Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de...

18
LA3 – opzet Danai Fuengshunut “Everybody has a plan untill they get punched in the face” Mike Tyson Om te beginnen… je hebt echt een heel ander stuk geschreven dan je eerste versie. Het valt me op dat je nu veel meer vanuit de literatuur je stuk onderbouwt. Dat maakt het veel sterker. In de zijlijn weer opmerkingen. Ik hoop dat je er wat aan hebt Danai. Groetjes, Hanneke Voorwoord Waar gaat dit stuk algemeen over? Deze paper is geschreven als onderdeel van het leerarrangement ‘Begeleiden en initiëren van vernieuwingen’ van de Masteropleiding Leren & Innoveren van de Hogeschool Rotterdam (HR). De opdracht betreft een beschrijving en een kritische analyse van een bestaande innovatie in een onderwijspraktijk. Het doel wat beoogd wordt met deze opdracht, is het kunnen reflecteren op het initiëren en begeleiden van onderwijsvernieuwingen. Door wie is het geschreven? Als student van deze opleiding heb ik ervoor gekozen om een paper te schrijven over een onderwijskundige vernieuwing bij de opleiding vormgeving van de Willem de Kooning Academie (WdKA) waar ik zelf werkzaam ben. De WdKA is een Rotterdamse kunstacademie en ook onderdeel van de HR. De opleiding vormgeving bestaat uit negen verschillende studierichtingen. Vanuit welke rol is de schrijver betrokken bij deze opdracht? Ik ben op het moment werkzaam als coördinator en docent van de studierichting Illustratie en tevens lid van de opleidingscommissie. Hiernaast ben ik als lid van het ontwikkelteam in de afgelopen twee jaar nauw betrokken geweest met de ontwikkeling van het nieuwe curriculum waar deze onderwijskundige vernieuwing onderdeel van uitmaakt. Waar gaat de opdracht specifiek over? Vanaf september 2011 is er een start gemaakt aan de implementatie van een volledig nieuw curriculum voor de opleidingen vormgeving en autonome kunst. De volledige implementatie bestaat uit complex geheel van een groot aantal verschillende vernieuwingen. Om te zorgen dat de vernieuwing op een concreet niveau geanalyseerd kan worden heb ik gekozen voor een specifiek aspect van het nieuwe curriculum. Ik heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding. Waarom heb ik voor dit specifieke onderwerp gekozen?

Transcript of Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de...

Page 1: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

LA3 – opzet Danai Fuengshunut“Everybody has a plan untill they get punched in the face” Mike TysonOm te beginnen… je hebt echt een heel ander stuk geschreven dan je eerste versie. Het valt me op dat je nu veel meer vanuit de literatuur je stuk onderbouwt. Dat maakt het veel sterker. In de zijlijn weer opmerkingen. Ik hoop dat je er wat aan hebt Danai.

Groetjes,HannekeVoorwoordWaar gaat dit stuk algemeen over?Deze paper is geschreven als onderdeel van het leerarrangement ‘Begeleiden en initiëren van vernieuwingen’ van de Masteropleiding Leren & Innoveren van de Hogeschool Rotterdam (HR). De opdracht betreft een beschrijving en een kritische analyse van een bestaande innovatie in een onderwijspraktijk. Het doel wat beoogd wordt met deze opdracht, is het kunnen reflecteren op het initiëren en begeleiden van onderwijsvernieuwingen.

Door wie is het geschreven?Als student van deze opleiding heb ik ervoor gekozen om een paper te schrijven over een onderwijskundige vernieuwing bij de opleiding vormgeving van de Willem de Kooning Academie (WdKA) waar ik zelf werkzaam ben. De WdKA is een Rotterdamse kunstacademie en ook onderdeel van de HR. De opleiding vormgeving bestaat uit negen verschillende studierichtingen.

Vanuit welke rol is de schrijver betrokken bij deze opdracht?Ik ben op het moment werkzaam als coördinator en docent van de studierichting Illustratie en tevens lid van de opleidingscommissie. Hiernaast ben ik als lid van het ontwikkelteam in de afgelopen twee jaar nauw betrokken geweest met de ontwikkeling van het nieuwe curriculum waar deze onderwijskundige vernieuwing onderdeel van uitmaakt.

Waar gaat de opdracht specifiek over?Vanaf september 2011 is er een start gemaakt aan de implementatie van een volledig nieuw curriculum voor de opleidingen vormgeving en autonome kunst. De volledige implementatie bestaat uit complex geheel van een groot aantal verschillende vernieuwingen. Om te zorgen dat de vernieuwing op een concreet niveau geanalyseerd kan worden heb ik gekozen voor een specifiek aspect van het nieuwe curriculum. Ik heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding.

Waarom heb ik voor dit specifieke onderwerp gekozen?Voor mijn rol als coördinator en docent vind ik het van belang om goed geïnformeerd te zijn wanneer er veranderingen plaatsvinden op mijn werk. Het projectmatig werken in het kunstonderwijs is volgens verschillende bronnen niet eenvoudig (Kolsteeg, J. & Mulder, N. 2010),(Maarse, D. 2011). Ik hoop daarom aan de hand van deze paper een goed inzicht te krijgen in wat het projectmatig werken betekend en of ik mogelijkheden kan vinden die de implementatie ervan op bij mijn studierichting te kunnen verbeteren. Ik heb gekozen voor deze specifieke onderwijsvernieuwing in de eerste 12 kwartalen van de vakstudie omdat deze kwartalen onderdeel zijn de verschillende studierichtingen. De overige kwartalen behoren in het nieuwe curriculum niet meer tot de vakstudie maar tot de nieuwe ‘Domeinstudie’. Omdat ik in mijn werk minder verbonden ben met de Domeinstudie is deze ontwikkeling voor mij minder relevant. Hiernaast ben ik als lid van het ontwikkelteam twee jaar betrokken geweest bij het ontwikkelteam van de vakstudie. Vanuit dit perspectief voel ik mij ook mede verantwoordelijk dat de implementatie van de plannen waar ik zelf aan heb meegewerkt zo goed mogelijk worden geïmplementeerd.

