2009 - nr. 1

16

description

Evangelisatie De kracht van het voor-woordelijke 13 Als een kerk opnieuw begint 15 Materialen en agenda 16 Van harte wens ik u vreugde toe in het doorgeven van het Evangelie! 2 Foto’s: GZB, P. van den Heuvel, R. Petri, C. van der Zee Layout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, Boskoop Druk: De Bunschoter bv, Bunschoten Adreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven. MARJA BRAK Transmissie VOORJAAR 2009 E-MAIL: [email protected]

Transcript of 2009 - nr. 1

Op het dak van een boerderij in Giessenlanden staat metenorme letters JEZUS REDT. De gemeente wil dat debewoner die tekst verwijdert, omdat het zou gaan omeen reclame-uiting. En veel nieuws kreeg het initiatiefvan humanisten en vrijdenkers voor busreclame en eenbillboard langs de A4 bij Schiphol. De tekst luidt: Er iswaarschijnlijk geen God. Durf zelf te denken en genietvan dit leven.Het zijn nu nog gescheiden acties, maar het is nietondenkbaar dat christelijke en atheïstische teksten op eengegeven moment naast elkaar staan. Op een station,langs de snelweg of op een rotonde (zo’n plek als op devoorkant van dit blad). Welke maakt het meest indruk?En wat moet je ervan denken? De afdeling Toerustingvan de IZB heeft er een artikel over op de website gezet:www.izb.nl Om te helpen bij de meningsvorming hier-over.

Binnenkort neem ik afscheid als adjunct-directeur van de IZB en daarmee ook als eindredacteur van‘Transmissie’. Ik groet u allen heel hartelijk. En vindt u dat wat te mager, dan bent u welkom bij het mini-symposium, de afscheidsbijeenkomst en de receptie opvrijdagmiddag 17 april a.s. in de Jacobikerk te Utrecht(zie: www.izb.nl).

Van harte wens ik u vreugde toe in het doorgeven vanhet Evangelie!

MARJA BRAK

E-MAIL: [email protected]

2 Transmissie VOORJAAR 2009

VAN DE REDACTIE INHOUDSOPGAVE

Voor en tegen

KADERBLAD VOOR KERKENRADEN,ZENDINGS- EN EVANGELISATIE-COMMISSIES

Bij de voorpagina: Binnenkort atheïstischereclames op rotondes?

Uitgave:Gereformeerde Zendings-bond (GZB)Postbus 283972 PP DriebergenTel. 0343 512444E-mail: [email protected]: www.gzb.orgING rek.nr. 28016

IZB - voor zending in NederlandJoh. van Oldenbarneveltlaan 102818 HB AmersfoortTel. 033 4611949E-mail: [email protected]: www.izb.nlING rek.nr. 980980

Redactie:Mw. M.E. Brak (eindred.)Ds. W. DekkerDs. S.J. van der Vlies

Van de redactieVoor en tegen 2

VergaderopeningenOngehoord (Psalm 19) 3Ten voorbeeld... (1 Petrus 2:18-25) 4

PreekschetsPinksteren: kinderen, geen slaven! 5

BezinningGemeenten met een missie 7

ZendingWaarom nog zending? 9De gereformeerde bijdrage 11

EvangelisatieDe kracht van het voor-woordelijke 13Als een kerk opnieuw begint 15

Materialen en agenda 16

Foto’s: GZB, P. van den Heuvel, R. Petri, C. van der ZeeLayout en opmaak: Hans van Eck Grafische Vormgeving, BoskoopDruk: De Bunschoter bv, BunschotenAdreswijzigingen: Wijzigingen in adres of aantal bladen dienen aan het IZB-bureau te worden doorgegeven.

De kern van deze psalm is het gedeeltedat gaat over de wet van God, de verzen 8tot en met 11. Als u een Hebreeuwse bij-bel openslaat en u kent geen letterHebreeuws, dan ziet u tóch hoe strak dezeverzen zijn opgebouwd. Zes keer staat denaam van de HERE op de tweede plaatsvan iedere zin. Zes keer! De zevende keerkomt pas aan het slot. Als de dichterbelijdt: O HERE, mijn Rotssteen en mijnVerlosser. Om dat slot was het begonnen.Vervolgens geeft David zes synoniemenvoor de woorden van God. Dat zijn: dewet, het getuigenis, de bevelen, het gebod,de vrees en de rechten van God. Zes keervertelt hij wat die woorden van God zijn.Zij bekeren de ziel en leren onverstandi-gen wijsheid. Zij verblijden het hart enverlichten de ogen. Zij bestaan eeuwig enzijn rechtvaardig.

VolkomenAls u inzoomt en bijvoorbeeld de woor-den van vers 8 nog nauwkeuriger leest enu gaat verschillende betekenissen na, danontdekt u, dat de woorden van God vol-komen worden genoemd, gaaf of compleet.Dat betekent, dat de wet van God hele-maal beantwoordt aan Zijn doel. Meerhebt u niet nodig. Want, zo staat er ach-ter, ze bekeert de ziel. De ziel is hier niethet hart, niet het binnenste, maar delevensadem, de levenslust, de energie die unodig hebt om te leven. Welnu, zegt dedichter, de woorden van God bekeren uwziel en daardoor keert uw energie weerterug. De woorden van God verkwikkenuw levenslust en daardoor kunt u er weertegenaan. Mensen die de Bijbel niet kennen, denkensoms, dat je moe wordt van die Bijbel. Aldie woorden van God en die wetten vanMozes, daar kom je niet mee vooruit. Die

belemmeren alleen maar. David denktdaar anders over. Lees de woorden van God,zo is zijn boodschap en je krijgt nieuweenergie. Zijn woorden maken je wijs. Zeverblijden je hart. Die woorden van Godzijn een verrijking van je leven.

Zonder woordenMaar in het gesprek met een ongelovigeben je nog niet zomaar bij die woordenvan God. In ons land hebben de kerk ende christenen, de Bijbel en de woordenvan God niet zo’n goede naam. Daaromkunnen we dankbaar zijn dat de schep-ping, voordat wij ook maar één woordspreken, al een heel verhaal vertelt.Voordat wij het over God gaan hebben,heeft de zon de heerlijkheid van God alverkondigd, alleen, heel opmerkelijk, zon-der woorden. In alle stilte. Leest u maar: de hemelen vertellen, staater. Het uitspansel verkondigt. De ene dagna de andere stort overvloedig (!) eensprake uit. Geen dag wordt overgeslagen.De ene nacht na de andere maakt wijs-heid bekend. Dag en nacht vertellen Godseer. Die sprake gaat maar door.God heeft de zon daarin een eigen plaatsgegeven en op de hele aarde, zelfs tot aanhet einde van de wereld wordt het verhaal

van God verteld. Overal hebben zij deverkondiging van de Schepper gehoord.Maar, zo staat er in vers drie, dat verhaalwordt verteld zonder ook maar éénwoord. Er is geen sprake en er zijn geenwoorden. De heerlijkheid van God isongehoord! Zonder woorden. Geengeluid. Daar word je stil van.

Vertel het de wereldWat heeft dit met zending en evangelisatiete maken? Heel veel. Ten eerste is het ver-haal dus al wereldwijd verteld. Tot aan hetuiterste van de aarde. In de oerwoudenvan Brazilië, in de gesloten landen in hetMidden-Oosten en in het geseculariseerdeWesten: aan alle mensen is de eer, deheerlijkheid van God verkondigd. Waar jeook komt, het voorwerk is gedaan. Endan, ten tweede, zijn wij aan de beurt. Demensen zien de zon, maar zien de Godvan de zon nog niet. Ze worden geregeerddoor de regelmaat van dag en nacht, maarzij kennen de Koning die regeert nog niet.Er moeten mensen zijn die het woordnemen, die het de wereld vertellen. Datmogen wij zijn. De wereld begint met deschepping en de woorden van God makenhet af. En daarin hebben u en ik een plek.Neem het woord. Vertel de wereld over deonbekende God, die de ander niet ken-nende dient.

DRS. S.J. VAN DER VLIES IS STAFMEDEWERKERSTUDIE EN VORMING BIJ DE GZB. E-MAIL: [email protected]

3Transmissie VOORJAAR 2009

VERGADEROPENING

Ongehoord

1. Veel mensen zijn geïnteresseerd in het ontstaan van het levenof het begin van de wereld. Hebt u wel eens met mensen gespro-ken over de schepping of over het ontstaan van ons leven? Hoeverliep dat gesprek? Gaf dat ruimte om ook over God te spreken?

2. Ook Paulus gebruikt de schepping in zijn preek te Athene. Watzegt hij over de mensen in Handelingen 17:25-28?

VERWERKING

SIMON VAN DER VLIESPsalm 19

Enige tijd geleden heb ik met een groepje Psalm 19 vertaald. Een lofliedop de schepping en de wet. Niet eerder zag ik de schoonheid van ditkunstwerk zó helder. Iets daarvan wil ik met u delen. Waarom? Omdat de schepping overal op de wereld het evangelie vertelt, maar dan zonderwoorden!

