van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een...

25
2018 / Editie 02 : samenwerken Onderwijslogistiek: meer dan alleen roosters maken / Midterm review: thermometer in de organisatie / Een goed gesprek: duaal leiderschap van Leeuwenborgh

Transcript of van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een...

Page 1: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

2018 / Editie 02: samenwerken

Onderwijslogistiek: meer dan alleen

roosters maken / Midterm review:

thermometer in de organisatie /

Een goed gesprek: duaal leiderschap

van Leeuwenborgh

Page 2: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

INhoud01Visie, inspiratie en ambitieJos Kusters en Ferno Schneiders over samenwerkenMidterm review: thermometer in de organisatieEen goed gesprek over duaal leiderschapWelkom bij het Techniekcollege

02Plannen en organiserenDe aantallenPesten is voor losersOnderwijslogistiek: meer dan alleen roosters makenDigitaal doorstroom dossier:een goede start in het mboBegroting: hoe verdeel je 64 miljoen?

03 Energie en passieDuurzame inzetbaarheid voor iedereenVan start-up naar vaste waardeKort nieuws

04Groeien en levenVerbouwen terwijl de winkel open isSamen sterk in de regio

Voor ROC Leeuwenborgh was 2017 een spannend jaar. Na vele voorbereidingen waren de teams aan zet om het strategisch meerjarenplan ‘Leeuwenborgh maakt het verschil’ concreet invulling te geven. Dat betekende vooral intensief samenwerken om te komen tot kwalitatief hoogwaardig en eigentijds onderwijs. Soms kostte dat wat moeite, op andere momenten leek het wel een goed georganiseerde bijenkorf. Het resultaat van al deze inspanningen? Dat leest u in dit publieksverslag.

46

8

1214

16182224

26

28

30323538

404244

Page 3: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Visie, inspiratie en ambitie

De visie en ambities van Leeuwenborgh zijn duidelijk. Hoe we hier invulling aan geven, bepalen we samen. Daarvoor is inspiratie uit de teams nodig. Die is er gelukkig volop! Het is goed om daar af en toe bij stil te staan. Om ideeën met elkaar uit te wisselen, te luisteren naar ervaringen en successen te delen. Dat geeft weer nieuwe inspiratie en energie; zo komen we steeds een stapje verder.

Page 4: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

visie, inspiratie, ambitie

Jos Kusters en Ferno Schneiders

Samen staan we sterker.Een enorm cliché, maar tegelijkertijd een waarheid als een koe. Daar zijn Jos Kusters en Ferno Schneiders van het College van Bestuur van ROC Leeuwenborgh zich heel bewust van. Samenwerken – intern én extern – is volgens hen noodzakelijk om hoogwaardig en relevant mbo-onderwijs te kunnen bieden. Nu en in de toekomst.

Samenwerken is een essentieel onderdeel van het strategisch meerjarenplan ‘Leeuwenborgh maakt het verschil’ (LMHV), dat in 2015 is geïntroduceerd. Dat werd vooral duidelijk in 2017, het jaar waarin de implementatie van het plan centraal stond. Onder de noemer ‘Teams aan zet’ gingen de onderwijskundige teams aan de slag om

hun eigen didactische uitwerking van Gepersonaliseerd Leren & Eigentijds Curriculum te ontwikkelen. CvB-voorzitter Jos Kusters: “Het is vanzelfsprekend dat ze dit met het team doen; elke opleiding is immers anders en heeft andere aandachtspunten. Dat zie je ook terug in het ontwikkelingsproces. Elk team heeft zijn eigen verhaal, tempo en worstelingen. Daardoor zijn ze niet allemaal even ver met de implementatie, maar dat is ook niet erg. Wat veel belangrijker is: we zien in alle teams een beweging voorwaarts en steeds meer passie, positiviteit en trots.”

Op koersDe midterm review – een tussentijdse evaluatie – laat zien dat Leeuwenborgh met LMHV op koers ligt en dat steeds meer teams vastberaden en zelfverzekerd zijn over hun aanpak. Het duaal leiderschap heeft daar zeker ook aan bijgedragen. Ferno Schneiders legt uit: “Elk team heeft sinds 2017 twee leidinggevenden: een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen het team, ieder met zijn eigen takenpakket. Deze nieuwe aanpak was voor iedereen even wennen. Hoe verdeel je de taken zonder in elkaars vaarwater terecht te komen, hoe ga je om met meningsverschillen en hoe haal je samen het beste uit je team? Dat zijn basale vragen waar je met elkaar uit moet komen. Daar is overleg en een open houding voor nodig. In de praktijk bleek dit niet altijd even makkelijk; in een enkel geval leidde het tot een vertrek. Bij de meeste teams is het echter goed gegaan en is de meerwaarde nu duidelijk zichtbaar.”

KruisbestuivingHet CvB ziet ook steeds meer samenwerking tussen verschillende teams en sectoren. “Dat laat zien dat de teams hun eigen zaken onder controle hebben”, aldus Jos Kusters. “Je moet het zien als een terrein met

volkstuintjes. Eerst zorgt iedereen ervoor dat zijn eigen stukje op orde is. Pas dan kunnen ze verder kijken, over het hek van de buren, om van elkaar te leren en inspiratie op te doen. Langzaamaan gaan we binnen Leeuwenborgh ook over elkaars ‘hekjes’ kijken. Ook wordt het bedrijfsleven meer en meer betrokken bij de onderwijsontwikkeling. Zo krijg je de kruisbestuiving die nodig is om tot eigentijds en vernieuwend onderwijs te komen. Dat onze aanpak succesvol is, blijkt niet alleen uit de midterm review, maar ook uit externe metingen. Het inspectierapport laat hogere scores zien. En in de Keuzegids mbo is Leeuwenborgh flink gestegen qua ranking. We hebben inmiddels zelfs vier TOP-opleidingen in huis. Gekoppeld aan een ijzersterk imago in de regio iets waarop we best trots mogen zijn.”

Inspelen op ontwikkelingenEven vanzelfsprekend als onmisbaar is de samenwerking met het bedrijfsleven. Ferno: “Als mbo-opleider zijn wij een belangrijke leverancier van arbeidskrachten voor bedrijven in de regio. Om goede medewerkers af te kunnen leveren, moeten we weten wat er speelt in de bedrijven. En daar adequaat op inspelen. Dankzij een aantal mooie samenwerkingsverbanden lukt dat heel aardig, al blijft het lastig om met je onderwijs één op één aan te sluiten op de arbeidsmarkt. De vraag is ook of dat wel moet: leid je op tot een werknemer met voldoende kennis en vaardigheden om meteen aan de slag te kunnen? Of heb je liever iemand die wat algemener is opgeleid, die daardoor makkelijk te vormen is naar de wensen van een bedrijf en op lange termijn breder inzetbaar is?”

Wendbaar en innovatiefMet de snelle technologische ontwikkelingen en grillige arbeidsmarkt is het moeilijk om te voorspellen wat er van werknemers over tien of vijftien jaar wordt verwacht.

Jos: “Zoals het er nu naar uitziet, hebben jongeren straks gemiddeld vijftien verschillende banen gedurende hun loopbaan. Dat betekent dat ze zich hun leven lang moeten blijven ontwikkelen, flexibel en leergierig moeten zijn. Ook daar moeten we met ons onderwijs op inspelen. Dat kunnen we alleen als we wendbaar en innovatief zijn en voldoende input krijgen van bedrijven. Liefst in een zo vroeg mogelijk stadium; dus niet dat wij pas een passende opleiding kunnen maken als een ontwikkeling al een succes is. Onze droom is dan ook dat wij nauw kunnen samenwerken met de Research & Development-afdelingen in bedrijven.”

Fusie met Arcus College?Om in de toekomst volwaardige opleidingen te kunnen bieden, is ook samenwerking met andere scholen noodzakelijk. Dat heeft niet alleen te maken met teruglopende studentenaantallen door ontgroening, maar ook met de noodzaak om wendbaar en innovatief te zijn. Het Techniekcollege, waarin Arcus College en Leeuwenborgh samen optrekken, geeft hier al concreet vorm aan. Ferno: “Het Techniekcollege loopt op zich goed, studenten en docenten zijn enthousiast. We kunnen zelfs al een doorlopende leerlijn van vmbo naar mbo bieden. Maar we lopen tegen allerlei praktische problemen aan en tegen beperkingen in de regelgeving. Een samenwerkingsschool als deze bestaat blijkbaar nog niet in Nederland, wat het nemen van beslissingen complex maakt. Dat is jammer, want het staat de ontwikkeling en innovatie in de weg.” “En de noodzaak om samen te werken blijft bestaan”, vult Jos aan. “Daarom werken we aan een voorstel voor een fusie tussen ROC Leeuwenborgh en Arcus College. Samen kunnen we efficiënter en effectiever werken aan een goede toekomst van het mbo-onderwijs in Zuid-Limburg. Samen kunnen we de wendbaarheid en innovatie bieden die de maatschappij van ons vraagt. Kortom, samen staan we sterker.”

Jos Kusters en Ferno Schneiders over samenwerken

6

“Samen gaan we een mooie toekomst tegemoet”

Page 5: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

visie, inspiratie, ambitie8

ThermometeR in de organisatie

Midterm review:

‘Leeuwenborgh maakt het verschil’, het strategisch meerjarenplan, loopt van 2015 tot en met 2019. Halverwege de looptijd, in 2017, was het

tijd om de thermometer in de organisatie te steken en te kijken hoe het gaat.

Waar staan we (de teams) in de realisatie van de doelen van LMHV? Wat kunnen we uit de eerste helft van de planperiode van elkaar leren om de tweede helft te versterken? En waar kunnen we bij elkaar inspiratie ophalen? Dat waren de belangrijkste vragen in de midterm review, ofwel de tussentijdse meting van de resultaten. Onderzoeksbureau Sardes ging bij de onderwijsteams langs voor interviews, analyse van rapportages en het bijwonen van teamvergaderingen. Op basis van de verzamelde informatie kon Sardes een aantal conclusies voor ROC Leeuwenborgh als geheel trekken, maar ook voor de afzonderlijke teams.

Op koersDe algemene conclusie? Er is een stevig begin gemaakt en alle teams, ook de ondersteunende diensten, zijn in beweging. Het ene team ontwikkelt zich sneller dan het andere en soms lopen dingen minder voortvarend dan gedacht, zoals de benoeming van de onderwijskundige leiders (OKL’ers). Al met al liggen we goed op koers en is er goede hoop dat de einddoelen in 2019 gehaald worden.

Bij vavo (Educatie) is het afgelopen jaar een pilot rondom gepersonaliseerd leren gestart. De pilot loopt bij de vakken economie en geschiedenis en omvat een andere inrichting van de uren.

Opleidingsmanager vavo/economiedocent John Kuijpers legt uit hoe het werkt:“In plaats van de reguliere lesuren bieden we verschillende lestypen: hoorcolleges waarin de theorie wordt uitgelegd en lesgroepen/werkcolleges waarin we klassikaal aan opdrachten werken. Daarnaast is er een vrijwillig vakwerkuur. De docent geeft dan extra uitleg. Drie keer per periode kunnen de studenten een toets afleggen over dezelfde stof. Alleen het hoogste punt telt. Tot slot geven we aan het einde van het jaar examentrainingen voor alle vakken, waar de studenten zelf voor kunnen intekenen.”

AandachtspuntenDe reacties en resultaten op deze aanpak zijn positief. Student Dirk van Cleef vertelt: “Ik ben heel blij met deze manier van werken. Maar sommige dingen kunnen beter. De vakwerkuren heb ik bijvoorbeeld liever wat eerder op de dag. Het is ook verleidelijk om niet te

leren voor de eerste toets in een periode, omdat je nog twee herkansingen hebt. De examentrainingen zijn juist weer heel fijn. Je kunt zo vaak gaan als je zelf wil. Die van economie woon ik bijna allemaal bij; naar Nederlands ga ik maar een of twee keer, om het een beetje bij te houden.”

Meer verantwoordelijkheid Deze aandachtspunten kwamen ook naar voren bij een enquête onder studenten. Op basis hiervan worden komend schooljaar wijzigingen doorgevoerd. John: “We gaan de schooldag anders inrichten. Twee blokken les, dan een coachingsuur en daarna weer twee blokken les. Daarbij zorgen we voor een betere verdeling en afstemming van hoor- en werkcolleges en vakwerkuren. We blijven werken met drie toetsen: twee kleine en één grotere, die allemaal meetellen. Tijdens het coachingsuur bespreek je met je mentor/coach welke hoor- en/of werkcolleges je de komende week bij wil wonen. Zo leggen we meer verantwoordelijkheid bij onze studenten, maar houden we ook in de gaten of ze op koers liggen voor het centrale eindexamen. Op die manier geven we structureel invulling aan gepersonaliseerd leren.”

