtrends die
opportuniteiten creëren voor innovatie, werden vermeld, zoals energetische renovaties,
onderhoudsvriendelijk bouwen en prefabricatie.
49% denkt dat de verbetering van de interne bedrijfswerking een belangrijke stimulans zal zijn voor
innovatie. We denken dan aan het streven naar kostenbesparingen door sneller te werken of het
verlagen van de faalkosten (vb. door het gebruik van elektronische tools zoals BIM), maar ook het
optimaliseren van de werven door het efficiënter maken van het verticaal transport van goederen en
arbeiders op de werf of het beter integreren van de werkmethodes van de verschillende actoren op
de werf. Daarnaast wordt ook heel wat verwacht van elektronische tools, zoals BIM of systemen
voor materiaal- en tijdsregistratie, maar ook tools die toelaten om de klant beter van dienst te zijn.
Tenslotte wordt ook aangehaald dat innovatie nodig is om de werkplek laagdrempelig te maken voor
ongeschoolde arbeiders.
46% gelooft dat de trend naar duurzaam bouwen ook een belangrijke innovatiedriver blijft. In eerste
instantie wordt er gekeken naar duurzamere bouwmaterialen, zoals systemen die isolatie, ventilatie
en luchtdichtheid integreren, en materialen met een lage impact op de gezondheid, maar ook
recyclage en de evolutie naar een circulaire economie (cradle-to-cradle) worden als belangrijke
innovatiedrivers gezien. Daarnaast moeten innovaties op vlak van het bouwproces leiden tot
duurzamere werven, meetbare resultaten en gefaseerde renovatie- en bouwprojecten. Ook op vlak
van organisatie en regelgeving is ruimte voor innovatie, zoals het betrekken van techniekers bij de
optimalisatie van gebouwen en het in rekening brengen van de milieu-impact van bouwmaterialen.
Tenslotte denkt 32% van de respondenten dat er een belangrijke rol is weggelegd voor onderzoek in
de ruime bouwsector om oplossingen te formuleren voor demografische trends (zoals de
bevolkingstoename, de vergrijzing van de bevolking, …). Zo moeten innovaties ertoe bijdragen dat
bouwen betaalbaar blijft, zoals door begeleide zelf-bouw en alternatieve financieringsmechanismen
die rekening houden met de reële levensloop van gezinnen. De toenemende verstedelijking en de
nood aan verdichting van het stedelijk weefsel zullen nieuwe oplossingen vereisen om voldoende
comfort op vlak van akoestiek en daglicht te verzekeren. Ook ontwikkelen zich nieuwe woonvormen,
zoals collectief of intergenerationeel wonen, en zal de bouwsector moeten inspelen op trends zoals
levenslang thuis wonen voor ouderen en energetische woningrenovaties.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
21 / 45
4.2 Innovatiethema’s duurzaam bouwen De deelnemers werd ook gevraagd naar de nood aan innovatie voor de specifieke thema’s binnen
duurzaam bouwen. Voor deze thema’s werd dezelfde onderverdeling gebruikt als voor het Brussels
Research Platform (www.brusselsresearch.be). We vroegen hen enerzijds op welke thema’s ze zelf
plannen te innoveren (blauwe balkjes in onderstaande grafieken), en anderzijds op welke thema’s ze
verwachten dat andere instellingen innoveren (rode balkjes).
De deelnemers blijken vooral zelf te willen innoveren op de sociale items (mobiliteit, akoestiek,
gezondheid, veiligheid, …). Daarnaast plannen ze ook zelf te innoveren op een aantal algemene
onderwerpen (zoals het verduurzamen van gebouwen met behulp van een doordacht ontwerp of
aangepaste bouwprocessen) en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen (afvalbeheer en recyclage,
water- en luchtbehandeling, biodiversiteit).
De groep onderwerpen gelinkt aan energie komt pas op de laatste plaats. Enerzijds zijn er veel
deelnemers die willen innoveren op vlak van energieaspecten van de gebouwschil, maar anderzijds
plannen maar weinig deelnemers te innoveren op vlak van de andere energie-items, die vooral op
energieproductie gefocust zijn. Dit heeft wellicht te maken met het lage aandeel van de types
bedrijven waarvan het meest verwacht kan worden dat ze op deze specifieke thema’s zouden
innoveren, zoals fabrikanten (6%), onderzoeksinstellingen (4%) en eventueel studiebureaus (14%).
0% 25% 50% 75%
Interne bedrijfsverbetering
Duurzaam bouwen
Vernieuwende bouwmethoden
Demografische trends
Andere
0 100 200 300
Algemene items
Energie items
Sociale items
Natuurlijke hulpbronnen
Zelf actief innoveren Andere instellingen
Aantal geselecteerde onderwerpen
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
22 / 45
Als we in detail kijken naar de individuele onderwerpen, zijn de 5 belangrijkste thema’s (waarvoor
meer dan 40% van de deelnemers zelf plant te innoveren): bouwprocessen, afvalbeheer en
recyclage, energieaspecten van de gebouwschil, ontwerpaspecten en gezondheidsaspecten.
De thema’s waar ze het minste opportuniteiten zien om zelf te innoveren, zijn vooral gelinkt aan
specifieke energieproductiemethodes, zoals brandstofcellen, waterkracht, windenergie en biomassa.
We merken ook dat de bouwsector voor innovatie nog steeds sterk afhankelijk is van andere
(onderzoeks)instellingen. Voor de meeste thema’s zijn er meer deelnemers die verwachten dat
andere instellingen innoveren, dan dat ze zelf van plan zijn naar nieuwe innovaties te zoeken. Vooral
voor de technologieën voor energieproductie is dit sterk uitgesproken, met vaak 20% meer
deelnemers die extern onderzoek verwachten dan deelnemers die zelf onderzoek plannen.
Voor een aantal aspecten van duurzaam bouwen is dit echter niet het geval en zijn er meer
deelnemers die zelf onderzoek plannen dan dat ze rekenen op extern onderzoek. Dit is het geval
voor het verbeteren van de duurzaamheid van gebouwen door een slim ontwerp, aanpassingen aan
het bouwproces, energie-aspecten gerelateerd aan de bouwschil en het verbeteren van het visueel
comfort.
