1 Gezin 1 Plan€¦ · Web viewGezinsplan. Werken in ketens. Gezinsplan. Werken in ketens....

18

GezinsplanWerken in ketens

Studentes: K. Baas (66060)G. Beto (69494)J. den Boer (65886)L. Brouwers (66921)N. de Caluwé (66168)

Cursus: Werken in ketens (CU12641)Studiejaar: 2Docent: K. BoeleDatum: 22-03-2015

InhoudsopgaveInleiding..................................................................................................................................................2

1 Professionele profielen........................................................................................................................3

1.1 Zorgcoördinator CJG.....................................................................................................................3

1.2 Leerlingbegeleider........................................................................................................................4

1.3 Maatschappelijk werker...............................................................................................................5

1.4 Gezinscoach..................................................................................................................................6

1.5 GGZ ambulant..............................................................................................................................7

2 Casus analyse......................................................................................................................................9

2.1 Beschermende factoren voor Nina...............................................................................................9

2.2 Belemmerende factoren voor Nina............................................................................................10

2.3 Extra inbreng per rol...................................................................................................................13

3 Risico taxatie.....................................................................................................................................15

4 Gezinsplan.........................................................................................................................................18

5 Reflectie.............................................................................................................................................28

5.1 Nanet..........................................................................................................................................28

5.2 Lotte...........................................................................................................................................29

5.3 Jozien..........................................................................................................................................31

5.4 Gloria..........................................................................................................................................32

5.5 Kim.............................................................................................................................................33

1

InleidingIn deze cursus stond het interdisciplinair samenwerken rondom kinderen en gezinnen centraal. Het is belangrijk om alle betrokken rondom een gezin actief te betrekken als er zorgen zijn. Afstemming tussen deze betrokkenen is noodzakelijk, om hulp zo effectief mogelijk te kunnen verzorgen. Zowel formele- als informele hulp dienen daarom op elkaar aan te sluiten. Door middel van een simulatiespel is er gewerkt aan een gezinsplan. Hierin is door ons actief samengewerkt binnen een netwerk. Daardoor zijn mogelijkheden en noodzaak van een samenwerking ontdekt. In een professionele rol is met verschillende ketenpartners gewerkt aan één gezinsplan.

In dit gezinsplan zijn de professionele profielen van iedere ketenpartner beschreven. Hierna volgt zowel een analyse van de casus als een risico taxatie. Concrete doelstellingen en afspraken worden toegelicht in het gezinsplan. Ten slotte een reflectie van iedere ketenpartner op het doorlopen proces.

2

1 Professionele profielen1.1 Zorgcoördinator CJG

AchtergrondMijn naam is Kim Baas, ik ben vijfentwintig jaar oud en kom uit Oost-Souburg. Drie jaar geleden ben ik afgestudeerd als HBO-pedagoog aan de HZ te Vlissingen. Daarom heb ik nog een frisse kijk op de zaken. Door de stages die ik tijdens mijn studie heb gelopen, heb ik veel ervaring opgedaan op verschillende terreinen. Hierdoor is mijn interesse ontstaan, voor de vele instellingen waar een kind mee te maken kan hebben. Het werken met jongeren is vooral waar mijn interesse ligt en waar ik veel ervaring mee heb.

Centrum voor Jeugd en GezinOpvoeden en opgroeien gaat niet altijd vanzelf. Daarom is het normaal om hier vragen over te hebben. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is een plek waar je met al je vragen over opvoeden en opgroeien terecht kunt. Deze plek is er voor ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals. Wij vinden geen enkele vraag raar. Je krijgt altijd een antwoord, hoe klein, onschuldig of ingewikkeld de vraag ook is. Vragen kunnen worden gesteld via de website en de telefoon, of je kunt even langskomen. Er staat altijd iemand klaar die meedenkt, kijkt welke oplossing bij je past of weet waar je met je vraag terecht kunt. Voor hulp, informatie, advies en ondersteuning kun je terecht bij het CJG bij jou in de buurt.

Functie bij CJGBij het Centrum voor Jeugd en Gezin ben ik werkzaam als zorgcoördinator. Dit betekent dat ik in een gezin verantwoordelijk ben voor de afstemming van de zorg. De problematiek analyseer ik door middel van een aanmelding en intake. Daarnaast vindt een inventarisatie plaats van alle betrokken partijen. Samen met alle betrokkenen wordt vervolgens een plan opgesteld voor het gezin. Hierin heb ik de regie en bewaak of de afspraken worden gerealiseerd. Daarnaast ben ik voor het gezin als constante factor aanwezig en dus de contactpersoon. Informatie en vervolgstappen communiceer en overleg ik met het gezin en alle betrokkenen.

VisiePositief opvoeden is een van mijn uitgangspunten. Hiermee bedoel ik het kind steunen, stimuleren en sturen. Er moet een omgeving voor het kind worden gecreëerd waarin het zich veilig voelt en wordt uitgedaagd. Het kind moet ruimte krijgen maar wel worden begeleid. Hierdoor zal het kind zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. In de opvoeding vind ik het dus belangrijk dat ouders met hun kinderen communiceren en het kind positieve aandacht geven. Daarnaast moet het kind wel worden gestuurd door middel van grenzen en instructies. Ten slotte is samenwerken ook een uitgangspunt in mijn handelen. Dit vind ik voor erg belangrijk voor het hulpverleningsproces. Hierin moet namelijk worden gekeken naar de gehele omgeving van het kind. De omgeving is van invloed op het gedrag. Samenwerking met het netwerk rondom een kind is daarom van belang.

WerkwijzeDe wijze waarop ik werk sluit aan bij mijn visie. Ruimte is wat ik zowel kinderen als ouders wil geven. Dit betekent dat ik uit ga van hun kracht en ze de mogelijkheid wil geven het zelf te doen. Hiermee stimuleer ik dus de zelfstandigheid. Ook benadruk ik wat er wel goed gaat en zorg dus voor een positieve benadering. In mijn grondhouding ga ik naast de ouders staan, hiermee wil ik de samenwerking bekrachtigen. Mijn hulp is stem ik daardoor ook af op de vraag van het gezin. Dit doe ik door samen te kijken naar mogelijkheden in het netwerk die hulp kunnen bieden. Hierin werk ik transparant en communiceer open en eerlijk met het gezin en betrokkenen. Daarnaast betrek ik de omgeving erbij, wat laat zien dat ik systeemgericht werk.

3

1.2 Leerlingbegeleider

Wie ben ik?Mijn naam is Gloria Beto en ik ben 23 jaar. Ik ben woonachtig in Middelburg waar ik samenwoon met mijn vriend en kinderen. Ik heb de opleiding Pedagogiek afgerond op de HZ te Vlissingen. Ik werk momenteel als leerlingenbegeleider op het voortgezet onderwijs. Ik heb in mijn studiejaren op verschillende plekken praktijkervaring opgedaan, namelijk bij gezinnen thuis, basisscholen (huiswerkbegeleiding).

Instelling waarin ik werkzaam benIk ben werkzaam op een middelbare school genaamd Christelijke gemeenschap Walcheren(CSW). Het is een school voor gymnasium, atheneum, Havo, VMBO, TTO, MAVO, VMBO en LWOO. Het is een christelijke school die uitgaat van het unieke in een mens. CSW gaat uit van de Vereniging voor christelijk onderwijs op Walcheren. De ouders en de verzorgers van de leerlingen vormen de leden. Leerlingen zijn de belangrijkste partners in het onderwijsproces. Via de medezeggenschapsraad worden leerlingen betrokken bij de kwaliteit van onderwijs.

Taak/functieIk beoefen mijn functie als leerlingenbegeleider in het voortgezet onderwijs. Ik bied activiteiten aan die gericht zijn op de persoonlijke, het intellectuele en de sociale welbevinden van het kin. Dit met als doel hen optimaal te laten profiteren van het aanbod van de school. De activiteiten moeten worden gedragen door de organisatie en de structuur van de school. Leerlingen begeleiding wordt onderscheiden in verschillende domeinen, namelijk: Keuzebegeleiding (slc), studiebegeleiding (leren en studeren), persoonlijke begeleiding en preventieve gezondheidszorg

VisieIk vind het belangrijk om naar de positieve aspecten van het kind te kijken en deze te kijken. Deze uitgangspunt komt vanuit het handelingsgericht werken (HGW). HGW wilt de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding aan kinderen in het onderwijs te verbeteren. Het heeft de volgende 7 uitganspunten: Onderwijsbehoeften van het kind staan centraal, afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving, de leraar doet ertoe, de positieve aspecten van het kind zijn van groot belang, er wordt constructief samengewerkt, het handelen is doelgericht, men werkt doelgericht, er is een transparante en een systematische werkwijze.

