ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

9
sectormonitor industrie

description

ABN AMRO verwacht omzetherstel Nederlandse industrie in 2013. Met name de machinebouw en chemie zullen de kar trekken, maar ook andere industrietakken zullen groeien.

Transcript of ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

Page 1: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

sectormonitorindustrie

Page 2: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

IK HOUD NIET VAN ONVERWACHTE VERRASSINGEN

Ik ben zo iemand die van een verrassing houd zolang ik het maar van te

voren weet. Bij onverwachte verrassingen weet ik me vaak geen

houding te geven. Grondstofprijzen blijven ook verrassen. Langjarig

gezien is de beweging duidelijk. Sinds 2003 stijgen alle

grondstofprijzen of het nu olie, staal, koper, graan of soja betreft. De

welvaart in het Westen en de toenemende vraag uit de snelgroeiende

BRIC-landen zorgen voor hoge prijzen. Als we echter kijken naar de

prijzen van grondstoffen op weekbasis dan stuitert de prijsgrafiek alle

kanten op. Elke dag weer volop verrassing.

Dure grondstoffen zijn niet direct het probleem

Voor de ondernemer zijn hoge grondstofprijzen niet echt het probleem.

Prijsverhogingen kunnen veelal doorberekend worden aan de

eindafnemer. Het is juist de toegenomen volatiliteit van de

grondstofprijzen die zorgt voor margedruk. Tijdelijke marktverstoringen

zoals misoogsten, natuurgeweld of onrust maar ook speculatie op de

beurs zorgen direct voor prijsschommelingen. Deze prijsvolatiliteit blijkt

de laatste jaren sterk te zijn toegenomen. Het opvangen wordt steeds

moeilijker. Ondernemers kunnen veelal de grondstofprijsverhoging met

vertraging doorberekenen aan de afnemer. De machtspositie van de

onderneming binnen de gehele keten zorgt echter voor grote verschillen

in snelheid van prijsaanpassing. Toeleveranciers in de

voedingsmiddelenindustrie en automotive bijvoorbeeld hebben maar

beperkte macht om snel prijsverhogingen door te voeren. Hoge

grondstofprijzen zorgen hier direct voor lagere winstmarges.

Toegevoegde waarde beste buffer tegen prijsschommelingen

Hoe kan je als ondernemer het beste wapenen tegen prijsfluctuaties?

Ten eerste dient de standaard verkoopovereenkomst eens goed tegen

het licht gehouden te worden. Welke mogelijkheden zijn er om tot een

tussentijdse prijsaanpassing te komen? Kan er vooraf een bepaalde

prijsbandbreedte afgesproken worden? Kan de vertraging in

doorberekening worden verkleind van halfjaarlijks naar bijvoorbeeld

maandelijks? Ten tweede bestaan er voor veel grondstoffen

afdekkinginstrumenten (hedging) zoals termijncontracten en opties.

Vraag om advies, de specialisten van ABN AMRO hebben

tegenwoordig ook instrumenten om kleine volumes in te dekken tegen

prijsrisico’s. Tenslotte, de beste lange termijn remedie om de impact

van prijsschommelingen op de winst te reduceren, is toch om meer

toegevoegde waarde te leveren. Meer (kwalitatieve) bewerkingen, meer

innovatie, meer onderscheidend vermogen zorgen voor een lagere

afhankelijkheid van de grondstofprijs. Klim in de keten!

David Kemps

Sector Banker Industrie

INHOUDSOPGAVE

Thema: Grondstoffen 1

Economie 2

Industrie 3

Machine-industrie 4

Metaalproductenindustrie 4

Chemische industrie 5

Rubber- en kunststofproductenindustrie 5

Sector & Commodity Research

Eric Huliselan

tel: +31 20 628 2138

[email protected]

Commercieel contact

David Kemps

tel: +31 20 628 5403

[email protected]

Page 3: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

1 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Derde prijshausse sinds tweede wereldoorlog

Vanaf 2003 nemen de grondstofprijzen flink toe, slechts kortstondig

onderbroken door de wereldwijde recessie van 2009. Deze periode

vormt de derde hausseperiode sinds de tweede wereldoorlog1. Een

belangrijke reden voor de prijshausse is een reeks tijdelijke

aanbodverstoringen zoals de misoogsten in een groot aantal landen als

gevolg van droogte, brand en overstromingen, en de onrust in het

Midden-Oosten.