Petrus gebruikt in dit verband zelfs hetwoord ‘voorbeeld’. Wij zijn vaak nogalbeducht voor dat woord, zeker als hetover het lijden van Christus gaat. Datzijn leven een voorbeeld voor ons is,dat zullen we niet ontkennen. Al zeg-gen we er tegelijk bij: dat was niet heteigenlijke. Hij was meer dan een goeden voorbeeldig mens. Petrus zou datbevestigen: ‘Hij heeft onze zonden ophet kruishout gedragen’, zegt hij in vers24. Maar hij zegt tegelijk meer. Hijgebruikt het woord voorbeeld ook alshet gaat over het lijden van Christus.Ook daarin zullen wij Hem volgen.

Praktische toespitsing Petrus richt zich hier allereerst tot deslaven, die nogal eens te lijden haddenonder de harde hand en de grillen vanhun meester. Zeker wanneer je christenwas, kon je daarmee te maken krijgen.Ga daar niet tegen in opstand, maaronderwerp je, houdt Petrus hun voor.Het is in dat verband dat hij wijst ophet voorbeeld van Christus. Daarmeegeeft hij dus aan dat het lijden vanChristus ook een heel praktische toe-spitsing heeft. Het lijden van Christusheeft alles te maken met hoe wij hierop aarde leven; met hoe wij omgaanmet onze collega’s, met familie, metburen. Zo krijgt wat Petrus tegen sla-ven zegt een veel bredere strekking.Het raakt onze levenshouding. Watdoe je als je ziet dat je geen promotiekunt maken, omdat je op zondag nietwilt werken? Wat doe je, als ze je ineen hoek zetten, omdat je christenbent?

Kloppend hartEr zijn christenen op deze wereld voorwie dit direct geldt. ‘Open Doors’ geeftelk jaar een overzicht van landen waarchristenen te maken krijgen met ver-volgingen: tal van communistische enislamitische landen, als Noord-Koreaen Saoedi-Arabië. Zij weten niet alleenvan het lijden ván Christus, maar ookvan het lijden mét Hem; en de gevol-gen daarvan voor hun dagelijks leven. In ons land is dat (nog?) niet zo sterkhet geval. Dat heeft natuurlijk temaken met het feit dat wij in een vrijland leven. Maar volgens mij speelt ermeer. Heeft het misschien ook hiermeete maken: dat wij de woorden over hetlijden van Christus alleen maar verbin-den met het hiernamaals: de toegangtot de hemel. Dat ze los komen staanvan ons dagelijks leven. En dat het duseen leerstuk is dat wel klopt, maar geenkloppend hart meer heeft.

Missionaire kansenHet lijden van Christus heeft alles temaken met ons leven nu. Petrus speelthet leven en het lijden van Christus

niet tegen elkaar uit. In beide is Hijons ten voorbeeld. Anders gezegd: het‘Hij voor ons’ kunnen we niet losma-ken van het ‘wij met Hem’. En daar-mee ook niet van het leven hier en nu.Petrus zegt niet dat wij gerechtvaardigdworden om in de hemel te komen,maar om rechtvaardig te leven (vs. 24),op aarde dus. Het lijden van Christusis niet vrijblijvend, het is ons gegeventer navolging.Dat roept de vraag op: wat merkt eenander ervan dat Christus voor jou gele-den heeft? Wordt dat zichtbaar in hetdagelijks leven? In onze gezindheid?Dat je bijvoorbeeld niet meteen op jestrepen gaat staan, maar dat je ook eenstap terug kunt doen. Dat je je nietlaat leiden door eigenbelang, maardoor Gods Geest. En als je in de hoekzit waar de klappen vallen, denk danaan Christus, die niet terugschold, dieniet hoonde, die niet dreigde… Ganiet schelden, zegt Petrus verderop,maar zegenen (3:9). En leef zo hetevangelie voor. Zo’n houding, daarmerken je collega’s, familieleden enburen toch iets van? Hebben wij watdat betreft vandaag niet veel missionai-re kansen…?

DS. R.F. DE WIT IS PREDIKANT TE VRIEZEN-

VEEN EN BESTUUSLID VAN DE IZB

E-MAIL: [email protected]

4 Transmissie VOORJAAR 2009

VERGADEROPENING

Ten voorbeeldWanneer ik aan de catechisanten vraag waarom Christus geleden heeft,dan weten ze het antwoord precies. ‘Voor onze zonden’, zegt de een.‘Zodat wij in de hemel kunnen komen’, vult een ander aan. Ook Petrus spreekt over het lijden van Christus (vs. 21), maar de hemel noemt hij niet. Hij houdt het dichter bij huis: opdat wij in zijn voetspoor volgen.

1. Hebt u te maken met lijden om Christus’ wil? Hoe reageert udaarop?

2. Hoe kunnen wij onze roeping om Jezus te volgen concreetzichtbaar maken in ons dagelijks leven?

3. Wat vindt u van de stelling dat lijden ook missionaire kansenmet zich mee kan brengen?

VERWERKING

1 PETRUS 2:18-25 R.F. DE WIT

In hoofdstuk 8:12-17 brengt Paulusonder woorden welke effecten de in-woning van de Geest (die in 8:1-11beschreven is) heeft. Vers 12 en 13onderstrepen dat de Geest het ook echtin ons leven voor het zeggen wil hebben.Je bent niet langer verplicht te levenonder de macht van de zonde (vlees).Dat is tegelijk een bemoediging en eenaansporing. De verzen 14-17 laten zien hoe rijk hetwerk van de Geest is in de gelovigen diede strijd aanvaarden tegen de verzoekin-gen van de zonde. In het ‘gedreven zijn’(14) door de Geest gaat het niet omgeestdrijverij maar om het kindschap/zoonschap van God (Baarlink). Dat is inde context van dit gedeelte bedoeld alseen geruststellende verzekering.

Vers 15: Paulus stelt tegenover elkaar deGeest van de dienstbaarheid (slavernij)en de Geest der aanneming tot kinde-ren. Mooi is de NBV: ‘U hebt de Geestniet ontvangen om opnieuw als slaven inangst te leven, u hebt de Geest ontvan-gen om Gods kinderen te zijn’. Slavernij staat tegenover vrijheid. Het isaannemelijk dat ook slaven (letterlijk)deel uitmaken van de gemeente. Mensenover wie beschikt wordt, die nooit klaarzijn, die overgeleverd zijn aan de wille-

keur van hun meester en daarom vreeskennen. Slavernij raakt ook aan demachten die je de baas zijn. Dat kan dezonde zijn. Het kan ook de dienstbaar-heid zijn aan de wet waardoor je onzekerblijft en angstig. Het feit dat Paulus de gemeente moetherinneren aan de Geest die ze heeftontvangen, geeft aan dat het verleidelijkis om slaaf te blijven. Met de afschaffingvan de slavernij in de 19e eeuw ver-dween de geest van de slavernij niet. Van het knechtschap gaat een vreemdeaantrekkingskracht uit. Israël wilde terug naar Egypte.Daartegenover staat het woord ‘aanne-ming’ tot kinderen. Het gehanteerdewoord is meer dan een juridische termvoor adoptie. Het betekent aanvaardingvan geadopteerde mensen als wérkelijkekinderen (Van Bruggen). De nadruk ligt op het kind zijn. Ook de aangeno-men kinderen worden bemind door deVader. Zij mogen Hem Vader noemen.Anders dan slaven hoeven kinderen nietin spanning te zitten of ze wel aanvaardworden. Het kindschap bevrijdt vankramp en angst. Door de aanneming totkinderen is er zelfs sprake van het mede-erfgenaam zijn van Christus (vers 17).

‘Abba, Vader’ – Er zijn drie plaatsen inhet Nieuwe Testament waar deze aanhefterugkomt: Markus 14:36, Galaten 4:6en Romeinen 8:15. Wie Gal.4 en Rom.8 naast elkaar zet, ziet veel overeenkom-sten. Blijkbaar gaat het om een funda-menteel thema voor Paulus. De combi-natie van een Aramees en Grieks woordvoor Vader zou een vertaling zijn tendienst van de hellenistische gemeenten.Baarda stelt dat het om een liturgischeaanhef van het gebed gaat. N.T. Wrightziet een nauw verband tussen het ‘OnzeVader’ en de roep ‘Abba, Vader’. Jezusheeft een nieuwe exodus afgekondigd.Door Hem zijn we niet langer slaaf maarop weg naar de vernieuwde schepping.Wright ziet dit motief terugkeren inRom. 8:12-30. De Geest vervult voor degelovigen nu de rol van de wolk- en devuurkolom toen. De roep ‘Abba, Vader’spreekt van dit onderweg zijn. Hierdoorkrijgt de roep ‘Abba, Vader’ meer reliëf.Het is een ‘roepen’ om gehoor te vinden(vgl. Ps. 77 en 130). Uit de diepten. Datde Geest met onze geest getuigt dat wijkinderen Gods zijn (vers 16), is eeninnerlijke bevestiging in de woestijn. Hetgaat om een besef van geborgenheidtegen de klippen op. De Geest beweegtons er toe om in aanvechting en lijdenmetterdaad de toevlucht te nemen tot

5Transmissie VOORJAAR 2009

PREEKSCHETS

Er is veel aandacht voor de (bijzondere) gaven van de Geest, toch is er ingemeenten verlegenheid rond Pinksteren. Waar ben je precies blij om? Wat gelo-ven we als we zeggen dat de Heilige Geest is uitgestort? Missionair gemeente zijnbegint met antwoord geven op die vragen. Dat scherpt onze blik: ‘Hier was hetJezus om te doen! De wereld zal er van opkijken!’