Ik vind het ook belangrijk dat er wordt gekeken naar de omgeving van het kind. Ik vind dat een kind zich ook ontwikkelt in interactie met de interactie met de omgeving en daardoor wordt beïnvloedt. Het ligt aan de situatie of dit op een negatieve of een positieve manier gebeurt. Deze visie heb ik gebaseerd op de theorie van Bronfenbrenner. Hierin wordt er gekeken naar de micro, macro, exo en meso systemen van het kind en hoe het door deze systemen wordt beïnvloedt.

WerkwijzeDe werkwijze die ik hanteer is oplossingsgericht. Oplossingsgericht werken zorgt ervoor dat verandering op een prettige manier tot stand wordt gebracht. Bij het oplossingsgericht werken is het niet erg om te praten over problemen. De begeleider stimuleert de cliënt om doelen te stellen die leiden tot positieve resultaten. Het oplossingsgericht werken gaat ervan uit dat de cliënt zelf doelen kan stellen en de mogelijkheden heeft om deze doelen te bereiken.

4

1.3 Maatschappelijk werker

Wie ben ik?Mijn naam is Jozien den Boer, 22 jaar oud en woonachtig in Kerkwerve.

Mijn achtergrondIn juni 2014 ben ik afgestudeerd als HBO- pedagoog op de HZ in Vlissingen. Tijdens mijn stages ben ik in het werkveld als gezinscoach terechtgekomen. Dit vak heeft mij gefascineerd en ben me via mijn minor gaan specialiseren in dit vak. Ik heb de minor gezinsbehandeling gevolgd en ben via die weg in het maatschappelijk werk gerold.

De instelling waar ik werkIn September 2014 ben ik begonnen als maatschappelijk werker bij Stichting Maatschappelijk werk & Welzijn Oosterschelde regio (SMWO) in Zierikzee. SMWO is een brede welzijnsinstelling die diensten levert op het gebied van maatschappelijk werk en welzijn. Mijn functie bij SMWOIk werk als Algemeen Maatschappelijk Werker (AMW) in de gemeente Schouwen-Duiveland. Bij het AMW kan iedereen terecht zonder voorwaarden vooraf of verwijsbriefje. Het AMW ondersteunt mensen bij het oplossen van en het omgaan met problemen en verstoringen in hun functioneren. Mensen kunnen met verschillende problemen bij ons terecht. Een aantal voorbeelden zijn: echtscheidingen, problemen in het gezin of omtrent de opvoeding, eenzaamheid, rouwverwerking, seksueel misbruik en financiële problemen. Vaak is er sprake van meerdere problemen tegelijkertijd.

De hulpverlening moet ervoor zorgen dat de hulpvrager beter gaat functioneren en waar nodig de contacten met zijn sociale omgeving verbeteren. Belangrijk daarbij is dat dit doel een gezamenlijke activiteit is van de maatschappelijk werker en de hulpvrager. Mijn taken zijn:

- Psychosociale hulpverlening; - Concrete en informatieve hulpverlening;- Onderzoek en rapportage;- Signalering, belangbehartiging en preventie;- Coördineren van hulp en dienstverlening.

Mijn werkwijzeAls maatschappelijk werker vind ik het belangrijk om te kijken naar de oplossing om het probleem te verhelpen en niet daar de oorzaak. Daarom werk ik met de methode oplossingsgericht werken. Oplossingsgerichte veranderbenadering is gericht op het onderkennen van het probleem, het positief bekijken van het probleem, kijken wat er wel goed gaat, het benutten van sterke punten en deze inzetten. Dit probleem wordt doormiddel van kleine stappen helder voor de cliënt. Er wordt bij deze methode gekeken naar de positieve aspecten in een casus. Er wordt gevraagd naar de gewenste toekomst en de momenten dat het beter gaat. Door in te zoomen op de mogelijkheden, ontstaat er ruimte voor veranderingen. Er wordt gekeken naar; Wat gaat er goed? Wat wil je minimaal bereiken? Wat heb jij nodig om in je doel te geloven? Wat motiveert jou om je doel te bereiken enz. Ook wordt er gewerkt met schaalvragen en wondervragen, aan de hand van een waaier met daarin veel verschillende vragen kun je een gesprek goed voorbereiden en uitvoeren.

5

Mijn visieIk vind het belangrijk dat ieder mens gelijke kansen krijgt, dat we respect voor elkaar hebben en dat we positief naar een oplossing zoeken en niet naar het probleem blijven kijken. Het is niet altijd even makkelijk voor de cliënt, en dat besef ik. Ik probeer via oplossingsgericht zo te werken dat de cliënt er weer in gelooft. Als maatschappelijk werker wordt ik gelukkig als ik zie dat ik iemand heb kunnen helpen, het is dankbaar werk en ik haal daar kracht uit om dit beroep uit te oefenen.

1.4 Gezinscoach

Wie ben ik?Mijn naam is Lotte Brouwers. Ik ben 22 jaar, woon in Bergen op Zoom en heb 3 jaar geleden de opleiding HBO Pedagogiek afgerond. Tijdens mijn opleiding heb ik ervaring opgedaan in verschillende doelgroepen binnen verschillende werkvelden, zoals het jongerenwerk, het (speciaal) voortgezet onderwijs en de psychiatrie. Na mijn studie ben ik gaan werken als gezinscoach bij Juzt, wat ik nog steeds met veel plezier doe.

Mijn taak/functie bij JuztAls gezinscoach werk ik met verschillende gezinnen in West-Brabant die hulp nodig hebben op persoonlijk en sociaaleconomisch vlak. Samen werken we aan problemen binnen bijvoorbeeld de gezinssituatie, de opvoeding, sociale relaties, op financieel gebied, scholing, vrije tijd en huisvesting. Dit doe ik meestal bij de mensen zelf thuis. Het doel van mijn werk is het vergroten van de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en stabiliteit binnen een gezin, zodat de ontwikkelingskansen voor de kinderen en/of jongeren in een gezin kunnen worden vergroot.

Mijn visieIk vind het belangrijk dat een kind of jongere zich thuis veilig voelt. Hierdoor kan een kind of jongere zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen. Ieder kind heeft het recht zich ergens thuis te voelen en ik vind het belangrijk dat een kind na school met plezier naar huis gaat. Thuis moet een plek van ontspanning en gezelligheid zijn, samen met alle leden van het gezin. Ik vind het belangrijk om dit als doel voor ogen te hebben binnen mijn werk als gezinscoach.

Mijn werkwijzeWanneer een gezin aangemeld wordt bij Juzt, kom ik een keer langs om kennis te maken met het gezin. Samen kijken we dan naar wat er goed gaat en op welke gebieden wat hulp welkom is. We kijken naar wat elk gezinslid graag anders wil zien en wat elk gezinslid nodig heeft om bepaalde doelen te bereiken. Hoe lang ik als gezinscoach kom helpen bij een gezin, is afhankelijk van de mate, de intensiteit en de complexiteit van het probleem of de problemen. Dit kan verschillen van één of twee huisbezoek per week of één per twee weken, over een periode van een paar maanden tot een half jaar, of soms zelfs een jaar. Wanneer we werken aan problemen, vind ik het belangrijk om andere instellingen of organisaties hierbij te betrekken. Hierbij kun je denken aan de school, de sportvereniging en eventuele andere hulpverleners die in beeld zijn (geweest). Door constructief samen te werken, werken we samen aan een fijnere thuissituatie!

6

1.5 GGZ ambulant

Wie ben ik? Mijn naam is Nanet de Caluwé, ik ben 20 jaar oud en ik kom uit Graauw, Zeeuws-Vlaanderen

Mijn achtergrondIk ben 2 jaar geleden afgestudeerd als HBO-Pedagoog aan de HZ te Vlissingen. Ik sta fris in het werkveld. Tijdens mijn studieloopbaan heb ik op verschillende plaatsen stage gelopen, in verschillende vakgebieden, hierdoor heb ik ervaring opgedaan in het werkveld.

De instelling waar ik werkEmergis is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Zeeland. Jaarlijks behandelen of begeleiden we circa 8.000 mensen met uiteenlopende problemen. Met iedere cliënt kijken we welke hulp hij of zij wenst en nodig heeft. Dat gebeurt door zo’n 1360 medewerkers op vijftig locaties in Zeeland. We werken bij mensen thuis, op scholen, in wijkcentra, huisartsenpraktijken, ambulante centra, klinieken, beschermende woonvormen, werkleerbedrijven en opvanghuizen.