Wat is de doelstelling van deze analyse?Aan de hand van een kritische analyse wil ik onderzoeken hoe de implementatie van de onderwijsvernieuwing nu verloopt. Hiernaast zal ik op basis van mijn conclusies adviezen formuleren ter verbetering van het proces. Ik hoop hiermee niet alleen aan de eisen van het

Hanneke Krabbe, 11/29/13,
Ik ben dol op oneliners! Je zou kunnen overwegen om hier in het beging van je voorwoord iets van toelichting over te geven of om je voorwoord af te sluiten door terug te komen op deze one-liner. Dit om misverstanden te voorkomen en dat de lezer ‘ermee vandoor gaat’ en een eigen interpretatie geeft. Zo zou ik er van maken: Alles leuk en aardig om een plan te bedenken, maar dat hele plan dondert in elkaar op het moment dat er iets onverwachts gebeurt. Dus wat is jouw boodschap? (Vooral niet weghalen deze one-liner! Ik blijf erbij dat het krachtig is en de aandacht trekt)
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Dit moet volgens mij anders. (Kolsteeg, en Mulder, 2010; Maarse, 2011). Zie APA-bijbel blz. 63
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Jij zit er helemaal in. Als lezer geef ik je de tip om te schrijven Waarom is er voor XXXXXX(onderwerp) gekozen? Of als je er geen vraagzinnen van zou maken. Toelichting keuze onderwerp
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Geen idee wat je met deze zin bedoelt. De zin kan er volgens mij zo ongestraft uit.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Wat dan? Denk ik als lezer.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja, sterk om daar even iets over te zeggen. Als ik het lees ben ik wel benieuwd wat de opleidingscommissie doet.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Het is me opgevallen dat je vaak (niet altijd) boven de stukjes een vraag stelt.Als je dit wilt, zou je hier het beste consequent in kunnen zijn door dat dan ook overal te doen.Je kunt er ook voor kiezen om er zinnen van te maken. Dat vergroot wel de leesbaarheid.Waar gaat dit stuk algemeen over? Wordt:“Inhoud van dit stuk”.Door wie is het geschreven? Wordt: “Schrijver”.Enz. Gewoon kijken wat bij jou past.
Page 2: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

leerarrangement te voldoen, maar ook een inhoudelijke bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs op mijn eigen instituut.

D.Fuengshunut

InleidingWaarom is dit onderwerp belangrijk?De onderwijs manager van de opleiding vormgeving heeft onder andere de taak om de verschillende studierichtingen die tot de opleiding vormgeving behoren aan te sturen. Tijdens een informeel gesprek geeft de manager aan dat er al enige jaren het probleem is dat er onvoldoende samenhang is in het curriculum van de opleiding. Onderzoek in de jaarverslagen van de verschillende studierichtingen bevestigen dat er op dit vlak problemen zijn. De coördinatoren van verschillende studierichtingen geven aan het niet lukt om de samenhang via het vakgerichte onderwijs te realiseren. Hiernaast geven ook verslagen uit de kwaliteitszorg aan dat studenten moeite hebben met de diversiteit aan vakken. Kenmerkende voorbeelden die in beide documenten vaak benoemd worden zijn de scheiding tussen praktijkvakken, vaardigheidsvakken en theorievakken (Jaarverslagen Vormgeving, 2010/2011/2012) (Kwaliteitszorgverslagen 2010/2011/2012). Het projectmatig onderwijs is echter niet hetzelfde als het streven naar meer samenhang in het curriculum. Volgens Holten&Van Vliet kan het projectmatige onderwijs ook ‘integraal leren’ genoemd worden, omdat studenten kennis en vaardigheden geïntegreerd moeten kunnen toepassen (2009 p. 13). Vanuit deze context kan het projectmatig werken gezien worden als een verbetering ten opzichte van een curriculum waarin kennis- en vaardigheden nog aan de hand van aparte vakken wordt onderwezen. Ik begrijp dit stukje niet zo goed. Zal aan mij liggen. De boodschap die ik lees: “er is onvoldoende samenhang in het curriculum. En “projectmatig onderwijs is niet hetzelfde als streven naar samenhang in het curriculum, maar genereert wel samenhang”. Wat is de boodschap? Wat is de relatie? Is het zo dat het nieuwe curriculum betekent dat er projectmatig gewerkt wordt? Is de boodschap

Hiernaast wordt het projectmatig onderwijs in het HBO-onderwijs door verschillende bronnen gezien als goede voorbereiding op de beroepspraktijk. In de literatuur worden er twee belangrijke motieven benoemd om te kiezen voor deze onderwijsvorm. De studenten kunnen zich via de projecten in een vroeg stadium richten op de beroepspraktijk en de projecten geven de studenten een reeel beeld van de complexe vraagstukken waar zij later in de praktijk mee geconfronteerd zullen worden (Holten &van Vliet, 2009; p.11, Maarse, 2011 p.3).

De ambitie om goed aan te sluiten op de beroepspraktijktijk sluit ook aan op het Rotterdams Onderwijs Model (ROM) van de HR. Volgens de website van de HR zijn alle opleidingen van de HR conform het Rotterdams Onderwijs Model (ROM) vormgegeven. Het model bestaat uit drie elementen: kennisgestuurd-, praktijkgestuurd- en studentgestuurd onderwijs. Volgens de omschrijving van de praktijkgestuurde leerlijn leren de studenten vooral in de praktijk en aan de hand van projecten (www.hogeschoolrotterdam.nl).

Op de website van de WdKA wordt bij het onderwerp ‘missie en visie’ ook aangegeven dat er een duidelijke ambitie is om aansluiting te vinden op de beroepspraktijk. "Wij zien het als onze missie onze studenten op te leiden tot de creating pioneers en creating producers waar de economie om vraagt en bereiden hen voor op een internationale beroepspraktijk." (www.wdka.nl)

Hoe wordt de analyse uitgevoerd? beschrijving, proces, analysekaderHoofdstuk 1 wordt aan de hand van onderzoeksliteratuur de onderwijsvernieuwing, de samenhang in het curriculum, getypeerd.

