Woord vooraf

Het team van het daghospitaal oncologie/hematologie heet je van harte welkom. Wij zijn bijzonder blij met je komst en wij zullen ons best doen opdat jij je zo snel mogelijk thuis voelt in onze groep.

Een verpleegafdeling is een plaats waar verschillende mensen samenwerken met ieder hun persoonlijkheid. Samenwerken kan alleen als er in het werkveld wederzijds respect is voor elkaars eigenheid en mogelijkheden.

Deze brochure biedt je een eerste kennismaking met onze afdeling. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet allesomvattend zijn. Daarom staan zowel de hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen en artsen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket.

Er wordt niet van je verwacht om na een korte tijd reeds een perfecte oncologie/hematologieverpleegkundige te zijn. Je krijgt bij ons de tijd om je te ontwikkelen, zodat jij ook je steentje kan bijdragen aan een hoogstaande kwalitatieve zorgverlening. We vinden het heel belangrijk om binnen hand- en hartbereik te zijn voor onze patiënten en familie.

Vriendelijkheid, geduld, correctheid, collegialiteit dragen we hoog in het vaandel.

En … die glimlach, dat ‘even’ aanwezig zijn, het schouderklopje of jouw hand op een hand… ’t zijn dingen die niks kosten maar die zo ontzettend veel betekenen kunnen!

Welkom!

1. Voorstelling van de afdeling

1.1 Architectonisch

Het daghospitaal oncologie/hematologie maakt deel uit van het Sint-Dimpna ziekenhuis.

De afdeling ligt op de eerste verdieping in de F-blok. Je volgt best de beige pijlen in het ziekenhuis met vermelding “oncologisch daghospitaal en slaaplabo”.

De afdeling telt 8 zetels en 6 bedden. De zetels bevinden zich in de dagzaal. De bedden zijn allemaal 1-persoonskamers. Deze bevinden zich, allemaal naast elkaar, aan de linkerkant van de gang.

De verpleegpost bevindt zich centraal in de afdeling.

Helemaal op het einde van de gang beschikken we over een ‘lounge’ ruimte. Deze fungeert als wachtzaal voor onze patiënten.

1.2 Multidisciplinair team

1.2.1 Medisch team

Het medisch team voor onze afdeling wordt gevormd door volgende artsen

• Oncologie - Dr. Altintas (consulente UZA) - Dr. Geboers

• Hematologie - Dr. De Samblanx - Dr. de Vooght

• Gastro-enterologie - Dr. Assoignon - Dr. Eyben - Dr. Dockx - Dr. Valgaeren

• Pneumologie - Dr. Coeman - Dr. Delanote - Dr. Vaes

1.2.1 Verpleegkundig team

• Directeur nursing : Walter Claessens • Middenkader

- Mieke Gillis : stagiairs verpleging, coördinatie D-diensten en moeder-kind zorg, patiëntenbegeleiding, palliatieve en andere nevendiensten, verpleegkundige zorgmodellen

- Gunter Oris : MVG-registratie, coördinatie C-diensten, verpleegkundig ziekenhuis hygiënist, wondzorgcoördinator

- Ann Verfaillie : kwaliteitscoördinator, klachtenmanagement, coördinator G-dienst + polykliniek, verpleegkundige zorgmodellen

- Inge De Busser : procedures, verpleegkundig ziekenhuishygiënist, patiëntveiligheid - Stef Peeters : stafmedewerker accreditatie

• Inscholing nieuw personeel, bijscholingsverantwoordelijke : Raf Bakelants • Bijscholingsverantwoordelijke : Evi Wellens • Verpleegkundigen : Sabine Boving, Hilde Cowé, Christel Daems, Bieke Maes, Leen Peeters,

Annabel Renders en Kathleen Vanlommel • Hoofdverpleegkundige : Annelies Van Elsen

1.2.2 Ondersteunend team • Secretariaat : Erna, Nele, Iris en Sara • Sociale dienst : Martine Verellen en Katrien Slenders • Psychologen : Ann Vanlommel, Mieke Bellinckx, Ilse Sannen en Karen Berghmans

(palliatief support team) • Diëtisten : Wiebke Van Gorp en Elke • Vrijwilligers Kom Op Tegen Kanker : Birgitta, Lief, Leen, Birgit, Riet en Mia

1.3 Patiëntenpopulatie

Op het oncologisch daghospitaal verblijven enkel oncologische patiënten. Hetzij voor chemotherapie, hetzij voor nabehandeling of transfusie.

De meest voorkomende diagnoses en reden voor dagbehandeling zijn :

• Borstcarcinoom, ovariumcarcinoom, cervixcarcinoom • Hersentumoren, longtumoren, prostaattumoren, testiscarcinoom, huidkanker • Ziekte van Hodgkin • Non-Hodgkin lymfoom • Ziekte van Kahler • Coloncarcinoom • Patiënten met transfusienood

De verblijfsduur van patiënten is maximaal 1 dag. Zij verlaten steeds voor 19u het ziekenhuis. Indien de toestand van de patiënt dit niet toelaat, zal hij getransfereerd worden naar de hospitalisatie-afdeling (dienst 5 : oncologie – hematologie).

1.4 Afdelingsopdrachten

1.4.1 werkinhoud

In het daghospitaal oncologie/hematologie wordt er gewerkt volgens het systeem van patiëntentoewijzing. Dit betekent echter niet dat we onze collega’s niet bijstaan.