Pinksteren:kinderen, geen slaven!

UUiittlleegg

TTeekkssttkkeeuuzzee

G. VAN MEIJERENROMEINEN 8:12-17 – KERNTEKST VERS 15

onze Vader. Zelf waren we daar nietopgekomen. ‘Gods Geest getuigt met onze geest’ wilzeggen: ‘de Heilige Geest verbergt zichin wat wij zelf mogen zeggen en ervaren’(Hasselaar). Gods Geest en onze geestspreken beiden op dezelfde golflengte.

We ervaren ook dat wij Gods kinderenmogen zijn. Als medicijn tegen de angst.De Geest leert ons in Romeinen 8 vra-genderwijs geloven (zie ook vs. 31-33)Door de aanneming tot kinderen zijn degelovigen mede-erfgenamen vanChristus. Vanaf vers 17 spreekt Paulus

over de toekomstige erfenis; het delen inJezus’ heerlijkheid. Het mede-erfgenaamzijn betekent voor het hier en nu Hemals leerling navolgen. Dat is echternavolging in een wereld die nu noggekenmerkt wordt door lijden, angst,onzekerheid en onvolkomenheid.

6 Transmissie VOORJAAR 2009

PREEKSCHETS

BBoouuwwsstteenneenn vvoooorr eeeenn pprreeeekk

‘Abba, Vader U alleen, U behoor ik toe’ iseen graag gezongen lied. Deze uitroep isafkomstig uit Romeinen 8. Een compactstukje waarin iets gezegd wordt over deessentie van Pinksteren. Paulus zettegenover elkaar de Geest van de dienst-baarheid – die hebt u niet ontvangen! –en de Geest der aanneming tot kinde-ren.

Wat is slavernij? Een krantenbericht(feb. 2009): ‘VN zegt - mensenhandel iswereldwijd de grootste vorm van slaver-nij.’ Slavernij kan inzichtelijk gemaaktworden met beelden uit een boek offilm. Vgl. Edward P. Jones De bekendewereld. Het blijkt lastig je te onttrekkenaan de geest van de slavernij. Een slaafblijft angstig en onzeker. Is het welgenoeg? In de Schrift wordt ook gesproken overslaaf zijn van jezelf en van allerleimachten. Er is slavernij in de gods-dienst. Het verdient aanbeveling omjuist op Pinksteren de Tien Geboden telezen. Ook in Romeinen 8 is de teneur:blijf bij uw Bevrijder!

De lezing van Romeinen 8 kan snelabstract worden. Uit het verhalendeLukas 7 blijkt waar het om gaat: Jezus isin het huis van Simon de farizeeër. Eenomstreden vrouw komt binnen enbetuigt Jezus met zalf haar liefde. Simonwil haar liefst tot een slaaf van regels enbepalingen van de wet maken. Met eenverknoeid leven is de vrouw een slaafvan de zonde. Jezus stelt haar in de vrij-heid. ’Uw zonden zijn u vergeven. Gaheen in vrede.’ Dát komt de Geest vande adoptie doen, Hij geeft mij deel aan

Christus en al zijn weldaden (zondag 20HC). In Christus mag ik het er voorhouden dat ik geen slaaf meer ben maarkind. Daarvan verzekert mij de Geest(vers 16).

Kindschap is vrijheid. Je wordt bevrijdvan het moeten – ook in religieuze zin -.Een slaaf moet zichzelf altijd weer waar-maken en maar afwachten of hij te etenkrijgt. Een kind is welkom, ook al is ervan alles gepasseerd. Daar is het Jezus ende Geest om te doen. Een vrolijkbericht in een harde en onzekere wereldwaarin je jezelf meer dan ooit moetwaarmaken. Als contrast is er de tederebeeltenis van Adam die rust op deknieën van zijn hemelse Vader op dekathedraal van Chartres (bij VanWalsum). Het beeld van de slaven die in de vrij-heid zijn gesteld doet denken aan deuittocht uit Egypte. Ook Romeinen 8kan beluisterd worden vanuit hetExodusmotief. In dit hoofdstuk wordtintens gezucht; van verlangen naar denieuwe schepping. In de weg door dewoestijn doet de Geest ons roepen:Abba, Vader! Een kreet die geen blijkgeeft van inzinking maar van het gedre-ven zijn door de Geest. ‘Wij zijn op Ugeworpen en niet aan het Niet prijs-gegeven…’ (Miskotte).

De Geest zweefde op de wateren (Gen.1) maar de Geest zweeft niet boven onsleven. Hij daalt diep af in onze gebro-ken werkelijkheid. Dat plaatst ons prin-cipieel naast onze medemens. In het‘Abba, Vader!’ gaat het om de ontmoe-ting met Hem wiens Naam is Ik zal bij

u zijn zoals Ik bij u zal zijn (Miskotte).Die Naam is een licht voor alle volkenin eeuwigheid. (gez. 251). De gemeentedie uit dat heil leeft, verspreidt hoop.(Vgl. W. Barnard - de prille kerk lééfdealleen maar. En dat is uitdaging genoeggebleken in de wereld.)

Liturgische aanwijzingenTweede lezing Lukas 7:36-50; hetGebod uit Deut. 5 (vgl. vs. 15).Zingen: psalm 77 of 130, gezang251, 477; Tussentijds nr. 182 (kinde-ren) en in het tweede deel van dedienst Abba Vader.

LiteratuurT. Baarda, ‘Abba, Vader’, in Kerk enTheologie, jaargang 48, no.1, blz. 3-8(1997); H. Baarlink, Leeswijzer bijRomeinen, Kampen 1982; H.Baarlink, Romeinen I. Een praktischebijbelverklaring, Kampen 1987; Jakobvan Bruggen Romeinen; Christenentussen stad en synagoge, Kampen 2006;J.M. Hasselaar BeluisterdeSchriftwoorden, ’s-Gravenhage 1988;K.H. Miskotte, De weg van het gebed,Zoetermeer 1994 (1962); J. vanWalsum, preekschets Romeinen 8:16,in Postille 58, Zoetermeer 2006; N.T.Wright, The Lord’s Prayer as aParadigm of Christian Prayer, in:Richard Longenecker (ed.) Into God’sPresence, Prayer in the New Testament,Michigan 2002, blz. 132-154.

DS. G. VAN MEIJEREN IS PREDIKANT IN

DIRKSLAND. E-MAIL: [email protected]

Is zo’n stelling vanuit Paulus’ brieven teonderbouwen? Deze vraag stond centraalin mijn afstudeeronderzoek aan de subfa-culteit Godgeleerdheid in Utrecht. Hetwerd een boeiende zoektocht, waar ik opuitnodiging van de redactie van‘Transmissie’ graag iets over schrijf.

Paulus’ missieWie de missionaire betrokkenheid van depaulijnse gemeenten onderzoekt, kan nietheen om de rol van Paulus zelf. Watbezielde hem om er al zijn krachten aan tegeven dat het evangelie de heidenen zoubereiken? Paulus wist zich hiervoor geroe-pen vanuit de ontmoeting met JezusChristus. Ik ontdekte dat Paulus’ Joodsewortels hier meespelen. De bekering vanheidenen hoorde volgens de Joden bij ‘delaatste dingen’ van de wereldgeschiedenis.Paulus ontdekt dat in kruis en opstandingdie laatste fase is aangebroken en hij weetzich daarin ingeschakeld. Het ‘einde der

tijden’ nam in zijn missionaire verkondi-ging dan ook een belangrijke plaats in. In het verlengde van deze ‘laatste dagen’,waarin God de heidenen laat delen in hetheil, spreekt Paulus over het Woord vanGod alsof het een zelfstandige kracht isdie zijn werk doet. Het is dat Woord datde wereld overgaat en dingen in bewegingzet. Het is niet alleen een verhaal over red-ding, maar het bewerkt die redding ook.Die kracht is het geheim achter het zen-dingwerk in de eerste eeuw.Daarmee zijn twee elementen bovengekomen die voor mij als gelovige en alsevangelist belangrijk zijn. Al moet ik welzeggen: de gedachte van een naderendeinde sloot in Paulus dagen meer aan bijhet levensgevoel van mensen. Toch zie ikhet wel als een belangrijke achtergrond bijhet missionaire werk vandaag: nu kan hetnog! Het evangelie als een kracht van Goddie iets teweeg brengt is een reden om inhet missionaire werk mensen te confron-

teren met bijbelteksten. De gedachte datalleen preken voldoende is, omdat hetWoord zijn werk wel doet, lijkt me eenvalkuil. Is het in Nederland niet eerdereen punt van verlegenheid? Alle prekenten spijt, loopt de kerk verder leeg.Over Paulus gesproken viel mij als derdeop, dat hij niet zomaar een rondreizendprediker was. Zo was hij misschien welsamen met Barnabas begonnen, maar naverloop van tijd heeft Paulus zijn eigenstrategie ontwikkeld: hij sticht gemeentenin de grote en invloedrijke steden van hetRomeinse rijk. Wanneer het enigszins kanlaat hij de gemeente weer achter om zijnwerk elders voort te zetten. Dit pleitervoor dat gemeenten ook op het puntvan zending dus hun verantwoordelijk-heid namen.