Mijn functie bij EmergisIk werk bij Emergis als ambulant begeleider in de kinderen jeugdpsychiatrie. Ik bied ambulante en klinische ondersteuning aan kinderen en jongeren (0 tot 23 jaar) met psychiatrische problemen die niet eenvoudig op te lossen zijn en ik bied ook ondersteuning aan de ouders of andere opvoeders. Ik richt mij op ernstige eetstoornissen, dit is mijn specialisatie binnen mijn functie. Eetstoornissen zijn stoornissen in het eten en denken over eten. Iemand met een eetstoornis heeft overdreven veel aandacht voor zijn/haar gewicht en wat hij/zij eet. Eetstoornissen horen bij de psychische stoornissen die het moeilijkst te behandelen zijn. De gevolgen van een eetstoornis kunnen ernstig zijn.

Mijn visieIk vind het belangrijk om de volledige omgeving en het netwerk van het kind bij het hulpverleningsproces te betrekken. Uitgangspunt van dit model is: de ontwikkeling van het kind wordt beïnvloedt door mensen, gebeurtenissen en ontwikkelingen in de omgeving. Het is belangrijk dat een netwerk rondom een kind samenwerkt. De gunstige invloed van hun samenwerking neemt toe als ‘opvoeders’ elkaar beter kennen en naarmate zij beter samenwerken. Het model van Bronfenbrenner biedt hiervoor een kader. Het model bestaat uit verschillende systemen:

Mijn werkwijzeAls ambulant begeleider in de kinderen jeugdpsychiatrie vind ik het belangrijk om te denken in kansen in plaats van in belemmeringen. Ik werk oplossings- en systeemgericht. Hieronder de uitgangspunten:

Oplossingsgericht werken: Systeemgericht werken:

- Als iets werkt doe er dan meer van - Probleem niet als geïsoleerd beschouwen

- Als iets niet werkt, doe er dan minder van; doe iets anders

- Probleem zien als samenhang met het functioneren in de sociale omgeving van de cliënt

- De oplossing hoeft geen verband te - Niet alleen naar familie/gezin kijken,

7

hebben met het probleem. Denk dus niet alleen lineair.

maar ook breed kijken; familie en werk.

- Verandering vindt voortdurend plaats en is onvermijdelijk; alles verandert altijd, stabiliteit is een illusie.

- Netwerk staat centraal in de probleemanalyse en de oplossing

- Als iets oké of goed genoeg is, ga er dan niet aan ‘sleutelen’.

- ‘Zoom in’, vertraag en vraag naar details; kleine stapjes kunnen voor grote veranderingen zorgen.

- Met de cliënt afstemmen wat werkt.

- Luisteren naar de feedback van de cliënt.

- Uitgaan van de eigen kracht van de cliënt

8

2 Casus analyseDoor het analyseren van de casus zijn aan de hand van de bouwstenen beschermende en belemmerende factoren opgesteld. Hieronder volgt een overzicht van deze factoren. Ten slotte volgt vanuit elke rol nog een samenvatting van de inbreng.

2.1 Beschermende factoren voor Nina

Ontwikkeling

Sociaal emotioneel functioneren- Ze heeft een vriendje.

Verstandelijke ontwikkeling- Nina is een slim meisje: ze doet VWO

Lichamelijke gezondheid- Er zijn momenten waarop ze wat meer eet en wat minder sport.

Moreel functioneren- Ze vindt school belangrijk.- Ze is prestatiegericht.

Seksuele ontwikkeling-

Gedrag-

Invloed kindfactoren/ingrijpende levensgebeurtenissen-

Ontwikkelingstaken-

Opvoedingsomgeving/-context

Basale zorg en veiligheid- Ze woont thuis bij moeder.- Ze woont met plezier op de plek waar ze nu met moeder woont.- Moeder geeft om Nina en is betrokken.

Opvoedershandelen- Ouders hebben samen uiteindelijk contact opgenomen met de huisarts.- Moeder probeert Nina mee te krijgen naar de psycholoog.

Opvoedersfactoren- Moeder is zich bewust van het feit dat zij eerder niet wilde inzien dat Nina zoveel afviel, maar

doet dit nu wel.- De maatschappelijk werker vind moeder een emotionele, warme vrouw. Moeder wil graag

goed doen en alles goed regelen.

9

- Moeder wil bewijzen dat ze voor zichzelf kan zorgen.

Gezinsfactoren/context-

Perspectieven en oplossingsmogelijkheden gezin en netwerk- Er is goed contact met de buren.- Oma is betrokken en geeft om Nina.- Nina kan het goed vinden met de zus van haar vader (Marijke) en haar dochter Myrthe. Ze

voelt zich prettig in hun gezin en logeert er af en toe.- De buurvrouw heeft moeder verwezen naar maatschappelijk werk.- Moeder heeft buurvrouw Josefien al in vertrouwen genomen om haar te vertellen over haar

financiële chaos.

Hulpverlening

Hulpverleningsgeschiedenis- De huisarts is op de hoogte van de situatie.

Motivatie-

Veranderingsmogelijkheden- Er is contact opgenomen met het CJG.- Er wordt een team met verschillende professionals ingezet om Nina te kunnen helpen.- Moeder heeft contact opgenomen met maatschappelijk werk.

Toereikendheid hulp- Er is goed contact met de huisarts.- Ze heeft goed contact met de jongerenwerker in jeugdhonk “Matties”.- De mentor van school is betrokken.

Wenselijke perspectieven- Moeder wil graag ondersteuning om haar financiën op orde te krijgen.- Nadat de eerste hulpvraag op praktisch gebied op orde is wil ze graag begeleiding op het

gebied van opvoeding en haar boosheid op haar ex.- Vader heeft de coördinator van het CJG gebeld om zijn betrokkenheid bij Nina te

benadrukken.-

2.2 Belemmerende factoren voor Nina

Ontwikkeling

Sociaal emotioneel functioneren- Nina heeft op dit moment niet zoveel vriendinnen meer als vroeger.- Ze geeft aan zich onbegrepen te voelen.- Nina geeft aan zich steeds vaker angstig te voelen.- Nina voelt zich minder dan haar vriendinnen (uiterlijk).

Verstandelijke ontwikkeling- Nina geeft aan last te hebben van concentratieproblemen.

10

Lichamelijke gezondheid- Nina eet weinig en sport te veel.- Ondanks dat Nina soms wat meer eet en minder sport, komt zij toch niet aan.- Ze menstrueert nog niet.- Nina voelt zich lusteloos en is erg moe. Ook heeft ze het vaak koud.

Moreel functioneren-

Seksuele ontwikkeling-

Gedrag- Er is sprake van veel schoolverzuim.- Ze besteedt veel tijd achter haar laptop.

Invloed kindfactoren/ingrijpende levensgebeurtenissen- Moeder heeft een jaar voor de scheiding een burn out gehad en is daarom gestopt met

werken.

Ontwikkelingstaken-

Opvoedingsomgeving/-context

Basale zorg en veiligheid- Jort wil graag dat Nina mee gaat stappen, terwijl zij lichamelijk erg verzwakt is.- Moeder ziet het niet zitten om aan de slag te gaan omdat ze bang is dat het slechter zal gaan

met Nina op het moment dat zij aan het werk is en geen zicht meer heeft op haar.

Opvoedershandelen- Volgens de huisarts wil moeder graag alles onder controle hebben.- Ouders geven aan niet meer te weten hoe Nina te bereiken en zijn bang haar kwijt te raken.- Moeder vind het moeilijk om hulp te vragen. - Ouders hielden Nina niet tegen toen zij na 10 minuten het gesprek met de coördinator van

het CJG verliet.

Opvoedersfactoren- Moeder geeft aan zich machteloos te voelen en niet te begrijpen hoe Nina zich dik kan

voelen.- Ook geeft moeder aan zich moedeloos te voelen.- Moeder is niet in staat om te werken wegens emotionele belasting n.a.v. de scheiding en de

situatie van Nina.- Moeder geeft aan zich schuldig te voelen en zich af te vragen wat haar eigen aandeel is in

deze situatie.- Moeder heeft psychosociale problemen rondom de financiën, de frustratie van het

mislukken van haar huwelijk en de opvoedproblemen van Nina.- Wanneer er iets mis gaat bij moeder is ze uit balans.- Moeder twijfelt aan haar eigen competenties als opvoeder, dit vindt ze moeilijk om toe te

geven omdat ze onder geen beding de gedachten van vader wil bevestigen.

