gkjette.minf.begkjette.minf.be/wordpress/wp-content/uploads/2014/11/... · Web viewmiosis...
Transcript of gkjette.minf.begkjette.minf.be/wordpress/wp-content/uploads/2014/11/... · Web viewmiosis...
H 3
1- HYPNOTICA, ANXIOLYTICA, MINOR TRANQUILISERS = insomnia, angstorrnissen,… 1 NEUROBIOLOGIE
SLAAPLOOSHEID Classificatie APNEU -> KNO Probleem volksgezondheid ALERTHEID =AROUSOL
o WORDT BEWAAKT door een delicaat evenwicht van 5 neurotransmitters reticulaire formatie =RETICLAIR ACTIATING SYSTEM Histamine Dopamine Noradrenaline Serotonine Acetylcholine
o CORTICO-STRIATALE-THALAMISCHE-CORTICALE LOOP = moduleert ALERTHEID thv thalamis thalamische filter
door GAbAerge neuronen deficientie slaaploosheid
SLAAP /WAAK swicht o WAAK = HISTAMINE (tuberomamillaire nucleus)
OREXINE / HYPOCRETINE promoot wakero SLAAP = GABA (venterolaterale preoptiche nucleus)
SUPRACHIAMSMATISCHE NUCLEUS = INERNE KLOK beinvloed dooro LICHTo Activiteito Melatonine = slaapbevorden hormoon
ANGSTOORNISSEN SOORTEN
O PANIEKSTOORNISSEN = paniekaanval somatische en psychisce angstsymptomen
O VERALGEMEENDE ANGST = Buitensporige aanhoudende agnst gedurend minstens 6 MAANDEN
motorische spanning, autonome hyperactiviteit, overmatig waakzaamheid, vermoeidheid overlappende symtomen met majeure depressie
O FOBIE = irrationele aanhoudende angs voor een object/ situatie specifieke/ sociale fobie
O POSTTRAUMATISCHE STRESSO OBSESSIEF COMPULSIEF GISORDE
AMYGDALA + ANDERE REGIOPS GABA A RECEPTOREN ionotroop
o Verschillende bindingsiteso PAM = positieve allosterische modulatieo CL kanaal INFLUX HYPERPOLARISATIE
MINDER EXITEERBAARHEIDo GABAB gproteine K eflux
FARMACO
EFFECTEN INDICATIES NEVENEFFECTEN CONTRAINDICATIES/INTERACTIESGHB (liquid XTC) sedatie, vertraging HR, AF
fysiche zwakte, daling bewuszijn, minder logisch denken convulsies, coma, dood
sneloverdosis in combinatie met alcohol
BENZODIAZEPINESKorte werking TRIAZOLAM inslapenIntermediaire werking LORAZEPAM middle of the night insomniaLange werking DIAZEPAM angstGABA NODIG
anxiolyse hypnotica( 30min/uur gewonnen) spierzwakte anticonvulsief sedatie, retrograde amnesieOPGEPAST = FLUNITRAZEPAM uitgangsmilieu
ANGSSTTOORNISENSLAAPSTOORNISSENAnesthesie + kleine ingrepenepilepsieSpasticiteitdervingssymtpomen
sedatie, slaperigheid, verwardheid, amnesie, coordinatiestoornissen dood POTENTIALISATIE paradoxale effecten tolerantie + REBOUND EFFECT FYSICHE EN PSYCHISCHE afhankelijkheid mechanische desensitisatie
myastheina ademhalingsinsufficientie, apneu dementietoestanden leveraandoeningen POMPELMOESSAP CYP 3A5 inh BEJAARDEN
BENZODIAZEPINE ANTAGONIST FLUMAZENIL als overdozeringZ DRUGS =GABAa PAM 1 subunitZOLPIDEM, ZALEPLON, ZOPICLON
hypotische werking Inslaapproblemen, jet lag
minder cognitieve en motorische neveneffecten hallucinaties, amnesie , parasomnieen = sleep eating, driving, autoongevallen
BARBITURATENVerlengde duur openen CL kanaal OOK ZONDER GABAThiopental : inductie anhestesie ,kortwerkendFenobarbital - antileptica
hypnotisch anxiolitisch sedatief anticonvulsief spoierrelaxerend
NIET MEER GEBRUIKT ALS HYPNOTICA OF ANXIOLYTICA
ademhalingsdepressie tolerantie door enzyminductie psychische en fysieke afhankelijkheid veel interacties met andere Gm
MELATONINE primaire slaapstoornis bij patienten van 55Jaar of ouder jet lagSEROTINERGE MOLECULEN SSRI 5HT projecties vanuit de raphe nuclei selectieve serotonine reuptake inhibitoren FOBIE, paniekstoornisen ( samen met MAO inh, antidepressica)1e generatie H1 antihistaminica sedatieVALERIAAN EXTRACTEN hypnotisch effect niet bij leverlijden
2-ANTIPSYCHOTICA EN NEUROLEPTICA = schisofrenie en andere 2
NEUROBIOLOGIE
SCHIZOFRENIE = meest voorkomende vorm van psychpse + symptpmen hallucinaties, wanen - Symptomen
o afgevlakt/ stompo anhedonieo alogieo gebrek aan wilskrachto sociale isolatie
cognitieve stoornissen; angst depressie, agressie
DOPAMINE STAAT centraal Synthese: Tyrosine – LDOPA- dopamine-
noradrenaline-adrenaline Metabolisatie MAO en COMT Banen
o Mesolimbische baan : emotieso Mesocorticale baan : cognitieve, affectueve, -
symptomen
o Nigrostriatale baan : EPSo tubero-infundibaire baan: prolactineinhibitieo CTZ : braakcentrumo Thalamisch dopaminerg systeem
DOPAMINE HYPERactiviteitstheorieo D2 antagonisten
GLUTAMAAT voor – symtpomen Ionotrope Recetopren; NMDA, AMPA, kainaat GLUTAMAAT HYPactiviteitstheorie
FARMACO
1-- CONVENTIONELE OF TYPISCHE ANTIPSYCHOTIVA WERKING
D2 ANTAGONIST o mesolimbische regio Minder dopamine = ONDERDRUKKING POSITIEVE
SYMPTOMEN = wanen en hallucinaties o mesocorticale regio nog altijd te weinig, hypofunctie = cognitieve , negatieve,
affectieve stoorniso tubero-infundibulair minder dopamine = prolactinemieo nigrostriatale baan minder dopamine == EXPS
WELKE Fenothiazine en thioxanthenen Butyrofenonen en difenylperidinen benzamides
EFFECTEN Antipsychotisch effect = ONDERDRUKKING POSITIEVE SYMPTOMEN
NEVENEFFECTEN extra pyramidiaal syndroom
o acuut: Parkinsonisme = tremor, regiditeit, hypo, akinesieo motorische rusteloosheido chronisc: Tardieve dyskinessien
Hyperprolactinemie: impotentie, libio, gyneacomastie, amenorree, galactorrea Anti-emetische effect Niet selectiviteit van D2 blokkers
o Anti-ACH: droge mond, accommodatie, constipatie…o Anti-H2: Sedatieo Ant- 5HT: verdikkeno Anti- 1 : hypothesie
Verhoogde resico op epileptifomz manifestaties Verlengd QT interval Torsades de pointes, cardale dood maligne neuroleptisch syndroom
2--- NIEUWE OF ATYPISCHE ANTIPSYCHOTICA WERKING
SDA= serotonine –domapine antagonistO BasismechanismenO Nigrostriatale baan stijging Da dmv disinhibitie, D2 blokkadeO Mesocorticale baan stijging DAO Mesolimbisch serotonine antaogonist O Tubero-ifindubilair serotonine antagonis
DPA = dopamine pariteel agonistO Reward baan activeren !! – genot…
SPA= Serotonine partieel agonistO Stimulatie Da vrijgave
Rappe dissociatie van D2 receptor antagonisten WELKE
CLOZAPINE = meest efficiento agranulocytose, myocarditis, myopathie
OLANZAPINEo Potenter dan clozapine – cardometabole risicos
RISPERIDON hyperprolactinemie kan optreden EFFECTEN
verbetering positieve en negatieve symptomen DOELTREFFENDHEID
in acute fase verminderen wandeer de behandeling wordt verdergezet NEVENEFFECTEN
EPS, tardieve dyskinesieen metabole ongewenste effecten
o gewichtstoenma – clocapine, olanzapineo verhogen risico op diabetes o hypercholesterolemie, hyperlipidemie – clozapine, olanzapine
risico op cerebrovasculaire accidenten bij bejaarden BPSD– olanzapine risperidono risico op plotse cardiale dood voor ALLE antipsychotica
3
INDICATIES Schizofrenie Manische episoden van bipolaire stoornissen Andere psychotische stoornissen Obsessief-compulsieve stoornis
o In combinatie met antidepressiva Ongecontroleerde psychomorische agitatie Seksuele perversie Palitatieve zorgeverlening : pijn, anti-emetica Alzhemierpatienten = BPSD
CONTRAINDICATIES Ziekte van parkinson Epilepsie Nier of leverinsufficientie Zwangerschap en borstvoeding EPS Glaucoom en prostaathypertrofie Anti-ch
INTERACTIES = VEEL o Antiparkinson geneesmiddelen
LDOPA DA receptor agonisten Anti ch
o Potaliseren sederend effect van alcoolo Anthypertensivao Antidepresivao Lithium
3A- ANTIDEPRESSIVA = majeure depressie 4
NEUROBIOLOGIE
MAJEURE DEPRESSIE : DSM IV –huiste diagnose !!
