26 06 2015 Trouw Geisoleerd maar niet alleen

Post on 11-Jan-2017

214 views 0 download

Transcript of 26 06 2015 Trouw Geisoleerd maar niet alleen

VRIJDAG 26 JUNI 2015 Trouw

V reemde handen duwden haareen donker kamertje binnen;daglicht kwam slechts dooréén hoog raampje. In eenhoek stond een bed dat metroestige klinknagels aan devloer was bevestigd. Verder

was het leeg. Buiten hoorde ze het geklettervan sleutels, toen viel de deur dicht. Ze hadgeen idee wanneer die weer open zou gaan. Ófdie ooit nog open zou gaan.Kunstenares Mieke Mostermans (56) was psy-

chotisch, angstig en achterdochtig toen ze 32jaar geleden in een isoleercel werd opgesloten.Daar knapte ze niet bepaald van op. “Ik wasbang, ik zocht troost maar ik kreeg het tegen-overgestelde: afstand en kilte. Het was eennachtmerrieachtige ervaring.” Ze herinnertzich nog de kartonnen hoeden die er lagen.“Die zette ik eerst op mijn hoofd, ik denk datiedereen dat doet. Je snapt gewoon niet dat jedaar je behoefte in moet doen.” Een isoleercelheeft geen wc, ontdekte ze.Dat separatie – gedwongen afzondering ach-

ter gesloten deuren – heel traumatisch kanzijn, is bekend in de geestelijke gezondheids-zorg (ggz). Nog niet zo lang geleden dachtenpsychiaters dat een agressieve of suïcidale pa-tiënt maar het best tot rust kon komen in eenprikkelarme ruimte. Mede dankzij ervarings-deskundigen als Mostermans, die zich jaren-lang inzette voor afschaffing van de isoleercel,veranderde dat denkbeeld. Opsluiting leidt totgevoelens van machteloosheid, stress enschaamte. Tot woede, niet tot rust.Sinds begin deze eeuw proberen overheid en

ggz-instellingen daarom de eenzame opslui-ting terug te dringen. Met redelijk succes: in2008 werd 11,8 procent van het totaal aantalpsychiatrische patiënten opgesloten in een iso-leercel, vier jaar later 6,5 procent. Maar datpercentage moet, vindt iedereen, nog veel ver-der omlaag.“Er was een toenemend besef dat patiënten

niet beter werden van separatie”, zo vat psychi-ater Tom van Mierlo, directeur behandeling bijGGz Breburg, de ontwikkeling samen. “Alleen:er was in psychiatrische ziekenhuizen niet veelanders mogelijk.” De nadruk lag op de veilig-heid van patiënt en zorgverleners, op het be-heersen van risico’s. Als opsluiten niet kon, watmoest een verpleegkundige dán met een psy-chotische, agressieve man die volledig uit zijndak ging?

High& IntensiveHet antwoord ligt mogelijk besloten in eennieuwe vorm van crisisopname die nu doorGGz Breburg en 23 andere zorginstellingenwordt ingevoerd: de High & Intensive Care(HIC). Deze aanpak is gericht op het voorkó-men van eenzame opsluiting en volgens eeneerste onderzoek lukt dat: in een aantal deel-nemende klinieken wordt al veel minder gese-pareerd.Bij voorloper GGz Breburg in Tilburg staat de

teller op één separatie sinds de opening van deHIC-afdeling in februari dit jaar. Die ene keerliep de spanning toch nog ouderwets hoog optussen een cliënt en zijn behandelaars. “Tot on-ze spijt”, zegt psychiater Sandra Vos.Vos geeft een rondleiding over de nieuwe,

dempende tapijten van het HIC-gebouw, langsmuren in zachte, blauwgroene tinten – héélrustgevend. Hoeken zijn afgerond, deuren weg-gehaald: gangen en kamers ogen ruim en licht,er zijn terrassen en tuinen. Samen moeten zeeen healing environment vormen, een omgevingdie bijdraagt aan het herstel van mensen die

vanwege een psychose of zware depressie incrisis zijn.De afdeling telt nog één Extra Beveiligde Ka-