Gepersonaliseerd leren bij vavo

Student Dirk van Cleef

Verdere verdiepingDe komende tijd ligt de focus op de verdere verdieping: nog beter helder krijgen wat gepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum betekenen in de praktijk. Een aandachtspunt is ook de verdere ontwikkeling van de OKL’ers. Tot slot is het belangrijk om bij elkaar in de keuken te kijken, om zo inspiratie en kennis op te doen. Want goede voorbeelden, die zijn er genoeg! Op de volgende pagina’s vind je er alvast drie.

Page 6: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

visie, inspiratie, ambitie10

Het onderzoekend vermogen van de onder­wijsteams vergroten om zo tot doortimmerde onderwijsverbetering/vernieuwing te komen. Dat is het idee achter het practoraat Geperso­naliseerd Leren, dat ROC Leeuwenborgh in november 2016 heeft ingesteld.

Practoraten zijn te vergelijken met de lectoraten op hbo-instellingen: praktijkgerichte onderzoeken op wetenschappelijke basis om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Binnen Leeuwenborgh houden de onderwijskundige leiders zich hiermee bezig. Onderzoek doen is echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Jeannie van Hintem, OKL’er bij VolwassenenEducatie: “Onderwijsvernieuwing doen we vaak op onderbuikgevoel. Je probeert iets uit; soms werkt het en soms niet. Dat is eigenlijk niet zoals het hoort. Een wetenschappelijke aanpak – met literatuuronderzoek, onderzoek en goede analyse van de resultaten – helpt om systematisch en gestructureerd aan de slag te gaan met onderwijsideeën.”

Practoraten: OKL’ers aan de slag

met onderwijsvernieuwing

“We hebben vaak grootse ideeën over onderwijs­vernieuwing.”

“Je leert in allerlei situaties en omgevingen en dat kleurt je eigen leerroute.”

ScholingstrajectVier onderzoekers van het lectoraat Professionalisering van het Onderwijs van Zuyd Hogeschool verzorgen een scholingstraject. Daarin leren de OKL’ers hoe ze onderzoek kunnen inzetten bij onderwijsvernieuwing. Onderzoeker en trainer Frits Simon: “We gaan plenair of in kleine groepjes aan de slag om te leren hoe je onderzoek kunt doen in combinatie met onderwijs. Voor sommige OKL’ers is dit nieuw, voor anderen is het vooral opfrissen van bestaande kennis. Bijkomend voordeel is dat de aanwezigen kennis en ideeën kunnen delen en elkaar inspireren. Daarnaast ondersteunen we de OKL’ers bij hun onderzoeken naar onderwijsvernieuwing. Dit gebeurt grotendeels op individuele basis, in de vorm van coaching.”

Relevante en passende ideeënJeannie is blij met de ondersteuning: “We hebben vaak grootse ideeën over onderwijsvernieuwing. Dankzij de begeleiding heb ik geleerd om het klein te houden: een idee te bedenken dat relevant is voor je onderwijs en bij je team past. Alleen dan lukt het om het team erbij te betrekken. Zelf heb ik samen met mijn team de methodiek ‘maatwerkhoeken’ samengesteld op basis van literatuuronderzoek. Nu proberen we de methodiek in de praktijk uit, maar onderzoeken dit wel op een wetenschappelijke manier. Dus met een pilotgroep en een referentiegroep, met observaties, diepte-interviews, analyse van verzuimcijfers en leerresultaten, etc. Daardoor kunnen we straks echt goed zien of de methodiek werkt en waar bijsturing nodig is. En door steeds te blijven onderzoeken en analyseren, werken we in een continue cyclus aan verbetering van ons onderwijs.”

De driejarige opleiding Afdelingsmanager handel niveau 4 biedt een uitdagend programma voor studenten die meer kunnen en willen. Arjo van Santen coördineert deze topklasopleiding van het team Handel. “Door een slimme programmering hebben we ruimte geschapen om studenten extra’s te bieden,” vertelt Arjo. “Zo kunnen zij kiezen uit zes echte praktijkprojecten, die ze binnen een van de filialen van het leerbedrijf Jan Linders uitvoeren. De student adviseert de bedrijfsleiding dan over de oplossing van een concreet probleem. Daar leert de student heel veel van, maar het bedrijf en de school ook.”Hechte samenwerking tussen bedrijf en school is daarbij een voorwaarde. Die samenwerking is er ook met Zuyd Hogeschool; in het derde leerjaar volgen de studenten drie maanden lang colleges bij Zuyd. De resultaten die ze daar behalen, kunnen ze meenemen als ze doorstromen naar het hbo. “We dagen onze studenten uit om hun talenten verder te ontwikkelen en die ook te laten zien bij het bedrijf en bij de hogeschool. Ik ben daar erg trots op.”

Eigen keuzes makenValt er nu veel te kiezen tijdens de opleiding? Quentin Pfeiffer, derdejaars student in de topklas: “De structuur van de opleiding ligt vast, maar daarbinnen zijn er veel mogelijkheden om eigen keuzes te maken. Belangrijk is dat je wel moet weten wat je wil, wat je plan is. Een goede begeleiding door je mentor is daarbij echt noodzakelijk. En je moet de ruimte en het vertrouwen krijgen van je stagebedrijf. Je leert in allerlei situaties en omgevingen en dat kleurt je eigen leerroute. Ik heb binnen mijn stages zelfs andere stagiaires begeleid. Dat was even wennen, maar ik heb er wel enorm veel van geleerd.”

Topklas Handel:

gepersonaliseerd, eigentijds en

samen met bedrijf en hbo

Student Quentin Pfeiffer

Jeannie van Hintem en Frits Simon

Page 7: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Een goed gesprek over

Duaal leiderschap: een opleidingsmanager en een onderwijskundig leider die samen aan het roer van een onderwijsteam staan. Ruim een jaar geleden gingen de duale leiders aan de slag. Hoe is het gegaan het afgelopen jaar?

visie, inspiratie, ambitie12

duaal leiderschap

Manon Huysmans is onderwijskundig leider van het team Financiële, administratieve en secretariële beroepen (sector Economie). Zij gaat in gesprek met Gino Cramer, opleidingsmanager van het team Commercieel (eveneens sector Economie).

Manon: “Hoe heb jij de overstap naar duaal leiderschap ervaren?”Gino: “Heel goed. Ik ben zelf al een aantal jaren opleidingsmanager en vorm nu samen met OKL’er Egied Cratsborn het duale team. Hij komt uit onze eigen gelederen, dus we wisten wat we aan elkaar hadden. Toch was het even zoeken naar de nieuwe taakverdeling, je geeft toch een deel van je taken uit handen. Egied moest vooral wennen aan zijn nieuwe positie ten opzichte van het onderwijsteam. Maar eigenlijk voelde het meteen goed en vertrouwd.”

Gino: “Hoe is het bij jullie gegaan?”Manon: “Iets minder soepel. Opleidingsmanager Bert Coumans startte later dan ik. We kenden elkaar nog niet, Bert komt van buiten de organisatie. Maar gelukkig klikte het snel. We hebben drie subteams, verdeeld over Sittard en Maastricht. We hebben met zijn allen een wenperiode nodig gehad. De ene keer ging dat makkelijker dan de

andere keer. Nu we de eerste succesjes hebben behaald en met elkaar gedeeld, zijn we in een nieuwe fase beland.

Manon: “Hebben jullie al stappen kunnen maken in het onderwijs?”Gino: “Het aanstellen van de onderwijskundig leider kwam voor ons als geroepen, we waren er echt klaar voor. We hebben meteen een aantal vergaande beslissingen genomen. Zo hebben we besloten om te gaan werken met digitale onderwijsdragers. Dat betekende dat we alle boeken en readers kritisch hebben bekeken en lesmateriaal hebben gedigitaliseerd en in veel gevallen opnieuw hebben gemaakt. Een enorme inspanning voor de docenten, die dat helemaal zelf hebben gedaan. Ook werken we nu met weektaken rondom een thema. In de ochtend krijgen de studenten een aantal theorielessen, daarna gaan ze werken aan vakoverstijgende projecten binnen dat thema. De docent heeft dan meer de rol van coach. Volgend jaar gaan we een stapje verder, met nog meer gepersonaliseerd leren.”

Gino: “Jullie werken ook met vakoverstijgende en praktijkgerichte opdrachten, toch? Hoe doen jullie dat precies?”

Manon: “We draaien momenteel bij de secretariële beroepen een pilot ‘challenge based learning’. Op basis van de werelddoelen – de ‘united world goals’ – bepalen we uitdagingen, waar studenten mee aan de slag gaan. Een voorbeeld is ‘bestrijd armoede’, met als opdracht: organiseer een voedselbank op school. De studenten solliciteren naar een bepaalde rol, bijvoorbeeld de voorzitter, innovator, social worker en kwaliteitsmedewerker onderwijs. Vanuit die rol werken ze aan de challenge. Ze geven zelf hun doelen voor de komende week aan, bijvoorbeeld ‘hoe moet ik een wervende uitnodiging/flyer maken’. Ook bij deze onderwijsmethode zijn de docenten vooral coaches, die het proces bewaken en waar nodig bijsturen. En die bovendien zelf ook nog lerende zijn.”

Gino: “Ik zie dat je er enthousiast over bent. Mag ik concluderen dat je je draai als OKL’er wel gevonden hebt?”Manon: “Zeker weten! Al merk ik wel dat ik soms iets te enthousiast ben en aan de rem moet trekken. Het moet echt vanuit de teams komen. Ik heb moeten leren dat het niet werkt als het alleen vanuit mijzelf komt. Het is mijn taak om de teams positief te prikkelen en te inspireren;

dan komen de goede ideeën vanzelf. Gelukkig kan ik goed sparren met mijn duale collega Bert. We hebben veel steun aan elkaar. De ondersteuning vanuit Leeuwenborgh, zoals intervisie, coaching en training, is ook fijn. Daardoor kan ik groeien in mijn rol. En door elke maand met alle OKL’ers en OM’ers in gesprek te gaan, volharden we ook in de vastgestelde koers. Dat maakt dat we daadwerkelijk kunnen veranderen als organisatie.”

Manon: “En jij, ben je tevreden over het duale leiderschap of zie je nog verbeterpunten?”Gino: “Ik ben tevreden. Misschien wel doordat we er, binnen de door Leeuwenborgh gestelde kaders, zelf invulling aan mogen geven. Daardoor zoek je samen naar een modus die bij je past. Het is ook goed dat er iemand is die de tijd heeft om met innovatie in het onderwijs bezig te zijn. Het is goed dat de OKL’er boven het team staat. Dat geeft meer autoriteit en zorgt voor meer focus, omdat hij of zij niet wordt geleid door de waan van de dag. Natuurlijk kan het altijd beter en moeten we sommige zaken nog finetunen. Maar eerlijk gezegd had ik anderhalf jaar geleden niet verwacht dat we zoveel zouden bereiken in zo’n korte tijd. Daar ben ik best trots op.”

Wat is goed duaal leiderschap en hoe krijgt dit vorm binnen Leeuwenborgh? Rob van Velthoven, sectordirecteur CUvV: Cios, Uiterlijke verzorging, Veiligheid en Vakmanschap (VEVA) bij Leeuwenborgh in Sittard, onderzocht het voor zijn masteropleiding.

“Duaal leiderschap is een vorm van gedeeld leiderschap waarbij twee leidinggevenden werken met gedeelde taken en gedeeld gezag”, aldus Rob.“Bij Leeuwenborgh zijn dit een opleidingsmanager en onderwijskundig leider, die samen met het docententeam invulling geven aan het strategisch beleidsplan. De vraag is echter ‘wat zijn de kenmerken van goed duaal leiderschap?’ Voor mijn onderzoek heb ik die vraag gesteld aan de duale leiders bij Leeuwenborgh. Zij kwamen tot de volgende kenmerken:

Onderzoek: goed duaal leiderschap,

wat is dat eigenlijk?

• een heldere taakverdeling;• verbinding, zowel onderling als naar het team;• gedeelde verantwoordelijkheid,

zowel bedrijfsmatig als onderwijsinhoudelijk;• vertrouwen zowel onderling als naar het team,

communicatie is belangrijk;• continu consensus hebben met elkaar;• gedeelde visie hebben en uitdragen;• complementair in gedrag zijn;• vertrouwen naar elkaar hebben;• transparant zijn naar elkaar;• de duale leiders moeten elkaars gelijke in

lijn zijn, maar ieder neemt een eigen positie in.