11

- De situatie tussen de ouders zijn nog steeds gespannen. - Moeder duld vader zijn betrokkenheid bij Nina, omdat zij het ook niet meer weet, maar

eigenlijk is ze nog steeds boos en verbitterd.- Vader geeft moeder de schuld van de problemen met Nina.

Gezinsfactoren/context- Ouders zijn gescheiden, wat gepaard ging met veel strijd.- Moeder en Nina hebben het niet breed: ze leven van de alimentatie en de uitkering van

moeder.- Er zijn spanningen rond de maaltijden en eetgedrag.- Nina helpt niet meer (zo veel) in het huishouden, tot frustratie van moeder.- De spanningen rond etenstijd lopen zo erg op, dat er vaak ruzies ontstaan tussen moeder en

Nina.- Moeder heeft zich nooit bezig gehouden met financiën en weet niet waar ze moet beginnen

om alles weer op orde te krijgen.- Het valt moeder zwaar om alles zelf te regelen.- Vader heeft sinds een half jaar een nieuwe vriendin.- Nina en moeder (die deze vrouw niet kent) mag haar niet.- Er zijn afspraken gemaakt dat Nina eens in de 14 dagen naar vader gaat in het weekend. Nina

wilt niet blijven slapen bij vader en gaat meestal alleen op zondag naar hem toe.- Coördinator CJG geeft echter aan dat Nina niet uit zichzelf gaat, maar dat vader haar moet

ophalen om iets te doen.- Relaties zijn erg verstoord.- Er zijn regelmatig conflicten en weinig positieve momenten tussen ouders en Nina.- De afgelopen jaren heeft vader steeds meer afstand genomen van zijn gezin door zijn werk

als manager in het ziekenhuis.

Perspectieven en oplossingsmogelijkheden gezin en netwerk- Jort, haar vriendje, zit zelf ook niet in een makkelijke situatie.- Moeder ervaart het contact met de oma van Nina (haar eigen moeder) als moeizaam. Oma

neemt moeder dingen kwalijk gezien de scheiding.- Vader maakt zich zorgen over het feit of moeder de situatie wel aan kan.- Nina dreigt regelmatig het huis te verlaten en bij Jort in te trekken.- Buren zijn nog niet op de hoogte van de problemen van Nina.- Moeder wilt niet aan het werk gaan om zo haar netwerk uit te breiden.

Hulpverlening

Hulpverleningsgeschiedenis- Huisarts heeft ouders bijgestaan tijdens de scheiding.- Nina heeft nog geen eerdere hulp gehad voor haar eetproblematiek.

Motivatie- Nina vindt dat ouders beter aan hun eigen problemen kunnen werken in plaats van hun

aandacht op Nina te richten.- Nina verlaat na 10 minuten het gesprek met de coördinator van het CJG om naar haar

vriendje te gaan.

Veranderingsmogelijkheden- Nina weigert naar een psycholoog te gaan.-

12

Toereikendheid hulp-

Wenselijke perspectieven-

2.3 Extra inbreng per rol

Coördinator CJGDe communicatie tussen ouders verloopt nog niet soepel.Vader geef moeder de schuld van de problemen met Nina.Vader woont sinds een paar maanden samen met zijn nieuwe vriendin.Nina kan niet goed opschieten met de nieuwe vriendin van vader.Nina komt steeds minder vaak bij haar vader, vader haalt haar op om iets te gaan doen.Nina vindt dat haar ouders beter aan hun eigen problemen kunnen werken in plaats van de aandacht op haar te richten. Nina verlaat het gesprek na tien minuten om naar haar vriendje te gaan, ouders houden haar niet tegen. Vader heeft deze week nog gebeld om de betrokkenheid bij Nina te benadrukken. Vader heeft de afgelopen jaren afstand genomen van het gezin door zijn werkzaamheden als manager in het ziekenhuis. Nina vond het zielig voor haar moeder dat haar vader zo vaak weg was en wilde haar opvrolijken.

LeerlingbegeleidingOp verzoek van de mentor van Nina heb ik Nina 2 keer gesproken. De onderwerpen die aan bod kwamen waren het schoolverzuim, het inhalen van de toetsen en het “niet zichtbaar zijn” in de klas. Nina vertelt dat ze zich niet happy voelt in de klas en wilt naar een andere klas. Rond de scheiding van haar ouders is de schoolmaatschappelijk werkster meerdere keren bij Nina thuis geweest n.a.v. het signaal dat er spanningen en ruzies waren in de thuissituatie van Nina en ouders. Naar aanleiding van deze gesprekken hebben ouders contact opgenomen met “Peters Mediation”. De scheiding werd hierdoor snel geregeld. Nina en moeder verlaten het ouderlijk huis en er zijn afspraken gemaakt over de financiën en het contact tussen vader en Nina. Moeder dult de betrokkenheid van vader, omdat ze het niet meer weet. Ze voelt zich nog steeds boos en verbitterd.

Maatschappelijk werker moederMoeder heeft een paar maanden geleden contact opgenomen met het algemeen maatschappelijk werk vanwege haar psychosociale problemen rondom de financiën, de frustraties van het mislukken van haar huwelijk en de opvoedproblemen van Nina. Moeder twijfelt aan haar eigen competentie als opvoeder, maar vindt dit moeilijk toe te geven, omdat ze onder geen beding de gedachtes van vader wil bevestigen. Daarom vind ze het moeilijk om hulp te vragen. Moeder wil graag ondersteuning om haar financiën op orde te krijgen. Ze heeft haar buurvrouw in vertrouwen genomen en helpt haar hierbij. Moeder heeft tijdens haar huwelijk een burn out gehad en is daarom gestopt met werken. Vader woont nu sinds een half jaar samen met (weer een nieuwe) vriendin. Na de scheiding is er in het plan opgenomen dat Nina 1x14 dagen een weekend naar vader zou gaan en in onderlinge afstemming in vakantie. Nina wilt niet meer blijven slapen en gaat meestal alleen op zondag langs.

GezinscoachBinnen het netwerk van Nina, bestaande uit begeleiding van de GGZ, maatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin en de leerlingbegeleiding, is besloten ambulante gezinsbegeleiding in te zetten in het gezin van Nina. Om die reden ben ik ingeschakeld. Ik heb begrepen dat de relaties in het gezin erg verstoord zijn en er regelmatig conflicten tussen de gezinsleden plaatsvinden. Het feit dat de ouders moeite hebben met de opvoeding van Nina, kan mogelijk te maken hebben met de gedragsproblemen van Nina of de problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling. Als ambulant

13

gezinswerker richt ik mij op het vergroten van kennis en vaardigheden van de ouders van Nina. Samen met mijn collega-hulpverleners binnen het netwerk van Nina, ga ik overleggen welke methodiek binnen het hulpverleningsaanbod van toepassing is op de hulpvraag van het gezin van Nina. Ik zal in ieder geval met de gezinsleden in gesprek gaan, gaan observeren en hen praktische begeleiding en pedagogische ondersteuning bieden.

GGZ ambulant begeleiderEerst moet er ‘lichte’ hulp worden ingezet voorlichtingen en cursussen (ik geef zelf al een aantal jaren de cursus “wijs met je lijf”. Deze cursus is bedoeld voor mensen vanaf 15 jaar die last hebben van (beginnende) eetproblematiek.Samen met collega’s GGZ ambulant begeleiders besloten: ondergrens aan gewicht gesteld minimum gewicht = 45 kilo, komt Nina hieronder dan volgt er zwaardere hulp zoals een voltijds opname.Van mijn collega (vertegenwoordiger van de jeugd GGZ binnen het CJG) heb ik begrepen dat de eetproblemen van Nina al ruim 2 jaar geleden begonnen zijn en dat ze voldoet aan de omschrijving van een eetstoornisVan diezelfde collega heb ik gehoord dat Nina veel met eten, gewicht en lichaamsomvang bezig is, ze heeft geen realistisch zelfbeeld, ze wil blijven afvallen, heeft een lage zelfwaardering en zondert zichzelf af.

14

3 Risico taxatie

15

4 GezinsplanNamen van de gezinsleden

en de leeftijden van de kinderen:

- Nina (15 jaar)- Moeder- Vader

Belangrijkste doel(en) van het gezin:

1. Moeder heeft binnen één week contact gezocht met buurman Henk, die financieel adviseur is bij DRV, om haar financiële situatie inzichtelijk te maken.

