tuurs verslag - Leeuwenborgh · Inleiding Leeswijzer “Dromen realiseren als missie”...

70
Bestuurs verslag 2016 ROC LEEUWENBORGH

Transcript of tuurs verslag - Leeuwenborgh · Inleiding Leeswijzer “Dromen realiseren als missie”...

Bestuurs verslag

2016

ROC LEEUWENBORGH

ColofonOntwerp & opmaak: Mockus i.s.m. PR&C ROC LeeuwenborghRedactie: Financieel Economische Zaken (FEZ)Drukwerk: ANDI Druk Beek

Inleiding

Leeswijzer

“Dromen realiseren als missie”

Leeuwenborgh maakt het verschil

Missie, visie, DNA en kernwaarden

Profiel

Organisatorische structuur

Juridische structuur

Organisatie Leeuwenborgh

Studenten

Studentenaantallen

Kwaliteitszorg: eigenaarschap en

willen weten waar we staan

Rapportage klachten en complimenten

Onderwijs en examinering

Sturen op verbetering en vernieuwing

Kwaliteitszorgcyclus

Audits

Inspectietoezicht en keurmerken

De menselijke maat

Gegevensset

Enkele definities

Financiën

Financieel resultaat

Treasurybeleid

Grondslagen

Helderheid

Overzicht financiële positie

Financiële kengetallen

Continuïteitsparagraaf

Inleiding

Beleid

Ontwikkeling studentenaantallen

Personele gegevens

Financiële gegevens

Rapportage aanwezigheid en werking van het

interne risicobeheersings- en controlesysteem

Rapportage toezichthoudend orgaan

Diplomaresultaat en jaarresultaat

Doorstroming binnen mbo (opstroom)

en naar hoger onderwijs

Studiewaarde

Percentage nieuwe VSV’ers

Examinering

Implementatie herziene kwalificatiestructuur

Personeel

Overzichten

HR-beleid

Ziekteverzuim

Internationalisering

ICT en Huisvesting

ICT

Huisvesting

Regelingen

a. Regeling Taal & Rekenen

b. Passend Onderwijs

c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW)

d. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroom

Kwaliteitsafspraken

Excellentie

Sector Educatie

Algemeen

Entreeopleiding

Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO)

VolwassenenEducatie (integratie & inburgering

en BasisEducatie)

Tevredenheid studenten

Tevredenheid werkveld

Raad van Toezicht

Raad van Toezicht: “Het uur U is aangebroken”

Studentenraad

Ondernemingsraad

Externe functies leden College van Bestuur

Externe functies leden Raad van Toezicht

Verklaring van het bevoegd gezag

Afkortingen

4

5

6

8

8

10

10

10

11

12

13

14

15

16

16

16

17

17

18

21

22

22

22

22

23

23

28

33

34

34

35

35

36

38

41

43

44

45

45

45

46

47

47

47

49

50

50

52

52

52

52

52

52

53

53

54

54

55

55

55

55

57

57

58

59

60

62

63

65

65

67

69

INhoud

Bestuursverslag4

InleidingIn dit bestuursverslag en het bijbehorende “De wereld van Leeuwenborgh” leest u over de resultaten van de inspanningen van onze studenten en medewerkers in 2016. Zij laten zien, dat ROC Leeuwenborgh (verder “Leeuwenborgh”) een lerende organisatie is, waar het fijn is om te werken en te studeren. Voor een beschrijving van de diversiteit van activiteiten binnen Leeuwenborgh, verwijzen we graag naar “De wereld van Leeuwenborgh”. Met dit bestuursverslag leggen wij verantwoording af over de geleverde inspanningen en de behaalde resultaten. Zo zijn de onderwijsopbrengsten in de voorbije vier jaar structureel gestegen in verhouding tot het gemiddelde van de roc’s in Nederland. Het terugbrengen van voortijdig schoolverlaten ging hiermee deels hand in hand. Ook de medewerkerstevredenheid ligt ruim boven het landelijk gemiddelde. Verder maken we in de continuïteitsparagraaf duidelijk, dat Leeuwenborgh een stevig fundament heeft om met vertrouwen de toekomst tegemoet te treden. Hoewel we met tevredenheid kijken naar de resultaten, zullen we zeker niet achterover gaan leunen. Zowel in de vertaling van ons nieuwe beleid voor de komende jaren naar praktische uitvoering als in het verder verbeteren van onze prestaties liggen de uitdagingen om Leeuwenborgh ook in 2020 met tevredenheid en trots zijn resultaten te laten zien. Mede dankzij onze Ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en de Studentenraad hebben we meer dan voldoende basis om in 2017 verder te werken aan nog betere en modernere onderwijskwaliteit.