China steeds bepalender op grondstoffenmarkt

Er is echter een groot verschil tussen de huidige prijshausse en de

voorgaande twee. De huidige prijshausse duurt veel langer. Een

belangrijke reden hiervoor is het toenemende belang van de opkomende

regio’s, en dan vooral van China. Dit land heeft zich ontwikkeld tot de

werkplaats van de wereld. Een groot deel van de productie van

goederen vanuit de ontwikkelde regio’s is hierheen verplaatst. Parallel

daaraan neemt het welvaartsniveau toe en groeit de middenklasse. De

bouw van huizen, kantoren, fabrieken en (energie-) infrastructuur en een

veranderend eetpatroon leiden tot een aanhoudend hoge vraag naar

grondstoffen in China. Inmiddels heeft China bij diverse grondstoffen

een belangrijke positie op de wereldmarkt ingenomen. Abrupte

veranderingen van de Chinese vraag en het Chinese aanbod laten de

prijzen op de wereldmarkt dan ook flink fluctueren.

Prijsvolatiliteit flink toegenomen

Niet alleen zijn de grondstofprijzen sinds 2003 op een veel hoger niveau

beland, maar ook de prijsvolatiliteit is in vergelijking met jaren ’90 fors

toegenomen. Zo is de volatiliteit van de olieprijs met een factor 5

toegenomen. Verder blijkt de prijsvolatitileit van olie en basismetalen

veel sterker te zijn toegenomen dan die van granen en staal. Bij de

basismetalen hebben vooral een toenemende speculatie en het

frequenter optreden van een onbalans tussen vraag en aanbod de veel

hogere prijsvolatiliteit in de hand gewerkt. Bij olie spelen verwachtingen

over economische groei in de wereld een belangrijke rol bij de

prijsontwikkeling. Angst voor dreigende olietekorten kunnen echter

ongeacht de verwachte economische groei, de olieprijs enorm opdrijven.

Bij het wegebben van de angstgevoelens dalen de olieprijzen weer.

Prijsniveau daalt weer op termijn

Sinds het begin van 2012 dalen de nominale grondstofprijzen weer.

Aanbodverstoringen boeten aan kracht in, terwijl de europroblematiek

het vertrouwen in de wereld negatief beïnvloedt. Alleen de olieprijs is in

september weer toegenomen, vooral vanwege de angst voor

voorraadtekorten. Daardoor zien we in de grafiek hierboven dat de

trendlijn van de olieprijs nog steeds naar boven wijst. Afgezien van

eventuele aanbodverstoringen, zullen de grondstoffenprijzen op

middellange termijn weer dalen door een betere aansluiting van het

aanbod op de vraag. Toch zal het prijsniveau niet het niveau van voor

2003 bereiken. Dit omdat de hoofdoorzaak, de sterke vraag naar

grondstoffen in de opkomende economieën, intact blijft.

1 De eerste prijshausse deed zich voor in de periode 1950 – 1953 (wederopbouw) en de tweede in de periode 1973 – 1974 (Jom-Kippoer oorlog, olie-

embargo, tegenvallende landbouwoogsten).

Mutatie volatiliteit grondstofprijzen, in factor*

THEMA: GRONDSTOFFEN

Trend grondstofprijzen (januari 2001 = 100)

Bron: ABN AMRO

Aandeel China op wereldmarkt 2012, in %

Bron: ABN AMRO * van totale wereldimport

Bron: Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO * vastgesteld op basis van de standaarddeviatie over de twee periodes; de standaarddeviatie is een indicator voor de spreiding van uitkomsten rondom een gemiddelde

Olie Granen Staal Basis-

metalen

1994 – medio ‘03 1 1 1 1

medio ’03 – sept ‘12 5 2 3 6

0

100

200

300

400

500

94 97 00 03 06 09 12

ind

ex

Staal Basismetalen Agri Olie

Productie Consumptie

Aluminium 45% 44%

Koper 28% 41%

Nikkel 23% 40%

Zink 40% 45%

IJzererts 15% 65%*

Staal 46% 51%

Granen 18% 18%

Steenkool 51% 57%

Olie 10% 11%

Page 4: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

2 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Groeitempo wereldeconomie omhoog in 2013