Elk personeelslid is binnen haar beroepsbekwaamheid verantwoordelijk voor het totale zorgenpakket dat aan de patiënt moet gegeven worden, vanaf het moment dat de patiënt op de afdeling aankomt totdat hij naar huis gaat.

Om het beleid éénvormig te laten verlopen en kwaliteit te verhogen, is een procedureboek (= infoland) samengesteld. In dit procedureboek staan technieken, protocollen en afspraken beschreven. Neem het ter hand, maar niets belet je om aan je collega’s uitleg en ondersteuning te vragen.

Het technische aspect van onze job is uiteraard niet het enige wat van belang is. Patiënten op een empathische manier benaderen, is toonaangevend in onze job!

1.4.1 Werkverdeling

Tijdens de vroege shift worden er drie verpleegkundigen ingezet. 1 voor het bureauwerk, 1 voor de kamers en 1 voor de zaal.

Er zijn twee verpleegkundigen met de late shift. Elk personeelslid dient zijn verantwoordelijkheid op te nemen om alle taken bij

de opgegeven patiënten uit te voeren. Indien de zorgzwaarte bij de ene verpleegkundige lichter is, wordt er verwacht

dat er spontaan hulp wordt geboden. Enkel op deze manier krijgen patiënten goed en tijdig hun behandeling.

Tijdens het schooljaar doen 3 de jaar-studenten verpleegkunde stage. Zij worden per dag gekoppeld aan één verpleegkundige. We bieden hen een kritisch en studentvriendelijk klimaat aan, omdat we op deze manier met z’n allen instaan voor de kwaliteit van onze toekomstige collega’s.

De niet-patiëntgebonden taken zijn aansluitend aan de patiëntverzorging samen uit te voeren. Dit gaat dan over : opruimen van vuil- en linnezakken, reinigen en aanvullen van medicatiekarren en verzorgingskarren, keuken netjes houden.

2. Een dag in het daghospitaal oncologie/hematologie

Dagindeling

08u00

Aanzetten computers + scanner Planning voor de volgende dag opsturen naar onthaal Bedden opmaken en zaal voorbereiden voor de dag Verwelkomen van de eerste patiënten (1 voor de kamers, 1 voor de dagzaal) Het aankomstuur van de patiënt werd reeds bij de vorige kuur geboekt door

de eindverantwoordelijke. De toewijzing van de patiënten gebeurt daags voordien door een

verpleegkundige. Elke verpleegkundige is in het bezit van een uitprint van de planning. Afhankelijk van de duur van een behandeling, wordt een zetel of bed

meermaals per dag in gebruik genomen. 11u00 Soepbedeling. Aan alle patiënten en familieleden wordt een kom soep met

beschuit aangeboden. Meestal is er een vrijwilligster aanwezig die hiervoor instaat.

12u00 Maaltijdbedeling. De aanwezige patiënten krijgen een warme maaltijd of een broodmaaltijd. Ook dit verzorgt onze vrijwilligster.

13u00 Overdracht naar late shift op maandag, dinsdag en donderdag. 16u00 Sluitingsuur daghospitaal op woensdag en vrijdag. 19u00 Sluitingsuur daghospitaal op maandag, dinsdag en donderdag.

De verpleegkundige met de late shift zorgt dat alles opgeruimd en besteld is.

Taken in de kamers en de zaal

Patiënt meldt zich aan via de parlefoon. Onze patiënten werden reeds voor-ingeschreven. De eindverantwoordelijke bepaalt wanneer mensen nog even in de wachtzaal moeten plaats

nemen en in volgorde van afspraak worden patiënten binnen geroepen. De eindverantwoordelijke zorgt dus voor een vlotte doorstroming van patiënten.

Er wordt steeds navraag gedaan naar naam, geboortedatum, adres en arts van de patiënt. De patiënt wordt gewogen en krijgt een identificatiebandje aan. Patiënten voor de dagzaal worden eerst verzocht in het aanpriklokaal plaats te nemen.

Patiënten die in een kamer worden opgenomen, worden rechtstreeks daar opgevangen. Verdere gang van zaken volgens richtlijnen van het dossier. In de meeste gevallen moet er

een bloedname gebeuren : perifeer of via PAC. De aanvraagbon voor het labo bevindt zich in het dossier. Alle benodigdheden voor het aanprikken en de afname bevinden zich in de karren. De bloedbuisjes worden zo snel als mogelijk naar het labo gestuurd via de buizenpost.

Bij elke patiënt worden parameters genomen : bloeddruk, pols en temperatuur. Bij elke patiënt wordt een korte anamnese afgenomen : toestand thuis, reactie op vorige

behandeling, moeheid, pijn, misselijkheid/braken, … Vragen aan geneesheer worden via het elektronisch patiëntendossier ingevuld. Medicatie wordt toegediend via een infuuspomp. De eindverantwoordelijke staat in nauw overleg met de artsen voor het al dan niet vrijgeven

van de behandeling en/of transfusie.

Wanneer de behandelende arts de behandeling heeft vrijgegeven, wordt de chemo gepland en besteld bij apotheek.

Apotheek verwittigt als de chemo klaar is en mag afgehaald worden. Chemotherapie wordt steeds toegediend dmv een infuuspomp.

Sommige patiënten dienen op consultatie te gaan naar de arts. Je kan dit steeds in het

afsprakenbeheer terug vinden. We komen later in deze brochure terug op wie, wanneer naar de arts moet gaan.