0% 20% 40% 60%
ALGEMENE ITEMS
Ontwerp
Bouwproces
Beheer & ICT
Analyse & diagnose
Verificatie & monitoring
Economische valorisatie
ENERGIE ITEMS
Gebouwschil
Technologieën voor traditionele…
Energieproductie met waterkracht
Energieproductie met wind
Energieproductie met zonne-energie
Energieproductie met biomassa
Energieproductie met brandstofcel
Geothermie
andere technieken voor energieproductie
SOCIALE ITEMS
Mobiliteit
Toegankelijkheid
Akoestiek
visueel comfort
Gezondheid
Veiligheid
Culturele en sociale waarde
NATUURLIJKE HULPBRONNEN
Afvalbeheer & recyclage
Grond (behandeling)
Water (behandeling, rationeel gebruik &…
Lucht (behandeling & beheer)
Biodiversiteit
Ik plan actief te innoveren op:
0% 20% 40% 60%
Ik verwacht dat andereinstellingen innoveren op:
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
23 / 45
5 Innovatie-ondersteuning in het Brussels Gewest
5.1 Bronnen van informatie rond innovatie De deelnemers halen hun informatie omtrent innovatie in de eerste plaats (80%) bij de collectieve
onderzoekscentra (WTCB, OCW). 76% haalt informatie bij fabrikanten en leveranciers, en 53% bij zijn
federatie. Daarnaast klopt 14% aan bij Impulse.Brussels of de Cluster Ecobuild en 11% bij Innoviris.
Daarnaast worden een aantal andere bronnen van informatie vermeld, zoals klanten, lokale
instellingen (BIM), internationale instellingen (BRE, PassivHaus Institut, CSTB, …), professionele
netwerken en tijdschriften en internet.
5.2 Kennis en gebruik van innovatie-ondersteunende maatregelen Tenslotte werd ook gevraag naar de kennis en het gebruik van de verschillende instrumenten voor
innovatie-ondersteuning voor de Brusselse bouwondernemingen. Daaruit blijkt dat vooral de
Octrooicel van het WTCB, de Technologische Dienstverlening “Duurzaam Bouwen in het Brussels
Gewest” en Impulse goed gekend zijn onder de deelnemers.
In mindere mate zijn de Technology Watch, de Cel Beheer van de Confederatie Bouw Brussel-
Hoofdstad, het Brussels Research Platform en de subsidiekanalen Boost en Evaluate van Innoviris
bekend bij de ondernemingen. De overige subsidiekanalen van Innoviris zijn slechts in beperkte
mate bekend.
De deelnemers maken voornamelijk gebruik van de diensten van Impulse, de Octrooicel van het
WTCB, de Technologische Dienstverlening, de Technology Watch en de Cel beheer. De overige
ondersteuningsmaatregelen worden slechts in beperkte mate gebruikt door de deelnemende
bedrijven. Het is echter belangrijk op te merken dat de subsidiemechanismen van Innoviris recent
een nieuwe naam kregen en heel wat participanten hier wellicht nog niet mee vertrouwd zijn.
0% 25% 50% 75% 100%
Federatie
WTCB/OCW
Fabrikanten ofleveranciers
Innoviris
Impulse.Brussels ofCluster Ecobuild
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
24 / 45
Enerzijds ligt de vaststelling dat de subsidiemechanismen van Innoviris te weinig gekend zijn onder
de respondenten in lijn met de vaststelling in “3.3 Financiële en andere (overheids)steun” dat
slechts een beperkt aandeel van de respondenten gebruikt maakt van gewestelijke financiële
overheidssteun.
Het is echter belangrijk op te merken dat de subsidiemechanismen van Innoviris recent een nieuwe
naam kregen en heel wat participanten hier wellicht nog niet mee vertrouwd zijn. Dat verklaart
wellicht waarom slechts 5% opgeeft één van deze subsidiemechanismen te gebruiken, terwijl 22%
aangaf gewestelijke financiële steun te hebben ontvangen.
Het dient ook opgemerkt dat de enquête breed is verspreid en dat het begrip innovatie breed
geïnterpreteerd werd en ook innovatieprojecten omvat die niet per se onder de
subsidiemechanismen vallen. Anderzijds stellen we vast dat ondanks dat we met deze enquête
vooral bedrijven hebben bereikt die reeds met innovatie bezig zijn, slechts 17 tot 22% van de
respondenten Innoviris en zijn subsidiemechanismen kent.
Voor het wegwerken van deze discrepantie is duidelijk een rol weggelegd voor de Technologische
Dienstverlening Duurzaam Bouwen in het Brussels Gewest, die zich onder meer tot doel stelt om de
toegang van de Brusselse bouwbedrijven tot innovatie-ondersteunende maatregelen te faciliteren.