De economie in de eurozone is in het derde kwartaal van 2012

waarschijnlijk weer gekrompen terwijl de voorutizichten voor het vierde

kwartaal niet bijster positief zijn. Hoewel de inkoopmanagersindex (PMI)

van de industrie in de maanden augustus en september verbeterde,

bleef de score onder de 50, wat een daling van de bedrijvigheid in de

eurozone aangeeft. Lastenverzwaringen en overheidsbezuinigingen

vormen een sterke rem op de economische groei in deze regio.

Niettemin zal geleidelijk aan onder invloed van een doorzettende groei

van de wereldhandel de eurozone een zeer lichte groei laten zien in

2013.

In de VS maken enkele belangrijke voorlopende economische

indicatoren een positieve ontwikkeling door zoals de

inkoopmanagersindex van de industrie die boven de 50 uitkwam, en de

werkgelegenheid die zich beter ontwikkelde dan was verwacht.

Verwacht wordt dat de economische groei in de VS zich zal bestendigen

in 2012 en in 2013.

China ondervindt veel hinder van de crisis in de eurozone, de tweede

exportmarkt van China. Het ziet er echter niet naar uit dat de Chinese

overheid de economie een push gaat geven in de orde van grootte van

2008, mede ook omdat de eurocrisis met meer voortvarendheid wordt

aangepakt. De inkoopmanagersindex van de industrie is in september

wel verbeterd maar komt nog steeds onder de 50 uit. Per saldo zal de

Chinese economie in de jaren 2012 en 2013 naar Chinese begrippen

een zwakke economische groei vertonen, niettemin met cijfers waar

menig westers land jaloers op zou zijn.

Al met neemt het groeitempo van de wereldeconomie in 2013 toe, maar

met 3,5% zal de groei nog onder het niveau van de hausseperiode

2003-2007 (groei gemiddeld 5,1%) blijven.

Export blijft groei Nederlandse economie dragen

Vooral de export zorgde ervoor dat de Nederlandse economie in het

eerste halfjaar van 2012 groeide. Verschillende voorlopende

economische indicatoren zoals een negatief producentenvertrouwen

wijzen echter op een krimp in het derde kwartaal. Alleen de

inkoopmanagersindex (PMI) van de industrie laat sinds mei een stijging

zien. In september kwam deze index zelfs uit op 50,7, boven de waarde

50 die de grens markeert tussen krimp en groei. De PMI-deelindex van

de exportorders lag alle drie de zomermaanden duidelijk boven de 50.

Dat wijst erop dat de uitvoer verder is gegroeid en dat de vermoedelijke

krimp in het derde kwartaal dus uit het binnenland komt.

Door de tegenvallende conjunctuur dreigde het begrotingstekort van

Nederland boven de EC-norm te komen. Om het begrotingstekort terug

te dringen, zet de overheid vooral lastenverzwaringen in, waarvan de

BTW-verhoging per 1 oktober de de belangrijkste is. Per saldo gaan de

lasten in 2013 flink verder omhoog, vooral voor gezinnen. Zij nemen,

volgens voorlopige berekeningen, ongeveer EUR 6 mld voor hun

rekening tegen bedrijven 4,5 mld.

Al met al zorgen de lastenverzwaringen voor een druk op de particuliere

consumptie in dit jaar en volgend jaar. Bezuinigingen leiden daarnaast

tot een afname van de overheidsconsumptie in 2013. De investeringen

laten na een daling in 2012 het volgend jaar weer een herstel zien.

Wederom gaat de export het meest bijdragen aan de groei van de

Nederlandse economie in 2013, zij het dat de groei nog aan de karige

kant blijft.

