wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden...

53
Sociologie Academiejaar 2018-2019 Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief Het sociale en de sociologie De sociologie is de wetenschap van het sociale. Definitie socioloog Anthony Giddens: Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en samenlevingen Het materiële object (het feitelijke voorwerp) van de sociale wetenschappen is gelijk, namelijk het sociale. Maar het formele object is verschillend: de manier waarop er naar het materiële gekeken wordt; voor de sociologie een sociologische sociale werkelijkheid > de sociologie is vooral geïnteresseerd in relaties en hun onderlinge (indirecte) afhankelijkheid = sociologisch perspectief De relatie tussen iedere computergebruiker en een vreemde producent en werknemer in bijvoorbeeld China De sociologie gebruikt daarvoor steeds vier grote basisvragen. 1. Hoe is een geordend samenleven mogelijk? In onze samenleving zijn er heel wat geschreven regels (juridische regels) die het dagelijkse leven, maar vooral de overtredingen regelen. Maar, onze sociale omgang wordt vooral geleidt door ongeschreven regels of bestraffingen 2. Hoe werkt het samenleven door in individuele levens? (hangt sterk samen met de eerste vraag) Het gaat om hoe het samenleven met andere personen het eigen, individuele leven beïnvloed. Dit is dan ook vaak cultuurgebonden, afhankelijk van de samenleven rond een persoon. 3. Hoe zien de basiscontouren van onze samenleving eruit? In wat voor samenleving leven we en waar gaan we naartoe? De

Transcript of wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden...

Page 1: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

SociologieAcademiejaar 2018-2019

Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectiefHet sociale en de sociologieDe sociologie is de wetenschap van het sociale.

Definitie socioloog Anthony Giddens: Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van menselijke groepen en samenlevingen

Het materiële object (het feitelijke voorwerp) van de sociale wetenschappen is gelijk, namelijk het sociale. Maar het formele object is verschillend: de manier waarop er naar het materiële gekeken wordt; voor de sociologie een sociologische sociale werkelijkheid > de sociologie is vooral geïnteresseerd in relaties en hun onderlinge (indirecte) afhankelijkheid

= sociologisch perspectief

De relatie tussen iedere computergebruiker en een vreemde producent en werknemer in bijvoorbeeld China

De sociologie gebruikt daarvoor steeds vier grote basisvragen.

1. Hoe is een geordend samenleven mogelijk? In onze samenleving zijn er heel wat geschreven regels (juridische regels) die het dagelijkse leven, maar vooral de overtredingen regelen. Maar, onze sociale omgang wordt vooral geleidt door ongeschreven regels of bestraffingen

2. Hoe werkt het samenleven door in individuele levens? (hangt sterk samen met de eerste vraag) Het gaat om hoe het samenleven met andere personen het eigen, individuele leven beïnvloed. Dit is dan ook vaak cultuurgebonden, afhankelijk van de samenleven rond een persoon.

3. Hoe zien de basiscontouren van onze samenleving eruit? In wat voor samenleving leven we en waar gaan we naartoe? De toekomst en het verleden behoren tot andere sociale disciplines; de sociologie bestudeerd de (huidige) samenleving in haar geheel en de veranderingen die zich daarbinnen aftekenen.

Page 2: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

4. Hoe komen we tot een algemene, tevens empirische onderbouwde sociologische kennis? (methodes en technieken!) Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:- Kwantitatief onderzoek: in cijfers uitdrukbare bevindingen of ‘harde data’ die

bovendien gelden voor de onderzochte sociale groepering. Met kennis over een relatief kleine steekproef valide conclusies trekken over de hele populatie > hierbij zijn beredeneerde peilingen en doordachte vragen en antwoordmogelijkheden belangrijk!

- Kwalitatief onderzoek: het bestuderen van een sociaal fenomeen in de diepte. Hierbij gaat het meestal om een participerende observatie, waarbij de onderzoeker zich eerst zal inwerken, alvorens enkele diepte-interviews af te nemen in een open gesprek > een explorerend karakter: men kan dit niet zomaar veralgemenen voor de gehele populatie!

De sociologische driehoekDe feitelijke sociologiebeoefening komt neer op een drieledig gebeuren tussen de verschillende actoren. Deze driehoek wordt vaak toegepast in specifieke deel- of subdisciplines.

Over sociale relaties, bindingen en verbanden! het woord sociaal kent een neutrale waarde binnen de sociologie, in tegenstelling tot in het dagelijkse leven

Sociale relaties; sociale verhoudingen; sociale betrekkingen (synoniemen) gelden als basis van ‘het sociale’. > Max Weber stelt dat sociale betrekkingen berusten op sociaal handelen = het handelen van een actor georiënteerd op het handelen van een of meer andere actoren, waarbij die actoren een zeker handelingsvermogen bezitten. Een actor is niet sowieso een individu, maar kan ook gaan om een collectieve actor (de overheid, een bedrijf,…) > door die oriëntatie zijn de sociale handelingen in sociale relaties verweven in elkaar = samenhandelen waardoor geen onderscheid in handelingen gemaakt kan worden

Samenhandelen kent vier basiseigenschappen.1. Zelfreferentialiteit: binnen het proces van samenhandelen refereert ieder nieuw element aan eenzelfde soort element, dat daarop is voorafgegaan of daarop zal volgen. > toont nog eens de wederzijdse oriëntatie!

2. Dynamisch, tijdsgebonden proces; temporele dynamiek; procesmatigheid: de verschillende sociale handelingen (als basis van een sociale relatie) volgen elkaar op in de tijd. Ze veranderen voortdurend, want er komen steeds nieuwe handelingen bij.

Page 3: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

3. Open, onvoorstelbaar karakter; relatieve openheid: bepaalde handelingen zullen verwacht worden te volgen op een gestelde sociale handeling. Men is zeker dat er een reactief handelen zal plaatsvinden, maar men is steeds onzeker over de invulling daarvan.

4. Reflectieve monitoring van handelen: er is geen wederzijdse oriëntatie zonder een minimum aan bewuste of psychische betrokkenheid bij de individuele deelnemers; of minstens een minimale psychische betrokkenheid! Deze gaat zowel over het verleden, het heden als de toekomst. Met moet dus luisteren, observeren, anticiperen, antwoordstrategie voorbereiden, de sfeer voelen,… Het bedraagt dus het directe, het nu, als ook de lopende herinneringen, als ook de mogelijke toekomstige daden = het voortdurend succesvol sturen en controleren door de actor van zijn eigen activiteit

In veel sociale verhoudingen zijn de verschillende actoren in zekere maten afhankelijk van elkaar, ze hebben elkaar nodig = afhankelijkheidsverhouding of sociale binding > wanneer we spreken over een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere duurzaamheid en voor derden observeerbare grenzen = sociaal verband > elke mens heeft met zijn open persoonlijkheid steeds een relatieve autonomie, maar men is steeds in zekere maten afhankelijk van een ander individu (of collectiviteit)

Door een specifiek motief dat steeds geldt in deze sociale bindingen, kennen we vier soorten1. Cognitief sociaal verband: kennisoverdracht staat hierbij centraal; bv. student en docent2. Economisch sociaal verband: bv. de bakker en zijn werknemers, die hij nodig heeft om te kunnen overleven als bedrijfje; het aankopen van een brood bij de warme bakker is een economische binding3. Politiek sociaal verband: de verhouding tussen de burgers en politici of ambetaren in een natiestaat; de relatie tussen politieke partijen en overheidsadministraties4. Affectief sociaal verband: de afhankelijkheid is persoonsgebonden! En daarom grote afhankelijkheid (bij de andere verschilt dit vaak); bv. vrienden, geliefden, gezinnen

De mens als multi-sociaal wezen : de mens kan snel overgaan van het ene type sociaal verband naar het andere, zonder daar eventueel bij stil te staan

Page 4: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenlevingDe meeste afhankelijkheidsrelaties zijn niet-persoonsgebonden, door de hoge graad van taakspecialisatie of arbeidsdeling > er geldt een veralgemeende of gegeneraliseerde afhankelijkheid waarbij we een beetje afhankelijk zijn geworden van veel gespecialiseerde beroepsbeoefenaars > we zijn maar van een zeer beperkt aantal persoon sterk afhankelijk, nl. in de affectieve verbanden zoals bv. ouders, vrienden, geliefden.

Deze veralgemeende afhankelijkheid zorgt voor samenwerking of een onderlinge strijd!

Deze afhankelijkheden kunnen sociaal en geografisch wijdvertakt zijn = sociaal netwerk = een lange ketting van afhankelijkheden, van sociale verbanden > vaak zeer complex

De productie van eender welk goed kan als voorbeeld gebruikt worden > een afgewerkt goed is het geheel van vele kleine, die elders gemaakt werden van kleinere onderdelen, …; een bloemproducent is vertakt aan de graanleverancier, maar ook aan de bakkers die van hem kopen, maar zo dus ook aan de werknemers, die weer verbonden zijn aan de leerkrachten die hen opgeleid hebben, …

Samenvattend: de sociologie bestudeerd het sociale, dus de sociale verhoudingen die vaak in sociale bindingen hangen (door wederzijdse afhankelijkheden), die op zich weer in sociale verbanden liggen, die vasthangen in sociale netwerken

! verdinglijking of reïficatie gaat er om dat we een complex geheel aan sociale verbanden of sociale netwerken zodanig gaan benoemen als een autonoom object dat buiten ons om bestaat en een eigen werkzaamheid bezit > we beschouwen het als een zelfstandige actor > we gaan hier voorbij aan het feit dat bv. ‘de economie’ het complexe geheel is van alle economische verbanden of netwerken in onze samenleving > het zijn niet die ‘dingen’ die ons handelen sturen, maar wel de bindingen en verbanden die daarin spelen

Alle grote en kleine netwerken samen vormen als geheel de maatschappij of de samenleving = het momentane geheel van alle sociale relaties, bindingen, verbanden en netwerken > het sociale is een synoniem van de samenleving! > de samenleving is dan ook hyperdynamisch, want veranderd elke (mini)seconde!