mer, de isoleercel nieuwe stijl waarin dit jaardus die ene patiënt ‘in afzondering werd ver-pleegd’. Vos laat zien hoe de ruimte verschiltvan het donkere kamertje waarin Mostermans32 jaar geleden belandde. Hier is wél een wc,zonder bril, ingebouwd in de muur. Ook bevatde kamer, die dankzij een dakraam wel lichtis, een waterpunt dat de patiënt kan bedienenmet een sensor (een kraan zou hij er in woedeaf kunnen rukken). Zelf bepalen wanneer jeiets drinkt, is al veel prettiger dan via de inter-com om een bekertje vragen, zoals dat in deouderwetse isoleercel moest.

IngeleefdHet is een van de vele details waaruit blijkt datde bedenkers van het HIC-model – onder wieVan Mierlo – zich hebben ingeleefd in de psy-chiatrische patiënt. Als die onverhoopt toch inde Extra Beveiligde Kamer terechtkomt, watmaakt dan dat hij daar met zo min mogelijkschade weer uit komt? Hoe kan hij zijn zelfre-

Geïsoleerd,

De isoleercel is een noodzakelijk kwaad, was hetidee in de geestelijke gezondheidszorg. Maar erblijkt ook een heel andere aanpak mogelijk.tekst Iris Pronk

deVerdieping gezondheid&zorg6

O p vakantie in Italiëstond ik heimelijkmijn gebitje te poet-sen op de late war-me avond in de ge-

heel verlaten wasruimte van deheerlijk rustige camping. Precieshet moment waarop ik niet wildehoren wat mij echter zeer duide-lijk werd meegedeeld: ‘Ja, sorryhoor, maar wij lezen Trouw, dus ikdacht, ik moet het toch even zeg-gen.’ Naast mij stond een aller-vriendelijkst echtpaar dat mij ver-wachtingsvol aankeek, terwijl ikwanhopig naar een methodezocht om de prothese die ikkrampachtig in mijn dichtge-klemde vuist hield, ongemerkt te-rug te plaatsen zodat mijn glim-lach in één sprong van ‘verpleeg-huis’ weer naar ‘golfbaan’ terugkon. Ik maakte onverstaanbaregeluiden die moesten wijzen ophet feit dat ik nu echt even doormoest met mondhygiëne en zelieten me graag met rust. Pffffttt.De volgende morgen kwamen

we elkaar weer tegen in de cam-pingwinkel en nu kon ik hen meteen even stralende als hartelijkeglimlach tegemoet treden. Ze ver-telden me dat er nog lang werddoorgepraat op deze pagina’s overdementie, ik-verlies, Darwin, her-senschade, naastenliefde en boed-dhisme. Afgelopen dinsdag wascollega Suurmond weer, of nogsteeds, aan de gang, nu onder hetmotto: iedereen wil soms dementzijn.Suurmond noemt voorbeelden

van wat hij bedoelt, naast demen-ten dan: mensen die op een dans-feest uit hun dak gaan, mensendie in het voetbalstadion narig-heid uitkramen en die op wegnaar huis nog even de trein uit el-kaar trekken. Hij beschouwt ditals voorbeelden van ik-verlies diesterk lijken op het ik-verlies datzich voordoet in dementie.Ik vind dat die hooligans hun ik

niet zozeer kwijt zijn, maar ereen nare kant van laten zien. Envoor zover er iets vergelijkbaarsspeelt in dementie is het iets zeeronaantrekkelijks.Misschien kunnen we allemaal

gelukkig naar huis als we stellendat er meerdere vormen van ik-verlies zijn en dat je die niet doorelkaar moet halen.Eerst een voorbeeld van de