NORADRENALINE Synthese: tyrosine-Ldopa-dopamine-NAD Receptoren: , Uptake
o NET 1 =heropname in zenuwuiteinde= hoge aff NAD, Na dependent, inhibitie door TCD, cocaine
o NET 2= extraneuronale opname lage aff NAD+ adrenaline,isprnealine,
Metabolisatie= MAO, COMT Nodranerge banen vanaf locus coeruleus
o Antidepressiefo Betere aandachto Energiekero Tremoro Tachycardie
o vasoconstrictie SEROTONINE
Synthese: typtofaan-5HTP- 5HT Metabolisatie 5H5 5HIAA= 5hydroxy
indoleacetaat Receptoren 5HT1a = somatodentritische /
5HT1B,1D terminale autroreceptoren / 5HT3 ionotrope
Seritonerge banen vanaf raphe nucleuso Antidepressiefo Anxiolytisch en mminder obsessief gedrago Maag darm krampen diarreeo Nausea, brakeno Migraine achtige hoofdpijno EPSo Anorexieo Insomniao Sexuele dysfunctie
PATHOLOGIE DEPERSSIE MOnoamine hypothese= duidelijk
malfunctioneren van de monaminesystemen NA,5HT, DA
Neurotransmitter receptor hypothese=verandering in functionaliteit en aantal receptoren door een terkort aan Da, NAD, 5HT
Monoamine hypothese van de signaaltrasductie cascaden en de resulterende genexpressie van bv groeifactoren
Rol van neuropepitiden OVERACTIVATIE VAN HYPOTHALAMUS-
HYPOFYSE BIJNIERSCHORS AS door stress en glucocortioiden, vestoren Energihuishouding Glutamaathuishouding Neurotrofe factoren
FARMACOLGIE
1- REUPTAKE INHIBITOREN (zie blad)
2- AGOMELATINE= valdoxan
WERKING = compleet nieuw Agonist melatonine receptoren MT1, MT2 en
antagonist thv 5HTC receptoren INDICATIE = majeure depressieve episode bij jonge
vrouw EFFECTEN
VANAF 1e week, dosis afbouw NIET noodzakelijk Geen seksuele dysfunctie + effect op slaappatroon anxiolytische efecten
NEVENEEFECTEN = Hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, gastrointesintale stoornissen, leverstoornissen, huiderupties – LEVERFUNCTIE controleren
INTERACTIES = CYPisoenzymen – alcohol
3- MAO INHIBITOREN
OUDE GENERATIE = IRREVERSIEBELE MAO A en B inh enzymactiviteit HERSTELT traag na stoppen Neveneffecten
o Anti-Acho chronische hypotensieo Slaaploosheid,zenuwachtigo Levertoxiteito Cheese effect = levensbedreigende
hypertensieve crisis tyramine rijke voeding Analoge interacties
NIEUWE GENERATIE= REVERISEBELE MAO A inh (RIMA) enzymactiviteit HERSTELT SNEL na stoppen nevenwerkingen = MINDER
o slaapstoornissen, agitatie
o GEEN CHEESE effect
4-SINT- JANSKRUID
WERKING = heropname inhiitor van serotonine INDICATI E = milte tot matige depressie NEVENEFFECTEN =
GI last hoofdpijn anorgamse tetatogeen fotosensibilisatie allergische reactie lyell syndroom
INTERACTIES CYP3A4 doordraakbloedingen, zwangerschap serotinergsyndroom
REUPTAKE INHIBITOREN 5
WELKE/ WERKING 1e generatie = TCAD weinig selectiviteit, bijwerkingen
o imipramine, clomipramine, amytriptiline, nortryptiline, doxepine, dosulepine 2e generatie = heterogene groep minder bijwerkingen
o 1- SNRI = serotonine en noradrenaline reuptake inhibitoren venlafaxine, duloxetine
o 2- NRI = noradrenaline reuptake inhibitoren reboxetine, maprotiline
o 3- SNDI= NAD en 5HT acties via 2 antagonismen desinhibitie mirtazapine, mianserine
o 4- SARI = serotonone antagonist en reuptake inhibitor trazodon
o 5- Dopamine reuptake inhibitor + zwakke NAD reuptake inhibitor + NICOTINE antagonist brupoprion
3e generatie = SSRI selectief, minder bijwerkingen, depressie, fobie en paniekaanval
fluoxetine( prozac), sertraline, paroxetine EFFECTEN
Verbetering stemming majeure depressieve patienten bij normale personen GEEN euforie, eerder sedatie
INDICATIES majeure depressie panische aanvallen en paniekstoornissen ObessiefCovulsiefDisorder – ssri Posttraumatische stresssyndroom –SSRI Ernstige premenstrueel syndroom –SSRI Sicale fobie – SSRI Bedwateren –TCA Neuropathie en chronische pijnen – TCAD
PLAATSBEPALING EFFECT ten vroegste na 3 a 4 weken duidelijk OVERDOSERING TCAD gevaarlijk 1e lijn – ernstig ? behandelen? NIET MEDICAMENTEUZE aanpak bij mineure depressie NIET bij kinderen en adolecenten verhoogd risico op zefmoorgedachten en
automutilatie Keuze bepaald door : klachtenprofiel, comorbiditeiten, eedere behandeling ,
containdcaties, ongewenste effecten, interacties, kostprijs
NEVENEFFECTEN VOOR ALLE
o seksuele stoornisseno verlagen van convulsiedrempelo becen, overmatig zweteno dervingsverscijnseleno heptotoxiteito zelfmoorgedachten
VOOR TCAD / 2E GENERATIE REUPTAKE IHIBITORENo TCAD – cardiale geleidingstoornissen en ritmestoorniseno anti 1 blok: orthostatische hypotesieo anticholinerge effecteno anti- H : sedatie, gewichtstoenameo lichte agitatie: angst, slaaploosheid
VOOR 3E GENERATIE INHIBITOREN : SSRIo GEEN CARDIALE STOORNISSEN- veiligero gastrointestinale bijwerkingen= 5HT3 R : nausea, braken, krampen, diareeo centale effecten: hoofdpijn, duizeligheid, agitatie, slaapstoornisseno verzadigingsgevoel: anorexieo serotoninesyndroom: o bloedingen maag, darm, huid mucosa NSAID,antistollingo EPS: dopamine inhibitie via 5HT2A activatieo Hyponatriemieo agressie en geweld – fluoxetine
CONTRAINDICATIE - ZWANGERSCHAP Teratogeen Aticholinerge efecten pasgeborenen – TCAD Moeilijkheden bij het pasgeborenen kind
INTERACTIES interacties met 1e en 2e generatie AD
o gaan centraal werkende antihypertensiva (clonidine )tegeno versterken sympathicomimeticao hypertensieve crisis met MAOinhibitoren
interacties met SSRIo serotoninergsyndroomo stolling bloedingeno CYP450 isoenzm inhibitie
3B- STEMMINGSSTABILISITATOREN = BIBOLAIRE STOORNIS 6
NEUROBIOLOGIE
BIPOLAIRE STOORNIS SYMPTOMEN VAN MANIE MANIE = inefficiente informatie processing = hyperreactiviteit
FARMACOLOGIE
1—lithiumzouten WELKE: lithiumcabonaat maniprex® WERKING niet goed gekend EFFECTEN
Moostabiliser = stemmingsregulator = thymoregulator Effect traag= 2-3 weken acuut = neurolepticum en AD
INDICATIES Bipolairestoonissen onderhoudsbehanelingen werkt vooral PREVENTIEF tegen
manische dase Voorkomen van zelfmoord
OPGELET Bij opstarten therapie evaluatie nier, hart en schildklier Belangrijke interviduele middelen = plasma drug minitoring
BIJWERKINGEN GI last, diarree, nausea, braken Tremor, duizligheid, sedatie Gewichttoename, haarverlies, acne POLYURIE DOOR INHIBITE VAN ADH Hypothyroidie TERATOGEEN OVERDOSIS :ECG veranderingen, RS, ataxie, convulsie
INTERACTIES Serotonine syndroom , centrle effecten als met AD
2- Andere mood stabiliser = bepaalde antieleptica WELKE
Valproinezuur Carbamazepine Oxcarbazine Lamotrigine