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja, zo werk ik ook. Ik zoek uit waar ik op beoordeeld wordt en dat plak ik in mijn document.
Hanneke Krabbe, 11/29/13,
Ik heb de woorden van de afkorting gemist. Maar dat heb je misschien eerder in het stuk al gedaan?
Hanneke Krabbe, 11/29/13,
Ja, die punten, spaties en komma’s… praat me er niet van…. Het moet zijn: “Holten & Van Vliet, 2009, p.11; Maarse, 2011, p.3)
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hier moet volgens mij echt nog een keer (Holten & Van Vliet, 2009, p.13).
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Spaties? En (jaartal) achter Holten & Van Vliet
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Zie APA-bijbel blz. 63. Moet met ; ertussen.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Is volgens mij één woord.
Page 3: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Voor een goede onderbouwing van de kritische analyse van het vernieuwingsproces in hoofdstuk 2 zijn verschillende documenten bestudeerd, zoals sterkte-zwakte-analyses, reacties van de verschillende vakgroepen op het opleidingsmodel, notulen van bijeenkomsten van de beroepenveldcommissie, documenten van teambijeenkomsten en studentevaluaties. Daarnaast is gesproken met de verschillende stakeholders aan de hand van ‘de sleutelvragen van Fullan (2007).

Voor de analyse van de gegevens wordt gebruik gemaakt van de literatuur van Michael Fullan. Volgens zijn principe zijn er ‘sleutelvragen’ geformuleerd en deze zijn in een gesprek voorgelegd aan de verschillende stakeholders die betrokken zijn geweest in het proces.

Wat moet de analyse opleveren? AdviseringOp basis van de kritische analyse kan er advies gegeven worden betrekking tot het proces van de innovatie. Het advies zal zich richten op verschillende niveau’s binnen de organisatie. Hiernaast worden er uitspraken gedaan over de cultuur van de onderwijsinstelling en de betekenis daarvan voor de onderwijsvernieuwingen in de toekomst.

Nog meer?Ter afronding is er een zelfreflectie geschreven over het proces van dit onderzoek. In deze zelfreflectie wordt bla bla

HFST 1: Beschrijving InnovatieWat voor soort vernieuwing is het?Volgens het parlementair onderzoek uit 2008 naar onderwijsvernieuwingen zijn er 3 verschillende type onderwijsvernieuwingen in Nederland te onderscheiden:

- onderwijsvernieuwingen die geïnitieerd zijn door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OC&W)

- vernieuwingen die geïnitieerd zijn vanuit ontwikkelingen in het onderwijsveld- vernieuwingen die door vakverenigingen en docenten vanuit hun professionaliteit bij

de uitvoeringvan het werk continu worden uitgevoerd (Van den Campen, 2008)

In de opdrachtomschrijving aan de ontwikkelteams die de innovatie vorm hebben gegeven wordt aangegeven dat de WdKA haar curricula van bachelor- en masteropleidingen ingrijpend verandert vanuit haar eigen visie op beroep en onderwijs (Chabot, 2011).

Wat is de vernieuwing concreet?Volgens de definitie van Jan Verhaar en Stijn Schenk zijn projecten van alle tijden en wordt projectmatig werken ook wel projectmanagement genoemd. Projectmatig werken gaat volgens hen om het aansturen van de processen in een tijdelijke organisatie (20120). Volgens de literatuur zijn er in het onderwijs allerlei variaties op het gebied van projectmatig onderwijs en worden er ook verschillende begrippen gehanteerd (Maarse, 2011; Holten& van Vliet, 2009). In het kader van het projectmatig onderwijs van de HR benoemen J.Verhaar en S. Schenk een project als: ”een werk wat wordt uitgevoerd door een tijdelijke organisatie om een vooraf gesteld doel te bereiken, binnen gestelde randvoorwaarden”. (Verhaar & Schenk, 2012).

In oktober 2011 wordt in de opdrachtomschrijving aan het ontwikkelteam de volgende omschrijving gegeven van het projectmatig onderwijs van de WdKA: “In elke module staat een project centraal met daarin praktijkopdrachten. Een project met daarbij horende praktijkopdrachten wordt ondersteund door vakken waarbij de student kennis, vaardigheden en attitudes krijgt aangeleerd, waarna hij deze kan toepassen in het project. Het werken in projecten is vergelijkbaar met de praktijkgestuurde leerlijn van het ROM.”(Chabot, 2011 p.4)

Wat is het niet?Wanneer de beschrijving vanuit het ROM over het projectmatig wordt vergeleken met de omschrijving van de WdKA kan worden afgeleid dat er verschillen zijn. Een kenmerkend verschil is dat er bij de beschrijving van het projectmatig werken in de stukken van de WdKA niets gezegd wordt over het werken aan de hand van ‘echte praktijkopdrachten’. Dit kenmerk

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Verwarrende titel.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Klinkt wel aantrekkelijk!
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Punt weg.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Je mag de voorletter weghalen . Benoemen Verhaar & Schenk een porject als……
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
? 2012?
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Weet je, ik vind dit wat lastig. Op het moment dat de term projectmanagement valt denk ik gelijk aan aan hele andere dingen dan aan onderwijs. Ik denk dan echt aan het ‘managen’ van projecten. Methodisch, gestructureerd en liefst iso gecertificeerd een project uitrollen. Geen idee hoe je dit zou kunnen ondervangen. Maar dat is wat er in mijn hoofd gebeurt.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Aansluiten bij vorige zin? Nu staat hij op een aparte regel.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Is dit een bron? Dan moet hij anders volgens de APA.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja, ik had dit op een zelfde manier gedaan. Eerst iets over de opbouw gezegd en toen ben ik gaan schrijven en vlak voordat hoofdstuk 1 begon had ik weer een stukje over de opbouw van de paper. Vlak voordat ik het ingeleverd heb, heb ik dat alsnog omgegooid waardoor al die informatie bij elkaar staat. Je mag me mailen dan stuur ik je de paper ([email protected])
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Reminder… Vraag of een gewone zin? Dus : ‘Wat moet de analyse opleveren? Advisering?” of “Einddoel van de analyse” (of iets dergelijks.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja, ondertussen snap ik wel waar je op doelt. Maar iemand die het boek niet kent waarschijnlijk niet. Je kunt overwegen dit te conretiseren.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Specifiek maken. Hij heeft heel erg veel gepubliceerd. Je kunt er ook voor kiezen om het wat algemener te houden. “Voor de analyse wordt gebruik gemaakt van o.a. Fullan (2007).
Page 4: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

wordt ook vaak in de literatuur wordt benoemd als kenmerkend voor het projectmatig onderwijs (Maarse, 2011; Holten& van Vliet, 2009; Verhaar & Schenk, 2011).