Chemo-dossiertje worden, de dag voorafgaand aan de therapie, klaargemaakt door een verpleegkundige van ofwel de vroege/ofwel de late shift.

Op dinsdag en vrijdag is het ‘materialenkar’. Dit materiaal wordt op de juiste locatie verdeeld volgens first in, first out. De lege kar wordt aan de lift geplaatst zodat deze in de loop van de dag kan opgehaald worden.

3. Procedures en protocollen

3.1 meest voorkomende medisch-verpleegkundige technieken

Parametercontrole Bloedname : perifeer, via PAC, via Hickmann Hemoculturen Glycemiecontrole Infuus/hydratatie Aanprikken poortsysteem Urinestaal afnemen EKG Toedienen van bloed- en bloedderivaten Gebruik ijshandschoenen Chemotherapie IV SC + IM inspuitingen

3.2 extra aandachtspunten

3.2.1 vitale parameters

• Op daghospitaal oncologie worden de vitale parameters minstens 1x/behandeling genomen.

• Bij toediening van transfusie, Mabthera, immunoglobulines,… gebeurt dit meermaals per behandeling.

3.2.1 Temperatuurscontrole • Bij patiënten met koorts moet steeds de behandelend arts gewaarschuwd

worden. 3.2.2 Weegbeleid

• Chemotherapiepatiënten worden bij elke opname gewogen. In het elektronisch dossier vinden we het gewicht van alle voorgaande kuren terug zodat een vergelijking snel gemaakt is.

• Bij de allereerste opname nemen we de lengte + het gewicht. Hiermee berekent de arts de lichaamsoppervlakte. Deze parameter is onontbeerlijk om de juiste dosis cytostatica te kunnen voorschrijven.

3.2.3 Symptoomcontrole • Symptoomcontrole om het comfort te bevorderen bij patiënten. Daarom wordt

bij elke behandeling gevraagd hoe het met de pijn is. Het is belangrijk om nevenwerkingen te kennen zodat er gerichte vragen kunnen gesteld worden bv. naar nausea en braken.

• Abnormale zaken moeten steeds gemeld worden.

3.2.4 Voeding

• Steeds navragen of patiënt voedingsproblemen heeft en/of verminderde eetlust. Zo nodig kan de diëtiste ingeschakeld worden.

• Mobiele patiënten kunnen altijd water, koffie en thee halen in de dagzaal. Een koffiemachine en waterfontein staan ter beschikking. Andere dranken kunnen aan de vrijwilligsters of verpleging gevraagd worden.

3.3 procedures 3.3.1 Bloedonderzoek

• Procedure : zie infoland 3.3.2 aanprikken PAC

• Procedure : zie infoland 3.3.3 bloedafname via poortsysteem

• Procedure : zie infoland 3.3.4 afhalen van bloedplaatjes

• Procedure : zie infoland 3.3.5 toedienen bloedplaatjestransfusie

• Procedure : zie infoland 3.3.6 toedienen van bloed en bloedderivaten

• Procedure : zie infoland 3.3.7 wat te doen bij een extravasatie?

• Procedure : zie infoland

4. Afspraken werking dokters

4.1 patiënten van Dr. Geboers/Dr. Altintas

secretariaat : 7049 secretariaat maakt de afspraken op aangeven van de arts worden er soms raadplegingen tussendoor gehouden. (Bv. 10

dagen na de chemo). Hiervoor wordt een aanvraag ‘klein labo’ meegegeven. Patiënten laten een klein uurtje voor hun afspraak bij het labo bloed afnemen.

labo ’s bij wekelijkse kuren : groot – klein – klein bij een groot labo worden telkens de tumormerkers aangevraagd :

- borst = CA 15.3 - ovarium = CA 125 - prostaat = PSA - andere = CEA of wat de dokter aangeeft

Dr. Geboers heeft op vrijdag haar vrije dag Dr. Altintas is enkel op maandag in de borstkliniek. Haar patiënten komt ze op de afdeling

zien vanaf 10u.

4.2 patiënten van Dr. Coeman/Dr. Delanote/Dr. Vaes

secretariaat : 7033 telkens groot labo nemen. Uitzondering : dag 8 = klein labo er moet geen raadpleging ingepland worden, tenzij arts dit doorgeeft (meestal maakt

pneumoloog zelf de raadpleging). telefonisch wordt doorgegeven wanneer her-evaluaties moeten geregeld worden Dr. Coeman is afwezig op dinsdagnamiddag Dr. Vaes is afwezig op dinsdagnamiddag, donderdagnamiddag en vrijdagnamiddag. Dr. Delanote is afwezig op woensdagnamiddag en vrijdag.

4.3 patiënten van Dr. De Samblanx/ Dr. de Vooght

afspraken via secretariaat oncologie : 7049 patiënten worden altijd als dagzaal gepland (bij meerdere dagen kuren : de eerste dag) Dr. De Samblanx is afwezig op woensdag. PAC nooit langer dan 3 dagen laten zitten bij patiënten met lage WBC en trombocyten owv

infectie en/of bloedingsgevaar

4.4 patiënten Dr. Assoignon/ Dr. Dockx/ Dr. Eyben/ Dr. Valgaeren secretariaat : 7248 steeds groot labo tenzij een dag 8 er moet geen raadpleging ingepland worden, tenzij expliciet vermeld

wanneer de behandeling afgerond is, een belletje naar de gastro-enteroloog. Ofwel komt de arts onze patiënt hier zien. Ofwel vraagt hij de patiënt naar de raadpleging te sturen.