WERKING : voltage afhankelijke NA blokkers
ACUTE MANIE = LITHIUM (of Valproinezuur ) met antipsychoticum
MILDE VORM = enkel lithium of lamotrigine
ONDERHOUDSBEHANDELING = LITHIUM ( of/en andere moostabilser + ANTIDEPRESSIVUM
Depressieve episode = lamotrigine
4- ANTI-EPIPLEPTICA = epilepsie 7
NEUROBIOLOGIE
DEFINITIE EPILEPSIE = het optreden van minstens 2 epileptische aanvallen die niet uitgelegd kunnen worden door onderliggende aandoeningen of omstandigheden
INCIDENTIE EPILEPSIE= 1-2% VAN POPULATIE OORZAKEN EPILEPSIE
genetische factoren: polymorfimsen channelopathieen
problemen tijdens foetale ontwikkeling hoofdtrauma hersentumoren excitotoxines geproduceerd tijdens bepaalde virale
infecties of door voedselintoxicaties iatrogene intoxixatie gewijzigd cellulair inonenhomeostase =
excitabiliteit
o EC MG, Ca,Nao EC K , Cl
gewijzigd neurotransmitterbalanso GLUTAMAAT = exitatieo GBA= inhibite
Neuronale weefselveranderingeno Mossy fibre sprouting; granule cell disorder…
BLAATSBEPALING neuropatische en chronische pijn :
carbamazepine, gabapentine , pregabaline stemmingstoornissen carbamazepine,
lamotrigine, valproinezuur, valproaat profylachtische behandeling bij migraine:
valproinezuur, valproaat, topiramaat AANGRIJPINSPUNTEN VOOR FARMACOLOGIE
verhoging van GABAERGE INHIBITIEo door GABAa receptor activatie =
benzodiazepine, baribiturate, topimaraten,…..o door interferentie met synthese, vrijgave,
metabolisatie van GABA = o door interferentie met GABA reuptake=
tiagabine, viagabine voltage-afhankelijke en frequentiedependente
blokkage/ inactivatie van NA kanalenmembraanstabilisatieminder hoogfrequente ontladingen van zenuwcellen mogelijko fenytoine, carbamazepine,
vaplroinezuur,lamotrigine…
FARMACOLOGIE1—Anti-epileptica met een breder spectrum
WERKING INDICATIE NEVENEFFECTENVALPROINEZUUR-NATRIUMVALPROAAT
Voltage afhankelijke NA+ kanaal inhibitie Voorkeurapparat Breed spectrum absences, myoclonieen, veralgemeende tonische-clonische aanvallen partiele aanvallen al dan niet met secundaire generalisatie syndroom van West en Lenoox gastautMOOD STABILISER bij acute manie
nausea braken, diarree haaruitval beven gewichtstoename: frequetn ernstig acuut leverfalen pancreatitis menstruele onregelmatigheden bloedingstoonissen, trombocytopenie TERATOGENICITEIT: aantasting neurale buis
LAMOTRIGINE Voltage afhankelijke NA+ kanaal inhibitie mono therapie : partiele of veralgemeende epilepsie bij patient ouder dan 12 jaar add on therapie: bij syndroom van lennox Gastraut SPECIALITEIT: preventie van depressieve episode bij bipolaire stoornissen
vooral huiduitslagsoms misselijkheid, hoofdpijn slaaperigheid, vertigo
LEVETIRACETAM Binding aan synaptisch vesikel protiene SV2A inhibeert burst firing
monotherapie/ ad don bij partiele epilepsie of tonisch-clonische aanvallen Ad don bij epilepsie met MYOCLONIEEN
slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid zeldzaam huid rash, diplopie, prikkelbaarheid, GI last en trobocytopenie
TOPIRAMAAT Voltage afhankelijke NA+ kanaal inhibitie kainaat en AMPA receptor ANTAGONIST versterkingn GBAerge inhibitie via GBAa receptoren
monotherapie/ ad don bij partiele epilepsie of tonisch-clonische aanvallen add on therapie: bij syndroom van lennox Gastraut profylactische behandeling bij migraine
vertraging cognitieve functies gewichtsverlies, beven, ataxie, vermoediheid, slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn…
2—ANTI-EPILEPTICA MET EEN NAUWER SPECTRUM
3—ANDERE 9
WERKING INDICATIE NEVENEFFECTENCARBAMAZEPINE EN OXCARBAZEPINE
Voltage afhankelijke NA+ kanaal inhibitie VOORKEURSPREPARAAT NIET BIJ ABCENCES of MYoclonnieen1e keus: partiele aanvallen al dan niet met secundaire generalisatie TRIGEMINUSNEURALGIE MOOD STABILISERS BIJ BIPOLAIRE STOORNISSEN
verergering, soms tot status epilepticus, bij sommige veralgemeendeepilepsieën, zoals absences EnzyminducerAnticholinerge verschijnselen Frequente en soms ernstige allergische reacties Leverfunctiestoornissen; Hematologische stoornissen, OX: hyponatriëmieReductie in serumthyroïdhormonen bij meisjesCBZ: epoxidevorming en neuraalbuisdefecten, vooral bij hoge dosis - toedienen van foliumzuur– "Carbamazepine foetaal syndroom” (mineure cranio-faciale afwijkingen, hypoplasie vingers, psychomotorische achterstand
PHENOBARBITAL EN PRIMIDON
potentiatie GABAerge inhibitie via GABAa receptoren
EERDER BEPERKT, VOOR GEEN ENKELE VORM VAN EPILEPSIE EERSTEKEUSPREPARAATveralgemeende tonisch-clonische aanvallen partiele aanvallen al dan niet met secundaire generalisatieFENOBARBITAL : BIJ STATUS EPILEPTICA
sedatie, ataxie, diplopie,Karakteriële stoornissen, ongunstig effect op gedrag en cognitie, vooral bij kinderen en ouderen– Osteoporose, vooral in postmenopauzale vrouwen– Enzyminduce)– Primidon: Megaloblastische anemie door foliumzuurtekort ␣foliumzuursupplementatie
FENYTOÏNE EN NATRIUMFENYTOÏNE
Voltage afhankelijke NA+ kanaal inhibitie GEEN EERSTE KEUS PREPARAAT veralgemeende tonisch-clonische aanvallen partiele aanvallena l dan niet met secundaire generalisatie bij status epileptica
Vestibulaire en cerebellaire stoornissen met ataxie en nystagmus, Enzyminducer Megaloblastische anemie door foliumzuurtekort␣ Tandvleeshyperplasie bij jongeren, dysmorfie van het aangezicht en hypertrichose bij langdurige toediening, vooral bij jongeren.Allergische reacties ter hoogte van de huid, gaande tot Stevens- Johnson syndroom
ETHOSUXIMIDE Blokkade van T-TYPE Ca2+ kanalen in het thalamocortiaal circuitCa2+ stroom verantwoordelijk voor een pacemakerstroom die ritmische corticale ontladingen veroorzaakt absence
abcenses Aplastische anemie Irritatie g.i. tractus Ataxie Slapeloosheid Kan tonisch-clonische aanvallen uitlokken
GABAPENTINE EN PREGABALINE
Binding aan de alfa2-delta subunit van voltage-afhankelijke calciumkanalen verminderde neurotransmittervrijgave + blokkade van Na+ kanalen en glycine site NMDA receptor
partiële epilepsie met of zonder secundaire tonisch-clonische aanvallenNeuropathische pijn (o.a. bij diabetes neuropathie, postherpetische neuralgie, etc)
Duizeligheid, slaperigheid, ataxie, hoofdpijn, tremor, moeheid, gewichtstoename, aandachtsstoornissen , gezichtsstoornissen als mogelijke ongewenste effecten
TIAGABINE GABA reuptake inhibitor "add-on” bij partiële epilepsie met ofzonder secundaire veralgemeende tonisch-clonische aanvallen
vnl duizeligheid, vermoeidheid, slaperigheid, ...