Volgens de literatuur zijn er 4 onderwijskundige kenmerken van het projectmatig werken: 1. contextueel leren; er wordt geleerd door een oplossing te vinden en een product te

leveren naar aanleiding van een complex- en uitdagende probleemstelling uit de beroepspraktijk.

2. Actief zelfstandig leren; de student moet zelf actief op zoek gaan naar nieuwe kennis3. Leren samenwerken en samenwerkend leren; de student moet leren samenwerken

en dit gaat verder dan het verdelen van taken en bundelen van resultaten. De complexiteit van de opdracht zorgt ervoor dat de studenten samen onderzoek moeten doen.

4. Leren leren; de student leert niet alleen cognitieve kennis, maar ook de metacognitieve leeractiviteiten te reguleren.

(Maarse, 2011)

Op welke landelijke trends sluit deze vernieuwing aan?Het gebruik van projecten in het onderwijs is voor veel nieuwe studenten niet nieuw. Uit gesprekken met studenten die deelgenomen hebben aan het eerste kwartaalproject geven drie van de vier studenten aan ervaring te hebben met het werken aan de hand van een project (Vragenlijst studentenWdKA 2013). De onderwijskundige kenmerken van het projectmatig onderwijs zoals dat in de literatuur omschreven is sluiten aan op de ‘Het Nieuwe Leren’. Robert Jan Simons introduceerde de term: het nieuwe leren in 1995. Het is volgens hem: “een andere leervorm dan de traditionele, met een andere vorm van toetsing.” De verschuiving in het onderwijs was volgens hem nodig omdat de beroepspraktijk in de jaren 90 behoefte had aan nieuwe werknemer. Het accent moest komen te liggen op:

- actief en zelfstandig leren- samenwerkend leren- contextrijk leren

Deze uitgangspunten zijn volgens Simon gebaseerd op een sociaal-constructivistische visie op leren(Beker, 2007). Volgens Martin Valcke betekent dit dat het leerproces en de instructie volledig in een betekenisvolle context worden gesitueerd en dat dit de basis vorm voor probleemstellingen die kansen bieden voor transfer (Valcke, 2010 p. 306).

Wat kan er gezegd worden over de potentiele effectiviteit van deze vernieuwing?Er zijn geen onderzoeksresultaten gevonden waaruit blijkt dat het projectmatig een positief effect heeft. Aan de hand van de publicatie van John Hattie zijn er wel wetenschappelijke resultaten gevonden die iets zeggen over een aantal kenmerken van het projectmatig werken. In het boek Visible Learning; a synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement (2009)vergelijkt hij de resultaten van verschillende onderzoekingen over de hele wereld zoals die zijn samengevat in verschillende eerder gepubliceerde meta-studies. In deze publicatie wordt aangegeven dat het principe van een geïntegreerd curriculum een gemiddeld positief effect oplevert. De gemeten effectgrootte is d = 0.39. Er van uitgaand dat men volgens Hattie vanaf een effectgrootte van d = 0.40 kan spreken over een effect dat er toe doet, is dit een gemiddeld verschil (p.152).

Hiernaast zijn er ook onderzoeksresultaten gevonden met betrekking tot het samenwerkend leren ten opzichte van het individueel leren. Samenwerkend leren heeft volgens het onderzoek een effect op het vergrootten van de interesse wanneer er sprake is van een grote mate van begeleiding. Niet alle studenten uit het onderzoek slaagt erin om samenwerkend te leren en sommigen prefereren deze werkvorm niet. Het onderzoek toont echter aan dat het samenwerkend leren in alle onderwijsgebieden, waaronder; taal, kunst, lezen, wetenschap een hoger effect opleverde voor alle leeftijdsgroepen. De gemeten effectgrootte is d=0.41.Wanneer ervanuit gegaan wordt dat er vanaf d=0.4 sprake is van gemiddeld een effect, dan is er sprake van een gemiddeld effect.

Hebben we daar wat aan?Dick van der Wateren schrijft op het blog Collectief Onderzoek Onderwijs dat veel kwantitatief onderwijsonderzoek, zoals dat van Hattie, volgens hem: “door de aard van de methodiek de

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Zie publicatie van Boot (2013). Via mijn blog te vinden. Gaat over meeliften in projectonderwijs.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Welke? Je kunt overwegen om te zeggen: “Uit de publicatie van Hattie (2012), blijkt…..
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Spatie na leren
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja, wij hebben ook met het nieuwe leren gewerkt. Deze uitgangspunten vind ik nog steeds krachtig. Het valt of staat echter wel met de uitwerking ervan, is mijn ervaring. Je weet dat Ümmü ook met het nieuwe leren werkt bij haar op school?
Hanneke Krabbe, 11/29/13,
En dan nu de brug naar jouw praktijk. Hoe ziet het er bij jullie uit?
Page 5: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

werkelijkheid sterk abstraheert en losmaakt van de context”. Van der Wateren vindt dat het onderzoeken met controlegroepen aanwijzingen kan geven voor wat in het algemeen werkt, maar dat de conclusies van de onderzoeken altijd in de specifieke context van de praktijk moeten worden getoetst. Volgens Van der Wateren laat de sociale werkelijkheid zich niet op dezelfde wijze kwantificeren als de fysieke werkelijkheid. “Sociaalwetenschappelijke feiten hebben een ander karakter dan natuurwetenschappelijke omdat ze zelden zonder interpretatie bestaan en die interpretaties wisselen met de context” (Wateren, 2013)

Scope van de vernieuwingDe invoering van het projectmatig werken op de WdKA heeft een invloed op het onderwijs van alle studierichtingen van de opleiding vormgeving. Dit geldt voor zowel de vakstudie van kwartaal zeven tot en met 12 als de ‘Domeinstudie’ van kwartaal 13 tot en met 16. Bij de opleiding staan in studiejaar 2012-2013 1285 studenten ingeschreven. Vanaf september 2014 zullen alle opleidingen van de WdKA werken met projectmatig onderwijs waarmee de vernieuwing gezien kan worden als een vernieuwing die van invloed zal zijn op een groot deel van de organisatie.