5. Chemotherapie

5.1 voorschrift

Het voorschrift moet aan bepaalde wettelijke vereisten voldoen. Het voorschrift wordt door de dokter elektronisch voorgeschreven.

5.2 de bereiding

5.3 transport en bewaring van cytostatica

Het cytostaticum wordt apart in een afgesloten zakje gestoken. Zo wordt contaminatie tot een zo klein mogelijke oppervlakte beperkt als het zakje moest vallen.

Op de buitenverpakking wordt een etiket aangebracht. Met een duidelijk etiket mijdt men verwarring, onnodige handelingen en foutieve manipulaties.

Sommige chemo’s worden via de buizenpost verstuurd. Andere chemo’s moeten we zelf ophalen. Dit gebeurt in samenspraak met apotheek.

5.4 toediening van cytostatica

De toediening gebeurt steeds met een kerstboomtrousse en bij voorkeur via een poortsysteem. Deze trousse laat toe om op een veilige manier te werken. Het principe dat hierachter schuil gaat is deze van ‘droge koppeling’. Door de aanwezigheid van de interne breekconnector, vermindert het risico op rechtstreeks contact met de cytostatica.

De keuze van de trousse wordt bepaald door het aantal chemo-infusen die de patiënt zal toegediend krijgen.

Elke trousse heeft twee spikes waarvan één dient voor het waakinfuus en een tweede voor anti-emetica of andere niet-chemo infusen.

Naast de 2 spikes kunnen er verschillende luerlock-connectiepunten zijn. Deze dienen om de chemo-infusen aan te koppelen.

Het insteekpunt met de rode dop wordt nooit gebruikt. Steeds de interne breekconnector van het cytostatica-infuus verbreken. Pas dan komt

de medicatie vrij.

5.5 afval bij het bereiden en toedienen van cytostatica

Afval moet worden beschouwd als gecontamineerd en gevaarlijk.

Chemische producten veranderen van vorm onder invloed van temperatuur en druk. In een klassiek afvalsysteem kunnen dampen ontstaan waardoor de omgeving gecontamineerd wordt.

Daarom kiezen we voor een mobiel afvalverwerkingssysteem (pacto-safe + gele bak besmet afval) waarbij het gedeponeerde afval in een gesloten verpakking terechtkomt. Hierdoor wordt de omgeving beveiligd tegen aërosolen en dampen.

5.6 reinigen van de omgeving

De directe omgeving van de patiënt (bed, nachttafel, toilet, urinaal, bedpan) is gecontamineerd omdat cytostaticum wordt uitgescheiden via urine, stoelgang en braken. Men neemt aan dat de concentratie in de uitscheidingsproducten het hoogst zijn de eerste 48 uur na toediening.

5.7 alle cytostatica op een rij

5.7.1 ABVD

= adriablastine, bleomycine, vinblastine, dacarbazine

= R/ Hodgkin

5.7.1 AC

= adriablastine, cyclofosfamide

= R/ borstcarcinoom

5.7.2 Bleomycine

= R/ plaveiselcelcarcinoom van de mond, nasopharynx en paranasale sinussen, larynx, oesophagus, uitwendige genitalia, cervix en huid

= R/ Hodgkin en non-Hodgkin

= R/ Testiscarcinoom

Géén zuurstof toedienen

5.7.3 Caelyx

= R/ gemetastaseerd borstcarcinoom

= R/ gevorderd ovariumcarcinoom

= R/ progressief multiple myeloom

Hand- voetsyndroom

5.7.4 Carboplatine (paraplatin)

= R/ palliatieve behandeling bij uitgebreid of gemetastaseerd ovariumcarcinoom

= R/ kleincellig longcarcinoom

= R/ hoofd- en nekkanker

Kreatinine wordt STEEDS afgewacht

5.7.5 CHOP

= cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine (oncovin) en prednisone

= R/ non-Hodgkin

5.7.6 Cisplatine (platinol)

= R/ maligne testiscarcinoom

= R/ blaascarcinoom

= R/ hoofd en nekkanker

= R/ in combinatie met … bij longtumoren

5.7.7 CVP

= cyclofosfamide, vincristine, prednisone

= R/ agressievere non-Hodgkin op latere leeftijd

5.7.8 Cyclofosfamide

= R/ chronische lymfatische leukemie

= R/ in combinatie met…bij : Hodgkin, ziekte van Kahler, gemetastaseerd ovarium, borst-, kleincellig longcarcinoom ,

= R/adjuvant bij borstcarcinoom

5.7.9 Dacarbazine

= R/ melanoom

5.7.10 Dacogen

= decetabine

= R/ acute myeloïde leukemie

5.7.11 Docetaxel (Taxotere)

= R/ borstkanker, niet-kleincellig longcarcinoom, prostaatcarcinoom, maag-darmkanker, hoofd- en halstumoren

= R/ koude ijsapplicaties aan handen en voeten 5 minuten voor de start, tijdens en 5 minuten na de chemo

5.7.12 Epirubicine (farmorubicine)

= R/ borstcarcinoom, maagcarcinoom, ovariumcarcinoom, pancreascarcinoom

= R/ non-Hodgkin lymfoom

= R/ sarcomen van weke delen

= R/ blaastumor

Blaarvormend en kan mogelijk ernstige weefselschade geven (cave : extravasatie!)