Daarnaast heb ik gevraagd wat duale leiders zien als inspirerend onderwijsleiderschap. Ook dat leverde een hele lijst op. Op basis van de uitkomsten heb ik een instrument ontwikkeld, dat de duo’s kan helpen om hun inspirerende en duale leiderschapskwaliteiten verder te ontwikkelen. Ik hoop dat Leeuwenborgh hier straks ook echt mee aan de slag gaat!”

Gino Cramer en Manon Huysmans

Page 8: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Welkom bij het Techniekcollege Hoe zorg je ervoor dat twee ROC’s nauw samenwerken in één opleidingsschool? Wat komt daar allemaal bij kijken? En wat levert het uiteindelijk op? We vroegen het Ferdinand van Kampen, directeur van Techniekcollege Zuid-Limburg, en Maartje van der Beek, onderwijsmanager van de afdeling Gebouwde omgeving.

14 visie, inspiratie, ambitie

Na enkele jaren van voorbereiding ging in augustus 2017 het Techniekcollege Zuid-Limburg van start. Dit unieke samenwerkingsverband van Arcus College en ROC Leeuwenborgh moet ervoor zorgen dat het techniekonderwijs voor Zuid-Limburg behouden blijft én dat het voorziet in de toenemende vraag naar goed opgeleid technisch personeel. “We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een veranderd tijdperk”, legt Ferdinand van Kampen uit. “De vergrijzing, de digitale ontwikkelingen en de groeiende economie zorgen nu al voor een enorm tekort aan goed technische geschoold personeel. Als onderwijsinstellingen hebben wij de maatschappelijke taak om hierin te voorzien. Afzonderlijk van elkaar is dat lastig, omdat sommige richtingen klein zijn. Samenwerking is noodzakelijk om de schaalgrootte te kunnen bereiken die nodig is voor kwalitatief goed en financieel gezond onderwijs.”

Verschillende locatiesDie samenwerking kreeg vorm in Techniekcollege Zuid-Limburg. Daarin zijn van beide ROC’s alle techniekopleidingen samengevoegd, verdeeld over de verschillende locaties van de twee scholen. Het is de bedoeling dat elke locatie zijn eigen ‘specialiteit’ krijgt. Maastricht en Beek richten zich bijvoorbeeld op de gebouwde omgeving, Heerlen op automotive en maakindustrie en Sittard op de procesmatige industrie. Daarnaast zijn er nog de kleine locaties in Beek voor

vliegtuigonderhoud en in Sittard voor media & sign. Dat betekent dat zowel docenten als studenten in een aantal gevallen moeten verkassen naar een andere locatie.

Behoorlijk wennenDe bouwopleidingen van Arcus zijn al in het schooljaar 2016-2017 naar Maastricht gekomen. Maartje van der Beek vertelt hoe dat ging: “Het onderwijs kon gewoon van start gaan, maar het was wel behoorlijk wennen. Er was bijvoorbeeld gekozen voor het studentvolgsysteem van Arcus. De docenten van Leeuwenborgh moesten zich dat dus eerst eigen maken. Daarnaast waren er praktische opstartproblemen. Denk aan studenten die niet konden inloggen op het Leeuwenborgh-netwerk en docenten die op twee verschillende pc’s absentielijsten moesten bijhouden; sommige studenten hoorden immers bij Arcus en andere bij Leeuwenborgh. De ondersteunende afdelingen wisten vaak ook niet hoe ze deze zaken moesten oplossen. Gelukkig was iedereen wel heel behulpzaam en hebben we met noodverbanden veel kunnen oplossen.”

Enthousiasme bij docentenKortom, de beginperiode was heel intensief en heeft veel van de medewerkers gevraagd. Maartje: “Het was pittig, maar tegelijkertijd kregen we veel steun en keken de Colleges van Bestuur geïnteresseerd mee. We kregen én krijgen ook alle ruimte om ons onderwijs in

te richten. Inmiddels zijn de kinderziektes verholpen en draait de afdeling prima. Dat is ook te danken aan het aanpassingsvermogen en enthousiasme van de docenten. Natuurlijk zijn er cultuurverschillen, maar die staan de samenwerking zeker niet in de weg. Integendeel, de docenten hebben elkaar goed opgevangen en zich heel collegiaal opgesteld. Dankzij deze positieve instelling hebben we samen ook goede keuzes kunnen maken over de inhoud van het programma.”

Nog meer praktijkIn dat programma – en dat geldt voor alle opleidingen binnen het Techniekcollege – speelt de praktijk een steeds belangrijkere rol. Ferdinand licht toe: “De toekomst is steeds veranderlijker. Daarom is het belangrijk om niet alleen aandacht te hebben voor kennis en vaardigheden, maar ook voor werkhouding en flexibiliteit. Dat doen we door het onderwijs modulair op te bouwen. We leren de basisprincipes van techniek aan en laten vervolgens in de praktijk zien waar ze voor bedoeld zijn en op welke verschillende manieren je ze kunt toepassen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de geïntegreerde groeps-opdrachten bij de bouwopleidingen. Daar gaan de studenten op een projectmatige manier aan de slag met een bouwopdracht. Sommigen maken een bestektekening, anderen de planning of begroting. Dat zorgt ervoor dat de studenten bij bedrijven sneller aan de slag kunnen, omdat ze weten wat er komt kijken bij een bouwproject. Dit soort opdrachten zijn ook goed toe te passen bij bedrijfsopleidingen in het kader van ‘een leven lang leren’.”

Eén identiteit, één visieDeze manier van denken en leren moet straks in alle geledingen van het Techniekcollege aanwezig zijn. Dat gaat verder dan alleen het aanpassen van leerprogramma’s, het vraagt ook om een veranderende mindset bij medewerkers.“De komende tijd gaan we daarmee aan de slag. Het is zaak om te werken aan één eigen identiteit voor het Techniekcollege met één gezamenlijke visie. Gelukkig merk ik dat medewerkers open staan voor verandering, dus dat gaat zeker lukken.”

Bianca Haartmans, Mirthe Pleuger en Floris Kokshoorn volgen de opleiding middenkader functionaris bouw en infra niveau 4. Hoe kijken zij tegen het Techniekcollege aan en wat merken zij van de veranderingen? Floris zit in het derde leerjaar en komt van Arcus College. “Toen ik me inschreef, kreeg ik te horen dat ik de opleiding in Maastricht kon gaan volgen, omdat in Heerlen te weinig studenten waren. Dat betekende voor mij wat meer reistijd, maar dat vond ik niet erg. Het bevalt prima in Maastricht, de opleiding is heel praktijkgericht.”

Dat vindt ook tweedejaars studente Bianca. “Je krijgt echt inzicht in de bouwwereld. Of de kwaliteit veranderd is ten opzichte van vroeger, weet ik eigenlijk niet. Wel hebben we sinds dit schooljaar nieuwe e-mailadressen en staat het lesrooster op een andere plek. Maar verder is het gewoon een hele fijne opleiding.”

Mirthe vult aan: “Het onderwijs is goed en interessant. En ik vind het goed dat ze gekozen hebben voor een nieuwe naam ‘Techniekcollege’ en niet onder hun eigen namen Arcus en Leeuwenborgh samenwerken. Het maakt meteen duidelijk wat je er kunt doen, maar vooral: het laat zien dat ze er samen voor gaan. De scholen zijn geen concurrenten meer, maar trekken samen op om goede medewerkers voor bedrijven af te leveren. Dat is goed voor ons, maar ook voor de bedrijven.”

Studenten

over het

Techniekcollege

Page 9: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Plannen enorganiseren

Wie vooruit wil, moet goed plannen en organiseren. Duidelijke doelen bepalen en deze stap voor stap tot uitvoer brengen. Soms is het nodig een kleine omweg of hobbel te nemen. Of een afkorting, als dat een goed resultaat oplevert. Hoe de weg ook verloopt; zolang je het einddoel duidelijk voor ogen houdt, zit je op het juiste pad.

Page 10: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Aantal studenten ROC Leeuwenborgh op 1 oktober 2017 (bekostigbaar)

In de tabel op de volgende bladzijde is te zien, dat de studentenaantallen bij ROC Leeuwenborgh weer iets gestegen zijn. Deze stijging komt op het conto van de sectoren Zorg & Welzijn en Educatie. De andere drie sectoren zijn gedaald in hun studentenaantallen. Daarnaast is dit jaar een daling in het aantal BOL- studenten te zien in alle sectoren met uitzondering van de niveau-1-opleidingen bij Educatie. Hier staat een

stijging in de BBL-trajecten tegenover, naar alle waar-schijnlijkheid een gevolg van de verder aantrekkende economie. Het feit dat we in totaliteit niet gedaald zijn in het aantal studenten – terwijl dat op grond van demografische ontwikkelingen wel verwacht werd -sterkt ons in de overtuiging, dat we met ons onder-wijs op de goede weg zijn: we bieden kwaliteit en dit wordt ook herkend en erkend.

Sector

TechniekEconomie (incl. handel en toerisme)Cios, Uiterlijke verzorging en VeiligheidZorg en Welzijn (incl. haarverzorging)Educatie * (Entree-opleiding)

bol

1.0031.9081.3571.385

156

5.809

bbl

252250

13464

17

996

totaal

1.2552.1581.3701.849

173

6.805

Studenten­ aantallen

Beroepsopleidende leerweg

TechniekEconomie (v.a. 16-17 incl. handel en toerisme)Cios, Uiterlijke verzorging en VeiligheidZorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)Educatie (Entree-opleiding)Totaal beroepsopleidende leerweg

Beroepsbegeleidende leerweg

TechniekEconomie (v.a. 16-17 incl. handel en toerisme)Cios, Uiterlijke verzorging en VeiligheidZorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)Educatie (Entree-opleiding)Totaal beroepsbegeleidende leerweg

Totaaloverzicht

TechniekEconomie (v .a. 16-17 incl. handel en toerisme)Cios, Uiterlijke verzorging en VeiligheidZorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)Educatie (Entree-opleiding)Totaal bol en bbl

2015­2016

1.0731.3962.1101.202

1185.899

25893

110231

1693

1.3311.4892.2201.433

1196.592

2016­2017

1.0511.939 (1.399)1.453 (2.158)1.408 (1.243)

1335.984

243241 (139)

27 (134)303 (298)

5819

1.2942.180 (1.538)1.480 (2.292)1.711 (1.541)

1386.803

2017­2018

1.0031.908 (1.436)1.357 (2.002)1.385 (1.212)

1565.809

252250 (148)

13 (120)464 (459)

17996

1.2552.158 (1.584)1.370 (2.123)1.849 (1.671)

1736.805

Ontwikkeling studentenaantallen2015­2018

plannen, organiseren18

*Sector EducatieBehalve de beroepsopleidingen verzorgt Leeuwenborgh in de sector Educatie - naast de Entreeopleiding - ook VolwassenenEducatie (VE) en Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs (vavo). De ontwikkeling van de studentenaantallen in deze opleidingen is als volgt:

Studenten vavo­opleidingen 2017 – 2018 via overheid, particulier en ‘Rutte­regeling’

Opleiding vmbo tL havo 5 vwo 6 voortraject eindtotaalOverheid 35 122 64 31 252Particulier 2 7 1 7 17Rutte–regeling (uitbesteding vo) 28 94 73 29 24Eindtotaal 65 223 138 67 493

Trajecten ‘productovereenkomsten’ en ‘inburgering’ 2014­2017 VolwassenenEducatie

Productovereenkomsten Inburgering2014 1922 trajecten (643 studenten) 244 studenten2015 1879 trajecten (643 studenten) 474 studenten2016 1603 trajecten (274 studenten) 639 studenten2017 1385 trajecten (464 studenten) 655 studenten

Page 11: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Leeuwenborgh 2018 BENCHMARK 2018 2015 2013