0% 25% 50% 75% 100%
Technologische Dienstverlening BXL
Technology Watch
Brussels Research Platform
Octrooicel WTCB
Impulse
Cel beheer (CCB-C)
Boost (Innoviris)
Evaluate (Innoviris)
Upgrade (Innoviris)
Shape (Innoviris)
Explore (Innoviris)
Launch (Innoviris)
Gebruik ik Ken ik Ken ik niet
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
25 / 45
Bijlagen
Bijlage 1: Details van toekomstige innovatienoden 26
Bijlage 2: Resultaten interne bevraging adviseurs TD Duurzaam Bouwen in het Brussels Gewest 29
Bijlage 3: Integrale enquête 36
Bijlage 4:Details van geïntroduceerde innovaties (VERTROUWELIJK)3
3 Zie afzonderlijk document
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
26 / 45
Bijlage 1: Details van toekomstige innovatienoden
Interne bedrijfsverbetering Interne bedrijfsverbetering
Werf
Verticaal transport goederen en mensen
Hef- en tilmachines
Integratie van werkmethodes van verschillende actoren op de werf
Vernieuwde werfmachines
Elektronische tools
Integreren van elektronische hulpmiddelen (tablets)
BIM
Rekentools om klanten sneller van dienst te kunnen zijn
Correctere calculatie
Hulpmiddelen voor materiaalregistratie, tijdsregistratie, werforganisatie
Papierverbruik verminderen
Kostenbesparing
Sneller werken (loonkost)
Elektronische tools (BIM) om faalkosten te verlagen
Wagenpark delen
Organisatie
Werkplek laagdrempelig maken, zodat ongeschoolde arbeidskrachten snel kunnen meedraaien
LEAN om betere kwaliteit voor lagere prijs te kunnen aanbieden
Meer professionalisering door steeds hogere eisen veiligheid, energie, …
Meer samenwerking tussen actoren
Uitwisselen van werkuren tussen kleine aannemers, i.p.v. elkaar factureren
Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen
Organisatie/regelgeving
Inspraak techniekers bij optimalisatie gebouwen
Energiezuinig beleid in restauratiesector
Milieu-impact van bouwmaterialen in rekening brengen
Opleidingen afstemmen op nieuwe technieken
Onderhoudsvriendelijk bouwen
Duurzame urbanisatie: stadsverdichting
Bouwproces
Werf duurzamer maken
Gefaseerd bouwen en renoveren
Duurzaam slopen
Technieken die toelaten de te halen resultaten te verifiëren (monitoring)
Energiepositieve gebouwen
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
27 / 45
Kostprijs duurzaam bouwen
Ventilatie, isolatie en luchtdichtheid goedkoper maken
Materialen
Recycleerbare bouwmaterialen
Cradle-to-Cradle (C2C), circulaire economie
Multifunctionele componenten op maat
Integratie isolatie - ventilatie – luchtdichtheid
Groendaken die voldoen aan isolatienormen
Impact op gezondheid
Luchtbehandeling verbeteren (nu te grote installaties met te veel lawaai)
Verbeterde verlichting
Wooncomfort
Akoestisch comfort verbeteren
Luchtkwaliteit verbeteren
Vernieuwende bouwmethoden Vernieuwende bouwmethoden
Aanpasbaar bouwen
Materialen en bouwmethoden
Zelfverdichtend beton
Vervangproducten voor natuursteen die niet meer ontgonnen wordt of kwalitatief onvoldoende is
Hellende groendaken
Beter integratie van (tram-)sporen in beton
Phase Changing Materials
Bouwtrends
Energetische renovatie
Onderhoudsvriendelijk bouwen
(Modulaire) prefabricatie
Renovatieprojecten op grote schaal
Demografische trends Demografische trends
Betaalbaar wonen
Begeleid zelf bouwen
BTW naar 0% voor werken voor primaire behoeften (vb. badkamer)
Financieringsmechanisme voor 3 generatiefasen: jonge gezinnen, midlifers op hoogtepunt van carrière en eindeloopbaan of gepensioneerden, met aangepaste afbetaling
Verstedelijking
Bouwen van megacities
Betere inplanting van gebouwen
Bouwen aangepast aan mobiliteitsvoorzieningen
Verdichten
Akoestisch comfort verenigen met bevolkingstoename en compacter wonen
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
28 / 45
Compact bouwen op beperkte bouwgrond
Impact verdichten op benutting daglicht
Specifieke woonvormen
Collectieve woonvormen, cohousing
Intergenerationeel wonen
Woningen aangepast aan ouderen
Bouwen voor groter aanbod kinderopvang
Aanpasbaarheid in de tijd, zelfs korte termijn (week tot week) voor nieuw samengestelde gezinnen
Woningrenovatie
Stedelijke trends
Stadslandbouw
Andere Andere
Politiek/economisch/maatschappelijk
De strijd tegen ‘geplande slijtage’
Kwaliteit
Controle op de werf voor betere werkuitvoering
Monitoring van renovatieprojecten
Stedelijke logistiek
Wagenpark delen
Smart grids
Luchtkwaliteit
CO2 als grondstof gebruiken
Materialen ‘upcyclen’
Biologische behandeling van afvalwater in continue cyclus
Deeleconomie: delen van ideeën, transportmiddelen, woningen (kangourou), grondgebruik, …
Technische installaties regelen en monitoren
Inspraak in EPB-regelgeving
Shift van verkoop van goederen naar verkoop van diensten: licht verkopen i.p.v. lampen, installateur/fabrikant doet investering en onderhoud
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
29 / 45
Bijlage 2: Resultaten interne bevraging adviseurs TD Duurzaam Bouwen in het Brussels Gewest
Aanvullend op de enquête die is uitgestuurd naar de bouwondernemingen, is een korte lijst met
vragen voorgelegd aan de adviseurs van de Technologische Dienstverlening Duurzaam Bouwen in
het Brussels Gewest.
Huidige innovatiepraktijk: Soorten innovatie De adviseurs werd gevraagd welk soort innovaties ze in het kader van onderzoeksprojecten,
ontwikkelingen en adviezen geïmplementeerd hebben zien worden in bouwondernemingen.
De adviseurs blijken vooral betrokken te worden bij productinnovatie (77%), maar ook bij projecten
rond procesinnovatie (38%). Ze werden slechts in beperkte mate betrokken bij projecten rond
organisatorische innovatie (15%) en marktinnovatie (15%), wat, gezien de rol van het WTCB als
technisch centrum, niet onlogisch is.
De voorbeelden voor in bedrijven geïntroduceerde innovaties waarbij de adviseurs betrokken
waren, zijn, voor de verschillende types innovatie, in de tabellen hieronder opgenomen.
Productinnovatie
Toegankelijk schrijnwerk
Beton met gerecycleerde granulaten.
Akoestische optimalisatie van bouwelementen
verbetering gevoeligheid van materialen tegen aantasting door micro-organismen
Greenskin groendaken
Verbeterde esthetiek van gebouwelementen (vb erker met onzichtbaar kader), materialen verbeterd op vlak van akoestiek/energie,
Dampscherm van het type Derbipure, ontwikkeld voor daken, gebruikt voor na-isolatie langs de binnenzijde.
Elektromagnetische bestrijding van opstijgend vocht
Ontwikkeling van luchtdichte garagepoorten
Ontwikkeling van bevestigingssysteem voor photovoltaïsche panelen.
Nieuwe lijm voor isolatiemateriaal en luchtdichtheidsfolie
Nieuwe isolatiematerialen
Ontwikkeling van nieuwe producten voor houtskeletbouw
0% 25% 50% 75% 100%
Productinnovatie
Procesinnovatie
Organisatorische innovatie
Marktinnovatie
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
30 / 45
Isolerende snelbouwstenen met gevulde holtes
Nieuwe samenstellingen van wanden, deuren, ramen, ... met verbeterde akoestische prestaties door efficiëntere ontkoppeling en/of verzwaring en/of versoepeling en/of afdichtingen (ramen, deuren, ventilatieroosters, gevelsystemen, vloeren, systeemwanden, enz.)