LACOSAMIDEVoltage-afhankelijke Na+ kanaal blokkage: zal echter selectief de trage inactivatie versterken zonder te interferen met de snelle inactivatie van het Na+ kanaal zoals vele andere AEDs
"add-on"-therapie bij partiële aanvallen al dan niet met secundaire veralgemening alsook bij status epileptics
vooral duizeligheid, hoofdpijn, diplopie, nausea; atrio-ventriculaire geleidingsstoornissen met risico van ritmestoornissen en syncopes
FELBAMAAT blokkage voltage-dependent Na+ kanalen +
verhoging van GABAerge inhibitie (doch niet via GABAA receptor complex) + antagonist thv glycine site vd NMDA receptor
Omwille van de mogelijke ernstige ongewenste effecten wordt felbamaat voorbehouden voor de behandeling van refractaire vormen van het syndroom van Lennox-Gastaut
Aplastische anemie (regelmatig hematologische controle, vnl in de eerste maanden van de therapie), ook gastrointestinale last en hepatotoxiciteit
VIGABATRIN Irreversiebele inhibitie GABA-T; excitatoire
aminozuur concentratie Gezien het risico van irreversibele retina-
afwijkingen met concentrische vernauwing van het gezichtsveld, dient gebruik van dit middel beperkt te worden (minstens jaarlijks laten controleren);
ook CNS ongewenste effecten zoals vertigo, hoofdpijn; na langdurig gebruik gewichtstoename en psychose
STRIPENTOL weesgeneesmiddel, nieuw geïntroduceerd GABAerge werkingsmechanismen: verhoogt de
vrijgave van GABA en de GABA-A receptor activatie
Is voorbehouden voor de behandeling van ernstige myoclonische epilepsie bij de zuigeling, in combinatie met clobazam en valproaat
KOOLZUURANHYDRASE INHIBITOREN SOMMIGE BENZODIAZEPINES
CLONAZEPAM = abcenses, myoclonieen, fotogene aanvallen
DIAZEPAM = eerste keus bij STATUS EPILEPTUCUS en KOORTSTUIPEN
NITRAZEPAM= infantiele spasmen, syndroom van west en lennox gatraut
OPMERKINGEN
BEHANDELING VAN VROUWELIJKE PATIENT ER IS HET RISICO VAN TERATOGENITEIT – valproine risico - foliumzuur toeoegen DOELTREFFENDHEID VAN ORALE ANTICONCEPTIVA verminderd door
o carbamazepine, fenytoïne en de barbiturateno oxcarbazepine en topiramaat,
PLASMASPIEGELS VAN LAMOTRIGINE DALEN bij orale anticonceptiva endocriene ongewenste effecten –valproïnezuur risico
ALGEMENE ONGEWENSTE EFFECTEN Stevens-Johnson-syndroom en Lyell-syndroom. Hematologische stoornissen, elektrolytenstoornissen, leverfunctie- stoornissen, osteo-articulaire stoornissen en cognitieve stoornissen komen Gedragsveranderingen en stemmingsstoornissen - zelfmoordgedachten CNS: diplopie, evenwichts- en coördinatiestoornissen, duizeligheid, nystagmus, bewustzijnsdaling en verwardheid Huiderupties, alopecia, hirsutisme en hypertrofie van gingiva Teratogeniciteit foliumzuur + monotherapie
o CAVE: epilepsie-aanval is ook gevaarlijk voor de foetus wegens mogelijkheid van zuurstoftekort
5- CENTRALE STIMULANTIA EN WAKE PROMOTING GENEESMIDDELEN 10
CENTRALE STIMULANTIA= AMFETAMINE DERIVATEN WELKE
fenetylline = captago® misbruik bij studenten methylfenidaat
WERKING monoamine releaser heropname remmer GEEN EFFECT bjij derpessieve patient
EFFECTEN eufrorie, alertheid, opwinding, zelfoverschatting , mentale en fysiche vermoeidheid verminderen
NEVENEFFECTEN eetlustremmend =anorexigeen Cardiovasculaire problemen = tachycardie en cardiale
complicates GI problemen slaaploosheid, karakterveranderingen, afetaminepsychose sterke psychische EN fysiche afhankelijkheid ontregeling temperatuur verhoogde motorische activiteit, tremoren, dyskinesieën
WAKE PROMOTING MIDDEL
WELKE Modafinil =provigil ®
WERKING Dopamine reuptake inhibitor
GEEN EFFECT bij depressieve patiënt
BEHANDLING ADHD
1- METHYLFENIDAAT = RILATINE® WERKING = NAD en DAT inhibitor EFFECT = doeltreffend voor hyperreactiviteit – 1e keuse(slowrelease) NEVENEFFECTEN
GEWENNING en AFHANKELIJKHEID nervositeit, prikkelbaarheid, dysforie,slaapstoornissen, buikpijn, hoofdpijn, tics, stijging bloeddruk en pols, gewichtsverlies, afgenomen eetlust, groeivertragingZeldzaam : convulsies, compulsief gedrag, psychosen, gebrek aan
spontaneïteit Veiligheid op lange termijn niet gekend CONTRA-INDICATIES: cardiovasculair lijden, glaucoom,
hyperthyreose,Gilles de la Tourette2- ATOMEXINE
WERKING = NAD reuptake inhibitor EFFECT = doeltreffend voor 3 symtpmen – 2e keuze of 1e bij
VOLWASSEN NEVENEFFECTEN
abdominale pijn, braken, anorexie, vertigo, slaapstoornissen, prikkelbaarheid, stemmingsfluctuaties, mydriasis, allergische reacties, tachycardie & verhoging bloeddruk, maar ook verlenging QT interval, ernstige leverstoornissen, allergische reacties, suïcidale neigingen, vijandelijk gedrag en emotionele labiliteit,
convulsiess 3- DEXAMFETAMINE
alleen als magistrale bereiding Minder bestudeerd dan methylfenidaat, doch vergelijkbare effecten en
neveneffecten4- TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA
•WELKE = Desipramine en imipramine EFFECT = verbetering van de 3 kernsymptomen met comorbiditeit van
angst of depressie 3e lijns OPMERKING = Terughoudend gebruiken omwille van ernstige
ongewenste effecten
6-DRUGS ABUSE 11
WERKING EFFECTEN NEVENEFFECTCENTRAAL STIMULEREND = AMFETAMINES
zie eerderMDMA= METHYLEENDIOXIMETHAMFETAMINE = XTC AMFETAMINE EN LSD EFFECT
CENTRAAL STIMULERENDE= COCAINE
monamine reutpake inhibitor+ anesthesie: blokkage NA kanalen
Centraal stimulerend eufrorie, alertheid, opwinding, zelfoverschatting , mentale en fysiche vermoeidheid “maskeren paresthesieën, visuele/auditieve stoornis, hallucinaties, paranoia, psychosen
lokaal anhestiserend ZEER VESLAVEND ABSTENTIEVERSHIJNSELENCARDIALE BELASTING
HALLUCINOGENENLSD(5HT)-ERGOTAMINEMDMAPMAPSYLOCYBINE(5HT)MESCALINE (NAD)
verwant met monoamines partieel 5HT2A agonisten
effecten LSDmatige autonome symptomenvisuele, auditieve, tactiele, olfactorische hallucinaties verstoord tijdsbesef bewust van effect BAD trip= schizofrenie flashbacks: tot maanden na gebruik PSYCHISCHE AFHANKELIJKHEID
DISSOCIATIEVE ANESTHETICA
NMDA receptor antagonisten geen NA, Ca stroom
DISSOCIATIEF = onderdrukking thalamocorcticaal systeem + activatie limbisch systeem
KETAMINE: special K ANHESTESIE: analgesie en amnesie psychomimmetische symt: dromen, hallucinatie.. HYPOTHERMIE bij overdosis
PCP:phencyclidine angeldust
agitatie, hallucinatie, desorientatiedissociatie van zich zelf en omgevingnystagmus
DEXTROMETHORPAN + DAT en NET inh+ …. Hoestsiroop OTC verkrijgbaarLage dosis Euforie, licht stimulerend,mild hallucinogen hoge dosis Hallucinaties, verstoring zintuiglijke waarneming, dronkengevoel, geheugenstoornissenhogere dosis trip = beangstigend,dissociatie hersenbeschadiging
CANNABINOIDEN CB1 RECEPTOR =metabotrtoopinhibite AC & Ca2+hippocampusn , frontale cortex, cerebellum, basale ganglia, gastrointestinaal, urogenitaalCB2 RECEPTOR thv immuniteit