Bron: Thomson Reuters Datastream * een niveau van onder de 50 geeft een krimp van de bedrijvigheid aan

Inkoopmanagersindex industrie*

BBP, % j-o-j

Bron: ABN AMRO

BBP, % j-o-j

ECONOMIE

Bron: ABN AMRO, 15 oktober 2012

30

40

50

60

70

09 10 11 12

Eurozone Nederland DuitslandVS China (HSBC)

2010 2011 2012 2013

BBP 1,6 1,0 -0,4 0,5

Particuliere consumptie 0,3 -1,0 -1,2 -0,3

Overheidsconsumptie 0,7 0,1 0,5 -0,6

Investeringen -7,2 5,7 -3,0 1,5

Uitvoer 11,2 3,9 4,0 4,6

Invoer 10,2 3,6 3,3 4,2

2010 2011 2012 2013

VS 2,4 1,8 2,2 2,0

Eurozone 1,9 1,5 -0,5 0,2

Japan 4,6 -0,7 2,2 1,4

VK 1,8 0,9 -0,4 1,2

China 10,4 9,3 7,5 8,0

Nederland 1,6 1,1 -0,4 0,5

Duitsland 4,0 3,1 0,9 1,0

Wereld 5,3 3,8 3,1 3,5

Page 5: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

3 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Omzet en productie daalden

Sinds het begin van 2011 neemt de omzetgroei af in de industrie. Op

enkele maanden na ontwikkelde de buitenlandse omzet zich beter dan

de binnenlandse. In de maanden mei, juni en juli 2012 daalde de totale

omzet zelfs (j-o-j), waarna de omzet in augustus weer aantrok. De

verkochte hoeveelheid nam in de eerste acht maanden van 2012 met

3% af, terwijl de omzet door een prijsverhoging met 0,2% steeg. De

productie loopt duidelijk voor op het afzetvolume en de omzet. Reeds

vanaf het eerste kwartaal in 2010 neemt het tempo van de

productiegroei af. Industriële bedrijven blijken vanwege de grote

recessie, een terugval in herstel op gezette tijden en de onzekerheid

over een bestendig economisch herstel steeds meer te streven naar een

zo laag mogelijke voorraad. Uiteindelijk daalde de industriële productie

in de eerste acht maanden van 2012, zij het in lichte mate (-0,6% j-o-j).

Zelfs voedingsmiddelenindustrie in contractie

In de grafiek hiernaast zijn de industrie en enkele onderliggende

branches gepositioneerd in hun productiecyclus. De stagnatie van de

productie in het eerste halfjaar heeft er voor gezorgd dat de industrie

slechts relatief kort in de expansiefase heeft mogen vertoeven en medio

2012 in de teruggangfase van de cyclus is beland.

De chemische industrie wijkt in positieve zin af van de overige branches.

Dit komt omdat de productie van deze branche juist weer toeneemt in de

eerste helft van 2012. De chemische industrie loopt traditioneel voor op

de rest van de industrie, waarbij de betrokken waardeketen via

voorraadvorming anticipeert op een verbetering van de economie in de

tweede helft van 2012 en in 2013. De positie van de

bouwmaterialenindustrie is geflatteerd. Gezien de malaise in de bouw

zou men eerder verwachten dat deze branche in de contractiefase zit.

De betere positie dan verwacht, wordt veroorzaakt door het feit dat de

productie van de bouwmaterialenindustrie zich in de eerste helft van

2012 beter heeft ontwikkeld dan de trendlijn. Bedacht moet echter

worden dat de trend ‘dalende’ is. Ook de voedingsmiddelenindustrie is in

het kwadrant contractie terecht gekomen. Dit is overigens niet de eerste

keer. Desondanks zal deze branche het predikaat ‘minder

conjunctuurgevoelig dan andere industriële branches’ behouden.

Omzetherstel in 2013

De industrieomzet stagneert in 2012. Dit wordt vooral teweeggebracht

door een daling van de verkochte hoeveelheden. Sterk op de

binnenlandse markt georiënteerde branches zoals de

metaalproductenindustrie voelen de koude wind van de Nederlandse

economie. Daarnaast wordt de bouwmaterialen-, metaalproducten-,

rubber- en kunststofproductenindustrie extra geraakt door de

teruggekeerde productiedaling in de Nederlandse bouw. Sterk

exporterende branches hebben in dit jaar vooral hun heil moeten zoeken

in de markten buiten de eurozone. Opvallend is de sterke daling van de

omzet bij de machine-industrie in 2012. Al in 2011 dalende

orderontvangsten waren hier de oorzaak van. Opvallend is ook de daling

van de omzet bij de voedingsmiddelenindustrie, temeer omdat de daling

door een volumedaling werd teweeggebracht. Per saldo daalt de omzet

van de industrie met 0,5% in 2012 met Met de verbetering van de

mondiale economie en de wereldhandel zal de industrieomzet in 2013

een herstel laten zien (+3%). Daarbij zullen de machine-industrie waar

de orderontvangsten al weer beginnen te groeien en de vroegcyclische

chemische industrie de kar trekken.

