Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële...

82
Capaciteitsbehoeſte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 Capaciteitsbehoeſte Justitiële Ketens t/m 2014 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis S.N. Kalidien E.C. Leertouwer F.P. van Tulder Beleidsneutrale ramingen

Transcript of Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële...

Page 1: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoe� e Justitiële Ketens t/m 2014

Beleidsneutrale ramingen

Deze brochure is een uitgave van:

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van JustitiePostbus 20301 | 2500 EH Den Haag

© Rijksoverheid | September 2009 | Publicatie-nr. 13894 0909

Cahier 2009-8

Capaciteitsbehoe� e Justitiële Ketens t/m 2014

D.E.G. MoolenaarB.J. DiephuisS.N. KalidienE.C. LeertouwerF.P. van Tulder

Beleidsneutrale ramingen

Page 2: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014

Beleidsneutrale ramingen

Cahier 2009-8

D.E.G. Moolenaar

B.J. Diephuis

S.N. Kalidien

E.C. Leertouwer

F.P. van Tulder

Page 3: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

2 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Bestelgegevens

Exemplaren van deze publicatie kunnen schriftelijk worden besteld bij

Bibliotheek WODC, kamer TN-3A03Postbus 20301, 2500 EH Den HaagFax: (070) 370 45 07E-mail: [email protected]

Cahiers worden in beperkte mate gratis verspreid zolang de voorraad strektAlle nadere informatie over WODC-publicaties is te vinden op Justweb en op www.wodc.nl

Page 4: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 3Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Voorwoord

Tot 1996 maakte het ministerie van Justitie eens in de vier jaar een raming van de capaciteitsbehoefte in de justitiële inrichtingen. Omdat een frequentie van eens in de vier jaar als onvoldoende werd ervaren, zegde toenmalig minister Sorgdrager in 1996 aan de Tweede Kamer toe dat het ministerie voortaan elk jaar een raming van de behoefte aan sanctiecapaciteit zou maken. Daarbij zouden ook de extramurale sancties aan de orde komen. In 1998 heeft het WODC de taak op zich genomen om jaarlijks een actualisering van de ramingen te maken. In 1999 publiceerde het WODC het eerste rapport in dit kader, gevolgd door de jaarlijkse edities in de periode 2001-2003.In 2003 hebben de ministeries van Justitie, Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Algemene Zaken de afspraak gemaakt dat het ministerie van Justitie een integraal model voor de justitiële keten zal ontwikkelen. Besloten is om het bestaande model voor de sanctiecapaciteit uit te breiden tot het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). Dit model omvat de hele veiligheidsketen, de civiele rechtspraak, de bestuursrechtspraak en de civiele rechtsbijstand. In 2004 werd het eerste rapport met de PMJ-ramingen gepubliceerd (destijds alleen de veiligheidsketen), gevolgd door jaarlijkse edities tot en met 2008.Het voor u liggende rapport is het tiende in de reeks van ramingsrapporten van het WODC. De ramingen over de rechtspraak zijn door het WODC en de Raad voor de rechtspraak gezamenlijk opgesteld, terwijl de overige ramingen alleen door het WODC zijn gemaakt. De ramingen zijn beleidsneutraal, hetgeen wil zeggen dat ze uitgaan van gelijkblijvend beleid. Ramingen van het effect van voorgenomen beleids- en wetswijzigingen worden gemaakt door de beleidsdirecties van het ministerie van Justitie, het Parket Generaal, de Raad voor de rechtspraak en diverse uitvoeringsorganisaties. De beleidsneutrale ramingen samen met de geraamde beleidseffecten vormen de beleidsrijke ramingen. De beleidsrijke ramingen vallen niet onder de verantwoorde-lijkheid van het WODC maar onder de verantwoordelijkheid van de beleidsdirecties van het ministerie van Justitie, het Parket Generaal, de Raad voor de rechtspraak en diverse uitvoeringsorganisaties. De beleidsrijke ramingen zijn niet in dit rapport opgenomen, maar zijn terug te vinden in de justitiebegroting.Bij de vervaardiging van de ramingen is het WODC afhankelijk van gegevens die anderen aanleveren. De vele betrokkenen daarbij kunnen we niet allen noemen, maar hun inspanningen om de gegevens op tijd beschik-baar te hebben, worden zeer gewaardeerd. Speciale dank gaat uit naar Nol van Gemmert (DJI) voor zijn bijdrage aan de tbs-ramingen. Tenslotte willen wij, ook namens de auteurs van het rapport, een woord van dank richten aan de leden van de leescommissie (Soenil Jangbahadoer Sing, Anne Sonnenschein en Sunil Choenni).

Frans Leeuw Frans van DijkDirecteur WODC Raad voor de rechtspraak

Page 5: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

4 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 6: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 5Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Inhoud

Afkortingen — 7 Samenvatting — 9

1 Inleiding — 111.1 Onderzoeksvragen — 111.2 Werkwijze — 121.3 Opbouw — 12

2 Achtergrondfactoren — 132.1 In het PMJ gebruikte achtergrondfactoren — 132.2 Verwachting tot en met 2014 — 192.3 Opmerkingen — 28

3 Opsporing — 293.1 Verwachting tot en met 2014 — 293.2 Opmerkingen — 32

4 Slachtofferzorg — 334.1 Verwachting tot en met 2014 — 334.2 Opmerking — 34

5 Vervolging — 355.1 Verwachting tot en met 2014 — 355.2 Opmerkingen — 37

6 Rechtspraak — 396.1 Strafrechtspraak — 396.1.1 Verwachting tot en met 2014 — 396.1.2 Opmerkingen — 436.2 Civiele rechtspraak — 446.2.1 Verwachting tot en met 2014 — 446.2.2 Opmerkingen — 486.3 Bestuursrechtspraak — 476.3.1 Verwachting tot en met 2014 — 496.3.2 Opmerkingen — 52

7 Tenuitvoerlegging — 537.1 Verwachting tot en met 2014 — 537.2 Opmerkingen — 58

8 Reclassering en Kinderbescherming — 618.1 Verwachting tot en met 2014 — 618.2 Opmerking — 65

9 Vreemdelingenbewaring — 679.1 Verwachting tot en met 2014 — 679.2 Opmerkingen — 67

10 Rechtsbijstand — 6910.1 Verwachting tot en met 2014 — 6910.2 Opmerkingen — 71

Page 7: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

6 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

11 Nawoord — 73 Summary — 75 Literatuur — 77

Bijlage 1 Vereenvoudigd schema van het PMJ — 79

Page 8: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 7Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Afkortingen

AROB wet Administratieve Rechtspraak OverheidsbeschikkingenBJZ Bureau JeugdzorgBOPZ Bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizenBZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesCBS Centraal Bureau voor de StatistiekCJIB Centraal Justitieel Incassobureau CPB Centraal PlanbureauCRvB Centrale Raad van Beroep DJI Dienst Justitiële InrichtingenEK Enkelvoudige kamerfte Full time equivalentGW GevangeniswezenHalt Het AlternatiefITB Individuele Traject BegeleidingLCA Landelijk Coördinatiepunt ArrestatiebevelenMK Meervoudige kamerMNP Milieu en Natuur PlanbureauMvJ Ministerie van JustitieOM Openbaar Ministerieots OndertoezichtstellingOvJ Officier van JustitiePMJ Prognosemodel Justitiële KetensRISc Recidive-inschattingsschalenRIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RSJ Raad voor de Strafrechttoepassing en JeugdbeschermingRvdK Raad voor de KinderbeschermingRvdr Raad voor de rechtspraakSCP Sociaal en Cultureel PlanbureauSGM Schadefonds Geweldsmisdrijventbs TerbeschikkingstellingTRIAS Transactie Innings- en AfhandelingssysteemVROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en MilieuWAHV Wet Administratiefrechtelijke Handhaving VerkeersvoorschriftenWODC Wetenschappelijk Onderzoek- en DocumentatiecentrumWOZ wet Waardering Onroerende ZakenWSNP Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen ZM Zittende Magistratuur

Page 9: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

8 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 10: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 9Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Samenvatting

Dit rapport beschrijft de ramingen van de capaciteitsbehoefte van de justitiële ketens tot en met 2014. Het gaat daarbij om ramingen van de instroom en uitstroom van diverse ketenpartners binnen de justitiële ketens (aantallen te behandelen zaken e.d.) en de capaciteitsbehoefte voor intramurale voorzieningen (aantal plaatsen in justitiële inrichtingen). De ramingen voor de civielrechtelijke en bestuursrechtelijke rechtspraak zijn de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en de Raad voor de rechtspraak. De ramingen voor tbs-klinieken zijn de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het WODC en de Dienst Justitiële Inrichtingen. De overige ramingen komen tot stand onder verantwoordelijkheid van het WODC.

De ramingen zijn ‘beleidsneutraal’. Dat wil zeggen dat de ramingen uitgaan van gelijkblijvend beleid. Het effect van voorgenomen beleids- en wetswijzigingen is niet in de ramingen verdisconteerd. Ook zijn de effecten van recentelijk ingezet beleid (vanaf 2008) niet in de beleidsneutrale ramingen verwerkt, omdat de ramingen gebaseerd zijn op ontwikkelingen in de justitiesector tot en met 2007. Definitieve gegevens over 2008 waren op het moment van berekening nog niet beschikbaar. Waar voorlopige cijfers over 2008 wel beschikbaar waren, zijn deze meegenomen. Dit betreft slechts een beperkt aantal gevallen.

De ramingen zijn gemaakt met het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). Het PMJ bestaat uit twee onderdelen, namelijk een model voor de veiligheidsketen en een model voor het civiel- en bestuursrechte-lijke deel van de justitiële keten. Het startpunt voor het PMJ zijn ontwikkelingen in de samenleving die geheel of grotendeels buiten de invloedssfeer van Justitie liggen. Dergelijke ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor het ontstaan van criminaliteit en rechtsproblemen en daarmee voor het beroep op de justitiële ketens. Te denken valt bijvoorbeeld aan de mogelijke gevolgen van een gebrek aan sociale cohesie, maatschappelijke ongelijkheid, botsing van culturen en welvaartsverschillen. Op basis van de beschikbare criminologische, rechtssociologische en economische theorieën zijn de mogelijk relevante maatschappelijke fenomenen benoemd. Bij deze fenomenen zijn zoveel mogelijk kwantificeerbare achtergrondfactoren gezocht. De zo in kaart gebrachte ontwikkelingen kunnen grofweg in vier categorieën worden ingedeeld, namelijk demografische, economische, maatschappelijke en institutionele ontwikkelin-gen. Het PMJ beschrijft de kwantitatieve verbanden tussen deze ontwikkelingen en de criminaliteit of het beroep op rechtshulp en rechtspraak. Tevens brengt het PMJ de samenhangen tussen de ontwikkelingen in criminaliteit en het beroep op rechtshulp en rechtspraak en de ontwikkelingen in de rest van de justitiële ketens in beeld.

De gebruikte demografische achtergrondfactoren zijn de omvang van de bevolking, de bevolkingsdicht-heid, het aantal minderjarige jongeren (totaal en het deel dat in één van de vier grote steden woont), het aantal personen dat emigreert uit Nederland, het aantal jonge meerderjarige mannen, de omvang van de tweede generatie niet-westerse jonge allochtone mannen en de omvang van de eerste en tweede generatie niet-westerse allochtone minderjarige jongeren. De gebruikte maatschappelijke achtergrondfactoren zijn het aantal sociale en particuliere huurwoningen, het aantal personen dat jaarlijks gaat scheiden, het aantal kinderen betrokken bij echtscheiding en de kerkelijkheid. De economische achtergrondfactoren in het model zijn de omvang van de werkloze beroepsbevolking, de omvang van de werkzame beroepsbevolking, het reëel besteedbaar jaarinkomen per hoofd van de bevolking, de koopkrachtontwikkeling, het aantal uitkeringen (voor onder andere werkloosheid, bijstand, arbeidsongeschiktheid en het totaal), de reële bruto toegevoegde waarde, de belastingdruk, de gemiddelde rekenhuur, het gemiddelde uurtarief van een commerciële advocaat, de totale kosten van de advocatuur en het aantal motorvoertuigen. De economische ontwikkelingen zijn ontleend aan het Centraal Economisch Plan 2009 van het Centraal Planbureau. De institutionele achtergrondfactoren die in het model zijn opgenomen zijn de financiële middelen van de politie, het aantal politiemedewerkers, het aantal advocaten en de gemiddelde eigen bijdrage die betaald wordt bij gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand.

Page 11: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

10 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Op basis van de verwachte ontwikkelingen in deze achtergrondfactoren wordt een uitspraak gedaan over het verwachte beroep op de diverse onderdelen van de justitiële ketens. Zo zal naar verwachting bij gelijkblijvend beleid het aantal geregistreerde misdrijven bij de politie in de periode 2008-2014 met 1 procent toenemen. Het aantal gehoorde verdachten zal echter met zo’n 10 procent toenemen. Dit zal zijn weerslag hebben op de rest van de justitiële keten, hoewel deze groei niet zondermeer evenredig doorge-trokken mag worden naar de andere ketenpartners.

Niet alle verdachten worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM), waardoor de raming van de instroom aldaar tussen 2008 en 2014 slechts een groei van 5 procent laat zien. De stijging in het aantal dagvaardingen leidt tevens tot een groei van het beroep op de rechtsbijstand, in het bijzonder de ambts-halve toevoegingen in strafzaken, die in de raming met 16 procent zullen stijgen. De reguliere toevoegingen in strafzaken zullen naar verwachting met 5 procent stijgen als gevolg van de toenemende koopkracht, waardoor minder mensen hiervoor in aanmerking zullen komen.

De capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen zal volgens de raming met circa 1 procent stijgen tussen 2008 en 2014. Tot en met 2010 wordt een daling voorzien waarna de behoefte weer licht zal stijgen. Het aantal boetes en taakstraffen zal naar verwachting nog verder toenemen als gevolg van de verslechterde economische omstandigheden. De capaciteitsbehoefte van strafrechtelijke opvangplaatsen in jeugdinrich-tingen zal volgens de raming met circa 19 procent toenemen in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van rechtbankzaken tegen minderjarigen.

Het aantal zaken dat in eerste aanleg instroomt bij de sector civiel van de rechtbanken middels een dagvaarding stijgt in de periode 2008-2014 naar verwachting met 19 procent en middels een verzoekschrift met 32 procent, terwijl het aantal civiele zaken dat instroomt bij de sector kanton van de rechtbanken middels een dagvaarding met circa 60 procent zal stijgen en middels een verzoekschrift met 79 procent. Dit heeft tot gevolg dat ook de instroom van civiele zaken in hoger beroep en bij de Hoge Raad zal toenemen. De stijging vindt vooral plaats bij de familiezaken en in het bijzonder de jeugdzaken.

De instroom van zaken in eerste aanleg bij de sector bestuur van de rechtbanken (exclusief belastingzaken) zal naar verwachting met 64 procent stijgen in de periode 2008-2014. Het aantal belastingzaken in eerste aanleg stijgt met 22 procent evenals de instroom van belastingzaken in hoger beroep. De instroom van bestuurszaken bij de Centrale Raad van Beroep ligt in 2014 naar verwachting 92 procent hoger dan in 2008. Deze stijgingen worden veroorzaakt door de verslechterde economische omstandigheden.

Bij het aantal beroepen op gesubsidieerde rechtsbijstand wordt in de civiel- en bestuursrechtelijke sector eveneens een stijging verwacht. Het aantal afgegeven toevoegingen zal in de periode 2008-2014 naar verwachting stijgen met 69 procent. De stijging vindt vooral plaats bij de familiezaken en in het bijzonder de jeugdzaken.

De beleidsneutrale ramingen zijn momentopnames. Ze zijn gebaseerd op de beschikbare kennis op het moment van berekenen. Zowel de gelegde relaties in het PMJ als de van elders betrokken ramingen van de achtergrondfactoren brengen onzekerheden met zich mee. Dit geldt in het bijzonder voor de economische achtergrondfactoren vanaf 2011. Door de recent ingezette economische crisis zijn de voorspellingen van de economische achtergrondfactoren tot en met 2010 zeer onzeker. Voor 2011 en verder zijn geen recente ramingen beschikbaar en is noodgedwongen teruggevallen op de lange termijn ramingen die ver voor de crisis zijn opgesteld.

De beleidsneutrale ramingen moeten derhalve niet als een vaststaand gegeven worden beschouwd, maar slechts als een signaal. Ze geven aan wat er zou kunnen gebeuren indien er niets verandert. Door onver-wachte gebeurtenissen en niet in de raming verwerkte wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid kunnen de werkelijke ontwikkelingen afwijken van de ramingen.

Page 12: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 11Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

1 InleidingIn 1997 is begonnen met de ontwikkeling van een prognosemodel voor de capaciteitsbehoefte van justitiële voorzieningen. In eerste instantie richtte dit door het Sociaal en Cultureel Planbureau ontwikkelde model zich alleen op het gevangeniswezen (GW) en de taakstraffen voor meerderjarigen (zie Werkgroep Prognose Sanctiecapaciteit, 1997). In 1998 heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) dit model in gebruik genomen voor het maken van ramingen. Later is het model verfijnd en uitgebreid met een jeugdsector (zie Van der Torre en Van Tulder, 2001; Huijbregts e.a., 2001). In 2003 hebben de ministeries van Justitie (MvJ), Financiën, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Algemene Zaken de afspraak gemaakt dat het ministerie van Justitie een integraal model voor de justitiële keten zal ontwikke-len. De uitkomsten van dit model zullen dienen als onderbouwing van de begroting van het ministerie van Justitie. Besloten is om het bestaande model voor de sanctiecapaciteit uit te breiden naar een model voor de hele justitiële keten (zie Moolenaar e.a., 2004; Leertouwer e.a., 2005).

Dit rapport presenteert de tiende raming van de capaciteitsbehoefte van de veiligheidsketen, die tot stand is gekomen onder de verantwoordelijkheid van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in samenwerking met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de Raad voor de rechtspraak (Rvdr). Tot en met de vijfde rapportage betroffen de ramingen alleen de sanctiecapaciteit (zie Steinmann e.a., 1999; Van der Heide e.a., 2001; Moolenaar e.a. 2002; Moolenaar en Huijbregts, 2003; en Leertouwer en Huijbregts, 2004). Vanaf de zesde rapportage zijn ook ramingen opgesteld voor andere onderdelen van de justitiële keten, in het bijzonder de veiligheidsketen (zie Moolenaar e.a., 2005; Moolenaar, 2006) en in samenwer-king met de Rvdr ook de civielrechtelijke en bestuursrechtelijke keten (Moolenaar e.a., 2007 en 2008).

In paragraaf 1.1 worden de onderzoeksvragen geformuleerd. Paragraaf 1.2 beschrijft de werkwijze en paragraaf 1.3 de opbouw van het rapport.

1.1 Onderzoeksvragen

De ramingen in dit rapport zijn gemaakt met het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ), versie 2008. Het PMJ bestaat uit twee onderdelen, namelijk een model voor de veiligheidsketen en een model voor het civiel- en bestuursrechtelijke deel van de justitiële keten. Het model voor de veiligheidsketen bevat onderdelen zoals opsporing, vervolging en berechting, straffen en maatregelen, vreemdelingenbewaring, gevangeniswezen, jeugdinrichtingen, schadeloosstelling, ondertoezichtstellingen, reclassering, gesubsidi-eerde rechtsbijstand in strafzaken, tolken, forensisch onderzoek en slachtofferzorg. Het model voor civiel- en bestuursrechtelijke keten bevat de onderdelen civiele rechtspraak, bestuursrechtspraak en gesubsidieerde rechtsbijstand in civiele zaken en bestuurszaken.

Dit rapport zal niet uitgebreid ingaan op alle onderdelen van het PMJ maar alleen de belangrijkste elemen-ten eruit lichten. Voor de geselecteerde onderdelen worden voorzover mogelijk de volgende vragen beantwoord:1. Hoe groot is de verwachte capaciteitsbehoefte in de periode 2008-2014? 2. In hoeverre is de ontwikkeling van het beroep op of de behoefte aan justitiële voorzieningen in de periode 2008-2014 toe te schrijven aan maatschappelijke ontwikkelingen en/of aan voorafgaande schakels van de justitiële ketens? De beleidsneutrale ramingen zijn momentopnames. Ze zijn gebaseerd op de beschikbare kennis op het moment van berekenen. Zowel de gelegde relaties in het PMJ als de van elders betrokken ramingen van de achtergrondfactoren brengen onzekerheden met zich mee. De beleids-neutrale ramingen moeten derhalve niet als een vaststaand gegeven worden beschouwd, maar voorname-lijk als een signaal. Ze geven aan wat er zou kunnen gebeuren indien er niets verandert. Door onverwachte gebeurtenissen en niet in de raming verwerkte wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid kunnen de werkelijke ontwikkelingen afwijken van de ramingen.

Page 13: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

12 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

1.2 Werkwijze

Het PMJ voor de veiligheidsketen is uitgebreid beschreven in Moolenaar e.a. (2004). Het model voor civiele rechtspraak en bestuursrechtspraak is beschreven in Leertouwer e.a. (2005), en het model voor de civiele rechtsbijstand in Leertouwer e.a. (2007). De meest recente versie van het model is op aanvraag verkrijgbaar bij het WODC. Daarom zal dit rapport niet in detail ingaan op het model en de methodiek maar slechts op hoofdlijnen aangeven hoe de samenhangen in het model, waaronder die tussen de diverse ketenpartners, zijn geformuleerd.

De ramingen met het PMJ zijn beleidsneutraal. Dat wil zeggen dat ontwikkelingen en beleid uit het verleden worden doorgetrokken naar de toekomst. Het effect van reeds vastgesteld beleid is alleen verdisconteerd in de prognoses voorzover de invloed ervan reeds in de gebruikte gegevens zichtbaar is. Ontwikkelingen als gevolg van inmiddels ingevoerd of voorgenomen beleid of wetgeving, die in verband met een recente invoeringsdatum nog niet in de statistieken (kunnen) zijn verwerkt, blijven hier dan ook buiten beschou-wing. Aanvulling van de raming met deze ontwikkelingen wordt door de beleidsdirecties van het ministerie van Justitie, het Parket Generaal (PaG), de Rvdr en enkele uitvoeringsorganisaties verzorgd. Deze organisa-ties inventariseren welke ontwikkelingen nog niet (volledig) zijn verwerkt in de WODC-ramingen en wat de consequenties daarvan kunnen zijn voor de justitiële ketens. Het gaat hierbij om nog niet (volledig) zichtbare effecten van reeds in gang gezet beleid en in beperkte mate om effecten van nieuw voorgenomen, reeds goedgekeurd beleid. De ramingen van deze zogenaamde beleidseffecten vallen onder de verantwoor-delijkheid van de beleidsdirecties, PaG, Rvdr en uitvoeringsorganisaties zelf. De beleidsneutrale ramingen vormen samen met de door de beleidsdirecties, PaG, Rvdr en uitvoeringsorganisaties geraamde beleidsef-fecten de beleidsrijke ramingen. Deze beleidsrijke ramingen zijn niet in dit rapport opgenomen, maar worden gepubliceerd in de begroting van het ministerie van Justitie.

Het PMJ gaat uit van jaarcijfers.1 De beleidsneutrale ramingen in dit rapport zijn grotendeels gebaseerd op gerealiseerde jaarcijfers tot en met 2007 (tenzij anders vermeld) en worden uitgedrukt in het gemiddelde beroep op of de gemiddelde capaciteitsbehoefte van justitiële voorzieningen per kalenderjaar. In het rapport worden alleen groeipercentages gepresenteerd en geen absolute aantallen.

1.3 Opbouw

Het rapport is gegoten in de vorm van factsheets: korte bondige conclusies. Alle hoofdstukken zijn zelfstandig leesbaar. Wellicht kan daardoor bij de lezer die het rapport in zijn geheel leest, het gevoel van herhaling ontstaan. Ondanks dat de hoofdstukken zelfstandig leesbaar zijn, wordt de lezer aangeraden om in ieder geval hoofdstuk 2 te lezen. Hoofdstuk 2 beschrijft de ontwikkelingen in de achtergrondfactoren. Deze achtergrondfactoren vormen de grondslag van het model en kennis omtrent de ontwikkeling daarvan is daarom van groot belang voor het begrip van de overige hoofdstukken. In hoofdstuk 3 komt de opsporing door de politie aan bod. Hoofdstuk 4 gaat in op slachtofferzorg. De ontwikkelingen op het terrein van de rechtshandhaving worden geanalyseerd in hoofdstuk 5. Ramingen over rechtspraak zijn te vinden in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 gaat in op de tenuitvoerlegging van transacties, straffen en maatregelen. In hoofdstuk 8 worden de ramingen voor de reclassering en aanverwante instellingen voor het voetlicht gebracht. Hoofdstuk 9 gaat in op de vreemdelingenbewaring. Hoofdstuk 10 presenteert de ramingen van rechtsbijstand. Het rapport eindigt met een nawoord in hoofdstuk 11.

1 Het model voor de veiligheidsketen gaat uit van jaarcijfers op landelijk niveau. Het model voor de civielrechtelijke en bestuursrech-telijke ketens gaat daarentegen uit van jaarcijfers op regionaal niveau. Cijfers op regionaal niveau zullen hier niet apart worden gepresenteerd maar worden geaggregeerd naar landelijk niveau.

Page 14: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 13Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

2 AchtergrondfactorenDe basis van het PMJ wordt gevormd door ontwikkelingen in de samenleving die grotendeels buiten de invloedssfeer van justitie liggen. Het uitgangspunt van het model is dat deze maatschappelijke ontwikkelin-gen invloed hebben op de ontwikkeling van de criminaliteit en het ontstaan en de beslechting van geschillen, en daarmee dus op het beroep op de justitiële ketens. De rol die maatschappelijke problemen volgens criminologische theorieën spelen in het ontstaan van criminaliteit, en de vertaling ervan in kwantificeerbare achtergrondfactoren wordt uitgebreid beschreven in Moolenaar e.a. (2004). Het uitgangspunt is dat sociale problematiek invloed heeft op de ontwikkeling van de criminaliteit en daarmee op het strafrechtelijke gedeelte van de justitiële keten. Voorbeelden van sociale problematiek zijn:• delinquente groepsvorming;• maatschappelijke ongelijkheid;• botsing van culturen;• sociale instabiliteit;• opvoeding en sociaal milieu;• gelegenheid tot deviant gedrag;• sociale uitstoting;• opportunity costs (mogelijkheid, rendement en aantrekkelijkheid van andere bronnen van inkomsten).

Leertouwer e.a. (2005, 2007) beschrijven uitgebreid hoe maatschappelijke fenomenen volgens theorieën over het ontstaan en de beslechting van geschillen samenhangen met de instroom van zaken bij de rechter en de afgifte van toevoegingen in het kader van gesubsidieerde rechtsbijstand. De maatschappelijke fenomenen die volgens de theorie een rol spelen, betreffen:• de mate van sociale cohesie binnen de samenleving;• probleemfrequentie, namelijk de kans op en het aantal onbevredigende transacties (te denken valt hier

aan economische activiteit, arbeidsparticipatie etc.);• financiële drempels die een rol spelen bij de inschakeling van rechtshulp;• de organisatie van rechtshulp, die een rol speelt in de beschikbaarheid ervan.

2.1 In het PMJ gebruikte achtergrondfactoren

Voor de geschetste problematiek zijn kwantificeerbare indicatoren gezocht, die in het vervolg van dit hoofdstuk achtergrondfactoren worden genoemd. Deze achtergrondfactoren vormen tezamen een indicatie van bovengenoemde problemen en fenomenen. Er is geen één-op-één relatie tussen de achtergrondfacto-ren en deze problemen en fenomenen. Een achtergrondfactor kan een indicator zijn voor meerdere problemen en/of fenomenen. Aan de andere kant kan een probleem of fenomeen door meerdere achter-grondfactoren worden gekarakteriseerd. De achtergrondfactoren kunnen grofweg in vier categorieën worden ingedeeld: • demografische ontwikkelingen;• economische ontwikkelingen;• maatschappelijke ontwikkelingen;• institutionele ontwikkelingen.

De in het model opgenomen demografische achtergrondfactoren zijn:• de omvang van de bevolking;• de bevolkingsdichtheid;• het aantal 12- t/m 17-jarigen;• het aantal 12- t/m 17-jarigen dat in één van de vier grote steden woont;• het aantal personen dat emigreert uit Nederland;• mannelijke bevolking van 18-29/49 jaar;• de omvang van de tweede generatie niet-westerse jonge (18 t/m 29 jaar) allochtone mannen;• de omvang van de eerste generatie niet-westerse allochtone jongeren (12 t/m 17 jaar);• de omvang van de tweede generatie niet-westerse allochtone jongeren (12 t/m 17 jaar).

