BOEK A A F K O N D I G I N G .

Recueil des travaux techniqnes des officiers du génie de l'arméeBeige. Deel L 1807. — Ixelles. Imprimerie ;ï vapenr S. EGGERICX,Hue du Prince Albert 4(>.

Blijkens het voorbericht wordt dit „Recueil" uitgegeven door degenie-officieren van het Belgische leger. Het doel is hunne studiën over<le verschillende onderwerpen, op hun wapen betrekking hebbende,algemeen bekend te maken, terwijl er ook vertalingen van vreemdewerken in kunnen worden opgenomen.

Het „Recueil" zal niet op geregelde tijden verschijnen, maar alleendan, wanneer het aan de lezers een voldoend aantal artikelen zal kun-nen aanbieden.

De commissie van redactie, gepresideerd door den Inspecteur-Generaalvan het Wapen, waarborgt aan de schrijvers der verschillende artikelende meest mogelijke vrijheid van denkbeelden. De schrijvers dragenechter ook de geheele verantwoordelijkheid voor de denkbeelden, die zijontwikkelen, en de theorieën, die /ij verdedigen.

In deel I worden verschillende onderwerpen behandeld, alle betrek-king hebbende op genie-werkzaamheden.

Men vindt er o.a. over: Inrichting van duurzame versterkingen, eentweetal artikelen, nl. één van den Generaal BIUALMONT en één van denKapitein DEGUJSE. Verder worden er in aangetroffen:

Beschouwingen over het nut van de kennis van geologie voor denIngenieur, door Kapitein E. CUVELIER;

Een artikel betreffende geblindeerde schuilplaatsen in de veldverster-kincjskunst, door Kapitein E. JAMOTTE;

Beschouwingen over aanval en verdediging van vestingen, door Kapi-tein MILLARD;

Een studie over de stabiliteit van kappen, door Luitenant H. RABOZÉE;Een ontwerp van eene brug tot het overschrijden van droge grachten^

door Luitenant E. MATHIEU ; enEene methode voor het sneller maken van mijnen, door Luitenant

l'. GILLET.Hoewel natuurlijk meer in 't bijzonder op de toestanden in België

betrekking hebbende, laat het zich naar den inhoud van deel I aan-zien, dat ook van menig artikel door den Nederlandschen genie-officiermet belangstelling zal worden kennis genomen. S.

Appareil de puintage h ligne de miresurélevéeautobathymétrique-du Capitaine FROISSART. Bruxclles, Librairie militaire C. Mu-O.UARDT, 1897.

In deze brochure geeft de Kapitein FHOISSART van het 15e RegimentArtillerie, te Douay, eene beschrijving van twee door hem uitgedachtetoestellen: „Ie Parallèlogramme articulé", en „la Vigie de batterie",welke naar zijne meening belangrijke hulpmiddelen kunnen zijn bij hetindirecte richten eener veldbatterij.

De eerste is een om de vier hoekpunten scharnierend parallelogram,welks onderzijde in de richting van de as der ziel op het kanon ge-plaatst wordt, terwijl de bovenzijde, welke een vizierkorrel en eenoogdop draagt, eene richtlijn vormt, die 2.20 M. boven den grond ligt,en aldus de mogelijkheid opent aan een voor het gezicht volkomengedekt staand kanon de vereischte zijdelingsche richting op eenvoudigewijze te geven.

De „Vigie de batterie" bestaat uit een mand, gedragen door tweesteunen, die draaibaar op de as van elk artillerie-voertuig bevestigd endoor een eenvoudig windwerk opgericht kan worden, zoodat het oogvan den in de mand geplaatsten waarnemer zich op 4.50 M. boven dengrond bevindt. De S. deelt mede, dat deze inrichting, op eene affuitopgesteld, met den waarnemer daarin geplaatst zonder bezwaar bijhet vuur gebezigd is kunnen worden.

Of en in hoeverre beide toestellen, die op de in 1897 gehouden ten-toonstelling te Brussel aanwezig waren, voor den oorlog bruikbaar enboven de tot dusverre bij ons gebruikelijke hulpmiddelen voor de indi-recte richting te verkiezen zijn, zou alleen door proefnemingen kunnenworden uitgemaakt. „, „ „.

Jaarboekje van den Algeineenen Nederlandschen Vredebond.1898. 's Gravenhage. F. J. BELINFANTE, voorheen A. D. SCHINKEL.

Evenals in vorige jaren vestigen wij ook thans weder de aandachtonzer lezers op het onlangs verschenen Jaarboekje van den AlgemeenenNederlandschen Vredebond en daardoor tevens op het streven van dienBond, dat onvermoeid gericht blijft op de verwezenlijking van zijn doel :„den vrede tusschen de beschaafde staten te bevorderen, inzonderheiddoor het denkbeeld ingang te doen vinden, dat geschillen tusschennatiën door schcidsrechterlijke uitspraak behooren te worden beslecht".Wij zullen wel niet behoeven te verzekeren, dat wij dat streven metonverdeelde belangstelling blijven volgen en van harte hopen, dat een-maal bewaarheid mogen worden de woorden van EMILE DE LAVELEYE,waar hij zegt:

Néanmoins tout en voyant que nous aurons encore a traverser desguerres terribles je ne crains pas de dire que si la civilisationcontinue a progresser, la guerre cessera entre les nations comme elle acessé entre les citoyens d'un même état. * * *

232

Leidraad voor liet kader der Artillerie-Schutterij, samengestelddoor S. Mos, le Luitenant-Adjudant der Artillerie-Schutterij, teAmsterdam. G A A K L A X D T <fc VAX Loov, Amsterdam 1898.