2. Nina kan binnen drie weken zes realistische, positieve kwaliteiten van zichzelf benoemen en onderbouwen, om haar zelfbeeld te verbeteren.

3. Vader heeft binnen twee weken een gesprek met Nina gehad over activiteiten die zij samen kunnen ondernemen, zodat de band tussen vader en Nina verbetert.

4. Moeder en Nina doen één keer per week een leuke activiteit van minimaal één uur, zodat de band tussen moeder en Nina verbetert.

5. Nina volgt de komende twee weken drie zelf uitgekozen lessen met haar eigen klas op haar school, zodat haar sociale netwerk in stand gehouden wordt en zodat de frequentie van haar aanwezigheid op school geleidelijk aan kan worden verhoogd.

6. Vader en moeder hebben binnen twee weken een afspraak gemaakt met een gezinspsycholoog, om de onderlinge communicatie tussen vader en moeder te verbeteren.

Belangrijke informatie voor alle betrokkenen:

Telefoon Moeder: 0123-456789

Vader: 0321-987321

Mail Moeder: [email protected]

Vader: [email protected]

18

mailto:[email protected]

mailto:[email protected]

Betrokkenen

Naam: Relatie tot het gezin en/of werkzaam bij welke instantie:

Op welke dagen

goed bereikbaar:

Telefoonnummer Mailadres

Gloria Beto Leerlingbegeleider Ma, wo, do en vr tot 15.00u

0598-562147 [email protected]

Nanet de Caluwé GGZ Ambulant Begeleider Ma, di, en do van 10.00u tot

17.00u


Jozien den Boer Maatschappelijk Werkster van moeder Ma t/m vr van 08.00u tot 17.00u


Lotte Brouwers Gezinswerker Ma t/m vr van 09.00u tot 18.00u


18

Buurman Henk Buurman van moeder die werkzaam is bij DRV als financieel adviseur

Avonduren en weekenden


Buurvrouw Josefien Buurvrouw van moeder waar moeder goed contact mee heeft

Altijd 5896-000258 [email protected]

Buren Karin en Sjors Buren waar wel eens een borrel wordt gedronken bij bijvoorbeeld Koningsdag

Weekenden 0058-984256 [email protected]

Marije en dochter Myrthe Zus en nichtje van vader waar Nina wel eens logeert

Altijd 8702-698521 [email protected]

Jort Vriendje van Nina Altijd 06-56897421 [email protected]

Oma Miep Oma van Nina Altijd 0258-987412 N.v.t.

Zorgcoördinator:

Kim Baas Zorgcoördinator CJG Ma t/m vr van 08.30u tot 16.30u


19

Afspraken over afstemming:

De coördinator van het CJG, leerlingbegeleider, maatschappelijk werkster van moeder, gezinswerker en GGZ ambulant begeleider komen iedere maandagochtend om 09.00u samen voor afstemmingsoverleg. De coördinator van het CJG communiceert de uitkomsten van dit overleg met de overige betrokkenen per mail.

20

Afsprakenlijst

Gezinswerker gaat op 16-03-2015 langs om de doelen te bespreken

Nr. Doel: Wie doet: Wat:

Start

datum

Geplande

einddatum Doel bereikt?


Moeder Jozien

Zoekt contact met buurman Henk.

Checkt of de afspraak is gemaakt.

17-03-2015

24-03-2015 Ja/Nee

2. Nina kan binnen drie weken zes realistische, positieve kwaliteiten van zichzelf benoemen en onderbouwen, om haar zelfbeeld te verbeteren.

Nina

Nanet

Gaat naar het hoofdkantoor van Emergis voor het werken aan haar zelfbeeld.

Heeft wekelijks een gesprek met Nina en werkt met Nina aan haar zelfbeeld en opstellen van de kwaliteiten.

19-03-2015

09-04-2015 Ja/Nee

21


Lotte

Vader

Gaat bij vader langs om dit vooraf te bespreken en is ook aanwezig tijdens het gesprek met Nina.

Maakt een afspraak met Nina voor het gesprek, het is belangrijk dat Nina invulling kan geven aan de activiteiten die ze samen gaan ondernemen.

17-03-2015

31-03-2015 Ja/Nee


Lotte

Moeder & Nina

Gaat bij moeder en Nina langs om dit vooraf te bespreken en gaat één keer per week langs om te evalueren.

Doen samen één keer per week een leuke activiteit van minimaal één uur.

20-03-2015

N.v.t. Ja/Nee

5. Nina volgt de komende twee weken drie zelf uitgekozen lessen met haar eigen klas op haar school, zodat haar sociale netwerk in stand gehouden wordt en zodat de frequentie van haar aanwezigheid op school

Gloria

Nina

Controleert de presentie, aan het einde van de dag evalueert zij met Nina.

Kiest drie lessen uit, meldt zich aan en af bij de leerlingbegeleider.

23-03-2015

07-04-2015 Ja/Nee

22

geleidelijk aan kan worden verhoogd.


Kim

Lotte

Vader & moeder

Overlegt de mogelijkheden met vader en moeder over verschillende instanties.

Bij het gesprek aanwezig.

Maken zelf een afspraak en gaan ook naar die afspraak toe.

20-03-2015

02-04-2015 Ja/Nee

23

Evaluatie en vervolgafspraken

Kernpunten uit de evaluatie:

Vervolgafspraken per doel:

Nr. Doel: Wie doet: Wat:

Start

datum

Geplande

einddatum Doel bereikt?


2. Nina kan binnen drie weken zes realistische, positieve

24

kwaliteiten van zichzelf benoemen en onderbouwen, om haar zelfbeeld te verbeteren.



Nina volgt de komende twee

25

5. weken drie zelf uitgekozen lessen met haar eigen klas op haar school, zodat haar sociale netwerk in stand gehouden wordt en zodat de frequentie van haar aanwezigheid op school geleidelijk aan kan worden verhoogd.


26

5 ReflectieEr volgt een reflectie op de samenwerking met de ketenpartners. Deze reflectie wordt gedaan aan de hand van samenwerkingsafspraken, leerdoelen en een intervisiemoment.

Onze samenwerkingsafspraken luidden:- Rollen duidelijk verdelen en deze rollen ook aanhouden- Duidelijk plan van aanpak alvorens we beginnen voorbereiding- Duidelijk communiceren

5.1 Nanet

Evaluatie van de teamafspraken t.a.v. de samenwerking

Ik vind dat ik me goed aan mijn rol heb gehouden en me goed heb ingeleefd in mijn rol als GGZ ambulant begeleider, omdat ik telkens ook de inbreng vanuit mijn rol heb ingebracht in het team, zodat de informatie compleet bleef en zodat de andere leden van het integrale team ook op de hoogte waren. Ik vind dat ik goed heb bijgedragen aan het bedenken van een plan van aanpak, voordat we begonnen, doordat ik probeerde te stimuleren om eerst na te denken en goed te overleggen, voordat we roekeloos aan de slag gingen en ik merkte dat de anderen dit ook deden en dat dit ook werkte. Ik vond dat de communicatie ook goed verliep. We hebben zo min mogelijk via de mail en telefoon gewerkt en eigenlijk het meeste samen rond de tafel en ik vond dat dit een goede manier van samenwerken was en dat je de informatie veel sneller duidelijk kunt hebben. Op deze manier kun je ook beter afstemmen. Over het werken aan de samenwerkingsafspraken ben ik zeer tevreden.

Evaluatie van de twee persoonlijke leerdoelen t.a.v. de ‘netwerkerschecklist

Mijn twee leerdoelen luidden:

1. Aan het einde van de cursus ‘werken in ketens’ in periode 7 van leerjaar 2 heb ik meer zelfvertrouwen en durf ik tijdens de interdisciplinaire overleggen in mijn team mijn mening te laten horen.

2. Aan het einde van de cursus ‘werken in ketens’ in periode 7 van leerjaar 2 heb ik een betere manier van vragen stellen en durf ik ook vragen te stellen.

