René van Hoek Ad van Berkel - vdt.orgvdt.org/wp-content/uploads/2016/03/Artis-Hemocontrol.pdf ·...
Transcript of René van Hoek Ad van Berkel - vdt.orgvdt.org/wp-content/uploads/2016/03/Artis-Hemocontrol.pdf ·...
1
© 2008, Gambro 1
Biofeedback Systeem HEMOCONTROL™
René van Hoek & Ad van Berkel
© 2008, Gambro 2
Bloedvolume Het totaal aan circulerend volume in de vaten
Gemiddeld zo�n 5-6 liter voor een volwassene
Het bestaat voor 45% uit cellen en voor 55% uit plasmawater
© 2008, Gambro 3
Bloedvolume meting
Arteriële lijn
zender ontvanger
Optisch apparaat dat bestaat uit een infrarood zender en een infrarood ontvanger.
Het werkingsprincipe is gebaseerd op de meting van de hemoglobineconcentratie in het bloed van de patient.
Het output signaal wordt behandeld door de BIOSLAVE software om de Hbg waarde te berekenen.
Infrarood licht
© 2008, Gambro 4
Bloedvolume meting
2
© 2008, Gambro 5
Bloedvolume meting
Arteriële lijn
zender ontvanger
Infrarood licht
© 2008, Gambro 6
Hemoscan cuvette
Geïntegreerd in de arteriële bloedlijn.
Vervaardigd van helder en onbuigzaam plastic, waardoor een nauwkeurige, niet-drukafhankelijke meting plaatsvindt.
Om de juiste plaatsing van de Hemoscan cuvette in de sensor te detecteren is er een lijnaanwezigheidssensor.
© 2008, Gambro 7
Calibratie hemoscan sensor Technische calibratie: Technische calibratie referentie spanning afgeregeld op 1.1 volt (zonder lijn) Dit gebeurt in het service menu bij onderhoud of vervanging van de sensor. Auto calibratie (behandeling): Als de machine wordt opgestart test de machine of deze waarde binnen
bepaalde grenzen ligt (zonder lijn). Wijkt deze waarde te veel af dan wordt Hemoscan afgekeurd.
Daarna wordt er een referentie meting gedaan met de lege lijn in de sensor. Dit om verschillen in de lijnen onderling uit te ijken.
Als de patient is aangesloten wordt de referentie meting gedaan voor deze patient. Dit is het 0% punt.
Deze meting is de startmeting van de behandeling en alle hierna volgende metingen zullen een afwijking voorstellen t.o.v. deze eerste meting.
De zogenoemde bloedvolumedaling als gevolg van ultrafiltratie.
© 2008, Gambro 8
Hemoscan sensor.
Mogelijke technische fout oorzaken : • Problemen in het gecalibreerde stuk in de lijnenset. • Patient HB waarde die dusdanig is dat de HgB meeting buiten het
gevalideerde sensor bereik valt. • Vervuiling van de sensor. • Stromingseffecten in de lijnenset die de licht absorbtie beïnvloeden (bijv
stollings factoren of infusie vloeistof of medicatie) • Het verwijderen van het gecalibeerde lijndeel uit de sensor. Dit zal altijd
resulteren in het uitschakelen van de sensor , omdat de waarde van de eerste meting niet meer gegarandeerd kan worden t.o.v. volgende meetingen. ( m.a.w. de eerste 0 meeting met bloed is vanaf dat moment ongeldig.)
• Het opstarten van de machine met bloed in de lijnen, de eerste meeting zonder bloed is niet mogelijk, waardoor niet gegarandeerd kan worden dat er een correcte meeting wordt gedaan.
Normale afwijkingen : • Refil-snelheid van de patient • Mate van onder of overvult zijn tijdens de start van de behandeling.
3
© 2008, Gambro 9
Aanvang periode Plasma refill Hoger risico hypotensie
Veranderingen in bloedvolume tijdens hemodialyse.
-30%
-20%
-10%
0% 0 30 60 90 120 150 180 210
Tijd (min)
BV (%)
RR UFR UFR
RR RR
UFR
© 2008, Gambro 10
Dialyse Complicaties
17% hoofdpijn
27% kramp
15% misselijkheid
41% hypotensie t.g.v. hypovolemie
1
© 2008, Gambro 11
Intradialytisch hypotensie management
UF uit Trendelenburg positie Infuus of isotoon zout Hypertone infusie
Kan resulteren in: Streefgewicht niet bereikt Natrium overload met als gevolg
een dorstgevoel en daardoor te veel drinken
Eerder afsluiten
NaCl
© 2008, Gambro 12
Verwijderen van obstakels
4
© 2008, Gambro 13
Sturen van het bloedvolume via een optimaal traject.