Omzetontwikkeling 2012 en 2013

Omzet en productie industrie, % j-o-j

Bron: CBS

INDUSTRIE

Bron: ABN AMRO

Bron: ABN AMRO

Positie in productiecyclus (medio 2011)

-40

-20

0

20

40

09 10 11 12

omzet totaal omzet buitenland productie

BOUWMATERIALEN

VOEDINGSMIDDELEN

MACHINES

METAALPRODUCTEN

RUBBER & KUNSTSTOF

CHEMIE

INDUSTRIE

Herstel

Expansie

Teru

ggang

Con

tractie

Om

zetg

roe

iB

oven

tre

nd

On

der

tre

nd

Verandering to.v. vorige periodeToenameAfname

BOUWMATERIALEN

VOEDINGSMIDDELEN

MACHINES

METAALPRODUCTEN

RUBBER & KUNSTSTOF

CHEMIE

INDUSTRIE

Herstel

Expansie

Teru

ggang

Con

tractie

Om

zetg

roe

iB

oven

tre

nd

On

der

tre

nd

Verandering to.v. vorige periodeToenameAfname

-10% 0% 10% 20%

voedingsmiddelen

chemie

rubber/kunststof

metaalprodukten

machines

bouwmaterialen

INDUSTRIE 20122013

Page 6: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

4 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Groei orderontvangsten positief voor afzet in 2013

De doorlooptijden vanaf orderontvangst tot aflevering zijn bij de

machine-industrie relatief lang. Na een sterke groei in 2010 en in de

eerste 5 maanden van 2011 doken de orderontvangsten in de min voor

de rest van 2011. Het afzetvolume (-9%) en de omzet (-10%) lieten

daardoor in het de eerste acht maanden van 2012 een daling zien. De

productie daalde in de eerste helft van 2012, waardoor het in de

contractiefase van zijn cyclus (zie pagina 3) belandde. Het

aanmodderen van de economie in de eurozone deed de export van de

machine-industrie naar deze regio geen goed. De groei van de export

naar regio’s buiten de eurozone kon niet voorkomen dat de

binnenlandse omzet zich uiteindelijk in de eerste helft van 2012 beter

ontwikkelde dan de totale export.

De orderontvangsten hebben sinds juni van dit jaar duidelijk weer de

weg naar boven gevonden. Opvallend is dat ook de orderontvangsten

uit het binnenland weer een forse groei vertonen. Wel groeien de

buitenlandse orderontvangsten sneller dan de binnenlandse. Verwacht

wordt dat de groei van de orderontvangsten zal aanhouden nu in de

meest belangrijke exportmarkten de economie zich geleidelijk aan

herstelt gedurende de rest van 2012 en in 2013. Gunstig is dat de

machine-industrie een relatief hoge exportquote heeft, waarbij het

belang van de regio’s buiten West-Europa tamelijk hoog is. Vooral de

opkomende markten zullen relatief hoge economische groeicijfers

blijven realiseren. De groei van de orderontvangsten zal vooral in 2013

neerslaan op de productie en de afzet. Al met al verwachten wij dat de

omzet van de machine-industrie met 7,5% zal afnemen in 2012 en met

8% zal stijgen in 2013.