BEVLOGENHEID 7,5 7,4 7,6 7,3BETROKKENHEID 7,8 7,4 7,6 6,9TEVREDENHEID 7,6 7,3 7,5 7,0WERKGEVERSCHAP 7,1 6,8 ­ ­

Resultatenmedewerkers­ onderzoek 2018

TrotspuntenTEAM• Collega’s

• De student centraal

• Samenwerking

Verbeterpunten TEAM• ICT- voorzieningen en faciliteiten• Werkdruk• Communicatie

plannen, organiseren

Zuid-Limburg is een krimpregio. De bevolkings-aanwas daalt gestaag. Deze conclusie trokken we eerder op basis van de in 2015 door EB-management geactualiseerde gegevens. Inmiddels zijn er actuelere gegevens voorhanden vanuit de “Open onderwijsdata” van DUO. Daaruit is af te leiden, dat de – onverwachte – stijging van de studentenaantallen in 2016 en in mindere mate in 2017 ook een demografische component kent als verklaring. Uiteraard is de ontwikkeling van de bevolking niet de enige factor waarmee we rekening moeten houden. Zo bleek in de voorbije jaren de conjunctuurgevoeligheid in de onverwacht sterke daling van het aantal BBL-ers. Nu zien we diezelfde conjunctuurgevoeligheid terug in de toename van het aantal BBL-ers. Ook de wispelturigheid in de keuze voor havo of mbo door vmbo’ers speelt een rol en maakt nauwkeurige

voorspellingen moeilijk. Na de daling in de voorbije jaren zien we in 2016 onverwacht een stijging, waarvan onderzocht is, waarvan onderzocht is waar deze door veroorzaakt wordt. De redenen lijken divers: de stimulering van een opleidingsrichting, de goede naam van een opleiding, de bereikbaarheid, een interventie door de politiek, economische omstandigheden. De conclusie is dat de bevolkingsontwikkeling wel een trend naar de toekomst kan aangeven, maar dat er vele redenen kunnen zijn waardoor het toch anders gaat. Omdat de demografische gegevens een duidelijke waarde in de prognoses lijken te hebben, wordt in deze toekomstparagraaf daar met name vanuit gegaan. Wanneer we de ons bekende ontwikkelingen vertalen naar concreet verwachte aantallen bekostigde studenten in het beroepsonderwijs, levert dat onderstaande aantallen op:

In de tabel is te zien, dat – in tegenstelling tot de verwachting van 2% daling per jaar – de studenten-aantallen, na de onverwachte stijging in 2016 na genoeg gelijk blijven in 2017. De verwachting is, dat de ingezette daling in de BOL-opleidingen zal doorgaan, terwijl – als de economie niet stagneert – de stijging in de BBL-opleidingen ook een vervolg zal krijgen. Per saldo verwachten we dat de aantallen in 2018 nog gelijk blijven, maar dat ze met ingang van 2019 ook in totaliteit zullen dalen met ongeveer 1,5%. De meerjarenbegroting is op deze ontwikkeling van

studentenaantallen gebaseerd. Bij de doorvertaling van de daling met 1,5% naar de studentenaantallen van 2019 en 2020 is geen differentiatie tussen sec-toren toegepast. De inspanningen in de voorbije jaren om de kwaliteit en het rendement van de opleidingen omhoog te brengen, lijken hun vruchten afwerpen. Leeuwenborgh heeft een goede naam in de regio. Ook het verder aantrekken van de economie en de hervorming van de studiefinanciering zijn mogelijke oorzaken voor het pas enige jaren later dan verwacht inzetten van de daling van de studentenaantallen.

Ontwikkeling studentenaantallentoekomst

Sector

TechniekEconomieCUVVZorg en WelzijnEducatie (Entree-opleiding)Totaal

BOL BBL totaal

1.051 243 1.294 1.939 241 2.180 1.453 27 1.480 1.408 303 1.711 133 5 138

5.984 819 6.803

BOL BBL totaal

1.003 252 1.255 1.908 250 2.158 1.357 13 1.370 1.385 464 1.849 156 17 173

5.809 996 6.805

BOL BBL totaal

1.003 252 1.255 1.908 250 2.158 1.357 13 1.370 1.385 464 1.849 156 17 173

5.809 996 6.805

BOL BBL totaal

988 284 1.236 1.879 246 2.126 1.337 13 1.349 1.364 457 1.821 154 17 170

5.722 981 6.703

BOL BBL totaal

973 244 1.218 1.851 243 2.0941.317 13 1.329 1.344 450 1.794 151 16 168

5.636 966 6.602

2016 2017 2018 2019 2020

plannen, organiseren20

Page 12: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Tijdens de Week tegen het Pesten, aan het begin van het schooljaar, was de aftrap van de anti-pestcampagne van Leeuwenborgh. Op alle locaties werden posters opgehangen en flyers verspreid met de boodschap ‘Pesten is voor losers’. Ofwel, het is niet stoer om te pesten; je bent juist een held als je in actie komt tegen pesten. Bijvoorbeeld door uit een chatgroep te stappen, waarin online wordt gepest. De vertrouwenspersonen zijn daarnaast langs alle klassen gegaan om te praten over pesten en wat studenten – zowel slachtoffers als omstanders – kunnen doen bij een pestsituatie. De reacties op de campagne waren overwegend positief. Het is dan ook de bedoeling om vanaf nu elk schooljaar te starten met een anti-pestcampagne.

Anti­pest campagne Leeuwenborgh‘Pesten is voor losers’ is de titel van de anti-pestcampagne die

in september 2017 van start is gegaan bij ROC Leeuwenborgh. Vertrouwenspersoon Kitty Castelijn legt uit wat de campagne inhoudt, waarom deze nodig is en wat de rol van de vertrouwenspersoon is.

Pesten is voor

losers

plannen, organiseren22

#%?!*

“Pesten is helaas van alle tijden en ook van alle leef-tijden”, begint Kitty haar verhaal. “Het is dus zeker niet zo dat er alleen op basisscholen of middelbare scholen wordt gepest. Ook bij ROC’s en zelfs op hbo’s en uni-versiteiten komt het voor. Dat wil niet zeggen dat je er niets tegen kunt doen. Waarschijnlijk lukt het nooit om pesten voor honderd procent uit te bannen. Zeker niet bij (online) pesten, dat na school gewoon doorgaat. Het is dan ook belangrijk dat we allemaal leren omgaan met de nieuwe multimedia. Maar ook dat we leren omgaan met verschillen en diversiteiten. Pesten is beslist niet stoer en levert alleen slachtoffers, ook voor de pester. Daarom moeten we proberen pesten zoveel mogelijk te voor-komen en ontstane pestsituaties in de kiem te smoren. Dat is ook wat we met de anti-pestcampagne willen bereiken. Daarnaast is er in het vak Burgerschap, maar ook tijdens mentorgesprekken uitgebreid aandacht aan pesten via sociale media.”

Respectvol met elkaar omgaanDe onderliggende boodschap in de anti-pestcampagne is dat we bij Leeuwenborgh respectvol met elkaar omgaan. Dat is ook het uitgangspunt van het Servicedocument Pesten, waar op dit moment aan gewerkt wordt. Kitty: “Als je elkaar respecteert, zal er ook minder snel worden gepest. Respect geef je, het heeft veel kanten en is een behoefte. Je kunt het niet eisen. Zo is ook respect voor autoriteit niet vanzelfsprekend. Daarom vinden we het be-langrijk om in het begin van het schooljaar te investeren

in het groepsvormingsproces: hoe beter studenten elkaar kennen binnen een klas, hoe groter de kans dat het echt een groep wordt waarin studenten elkaar respecteren.”

Cruciale rol voor mentorenDe rol van docenten, en dan vooral mentoren, is cruciaal als het gaat om pesten. Kitty: “Zij maken de groeps-dynamiek van dichtbij mee en kunnen pestgedrag snel signaleren. Om hen te ondersteunen, organiseren we via de Leeuwenborgh academie en het Onderwijscafé men-tortrainingen over respectvol met elkaar omgaan en hoe je met een klas in gesprek gaat als de onderlinge relatie niet goed is. Daarnaast hebben we de docenten betrokken in de anti-pestcampagne; ook zij kregen een flyer met signalen van (online) pesten of een verhoogde kans daar-op en tips over wat zij kunnen doen als er gepest wordt. Dankzij dit soort acties zien we dat docenten eerder in actie komen tegen pesten. Bijvoorbeeld door ons als vertrouwenspersonen eerder inschakelen. Er is steeds meer bewustzijn rondom pesten en dat is een belangrijke eerste stap in het voorkomen en oplossen ervan.”

De rol van de vertrouwenspersoonPestsignalen bespreekbaar maken is noodzakelijk om een concrete pestsituatie aan te kunnen pakken. Ver-trouwenspersoon Kitty Castelijn: “Studenten kunnen er bijvoorbeeld met een mentor of vertrouwenspersoon over praten. Bij Leeuwenborgh hebben we vier vertrouwens-personen voor studenten, op elke locatie één. Daarnaast

is er nog een externe vertrouwenspersoon, waar mede-werkers terecht kunnen. Een vertrouwenspersoon is er namelijk niet alleen voor pestsituaties, maar voor alles wat te maken heeft met ongewenst(e) bejegening en/of gedrag. Dus ook discriminatie, (seksuele) intimidatie, online pesten, etc. Zowel voor studenten als voor docen-ten. De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor, maar kan ook de weg wijzen welke keuzemogelijkheden er zijn, groepsgesprekken aangaan en, in ernstige situaties, externe professionals inschakelen.”

Slachtoffer Fatima: “Dit gun ik niemand”Dit laatste was nodig bij Fatima, die het slachtoffer werd van sexting. Zij vertelt: “Ooit had ik mijn vriend pikante foto’s van mijzelf gestuurd. Toen het uit raakte, dreigde hij ze online te zetten. Alleen als ik hem een flink bedrag zou betalen, zou hij het niet doen. Ik wist niet wat ik moest doen. Met mijn familie erover praten, ging niet. Dan moest ik vertellen dat ik geen maagd meer was en dat kan echt niet in onze cultuur. Uiteindelijk heb ik al mijn moed ver-zameld en het met mijn mentor besproken. Die verwees mij naar de vertrouwenspersoon. Kitty heeft mij veel steun gegeven. Ze heeft naar me geluisterd, maar ook advies gegeven. Dankzij haar heb ik een anonieme melding bij de politie gedaan en ben ik in contact gekomen met Veilig Thuis en Vrouwenhulpverlening. Daardoor heb ik de kracht gevonden om door te gaan met leven en deze situa-tie achter me te laten. Ik wil anderen dan ook het advies geven: praat erover, anders blijf je jezelf alleen maar gek maken met nare gedachtes. Dat gun ik niemand.”

Page 13: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

meer dan alleen roosters maken

“Het uitgangspunt van onderwijslogistiek is om te zorgen voor goed onderwijs en een goed rooster voor onze studenten”, vertelt Claudia. “Daarmee bedoelen we dat studenten eigenlijk al vanaf het begin van hun opleiding moeten weten wat ze tijdens hun studie kunnen verwachten: wanneer ze welke vakken krijgen, wanneer de stageperiodes zijn, etc. Maar ook dat ze evenwichtige en stabiele roosters hebben. Dus met een goede spreiding van de vakken en liefst zonder tussenuren of rooster-wijzigingen. Veel mensen denken dat dit een taak van het roosterbureau is, maar dat is een misvatting. Natuurlijk maakt het roosterbureau de uiteindelijke roosters, maar de onderwijsteams leveren de input hiervoor.”

Roosters met gatenTot nu toe gebeurde dat aanleveren via Excelsheets, die er bij elk team weer anders uitzagen. Ook bleef de informatie lang binnen de sectoren hangen, waardoor het roosterbureau in een paar weken tijd alle roosters in elkaar moest draaien. Claudia: “Daarbij moest dan ook nog eens rekening worden gehouden met parttime-dagen van docenten en een beperkte inzetbaarheid van bepaalde lokalen. Voor sommige vakken heb je een praktijklokaal nodig, dus je kunt die les maar aan één klas tegelijkertijd geven. Je kunt je voorstellen dat het geen makkelijke opgave is om zo voor bijna 7500 studenten en 400 docenten een goed rooster te maken. Het gevolg: roosters met gaten, veel roosterwijzigingen achteraf en dus klachten.”

Aan de slag met XeduleOm daar verandering in te brengen, is in oktober 2017 het project Onderwijslogistiek van start gegaan. Het project moet ervoor zorgen dat onderwijsteams zorgvuldig nadenken over het curriculum van de opleidingen, dat ze tijdig starten met de jaarplanning en werkverdeling én dat het roosterbureau vóór de zomervakantie alle roosters klaar heeft. Om dit alles makkelijker te maken, is het planning- en roostersysteem Xedule aangeschaft. Claudia: “In dit systeem kunnen de opleidingsteams hun curriculum en jaarplanning invoeren en het roosterbureau kan er de roosters in maken. Het is een heel praktisch systeem, dat zorgt voor de gewenste standaardisatie van het hele proces van onderwijslogisitek. Uiteindelijk moet het zorgen voor meer gemak, zowel bij de onderwijsteams als bij het roosterbureau.”