Thermisch geïsoleerde premuren
Procesinnovatie
Verbetering van productiemethode voor modulair prefab systeem
Verbeterde methode voor het uitvoeren van membranen voor luchtdichtheid
Verbeterde uitvoeringsmethode voor het aanbrengen van dampschermen om performantie te verzekeren
Organisatorische innovatie
Sleutel-op-de-deur bedrijf dat nagaat welke impact drempelloos schrijnwerk (schuiframen) heeft op het bouwproces (timing, plaatsing dichtingen, kritische momenten bij uitvoering)
Kwaliteitskader en bewustere aanpak op de werf door aannemers n.a.v. BENOR
Marktinnovatie
Kwantificering van luchtlekken dat kan gebruikt worden om klanten te overtuigen
Ontwikkeling van een markt voor de renovatie van buitenschrijnwerk op maat van sociale woningbouw
Innovatiecapaciteit: hindernissen voor innovatie De adviseurs werd tevens gevraagd wat zij ervaren als de belangrijkste hindernissen die maken dat
bouwbedrijven hun innovatieprojecten niet succesvol kunnen realiseren.
Daarbij werd vooral het gebrek aan middelen aangehaald als belangrijkste hindernis (62%).
Daarnaast ervaren de adviseurs het gebrek aan informatie en de onzekerheid over de opbrengst van
de innovaties als een belangrijke rem op innovatie (telkens 46%). Een gebrek aan ideeën (23%), de
onzekerheid over de technische haalbaarheid (23%) en een gebrek aan ondersteuning (15%) zijn
volgens de adviseurs slechts in beperkte mate een hindernis.
Daarnaast werd ook aangehaald dat teveel bedrijven op korte termijn denken en te behoudsgezind
zijn, en dat er nog niet zoveel Brusselse bouwbedrijven actief zijn in de houtbouw, waardoor op dat
thema niet veel geïnnoveerd wordt. Bouwbedrijven hebben ook maar zelden een R&D afdeling die
zich specifiek met innovatie kan bezighouden. Tenslotte wordt de impact van regelgeving en de
hieraan gelinkte kosten aangehaald.
Het gebrek aan middelen en de onzekerheid over de opbrengst werden ook door de bouwbedrijven
als belangrijkste hindernis opgegeven. Er zijn echter ook een aantal verschillen die opvallen. Zo
wordt het gebrek aan informatie door de adviseurs veel zwaarder ingeschat dan door de
bouwondernemingen zelf. Ook een gebrek aan ideeën wordt vaker aangehaald door de adviseurs
dan door de bouwondernemingen. Anderzijds zien de bouwondernemingen meer problemen als
gevolg van een gebrek aan ondersteuning.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
31 / 45
Dat laatste is wellicht te verklaren door het feit dat die ondernemingen die de weg naar de
dienstverlening van het WTCB vinden, minder een gebrek aan ondersteuning ervaren.
Toekomstig innovatiemanagement: uitdagingen en trends Aan de adviseurs werd tevens gevraagd voor welke uitdagingen en trends de komende jaren het
meeste nood zal zijn aan nieuwe innovatieve oplossingen.
Zij selecteerden voornamelijk duurzaam bouwen (69%) en vernieuwende bouwmethoden (62%) als
drivers voor nieuwe innovatie, boven demografische trends (38%) en interne bedrijfsverbetering
(31%).
Hier valt op dat vooral interne bedrijfsverbetering door de bouwbedrijven veel belangrijker wordt
ingeschat dan door de adviseurs. Anderzijds schatten de adviseurs het belang van duurzaam bouwen
een stuk hoger in. Bouwbedrijven zoeken kennelijk minder ver naar opportuniteiten voor innovatie
(de eigen werken van het bedrijf verbeteren en de bouwmethoden verbeteren), terwijl de adviseurs
meer denken in termen van grotere trends, zoals duurzaam bouwen.
Op het vlak van interne bedrijfsverbetering verwachten de adviseurs dat er nog potentieel is voor
innovatie om de efficiëntie en de productiviteit te verhogen en om de verliezen op de werf te
verminderen. Anderzijds wordt er ook gekeken naar de omstandigheden op de werf: de
werkomstandigheden kunnen nog verbeterd worden met innovatieve oplossingen, er is tevens nood
aan oplossingen om om te gaan met bepaalde trends op de werf zoals diversiteit onder de
werknemers.
0% 25% 50% 75%
Gebrek aan innovatieve ideeën
Gebrek aan middelen
Gebrek aan ondersteuning
Gebrek aan informatie
Onzekerheid over de technische haalbaarheid vaninnovatief idee
Onzekerheid over opbrengst van innovatie
Andere
0% 25% 50% 75%
Interne bedrijfsverbetering
Vernieuwende bouwmethoden
Duurzaam bouwen
Demografische trends
Andere
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
32 / 45
Op vlak van vernieuwende bouwmethoden wordt onder andere gewezen op het toenemend belang
van renovatie op de bouwmarkt, maar ook op de steeds verhogende eisen door strenger wordende
wetgeving en hogere verwachtingen van de klant op vlak van energetische en akoestische prestaties
maar ook op vlak comfort. Tevens wordt de problematiek van betaalbaar wonen naar voor
geschoven als opportuniteit voor innovatie en zal er meer nood zijn aan prefabricatie, zowel voor
nieuwbouw als voor renovaties.
Op vlak van duurzaam bouwen wordt erop gewezen dat er al een uitgebreid gamma aan oplossingen
is ontwikkeld, en dat er nu vooral nood is aan oplossingen die een vlotte integratie van deze
systemen mogelijk maakt. Daarnaast moet ook meer aandacht gaan naar het gebruiksgemak en een
eenvoudiger installatie van deze systemen. Tenslotte zijn er oplossingen nodig voor de
renovatiemarkt die op grote schaal kunnen toegepast worden op woningen.
Op vlak van demografische trends is het vooral de vergrijzing die een grote nood aan innovatieve
oplossingen veroorzaakt. Vooral het voordeel van het langer zelfstandig thuis wonen wordt naar
voor geschoven als een belangrijke maatschappelijke noodzaak, die echter heel wat innovatieve
oplossingen vereist om in de praktijk succesvol te zijn. Stadsverdichting zal de noodzaak aan
systemen die een voldoende akoestisch comfort garanderen, vergroten. Er zijn nieuwe
woonvormen, zoals kangoeroewonen, die zowel technische als juridische oplossingen vereisen.
Tenslotte kunnen modulaire bouwsystemen mogelijks een antwoord geven op het aanpasbaar
maken van woningen gedurende de levensloop van de bewoners.