0
1
2
3
0 60 120 180 240
UF snelheid
Na+
Tijd (min)
-10%
-8%
-6%
-4%
-2%
0%
0 30 60 90 120 150 180 210
Δ B
V (%
)
Bovenste tolerantiegrens
Onderste tolerantiegrens
Doelvolume
Optimaal traject
Actueel volume
130
140
150
160
0 60 120 180 240
© 2008, Gambro 14
Het HEMOCONTROL Biofeedback Systeem functioneert als een automatische piloot om de klinische doelstellingen te bereiken.
Het informeert de verpleegkundige continue over de huidige situatie,
vergelijkt deze met de gestelde doelen en, indien nodig, past het de parameters aan.
HEMOCONTROL Biofeedback Systeem
Klinisch voorschrift
Dialyse Machine Patiënt Controller
Monitoring
UF BV Na
© 2008, Gambro 15
HEMOCONTROL op de Artis
Instellen verplichte parameters
• Bevestig verplichte parameters op het voorschriftscherm
• Dialysetijd
• UF-volume
© 2008, Gambro 16
Instellen Distributievolume volgens Watson
HEMOCONTROL op de Artis
5
© 2008, Gambro 17
HEMOCONTROL op de Artis Het HEMOCONTROL instellingen subscherm
Maar 5 in te stellen parameters
1 2
4
5
3
© 2008, Gambro 18
HEMOCONTROL op de Artis
1
Stap 1:Bepaal streefgewicht
Bepaal het streefgewicht en distributie volume (volgens richtlijnen kliniek)
© 2008, Gambro 19
HEMOCONTROL op de Artis
2
Stap 2: Bepaal Equivalent Na
Indien geen IDH geobserveerd in standaard HD: Equiv Na = Na level in standaard HD – 1 mmol/L Bij IDH in standaard HD: Equiv Na = Na level in standaard HD
© 2008, Gambro 20
HEMOCONTROL op de Artis
3
Stap 3: Bepaal Na Grenzen
Gemiddeld UF Volume (L)
Na Limieten
1 – 2 Smal
2 – 4 Standaard
> 4 Breed
6
© 2008, Gambro 21
HEMOCONTROL op de Artis
3
[Na]
Eind Na 140
t
Standaard
155
135
Na grenzen: Smal; - 5 +10 mmol/L Standaard; - 5 +15 mmol/L Breed; - 7 +18 mmol/L
© 2008, Gambro 22
HEMOCONTROL op de Artis
© 2008, Gambro 23
Natrium management in HEMOCONTROL
HemoControl maakt gebruik van de Natiumconcentratie in het dialysaat om de extracellulaire osmolaliteit te verhogen, met als doel het op gang brengen en in stand houden van de water verschuiving van het intracellulaire naar het extracellulaire compartiment (plasma refill). HemoControl berekend ook continu de hoeveelheid natrium die overgeheveld wordt "uit" of "naar" de patiënt tijdens de behandeling. Deze berekening is het resultaat van een wiskundige modellering van de natrium-overdracht.
Om het risico van een Natrium overbelasting te voorkomen, zorgt Hemocontrol ervoor dat de totale hoeveelheid overgedragen Natrium gelijk is als bij een behandeling met een constant dialysaat Natrium.
Deze bijzondere waarde heet "Equivalent Na"
© 2008, Gambro 24
144
Plasmaconductivity tijdens Hemocontrol
140
HEMOCONTROL op de Artis
7
© 2008, Gambro 25
Natrium en water controle
K. Moret et al. NDT 2006; 21:138-144.
N=10 440 treatments
Standard HD
Biofeedback HD
Pre-dialysis PC (mS/cm)
14.22 ± 0.20
14.22 ± 0.17
Post-dialysis PC (mS/cm)
14.11 ± 0.20 14.11 ± 0.10
Post-dialysis weight (Kg)
76.8 ± 14.2 76.1 ± 15.0
Preventie natrium overload
HEMOCONTROL op de Artis
© 2008, Gambro 26
HEMOCONTROL op de Artis
4
Stap 4: Bepaal BV / UF Volume
Start met bloedvolumemetingen en neem daaruit het gemiddelde BV/UF van 6 dialyses. Stabiliseer dit in verloop van tijd binnen de grenzen van -2%/L tot -4%/L
© 2008, Gambro 27
HEMOCONTROL op de Artis
Dialyse Datum Eind BV (%) UVF (Kg) BV/UF vol (%)
1 Jan 15 - 12.0 4.00 - 3.0
2 Jan 17 - 9.9 3.20 - 3.1
3 Jan 19 - 9.7 3.50 - 2.8
4 Jan 21 - 11.4 3.80 - 3.0
5 Jan 23 - 10.7 4.10 - 2.6
6 Jan 25 - 11.9 3.50 - 3.4
Berekende RATIO Bv/UF vol % - 3.0
© 2008, Gambro 28
HEMOCONTROL op de Artis
Dialysetijd
Max UF snelheid
Max begin UF
5
Gemiddelde UF snelheid
Stap 5: Bepaal Max UF-verhouding (gebaseerd op ervaring)
Max UF Coeff = 1 + (0,2 × gemiddelde totale UF in L)
gemeten over minimaal 6 dialyses
8
© 2008, Gambro 29
HEMOCONTROL op de Artis
© 2008, Gambro 30
HEMOCONTROL op de Artis Activeren van HEMOCONTROL
© 2008, Gambro 31
Instellen automatische bloeddrukmeting ( 30 minuten )
© 2008, Gambro 32
HEMOCONTROL op de Artis
HEMOCONTROL basisscherm
Hemocontrol actief
Hemocontrol controleert de UF-snelheid
Hemocontrol paneel
9
© 2008, Gambro 33
HEMOCONTROL op de Artis
Het HEMOCONTROL instellingen subscherm
Informatie voorspellingen: • Voorspelling BV (%)
Voorspelde waarde voor Einde BV
• Voorspelling UF vol (L) Voorspelde waarde voor UF-Volume
• Voorspelling Na (mmol/L) Voorspelde waarde voor Na equivalent-parameter
Stand-by toets • Stand-by van Hemocontrol voor 5 minuten;
modulaties van Na en UFR zijn gestopt.