Behoorlijk karweiZo ver is het echter nog niet. Voor veel medewerkers, zeker voor de onderwijskundig leiders en opleidings-managers, is het nog erg wennen, vertelt Claudia. “Zij moeten in een veel eerder stadium aan de bak, omdat het hele curriculum van elke opleiding moet worden inge-

voerd. Dat is de eerste keer een behoorlijk karwei. Maar een curriculum verandert niet elk jaar rigoureus, dus volgend jaar is het grotendeels een kwestie van kleine aanpassingen doorvoeren en de rest kopiëren. Voor ons als projectteam is het dan ook belangrijk om de onderwijsteams te wijzen op de voordelen van Xedule. Het systeem zorgt niet alleen voor meer een duidigheid en evenwichtige roosters, maar kan ook helpen bij de inrichting van het onderwijs. Zo zien we dat teams het vaak nog moeilijk hebben met het concreet maken van gepersonaliseerd leren en projectmatig werken. Xedule biedt daar goede handvatten voor. Ook kun je veel management informatie uit het systeem halen, die zeker voor opleidingsmanagers handig is, bijvoorbeeld inzicht in de doorlopende leerlijn.”

BewustwordingHet project Onderwijslogistiek gaat echter verder dan de implementatie van een nieuw systeem. “Het gaat ook om de bewustwording dat onderwijslogistiek iets is van de hele organisatie. Door aan de voorkant – dus bij de teams – vooraf goed na te denken, kun je beter plannen. Dat betekent ook in een eerder stadium nadenken over de inzet van medewerkers en de verdeling van uren. En, waar nodig, met een docent het gesprek aangaan over zijn of haar beschikbaarheid. Bijvoorbeeld om te vragen of hij in een periode elke week op woensdag komt werken in plaats van vrijdag, omdat het rooster dan beter aansluit voor de studenten. De student staat immers centraal! Dat is niet prettig voor die docent. Maar als je met elkaar in gesprek gaat, kom je vaak toch tot een oplossing waar iedereen zich in kan vinden. Zo werken we samen aan het beste onderwijs en goede roosters voor onze studenten!”

Onderwijslogistiek:

plannen, organiseren24

Onderwijslogistiek, een kwestie van een goed lesrooster maken? “Zeker niet”, aldus projectmanager Claudia Keuters, “Onderwijslogistiek is juist het hele proces van onderwijs ontwikkelen, plannen en uitvoeren. En daar komt heel wat bij kijken.”

Page 14: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

een goede

start in het mbo

Digitaal doorstroom dossier:

“Vroeger werkten middelbare scholen met een inlichtingen formulier”, vertelt Mark van Kaam, studie-loopbaanbegeleider voor CIOS en teamondersteuner van het Loopbaanportaal. “Daarop vulden decanen of mentoren in wat de sterke en zwakke punten van hun studenten waren, of er nog aandachtspunten waren en of een ‘warme overdracht’ – ofwel een overdrachtsgesprek – nodig was. Op zich was dit best al uitgebreid. Toch merk-ten we dat we soms informatie misten, die achteraf heel belangrijk bleek te zijn. Bijvoorbeeld over de motivatie en bepaalde competenties van studenten. Daarom hebben we enkele jaren geleden de digitale doorstroom dossiers ingevoerd.”

Motivatie en talentenJoep Burgers is studieloopbaanbegeleider voor de Leeuwenborgh techniekopleidingen in Sittard én decaan op het Graaf Huyn College in Geleen. Hij legt uit wat het

digitale doorstroom dossier inhoudt: “Het DDD is veel uitgebreider dan het inlichtingenformulier. Het gaat veel meer in op de persoonlijkheid van de student. Het eerste deel van het DDD vult de student zelf in. Hij beschrijft wie hij is, wat hij in zijn vrije tijd doet en waarom hij graag een bepaalde opleiding wil doen. Daarna vult de mentor alle relevantie overige informatie in. Denk aan cijferlijsten, diagnoses, gedragskenmerken, etc. Tot slot moet de student – tot 18 jaar zijn ouders/verzorgers – het dossier goedkeuren. Met andere woorden: de student kan zien wat zijn mentor over hem schrijft en bepaalt of hij daarmee akkoord gaat. Bij het Loopbaanportaal, dat gaat over de plaatsing, krijgen we dankzij het DDD meer inzicht in de student. Vooral als het gaat om motivatie en talenten. Tijdens het welkomstgesprek, dat vroeger intakegesprek heette, gaan we hier nog verder op in. Zo kunnen we vooraf beter inschatten of iemand geschikt is voor een opleiding en meteen de begeleiding inzetten die nodig is.”

Koppeling met IntergripSinds dit schooljaar is het DDD bij Leeuwenborgh gekop-peld aan Intergrip, het digitale systeem waarmee scholen in het voortgezet onderwijs studenten aanmelden bij het mbo. Dit systeem wordt landelijk gebruikt. Niet alleen scholen, ook gemeentes zijn aan Intergrip gekoppeld. Zo kunnen zij precies zien welke studenten wel of niet bij een mbo-opleiding zijn ingeschreven. Dat gebeurt in het kader van de leerplicht, om vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan. Mark was als lid van de stuurgroep Vroeg-tijdig Schoolverlaten betrokken bij de implementatie. Hij vertelt: “Op basis van de resultaten van de pilot bij Arcus College en een aantal vo-scholen hebben we beslo-ten om in heel Zuid-Limburg de koppeling tussen Intergrip en het DDD te maken. Daardoor kunnen we op elk moment checken of een student zich heeft ingeschreven, of het dossier compleet is, of hij is afgewezen of afgemeld bij een opleiding én of hij inderdaad komt opdagen op de opleiding van zijn keuze. Kortom, we hebben alle studenten goed in beeld en kunnen vroegtijdige uitval voorkomen.”

FinetunenDe vo-scholen, mbo-opleidingen en gemeenten zijn dan ook heel blij met het systeem. Maar er is ook nog verdere finetuning nodig, met name van het DDD. Joep: “De kwaliteit van de dossiers wisselt nogal; sommige docenten steken er met hun studenten heel veel tijd in, anderen vullen het heel summier in. Het DDD komt in het studentvolgsysteem terecht. Bij de mbo’s zien we echter dat nog niet alle nieuwe mentoren van de studenten daarvan op de hoogte zijn en het dus nog niet gebruiken. Jammer, want het heeft wel echt meerwaarde als je van tevoren weet wie je studenten zijn. Daarom gaan we docenten beter voorlichten en trainen om met het DDD te werken.” Mark voegt nog toe: “Vanuit de stuurgroep blijven we zowel Intergrip als het DDD continu evalueren en verbeteren. Zo kunnen we studenten samen een goede start geven op het mbo.”

Joep Burgers en Mark van Kaam

plannen, organiseren26

Hoe zorg je ervoor dat de overgang van voortgezet onderwijs naar mbo zo goed mogelijk verloopt? “Het begint met goede informatie over de student”, aldus studieloopbaanbegeleiders Joep Burgers en Mark van Kaam. Daarvoor is onlangs het digitale doorstroom dossier (DDD) in het leven geroepen.

Page 15: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Hoe verdeel je

Sinds 1 januari 2017 geldt de Wet versterking bestuurskracht onderwijsinstellingen. Deze wet heeft gevolgen voor het bestuur, toezicht en de medezeggenschap in het mbo. Er staat onder andere in dat de ondernemingsraad (OR) en de studentenraad (SR) een gezamenlijk instemmingsrecht hebben op de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting. Hoofdlijnen zijn onder andere de personeelskosten en de kosten voor gebouwen, beheer en inventaris.

Invloed op organisatieVoor de begroting van 2018 gingen de OR en SR voor het eerst samen aan tafel om zich te buigen over de verdeling van de financiën. Een spannende situatie, niet alleen voor de twee medezeggenschapsorganen, maar ook voor het College van Bestuur. Bestuurssecretaris Bert Wetzels, die de studentenraad hierin begeleidt, legt uit: “De OR en SR moeten met de begroting instemmen. Dat betekent dus ook dat ze hem kunnen afwijzen. Daarmee hebben deze organen een behoorlijke invloed op de organisatie. Het CvB heeft ervoor gekozen om hen daar al in een vroeg stadium bij te betrekken. Zij kregen al voor de zomervakantie uitleg over de hoofdlijnen van de begroting. Ook konden de OR en SR specifieke wensen kenbaar maken van zaken die zij graag in de begroting zouden zien. Dankzij deze transparante aanpak was er draagvlak bij de overlegorganen en lukte het om al in een vroeg stadium tot instemming te komen.”

Technisch Sindusa Sivakaran van de centrale studentenraad is erg blij met de gang van zaken, maar voor de studentenraad is het wel een uitdaging: “Een begroting is erg technisch,

voor ons als studenten is het lastig om deze goed te doorzien. Gelukkig hebben Bert Wetzels en de financieel directeur ons goed begeleid in het proces. Ook kunnen we een training volgen bij JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs) over onder andere de hoofdlijnen van de begroting. Uiteindelijk zijn we als studentenraad erg blij dat we de mogelijkheid hebben gekregen om dit mee te maken. Vooral ook omdat we nu meer invloed op de begroting hebben. Zo hebben we afgesproken dat we elk jaar een of meer concrete zaken in de begroting willen zien waar studenten iets aan hebben. Dit jaar was dat het opknappen van de kantine in Maastricht. Dat gaat in de zomervakantie gebeuren. We zijn er heel trots op dat het ons gelukt is om dit te regelen. De wensen voor volgend jaar hebben we ook al doorgegeven, waaronder goed meubilair in alle klaslokalen.”

Samen optrekkenOok Peter Tillmann van de OR is te spreken over de nieuwe aanpak. “Ik denk dat dit een goede manier is van medezeggenschap. Vroeger mocht de OR alleen advies geven als de begroting al helemaal klaar was. Dan sta je eigenlijk voor een voldongen feit. Nu kunnen we in het voorstadium meedenken en specifieke wensen kenbaar maken. Wij hebben dat gedaan via een kaderbrief aan het CvB. Vervolgens hebben we er samen over gesproken en gekeken hoe we onze wensen invullingen konden geven. Je heb immers maar één pot met geld: als je meer geld uitgeeft aan de teams – een van onze wensen – dan moet je op een andere plek besparen. Deze manier van werken heeft ons echt het gevoel gegeven dat we samen met het CvB en de studentenraad optrekken bij de totstandkoming van de begroting.”

Voortvarend aan de slagVolgens Peter was Leeuwenborgh een van de eerste ROC’s die zo voortvarend met het instemmingsrecht aan de slag gingen. Hij vertelt: “Ik heb regelmatig overleg met de MBO-raad en het Platform medezeggenschap MBO. Zij zijn onder de indruk van onze aanpak en hebben ons zelfs aangehaald als goed voorbeeld. Tijdens een eerste evaluatie met de landelijke partijen zijn er wel nog wat aandachtspunten en aanbevelingen naar voren gekomen, die voor alle scholen gelden. Zo is het belangrijk dat de overlegorganen voldoende informatie krijgen om de hoofdlijnen van de begroting goed te kunnen beoordelen. Ook het tijdig betrekken van de SR en OR is een aandachtspunt. Verder hebben de

studentenraden aangegeven dat ze behoefte hebben aan duidelijke afspraken over de invulling van de hoofdlijnen én aan meer begeleiding rondom dit onderwerp. Dat is voor mijn gevoel ook echt nodig. De studentenraden hebben met het instemmingsrecht een belangrijk wapen in handen gekregen. Daar moeten ze goed mee leren omgaan. Specifiek voor Leeuwenborgh denk ik dat de studentenraad bijvoorbeeld moet leren om niet alleen naar de eigen speerpunten te kijken, maar ook naar het grote geheel. En we mogen als OR en SR nog meer samenwerken. We moeten immers gezamenlijk instemmen met de hoofdlijnen. De komende tijd zullen we kijken hoe we dat beter kunnen vormgeven.”

€ 64 miljoen?

plannen, organiseren28

De begroting van ROC Leeuwenborgh op een goede manier invullen. Sinds 2017 mogen de ondernemingsraad en de studentenraad daarover meedenken. Zij moeten nu namelijk instemmen met de hoofdlijnen van de begroting van Leeuwenborgh. En dat brengt heel wat verantwoordelijkheid met zich mee.

v.l.n.r. Peter Tillmann, Sindusa Sivakaran en Bert Wetzels

Page 16: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Passie geeft energie en nieuw elan. Passie zorgt ervoor dat je opgeladen bent. Klaar om nieuwe wegen in te slaan. Om te vertrouwen op je eigen kwaliteiten en die van anderen. En klaar om samen nieuwe ideeën succesvol in praktijk te brengen. Dat is precies waar we bij Leeuwenborgh mee bezig zijn. Met z’n allen, met passie en vol energie vooruit.

energie, passie

Energie en passie

Page 17: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

DUURZAME INZETBAARHEID

WERKVERMOGEN

Werk & privé in balans

Maatschappij

WERK

NORMEN & WAARDEN

GEZONDHEID

Werk- omstandighedenWerkbelasting, taakverdeling & leiderschap

Respect, waardering en

rechtvaardigheid. Relatie met

de organisatie.