Groei bij machine-industrie leidt tot omzetherstel in 2013

Aanvankelijk herstelde de omzet van de metaalproductenindustrie zich

in een teleurstellend tempo na de grote recessie. Zeker wanneer je dat

vergelijkt met de andere branches in de maakindustrie. Pas in 2011 trad

er een fors herstel op met een groei van de omzet met 11%. Wel neemt

de groei van de omzet op een enkele maand na j-o-j af vanaf medio

2011. In de eerste acht maanden van 2012 nam de omzet met bijna 3%

af. In de eerste helft van 2012 daalde de productie met 1,7%. Redenen

van de negatieve ontwikkeling waren ondermeer de stagnatie van de

productie bij de Nederlandse machine-industrie, en de terugkeer van de

krimp in de Nederlandse bouwproductie en de krimp in de Duitse auto-

industrie. Op de korte termijn profiteert de branche van de groeiende

productie van de Nederlandse machine-industrie, maar wordt de afzet

gedrukt door een matige groei van de Duitse machinebouw en een

verdere daling van de Duitse auto-industrieproductie. Uiteindelijk daalt

de omzet met 1,5% in 2012 en neemt hij met 1,5% toe in 2013.

Druk op metaalprijzen blijft aan op de korte termijn

Met de eurocrisis, de beperkt groeiende economie in de VS en de

afkoelende Chinese economie als achtergrond, daalden de

grondstofprijzen sinds het tweede kwartaal van 2011 maand op maand.

De lage economische groeiverwachtingen voor de EU en de VS en de

historisch lage groei van de Chinese economie zullen druk blijven zetten

op de prijzen van staal en basismetalen. Alleen koper vormt hier een

uitzondering op. De prijs daarvan zal op de korte termijn nog iets

kunnen toenemen vanwege de relatief lage voorraden.

MACHINE-INDUSTRIE

METAALPRODUCTENINDUSTRIE

Omzet, % j-o-j

Prijs metalen, index januari 2009 = 100

Productie en orderontvangsten, % j-o-j

Bron: CBS

Omzet en productie, % j-o-j

Bron: Thomson Reuters Datastream

-50

-25

0

25

50

75

100

125

09 10 11 12

omzet totaal omzet buitenland

-75

-50

-25

0

25

50

75

09 10 11 12

productie orderontvangsten

-45

-30

-15

0

15

30

45

09 10 11 12

productie omzet totaal omzet buitenland

0

50

100

150

200

250

300

350

09 10 11 12

staal aluminium koper nikkel zink

Bron: CBS

Page 7: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

5 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Omzetgroei door vroegcyclisch karakter

De omzet van de chemische industrie herstelde sterk in 2010 (+22%). In

2011 zwakte de groei af tot +14%. De omzetgroei werd vooral gedreven

door stijgende prijzen. De olieprijsstijging in die jaren was hier mede

debet aan. Terwijl de omzet steeg, namen zowel de productie als het

afzetvolume in 2011 af als gevolg van de tegenvallende economische

ontwikkeling in de eurozone. In dat jaar droeg de binnenlandse markt

meer bij aan de omzetgroei dan de export. In 2012 herstellen productie

en afzet zich. Zo werd de omzetstijging over de eerste acht maanden

van 2012 (+7,5%) gedreven door een toename van het afzetvolume

(+5,5%). De productie steeg in deze periode met 4,5%. Daarmee wijkt

deze branche in positieve zin af van andere industriële branches, en

bevestigt zij weer haar vroegcyclische karakter. Verwacht wordt dat het

tempo van voorraadvorming in de keten in 2013 zal afnemen.

Uiteindelijk zal de omzet in 2012 met 7% en in 2013 met 5% groeien.

Olieprijs in neerwaartse richting

Na een snelle stijging sinds het begin van 2009 zette de olieprijs sinds

het tweede kwartaal van 2011 een licht dalende trend in. Daarbij was

wel voortdurend sprake van ups en downs, gedreven door

verwachtingen over de voorraadpositie, die weer werden ingegeven

door mondiale verwachtingen over economische groei, geopolitieke

spanningen, monetaire versoepeling en budgettaire maatregelen.

Verwacht wordt dat de vraag naar olie op de korte termijn beperkt zal

groeien gezien het beperkte herstel van de mondiale economie. In feite

is er meer dan voldoende voorraad. Per saldo zal de olieprijs op de

korte termijn de licht dalende trend vasthouden.