KORT TERMIJN EFFECTkalmerend, relaxatie , lacherig, high versterking gemoedstoestandrealiteitsbesef, taken uitvoeren, leercapaciteit,geheugenmatige tolerantie, psychische en fysische afhankelijkheidLANGE TERMIJN EFFECT psychociale problemen amotivationeel syndroom, apathie, depersonalisatie
CONTRAINDICATIE = zwangerschap (neuronale ontwikkeling)INDICATIE = anti-emetisch, algetischCB1 AGONIST = DRONABINOL oncologie(anti-emetisch), aids (+eetlust)CB1 ANTAGONIST = RIMONABANT acomplia obesitas (BMI>30) NIET bij DEPRESSIEVE PATIENT
OPIOIDEN hars van papaver somniferum OPIUM KRACHTIGE ANALGETICA
10% morfine
Endogene opioïden = enkefalines, endorfines, dynorfines
krachtig narcotisch analgeticul sterk gevoel van gelukVERSLAVENDHEROINEeuforie, pijnstillend, anxiolytisch, sedatiehypothermie, nausea, ademhalingsdepressie etcSnelle uitwerkinggrote drang naar nieuwe dosis Heftige dervingsverschijnselen
morfine, methadon, bezitramide, bprenofin, dextromoramide, fentanyl, porotramideANALGETICA MET INTERMEDIAIR ACTIVITEIT pethidine, pentazocine, tilidine, tramdaolWEINIG KRACHTIGE ANALGETICA dextropropoxyfeen, codeine, dihydrocodeineVERWANTE VERBINDINGEN loperamide, heroine, dextromethorphanANTAGONIST NALOXAN, NALTREXON
NICOTINE EN MIDDELEN BIJ TABAKSMISBRUIK
Stimuleert nAChRs thv OS en PS autonome ganglia -gemengde OS en PS responsCZS: verslavend genotsmiddel mesolimbische activiteit
NICOTINE NICORETTE® BIJ TABAKSMISBRUIKBUPROPION = AMFEBUTAMON zwakke heropname inhibitor van DA en NADVARENICLINE CHAMPIX® partiële agonist van de 4 2 nicotine receptorenRisco neuropsychiatrische symptomen
ALCOHOL GABAA receptoractivatieNMDA receptor blokkerDA-erge activiteit in mesolimbische baan verhogenAlcohol kan ook endogene opioïden en endocannabinoïden vrijstellen
Tiapride Tiapridal®neurolepticumAcamprosaat Campral®:Naltrexone Nalorex®: narcotische antagonist,bij zwarea bstinentieverschijnselenDisulfiram Antabuse® • inhibitie hydroxylase en aldehyde dehydrogensase (ALDH)Aldehydea ccumulatie na alcohol inname nausea, hoofdpijn, braakneigingen, hypotensie, zweten = AVERSIETHERAPIEcardiovasculaire collaps bij alcoholinname
Euforie, high gevoel, ...Afhankelijkheid – Verslavend50-1 g/l: sedatie, subjectief ““high””, reactiesnelheid, zelfverzekerdheid, 1-2 g/l: motorische dysfuncties, ataxia, 2-3 g/l: emesis 3-4 g/l: coma>>5 g/l respiratoire depressie, doodLEVERSCHADE •HERSENSCHADEhippocampus = stoornissen van geheugen, spraak , redenering cerebellum = ataxie, coordinatiestroonisfrontale cortex -VOLWASSENEN: functie communicatie tussen cellen -ONGEBOREN BABY’s: celdood , foetaal alcoholsyndroom
7- GENEESMIDDELEN BIJ DE ZIEKTE VAN PARKINSON 13
NEUROBIOLOGIE
ZIEKTE VAN PARKINSON triade van symptomen
o akinesie (initiatie, traag)o rigiditeit (tandradfenmee)o tremor (BL, veregert bij emotie en stress)
andere symptomeno overdreven speekselvormingo depressie, angst, melancholieo cognitieve problemeno cicrografie
PARKINSONISME Post-encefalitisch Neuroleptica-geinduceerd COMn vergiftigng
OORZAAK = afsterven van domapine-producerende cellen meer Ach
FARMACOLOGIE
WERKING EFFECTEN/ INDICATIE NEVENEFFECTEN CONTRAINDICATIEL DOPA EN INHIBITOR PERIDERE DOPADECARBOXYLASELDOPA + BENSERASIDE= PROLOPALDOPA + CARPIDOBA= SINEMET
Ldopa = precursor dopamine passert BHB dopadecarboxylase dopamineInhibitor van perifere dopadecarboxylae (pDDi) = zodat er meer LDopa de hersenen bereikt
doeltreffend bij 75% in loop van de jaren bradykinesie, rigiditeit, tremor
VROEG nausea, obsipatie, othostatische hypotensie, verwardheidLATE dyskinesieen hallucinaties, slapeloosheid, nachtmerries, psychotische en compulsief gedrag
psychotische toestand (neurolpetica)coronair accident ernstige ritmestoornissen gesloten hoe glaucoom ulcus peticum omwille van GI bloedingen
DOPAMINE RECEPTOR AGONISTENAPOMORFINE (SUBCUTAAN)ERGOTDERVIATEN; bromocriptine, pergolideROPINIROLPRAMIPEXOLROTIGOTINE (transdermale pleister)
Directe D2 R stimulatiemeestal in associatie met L-dopa en pDDI verlagen Ldopa motorische werwikkelingen
ziekte van parkinson off periode – apomorfine hyperprolactinemie-bromocroptine lactatie post partum resless leg syndroom - ropinirolpramipexol
nausea, obsipatie, othostatische hypotensie (zie LDOPA slaperigheid en plotse slaapaanvallenergoderivaten = inflam fibrotische reacties, hartklepletsel met pergolideCOMPULSIEF GEDRAG, gokverslaving, hyperseksualiteit, …
COMT INHIBITORENENTACAPONTOLCAPON
Inhibitoren van perifere COMT meestal in associatie Ldopa en PDDi verhoogd beschikbaarheid Ldopa centraal
bij on off fluctuaties DA effect = dyskinesieën nausea, othostatische hypotensie, anorexie, slaapstoornissenGI= diaree hepatoxiteit tolcapon
MAO-B INHIBITORENseleginilerasagiline
afbraak DA zonder interferentie met NAD/ 5HT metabolisatiemeestal in associatie met L-dopa en pDDImonotherapie = BEGINSTADIUM
bij on off fluctuaties hoofdpijn, depressie spijsverteringstoornissen, gewrichtspijn, grieperig syndroomhuidletsels =melanomen
interactie met andere monoaminerge farmaca tyramine rijke voeding
ANTICHOLINERGICADEXETIMIDETRIHEXIFENIDYL
meestal in associatie Ldopa en PDDi effectief tov TREMOR, ook regiditeit chronisce EPS of acute dystonie geinduceerd door neuroleptica
KLASSIEKE monddroogte, nause, obstipatie, urineretentie mydriase, accomodatiestoornisen, IO P Tachycardie, ritmestoornissen verwardheid, agitatie
glaucoom prostatisme
COMBINATIEPREPARAAT STALEVO = LDOPA+CARBIDOPA+ENTACAPON
8-GENEESMIDDELEN BIJ DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER 14
NEUROBIOLOGIE
ZIEKTE VAN ALZHEIMER KENMERKEN
O GeheugenverliesO Metnale verwarheid
O mentale en fysieke invaliditeitO dementiesyndroom
3 FASEN
o korte termijn geheugen: desorientatie, depresssie
o lange termijng geheugen:namen, slaap, reken en taal problemen, humeur
o ernstige dementie: sociale vaardigh, persoonlijkheid, wartaal, stijfheid,krom, incontinentie, psychosen
PATHOLOGIEo degeneratie van ACHneuronen van
de N. Basalis van Menert en het
septum met evolutie naar projecties
o densiteit nAChRs en mAchRso seniele plaques met amyloid in
hippocampus en corteco neuroofibrillaire knopen in
cytoplamsa thv dendtrieten en cellichamen gefosoryleerde tau proteine verminderde conncectiviteit
neuronen
o diffuse atrofie cortex temporaalo BuCh
CLASSIFICATIE O VROEG =
O LAAT
FARMACOLOGIE
WERKING EFFECTEN/ INDICATIE NEVENEFFECTEN CONTRAINDICATIECHOLINESTERASE INHIBITORENDONEPEZIL.HCLRIVASTIGMINEGALANTINE (ook alosterisch ligand nachR
matig gunstig effect (10% van patiente) op de deterioratie bij lichte of matige alzheimerdementie
onwenstige perifere effecten (parasymatocimimetica) zweten GI motiliteit, braken , diarree, nausea, incontonetnieEPSbradycaride
GINKO BILONA EXTRACT Extract van bladeren, neurprotectiefantioxidans
matig gunstig effect op de Detorioratie bij lichte of matige alzheimerdementie ook bij centrale vaatstoornissen??