Andere bronnen voor innovatie die werden aangehaald zijn de nood aan oplossingen voor logistiek
in de stad , en het spanningsveld tussen de betaalbaarheid en milieuvriendelijkheid van wonen en
bouwen.
De belangrijkste resultaten van de opgegeven thema’s voor innovatie zijn in de tabellen hieronder
opgenomen.
Interne bedrijfsverbetering
Bouwen zal efficiënter moeten, met minder verliezen, met slimmere oplossingen
Veiligheid op de werf
Werkomstandigheden verbeteren
Oplossingen om om te gaan met multiculturaliteit op de werf
Kostenbesparingen en productiviteitsverhoging
Vernieuwende bouwmethoden
Renovatie is en blijft een uitdaging, in combinatie met beter gebruik van de beschikbare ruimte.
Problematiek van demontabel bouwen
Opschaling naar wijkniveau van bepaalde principes: bv. energieopwekking
Snelheid van uitvoering, kwaliteitsborging, beperking van hinder voor de opdrachtgever
Integrale, geprefabriceerde systemen waar de volledige productieketen beter onder controle gehouden wordt
Verbetering van (bestaande) innovatieve concepten/producten op vlak van renovatie van façades en vocht en vochtbestrijding
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
33 / 45
Prefabricatie in houtbouw
Ontwikkeling van oplossingen voor uitbreidingen
Ontwikkeling van oplossingen met hoge prestaties voor scheidingsmuren met lichte bouwmethoden
Duurzaam bouwen
Bouwmaterialen met lage emissie van schadelijke stoffen
Methoden om mensen bewust te maken
Innovatieve oplossingen die een gezond binnenmilieu garanderen
Integratie van bestaande performante systemen
Ontwikkeling van systemen die eenvoudiger te installeren zijn op de werf
Oplossingen die het gebruiksgemak van hernieuwbare energiesystemen verbeteren
Aanpassen van bouwmethoden op de toenemende isolatiegraad
Renovatieconcepten die op grote schaal toegepast kunnen worden
Demografische trends
Alternatieve woonvormen om levenslang thuis te wonen.
Verdichting van woonweefsel vereist bouwvormen en producten die aan hogere akoestische normen voldoen
Nood aan oplossingen voor juridische problemen met alternatieve woonvormen (bv. kangoeroewonen,…)
Nood aan oplossingen om met stedelijke densiteit te bouwen met behoud van comfortniveau
Modulaire woningen die mee evolueren met levensloop (bv. een beperkt deel van woning blijven huren nadat de kinderen het huis uit zijn)
Andere
Logistiek in de stad
Methoden die milieueisen en nood aan betaalbaarheid verenigen
Toekomstig innovatiemanagement: duurzaam bouwen Tenslotte werd de adviseurs gevraagd naar de aspecten binnen duurzaam bouwen waarvoor er nood
is aan verdere innovatie, en in hoeverre dat ze denken dat bouwbedrijven dit zelf zullen opnemen.
Hiervoor werd opnieuw de thematische onderverdeling gebruikt van het Brussels Research Platform
(www.brusselsresearch.be).
Volgens de adviseurs is er in de eerste plaats ruimte voor innovatie op het vlak van afvalbeheer en
recyclage, alsook op vlak van het bouwproces (telkens meer dan 60%). Voor beide thema’s wordt
verwacht dat de bouwbedrijven zelf ook een inspanning zullen leveren.
Daarnaast worden er heel wat mogelijkheden voor innovatie gezien op vlak van ontwerp, mobiliteit
en de behandeling en het rationeel gebruik van water (telkens meer dan 50%). Hoewel voor dat
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
34 / 45
laatste thema verwacht wordt dat de bouwbedrijven ook zullen innoveren, wordt niet verwacht dat
ze een belangrijke bijdrage leveren tot innovatie op vlak van ontwerp en mobiliteit.
Andere thema’s waar veel nood voor innovatie is (meer dan 40%), zijn beheer en ICT,
energieperformantie van de gebouwschil, energieproductie met wind, toegankelijkheid en
akoestiek. Van deze thema’s wordt enkel voor beheer en ICT en energieperformantie van de
gebouwschil een belangrijke bijdrage van de bouwbedrijven zelf verwacht.
Naast de hierboven aangehaalde thema’s, wordt vooral op vlak van economische valorisatie en
veiligheid verwacht dat de bouwbedrijven zullen willen innoveren.
Een opmerkelijk verschil tussen de verwachtingen van de adviseurs op vlak van innovatie door de
bouwbedrijven zelf en de intenties van de respondenten uit de bouwsector is de grote intentie
vanuit de bouwsector om te innoveren op sociale thema’s, zoals mobiliteit, gezondheid en
akoestiek. Blijkbaar is het bewustzijn onder de bouwbedrijven van het toekomstig belang van deze
thema’s groter dan verwacht.
0% 20% 40% 60% 80%
ALGEMENE ITEMS
Ontwerp
Bouwproces
Beheer & ICT
Analyse & diagnose
Verificatie & monitoring
Economische valorisatie
ENERGIE ITEMS
Gebouwschil
Technologieën voor traditionele energieproductie
Energieproductie met waterkracht
Energieproductie met wind
Energieproductie met zonne-energie
Energieproductie met biomassa
Energieproductie met brandstofcel
Geothermie
andere technieken voor energieproductie
SOCIALE ITEMS
Mobiliteit
Toegankelijkheid
Akoestiek
visueel comfort
Gezondheid
Veiligheid
Culturele en sociale waarde
NATUURLIJKE HULPBRONNEN
Afvalbeheer & recyclage
Grond (behandeling)
Water (behandeling, rationeel gebruik & beheer)
Lucht (behandeling & beheer)
Biodiversiteit
Er is nood aan innovatieve oplossingen voor
Ik verwacht dat bouwbedrijven innovatieveoplossingen zullen zoeken voor
0% 20% 40% 60% 80%
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
35 / 45
Andere thema’s die door de adviseurs lager werden ingeschat als driver voor innovatie door de
bouwbedrijven zelf, zijn het ontwerp van gebouwen en afvalbeheer en recyclage.