Welke stakeholders zijn er in het proces betrokken?Aan de hand van het onderstaand sociogram in figuur 2 worden de verschillende stakeholders van binnen en buiten de organisatie in het proces visueel in beeld gebracht. Onder stakeholders worden alle betrokkenen of belanggroepen verstaan die invloed ondervinden of zelf kunnen uitoefenen met betrekking tot deze vernieuwing. Volgens Martin Valcke zullen de verschillende stakeholders zich bij een vernieuwing het onderwijs afhankelijk van hun eigen belangen zich anders opstellen (2010, p.7).

Figuur 2: Sociogram Onderwijsvernieuwing WdKA 2011-2013

Page 6: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

In het model worden pijlen gebruikt die twee kanten op wijzen. Hiermee wordt aangegeven dat er sprake is van dialoog tussen de verschillende stakeholders. Wanneer er geen verbinding is tussen stakeholders geeft dit aan dat deze stakeholders niet formeel in deze periode met elkaar in contact zijn gebracht.

De HR is een stichting die wordt bestuurd door een CvB. De WdKA is een van de onderwijsinstituten van de HR. De directie van de WdKA is op instituutsniveau verantwoordelijk voor de inhoud en uitvoering van het curriculum van de opleiding vormgeving. Voor de implementatie van deze onderwijsvernieuwing heeft de directie twee teams gemobiliseerd.

In de opdrachtbeschrijving aan het ontwikkelteam wordt aangegeven dat de stuurgroep, bestaande uit de voorzitter van de toetscommissie, de manager bedrijfsvoering en de directie sturing geeft aan het proces en neemt hiertoe besluiten. Het ontwikkelteam, bestaande uit docenten en coördinatoren van de verschillende studierichtingen van de opleiding vormgeving heeft de taak het nieuwe onderwijs te ontwikkelen.

Hiernaast wordt het ontwikkelteam hierbij ondersteund door 3 verschillende groepen externe stakeholders. De onderwijskundige adviseurs helpen met het ontwikkelen van werkvormen, toetsvormen en het ontwikkelen van competentiematrices. De procesmatige adviseur gaf inzichten in veranderprocessen en organiseerde lezingen en evenementen ter inspiratie voor het ontwikkelteam. De beroepenveldcommissie bestaat uit vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk en hebben op 2 momenten feedback gegeven op de ontwikkelplannen van het nieuwe onderwijs.

Hiernaast is het ontwikkelteam ook ondersteund door interne stakeholders. Tijdens jaarlijkse onderwijsdagen en vergaderingen is er formeel- en informeel de gelegenheid om met studenten en medewerkers de plannen en de implementatie daarvan met de ontwikkelaars te bespreken. Vanuit de klassenvertegenwoordigers is er ook een studentenklankbord opgezet. De taak van het studentenklankbord is om op formelere wijze de studenten te betrekken bij de ontwikkelingen (Chabot, opdrachtbeschrijving 2011).

Tot slot zijn de plannen voorgelegd aan de opleidingscommissie. De opleidingscommissie bestaat uit een vertegenwoordiging van docenten en studenten en heeft in januari 2013 haar advies uitgesproken aan de stuurgroep met betrekking de inhoud van de kwartaalhandleidingen die tot dan toe geschreven waren.

Op welke niveau’s bevinden deze stakeholders zich? KrachtenveldVolgens Valcke is de manier waarop de stakeholders zich tot elkaar verhouden ook afhankelijk van het aggregatieniveau waarop het onderwerp aan bod komt. Valcke maakt hierbij onderscheid op drie verschillende niveau’s.

- microniveau; de concrete leer- en instructie situatie van de docent en student- mesoniveau; het niveau van de organisatie-eenheid zoals instituut- macroniveau; het niveau van bestuur, maatschappij en politiek

Door deze niveau’s te beschrijven kan er zicht geboden worden op de verschillende dimensies van de vernieuwing. Hierbij moet er wel rekening gehouden worden dat het referentiekader wat hierdoor ontstaat als geheel altijd op iedere niveau continu beïnvloed wordt door de context (Valcke, 2010 p.18-19).

MicroniveauVolgens een notitie van 22 maart 2013 vraagt het projectmatig onderwijs op microniveau van de WdKA docenten een andere manier van lesgeven. In het verleden bereidden de docenten zij zich voor door vakinhouden en daaraan gerelateerde opdrachten te beschrijven. In het projectmatige werken worden de volgende nieuwe kenmerken beschreven;1. docenten maken onderling afspraken over wie voor welk deel van de BoKS

verantwoordelijk is2. docenten maken met elkaar afspraken over de te hanteren werkvormen.3. Docenten begeleiden als team ieder project.

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Je kunt overwegen om hier een koppeling te maken naar de stakeholders. Dus wie zit op welk niveau? Daar heb ik wel voor gekozen en dat maakt het wel inzichtelijk. Ook met betrekking tot de invloed die je mogelijk wel of juist niet hebt. In mijn conclusie kwam ik er dus achter dat sommige zaken buiten mijn invloedssfeer vallen en ik deze stakeholders dus ook niet ga voorzien van advies.
Page 7: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

4. Per project is er een projectleider, deze bestaat uit een van de docenten uit het team.5. Studenten zijn actieve participanten in het onderwijsproces(Chabot, Werkwijze Projectmatig Onderwijs 2013)Volgens Holten & Van Vliet vraagt het projectmatig onderwijs van docenten een andere rol of combinatie van rollen. Studenten hebben in het projectmatig onderwijs de taak om met steun van een projecthandleiding en een projectbegeleider zelfstandig binnen de gestelde randvoorwaarden een beroepsprobleem op te lossen (2009, p.12). Als ik deze zin lees denk ik: “ok, dat is dus wat je bij punt 1 t/m 5 beschreven hebt. Je zou ervoor kunnen kiezen om een brug te slaan in je tekst tussen punt vijf en “Volgens Holten & Van Vliet…”. Door na punt 5 iets te zeggen in de trant van: “Dit sluit aan bij Holten en van Vliet (2012?). Ook zij stellen dat het projectmatig onderwijs van docenten een andere rol… bla, bla.