5.7.13 Etoposide (Vepesid)

= R/ longcarcinoom

= R/ zaadbalkanker

= R/ non-Hodgkin

= R/ leukemie

5.7.14 Fludara

R/ chronische lymfatische B-cel-leukemie

5.7.15 Fluorouracil (5-FU)

= R/ pancreascarcinoom, baarmoederkanker, baarmoederhalskanker, blaaskanker, borstkanker, dikke darmkanker, ovariumkanker, endeldarmkanker, maagkanker, leverkanker

5.7.16 Gemcitabine (Gemzar)

= R/ lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (al dan niet in combinatie met cisplatinum)

= R/ inoperabel of gemetastaseerd blaascarcinoom (in combinatie met cisplatinum)

= R/ lokaal gevorderd of gemetastaseerd adenocarcinoom van de pancreas

= R/ terugkerend carcinoom van het ovariumepitheel die recidiveren na meer dan 6 maanden platina bevattende therapie, in combinatie met carboplatin

5.7.17 Irinotecan (campto)

= R/ dikke darm en endeldarmkanker

5.7.18 Methotrexaat (ledertrexate)

= R/ choriocarcinoom

= R/ leukemie

= R/ osteo-sarcoma

= R/ non-Hodgkin

= R/ hoofd- en halstumoren in vergevorderd staium

= R/ blaastumoren

= R/ psoriasis en reumatoïde artritis

5.7.19 Oxaliplatine (Eloxatine)

= R/ rectum- en colonkanker, in combinatie met andere geneesmiddelen

géén koude dranken en altijd vóór 5-FU toedienen

5.7.20 Paclitaxel (Taxol)

= R/ borstcarcinoom

5.7.21 Pemetrexed (Alimta)

= R/ mesothelioom van de pleura , niet-kleincellig langcarcinoom

= al dan niet in combinatie met cisplatinum

5.7.22 Torisel (temsirolimus)

= R/ gemetastaseerd niercelcarcinoom

5.7.23 Topotecan (hycamtin)

= R/ kleincellig longcarcinoom, gemetastaseerd ovariumcarcinoom

= R/ recidiverend cervixcarcinoom na RT in combinatie met cisplatine

5.7.24 Vidaza (azacitidine)

= R/ leukemie (die niet in aanmerking komen voor stamceltransplantatie)

5.7.25 Vincristine (oncovin)

= R/ gemetastaseerd borstcarcinoom

= R/ acute lymfatische leukemie

= R/ Hodgkin

= R/ kleincellig longcarcinoom

= R/ sarcomen en neuroblastoùen

= R/ Wilms - tumor

5.7.26 Vinorelbine (navelbine)

= R/ metastasen van borstkanker (bij patiënten die niet reageren of niet in aanmerking komen voor een behandeling met een standaard anthracycline bevattende behandeling)

= R/ niet-kleincellige longkanker (in combinatie met cisplatine)

Cave extravasatie -> zéér schadelijk

5.8 monoklonale antilichamen

Sinds enkele jaren zijn antilichamen de vernieuwende strategie in de behandeling van ziektes.

Antilichamen zijn beschermingsstoffen die we zelf aanmaken als specifieke afweer tegen vreemde stoffen die het lichaam binnendringen. Hun werking berust op een zeer specifieke interactie met hun doelwit. Na binding met het doelwit blokkeert het antilichaam zijn werking of activeert het immuunsysteem om indringers of tumoren doelgericht te vernietigen. Voor geneeskundige toepassingen maakt men antilichamen die zich heel specifiek richten op een eiwit dat aan de basis ligt van het ontstaan van een ziekte.

5.8.1 Avastin (bevacizumab)

= VEGF-inhibitor

= R/ gemetastaseerd colon- of rectumcarcinoom

= R/ gemetastaseerd borstcarcinoom in combinatie met taxol

= R/ gemetastaseerd of gevorderd niercelcarcinoom in combinatie met interferon

= R/ gemetastaseerd of gevorderd ovarium-, peritoneaal carcinoom in combinatie met carbo-taxol.

Aandacht voor hypertensie en proteïnurie

5.8.1 Cetuximab (erbitux)

= EGFR-inhibitor

= R/ gemetastaseerd colorectaal carcinoom (in combinatie met folfox/folfiri)

= R/ als monotherapie folfox/folfiri heeft gefaald of niet verdragen werd

Aandacht voor hypomagnesemie

5.8.2 Darzalex (daratumumab)

= R/ recidief multiple myeloom

5.8.3 Gazyvaro (obinutuzumab)

= monoclonaal antilichaam

= R/ chronische lymfatische leukemie

= R/ folliculair lymfoom

5.8.4 Herceptin (tratuzumab)

= monoclonaal antilichaam

= R/ Her2+borstcarcinoom

= R/ gemetastaseerd Her2+ borstcarcinoom

= gemetastaseerd her2 + maagcarcinoom

Cardiotoxiciteit, infusie-gerelateerde reacties

5.8.5 Kyprolis (carfilzomib)

= R/ multiple myeloom (tweede lijn)

= al dan niet in combinatie met revlimid en dexamethasone

hartfalen in de gaten houden!