Anderzijds is er wel een grote overeenstemming tussen de thema’s waarvoor de respondenten uit
de bouwsector verwachten dat andere instellingen innoveren en de thema’s waarvoor de adviseurs
zelf een nood zien voor innovatie. De grootste verschillen vinden we bij de thema’s gezondheid,
culturele en sociale waarde van gebouwen en grond- en luchtbehandeling, waarvoor de bouwsector
meer nood aan innovatie ziet dan de adviseurs.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
36 / 45
Bijlage 3: Integrale enquête
o Bolletjes geven aan dat er maar 1 mogelijkheid is
□ Vierkantjes geven aan dat meerdere mogelijkheden aangeduid mogen worden
1 Karakterisering onderneming
a. Wat is het aantal werknemers en zelfstandigen in uw onderneming?
o (1-9) werknemers
o (10-49) werknemers
o (50-249) werknemers
o (>250) werknemers
b. Wat zijn de activiteiten van uw onderneming?
□ Aannemer
□ Ruwbouw
□ Afwerking
□ Installaties
□ Architect
□ Studiebureau
□ Producent
□ Leverancier
□ Bouwpromotor/Immobiliën (privé)
□ Bouwheer overheid
□ Administratie
□ Onderzoeksinstelling
□ Andere Specifieer
c. Hoeveel jaar is uw onderneming reeds actief?
o < 6 jaar
o 6-15 jaar
o 16-30 jaar
o > 30 jaar
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
37 / 45
2 Huidige innovatiepraktijk In deze enquête wordt onder innovatie verstaan: De geslaagde invoering van nieuwe vormen van
toegevoegde waarde.
Voorbeelden hiervan zijn:
-- nieuwe producten of concepten (nieuwe bouwmaterialen, ...)
-- nieuwe processen (nieuwe bouwmethode die wordt toegepast, ...)
-- een nieuwe dienst die aan de klant wordt aangeboden
-- een substantieel nieuwe manier van werken (nieuwe werkorganisatie op de werf, ...)
a. Wat is voor uw bedrijf van toepassing?
o Mijn bedrijf is proactief met innovatie bezig (proactief zoeken naar innovatieve oplossingen om kosten te besparen, nieuwe producten ontwikkelen, om de interne organisatie te verbeteren, …)
o Mijn bedrijf is enkel met innovatie bezig wanneer zich een directe nood voordoet (een specifiek probleem oplossen, reageren op een directe vraag van de klant, …)
o Mijn bedrijf is niet met innovatie bezig
o Andere:
b. Heeft u de laatste 5 jaar een nieuwe innovatie geïntroduceerd?
Onder innovatie wordt verstaan: De geslaagde invoering van nieuwe vormen van toegevoegde
waarde (zoals een nieuwe product of concept, een nieuw bedrijfsproces of dienst, een substantieel
nieuwe manier van werken, …).
o Nee: mijn bedrijf heeft geen innovaties proberen te introduceren.
Beantwoord vragen 2.8, 3.2, 3.3, 3.4, 4.1
o Nee: opgestarte innovatieprojecten hebben immers niet geleid tot de succesvolle introductie van innovaties.
Ga naar vraag 2.3 (met aangepaste vraagstelling)
o Ja Ga naar vraag 2.3 o Minder dan één keer per jaar o Minstens één keer per jaar
c. Indien ‘Ja’ of ‘Nee, opgestarte innovatieprojecten…’: Over welk type innovatie ging
het?
□ Productinnovatie Zoals: de verkoop of het gebruik van zelf-ontwikkelde of sterk verbeterde producten, een nieuw ontwikkelde dienstverlening, …
Specifieer: - -
□ Procesinnovatie Zoals: zelf-ontwikkelde verbetering of vernieuwing in bouw- en assemblagemethoden, nieuwe logistieke processen of ondersteunende activiteiten, nieuw ontwikkelde machines en uitrusting of ICT-systemen, …
Specifieer: - -
□ Organisatorische innovatie
Zoals: innovatie in de werkorganisatie of het werkopvolgingssysteem, innovatie op vlak van samenwerking met andere bedrijven (vb. toeleveranciers), innovatie in kennismanagement, …
Specifieer: - -
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
38 / 45
□ Marktinnovatie Zoals: innovatieve manier van prijsbepaling of communicatie naar de klant, nieuwe verkoopmethoden, nieuwe aanpak op vlak van marketing of contractering, …
Specifieer: - -
d. Indien niet vertrouwelijk, om welke (geplande) innovaties ging het precies?
(Optioneel)
e. De innovaties die geïntroduceerd of opgestart werden, zijn:
□ Eenmalige innovatieve oplossingen voor een specifiek probleem / een specifieke vraag binnen een bepaald project
□ Innovatieve oplossingen die nadien regelmatig werden toegepast / gebruikt in andere projecten
□ Innovatieve oplossingen die expliciet als nieuw product / dienst naar klanten toe gecommuniceerd worden
De geplande innovaties waren:
□ Eenmalige innovatieve oplossingen voor een specifiek probleem / een specifieke vraag binnen een bepaald project
□ Innovatieve oplossingen die nadien regelmatig zouden toegepast / gebruikt worden in andere projecten
□ Innovatieve oplossingen die expliciet als nieuw product / dienst naar klanten toe gecommuniceerd zouden worden
f. De in mijn bedrijf geïntroduceerde innovaties
□ Zijn volledig binnen het bedrijf ontwikkeld Ga naar vraag 2.8 □ Zijn door mijn bedrijf ontwikkeld met medewerking van andere bedrijven/instellingen
□ Zijn volledig door andere bedrijven/instellingen ontwikkeld
□ Zijn door anderen ontwikkeld, en mijn bedrijf heeft een licentieovereenkomst gesloten
De in mijn bedrijf geplande innovaties
□ Zouden volledig binnen het bedrijf ontwikkeld zijn
Ga naar vraag 2.8
□ Zouden door mijn bedrijf ontwikkeld zijn met medewerking van andere bedrijven/instellingen
□ Zouden volledig door andere bedrijven/instellingen ontwikkeld zijn
□ Zouden door anderen ontwikkeld zijn, en mijn bedrijf zou een licentieovereenkomst gesloten hebben
g. Indien in het kader van de ontwikkeling/implementatie van innovaties is
samengewerkt met externe partners, om welke partners ging het?
□ Andere bedrijven (bouwbedrijven, fabrikanten, …)
□ Klanten of afnemers
□ Beroepsfederaties
□ Onderzoeksinstellingen (WTCB, OCW, universiteiten, hogescholen,…)
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
39 / 45
□ Consultancy / adviesbureaus
□ Architecten
□ Ingenieursbureau
□ Overheidsinstellingen (Impulse.Brussels, BIM, …)
□ Andere :
h. Wat zijn de primaire drijfveren/doelstellingen om aan innovatie te doen? In
welke mate zijn deze doelstellingen bereikt?