MedewerkingIn Paulus’ brieven merken we hoe ditgestalte krijgt in ondersteuning doorgebed, giften en praktische hulp voor deapostel. Zo vraagt hij bijvoorbeeld omdoor de gemeente ‘voortgeholpen’ te wor-den (1 Kor. 16:6), een term die op ver-gaande hulp wijst (tot en met meereizen

7Transmissie VOORJAAR 2009

BEZINNING

Of de gemeenten van Paulus missionair actief waren, is in de bijbelweten-schap een punt van discussie. Wie kijkt naar de snelle verbreiding van hetchristelijk geloof in de eerste eeuwen, vermoedt dat, naast apostelen zoalsPaulus, ook gemeenteleden en gemeenten in zending actief waren.

Gemeenten met een missie?MARTIN VAN DAM

8 Transmissie VOORJAAR 2009

van gemeenteleden!). De belangrijkstemanier waarop Paulus en zijn werk doorde gemeente gesteund wordt, is door mid-del van medewerkers die door de gemeen-te werden uitgezonden. Vele namen enpersonen duiken in de brieven op en erzijn aanwijzingen dat veel van deze men-sen (soms voor enkele jaren) vanuit degemeenten naar Paulus werden gezondenof in de eigen plaats aan het werk gingenin het spoor van de apostel. Zo is Phoebeeen dienares namens de gemeente inKenchrea (Rom. 16:1) en is Epafrodituseen gezondene en dienaar vanuit degemeente in Filippi (Fil.2:25). Het mede-werker zijn, lijkt verder niet aan voorwaar-den gebonden en zo is ieder gemeentelideen potentiële medewerker. Het pleitervoor om gemeenteleden vrij te stellenvoor missionair werk dichtbij en ver weg.Het is niet moeilijk om hier een lijn tetrekken naar 1 Korinthiërs 12, waar ookmissionaire taken en gaven de revuepasseren.

Paulus als voorbeeldAls het gaat om de taak die Paulus zietvoor alle gemeenteleden, zijn de tekstenvan belang waarin Paulus oproept om zijnvoorbeeld te volgen. Hij doet dat in 1Korinthiërs 11:1 op een cruciaal punt.Namelijk nadat hij heeft duidelijkgemaakt hoezeer hij bereid is zich aan tepassen aan Joden en heidenen, vanuit hetverlangen om hen voor Christus te win-nen. Deze intentie verwacht hij blijkbaarook van de lezers. Daarom legt hij in 1Korinthiërs 10 aan ze uit dat ze middenin de wereld mogen staan en ook maaltij-den bij ongelovigen in huis niet moetenschuwen. Op meerdere momenten in deeerste Korinthebrief komt deze intentieboven. Bijvoorbeeld als Paulus schrijft dathuwelijken met een ongelovige niet ver-broken moeten worden (wie weet komtde ander tot geloof en wordt hij/zijbehouden, 1 Kor. 7:12-16). En ookspoort Paulus aan om in de samenkom-sten duidelijke taal te spreken, zodat eenongelovige ze niet voor gek verklaart,maar juist onder de indruk raakt (1 Kor.14:20-25).

Geen verkondiging Wat in het onderzoek wel opviel, is dat detypisch missionaire woorden als ‘prediken’en ‘evangelie verkondigen’ nooit verbon-den zijn met gewone gemeenteleden of degemeente. Deze woorden blijken voorbe-houden te zijn aan mensen als Paulus enTimotheüs. Blijkbaar is er onderscheid intaken binnen het zendingswerk van deeerste eeuw. Andere sleutelwoorden wor-den wel met de gemeente in verbandgebracht: ‘inspanning’ en ‘werk van deHere’. Paulus spoort er toe aan in 1Korinthiërs 15:58, waar de vaste grondvan de opstanding een reden is om over-vloedig te zijn in het ‘werk van de Here’(altijd een missionaire connotatie). Hetwerk en de inspanning van de gemeentein Thessalonica maakt hen tot een voor-beeld voor andere gelovigen, want ‘hetwoord van de Here klinkt van hen uit ver-der’ en heeft in heel Macedonië en Achajezijn uitwerking (1 Thes. 1:2-8).

LevenswandelHoe wordt de betrokkenheid van degemeente bij de uitbreiding van hetKoninkrijk het meest concreet? Dat isvooral in de praktijk van het leven vanelke dag. Niet weglopen uit de wereld,maar je plek innemen om daar te ‘schij-nen als lichten te midden van een ver-keerd en verdorven geslacht’ (Fil. 2:15).Inderdaad, er is een groot contrast tussenbinnen en buiten, tussen licht en donker.Dat contrast is er echter niet om afstandte scheppen, maar om uit te nodigen.Waarbij de levens van de gelovigen een

leesbare brief zijn, doordat ze zijn in over-eenstemming met het evangelie. Met debroederliefde zit het wel goed inThessalonica, maar ‘respectabel wandelentegenover degenen buiten’ is een aan-dachtspunt (1 Thes. 4:9-12). Het kan nietanders of dit spoor van geloven in depraktijk van het dagelijks leven, heeft indie eerste eeuw zijn vruchten afgeworpen.Mijns inziens is dat vandaag ook een aan-dachtspunt in de kerk, waar het geloof ende theologie van zondag de aansluitingmet het werk en de contacten van maan-dag nogal eens missen. Daar is werk aande winkel: wie leert ons om (de verzuilingvoorbij) midden in de wereld praktisch enconcreet christen te zijn? Vanuit de brie-ven van Paulus kan het belang hiervanmet missionaire motieven onderstreeptworden. Elke tijd vraag om zijn eigen analyse enbenadering als het gaat om missionairwerk. De rol van de gemeente is daarinniet voorgeprogrammeerd. Wel is er, zelfsin Paulus’ brieven, voldoende aanleidingom ook bij de gemeente en bij ‘gewone’gemeenteleden verantwoordelijkheid enroeping neer te leggen. In deze ‘laatstedagen’ brengt de bevoorrechte gemeentehet geloof in praktijk op een uitnodigendemanier. Bezield door een verlangen dat zijleren van Paulus, maar dat hij en zij ont-vangen van hun Heer: het behoud vanmensen.

M. VAN DAM IS MISSIONAIR WERKER VAN DE IZB

IN SPRANG-CAPELLE

E-MAIL: [email protected]

BEZINNING

Het geloof van de zondag mist nogal eens de aansluiting met de maandag

Of, waar, hoe? Zo begon ik de vorigekeer mijn artikel. Uit de getallen diegenoemd werden, bleek dat er nogsteeds heel veel mensen zijn die hetevangelie niet kennen of soms zelfs nieteens of niet eenvoudig een bijbel kun-nen kopen. Bovendien zijn er grotedelen van de wereld met enorme groe-pen mensen bij wie het evangelie nauwe-lijks bekend is en waar relatief weinigzendingswerkers zijn. De vraag is dusniet zozeer of we nog wel zending moe-ten bedrijven en waar we dat vooralmoeten doen, maar meer hoe we datmoeten doen. In dit artikel ga ik in ophet werk waarmee de GZB zich bijzon-der verbonden weet en de houdingwaarmee dat gebeurt.

OrganisatieEen strategie of een werksoort is devorm die het zendingswerk op locatiekrijgt. De keuze voor een bepaalde vormheeft zeker te maken met de zendings-werker en het zendingswerk, maar vooralmet de context. In het arme Afrika werkje anders dan in het gesloten Midden-Oosten. In Azië werken heel wat kerk-planters in jonge kerken, maar inLatijns-Amerika werken veel predikan-ten als docent op seminaries. Daaromalleen al is het goed dat je zending nietop eigen houtje uitvoert en dat er orga-nisaties zijn die verschillende werksoor-ten ‘in huis’ hebben. Zulke organisatieshebben kennis en ervaring om afhanke-lijk van een specifieke omgeving degevraagde strategie in te zetten. Laat ikdat even toelichten.De GZB zendt soms mensen uit die opeen bepaalde plek vooral present zijn.Ogenschijnlijk kunnen zij weinig doenvanwege het gesloten karakter van hetland. Terugkoppelen naar Nederland isook lastig, want het is onmogelijk ommet naam en toenaam te vermelden wie

waar werkt. Toch zenden gemeentensamen met de GZB deze mensen metovertuiging uit. Juist dankzij al hetandere werk, het werk in het geheel vande organisatie, kan dat. Het zou pas eenprobleem worden, als de GZB zich zoubeperken tot die ene soort, weinig zicht-bare zending. De verschillende werkers,zowel op het veld als op het kantoor,dragen met elkaar als GZB verantwoor-delijkheid voor het totaal van het werk,waarmee zij uitvoering geven aan hetzendingswerk van de achterban. Wat allewerkers gemeen hebben, is de missionai-re drive om zich in het buitenland pro-fessioneel in te zetten voor de komst vanhet koninkrijk van God.