Ik vind dat ik meer zelfvertrouwen heb gekregen, omdat ik mij ingeleefd heb in mijn rol en daardoor ook wel informatie moest delen. Het hielp er ook bij dat er iedere keer een ‘peerassessment’ aan vast hing, dat hielp mij echt om niet te veel op de achtergrond te blijven en toch mijn informatie in te brengen, zodat ik daar niet of afgekeurd kon worden. In het begin vond ik dit moeilijk, maar bij het tweede overleg in mijn team ging dit al veel beter. Ik ben tevreden dat mijn zelfvertrouwen nu toch weer een beetje is toegenomen. Door de lesstof die werd aangeboden tijdens de cursus ben ik weer wat wijzer geworden over verschillende manieren van vragen stellen en ik durf die vragen nu ook te stellen. Dit heb ik toegepast tijdens het overleg in mijn team en op stage.

Evaluatie vanuit de intervisie

Wat ik vooral geleerd heb en wat ik toch steeds weer terug zie bij dit soort intervisiemomenten is dat andere mensen toch een andere kijk hebben en weer met andere ideeën komen voor de leervraag die je voorlegt. Een frisse blik geeft weer nieuwe invalshoeken op de situatie. Bij leervraag 1 ging het er om dat twee mensen van het team een beetje afzonderlijk hun taken maakten en de groep vond dit niet leuk.

18

Via de WhatsApp had de rest van het groepje hier iets van gezegd, maar dat liep nogal uit de hand. Ik heb hiervan geleerd dat je problemen beter ‘face to face’ kunt bespreken en niet via de telefoon, want via een telefoon zie je niet hoe iemand reageert en als je met iemand praat zie je dat wel en dat vind ik ook wel belangrijk, omdat je het gesprek dan beter vorm kunt geven.

Bij leervraag 2 was het zo dat de inbrenger (ikzelf) last heeft van het feit dat ik het moeilijk vind om mijn standpunten op een duidelijke manier kenbaar te maken aan de groep, doordat ik soms niet goed uit mijn woorden kan komen en bang ben dat mensen me bot vinden, me niet snappen en daardoor raar over me gaan denken. Doordat de andere deelnemers van het intervisiegroepje doorvroegen, kwamen we er met zijn allen achter dat dit misschien wel eens door mijn onzekerheid zou kunnen komen. De andere groepsleden gaven me tips hoe ik het aan zou kunnen pakken, door bijvoorbeeld te zeggen: ‘als het bot overkomt, dat was niet de bedoeling ervan’. Ook zou ik kunnen vragen aan de mensen waarmee ik samenwerk of hun het bot over vinden komen wat ik zeg. Johanneke gaf ook nog een hele leerzame tip. Dat was dat ik mezelf na een opmerking eens in de ander moet plaatsen en kijken of ik mijn eigen opmerking dan bot vind, zo kun je vaak beter oordelen over een opmerking. Van de tips die ze aan mij gaven heb ik leerzame punten uit gehaald.

Hetgene wat ik geleerd heb kan ik uiteraard nu nog toepassen in de laatste weken van deze cursus, waardoor de laatste weken waarschijnlijk nog beter zullen verlopen. De samenwerking was al goed in ons integrale team, maar door deze tips en adviezen kan het alleen maar verbeteren denk ik. De oplossingen, tips en adviezen kan ik ook toepassen in het dagelijks leven en in mijn eigen omgeving thuis, doordat ik bijvoorbeeld bij een conflict met mijn vriendinnen niet via de WhatsApp zaken ga bespreken, maar dat ik met ze afspreek en dit face tot face bespreek.

5.2 Lotte

Evaluatie teamafspraken1. Rollen worden duidelijk verdeeld en aan deze rollen houden we ons ook

Ik vind dat iedereen zich goed aan de eigen rol heeft kunnen houden. Voor elke opdracht, bespraken we duidelijk wie welke taak op zich nam. Er werd hierbij rekening gehouden welke taak het beste bij welke rol paste. Ik heb zelf initiatief genomen wanneer ik een bepaalde taak goed bij mijn rol als gezinswerker vond passen, maar heb tevens mijn mening gegeven wanneer ik vond dat een bepaalde taak bijvoorbeeld goed bij de leerlingbegeleider van school zou passen.

2. We maken een duidelijk plan van aanpak voordat we beginnenBij elke opdracht werd duidelijk afgesproken wanneer ieder haar deel bij de coördinator van het CJG zou inleveren. Soms spraken we af extra bij elkaar te komen om aan de opdrachten te werken. Iedereen heeft zich iedere keer aan de afspraken gehouden en iedereen was tevens bij elk overleg aanwezig, waardoor het prettig was om met dit team samen te werken.

3. We communiceren duidelijk naar elkaarZoals ik al aangaf, hebben we duidelijke afspraken naar elkaar gemaakt. Ik heb ook het gevoel dat iedereen in dit team ruimte heeft om de eigen mening te geven en er ruimte is voor overleg. Ik vroeg zelf ook regelmatig naar de mening van mijn team over bepaalde zaken. Er is een groeps-chat op WhatsApp aangemaakt, waarin we vragen aan elkaar konden stellen wanneer iets onduidelijk was of wanneer iemand ergens hulp bij nodig had. Ik heb de communicatie als heel prettig en duidelijk ervaren en heb geprobeerd hier ook mijn aandeel in te hebben, door duidelijk mijn mening over zaken te geven maar daarbij ook open te staan voor de mening van anderen.

28

Evaluatie van mijn persoonlijke leerdoelen1. Aan het eind van de cursus Werken in Ketens ben ik in staat om mijzelf in de praktijk nog

meer te richten op de talenten en kwaliteiten van jongeren, om me nog meer bewust te worden van eventuele mogelijkheden die de jongere heeft.

Met dit leerdoel ben ik op mijn stage als leerlingbegeleiders in het Volwassenonderwijs aan de slag gegaan. Ik heb hieraan gewerkt door mij in gesprekken met jongeren te richten op mogelijkheden, en minder energie te steken in de oorzaak van een bepaald probleem. Ik merkte dat sommige leerlingen het als een soort opluchting ervaren wanneer ik tijdens gesprekken verschillende mogelijkheden binnen de school aanbood, bijvoorbeeld bij leerlingen die last hebben van faalangst. Het viel mij op dat leerlingen met faalangst vaak geneigd zijn te blijven hangen in wat er fout is gegaan, bijvoorbeeld op de vorige school. Ik heb de positieve kanten van een situatie proberen te benadrukken tijdens gesprekken en mogelijkheden geboden, zoals het deelnemen aan de faalangsttraining, workshops en actieve meditatietraining binnen de school. Veel leerlingen hebben hier ook aan meegedaan, dus ik kan zeggen dat ik mijn leerdoel heb behaald.

2. Aan het eind van mijn stage bij het Kellebeek College neem ik eerder uit mijzelf initiatief om samen te werken in plaats van zelf dingen op te willen lossen, om zo meerdere opties te hebben en meer mogelijkheden heb om een keuze te maken wat het beste is voor de jongere.

Ik ben met dit leerdoel aan de slag gegaan door meer gesprekken te voeren met collega’s op stage wanneer ik hulp of advies nodig had bij een bepaalde leerling. Eerder kwamen zij al wel naar mij toe om informatie te vragen aan mij vanuit de leerlingbegeleiding, maar andersom deed ik dit eerst weinig. Ik ben dit nu meer gaan doen. Als resultaat merkte ik dat ik inderdaad meer mogelijkheden als oplossingen kreeg van mijn collega’s, omdat zij zelf er ook voor open staan om taken op zich te nemen bij het begeleiden van jongeren. Zo heb ik de scheikunde- en natuurkundedocenten gevraagd met een bepaalde leerling in gesprek te gaan en haar proberen zo positief mogelijk te benaderen, omdat dit haar faalangst mogelijk kan verminderen. Dit hebben de docenten ook gedaan en de leerling heeft dit als prettig ervaren.

Reflecting Team intervisiemodel

Mijn leervraag“De rol van gezinswerker is best breed en abstract. Ik vind het soms moeilijk voor mijzelf helder te krijgen welke aspecten in een casus echt voor mij zijn als gezinswerker. Daarom is mijn leervraag hoe ik voor mijzelf duidelijker krijg en sneller kan beslissen wat precies bij mijn rol past als gezinswerker bij de cursus Werken in Ketens.”

Wat heb je tijdens deze bijeenkomst geleerd? Ik heb geleerd tijdens deze bijeenkomst dat ik het monodisciplinaire team, bestaande uit alle gezinswerkers van de cursus Werken in Ketens, ook om hulp kan vragen als ik tegen problemen aanloop. Zij hebben immers dezelfde rol en ik kan hen vragen hoe zij bepaalde dingen oppakken als gezinswerker.