5.8.6 Mabthera (rituximab)

= R/ non-Hodgkin

= R/ chronische lymfatische leukemie

= R/ reumatoïde arthritis

Aandacht voor infusie-gerelateerde reacties = monitoring

5.8.7 Perjeta (pertuzumab)

= gehumaniseerd monoclonaal antilichaam

= R/ gemetastaseerd borstcarcinoom

5.8.8 Vectibix (panitumumab)

= R/ patiënten met een wild-type KRAS gemetastaseerd colorectaal carcinoom

= eerste lijn in combinatie met folfox

= tweede lijn in combinatie met folfiri

= monotherapie na falen folfox/folfiri

Aandacht voor hypomagnesemie

5.8.9 Velcade (bortezomib)

R/ multiple myeloo

6. Personeelsinformatie

6.1 Ziekenhuisbreed

Op workplace vind je :

Algemene personeelsinformatie (personeelsvademecum) Informatie over de evaluatieprocedures Informatie over vormingen

6.2 Dienstspecifiek

Code Uurrooster D1 De dienst begint om 08u00 en eindigt om 14u05. D De dienst begint om 08u00 en eindigt om 16u05. L1 De dienst begint om 13u00 en eindigt om 18u05 L2 De dienst begint om 13u00 en eindigt om 19u05.

6.3 Dienstlijst

Een dienstlijst wordt per maand opgemaakt. De hoofdverpleegkundige maakt de lijst op in de laatste week van de maand voor de 2de daaropvolgende maand. Dit betekent dat je dienstwensen steeds vóór de aanvang van de laatste week van de maand dient door te geven. Wensen worden doorgegeven op de voorlopige lijst. In de mate van het mogelijke zal hieraan gevolg worden gegeven.

6.4 Overuren

Overuren zijn supplementaire uren naast de normale dienstregeling. Indien je minder dan 15 minuten overuren hebt, heb je géén compensatie. Vanaf 15 minuten heb je recht op compensatie. Overuren zijn terug te vinden op het overzicht in de blauwe kaft.

6.5 Ziekte

Bij ziekte dien je zo snel als mogelijk te verwittigen. Neem telefonisch contact op met de dienst en/of de hoofdverpleegkundige. Je moet ook steeds je afwezigheidsduur laten weten nadat je bij een arts bent geweest.

Verder neem je meteen contact op met securex op het nummer : 0800/12 865

6.6 reglement

…omdat er naast een werkend leven ook een sociaal leven bestaat…

6.6.1 Hoeveel verlof heb je?

Het aantal verlofdagen bestaat uit : 24 wettelijke verlofdagen + extra-legale dagen. Deze extra-legale dagen werden berekend op basis van dienstanciënniteit en zullen dus voor iedereen anders van aantal zijn.

Op regelmatige tijdstippen vind je hier een berekening van terug in de blauwe kaft.

6.6.2 Ziekenhuisgebonden afspraken volgens het nieuwe statuut

1/5de van het totaal aantal verlofdagen moet opgenomen worden voor 1 mei. Dit aantal varieert naargelang het aantal extra-legale dagen. Bv; je hebt 24 verlofdagen en 15 extra-legale dagen. In totaal zijn dit 39 verlofdagen. 1/5de hiervan (= 8 dagen) dien je op te nemen voor 1 mei.

4/5de van het totaal aantal verlofdagen moet opgenomen worden voor 1 november.

Al het verlof dient opgenomen te zijn voor 15 december.

6.6.3 Afdelingsgebonden afspraken

AV-dagen mogen gekozen worden.

Zomerverlof : - Van 15 juni tot 15 september. - Opgeven vóór 1 maart. - Verlof wordt goedgekeurd tegen 15 maart. - 3 weken mogen opgenomen worden. Na elkaar MAG maar MOET niet. We gaan rond de

tafel zitten wanneer we ‘in de knoei’ zitten. Dikwijls is een paar dagen opschuiven al voldoende om de lijst rond te krijgen…

- Indien nadien nog plaats, kunnen in de periode juni – september nog losse V-dagen bij gevraagd worden.

Het is mogelijk dat ik de grens van 15 december ietsjes opschuif i.f.v. efficiëntie en optimalisatie. Dit laat ik dan tijdig weten!

V-dagen gaan voor op K-dagen. K-dagen gaan voor op AV-dagen. AV-dagen gaan voor op Rv-dagen.

Per maand mag op weekdagen 1shiftdag aangevraagd worden. Met deze dagen wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden. Bv; geen vroege, geen late, graag vroege, graag late

In verband met schoolvakanties :

- 1 week allerheiligenvakantie of 1 week krokusvakantie (of helft /helft) - 1 week paasverlof (uitzondering 2 weken maar dan wordt er in het zomerverlof een

aanpassing gemaakt) - Indien nog plaats, kan er steeds meer aangevraagd worden.

Rond de feestdagen (Kerstmis en Nieuwjaar) werkt iedereen een blokje van zijn/haar keuze.

Andere brugdagen worden ook bekeken en keuze kan opgegeven worden. - 1 mei of hemelvaart - 21 juli of 15 augustus (soms al verwerkt in verlof) - 1 november of 11 november

Onderlinge wissels kunnen. Gebruik echter wel je gezond verstand en denk aan collegialiteit!

Help een collega verder en je wordt vanzelf ook verder geholpen.

Iedereen houdt zich aan de vooropgestelde regels. Wie dit niet kan, zal in functie van de lijst uren toebedeeld krijgen. Dit om mensen die steeds doen wat gevraagd wordt, niet te benadelen!