Alzheimer-variant. Enkele jarengeleden stond ik met de heer W.bij zijn stervende vrouw. Hij wasdement. Zij ook. Hij keek naar het

bed, zag haar moeizaam ademen,maar het sterven zag hij niet. Ikvroeg hem hoe het ging. Tot mijnverrassing bleek dat hij helemaalniet met haar sterven bezig was.’Het gaat prima’, zei hij, ‘er komtnu zo’n nieuwe twee keer perweek om de boel schoon te hou-den. Dat schoonhouden van eenhuis stelt weinig voor, want jemoet het gewoon bijhouden. Daarheb je discipline voor nodig. Endat heb ik geleerd. In dienst. Bijde mariniers.’Ik wilde net gaan vragen over

welke jaren we het nu hadden,toen ik over zijn schouder achterhem zag dat zijn vrouw inmiddelswas overleden. Ik wees hem ervoorzichtig op en hij sprak kor-daat: ‘Ja, dat dacht ik al. Het gingniet goed hè?’ Hij nam vriendelijkafscheid en dribbelde welgemoednaar buiten. Waar hij in zijn autostapte.Kwartier later had ik hun wild

snikkende dochter aan de tele-foon. Zijn onbedoelde botheidmaakte haar verdriet alleen maarerger. Dit was geen benijdens-waardige onthechtheid van eengeest die zich heeft losgemaaktvan aardse beslommeringen.Meneer W. bevond zich wel ver

van mijn schaamte over tande-loosheid, maar niet in een omge-ving waar ik hem graag zou wil-len volgen.Er bestaan immers ook andere,

chiquere vormen van ik-verlies. Ikdenk daarbij aan de woorden vanGinger Baker: ‘There comes a pointwhere it’s not me playing the drums,but the drums playing me’. Een erva-ring waar veel scheppend kunste-naars op wijzen. Het gaat om eentoestand van los zijn die moeilijkte beschrijven valt, maar waarinje in een andere wereld toeft dande stakker die zich zo geneertvoor zijn kunstgebit.Flannery O’Connor zei het met

heel eenvoudige woorden: ‘Ik kenU niet, God, want ik sta in de weg.Help me alstublieft mijzelf opzijte schuiven.’Wie zichzelf weg weet te schui-

ven om vervolgens op een onge-kend niveau te kunnen drum-men, schrijven, schilderen of Godte kunnen zien, die bevindt zichop dezelfde afstand van mijn pro-these-probleem als een demente-rende, maar hij is wel in een heelander geestelijk gebied terechtge-komen dan dat van dementie. Iksnap niet hoe je die gebiedendoor elkaar kunt halen.

Ik-verlies is er in niet teverwarren soortenBert Keizer

Ginger Baker staatop even groteafstand als meneerW., maar wel in eenheel ander gebied

Een Intensive Care Unit. De vloer is deels laminaat,

gie zo gauwmogelijk terugkrijgen? Sowieso ziter voortdurend een hulpverlener op een krukjevoor de deur, dichtbij, om gevoelens van een-zaamheid te verminderen.Maar het liefst proberen de hulpverleners te

voorkomen dat de vlam in de pan slaat. “Hetgaat nooit inééns mis met een cliënt; als je te-rugkijkt, zie je altijd signalen”, zegt Vos. “Wevragen nu aan cliënten: Hoe kunnen we aanjou zien dat je de controle over jezelf dreigt teverliezen? Dan zegt de een: Ik ga ijsberen. An-deren gaan rode kleren dragen, trekken zichterug op hun kamer of gaan ineens heel veelpraten. Vervolgens vragen we: En wat helpt jouin zo’n situatie?”Veel meer dan vroeger maken hulpverleners

contact met de patiënt; ze betrekken hem bijzijn behandeling. Is dat nou het ei van Colum-bus, dé manier om patiënten uit de isoleercelte houden?Het klinkt inderdaad heel logisch, zegt Vos.

Maar kijken naar iemand die boos wordt, nietweglopen om versterking te halen maar zeg-gen: ‘Ik word bang van u, ik ben verpleegkun-dige en ik sta te trillen op mijn benen, kunt u

me soms helpen?’ – die kwetsbaarheid tonenvergt moed.Wordt een cliënt toch heel agressief of ang-

stig, dan zijn er de Intensive Care Units: grote,lichte kamers die ruimte bieden aan één cliëntén zijn hulpverlener. Hier kunnen zij zich te-

rugtrekken voor een één-op-één-behandeling.Hulpmiddel daarbij is de speciale vloer: op deene helft ligt zeil, op de andere laminaat. “Zokun je zeggen: Dat is jouw ruimte, dit is die vanmij”, zegt Vos.Niet alleen de inrichting van de ruimtes, ook