© 2008, Gambro 34
HEMOCONTROL op de Artis Het HEMOCONTROL Tabblad Actuele UF
Verzamelgrafiek UF
• De blauwe lijnen tonen de bandbreedte voor het verzamelde UF. De limieten zijn ingesteld op +/-0.3 L van het ideale traject.
• De rode lijn toont het huidige verzamelde UF-volume.
© 2008, Gambro 35
HEMOCONTROL op de Artis Het HEMOCONTROL Tabblad BV%
Bloedvolumegrafiek
• Toegestane band voor BV% (blauwe lijnen). De grenzen zijn ingesteld op +3% en -3% t.o.v. de curve, getraceerd door het Hemocontrolsysteem in relatie tot de parameters die door de gebruiker zijn ingesteld.
• De rode lijn toont de actuele BV (%)
© 2008, Gambro 36
HEMOCONTROL op de Artis Het HEMOCONTROL Tabblad kruisgrafiek
10
© 2008, Gambro 37
HEMOCONTROL op de Artis Interpretatie van de kruisgrafiek
1.
3.
© 2008, Gambro 38
HEMOCONTROL op de Artis
Refill snelheid lager dan verwacht
Refill snelheid hoger dan verwacht
UF volume mogelijk niet bereikt
Onlogische tijdelijke status
Ver UF (L)
Ver. BV(%)
© 2008, Gambro 39
after HD
Stabiele intra- en interdialytische bloeddruk
hr
SBP (mmHg)
during HD
** **
versus p<0.05 *
*
14.00 22.00 06.00 14.00
C.M. Franssen et al. Hemodial Int 2005;.9(4):383-92
N = 12
Tijd = 9 weken
0 1 2 3 4 100 110 120 130 140 150 160 170
Standaard HD 9 weken HC
4 8 12 16 20 24 28
© 2008, Gambro 40
Bloedvolume reductie in relatie tot het distributievolume
Blo
ed V
olum
e
0 1 2 3 4 5 6 7 8
20 40 40 Distributie Volume -12% < ΔBV < -6%
UF 3 L
ΔBV% / UF = -3%/L
ΔBV% / UF = -4%/L
ΔBV% / UF = -2%/L
streefgewicht
11
© 2008, Gambro 41
Handleiding voor het instellen van het juiste streefgewicht bij Hemocontrol
Intradialytische hypotensie En/of andere symptomen van hypovolemie
(misselijkheid, braken, hoofdpijn)
Nee Ja
BV/UFvol
Minder negatief dan
-2%/L
Verlaag streefgewicht met 0.3 kg per week
totdat BV/UFvol tussen -2 and -4 %/L uitkomt.
Evaluatie andere factoren als oorzaak van
hypotensie
tussen -2 and -4 %/L
Geen indicatie om het streefgewicht te
veranderen
Evaluatie andere factoren als oorzaak van
hypotensie
Negatiever dan -4 %/L
Geen indicatie om het streefgewicht te
veranderen
Verhoog streefgewicht met 0.3 kg per week
totdat BV/UFvol uitkomt tussen -2 and -4 %/L en symptomen verdwijnen
© 2008, Gambro 42
Gebruik maken van het HELP- scherm
© 2008, Gambro 43
Gebruik maken van het HELP- scherm
© 2008, Gambro 44
Gebruik maken van het HELP- scherm
12
© 2008, Gambro 45
Gebruik maken van het HELP- scherm
© 2008, Gambro 46
Gebruik maken van het HELP- scherm
© 2008, Gambro 47
Gebruik maken van het HELP- scherm
48 © 2008, Gambro