Uitzonderlijke omstandigheden kunnen met de hoofdverpleegkundige besproken worden.

6.6.4 Hoe vul ik de wensenrooster in?

Verlofdag = V op de lijst Extra-legale dag = K op de lijst AV dag = AV op de lijst

Wensen worden opgegeven vóór de laatste week van de maand. Urenlijst wordt tegen het einde van de maand gemaakt. Bv. Lijst van maart : wensen tegen laatste week januari voor de lijst van maart. Lijst van maart is klaar tegen 31 januari.

7. Onze ‘stokpaardjes’…

Patiënt komt ten allen tijde op de eerste plaats! Systematische controle van het geleverde cytostaticum en voorschrift (naam van de patiënt,

medicatie, dosis, datum). Nooit haastig geneesmiddelen toedienen. Altijd beschikken over een goedlopend infuus, bij voorkeur via PAC. Cytostatica wordt toegediend met een kerstboomtrousse. Bij manipulatie van cytostatica steeds nitrilhandschoenen dragen. Instellen van de pomp

gebeurt zonder handschoenen. Extravasatie voorkomen door grondige controle va de katheter of naald. Goede observatie van pijn, jeuk, irritatie of verkleuring van de huid. Bij problemen wordt er

onmiddellijk gestopt en geaspireerd. IV-katheter NIET verwijderen. Nooit 2 cytostatica tegelijkertijd laten lopen. Tussenin voldoende spoelen met tenminste 10

ml NaCl. Steeds naspoelen. Tijdens de toediening van cytostatica blijft de patiënt op de afdeling onder toezicht van de

verpleegkundige. Bij een morsaccident : cellulose over het gemorste oppervlak, morskit halen en apotheek

verwittigen. Bescherm niet alleen jezelf maar ook de anderen. Beschouw alle materiaal dat in contact

komt met cytostatica als risicoafval.

8. Inscholing nieuwe verpleegkundigen

Het ziekenhuis organiseert 3 verplichte terugkomdagen. Hoofdverpleegkundige dient ervoor te zorgen dat je als nieuwe medewerker deze dagen kan volgen.

Naast deze terugkomdagen beschikken wij over een schema. Dit schema bestaat uit 4 fasen.

GZ: Gezien

OB: onder begeleiding

GK: Gekend

FASE 1 VAN DE INSCHOLING (0 – 2 maanden) GZ OB GK Algemene zaken Rondleiding dienst + inhoud kasten, werking oproep- en alarmsysteem

Patiëntenoverdracht Verpleegkundig dossier : de grote lijnen Betekenis uurrooster Afspraken rond verlof Buizenpost Beantwoorden beloproepen Infoland Poetsdienst : taken + bereikbaarheid Materiaal Inhoud verzorgingskar Inhoud materiaalkasten Bestellen materiaal Plaats en gebruik extravasatiekit Plaats en gebruik van morskit Ziekenhuishygiëne Handhygiëne Afspraken ivm het dragen van horloge – juwelen Afspraken ivm roken in het ziekenhuis Verschillende afvalverwijderingssystemen (besmet afval, ziekenhuisafval, naalden, chemo)

Apotheek Apotheek

- Hoe bereiken? - Hoe bestellen? - Hoe wordt medicatie bevoorraad? - Wat moet er gebeuren met verkeerde medicatie? - Welke weg legt het cytostaticum af?

Reanimatieafspraken Interne MUG Inhoud reanimatiebox Aanwezige apparatuur Werking oorthermometer Werking bloeddrukmeter Werking saturatiemeter Werking bedden Werking monitor Werking infuuspompen Baxter/Alaris Werking Welch Allyn Werking aspiratietoestel Werking glucometer Staalafnames Bloedname Hemocultuur Urinestaal Wisser Infuusbeleid Infuus prikken + verzorging perifeer infuus Aanprikken PAC + verzorging Cytostatica Collega observeren die cytostatica toedient Beginnende kennis over cytostatica die op de afdeling voorkomt Medicatiebeheer Bevestigen medicatie Ingeven opdracht Rapport niet-bevestigde medicatie Diabetes Hypo- en hyper, wat te doen? Verpleegdossier HIXX : raadplegen en invullen Kennis van de verschillende ‘tabbladen’ Zuurstoftoediening Op kamer Toediening medicatie PO IV IVV SC IM Aërosol + inhalators Linnen Bedeling Sortering

Keuken Bestellingen Wegwijs Waar bevindt zich …

FASE 2 VAN DE INSCHOLING (2 – 4 MAANDEN) GZ IG GK Wachtdienst Hoe werkt het wachtbord? Melding Ultimo-opdracht aanmaken Incidentmelding Administratie Afsprakenbeheer Kennis over tijdstip van volgende kuur Gebruik workplace Aanmaken van de ‘chemokaftjes’ Afspraken op radiologie (Rx, CT, NMR) Cytostatica Cytostatica zelfstandig toedienen Kennis van de nodige brochures voor de begeleiding van de patiënt Begeleiden van patiënt en familie Uitleg kunnen geven maar vooral ‘bijstaan waar nodig’ …. PAC Problemen zelf kunnen oplossen Multi-disciplinariteit Ondersteunende diensten kunnen inschakelen om patiënten maximaal comfort te bieden

Transfusie Kennis protocol Beheersen van techniek Puncties Assistentie beenmergpunctie Assistentie ascitispunctie Rapportage Schriftelijke en mondelinge communicatie Vragen aan geneesheer