de bejegening van psychiatrische patiënten iszachter, minder hoekig. Dat moet al blijken inde eerste vijf minuten, legt Vos uit. “Vroegerwerden mensen hier met de ambulance bin-nen gebracht, op een brancard, geboeid en ophun buik. Daar werd dan bij gezegd: Deze me-neer moet in de separeer. Geen wonder dat diemeneer dan heel erg kwaad was.”Nu pakt het personeel van de High & Intensi-

ve Care het anders aan, vertelt psychiatrischverpleegkundige Manuela Konings: zij onthaaltde nieuwe cliënt gastvrij in een prettige ruim-te, serveert koffie aan een ronde tafel. “Je kuntvaak opnieuw met elkaar beginnen, een nieu-we start maken. De patiënt is boos op de men-sen die hem hebben binnengebracht, maarniet op jou. Ik vroeg laatst aan een man: Watdenk je nou dat jou helpt? Hij zei : Roken. Toenzijn we samen buiten gaan roken.”

VRIJDAG 26 JUNI 2015Trouw

De ene lezer ziet steeds meer men-sen met getatoeëerde ledematen envraagt zich af: al die ingebrande inkt,is dat niet slecht voor de huid? Lig-gen infecties niet op de loer? Ende andere lezer droomt over haareerste tatoeage, maar vreest voorhuidkanker.

D e tijd van de ‘vrije jon-gens’ die de mensenwel eventjes in een vuilschuurtje versieren meteen tatoeage, is wel

voorbij, merken Menno Gaastra enzijn collega’s van Centrum Ooster-wal, een dermatologiepraktijk inNoord-Holland. “Infecties op dehuid, dat komt niet meer zo vaakvoor.”In de kleurstoffen zitten inder-

daad metalen, maar de kans ophuidkanker wordt daarmee volgensde dermatoloog niet groter. “Welzie je dat vooral de rode kleurstof,waar cadmium in zit, bij sommigemensen een heel heftige reactiekan geven.” En dan gaat het nietom een paar dagen een beetje rodehuid. Gaastra (ook werkzaam in hetGeminiziekenhuis in Den Helder)tovert een foto tevoorschijn vaneen tatoeage die flink uit de handliep: met forse rode bulten. “Datlijkt wel op huidkanker, maar is hetniet. Toch moet je er iets aan doen.Die verdikkingen vormen eenwond. Die snijden we meestal weg,en hoe netjes dat tegenwoordig ookgebeurt, vaak blijf je littekenszien.”Wie een tatoeage wil laten zetten,

moet volgens Gaastra niet alleenvoor de hygiëne naar een prof. “Ie-mand die ervoor is opgeleid zorgtervoor dat een tatoeage op dezelfdehuidlaag is aangebracht, dat er zomin mogelijk verschil in diepte is.”En dat is weer van belang bijvoor-beeld voor degene die de naam vanzijn geliefde heeft laten aanbren-gen maar de relatie beëindigd ziet.Gaastra en collega’s zien aardig watspijtoptanten. “Het lukt redelijkgoed om met een laser de tatoeageweg te branden. Maar als de kleur-stoffen diep zitten en op verschil-lende huidlagen, dan wordt wegla-seren lastiger. En is de kans groterdat de huid minder mooi wordt danvoor de tatoeage.”En ook op dit punt kan de rode

kleurstof weer voor extra proble-men zorgen. “Die is het lastigst wegte laseren en het is altijd mogelijkdat je daarnaast ook andere rodedelen uit de huid weghaalt.” Zodatde huid er toch geschonden uit kankomen. Kortom, ga naar een erken-de shop en vermijd als het even kanharten en andere grotere rode ele-menten in de tatoeage.EDWIN KREULEN

Zelf een vraag stellen? mail naargezondheid@trouw.nl

Pasopmetrood in jenieuwetattoohet consult

deVerdieping 7gezondheid&zorg

‘Depatiënt is boosopdemensendiehembinnenbrachten,niet op jou’

maar niet alleen

deels zeil. ‘Zo kun je zeggen: Dat is jouw ruimte, dit is die van mij.’ foto ton toemen