MesoniveauDe WdKA leidt op voor de beroepspraktijk. In lijn met de ambities van de HR leidt de academie studenten op tot professionals voor een beroepspraktijk. Hierbij spelen het landelijk vastgestelde beroepsprofiel en daaruit voortvloeiende opleidingsprofielen een leidende rol. Deze profielen zijn in 2002 ontworpen door de Onderwijsraad en de HBO-raad, in samenwerking met het beroepenveld. Hierbij is de keuze gemaakt voor competentiegericht opleiden. Volgens het opleidingsprofiel hanteert men bij de opleiding vormgeving de landelijk vastgestelde competenties, maar geeft daar vanuit het eigen profiel een specifieke invulling aan. Het uitgangspunt ‘beroepsprofiel centraal’ heeft geleidt tot de ontwerpkeuze resultaatgericht en toepasbaar. Dit komt als volgt tot uitdrukking:

1. competentiegericht onderwijs 2. integratie van de beroepspraktijk in het onderwijsprogramma, via thema’s,

praktijkopdrachten en projectmatig onderwijs3. afstuderen binnen beroepscontexten

(Chabot, werkwijze projectmatig werken 2012)

Het programma is opgebouwd uit studiefasen die afgesloten worden door een competentieassessment. De eindkwalificaties zijn gebaseerd op het beroepsprofiel van de opleiding. Verwerving van de competenties tot dit eindniveau vindt plaats in de context van het beroep.

MacroniveauOp macroniveau geldt dat de opleiding vormgeving behoort tot het Hoger Kunst Onderwijs (KUO). In de opdrachtomschrijving die door de stuurgroep is opgesteld wordt aangegeven dat het hoger beroepsonderwijs en het kunstonderwijs in het bijzonder is gevraagd om zicht te herpositioneren. Volgens de stuurgroep liggen er twee rapporten ten grondslag liggen aan de vernieuwing van het curriculum van de opleiding vormgeving. Er wordt hierbij verwezen naar het rapport van Robert Dijkgraaf: Onderscheiden, Verbinden en Vernieuwen en het Sectorplan Focus op Toptalent (Opdrachtbeschrijving Ontwikkelteam WdKA 2011).

HFST 2 Proces van invoeringWat is de aanpak voor deze vernieuwing geweest?Het proces is volgens het document van de opdracht-omschrijving aan het ontwikkelteam een vorm van ‘lerend vernieuwen’. “Werkedeweg zullen vragen opgelost worden en nieuwe vragen zich aandienen; niets is in beton gegoten. We zullen als organisatie, begeleid en gestuurd, naar een nieuwe vorm toe groeien.” , aldus Chabot (Opdracht Ontwikkelteam, 2011 p.2).

De oproep van de directie om gezamenlijk gedurende het proces te ontwikkelen lijkt op wat door Fullan omschreven wordt als het inzicht dat “alle succesvolle strategieën voor onderwijskundige veranderingen sociaal georiënteerd zijn en gericht op actie”(p.52). Hiernaast sluit de omschrijving ook aan op wat Fullan omschrijft als vermogen-opbouwen (capacity-building). Door het opbouwen van vermogen, wordt men meer vaardig (skilled), wordt de verandering duidelijker en raakt men meer gemotiveerd. Hiernaast geeft het opdoen van ervaringen mensen vertrouwen dat verbeteringen mogelijk zijn (2007, p.59).

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Ja en je bent bezig met het creeeren van ‘shared meaning’. Eveneens Fullan (2007).
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Nog een n erin? Werkendeweg?
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hoe verhoudt het beroepsprofiel en het opleidingsprofiel zich tot dat project onderwijs? Worden de projecten gekoppeld aan beroepstaken (of wat jullie dan ook in het beroepsprofiel / opleidingsprofiel hebben staan?) Je kunt dus overwegen om hier even een brug te slaan met het projectgebueren.
Page 8: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Wat zijn de verschillende fases in het proces van deze aanpak?Fullan vertaald het proces van de innovatie in 3 verschillende fases. Hij maakt hierbij onderscheid tussen een initiatie, implementatie en institutionaliseringsfase. De initiatiefase is hierin de fase die leidt tot de beslissing om te veranderen. De implementatie fase beschrijft de eerste poging van toepassing van de vernieuwing. De Institunionaliseringsfase, oftewel continuering verwijst naar de fase waarin de verandering volledig onderdeel is van het systeem of weggestemd wordt. Hierbij moet opgemerkt worden dat Fullan aangeeft dat deze verschillende fases in praktijk vaak niet zo duidelijk gescheiden zijnFullan gebruikt daarom het onderstaande figuur om dit aspect inzichtelijk te maken. (Fullan, 2007 p.65).

Figuur 3: Fullan 3 fasen in een onderwijsvernieuwing

InitiatieWat is de geschiedenis van de vernieuwing?Op 15 juni 2010 is door de directie van de WdKA een brief aan alle medewerkers verstuurd waarin wordt aangekondigd dat er een ‘ombuigingsproces’ zal plaatsvinden. In de brief wordt aangegeven dat dit proces zal bestaan uit een aantal ingrijpende veranderingen in het onderwijs. Als aanleiding voor deze veranderingen wordt onder andere verwezen naar het rapport van Commissie Dijkgraaf waarin gesteld wordt dat het kunstonderwijs meer aandacht zou moeten geven aan: profilering, verbinding, innovatie en internationalisering (Ouwerkerk, 2010).

Op 1 februari 2010 bericht het College van Bestuur (CvB) dat er een nieuwe directie is aangesteld voor de WdKA. De nieuwe directieleden geven tijdens de algemene jaarvergadering in juli 2010 aan dat de samenhang en complexiteit van het onderwijs volgens hen te groot is om aan de hand van kleine aanpassingen het onderwijs te verbeteren. Zij kiezen daarom voor de invoering van een relatief grote curriculum vernieuwing. Vervolgens nodigt de directie ongeveer 25 verschillende docenten van de opleidingen vormgeving en autonome kunst uit om op 20 en 21 april 2011 voor het eerst na te denken over een nieuw curriculum. Deze besprekingen vinden plaats in het conferentiecentrum: De Ruwenberg.