De maatschappij kan op twee manieren geïdentificeerd worden1. Nationale of regionale maatschappij: de maatschappij is afgebakend door territoriale of politieke grenzen > bv. België, Vlaanderen > economische afhankelijkheden gaan snel deze grenzen over, daarom een tweede identificatie2. Globalisering of mondialisering: sociale netwerken krijgen snel een inter- of transnationaal niveau; op alle dimensies van het hedendaagse leven > er zijn meer sociale relaties en bindingen tussen geografisch verafgelegen actoren, maar ook sociale netwerken en verbanden krijgen vaker een transnationaal, of zelfs mondiaal (wereldomspannend) karakter=> deze twee elementen opgeteld, brengt ons bij de idee van de wereldmaatschappij = het momentane geheel van transcontinentale, in aanleg mondiale sociale relaties, bindingen, verbanden en netwerken > er is ook steeds een groter kosmopolitisme = een mondiaal of wereldbewustzijn

Page 5: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

De sociologische verbeeldingskrachtIn de samenleving wordt vaak relationeel gedacht: men denkt na over de samenleving aan de hand van de eigen relaties > hier wordt steeds gebruik gemaakt van een egocentrisch maatschappijbeeld = de samenleving als een reeks van concentrische cirkels van anderen rondom een ‘ik’ of een ‘ego’ > elke cirkel is meer sociale afstand tussen de ik en de leden van die cirkel, tot we bij sociale blindheid uitkomen = het niet onderkennen van relaties of afhankelijkheden > we zijn ervan overtuigd dat we (bijna) geen afhankelijkheid hebben van de mensen in de buitenste cirkel

De sociologie stapt af van het egocentrische maatschappijbeeld = de sociologische verbeeldingskracht waarbij het gaat om het vermogen om zichzelf te observeren als een knooppunt van én in menigvuldige sociale bindingen, verbanden of netwerken die het eigen denken en handelen mede vormgeven

De Amerikaanse socioloog C. Wright Mills zei dat, naast de brede betekenis hierboven, de sociologische verbeeldingskracht ook gaat over = het vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten of veranderingen te verbinden > men is in staat de problemen te depersonaliseren, wat andere mogelijke oorzaken kan aanbieden

Echtscheidingen worden steeds gezien als één van de meest persoonlijke problemen > echtgenoten zullen samen op zoek gaan naar waar het fout gelopen is in hun relatie, maar de oorzaak kan ook gaan over de hogere maatschappelijke verwachtingen van een goede relatie, het feit dat vrouwen steeds meer werken, een stijgende kinderloosheid, … > de oorzaak zou dus evengoed maatschappelijk, algemeen kunnen zijn dan persoonlijk

Volgens Mills zijn persoonlijke problemen dan ook problemen die als persoonlijk worden ervaren; tegenover sociale problemen die zorgen voor factoren in de samenleving

Één werkloze op een bevolking van 10.000 mensen groot is een persoonlijk probleem; 15 miljoen werklozen op een bevolking van 50 miljoen is een sociaal probleem

! de bijna geautomatiseerde individualisering van problemen is een weergave van het egocentrische maatschappijbeeld; vooral bij affectieve bindingen met een sterk persoonlijk karakter > problemen zullen snel aan de persoon of de persoonlijkheid verweten worden

Illustratie: de tweede feministische golf zorgde ervoor dat de persoonlijke relatie in heteroseksuele contacten op de publieke, politieke agenda kwam te staan > persoonlijke problemen van alle vrouwen individueel werden nu duidelijk als sociale problemen besproken = gebruik maken van de sociologische verbeeldingskracht

! we moeten opletten voor victim blaming of slachtofferblamage als ongewenst gevolg van die sociologische verbeeldingskrach = het slachtoffer krijgt de schuld en is daarom geen slachtoffer meer, maar de eigenlijke dader of minstens medeverantwoordelijke

In het kader van verkrachtingen: ‘ze heeft het zelf uitgelokt’ > vrouwen worden in onze maatschappij vaak als lustobject beschouwd

Page 6: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Sociologie en sociaal engagementDe sociologische verbeeldingskracht zorgt voor een zekere defamilialisering = de zaken die zo vertrouwd lijken, zijn plots verwikkeld in zeer onvertrouwde processen

Kunst wordt aanschouwd als een zeer eigen vorm van zelfexpressie, maar deze is eigenlijk niet zo individueel > men is sowieso afhankelijk van bv de producenten van de gebruikte canvassen of laptops, maar ook van drukkers, uitgevers, distributeurs,… > de vertrouwde opvatting van kunst als meest pure vorm van onafhankelijke zelfexpressie, blijkt nu verwikkeld in allerlei randprocessen, netwerken

De socioloog als mythejager: door de sociologische verbeeldingskracht en de defamiliarisering > sociologen gaan voorstellingen die sociaal als waar beschouwd worden, ontkrachten na nauwgezette observatie

De egocentristische wereldvisie

Sociologie als wetenschap streeft naar waarderingsvrije, systematische, veralgemeenbare en empirisch onderbouwde kennis > over waarderingsvrijheid of morele neutraliteit is onenigheid! > sommige stellen dat sociologen zich geëngageerd moeten opstellen om machtongelijkheden, sociale uitsluiting, sociale problemen,… binnen sociale verhoudingen en verbanden waar te nemen Anderen zeggen dat men zich niet alleen moet engageren, maar ook het standpunt van

de betrokken personen innemen = standpunttheorie > alleen academische vertegenwoordigers van de onderzochte groepen, kunnen tot echte kennis van de groep komen > onmogelijk om met standpunttheorie waarderingsvrije te blijven > sociologische kennis zou dan ook nooit moreel neutraal kunnen zijn > botst op de algemene opvatting over wetenschappen van het principe van de scheiding tussen feiten en waarden

! sociologische verbeeldingskracht is niet persé een progressieve opstelling > een feit duiden is niet hetzelfde als een feit goedpraten

Naast waarderingen, kunnen onderzoekers ook gemotiveerd worden door ethische of politieke inspiratie, door ongenoegen met een probleem > deze ingenomenheid gaan niet de sociologische theorie beïnvloeden, maar wel de keuze voor een bepaalde studie of thematiek > sociologisch onderzoek is vaak waardebetrokken, maar niet waardegeladen! = sociaal reformisme als men waardebetrokken is > men streeft naar een groot ideaal, aan de hand van bescheiden hervormingen voorgesteld in de studie > om invloed uit te oefenen op de publieke en politieke agenda > hoe meer empirisch gedekte verklaringen, hoe beter beleidsmakers ermee zullen omgaan > het is makkelijker om doelgerichte remedies op te stellen

Sociologen zijn overwegend gematigd progressief, maar er zijn ook conservatieven en links-radicalen > belangrijke geografische variaties, waarbij Latijns-Amerika eerder marxistisch is; de VS en West-Europa is eerder links-radicaal > binnen dominerende centrumlinkse sociologie, staat kritisch tegenwoordig gelijk aan ‘politiek correct’

Page 7: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgenSociologische verklaringen van sociale problemen kunnen beleidsmakers inspireren, maar deze hebben sterke limieten > de brede inbedding van sociale bindingen en verbanden in grote sociale netwerken, zorgt voor een beperkte invloed van sociale sturing > de onoverzichtelijkheid en openheid van afhankelijkheidskettingen zorgen voor moeilijke inschatting op voorhand

Overheidsinterventies zorgen daarnaast vaak voor onbedoelde gevolgen = uitkomsten die anders uitvallen dan werd bedoeld door de handelende actor > zorgen vaak voor onbedoelde consequenties voor de overheid Perverse effecten volgens Raymond Boudon = het exact tegenovergestelde van wat

werd beoogdBij opstellen van de welvaartstaat, werd bedoeld dat lagere klassen meer toegang zouden krijgen tot onderwijs, gezondheidszorg en cultuur > in realiteit werd de positie van de hogere klassen verbeterd, terwijl de lagere klassen nauwelijks invloed ondervonden > mattheüseffect volgens Herman Deleeck, waarbij ‘aan hem die heeft, zal gegeven worden’

Alle instanties die aan politiek in de ruime zin doen, kennen onbedoelde gevolgen > ze illustreren de relatieve openheid van sociale verhoudingen > uitkomsten van de sociale interventies zijn relatief onvoorspelbaar; er zijn altijd grenzen aan de rationele maakbaarheid van sociale verhoudingen, verbanden en netwerken > veel beleidsmakers en managers gaan echter uit van ideaal van de quasicomplete maakbaarheid

Een manager bepaald prestaties op basis van hoeveelheid afgeleverde rapporten op het einde van de maand > iedereen streeft naar gemakkelijke, korte rapporten om een hoge score te behalen > de complexe rapporten gaan naar de ondergeschikten, ev. nieuwe werknemers, die vaak minder competent zijn

Sociologen proberen toch onvoorspelbare te voorspellen, zijnde met groot bewustzijn dat het rationeel nastreven van de gewenste resultaten, de ongewenste resultaten kan uitlokken = de paradox van de sociologische verbeeldingskracht = men gaat de afhankelijkheden en hun effecten doorgronden <> creëren van groter bewustzijn bij het sociale, wat eventueel sociale veranderingszin kan aanmoedigen

Men is in staat om persoonlijke moeilijkheden te beschouwen als sociale problemen met aanwijsbare oorzaken <> dit onderzoek zal nieuwe implicaties hebben voor het sociale, als onbedoeld gevolg

Page 8: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Onbedoelde gevolgen zijn in meervoud, ze kunnen veel vormen aannemen > prognoses op economisch, maar ook op andere vlakken lokken reacties uit1. Self-denying prophecy: de zichzelf weerleggende of vernietigende voorspelling = een

aanvankelijk correcte of ware voorspelling, zorgt onbedoeld voor een handelen dat de voorspelling tenietdoet