Juiste mix van kennis en vaardigheden

Goede lichamelijke & psychische gezondheid

Een dak staat pas stevig op

een huis als alle verdiepingen in

orde zijn.

Door het huis loopt een trap. Alle verdiepingen zijn

verbonden en beïnvloeden elkaar.

Familie, vrienden & bekenden

HUIS VAN WERKVERMOGENis de mate waarin de

medewerker fysiek,

psychisch en sociaal

zijn werk kan doen.

COMPETENTIES

Werknemer

Organisatie

Een goed werkvermogen ontstaat wanneer de eerste drie verdiepingen [wat de

werknemer kan en wil]in evenwicht zijn met de vierde verdieping

In verbinding met elkaar op alle verdiepingen.

Duurzame inzetbaarheid voor iedereenDuurzame inzetbaarheid: nu en in de toekomst gezond, productief en met plezier je werk blijven doen. Een mooie definitie, maar hoe zorg je daar nu voor in de praktijk? Senior HR-consultants Eline Hermans en Ilja Eurlings leggen uit hoe ze dat bij ROC Leeuwenborgh aanpakken.

32

Eline Hermans trapt af: “Het werkvermogen wordt bepaald door de mate waarin de medewerker fysiek, mentaal en sociaal zijn werk kan doen. Een goede inzetbaarheid is gelijk aan een goed werkvermogen. Bij duurzame inzetbaarheid gaat het om het behoud van inzet en betrokkenheid vanaf het begin van je loopbaan tot nu je pensioen. Het is niet alleen vanuit een econo-misch perspectief, maar juist ook vanuit een persoonlijk en maatschappelijk perspectief: hoe zet ik mijn passie en talenten in en hoe creëer ik een waardevol leven en een bijdrage aan de samenleving? Een goede inzetbaarheid kun je bereiken door te voldoen aan twee voorwaarden: in balans zijn en vanuit je kracht kunnen werken. Daar-mee bedoelen we dat je werk in evenwicht moet zijn met je andere levensgebieden, zoals familie en/of hobby’s.”

Levensfasebewust personeelsbeleidDat klinkt heel mooi. Maar in balans zijn en vanuit je kracht kunnen werken doe je niet alleen. “Duurzame inzetbaarheid is geen trend, maar een ‘way of life’ die een gedeelde verantwoordelijkheid is van werkgever en werknemer”, aldus Ilja Eurlings. Op welke manier draagt Leeuwenborgh bij aan de duurzame inzetbaar-heid van medewerkers? Ilja Eurlings: “Dat doen we door

in de toekomst meer te focussen op levensfasebewust personeels beleid. Dit beleid bestaat uit vier pijlers: gezondheid & vitaliteit, loopbaan & mobiliteit, leren & ontwikkelen en organisatie & werk. De vier pijlers vormen de basis voor allerlei stimuleringsactiviteiten. Ons uitgangs punt is daarbij dat het beleid ondersteunend moet zijn om die activiteiten op een goede manier uit te voeren.”

Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid Die activiteiten variëren van het aanbieden van aantrek-kelijke scholing, loopbaanbegeleiding, sportfaciliteiten en een fietsregeling voor medewerkers tot workshops in het Onderwijscafé, zoals ‘Langer doorwerken, hoe doe je dat?’. Daarnaast gaat de dienst HR het gesprek aan met leidinggevenden in het bespreekbaar maken van dit thema. Eline: “Hoewel aandacht voor duurzame inzetbaarheid een verantwoordelijkheid is van iedere medewerker, hebben leidinggevenden een belangrijke rol hierin. Zij faciliteren medewerkers en sturen bij veranderingen. We willen de dialoog met hen opzoeken om te bespreken wat een en ander in de praktijk betekent en hoe zij het gesprek met hun medewerkers hierover kunnen oppakken. Het team is hierbij ook van grote

Page 18: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Van start-up naar vaste waarde

Het start-up project van Leeuwenborgh daagt docenten

uit om zelf met bijzondere ideeën te komen die invulling

geven aan gepersonaliseerd leren in een eigentijds

curriculum. Die aanpak blijkt een schot in de roos! Na een

succesvolle serie start-ups vorig jaar is de nieuwe

lichting nu volop actief.

Projectleider Frank Beulen: “Het idee van het project was om subsidies te verstrekken aan goede onderwijsideeën en ze binnen een jaar te verankeren in de reguliere processen. Dat is goed gelukt. Van de eerste tranche zijn vijf ideeën nog steeds actief. De vier andere hebben voldaan aan hun onderzoeksopdracht, maar nog geen vervolg gekregen. Ze worden niet weggegooid, het heeft alleen meer voeten in aarde om ze onderdeel van het onderwijsproces te kunnen maken.”

De tweede tranche, met acht start-ups, is in volle gang. Frank: “We hebben gekozen voor een iets andere opzet. De deelnemers hebben gedetailleerde projectplannen geschreven, waardoor ze in februari 2018 beter voor-bereid en planmatig aan de slag konden. Dat zorgt nu voor minder onverwachte problemen. Leuk om te weten: de start-up ‘Co-workspace’ heeft zelfs aandacht gekregen bij de Versnellingstafels van de Limburgse Werkgevers-vereniging (LWV) en wordt door ook door hun gecoacht.”

“Voor de derde en voorlaatste ronde (begin 2019) hebben we een aanvullende eis gesteld. Het moet om echt nieuwe ideeën gaan, dus geen implementatie van projectplannen die al op de plank liggen. Dat is lastiger, maar het zorgt ervoor dat onderwijsteams er echt samen hun tanden inzetten. We zijn benieuwd naar de inzendingen!”

waarde. Het onderling bespreken van innovatie van onderwijs en het werken aan pro fessionalisering, maar ook van inzetbaarheid en een goede verdeling van taken binnen het team, op basis van ieders talenten en des kundigheid; het zijn allemaal items die gaan over inzetbaarheid en wendbaarheid. Ook is het goed om het gesprek aan te gaan over de balans tussen werk en privé. Door hierover te praten, is het makkelijker om als team in te spelen op persoonlijke situaties, bijvoorbeeld in geval van mantelzorg of de zorg voor kleine kinderen. In feite gaat het erom dat mede werkers zich ervan bewust zijn dat ze met elkaar ver antwoordelijk zijn voor duurzame inzetbaarheid.”

Health checkNu het beleid eenmaal staat, werkt de afdeling HR meer stimulerings activiteiten uit die een bijdrage kunnen leve-ren aan duurzame inzetbaarheid. Een voorbeeld hier van is de pilot rondom de ‘health check’, die in 2017 is voor-bereid en begin 2018 werd uitgevoerd. Ilja: “De ‘health check’ is een medisch onderzoek voor medewerkers vanaf 45 jaar. Medewerkers kunnen dit vrijwillig laten doen om te kijken hoe gezond en vitaal ze zijn. Ook een persoonlijk gesprek met tips over gezond leven is hierbij inbegrepen. Blijkbaar is behoefte hieraan groot binnen de organisatie: binnen een week hadden we honderdvijftig aanmeldingen voor de pilot, terwijl we maar plek hadden voor vijftig personen!”

Loopbaan APKEen tweede pilot draait om de ‘Loopbaan APK’. “Dit is een soort ‘onderhoudsbeurt’ voor je loopbaan”, vervolgt Ilja. “Op basis van enkele testen en gesprekken wordt gekeken hoe je in je werk staat. Hoe zit je in je rol, wat zijn je ambities, wat is je passie en hoe kun je deze invullen binnen óf buiten Leeuwenborgh? Je kunt het een beetje vergelijken met een loopbaantraject, maar

dan veel korter. Eigenlijk zou iedereen dit elke vier à vijf jaar moeten doen, zonder dat dit als bedreigend wordt ervaren. Zie het maar als een bewustwordingsmoment, een moment om weer eens goed naar jezelf te kijken. Ook voor deze pilot waren alle veertig plekken direct gevuld. En we krijgen enthousiaste reacties van de deelnemers.”

ExperimenterenDe komende tijd kunnen de medewerkers rekenen op nog meer van dit soort pilots. Eline legt uit waarom: “We werken stap voor stap aan de invulling van het levensfasebewust personeelsbeleid. Dat is voor ons ook experimenteren, vooral omdat er veel maatwerk bij komt kijken. Kijken wat werkt en wat niet en dan verder werken met de opgedane kennis. Uiteindelijk moet er een soort menukaart zijn, met activiteiten en middelen waaruit medewerkers kunnen kiezen wat voor hen relevant is om wendbaar in hun werk te blijven en zich aan te kunnen passen aan de veranderende omgeving.”

34 energie, passie

Ilja Eurlings en Eline Hermans

Welke factoren zijn van invloed op duurzame

inzetbaarheid? (fysieke, mentale en sociale factoren) Het Huis van Werkvermogen geeft inzicht in je huidige en toekomstige werkvermogen.

Duurzaam werken en een duurzaam leven lang.

Page 19: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

De reiswinkel is een leerwerkbedrijf voor studenten Travel, Leisure & Hospitality. Initiatiefnemer Raymond Frints: “De reiswinkel is een soort reisbureau. Studen-ten van met name leerjaar 2 maken reisprogramma’s voor groepsreizen, personeelsuitstapjes, privéreizen, etc. Opdrachtgevers zijn medewerkers of studenten van Leeuwenborgh. De studenten hebben onder andere com-plete reizen naar Londen en Berlijn met overnach tingen en dagprogramma bedacht, maar ook een weekendje naar Gent voor de personeelsvereniging. Heel leuk en vooral heel leerzaam, maar het is nog volop in ontwik-keling. Het is eigenlijk de bedoeling dat groepjes van 4 à 5 studenten de reiswinkel beurtelings bezetten, maar dat lukt roostertechnisch nog niet. We verwachten dat we de bezetting volgend schooljaar via flexuren kunnen realiseren. Tevens gaan we werken aan meer naams bekendheid met als doel meer opdrachten te ont-vangen. Bij die promotieactiviteiten gaan we de studenten betrekken. Ook willen we opdrachten voor Leisure gaan binnen halen. Denk aan evenementen, buurtfeesten, kinder feestjes, etc.”De studenten zelf zijn in ieder geval enthousiast. Zoals Rick Stevens, tweedejaars Hospitality & Travel: “Het is heel leuk om echte opdrachten te krij-gen. Zoals bij de reis naar Berlijn: de reisdata en het hotel stonden vast, wij mochten de dagprogramma’s invullen op basis van de wensen van de ‘klanten’. Achteraf kregen we heel positieve reacties, dat geeft je toch een goed gevoel. En van de dingen die wat minder goed uitpakten, leer je weer. Daar let je dan extra goed op bij de volgende opdracht. Het zou fijn zijn als de Reiswinkel wat meer bekendheid krijgt en we dus meer reizen kunnen orga-niseren. Samen met mijn klasgenoten Sacha, Sanne en Megan zorg ik er ook voor dat de website up-to-date en aantrekkelijk is. Dat is alvast een mooi begin.”

Lesgeven op locatie; zo is de pop-up school het beste te omschrijven. “Het idee is dat we op bouwplaatsen lessen verzorgen en er vervolgens rond gaan kijken”, vertelt Eric Biesmans, die samen met Bart Claassen project-leider is. “Je onthoudt dingen beter als je ze in het echt ziet; als je materialen kunt aanraken en installaties of bouw technieken van dichtbij bekijkt. Daarom zoeken we contacten met bouwbedrijven, die hieraan willen mee-werken. Bedrijven zijn heel enthousiast en stellen hun bouwplaats graag ter beschikking. Vaak komt iemand van het bedrijf dan ook uitleg geven over het bouwproject. Dat is niet alleen leuk en leerzaam voor de studenten, maar ook voor de bedrijven zelf. Op enkele plekken, zoals bij het Noorder brugtracé en Hoeve Bisschofs in Meerssen, zijn we al een aantal keren geweest. Maar we zoeken altijd nog meer geschikte bouwlocaties, waar ook echt iets te zien is én die aansluiten bij onze lessstof. We moeten bovendien rekening houden met de reistijd; het is natuurlijk niet handig als studenten een halve dag onder-weg zijn voor twee uurtjes les.”Floris Hanssen, student middenkader functionaris bouw en infra (leerjaar 2), is te spreken over deze aanpak: “We zijn met onze klas diverse keren bij Hoeve Klinkenberg in Meerssen geweest. Een vervallen boerderij die gerestau-reerd wordt en een nieuwe bestemming krijgt. In de bij-gebouwen komen appartementen en in het hoofdgebouw een restaurant. Heel interessant om te zien, ook de passie en precisie waarmee bouwbedrijf J. Lemmens eraan werkt. Zo interessant zelfs, dat ik ervoor heb gekozen om hier stage te gaan lopen. Zonder de lesbezoeken had ik nooit ontdekt hoe boeiend restauratie kan zijn!”