Page 15: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

14 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

De in het model opgenomen maatschappelijke achtergrondfactoren zijn:• het aantal sociale huurwoningen;• het aantal particuliere huurwoningen;• het aantal personen dat in een jaar gaat scheiden;• het aantal kinderen betrokken bij echtscheiding;• de kerkelijkheid (het percentage van de bevolking dat zichzelf tot een kerkelijke of levensbeschouwelijke

groepering rekent, hetgeen niet automatisch betekent dat men ook daadwerkelijk naar de kerk gaat).

De in het model opgenomen economische achtergrondfactoren zijn: • de omvang van de werkloze beroepsbevolking;• de omvang van de werkzame beroepsbevolking;• de koopkrachtontwikkeling;• het reëel besteedbaar jaarinkomen per hoofd van de bevolking; • het aantal werkloosheidsuitkeringen;• het aantal bijstandsuitkeringen;• het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen;• het totaal aantal uitkeringen (de optelsom van bovenstaande drie categorieën, plus het aantal uitkerin-

gen IOAW en IOAZ);• de reële bruto toegevoegde waarde;• de belastingdruk (de verhouding tussen het totale bedrag aan geïnde rijksbelastingen en het nationale

inkomen);• de gemiddelde rekenhuur (de kale huur plus enkele subsidiabele servicekosten zoals lift, verlichting,

schoonmaakkosten, huismeester en gemeenschappelijke ruimten);• het gemiddelde uurtarief van een commerciële advocaat;• de totale kosten van de advocatuur;• het aantal motorvoertuigen;• het werkloosheidspercentage.

De in het model opgenomen institutionele achtergrondfactoren zijn: • de financiële middelen van de politie;• het aantal politiemedewerkers (in fte);• het aantal advocaten;• de gemiddelde eigen bijdrage die betaald wordt bij gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand.

In het PMJ worden verschillende typen zaken onderscheiden. In de veiligheidsketen wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende typen delicten, in de civielrechtelijke en bestuursrechtelijke keten tussen de verschillende typen conflicten. Uit de lange lijst van bovengenoemde achtergrondfactoren wordt per zaakstype een korte lijst opgesteld van achtergrondfactoren die mogelijk relevant kunnen zijn voor dit zaakstype. Vervolgens wordt op statistische gronden beslist welke achtergrondfactoren van de korte lijst uiteindelijk in het model voor het desbetreffende zaakstype worden opgenomen.

Figuren 2.1 tot en met 2.4 geven aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke problemen en fenomenen, achtergrondfactoren en typen zaken uiteindelijk zijn gelegd in het PMJ. Links in de figuren staat de maatschappelijke context die volgens de literatuur van invloed is op het ontstaan van criminaliteit of een conflict. In het midden is een aantal mogelijke achtergrondfactoren genoemd die indicatoren kunnen zijn voor deze problemen en fenomenen. Er zijn meer achtergrondfactoren, maar in de figuur staan alleen die achtergrondfactoren waarvan uiteindelijk is vastgesteld dat ze in het model een statistisch significante invloed hebben. Rechts staat aangegeven welke achtergrondfactor van invloed is op welk type zaak. Bijvoorbeeld, opiumwetdelicten worden onder meer voorspeld door de omvang van de werkloze beroeps-bevolking, hetgeen onder andere een indicator kan zijn van sociale instabiliteit en maatschappelijke ongelijkheid.

Page 16: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 15Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

De relatie tussen bovengenoemde achtergrondfactoren en de criminaliteit verschilt per delictsoort. Bij de instroom in de veiligheidsketen worden in het PMJ acht misdrijftypen onderscheiden:• geweld;• eenvoudige diefstal;• gekwalificeerde diefstal;• rijden onder invloed;• opiumwetmisdrijven;• vernieling en verstoring van de openbare orde;• economische misdrijven;• overige misdrijven.Figuur 2.1 geeft aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke problemen, achtergrondfactoren en delicten in het model voor de veiligheidsketen zijn gelegd.

Figuur 2.1 Relaties tussen maatschappelijke problemen, achtergrondfactoren en geregistreerde misdrijven

Daarnaast ontstaat er een beroep op de veiligheidsketen door overtredingen, bestuursmaatregelen en civiele maatregelen. Het gaat daarbij om:• verkeersovertredingen op grond van de wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften

(WAHV);• (politie)transacties;• kantonzaken; - verkeersovertredingen; - vervoersovertredingen; - leerplichtwetovertredingen; - overige overtredingen;• ondertoezichtstellingen (OTS-maatregelen).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 22 van 99

Socialeinstabiliteit

Maatschappelijkeongelijkheid

Botsing vanculturen

Opvoeding & Sociaal milieu

Gelegenheid

Opportunitycosts

2e generatie allochtoneMannen, 18-29 jaar

MaatschappelijkeContext

Achtergrondfactor Misdrijven

Geweld

Eenvoudige diefstal

Gekwalificeerdediefstal

Rijden onder invloed

Opiumwetdelicten

Overige misdrijven

Vernieling en verstoring openbare orde

1e en 2e generatieallochtone jongeren

Jongeren in vier grote steden

Gemiddeld inkomen

Politiepersoneel/ middelen politie

Delinquentegroepsvorming

Kinderen betrokkenbij echtscheiding

Motorvoertuigen

(Percentage) werklozeberoepsbevolking

Mannelijke bevolking18-29/49 jaar

Economischedelicten

Sociale uitstoting Recidive

Socialeinstabiliteit

Maatschappelijkeongelijkheid

Botsing vanculturen

Opvoeding & Sociaal milieu

Gelegenheid

Opportunitycosts

2e generatie allochtoneMannen, 18-29 jaar

MaatschappelijkeContext

Achtergrondfactor Misdrijven

Geweld

Eenvoudige diefstal

Gekwalificeerdediefstal

Rijden onder invloed

Opiumwetdelicten

Overige misdrijven

Vernieling en verstoring openbare orde

1e en 2e generatieallochtone jongeren

Jongeren in vier grote steden

Gemiddeld inkomen

Politiepersoneel/ middelen politie

Delinquentegroepsvorming

Kinderen betrokkenbij echtscheiding

Motorvoertuigen

(Percentage) werklozeberoepsbevolking

Mannelijke bevolking18-29/49 jaar

Economischedelicten

Sociale uitstoting Recidive

Daarnaast ontstaat er een beroep op de veiligheidsketen door overtredingen, bestuursmaatregelen en civiele maatregelen. Het gaat daarbij om: • verkeersovertredingen op grond van de wet Administratiefrechtelijke

Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV); • (politie)transacties; • kantonzaken;

− verkeersovertredingen; − vervoersovertredingen; − leerplichtwetovertredingen; − overige overtredingen;

• ondertoezichtstellingen (OTS-maatregelen). Figuur 2.2 geeft aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke problemen en achtergrondfactoren enerzijds en overtredingen, civielrechtelijke maatregelen en bestuursrechtelijke maatregelen anderzijds in het model voor de veiligheidsketen zijn gelegd.

Figuur 2.2 Relaties tussen maatschappelijke problemen, achtergrondfactoren enerzijds en overtredingen, civiele maatregelen en bestuursmaatregelen anderzijds

Page 17: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

16 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.2 geeft aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke problemen en achtergrondfactoren enerzijds en overtredingen, civielrechtelijke maatregelen en bestuursrechtelijke maatregelen anderzijds in het model voor de veiligheidsketen zijn gelegd.

Figuur 2.2 Relaties tussen maatschappelijke problemen, achtergrondfactoren enerzijds en overtredingen, civiele

maatregelen en bestuursmaatregelen anderzijds

Bij de instroom van zaken in eerste aanleg bij de civiele- en bestuursrechter worden 29 zaakstypen in PMJ onderscheiden die een rol spelen in de voorbereiding van de justitiebegroting:• huur, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton);• huur, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton);• arbeid, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton);• arbeid, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton);• overig handel, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton);• overig handel, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton);• familie, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton);• akten en verklaringen (sector kanton);• voorlopige voorzieningen (sector kanton);• kort gedingen (sector civiel);• overig handel, ingeleid via een dagvaarding (sector civiel);• echtscheiding (sector civiel);• bijstand (sector civiel);• Bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ ) (sector civiel);• overig familie (sector civiel);• insolventierekesten (sector civiel); - faillissementen en surseances; - schuldsaneringen;• overig handel, ingeleid via een verzoekschrift (sector civiel);• uitgesproken insolventies (sector civiel);• presidentenrekesten (sector civiel);• rijksbelasting (sector bestuur);• Waardering Onroerende Zaken/Onroerende Zaak Belasting (sector bestuur);• overig belasting (sector bestuur);• ambtenaren (sector bestuur);• sociale verzekeringen (sector bestuur);• bijstand (sector bestuur);• bouw/ zaken voortkomend uit de voormalige wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen

(AROB) (sector bestuur);

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 23 van 99

Socialeinstabiliteit

Maatschappelijkeongelijkheid

Botsing vanculturen

Gelegenheid

Opportunitycosts

2e generatie allochtoneMannen, 18-29 jaar

Werkzameberoepsbevolking

MaatschappelijkeContext

Achtergrondfactor Overtredingen, civiele maatregelen,bestuursmaatregelen

Overige overtredingen

Vervoers-overtredingen

Verkeers-overtredingen

1e en 2e generatieallochtone jongeren

Bevolking 12-17 jaar

OTS-maatregel

Delinquentegroepsvorming

Leerplichtwet-overtredingen

WAHV-zakenMotorvoertuigen

(Percentage) werklozeberoepsbevolking

Mannelijke bevolking18-29/49 jaar

(Politie)transacties

Socialeinstabiliteit

Maatschappelijkeongelijkheid

Botsing vanculturen

Gelegenheid

Opportunitycosts

2e generatie allochtoneMannen, 18-29 jaar

Werkzameberoepsbevolking

MaatschappelijkeContext

Achtergrondfactor Overtredingen, civiele maatregelen,bestuursmaatregelen

Overige overtredingen

Vervoers-overtredingen

Verkeers-overtredingen

1e en 2e generatieallochtone jongeren

Bevolking 12-17 jaar

OTS-maatregel

Delinquentegroepsvorming

Leerplichtwet-overtredingen

WAHV-zakenMotorvoertuigen

(Percentage) werklozeberoepsbevolking

Mannelijke bevolking18-29/49 jaar

(Politie)transacties

Bij de instroom van zaken in eerste aanleg bij de civiele- en bestuursrechter worden 29 zaakstypen in PMJ onderscheiden die een rol spelen in de voorbereiding van de justitiebegroting: • huur, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton); • huur, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton); • arbeid, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton); • arbeid, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton); • overig handel, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton); • overig handel, ingeleid via een dagvaarding (sector kanton); • familie, ingeleid via een verzoekschrift (sector kanton); • akten en verklaringen (sector kanton); • voorlopige voorzieningen (sector kanton); • kort gedingen (sector civiel); • overig handel, ingeleid via een dagvaarding (sector civiel); • echtscheiding (sector civiel); • bijstand (sector civiel); • Bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ ) (sector civiel); • overig familie (sector civiel); • insolventierekesten (sector civiel);

− faillissementen en surseances; − schuldsaneringen;

• overig handel, ingeleid via een verzoekschrift (sector civiel); • uitgesproken insolventies (sector civiel); • presidentenrekesten (sector civiel); • rijksbelasting (sector bestuur); • Waardering Onroerende Zaken/Onroerende Zaak Belasting (sector bestuur); • overig belasting (sector bestuur); • ambtenaren (sector bestuur); • sociale verzekeringen (sector bestuur); • bijstand (sector bestuur); • bouw/ zaken voortkomend uit de voormalige wet Administratieve Rechtspraak

Overheidsbeschikkingen (AROB) (sector bestuur); • voorlopige voorzieningen (sector bestuur); • pensioen (Centrale Raad van Beroep, CRvB).

Page 18: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 17Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

• voorlopige voorzieningen (sector bestuur);• pensioen (Centrale Raad van Beroep, CRvB).

Figuur 2.3 Relaties tussen maatschappelijke context, achtergrondfactoren en typen zaken in de civielrechtelijk en bestuursrechtelijke rechtspraak

Figuur 2.3 geeft aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke fenomenen, achtergrondfactoren en type rechtszaken zijn gelegd in het PMJ. Twaalf zaakstypen ontbreken in deze figuur omdat er geen achtergrond-factoren zijn gevonden die een statistisch significante invloed hebben. Dit zijn zaken op het gebied van echtscheiding (sector civiel), bijstand (sector civiel), voorlopige voorzieningen (sector kanton), overig handel ingeleid via verzoekschriften (sector kanton), akten en verklaringen (sector kanton), uitgesproken insolventies (sector civiel), presidentenrekesten (sector civiel), bouw/ zaken voortkomend uit de voormalige wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen (AROB) (sector bestuur), voorlopige voorzienin-gen (sector bestuur), pensioenzaken bij de CRvB (sector bestuur), rijksbelasting (sector bestuur) en overige belastingzaken (excl. WOZ/OZB) (sector bestuur).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 24 van 99

Figuur 2.3 Relaties tussen maatschappelijke context, achtergrondfactoren en typen zaken in de civielrechtelijk en bestuursrechtelijke rechtspraak

(Financiële) drempels

Sociale cohesie

Bruto toegevoegdewaarde

Eigen bijdragerechtsbijstand

Bevolkingsdichtheid

Particulierehuurwoningen

Totale kostenadvocatuur

Maatschappelijkecontext

Achtergrondfactor Type rechtszaak

Overig handel(via dagvaarding)

sector kanton

Bijstandsector bestuur

Huur(via dagvaarding)

sector kanton

BOPZsector civiel

WOZ/OZBsector bestuur

SocialeVerzekeringensector bestuur

Kort gedingsector civiel

Overig handel(via verzoekschrift)

sector civiel

Belastingdruk

Bijstands-uitkeringen

Van echt scheidendepersonen

Gemiddelderekenhuur

Kosten (commerciële)advocatuur

Familiesector kanton

Probleemfrequentie

Socialehuurwoningen

Insolventiessector civiel

Werkloosheids-uitkeringen

Arbeid(via dagvaarding)

sector kanton

Overig handel(via dagvaarding)

sector civiel

Arbeid(via verzoekschrift)

sector kanton

Huur(via verzoekschrift)

sector kanton

Ambtenarensector bestuur

Aantal advocaten

Overig familiesector civiel

(Financiële) drempels

Sociale cohesie

Bruto toegevoegdewaarde

Eigen bijdragerechtsbijstand

Bevolkingsdichtheid

Particulierehuurwoningen

Totale kostenadvocatuur

Maatschappelijkecontext

Achtergrondfactor Type rechtszaak

Overig handel(via dagvaarding)

sector kanton

Bijstandsector bestuur

Huur(via dagvaarding)

sector kanton

BOPZsector civiel

WOZ/OZBsector bestuur

SocialeVerzekeringensector bestuur

Kort gedingsector civiel

Overig handel(via verzoekschrift)

sector civiel

Belastingdruk

Bijstands-uitkeringen

Van echt scheidendepersonen

Gemiddelderekenhuur

Kosten (commerciële)advocatuur

Familiesector kanton

Probleemfrequentie

Socialehuurwoningen

Insolventiessector civiel

Werkloosheids-uitkeringen

Arbeid(via dagvaarding)

sector kanton

Overig handel(via dagvaarding)

sector civiel

Arbeid(via verzoekschrift)

sector kanton

Huur(via verzoekschrift)

sector kanton

Ambtenarensector bestuur

Aantal advocaten

Overig familiesector civiel

Figuur 2.3 geeft aan hoe de relaties tussen de maatschappelijke fenomenen, achtergrondfactoren en type rechtszaken zijn gelegd in het PMJ. Twaalf zaakstypen ontbreken in deze figuur omdat er geen achtergrondfactoren zijn gevonden die een statistisch significante invloed hebben. Dit zijn zaken op het gebied van echtscheiding (sector civiel), bijstand (sector civiel), voorlopige voorzieningen (sector kanton), overig handel ingeleid via verzoekschriften (sector kanton), akten

Page 19: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

18 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

De relatie tussen eerdergenoemde achtergrondfactoren en de ontwikkeling van het beroep op rechtshulp in civiele zaken en bestuurszaken (allen zogenaamde civiele toevoegingen) verschilt per type rechtsprobleem. Bij de afgegeven toevoegingen worden dertien categorieën in PMJ onderscheiden:• huur;• arbeid;• nsolventies;• vreemdelingenzaken;• overig handel;• echtscheiding;• bijstand (civielrechtelijke procedures);• bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ);• overig familie;• sociale verzekeringen;• bijstand (bestuursrechtelijke procedures);• overig bestuur;• piketdiensten voor psychiatrische gevallen.

Figuur 2.4 Relaties tussen maatschappelijke context, achtergrondfactoren en typen civiele toevoegingen rechtsbijstand

Figuur 2.4 geeft aan hoe de relaties tussen maatschappelijke fenomenen, achtergrondfactoren en type toevoeging in het model voor de civiele rechtsbijstand zijn gelegd. Toevoegingen voor echtscheiding en vreemdelingenzaken ontbreken in deze figuur, omdat er geen achtergrondfactoren zijn gevonden die een

statistisch significante invloed hebben.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 25 van 99

en verklaringen (sector kanton), uitgesproken insolventies (sector civiel), presidentenrekesten (sector civiel), bouw/ zaken voortkomend uit de voormalige wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen (AROB) (sector bestuur), voorlopige voorzieningen (sector bestuur), pensioenzaken bij de CRvB (sector bestuur), rijksbelasting (sector bestuur) en overige belastingzaken (excl. WOZ/OZB) (sector bestuur).

De relatie tussen eerdergenoemde achtergrondfactoren en de ontwikkeling van het beroep op rechtshulp in civiele zaken en bestuurszaken (allen zogenaamde civiele toevoegingen) verschilt per type rechtsprobleem. Bij de afgegeven toevoegingen worden dertien categorieën in PMJ onderscheiden: • huur;• arbeid; • nsolventies; • vreemdelingenzaken; • overig handel; • echtscheiding; • bijstand (civielrechtelijke procedures); • bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ); • overig familie; • sociale verzekeringen; • bijstand (bestuursrechtelijke procedures); • overig bestuur; • piketdiensten voor psychiatrische gevallen.

Figuur 2.4 Relaties tussen maatschappelijke context, achtergrondfactoren en typen civiele toevoegingen rechtsbijstand

Maatschappelijkecontext

Financiële drempels

Sociale cohesie

Eigen bijdragerechtsbijstand

Particulierehuurwoningen

Achtergrondfactor Type toevoeging

Huur

Overig handel

Bijstands-uitkeringen

Van echt scheidendepersonen

Bijstand(civielrechtelijk)

Probleemfrequentie

Totaal aantaluitkeringen

Overig bestuur

Werkloosheids-uitkeringen

Arbeid

Socialeverzekeringen

Insolventies

Overig familie

Emigratie

BOPZ

Piketdiensten (psychiatrisch)

Bijstand (bestuursrechtelijk)

Arbeidsongeschiktheids-uitkeringen

Bruto toegevoegdewaarde

Maatschappelijkecontext

Financiële drempels

Sociale cohesie

Eigen bijdragerechtsbijstand

Particulierehuurwoningen

Achtergrondfactor Type toevoeging

Huur

Overig handel

Bijstands-uitkeringen

Van echt scheidendepersonen

Bijstand(civielrechtelijk)

Probleemfrequentie

Totaal aantaluitkeringen

Overig bestuur

Werkloosheids-uitkeringen

Arbeid

Socialeverzekeringen

Insolventies

Overig familie

Emigratie

BOPZ

Piketdiensten (psychiatrisch)

Bijstand (bestuursrechtelijk)

Arbeidsongeschiktheids-uitkeringen

Bruto toegevoegdewaarde

Page 20: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

2.2 Verwachting tot en met 2014

De ramingen van de ontwikkelingen in de achtergrondfactoren worden grotendeels uit externe bronnen verkregen (zie bronvermelding bij de figuren). Deze ramingen spelen een belangrijke rol in de PMJ-ramingen omtrent de te verwachten ontwikkelingen in de justitiële ketens. Omdat 2007 het laatste jaar is waarvoor gerealiseerde gegevens bekend zijn, worden de verwachte ontwikkelingen vanaf dit jaartal beschreven.

Demografische achtergrondfactoren• De totale bevolking zal in de periode 2007-2014 met circa 1 procent toenemen.• De bevolkingsdichtheid zal in de periode 2007-2014 met iets meer dan 1 procent toenemen.• De bevolking van 12- t/m 17-jarigen zal in de periode 2007-2010 eerst afnemen. Na 2010 zal het aantal

12-t/m 17-jarigen weer licht stijgen.• Het aantal 12- t/m 17-jarigen in de vier grote steden zal met ongeveer 5 procent stijgen in de periode

2007-2014.• Het aantal eerste generatie niet-westerse allochtone jongeren van 12 t/m 17 jaar zal afnemen met circa 34

procent in de periode 2007-2014. • Het aantal tweede generatie niet-westerse allochtone jongeren van 12-17 jaar zal naar verwachting in de

periode 2007-2014 met ongeveer 17 procent stijgen. • De omvang van de mannelijke bevolking van 18 t/m 29 jaar zal in de periode 2007-2014 met 4 procent

toenemen terwijl de omvang van de mannelijke bevolking van 18 t/m 49 jaar zal dalen met 5 procent.• Het aantal tweede generatie niet-westerse allochtone mannen van 18 t/m 29 jaar zal in de periode

2007-2014 met ongeveer 40 procent toenemen. • Het aantal personen dat emigreert zal naar verwachting met circa 2 procent dalen in de periode

2007-2014. De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.5 tot en met 2.8.

Figuur 2.5 Totale bevolking, 2000-2014

Bron: CBS, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 27 van 99

14.000.000

14.300.000

14.600.000

14.900.000

15.200.000

15.500.000

15.800.000

16.100.000

16.400.000

16.700.000

17.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

450

460

470

480

490

500

510

520

530

540

550aa

ntal

per

km

²

bevolking

bevolkingsdichtheid

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.6 Mannelijke bevolking, 2000-2014

3.000.000

3.100.000

3.200.000

3.300.000

3.400.000

3.500.000

3.600.000

3.700.000

3.800.000

3.900.000

4.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

1.000.000

1.100.000

1.200.000

1.300.000

1.400.000

1.500.000

1.600.000

1.700.000

1.800.000

1.900.000

2.000.000

aant

al

mannelijke bevolking 18-49 jaar

mannelijke bevolking 18-29 jaar

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.7 Minderjarige bevolking, 2000-2014

Page 21: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

20 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.6 Mannelijke bevolking, 2000-2014

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.7 Minderjarige bevolking, 2000-2014

Bron: CBS, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 27 van 99

14.000.000

14.300.000

14.600.000

14.900.000

15.200.000

15.500.000

15.800.000

16.100.000

16.400.000

16.700.000

17.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

450

460

470

480

490

500

510

520

530

540

550

aant

al p

er k

bevolking

bevolkingsdichtheid

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.6 Mannelijke bevolking, 2000-2014

3.000.000

3.100.000

3.200.000

3.300.000

3.400.000

3.500.000

3.600.000

3.700.000

3.800.000

3.900.000

4.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

1.000.000

1.100.000

1.200.000

1.300.000

1.400.000

1.500.000

1.600.000

1.700.000

1.800.000

1.900.000

2.000.000

aant

al

mannelijke bevolking 18-49 jaar

mannelijke bevolking 18-29 jaar

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.7 Minderjarige bevolking, 2000-2014

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 28 van 99

850.000

900.000

950.000

1.000.000

1.050.000

1.100.000

1.150.000

1.200.000

1.250.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

100.000

112.500

125.000

137.500

150.000

162.500

175.000

187.500

200.000aa

ntal

bevolking 12-17 jaar

bevolking 12-17 jaar in 4 grote steden

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.8 Migratie, 2000-2014

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

2e gen. niet-westerseallochtonen 12-17 jaar

emigratie

2e gen. niet-westerseallochtone mannen 18-29 jaar

1e gen. niet-westerseallochtonen 12-17 jaar

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC/Rvdr

Maatschappelijke achtergrondfactoren • Het aantal van echt scheidende personen zal in de periode 2007-2014 vrijwel

gelijk blijven.

Page 22: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 21Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.8 Migratie, 2000-2014

Bron: CBS, bewerking WODC/Rvdr

Maatschappelijke achtergrondfactorenHet aantal van echt scheidende personen zal in de periode 2007-2014 vrijwel gelijk blijven.• Het aantal kinderen dat jaarlijks betrokken is bij een echtscheidingsprocedure zal met 10 procent

toenemen in de periode 2007-2014.• De kerkelijkheid zal in dezelfde periode afnemen met 10 procent.• Het aantal sociale huurwoningen zal naar verwachting met circa 4 procent afnemen in de periode

2007-2014. • Ook het aantal particuliere huurwoningen zal afnemen in deze periode, namelijk met bijna 7 procent.De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.9 t/m 2.11.

Figuur 2.9 Scheidingen, 2000-2014

Bron: CBS, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 28 van 99

850.000

900.000

950.000

1.000.000

1.050.000

1.100.000

1.150.000

1.200.000

1.250.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

100.000

112.500

125.000

137.500

150.000

162.500

175.000

187.500

200.000

aant

al

bevolking 12-17 jaar

bevolking 12-17 jaar in 4 grote steden

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.8 Migratie, 2000-2014

0

20.000

40.000

60.000

80.000

100.000

120.000

140.000

160.000

180.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

2e gen. niet-westerseallochtonen 12-17 jaar

emigratie

2e gen. niet-westerseallochtone mannen 18-29 jaar

1e gen. niet-westerseallochtonen 12-17 jaar

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC/Rvdr

Maatschappelijke achtergrondfactoren • Het aantal van echt scheidende personen zal in de periode 2007-2014 vrijwel

gelijk blijven.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 29 van 99

• Het aantal kinderen dat jaarlijks betrokken is bij een echtscheidingsprocedure zal met 10 procent toenemen in de periode 2007-2014.

• De kerkelijkheid zal in dezelfde periode afnemen met 10 procent. • Het aantal sociale huurwoningen zal naar verwachting met circa 4 procent

afnemen in de periode 2007-2014. • Ook het aantal particuliere huurwoningen zal afnemen in deze periode, namelijk

met bijna 7 procent. De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.9 t/m 2.11.

Figuur 2.9 Scheidingen, 2000-2014

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

volwassenen betrokken bijechtscheiding per jaar

kinderen betrokken bijechtscheiding per jaar

realisatie prognose

Bron: CBS, bewerking WODC

Figuur 2.10 Kerkelijkheid, 2000-2014

Page 23: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

22 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.10 Kerkelijkheid, 2000-2014

Bron: CBS, SCP, bewerking WODC

Figuur 2.11 Huurwoningen, 2000-2014

Bron: CBS, ministerie van VROM, bewerking WODC/Rvdr

Economische achtergrondfactoren• De omvang van de werkende beroepsbevolking zal naar verwachting na 2008 afnemen, om vervolgens

vanaf 2011 weer met 2 procent te stijgen. • De werkloze beroepsbevolking zal naar verwachting in 2008 in omvang afnemen met 11 procent. Na 2008

wordt weer een stijging verwacht van 37 procent tot en met 2010, waarna weer een daling optreedt van 9

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 30 van 99

40%

45%

50%

55%

60%

65%

70%

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

kerkelijkheid

realisatie prognose

Bron: CBS, SCP, bewerking WODC

Figuur 2.11 Huurwoningen, 2000-2014

0

500.000

1.000.000

1.500.000

2.000.000

2.500.000

3.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

huurwoningen sociaal

huurwoningen particulier

realisatie prognose

Bron: CBS, ministerie van VROM, bewerking WODC/Rvdr

Economische achtergrondfactoren • De omvang van de werkende beroepsbevolking zal naar verwachting na 2008

afnemen, om vervolgens vanaf 2011 weer met 2 procent te stijgen.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 30 van 99

40%

45%

50%

55%

60%

65%

70%

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

kerkelijkheid

realisatie prognose

Bron: CBS, SCP, bewerking WODC

Figuur 2.11 Huurwoningen, 2000-2014

0

500.000

1.000.000

1.500.000

2.000.000

2.500.000

3.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

huurwoningen sociaal

huurwoningen particulier

realisatie prognose

Bron: CBS, ministerie van VROM, bewerking WODC/Rvdr

Economische achtergrondfactoren • De omvang van de werkende beroepsbevolking zal naar verwachting na 2008

afnemen, om vervolgens vanaf 2011 weer met 2 procent te stijgen.

Page 24: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 23Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

procent in de periode van 2011-2014.• Het aantal werkloosheidsuitkeringen zal in 2008 nog dalen met 15 procent. Nadien vindt een stijging

plaats tot en met 2010 van bijna 60 procent. Na 2010 stabiliseert het aantal werkloosheidsuitkeringen naar verwachting tot en met 2014.

• Het aantal bijstandsuitkeringen zal van 2007-2008 met 6 procent dalen. Daarna stijgt het aantal bijstands-uitkeringen weer tot en met 2010 met een kwart. In de periode van 2010-2014 blijft het aantal bijstands-uitkeringen op het zelfde niveau.

• Het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zal met ongeveer 3 procent afnemen in de periode 2007-2014.

• Het totale aantal uitkeringen zal in 2008 eerst nog dalen met 4 procent. Tussen 2009 en 2014 stijgt het totaal aantal uitkeringen weer met 14 procent.

• De reële bruto toegevoegde waarde zal met ongeveer 5 procent stijgen in de periode 2007-2014. • Aan het begin van de periode 2007-2014 fluctueert de belastingdruk enigszins, maar vanaf 2011 wordt hij

constant verondersteld.• De koopkracht zal naar verwachting van in 2009 nog toenemen. In de periode 2009-2014 is de verwach-

ting dat de koopkracht stabiel blijft. De stijging is het gevolg lagere sociale verzekeringspremies.• Het gemiddelde reëel besteedbaar inkomen zal naar verwachting met circa 7 procent stijgen in de periode

2007-2014.• Het aantal motorvoertuigen zal met 8 procent stijgen in de periode 2007-2014.• De gemiddelde rekenhuur wordt constant verondersteld in de periode 2007-2014. • Het gemiddelde uurtarief van de commerciële advocatuur en de totale kosten van advocatuur worden in

de periode 2007-2014 eveneens constant verondersteld.De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.12 tot en met 2.17.

Figuur 2.12 Beroepsbevolking, 2000-2014

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 32 van 99

4.000.000

4.500.000

5.000.000

5.500.000

6.000.000

6.500.000

7.000.000

7.500.000

8.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

150.000

300.000

450.000

600.000

750.000

900.000

1.050.000

1.200.000aa

ntal

werkende beroepsbevolking

werkloze beroepsbevolking

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.13 Uitkeringen, 2000-2014

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

uitkeringen werkloosheid

uitkeringenarbeidsongeschiktheid

uitkeringen bijstand

totaal uitkeringen

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Figuur 2.14 Bruto toegevoegde waarde en belastingdruk, 2000-2014

Page 25: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

24 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.13 Uitkeringen, 2000-2014

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Figuur 2.14 Bruto toegevoegde waarde en belastingdruk, 2000-2014

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 32 van 99

4.000.000

4.500.000

5.000.000

5.500.000

6.000.000

6.500.000

7.000.000

7.500.000

8.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

150.000

300.000

450.000

600.000

750.000

900.000

1.050.000

1.200.000

aant

al

werkende beroepsbevolking

werkloze beroepsbevolking

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.13 Uitkeringen, 2000-2014

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

uitkeringen werkloosheid

uitkeringenarbeidsongeschiktheid

uitkeringen bijstand

totaal uitkeringen

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Figuur 2.14 Bruto toegevoegde waarde en belastingdruk, 2000-2014

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 33 van 99

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

500.000

550.000

600.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

duiz

end

euro

23,0%

24,0%

25,0%

26,0%

27,0%

28,0%

29,0%

30,0%

31,0%

perc

enta

ge

bruto toegevoegde waarde

belastingdruk

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Figuur 2.15 Koopkracht, 2000-2014

10.000

10.500

11.000

11.500

12.000

12.500

13.000

13.500

14.000

14.500

15.000

15.500

16.000

16.500

17.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

euro

95

98

101

104

107

110

113

116

119

122

125

128

131

134

137

inde

x

gemiddeld inkomen

koopkracht

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.16 Motorvoertuigen, 2000-2014

Page 26: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 25Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.15 Koopkracht, 2000-2014

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.16 Motorvoertuigen, 2000-2014

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 33 van 99

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

500.000

550.000

600.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

duiz

end

euro

23,0%

24,0%

25,0%

26,0%

27,0%

28,0%

29,0%

30,0%

31,0%

perc

enta

ge

bruto toegevoegde waarde

belastingdruk

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC/Rvdr

Figuur 2.15 Koopkracht, 2000-2014

10.000

10.500

11.000

11.500

12.000

12.500

13.000

13.500

14.000

14.500

15.000

15.500

16.000

16.500

17.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

euro

95

98

101

104

107

110

113

116

119

122

125

128

131

134

137

inde

x

gemiddeld inkomen

koopkracht

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.16 Motorvoertuigen, 2000-2014

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 34 van 99

0

2.000.000

4.000.000

6.000.000

8.000.000

10.000.000

12.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Motorvoertuigen

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.17 Overige economische achtergrondfactoren, 2000-2014

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

euro

totale kosten advocatuur

gemiddeldemaandelijkse rekenhuur

gemiddeld uurtariefcommerciële advocatuur

realisatie prognose

Bron: Raden voor Rechtsbijstand, CBS, bewerking WODC/Rvdr

Institutionele achtergrondfactoren • De gemiddelde eigen bijdrage bij een beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand

wordt in de periode 2007-2014 constant verondersteld. De eigen bijdrage wordt

Page 27: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

26 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.17 Overige economische achtergrondfactoren, 2000-2014

Bron: Raden voor Rechtsbijstand, CBS, bewerking WODC/Rvdr

Institutionele achtergrondfactoren• De gemiddelde eigen bijdrage bij een beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand wordt in de periode

2007-2014 constant verondersteld. De eigen bijdrage wordt vastgesteld door de overheid en vooralsnog worden geen grote wijzigingen verwacht (met uitzondering van een inflatiecorrectie).

• Het aantal advocaten zal naar verwachting met circa 20 procent stijgen in de periode 2007-2014. • De middelen van de politie beschikbaar voor opsporingsdoeleinden zullen in de periode 2007-2014 met

bijna 6 procent toenemen. Dit betreft voornamelijk salarisverhogingen.• Het aantal politiemedewerkers (in fte) zal na 2011 licht afnemen.De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.18 en 2.19.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 34 van 99

0

2.000.000

4.000.000

6.000.000

8.000.000

10.000.000

12.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Motorvoertuigen

realisatie prognose

Bron: CBS, CPB, bewerking WODC

Figuur 2.17 Overige economische achtergrondfactoren, 2000-2014

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

euro

totale kosten advocatuur

gemiddeldemaandelijkse rekenhuur

gemiddeld uurtariefcommerciële advocatuur

realisatie prognose

Bron: Raden voor Rechtsbijstand, CBS, bewerking WODC/Rvdr

Institutionele achtergrondfactoren • De gemiddelde eigen bijdrage bij een beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand

wordt in de periode 2007-2014 constant verondersteld. De eigen bijdrage wordt

Page 28: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 27Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 2.18 Rechtsbijstand, 2000-2014

Bron: CBS, MvJ, bewerking WODC

Figuur 2.19 Politie, 2000-2014

Bron: BZK, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 35 van 99

vastgesteld door de overheid en vooralsnog worden geen grote wijzigingen verwacht (met uitzondering van een inflatiecorrectie).

• Het aantal advocaten zal naar verwachting met circa 20 procent stijgen in de periode 2007-2014.

• De middelen van de politie beschikbaar voor opsporingsdoeleinden zullen in de periode 2007-2014 met bijna 6 procent toenemen. Dit betreft voornamelijk salarisverhogingen.

• Het aantal politiemedewerkers (in fte) zal na 2011 licht afnemen. De ontwikkelingen staan grafisch weergegeven in figuren 2.18 en 2.19.

Figuur 2.18 Rechtsbijstand, 2000-2014

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

18.000

20.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

100

120

140

160

180

200

220

240

260

280

300

euro

advocaten

gemiddelde eigen bijdragegesubsidieerderechtsbijstand

realisatie prognose

Bron: CBS, MvJ, bewerking WODC

Figuur 2.19 Politie, 2000-2014

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 36 van 99

-400.000

-200.000

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

euro

40.000

44.000

48.000

52.000

56.000

60.000

64.000

68.000

72.000

76.000

80.000

84.000

88.000

fte

middelen politie t.b.v.opsporing

politiepersoneel

realisatie prognose

Bron: BZK, bewerking WODC

2.3 Opmerkingen

• De middelen van politie tot en met 2007 zijn conform de slotwet BZK en voor 2008 en verder conform de begroting 2009 van BZK. Uitgangspunt is dat ongeveer een derde van deze middelen besteed wordt aan de opsporing van misdrijven (zie Moolenaar, 2008). De gegevens zijn gecorrigeerd voor inflatie.

• De ramingen voor het politiepersoneel zijn afkomstig van BZK. • Ramingen van demografische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgegevens, zijn

afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek. • De bevolkingsdichtheid betreft het aantal inwoners gedeeld door het

landoppervlak in een regio. Voor het landoppervlak zijn geen ramingen beschikbaar, dit wordt in de periode 2008-2014 constant verondersteld aan het oppervlak in 2007.

• Ramingen van de werkzame en werkloze beroepsbevolking, het werkloosheidspercentage, de koopkrachtontwikkeling, het gemiddeld inkomen en het aantal motorvoertuigen, zijn voor 2008 tot en met 2010 ontleend aan het Centraal Economisch Plan 2009 van het Centraal Planbureau (2009) en voor 2011 en verder aan de lange-termijnverkenningen van het Centraal Planbureau (Huizinga & Smid, 2004; Roodenburg & Van Vuuren, 2004, Smid 2007). Gekozen is voor het “Strong Europe” scenario. Dit is het scenario met de op één na laagste groei. De lange-termijnramingen van het Centraal Planbureau voor 2011 en verder bevatten geen conjunctuurbewegingen, maar zijn vertaald naar de gemiddelde groei per jaar berekend over een periode van twintig jaar. Hierdoor lijken de toekomstige ontwikkelingen lineair terwijl zich in de praktijk conjunctuurschommelingen zullen voordoen.

• Ramingen van de werkloosheidsuitkeringen, de bijstandsuitkeringen, de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de ontwikkeling van de bruto toegevoegde waarde en de belastingdruk zijn voor 2008 tot en met 2010 ontleend aan het Centraal Economisch Plan 2009 van het Centraal Planbureau (2009) en worden daarna constant verondersteld.

Page 29: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

28 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

2.3 Opmerkingen

• De middelen van politie tot en met 2007 zijn conform de slotwet BZK en voor 2008 en verder conform de begroting 2009 van BZK. Uitgangspunt is dat ongeveer een derde van deze middelen besteed wordt aan de opsporing van misdrijven (zie Moolenaar, 2008). De gegevens zijn gecorrigeerd voor inflatie.

• De ramingen voor het politiepersoneel zijn afkomstig van BZK.• Ramingen van demografische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgegevens, zijn afkomstig van het Centraal

Bureau voor de Statistiek.• De bevolkingsdichtheid betreft het aantal inwoners gedeeld door het landoppervlak in een regio. Voor

het landoppervlak zijn geen ramingen beschikbaar, dit wordt in de periode 2008-2014 constant veronder-steld aan het oppervlak in 2007.

• Ramingen van de werkzame en werkloze beroepsbevolking, het werkloosheidspercentage, de koop-krachtontwikkeling, het gemiddeld inkomen en het aantal motorvoertuigen, zijn voor 2008 tot en met 2010 ontleend aan het Centraal Economisch Plan 2009 van het Centraal Planbureau (2009) en voor 2011 en verder aan de lange-termijnverkenningen van het Centraal Planbureau (Huizinga & Smid, 2004; Roodenburg & Van Vuuren, 2004, Smid 2007). Gekozen is voor het “Strong Europe” scenario. Dit is het scenario met de op één na laagste groei. De lange-termijnramingen van het Centraal Planbureau voor 2011 en verder bevatten geen conjunctuurbewegingen, maar zijn vertaald naar de gemiddelde groei per jaar berekend over een periode van twintig jaar. Hierdoor lijken de toekomstige ontwikkelingen lineair terwijl zich in de praktijk conjunctuurschommelingen zullen voordoen.

• Ramingen van de werkloosheidsuitkeringen, de bijstandsuitkeringen, de arbeidsongeschiktheidsuitke-ringen, de ontwikkeling van de bruto toegevoegde waarde en de belastingdruk zijn voor 2008 tot en met 2010 ontleend aan het Centraal Economisch Plan 2009 van het Centraal Planbureau (2009) en worden daarna constant verondersteld.

• Ramingen van het aantal particuliere en sociale huurwoningen zijn afkomstig van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en komen uit het SYSteem WOningVoorraad (SYSWOV 2007).

• De gemiddelde rekenhuur betreft de totale rekenhuur van huurwoningen in de betreffende regio in euro’s, gedeeld door het aantal huurwoningen en gecorrigeerd voor inflatie. Voor de toekomstige waarden van de reële rekenhuur zijn geen ramingen beschikbaar, daarom wordt deze constant verondersteld.

• De ramingen van de kerkelijkheid is deels een trendextrapolatie en deels gebaseerd op een studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Becker & De Hart, 2006).

• De ramingen van het aantal advocaten zijn door het WODC geconstrueerd met behulp van trendextrapolatie.

• De reële te betalen eigen bijdrage in het kader van de gesubsidieerde rechtsbijstand wordt voor de periode 2008-2014 constant verondersteld, evenals het reële uurtarief van een commerciële advocaat en het gedeelte van de bevolking dat in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand.

Page 30: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 29Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

3 OpsporingDe ramingen van de achtergrondfactoren bepalen de ramingen van de geregistreerde misdrijven. Ook de ramingen van ophelderingen en verdachten worden afgeleid uit de achtergrondfactoren, soms in combina-tie met de begrote middelen van de politie en de ramingen van de geregistreerde misdrijven. Bij verdachten wordt een onderscheid gemaakt tussen volwassenen en jeugd. Bij alle onderdelen worden diverse delictca-tegorieën onderscheiden, zoals: • geweld;• gekwalificeerde diefstal;• eenvoudige diefstal;• rijden onder invloed;• opiumwetmisdrijven;• vernieling en verstoring van de openbare orde;• economische misdrijven;• overige misdrijven. Bij het ophelderen van misdrijven kan de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden ingezet. De producten van het NFI waren in 2007:• biologische sporenonderzoek en DNA-typering;• toxicologie;• verdovende middelen;• microsporen;• fysische en chemische technologie;• digitale technologie en biometrie;• pathologie;• front office.Figuur 3.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het opsporingstraject.

Figuur 3.1 Opsporing in het PMJ

* Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

3.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 3.1. geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van opsporing. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Tabel 3.1 Verwachte ontwikkeling op het gebied van opsporing, 2008-2014, procentuele verandering

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Geregistreerde misdrijven 1,0 0,2 1,6 0,7 -0,1 -0,3 -0,4 -0,5

Ophelderingen 8,5 1,4 0,8 1,1 1,7 1,8 1,5 1,4

Verdachten 9,9 1,6 1,7 2,5 1,3 1,4 1,3 1,3

Producten NFI 16,4 2,6 3,1 2,7 2,5 2,5 2,4 2,2

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 39 van 99

3 Opsporing

De ramingen van de achtergrondfactoren bepalen de ramingen van de geregistreerde misdrijven. Ook de ramingen van ophelderingen en verdachten worden afgeleid uit de achtergrondfactoren, soms in combinatie met de begrote middelen van de politie en de ramingen van de geregistreerde misdrijven. Bij verdachten wordt een onderscheid gemaakt tussen volwassenen en jeugd. Bij alle onderdelen worden diverse delictcategorieën onderscheiden, zoals: • geweld; • gekwalificeerde diefstal; • eenvoudige diefstal; • rijden onder invloed; • opiumwetmisdrijven; • vernieling en verstoring van de openbare orde; • economische misdrijven; • overige misdrijven. Bij het ophelderen van misdrijven kan de expertise van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden ingezet. De producten van het NFI waren in 2007: • biologische sporenonderzoek en DNA-typering; • toxicologie; • verdovende middelen; • microsporen;• fysische en chemische technologie; • digitale technologie en biometrie; • pathologie; • front office. Figuur 3.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het opsporingstraject.

Figuur 3.1 Opsporing in het PMJ

politieGeregistreerde Misdrijven

politieVerdachten

Achtergrond-factoren*

politieOphelderingen

nfiProducten

politieGeregistreerde Misdrijven

politieVerdachten

Achtergrond-factoren*

politieOphelderingen

nfiProducten

* Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

3.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 3.1. geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van opsporing. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Page 31: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

30 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Algemeen• Het aantal geregistreerde misdrijven zal in de periode 2008-2014 met 1 procent stijgen. De stijging doet

zich voor in het aantal geweldsdelicten, het aantal opiumwetdelicten, het aantal economische delicten en het aantal overige delicten. Ook zal het aantal eenvoudige diefstallen stijgen, maar na 2010 zal er een daling optreden. Het aantal gekwalificeerde diefstallen daalt, terwijl het aantal rijden-onder-invloedde-licten vrijwel gelijk blijft.

• De stijging van het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven is het gevolg van de verwachte stijging van de tweede generatie niet-westerse allochtone mannelijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar en het aantal allochtone jongeren van 12 tot en met 17 jaar.

• De stijging van het aantal eenvoudige diefstallen is het gevolg van de verwachte stijging van de manne-lijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar.

• De stijging van het aantal opiumwetmisdrijven is het gevolg van de verwachte toename van het aantal tweede generatie niet-westerse allochtone mannen in de leeftijd van 18 tot en met 29 jaar.

• De stijging van het aantal overige misdrijven wordt bepaald door de stijging van de tweede generatie niet-westerse allochtone mannen van 18 tot en met 29 jaar en het aantal niet-westerse allochtone jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Ook speelt de totale mannelijke bevolking in de leeftijd van 18 tot en met 29 jaar een rol.

• De stijging van het aantal geregistreerde economische misdrijven is het gevolg van de verwachte stijging van het reëel besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking en de verwachte toename van de mannelijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar.

• De daling van het aantal gekwalificeerde diefstallen is het gevolg van de verwachte daling van de mannelijke bevolking in de leeftijd van 18 tot en met 49 jaar.

• Het aantal geregistreerde rijden-onder-invloedmisdrijven blijft gelijk als gevolg van de verwachte stabilisatie van het aantal middelen van de politie ten behoeve van opsporing.

Figuur 3.2 geeft het aantal geregistreerde misdrijven per delict grafisch weer, waarbij 2007 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 3.2 Geregistreerde misdrijven naar delict, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 41 van 99

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Overige delicten

Economische delicten

Opiumwetmisdrijven

Rijden onder invloed

Gekwalificeerde diefstal

Eenvoudige diefstal

Geweldsdelicten

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

• Het totaal aantal ophelderingen zal in de periode 2008-2014 met 9 procent stijgen. Deze stijging doet zich in meer of mindere mate voor in het aantal ophelderingen van geweldsmisdrijven, eenvoudige diefstallen, opiumwetdelicten, economische delicten en overige delicten. Het aantal ophelderingen van gekwalificeerde diefstallen daalt terwijl het aantal ophelderingen van rijden onder invloed vrijwel gelijk blijft.

• Het aantal producten bij het NFI zal met ruim 16 procent toenemen in de periode 2008-2014 als gevolg van de verwachte stijging van met name het aantal geweldsmisdrijven en het aantal overige misdrijven.

• Het totaal aantal verdachten zal in de periode 2008-2014 met 10 procent toenemen. De stijging doet zich in meer of mindere mate voor in het aantal geweldsmisdrijven, eenvoudige diefstallen, opiumwetmisdrijven en economische misdrijven.

Figuur 3.3 geeft de verwachte ontwikkeling van het aantal producten van het NFI grafisch weer. Figuur 3.4 geeft de verwachte ontwikkelingen van het aantal geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdachten grafisch weer. In beide figuren is 2007 het laatst bekende realisatiejaar.

Figuur 3.3 Producten bij het NFI, 2000-2014

Page 32: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 31Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

• Het totaal aantal ophelderingen zal in de periode 2008-2014 met 9 procent stijgen. Deze stijging doet zich in meer of mindere mate voor in het aantal ophelderingen van geweldsmisdrijven, eenvoudige diefstal-len, opiumwetdelicten, economische delicten en overige delicten. Het aantal ophelderingen van gekwalificeerde diefstallen daalt terwijl het aantal ophelderingen van rijden onder invloed vrijwel gelijk blijft.

• Het aantal producten bij het NFI zal met ruim 16 procent toenemen in de periode 2008-2014 als gevolg van de verwachte stijging van met name het aantal geweldsmisdrijven en het aantal overige misdrijven.

• Het totaal aantal verdachten zal in de periode 2008-2014 met 10 procent toenemen. De stijging doet zich in meer of mindere mate voor in het aantal geweldsmisdrijven, eenvoudige diefstallen, opiumwetmis-drijven en economische misdrijven.

Figuur 3.3 geeft de verwachte ontwikkeling van het aantal producten van het NFI grafisch weer. Figuur 3.4 geeft de verwachte ontwikkelingen van het aantal geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdachten grafisch weer. In beide figuren is 2007 het laatst bekende realisatiejaar.

Figuur 3.3 Producten bij het NFI, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Figuur 3.4 Geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdachten, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 42 van 99

0

10 000

20 000

30 000

40 000

50 000

60 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Producten NFI

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Figuur 3.4 Geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdachten, 2000-2014

-300.000

-100.000

100.000

300.000

500.000

700.000

900.000

1.100.000

1.300.000

1.500.000

1.700.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

800.000

900.000

1.000.000

1.100.000

Geregistreerde misdrijven

Verdachten

Ophelderingen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Volwassenen • De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van geweld is het gevolg

van de verwachte stijging van het aantal tweede generatie niet-westerse

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 42 van 99

0

10 000

20 000

30 000

40 000

50 000

60 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Producten NFI

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Figuur 3.4 Geregistreerde misdrijven, ophelderingen en verdachten, 2000-2014

-300.000

-100.000

100.000

300.000

500.000

700.000

900.000

1.100.000

1.300.000

1.500.000

1.700.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

100.000

200.000

300.000

400.000

500.000

600.000

700.000

800.000

900.000

1.000.000

1.100.000

Geregistreerde misdrijven

Verdachten

Ophelderingen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, bewerking WODC

Volwassenen • De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van geweld is het gevolg

van de verwachte stijging van het aantal tweede generatie niet-westerse

Page 33: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

32 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Volwassenen• De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van geweld is het gevolg van de verwachte stijging

van het aantal tweede generatie niet-westerse allochtone mannen van 18 tot en met 29 jaar en de toename van de werkloze beroepsbevolking.

• De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van eenvoudige diefstal wordt bepaald door de verwachte lichte toename van het aantal geregistreerde eenvoudige diefstallen.

• De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van opiumwetdelicten is het gevolg van de verwachte toename van het aantal geregistreerde opiumwetmisdrijven, het aantal tweede generatie niet-westerse mannelijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar en de werkloze beroepsbevolking.

• De stijging van het aantal meerderjarige verdachten van economische delicten wordt bepaald door het aantal geregistreerde economische misdrijven en de verwachte lichte toename van het politiepersoneel.

• De daling van het aantal meerderjarige verdachten van gekwalificeerde diefstal is het gevolg van de te verwachten afname van het aantal geregistreerde gekwalificeerde diefstallen en de stabilisatie van het reëel besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking.

• Het aantal meerderjarige verdachten van rijden onder invloed wordt bepaald door het aantal motorvoer-tuigen en het aantal geregistreerde rijden-onder-invloedmisdrijven.

• Het aantal overige meerderjarige verdachten wordt bepaald door de mannelijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar en het totaal aantal middelen voor de politie ten behoeve van opsporing.

Jeugd• Het aantal minderjarige verdachten van geweldsdelicten, eenvoudige diefstal, vernieling en verstoring

van de openbare orde en overige misdrijven stijgt, terwijl het aantal minderjarige verdachten van gekwalificeerde diefstal eerst licht stijgt tot 2009, waarna weer een daling wordt verwacht.

• De stijging van het aantal minderjarige verdachten van geweld is voornamelijk het gevolg van de verwachte stijging van de allochtone bevolking in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar en de bevolking van 12 tot en met 17 jaar in de vier grote steden. Dit geldt eveneens voor de stijging van het aantal minderja-rige verdachten van vernieling en verstoring van de openbare orde.

• De stijging van het aantal minderjarige verdachten van eenvoudige diefstallen wordt vooral bepaald door het aantal allochtone jongeren en het aantal kinderen dat is betrokken bij een echtscheiding.

• De verwachte toename van het aantal minderjarige verdachten van gekwalificeerde diefstal is het gevolg van de verwachte stabilisatie van het reëel besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking en het toenemend aantal kinderen dat is betrokken bij een echtscheiding.

• De stijging van het aantal minderjarige verdachten van overige misdrijven wordt bepaald door de toename van het aantal tweede generatie niet-westerse allochtonen van 12-17 jaar.

3.2 Opmerkingen

• De opsporingsactiviteiten van de bijzondere opsporingsdiensten en bijzondere opsporingsambtenaren zijn niet in het PMJ opgenomen.

• Zowel het aantal meerderjarige als het aantal minderjarige verdachten worden geraamd op basis van de ontwikkelingen in de achtergrondfactoren. De raming van het aantal meerderjarige verdachten vloeit daarnaast ook voort uit de raming van het aantal geregistreerde misdrijven.

Page 34: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 33Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

4 SlachtofferzorgHet PMJ kent twee onderdelen op het gebied van slachtofferzorg, namelijk het aantal cliënten geholpen door Slachtofferhulp Nederland en het aantal ingediende verzoeken bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). Beide onderdelen worden beïnvloed door de ontwikkelingen in het opsporingstraject. Figuur 4.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de slachtofferzorg.

Figuur 4.1 Slachtofferzorg in het PMJ

4.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 4.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van slachtofferzorg. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Tabel 4.1 Verwachte ontwikkelingen in slachtofferzorg, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Slachtofferhulp

Geholpen slachtoffers 11,3 1,8 4,0 1,6 1,3 1,3 1,4 1,2

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Binnengekomen verzoeken 21,0 3,2 7,2 2,1 2,2 2,5 2,8 2,6

• In de periode 2008-2014 zal het aantal geholpen slachtoffers door Slachtofferhulp Nederland met 11 procent stijgen (zie figuur 4.2). Door de stijging in het aantal geregistreerde misdrijven, en in het bijzonder de geweldsmisdrijven en overige misdrijven, zijn er meer slachtoffers die behoefte hebben aan slachtofferhulp.

• Bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven zal het aantal binnengekomen verzoeken met 21 procent stijgen in de periode 2008-2014 als gevolg van de verwachte stijging van het aantal geregistreerde geweldsmis-drijven (zie figuur 4.2).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 45 van 99

4 Slachtofferzorg

Het PMJ kent twee onderdelen op het gebied van slachtofferzorg, namelijk het aantal cliënten geholpen door Slachtofferhulp Nederland en het aantal ingediende verzoeken bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM). Beide onderdelen worden beïnvloed door de ontwikkelingen in het opsporingstraject. Figuur 4.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de slachtofferzorg.

Figuur 4.1 Slachtofferzorg in het PMJ

politieGeregistreerde

misdrijven

slachtofferhulpAantal Cliënten

schadefonds geweldsmisdrijven

Aantal verzoeken

politieGeregistreerde

misdrijven

slachtofferhulpAantal Cliënten

schadefonds geweldsmisdrijven

Aantal verzoeken

4.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 4.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van slachtofferzorg. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Tabel 4.1 Verwachte ontwikkelingen in slachtofferzorg, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Slachtofferhulp

Geholpen slachtoffers 11,3 1,8 4,0 1,6 1,3 1,3 1,4 1,2

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Binnengekomen verzoeken 21,0 3,2 7,2 2,1 2,2 2,5 2,8 2,6

• In de periode 2008-2014 zal het aantal geholpen slachtoffers door Slachtofferhulp Nederland met 11 procent stijgen (zie figuur 4.2). Door de stijging in het aantal geregistreerde misdrijven, en in het bijzonder de geweldsmisdrijven en overige misdrijven, zijn er meer slachtoffers die behoefte hebben aan slachtofferhulp.

• Bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven zal het aantal binnengekomen verzoeken met 21 procent stijgen in de periode 2008-2014 als gevolg van de verwachte stijging van het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven (zie figuur 4.2).

Figuur 4.2 Slachtofferhulp, 2000-2014

Page 35: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

34 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 4.2 Slachtofferhulp, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: Slachtofferhulp Nederland, Schadefonds Geweldsmisdrijven, bewerking WODC

4.2 Opmerking

• In het model is rekening gehouden met het feit dat er in 1998 veel media-aandacht was rondom het Schadefonds Geweldsmisdrijven, waardoor in het desbetreffende jaar extra veel aanvragen zijn binnengekomen.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 46 van 99

25 000

35 000

45 000

55 000

65 000

75 000

85 000

95 000

105 000

115 000

125 000

135 000

145 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

2 500

3 500

4 500

5 500

6 500

7 500

8 500

9 500

10 500

11 500

12 500

13 500

14 500

aant

al

Geholpen slachtoffers

Binnengekomen verzoekenSGM

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Slachtofferhulp Nederland, Schadefonds Geweldsmisdrijven, bewerking WODC

4.2 Opmerking

• In het model is rekening gehouden met het feit dat er in 1998 veel media-aandacht was rondom het Schadefonds Geweldsmisdrijven, waardoor in het desbetreffende jaar extra veel aanvragen zijn binnengekomen.

Page 36: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 35Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

5 VervolgingHet grootste deel van de door de politie gehoorde verdachten zal worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM). Ook de bijzondere opsporingsdiensten en bijzondere opsporingsambtenaren leveren verdachten aan. Daarnaast kent het OM een forse instroom van overtredingen (kantonzaken) en beroepen in het kader van de WAHV. Het OM mag zaken zelfstandig afdoen, bijvoorbeeld door de verdachte een transactie aan te bieden. Alle transacties, zowel van de politie als van het OM, worden geregistreerd in het Transactie Innings- en Afhandelingsysteem (TRIAS). Indien de verdachte niet voor een transactie in aanmerking komt, de transactie weigert, of niet aan de transactievoorwaarden voldoet, kan het OM de zaak voor de rechter laten komen. Eventueel kan het OM de zaak ook seponeren. Figuur 5.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het vervolgingstraject.

Figuur 5.1 Vervolging in het PMJ

*Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

5.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 5.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van vervolging. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Met uitzondering van het beroep op de Officier van Justitie (OvJ) in WAHV-zaken is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 47 van 99

5 Vervolging

Het grootste deel van de door de politie gehoorde verdachten zal worden doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM). Ook de bijzondere opsporingsdiensten en bijzondere opsporingsambtenaren leveren verdachten aan. Daarnaast kent het OM een forse instroom van overtredingen (kantonzaken) en beroepen in het kader van de WAHV. Het OM mag zaken zelfstandig afdoen, bijvoorbeeld door de verdachte een transactie aan te bieden. Alle transacties, zowel van de politie als van het OM, worden geregistreerd in het Transactie Innings- en Afhandelingsysteem (TRIAS). Indien de verdachte niet voor een transactie in aanmerking komt, de transactie weigert, of niet aan de transactievoorwaarden voldoet, kan het OM de zaak voor de rechter laten komen. Eventueel kan het OM de zaak ook seponeren. Figuur 5.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het vervolgingstraject.

Figuur 5.1 Vervolging in het PMJ

openbaar ministerieInstroom

Achtergrond-factoren*

Recidive

politieVerdachten

openbaar ministerieSepots

Middelen OM

openbaar ministerieTransacties

openbaar ministerieVoegingen

openbaar ministerieDagvaardingen

openbaar ministerieGeldsommen

openbaar ministerieTaakstraffen

openbaar ministerieBeroep op Officier

van Justitie

cjibInstroom

WAHV-zaken

cjibTRIAS

openbaar ministerieInstroom

Achtergrond-factoren*

Recidive

politieVerdachten

openbaar ministerieSepots

Middelen OM

openbaar ministerieTransacties

openbaar ministerieVoegingen

openbaar ministerieDagvaardingen

openbaar ministerieGeldsommen

openbaar ministerieTaakstraffen

openbaar ministerieBeroep op Officier

van Justitie

cjibInstroom

WAHV-zaken

cjibTRIAS

* Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

5.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 5.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van vervolging. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Met uitzondering van het beroep op de Officier van Justitie (OvJ) in WAHV-zaken is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008.

Page 37: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

36 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 5.1 Verwachte ontwikkelingen in het vervolgingstraject, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014

2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal ten opzichte van voorafgaande jaar

Rechtbankzaken

Instroom* 4,5 0,7 1,0 1,1 0,4 0,5 0,7 0,7

Transacties (geldsom, taakstraf) 2,8 0,5 -1,4 1,1 0,6 0,7 0,8 0,8

Dagvaardingen 6,7 1,1 3,1 1,2 0,4 0,5 0,7 0,7

Kantonzaken

Instroom 36,7 5,3 12,6 23,4 -0,6 -0,3 -0,2 -0,6

Transacties (geldsom, taakstraf) 6,7 1,1 58,5 -3,6 -32,5 1,6 1,1 0,8

Dagvaardingen 48,9 6,9 8,7 29,9 7,3 -0,6 -0,4 -0,8

WAHV-zaken

Beroep op OvJ 17,5 2,7 3,2 3,0 2,8 2,6 2,5 2,3

* De instroom is excl. overdracht naar andere parketten, maar incl. overdracht naar andere organisaties

• De instroom bij het OM van rechtbankzaken zal stijgen met 5 procent als gevolg van de toename van het aantal verdachten. Het aantal dagvaardingen zal met bijna 7 procent stijgen in de periode 2008-2014. Het aantal transacties in rechtbankzaken stijgt in deze periode met bijna 3 procent (zie figuur 5.2).

• Circa 30 procent van de CJIB transacties wordt niet betaald en stroomt alsnog in als kantonzaak bij het OM. Dit is tweederde van de instroom van het OM. De rest wordt rechtstreeks bij het OM aangeleverd.

• De stijging van het aantal kantonzaken dat direct wordt aangeleverd bij het OM wordt bepaald door de mannelijke bevolking van 18 tot en met 29 jaar, de werkzame beroepsbevolking, het aantal tweede generatie niet-westerse allochtonen van 12-17 jaar, de bevolking van 12-17 jaar en de werkloze beroepsbevolking.

• De instroom bij het OM van kantonzaken zal fors stijgen met bijna 37 procent in de periode 2008-2014 (zie figuur 5.3) als gevolg van de verwachte toename van het aantal werklozen. De stijging vlakt echter af vanaf 2010. De instroom van het aantal dagvaardingen stijgt eveneens fors met 49 procent.

• Het aantal transacties in kantonzaken zal in de periode 2008-2014 naar verwachting stijgen met bijna 7 procent (zie figuur 5.3).

• Transacties en dagvaardingen zijn communicerende vaten. Verhoudingsgewijs minder dagvaardingen (ten opzichte van de instroom) betekent verhoudingsgewijs meer transacties en omgekeerd. Hierdoor fluctueren in de groeipercentages in tabel 5.1.

• Het aantal beroepen op de Officier van Justitie in WAHV-zaken zal naar verwachting in de periode 2008-2014 stijgen met ruim 17 procent als gevolg van de toegenomen instroom van WAHV-zaken bij het CJIB. (zie figuur 5.4).

Page 38: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 37Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 5.2 Instroom en afdoeningen OM in rechtbankzaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Figuur 5.3 Instroom en afdoeningen OM in kantonzaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 49 van 99

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Dagvaardingen

Transacties

Instroom rechtbankzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Figuur 5.3 Instroom en afdoeningen OM in kantonzaken, 2000-2014

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Dagvaardingen

Transacties

Instroom kantonzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Figuur 5.4 Beroep op de OvJ in WAHV-zaken, 2000-2014

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 49 van 99

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Dagvaardingen

Transacties

Instroom rechtbankzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Figuur 5.3 Instroom en afdoeningen OM in kantonzaken, 2000-2014

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Dagvaardingen

Transacties

Instroom kantonzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: OM-data, bewerking WODC

Figuur 5.4 Beroep op de OvJ in WAHV-zaken, 2000-2014

Page 39: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

38 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 5.4 Beroep op de OvJ in WAHV-zaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

5.2 Opmerkingen

• De OM-strafbeschikking is nog niet verwerkt in de ramingen. • Aangenomen wordt dat de middelen van het OM in de prognose recht-evenredig stijgen met de instroom

bij het OM, zodat deze geen belemmering vormen voor het aantal afdoeningen door het OM.• Zaken over de voorwaardelijke invrijheidsstelling zijn nog niet verwerkt in de ramingen.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 50 van 99

0

50.000

100.000

150.000

200.000

250.000

300.000

350.000

400.000

450.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

WAHV-zaken - beroep ovj

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

5.2 Opmerkingen

• De OM-strafbeschikking is nog niet verwerkt in de ramingen. • Aangenomen wordt dat de middelen van het OM in de prognose recht-evenredig

stijgen met de instroom bij het OM, zodat deze geen belemmering vormen voor het aantal afdoeningen door het OM.

• Zaken over de voorwaardelijke invrijheidsstelling zijn nog niet verwerkt in de ramingen.

Page 40: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 39Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

6 Rechtspraak

6.1 Strafrechtspraak

Een deel van de zaken die zijn ingestroomd bij het OM, wordt voor de rechter gebracht. Vervolgens zal de rechter een uitspraak doen. Er kunnen meerdere uitspraken in één zaak worden gedaan, bijvoorbeeld een schuldigverklaring en een ontnemingsmaatregel. Zowel de Officier van Justitie als de verdachte kan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof of in cassatie bij de Hoge Raad. Indien geen hoger beroep wordt ingesteld kan de rechter volstaan met een kort vonnis. Indien wel hoger beroep wordt ingesteld, dient de rechter het vonnis nader uit te werken. Figuur 6.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de strafrechtspraak.

Figuur 6.1 Strafrechtspraak in het PMJ

6.1.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 6.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de strafrecht-spraak. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Uitgangspunt van de ramingen zijn de voorlopige cijfers over 2008 met uitzondering van vordering dwangmiddel in WAHV-zaken met onbekend adres.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 51 van 99

6 Rechtspraak

6.1 Strafrechtspraak

Een deel van de zaken die zijn ingestroomd bij het OM, wordt voor de rechter gebracht. Vervolgens zal de rechter een uitspraak doen. Er kunnen meerdere uitspraken in één zaak worden gedaan, bijvoorbeeld een schuldigverklaring en een ontnemingsmaatregel. Zowel de Officier van Justitie als de verdachte kan in hoger beroep gaan bij het gerechtshof of in cassatie bij de Hoge Raad. Indien geen hoger beroep wordt ingesteld kan de rechter volstaan met een kort vonnis. Indien wel hoger beroep wordt ingesteld, dient de rechter het vonnis nader uit te werken. Figuur 6.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de strafrechtspraak.

Figuur 6.1 Strafrechtspraak in het PMJ

Rechtbank, strafInstroom

Rechtbank, kantonUitspraken overtreding

Rechtbank, strafUitspraken EK-zaak

Rechtbank, strafUitspraken MK-zaak

cjibInstroom WAHV

Rechtbank, strafAfdoeningen zonder

uitspraak

Rechtbank, strafBeschikking Raadkamer

Openbaar MinisterieDagvaardingen

Openbaar MinisterieBeroep op Officier

van Justitie

Rechtbank, kantonVordering dwangmiddel,

adres bekend

Rechtbank, kantonVerzet/beroep kantonrechter

Rechtbank, strafUitwerking appel/ cassatie mk-zaak

GerechtshofUitspraken EK-zaak

gerechtshofUitspraken MK-zaak

Hoge RaadCassaties

gerechtshofAfdoeningen zonder

uitspraak

GerechtshofUitwerking appel/ cassatie mk-zaak

Rechtbank, strafAfdoeningen

GerechtshofBeschikkingen

Raadkamer

GerechtshofBeschikkingenex. art. 12 Sv

gerechtshofInstroom

gerechtshofAfdoeningen

Rechtbank, kantonAfdoeningen zonder

uitspraak

Rechtbank, kantonVordering dwangmiddel,

adres onbekend

Rechtbank, kantonBeroep op

kantonrechter

Nieuwe wetgeving taakstraffen in 2001

GerechtshofMiddelen ZM

Rechtbank, strafMiddelen ZM

opsporingVoorlopige hechtenis

gerechtshofUitspraak overtreding

cjibDwangbevel

cjibVerzet

dwangbevel

Rechtbank, strafIngesteld hoger

beroep

Rechtbank, strafInstroom

Rechtbank, kantonUitspraken overtreding

Rechtbank, strafUitspraken EK-zaak

Rechtbank, strafUitspraken MK-zaak

cjibInstroom WAHV

Rechtbank, strafAfdoeningen zonder

uitspraak

Rechtbank, strafBeschikking Raadkamer

Openbaar MinisterieDagvaardingen

Openbaar MinisterieBeroep op Officier

van Justitie

Rechtbank, kantonVordering dwangmiddel,

adres bekend

Rechtbank, kantonVerzet/beroep kantonrechter

Rechtbank, strafUitwerking appel/ cassatie mk-zaak

GerechtshofUitspraken EK-zaak

gerechtshofUitspraken MK-zaak

Hoge RaadCassaties

gerechtshofAfdoeningen zonder

uitspraak

GerechtshofUitwerking appel/ cassatie mk-zaak

Rechtbank, strafAfdoeningen

GerechtshofBeschikkingen

Raadkamer

GerechtshofBeschikkingenex. art. 12 Sv

gerechtshofInstroom

gerechtshofAfdoeningen

Rechtbank, kantonAfdoeningen zonder

uitspraak

Rechtbank, kantonVordering dwangmiddel,

adres onbekend

Rechtbank, kantonBeroep op

kantonrechter

Nieuwe wetgeving taakstraffen in 2001

GerechtshofMiddelen ZM

Rechtbank, strafMiddelen ZM

opsporingVoorlopige hechtenis

gerechtshofUitspraak overtreding

cjibDwangbevel

cjibVerzet

dwangbevel

Rechtbank, strafIngesteld hoger

beroep

6.1.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 6.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de strafrechtspraak. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Uitgangspunt van de ramingen zijn de voorlopige cijfers over 2008 met uitzondering van vordering dwangmiddel in WAHV-zaken met onbekend adres.

Page 41: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

40 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 6.1 Verwachte ontwikkelingen in de strafrechtspraak, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Rechtbankzaken

Ingekomen strafzaken 6,7 1,1 3,1 1,2 0,4 0,5 0,7 0,7

Afdoening zonder uitspraak 3,8 0,6 1,1 0,6 0,3 0,5 0,6 0,6

Uitspraak MK-zaak incl, ontnemings-vordering 13,3 2,1 5,9 2,3 0,8 1,0 1,3 1,4

Uitspraak EK-zaak incl, ontnemingsvor-dering 3,9 0,6 1,8 0,7 0,2 0,3 0,4 0,4

Beschikking Raadkamer 3,8 0,6 -0,5 0,5 0,7 1,0 1,0 1,0

Uitwerking appel/cassatie uitspraak MK-zaak 13,3 2,1 5,9 2,3 0,8 1,0 1,3 1,4

Kantonzaken

Uitspraak overtreding 40,1 5,8 -2,3 19,9 17,2 3,2 -0,5 -0,6

Afdoening WAHV-zaak – vordering dwangmiddel, adres bekend 1,3 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

Afdoening WAHV-zaak – vordering dwangmiddel, adres onbekend 11,2 1,8 2,1 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5

Afdoening WAHV-zaak - beroep/ verzet 17,0 2,7 3,3 2,8 2,7 2,5 2,4 2,3

Afdoening zonder uitspraak 2,8 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4

Hofzaken

Ingekomen strafzaken 24,6 3,7 -0,4 11,4 10,4 2,2 -0,2 -0,2

Beschikking Raadkamer 28,8 4,3 3,5 4,4 4,4 4,6 4,5 4,3

Beschikking art, 12 SV 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Uitspraak MK-zaak incl, ontnemings-vordering 32,3 4,8 -0,1 14,4 13,0 2,7 -0,2 -0,2

Uitspraak EK-zaak incl, ontnemingsvor-dering 63,1 8,5 1,2 25,6 22,8 4,7 -0,1 -0,1

Uitwerking appel/cassatie uitspraak MK-zaak 32,3 4,8 -0,1 14,4 13,0 2,7 -0,2 -0,2

Afdoening zonder uitspraak 32,6 4,8 0,7 12,7 11,7 3,2 0,7 0,7

Uitspraak overtreding 78,3 10,1 1,8 31,3 26,8 5,3 -0,1 0,0

Hoge Raad

Aantal cassaties in strafzaken 3,1 0,5 -0,1 0,0 0,9 1,2 0,7 0,2

Rechtbank• De instroom van strafzaken bij de rechtbank zal met 7 procent toenemen in de periode 2008-2014 als

gevolg van de stijging in het aantal dagvaardingen. • Doordat de instroom bij de rechtbank stijgt, zal ook het aantal uitspraken in enkelvoudige-kamerzaken

(EK-zaken) en meervoudige-kamerzaken (MK-zaken) stijgen met respectievelijk 4 en 13 procent in de periode 2008-2014.

• De stijging van het aantal uitspraken in MK-zaken heeft tot gevolg dat er ook meer MK-zaken moeten worden uitgewerkt. Het aantal uitwerkingen van de MK-uitspraken groeit eveneens met 13 procent in de periode 2008-2014.

• Het aantal beschikkingen van de raadkamer van de rechtbank zal met 4 procent stijgen als gevolg van de te verwachten stijging van het aantal voorlopige hechtenissen in de periode 2008-2014. Het aantal

Page 42: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 41Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

voorlopige hechtenissen stijgt omdat het aantal verdachten zal toenemen.Figuur 6.2 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.2 Uitspraken in rechtbankzaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Kantonzaken• Het aantal uitspraken met betrekking tot overtredingen zal stijgen met ruim 40 procent in de periode

2008-2014 door de verwachte stijging in de instroom van kantonzaken bij het OM. De daling van het aantal kantonzaken in 2008 wordt als tijdelijk beschouwd, omdat dit vermoedelijk het gevolg is van de politiestakingen in januari 2008.

• Het aantal vorderingen van een dwangmiddel in WAHV-zaken met en zonder bekend adres zal stijgen met respectievelijke percentages van 1 tot 11 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van het aantal WAHV-zaken. Bovendien heeft het CJIB het aantal vorderingen tot het inzetten van een dwangmiddel structureel verhoogd met 30%.

• Door de toegenomen instroom van WAHV-zaken bij het CJIB, neemt ook het beroep op de kantonrechter en het verzet tegen dwangmiddelen toe, en wel met 17 procent in de periode 2008-2014. Deze stijging wordt enigszins vertekend door de tijdelijke dip in het aantal WAHV-zaken in 2008 als gevolg van de politiestakingen aan het begin van dat jaar.

• De afdoeningen zonder uitspraak nemen met 3 procent toe in de periode 2008-2014. Deze afdoeningen bestaan voor 98% uit WAHV-zaken.

Figuur 6.3 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is (met uitzondering van vordering dwangmiddel in WAHV-zaken met onbekend adres).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 53 van 99

hechtenissen in de periode 2008-2014. Het aantal voorlopige hechtenissen stijgt omdat het aantal verdachten zal toenemen.

Figuur 6.2 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.2 Uitspraken in rechtbankzaken, 2000-2014

0

20 000

40 000

60 000

80 000

100 000

120 000

140 000

160 000

180 000

200 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Afdoening zonder uitspraak

Uitspraak MK-zaak

Uitspraak EK-zaak

Instroom strafzaken

Beschikking Raadkamer

Uitwerking appel/cassatieuitspraak MK-zaak

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Kantonzaken• Het aantal uitspraken met betrekking tot overtredingen zal stijgen met ruim 40

procent in de periode 2008-2014 door de verwachte stijging in de instroom van kantonzaken bij het OM. De daling van het aantal kantonzaken in 2008 wordt als tijdelijk beschouwd, omdat dit vermoedelijk het gevolg is van de politiestakingen in januari 2008.

• Het aantal vorderingen van een dwangmiddel in WAHV-zaken met en zonder bekend adres zal stijgen met respectievelijke percentages van 1 tot 11 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van het aantal WAHV-zaken. Bovendien heeft het CJIB het aantal vorderingen tot het inzetten van een dwangmiddel structureel verhoogd met 30%.

• Door de toegenomen instroom van WAHV-zaken bij het CJIB, neemt ook het beroep op de kantonrechter en het verzet tegen dwangmiddelen toe, en wel met 17 procent in de periode 2008-2014. Deze stijging wordt enigszins vertekend door de tijdelijke dip in het aantal WAHV-zaken in 2008 als gevolg van de politiestakingen aan het begin van dat jaar.

• De afdoeningen zonder uitspraak nemen met 3 procent toe in de periode 2008-2014. Deze afdoeningen bestaan voor 98% uit WAHV-zaken.

Figuur 6.3 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is (met uitzondering van vordering dwangmiddel in WAHV-zaken met onbekend adres).

Figuur 6.3 Uitspraken in kantonzaken, 2000-2014

Page 43: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

42 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 6.3 Uitspraken in kantonzaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Gerechtshof• De instroom van zaken bij het gerechtshof stijgt met ongeveer 25 procent in de periode 2008-2014 als

gevolg van het toegenomen aantal uitspraken in rechtbankzaken.• Het aantal beschikkingen van de raadkamer van het gerechtshof stijgt met 29 procent in de periode

2008-2014. Dit is het resultaat van het toenemend aantal raadkamerzaken bij de rechtbank.• Het aantal beschikkingen op grond van art. 12 SV blijft op hetzelfde niveau als 2007 omdat er geen

statistisch significante ontwikkeling kon worden vastgesteld.• Zowel het aantal uitspraken in MK-zaken en de uitwerkingen hiervan stijgen met ruim 32 procent in de

periode 2008-2014. Het aantal uitspraken in EK-zaken stijgt eveneens in deze periode, maar dan met 63 procent. Beide stijgingen zijn het gevolg van de toegenomen instroom.

• Uitspraken betreffende overtredingen zullen in deze periode naar verwachting stijgen met 78 procent als gevolg van de toegenomen instroom.

• Het aantal afdoeningen zonder uitspraak stijgt met 33 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toegenomen instroom.

Figuur 6.4 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 54 van 99

0

50 000

100 000

150 000

200 000

250 000

300 000

350 000

400 000

450 000

500 000

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Afdoening zonder uitspraak

Afdoening WAHV-zaak -beroep/verzet

Afdoening WAHV-zaak - vorderingdwangmiddel, adres onbekend

Afdoening WAHV-zaak - vorderingdwangmiddel, adres bekend

Uitspraak overtreding

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Gerechtshof• De instroom van zaken bij het gerechtshof stijgt met ongeveer 25 procent in de

periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal uitspraken in rechtbankzaken.

• Het aantal beschikkingen van de raadkamer van het gerechtshof stijgt met 29 procent in de periode 2008-2014. Dit is het resultaat van het toenemend aantal raadkamerzaken bij de rechtbank.

• Het aantal beschikkingen op grond van art. 12 SV blijft op hetzelfde niveau als 2007 omdat er geen statistisch significante ontwikkeling kon worden vastgesteld.

• Zowel het aantal uitspraken in MK-zaken en de uitwerkingen hiervan stijgen met ruim 32 procent in de periode 2008-2014. Het aantal uitspraken in EK-zaken stijgt eveneens in deze periode, maar dan met 63 procent. Beide stijgingen zijn het gevolg van de toegenomen instroom.

• Uitspraken betreffende overtredingen zullen in deze periode naar verwachting stijgen met 78 procent als gevolg van de toegenomen instroom.

• Het aantal afdoeningen zonder uitspraak stijgt met 33 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toegenomen instroom.

Figuur 6.4 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.4 Uitspraken in hofzaken, 2000-2014

Page 44: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 43Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 6.4 Uitspraken in hofzaken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Hoge Raad• De instroom van het aantal cassaties in strafzaken bij de Hoge Raad zal in de periode 2008-2014 met ruim

drie procent toenemen door het gestegen aantal uitspraken bij het gerechtshof (zie figuur 6.5).

Figuur 6.5 Instroom van cassatieverzoeken in strafzaken bij de Hoge Raad, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: HR, bewerking WODC

6.1.2 Opmerkingen

• De raming van de beschikkingen op grond van art. 12 SV is een trendextrapolatie.• Instroom kantonzaken is nog niet in het model opgenomen in verband met het geringe aantal waarne-

mingen wat hiervoor beschikbaar is.• Het verschil tussen dagvaardingen en instroom bij de rechtbank wordt vooral verklaard door de nietigver-

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 55 van 99

0

5 000

10 000

15 000

20 000

25 000

30 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

alAfdoening zonder uitspraak

Uitspraak MK-zaak

Uitspraak EK-zaak

Uitspraak overtreding

ingekomen strafzaken

Beschikking Raadkamer

Uitwerking appel/cassatieuitspraak

Uitspraak art. 12 Sv

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Hoge Raad • De instroom van het aantal cassaties in strafzaken bij de Hoge Raad zal in de

periode 2008-2014 met ruim drie procent toenemen door het gestegen aantal uitspraken bij het gerechtshof (zie figuur 6.5).

Figuur 6.5 Instroom van cassatieverzoeken in strafzaken bij de Hoge Raad, 2000-2014

0

500

1 000

1 500

2 000

2 500

3 000

3 500

4 000

4 500

5 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Cassaties in strafzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: HR, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 55 van 99

0

5 000

10 000

15 000

20 000

25 000

30 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Afdoening zonder uitspraak

Uitspraak MK-zaak

Uitspraak EK-zaak

Uitspraak overtreding

ingekomen strafzaken

Beschikking Raadkamer

Uitwerking appel/cassatieuitspraak

Uitspraak art. 12 Sv

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Rvdr, bewerking WODC

Hoge Raad • De instroom van het aantal cassaties in strafzaken bij de Hoge Raad zal in de

periode 2008-2014 met ruim drie procent toenemen door het gestegen aantal uitspraken bij het gerechtshof (zie figuur 6.5).

Figuur 6.5 Instroom van cassatieverzoeken in strafzaken bij de Hoge Raad, 2000-2014

0

500

1 000

1 500

2 000

2 500

3 000

3 500

4 000

4 500

5 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Cassaties in strafzaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: HR, bewerking WODC

Page 45: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

44 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

klaringen. Een zaak waarin de dagvaarding in eerste instantie wordt nietig verklaard en vervolgens opnieuw wordt gedagvaard, telt voor het OM als één zaak en voor de Raad voor de rechtspraak als twee uitspraken.

• Aangenomen wordt dat de middelen van de Zittende Magistratuur (ZM) in de prognose recht evenredig stijgen met de instroom bij de ZM, zodat deze geen belemmering vormen voor het aantal uitspraken door de ZM.

6.2 Civiele rechtspraak

Indien twee of meer private partijen (burgers, bedrijven, organisaties) een conflict hebben en zij er onderling niet uitkomen, kunnen zij een beroep doen op de civiele rechter. Binnen de gerechtelijke procedures is onderscheid te maken tussen bodemprocedures ingeleid door een dagvaarding, verzoek-schriftprocedures en kort gedingen. Deze leiden tot uitkomsten met een verschillende juridische status: respectievelijk vonnis, beschikking en voorlopige voorziening. Vooralsnog wordt in het PMJ alleen de instroom gemodelleerd en nog niet de uitstroom. Bij de sector kanton van de rechtbank worden zaken die instromen via een dagvaarding onderscheiden naar de zaakstypen huur, arbeid en overig handel. Bij de verzoekschriften is daarnaast nog een categorie familiezaken. Verder wordt de instroom van voorlopige voorzieningen en akten en verklaringen geraamd. Bij de sector civiel van de rechtbank wordt de instroom van dagvaardingszaken verder onderverdeeld in de categorieën kort geding en handel. Bij de zaken die instromen via een verzoekschrift wordt onderscheid gemaakt in de categorieën echtscheiding, bijstand, BOPZ, overig familie, insolventierekesten, overig handel, uitgesproken insolventies en presidentenrekes-ten. Figuur 6.6 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de civiele rechtspraak.

Figuur 6.6 Civiele rechtspraak in het PMJ

* Zie figuur 2.2 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

6.2.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 6.2 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de civiele rechtspraak. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Uitgangspunt van de ramingen zijn de voorlopige cijfers over 2008.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 56 van 99

6.1.2 Opmerkingen

• De raming van de beschikkingen op grond van art. 12 SV is een trendextrapolatie.

• Instroom kantonzaken is nog niet in het model opgenomen in verband met het geringe aantal waarnemingen wat hiervoor beschikbaar is.

• Het verschil tussen dagvaardingen en instroom bij de rechtbank wordt vooral verklaard door de nietigverklaringen. Een zaak waarin de dagvaarding in eerste instantie wordt nietig verklaard en vervolgens opnieuw wordt gedagvaard, telt voor het OM als één zaak en voor de Raad voor de rechtspraak als twee uitspraken.

• Aangenomen wordt dat de middelen van de Zittende Magistratuur (ZM) in de prognose recht evenredig stijgen met de instroom bij de ZM, zodat deze geen belemmering vormen voor het aantal uitspraken door de ZM.

6.2 Civiele rechtspraak

Indien twee of meer private partijen (burgers, bedrijven, organisaties) een conflict hebben en zij er onderling niet uitkomen, kunnen zij een beroep doen op de civiele rechter. Binnen de gerechtelijke procedures is onderscheid te maken tussen bodemprocedures ingeleid door een dagvaarding, verzoekschriftprocedures en kort gedingen. Deze leiden tot uitkomsten met een verschillende juridische status: respectievelijk vonnis, beschikking en voorlopige voorziening. Vooralsnog wordt in het PMJ alleen de instroom gemodelleerd en nog niet de uitstroom. Bij de sector kanton van de rechtbank worden zaken die instromen via een dagvaarding onderscheiden naar de zaakstypen huur, arbeid en overig handel. Bij de verzoekschriften is daarnaast nog een categorie familiezaken. Verder wordt de instroom van voorlopige voorzieningen en akten en verklaringen geraamd. Bij de sector civiel van de rechtbank wordt de instroom van dagvaardingszaken verder onderverdeeld in de categorieën kort geding en handel. Bij de zaken die instromen via een verzoekschrift wordt onderscheid gemaakt in de categorieën echtscheiding, bijstand, BOPZ, overig familie, insolventierekesten, overig handel, uitgesproken insolventies en presidentenrekesten. Figuur 6.6 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de civiele rechtspraak.

Figuur 6.6 Civiele rechtspraak in het PMJ

Achtergrond-factoren*

rechtbank., civielInstroom dagvaarding

rechtbank, civielInstroom verzoekschrift

rechtbank, kantonInstroom dagvaarding

rechtbank, kantonInstroom verzoekschrift

gerechtshofInstroom dagvaarding

gerechtshofInstroom verzoekschrift

Hoge RaadInstroom dagvaarding

Hoge RaadInstroom verzoekschrift

rechtbank, kantonVoorlopige voorzieningen

rechtbank, kantonAkten en verklaringen

Achtergrond-factoren*

rechtbank., civielInstroom dagvaarding

rechtbank, civielInstroom verzoekschrift

rechtbank, kantonInstroom dagvaarding

rechtbank, kantonInstroom verzoekschrift

gerechtshofInstroom dagvaarding

gerechtshofInstroom verzoekschrift

Hoge RaadInstroom dagvaarding

Hoge RaadInstroom verzoekschrift

rechtbank, kantonVoorlopige voorzieningen

rechtbank, kantonAkten en verklaringen

* Zie figuur 2.2 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

6.2.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 6.2 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de civiele rechtspraak. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw

Page 46: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 45Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 6.2 Verwachte ontwikkelingen in de instroom van de civiele rechtspraak, procentuele verandering, 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Rechtbank sector kanton

Dagvaardingen 60,0 8,1 13,2 15,4 3,7 6,0 5,5 5,7

Verzoekschriften 78,9 10,2 18,3 22,6 4,1 6,1 5,6 5,8

Akten en verklaringen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Voorlopige voorzieningen -27,1 -5,1 -5,4 -5,3 -5,2 -5,1 -5,0 -4,9

Rechtbank sector civiel

Dagvaardingen 19,4 3,0 8,6 5,9 -2,1 1,7 2,7 1,6

Verzoekschriften 31,6 4,7 4,8 6,8 3,9 5,9 3,2 3,4

Gerechtshof

Dagvaardingen 16,5 2,6 3,8 6,8 2,2 0,9 1,0 0,8

Verzoekschriften 60,9 8,2 10,4 13,1 5,8 8,0 6,1 6,3

Hoge Raad

Dagvaardingen 12,7 2,0 3,2 6,2 1,6 0,4 0,5 0,3

Verzoekschriften 24,4 3,7 5,8 8,3 1,4 3,5 1,6 1,8

Sector kanton• De instroom van zaken ingeleid via een verzoekschrift bij de sector kanton van de rechtbanken stijgt met

79 procent in de periode 2008-2014. De instroom van zaken ingeleid via een dagvaarding stijgt met 60 procent. Voor akten en verklaringen wordt geen toename van de instroom voorspeld. Het aantal voorlopige voorziening zal zelfs afnemen met 27 procent.

• De groei van het aantal dagvaardingen in de periode 2008-2014 hangt vooral samen met de economische ontwikkelingen. Zo komt er volgens het CPB vanaf 2009 een eind aan de jarenlange daling van het aantal werkloosheidsuitkeringen en is de economie in een recessie gekomen. Tenslotte spelen historische trendmatige ontwikkelingen die in het model niet met behulp van achtergrondfactoren kunnen worden verklaard een rol in de groei van de instroom.

• De groei van het aantal verzoekschriften bij de sector kanton ligt vooral aan een forse stijging van de instroom van familiezaken in de prognoseperiode. Ook is hier de toename van het aantal werkloosheids-uitkeringen vanaf 2009 van belang, versterkt door een toename van de bevolkingsdichtheid en niet nader te verklaren historische trendmatige ontwikkelingen.

Figuur 6.7 laat de ontwikkeling van de instroom bij de sector kanton van de rechtbank zien per zaakstype, exclusief de voorlopige voorzieningen en akten en verklaringen, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Page 47: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

46 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 6.7 Instroom rechtbank sector kanton naar zaakstype, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Sector civiel• Het aantal zaken dat instroomt bij de sector civiel van de rechtbanken via een verzoekschrift stijgt in de

periode 2008-2014 met 32 procent. De zaken die instromen via een dagvaarding stijgen met 19 procent. • Het aantal dagvaardingen handel groeit fors als gevolg van de verslechterde economische situatie. De

daling van het aantal kort gedingen ten opzichte van 2008 hangt samen met de toename van het aantal werkloosheidsuitkeringen vanaf 2009. Een dalende historische trend versterkt deze ontwikkeling.

• Bij de verzoekschriften valt vooral de groei van BOPZ-zaken op. Ook de instroom van overige familiezaken (m.n. kinderrechterzaken) blijft stijgen. De instroom van insolventies neemt toe, na een forse daling in 2008, als gevolg van een wijziging in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en vanwege de verslechterde economische situatie. Voor de civiele bijstandszaken, echtscheidingszaken en overige handelszaken wordt een daling verwacht. De laatste categorie vertoonde sinds 2006 een spectaculaire groei vanwege een sterke toename van incassozaken.

Figuur 6.8 toont de ontwikkeling van de instroom bij de sector civiel van de rechtbank per zaakstype. Figuur 6.9 toont de ontwikkeling van de instroom van dagvaardingen en verzoekschriften in eerste aanleg bij de sectoren kanton en civiel van de rechtbank. In beide figuren is 2008 het laatst bekende realisatiejaar.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 58 van 99

0

200 000

400 000

600 000

800 000

1 000 000

1 200 000

1 400 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

verzoekschriften huur

verzoekschriften arbeid

verzoekschriften familie

dagvaardingen huur

dagvaardingen arbeid

dagvaardingen overig handel

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Sector civiel • Het aantal zaken dat instroomt bij de sector civiel van de rechtbanken via een

verzoekschrift stijgt in de periode 2008-2014 met 32 procent. De zaken die instromen via een dagvaarding stijgen met 19 procent.

• Het aantal dagvaardingen handel groeit fors als gevolg van de verslechterde economische situatie. De daling van het aantal kort gedingen ten opzichte van 2008 hangt samen met de toename van het aantal werkloosheidsuitkeringen vanaf 2009. Een dalende historische trend versterkt deze ontwikkeling.

• Bij de verzoekschriften valt vooral de groei van BOPZ-zaken op. Ook de instroom van overige familiezaken (m.n. kinderrechterzaken) blijft stijgen. De instroom van insolventies neemt toe, na een forse daling in 2008, als gevolg van een wijziging in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en vanwege de verslechterde economische situatie. Voor de civiele bijstandszaken, echtscheidingszaken en overige handelszaken wordt een daling verwacht. De laatste categorie vertoonde sinds 2006 een spectaculaire groei vanwege een sterke toename van incassozaken.

Figuur 6.8 toont de ontwikkeling van de instroom bij de sector civiel van de rechtbank per zaakstype. Figuur 6.9 toont de ontwikkeling van de instroom van dagvaardingen en verzoekschriften in eerste aanleg bij de sectoren kanton en civiel van de rechtbank. In beide figuren is 2008 het laatst bekende realisatiejaar.

Figuur 6.8 Instroom rechtbank sector civiel naar zaakstype, 2000-2014

Page 48: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 47Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 6.8 Instroom rechtbank sector civiel naar zaakstype, 2000-2014

* De categorie ‘verzoekschriften overig’ bestaat uit overige handelsrekesten, uitgesproken insolventies en presidentenrekesten.

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr, bewerking: WODC/Rvdr

Figuur 6.9 Instroom civiele zaken in eerste aanleg, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 59 van 99

0

25 000

50 000

75 000

100 000

125 000

150 000

175 000

200 000

225 000

250 000

275 000

300 000

325 000

350 000

375 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

verzoekschriften overig*

verzoekschriften insolventies

verzoekschriften overig familie

verzoekschriften bijstand

verzoekschriften BOPZ

verzoekschriften echtscheiding

kort gedingen

dagvaardingen handel

realisatie prognose

* De categorie ‘verzoekschriften overig’ bestaat uit overige handelsrekesten, uitgesproken

insolventies en presidentenrekesten.

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr, bewerking: WODC/Rvdr

Figuur 6.9 Instroom civiele zaken in eerste aanleg, 2000-2014

0

100 000

200 000

300 000

400 000

500 000

600 000

700 000

800 000

900 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

dagvaardingen kanton

verzoekschriften kanton

verzoekschriften civiel

dagvaardingen civiel

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Gerechtshof

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 59 van 99

0

25 000

50 000

75 000

100 000

125 000

150 000

175 000

200 000

225 000

250 000

275 000

300 000

325 000

350 000

375 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

verzoekschriften overig*

verzoekschriften insolventies

verzoekschriften overig familie

verzoekschriften bijstand

verzoekschriften BOPZ

verzoekschriften echtscheiding

kort gedingen

dagvaardingen handel

realisatie prognose

* De categorie ‘verzoekschriften overig’ bestaat uit overige handelsrekesten, uitgesproken

insolventies en presidentenrekesten.

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr, bewerking: WODC/Rvdr

Figuur 6.9 Instroom civiele zaken in eerste aanleg, 2000-2014

0

100 000

200 000

300 000

400 000

500 000

600 000

700 000

800 000

900 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

dagvaardingen kanton

verzoekschriften kanton

verzoekschriften civiel

dagvaardingen civiel

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Gerechtshof

Page 49: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

48 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Gerechtshof• De totale instroom van civiele zaken in hoger beroep ingeleid via een verzoekschrift stijgt met 61 procent.

De instroom van dagvaardingszaken laat over deze periode een groei van 16 procent zien. • De voortdurende toename van de instroom van verzoekschriften bij de hoven is het gevolg van een

verwachte groei van de appelratio, ofwel de verhouding tussen de uitstroom in eerste aanleg en de instroom in hoger beroep.

Hoge Raad• De totale instroom van civiele zaken in cassatie via een dagvaarding zal in de periode 2008-2014 naar

verwachting met 13 procent toenemen, terwijl de instroom van verzoekschriften met 24 procent toe zal nemen. Deze toename treedt op ondanks dalende appelratio’s voor civiele cassatiezaken. De sterke toename van het aantal civiele zaken dat via een verzoekschrift bij de gerechtshoven in- en uitstroomt, is hier debet aan.

Figuur 6.10 geeft de instroom van civiele zaken in hoger beroep en cassatie weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.10 Instroom civiele zaken in hoger beroep en cassatie, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr, bewerking: WODC/Rvdr

6.2.2 Opmerkingen

• De voorlopige voorzieningen in de sector kanton worden geraamd met behulp van trendextrapolatie. • Bij de akten en verklaringen in de sector kanton wordt vanwege het grillige verloop in de laatste realisa-

tiejaren voor de hele periode 2008-2014 uitgegaan van een constant instroomniveau.• Voor de instroom van kantonzaken in de categorie ‘verzoekschriften overig handel’ en civiele rechtbank-

zaken in de categorie ‘verzoekschriften bijstand’ wordt trendextrapolatie gehanteerd.• De raming van de verzoekschriftencategorie ‘echtscheiding’ in de sector civiel komt tot stand door de

ontwikkeling gelijk te veronderstellen aan de geraamde ontwikkeling van het aantal van echt scheidende personen.

• De ramingen van de verzoekschriftencategorieën ‘faillissementen/surseances’ en ‘schuldsaneringen’ komen tot stand door de geraamde ontwikkeling van het totale aantal insolventies te verdelen volgens de verhouding tussen de twee deelcategorieën in 2007.

• De raming van de verzoekschriftencategorie ‘uitgesproken insolventies’ in de sector civiel komt tot stand door de ontwikkeling gelijk te veronderstellen aan de geraamde ontwikkeling van de insolventierekesten.

• De instroom van de verzoekschriftencategorie ‘presidentenrekesten’ in de sector civiel wordt geraamd met behulp van trendextrapolatie.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 60 van 99

• De totale instroom van civiele zaken in hoger beroep ingeleid via een verzoekschrift stijgt met 61 procent. De instroom van dagvaardingszaken laat over deze periode een groei van 16 procent zien.

• De voortdurende toename van de instroom van verzoekschriften bij de hoven is het gevolg van een verwachte groei van de appelratio, ofwel de verhouding tussen de uitstroom in eerste aanleg en de instroom in hoger beroep.

Hoge Raad • De totale instroom van civiele zaken in cassatie via een dagvaarding zal in de

periode 2008-2014 naar verwachting met 13 procent toenemen, terwijl de instroom van verzoekschriften met 24 procent toe zal nemen. Deze toename treedt op ondanks dalende appelratio’s voor civiele cassatiezaken. De sterke toename van het aantal civiele zaken dat via een verzoekschrift bij de gerechtshoven in- en uitstroomt, is hier debet aan.

Figuur 6.10 geeft de instroom van civiele zaken in hoger beroep en cassatie weer, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.10 Instroom civiele zaken in hoger beroep en cassatie, 2000-2014

-5 500

-4 000

-2 500

-1 000

500

2 000

3 500

5 000

6 500

8 000

9 500

11 000

12 500

14 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

125

250

375

500

625

750

875

1 000

1 125

1 250

1 375

1 500

1 625

aant

al

verzoekschriften hoger beroep

dagvaardingen hoger beroep

dagvaardingen cassatie

verzoekschriften cassatie

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr, bewerking: WODC/Rvdr

6.2.2 Opmerkingen

• De voorlopige voorzieningen in de sector kanton worden geraamd met behulp van trendextrapolatie.

• Bij de akten en verklaringen in de sector kanton wordt vanwege het grillige verloop in de laatste realisatiejaren voor de hele periode 2008-2014 uitgegaan van een constant instroomniveau.

• Voor de instroom van kantonzaken in de categorie ‘verzoekschriften overig handel’ en civiele rechtbankzaken in de categorie ‘verzoekschriften bijstand’ wordt trendextrapolatie gehanteerd.

Page 50: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 49Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

6.3 Bestuursrechtspraak

Indien een (rechts)persoon een conflict heeft met een bestuursorgaan over een door het bestuursorgaan genomen besluit, kan bezwaar worden gemaakt bij dat orgaan. Tegen een besluit op bezwaar kan vervol-gens beroep worden ingesteld. Wanneer, via deze beroepsprocedure, een onafhankelijke rechter om een oordeel wordt gevraagd over de rechtmatigheid van besluiten, spreken we van bestuursrechtspraak. In het PMJ wordt de instroom bij de bestuursrechter gemodelleerd. De organisatie van de bestuursrechtspraak wijkt iets af van de rechtspraak in het kader van het strafrecht en civiel recht: niet alle zaken stromen in eerste aanleg in bij de rechtbank, en niet voor alle zaakstypen is hoger beroep mogelijk. Figuur 6.11 geeft schematisch weer welke relaties in het model van de bestuursrechtspraak zijn gelegd.In het model wordt onderscheid gemaakt tussen voorlopige voorzieningen (totaal) en bodemzaken van verschillende typen: ambtenarenzaken, sociale verzekeringszaken, bijstandzaken, ex-AROB-zaken, en verder belastingzaken (bij rechtbanken en hoven) en pensioenzaken (bij de Centrale Raad van Beroep). De afdeling rechtspraak van de Raad van State valt buiten de begroting van het ministerie van Justitie. Daarom worden de daar behandelde zaken, zoals de hoger beroepen in ex-AROB-zaken, buiten dit overzicht gehouden. De zaken die worden behandeld door het College van Beroep in het bedrijfsleven worden wel door justitie gefinancierd, maar zijn (nog) geen onderdeel van het PMJ. Ook vreemdelingenzaken vallen buiten PMJ-Bestuur.

Figuur 6.11 Bestuursrechtspraak in het PMJ*

* Per 1 januari 2005 is de belastingrechtspraak grondig herzien. Dit schema geeft de gang van zaken vanaf 2005 weer.

** Zie figuur 2.2 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

6.3.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 6.3 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de bestuurs-rechtspraak. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Uitgangspunt van de prognoses zijn de voorlopige cijfers over 2008.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 61 van 99

• De raming van de verzoekschriftencategorie ‘echtscheiding’ in de sector civiel komt tot stand door de ontwikkeling gelijk te veronderstellen aan de geraamde ontwikkeling van het aantal van echt scheidende personen.

• De ramingen van de verzoekschriftencategorieën ‘faillissementen/surseances’ en ‘schuldsaneringen’ komen tot stand door de geraamde ontwikkeling van het totale aantal insolventies te verdelen volgens de verhouding tussen de twee deelcategorieën in 2007.

• De raming van de verzoekschriftencategorie ‘uitgesproken insolventies’ in de sector civiel komt tot stand door de ontwikkeling gelijk te veronderstellen aan de geraamde ontwikkeling van de insolventierekesten.

• De instroom van de verzoekschriftencategorie ‘presidentenrekesten’ in de sector civiel wordt geraamd met behulp van trendextrapolatie.

6.3 Bestuursrechtspraak

Indien een (rechts)persoon een conflict heeft met een bestuursorgaan over een door het bestuursorgaan genomen besluit, kan bezwaar worden gemaakt bij dat orgaan. Tegen een besluit op bezwaar kan vervolgens beroep worden ingesteld. Wanneer, via deze beroepsprocedure, een onafhankelijke rechter om een oordeel wordt gevraagd over de rechtmatigheid van besluiten, spreken we van bestuursrechtspraak. In het PMJ wordt de instroom bij de bestuursrechter gemodelleerd. De organisatie van de bestuursrechtspraak wijkt iets af van de rechtspraak in het kader van het strafrecht en civiel recht: niet alle zaken stromen in eerste aanleg in bij de rechtbank, en niet voor alle zaakstypen is hoger beroep mogelijk. Figuur 6.11 geeft schematisch weer welke relaties in het model van de bestuursrechtspraak zijn gelegd. In het model wordt onderscheid gemaakt tussen voorlopige voorzieningen (totaal) en bodemzaken van verschillende typen: ambtenarenzaken, sociale verzekeringszaken, bijstandzaken, ex-AROB-zaken, en verder belastingzaken (bij rechtbanken en hoven) en pensioenzaken (bij de Centrale Raad van Beroep).De afdeling rechtspraak van de Raad van State valt buiten de begroting van het ministerie van Justitie. Daarom worden de daar behandelde zaken, zoals de hoger beroepen in ex-AROB-zaken, buiten dit overzicht gehouden. De zaken die worden behandeld door het College van Beroep in het bedrijfsleven worden wel door justitie gefinancierd, maar zijn (nog) geen onderdeel van het PMJ. Ook vreemdelingenzaken vallen buiten PMJ-Bestuur.

Figuur 6.11 Bestuursrechtspraak in het PMJ*

buiten justitiebegroting

Achtergrond-factoren**

CRvBInstroom 1e aanleg

rechtbank, bestuurBelastingzaken

1e aanleg

Raad van StateInstroom 1e aanleg

gerechtshofInstroom hoger beroep

Hoge RaadInstroom cassatie

CRvBInstroom hoger beroep

Raad van StateInstroom hoger beroep

rechtbank, bestuurOverige bestuurszaken

1e aanleg

buiten justitiebegroting

Achtergrond-factoren**

CRvBInstroom 1e aanleg

rechtbank, bestuurBelastingzaken

1e aanleg

Raad van StateInstroom 1e aanleg

gerechtshofInstroom hoger beroep

Hoge RaadInstroom cassatie

CRvBInstroom hoger beroep

Raad van StateInstroom hoger beroep

rechtbank, bestuurOverige bestuurszaken

1e aanleg

* Per 1 januari 2005 is de belastingrechtspraak grondig herzien. Dit schema geeft de gang van

zaken vanaf 2005 weer.

** Zie figuur 2.2 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

Page 51: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

50 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 6.3 Verwachte ontwikkelingen in de bestuursrechtspraak, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Rechtbank sector bestuur

Totale instroom (excl. belastingzaken) 63,6 8,5 0,1 15,5 18,8 6,0 5,9 6,1

Rechtbank/gerechtshof

Belastingzaken, 1e aanleg 22,2 3,4 -4,9 11,3 3,5 3,6 3,7 3,8

Gerechtshof

Belastingzaken, hoger beroep 22,2 3,4 -4,9 11,3 3,5 3,6 3,7 3,8

Hoge Raad

Belastingzaken, cassatie 22,2 3,4 -4,9 11,3 3,5 3,6 3,7 3,8

Centrale Raad van Beroep

Totale instroom 92,0 11,5 -2,4 25,4 29,6 6,6 6,4 6,7

Rechtbank• De totale instroom van bestuurszaken (exclusief belastingzaken) bij de rechtbanken zal in de periode

2008-2014 naar verwachting met 64 procent stijgen. • Binnen deze groep zaken is de stijging het sterkst bij de bijstandszaken en de ex-AROB-zaken.

Trendmatige ontwikkelingen spelen hierbij een belangrijke rol. Figuur 6.12 brengt de ontwikkelingen in het aantal bestuurszaken per zaakstype in beeld, waarbij 2008 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 6.12 Instroom bestuurszaken rechtbanken (exclusief belastingzaken), 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 63 van 99

0

10 000

20 000

30 000

40 000

50 000

60 000

70 000

80 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

voorlopige voorzieningen

ex-AROB

bijstand

sociale verzekeringen

ambtenaren

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Rechtbank/gerechtshof • De instroom van belastingzaken in eerste aanleg bij rechtbanken en

gerechtshoven zal in de periode 2008-2014 naar verwachting met 22 procent stijgen. Daarbij is ervan uitgegaan dat de vierjaarlijkse piek in de zaken als gevolg van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) vanwege de in 2007 ingevoerde jaarlijkse WOZ-waardering niet meer optreedt.

Gerechtshof• De instroom van belastingzaken in hoger beroep groeit in de raming parallel met

de groei in eerste aanleg.

Hoge Raad• De instroom van belastingzaken in cassatie groeit in de raming parallel aan de

instroom van belastingzaken in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep • De instroom van bestuurszaken bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) ligt in

2014 naar verwachting 92 procent hoger dan in 2008. In 2009 is overigens nog een daling voorzien.

• Het aantal beroepszaken bij de CRvB hangt enerzijds samen met de instroom van zaken in eerste aanleg en anderzijds met de appelratio. De appelratio’s laten bij bijstandszaken enige trendmatige daling zien, bij de ambtenarenzaken en de sociale verzekeringszaken enige trendmatige stijging. In combinatie met de ontwikkelingen in eerste aanleg leidt dit in het eerste jaar tot een voorziene daling van de instroom. Daarna overheerst het effect van stijgende instroom in de eerste lijn en de stijging van de appelratio’s bij sociale verzekerings- en ambtenarenzaken.

• Binnen de groep van bestuurszaken bij de CRvB laten de relatief kleine groepen pensioenzaken een daling zien, terwijl de sociale verzekeringszaken de grootste

Page 52: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 51Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Rechtbank/gerechtshof• De instroom van belastingzaken in eerste aanleg bij rechtbanken en gerechtshoven zal in de periode

2008-2014 naar verwachting met 22 procent stijgen. Daarbij is ervan uitgegaan dat de vierjaarlijkse piek in de zaken als gevolg van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) vanwege de in 2007 ingevoerde jaarlijkse WOZ-waardering niet meer optreedt.

Gerechtshof • De instroom van belastingzaken in hoger beroep groeit in de raming parallel met de groei in eerste

aanleg.

Hoge Raad • De instroom van belastingzaken in cassatie groeit in de raming parallel aan de instroom van belastingza-

ken in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep• De instroom van bestuurszaken bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) ligt in 2014 naar verwachting 92

procent hoger dan in 2008. In 2009 is overigens nog een daling voorzien. • Het aantal beroepszaken bij de CRvB hangt enerzijds samen met de instroom van zaken in eerste aanleg

en anderzijds met de appelratio. De appelratio’s laten bij bijstandszaken enige trendmatige daling zien, bij de ambtenarenzaken en de sociale verzekeringszaken enige trendmatige stijging. In combinatie met de ontwikkelingen in eerste aanleg leidt dit in het eerste jaar tot een voorziene daling van de instroom. Daarna overheerst het effect van stijgende instroom in de eerste lijn en de stijging van de appelratio’s bij sociale verzekerings- en ambtenarenzaken.

• Binnen de groep van bestuurszaken bij de CRvB laten de relatief kleine groepen pensioenzaken een daling zien, terwijl de sociale verzekeringszaken de grootste stijging vertonen. De pensioenzaken betreffen met name zaken rond uitkeringen aan oorlogsslachtoffers, die tot 2007 een sterke trendmatige daling laten zien.

Figuur 6.13 brengt de ontwikkelingen bij de CRvB per zaakstype in beeld. Figuur 6.14 toont vervolgens de ontwikkeling van de instroom van bestuurszaken bij de verschillende gerechten in de periode 2000-2014. In beide figuren is 2008 het laatst bekende realisatiejaar.

Figuur 6.13 Instroom bestuurszaken bij de Centrale Raad van Beroep, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 64 van 99

stijging vertonen. De pensioenzaken betreffen met name zaken rond uitkeringen aan oorlogsslachtoffers, die tot 2007 een sterke trendmatige daling laten zien.

Figuur 6.13 brengt de ontwikkelingen bij de CRvB per zaakstype in beeld. Figuur 6.14 toont vervolgens de ontwikkeling van de instroom van bestuurszaken bij de verschillende gerechten in de periode 2000-2014. In beide figuren is 2008 het laatst bekende realisatiejaar.

Figuur 6.13 Instroom bestuurszaken bij de Centrale Raad van Beroep, 2000-2014

0

2 000

4 000

6 000

8 000

10 000

12 000

14 000

16 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

bijstand

sociale verzekeringen

ambtenaren

pensioen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

Figuur 6.14 Instroom bestuurszaken bij de verschillende gerechten, 2000-2014

Page 53: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

52 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 6.14 Instroom bestuurszaken bij de verschillende gerechten, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

6.3.2 Opmerkingen • Vreemdelingenzaken zijn niet in het PMJ opgenomen. De directie Migratiebeleid maakt hiervoor

ramingen met behulp van de zogenaamde Basisrekenmodellen.• De instroom van zaken bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven is nog niet opgenomen in het

PMJ.• Trendmatige ontwikkelingen die niet worden verklaard door ontwikkelingen in de achtergrondfactoren

blijven van groot belang in het PMJ. Wel is het aantal typen zaken waarvoor (deels) een verklaringsmodel is toegepast, ten opzichte van vorig jaar gestegen. Alleen de prognoses bij de belastingzaken betreffende lagere overheden (niet WOZ/OZB) en de instroom van pensioenzaken bij de Centrale Raad van Beroep komen geheel tot stand via trendextrapolatie. Bij andere typen zaken is de invloed van de economische conjunctuur nadrukkelijk aanwezig.

• Verondersteld is dat de appel- en cassatieratio’s van belastingzaken vanaf 2007 constant zijn.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 65 van 99

0

10 000

20 000

30 000

40 000

50 000

60 000

70 000

80 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Rechtbank (excl. belastingzaken

Belastingzaken (1e aanleg)

Centrale Raad van Beroep

Belastingzaken (hoger beroep)

Belastingzaken (cassatie)

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CBS, Rvdr; bewerking: WODC/Rvdr

6.3.2 Opmerkingen

• Vreemdelingenzaken zijn niet in het PMJ opgenomen. De directie Migratiebeleid maakt hiervoor ramingen met behulp van de zogenaamde Basisrekenmodellen.

• De instroom van zaken bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven is nog niet opgenomen in het PMJ.

• Trendmatige ontwikkelingen die niet worden verklaard door ontwikkelingen in de achtergrondfactoren blijven van groot belang in het PMJ. Wel is het aantal typen zaken waarvoor (deels) een verklaringsmodel is toegepast, ten opzichte van vorig jaar gestegen. Alleen de prognoses bij de belastingzaken betreffende lagere overheden (niet WOZ/OZB) en de instroom van pensioenzaken bij de Centrale Raad van Beroep komen geheel tot stand via trendextrapolatie. Bij andere typen zaken is de invloed van de economische conjunctuur nadrukkelijk aanwezig.

• Verondersteld is dat de appel- en cassatieratio’s van belastingzaken vanaf 2007 constant zijn.

Page 54: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 53Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

7 TenuitvoerleggingNadat het Openbaar Ministerie een transactie heeft aangeboden of de rechter een straf of maatregel heeft opgelegd, kan deze sanctie door diverse instanties ten uitvoer worden gelegd. De vier belangrijkste sancties voor volwassenen zijn (on)voorwaardelijke vrijheidsstraf, taakstraf, boete en terbeschikkingstelling (tbs). Daarnaast kan de rechter andere maatregelen opleggen, zoals bijvoorbeeld een ontnemingsmaatregel, een ISD-maatregel, een ontzegging van de rijbevoegdheid of een schadevergoedingsmaatregel. Deze sancties kunnen in combinatie met elkaar voorkomen. De belangrijkste sancties voor minderjarigen zijn (on)voorwaardelijke jeugddetentie, taakstraf, boete en plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ). Minderjarige verdachten van een licht misdrijf die niet eerder met politie en justitie in aanraking zijn geweest kunnen door de politie worden doorverwezen naar een Halt-bureau. Verkeersboetes in het kader van de WAHV worden direct naar het CJIB doorgestuurd zonder tussenkomst van de Officier van Justitie of een rechter. De tenuitvoerlegging van korte vrijheidsstraffen en vervangende hechtenissen worden gecoördineerd door het Landelijke Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA). Indien gedetineerden klachten hebben over hun verblijf in de cel, dan kunnen zij terecht bij Raad voor Strafrechtspleging en Jeugdbescherming (RSJ). Figuur 7.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de tenuitvoerlegging. De feitelijke tenuitvoerlegging van taakstraffen gebeurt door de reclassering en komt in het desbetreffende hoofdstuk aan bod.

Figuur 7.1 Tenuitvoerlegging in het PMJ

7.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 7.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de tenuitvoer-legging weer. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Voor de CJIB-items is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008. Voor de berekening van de capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen (GW) wordt gebruikt gemaakt van geschatte aantallen

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 68 van 99

rechtbankSchuldigverklaringen

djiCapaciteitsbehoefte gevangeniswezen

Werkloosheidpercentage

cjibSchadevergoedingen

cjibVrijheidsstraffen (LCA)

rechtbankVrijheidsstraffen

cjibGeldboetes (Strabis)

cjibOntnemingsmaatregelen

rechtbankTaakstraffen

Openbaar ministerieGeldsomtransacties

rsjberoepszaken

cijbInstroom WAHV

rechtbankTBS-maatregel

rechtbankGeldboetes

openbaar ministerieTaakstraffen

cjibTaakstraffen

rsjOverige zaken

cjibTransacties (TRIAS)

djiCapaciteitsbehoefte tbs-klinieken

rsjdoorzendigen

djiOpvanginrichtingen (strafrechtelijk)

djiBehandelinrichtingen (strafrechtelijk)

djiOpvanginrichtingen (civielrechtelijk)

djiBehandelinrichtingen (civielrechtelijk)

rechtbankJeugddetentie

rechtbankPIJ-maatregel

politieVerdachten

halt nederlandHalt-verwijzing

halt nederlandStop-verwijzing

rvdkOTS-maatregel

rvdkTaakstraffen

Motorvoertuigen

2e generatie allochtone jongeren

rechtbankISD-maatregel

rechtbankPenitentiaire Programma’s

politieVH niet gevolgd

door vrijheidsstraf

rechtbankSchuldigverklaringen

djiCapaciteitsbehoefte gevangeniswezen

Werkloosheidpercentage

cjibSchadevergoedingen

cjibVrijheidsstraffen (LCA)

rechtbankVrijheidsstraffen

cjibGeldboetes (Strabis)

cjibOntnemingsmaatregelen

rechtbankTaakstraffen

Openbaar ministerieGeldsomtransacties

rsjberoepszaken

cijbInstroom WAHV

rechtbankTBS-maatregel

rechtbankGeldboetes

openbaar ministerieTaakstraffen

cjibTaakstraffen

rsjOverige zaken

cjibTransacties (TRIAS)

djiCapaciteitsbehoefte tbs-klinieken

rsjdoorzendigen

djiOpvanginrichtingen (strafrechtelijk)

djiBehandelinrichtingen (strafrechtelijk)

djiOpvanginrichtingen (civielrechtelijk)

djiBehandelinrichtingen (civielrechtelijk)

rechtbankJeugddetentie

rechtbankPIJ-maatregel

politieVerdachten

halt nederlandHalt-verwijzing

halt nederlandStop-verwijzing

rvdkOTS-maatregel

rvdkTaakstraffen

Motorvoertuigen

2e generatie allochtone jongeren

rechtbankISD-maatregel

rechtbankPenitentiaire Programma’s

politieVH niet gevolgd

door vrijheidsstraf

7.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 7.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de tenuitvoerlegging weer. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Voor de CJIB-items is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008. Voor de berekening van de capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen (GW) wordt gebruikt gemaakt van geschatte aantallen gevangenisstraffen over 2008, op basis van cijfers over de eerste acht maanden van 2008, en van de vastgestelde capaciteitsbehoefte ultimo 2007 (in plaats van gemiddeld 2007).

Page 55: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

54 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

gevangenisstraffen over 2008, op basis van cijfers over de eerste acht maanden van 2008, en van de vastgestelde capaciteitsbehoefte ultimo 2007 (in plaats van gemiddeld 2007).

Tabel 7.1 Verwachte ontwikkelingen in de tenuitvoerlegging, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Halt

Halt 18,6 2,9 2,6 2,9 3,0 3,0 3,0 2,7

Stop 1,7 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2

CJIB

Instroom WAHV-zaken 17,5 2,7 3,2 3,0 2,8 2,6 2,5 2,3

Instroom LCA 23,5 3,6 1,5 9,7 8,3 1,9 0,1 0,3

Instroom ontnemingsmaatregelen 5,6 0,9 1,7 1,9 0,8 0,3 0,3 0,5

Instroom schadevergoedingsmaatregelen 5,6 0,9 1,7 1,9 0,8 0,3 0,3 0,5

Instroom geldboetevonnissen 28,8 4,3 -0,8 14,8 13,3 2,1 -1,1 -1,1

Instroom transacties 23,6 3,6 14,2 15,6 -2,9 -1,2 -1,2 -1,2

Instroom taakstraffen 23,2 3,5 5,9 4,7 3,2 2,4 2,5 2,6

Uitstroom WAHV-zaken 19,2 3,0 4,2 3,1 2,9 2,7 2,5 2,4

Uitstroom LCA 11,5 1,8 -8,7 5,6 8,9 5,0 1,0 0,2

Uitstroom ontnemingsmaatregelen -2,3 -0,4 3,3 -4,5 -3,2 1,1 0,8 0,4

Uitstroom schadevergoedingsmaatregelen -20,0 -3,6 -21,9 -1,0 1,1 1,1 0,8 0,5

Uitstroom geldboetevonnissen 14,4 2,3 -8,7 0,7 8,9 9,4 4,4 0,0

Uitstroom transacties 25,4 3,8 8,0 15,0 5,7 -2,1 -1,2 -1,2

Uitstroom taakstraffen 9,8 1,6 -7,0 5,3 3,9 2,8 2,4 2,5

DJI, volwassenen

Totale capaciteitsbehoefte GW incl. cap.

marge (excl. vreemdelingenbewaring) 1,2 0,2 -2,3 -0,2 1,0 1,4 0,9 0,4

waaronder

Capaciteitsbehoefte GW, preventief, excl. capaciteitsmarge 8,0 1,3 -0,9 1,1 1,3 2,1 2,1 2,0

Cap. beh. GW arrestanten excl. lopende vonnissen, incl. gijz., excl. cap. marges 4,4 0,7 -10,7 0,2 1,8 6,5 5,9 1,7

Cap. beh. GW vrouwen, incl. cap. marge (excl. vreemdelingenbewaring) 10,3 1,6 -0,8 1,2 2,5 2,8 2,3 1,8

TBS-opleggingen 11,5 1,8 4,4 3,1 1,5 0,5 0,7 0,9

Cap. beh. tbs-klinieken, behandel 6,8 1,1 2,8 1,9 1,3 1,1 -0,5 0,0

Cap. beh. tbs-klinieken, verblijf 6,8 1,1 2,8 1,9 1,3 1,1 -0,5 0,0

Page 56: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 55Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

vervolg tabel 7.1

DJI, jeugd

Capaciteitsbehoefte civielrechtelijke opvangplaatsen, incl. cap. marge 17,8 2,8 0,9 2,3 2,6 3,1 3,7 4,0

Capaciteitsbehoefte civielrechtelijke behandelplaatsen, incl. cap. marge 3,3 0,5 0,2 0,5 0,5 0,6 0,7 0,8

Cap. beh. strafrechtelijke opvang-plaatsen, incl. cap. marge (excl. AMV) 19,1 3,0 0,8 5,2 3,9 3,0 2,5 2,3

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Capaciteitsbehoefte strafrechtelijke behandelplaatsen, incl. cap. marge 8,2 1,3 -1,0 0,2 1,7 2,2 2,3 2,7

minderjarige vreemdelingenbewaring 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

RSJ

instroom beroepszaken 6,4 1,0 -0,8 1,0 1,2 1,8 1,7 1,3

instroom doorzendingen -10,3 -1,8 -5,9 -3,1 -0,3 -0,1 -0,5 -0,8

instroom overige zaken -7,3 -1,2 2,4 -0,9 -2,4 -2,8 -2,2 -1,6

uitstroom beroepszaken 6,7 1,1 0,5 0,1 1,1 1,5 1,7 1,5

uitstroom doorzendingen -10,3 -1,8 -5,9 -3,1 -0,3 -0,1 -0,5 -0,8

uitstroom overige zaken -1,9 -0,3 6,2 0,7 -1,6 -2,6 -2,5 -1,9

Algemeen• De instroom van WAHV-zaken zal in de periode 2008-2014 naar verwachting nog verder stijgen met 18

procent (zie figuur 7.2). De instroom van WAHV-zaken is gerelateerd aan de groei van het aantal motorvoertuigen.

• Het aantal transacties bij het CJIB stijgt met circa 24 procent in de periode 2008-2014. Dit is het gevolg van de groeiende bevolkingsomvang, werkloosheidspercentage en eerste en tweede generatie niet westerse allochtone jongeren.

• Het aantal geldboetevonnissen zal ook verder stijgen. Over de hele periode 2008-2014 wordt een stijging van bijna 29 procent verwacht (zie figuur 7.3). Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwachte stijging van het aantal strafrechtboetes in kantonzaken bij volwassenen.

• De instroom van vrijheidsstraffen (incl. mislukte taakstraffen) bij het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) zal in de periode 2008-2014 met ruim 11 procent toenemen als gevolg van de verwachte toename van het aantal korte vrijheidsstraffen (tot één jaar) en het aantal taakstraffen afgedaan door vervangende hechtenis (zie figuur 7.3).

• Het aantal ontnemingsmaatregelen alsmede het aantal schadevergoedingsmaatregelen zullen stijgen met bijna 6 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal schuldigverklaringen (zie figuur 7.3).

• Het aantal doorzendingen bij de RSJ zal met ruim 10 procent dalen in de periode 2008-2014 (zie figuur 7.4). Dit is het gevolg van de daling van de capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen, de tbs-klinieken en de justitiële jeugdinrichtingen.

Page 57: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

56 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 7.2 WAHV-zaken en (politie)transacties, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

Figuur 7.3 Overige CJIB-producten, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

Volwassenen• De instroom van het aantal taakstraffen bij het CJIB zal met 23 procent stijgen in de periode 2008-2014 als

gevolg van het toegenomen aantal dagvaardingen (zie figuur 7.3). • De totale capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen blijft nagenoeg constant in de periode 2008-2014

(zie figuur 7.5). In eerste instantie daalt de behoefte nog om vanaf 2011 weer te gaan stijgen. De daling wordt veroorzaakt doordat het aantal schuldigverklaringen ten opzichte van het aantal dagvaardingen gedaald is. Vanaf 2011 neemt de capaciteitsbehoefte weer toe doordat het aantal vervangende hechtenis-sen als gevolg van mislukte taakstraffen en niet betaalde boetes stijgt (zie figuur 7.6).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 71 van 99

-180.000

-140.000

-100.000

-60.000

-20.000

20.000

60.000

100.000

140.000

180.000

220.000

260.000

300.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

100.000

110.000

120.000

aant

al

Geldboetevonnissen

taakstraffen meerderjarigen

Instroom LCA

Schadevergoedings-maatregelen

Ontnemingsmaatregelen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

Figuur 7.4 Instroom RSJ, 2002-2014

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

4.500

5.000

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

instroom overige zaken

instroom doorzendingen

instroom beroepszaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: RSJ, bewerking WODC

Volwassenen • De instroom van het aantal taakstraffen bij het CJIB zal met 23 procent stijgen

in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal dagvaardingen (zie figuur 7.3).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 70 van 99

werkloosheidspercentage en eerste en tweede generatie niet westerse allochtone jongeren.

• Het aantal geldboetevonnissen zal ook verder stijgen. Over de hele periode 2008-2014 wordt een stijging van bijna 29 procent verwacht (zie figuur 7.3). Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwachte stijging van het aantal strafrechtboetes in kantonzaken bij volwassenen.

• De instroom van vrijheidsstraffen (incl. mislukte taakstraffen) bij het Landelijk Coördinatiepunt Arrestatiebevelen (LCA) zal in de periode 2008-2014 met ruim 11 procent toenemen als gevolg van de verwachte toename van het aantal korte vrijheidsstraffen (tot één jaar) en het aantal taakstraffen afgedaan door vervangende hechtenis (zie figuur 7.3).

• Het aantal ontnemingsmaatregelen alsmede het aantal schadevergoedingsmaatregelen zullen stijgen met bijna 6 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal schuldigverklaringen (zie figuur 7.3).

• Het aantal doorzendingen bij de RSJ zal met ruim 10 procent dalen in de periode 2008-2014 (zie figuur 7.4). Dit is het gevolg van de daling van de capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen, de tbs-klinieken en de justitiële jeugdinrichtingen.

Figuur 7.2 WAHV-zaken en (politie)transacties, 2000-2014

-14.000.000

-11.000.000

-8.000.000

-5.000.000

-2.000.000

1.000.000

4.000.000

7.000.000

10.000.000

13.000.000

16.000.000

19.000.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

200.000

400.000

600.000

800.000

1.000.000

1.200.000

1.400.000

1.600.000

1.800.000

2.000.000

2.200.000

aant

al

Instroom WAHV-zaken

Transacties

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

Figuur 7.3 Overige CJIB-producten, 2000-2014

Page 58: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 57Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 7.4 Instroom RSJ, 2002-2014

Bron realisatiecijfers: RSJ, bewerking WODC

Figuur 7.5 Intramurale capaciteitsbehoefte voor volwassenen, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

Jeugd• Het aantal te starten Halt-verwijzingen stijgt met bijna 19 procent in de periode 2008-2014 (zie figuur 7.7).

De stijging van het aantal te starten Halt-verwijzingen is het gevolg van de toename in het aantal jeugdige verdachten van een eenvoudige diefstal en in het aantal tweede generatie niet-westerse minderjarige allochtonen.

• Het aantal te starten STOP-verwijzingen stijgt in dezelfde periode met ongeveer 2 procent. Deze stijging is het gevolg van het aantal minderjarige verdachten van eenvoudige diefstal.

• In de periode 2008-2014 stijgt de capaciteitsbehoefte van civiele opvang- en behandelinrichtingen met respectievelijk 18 procent en 3 procent als gevolg van de verwachte toename van het aantal ots-maatrege-len (zie figuur 7.8).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 71 van 99

-180.000

-140.000

-100.000

-60.000

-20.000

20.000

60.000

100.000

140.000

180.000

220.000

260.000

300.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

100.000

110.000

120.000

aant

al

Geldboetevonnissen

taakstraffen meerderjarigen

Instroom LCA

Schadevergoedings-maatregelen

Ontnemingsmaatregelen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: CJIB, bewerking WODC

Figuur 7.4 Instroom RSJ, 2002-2014

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

4.500

5.000

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

instroom overige zaken

instroom doorzendingen

instroom beroepszaken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: RSJ, bewerking WODC

Volwassenen • De instroom van het aantal taakstraffen bij het CJIB zal met 23 procent stijgen

in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal dagvaardingen (zie figuur 7.3).

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 72 van 99

• De totale capaciteitsbehoefte van het gevangeniswezen blijft nagenoeg constant in de periode 2008-2014 (zie figuur 7.5). In eerste instantie daalt de behoefte nog om vanaf 2011 weer te gaan stijgen. De daling wordt veroorzaakt doordat het aantal schuldigverklaringen ten opzichte van het aantal dagvaardingen gedaald is. Vanaf 2011 neemt de capaciteitsbehoefte weer toe doordat het aantal vervangende hechtenissen als gevolg van mislukte taakstraffen en niet betaalde boetes stijgt (zie figuur 7.6).

Figuur 7.5 Intramurale capaciteitsbehoefte voor volwassenen, 2000-2014

0

2 000

4 000

6 000

8 000

10 000

12 000

14 000

16 000

18 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

plaa

tsen

Capaciteitsbehoefte GW(excl.vreemdelingenbewaring)

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

Figuur 7.6 Samenstelling capaciteitsbehoefte gevangeniswezen, 2000-2014

Page 59: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

58 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

• De capaciteitsbehoefte van zowel strafrechtelijke opvanginrichtingen als strafrechtelijke behandelinrich-tingen stijgt met respectievelijk 19 procent en 9 procent in de periode 2008-2014. Dit is het gevolg van de verwachte toename van het aantal jeugddetenties, het aantal voorlopige hechtenissen niet gevolgd door een vrijheidsstraf, de te verwachten stijging in het aantal ZM-taakstraffen, de gemiddelde duur van de ZM-taakstraffen (zie figuur 7.8) en de verhoging van de capaciteitsmarge.

Figuur 7.6 Samenstelling capaciteitsbehoefte gevangeniswezen, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: OBJD, bewerking WODC

Figuur 7.7 Te starten Halt- en Stop-afdoeningen, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: Halt Nederland, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 74 van 99

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Te starten Halt-afdoeningen

Te starten Stop-afdoeningen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Halt Nederland, bewerking WODC

Figuur 7.8 Capaciteitsbehoefte Justitiële Jeugdinrichtingen, 2000-2014

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

plaa

tsen

Alleenstaande minderjarigevreemdelingenopvang

Capaciteitsbehoeftebehandelinrichtingen(strafrechtelijk)Capaciteitsbehoefteopvanginrichtingen (strafrechtelijk)

Capaciteitsbehoeftebehandelinrichtingen (civiel)

Capaciteitsbehoefteopvanginrichtingen (civiel)

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

7.2 Opmerkingen

• De capaciteitsmarge is vanaf 2007 8,7 procent voor alle inrichtingen van het gevangeniswezen (behalve voor zelfmeldinrichtingen). Tot en met 1999 bedroeg de capaciteitsmarge voor gevangenissen 5 procent en voor de huizen van

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 73 van 99

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

plaa

tsen

indirecte capaciteitsbehoefte(vervangende hechtenis e.d.)

> 4 jaar vrijheidsstraf

>2 jaar, <=4 jaar vrijheidsstraf

>1 jaar, <=2 jaar vrijheidsstraf

>4 mnd, <= 1 jaar vrijheidsstraf

<= 4 mnd vrijheidsstraf

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: OBJD, bewerking WODC

Jeugd• Het aantal te starten Halt-verwijzingen stijgt met bijna 19 procent in de periode

2008-2014 (zie figuur 7.7). De stijging van het aantal te starten Halt-verwijzingen is het gevolg van de toename in het aantal jeugdige verdachten van een eenvoudige diefstal en in het aantal tweede generatie niet-westerse minderjarige allochtonen.

• Het aantal te starten STOP-verwijzingen stijgt in dezelfde periode met ongeveer 2 procent. Deze stijging is het gevolg van het aantal minderjarige verdachten van eenvoudige diefstal.

• In de periode 2008-2014 stijgt de capaciteitsbehoefte van civiele opvang- en behandelinrichtingen met respectievelijk 18 procent en 3 procent als gevolg van de verwachte toename van het aantal ots-maatregelen (zie figuur 7.8).

• De capaciteitsbehoefte van zowel strafrechtelijke opvanginrichtingen als strafrechtelijke behandelinrichtingen stijgt met respectievelijk 19 procent en 9 procent in de periode 2008-2014. Dit is het gevolg van de verwachte toename van het aantal jeugddetenties, het aantal voorlopige hechtenissen niet gevolgd door een vrijheidsstraf, de te verwachten stijging in het aantal ZM-taakstraffen, de gemiddelde duur van de ZM-taakstraffen (zie figuur 7.8) en de verhoging van de capaciteitsmarge.

Figuur 7.7 Te starten Halt- en Stop-afdoeningen, 2000-2014

Page 60: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 59Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 7.8 Capaciteitsbehoefte Justitiële Jeugdinrichtingen, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

7.2 Opmerkingen

• De capaciteitsmarge is vanaf 2007 8,7 procent voor alle inrichtingen van het gevangeniswezen (behalve voor zelfmeldinrichtingen). Tot en met 1999 bedroeg de capaciteitsmarge voor gevangenissen 5 procent en voor de huizen van bewaring 10 procent. Van 2000 tot en met 2006 was de capaciteitsmarge 3,8 procent.

• De capaciteitsmarge voor tbs-klinieken is 1 procent.• De capaciteitsmarge voor civiele behandelplaatsen is 5 procent.• De capaciteitsmarge voor civiele opvangplaatsen is 7,5 procent.• De capaciteitsmarge voor strafrechtelijke opvang en behandelplaatsen is 10 procent m.i.v. 1 januari 2008.

Daarvoor was het respectievelijk 7,5 en 5 procent.• Het model doet geen uitspraak over de mate waarin een toename van de behoefte tot een daadwerkelijke

bezetting van cellen leidt. Capaciteitsproblemen bij aanleverende instanties en regionale verschillen kunnen ertoe leiden dat de bezetting afwijkt van de behoefte.

• De gemiddelde duur van de vrijheidsstraffen wordt in de prognose constant gehouden, tenzij de coëfficiënt van de groei significant is.

• VI-zaken zijn nog niet opgenomen in het model.• OM-strafbeschikkingen zijn nog niet opgenomen in het model.• De nieuwe VI-regels zijn nog niet verwerkt in de ramingen.• De capaciteitsbehoefte voor de ISD is onderdeel van de capaciteitsbehoefte het gevangeniswezen.• De vervangende hechtenis percentages worden in de prognose constant gehouden, tenzij de coëfficiënt

van de groei significant is. • De raming voor de civielrechtelijke plaatsen in justitiële jeugdinrichtingen is nog gebaseerd op de oude

situatie waarin deze plaatsen onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie vallen. Doordat deze plaatsen in de toekomst onder het ministerie van Jeugd en Gezin zullen vallen, is het heel goed mogelijk dat het beleid op dit terrein structureel zal gaan wijzigen. Ramingen gebaseerd op de oude situatie zijn dan niet meer valide.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 74 van 99

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Te starten Halt-afdoeningen

Te starten Stop-afdoeningen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: Halt Nederland, bewerking WODC

Figuur 7.8 Capaciteitsbehoefte Justitiële Jeugdinrichtingen, 2000-2014

0

500

1.000

1.500

2.000

2.500

3.000

3.500

4.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

plaa

tsen

Alleenstaande minderjarigevreemdelingenopvang

Capaciteitsbehoeftebehandelinrichtingen(strafrechtelijk)Capaciteitsbehoefteopvanginrichtingen (strafrechtelijk)

Capaciteitsbehoeftebehandelinrichtingen (civiel)

Capaciteitsbehoefteopvanginrichtingen (civiel)

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

7.2 Opmerkingen

• De capaciteitsmarge is vanaf 2007 8,7 procent voor alle inrichtingen van het gevangeniswezen (behalve voor zelfmeldinrichtingen). Tot en met 1999 bedroeg de capaciteitsmarge voor gevangenissen 5 procent en voor de huizen van

Page 61: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

60 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 62: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 61Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

8 Reclassering en KinderbeschermingIn dit hoofdstuk komen de reclasseringsproducten en de kinderbescherming aan de orde. Voor volwasse-nen is een raming gemaakt van de vroeghulpbezoeken, voorlichtingsrapportages, adviesrapportages, maatregelrapportages, het aantal te starten taakstraffen, toeleiding naar zorg, toezicht en diagnoses. De jeugdreclassering zal meestal worden ingeschakeld voor advies en begeleiding van minderjarigen. Dit kan via een reguliere jeugdreclasseringsmaatregel of via individuele trajectbegeleiding (ITB). Deze laatste maatregel is beschikbaar voor twee groepen jongeren: ITB-harde-kern voor stelselmatige daders en ITB-criem voor allochtone jongeren. Indien er naast een jeugdreclasseringsmaatregel ook een civiele maatregel (ots) tegen de jongere loopt, is er sprake van samenloop. Ook kunnen jongeren aan een scholings- of trainingsprogramma (STP) deelnemen. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) voert basis- en uitgebreide strafonderzoeken uit, vordert ots-maatregelen en coördineert de taakstraffen van minderjarigen. De taakstraffen van minderjarigen worden door Bureau Jeugdzorg begeleid. Figuur 8.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het reclasseringstraject.

Figuur 8.1 Reclassering en kinderbescherming in het PMJ

* Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

8.1 Verwachting tot en met 2014Tabel 8.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de reclassering en kinderbescherming weer. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Voor te starten taakstraffen (OM en ZM), basisonderzoeken en uitgebreide strafonderzoeken bij de Raad voor de Kinderbescherming is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 77 van 99

8 Reclassering en Kinderbescherming

In dit hoofdstuk komen de reclasseringsproducten en de kinderbescherming aan de orde. Voor volwassenen is een raming gemaakt van de vroeghulpbezoeken, voorlichtingsrapportages, adviesrapportages, maatregelrapportages, het aantal te starten taakstraffen, toeleiding naar zorg, toezicht en diagnoses. De jeugdreclassering zal meestal worden ingeschakeld voor advies en begeleiding van minderjarigen. Dit kan via een reguliere jeugdreclasseringsmaatregel of via individuele trajectbegeleiding (ITB). Deze laatste maatregel is beschikbaar voor twee groepen jongeren: ITB-harde-kern voor stelselmatige daders en ITB-criem voor allochtone jongeren. Indien er naast een jeugdreclasseringsmaatregel ook een civiele maatregel (ots) tegen de jongere loopt, is er sprake van samenloop. Ook kunnen jongeren aan een scholings- of trainingsprogramma (STP) deelnemen. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) voert basis- en uitgebreide strafonderzoeken uit, vordert ots-maatregelen en coördineert de taakstraffen van minderjarigen. De taakstraffen van minderjarigen worden door Bureau Jeugdzorg begeleid. Figuur 8.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van het reclasseringstraject.

Figuur 8.1 Reclassering en kinderbescherming in het PMJ

rvdkUitgebreid

strafonderzoekenrvdk

Basisonderzoeken

rechtbankTaakstraffen

rvdk/bjzTe starten

taakstraffenjeugdreclasseringReguliere jeugd-

reclassering

jeugdreclasseringSamenloop

1e en 2e genratieallochtone jongeren

rvdkOTS-maatregel

rechtbankDagvaardingen

rechtbankSchuldig-

verklaringen

jeugdreclasseringITB-Harde Kern

jeugdreclasseringITB-criem

reclasseringVroeghulp-bezoeken

politieVerdachten

omInstroom

reclasseringAdviesrapportages

politieVoorlopige

hechtenissen reclasseringVoorlichtings-rapportages

reclasseringInstroom

taakstraffen

reclasseringMaatregel-rapportages

omTaakstraffen

cjibTaakstraffen

rechtbankTbs-opleggingen

rvdk/bjzMislukte

taakstraffen

reclasseringToeleiding zorg

reclasseringToezicht

rechtbankVrijheidsstraffen

Jongeren in vier grote steden

Achtergrond-factoren*

reclasseringDiagnose

rvdkUitgebreid

strafonderzoekenrvdk

Basisonderzoeken

rechtbankTaakstraffen

rvdk/bjzTe starten

taakstraffenjeugdreclasseringReguliere jeugd-

reclassering

jeugdreclasseringSamenloop

1e en 2e genratieallochtone jongeren

rvdkOTS-maatregel

rechtbankDagvaardingen

rechtbankSchuldig-

verklaringen

jeugdreclasseringITB-Harde Kern

jeugdreclasseringITB-criem

reclasseringVroeghulp-bezoeken

politieVerdachten

omInstroom

reclasseringAdviesrapportages

politieVoorlopige

hechtenissen reclasseringVoorlichtings-rapportages

reclasseringInstroom

taakstraffen

reclasseringMaatregel-rapportages

omTaakstraffen

cjibTaakstraffen

rechtbankTbs-opleggingen

rvdk/bjzMislukte

taakstraffen

reclasseringToeleiding zorg

reclasseringToezicht

rechtbankVrijheidsstraffen

Jongeren in vier grote steden

Achtergrond-factoren*

reclasseringDiagnose

* Zie figuur 2.1 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

Page 63: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

62 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 8.1 Verwachte ontwikkelingen op het terrein van reclassering en kinderbescherming, procentuele verande-ring 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Reclassering

Vroeghulpbezoeken 0,2 0,0 -0,1 -0,1 0,1 0,1 0,1 0,1

Voorlichtingsrapportages 3,3 0,5 0,5 1,0 0,4 0,5 0,4 0,4

Adviesrapporten 21,8 3,3 6,9 4,2 2,8 2,0 2,1 2,2

Maatregelrapportages 11,5 1,8 4,4 3,1 1,5 0,5 0,7 0,9

Te starten taakstraffen 23,2 3,5 5,9 4,7 3,2 2,4 2,5 2,6

Toeleidingen zorg 77,8 10,1 12,2 12,2 9,9 9,4 8,7 8,1

Toezichten 79,9 10,3 13,7 12,6 10,4 9,0 8,3 7,8

Diagnoses -83,1 -25,6 -25,5 -25,4 -25,9 -25,8 -25,7 -25,6

Jeugdreclassering

Reguliere jeugdreclassering 33,9 5,0 9,3 5,4 4,4 3,9 3,7 3,4

Samenloop 53,3 7,4 8,6 9,6 6,8 6,2 6,5 6,8

ITB-criem 43,8 6,2 0,3 3,0 5,8 9,0 10,4 9,2

ITB-harde kern 5,3 0,9 -0,1 0,7 0,8 1,0 1,3 1,6

Raad voor de Kinderbescherming

Ots 0 t/m 11 jaar 10,4 1,7 2,1 1,9 1,6 1,5 1,5 1,3

Ots 12 t/m 17 jaar 10,6 1,7 0,5 1,4 1,6 1,9 2,3 2,5

Te starten taakstraffen OM 18,8 2,9 1,8 4,2 4,3 2,5 2,5 2,3

Mislukte taakstraffen OM 28,8 4,3 10,3 4,2 4,3 2,5 2,5 2,3

Te starten taakstraffen ZM 26,4 4,0 5,7 6,5 4,3 2,9 2,4 2,2

Mislukte taakstraffen ZM 20,2 3,1 0,4 6,5 4,3 2,9 2,4 2,2

Basisonderzoek 16,6 2,6 1,1 3,7 3,1 2,7 2,6 2,3

Uitgebreid strafonderzoek 29,5 4,4 12,4 3,7 3,1 2,7 2,6 2,3

Volwassenen• Het aantal voorlichtingsrapportages zal over de periode 2008-2014 stijgen met circa 3 procent als gevolg

van de stijging van het aantal verdachten.• Het aantal adviesrapporten zal naar verwachting stijgen met 22 procent over de periode 2008-2014. Dit is

het gevolg van de verwachte stijging van de instroom van ZM taakstraffen bij het CJIB en het aantal opgelegde vrijheidsstraffen bij overige delicten.

• Het aantal te starten taakstraffen bij de reclassering zal in de periode 2008-2014 stijgen met 23 procent als gevolg van de instroom van taakstraffen bij het CJIB.

• Het aantal maatregelrapportages zal naar verwachting met ruim 11 procent stijgen in de genoemde periode. Dit hangt samen met de toename van tbs-maatregelen.

• Het aantal vroeghulpbezoeken van de reclassering zal naar verwachting nauwelijks stijgen van 2008 -2014 omdat het aantal voorlopige hechtenissen ook nauwelijks stijgt.

• Het aantal toeleidingen naar zorg zal naar verwachting fors stijgen met circa 78 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal verdachten.

• Ook het aantal toezichten zal in deze periode flink stijgen met bijna 80 procent als gevolg van de stijging van het totaal aantal schuldigverklaringen in rechtbankzaken.

• Het aantal diagnoses uitgevoerd door de reclassering zal daarentegen echter fors dalen met 83 procent in de periode 2008-2014 aangezien dit een onderdeel van de RISc-procedure is geworden. RISc staat voor Recidive-inschattingsschalen

De figuren 8.2 en 8.3 geven de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2007 het laatst bekende realisatie-jaar is.

Page 64: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 63Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 8.2 Reclassering: taakstraffen, advies- en voorlichtingsrapporten, diagnose en toezicht, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

Jeugd• Het aantal ondertoezichtstellingen van 0- t/m 11-jarigen zal in de periode 2008-2014 toenemen met 10

procent. Het aantal ondertoezichtstellingen voor 12 t/m 17-jarigen zal in de zelfde periode eveneens met 10 procent toenemen (zie figuur 8.4). De verwachte stijging van het aantal ots-ers van 0- t/m 11-jarigen is het gevolg van de verwachte toename van de omvang van de tweede generatie niet westerse allochtone mannen in de leeftijd van 18 tot 29 jaar en de mate van kerkelijkheid. Bij het aantal ots-ers in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar is de afname van de kerkelijkheid en de toename van het aantal tweede generatie niet westerse allochtonen van 12 t/m 17 jaar van invloed.

• Het aantal te starten taakstraffen OM voor minderjarigen zal in de periode 2008-2014 met 19 procent stijgen. Het aantal te starten taakstraffen ZM voor minderjarigen stijgt met circa 26 procent in de periode 2008-2014 (zie figuur 8.4). Dit is het gevolg van de nog steeds stijgende instroom van minderjarigen in de justitiële keten.

Figuur 8.3 Reclassering: toeleiding zorg, maatregelrapportages en vroeghulpbezoeken, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 79 van 99

• Het aantal vroeghulpbezoeken van de reclassering zal naar verwachting nauwelijks stijgen van 2008 -2014 omdat het aantal voorlopige hechtenissen ook nauwelijks stijgt.

• Het aantal toeleidingen naar zorg zal naar verwachting fors stijgen met circa 78 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van het toegenomen aantal verdachten.

• Ook het aantal toezichten zal in deze periode flink stijgen met bijna 80 procent als gevolg van de stijging van het totaal aantal schuldigverklaringen in rechtbankzaken.

• Het aantal diagnoses uitgevoerd door de reclassering zal daarentegen echter fors dalen met 83 procent in de periode 2008-2014 aangezien dit een onderdeel van de RISc-procedure is geworden. RISc staat voor Recidive-inschattingsschalen

De figuren 8.2 en 8.3 geven de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij 2007 het laatst bekende realisatiejaar is.

Figuur 8.2 Reclassering: taakstraffen, advies- en voorlichtingsrapporten, diagnose en toezicht, 2000-2014

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

45.000

50.000

55.000

60.000

65.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al te starten taakstraffen

Adviesrapporten

Voorlichtingsrapporten

Diagnose

Toezicht

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

Jeugd• Het aantal ondertoezichtstellingen van 0- t/m 11-jarigen zal in de periode 2008-

2014 toenemen met 10 procent. Het aantal ondertoezichtstellingen voor 12 t/m 17-jarigen zal in de zelfde periode eveneens met 10 procent toenemen (zie figuur 8.4). De verwachte stijging van het aantal ots-ers van 0- t/m 11-jarigen is het gevolg van de verwachte toename van de omvang van de tweede generatie niet westerse allochtone mannen in de leeftijd van 18 tot 29 jaar en de mate van kerkelijkheid. Bij het aantal ots-ers in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar is de afname van de kerkelijkheid en de toename van het aantal tweede generatie niet westerse allochtonen van 12 t/m 17 jaar van invloed.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 80 van 99

• Het aantal te starten taakstraffen OM voor minderjarigen zal in de periode 2008-2014 met 19 procent stijgen. Het aantal te starten taakstraffen ZM voor minderjarigen stijgt met circa 26 procent in de periode 2008-2014 (zie figuur 8.4). Dit is het gevolg van de nog steeds stijgende instroom van minderjarigen in de justitiële keten.

Figuur 8.3 Reclassering: toeleiding zorg, maatregelrapportages en vroeghulpbezoeken, 2000-2014

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

12.000

14.000

16.000

18.000

20.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al Toeleiding zorg

Maatregelrapportages

Vroeghulpbezoeken

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

• Het aantal basisonderzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming neemt toe met ongeveer 17 procent in de periode 2008-2014, terwijl het aantal uitgebreide strafonderzoeken van de Raad toeneemt met bijna 30 procent. Deze stijging is enigszins vertekend doordat er sprake is van een dip in het aantal uitgebreide strafonderzoeken in 2008. De verwachting is dat deze daling eenmalig was (zie figuur 8.4).

• Tot en met 2014 zal het aantal reguliere jeugdreclasseringsproducten stijgen met 34 procent ten opzichte van 2008 als gevolg van de verwachte toename van het aantal dagvaardingen in rechtbankzaken (zie figuur 8.5).

• Het aantal samenloopgevallen zal naar verwachting fors toenemen met 53 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van het aantal schuldigverklaringen en het aantal jongeren van 12 tot en met 17 jaar in de vier grote steden (zie figuur 8.5).

• Door het stijgend aantal niet-westerse allochtone jongeren zal het aantal deelnemers aan ITB-criem in de periode 2008-2014 met circa 44 procent toenemen (zie figuur 8.5).

• Het aantal deelnemers aan ITB-harde-kern zal met ongeveer 5 procent toenemen (zie figuur 8.5). Deze toename is het gevolg van de verwachte toename van het aantal jongeren dat in de vier grote steden woont.

Figuur 8.4 Raad voor de Kinderbescherming, 2000-2014

Page 65: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

64 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

• Het aantal basisonderzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming neemt toe met ongeveer 17 procent in de periode 2008-2014, terwijl het aantal uitgebreide strafonderzoeken van de Raad toeneemt met bijna 30 procent. Deze stijging is enigszins vertekend doordat er sprake is van een dip in het aantal uitgebreide strafonderzoeken in 2008. De verwachting is dat deze daling eenmalig was (zie figuur 8.4).

• Tot en met 2014 zal het aantal reguliere jeugdreclasseringsproducten stijgen met 34 procent ten opzichte van 2008 als gevolg van de verwachte toename van het aantal dagvaardingen in rechtbankzaken (zie figuur 8.5).

• Het aantal samenloopgevallen zal naar verwachting fors toenemen met 53 procent in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van het aantal schuldigverklaringen en het aantal jongeren van 12 tot en met 17 jaar in de vier grote steden (zie figuur 8.5).

• Door het stijgend aantal niet-westerse allochtone jongeren zal het aantal deelnemers aan ITB-criem in de periode 2008-2014 met circa 44 procent toenemen (zie figuur 8.5).

• Het aantal deelnemers aan ITB-harde-kern zal met ongeveer 5 procent toenemen (zie figuur 8.5). Deze toename is het gevolg van de verwachte toename van het aantal jongeren dat in de vier grote steden woont.

Figuur 8.4 Raad voor de Kinderbescherming, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: RvdK, bewerking WODC

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 81 van 99

-15.000

-9.000

-3.000

3.000

9.000

15.000

21.000

27.000

33.000

39.000

45.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

3.000

6.000

9.000

12.000

15.000

18.000

21.000

24.000

27.000

30.000

aant

al

Basisonderzoeken

Te starten taakstraffen ZM

Te starten taakstraffen OM

OTS-maatregelen 0-11 jaar

OTS-maatregelen 12-17jaarUitgebreid strafonderzoek

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: RvdK, bewerking WODC

Figuur 8.5 Jeugdreclassering, 2000-2014

-18.000

-14.000

-10.000

-6.000

-2.000

2.000

6.000

10.000

14.000

18.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2.800

3.200

3.600

aant

al

Regulier

ITB-criem

Samenloop

ITB-Harde Kern

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

8.2 Opmerking

• RISc, gedragsinterventies en STP zijn nog niet opgenomen in het model i.v.m. een tekort aan data.

Page 66: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 65Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 8.5 Jeugdreclassering, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

8.2 Opmerking• RISc, gedragsinterventies en STP zijn nog niet opgenomen in het model i.v.m. een tekort aan data

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 81 van 99

-15.000

-9.000

-3.000

3.000

9.000

15.000

21.000

27.000

33.000

39.000

45.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

3.000

6.000

9.000

12.000

15.000

18.000

21.000

24.000

27.000

30.000

aant

al

Basisonderzoeken

Te starten taakstraffen ZM

Te starten taakstraffen OM

OTS-maatregelen 0-11 jaar

OTS-maatregelen 12-17jaarUitgebreid strafonderzoek

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: RvdK, bewerking WODC

Figuur 8.5 Jeugdreclassering, 2000-2014

-18.000

-14.000

-10.000

-6.000

-2.000

2.000

6.000

10.000

14.000

18.000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2.400

2.800

3.200

3.600

aant

al

Regulier

ITB-criem

Samenloop

ITB-Harde Kern

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

8.2 Opmerking

• RISc, gedragsinterventies en STP zijn nog niet opgenomen in het model i.v.m. een tekort aan data.

Page 67: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

66 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 68: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 67Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

9 VreemdelingenbewaringDe ramingen van de vreemdelingenbewaring voor volwassenen zijn gebaseerd op een trendextrapolatie van gegevens van DJI. Derhalve is hiervoor geen schema beschikbaar.

9.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 9.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de vreemdelin-genbewaring. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Tabel 9.1 Verwachte ontwikkelingen in de vreemdelingenbewaring, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Capaciteitsbehoefte vreemdelingenbewaring 22,0 3,4 3,7 3,5 3,4 3,3 3,2 3,1

• De capaciteitsbehoefte vreemdelingenbewaring zal naar verwachting in de periode 2008-2014 stijgen met 22 procent.

Figuur 9.1 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij de eerste helft van 2007 het laatst bekende realisatiecijfer is.

Figuur 9.1 Capaciteitsbehoefte vreemdelingenbewaring, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

9.2 Opmerkingen

• De capaciteitsmarge van de vreemdelingenbewaring is vanaf 2007 8,7 procent (behalve voor uitzendcen-tra). Tot en met 1999 bedroeg de capaciteitsmarge 5 procent. Van 2000 tot en met 2006 was de capaciteits-marge 3,8 procent.

• Vreemdelingenbewaring voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen valt onder de opvangplaatsen in jeugdinrichtingen en is in hoofdstuk 7 meegenomen.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 83 van 99

9 Vreemdelingenbewaring

De ramingen van de vreemdelingenbewaring voor volwassenen zijn gebaseerd op een trendextrapolatie van gegevens van DJI. Derhalve is hiervoor geen schema beschikbaar.

9.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 9.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de vreemdelingenbewaring. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen.

Tabel 9.1 Verwachte ontwikkelingen in de vreemdelingenbewaring, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Capaciteitsbehoefte

vreemdelingenbewaring 22,0 3,4 3,7 3,5 3,4 3,3 3,2 3,1

• De capaciteitsbehoefte vreemdelingenbewaring zal naar verwachting in de periode 2008-2014 stijgen met 22 procent.

Figuur 9.1 geeft de verwachte ontwikkelingen weer, waarbij de eerste helft van 2007 het laatst bekende realisatiecijfer is.

Figuur 9.1 Capaciteitsbehoefte vreemdelingenbewaring, 2000-2014

0

500

1 000

1 500

2 000

2 500

3 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

plaa

tsen

Capaciteitsbehoeftevreemdelingenbewaring

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: DJI, bewerking WODC

Page 69: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

68 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 70: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 69Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

10 RechtsbijstandIndien een persoon in contact komt met justitie in een civiel-, bestuurs- of strafrechtelijk conflict heeft hij recht op rechtsbijstand. Deze persoon dient dit zelf te bekostigen, tenzij hij aan bepaalde criteria voldoet. Indien hij minder draagkrachtig is of hem de vrijheid is ontnomen (bijvoorbeeld bij voorlopige hechtenis), komt hij in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand. In het eerste geval is er sprake van een reguliere toevoeging, in het tweede geval van een ambtshalve toevoeging. Bij een reguliere toevoeging is de eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen en/of vermogen. Bij een ambtshalve toevoeging vindt geen inko-mens- en/of vermogenstoets plaats en is geen eigen bijdrage verschuldigd. Indien een persoon de vrijheid ontnomen is, wordt het advocatenpiket ingeschakeld, een dienst van advocaten die 24 uur per dag oproepbaar is om rechtsbijstand te verlenen. Ook na een veroordeling of beslissing door de rechter kan er nog steeds beroep worden gedaan op gesubsidieerde rechtsbijstand, bijvoorbeeld bij hoger beroep of bij het indienen van een klacht. Figuur 10.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de gesubsidieerde rechtsbijstand.

Figuur 10.1 Rechtsbijstand in het PMJ

* Zie figuur 2.3 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

10.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 10.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de rechtsbij-stand. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Voor de civiele rechtsbijstandtoevoegingen is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 85 van 99

10 Rechtsbijstand

Indien een persoon in contact komt met justitie in een civiel-, bestuurs- of strafrechtelijk conflict heeft hij recht op rechtsbijstand. Deze persoon dient dit zelf te bekostigen, tenzij hij aan bepaalde criteria voldoet. Indien hij minder draagkrachtig is of hem de vrijheid is ontnomen (bijvoorbeeld bij voorlopige hechtenis), komt hij in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand. In het eerste geval is er sprake van een reguliere toevoeging, in het tweede geval van een ambtshalve toevoeging. Bij een reguliere toevoeging is de eigen bijdrage afhankelijk van het inkomen en/of vermogen. Bij een ambtshalve toevoeging vindt geen inkomens- en/of vermogenstoets plaats en is geen eigen bijdrage verschuldigd. Indien een persoon de vrijheid ontnomen is, wordt het advocatenpiket ingeschakeld, een dienst van advocaten die 24 uur per dag oproepbaar is om rechtsbijstand te verlenen. Ook na een veroordeling of beslissing door de rech- ter kan er nog steeds beroep worden gedaan op gesubsidieerde rechtsbijstand, bijvoorbeeld bij hoger beroep of bij het indienen van een klacht. Figuur 10.1 geeft schematisch weer hoe het model is opgebouwd en welke factoren voorspellers zijn van de gesubsidieerde rechtsbijstand.

Figuur 10.1 Rechtsbijstand in het PMJ

politieVerdachten

rechtsbijstandReguliere straftoevoegingen

verdachten

rechtsbijstandPiketdiensten

(excl. vreemdelingen en BOPZ )

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

verdachten

politieVoorlopige hechtenis

djiVreemdelingen

-bewaringen

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

vreemdelingenbewaring

rechtsbijstandPiketdiensten vreemdelingen

rechtbankSchuldig-verklaring

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingenNon-verdachten (excl. BOPZ en

vreemdelingenbewaring)

rechtsbijstandReguliere straftoevoegingen

Non-verdachten

Achtergrond-factoren*

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

BOPZ

rechtsbijstandCiviele toevoegingen

rsjInstroom

beroepszaken

rechtsbijstandPiketdiensten

BOPZkoopkracht

Vreemdelingen-wet 2000

politieVerdachten

rechtsbijstandReguliere straftoevoegingen

verdachten

rechtsbijstandPiketdiensten

(excl. vreemdelingen en BOPZ )

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

verdachten

politieVoorlopige hechtenis

djiVreemdelingen

-bewaringen

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

vreemdelingenbewaring

rechtsbijstandPiketdiensten vreemdelingen

rechtbankSchuldig-verklaring

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingenNon-verdachten (excl. BOPZ en

vreemdelingenbewaring)

rechtsbijstandReguliere straftoevoegingen

Non-verdachten

Achtergrond-factoren*

rechtsbijstandAmbtshalve toevoegingen

BOPZ

rechtsbijstandCiviele toevoegingen

rsjInstroom

beroepszaken

rechtsbijstandPiketdiensten

BOPZkoopkracht

Vreemdelingen-wet 2000

* Zie figuur 2.3 voor een overzicht van de relevante achtergrondfactoren.

10.1 Verwachting tot en met 2014

Tabel 10.1 geeft een cijfermatig overzicht van de beleidsneutrale ramingen op het gebied van de rechtsbijstand. De effecten van recentelijk ingezet en/of nieuw beleid zijn niet verwerkt in deze ramingen. Voor de civiele rechtsbijstandtoevoegingen is het uitgangspunt van de ramingen de voorlopige cijfers over 2008.

Page 71: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

70 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Tabel 10.1 Verwachte ontwikkelingen in de gesubsidieerde rechtsbijstand, procentuele verandering 2008-2014

2008-2014 2008-2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014

totaal gemiddeld ten opzichte van voorafgaande jaar

Strafrechtelijk

Reguliere straftoevoegingen 5,4 0,9 -0,4 1,2 1,8 0,9 1,0 0,8

Ambtshalve straftoevoegingen (excl. BOPZ en vreemdelingenbewaring) 15,9 2,5 2,5 3,3 2,2 2,4 2,3 2,2

Piketdiensten (excl. psychiatrisch) 5,0 0,8 -0,4 0,7 0,9 1,3 1,3 1,2

Ambtshalve straftoevoegingen vreemdelin-genbewaring 15,1 2,4 2,6 2,5 2,4 2,3 2,2 2,2

Ambtshalve toevoegingen BOPZ 57,7 7,9 9,6 6,7 7,8 7,6 7,8 7,9

Piketdiensten (psychiatrisch) 49,5 6,9 9,5 6,0 6,7 6,5 6,5 6,4

Civielrechtelijk en bestuursrechtelijk

Civiele toevoegingen 69,4 9,2 6,0 15,8 13,1 6,6 7,2 6,7

Strafrechtelijk• Het aantal reguliere straftoevoegingen (excl. BOPZ) zal met 5 procent toenemen in de periode 2008-2014

als gevolg van de toename van het aantal verdachten. • Het aantal ambtshalve straftoevoegingen (excl. BOPZ en vreemdelingenbewaring) neemt met 16 procent

toe in de periode 2008-2014 als gevolg van de toename van het aantal verdachten. • De stijging in de capaciteitsbehoefte van de vreemdelingenbewaring leidt tot een stijging van het aantal

ambtshalve toevoegingen voor vreemdelingenbewaring. Deze stijging bedraagt circa 15 procent in de periode 2008-2014.

• Het aantal piketdiensten (excl. BOPZ) zal in de periode 2008-2014 met ruim 5 procent stijgen met name door de toename van het aantal vreemdelingen in vreemdelingenbewaring.

• Het aantal ambtshalve toevoegingen BOPZ stijgt in de periode 2008-2014 met 58 procent. Hieraan ligt zowel een flinke trendmatige groei als de groei van het aantal bijstandsuitkeringen ten grondslag.

• Het aantal piketdiensten voor psychiatrische gevallen zal in de periode 2008-2014 met bijna 50 procent toenemen.

Civielrechtelijk en bestuursrechtelijk• Het totaal aantal civiele toevoegingen dat wordt afgegeven stijgt in de periode 2008-2014 met 69 procent.

Onder deze noemer worden zowel de toevoegingen voor geschillen op civielrechtelijk gebied als op bestuursrechtelijk gebied geschaard.

• De grootste toename wordt op het gebied van de familiezaken verwacht, en in het bijzonder op het gebied van de jeugdzaken. Dit is in lijn met de verwachte ontwikkeling op het gebied van de civiele rechtspraak en de ots-maatregelen.

Figuur 10.2 geeft de verwachte ontwikkelingen weer.

Page 72: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 71Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Figuur 10.2 Rechtsbijstandtoevoegingen, 2000-2014

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

10.2 Opmerkingen

• In het model voor de piketdiensten voor vreemdelingen en ambtshalve toevoegingen voor vreemdelin-genbewaring is een correctie aangebracht voor de invoering van de nieuwe vreemdelingenwet in 2000.

• De raming van het aantal toevoegingen in de categorie ‘echtscheiding’ en ‘vreemdelingenzaken’ komt tot stand via trendextrapolatie bij gebrek aan verklarende factoren.

• Toevoegingen voor BOPZ worden in een aantal gevallen ten onrechte als reguliere toevoegingen geregistreerd. In het PMJ-model zijn alle BOPZ-toevoegingen als ambtshalve toevoegingen beschouwd.

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 19 augustus 2009

Pagina 87 van 99

0

100 000

200 000

300 000

400 000

500 000

600 000

700 000

800 000

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

jaar

aant

al

Toevoegingen civiel

Piketdiensten (incl. psychiatrisch)

Ambtshalve straftoevoegingen (incl.BOPZ en vreemdelingenbewaring)

Reguliere straftoevoegingen

realisatie prognose

Bron realisatiecijfers: MvJ, bewerking WODC

10.2 Opmerkingen

• In het model voor de piketdiensten voor vreemdelingen en ambtshalve toevoegingen voor vreemdelingenbewaring is een correctie aangebracht voor de invoering van de nieuwe vreemdelingenwet in 2000.

• De raming van het aantal toevoegingen in de categorie ‘echtscheiding’ en ‘vreemdelingenzaken’ komt tot stand via trendextrapolatie bij gebrek aan verklarende factoren.

• Toevoegingen voor BOPZ worden in een aantal gevallen ten onrechte als reguliere toevoegingen geregistreerd. In het PMJ-model zijn alle BOPZ-toevoegingen als ambtshalve toevoegingen beschouwd.

Page 73: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

72 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 74: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 73Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

11 NawoordDit jaar is voor de vijfde keer het PMJ gebruikt voor het maken van ramingen voor de justitiële ketens. De ramingen zijn beleidsneutraal, dat wil zeggen dat het beleid vanaf het laatste meetpunt (in dit geval 2007) niet is verdisconteerd in de ramingen. De ramingen zijn ook schattingen. Vanwege deze twee eigenschap-pen moeten de beleidsneutrale ramingen niet als vaststaand gegeven worden beschouwd, maar vooral als een signaal. Ze geven aan wat er zou kunnen gebeuren indien er niets verandert.

Er is altijd een aantal factoren waarmee geen rekening gehouden kan worden en een aantal ontwikkelingen die niet te voorzien zijn. Een terugkerende bron van onzekerheid is bijvoorbeeld het toekomstig beleid; het is zeer moeilijk om vooraf de effecten van nieuw beleid in te schatten. Ook kunnen onverwachte gebeurte-nissen plaatsvinden die invloed hebben op de realisaties. Tenslotte wordt ook geen rekening gehouden met onzekerheden in de ramingen van de achtergrondfactoren, zoals bijvoorbeeld de bevolkingscijfers en de economische ontwikkeling. Door de recent ingezette economische crisis zijn de voorspellingen van de economische achtergrondfactoren tot en met 2010 zeer onzeker. Voor 2011 en verder zijn geen recente ramingen beschikbaar en is noodgedwongen teruggevallen op de lange termijn ramingen die ver voor de crisis zijn opgesteld.

Om het model bruikbaarder en robuuster te maken gaat de ontwikkeling van het PMJ verder. Zo heeft het WODC een gebruiksvriendelijke versie van het model ontwikkeld waardoor het eenvoudiger wordt om bijvoorbeeld nieuwe beleidsmaatregelen door te rekenen. Recentelijk is het model opnieuw geëvalueerd (zie Bont et al., 2009). De conclusie is onder andere dat de communicatie over de uitkomsten en de coördinatie van het proces verbeterd kunnen worden en dat er richtlijnen nodig zijn voor het opstellen van beleidsrijke ramingen.

Verder is het WODC bezig de ramingen structureel te monitoren, zodat de voorspelfouten bepaald kunnen worden. Dit houdt in dat ramingen uit het verleden vergeleken worden met gerealiseerde waarden (zie Moolenaar et al., 2009). Een complicerende factor is dat het WODC beleidsneutrale ramingen maakt terwijl de realisaties beleidseffecten bevatten. Dit impliceert dat alleen de beleidsrijke ramingen met de realisatie vergeleken kunnen en mogen worden. De voorspelfouten in de PMJ-ramingen zijn tot en met het tweede begrotingsjaar (vier jaar vooruit) kleiner dan of vrijwel gelijk aan die van alternatieve tijdreeksmethoden zoals constant houden en trendextrapolatie. Gemiddeld is het beroep op Justitievoorzieningen met 4 à 5% is overschat. Ongeveer de helft van deze overschatting blijkt te maken te hebben met een ingeschat positief beleidseffect, dat in het eerste begrotingsjaar gemiddeld ruim 2% bedraagt. Bij een langere tijdshorizon van 6 jaar vooruit (4e begrotingsjaar) blijkt het PMJ relatief minder goed te voldoen.

Page 75: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

74 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 76: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 75Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

SummaryForecasting the demand on the Dutch justice system until 2014

This report describes the forecasting results of the ‘demand’ for police, prosecution service, courts and prisons until the end of 2014. The forecasts are made using the forecasting model developed for the Dutch criminal justice system and the civil and administrative justice systems (PMJ). The base year for our forecasts was 2007. Legislative and policy changes after 2007 have therefore not been incorporated into these forecasts.

The PMJ model is based on developments in society outside the sphere of influence of the Ministry of Justice. The basic underlying assumption of the model is that developments in society drive trends in crime and private disputes. Four groups of factors can be distinguished: changes in the demographic structure of the population, economic conditions, social problems and institutional changes. Within each category, a number of background factors are chosen that, taken together, indicate problems like social inequality, culture conflict, social isolation and economic inequality.

The demographic determinants used in the PMJ model are: the size of the population, population density, the number of migrants in various age categories, the number of youngsters (in the four main cities), the number of emigrants and the number of young men. The economic determinants are the unemployed and employed labour force, average yearly income, purchasing power, the number of unemployment and other social benefits, gross added value, tax burden, rents, the total costs of lawyers, the cost price of lawyers and the number of motor vehicles. The social determinants are the number of children involved in divorce proceedings, the yearly number of divorcees, the number of rented houses and the number of people belonging to a religious or philosophical belief. The institutional factors are the number of police officers, the police budget, the number of lawyers and people’s own contribution when applying for subsidized legal aid.

External forecasts of these indicators determine the forecasts for developments in the justice system. If there are no policy changes or new legislation, the number of reported crimes is expected to increase by 1 percent over the period 2008-2014, but the number of suspects will rise by 10 percent. This will affect the chain partners that follow in criminal justice system, but this growth cannot be extrapolated in a straight-forward fashion. As charges will not be pressed against all suspects, the inflow of cases into the prosecuto-rial system will rise with only 5 percent.

The number of transactions with the public prosecutor and the number of summonses will keep pace with the inflow into the prosecutorial system. This in turn will lead to an increase of applications for subsidized legal aid. The demand for prison capacity for adults will be 1 percent higher in 2014 than in 2008. Although the number of long prison sentences is decreasing, the number of short prison sentences is increasing. There will be a 19 percent higher demand for prison capacity for minors.

The number of new civil cases at the district courts with a summons will increase with 19 percent and with a request with 32 percent in the period 2008-2014, while the number of new civil cases at the subdistrict courts with a summons will increase with 60 percent and with a request with 79%. As a consequence also the number of civil cases in appeal will rise. The number of new administrative cases (excluding tax cases) at the district courts will increase with 60 percent in the period 2008-2014. The number of tax cases in first instance will rise by 22 percent. The number of applications for subsidized legal aid in civil and administra-tive cases is expected to rise by 92 percent.

A word of caution is in order. These forecasts are based on the information available at the moment of calculation. Both the forecasting process and the external forecasts of the determinants are surrounded by uncertainty. Because of the recent economic crisis this is especially true for the economic forecasts. For this reason, these forecasts should be seen as no more than a signal about what could happen if nothing changes, rather than as prophecies. Unexpected events and new policy or legislation will alter the outcomes.

Page 77: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

76 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 78: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 77Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

LiteratuurAlphen, B.J. van, Jongebreur-Telgen, H.L., & Karssen, B. (2005). Optimale werkvoorraad CJIB: Een kwantitatieve

analyse van de relatie tussen de omvang van de werkvoorraad van het CJIB en de benodigde sanctiecapaciteit voor arrestan-ten. Barneveld: Significant.

Becker, J., & Hart, J. de (2006). Godsdienstige veranderingen in Nederland. Den Haag: SCP. Werkdocument 128.Berkhout, E., Heyma, A., Leeuwen, M. van, Berkhout, P. (medew.), Brouwer, N. (medew.), & Zijderveld, C.

(medew.) (2005). Waarom dalen de inningspercentages van transacties en geldboete-vonnissen? Amsterdam: SEO.Bont, P.F.H., Homburg, G.H.J., & Rij, C. van (2009). Evaluatie PMJ-systeem: van beleidsneutraal naar beleidsrijk.

Amsterdam: Regioplan.Centraal Planbureau (2009). Centraal Economisch Plan. Den Haag: CPB.Heide, W. van der, Moolenaar, D.E.G., & Tulder, F.P. van (2001). Prognose van de sanctiecapaciteit 2000-2005. Den

Haag: WODC. Onderzoeksnotitie 2001-2.Huijbregts, G.L.A.M., Tulder, F.P. van, & Moolenaar, D.E.G. (2001). Model van justitiële jeugdvoorzieningen voor

prognose van de capaciteit. Den Haag: WODC. Onderzoek en beleid 192.Huizinga, F., & Smid, B. (2004). Vier vergezichten op Nederland: Productie, arbeid en sectorstructuur in vier scenario’s tot

2040. Den Haag: CPB. Bijzondere publicaties nr. 55.Leertouwer, E.C., & Huijbregts, G.L.A.M. (2004). Sanctiecapaciteit 2008. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.

Onderzoek en beleid 221.Leertouwer, E.C., Tulder, F.P. van, Diephuis, B.J., Folkeringa, M., & Eshuis, R.J.J. (2005). Prognosemodellen

Justitiële Ketens: Civiel en Bestuur. Den Haag: WODC. Cahier 2005-13.Leertouwer, E.C., Tulder, F.P. van, Diephuis, B.J., Folkeringa, M., & Gammeren-Zoeteweij, M. van (2007).

Prognosemodel Justitiële Ketens 2006: Civiel en Bestuur. Den Haag: WODC. Cahier 2007-11.Moolenaar, D.E.G. (2005). Capaciteitsbehoefte justitiële ketens 2011: Toelichting op de beleidsneutrale ramingen voor de

veiligheidsketen. Den Haag: WODC. Cahier 2006-7.Moolenaar, D.E.G. (2008). Jaarlijkse kosten van criminaliteit. In Eggen, H., & Kalidien, S. (red). Criminaliteit en

Rechtshandhaving 2007. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Onderzoek en beleid 271. Moolenaar, D.E.G., Diephuis, B., Gammeren-Zoeteweij, M. van, Kalidien, S., Leertouwer, E.C., & Tulder, F.P.

van (2008). Capaciteitsbehoefte justitiële ketens 2013: Beleidsneutrale ramingen. Den Haag: WODC. Cahier 2008-6.Moolenaar, D.E.G., & Huibregts, G.L.A.M. (2003). Sanctiecapaciteit 2007: Een beleidsneutrale prognose. Den Haag:

Boom Juridische uitgevers. Onderzoek en beleid 208.Moolenaar, D.E.G., Huijbregts, G.L.A.M., & Heide, W. van der (2004). Prognosemodel Justitiële Ketens. Den Haag:

WODC. Cahier 2004-8.Moolenaar, D.E.G., Huijbregts, G.L.A.M., & Velden, H. van de (2005). Capaciteitsbehoefte justitiële ketens 2010:

Toelichting op de beleidsneutrale ramingen. Den Haag: WODC. Cahier 2005-14.Moolenaar, D.E.G., Leertouwer, E.C., Tulder, F.P. van, & Diephuis, B. (2007). Capaciteitsbehoefte justitiële ketens

2012: Beleidsneutrale ramingen. Den Haag: WODC. Cahier 2007-14.Moolenaar, D.E.G., Tulder, F.P. van, Huijbregts, G.L.A.M., & Heide, W. van der (2002). Prognose van de

sanctiecapaciteit tot en met 2006. Den Haag: WODC. Onderzoek en beleid 196.Moolenaar, D.E.G., Tulder, F.P. van, & Gammeren-Zoeteweij, M. van (2009). Terug naar de toekomst; Het beroep op

Justitie, 1999-2007: raming en realisatie. Den Haag: WODC. Cahier 2009-6.MvJ/BZK (2002). Naar een veiliger samenleving (Veiligheidsprogramma). Den Haag: Ministerie van Justitie /

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.RIVM/MNP (2000). Nationale Milieuverkenning 5, 2000-2030. Den Haag: RIVM/MNP.Roodenburg, H., & Vuuren, D. van (2004). Arbeidsaanbod in de lange-termijnscenario’s voor Nederland. Den Haag:

CPB. CPB-document no. 71.Smid, B. (2007). Actualisatie Economische Verkenning 2008-2011. Den Haag: CPB. CPB-document no. 151.Steinmann, P.L.M., Tulder, F.P. van, & Heide, W. van der (1999). Prognose van de sanctiecapaciteit 1999-2003. Den

Haag: WODC. Onderzoek en beleid nr. 181.Van der Torre, A.G.J., & Tulder, F.P. van (2001). Een model voor de strafrechtelijke keten. Den Haag: Sociaal en Cultureel

Planbureau.Werkgroep Prognose Sanctiecapaciteit (1997). Prognose Sanctiecapaciteit: herijking methodieken. Den Haag: WODC

Page 79: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

78 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 80: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 | 79Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Bijlage 1 Vereenvoudigd schema van het PMJPo

litie

Ger

egis

treer

de m

isdr

ijven

Polit

ieO

phel

derin

gen

Polit

ieV

erda

chte

n

Polit

ieV

oorlo

pige

hec

hten

is

OM

Inst

room

OM

Sep

ot

OM

Bel

eids

sepo

t

OM

Onv

oorw

aard

elijk

bel

eids

sepo

t

OM

Gel

dsom

OM

Tran

sact

ie

OM

Dag

vaar

ding

OM

Sep

ot m

et v

oorw

aard

e di

enst

verle

ning

Stra

frec

htsp

raak

Sch

uldi

gver

klar

ing

NFI

Ext

erne

pro

duct

en

Scha

defo

nds

gew

elds

mis

drijv

enA

anta

l ver

zoek

en

Slac

htof

ferh

ulp

Aan

tal c

liënt

en

Stra

frec

htsp

raak

Wer

k-en

leer

stra

ffen

Stra

frec

htsp

raak

TBS

-opl

eggi

ngen

Stra

frec

htsp

raak

geva

ngen

isst

raffe

n

Stra

frec

htsp

raak

Boe

tes

Hog

e R

aad

Cas

satie

stra

f

Rec

lass

erin

gM

aatre

gelra

ppor

tage

s

Rec

lass

erin

gV

roeg

hulp

bezo

ek

Rec

lass

erin

gR

eïnt

egra

tiepr

ogra

mm

a’s

Dia

gnos

e

Rec

lass

erin

gV

oorli

chtin

gsra

ppor

tage

s

Rec

lass

erin

gV

roeg

hulp

inte

rven

ties

Rec

htsb

ijsta

ndR

egul

iere

stra

ftoev

oegi

ngen

ver

dach

ten

Rec

htsb

ijsta

ndP

iket

dien

sten

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve to

evoe

ging

vre

emde

linge

nD

JIC

apac

iteits

beho

efte

vre

emde

linge

nbew

arin

g

DJI

Cap

acite

itsbe

hoef

te G

W

DJI

VH

zon

der v

rijhe

idss

traf

CJI

BIn

stro

om W

AHV

CJI

BV

erze

t

OM

Ber

oep

op O

vJR

vdr,

str

af, k

anto

nB

eroe

p op

rech

ter

CJI

BTr

ias

via

OM

CJI

BO

ntne

min

gsm

aatre

gele

nS

chad

ever

goed

ings

maa

trege

len

Ext

erne

fact

oren

Mid

dele

npo

litie

Mid

dele

nO

M

Mid

dele

n1e

aan

leg

stra

f

Rec

lass

erin

gA

dvie

srap

porta

ges

Rec

lass

erin

gTo

elei

ding

zor

g

OM

Wer

k-en

leer

stra

fOM

Ont

nem

ing

wed

erre

chte

lijk

voor

deel

Ove

rige

trans

actie

s

OM

Voo

rwaa

rdel

ijk b

elei

dsse

pot

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkIn

stro

om

Prog

nose

mod

el J

ustit

iële

Ket

ens,

ver

sie

2008

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itspr

aak

EK

OM

Ove

rige

afdo

enin

gen

Stra

frec

htsp

raak

Afd

oeni

ngen

rech

tban

k

Stra

frec

htsp

raak

Vrij

spra

akO

verig

e af

doen

inge

n

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itspr

aak

MK

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Uits

praa

k ov

ertre

ding

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Afd

oeni

ng z

onde

r uits

praa

k

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itwer

king

MK

von

nis

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkB

esch

ikki

ng R

aadk

amer

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkA

fdoe

ning

en z

onde

r uits

praa

k

Stra

frec

htsp

raak

Afd

oeni

ngen

ger

echt

shof

Rvd

r, s

traf

, hof

Uits

praa

k M

K

Rvd

r, s

traf

, hof

Uitw

erki

ng M

K

Rvd

r, s

traf

, hof

Bes

chik

king

raad

skam

er

Rvd

r, s

traf

, hof

Bes

chik

king

ex

art.

12 S

V

CJI

BB

oete

vonn

isse

n

CJI

B/R

vdK

Taak

stra

ffen

CJI

BN

aar d

eurw

aard

erR

vdr,

str

af, k

anto

nV

orde

ring

dwan

gmid

del

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Uits

praa

k ve

rzet

/ber

oep

CJI

BA

ange

leve

rde

gijz

elin

gen

CJI

BIn

stro

om L

CA

Rec

lass

erin

gTo

ezic

ht

Rec

htsb

ijsta

ndR

egul

iere

stra

ftoev

oegi

ngen

non

-ver

dach

ten

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve s

trafto

evoe

ging

en n

on-v

erda

chte

n

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve s

traf-

Toev

oegi

ngen

verd

acht

en

Rec

htsb

ijsta

ndP

iket

dien

st v

reem

delin

gen

DJI

Ver

vang

ende

hec

hten

isO

MTe

chni

sch

sepo

tA

dmin

istra

tief s

epot

Ext

erne

fact

oren

Mid

dele

nG

erec

htsh

ofst

raf

Ext

erne

fact

oren

Rvd

r, s

traf

, hof

Inst

room

Rec

lass

erin

gTa

akst

raffe

n

RSJ

Inst

room

zak

en

Scha

delo

osst

ellin

gV

erzo

eken

DJI

Pen

itent

iaire

Pro

gram

ma’

s

DJI

Cap

acite

itsbe

hoef

te T

bs

Hal

t Ned

erla

ndH

alt-m

aatre

gel

Hal

t Ned

erla

ndS

TOP

-maa

trege

l

Jeug

drec

lass

erin

gIT

B-C

riem

ITB

-Har

deK

ern

Rvd

KB

asis

onde

rzoe

kR

vdK

Ver

volg

onde

rzoe

kJeug

drec

lass

erin

gR

egul

ier

Jeug

drec

lass

erin

gS

amen

loop

Rvd

KO

TS-m

aatre

gele

nD

JIO

pvan

ginr

icht

ing

(civ

ielre

chte

lijk)

DJI

Beh

ande

linric

htin

g (s

trafre

chte

lijk)

DJI

Opv

angi

nric

htin

g (s

trafre

chte

lijk)

Stra

frec

htsp

raak

Jeug

ddet

entie

Stra

frec

htsp

raak

PIJ

-maa

trege

l

DJI

Beh

ande

linric

htin

g (c

ivie

lrech

telij

k)

Rec

idiv

e

RSJ

Uits

troom

zak

en

CJI

BTr

ias

dire

ct

Stra

frec

htsp

raak

ISD

maa

trege

l

Mid

dele

nC

JIB

Mid

dele

nR

SJ

Rvd

r, s

traf

, hof

Uits

praa

k O

vertr

edin

gU

itspr

aak

EK

Afd

oeni

ng z

onde

r uits

praa

kJe

ugdr

ecla

sser

ing

STP

CJI

BU

itstro

om

Rec

htsb

ijsta

ndC

ivie

le to

evoe

ging

enA

mbt

shal

ve B

OP

Z to

evoe

ging

enP

iket

dien

sten

BO

PZ

Rvd

r, c

ivie

l, re

chtb

ank

Inst

room

dag

vaar

ding

Rvd

r, c

ivie

l, re

chtb

ank

Inst

room

ver

zoek

schr

ift

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Inst

room

ver

zoek

schr

ift

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Inst

room

dag

vaar

ding

Rvd

r, b

estu

ur, r

echt

bank

Inst

room

Rvd

r, c

ivie

l, ho

fIn

stro

om d

agva

ardi

ng

Rvd

r, c

ivie

l, ho

fIn

stro

om v

erzo

eksc

hrift

Ext

erne

fact

oren

Rvd

r, b

estu

ur, C

RvB

Inst

room

1e

aanl

eg

Hog

e R

aad

Ver

zoek

schr

ift c

ivie

l

Hog

e R

aad

Dag

vaar

ding

civ

iel

Rvd

r, b

estu

ur, h

ofIn

stro

om

Rvd

r, b

estu

ur, C

RvB

Inst

room

hog

er b

eroe

p

Raa

d va

n St

ate

Inst

room

hog

er b

eroe

p

Hog

e R

aad

Cas

satie

bes

tuur

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Akt

en e

n ve

rkla

ringe

nR

vdr,

civ

iel,

kant

onV

oorlo

pige

voo

rzie

ning

en

Raa

d va

n St

ate

Inst

room

1e

aanl

egE

xter

nefa

ctor

en

Stra

frec

htsp

raak

Inge

stel

d ho

ger b

eroe

p

Polit

ieG

ereg

istre

erde

mis

drijv

en

Polit

ieO

phel

derin

gen

Polit

ieV

erda

chte

n

Polit

ieV

oorlo

pige

hec

hten

is

OM

Inst

room

OM

Sep

ot

OM

Bel

eids

sepo

t

OM

Onv

oorw

aard

elijk

bel

eids

sepo

t

OM

Gel

dsom

OM

Tran

sact

ie

OM

Dag

vaar

ding

OM

Sep

ot m

et v

oorw

aard

e di

enst

verle

ning

Stra

frec

htsp

raak

Sch

uldi

gver

klar

ing

NFI

Ext

erne

pro

duct

en

Scha

defo

nds

gew

elds

mis

drijv

enA

anta

l ver

zoek

en

Slac

htof

ferh

ulp

Aan

tal c

liënt

en

Stra

frec

htsp

raak

Wer

k-en

leer

stra

ffen

Stra

frec

htsp

raak

TBS

-opl

eggi

ngen

Stra

frec

htsp

raak

geva

ngen

isst

raffe

n

Stra

frec

htsp

raak

Boe

tes

Hog

e R

aad

Cas

satie

stra

f

Rec

lass

erin

gM

aatre

gelra

ppor

tage

s

Rec

lass

erin

gV

roeg

hulp

bezo

ek

Rec

lass

erin

gR

eïnt

egra

tiepr

ogra

mm

a’s

Dia

gnos

e

Rec

lass

erin

gV

oorli

chtin

gsra

ppor

tage

s

Rec

lass

erin

gV

roeg

hulp

inte

rven

ties

Rec

htsb

ijsta

ndR

egul

iere

stra

ftoev

oegi

ngen

ver

dach

ten

Rec

htsb

ijsta

ndP

iket

dien

sten

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve to

evoe

ging

vre

emde

linge

nD

JIC

apac

iteits

beho

efte

vre

emde

linge

nbew

arin

g

DJI

Cap

acite

itsbe

hoef

te G

W

DJI

VH

zon

der v

rijhe

idss

traf

CJI

BIn

stro

om W

AHV

CJI

BV

erze

t

OM

Ber

oep

op O

vJR

vdr,

str

af, k

anto

nB

eroe

p op

rech

ter

CJI

BTr

ias

via

OM

CJI

BO

ntne

min

gsm

aatre

gele

nS

chad

ever

goed

ings

maa

trege

len

Ext

erne

fact

oren

Mid

dele

npo

litie

Mid

dele

nO

M

Mid

dele

n1e

aan

leg

stra

f

Rec

lass

erin

gA

dvie

srap

porta

ges

Rec

lass

erin

gTo

elei

ding

zor

g

OM

Wer

k-en

leer

stra

fOM

Ont

nem

ing

wed

erre

chte

lijk

voor

deel

Ove

rige

trans

actie

s

OM

Voo

rwaa

rdel

ijk b

elei

dsse

pot

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkIn

stro

om

Prog

nose

mod

el J

ustit

iële

Ket

ens,

ver

sie

2008

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itspr

aak

EK

OM

Ove

rige

afdo

enin

gen

Stra

frec

htsp

raak

Afd

oeni

ngen

rech

tban

k

Stra

frec

htsp

raak

Vrij

spra

akO

verig

e af

doen

inge

n

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itspr

aak

MK

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Uits

praa

k ov

ertre

ding

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Afd

oeni

ng z

onde

r uits

praa

k

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkU

itwer

king

MK

von

nis

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkB

esch

ikki

ng R

aadk

amer

Rvd

r, s

traf

, rec

htba

nkA

fdoe

ning

en z

onde

r uits

praa

k

Stra

frec

htsp

raak

Afd

oeni

ngen

ger

echt

shof

Rvd

r, s

traf

, hof

Uits

praa

k M

K

Rvd

r, s

traf

, hof

Uitw

erki

ng M

K

Rvd

r, s

traf

, hof

Bes

chik

king

raad

skam

er

Rvd

r, s

traf

, hof

Bes

chik

king

ex

art.

12 S

V

CJI

BB

oete

vonn

isse

n

CJI

B/R

vdK

Taak

stra

ffen

CJI

BN

aar d

eurw

aard

erR

vdr,

str

af, k

anto

nV

orde

ring

dwan

gmid

del

Rvd

r, s

traf

, kan

ton

Uits

praa

k ve

rzet

/ber

oep

CJI

BA

ange

leve

rde

gijz

elin

gen

CJI

BIn

stro

om L

CA

Rec

lass

erin

gTo

ezic

ht

Rec

htsb

ijsta

ndR

egul

iere

stra

ftoev

oegi

ngen

non

-ver

dach

ten

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve s

trafto

evoe

ging

en n

on-v

erda

chte

n

Rec

htsb

ijsta

ndA

mbt

shal

ve s

traf-

Toev

oegi

ngen

verd

acht

en

Rec

htsb

ijsta

ndP

iket

dien

st v

reem

delin

gen

DJI

Ver

vang

ende

hec

hten

isO

MTe

chni

sch

sepo

tA

dmin

istra

tief s

epot

Ext

erne

fact

oren

Mid

dele

nG

erec

htsh

ofst

raf

Ext

erne

fact

oren

Rvd

r, s

traf

, hof

Inst

room

Rec

lass

erin

gTa

akst

raffe

n

RSJ

Inst

room

zak

en

Scha

delo

osst

ellin

gV

erzo

eken

DJI

Pen

itent

iaire

Pro

gram

ma’

s

DJI

Cap

acite

itsbe

hoef

te T

bs

Hal

t Ned

erla

ndH

alt-m

aatre

gel

Hal

t Ned

erla

ndS

TOP

-maa

trege

l

Jeug

drec

lass

erin

gIT

B-C

riem

ITB

-Har

deK

ern

Rvd

KB

asis

onde

rzoe

kR

vdK

Ver

volg

onde

rzoe

kJeug

drec

lass

erin

gR

egul

ier

Jeug

drec

lass

erin

gS

amen

loop

Rvd

KO

TS-m

aatre

gele

nD

JIO

pvan

ginr

icht

ing

(civ

ielre

chte

lijk)

DJI

Beh

ande

linric

htin

g (s

trafre

chte

lijk)

DJI

Opv

angi

nric

htin

g (s

trafre

chte

lijk)

Stra

frec

htsp

raak

Jeug

ddet

entie

Stra

frec

htsp

raak

PIJ

-maa

trege

l

DJI

Beh

ande

linric

htin

g (c

ivie

lrech

telij

k)

Rec

idiv

e

RSJ

Uits

troom

zak

en

CJI

BTr

ias

dire

ct

Stra

frec

htsp

raak

ISD

maa

trege

l

Mid

dele

nC

JIB

Mid

dele

nR

SJ

Rvd

r, s

traf

, hof

Uits

praa

k O

vertr

edin

gU

itspr

aak

EK

Afd

oeni

ng z

onde

r uits

praa

kJe

ugdr

ecla

sser

ing

STP

CJI

BU

itstro

om

Rec

htsb

ijsta

ndC

ivie

le to

evoe

ging

enA

mbt

shal

ve B

OP

Z to

evoe

ging

enP

iket

dien

sten

BO

PZ

Rvd

r, c

ivie

l, re

chtb

ank

Inst

room

dag

vaar

ding

Rvd

r, c

ivie

l, re

chtb

ank

Inst

room

ver

zoek

schr

ift

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Inst

room

ver

zoek

schr

ift

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Inst

room

dag

vaar

ding

Rvd

r, b

estu

ur, r

echt

bank

Inst

room

Rvd

r, c

ivie

l, ho

fIn

stro

om d

agva

ardi

ng

Rvd

r, c

ivie

l, ho

fIn

stro

om v

erzo

eksc

hrift

Ext

erne

fact

oren

Rvd

r, b

estu

ur, C

RvB

Inst

room

1e

aanl

eg

Hog

e R

aad

Ver

zoek

schr

ift c

ivie

l

Hog

e R

aad

Dag

vaar

ding

civ

iel

Rvd

r, b

estu

ur, h

ofIn

stro

om

Rvd

r, b

estu

ur, C

RvB

Inst

room

hog

er b

eroe

p

Raa

d va

n St

ate

Inst

room

hog

er b

eroe

p

Hog

e R

aad

Cas

satie

bes

tuur

Rvd

r, c

ivie

l, ka

nton

Akt

en e

n ve

rkla

ringe

nR

vdr,

civ

iel,

kant

onV

oorlo

pige

voo

rzie

ning

en

Raa

d va

n St

ate

Inst

room

1e

aanl

egE

xter

nefa

ctor

en

Stra

frec

htsp

raak

Inge

stel

d ho

ger b

eroe

p

Page 81: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

80 | Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum

Page 82: Capaciteitsbehoe˜ e Justitiële Ketens t/m 201410a7ad18-b9df... · Capaciteitsbehoefte Justitiële Ketens t/m 2014 Beleidsneutrale ramingen Cahier 2009-8 D.E.G. Moolenaar B.J. Diephuis

Capaciteitsbehoe� e Justitiële Ketens t/m 2014

Beleidsneutrale ramingen

Deze brochure is een uitgave van:

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van JustitiePostbus 20301 | 2500 EH Den Haag

© Rijksoverheid | September 2009 | Publicatie-nr. 13894 0909

Cahier 2009-8

Capaciteitsbehoe� e Justitiële Ketens t/m 2014

D.E.G. MoolenaarB.J. DiephuisS.N. KalidienE.C. LeertouwerF.P. van Tulder

Beleidsneutrale ramingen