Drijfveren Bereikte resultaten*
Minder dan
verwacht
Zoals verwacht
Beter dan
verwacht ?
Groter marktaandeel realiseren □ □ □ □ □ □
(Productie-)capaciteit verhogen (verhogen aanbod)
□ □ □ □ □ □
Nieuwe markten betreden, diversifiëren van aanbod
□ □ □ □ □ □
Kostenbesparing voor bedrijf □ □ □ □ □ □ Waardecreatie voor klant (betere prestaties, betere kwaliteit, …)
□ □ □ □ □ □
Verbeterde werkomstandigheden voor personeel
□ □ □ □ □ □
Milieu en/of gezondheidsimpact verbeteren □ □ □ □ □ □ Aanpassen aan nieuwe regelgeving □ □ □ □ □ □ Innovatief imago cultiveren □ □ □ □ □ □ Concurrenten volgen □ □ □ □ □ □ Andere : Specifieer:
□ □ □ □ □ □
- - (resultaten waren veel minder dan verwacht) + + (de resultaten losten de verwachtingen ruimschoots in) ? (ik weet niet)
In parallelle track voor bedrijven zonder innovaties (vraag 2.b): zonder deel ‘doelstellingen bereikt’
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
40 / 45
3 Innovatiecapaciteit
a. Ik vind dat mijn onderneming voldoende innovatie introduceert
o Ja
o Nee
b. Hoe wordt het innovatieproces ondersteund of gestimuleerd binnen het bedrijf?
□ Er is een functie binnen bedrijf dat innovatie faciliteert (vb. innovatiemanager)
□ Het zoeken naar innovatieve ideeën wordt aangemoedigd (via interne communicatiekanalen, workshops, …)
□
□ Er is ondersteuning voor het uitwerken van innovatieve ideeën (er kan tijd of budget worden vrijgemaakt voor het uitwerken van innovatieve ideeën
□ Creatieve werknemers worden beloond (vb. met de innovatiepremies van de federale overheid om creatieve werknemers te belonen)
□ Andere :
c. Innovatie in mijn bedrijf wordt gehinderd door
□ Gebrek aan innovatieve ideeën
□ Gebrek aan middelen (financieel, tijd, personeel, …)
□ Gebrek aan ondersteuning (zoeken van partners, technische ondersteuning, …)
□ Gebrek aan informatie (regelgeving, bescherming intellectuele eigendom, …)
□ Onzekerheid over de technische haalbaarheid van innovatief idee (technische haalbaarheid, duur van ontwikkelingsproces, …)
□ Onzekerheid over opbrengst van innovatie (vraag bij klanten, te verwachten kostenbesparing, …)
□ Andere Specifieer:
d. Heeft u tijdens uw innovatieproject gebruik gemaakt van financiële of andere
(overheids)steun?
Financiële steun Andere steun
(advies rond regelgeving, zoeken van partners, …)
Van gewestelijke overheden □ □ Ga naar vraag 3.6 Van de federale overheid □ □
Van de Europese Unie □ □
Andere : Specifieer:
□ □
Geen (overheids)steun □ □
e. Specifieer
f. Indien ‘Geen (overheids)steun’: dit is
□ Omdat daar geen noodzaak toe was
□ Omdat de vraag tot overheidssteun niet aanvaard werd
□ Omdat de vraag tot overheidssteun wel werd overwogen/aangevat, maar niet finaal ingediend werd
□ Omdat de mogelijkheden tot overheidssteun mij niet bekend waren
□ Andere :
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
41 / 45
4 Toekomstig innovatiemanagement
a. Voor welke uitdagingen en trends zal volgens u de komende jaren het meeste
nood zijn aan nieuwe innovatieve oplossingen?
□ Interne bedrijfsverbetering Zoals: kostenbesparingen, elektronische hulpmiddelen, werfmachines, werkomstandigheden en veiligheid
Specifieer:
□ Duurzaam bouwen Zoals: isolatie, hernieuwbare energie, milieu-impact van gebouwen
Specifieer:
□ Vernieuwende bouwmethoden Zoals: Prefabricatie, smart cities, onderhoudsvriendelijk bouwen, …
Specifieer:
□ Demografische trends Zoals: bevolkingstoename, vergrijzing van de bevolking, nieuwe woonvormen (kangoeroewonen, collectieve woningen, …), betaalbaar wonen, …
Specifieer:
□ Andere
Specifieer:
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
42 / 45
b. OPTIONEEL: Voor welke aspecten binnen duurzaam bouwen plant u de komende
jaren actief naar innovaties te zoeken (door eigen ontwikkeling)? Op welke
aspecten wil u dat externe (onderzoeks-)organisaties actief naar innovatieve
oplossingen zoeken?
IK plan ACTIEF te innoveren door (te participeren in) de ontwikkeling van innovatieve oplossingen
Ik verwacht dat EXTERNE (onderzoeks-) organisaties zoeken naar innovatieve oplossingen
Algemene items
Ontwerp □ □
Bouwproces □ □
Beheer & ICT □ □
Analyse & diagnose □ □
Verificatie & monitoring □ □
Economische valorisatie □ □
Energie items
Gebouwschil □ □
Technologieën voor traditionele energieproductie
□ □
Energieproductie met waterkracht □ □
Energieproductie met wind □ □
Energieproductie met zonne-energie □ □
Energieproductie met biomassa □ □
Energieproductie met brandstofcel □ □
Geothermie □ □
andere technieken voor energieproductie □ □
Sociale items
Mobiliteit □ □
Toegankelijkheid □ □
Akoestiek □ □
visueel comfort □ □
Gezondheid □ □
Veiligheid □ □
Culturele en sociale waarde □ □
Natuurlijke hulpbronnen
Afvalbeheer & recyclage □ □
Grond (behandeling) □ □
Water (behandeling, rationeel gebruik & beheer)
□ □
Lucht (behandeling & beheer) □ □
Biodiversiteit □ □
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
43 / 45
5 Extra
a. Om me te informeren aangaande innovatie of trends voor innovatie, maak ik
gebruik van ?