De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling stelt vast dat er binnen een aantal jaar een tekort aan informaticaspecialisten zal zijn > de VDAB bericht hierover in de pers > veel potentiële studenten zullen informatica studeren voor goede job mogelijkheden > het tekort is weggewerkt; er is zelfs een overaanbod

2. Self-fulfilling prophecy: de Amerikaanse socioloog Robert King Merton spreekt over het Thomas-theorema naar een uitspraak van William Thomas = als een situatie als reeël wordt gedefinieerd, dan heeft ze ook reële gevolgen > het gaat dus om een situatiedefinitie = de interpretatie van een verschijnsel zegt ‘wat het geval is’ > we handelen naar een objectieve onvolledige situatiedefinitie > hierdoor zijn sommige voorspellingen zichzelf waarmakend of bevestigende voorspellingen = een aanvankelijk onware situatiedefinitie resulteert in onbedoeld handelen dat de oorspronkelijke onware voorstelling van zaken waarmaakt > het Thomas-theorema is algemener dan prophecy

Zwarte Woensdag in 1932 in Amerika: er wordt gepubliceerd dat banken niet genoeg liquide middelen meer hebben, wat steeds zo is bij banken door investeringen in de beurs > uit angst gaan veel Amerikanen in 1932 geld afhalen bij de bank; om hieraan te kunnen voldoen moet ze aandelen verkopen, waardoor bedrijven in de problemen komen > de beurs crasht omdat banken nu effectief onvoldoende liquide middelen hebben

! bij de self-fulfilling prophecy geldt een grote kracht van sociale vooroordelen en stereotypen = een geschematiseerde collectieve voorstelling van een sociale groepering en haar leden > ze zijn vaak negatief, maar ze kunnen ook positief zijn > vaak zullen gestereotypeerde personen handelen naar het stereotype, waardoor het zich zal waarmaken

Een rijke filmster zal zelf beginnen geloven dat ze niet hard moet werken, waardoor ze ook minder zal werken; een leerkracht kan overtuigd zijn van een lagere intelligentie bij zwarte leerlingen, waardoor hij hen minder zal motiveren en aansturen, waardoor deze uiteindelijk ook minder hoge resultaten zullen behalen

Page 9: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Sociologie en theorieDe basis van een theorie zijn begrippen of concepten = een notie die abstractie maakt van de meer particuliere uitingen van het omschreven fenomeen

Het concent van de self-fulfilling prophecy

Begrippen staan doorgaans niet op zichzelf, maar verwijzen naar andere begrippenEen sociaal verband is een samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere duurzaamheid en voor derden observeerbare grenzen

Een theorie = een samenhangend geheel van naar elkaar verwijzende abstracte begrippen en daaruit afgeleide conceptuele uitspraken > in theorie komt een concept na een begrip, waarbij conceptuele bepalingen aansluiten op eerdere begripsomschrijvingen = zelfreferentialiteit > de relatie tussen de constituerende begrippen laten de conceptuele uitspraken toe

De begrippen als basiseenheden van een theorie, hebben een empirisch karakter > een ruime conceptuele bewering moet empirisch onderzocht kunnen worden > soms zijn theorieën zo specifiek dat ze eenduidige, direct toetsbare conceptuele uitspraken geven in de vorm van weerlegbare, falsifieerbare hypothesen

! een conceptuele uitspraak kan voor een empirisch onderzoek ofwel richting aangevend werken, ofwel nieuwe verifieerbare hypotheses aanreiken

Er zijn verschillende soorten sociologisch onderzoek: we kunnen een boven- en een ondergrens vastleggen voor de theorievorming- De benedengrens: het beschrijven van een sociaal fenomeen domineert > Barney

Glaser en Anselm Strauss spreken van een grounded theory of een gefundeerde theorie = het inductief ontwikkelen van begrippen en conceptuele uitspraken vanuit concreet onderzoek > sommigen pleiten voor een volledige onbevooroordeelde visie, waarbij men los van de sociologisch gekende inzichten zich enkel laat leiden door de empirische waarnemingen en data

- ‘Het midden’: concepten en begrippen over specifieke sociale verbanden als grote organisaties of eigenstandige fenomenen > door deductie van empirische toetsbare hypotheses uit de theorie, die zich beperkt tot één welomschreven sociaal verschijnsel > Robert King Merton spreekt over middle-range theory of een theorie met een beperkte reikwijdte = een empirisch toetsbaar geheel van abstracte concepten en uitspraken dat zich situeert tussen de louter empirische beschrijving van het sociale fenomeen en een alomvattende theorie van het sociale

Waarom veranderen grote organisaties zo snel in een bureaucratie? Waarom belanden zo weinig arbeiderskinderen in de universiteit?

- De bovengrens: de Engelse sociologie spreekt over een grand theory, vrij vertaald een supertheorie die het sociale in een geheel kan verklaren = een totaaltheorie van het sociale > men gaat voor universaliteit, een conceptuele grip op alle mogelijke sociale fenomenen

Page 10: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Belangrijk voor het onderzoek is het grondslagenonderzoek = het focussen op de gebruikte basisbegrippen > wat is de grondslag van het sociale? > niet alleen belangrijk voor een supertheorie, maar ook van algemeen belang > het bepaald hoe we grootschalige organisaties zullen observeren en analyseren > vormt het nut en nadeel: het zorgt voor een conceptuele bril, die we nodig hebben = het referentiekader van het onderzoek

Sociologen volgen niet allemaal dezelfde grondslagen > theoretisch pluralisme = het gegeven van uiteenlopende theoretische referentiekaders binnen de sociologie en andere wetenschappen > een theoretisch referentiekader = een globale visie op de basiselementen van het sociale en hoe die moeten worden bestudeerd > er zijn dus verschillende sociologische stromingen die andere axioma’s volgen

! het theoretisch pluralisme zorgt voor verschillende antwoorden op de hoofdvragen van de sociologie in het kader van het grondslagenonderzoek: hoe is een geordend sociaal verkeer mogelijk? Hoe werkt het samenleven door in individuele levens? Hoe ogen de basiscontouren van onze hedendaagse maatschappij? > eenheid in verscheidenheid: het unificeert de sociologie, maar de antwoorden verdelen de sociologie

Het pluralisme wordt gezien als een rijkdom van complementaire elementen > de divergerende theoretische referentiekaders vullen elkaar vaak aan en kunnen daarom in onderzoek worden gecombineerd > algemeen onderscheiden we dir dominante theoretische referentiekaders verbonden aan drie grondleggers van de sociologie1. Conflictsociologische benadering volgens Karl Marx: er wordt gefocust op een

gespannen relatie tussen sociale groepen van wie de belangen en macht sterk uiteenlopen > in een kapitalistische samenleving is een klassenstrijd onvermijdelijk > het gaat niet alleen over klassenongelijkheid, maar ook het conflict tussen geslachten en etnische groepen

2. De sociaal sturende rol van breed gedeelde opvattingen, over de sociale scheidingslijnen heen volgens Emile Durkheim > er geldt een collectief bewustzijn > hieruit komt de sociale systeemtheorie en het functionalisme

3. De persoonlijke motieven die individuen aanzetten tot (samen)handelen volgens Max Weber > wordt gevolgd door mensen die de overwegend groepsgerichte benadering van de andere twee niet goed volgen

Sommigen spreken over een vierde discipline, namelijk die van Randall Collins dat mensen steeds door eigenbelang gestructureerde rationele keuzes maken die hun handelen beïnvloed > daarnaast bestaan er nog anderen, maar ze vormen geen discipline want ze zijn geen school of hun toekomst is nog onzeker

! de hedendaagse ‘nieuwe vormen van sociologiebeoefening’ ontstaan uit een kritische dialoog tussen de drie meest gevestigde opvattingen, namelijk die van Marx, Durkheim en Weber

Voorlopig doen we alsof alle sociologen hetzelfde begrippenkader hanteren > dit is eigenlijk ook zo, want er is een gedeelde basisterminologie met verschillen in belangrijkheid tussen de verschillende disciplines > opnieuw sprake van eenheid in verscheidenheid

Page 11: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Hoofdstuk 2: ordening en invloed van het socialeSociale structuren en verwachtingenDe drie inhoudelijke, sociologische vragen worden beter bekeken!

Beginnen met de socialeordevraag = welke mechanismen of voorwaarden maken een geordend samenleven mogelijk? > deze vraag was van cruciaal belang bij de verzelfstandiging van sociologie als sociale wetenschap met een eigen identiteit > het vormt dus ‘het fundament’ voor het sociologisch perspectief op het sociale

Bij een geordende sociale verhouding is er een zekere mate van voorspelbaarheid in het handelen van de betrokken actoren > het handelen is dus open en onvoorspelbaar van karakter, maar dit is relatief!

Voor de meeste sociale situaties, bestaat er een basisscenario = een relatief stabiel patroon van samenhandelen > zorgt voor voorspelbaarheid, maar het is gemakkelijk te doorbreken! > sociale orde is dus zo waarschijnlijk als sociale wanorde!

Sociale structuur = een selectieve inperking van de handelingsmogelijkheden van sociale actoren > sommigen positief voorgesorteerd, anderen sociaal onwenselijk > het gaat dus om = een globale richtingaanwijzer voor het samenhandelen

! we spreken over mogelijkheden, aangezien het globale richtingaanwijzers zijn; er worden dus geen specifieke, concrete handeling voorgeschreven

Een geordend samenleven is pas mogelijk met sociale verkeersregels > sociale structuren vallen dan samen met sociale normen = regels die bindend voorschrijven hoe men in een bepaalde sociale relatie heeft te handelen; ze normeren dus het samenhandelen = de regelgerichte visie op sociale orde > een gebrek aan invullen van die sociale normen is een normenverval of onvoldoende normbesef

De sturende sociale normen wisselen per situatie en variëren in één sociale betrekking afhankelijk van de ingenomen sociale positie = de plaats die iemand inneemt binnen een sociale relatie in verhouding tot anderen > de persoon noemen we de positiebekleder, die zich moet houden aan specifieke normen en regels zodat een specifiek gedrag gesteld wordt > dit staat los van de persoon!