Dank aan alle partners uit het bedrijfsleven, gemeentelijke en provinciale overheden en collega onderwijsinstellingen voor jullie vertrouwen. Zonder jullie partnership is goed MBO onderwijs niet mogelijk.

We wensen u veel leesplezier.

Jos Kusters Ferno SchneidersVoorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur

Wilt u reageren op de inhoud van dit bestuursverslag? Dat kan via [email protected]

Bestuursverslag5

In dit bestuursverslag wordt eerst de diversiteit aan activiteiten binnen Leeuwenborgh belicht vanuit het perspectief van het College van Bestuur. Dan volgt een beschrijving van onze missie, visie en organisatie.Het tweede gedeelte begint met de ontwikkeling van de studentenaantallen. Hierna leest u hoe wij onze kwaliteitszorg georganiseerd hebben en wat daarvan de resultaten zijn, inclusief een weergave van de klachtenrapportage.

Apart besteden we aandacht aan “de menselijke maat” van ons roc. Hierin laten we zien, dat zowel studenten als medewerkers zich goed voelen op een voor hen duidelijk herkenbare plek binnen Leeuwenborgh. Het volgende gedeelte bevat de gegevensset, die begint met de belangrijkste elementen van de jaarrekening. Dan volgt de continuïteitsparagraaf, waarin een vooruitblik op de komende drie jaar gegeven wordt. Vervolgens leest u, wat de onderwijsopbrengsten in het verslagjaar waren, weergegeven in jaarrendement, diplomarendement, opstroom binnen het mbo en doorstroming naar het hoger onderwijs. Ook het sociaal jaarverslag met de personeelsoverzichten maakt deel uit van deze gegevensset, net als de beschrijving van het voorbije jaar bij de sector Educatie.

Het bestuursverslag wordt afgesloten met informatie over de verschillende raden, de Raad van Toezicht, de Studentenraad en de Ondernemingsraad. Ook geeft de Raad van Toezicht hier zijn commentaar op de gang van zaken binnen Leeuwenborgh in 2016.

Lees- wijzer

“Dromen realiseren als missie”

Goede vakmensen, burgers en personen afleveren. Daar draait het om volgens Ferno Schneiders en Jos Kusters van het College van Bestuur van ROC Leeuwenborgh. Een stevige ambitie, die heel wat verder reikt dan het bieden van een goede opleiding…

Teams aan zetOm deze ambitie waar te kunnen maken, heeft Leeuwenborgh in 2015 het strategisch meerjarenplan ‘Leeuwenborgh maakt het verschil’ geïntroduceerd. Dit plan is samen met de medewerkers tot stand gekomen en voorziet in continue onderwijsvernieuwing vanuit de onderwijskundige teams. “De teams krijgen veel ruimte om hun eigen didactische uitwerking van Gepersonaliseerd Leren & Eigentijds Curriculum te ontwikkelen”, vertelt Ferno Schneiders. “Dat is ook nodig: elke student, elke opleiding en elk team is anders. Die diversiteit vraagt om een eigen aanpak per team, binnen de centrale kaders (zoals inspectie, financiën, huisvesting). Juist door de teams ruimte te geven, kunnen we werken aan de inhoudelijke kwaliteit én actualiteit van opleidingen. Zo komen we tot flexibel onderwijs, dat zowel aansluit bij de talenten van de studenten als bij de veranderende vraag vanuit het bedrijfsleven.”