Missionaire houdingUiteindelijk gaat het daar in de eersteplaats om: de motivatie die mensen heb-ben ontvangen in de liefde van Godvoor deze wereld en in de roeping tothet werk. Dat is de drive die mensen

kracht geeft om wegen te vinden voorhet evangelie van Jezus Christus. Dat isde Geest van God die mensen bereidmaakt om zich in te zetten voor anderemensen waar ook ter wereld. Welk zen-dingswerk mensen ook maar verzetten,waar dat ook maar gebeurt, het is Goddie mensen tot volgelingen van Jezusmaakt. Maar vervolgens moeten werkersen ook organisaties natuurlijk keuzesmaken. De werkelijkheid van alledagdringt zich op. Het wereldwijde werk-veld komt naar ons toe. Voor welk zen-dingswerk kies ik, kiest mijn gemeenteen kiest de GZB?

BijbelAls er iets is wat onze traditie kenmerkt,is het wel de plaats en de betekenis vande Bijbel. Onze gereformeerde identiteitgaat terug op de Reformatie die eerst envooral draaide om de Heilige Schrift inde moedertaal. Buitenlandse gasten zijnvaak onder de indruk van de manier

9Transmissie VOORJAAR 2009

ZENDING

De vragen komen regelmatig voor: is zending nog wel nodig? Waaromgaan we nog naar het buitenland? Is zending nog wel van deze tijd? Letop het woordje nog. Kennelijk zijn de tijden veranderd. Heeft het nogwel zin om mensen vanuit de kerk uit te zenden als werkers overzee?

Waarom nog zending? (2)

SIMON VAN DER VLIES

Ds. L. Schaafsma, zendingswerker van de GZB, geeft toerustingscursussen in Malawi.

waarop wij met de Bijbel omgaan. Ikken een predikant in het Midden-Oosten die thuis aan tafel uit de Bijbelleest, nadat hij dat in Nederland hadgezien. De Bijbel is in onze traditie bronen richtsnoer voor het geestelijke en hetgewone leven. Wij kunnen het ons nauwelijks voorstel-len wat het betekent om de grote wer-ken van God voor het eerst in onzeeigen taal te horen (Hand. 2:11). Datwas niet alleen met Pinksteren een over-weldigende ervaring. In de zending zijner getuigenissen van mensen die alleendoor het lezen van de Bijbel tot geloofkwamen. Soms zonder kerk en zonderzending. Als we iets moeten doen alszendingswerk is het wel mensen in con-tact brengen met de woorden van God.

OnderwijsDat gebeurt door vertaling en onderwijs.Daarom is de GZB al jaren betrokkenbij bijbelvertaalwerk en bij allerlei vor-men van onderwijs in de Bijbel. Denkaan vertalers, docenten bijbelse vakken(Oude en Nieuwe Testament), maar ook

aan docenten die analfabeten lerenlezen. Deze lessen worden gegeven opseminaries van kerken, maar ook inkerkgebouwen en in de open luchtonder een boom. Daarbij gaat het omhet vertalen van de Bijbel, het lezenervan, het begrijpen en het bestuderen,maar ook om het verwerken van bijbelsethema’s. Kennis van de Bijbel is nodigom de woorden van God een plaats tegeven in het persoonlijk leven en in hetleven van de gemeente.

Ander werkIedereen die Alle Volken regelmatig leest,herkent iets van bovenstaande vormenvan zendingswerk, maar weet ook dat erveel meer gebeurt. In het kader van ditartikel is er slechts ruimte voor een twee-tal opmerkingen daarover. Ten eerstemerk ik op, dat de nadruk op de Bijbeltypisch is voor de gereformeerde identi-teit van de GZB. Al vanaf de oprichtingwillen GZB’ers het Woord Gods brengenaan hen die daarvan verstoken zijn. Tentweede merk ik op, dat allerlei ander zen-dingswerk wordt opgepakt met de eerdergenoemde missionaire motivatie.Tegenwoordig spreekt men van eenholistische visie (eenheid van woorden endaden) en van tekenen van hetKoninkrijk. Denk daarbij aan medischwerk, capaciteitsversterking, landbouw-kundige ondersteuning, ict’ers of gehan-dicaptenzorg. In gesloten situaties kanhet verstandig zijn om vooral present tezijn, ter bemoediging van christenen dielijden vanwege hun geloof. Daarmee dienen al deze werkers hetzelf-de doel: de komst van het koninkrijkvan God. Het gaat er altijd om mensentot geloof te bewegen, mensen te vor-men tot en in gemeenschappen en ver-volgens om mensen te leren ook zelfgetuige te zijn om op eigen manier eenplaats in te nemen in de beweging diede zending is.

DRS. S.J. VAN DER VLIES IS STAFMEDEWERKER

STUDIE EN TOERUSTING BIJ DE GZB.

E-MAIL: [email protected].

10 Transmissie VOORJAAR 2009

ZENDING

Iedereen denkt na over een missionaire actie, een vorm van zendingwerk ofaan iets uit eigen ervaring, waarvan hij of zij denkt: dit is zending, dit vind ikeen goed voorbeeld van een missionaire activiteit, van zendingswerk. Andersgezegd: als ik iemand wil duidelijk maken wat ik met zending bedoel, dannoem ik juist dit voorbeeld. Geef iedereen de gelegenheid zijn of haar voorbeeld te noemen. Probeer aande hand van de in het artikel genoemde voorbeelden van typisch zendings-werk vast te stellen wat u als commissie belangrijk vindt als het gaat om eenmissionaire houding, een evangelisatieactiviteit of zendingswerk.

VERWERKING

Onlangs ontvingen de Marakwet in Kenia het N.T. in hun eigen taal. GZB-zendingswerkerAgatha van Ginkel heeft hen geholpen leesonderwijs op te zetten.

Ergens in 1995 las ik in het Reforma-torisch Dagblad een verslag van ds. DeGroot en ds. Teeuwissen na een rondreisdoor Midden-Amerika. De subtitel vanhet verslag raakte me: GZB doet beroepop predikanten om overzee hun roeping tevervullen. Er waren zo vijf plekken waariemand aan het werk kon, maar er warenweinig kandidaten. De hoofdtitel deed me ook wat: Kerkenin Latijns Amerika zijn bezig met ABCvan de Reformatie. Dat leek me zorgwek-kend. Persoonlijk heb ik niet zoveel metde refocultuur, maar de hoofdpunten vande Reformatie zijn me lief. Uiteindelijkmocht ons gezin in 1997 uitgaan omNieuwe Testament te doceren aan hetinterkerkelijk seminarie ESEPA te CostaRica. Het inbrengen van de gereformeer-de bijdrage was voor mij persoonlijk éénvan de doelen. Wel te verstaan niet dein’s en out’s van de gereformeerde traditieen haar soms achttiende-eeuwse vormen,maar voor zover deze theologie bijbels is.De waarde van de gereformeerde theolo-gie heb ik vooral op drie punten gezien.

Sola ScripturaDenken en leven vanuit de Bijbel is voorde meeste Latijns-Amerikaanse christe-nen niet vanzelfsprekend. Ze hebben datvanuit hun rooms-katholieke achter-grond meestal niet meegekregen. In demeeste kerken ontbreekt een bijbelse pre-diking en degelijk onderwijs. Er is somsveel aandacht voor gevoelens, dromen enandere vormen van directe en persoonlij-ke openbaring. Hier is de gereformeerdeopenbaringsvisie verhelderend. De canonis gesloten en de heilige Schrift heeft eenkritische en normatieve functie voor leer

en leven. Daar moeten alle ingevingen enoverwegingen aan worden getoetst enieder gelovige mag daaraan meedoen.Dus ook onze broeders en zusters uit hetZuiden! In dat evaluerende gesprek met deSchrift als norm zijn wij Nederlandersniet zozeer jury maar deelnemer engesprekspartner. Als anderen naar onzevorm van kerk zijn kijken, bijvoorbeeldde drie Peruaanse broeders die onlangsNederland bezochten, zouden ze danopmerken dat de Schrift het hoogste enlaatste woord heeft? Andere leden vanChristus’ lichaam kunnen ons helpen teonderkennen waar tradities en cultuurhet van Gods Woord hebben gewonnen.