! formele sociale normen zijn juridisch afdwingbaar; informele sociale normen zijn dat niet

Page 12: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Sociale orde wordt dus gereguleerd door de normen verbonden aan sociale positie > die sociale verhoudingen, posities zorgen dus voor sociale verwachtingen > we verwachten dus een bepaald gedrag van een positiebekleder > het gaat om de sociale rol = het geheel van verwachtingen over het handelen van een positiebekleder

! de betrokken posities zijn steeds complementair: ze horen samen en zijn noodzakelijk om van de passende sociale verhouding te kunnen spreken

Men heeft een docent nodig om student te zijn; men heeft studenten nodig om docent te zijn

De probabilistische visie of verwachtingsgerichte visie op sociale orde = de complementaire sociale rollen, dus elkaar aanvullende sociale verwachtingen over het handelen van positiebekleders, structureren het samenhandelen > er is een grote waarschijnlijkheid dat de positiebekleder het verwachte gedrag zal stellen > deze verwachtingen gaan zowel over het heden als de toekomst

Mark Elchardus stelt dat verwachtingen de grondstof van het samenleven zijn > de samenleving is opgebouwd uit die verwachtingen > het dagelijks leven is het weefsel van verwachtingen

Een geordend sociaal verkeer voelt vanzelfsprekend > iedereen weet zijn eigen rol met daarbij horende verwachtingen > we nemen die rollen quasi-automatisch over afhankelijk van de positie die we op dat moment innemen > lukt het niet? Dan verontschuldigen we ons > bij de andere kan dit zorgen voor verbazing of frustratie

! breaching experiment of ordeverstorende experimenten = een soort experiment waarbij de sociale verwachtingen bewust doorbroken worden

Page 13: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Objectieve en subjectieve sociale ongelijkheidDe omvang die gestuurd wordt voor verwachtingen, gaat meestal samen met duurzame verschillen tussen meerderen en minderen > sociale orde is een gestructureerd sociaal verkeer tussen sociaal ongelijken! > sociale ongelijkheid = het bestaan van asymmetrie of hiërarchie tussen individuele of collectieve actoren

Sociale ongelijkheid is een historisch wisselend en meerzijdig fenomeen > daarom geen alomvattende theorie of sluitende verklaring voor de ongelijkheid geformuleerd > sociale ongelijkheid kan bv. gaan over een verschil in communicatiemogelijkheden en beslissingsmacht

Een leraar heeft meet re zeggen dan zijn leerlingen: hij is het vaakst aan het woord en beslist redelijk autonoom over slagen of falen; een manager in een bedrijf krijgt een hogere financiële beloning dan zijn werknemers en geniet ook van meer sociaal aanzien

Sociale ongelijkheid kent dus twee dimensies: de uitdrukking verwijst naar de harde verschillen van objectieve sociale ongelijkheid, maar ook naar de verschillen van de actoren in de sociale omgang, dus de subjectieve sociale ongelijkheid > cruciaal zijn de hiërarchische verschillen tussen de sociale posities die de betrokken individuen bekleden

Objectieve sociale ongelijkheidSociale ongelijkheid is kort de oneven verdeling van sociale privileges > sociologisch onderzoek focust daarbij op: inkomen, opleidingsniveau en macht of gezag > in Europese context is een ‘hoge’ invulling van deze drie gekoppeld aan een hogere sociale status en dus het innemen van de hoge positie in sociale ongelijkheid; aangezien dat deze goederen schaars zijn

In een bedrijf is er voorgegeven beslissingshiërarchie > ondergeschikten moeten zich houden aan de uiteindelijke beslissingen van hun bovengeschikten > het gaat om organisatiegebonden macht = het vermogen om voor andere leden van een organisatie bindende beslissingen te formuleren, of beslissingen die zij tot uitgangspunt of premisse van hun handelen moeten nemen > het beslissingskapitaal in bedrijven is meestal duidelijk afgebakend

Er is een algemene positieve waardering voor materieel bezit, onderwijsniveau en organisatiegebonden macht; maar deze elementen zijn ongelijk verdeeld omdat ze schaars zijn! > objectieve sociale ongelijkheid of de objectieve dimensie van sociale ongelijkheid = de sociale ongelijke verdeling of distributie van schaarse én algemeen hooggewaardeerd zaken als inkomen of vermogenstitels (economisch kapitaal), diploma’s (onderwijskapitaal) en macht (organisatiegebonden beslissingskapitaal)

! Sociologisch onderwijst wijst uit dat de objectieve sociale ongelijkheid (vooral inkomen en opleiding) ook objectief vaststelbare gevolgen heeft > het verhoogd de kansen op gezondheid en lang leven > het heeft dus invloed op de persoonlijke levensstijl (gezonder leven) en individuele levenskansen

Page 14: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Metafoor van de sociale of maatschappelijke ladder, waarbij de sporen symbool staan voor de verdeling van schaarse en hooggewaardeerde goederen > sociale stijging wordt positief gewaardeerd; sociale daling negatief! > twee voornaamste vormen van sociale mobiliteit = het bewegen van het individu op de sociale ladder > we kennen twee vormen:- Intragenerationele mobiliteit: de mobiliteit tijdens de individuele levensloop- Intergenerationele mobiliteit: de positie op de sociale ladder vergeleken met de

positie op die ladder van de voorgaande generaties

! de macht van het getal: sociale verbanden spelen een cruciale rol bij sociale mobiliteit > mensen gaan zich organiseren om collectief sterker te staan om meer inkomsten of zeggenschap af te dwingen

Arbeiders verenigen zich in vakbonden

! de sociale ongelijkheid gaat niet alleen om de feitelijke schaarsheid, maar ook over de sociaal gedeelde waardering van welbepaalde schaarse goederen > ze hangt samen met de sociaal dominante definitie van het waardevolle

Subjectieve sociale ongelijkheidZij die hoog scoren op de objectieve sociale ongelijkheid, hebben vaak ook meer sociaal aanzien, prestige of status > zowel collectieven als individuen! > het gaat om de subjectieve sociale ongelijkheid of de subjectieve dimensie van sociale ongelijkheid = de ongelijke waardering en behandeling van sociale actoren > het gaat om de appreciatie in een brede sociale kring > ze zijn de afgeleiden van de dominante definitie van het waardevolle voor de objectieve sociale ongelijkheid

Metafoor: de algemene status- of prestatieladder, vergelijkbaar met de sociale ladder > deze twee metaforen staan niet los van elkaar! Vaak gaan objectieve en subjectieve ongelijkheid hand in hand > maar niet altijd! - Subjectieve ongelijkheid is sterk moreel of waardegeladen > anderen kunnen dus

andere dominante waarden of normen gebruiken > een drugsbaron heeft véél geld, maar hij zal niet zo’n hoge plaats op de statusladder hebben

- Er gelden nog andere morele standaarden, zoals sociale afkomst, geslacht en etnische achtergrond om de positie op de statusladder te bepalen > leidt snel tot sociale discriminatie! > status is dus meerdimensionaal, wat kan leiden tot statusincongruentie of –inconsistentie, statusonzekerheid = de onzekerheid bij statusinconsistente individuen over hun sociale appreciatie en behandeling > iemand van lage afkomst heeft het sociaal gemaakt, dus sluit zich aan bij de plaatselijke Rotary-club zonder te weten of hij hoog (inkomsten) of laag (sociale afkomst) zal gewaardeerd worden

Page 15: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

De hedendaagse klassenmaatschappijSociologie bestudeerd vaak de ongelijkheid binnen een regio of een natiestaat > het gaat om de objectieve maatschappelijke ongelijkheid = de objectieve sociale ongelijkheid in een nationale of regionale samenleving > in een modern-westerse samenleving, hangen die vaak samen met beroepsposities > de correlatie kent twee elementen- De distributie van de drie elementen van objectieve sociale ongelijkheid zijn nauw

verbonden met elkaar > iemand hoog op de maatschappelijke ladder, heeft vaak een hoog inkomen, een hoog opleidingsniveau en relatief uitgebreide beslissings-bevoegdheid

- De drie elementen van objectieve sociale ongelijkheid komen vaak samen voor in bepaalde beroepsposities > een manager, een dokter, … hebben vaak een hoog inkomen, een hoog opleidingsniveau en een zekere professionele macht > ze zijn in allerlei verschillende sociale verbanden en netwerken, maar het zijn vergelijkbare sociale posities

Op basis van de drie elementen van objectieve sociale ongelijkheid, kunnen we een sociale laag of sociale stratum bepalen = een groep van sociale posities die binnen de objectieve dimensie van sociale ongelijkheid op min of meer dezelfde hoogte zitten > in de samenleving vinden we meerdere, hiërarchisch geordende strata > we spreken over sociale stratificatie = de opdeling van een maatschappij vanuit het oogpunt van de objectieve sociale ongelijkheid, in onderling ongelijke lagen van vergelijkbare sociale posities > breder gezegd, de maatschappelijke stratificatie

! Sociale strata vormen ook reële sociale milieus > mensen gaan met elkaar om binnen de eigen sociale laag > men gaat ook binnen de eigen laag affectieve relaties aangaan en later ook huwen binnen deze laag