Hoe kun je dat gebruiken? Waar en wanneer? Ik kan dat gebruiken wanneer ik merk dat iets niet helemaal duidelijk is in het overleg met mijn groep. Dit kan tijdens overleg met het monodisciplinaire team op school.

Wie of wat kan jou daarbij helpen?Het monodisciplinaire team kan mij hierbij helpen. Tevens kan ik ook mijn eigen groep van Werken in Ketens vragen om hulp of duidelijkheid. Tot slot zou ik de docent ook nog om extra uitleg kunnen vragen wanneer ik tegen dit probleem aanloop.

29

Welke vraag van de interviewer hielp de leervraag inbrenger het beste op weg naar zijn oplossing? De vraag wat ik nodig heb om meer duidelijkheid te krijgen, hielp mij erg op weg naar een oplossing. Ik kwam er daardoor achter dat ik mijn vragen te snel voor mijzelf houd, terwijl ik juist om hulp zou moeten vragen op die momenten.

5.3 Jozien

Tijdens het maken van dit gezinsplan heb ik me verdiept in het handelen van een maatschappelijk werker. Het onderwerp is tot stand gekomen tijdens de cursus werken in ketens. Tijdens deze cursus hebben we als opdracht gekregen om vanuit een bepaalde rol, in dit geval maatschappelijk werker van moeder, te handelen in een bepaalde casus. Deze opdrachten voerde je uit in een multidisciplinair team wat bestond uit: GGZ ambulant begeleider, leerling begeleider, coördinator van het CJG, ambulant gezinswerker en maatschappelijk werker van moeder. Ieder had zijn eigen casus en wist wel iets over de casus wat ander niet wisten. Tijdens deze opdracht moest je net doen alsof het echt was en dat je echt vanuit jou rol Nina of andere leden van het gezin wilde helpen.

Bij opdracht één hebben we ieder voor zich een professioneel profiel gemaakt over welke rol diegene vervuld. Ik loop stage bij het SMWO en heb verschillende maatschappelijk werkers gesproken over hen werkzaamheden. Dit heeft mij geholpen bij het maken van dit profiel. Bij opdracht twee hebben we gezamenlijk een casusanalyse gedaan. Dit verliep erg goed. We hebben na de les afgesproken en hebben deze analyse samen gemaakt. Dit hebben we ook met de LIRIK gedaan. Ik vind het fijn dat het zo goed ging. We waren alle vijf ijverig en zaten alle vijf in onze rol. Bij opdracht vier hebben we een intervisiemoment gehad in ons monodisciplinair team. Het monodisciplinair team bestaat uit alle maatschappelijk werkers van moeder bij elkaar. Tijdens dit intervisiemoment hebben we twee leervragen besproken waar we alle vier tegen aan liepen. De evaluatie hiervan in hieronder te lezen:

Stap 4 evaluatie

Aanwezig:Charissa de LoofMaartje PostDanique FunkJozien den Boer

Tijdens ons intervisiemoment waarbij alle maatschappelijk werkers van moeder aanwezig waren hebben we 2 leervragen besproken. Deze twee leervragen vonden we alle vier van toepassing omdat we daar allemaal tegenaan liepen. Samen hebben we met elkaar geëvalueerd en ideeën besproken die we kunnen gaan toepassen en inbrengen in ons multidisciplinair team.

Vraag 1: Hoe kan ik in het team laten zien dat de problematiek van moeder van invloed is op de problematiek van Nina, aangezien het grootste gedeelte uitgaat van Nina.Wat ik heb geleerd tijdens deze bijeenkomst, is dat ik voor moeder op moet komen. Nu is het zo dat alles om Nina draait en dat haar problematiek op dit moment prioriteit nummer één is. Als we het probleem van moeder niet wordt aangepakt zal het thuis nooit beter worden voor Nina waardoor zij ook nooit uit de problemen kan komen. Dit moet tijdens het eerste overleg wat we hebben besproken worden en daar moet ik mijn standpunt duidelijk maken. Ik moet de anderen laten inzien dat wanneer de thuissituatie niet veranderd, Nina ook niet kan veranderen. Ik moet daar een goede voorbereiding voor treffen en ik moet goede argumenten hebben zodat ik mijn standpunt duidelijk kan maken. Ook kan ik met mijn collega’s van maatschappelijk werk overleggen hoe ik dit het beste

30

aan kan pakken. De vraag die mij het meest heeft geholpen tijdens dit overleg is: ‘’ wat heb je er voor nodig om van deze reflectie een oplossing te maken’’?

Vraag 2: Hoe kunnen wij moeder helpen om haar financies op orde te krijgen?Ik heb van mijn collega’s geleerd waar ik met deze problemen naar toe kan. Het was voor mij al wel duidelijk dat we eerst de financiële problemen moeten oplossen omdat moeder daardoor meer rust voor haarzelf heeft. Hoe we dit het best kunnen aanpakken vind ik moeilijk. De vraag die mij daarbij het meest heeft geholpen is: ‘’ Wie of wat, kan jou daarbij helpen’’? Mijn collega’s kwamen met het idee om naar de gemeente te gaan omdat zij instanties hebben die moeder kunnen helpen om haar financiën overzichtelijk te krijgen en haar daarbij te helpen. Ook kunnen we samen aan de slag gaan om subsidies aan de vragen die ze op dit moment mis loopt.

Bij opdracht 5 hebben we een actieplan geschreven met doelen voor alle gezinsleden. Eerst hebben we zitten brainstormen over welke dingen belangrijk zijn. Toen we dit op papier hadden hebben samen besloten welke doelen we het belangrijkste vonden. Als maatschappelijk werker heb ik de doelen van moeder zo goed mogelijk verwoord. Ons team luistert goed naar elkaar en kan goed beargumenteren waarom ze iets wel of niet willen.

De leerdoelen waar ik tijdens deze cursus aan gewerkt heb zijn:

1. Ik kan tijdens de cursus werken in ketens meningen van andere respecteren zonder mijn eigen mening door te drukken wanneer ik het niet eens ben met de ander.

2. Ik kan tijdens de cursus werken in ketens actief luisteren naar mijn groepsgenoten en hen uit laten praten zonder dat ik er tussendoor kom.

Ik heb gekozen voor deze leerdoelen omdat ik hier graag aan wil werken. Ik heb ook gekeken welke punten er uit de netwerkchecklist komen maar daar kwamen punten naar voren waar ik me niet goed in kon vinden tijdens een samenwerking. Ik werk graag samen in groepjes, maar ik vind het soms lastig om een mening van andere te respecteren wanneer ik het hier niet mee eens ben en we toch die beslissing als groep gaan nemen. Daarom wilde ik daar graag actief mee aan de slag. Ik vind dat ik tijdens deze cursussen goed heb gewerkt aan deze leerdoelen. Wanneer we samen hebben gezeten om aan bepaalde opdrachten te werken ben ik hier bewust mee aan de slag gegaan. Ik heb naar mijn teamgenoten geluisterd en heb hen uitlaten praten. Wanneer ik het ergens niet mee eens was heb ik op een correcte manier dit verwoord en kreek ik ook terug van mijn teamgenoten dat ik dit goed had verwoord.

5.4 Gloria

Wat ging er goed?Wat ik goed vond gaan ten aanzien van de samenwerkingsafspraken was dat ik me aan de afgesproken afspraken kon houden. De afspraken hadden betrekking tot de individuele opdrachten (het schetsen van een profiel). Ik kon me aan de afspraken houden, omdat ik vond dat ik een productieve groep zat. Daarnaast kreeg het gevoel dat ik deze opdrachten bij moest houden om een productieve houding aan te nemen. Ik vond daarnaast goed gaan dat ik tijdig met mijn groepje overlegde. Dit ging bijvoorbeeld over als ik een opdrachtje niet snapte of omdat ik er een keer niet was.

31

Wat ging er minder goed?Wat ik niet goed vond gaan is dat ik me in eerste instantie niet aan een afspraak heb kunnen houden. Dit ging over het maken van een casusanalyse. Ik vond het niet goed gaan, omdat ik een casusanalyse had gemaakt van de algemene casus en niet vanuit mijn rol. Dat was verkeerd en op dat moment heb ik niet optimaal bij kunnen dragen aan de opdracht. De oorzaken hiervan waren dat ik niet goed heb geluisterd naar de uitleg van de docent, dat ik niet nog een keer heb gecheckt bij mijn klasgenoten hoe de opdracht in elkaar zat. Wat ik op dat moment deed is uitleggen wat ik verkeerd heb gedaan, om uitleg gevraagd aan mijn partners en vervolgens heb ik een afspraak gemaakt over het inleveren van de casus. Mijn bijdrage aan het groepje vond ik bij deze opdracht niet veel, omdat ik op dat moment niks aan kon leveren.