Hoe? Thans nog een Leidraad voor het kader der Artillerie-Schutterij ?Is niet door de Volksvertegenwoordiging ])ij herhaling te kennen

gegeven, dat «n/e schutterij is: „eene verouderde instelling, waaraan,volkomen /onder nut, geld en tijd der natie worden verspild"; euwat meer zegt — wordt de/e uitspraak niet door de overgroote meer-derheid des volks gedeeld? Is niet, in toongevenden militairen kring, ')de overtuiging uitgesproken „dat het urgent is de Wet van 11 April1827 door eene andere te vervangen, die op de hoogte is van harentijd, en waardoor aan een onhoudbaren toestand een einde wordt ge-maakt?" Welnu, die nieuwe wet ligt immers reeds in portefeuille gereed!Heeft niet on/e tegenwoordige Regeering, in de Memorie van Antwoordop het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk VIII der Staatsbegrootingvoor het dienstjaar 1898, volgaarne de verklaring afgelegd: „dat zijzich stellig tot taak heeft gesteld, niet de invoering van den persoon-lijken dienstplicht alléén, maar tevens de reorganisatie van de levendestrijdkrachten?"

Dus.... on/e Artillerie-Schutterij zal de naderende eeuw wel nietmeer beleven; de aangekondigde Leidraad is een doodgeboren vrucht!....

Eilieve! Is dit U ernst, voortvarende Lezer, die in de boven neer-geschreven ontboezeming de gedachten vindt weergegeven, welke bijU opkwamen, toen gij op blad/. 118 van dit Tijdschrift den titel laastvan de hieronder aan te kondigen peniienvrucht?

Laat ons de /aak van een practisch standpunt bezien!De feitelijke toestand is dat thans, en in de eerstvolgende jaren,

voor de verdediging des lands, onder meer, wordt gerekend op 25 com-pagnieën Artillerie-Schutterij en wel: uit Amsterdam 6, uit Dordrecht 4,uit 's Gravenhage eu Utrecht elk 3, uit Gorinchem en den Helder elk2 compagnieën en voorts l compagnie uit elk der gemeenten Brielle,Hellevoctsluis, Schoonhoven, Wcesp en Woerden.

Onze vestingartillerie, die in verhouding tot het groot aantal geschut-opstellingen, voor de verdediging onzer liniën en stellingen vereischt,numeriek te zwak is, kan de handlangers, welke haar uit de schutterijzijn toegezegd, geenszins ontberen. Gesteld eens — en dit is het meestgunstige geval — dat een wetsontwerp tot reorganisatie onzer levendestrijdkrachten, nog vóór het einde van dit jaar, in staat van wijzenkomt, voorts dat de Schutterij wet nog voor het einde der eeuw dooreene meer moderne „wet voor de legerreserve" is vervangen, dan

*) De Vereeniging Ier beoefening van de Krijgswetenschap, in hare bijeen-komst van 29 November 1895, te Amsterdam.

233

Snco) rhettS vanJo„s Voo,sclu-ift op den Velddienst, worde*

hoofdzakelijk behandeld :l Het onderricht aan ongeoetenden.

H De bediening der kanonnen van 12 cM. K., 10 cM. en 8 cM. Bi.,op affuiteu met beweegbare verhoogstnkken. .

III. Wenken voor het kader in tijd van oorlog of In, wer

Om ê beknoptheid - welke noodzakelijk is, l^bet gering

uitmaken van liet sluitstuk.

,cien der Infanterie. 18(.)8).

Wi, „e Leid»,. »»tsMil. Spec. •«.»«.

234

waartoe het zesde hoofdstuk van de eerste afdeeling der Wet van denllen April 1827 — de ruim 70-jarige — den weg aanwijst.

F. D.

Exercitie-Reglement voor Militaire Wielrijders, aangeboden aande Nederlandsche Weerbaarheids-Vereeniging.

Dit werkje, samengesteld door den WelEcl. Gestr. Heer J. F. WII.KKNS,Kapitein der d d. Schutterij (Rotterdam, November 1897), kwam onsonder de oogen, nadat wij reeds eenigen tijd te voren hadden kennisgemaakt met het „Voorschrift betreffende het Rijwiel en de Wielrijders-oefeningen bij de Infanterie" (Breda, ter Stoomdrnkkerij van H. ENCF.L-BRECHT, 18!)7).

Behalve eenige net uitgevoerde lichtdrukken, aangaande het opvouwenen het weder uitvouwen van het Folderryvriel, bevat het eerstgenoemdereglement verschillende commando's, met beschrijving der uitvoeringdaarvan, aangaande de oefeningen, welke de schrijver zich voorsteltdoor de Wielrijders der Xederlandsche Weerbaarheids-Vereeniyiinj tedoen doorloopen •- Gaarne luidden wij er tevens in opgenomen gezieneene nadere beschrijving van de onderdeelen der Machine, alsmede vande wij/e, waarop enkele kleine herstellingen door den gebruiker zelfzijn te verrichten.

Het wil ons voorkomen dat de schrijver tijdens de samenstelling vanzijn „Exercitie-Reylcment", waarschijnlijk niet bekend was met hetbestaan van bovengenoemd ,, Voorschrift".

Bij een eventueelen herdruk zouden wij hem willen aanraden, zijnboekje uit te breiden in den geest als het hierbij aangehaalde. Boven-dien zouden dan de handgrepen met het geweer (op blz. 13, 14 en 15)kunnen vervallen, als niet direct tehuis behoorende in een „Exercitie-Reglement voor Militaire Wielrijders". C. H. S.