FASE 3 VAN DE INSCHOLING (4 – 6 MAANDEN) GZ IG GK Informatieverstrekking Zelfstandig patiënten informatie kunnen geven wat betreft nevenwerkingen chemotherapie

Totaalzorg Patiënt volledig kunnen afwerken, zowel op administratieve als verzorgende items

FASE : NAAR EINDVERANTWOORDELIJKHEID GZ IG GK Onderzoeken (Rx, Ct, NMR, consulten, nucleaire, pet-scan) Nuchter of niet? Afspreken Voorbereiding en nazorg Cytostatica Labo’s mee in de gaten houden + kennis van de bloedwaarden Planning cytostatica Bestellen cytostatica Aanpassen profielen waar nodig Vervolgafspraken maken + plannen in agenda Prioriteiten kennen Telefoonverkeer Communicatie naar dokters Vervanging zoeken indien nodig Organiseren + zo mogelijk juist delegeren Multidisciplinaire overlegmomenten

9. Patiëntenvoorlichting

SIB op maat, via apotheek of hoofdverpleegkundige te verkrijgen Verpleegkundig oncologisch compendium Gemaakte infobrochures (in samenwerking met apotheek) van elk cytostaticum : folder om

aan patiënten mee naar huis te geven Brochure ‘Voedingsadvies bij chemotherapie’, gemaakt door onze diëtisten Elke en Wiebke Brochure ‘Oncologische revalidatie’, gemaakt door revalidatiecentrum Kempen Brochure ‘Chemotherapie op het oncologisch daghospitaal, wat nu?’

10. Communicatie

10.1 Telefonie

Alle telefoonnummers zijn gemakkelijk opzoekbaar via workplace, telefoonlijst.

Naast de computer beschikken we over een kleine telefoonboek met de meest gekozen telefoonnummers.

10.2 Hoofdverpleegkundige

Telefoon : 014/57 73 96

e-mail : annelies.vanelsen@ziekenhuisgeel.be

10.3 Verpleegeenheid

daghospitaal : 014/57 71 74

e-mail : dhonco@ziekenhuisgeel.be

10.4 Noodnummers

Brand – M.U.G. – dringende hulp : 222

10.5 ICT - De introductie van informaticatoepassingen is sterk merkbaar op de afdeling. We

beschikken over meerdere vaste PC’s en laptops. Deze geven toegang tot het electronisch patiëntendossier, agendabeheer, resultatenviewer, medicatiebeheer, …

- De pc’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden - Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (code gebruiker en paswoord)

10.6 Buizenpost - De buizenpost bevindt zich in het bureau van het slaaplabo. - Aan de buitenzijde van de buizenpost hangt een lijst met de te gebruiken nummers.

10.7 Mondelinge communicatie 10.7.1 Briefing

Bij het verlaten van de zaal of op het einde van de shift draagt de verantwoordelijke verpleegkundige de toegewezen patiënten over aan een collega d.m.v. een korte briefing over de stand van zaken i.v.m. de behandeling.

10.7.2 Dienstvergadering

Per jaar zijn er 2 verplichte dienstvergaderingen.

10.8 Schriftelijke communicatie 10.8.1 Infobord

Het infobord vind je in de keuken.

10.8.2 Infomap of nieuwsbrieven

Terug te vinden in de kaft op bureau.

10.8.3 Verpleegdossier

11. Onze verwachtingen

Respect voor onze huishoudelijke regels. Tijdig aanwezig zijn op de afdeling. Respecteer het beroepsgeheim. Beleefdheid, vriendelijkheid en behulpzaamheid zijn prioriteiten naar onze

patiënten toe. Wees een goede collega voor je collega’s. De nodige dosis initiatief bezitten. Rapporteer tijdig problemen. Je goed informeren vooraleer een taak aan te vatten. Zelfstandig kunnen werken maar bij twijfel advies vragen. Verantwoordelijkheid dragen over je toegewezen patiënten en je eigen handelen. Onze patiënten staan centraal. Er wordt verwacht dat je begrip toont voor de

psychosociale problematiek van de patiënt en zijn omgeving. Tracht je in te leven in zijn situatie en dit dan in jouw zorg te integreren.

Wanneer er vragen of twijfels zijn…stel ze gerust. Wij zijn er met een gans team om je te ondersteunen.

Dingen die anders kunnen, voorstellen tot verbeteringen zijn altijd welkom. Jouw inbreng is zeker de moeite waard! Ook hoe je jezelf ziet groeien binnen onze afdeling is belangrijk om weten.

12. Tot slot

SAMEN PATIENTGERICHT !

Zie de mens achter de patiënt! Geef de patiënt het gevoel dat hij gezien en gehoord wordt.

Toon de mens achter de medewerker! Zorg voor een menselijke connectie.

Geef informatie in de juiste dosis! Doseren en herhalen is de boodschap.

Bouw samen aan een zorgverhaal! Betrek je patiënt actief bij het proces.

Maak er een familieverhaal van! Verlies familie niet uit het oog.

Respecteer de privacy! Gun de patiënt zijn veilige plek.

Maak wederzijdse afspraken! Stel je grenzen.

Trek als team samen aan één koord! Vergeet het eilandgevoel!

Ga in dialoog met andere diensten. Vertrouw op de expertise van anderen!

Bundel krachten.