weinig neveneffecten bloedingsrisivo en convulsies indien antecedenten van EPILEPSIE,
MEMANTINE Niet competieve, antagonist van NMDA receptor (pcpcsite) = paritele open kanaalblokker GAAT overactivatie van NMDAR tegen minder exitoxiteit neuroegenarite
matig ernstige en ernstige vormen van alzeimerdementie (10%)
hallucinatie, verwardheid, hoofdpijn, vermoeidheid
verhoogd risico op psychose door gelijktijdige toediening van amantadine, jetamine, dextromethorphan
9-ANTIMIGRAINE MIDDELEN 15
NEUROBIOLOGIE
DEFFINITIE MIGGRAINE = neurovasculaire aandoening die zich uit in herhaalde aanvallen hoofdpijn
KENMERKEND Kloppende hoofdpijn + misselijkheid en
overgevoeligheid aan licht en geur Volwasenen = 6x maand, 4-72uur Kinderen = frequentie, duur
COMORBITEIT = Epilepsie Ernstige angsstoornissen Depressie Ischemisch infarct
VERSCHILLENDE SOORTEN HOOFDPIJN Migraine Tension headache Tension headache + migraine Cluster headache (opstoten) Trimeginal neuralgia – carbamezapine Intracrainiale lesion (pijn)
MIGRAINE TOP VAN IJSBERG
FASEN VAN MIGRAINE 1- Prodromen 2-48u
o Stemmingsveranderingo Misselijkheido Geeuweno Drang om te eteno gevoeligheid lichto diurese
2- Aura 60min o Visuele aurao Eenzijdige paresthesiën in de vingers en
rond de mondo Spraakstoornissen/verward
3- Hoofdpijn 4-72u o Bonkende hoofdpijno Anorexieo Nauseanbrakeno Vermoeidheid, geeuweno Verergering bij normale fysiek activiteito Fotofobie, fonofobie
4/5- Recovery 1-48u o brakeno humeursveranderingo voedselo diurese, diepe slaap
NEURONALE EN VASCULAIRE MECHANISMEN Polygenetisch
o NEURONALE HYPEREXCITABLITEITo Channelopathiën
Hyperexcitabiliteit van cortex o Uitgelokt door TRIGGERS =Hormonale
cyclus, stress, wijno HIERDOOR: CSD =corticale spreading
depression neuronale suppresie doorbloeding aura
activatie TGVS = trigeminovasculair systeemo pijn tramsmissie door mediatoren:
SEROTONINE, CGRP , histamine, sP, neurokinineA , VIP, PGE, leukotrieenen
VASOACTIEVE en NOCICEPTIEVE neuropeptide- Vasodilatie- Neurogene onflammatie- pijn
FARMACOLOGIE
werking effecten neveneffecten Contra-indicatie interactiesANALGETICUMacetylsalisylzuur, lysine-acetylsaalicylaat, paracetemolnsaid
GASTROPKINETICA domperidone, metoclopramide
D2 blokkers verbetering resoptie pijnstiller
Migpriv = lysine-acetylsalicylaat 1,62 g + metoclopramide 10 mg
tonus onderste ES, peristaltiek vernslde maaglediging
!! analgetica geinduceerde hoofdpijn !!!
TRIPTANENsumatriptaneletriptanalmotriptanrizatriptannaratriptanzolmitriptan
5HT1 AGONISTEN activeren 1B en 1D inhibitory 5HT1 receptorsubtypes op de trigeminus zenuw directe vasoconstrictie inhibitie neuropeptide vrijgave verminderde pijntransmissie
effectieve pijnstilling in >80%
OPGEPAST!! respecteer minum tijdsinterval!! !! niet bij aura met neruologische uitval meer VC !! analgetica geinduceerde hoofdpijn !!!
Kortdurende milde tot matige NE paresthesieën warmteopwellingen beklemmend gevoel slaperigheid, zwaktegevoel, moeheid, duizeligheidnausea en brakenBDZZ CORONAIRE VC, CVA
ABSOLUTE CONTRA-INDICATIE angina pectoris, cor insuff, cardio-… perifeer vasculair lijden cerebrovascularlijden ongecontroleerde hypertensie allergie sulfamidesRELATIEVE antihypertensie therapielever en nierfunctiestoornis, gn 2e
dosis zwangerschap; lactatie
INTERACTIESMAO A metabolisatie MAOA inhibitor = moclobemideCOMPTITITIE = propranolol metabolisatie rizatriptan SSRI e, St janskruid = serotonine syndroomErgotaminederivaten= coronair vaatspasme
EGOTAMINESergotaminedydroergotamineergometrinemethysergidebromocriptiene (DA agonist, parkinson)
Lyserginezuur (LSD effecten = directe vasoconstrictieergotisme,5HT effecten= 5HTcentrale effecten; epilepsieeën, myoclonieënmethysergide en pizotifeen = 5HT2 R ANTAGONISTEN couteren
ACUTE MIGRAINE AANVAL= Ergotamine, dihedroergotamine PROFYLACTISCH, cluster HP= methysergide UTERUSMOTILITEIT= methylergometrine D2 agonist= bromocriptine
nausea braken coronaire vasoconstrictie ergotisme- > kriebelend gevoel LD- > diarree- > duizeligheid- > pupildilatatie- > spierkrampen- > ischemisch gangreen ergotamine-afhankemijke hoofdpijn fibrotische reacties, pleuritis,pericarditis…
chronisc: inflamotoire
ernstige og ongecontroleerde hypertensie fenomeen van ranaud angina pectoriszwangerschap lactatie leveraandoeiningennierfunctiestoornis
TriptanenSymapthicomimetico = - > coronair/vasculaire insuff +VC blokkers- > perifere VCCYP3A4 inhibitoren- > macroliden = spasme, ergotisme,ischemie- > HIV protease INH- > pompelmoessap
PROFYLAXEN WANNEERIndien meer dan 2X per maandindien aanval langdurig en hevigSluit analgetica geinduceerde hoofdpijn uit
KEUZE hangt af van leeftijd aard comorbiditeit, comedicatie bijwerkingen
BLOKKERS ZONDER ISAPROPRANOL
Verwant met adrenaline en felyletheyllamines, L-isomeren
1e KEUS BEHANDELING voor PROFYLAXE
ANDERE ANTI EPILEPTICANatriumvalproaattopimaraat
AmityptilineCa entryblokker flunzarizine
PIZOTIFEENOXETERON 5HT, H1 ANTAGONISTEN
Sartanen, candesartan Clonidine = centrale 2 agonist
10-GENEESMIDDELEN GEBRUIKT BIJ BEPAALDE ENZYM TEKORTEN 17
TEKORT ENZYME ZIEKTE SYMPTOMENAGALSIDASE , AGALSIDASE galactosidase A ziekte van fabry opstapelen lipdie afvalstoffen
pijn, vermoeidheid, huidproblemen, minder zweten, oogproblemen hartproblemen, nierproblemen, Gi last, duizeligheid, beroerte
IMIGLUCERASE, MIGLUSTAAT glucocerebrocidase ziekte van gaucher opstapeling glucocerebridose in macrofaag lever, milt, ogen…
IARONIDASE L- iduronidase mucopolysachardidose 1 MPSI mentale achterstand, waterhoofd, samendrukking ruggenmerg, gehoorverlies, vertroebeling hoornvlies, skeletafwijkingen, gewrichtsbeperking, carpaal tunnel syndroom
18
H 4
NSAID, ANALGETICA, ANTIPYRETICA 19
WERKING EFFECTEN/ indicaties neveneffecten CONTRAINDICATIE
SNSAIDindoolderivatenaryalzijndzuurderivatenarylpropionzuurdervaten-ibuprofenoxicams
inhibitie cox enzym antipyretisch = geen koorts anti-analgetisc =pijnpijn bij botmetastasenierkolieken anti-inflammatoiracute of chronische inflammatie RA (inhiite plaatjes aggregatie)dysmenorroe
GI LAST PGI2 en PGE2 mucus zuur VD erosie, ulcus, bloedingenRENAALGFRnatriurese (harfalen, HT)intterstitiele neritiskyperkalmieBLOEDINGEN anti-aggregatie, bind met coumarine (hematologiscje afw)OVERGEVOELIGHEID = astmaZWANGERSCHAP partustijd sluiten ductus arteriorusbloedingen
Ulcus zwangerschap astm, utricaria door overgevoeligheid ernstig hartfalen
COX 2 = ischemisch hartlijden, CVA
cox2 selectie NSAIDcelecoxibn etoricoxib sommige selectieve Cox 2
inhibitie minder neveneffectenPAF en leukotrieennen niet onderdrukt !!