In de toonaangevende sociologie kijken we vooral naar de beroepspositie als basiseenheden van de sociale strata > het gaat om klasse in de algemene zin = een sociaal stratum van onderling vergelijkbare beroepsposities > een klassenpositie in algemene zin = een beroepspositie binnen een bepaalde klasse > klassen zijn af te lijnen door hun beduidende verschillen en overeenkomsten in de drie elementen van objectieve sociale ongelijkheid > het gaat dan om het onderzoek naar klassenongelijkheid of –stratificatie binnen de hedendaagse klassenmaatschappij > opgelet: er zijn nog andere cruciale verschillen tussen professionele posities waarmee rekening gehouden moet worden > dienstverband zoals ambtenaar of manager

Page 16: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

We kennen meerdere empirische klassenindelingen, met een veelgebruikt schema van John Goldthorpe (1935): klassen zijn onderverdeeld door middel van beroepen waarvan de beoefenaars min of meer gelijke markt- en werksituaties hebben > dus hierdoor beroepen verzamelen om die in klassen te groeperen- Marktsituatie: bestaat uit drie elementen

o De bron en de hoogte van het inkomen > meestal verbonden met beroepo De mate van economische zekerheid > vergelijkbaar met inkomstenzekerheido De mogelijkheid tot verbetering van de economische positie > de kans op

promotie en een hoger inkomen- Werksituatie: de verschillen in organisatiegebonden macht

o De gemiddelde positie van een beroepscategorie binnen hiërarchische organisatieverbanden

o De mate van autonomie bij de uitoefening van taken

Hij maakt een empirisch klassenmodel met drie grote klassen en minstens twee substrata > hij brengt ook de scholingsgraad in rekening in deze substrata

Op dit model, maar ook op andere klassenindelingen, kunnen enkele punten van kritiek gegeven worden:

1. De historische relativiteit: door technische evolutie en digitalisering, zijn veel beroepen de-skilled geworden > vroeger hadden ze een grote zelfstandigheid, maar door computergestuurde, gestandaardiseerde programma’s moet er niet veel meer worden nagedacht = bij een gedeeltelijke of volledige automatisering van taken, verlagen of verdwijnen de bijhorende competenties of deskundigheden

2. Er wordt geen rekening gehouden met economisch kapitaal en vermogenstitels die niet voortvloeien uit een professioneel verworven revenu > voor de bepaling van de objectieve sociale ongelijkheid is dit echter wel belangrijk

3. De klassenpositie van parttimers, gepensioneerden en werklozen: voor gepensioneerden gaat men vaak uit van de laatste beroepspositie, maar pensioen zorgt voor een groot inkomstenverlies! > sociologen spreken soms over een onderklasse van structureel overheidsafhankelijke individuen en gezinnen > het gaat om een vervangingsinkomen, maar ook andere overheidarragnementen die de levensstandaard van deze mensen bepalen sociale huisvesting > vooral in Angelsaksische landen zorgt dit voor een zichtbare sociale segregatie

Page 17: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

4. Etnische en geslachtssegmentatie: er zijn typisch vrouwelijke beroepen waar vrouwen significant oververtegenwoordigd zijn klasse III > tevens hebben ze te maken met het glazen plafond, waardoor ze ondervertegenwoordigd zijn in de toplaag van de dienstenklasse > ook de etnische factor zorgt voor een gelijkaardige segmentatie! > er is dus een geslachts- en etnisch gebonden stratificatie die met de klassenongelijkheid interefereert > daarmee wordt in deze schema’s geen rekening gehouden

5. Er wordt geen rekening gehouden met de realiteit en de dynamiek van de klassen > ook de levensstijl en –kansen van een globale gezinssituatie zijn bepalend voor bv. de sociale mobiliteit van de kinderen > klasse in specifieke zin = een relatief duurzaam sociaal stratum van huishoudens die vergelijkbaar zijn vanuit het oogpunt van de objectieve sociale ongelijkheid > klassenpositie in specifieke zin = de positie van een leefeenheid binnen een bepaalde klasse > hoe bepalen we dit? Lang gebruikte men de mannelijke voorrangsregel, maar nu gebruikt men het hoogst ingeschaalde beroep binnen een huishouden > gezinnen zijn moeilijk onder te brengen in de klassenindeling!

Sociale ongelijkheid in meervoudKlassenongelijkheid kent drastische gevolgen, zoals bijvoorbeeld de reële individuele levensmogelijkheden waartussen we willen, maar vooral kunnen kiezen > tevens is er de subjectieve kant van objectieve sociale ongelijkheid > Richard Wilkinson en Kate Pickett schrijven het boek The spirit leven (2009) over de uiteenlopende effecten van klassenongelijkheid

De sociologie gaat meestal over nationale, regionale ongelijkheid > ze maken een internationale vergelijking vereenvoudigd tot de inkomstencontrasten tussen de 20% rijkste ten opzichte van de 20% armste bevolkingsgroepen > hoe meer uitgesproken de verschillen, hoe lager het algemene onderlinge vertrouwen, de geestelijke gezondheid, het prestatieniveau van kinderen en de sociale mobiliteit > ongelijkheid correleert ook met obesitas, tienerzwangerschap, hoge gevangenispopulatie, doodslag, …

De relaties met objectieve ongelijkheid gelden zowel binnen een land als tussen landen; dus zowel inter- en intranationaal

De sociale problemen vinden we vooral in de onderste treden van de sociale ladder > bij een grotere ongelijkheid is er meer individueel en sociaal leed, dan in egalitaire regio’s > dit leiden we bijvoorbeeld af uit het sociaal kapitaal = het vertrouwen in de tegenstelling tussen de hoge en de lage strata (term van Robert Putnam)

Page 18: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Meestal wordt sociologisch onderzoek op natieniveau gedaan > methodologisch nationalisme (Ulrich Beck) = de klassenmaatschappij staat synoniem voor de natiestaat > er is minder aandacht voor de schevere verdeling in inkomsten en opleiding tussen rijke en arme landen > we moeten de bedrijvigheid van de sociologie delokaliseren en gaan voor een methodologisch kosmopolitisme = de transnationale verwevenheid van de effecten van de objectieve sociale ongelijkheid onderzoeken in rijke landen tegenover de armere regio’s en natiestaten > belangrijk, want de nationale ongelijkheid wordt beïnvloed door de transnationale ongelijkheid!

Etnische stratificatieBij globalisatie komt ook migratie kijken, vooral van arme naar rijke landen > een belangrijk deel van de instromende populatie komt onderaan de sociale ladder terecht > er is dus een verband tussen etnische ongelijkheid en klassenstratificatie

Een etnie = een sociaal verband waarbinnen een zeker wij-gevoel leeft vanwege gemeenschappelijk cultureel erfgoed > meestal gaat het om een taal, gewoonten en gebruiken; maar ook andere zaken kunnen meespelen, zoals afstamming, religie, fysieke gelijkenissen, … > we kunnen soms spreken over geïmmigreerde minderheidsgroepen, maar dit is een betwiste term

Als deze ongelijkheid duurzaam is, spreken we over etnische stratificatie = de opdeling van een maatschappij in onderling ongelijke lagen die worden bevolkt door uiteenlopende etnische groepen > etnische minderheidsgroepen voelen zich vaak maatschappelijk uitgesloten; men voelt zich vaak een tweederangsburger door middel van hun sociaal aanzien

! de term etnische stratificatie verbergt de regionale verschillen in een nationale samenleving, zoals het verschil in de stad en het platteland

Etnische stratificatie is ook gelinkt aan de klassenongelijkheid gebaseerd op de beroepspositie! > als de objectieve sociale ongelijkheid negatief uitwerkt, dan zal een etnische minderheidsgroep een relatief slechte arbeidsmarkt- en werksituatie kennen

Page 19: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

GeslachtsstratificatieDe klassenongelijkheid hangt daarnaast ook samen met de geslachtsstratificatie = de veelvormige objectieve sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen > deze komt onder de aandacht tijdens de tweede feministische golf

De seksuele arbeidsindeling heeft een dubbel karakter: 1. In de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de

kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken of krijgen een dubbele dagtaak toegewezen > Ivan Illich verwijst naar schaduwarbeid omdat ze onbetaald en laaggewaardeerd is, maar cruciaal is in onze samenleving

2. Er zijn bepaalde beroepsposities waarvoor vrouwen (on)geschikt voor geacht worden > er zijn typisch vrouwelijke banen, vaak binnen de verzorgende of ondersteunende sfeer > deze typische banen zijn dus gebaseerd op stereotypen en vooroordelen over vrouwen > de glazen muur waarbij significant veel vrouwen in een bepaalde richting geduwd worden van minder gewaardeerde, slechter betaalde banen > tevens geldt er een geslachtspremie, waarbij mannen doorgaans meer verdienen dan vrouwen > als vrouwen tóch hogerop weten te komen, stoten ze op het glazen plafond, waardoor ze ondervertegenwoordigd zijn intopfuncties

De geslachtsstratificatie is bijzonder omwille van twee kenmerken1. De is duaal: er is slechts een stratificatie tussen twee strata2. De objectieve sociale ongelijkheid gaat niet alleen over de scheve verdeling in

inkomen en organisatiegebonden macht, maar ook in bv politieke verbanden, de private sfeer zoals het huishouden, intieme relaties en seksualiteit

Men spreekt vaak over de notie van het patriarchaat of ‘de wet van de vader’ = een duurzame mannelijke overheersing in de samenleving

Een andere opdeling dan het patriarchaat, vertrekt vanuit de notie van geslacht of gender > dit is anders dan sekse = de biologische, dus de anatomische en hormonale, verschillen tussen mannen en vrouwen > geslacht of gender in brede = de gevarieerde en complexe arrangementen tussen mannen en vrouwen die de organisatie van de reproductie, de seksuele arbeidsdeling en culturele definitie van vrouwelijkheid en mannelijkheid omvatten Geslacht of gender in specifieke zin gaat vooral over de mannelijke dominantie gebaseerd op stereotypen van de vrouwelijke natuur = de sociale dominantie definities van mannelijkheid en vrouwelijkheid of geslachtsidentiteiten