Vanaf 15 september 2011 wordt de Kick Off gegeven van de directie gegeven aan een onderwijs ontwikkelteam wat als taak heeft het nieuwe onderwijs te ontwikkelen. Het ontwikkelteam komt vanaf dat moment wekelijks een dag per week samen om het nieuwe onderwijs te ontwikkelen. In de kaders van de opdracht-omschrijving van de directie staat onder andere vermeld dat het nieuwe onderwijs zal gaan aan de hand van kwartaalprojecten. Het ontwerp van het nieuwe onderwijs moet volgens de opdrachtomschrijving in 2 fases worden gerealiseerd. In fase 1 dienen de kwartalen 1 t/m 6 voor aanvang van januari 2012 te zijn gerealiseerd. In fase 2 dienen de kwartalen 7 t/m 12 voor aanvang van september 2012 te zijn gerealiseerd (Chabot, 2011).

Op 12 januari 2012 wordt er via een intern bericht van de directie aangegeven dat er is besloten om de invoering van het vernieuwde curriculum van de opleidingen vormgeving en

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Voor de plaatjesmensen even een tijdsbalkje invoegen? Dan heb je in één oogopslag de geschiedenis. Oh, je hebt de balk gemaakt. Verderop in de tekst. Je kunt overwegen om deze naar boven te halen.
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Je kunt overwegen om nog een keer te zeggen in welke fase jullie zitten.
Page 9: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

autonome kunst te verplaatsen naar september 2013. Volgens het bericht zou er teveel tijdsdruk zijn ontstaan waardoor niet de zorgvuldigheid betracht zou kunnen worden die nodig is om dergelijk project goed voorbereid te starten in september 2012. Op 20 en 21 september vond er een nieuwe tweedaagse bespreking plaats in het conferentiecentrum: De Ruwenberg met het ontwikkelteam van de opleidingen vormgeving en autonome kunst en de stuurgroep. De eerste dag was gericht op de samenwerking en afstemming tussen het ontwikkelteam en het nieuwe domeinteam. De tweede dag was gericht op het presenteren en communiceren van de ontwikkelingen aan de academiegemeenschap tijdens de studiedag van 10 oktober 2012. De bijeenkomsten tijdens deze overlegdagen bestonden voornamelijk uit verschillende gespreksronden tussen de stakeholders (programma WdKA Ruwenberg 2012).

In mei 2013 vinden de laatste voorbereidingen voor de invoering van het projectmatig werken het eerste en vierde studiejaar plaats in de vorm van sprintweken. Tijdens een sprintweek komen de docenten per studierichting per kwartaalproject gedurende twee weken elke dag samen om het onderwijsaanbod van de kwartaalhandleidingen te vertalen naar een concreet lesprogramma. Na de deadline van de kwartalen 7 t/m 12 in juni 2013 stoppen ook de wekelijkse de bijeenkomsten van het ontwikkelteam.

ImplementatieIn september 2013 wordt er in het eerste en vierde studiejaar een start gemaakt met het nieuwe curriculum. Hiernaast komt er in juli 2013 een initiatief vanuit de werkgroep; docentbegeleiding om een helpdesk te ontwikkelen ter ondersteuning van het projectmatig werken voor de docent. De directie gaat akkoord met dit voorstel en stelt uren beschikbaar voor de realisatie ervan. Vanaf september 2013 is de helpdesk beschikbaar voor alle docenten van de WdKA. De helpdesk biedt didactische ondersteuning voor de docent, projectleider of studierichting coordinator. Deze ondersteuning wordt geboden in de vorm van individuele docentgesprekken en workshops voor docenten.

Op 14 en 15 oktober 2013 is er opnieuw overleg in het conferentiecentrum: De Ruwenberg. De doelstelling van deze tweedaagse is om de eerste ervaringen met de implementatie van het eerste kwartaal met de verschillende stakeholders te evalueren. Vanaf november 2013 is het eerste kwartaal afgerond en kunnen de bevindingen van het volledige kwartaal worden geëvalueerd. Op maandag 25 november start de eerste workshop van de ‘helpdesk voor projectmatig werken’. Vanaf september 2014 zal het volledige nieuwe curriculum voor de opleiding vormgeving van start gaan.

Institutionalisering-nog geen sprake

Overzicht tijdslijn:Een overzicht van de tijdslijn is weergeven in figuur 4.De ‘ontwrichtingen’ in de tijdslijn duiden op de aanpassingen in schaal van de tijdslijn om proces binnen de afmetingen inzichtelijk te maken.

Figuur 4: Tijdslijn proces vernieuwing WdKA 2011-2014

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Dit moet een kleiner lettertype zijn. Ga je dit nog aanpassen of blijft het bij: Nog geen sprake?
Page 10: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Hoe verloopt de planning van het proces op de verschillende niveau's?

Hfst 3 AnalysekaderOp welke wijze wordt de kwaliteit van het proces van de vernieuwing geanalyseerd? (Fullan) De kritische analyse is onder verdeeld in 3 eerder benoemde fasen van Fullan. De kwaliteit van het proces van de vernieuwing wordt geanalyseerd aan de hand van de verschillende factoren die volgens Fullan per fase een rol hebben in het proces. Omdat er nog geen sprake is van de institutionaliseringsfase, beperkt het verslag zich tot een overzicht van de initiatie- en implementatiefase.Wat is er gedaan om een analyse te kunnen doen? Voor een onderbouwing van de kritische analyse van het proces zijn verschillende documenten bestudeerd die een rol hebben gespeeld in het proces. Hiernaast is er op formele- en informele wijze gesproken met de verschillende stakeholders waarbij vragenlijsten zijn gebruikt die Fullan omschrijft als ‘ sleutelvragen’. Er is gesproken met een onderwijs manager, een lid van de opleidingscommissie, vier leden van het ontwikkelteam, vijf docenten die gewerkt hebben in het eerste kwartaalproject, een SLC die in het eerste kwartaalproject studenten begeleid heeft, drie studenten die deelgenomen hebben aan het eerste kwartaalproject, een lid van de beroepenveldcommissie en een lid van de helpdesk projectmatig werken.

Wat zijn er voor antwoorden uit de analyses gekomen?Volgens de literatuur van Michael Fullan zijn er acht factoren te benoemen die de initiatiefase bij een onderwijskundige vernieuwing kunnen beïnvloeden. Deze factoren zijn door hem vertaald naar het onderstaande figuur (2007).