Drie mooie voorbeelden van start­ups van de eerste tranche 2016/2017, die geïmplementeerd zijn in de onderwijsprocessen van de betrokken teams.

Taalbuddy’s zijn studenten van Leeuwenborgh, die vrijwillig medestudenten helpen die moeite hebben met lezen en schrijven. De taalbuddy’s krijgen hiervoor een speciale training van Stichting Lezen & Schrijven. Joke Bremmers, die het project samen met Lieke Stevens en Judith Wolfs verzorgt, vertelt: “Via speeddates proberen we taalvragers en taalbuddy’s aan elkaar te koppelen. Dat gaat goed, maar we zien dat de vraag groter is dan het aanbod. Studenten willen graag taalbuddy zijn, maar vinden het lastig om elke week enkele uren vrij te maken naast huiswerk, hobby’s en bijbaantjes. Daarom bereiden we een aanvraag voor om van Taalbuddy’s een keuzedeel in elke opleiding te maken. We hopen dat dit de drempel verlaagt, want de studenten zelf zijn heel enthousiast!”Hana uit Somalië en Moussa uit Mali mogen dit schooljaar rekenen op de steun van een taalbuddy. Hana:“Ik ben heel blij met Laura. Ze oefent het lezen van teksten met mij, soms laat ze me een dictee maken of een brief schrijven. Doordat ik met haar alleen ben, heeft ze tijd om alles goed uit te leggen. Daar leer ik heel veel van.” Moussa vult aan: “Ik wil de Nederlandse taal beter begrijpen, daarom vind ik het fijn om extra hulp te hebben. Mijn twee buddy’s, Myrte en Quinty, helpen me met het maken van huiswerk en presentaties. En ik kan bij ze terecht met specifieke vragen, waar tijdens de gewone les niet altijd tijd voor is. Nog een voordeel: dankzij de taalbuddy’s leer ik ook andere mensen kennen hier in Nederland!”

1 LectureMe, een digitale leeromgeving met kennisclips – Marc van Oosterhout (economie)

2 Het onderwijsplein, leeromgeving waarbij studenten zich van begeleiding naar meer zelfsturing ontwikkelen – Nadine Storken (economie)

3 Co­workspace, inspirerende leeromgeving en eigentijdse ruimte bieden, passend bij de gehanteerde werkvormen en de studenten – Nicole Ehlers (HR)

4 Leeuwen Coupe, leerwerkbedrijf binnen de opleidingen haarverzorging, waarin studen-ten van verschillende niveaus werkervaring opdoen en hun (ondernemers-)vaardigheden ontwikkelen – Wil Bongers (zorg & welzijn haarverzorging)

5 Moneymaker, wedstrijd waarbij studenten hun eigen start-up succesvol proberen te maken – Manon Huijsmans (economie)

6 Leeuwenbreed, didactische werkvorm waarbij studenten inburgering op basis van rollen (leervragen) in maatwerkhoeken in samen-werking met de mbo-opleidingen zich gaan verdiepen – Silvia Oostindie (educatie)

7 Beauty & more, leerwerkbedrijf met een beautysalon en uitzendbureau/evenementen-bureau, om hun skills en ondernemers-vaardigheden te ontwikkelen – Mirthe Nacinovic (CUvV)

8 Rekenen met QR­codes, ‘ganzenbord’- rekenspel, waarbij studenten met hun mobiel QR-codes scannen om steeds complexere rekenopdrachten te kunnen oplossen – Jolle de Vries (CUvV)

36 energie, passie

De start­ups

van 2018:Taalbuddy’s

Reiswinkel

Pop­up school

v.l.n.r.: Rick, Sanne, Lyenne en Sacha

Hana en Moussa

Floris Hanssen en Sarino Sour

Page 20: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Met trots delen we het goede resultaat van het kwaliteitsonderzoek MBO, Inspectie van het Onderwijs, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De opleiding verzorgende IG is na dit intensieve onderzoek maar liefst met drie keer goed beoordeeld: onderwijsprogramma, didactisch handelen en kwaliteitscultuur.

Een topprestatie die alleen mogelijk is door onze relatie en samen-werking met student en praktijk.

Goed onderwijs doen we samen: student-werkveld-opleiding. De drie sterren op de sleutelhanger staan symbool voor de drie keer goed, maar zeker ook voor deze drie partners.

We hopen op een verdere samenwerking om deze prestatie te continueren.

3Xgoed

Team Verzorgende IG &Angelique van den Broek Opleidingsmanager Verzorgende IG sector Zorg & Welzijn Maastricht

Rob Kok Directeur sector Zorg & Welzijn

In de Keuzegids Mbo 2018 is ROC Leeuwenborgh voor het derde jaar op rij gestegen in de ranglijsten. We staan nu op een mooie 14de plek van in totaal 42 ROC’s in Nederland. Voor de provincie Limburg gaan op kop in de ranglijst. Daarnaast heeft Leeuwenborgh vier Top-opleidingen in huis die tot de beste van Neder land gerekend mogen worden: Juridisch-administratief dienst verlener, Medewerker human resources, Aankomend mede werker grondoptreden en Aankomend onder officier grondoptreden.

Mbo Imagomonitor. De conclusie die we kunnen trekken is dat Leeuwen-borgh een zeer sterke positie in Zuid-Limburg heeft. We stijgen in naamsbekendheid en voorkeur. We hebben een zeer sterk imago in onze eigen regio onder de doelgroep van oriënterende studenten. Daar scoren we zelfs exceptioneel hoog, landelijk vergeleken met andere ROC’s en mbo’s. Een 5de positie bij onze rele-vante doelgroep met een algemene indruk van 7,8. Een hele mooie score en volop kansen dus!

In oktober 2017 hebben we officieel onze leslocatie in Beek geopend voor de mbo-opleiding Luchtvaart-dienstverlener. Studenten leren hier service verlenen in de luchtvaart: in het vliegtuig als cabinepersoneel (steward, stewardess en purser) en op de grond als passagepersoneel in bijvoorbeeld een terminal. Sinds midden vorig schooljaar vindt een groot gedeelte van de lessen plaats op de leslocatie van ROC Leeuwenborgh aan de Horsterweg te Beek. Hier zitten ook de op-leidingen Vliegtuigonderhoud en

Begin 2018 heeft ROC Leeuwenborgh een nieuwe website gekregen die geschikt is voor zowel mobiel als het traditionele beeldscherm. Met de nieuwe website sluit Leeuwen borgh beter aan bij de behoeften van onze (toekomstige) studenten, onze part-ners en het bedrijfsleven. De ambitie om aan te sluiten bij wat jongeren willen en hoe ze naar informatie zoeken, wordt zichtbaar in de nieuwe website. De website houdt niet alleen rekening met de wensen en het zoekgedrag van aankomende studen-ten. Ook onderwijs- en maatschap-pelijke partners vinden een ingang op leeuwenborgh.nl. Docenten en decanen van vo-scholen - of bedrij-ven die op zoek zijn naar stagiairs of een maatwerkopleiding - vinden wat ze zoeken in maximaal 3 clicks.

In de zomer van 2017 is de aula op de Arendstraat in Sittard grondig ge-renoveerd. Daarmee werd een lang proces afgerond, waarin de wensen van medewerkers en studenten ver-taald zijn in een nieuwe, gezellige en goed verlichte aula met frisse kleu-

Technicus avionica/mechanica van het Techniek college. Zo krijgen de studenten de kans om in een au-thentieke leeromgeving hun lessen te volgen. De luchthaven Maastricht Aachen Airport is immers vlakbij en de praktijklessen vinden plaats in een echt vliegtuig.

In december vond voor de derde keer de finale plaats van de Maastrichtse Mensenrechtenprijs. Het thema was dit jaar: eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (Artikel 18 Univer-sele Verklaring van de Rechten van de Mens). Van de 77 inzendingen bereikten slechts 9 de finale op don-derdag 7 december. In de categorie 18+ jaar werden Femke Triepels en Michelle Geraets van mbo Dans uitgeroepen tot winnaars. Zij hadden niet alleen een prachtige dans, maar ook een bijbehorend gedicht:

ren. Kortom, een uitnodigende aula die voor diverse doeleinden gebruikt kan worden. In de zomervakantie van 2018 is de aula in Maastricht aan de beurt. Voor beide projecten is samengewerkt met de architect Judith Muijtjens uit Eindhoven. Zij heeft de nieuwe ontwerpen gemaakt op basis van de inbreng van ver-schillende gebruikersgroepen, zoals studenten, docenten, medewerkers catering en conciërges. Belangrijke aandachtspunten zijn onder meer de verscheidenheid in zitmogelijkheden, stroompunten voor het werken met laptops en akoestiek. Bij de realisa-tie is uitdrukkelijk de samen werking gezocht met het onderwijs. Zo hebben studenten van Welzijn prints vormgegeven die straks in de aula terugkomen. Studenten Bouwkunde maakten een aantal houten huisjes die hier ook een plekje krijgen.

ROC Leeuwenborgh heeft voor de tweede keer meegedaan in een landelijk onderzoek naar bekend-heid, concurrentiepositie en het imago van mbo-scholen onder scholieren of studenten met havo- of vmbo- opleiding. De zogenaamde

Gevangen, gevangen gedachten in je hoofd. Gedachten zonder uiting, een wil die niet wordt gehoord. Vast­geroest, een lichaam versteend. Gedachten zonder connectie, gedachten zonder gevolg. Macht, in de macht van een ander. Geen gedachten, geen geweten, geen controle. Een levenloos lijf, een lappen pop. Bevelen. Volgen. Gevolgen. Niet denken maar doen. De wil van een ander, de kooi van jouw ziel. Vecht! Bevrijd je gedachten, neem je lichaam weer over en kies. Kies voor jezelf. Kies voor waar je in gelooft. Niet meer mee met de menigte maar volg je eigen pad. Dans, zing, geniet, LEEF! Wees vrij! Geen gedachten van een ander,maar die van mij!

De opleiding Verzorgende IG is in het kwaliteitsonderzoek MBO door de onderwijsinspectie maar liefst met drie keer goed beoordeeld: onderwijs programma, didactisch handelen en kwaliteitscultuur. Een topprestatie die alleen mogelijk is door onze relatie en samen - werking met student en praktijk. Goed onderwijs doen we samen: student- werkveld-opleiding. We hopen natuurlijk op een verdere samenwerking om deze prestatie te continueren.

KORT NIEUWS

38 energie, passie

Leeuwenborgh gestegen in de

ranglijst Keuzegids Mbo 2018!

Mbo Dans wint

mensenrechtenprijs

Nieuwe website: vind wat je

zoekt binnen 3 clicks

3x goed voor Verzorgende IG

Imago­onderzoek: sterke

positie in Limburg

Opening nieuwe leslocatie

Luchtvaartdienstverlener

Renovatie aula’s

Fotograaf: Ben Vallen

Page 21: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Groei en leven

Alles wat je aandacht geeft, groeit. Zo is het ook bij Leeuwenborgh. Voldoende aandacht, een vleugje passie en een flinke dosis positieve energie zijn de bouwstenen. Samen zorgen ze ervoor dat we als organisatie, als teams én als individuele personen groeien en opbloeien als nooit tevoren.

Page 22: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

v.l.n.r. Ria Doedel, Nicole Beuken, Alita Hidding, Yvonne Paulussen en Nick Bos

42 groei, leven

De Raad van Toezicht over Leeuwenborgh in 2017

“Verbouwen terwijl de

winkel open is”Tevreden, een beetje bezorgd en tegelijkertijd hoopvol naar de toekomst. Dat zijn de eerste woorden die naar boven komen als

we met voorzitter Nicole Beuken en lid Nick Bos van de Raad van Toezicht (RvT) van ROC Leeuwenborgh terugkijken op 2017.

In dit artikel leggen ze hun woordkeuze graag verder uit.