Tota ScripturaHet lijkt een typisch calvinistischgezichtspunt om de hele Schrift te lezen,

te bestuderen en te bepreken. Redelijkuniek in de wereldkerk. Veelal wordt hetOude Testament in Latijns-Amerikagenegeerd of weggezet als nationaal Joodserfgoed of de mindere bedeling. Hierkan onze traditie een correctie aanbren-gen. Het is verrassend om met studentente zien hoe de dynamiek van God metZijn volk en de volken niet wezenlijk isveranderd. De Schrift is één en God iséén. De God van Israël is in Christusook onze God geworden. Hij is een Godvan barmhartigheid en gerechtigheidgedurende zowel het Oude als hetNieuwe Verbond. De God die specialezorg geeft en beveelt voor de zwakken inde samenleving is een item dat niet ver-geten mag worden. De vraag komt natuurlijk ook op onseigen gereformeerde bord terecht. In hoe-verre is voor ons het Oude Testament tendiepste ook tweederangs en ongerieflijk?Komen bij ons de sociale thema’s aan deorde die onze God zo ter harte gaan?

KerkregeringNa zo’n twaalf jaar in allerlei gemeentente hebben gewerkt en gekeken ben ikervan overtuigd dat ons calvinistischemodel van kerkregering grote en correc-

11Transmissie VOORJAAR 2009

ZENDING

De gereformeerde bijdrageEEN PERSOONLIJK VERSLAG ALBERT VAN BLIJDERVEEN

Er zijn vele vragen te stellen bij het uitzenden van theologen via de GZBnaar andere werelddelen. Is onze gereformeerde traditie niet al te zeer eenEuropese vrucht om te kunnen incultureren? Moeten wij anderen lastigvallen met onze Nederlandse subcultuur? Is onze bijdrage nodig en zin-nig te midden van de overgrote meerderheid van pinksterkerken? Ik probeer een persoonlijke antwoord op enkele van deze vragen te for-muleren. Uiteraard blijven we zelf niet buiten schot.

Studenten in Peru

tieve waarde heeft, ook in Latijns-Amerika. Als nieuwtestamenticus weet iknatuurlijk dat onze kerkorde niet echtregelrecht uit de Schrift wegloopt. Welkan verdedigd worden dat onze kerkor-ganisatie aansluit bij enkele hoofdlijnenvan de Schrift. Van Mozes tot en metPaulus is de leiding van Gods volk nieteenhoofdig maar pluraal. Ook is er eenscala van ambten en roepingen bijbetrokken die soms elkaar corrigeren enaanvullen. De belangrijke functie van dekerkenraad als college en de principiëlegelijkheid van de ambten brengen dezebijbelse grondlijnen goed tot uitdruk-king. Dit kan een welkom tegenwichtbieden tegen predikanten die als baasjesalles willen bepalen. Werk je niet mee,dan verzet je je tegen Gods gezalfde! Diteenhoofdige en autoritaire gedrag is nogverergerd door de zogenaamde apostelendie in meerdere landen opkomen.Sommige predikanten laten zich blinde-lings aansturen door deze apostelen. Hierkan onze traditie een urgente bijdrageleveren, zowel door onze meer democra-tische kerkstructuur als door de Schriftals hoogste norm voor leer en leven. In de kerken in Latijns-Amerika die decalvinistische kerkregering gebruiken, iser spanning tussen leer en praktijk.Veelal komt het diakenambt weinig uitde verf. In sommige kerkenraden draaiende diakenen niet mee. Ook dienen somsniet zij maar de ouderlingen aan deavondmaalstafel. Verder blijkt de cultuurvaak sterker dan de officiële en fraaiekerkorde. Uiteindelijk worden veel zakendoor de preses van de kerkenraad of clas-sis zonder overleg beslist. Blijkbaar is ermeer nodig dan de op zich zo waardevol-

le en bijbels gefundeerde gereformeerdeambtstheologie te doceren en in statutente verankeren. Het gaat uiteindelijk nogmeer om het karakter en de houding vande ambtsdragers. Daar focust het NieuweTestament veel meer op dan op de pre-cieze vormen en processen van kerkrege-ring. In de lessen Nieuwe Testamentkwam ik met de leiders van Gods kerkdan vaak terecht bij 1 Petrus 5 enJohannes 21. Aan de voeten van Christuservaren we Zijn vergeving, belijden wedat we Hem liefhebben omdat Hij onszo oneindig heeft liefgehad en wordenwe geroepen Zijn schapen en lammerente weiden.

Fier en nederigDe inbreng van de theologie van deReformatie is in dit continent getalsma-tig een speld in een hooiberg van pente-costalen en rooms-katholieken. We kun-nen echter gezichtspunten vanuit dezetheologie aandragen die uniek en waar-devol zijn. Onze traditie is beproefd endegelijk. Daarom kunnen we fier bij-voorbeeld de sola’s van de Reformatieuitleggen en toepassen. De arrogantiewaarmee sommige gereformeerde man-

nenbroeders echter alle andere theologi-sche tradities negeren of denigreren lijktme ongepast. Als het gaat over een gere-formeerde bijdrage in de theologischediscussie en het kerkelijk leven, zoudenwe er goed aan doen niet alleen te spre-ken maar ook te luisteren. Er valt nogwel wat te leren van oecumenische enpinkstertheologen. Dat kan een aanvul-ling op onze eigen traditie vormen. Ookzouden we ons moeten afvragen en onsdoor anderen laten bevragen: in hoeverrelukt het in onze kerken en in onze eigenlevens de reformatorische hoofdpuntente praktiseren?

Te waardevolMijn overtuiging dat onze traditie eenwaardevolle inbreng heeft in de wereld-kerk en het zendingswerk is uiteindelijkniet verminderd maar versterkt. Welmoeten we dan met onbevangenheid engeloofsvertrouwen meer op de bijbelseinhoud dan op de cultureel bepaalde vor-men focussen. Wat dat betreft is de gere-formeerde theologie te waardevol omniet te her-vormen. Hoe dat er dan gaatuitzien zal uiteindelijk de plaatselijkekerk mogen en moeten bepalen. Dekomende generatie, in Nederland en inZuid-Amerika, zal zich het evangeliemogen toe-eigenen en uitdrukken inrelatie tot de noden van de tijd. De bij-drage van de gereformeerde traditie komttot uitdrukking in ons eigen leven en inhet gesprek dat we met anderen aangaanvanuit de Schriften.

DS. A.T. VAN BLIJDERVEEN WERKT IN LIMA

(PERU) ALS DOCENT NIEUWE TESTAMENT. E-

MAIL: [email protected]

12 Transmissie VOORJAAR 2009

ZENDING

Ds. Van Blijderveen met studenten

1. Noem drie hoofdpunten van de Reformatie. Geef voorbeelden die duidelijkmaken hoe de Reformatie van invloed is op uw denken en handelen.

2. In deze wereld is veel lichamelijke, psychische en geestelijke nood, zoweldichtbij als ver weg. Op welke manier besteedt de gemeente, in navolging vande liefde van God voor deze wereld, zorg aan de zwakken in de gemeente enin onze wijk of dorp?

VERWERKING

13Transmissie VOORJAAR 2009

Zomaar enkele situaties waar we methuid en haar bij betrokken zijn, waargeen woorden nodig zijn. Sterker nog:waar woorden ons uit de toestand halenwaar we juist ervaren: hier gebéurt iets.Op dit moment voel ik me direct ver-bonden met de Schepper, mijn kind,mijn gevoel. Rechtstreeks vanuit mijnhart voel ik me verbonden met de ander,met De Ander. Zodra er iemand begintte praten of je de blik van de ander ont-moet, kan het moment als een zeepbel

uit elkaar spatten. FenomeenDit fenomeen wordt ook wel het voor-woordelijke genoemd. Een momentwaarin we heel intensief ervaren dat we‘zijn’; we staan stil bij iets wat heel diepvan binnen in ons een snaar raakt waar-door we beseffen dat dit het leven in zijnpure vorm is. In dit artikel willen we zoe-ken naar herkenning van het voor-woor-delijke en kijken hoe het een plaats heeftin de gesprekken die we hebben in het

pastoraat of in een missionaire setting, opeen kring of in de bedding van een preek.Ten slotte noemen we enkele belangrijkeaspecten van onze grondhouding.

Innerlijke dialoogIn onderstaande voorbeelden gebeurt erbij mensen van alles van binnen zonderwoorden. Op die diepere existentiële laagzoek je naar verbinding met jezelf en datwat je aangereikt wordt in het bijbelver-haal of een impuls zoals een beeldje of dezon. We zien dat bij Scopus gebeuren inde groep: het thema raakt ons eigenbestaan, onze existentie en daarom wor-den we deel van het verhaal.