Wat kan ik de volgende keer anders doen?Wat ik de volgende keer anders kan doen is het vragen naar duidelijk (voor het geval dat ik het niet snap), vragen aan mijn klasgenoten hoe zij een opdracht aanpakken (voor inzicht).Wat ik minder goed vond gaan was dat ik (voor mijn gevoel) vanuit de rol van een leerling begeleider minder bij kon dragen aan het creëren van het plan. Ik liet vooral mijn ketenpartners aan het woord. De oorzaken waren, omdat ik me niet genoeg had verdiept in de bedoeling van de opdracht, niet goed naar de docent heb geluisterd. Ik vond daardoor dat mijn bijdrage hierdoor minimaal was.

Evaluatie van de twee persoonlijke leerdoelenNaar aanleiding van de netwerkers checklist zijn mijn leerdoelen aan het einde van deze cursus heb ik inzicht gekregen in hoe ik mijn mening kan laten horen in een groep en aan het einde van de cursus heb ik een zekerder gevoel gekregen bij het uitvoeren van een opdracht. Ik kan zeggen dat ik bij beide leerdoelen er nog niet helemaal ben. Ik vind wel dat ik mijn mening heb kunnen geven in de groep bij het gezamenlijk maken van de opdrachten. Omdat mijn rol niet zo groot was trok ik me wat naar de achtergrond toe. De oorzaken hiervan waren dat ik bang was dat ik iets niet goed zou doen of zeggen. Ik heb wel een zekerder gevoel gekregen bij het uitvoeren van mijn opdrachten. Dit, omdat ik erachter ben gekomen dat ik niet groots hoef uit te voeren om een goed gevoel te krijgen.

Leerpunten vanuit de intervisieMijn leerpunten zijn op mijn gevoel af te gaan en minder op de mening van anderen letten, leren niet bang te zijn om taken op me te nemen (fouten moeten gemaakt worden om te kunnen leren.

Reflectie in de bijdrage in de ketensamenwerkingIk vond ik mijn opdrachten goed uitgewerkt had in de groep. Ik had het op tijd af en opgestuurd (met uitzondering van de casusanalyse). Ik heb bijgedragen in de ketensamenwerking door mijn opdrachten op tijd af te hebben. Dit betekent voor de les. Daarnaast vond ik dat ik een mindere bijdrage heb kunnen leveren bij de opdrachten die ik samen met de groep deed in de klas, na schooltijd. Ik vond dit, omdat ik mijn rol in de groep niet te hoog vond. Ik vergeleek mezelf hierbij met de rest. Het gevolg ervan was ik me minder mijn mening in de groep zei, minder taken op me nam in de groep en meer luisterde. Of ik lette alleen op de details, zodat ik toch ergens een bijdrage aan gaf. Doordat ik geen taken op me nam leverde ik geen bijdrage. Vanuit mijn rol deed ik het iets meer, maar daarbuiten niet.

5.5 Kim

Evaluatie teamafsprakenDe afgelopen weken heb ik integraal samengewerkt met een team. Van te voren hadden wij afspraken rondom deze samenwerking opgesteld. Ten eerste zouden we de rollen duidelijk verdelen en deze rollen ook aanhouden.

32

Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat iemand de leiding zou nemen. In onze samenwerking heb ik de leiding op me genomen omdat dit aansloot bij mijn rol als coördinator. Deze rollen hebben wij goed aangehouden. Iedereen leefde zich in de rol in waardoor een natuurlijke verdeling ontstond. Wat ik wel als lastig heb ervaren was het nemen van de leiding tijdens bijvoorbeeld gesprekken. Dit omdat ik wat onzeker ben en het dan spannend vindt. Daarom wil ik daarin nog graag groeien. In de samenwerking heb ik me toch goed ingeleefd in mijn rol. Vanuit die rol heb ik een goede bijdrage geleverd. Door net zoals mijn professionele rol alles te coördineren bood ik structuur en duidelijkheid aan het team.

De volgende afspraak was het plan van aanpak opstellen voordat we zouden beginnen. Dit betreft dus een goede voorbereiding. Het was bedoeld om te voorkomen dat we chaotisch zouden gaan werken. Alvorens elke opdracht hebben we goed besproken hoe we het zouden aanpakken en dit ook genoteerd. We merkten dat het werken daardoor veel sneller en effectiever ging. Hierbij hoorde natuurlijk ook een goede communicatie. We hebben geleerd iedereen aan bod te laten komen en naar elkaar te luisteren. Tijdens de opdracht met het ei gingen we namelijk allemaal door elkaar praten. Deze communicatie is door het maken van een afspraak, aanzienlijk verbetert.

Evaluatie persoonlijke leerdoelenNa het invullen van de netwerkers checklist kwam ik tot de volgende twee leerdoelen.1. Binnen acht weken wil ik in de communicatie met collega’s meet vragen stellen en mijn visie delen.2. Binnen acht weken wil ik beter analyseren door te kijken waar het goed en minder goed gaat en daarop actie te ondernemen.

Voor het eerste leerdoel kwam de rol die ik had zeker van pas. Hierdoor was het noodzakelijk meer de leiding te nemen wat mijn zelfvertrouwen een boost gaf. Zeker door feedback van de partners. Het is voor mij nog wel belangrijk dat ik er zelf ook meer zeker in wordt. Dit zal mijn bijdrage veel effectiever maken. Door de leiding te nemen kon ik mijn visie beter delen. Maar ook op andere moment heb ik gezorgd dat ik niet schroomde om mijn eigen inbreng te doen. Mede door het doel voor ogen en het gewoon te zeggen in plaats van mijn mond te houden is dit gelukt. Daarbij ging ik ook meer vragen stellen aan anderen om hun motieven te ontdekken. Het beter leren analyseren was af en toe nog wel lastig. Voor mij betekende het ook te kijken waar we vastliepen en me hier overheen te zetten als het niet gaat. Het is belangrijk om te kijken waar de energie zat in het team en daar gebruik van te maken. Dit heb ik gedaan door te kijken naar ieders sterke kanten en deze in te zetten. Door ieder zijn kracht te gebruiken en me over zaken heen te zetten die niet lukken, heb ik beter geanticipeerd op wat er speelde.

Evaluatie intervisieMet alle coördinatoren hebben we rond de tafel gezeten over onze rol en de samenwerking. Vanuit iedereen kwam eigenlijk dezelfde leervraag naar voren. Namelijk meer de leiding durven nemen en er iets van zeggen wanneer een ander juist de leiding neemt. In deze samenwerking hadden wij namelijk een leidende rol en die moeten we dan ook aanhouden. Voor jezelf opkomen is daarbij dus erg belangrijk. In mijn geval was het niet zo dat iemand de leiding van me wilde overnemen. Onze groep had namelijk een goede sfeer waar iedereen elkaars waarde erkende. We hielden ons goed aan onze rollen en hebben allemaal rustige personen. Maar toch sloot deze vraag wel aan bij mij omdat ik wat zelfverzekerder wil worden als ik zo een leidende positie heb.

We hebben besproken hoe het proces van samenwerking verliep en wat het gevoel was als iemand de rol over nam. Daarna kwamen we tot de conclusie dat we ook van te voren kunnen aangeven wie de leidende rol heeft zodat het ook duidelijk is voor de rest. Dit moet natuurlijk niet bot overkomen maar het werkt goed om bij een samenwerking te zorgen voor duidelijkheid. Voor de personen die er last van hebben dat iemand de leiding overneemt, hadden we als tip dit met diegene te bespreken. Waarschijnlijk is het niet slecht bedoeld. Als diegene ervan weet kan hij of zij er opletten.

33

Het belangrijkste was naar voren kwam is meer durven. Zeker omdat ik een sterke eigen mening heb mag ik deze best naar voren brengen. Dit kan ik goed inzetten omdat ik wel positief ben en goed naar anderen kan luisteren. Ik wil dus meer durven de leiding te pakken en daarin zelfverzekerder overkomen.

34

1 Gezin 1 Plan€¦ · Web viewGezinsplan. Werken in ketens. Gezinsplan. Werken in ketens....

Documents

Transcript of 1 Gezin 1 Plan€¦ · Web viewGezinsplan. Werken in ketens. Gezinsplan. Werken in ketens....