Page 20: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Zelfdwang en socialisatieSociologen bestuderen het samenhandelen, dat gelijk opgaat men sociale ongelijkheid > daarnaast bekijken ze ook hoe dit invloed heeft op het individu > als tweede vraag van de sociologie, kennen we de sociale-invloedenvraag > ze is dubbel geleed: sociale verhoudingen, verbanden en netwerken zorgen er mee voor dat ons individueel handelen en onze persoonlijkheid gekneed wordt, en daarnaast zorgen ze ook voor gunstigere of nadeligere levenskansen

In sociale situaties moeten deelnemers rekening houden met elkaar > er is een minimum aan zelfbeheersing of –controle nodig; zelfs een wederzijdse dwang tot zelfdwang > het afstemmen van het eigen gedrag aan dat van andere gebeurd quasi-automatisch dankzij een grote mate van zelfbeheersing

Zelfbeheersing of zelfdwang = drift- en affectcontrole volgens Norbert Elias > door de sterke arbeidsdifferentiatie in onze samenleving, moeten we veel zelfbeheersing toepassen, volgens Elias > het gaat vooral om een reflexieve zelfdwang, dat sterk samenhangt met de sociale verwachtingen van posities > we kunnen zelfs spreken van een automatische zelfdwang zonder zelfbesef, we houden spontaan rekening met anderen

In onze samenleving is zelfbeheersing cruciaal, maar men organiseert ook situaties waarbij zelfbeheersing losgelaten kan worden, vooral binnen de vrijetijdssfeer > maar, ook het ontspannen en emotioneel vrijer handelen is sociaal getekend! Vaak gaat mogen over moeten: men moet genieten van een avond stappen > Elias spreekt over controlled decontrolling of geremd ongeremd handelen > er is een versoepeling van het sociaal handelen, binnen een bepaald geciviliseerd kader van standaardgedrag

Die automatische zelfdwang zonder zelfbesef is het resultaat van leren > men gaat de aangeleerde zaken internaliseren of verinnerlijken = het eigen maken van wat eerst vreemd was > de externe dwang tot zelfdwang wordt een quasi-automatisch innerlijke zelfcontrole

In de sociologie spreekt men niet over leren, maar over socialisatie en socialisatieprocessen > benadrukt het tweevoudige sociale karakter van welbepaalde vormen van leren, waarbij er een belerende en een lerende is > socialisatie = een samenhandelen waarin een of meer belerende anderen een lerend individu sociaal maken, dus het vermogen tot samenhandelen bijbrengen

Er is dus sprake van een leerrelatie, waarbij er geen socialisatieproces is zonder een socialisatieverhouding of –binding > sociale vaardigheden (kunnen) en weten (kennen) zullen door sociaal gevestigden aan nieuwkomers overgedragen worden met het oog op hun algemene sociale functioneren of op hun functioneren binnen een meer specifiek sociaal verbandIn het socialisatieproces leert men tegelijk het kunnen en het kennen, dus de zelfdwang en hoe met die moet praktiseren > het socialisatieproces heeft dus twee dimensies: een praktische en een cognitieve

! de eerste actor kent de bestaan de gebruiken (daarom is hij een gevestigde), waaruit hij de legitimiteit haalt om als socialiserende instantie op te treden

Page 21: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Primaire, secundaire en tertiaire socialisatiePrimaire socialisatieIn de moderne-Westerse samenleving, zorgen de ouders en andere gezins- en familieleden voor de eerste, primaire socialisatie > ze brengen de algemene vaardigheden, gewoonten en kennis bij die nodig zijn om op een competente manier deel te nemen aan het sociaal verkeer > ze zijn dus de eerste belerende instanties

De Franse socioloog Pierre Bourdieu spreekt van primaire habitus (habitude) = het eerst verworven geheel van neigingen en disposities om te handelen, te denken, te waarderen, …

De primaire socialisatie vindt plaats in een prille fase van bewustzijn, waardoor ze belangrijke gevolgen heeft voor de persoonlijkheid > ouders en familieleden kunnen aanleren datgene dat zij zelf kunnen en kennen

Wie thuis geen AN spreekt omdat de ouders dit niet spreken, zal in een onderwijs terecht komen in een tweede, zelfs vreemde taal > zorgt voor kleinere slaagkansen en doorstromingen in typisch TSO en BSO

! het sociale milieu kleurt de globale opvoeding, en daarom ook de primaire habitus > onderaan de sociale ladder, vinden we vaker een autoritaire opvoedingsstijl; in het midden en bovenaan vinden we vaker een democratische opvoedingsstijl

! de primaire habitus is geslachtsgebonden > meteen vanaf de geboorte worden geslachten anders behandeld in hun opvoeding > er is dus een differentiële primaire socialisatie die zich uit in verschillende disposities of neigingen tussen de geslachten

De primaire socialisatie is diffuus en impliciet, op enkele expliciete momenten naWoordenschat inoefenen aan de hand van prentenboeken om taal te leren

Secundaire socialisatieIn het onderwijs worden nadien andere sociale competenties aangeleerd in de secundaire socialisatie > men brengt gericht en expliciet op een georganiseerde en formele manier vaardigheden en kennis bij > deze zijn afhankelijk van een curriculum met leerjaren en worden getoetst > om te mogen deelnemen aan deze secundaire socialisatie, worden er dus een aantal basiscompetenties uit de primaire socialisatie verwacht!

Naast de vaardigheden via onderwijs, komen individuen ook terecht in een groep van gelijk en een peergroup > daarbinnen leren ze omgaan met verschillende mensen in verschillende soorten sociale verbanden

! hoe hoger men in het systeem van het onderwijs komt, hoe gespecialiseerder de overgedragen kennis > men bereidt zich eigenlijk voor het op professionele leven > de professioneel georiënteerde secundaire socialisatie bereidt voor op de specifieke vormen van beroepsmatig samenhandelen die gespecialiseerde kennis en vaardigheden veronderstellen > het behaalde diploma is een sociaal erkend inkomsticket en certificeert dus het bezit van een zekere professionele competentie

Page 22: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Het onderwijs speelt een cruciale rol in de positietoewijzing of –allocatie = de sociaal geregelde verdeling (allocatie) van sociale posities over individuen > in de relatie tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt staat het toewijzen van beroepsposities centraal

! onderwijs is cruciaal in de toegang tot bepaalde sociale klassen of strata > ze verdeelt jonge mensen onder in groepen met vergelijkbare beroepsposities! > het onderwijs kwalificeert op een dubbele manier: ze zorgt direct voor de kwalificatie voor beroepsposities op de arbeidsmarkt, en indirect voor de kwalificatie voor een klassenpositie op de sociale ladder > onderwijs is dus een hefboom om sociale ongelijkheid weg te werken; maar niet alleen, want de onderwijskansen worden ook sterk beïnvloed door de primaire habitus!

De primaire socialisatie in sociale ongelijke milieus stuurt tot op grote hoogte de kansen binnen de secundaire socialisatie, die op haar beurt de toegang tot beroepsposities regelt en zo tot de diverse sporten van de sociale ladder = de positietoewijzende functie van het onderwijs

De reproductie van sociale ongelijkheid = het bestendigen over generaties heen van de verschillen tussen klassen of tussen hoger en lager geplaatsen op de sociale ladder > dit is een onbedoeld gevolg van het onderwijs

Tertiaire socialisatieIn de werkomgeving, maar ook daarbuiten leren volwassenen nog verdere, specifieke sociale competenties als lerende, later als belerende > het gaat om de tertiaire socialisatie = alle socialisatieprocessen die naast of na de primaire en secundaire socialisatie plaatsvinden > het gaat om een breed aanbod aan fenomenen! > sociaal zijn betekend dus in elke situatie dat met eerst sociaal moet worden

Socialisatie is veelvoudig en vaak voorkomend: we doorlopen verschillende socialisatieprocessen > soms gaan we zelfs anticiperen voordat we een bepaalde sociale positie ingenomen hebben = anticiperende socialisatie = een vooraf leren met het oog op het gewenste lidmaatschap van een sociaal verband waarbinnen men verder zal leren > het is eigenlijk geen socialisatieproces, want er is geen feitelijke socialisatieverhouding

! het anticiperend socialisatieproces komt vaak tot uiting in opzichtig gedrag

Page 23: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Persoonlijke en collectieve identiteitDe Amerikaanse socioloog Charles Cooley stele dat de zelfblik gestructureerd wordt door ons denkbeeldig in iemand anders te verplaatsen > we gaan onszelf observeren door de ogen van anderen > de ogen van anderen werken als een spiegel, waarin het beeld geapprecieerd zal worden > die waardering kan de zelfwaardering kleuren op duurzame wijze = looking glass self of spiegelbeeldzelf > dit zelfbeeld heeft drie componenten- Het inbeelden van onze verschijning aan anderen- Het inbeelden van zijn beoordeling van die verschijning- Een of ander zelfgevoel

Het spiegelbeeldzelf kleurt dus de persoonlijke identiteit dus het persoonlijke zelfbeeld, de individuele beschrijving, wie ben ik? > in sociale bindingen kunnen vormen van onder- en bovenschikking dit zelfbeeld ook sterk kleuren

De Fransen hadden een zeer minachtend beeld over hun kolonie Algerije. Deze neerkijkende blik werd door de Algerijnse burgers verinnerlijkt, ondanks het besef dat men uitgebuit, … werd door de kolonisator, namelijk als minderwaardig

In dit spiegelbeeld speelt dus sterk de dynamiek tussen de persoonlijke identiteit en de sociale omgeving > dit geldt ook voor collectieve identiteiten!- De interne collectieve identiteit = een binnen een groepering of sociaal verband

relatief sterk gedeeld wij-beeld (of wij-beschrijving) > het gaat vooral om de kenmerken die men gemeen heeft > collectiviteiten kunnen zeer klein zijn, zoals een gezin, maar ook heel breed, zoals de interne klassenidenteit (van bv arbeiders) of de interne geslachtsidentiteit