EVANGELISATIE

De kracht van hetvoor-woordelijke

COBY VAN DER ZEE

Ademloos kijken naar een pasgeboren baby. Opleven bij het inademen vande lucht waarin je het voorjaar ruikt. Je overweldigd voelen door muziek ofeen lied. Geraakt worden door het getuigenis van een Alpha-cursist.

PRAKTIJKVOORBEELDEN

BegraafplaatsAls predikant heb je contact met de familie Van der Meer inverband met het overlijden van oma. Zij had twee zonen,Klaas en Peter, die allebei nog wel ingeschreven staan, maarnooit meer naar de kerk gaan. In de afgelopen dagen heb jedeze zonen twee keer gesproken, maar het was lastig omtot een persoonlijk gesprek over het geloof tekomen. Tijdens de begrafenis heb je goed zicht opbeiden. Terwijl de kist naar beneden zakt, breektde zon door. Je ziet Klaas verrast opkijken en erverschijnt een glimlach op zijn gezicht, terwijl hijseconden lang naar boven blijft kijken. Als zijnblik terugkeert, kijkt hij je even kort aan en jegeeft hem een knipoog.

BeeldjeAls bezoekmedewerker heb je contact meteen jong stel, Mirjam en Lars. Je komtregelmatig bij hen, want ze zit-ten met heel wat geloofsvra-gen. Voor je gevoel komenjullie niet veel verder, omdatzij het geloof vooral rationeelbenaderen en het voor jou juisteen zaak van vertrouwen is. Jebetwijfelt of je wel de juiste persoonbent om hen verder te helpen. Onlangs

hebben ze een baby gekregen en je besluit even een kraam-bezoekje af te leggen. Lars laat je spontaan een beeldje ziendat ze gekregen hebben van een vriend. De contouren vaneen bovenlichaam met twee armen en daarbinnen een kleinmensenkind zijn zichtbaar. Hij is ontroerd doordat dit kleinemensje zo mag schuilen. Zo wil hij ook zijn voor zijn eigenkindje. Enthousiast vertelt hij dat hij eigenlijk ook zo bijGod mag schuilen. Nu ben jij ontroerd en samen ben je stil

voor het aangezicht van God.

ScopusOnlangs heb je deelgenomen aan Scopus, een cursus

waarin het beleven van een bijbelverhaal centraal staat.Nou, dat heb je ondervonden! Hoe vaak had je het

verhaal van Zacheüs al niet gehoord? Maar dezeaanpak heeft een diepere laag in jou geraakt.Halverwege de bijeenkomst kreeg je de vraagvoorgelegd waarom jij in een boom zou klim-men. Waarom zou jij je willen verstoppen, ofwat heb je te verbergen? Een antwoord formule-

ren was nog niet zo gemakkelijk.De meeste indruk maakte opjou het feit dat Jezus onderjouw boom blijft staan en

omhoog kijkt. Jezus kijkt op naarjou, die zichzelf zo gemakkelijk

omlaag haalt. Dat raakte je en je hebter nog dagen over lopen denken. Het

houdt je eigenlijk nog steeds bezig.

Een impuls kan ook later weer in herin-nering geroepen worden. Als predikantkun je als je twee weken later weer opbezoek komt tegen Klaas zeggen: ‘Ik zagje glimlachen en even wegdromen toende zon doorbrak. Vertel eens, wat ging erop dat moment door je heen?’ Omdat jetijdens het moment zelf de blik van Klaasgevangen hebt en gemarkeerd met eenknipoog kun je hier nu op terugkomen.Grote kans dat het vanuit deze uitnodi-gende houding tot een dieper gesprekkomt.

GrondhoudingOnze houding is van groot belang. Diekan uitnodigend en stimulerend zijn,maar even goed de ander blokkeren endat zal de communicatie enorm belem-meren. U kent dat wel. Een kringleiderdie al invult en interpreteert wat u wiltgaan zeggen, een ouderling die alles wat uzegt bagatelliseert of een predikant die bijwat u vertelt nog wel enkele eigen erva-ringen ernaast kan leggen. Maar hoe kun-nen we dan wel uitnodigend en stimule-rend zijn? Allereerst is een open hart nodig om ver-binding te kunnen maken met God ende ander. In de verbinding ontstaat ermededogen met de ander. De anderervaart dat er begrip en acceptatie is. Hetnodigt hem uit te mogen zijn wie hij is.Tijdens het gesprek, in een preek, in degroep, maar ook in de relatie met zichzelf. Ten tweede is er ruimte nodig. Als deander ruimte ervaart zal er ook bereid-heid zijn om de innerlijke dialoog aan tegaan. Juist de betrokkenheid op elkaarvanuit het hart, de hartelijke liefde, werkt

stimulerend en bevrijdend. Zo kan er eenhelend proces op gang komen. Daar isruimte en tijd voor nodig. Een valkuil isdat we alles weer vast timmeren met onzewoorden. Durf stil te staan: verwonderd,verbaasd, boos misschien. In de ontmoe-ting tussen Lars en de bezoeker gebeurdeiets toen ze beiden stil stonden bij wathen raakte en kon er vanuit het hartgecommuniceerd worden. Dan zijn erniet zoveel woorden meer nodig.

Verandering door nieuw perspectiefHet enige wat tot echte verandering,bekering, leidt is verandering van per-spectief. De kunst van veranderen is omvanuit een ander perspectief naar de wer-kelijkheid te kijken. God geeft ons datperspectief: de belofte van een leven metHem is het grote perspectief waarbinnenons leven vorm krijgt. We zullen steedsmoeten afstemmen op Hem, de Bron vanons bestaan. We weten allemaal hoe moeilijk het is omonze vaste patronen te doorbreken en teveranderen, ook hiervoor is veranderingvan perspectief nodig. Een God die zo verweg lijkt, waar we zoveel geloofsvragenbij hebben, komt ineens heel dichtbij alswe mogen schuilen in Zijn armen of alsZijn licht over ons verdriet schijnt. Daarzijn geen woorden voor nodig. Wemogen de aanwezigheid van Ik-ben erva-ren en ons overgeven en laven aan watHij in overvloed wil geven.

MW. J.D. VAN DER ZEE-VAN DER PLOEG IS

MISSIONAIR TOERUSTER BIJ DE IZB.

E-MAIL: [email protected]

14 Transmissie VOORJAAR 2009

EVENGELISATIE

1. Herkent u iets van het voor-woordelijke in uw eigen leven? En in uw werkbinnen de gemeente? Wissel ervaringen uit.

2. Noem een concreet punt dat u in uw houding of werk wilt versterken ofveranderen om zo meer ruimte te geven aan het voor-woordelijke. Hoe wilt udit aanpakken en wat heb u hiervoor nodig?

VERWERKING

Waarom zou jij in een boom klimmen?

Achter de joviaal met hun voornaamaangeduide personen schuilen geleerdeen hooggeleerde onderzoekers en docen-ten, die behalve van grote kundigheidook blijk geven in hun boek van missio-naire betrokkenheid en verlangen naarvernieuwing van de kerken. De directeaanleiding tot het verschijnen van ditboek ligt in het feit, dat de ProtestantseKerk in Nederland het stichten vannieuwe gemeenten heeft uitgeroepen toteen van de missionaire speerpunten vanbeleid in de komende jaren. Zo ligt ernu een boek voor ons, geschreven doordrie theologen, die lid zijn van de PKN,en de christelijke gereformeerde StefanPaas, die zelf behalve theoloog en docentook gemeentestichter is.

OpmerkelijkEr is alle aanleiding om de vinger hierbijte leggen als een zeer opmerkelijk gebeu-ren, dat twintig jaar geleden niemandnog voor mogelijk gehouden zou heb-ben. Gemeentestichting was toen alvolop aan de orde, maar het was eenactiviteit van evangelische christenen inverschillende soorten, terwijl dit door demensen - zeker de predikanten - in degevestigde kerken met lede ogen werdgade geslagen. Stichters van nieuwegemeenten werden in feite gezien alsscheurmakers. Dat het ontstaan en func-tioneren van deze gemeenten ook iets temaken zou kunnen hebben met het feit,dat Nederland zendingsland aan hetworden was, lag buiten het gezichtsveld. De verschijning van dit boek zou in dekerkgeschiedenisboeken van de toekomstopgenomen kunnen worden als hetbegin van een nieuwe tijd. Ook tot degrote kerken is nu de ernst van de ont-kerstening doorgedrongen en de bereid-heid is ontstaan om, samen met hen dievroeger als concurrenten gezien werden,na te denken over nieuwe missionairestrategieën voor het bereiken van de

geseculariseerde Nederlanders en alloch-tonen van allerlei religieuze en etnischeafkomst. Ieder die in de toekomst ietswil met gemeentestichting zal er wijs aandoen dit boek ter hand te nemen. Het ishelder geschreven, het behandelt alle

onderwerpen, die methet fenomeen te maken hebben, hetbeschrijft een groot aantal praktijkvoor-beelden en reflecteert daar uitvoerig op.In één woord: klasse.

