11 12 marcom_hfdst 14_winkelcommunicatie
-
Upload
kenneth-pijpen -
Category
Education
-
view
67 -
download
0
Transcript of 11 12 marcom_hfdst 14_winkelcommunicatie
= communicatiemiddel dat wordt ingezet op de locatie van aanschaf
productpresentatie winkelimago winkelindeling winkelsfeer .....
“winkel” = elke locatie waar een product/dienst kan worden gekocht (ook: bankkantoor, shop benzinestation, ...)
Inleiding
KENNIS
HOUDING
GEDRAG
Bekendheid
Kennis
Positief gestemd
Voorkeur
Overtuiging
Aankoop
Inleiding onderdeel van geïntegreerd communicatieplan
Onderzoek: > 70% van de aankoopbeslissingen worden genomen in de winkel.
Vooral bij: jongere consumenten hogere inkomensklasse grote gezinnen in gezelschap van kinderen.
Het belang van koopbeslissingen in de winkel
• 1/ Omzet van een retailer: O = VG x OI x C x BB
• VG= verzorgingsgebied (aantal potentiële klanten)• OI: opkomstindex: % van VG dat de winkel bezoekt• C: conversie-%: % dat een aankoop doet.• BB: bestedingsbedrag
• inspelen op deze vier variabelen.
• 2/ inspelen op de voorkeuren van de doelgroepen.• Vb: prijskopers
• sobere winkelinrichting (vb Aldi, Argenta-kantoren)
Doelstellingen
winkelcommunicatie kan inspelen op OI, C en BB
OI: aandacht trekken:◦ extern (etalage, inkom, uithangbord)◦ intern
C & BB: ◦ herinneren:
inspelen op de voorgaande comm.stimuli: reclame, P.R.,....◦ informeren:
vb via video, interactieve systemen◦ overtuigen:
vb in combinatie met promoties, door winkelinrichting (impulsaankopen)
Doelstellingen
Een aantrekkelijke en gestructureerde schappresentatie:
supplementaire impulsaankopeneen aangename sfeereen verbeterde assortiment-positionering minder arbeidskosten.
in lijn met de eisen van de distributie beantwoordend aan de verwachtingen van de klant.
Instrumenten: aankleding van het schap
het abc van aankleding van het schap Headers / topsigns
Subheaders -> Onderverdeling in categorieën -> Sfeer & Navigatie
Verticale strips Banners, busstops, railstrips -> Onderverdeling in categorieën -> Navigatie
Horizontale strips Railstrips -> Subsegmentatie -> Navigatie
het abc van aankleding van het schap Gondelhoofden
-> Promoties & nieuwe refs Tijdelijk en duur -> Impulsaankopen, bekendheid
2nd placement/Displays 2e uitstalling Cross selling -> basket shopping, fun shopping
Pallet aankleding Categorie,
merkaanduiding Imago, sfeer
het abc van aankleding van het schap
Floor displays -> Promoties & nieuwe refs -> bekendheid & imago
Toonbankdisplays -> Promoties & nieuwe refs -> bekendheid & imago
! overaanbod van displays en andere winkelmateriaal
medewerking van de retailer is vereist.
◦ goedkeuring al dan niet plaatsen winkelmateriaal
◦ wordt geleverd materiaal daadwerkelijk geplaatst?
◦ Is het gemakkelijk te plaatsen?◦ Op de beste plek in de winkel?◦ Display enkel voor producten van de
leverancier?◦ Hoe lang blijft het materiaal staan?◦ Vergoeding te betalen?
‘meedenken’ met de retailers
Instrumenten
= kennis en gevoelens bij een individu die aan de winkel een bepaalde waarde en betekenis geven. ( ≈ positionering)
• doel: creëren van positief winkelimago (winkelaantrekkelijkheid)
• zowel cognitieve als affectieve elementen
• Kenmerken v/h winkelimago verschillen• Per sector:
• Vb: hygiëne in supermarkt >< kledingzaak
• Doel v/h winkelbezoek:• Vb: ‘funshopping’ >< dagelijkse inkopen
Winkelimago
Interne kenmerken: de winkelindeling winkelpersoneel: kleding & gedrag aanbod: kwaliteit, prijs, winkelcommunicatie
Externe kenmerken: facade ingang etalage parking
Winkelimago
= weerspiegeling van de menselijke kenmerken v/e winkel:
◦ Enthousiasme (verwelkomend, dynamisch)◦ Geraffineerdheid (chique, stijlvol, elegant)◦ Onplezierigheid (vervelend, schreeuwerig, irritant)◦ Oprechtheid (eerlijk, betrouwbaar)◦ Solide (degelijk, welvarend)
winkelimago en –persoonlijkheid afstemmen op de doelgroep(en) die je wil bereiken.
Winkelpersoonlijkheid:
Omgeving: centrum >< rand Bereikbaarheid - parkeergelegenheid Invloed andere winkels (trekkers)
Een slechte locatie is moeilijk te compenseren (ruime openingstijden, service, assortiment,…)
Winkellocatie
“specialistenwerk” :
indeling verkoopruimte >< niet-verkoopruimte (opslag, service,...)
productindeling:◦ koopgedrag:
lage betrokkenheid: opvallende locatie; hoge betrokkenheid: klant zoekt.
Frequent gekochte producten naast minder frequent gekochte
◦ Verwantschap:Producten die samen worden gebruikt, samen aanbieden
(vb witte wijn bij vis, chips bij apertitiefdrank)
Winkelindeling
“regels”:◦ Tegenwijzerszin◦ Rechterkant is belangrijkst◦ Brede gangen◦ Einde van de gang: aantrekkingspunt◦ Traag in het begin, snel op het einde◦ Kopers keren niet graag terug◦ Geen wachttijden of opstoppingen aan de
service-afdelingen◦ ....
Winkelindeling
indeling van de schapruimte: op basis van:
◦ marktaandeel◦ winstmarge◦ voorraadniveau (out-of-stock vermijden)◦ gewicht (zwaarste producten onderaan)
Productpresentatie:
Wat ?◦ Systeem◦ Assortiment = Categorieën = Business Unit◦ Cijfers, feiten, space management
Resultaat◦ Hogere marges, hogere omzetten en
kostenbesparingen◦ Relatie fabrikant en retailer
Category Management
Doel:Het juiste product in de juiste hoeveelheden op de juiste plaats positioneren.
Grafische visualisatie "in life" van de
beschikbare schapruimte.
Category Management : optimalisatie van het schap
Onmisbaar instrument voor merchandising teams, verkopers, accountmanagers.
Testen van nieuw verpakkingsmateriaal in
de ontwikkelingsfase.
Integratie van een marketingconcept in een in-store omgeving.
Category Management : optimalisatie van het schap
Supermarkt real life situatie Bierrayon Segmentatie
◦ Pils ◦ Tafelbieren◦ On the go◦ Speciale bieren
Category Management : Praktijk
Speciale bieren◦ Internationale bieren◦ Fruitbieren◦ Engelse bieren◦ Abdijbieren◦ Trappist◦ Zware bieren
Category Management : Praktijk
= uitlokken van een emotionele respons, zodat de kans op aankoop vergroot.
werkt via de zintuigen:Figuur 14.6
Winkelsfeer: