preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze...

7
Ex. 22, 1. 20-26 — "Ik ben vol medelijden" Zo spreekt de Heer, U mag een vreemdeling niet slecht behandelen en hem het leven niet moeilijk maken, want u hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond. Weduwen en wezen moet u geen onrecht aandoen. Als u hun tekort doet en hun klagen tot Mij opstijgt, dan zal Ik gehoor geven aan hun klagen. Mijn toorn zal losbarsten en met het zwaard zal Ik u doden: uw vrouwen worden weduwen, uw kinderen wezen. Als u aan iemand van mijn volk geld leent, aan een noodlijdende in uw omgeving, gedraag u dan niet als een geldschieter. U mag geen rente van hem eisen. Als u iemands mantel in pand neemt, dan moet u die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken, het is de beschutting van zijn blote lichaam, hij moet erin slapen. Roept hij Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren, want Ik ben vol medelijden. 1 Tes. 1, 5c-10 — "Jezus, die ons redt" Broeders en zusters, U weet zelf wel hoe wij ons voor u hebben ingezet toen we bij u waren. En u bent navolgers geworden van ons en van de Heer, toen u het woord hebt aangenomen onder allerlei beproevingen en toch met vreugde van de heilige Geest. Zo bent u een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje. Want van u uit heeft het woord van de Heer zich verbreid, en niet enkel in Macedonië en Achaje, maar overal is uw geloof in God bekend geworden. Wij hoeven daar niets over te zeggen. Want zij vertellen zelf hoe ons optreden bij u is geweest en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd, om de levende en waarachtige God te dienen, en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de dood heeft opgewekt: Jezus, die ons redt van de komende toorn. Mt. 22, 34-40 — "Aan deze twee geboden hangen Wet en Profeten" Toen de farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar en een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem op de proef te stellen: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus zei hem: `U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben 30 ste zondag door het jaar – A-jaar 2017 “Vergeet nooit uw eigen komaf” Ex. 22, 1. 20-26 - 1 Tes. 1, 5c-10 - Mt. 22, 34-40 ‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail:

Transcript of preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze...

Page 1: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze vergeten dat ze vroeger zelfs geen geld hadden voor tram of bus om naar school te

Ex. 22, 1. 20-26 — "Ik ben vol medelijden"Zo spreekt de Heer, U mag een vreemdeling niet slecht behandelen en hem het leven niet moeilijk maken, want u hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond. Weduwen en wezen moet u geen onrecht aandoen. Als u hun tekort doet en hun klagen tot Mij opstijgt, dan zal Ik gehoor geven aan hun klagen. Mijn toorn zal losbarsten en met het zwaard zal Ik u doden: uw vrouwen worden weduwen, uw kinderen wezen. Als u aan iemand van mijn volk geld leent, aan een noodlijdende in uw omgeving, gedraag u dan niet als een geldschieter. U mag geen rente van hem eisen. Als u iemands mantel in pand neemt, dan moet u die voor zonsondergang aan hem teruggeven. Hij heeft niets anders om zich mee toe te dekken, het is de beschutting van zijn blote lichaam, hij moet erin slapen. Roept hij Mij om hulp, dan zal Ik hem verhoren, want Ik ben vol medelijden.

1 Tes. 1, 5c-10 — "Jezus, die ons redt"Broeders en zusters,U weet zelf wel hoe wij ons voor u hebben ingezet toen we bij u waren. En u bent navolgers geworden van ons en van de Heer, toen u het woord hebt aangenomen onder allerlei beproevingen en toch met vreugde van de heilige Geest. Zo bent u een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en in Achaje. Want van u uit heeft het woord van de Heer zich verbreid, en niet enkel in Macedonië en Achaje, maar overal is uw geloof in God bekend geworden. Wij hoeven daar niets over te zeggen. Want zij vertellen zelf hoe ons optreden bij u is geweest en hoe u zich van de afgoden tot God hebt bekeerd, om de levende en waarachtige God te dienen, en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de dood heeft opgewekt: Jezus, die ons redt van de komende toorn.

Mt. 22, 34-40 — "Aan deze twee geboden hangen Wet en Profeten"Toen de farizeeën hoorden dat Jezus de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar en een van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem op de proef te stellen: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus zei hem: `U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.’keizer is en aan God wat van God is.’

30ste zondag door het jaar – A-jaar 2017

“Vergeet nooit uw eigen komaf” 

Ex. 22, 1. 20-26 - 1 Tes. 1, 5c-10 - Mt. 22, 34-40

‘PREEK VAN DE WEEK’Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected]

Page 2: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze vergeten dat ze vroeger zelfs geen geld hadden voor tram of bus om naar school te

Predikbroeders in woord en daadDominicanen in Vlaanderen

Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 25,95euro,

rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website

De orde der dominicanen, ook gekend als predikbroeders of predikheren, bestaat in 2016 achthonderd jaar.Op vraag van de Vlaamse dominicanen heeft de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven een boek samengesteld waarin de recente geschiedenis van de dominicanen in Vlaanderen centraal staat. Onderzoekers van de faculteit hebben origineel werk verricht in verband met figuren en activiteiten die het Vlaamse dominicaanse leven in de twintigste eeuw karakteriseren.De rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen van het dominicaanse leven behoort. Of het nu gaat om spirituele, theologische, culturele, sociale of politieke kwesties, de dominicanen hebben, tot vandaag, steeds blijk gegeven van wat in hun motto 'Veritas' besloten ligt: ze zijn rusteloze Godzoekers die doorheen de tijd hun leven in dienst stellen van de steeds weer te ontdekken waarheid. De predikbroeders hebben op hun eigen wijze het verhaal van Dominicus gestalte gegeven in de geschiedenis van kerk en maatschappij in Vlaanderen. Hiervan wil dit boek een weerslag bieden.

Met bijdragen van Dries Bosschaert, Marcel Braekers, Mark De Caluwe, Bernard de Cock, Georges De Schrijver, Ignace D'hert, Leo Kenis, Mathijs Lamberigts, Anton Milh, Toon Osaer, Stephan van Erp, Dries Vanysacker en Sander Vloebergs.

Dominicus ontmoetenDominicus de gedreven prediker

Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 16,50euro,

rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website

De Spaanse priester Dominicus stichtte achthonderd jaar geleden de Orde der Predikers, beter bekend als de dominicanen. Na een moeizaam begin groeide de Orde uit tot een invloedrijke internationale beweging van religieuze mannen en vrouwen, tot op de dag van vandaag.  In dit boek leren we Dominicus kennen als een gedreven prediker die voortdurend biddend en denkend contact hield met God. Tegelijk had hij oog voor de concrete noden en vragen die op zijn pad kwamen. Een heilige om na te leven. 

De auteur van het boek, Paul Dominikus Hellmeier (°1977, Landshut, Duitsland) trad in 1999 in bij de orde van de dominicanen. Van 2010 tot 2015 was hij werkzaam als docent middeleeuwse wijsbegeerte.Thans is hij rector van de Theatinerkerk in München en prior van het daaraan verbonden Dominicanenklooster.

Page 3: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze vergeten dat ze vroeger zelfs geen geld hadden voor tram of bus om naar school te

Preek van de week“Vergeet nooit uw eigen komaf"

Wees gerust, ik heb niemand van u in gedachten, maar we ontmoeten allemaal weleens mensen die blijkbaar hun eigen verleden vergeten zijn, hun eigen komaf. Mensen vergeten weleens wie ze ooit waren en waar ze vandaan komen. Maar mensen die hun afkomst vergeten, zijn vaak hard en liefdeloos. Het stijgt hen naar het hoofd, zeggen mensen dan. Ze meten zich een air aan dat je denkt: waar halen ze het vandaan?Zo vergaat het soms mensen die de kans hebben gekregen te kunnen studeren. Ze hebben een goed diploma op zak en zijn zich tot de intellectuelen gaan rekenen, maar ze kunnen niet meer spreken met hun eenvoudige familieleden of vertikken het in sommige gevallen nog veel met hen om te gaan, want ze voelen zich nu wat meer thuis in hogere kringen; ze achten zich nu toch wat meer, wat deftiger; ze hebben zich boven hun oorspronkelijke stand uitgewerkt en dat laten ze wel blijken en voelen.We kennen ook wel de generatie van nieuwe rijken. Ze hebben zich een levensstandaard aangemeten van comfort en luxe dat je denkt: waar hebben ze het vandaan, en dat met zo’n air. Die weten zeker niet meer dat ze alles te danken hebben aan hun ouders, die eenvoudige en hardwerkende mensen. Ongetwijfeld zijn ze vergeten dat ze vroeger zelfs geen geld hadden voor tram of bus om naar school te gaan; thuis was er slechts één ei per twee personen.

Als we postkaarten uit de oude doos bekijken en zien hoe het er 50-60 jaar geleden allemaal aan toe ging in onze steden en dorpen, dan moeten we toch toegeven dat we er goed op vooruit zijn gegaan.Dat is allemaal prima. Wanneer mensen het ver brengen, zich een betere levensstandaard weten op te bouwen, valt dat alleen maar toe te juichen. Maar dat geeft hen niet het recht hoogmoedig, verwaand, liefdeloos te worden tegenover mensen die door omstandigheden niet hetzelfde peil hebben kunnen bereiken.

Heel lang geleden heeft Mozes in dit verband reeds wijze woorden gesproken. Ze staan in de eerste lezing van deze zondag. Na een ellendige tijd in Egypte, een zwerftocht van veertig jaar vol ontberingen, tegenvallers, twijfels, ruzies, honger en dorst, bereikt het joodse volk eindelijk het door God beloofde land. Daar vinden ze rust, vrede en geluk. Maar juist dan waarschuwt Mozes zijn mensen: Jullie mogen vreemdelingen niet slecht behandelen en hun leven niet zuur maken. Je hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond. Je weet dus wat het is. Doe geen onrecht, zegt Mozes, aan weduwen en wezen. Je hebt lang genoeg zelf niet te eten gehad en je bent zelf lang genoeg uitgebuit. Vergeet dus nooit wat je hebt meegemaakt en vanwaar je gekomen bent.’ En zo gaat Mozes verder in die eerste lezing.

Als je in betere doen raakt, mag je nooit je komaf vergeten; je mag nooit je afkomst verloochenen. Zo sprak Mozes al in zijn tijd tot zijn mensen; en, - zo zegt hij erbij - we mogen ook niet vergeten dat wat we bereikt hebben niet helemaal aan onszelf, maar voor een groot deel aan veel andere mensen en ook een stukje aan God te danken is. Daarom, wees gastvrij voor vreemdelingen, deel uw rijkdom met armen en behoeftigen, kom op voor de verdrukten, en steek een helpende hand toe aan hen die nu doormaken wat jij ook hebt doorgemaakt.

Page 4: preekvandeweek.bepreekvandeweek.be/mailinglist/Mt. 22, 34-40.docx · Web viewOngetwijfeld zijn ze vergeten dat ze vroeger zelfs geen geld hadden voor tram of bus om naar school te

Helemaal in dezelfde lijn spreekt ook het evangelie van vandaag. Een wetgeleerde vraagt aan Jezus: wat is het voornaamste gebod in de wet? M.a.w. wat is de grondslag van de wet, het centrum van de Schrift, uit welk woord je al het andere kan afleiden? En Jezus antwoordt met een zinsnede uit Deuteronomium: ‘U zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand’, die hij dan verbindt met een tekst uit Leviticus: ‘U zult uw naaste beminnen als uzelf’. Het zijn deze twee zaken waarrond het draait in Wet en Profeten en alle andere voorschriften hangen van deze twee af. Het gaat om twee parallelle lijnen, maar nooit los van elkaar. Voor Jezus kan de liefde tot God niet zonder de liefde tot de naaste. Als je tekortschiet in het één, schiet je ook tekort in het ander. Als we met heel ons hart van God willen houden, zullen we ook met heel ons hart van onze naaste moeten houden.En wie is volgens Jezus onze naaste? Heel zijn leven heeft Jezus dat begrip alsmaar groter gemaakt. Onze naaste is volgens hem niet alleen onze volksgenoot, niet alleen onze geloofsgenoot, onze vriend of vriendin; onze naaste is de zondaar, de overspelige, de melaatse, de tollenaar, de mens aan wie we een hekel hebben, die we niet kunnen uitstaan, die ons iets ergs heeft aangedaan, zoals de moordenaar op het kruis. Heel Jezus' leven was daarvan één groot getuigenis. En als wij in zijn voetstappen willen treden, zullen we onze liefde voor God zichtbaar moeten maken in een grenzeloze solidariteit met, en een onvoorwaardelijke liefde voor alle medemensen, met een bijzondere plaats voor armen en eenzamen.

Dat is niet altijd zo gemakkelijk. Soms is het verdomd moeilijk om mensen graag te blijven zien en aan God de plaats te geven in ons leven. Als alles meezit, vraagt dit geen inspanning, het wordt pas moeilijk wanneer medemensen ons kwetsen of ontgoochelen, of wanneer we ons door God in de steek gelaten voelen. Het is nochtans de enige weg waarlangs we ons christen-zijn kunnen waarmaken. We zijn maar in die mate christen waarin we proberen lief te hebben; proberen van God te houden en van onze medemensen.

@preekvdw