Figuur 3: Factors associated with initiation (Fullan, 2007, p. 70)Advocacy from Central AdministrationDe initiatiefase van de vernieuwing van de WdKA HR is volgens de voormalige directie in eerste instantie beïnvloed door het Rapport van Commissie Dijkgraaf waarin advies gegeven wordt aan het kunstonderwijs om meer aandacht te besteden aan: Profilering, verbinding, Innovatie en Internationalisering (OUR, 2010). In de kritisch Reflectie die geschreven is door de huidige directie wordt dit aangevuld met het sectorplan: Focus op Toptalent uit 2012. Deze rapporten hebben invloed op de keuzes die worden gemaakt met betrekking tot het ontwerp van het nieuwe curriculum. Er is overleg tussen de verschillende Nederlandse HBO kunstopleidingen, maar het is niet bekend of er om advies gevraagd is bij andere HBO met betrekking tot de invoering van het projectmatig werken.

Problem Solving & Bureaucratic Orientation

Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Je brengt hiermee mooi in kaart hoe het verlopen is bij jullie
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Hanneke Krabbe, 29-11-13,
Uitschrijven?
Page 11: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Het projectmatig onderwijs lost volgens de literatuur het probleem op dat het onderwijs te weinig geïntegreerd is. Er is geen voorafgaand onderzoek op de WdKA geweest waaruit naar voren komen dat hiervan sprake is. Uit informele gesprekken met de Onderwijs Manager en leden van het ontwikkelteam komt naar voren dat de invoering van het projectmatig werken meer gezien wordt als de gelegenheid voor een verbetering. De invoering zorgt wel voor nieuwe inhoudelijke en organisatorische problemen.Voor de ontwikkelaars was aanvankelijk door de directie een jaar de tijd gereserveerd om het nieuwe onderwijs te ontwikkelen. Gedurende het proces werd dit met een jaar verlengd. In de twee jaar dat het ontwikkelteam werkzaam was is er een dag per week beschikbaar gesteld. Hiernaast werd de ontwikkeltijd aangevuld met driemaal een tweedaags overleg in de Ruwenberg, twee academiebrede studiedagen en twee sprintweken.

Teacher AdvocacyDe docenten die geen deel uitmaakten van het ontwikkelteam hebben tijdens studiedagen en via informele gesprekken met leden van het ontwikkelteam de ruimte gekregen om feedback te geven en vragen te stellen.

New Policy-Funds (federal/state/local)Er is geen overheidsbeleid wat heeft aangestuurd op de specifieke invoering van het projectmatig werken. In de kritische reflectie die geschreven is naar aanleiding van de vernieuwing wordt vermeld dat het een keuze van het instituut zelf is om te veranderen (Chabot, Kritische Reflectie 2013. P. 4). –Wel is er de ambitie om aan te sluiten op het HR-Rom model.

Existence and QualityHet invoeren van projectmatig werken in het HBO onderwijs is geen nieuwe ontwikkeling. Verschillende HBO kunstopleidingen in Nederland maken gebruiken een vorm van projectmatig onderwijs. Er is vanuit de WdKA niet op formele wijze een literatuurstudie gedaan naar de kwaliteit van deze innovatie. Door de stuurgroep zijn er opdrachtbeschrijvingen gerealiseerd en aanvullende formats voor handleidingen en andere documenten zoals handreikingen ter ondersteuning van het proces. Verschillende stakeholders hebben feedback gegeven op de ontwikkelde stukken. Voorbeelden hiervan zijn; de stuurgroep, studenten klankbord, docenten, beroepenveldcommissie, opleidingscommissie. Hiernaast is er een helpdesk projectmatig werken opgericht ter ondersteuning van docenten.

Community PressureHet werkveld is formeel bij het proces betrokken in de vorm van de beroepenveldcommissie, die bestond uit verschillende ontwerp-professionals, die ieder een van de verschillende studierichtingen vertegenwoordigde. Zij gaven tijdens twee presentatiemomenten op informele wijze feedback en hebben inzage gehad in de stukken. De feedback van de beroepenveldcommissie heeft niet geleid tot wijzigingen in het nieuwe curriculum.

Acces to innovationDoor een ontwikkelteam samen te stellen met docenten uit de verschillende studierichtingen heeft de directie gezorgd voor een proces waarin informatie relatief makkelijk verspreid kan worden aan de docenten via de verschillende studierichtingen.

External Change AgentsVoor het proces zijn 2 verschillende soorten externe adviseurs bij het proces betrokken geweest. Er drie adviseurs die onderwijskundige ondersteuning boden en 1 adviseur die procesmatige ondersteuning gaf.

In de onderstaande figuur 5 worden de taken van de verschillende stakeholders op een vereenvoudigde wijze weergegeven om het proces inzichtelijk in beeld te brengen. De pijlen geven hierbij aan voor wie bepaalde taken werden gedaan in het proces.

Page 12: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Figuur 5: Vereenvoudigde weergave van de verschillende taken

Implementatie fase

Hfst 4 AdviesWaarover kan advies gegeven worden?Aan wie kan er op basis van de analyse advies worden gegeven? (stakeholders)Wat zijn de verschillende adviezen?Op welke manier kan dit advies concreet worden toegepast? ReflectieWelke inzichten heeft dit onderzoek mij persoonlijk opgeleverd?Welke inzichten heeft dit onderzoek mij opgeleverd met betrekking tot het leerproces van mijzelf en dat mijn medestudenten?Op welke wijze heb ik de inzichten uit dit onderzoek concreet kunnen toepassen in mijn eigen praktijk?

LiteratuurKolsteeg, J. & Mulder, N. ( 2010). De kunst van Projectmatig werken, Utrecht Arts

Management Press, Utrecht

Page 13: Web viewIk heb mij in de analyse beperkt tot de invoering van het projectmatig werken bij de opleiding vormgeving in de eerste 12 kwartalen van de opleiding

Beker, L (2007) Vervelende misverstanden over het nieuwe leren, over onderwijs, jaargang 9, nr 4http://www.vosabb.nl/uploads/media/OO_nr_4.pdf

Wateren, Dick (2013) Onderzoeken Wat Werkt in de Klas,12/09/2013http://onderzoekonderwijs.net/2013/09/12/5373/