“In 2017 ging het strategische plan ‘Leeuwenborgh maakt het Verschil’ een belangrijke, maar ook moeilijke fase in”, trapt Nicole Beuken af. “De onderwijsteams stonden voor het uitdagende karwei om de strategische keuzes te vertalen naar concrete processen en werkwijzen. Daardoor worstelden zij met vragen als ‘wat betekent de strategie voor onze manier van werken?’, ‘hoe gaan we daarmee om?’ en ‘hoe geven we gepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum vorm binnen onze opleidingen?’. In de tussentijd gingen de dagdagelijkse taken ook gewoon door: lesgeven, examens voorbereiden, stages begeleiden, leidinggeven, etc. Dat gaf een beetje het gevoel van een verbouwing terwijl de winkel gewoon open is. Je kunt je voorstellen dat dat lastig is en heel veel van medewerkers vraagt. Daarom zijn wij als RvT ook heel tevreden over de resultaten die de teams in het afgelopen jaar hebben gehaald.”

TempoverschillenNick Bos vult aan: “Er is een enorme vooruitgang geboekt, dat laat de midterm review ook duidelijk zien. Wel zijn we als RvT enigszins bezorgd over de tempoverschillen tussen de teams. Sommige teams zijn al heel ver, terwijl andere nog volop met elkaar in discussie zijn. Dat zien we ook bij het duaal leiderschap. Tegelijkertijd zijn we hoopvol, want we zien dat alle teams doordrongen zijn van het belang van de verandering. En dat is soms zelfs belangrijker dan het eigenlijke resultaat. Iedereen binnen Leeuwenborgh ziet in dat stilstaan geen optie is. Er is echter altijd een spanningsveld: verander je goed doordacht, met verstand en daardoor wat minder snel óf kies je voor tempo en wellicht iets minder doordacht. Welk pad je ook kiest, het blijft altijd lastig om de snel veranderende maatschappij te kunnen bijbenen. De kunst is om veranderingen op zo’n manier door te voeren dat je als organisatie wendbaar bent en kunt blijven innoveren. Voor mijn gevoel zit juist daarin de kracht van ‘Leeuwenborgh maakt het Verschil’.”

SchaalvergrotingEen goede strategie alleen is echter niet voldoende om toekomstbestendig te zijn. Schaalvergroting is ook nodig om op alle gebieden kwalitatief goed onderwijs te kunnen blijven bieden. Nicole legt uit: “Door de ontgroening lopen de studentenaantallen terug. Tegelijkertijd neemt de werkgelegenheid juist toe. In de zorg en techniek is die beweging nu al heel goed zichtbaar. We komen straks in een situatie terecht met bijna volledige werkgelegenheid. Iedereen die ook maar enigszins iets kan doen, moet geschikt gemaakt worden voor de arbeidsmarkt. Aan Leeuwenborgh de taak om dit op een zo goed mogelijke manier te doen. Niet alleen met gedegen mbo-onderwijs, maar ook door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zo goed mogelijk op te leiden. Om dit efficiënt, effectief en met de beoogde kwaliteit te kunnen doen, is samenwerking met andere ROC’s zoals Arcus College noodzakelijk.”

Heldere doelstellingenDe RvT-leden zien de voorgenomen fusie met Arcus College dan ook zeker niet als een bedreiging. “Integendeel,” meent Nick, “zoals Nicole al aangaf, is samenwerking echt noodzakelijk. Na de eerste stappen in samenwerkingsschool Techniekcollege is dit een logische vervolgstap. Het is echter wel belangrijk om de doelstellingen helder in beeld te houden. Je moet niet fuseren om te fuseren, maar omdat je daardoor beter onderwijs kunt bieden en beter bent toegerust voor de toekomst. De vorm volgt het doel. Als Raad van Toezicht zullen wij erop toezien dat beide besturen hier zorgvuldig mee omgaan. Maar ook dat ze oog houden voor de (cultuur-)verschillen in de twee instellingen. Daar moet zeker niet lichtzinnig over worden gedacht. Tot nu toe gaat het in ieder geval goed en hebben we niks te klagen. Dat maakt ons hoopvol voor de toekomst van het mbo-onderwijs in Zuid-Limburg.”

Page 23: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

Samen sterk in de regio

44 groei, leven

Bij Leeuwenborgh wordt er heel wat samengewerkt. Binnen teams en tussen sectoren, diensten en portalen. Maar ook met andere onderwijsinstellingen, overheden en met bedrijven in de regio. Dat doen we om goed onderwijs te kunnen leveren. Onderwijs dat onze studenten opleidt tot goede vakmensen én dat aansluit bij de veranderende vraag vanuit het bedrijfsleven. Op de volgende pagina’s geven we enkele aansprekende voorbeelden van vruchtbare samenwerking in de regio.

Zorgtechniek Limburg (ZTL)

Bazen van het mbo

Samenwerking tussen Leeuwenborgh, Arcus College, Gilde Opleidingen en Zuyd Hogeschool, ondersteund door zorginstellingen en bedrijven in de zorgsectorActief sinds 2013

Techniek speelt een steeds grotere rol in de zorgsector. Denk maar aan de inzet van domotica, zorgrobots, eHealth en wearables. Steeds meer bedrijven richten zich dan ook op de ontwikkeling van producten voor de zorg. Maar al die producten moeten ook geïnstalleerd, bediend en onderhouden worden. En dat blijkt nog niet zo makkelijk. Zorgtechniek Limburg draagt als kenniscentrum op het gebied van zorgtechnologie hieraan bij. Manager externe relaties Josine Warnier legt uit hoe: “ZTL biedt een mbo-4 opleiding tot zorgtechnicus aan bij Arcus en Gilde. De cross-over opleiding bestaat voor een groot deel uit technische vakken, maar ook het zorggedeelte komt aan bod. Dat is uniek in Nederland! Binnenkort studeren de eerste studenten af. Bedrijven staan al te springen om hen in dienst te nemen. Ook leren we professionals in het zorgveld omgaan met nieuwe techniek én deze te omarmen. Daarnaast ontwikkelt Zorgtechniek Limburg digitale leermiddelen rondom zorgtechnologie. Daarvoor hebben we een speciale ontwikkelgroep opgericht, met zowel docenten als mensen uit het werkveld en bedrijfsleven. Ook zitten hierin enkele medewerkers van het Expertisecentrum

Innovatieve Zorg & Technologie (EIZT) van Zuyd, die onderzoek doen naar de werking van technologie in de zorgsector. Dankzij de intensieve samenwerking binnen de ontwikkelgroep kunnen we actueel, kwalitatief hoogwaardig en ook praktisch lesmateriaal ontwikkelen.” Een laatste wapenfeit van Zorgtechniek Limburg is de opening van het Living Lab. Een grote ruimte bij Gilde Opleidingen in Roermond is helemaal ingericht met de nieuwste zorgtechnologieën. Mantelzorgers, zorgmedewerkers en ook studenten en docenten kunnen zo de mogelijkheden ervan zelf ervaren. Josine: “Het bijzondere aan dit project is dat concurrerende marktpartijen hun producten hier samen laten zien. En dus dat ze moeten samenwerken, zodat de systemen op elkaar aansluiten. Ook gemeente Roermond is hier nauw bij betrokken. Dat is ook het mooie aan Zorgtechniek Limburg. Alle partijen kijken over hun grenzen heen, gaan samen aan de slag om met technologie de kwaliteit van leven van zorgbehoevende mensen te verbeteren en (toekomstige) zorgmedewerkers technologie als hulpmiddel te laten ervaren.”

Samenwerking tussen Leeuwenborgh, Arcus College, Gilde Opleidingen, Citaverde CollegeActief sinds 2017

De behoefte aan goede vakmensen in het bedrijfsleven wordt steeds groter. Tegelijkertijd kiezen steeds minder jongeren voor een mbo-opleiding, soms door het negatieve imago van het mbo. Hoogste tijd om in actie te komen. De drie Limburgse ROC’s Leeuwenborgh, Arcus College en Gilde Opleidingen én AOC Citaverde hebben de handen in elkaar geslagen om de beeldvorming rondom het mbo in Limburg te verbeteren en zo nieuwe studenten aan te trekken. Senior communicatieadviseur bij Leeuwenborgh, Erwin Meesters, vertelt: “Als onderwijsinstellingen hebben we allemaal onze eigen uitdagingen en ambities. Maar allemaal moeten we de zeilen bijzetten om nieuwe studenten binnen te halen. Dat werkt ook door op de arbeidsmarkt, die staat te springen om mbo’ers. Niet voor niets wees de Provincie Limburg in haar ‘Kaderbrief

Onderwijs’ in 2016 op de cruciale rol van het mbo voor de regionale economie. Daarom hebben we als onderwijsinstellingen samen de campagne ‘Bazen van het mbo’ gelanceerd.”Erwin vervolgt: “Werk op mbo-niveau wordt traditioneel gezien als saai, laagbetaald en iets waar je vieze handen van krijgt. Dat klopt niet. Er gebeuren juist hele mooie, bijzondere en stoere dingen. In de campagne maken we dat visueel. In video’s laten we (voormalige) mbo-studenten zien die iets bijzonders doen en die trots zijn op hun mbo-achtergrond. Zij zijn de ‘bazen van het mbo’. De campagne speelt zich vooral online af: op de website bazenvanhetmbo.nl, via YouTube en de sociale mediakanalen van de opleidingen. De eerste reacties zijn heel positief. Over de samenwerking ben ik ook erg te spreken. Er is geen enkel gevoel van concurrentie. Iedereen is juist heel bevlogen om het gezamenlijke doel te bereiken: ‘ons’ mbo laten zien zoals het echt is. Hopelijk lukt het daarmee ook om meer studenten en zelfs docenten te werven.”

44

Page 24: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

46

beyond

Samenwerking tussen ROC Leeuwenborgh, gemeente Heerlen, Medtronic, Boston Scientific, Abbott Vascular, DocMorris, EKK Eagle Simrax en uitzendorganisaties Manpower en FlexpointActief sinds 2012

In 2012 gaf de directie van Medtronic tijdens de programmacommissie logistiek van Limburg Economic Development aan dat Medtronic zich enorme zorgen maakt over de toekomstige beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde medewerkers. Leeuwenborgh participeerde ook in deze commissie. Zo werd beyond geboren. In eerste instantie ontwikkelde Leeuwenborgh een speciale opleiding om bestaande medewerkers van Medtronic op de werkplek te ontwikkelen. De integratie van onderwijs- en werkprocessen bleek een succes. Daarom sloten ook andere bedrijven uit de medische logistiek en daaraan gekoppelde uitzendbureaus bij het samenwerkingsverband aan.

Erik Boskamp is programmamanager van beyond. Hij vertelt: “Medische logistiek vraagt om andere vaardigheden en kennis dan gewone logistiek. Daarom is het goed om nieuwe medewerkers hierin goed op te leiden en bestaande medewerkers te blijven trainen, bijvoorbeeld in LEAN six sigma.

Docenten van Leeuwenborgh verzorgen, samen met de trainers van de bedrijven, de trainingen op de werkplek. Met concrete opdrachten uit de praktijk en afgestemd op de werkprocessen van de organisatie. Dat is voor de medewerkers heel herkenbaar. Tegelijkertijd nemen de docenten zo actuele ontwikkelingen mee terug naar de ‘gewone’ logistieke opleidingen van Leeuwenborgh.”

Het doel van beyond gaat echter verder dan alleen op- leiden. Erik: “We willen met beyond het juiste logistieke talent voor de MedTech-bedrijven in de regio aantrekken, behouden en ontwikkelen. Daarom proberen we, onder andere via de uitzendbureaus, het imago van medische logistiek te versterken, om zo meer mensen voor het vak te werven. Sinds 2017 werken we ook aan het door ontwikkelen van medewerkers op niveau 3 en zij- instromers, waaronder langdurig werklozen. De aandacht ligt voor een groot deel bij het ontwikkelen van werk-nemersvaardigheden bij partnerbedrijf Eagle Simrax, onder begeleiding van medewerkers van Leeuwenborgh, Eagle Simrax en Manpower. Als het goed gaat, stromen de medewerkers na drie maanden door naar een van de andere bedrijven. Deze aanpak is behoorlijk succesvol, elke maand stromen drie tot vijf nieuwe medewerkers door!”

“Logistiek talent voor de MedTech­ bedrijven in de regio aantrekken, behouden en ontwikkelen”

ColofonConcept en redactie MockusTekst Mockus PR & Communicatie LeeuwenborghVormgeving MockusFotografie Photostique, MockusDrukwerk Andi Smart Print Solutions

Page 25: van Leeuwenborgh › assets › algemeen › LEE087_Ja... · een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen

www.leeuwenborgh.nl