Situatie bij afnemers verbetert niet

De omzet van de rubber- en kunststofproductenindustrie herpakte zich

in 2010 met een groei van + 5,5% waarna de groei zich doorzette in

2011 (+ 8%). Vanaf medio 2011 begon de klad in de groei te komen,

met zelfs maanden van omzetdaling in de eerste acht maanden van

2012. In deze periode daalde de productie met 3%, de afzet met 2,5%

en de omzet met 1%. Vooral de hernieuwde krimp van de Nederlandse

bouwproductie, de verminderde vraag naar verpakkingen voor

consumentengoederen en de daling van de output van de Duitse auto-

industrie speelden de branche parten. Voorlopig valt hier weinig

verbetering te verwachten. Uiteindelijk krimpt de omzet in 2012 met

0,5% om in 2013 weer met 0,5% te stijgen.

Forse prijsuitslagen

De prijzen van kunststoffen laten een vergelijkbaar groeipatroon zien als

die van de olieprijs. Ook hier is er sprake van een lichte trend naar

beneden vanaf het tweede kwartaal van 2011. Nietemin zijn de uitslagen

naar boven en naar beneden heftig te noemen. Zo bedraagt het

prijsverschil bij LDPE tussen de top (juni 2011) en de bodem (juni 2012)

meer dan 40%. De verwachte daling van de olieprijs zal de prijs van

kunststoffen drukken. Ook de stagnatie van de vraag bij de belangrijkste

afnemers zoals de verpakkingsindustrie en automobielindustrie in

Europa oefent druk uit op de prijzen. Het is echter niet uit te sluiten dat

producenten in Europa de capaciteit sneller naar beneden aanpassen,

waardoor de prijsdaling wordt getemperd of de prijs zelfs gaat stijgen.

Dtt gebeurde meerdere malen in het verleden. Bij onze inschatting van

de omzet van de rubber- en kunststofproductenindustrie in 2013 zijn wij

van een prijstoename uitgegaan.

Prijs olie (Brent), index januari 2009 = 100

CHEMISCHE INDUSTRIE

RUBBER- EN KUNSTSTOFPRODUCTENINDUSTRIE

Omzet en productie, % j-o-j

Bron: CBS

Omzet en productie, % j-o-j

Bron: CBS

-45

-30

-15

0

15

30

45

09 10 11 12

productie omzet totaal omzet buitenland

0

100

200

300

400

09 10 11 12

Bron: Thomson Reuters Datastream

Prijs kunststoffen, index januari 2009 = 100

50

100

150

200

250

09 10 11 12

hdpe ldpe ps pp

Bron: Thomson Reuters Datastream

-30

-20

-10

0

10

20

30

09 10 11 12

productie omzet totaal omzet buitenland

Page 8: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

6 | Sectormonitor Industrie | Oktober 2012 ABN AMRO Economisch Bureau

Contactgegevens ABN AMRO | Economisch Bureau | Sector & Commodity Research:

Aandachtsgebied Telefoonnummer: E-mailadres:

- Jacques van de Wal (hoofd) Alle sectoren 020 628 0499 [email protected]

- Eric Huliselan Industrie 020 628 2138 [email protected]

- Casper Burgering Delfstoffen & dienstverlening 020 383 2693 [email protected]

- Nadia Menkveld Transport & logistiek 020 628 6441 [email protected]

- Thijs Pons Food, agribusiness &, agri-grondstoffen

020 628 6437 [email protected]

- Mathijs Deguelle Detailhandel, horeca, recreatie, sport & cultuur

020 344 2179 [email protected]

- Hans van Cleef Energie 020 343 4679 [email protected]

- Vacant Bouw & onroerend goed

- Theo de Kort Informatieanalist, autohandel 020 628 0489 [email protected]

- Ingrid Kroeze Research ondersteuning 020 383 5161 [email protected]

Volg ons ook via:

Disclaimer

De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorgvuldige

wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor

in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en

kunnen zonder nadere aankondiging worden gewijzigd.

Teksten zijn afgesloten op 15 oktober 2012

© ABN AMRO, oktober 2012

Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Het gebruik van tekstdelen en/of cijfers is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Verveelvoudiging en/of openbaarmaking van deze publicatie is niet toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is gekregen van

ABN AMRO.

Page 9: ABN AMRO sectormonitor industrie, okt 2012

0900 - 0024 (E 0,10 per minuut)abnamro.nl/sectoren