PARACETEMOL(PARA-AMINOFENOLEN)
Inhibitie COX3 -werkt centraal wordt gemetaboliseerd/ geconjugeerd tot AM404 =N arachidonoyl fenolamine agonist VR1 en CB1 R = PIJSTILLEND
ANALGETISCH Anti-pyretisch NIET ANTIINFLAMMATOIR
WEINIG BIJWERKINGEN !!!GEEN GI lastGEEN inhibite plaatjesaggragatieMag genomen worden tijdens zwangerschapNEFROTOXITEITHEPATOXITEIT
ACETYLSALISYLZUUR(SALICYLATEN)
CODEINE = SAMENGESTELD PRODUCT
IRREVERSIEBELE acetylering van SER-residus van COX1 en COX2 inhibite PG synthese - herwinning enkel door denovo synthese
ANALGETISCH Anti-pyretisch
allergie maagletseltoename op risico bloeding syndroom van reye problemen zwangerschap niertoxiciteittoxiciteit BIJ HOGE DOSIS = ontkoppeling ox fosdoriylatie co2 HYPERVENTILATIE ZEER HOGE DOSIS= respiratoire defficientie, metabole acidose, confusio, coma
GENEESMIDDELEN BIJ RHEUMATOIDE ARTHRITIS 20
SYMPTOM MODIFYNG ANTI-RHEMATIC DRUGS= SMARD NSAID , corticosteriodeDISEASE-MODIFYNG ANTIRHEMATIC DRUGS = DMARD
WERKING EFFECT / INDICATIE NEVENEFFECTGOUDZOUTEN Onbekend
inhibitie van -migratie ontstekngcellenInhibite van activiteit en vrijstelling van lysosomale enzymes
inhibitie gewrichtsaantasting , remissie RA effect =enkele maanden RA (beperrkt)
Mucocutaan: dermatitits, stomatitisRenaal: proteineurieAgranulocytoseLeverstoorinissenDiarree bij orale toediening
ANTIMALARIA GENEESMIDDEL
Onbekend inhibitie van migratie inflam. cellenInhibite van activiteit en vrijstelling van lysosomale enzymes verminderde vorming IL1
inhibitie gewrichts aantasting , remissie RA basistherapie van RA lupus erythematodus malaria
oogafwijkingen
METHOTREXAAT Antitumoraal middel antimetaboliet, golumzuurantagonist
1e KEUZE DMRA in lage dosering LeverstoornissenInterstietële pneumonie, pancytopenie (hemato controle)+ FOLIUMUUR, folinezuur
SULFASALAZINE even doeltreffend als methotrexaat Hematologische stoornissenhuidletsels
LEFUNOMIDE immunosuppressiva profileratie geactiveerde Tcel
doeltreffendheid vgl met methotrexaat en sulfasalazine als methotrexaat niet doeltreffend is
GROTERE toxicteitLevertoxixiteit, hematologische stoornissen , haaruitval, infectiesTERATOGEEN
TNF-REMMERS imuunmodulerend effect, gericht tegen TNF sneller effect !! enkele weken
als weerstandig aan DMARD, of in associatie met methotrexaatrefractaire RA Psoriatrische A juveniele polyarthritis ziekte van bechterwziekt van crohn
Risco op infectiesAllergische reactiesLymfoom.. CI =zwangerschap/ bortvoeding
RITUXIMAB Monolonaal AL tegen CD20 aan B-lymfocyt
folliculaire lymfomen bij RA ALS DMARDS en TNF remmers niet werken
ABACEPT selectieve T-cel co stimulator ernstige RA + methorexaat, als tolerantie andere
NARCOTISCHE ANALGETICA 21
NEUROBIOLOGIE
TERMINOLOGIE morfine= alkaloïde uit papavaer
somniferum opiate= structuuranaloog opioïden= gelijkaardig farmacologisch
effect ENDOGENE OPIODIEN = enkefalines,
endorfines, dynorfines OPIOD RECEPTOREN
, ,
WERKING = inhibitie van pijnprikkel in dorsale hoorn en activatie van dalende inhiberende banen van: PAG NRM – 5HT, ekefalines NRPG LC –NAD
EFFECTEN Analgesie – , ( ) depressie ademhalingcentrum , inhibitie gastro-intestinale motiliteit
, eurforie , sedatie nausea en braken spierrigiditeit
miosis inderdrukking van hoestreflex bronchoconstrictie bradycardie hypotensie pylorusspasme contractie galwegen / sf oddi vertraging maaglediging tolerantie afhankelijkheid
o fysiek = dervingssyndroom, koorts zweten, rusteloosheid, nausea, diaree
o psychisch = craving for drug:
OPDELING NARCOTISCHE ANalgetica volgens pijnstillend vermogen
WEINIG KRACHTIGE ANALGETICA ANALGETICA MET INTERMEDIAIRE ACTIVITEIT KRACHTIGE ANALGETICAcodeine pethidine morfine, methadondihydrocodeine pentazocine buprenorfine, bezitramide
tilidine piritramide,dextromoamidetramadol alfentanil, sulfentanil, fentanyl
hydromorfon, oxycodon
ALLERGIE 22
1- ANTHISTAMINICA
WERKINGSMECHANISME = invers agonisme H1 receptoren Vaak niet selectieve blokkage Difenhydramine, promethazine
ook muscarine receptor blokkageo CONTRAINDICATIE bij glaucoom en
prostaat hypertrofie Promethazine ook 1 receptor Pizotfeen, oxetoron ook 5HT
receptor blokkage WELKE
Cetrizine, levocetrizine, loratidine, mizolastine, rupatidine
EFFECTEN Anti-allergisch Sedatie – H1R
o Nieuwe generatie Dring niet door BHB: GEEN SEDATIE
INDICATIES Allergische aandoening Reiziekte Zwangerschapbraken
ONGEWENSTE EFFECTEN Sedatie Wiegedood (fenothiazinen) Locale applicatie fotosensibilsatie,
overgevoeligheid Verlenging QT interval
2- BETAHISTIDINE
WERKINGSMECHANISME = zwakke H1 agonist en sterke H3
antagonist,
STIMULEERT de synthese en afgifte van HISTAMINE
EFFECTEN Bevordering van microcirculatie in het
labyrintho Antivertigo effect??o Vaat verwijdendo Herstel vestibulaire leasiso Verbetering bij ziekte van meniere
INDICATIE verbeteren vertigo en tinnitus bij
binnenooraadoeningen zoals ziekte van ménière
3- MONTELUKAST
WERKING= leukotrënreceptoranatgonist
INDICATIE = allergische rhinitis
4- MIDDELEN VOOR DESENSIBILISATIE
WERKING = extract stof (waaraan men allergisch is wordt langzaam in 3-5 jaar in oplopende dosis toegediend
INDICATIE= alleen bij specifieke igE allargie, andere behandelingen onvoldoende succes
ONGEWENSTE EFFECTEN = anafylaxis
IMMUUNSYSTEEM 23
IMMUNDOGLOBULINES INDICATIEPOLYVALENTE IMMUNOGLOBULINES hypo of agammaglobulinemie
mazelen met complicaties ITP =idiopatische trombocytopenische purpura
SPECIFIEKE IMMUNOGLOBULINES TEGEN HEPATITIS B
(uren,dagen)na contact met HB-antigen + VACCIN
SPECIFIEKE IMMUNOGLOBULINES TEGEN TETANUS
bij verdachte wonde bij niet-immune patient bij tetanus, HOGE dosissen samen + VACCIN
ANTI-D IMMUNOGLOBULINEN preventie van vorming anti-rhesus bij rhesus-negatieve vrouwen van een rhesus-positieve baby bevallen of die een rhesus-positieve bloedtranfusie kregen binnen 72u
SPECIFIEKE IMMUNOGLOBULINES TEGEN RABIES
advies pasteur instituur
SPECIFIEKE IMMUNOGLOBULINES TEGEN CMV
preventie CMV infectie bij immuundeficiente patienten behandeling van CMV infectie + antiviralemiidelen
MONOCLONALE ANTILICHAMEN TEGEN RSV =PALIVIZUMAB
preventie RSV bij prematuren en kinderen met hhog risico
IMMUNOMODULATOREN INDICATIE ONGEWENSTE EFFECTEN/ CIINERFERERON 2A EN 2B
cytokines met volgende eigenschappenantiviaralimmunomodulatorischantiproliferatief anti-angiogenetische
chronische hepatitis B en C herpes zoster, sommige tumoren
Grieperig ,Moeheid, PijnGastro-intestinale klachtenVerhoogde gevoeligheid voor infectiesSchildklierstoornissenPsychiatrische stoornissenZELDEN stollingstoornissen CI ZWANGERSCHAP
INTERFERON 1 A EN 1B multiple sclerose exacerbatiesINERFERON 1B chronische granulomatose +antibiotica
GLATIRAMEERACETAAT Synthetisch polypeptide dat gelijkenis vertoont met myeline
multiple sclerose exacerbaties Lokale reacties thv injectieplaatsVasodilatie, pijn borststreek, hartkloppingen, dypnoe
IMMUNOSUPRESSIVA WERKING ONGEWENSTE EFFECTEN ALGEMEENCYCLOSPORINE Cyclische petide (11AZ) Bind aan
CYFLOFILIN, = complex inhibeert CALCINEURIN= een fosfotase nodig voor activatie van transcriptiefactoren en dus inhibitie IL-2 productie/ werking
Hypertensie, nefrotoxiteit, hepatoxiciteit, hirsutisme, tremorInteractie CYP3A4Plasmamonitoring!!