Waar is de IZB?Opmerkelijk is dat de IZB in het boeknauwelijks voorkomt. Is dat vreemd? DeIZB is toch al jaren bezig met zendingin Nederland? De IZB kent intussenook een aantal projecten, waar metgemeentestichting een begin is gemaakt,bijvoorbeeld: Delfshaven, Amsterdam,Wateringse Veld. Tegelijk was en is deIZB echter een beweging binnen dePKN met een oeroud hervormd kerkge-voel. Dat wist ik altijd al, maar het werdme enkele jaren geleden nog weer eensextra duidelijk, toen we uitvoerig in eenstudiegroep en in het bestuur sprakenover de vraag of Nederland in de toe-komst voldoende met het evangelie

bereikt zou kunnen worden via debestaande historische kerken. Resultatenvan deze bezinning zijn onder andere tevinden in het boek Om de verstaanbaar-heid (red. W.Dekker en P.J.Visser), metdaarin bijvoorbeeld een pleidooi vooreen update van de volkskerk door ds.P.L. de Jong en een verkenning vangemeentevorming (bewust geen gemeen-testichting genoemd!) door ds. P. vanden Heuvel.De IZB werkt aan de missionairebewustwording van bestaande gemeen-ten, rust gemeenteleden toe tot missio-nair getuigenis in de eigen omgeving enbetaalt ten slotte ook evangelisten ingebieden, waar het kleine gemeenten ineen seculiere omgeving ontbreekt aanmenskracht. In de praktijk zijn dit grotesteden, nieuwe woonwijken of dorpen ineen vanouds totaal onkerkelijk gebied alsNoord-Holland. In de kring van dezeevangelisten ontstond ook her en der degedachte, dat het wellicht goed wasnaast de bestaande gemeente iets nieuwop te zetten, maar dan wel onder devleugels van de moedergemeente.

Een kerk kun je niet stichtenDe moeite, die ik heb met het boek, datnu verscheen, is dat het geen leer van dekerk bevat. In hoofdstuk 19 wordt dethematiek uitvoerig benoemd, maar hetblijft in hoofdzaak beschrijvend.Niemand durft het vandaag waarschijn-lijk ook nog op te nemen voor de oudehervormde leer van de kerk: de gedach-te, dat God ooit in dit land zijn kerkplantte, die een gestalte was van dewereldwijde katholieke kerk, die daarnais verder gegaan als kerk van deReformatie en nu nog voort bestaat inde Protestantse Kerk in Nederland endat je heel goede redenen moet hebbenwanneer je iets anders begint. De enige legitieme reden, die ik zoukunnen bedenken is een missionaire.

15Transmissie VOORJAAR 2009

EVANGELISATIE

Als een kerk opnieuw begintOnlangs verscheen een indrukwekkend boek over missionaire gemeen-schapsvorming. Althans, zo luidt de ondertitel van het boek. In feite gaathet over het stichten van nieuwe gemeenten. Het is geschreven door Gerrit Noort, Stefan Paas, Henk de Roest en Sake Stoppels.

W. DEKKER

Transmissie VOORJAAR 200916

EVANGELISATIE MATERIAAL EN AGENDA

Wanneer echt blijkt, dat mensen tot geloofkomen, wanneer ze opgevangen worden ineen nieuwe gemeenschap met andere vor-men, dan moeten we daar vóór zijn, wantde missie ging ooit aan de kerkvormingvooraf en mag nooit door gestolde kerk-vormen worden belemmerd. Het is danechter zeer wel mogelijk, dat de historischekerk ruimte schept voor zo’n nieuwegemeenschap met andere vormen en dezezo opneemt in de katholiciteit van dekerk.

Hoge latDaarom heb ik ten diepste, hoe veel goedser van het boek te zeggen valt, toch moeitemet dit boek: Als een kerk opnieuw begint.Ik vraag: welke kerk? Handboek voor missi-onaire gemeenschapsvorming. Ik denk: wasdat maar steeds de reden geweest, dat ker-ken opnieuw begonnen: missionairegemeenschapsvorming. Dat was niet zo endat moet er ook niet achteraf van gemaaktworden. Meestal was het een volstrektgebrek aan katholiek denken over de kerk,het centraal stellen van bepaalde leerpun-ten of eenzijdige belevingen van eenbepaald soort vroomheid. Zeker hebbende historische kerken daar zelf ook schuldaan. Laat de les voor de toekomst in ieder gevalzijn, dat het zo niet meer moet. Wanneernieuwe gemeenten worden gesticht,gebeurt dat in het vervolg puur en alleennog om missionaire redenen. Altijd is debestaande kerk daar blij mee, leert ervanen laat zich erdoor inspireren. En al dienieuwe gemeenten, die vroeger werdengesticht uit onvrede en vaak helemaal nietmeer zo missionair zijn, zoeken opnieuwde gemeenschap met de Protestantse Kerkin Nederland, die van nu af aan een volopmissionaire kerk is. Je kunt de lat nietgauw te hoog leggen. Voor je het weet benje met een te lage lat aan het kerkje spelen.

N.a.v. Gerrit Noort e.a., Als een kerkopnieuw begint, 392 pag.; € 24,90Boekencentrum Zoetermeer

DRS. W. DEKKER IS PREDIKANT EN HOOFD

VORMING & EDUCATIE BIJ DE IZB.

E-MAIL: [email protected]

De preek en de hoorderIn veel kerken is de preek het centrale element van de dienst.Maar wat gebeurt er eigenlijk tussen preek en luisteraar? Krijgtde preek betekenis voor de hoorders en zo ja, hoe dan? Welkerol speelt de psyche van de hoorder? Hierover schreef dr.Hanneke Schaap-Jonker een boekje, getiteld ‘Ruimte om tehoren’. Het is een bewerking van haar in 2008 verschenenproefschrift.Het boek geeft aandachtspunten voor het maken en houdenvan een preek die relevant zijn voor een prediker die niet voorbij wil gaan aan depsychologische factoren in het hoorproces. Maar het boek is eveneens interessantvoor kerkgangers: hoe spelen mijn persoonlijkheid en omstandigheden mee in watik in een preek hoor? Dr. J. Schaap-Jonker werkt als universitair docent godsdienstpsychologie aan deProtestantse Theologische Universiteit te Kampen en is lid van de visiegroep vanAreopagus, het IZB-centrum voor contextuele en missionaire verkondiging. ‘Ruimte om te horen’ telt 100 pagina’s en is een uitgave van Areopagus. Prijs: € 14,90, te verkrijgen in de boekhandel en bij de IZB-boekhandel. E-mail: [email protected] of tel. 033-4613225.

Kennismaken met Scopus Op donderdag 23 april kunt u kennismaken met Scopus, de werkwijze en deachtergrond van deze nieuwe missionaire cursus van de IZB. Bij Scopus ligt hetaccent niet op kennis of discussie, maar gaat het om de beleving van een bijbel-verhaal. Geloof en leven worden met elkaar in verbinding gebracht. Wanneer u vóór de zomer een Scopus-training volgt, kunt u in het nieuwe seizoende cursus aanbieden in uw gemeente. Maar misschien wilt u eerst, eventueel metanderen uit uw gemeente, kijken en proeven wat Scopus precies inhoudt? Dat kanop deze avond, die duurt van 19.30-21.30 uur en wordt gehouden in het IZB-kantoor te Amersfoort, Joh. van Oldenbarneveltlaan 10 (slechts vijf minutenlopen vanaf het station). Aanmelding via e-mail: [email protected] of tel. 033-4611949.

De missionaire taak van de kerk Op donderdag 28 mei a.s. is er een bezinningsavond van de IZB in De Schakelte Nijkerk. Thema: Missionair werk als speerpunt van beleid. De ProtestantseKerk in Nederland gaat werk maken van haar missionaire taak. De komende jarenzullen alle gemeenten uitgedaagd worden meer missionair te zijn. De IZB is daaral heel wat jaren mee bezig, maar bereikt vooral de meer orthodoxe gemeenten.Wel heeft de IZB altijd zijn werk willen doen ten dienste van de kerk. In hoeverrekan er nu worden samengewerkt?Dr. A.J. Plaisier, de scriba van de PKN, zal deze avond spreken. Hij krijgt eenhele serie vragen voorgelegd: Welke visie ligt ten grondslag aan het missionairebeleid van de kerk? Welke boodschap hebben we aan degenen die buiten staan?Zijn nieuwe vormen van gemeente zijn nodig? Is het ook van belang een nieuwegemeente te stichten naast de bestaande? Wat moet er veranderen in de mentali-teit van ieder gemeentelid om een missionaire gemeente te worden? Wat kun jenaar buiten als het je in je eigen gezin niet lukt het geloof over te dragen?Ds. H.C. Marchand, oud-bestuurslid van de IZB, die ervaring heeft met missio-nair werk in zeer verschillende gemeenten, zal een eerste reactie geven op de lezingvan dr. Plaisier. Daarna kunnen alle aanwezigen zich in de discussie mengen.Aanvang: 19.45 uur. Einde: 22.00 uur. Aanmelding niet nodig. Toegang gratis.