- De externe collectieve identiteit = een zij-beeld (of zij-beschrijving) van een groepering of sociaal verband dat breed wordt onderschreven door niet-leden of buitenstaanders

! wij- en zij-beelden kunnen na verloop van tijd in elkaar overvloeien, zeker bij geregeld contact tussen de verschillende groepen > machtsverschillen zijn hierbij cruciaal! > de interne collectiviteit is dus niet noodzakelijk ontstaan tussen de leden van de groep > de leden kunnen zich aansluiten bij een zij-beeld en dit geheel of gedeeltelijk verinnerlijken > men spreek van de transformatie van een zij-beeld in een wij-beeld

Mensen kennen een wij- of zij-beeld pas nadat het door een ander werd voorgehouden > men moet het leren kennen, voordat het deel gaat uitmaken van het eigen zelfbeeld > identificatie = de internalisering van een collectieve identiteit zodat ze onderdeel wordt van de persoonlijke identiteit > collectieve identiteiten vormen dus de persoonlijke identiteit > toont de invloed van het sociale op de individuele levens

! we hechten ons aan meerdere collectieve identiteiten, door ons lidmaatschap aan verschillende groepen en sociale verbanden > dit kan een consistent zelfbeeld vormen, of een hybride persoonlijke identiteit = de neerslag van een mix van identificaties met niet naadloos op elkaar aansluitende collectieve identiteiten

Page 24: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Collectieve identiteiten zijn vaak gebaseerd op stereotypen en vooroordelen, dus geschematiseerde voorstellingen van de gekarakteriseerde groepering > het gaat om sociale constructies = een selectieve uitvergroting van bepaalde groepskenmerken door binnen- of buitenstaanders > aan de hand van homogenisering = sociale of persoonlijke verschillen worden uitgevlakt in het voordeel van de gemeenschappelijk geachte kenmerken

Collectieve identiteiten worden soms fictief genoemd > verbeelde gemeenschap of imagined community volgens Benedict Anderson > gebruikt ter omschrijving van nationalisme > de leden van extreem grote sociale verbanden kennen elkaar niet allemaal en de voorstelling van de eenheid tussen de onbekende leden kan dan ook niet anders dan ingebeeld zijn

! verbeeld is niet hetzelfde als ingebeeld > komt tot uiting in de idealisering van het wij-beeld waarbij men zichzelf hoogstaande eigenschappen toekent > dit gebeurd vaak aan de hand van negatieve zelfdefiniëring = een sociaal verband of groepering identificeert zichzelf op een positieve manier door aan een ander collectief exact de omgekeerde, dus negatief gewaardeerde eigenschappen toe te schrijven

Collectieve identiteiten zijn sociale constructies > leden zijn overtuigd van de juistheid en zullen kritische opmerkingen meteen onderuit halen > wijst op het psychologische belang van identificaties en desidentificaties > essentialisering = het voorstellen van een collectieve identiteit als wezenlijk of primordiaal voor alle leden van het betrokken collectief > het is dan de essentie van de leden hun persoonlijke identiteit > de collectieve identiteit veranderd dus in een reeks eigenschappen die alle leden van de collectiviteit bezit als voorwaarde om lid te mogen zijn

Collectieve identiteiten zijn omstreden:1. Mensen relativeren (het belang van) collectieve identiteiten in naam van hun

persoonlijke identiteit > individualiseringsproces is daarbij cruciaal! > bevestigd het egocentristische maatschappijbeeld > we benadrukken het zelfbeeld en dat zelfbeeld wordt veralgemeend naar een wij-beeld; niet andersom

2. Ze hebben een stereotiepe karakter > sommigen vechten tegen dit karakter door nieuwe collectieve identiteiten proberen te installeren = identiteitspolitiek = het thematiseren van collectieve identiteiten binnen de publieke arena > neonationalistische en rechts-populistische partijen zijn hiermee groot geworden door de ene verbeelde gemeenschap uit te spelen tegen de andere > ze stellen een collectieve identiteite te moeten beschermen > negatieve zelfdefiniëring is daarbij cruciaal! > het politieke debat maakt blind voor objectieve sociale ongelijkheid en andere kenmerken van de hedendaagse samenleving

Page 25: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Hoofdstuk 3: het hedendaagse samenlevenDe gedifferentieerde maatschappijDerde sociologische vraag: de sociale-tijdsdiagnosevraag = in welke maatschappij leven we? Men bekijkt hoe de hedendaagse samenleving gestructureerd is, rekening houdend met de twee andere sociologische vragen > dus ook gaan kijken hoe de gevonden kenmerken het leven van de individuen beïnvloed

Het statuut van goederen, gekregen via reclame > we kunnen zo tot instapklare levensstijlen komen > nemen we er een? Of combineren we meerdere?

Een sociologische tijdsdiagnose kent twee onderdelen:- Een röntgenfoto van het maatschappelijk heden: solide gegevens en theoretische

concepten leggen de structuurkenmerken en hun onderlinge samenhang vast- Een vooruitblik met de gedetecteerde tendensen of ontwikkelingen

! structuurkenmerken of structurele kenmerken = een essentiële en duurzame eigenschap van een sociaal verband, die licht werpt op haar globale functioneren en geordende karakter (of eventueel haar partiële disfunctioneren verheldert)

Voorbeeld: in de modern-westerse samenleving geldt een hoge graad van arbeidsdeling > dit is een gevolg van de gegeneraliseerde afhankelijkheid > de taakdifferentiatie is een structuurkenmerk van deze samenleving; het is een uitwerking van het fenomeen sociale differentiatie = het bestaan van verschillen (differenties) tussen sociale eenheden die aan de hand van een eenduidig principe kunnen worden gedefinieerd

Binnen elke samenleving moeten duurzame arrangementen zorgen voor een relaties vaste oplossing > anders: geen basisordening > maatschappelijke functies = de algemene opgaven waarvoor iedere samenleving zich gesteld ziet > de manier waarop de samenleving dit organiseert, is een primair structuurkenmerk; legt de elementaire ordening van een maatschappij vast

We kennen maatschappelijk met multifunctionele eenheden, dus een weinig complexe samenleving met een lage graad van arbeidsdeling > onze samenleving kent echter een sterk functionele differentiatie = het uiteenvallen van de samenleving in relatief zelfstandige sociale eenheden die zich toeleggen op het vervullen van telkens één enkele maatschappelijke functie

! hierboven werd functionele differentiatie beschreven als complexe netwerken van sociale bindingen of afhankelijkheden; vanuit maatschappelijk oogpunt gaat het om functionele sub- of deeldomeinen of functiesystemen > bij verschillende functiesystemen horen uiteenlopende sociale posities en rollen

! mensen wisselen meermaals van functiesystemen en daarom ook van positie of rol

Page 26: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Functiesystemen verschillen van elkaar omdat ze zich toeleggen op één maatschappelijke opgave > de verschillende systemen staan naast elkaar, niet hiërarchisch geordend! > het gaat dus om horizontale sociale differentiatie; evenwaardige, diverse maatschappelijke deeldomeinen

De economie, de politiek, de wetenschap, het onderwijs, de massamedia, het recht, de gezondheidszorg

In een functioneel gedifferentieerde samenleving zijn alle functiesystemen principieel nodig en daarom gelijkwaardig > de specialisatie van elk systeem zorgt ervoor dat men onderling afhankelijk is van de prestaties van de andere systemen > de gegeneraliseerde afhankelijkheid komt dan neer op de wederzijdse koppeling tussen de systemen

Taak-, klassen-, geslachts-, functionele en etnische differentiatie zijn structuurkenmerken van onze samenleving! > er zijn meerdere dwarsverbindingen, zoals de taak- en klassendifferentiatie > de bestaande arbeidsdeling volgt vooral de functionele differentiatie in de diverse deeldomeinen; én daarbinnen zal ze nog verder interne taakdifferentiatie hebben om de algemene maatschappelijke functie waar te maken > zorgt voor uiteenlopende beroepsposities, waarvan bekleders in verschillende klassen komen

De taakdifferentiatie, dus arbeidsdeling, resulteert in een breed aanbod van professionele posities > beroepen vormen de basiseenheden van sociale klassen

Zoals de meeste beroepen, zijn de meeste organisaties verbonden aan een specifiek functiesysteem > ook daar primeert het principe van functionele differentiatie

In onze samenleving zijn beroepen en organisaties verbonden met één globale maatschappelijke opgave en we kunnen ze gewoonlijk in één specifiek functiesysteem functioneren

Page 27: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

De moderniteit van de sociologieEen sociologische tijdsdiagnose gaat over het observeren en conceptueel definiëren van structuurkenmerken > maar ook om het detecteren en analyseren van de structurele maatschappelijke veranderingen > een structurele verandering = een duurzame ontwikkeling of evolutie die gevolgen heeft voor het globale functioneren en de algemene ordening van een sociaal verband als samenleving > riskant, want altijd het gevaar op een eenzijdige extrapolatie: men weet niet wat er nog zal veranderen of tendensen doorkruisen

Bij het beschrijven van een structurele verandering gaat er veel aandacht naar de mogelijke gevolgen voor de ordening van de samenleving > maken de theorie optimistisch of pessimistisch > zie de eerste generatie academische sociologen: tijdsdiagnose in de Franse en industriële revolutie dus het begin van de klassenmaatschappij > rechten van de laagsten verbeterde, maar men was ervan overtuigd dat de klassenongelijkheid een mogelijke bron van maatschappelijke wanorde zou blijven