WERKING = grijpen in thv inductiefase van de immuunrespons waadoor lymfocyt-polyferatie PLAATSBEPALING= orgaantranspnatatie, autoimuunziekte, RA, nefrotisch syndroom, chronische glomerulonefritisCONTRAINDICAITE = ZWANGERSCHAPONGEWENSTE EFFECTEN=begunstigen infecties en maligniteit=
TACROLIMUS, EVEROLIMUS, SIRLIMUS
Macrolide-antibiotica bind aan FKBP gm- FKBP complex inhibeert CALCINEURIN inhibitie IL-2 productie/ werking
CORTICOSTEROIDEN Inhibiet cytokine genexpressieAZATHIOPRINE Inhibite purine/pyrimidine synthese in
lymfocytHematologische en hepatische toxiteit
MYCOFENOLZUUR EN MYCOFENOLAAT
Inhibite purine/pyrimidine synthese in lymfocyt
Anemie, leukpenie, GI last
ANTILYMFOCYTAIRE ANTILICHAMENMONOKLONALE ANTILICHAMEN
Inhibite oppervlakkige T cel moleculen betrokken in signaaltrasductie
TNF REMMERS Ziekte van Chronh en RA (zie eerder)
11 - GENERALE ANESTHETICA 18HISTORISCH Lachgas (N 20) als anestheticum en strijdgas
Inhaleren: duizelingen, evenwichtsstoornissen, echo in de stem, giechelig gedrag, korte psychedelische roes, analgesie, bewustzijnsverlies
Hoofdpijn na intensief gebruik Ether
bij tandarts euforie, bewustzijnsverlies
Chloroform in de gynaecologie om bevallingspijnen te reduceren
WERKINGSMECHANISME LIPIDE THEORIE:
Correlatie van potentie van anesthetica met de oplosbaarheid in lipiden
Anesthesie kan ontstaan door wijzigingen in de membraanfunctie
EFFECTEN OP IONKANALEN: Interactie van anesthetica met modulerende sites van vele
receptorkanalen neurotransmittervrijstelling of inhibitie NT actie of membraanexcitabiliteit
Activatie van TREK K+ kanalen membraanexcitabiliteit Anesthesie kan ontstaan door wijzigingen
EFFECTEN ANESTHETICA Fase 1: analgesie Fase 2: versterking van bepaalde reflexen als reactie op
pijnprikkels: gevaar van stikken, bewegen, etc. deze fase wordt geminimaliseerd in de modern anesthesie
Fase 3: anesthesie Fase 4: medullaire paresthesiën en dood Alle anesthetica geven bij hoge dosissen cardiale en
respiratoire depressie De gehalogeneerde induceren frequent aritmiën
EFFECTEN ANESTHETICA Praktijk: de anesthesist wil:
snel bewustzijnsverlies met i.v. INDUCTIEANESTHETICUM onderhouden met INHALATIE-ANESTHETICUM + pijnstilling
met narcotische analgetica Spierverslapping snelle recovery
Dus: combinatie van anesthetica + narcotische analgetica + neuromusculaire blokkers
FaRMACAKenmerken/Effect Neveneffecten
Halothaan - niet-irriterend thv respiratoir systeem, niet explosief
- hangover, risico op aritmiën- levertoxiciteit- maligne hyperthermie
Enfluraan - snellere inductie en recovery - minder legertop- verhoogd risico epilepsie-aanvallen- maligne hyperthermie
Isofluraan - gelijkaardig aan enfluraan, maar minder epilepsie
- irriterend thv resp systDesfluraan en sevofluraan = Eerstekeus
- gelijkaardig aan isofluraan, maar geen resp irritatie
- snelle inductie, recoveryN2O - Lage potentie, dus nooit alleen gebruiken
- snelle inductie, recovery- beduidende analgetische effecten
- risico beenmerg depressie en anemie (indien langer dan 6u)
Thiopental (barbituraat) - inductie-anestheticum- kleine therapeutisch-tox marge
- cardiovasc en resp depressie
Etomidaat - analoge werking thiopental, maar snellere metabloisatie inductie-anestheticum
- minder risico cardiovasc depressie, maar onwillekeurige bewegingen mogelijk
- adrenocorticale suppresiePropofol - inductie-anestheticum of onderhouds
- snelle recovery- ook interessant bij dagkliniek
- geen onwillekeurige bewegingen, geen adrenocort depressie
Ketamine - effect pas na 2-5min- dissociatief anestheticum
12- LOCALE ANESTHETICA 19
WERKINGSMECHANISME
Voltage-afhankelijke Na+ kanaalblokkade Bezitten een hydrofobe groep en een amine
thv actieve site: kationische vorm om door membranen te diffunderen: niet-geïoniseerde vorm: Betere membr permeabiliteit bij licht alkalische pH geïnflammeerd weefsel
(zuur) = moeilijker te nesteieren Use-dependency = graad van blokkage van Na+kanaal neemt toe met de frequentie van de actiepotentialen Eerst worden dunne, later large-diameter vezels onderdrukt eerst PIJNSENSATIE onderdrukt, nadien AANRAKINF, PROPRIOCEPTIE,
motorneuronen zijn relatief resistent Locale anesthetica vaak in combo met vasoconstrictor: lidocaïne + adrenaline
ONGEWENSTE EFFECTEN
Centrale effecten : agitatie, beven, angst, convulsies Cardiovasculaire effecten : VC, hypertensie, aritmiën, angor, bradycardie, hartstilstand bij overdosering of IV injectie Allergische reacties : frequenter met esters, vooral locaal, pseudo-allergische reacties op bewaarmiddelen Passage door placenta-barriere
13- GENEESMIDDELEN BIJ SPASTICITEIT
Spasticiteit = skeletspierhypertonie en complexe motorische stoornis tgv letsels in de hersenen of het ruggenmerg waardoor de normale inhibitoire controle is weggevallen (MS, ALS,...)
Spierrelaxantie : kunnen inwerken thv: reflexbogen de spier zelf
FARMACA : BENZODIAZEPINES (diazepam) BACLOFEN = GABA-B receptor antagonist: excitabiliteit BOTULINETOXINE = Botox paralyse van de spieren DANTROLEEN: inhibitie van de vrijstelling van Ca2+ uit het intracellulair sarcoplasmatisch reticulum RILUZOLE TIZANIDINE = een 2 receptor antagonist
14- NEUROMUSCULAIRE BLOKKERS
Niet-depolariserende spierverslappers : Prototype: CURARE relaxatie en paralyse van de spieren = competitieve nAChR antagonisten AchE gaan curariserend effect tegen! Indicaties: tetanus, anesthesie
Depolariserende spierverslappers: blijvende depolarisatie thv de eindplaat verlies van excitabiliteit = depolarisatieblok anesthesie bij korte ingrepen
Zie ook geneesmiddelen gebruikt bij spasticiteit