Kwaliteiten benuttenIn 2015 en 2016 heeft Leeuwenborgh veel tijd gestoken in de voorbereidingen om deze innovatieve kijk op onderwijs mogelijk te maken. Jos geeft een voorbeeld: “Deze manier van werken vraagt veel van de teams. Om ze zo optimaal mogelijk te laten functioneren, hebben we gekozen voor kleinere teams en ‘Duaal Leiderschap’, ofwel twee leidinggevenden per team: een onderwijskundig leider en een opleidingsmanager. De opleidingsmanager is verantwoordelijk voor het organisatorisch reilen en zeilen van het team zoals financiën, roosters, vacatures etc. De onderwijskundig leider houdt zich binnen het team bezig met zaken als onderwijsontwikkeling, innovatie en onderzoek. Samen halen zij het beste in hun team naar boven, waarbij ieders kwaliteiten en talenten zo goed mogelijk worden benut. In de tweede helft van 2016 zijn we gestart met het aantrekken van deze onderwijskundige leiders. Begin 2017 zijn ze echt aan de slag gegaan. We hebben het volste vertrouwen in deze aanpak.”

Jos Kusters en Ferno Schneiders over ambitie

Bestuursverslag6

Out of the boxOok op andere fronten is er het afgelopen jaar hard gewerkt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ferno: “We vragen docenten om ‘out of the box’ te denken, met nieuwe ideeën te komen. Daarbij is ieders inbreng – jong, oud of zij-instromer – van harte welkom. Ook daar geldt weer dat juist de diversiteit zorgt voor nieuwe invalshoeken binnen de lerende organisatie. Daarnaast doen we veel moeite om te voorkomen dat studenten uitstromen zonder diploma of werk. We geven de student de aandacht die hij nodig heeft om tot bloei te komen. Natuurlijk is arbeidsmarktrelevantie belangrijk voor de inhoud/kwaliteit van een opleiding. Maar het is ook belangrijk dat we bijdragen aan de dromen van studenten. Soms is het diploma een beginpunt, bijvoorbeeld om door te stromen naar het hbo. We bieden onze studenten daar een goede voorbereiding voor, waardoor ze het relatief goed doen op de verschillende hbo-opleidingen.”

Blijven ontwikkelenZo worden de positieve veranderingen langzaam maar zeker steeds zichtbaarder. Daar zijn beide bestuurders erg blij mee. Jos: “We hebben er vertrouwen in dat we met Leeuwenborgh echt het verschil kunnen maken. Dat is ook nodig; de veranderende wereld vraagt om burgers

en medewerkers die goed voorbereid zijn op de toekomst, eigen keuzes kunnen maken en zich blijven ontwikkelen. Dat geldt voor de maatschappij in het algemeen, maar zeker ook voor het bedrijfsleven. Daarom zoeken we actief de samenwerking met het bedrijfsleven op. We streven naar kwalitatief goede stagemogelijkheden. Ook ontwikkelen we samen met bedrijven in o.a. de Medtech-sector, ziekenhuizen, Q-Park en VDL Nedcar trainingen en opleidingen voor medewerkers ter plaatse. De actuele informatie die wij daaruit ophalen, vertalen we weer naar ons reguliere onderwijs. Ook kijken we goed naar de behoeftes van het bedrijfsleven. Het Techniekcollege, waarin we samen met Arcus optrekken, is daar een goed voorbeeld van. Door samen te werken houden we de kwaliteit van het techniekonderwijs in de regio in stand en kunnen we voorzien in de groeiende vraag naar goed opgeleid technisch personeel.”

Vraag naar mbo’ersFerno vult aan: “De vraag naar mbo-geschoold personeel neemt de komende tijd flink toe: de komende jaren verwachten we maar liefst 15.000 vacatures in deze regio! Zuid-Limburg profileert zich steeds meer als een kennisregio, maar vergeet niet: al die kennis moet worden omgezet in concrete producten en diensten. Voor elke universitair geschoolde ‘bedenker’ zijn zo’n 5 tot 6 mbo’ers nodig om het te maken of te regelen. Kortom, het belang van het mbo voor de samenleving wordt alleen maar groter. Het is dan ook de hoogste tijd dat het imago van het mbo positiever wordt, zodat het geen ‘schande’ meer is om een vakman of vrouw te zijn. Een goede tegelzetter of procesoperator verdient meer dan een hbo’er met een kantoorbaantje. En: zonder mbo’ers is het mkb ten dode opgeschreven. Dat is voor ons dé drijfveer om van Leeuwenborgh een top-ROC te maken. Met ‘Leeuwenborgh maakt het verschil’ zijn we goed op weg om dromen te realiseren en die missie te laten slagen!”