□ Info vanuit mijn federatie
□ Info vanuit WTCB of OCW
□ De Technologische adviesdienst van WTCB
□ De Technologiewatch.be of octrooicel van WTCB
□ Info vanuit fabrikanten en leveranciers
□ Info vanuit Innoviris, het Brussels Instituut voor onderzoek en innovatie
□ Info vanuit Impulse.Brussels (voorheen ABE-BAO)
□ Andere :
b. In welke mate kent u of gebruikt u volgende hulpmiddelen voor innovatie?
+ meer info over hulpmiddelen (met popupvenstertjes)
Ken ik Gebruik ik
Diensten voor innovatie-ondersteuning
Technologische Dienstverlening Duurzaam Bouwen in het Brussels Gewest (WTCB, CBB-H, Innoviris)
□ □
Technology Watch □ □
Brussels Research Platform databank □ □
Octrooicel van het WTCB □ □
Impulse.Brussels (voorheen Brussels Agentschap voor Ondernemen) en Cluster Ecobuild
□ □
Facilitator Duurzame gebouwen (BIM) □ □
De Cel Beheer en Innovatie (CBB-H) □ □
Financiële ondersteuning door Innoviris:
Boost □ □
Evaluate □ □
Upgrade □ □
Shape □ □
Explore □ □
Launch □ □
TD Duurzaam Bouwen De Technologische Dienstverlening is de gratis dienst die als doelstelling heeft om het algemene competentie- en kennisniveau van de Brusselse bouwsector te verhogen, en meer specifiek innovatieve praktijken en technologieën die beantwoorden aan de nieuwe uitdagingen en voorschriften van duurzaam bouwen en duurzame ontwikkeling te stimuleren. Hiervoor richt ze zich tot alle Brusselse ondernemingen van de bouwsector, met zowel collectieve acties (cursussen, conferenties, publicaties, …) als individuele technologische ondersteuning omtrent duurzame en innovatieve technieken.
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
44 / 45
Voor meer info: http://www.wtcb.be/go/td-duurzaambouwen
Technology Watch De Technology Watch houdt u op de hoogte van de nieuwste innovatieve ideeën en producten uit de bouwsector. U zal er producten tegenkomen die reeds op de markt zijn, maar tevens producten of ideeën die nog in de ontwikkelingsfase zitten. Laat u inspireren door de laatst toegevoegde items, schrijf u in op de nieuwsbrief om steeds op de hoogte te blijven, of raadpleeg het on-line archief. www.technologywatch.be
Brussels Research Platform
Het Brussels Onderzoeksplatform Duurzaam Bouwen wil onderzoek en ontwikkeling in de Brusselse bouwsector stroomlijnen. Het inventariseert de onderzoeksdomeinen van de Brusselse onderzoeksinstellingen en vormt zo een portaal om samenwerking tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen bij elkaar te brengen rond innovatieprojecten.
Octrooicel van het WTCB De WTCB Octrooicel is een gratis informatiedienst betreffende octrooien voor KMO’s in de bouwsector. De Octrooicel van het WTCB beoogt de sensibilisatie van de bouwsector in het belang van de intellectuele eigendom en een optimaal gebruik van octrooien bij innovatie in de bouw. De cel levert enerzijds informatie over het lanceren en beschermen van uitvindingen en anderzijds advies wat betreft het uitbaten van de wetenschappelijke kennis vervat in bestaande octrooien. www.octrooicel.be
Impulse.Brussels Impulse.brussels werd in 2003 opgericht door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en biedt diensten aan voor elke startende of ervaren ondernemer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Impulse.Brussels geeft universele informatie aan ondernemers, biedt gespecialiseerde begeleiding aan en stimuleert innoverende sectorale projecten. http://www.abe-bao.be/
Cel Beheer en Innovatie Doelstelling van de begeleiding is het opkrikken van het concurrentievermogen van uw bedrijf. De Cel Beheer en Innovatie heeft als doel het verbeteren van uw interne organisatie, uw strategie, u tijd te laten winnen, de papiermolen te verkleinen … en zo uw huidige en toekomstige ontwikkeling te bevorderen.
Boost De actie Boost geeft kleine Brusselse ondernemingen de mogelijkheid om snel en tegen een lage kostprijs een technische opdracht van korte duur te laten uitvoeren door een onderzoekscentrum. Het kan gaan om de controle van een vernieuwend idee of een éénmalige expertise ter ondersteuning van een vernieuwend project.
Evaluate Via de actie Evaluate steunt Innoviris Brusselse KMO’s die technische haalbaarheidsstudies willen uitvoeren voordat hun project in industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling gelanceerd wordt. De technische haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd door een erkende consultant of een gespecialiseerde instelling (universiteit, hogeschool, collectief onderzoekscentrum) met minstens twee jaar
Brusselse
Innovatie-Enquête
Bouw
45 / 45
ervaring.
Upgrade De actie Upgrade financiert ondernemingen met een project in proces-of organisatie-innovatie. Bij procesinnovatie ontwikkelt en integreert u een nieuwe of aanzienlijk verbeterde productie-of distributiemethode in uw bedrijf. Daarbij brengt u belangrijke veranderingen aan in de technieken, materialen en/of software die u gebruikt. Bij organisatie-innovatie ontwikkelt en integreert u een nieuwe organisatiemethode voor uw core business, uw werkomgeving of de externe communicatie van uw onderneming. U gebruikt en exploiteert daarvoor vernieuwende informatietechnologieën (ICT).
Shape Via de actie Shape financiert Innoviris experimentele ontwikkelingsprojecten. Experimentele ontwikkeling is een activiteit waarbij de resultaten van industrieel onderzoek worden geconcretiseerd door prototypes te maken van producten, processen of diensten die niet worden gecommercialiseerd voor het einde van het project.
Explore Via de actie Explore financiert Innoviris industriële onderzoeksprojecten. Industrieel onderzoek is het geheel van acties, kritisch onderzoek en gepland werk dat leidt tot nieuwe handelingen en wetenschappelijke kennis. De resultaten van industrieel onderzoek worden gebruikt om een product, proces of dienst te perfectioneren.
Launch De actie Launch stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De projecten die in het kader van deze actie woren gefinancierd, leiden tot de oprichting van een onderneming in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en valoriseren commerciële producten, processen of diensten die voortvloeien uit voorafgaand onderzoek.
c. [Optioneel] Wenst u in de toekomst op de hoogte gehouden te worden over de
diensten voor innovatie-ondersteuning in het Brussels Gewest?
o Ja Naam
Voornaam
Bedrijf
o Nee