Bij beschrijven van de transformaties en hun bezorgdheden door die eerste generatie academische sociologen, werd vooral een vergelijking gemaakt tussen de structuurkenmerken van de vroegere, voormoderne samenleving tegenover de moderne samenleving > spraakmakend is de typologie van Ferdinand Tönnies (1855 – 1936): stamvader van de Duitse academische sociologie > boek: Gemeinschaft und Gesellschaft (1887) > een scherp onderscheid tussen de sociale verbanden in de gemeenschapssamenleving en de moderne samenleving- Gemeinschaft of gemeenschap volgens Tönnies: een sociaal verband waarbinnen een

grote onderlinge saamhorigheid of solidariteit bestaat op grond van een sterke wederzijdse affectieve betrokkenheid > het gezin, de familie, het dorp en de vriendschapsbanden als primaire affectieve verbondenheid die de traditionele gemeenschap kenmerkt > drie vormen van gemeenschap

o Bloed: gebaseerd op verwantschapo Plaats: gebaseerd op nabuurschapo Geestes: gebaseerd op vriendschap

- Gesellschaft of maatschappij volgens Tönnies: een berekenend individualisme waarbij mensen uit eigenbelang ruilverhoudingen met anderen aangaan > meer contractuele relaties, want men wilt ruilovereenkomsten en hun indirect persoonlijk voordeel rechtmatig beveiligen > men is niet verbonden met sterke wij-gevoelens, maar eerder van elkaar gescheiden > een nieuw maatschappelijke orde gebaseerd op de contractueel bezegelde ruil- of marktverhoudingen

Page 28: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Max Weber (1864 – 1920) als een andere grondlegger van de Duitse academische sociologie; sluit zich aan bij Tönniers, maar gaat breder > T. beperkt zich tot de economische sfeer en brengt daar alles in > wat met de andere functiedomeinen? Sommigen zeggen terug te brengen tot de economie, maar Weber stelt een berekend egoïsme als vorm van doelrationeel handelen = de doordachte of berekende, planmatige omgang met middelen en hun gekende neveneffecten met het oog op het bereiken van een doel > het voorbeeld bij uitstek: zo efficiënt mogelijk een doelstelling nastreven

De doelrationele houding is terug te vinden in de meeste maatschappelijke deeldomeinen en los van eventuele egoïstische motieven > de manier waarop de functiedomeinen hun specifieke maatschappelijke taak uitvoert, getuigt van doelrationaliteit! > Weber stelt dat het handelen binnen de verschillende maatschappelijke deeldomeinen altijd doelrationeler wordt = doelrationalisatie > verklaart de groeiende taakdifferentiatie in de verschillende systemen: doelmatiger en efficiënter om veel te weten over één klein domein, dus om zich te specialiseren

Georg Simmel (1858 – 1918) schreef Philosofie des Geldes (1900): een combinatie tussen filosofie, economie en sociologie = de maatschappelijke verbreiding van een doelrationele houding met de veralgemening van een op geld gebaseerde economie samenhangt > binnen de expanderende monetaire economie almaar meer goederen veranderen in koopwaren met een welbepaalde prijs > een toenemende verzakelijking van het sociale verkeer

Hij is optimistischer dan Tönnies: geldbezit maakt het mogelijk om zich te bevrijden uit de drukkende gemeenschapsbanden > daarnaast is een zakelijke sociale omgang synoniem voor meer afstandelijkheid of gereserveerdheid > goed voor de innerlijke onafhankelijkheid

Simmel noemt geldt de zuiverste vorm van een werktuig, wat zijn weerslag heeft op de status > het streven naar geld is snel een zelfstandig doel

De theorieën van Tönnies en Weber vaak gecombineerd tot modernisering = het modern worden van een voormoderne of traditionele samenleving > het eindresultaat is de moderne samenleving > men spreekt ook over moderniteit = het geheel van structuurkenmerken dat een moderne samenleving en cultuur karakteriseerd- Structuurkenmerken: taakdifferentiatie, doelrationaliteit of functionele differentiatie

ten koste van gemeenschapsrelaties en –verbanden- Toenemende verstedelijking en groeiende positieve waardering van alles wat

vernieuwing brengt- Massieve inzet van wetenschap en technologie, vooral in de economie

Modernisering is een verzamelnaam voor complexe, onderling verbonden veranderingen in de verschillende systemen die de samenleving veranderden > duurt al heel lang, maar in stroomversnelling én globalisering sinds WOII

Page 29: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

! ‘Na WOII’ verwijst naar de toenmalige transformatie van de traditionele samenlevingen in ontwikkelingslanden > ontwikkeling is gelijkgesteld met modernisering; modernisering is gelijkgesteld met verwestering! > de notie modernisering is nu normatief geladen > de zich ontwikkelende landen moeten zich dus begeven in de richting van ‘het rijke Westen’ = een unilineair evolutieproces met een vastliggend doel, nl zo westers mogelijk worden > sterk etnocentristische visie! Wordt beschouwd als een quasionvermijdelijke uitkomst van ieder moderniseringsproces

De normatieve en etnocentristisch standaardmodel van modernisering kent veel kritiek > het belang van kolonialisme bij de totstandkoming van de westerse moderniteit > tevens ook veel verschillende varianten in modernisering > veel verschillende niet-westerse varianten van modernisering én onderlinge verschillen tussen westerse landen = de veelvhoudigheid van de moderniteit of veelvoudige moderniteiten > zichtbaarin bv de uiteenlopende welvaartregimes

De modernisering van de Duitse economie in de tweede helft van de vorige eeuw werd sterk van bovenuit gedirigeerd met een sterk staatsgestuurde modernisering; het kapitalisme in Engeland kende zijn doorbraak door het werk van onderop

Page 30: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

Globalisering, of leven in de wereldsamenlevingMede door het moderniseringsproces is de structuur van de moderne samenleving ingesteld op de verdere veranderingen in de toekomst > onderscheid met de traditionele samenleving, waarin de oriëntatie op het verleden veel belangrijker was > nu is men nieuwsgierig naar andere mogelijkheden, ook in sociale relaties of verbanden > de relaties en verbanden worden als veranderlijk en vergankelijk beschouwd > anders en beter

De moderne samenleving is dus in verandering > bepaalde structuurkenmerken blijven, komen erbij of verdwijnen > Nilkas Luhmann zegt dat de moderniteit net in die veranderende structuurkenmerken zit > interessant voor sociale wetenschappen is vooral het nieuwe kenmerk globalisering of mondialisering van sociale relaties, netwerken en functiesystemen

! de notie globalisering suggereert een proces! Een lopende structurele verandering, en niet een structuurkenmerk > het heeft een dyniamiek; waardoor het proces zelf als structuurkenmerk gezien kan worden > breuk met methodologisch nationalisme, dat ook visie op functiesysteem kleurde: de maatschappij kan niet langer worden gelijkgelegd met de begrensde natiestaat die politiek soeverein is binnen een bepaald territorium nu transnationale en transcontinentale verhoudingen en netwerken belangrijker worden

De globalisering wettigt de notie van wereldsamenleving, maar verplicht ook tot een meer algemene herziening van de koppeling tussen territorialiteit en sociabiliteit > Spaande socioloog Manual Castells (1942) stelt: de toenemende ontdubbeling van de mondiale sociale ruimte in een ruimte van plaatsen en een ruimte van stromen > ruimte is hier een abstracte meetkundige of topologische betekenis dus geen locatie- Ruimte van plaatsen: een geheel van gescheiden geografische plaatsen of territoria

waarbinnen mensen met elkaar omgaan op basis van fysieke copresentieIn een stad of een dorp leven mensen in elkaar fysieke nabijheid en zullen ze daarom omgaan met elkaar, maar tegelijk ook serieuze verschuivingen door het toenemende belang van indirecte communicatie waarbij niet de plaats, maar de tijd gedeeld wordt

- Ruimte van stromen: de materiële organisatie van tijddelende sociale praktijken die opereren via stromen > vereist continue en gelijktijdige verplaatsing van diverse onderdelen naar uiteenlopende plaatsen > stromen wordt hier bedoeld als een doelgerichte, herhaalbare, programmeerbare opeenvolging van ruil en interactie tussen fysiek ontkoppelde posities die worden ingenomen door sociale actoren

Bij een goede organisatie zorgt een gelijktijdig handelen van arbeiders in Brazilië, Polen en China voor het gewenste samenkomen van alle onderdelen op ongeveer hetzelfde tijdstip op een andere plek in West-Europa, om ze daar te assembleren

Page 31: wiki.foso.be€¦ · Web viewIn de privésfeer krijgen vrouwen de basisverantwoordelijkheden toegewezen voor de kinderzorg en de huishoudelijke taken > vrouwen gaan parttime werken

De belangrijkste globale ruimte van economische stromen is de financiële transacties op de belangrijkste beurzen > de moeilijkheid van de financiële wereldmarkt is drievoudig

1. Een hypersensibel mondiaal netwerk van transacties: door computerverbindingen en digitale communicatie, reageert het netwerk ongelofelijk snel op elkaars beslissingen

2. Financialisering van de economie: het samengaan van globalisering en neoliberale deregulering zorgt voor een hiërarchische ontkoppeling tussen de financiële en de reële economie > de financiële waardebepaling heeft zich losgekoppeld van de onderliggende, reële waardeproductie van bedrijven!

3. De financiële wereldeconomie wordt niet gecontroleerd, maar iedereen voelt de uitwerking ervan > actoren handelen nog steeds doelrationeel, maar ze houden slechts gedeeltelijk rekening met de onderliggende reële waarde > ze zijn voortdurend gericht op de koersopbrengsten in de nabije toekomst > zich op nevengevolgen op het eigen handelen is zeer beperkt door de complexiteit en de snelheid van de reacties op elkaar > meeste beslissingen dan ook genomen op speculatieve koersbewegingen, omdat men niet de tijd heeft geruchten en info te onderscheiden > de financiële markt lijkt zo een gigantische zelfstandige Automaat te worden waarop het financiële systeem gebaseerd is, die zich gevestigd heeft als een kapitalist, maar waar niemand vat op heeft