“Natuurlijk zijn wij er als onderwijsinstelling voor om ervoor te zorgen dat onze studenten met een mbo- diploma op zak van school gaan”, begint CvB- voorzitter Jos Kusters zijn verhaal. “Maar nog meer dan dat willen we studenten afleveren die klaar zijn voor de wereld en de arbeidsmarkt. Die hun vak beheersen en snel en duurzaam inzetbaar zijn in bedrijven in de regio. Vakmensen die in staat zijn mee te denken, initiatief te nemen en iets te betekenen voor de maatschappij. Die net iets extra’s kunnen geven. Dat vraagt om onderwijs dat net een stapje verder gaat.”

Bestuursverslag7

8

In 2014 en de eerste helft van 2015 zijn we intensief met elkaar bezig geweest onze strategie te herijken. Dit is een intensief proces geweest, waarin de hele organisatie heeft geparticipeerd. Het resultaat – Leeuwenborgh maakt het verschil – is onderstaand beschreven in missie, visie, DNA en kernwaarden.

Missie, visie, DNA en kernwaarden Onze belofte: wij maken het verschil Onze maatschappelijke omgeving verandert razendsnel. Niet alleen politiek en sociaal maar ook demografisch, technologisch en ecologisch. Wij leiden jong volwassenen op voor de toekomst, voor werk, maar ook voor hun functioneren als persoon en als burger in deze dynamische omgeving. Onze studenten mogen erop rekenen, dat wij hen daar adequaat op voorbereiden. Dat betekent voor ons, dat wij recht doen aan verschillen in studenten, medewerkers, werkgevers, onderwijspartners en onze maatschappelijke omgeving, vanuit onze eigenheid, onze eigen geschiedenis en de ambities van medewerkers en studenten voor de toekomst.

Wij maken het verschil door een hoge onderwijskwaliteit te leveren met excellent, gepersonaliseerd onderwijs en met een eigentijds curriculum. Wij maken het verschil door ons intensief te verbinden met andere onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke instellingen. Wij durven keuzes te maken, omdat we willen excelleren. Excellentie vraagt om bevlogen en goed toegeruste medewerkers, die kunnen binden en boeien. Net als onze studenten kunnen onze professionals zich optimaal ontwikkelen op de wijze, die het beste bij hen past. Ze kunnen vertrouwen op een uitstekende basiskwaliteit, goede faciliteiten en moderne middelen zoals ICT.

Op elke van bovenstaande terreinen hebben we strategische doelen vastgesteld, die de komende jaren worden gerealiseerd. De kwaliteitsafspraken die Leeuwenborgh met de minister afspreekt, lopen hiermee parallel. Onze ambities aangaande gepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum zijn daarin leidend.

Met kwaliteitszorg en praktijkgericht onderzoek ondersteunen wij onze keuzes resultaatgericht.

De tevredenheid van onze studenten, medewerkers en externe relaties, onze onderwijsresultaten in relatie tot de kwaliteitsafspraken en het toezichtkader, en de financiële situatie van onze organisatie meten wij systematisch aan de hand van indicatoren. Niet alleen omdat dat van ons verwacht wordt, maar vooral omdat we een wezenlijk verschil willen maken.

Onze MissieLeeuwenborgh biedt, in nauwe samenwerking met zijn partners in de regio, zijn studenten een solide en duurzame basis voor persoonlijke ontwikkeling, burgerschap en werk (dan wel succesvolle doorstroom naar vervolgonderwijs).

Leeuwenborgh maakt het verschil

8

Onze onderwijsvisieMet Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum leveren onze teams maatwerk en sluiten wij aan bij de verschillen tussen studenten en bij de dynamiek van onze omgeving. In nauwe samenwerking met onze omgeving creëren wij daarmee de condities voor ontwikkeling van onze studenten, medewerkers en partners. Met deze visie, als anker voor onze strategie, maken wij het verschil en dragen wij bij aan hun toekomst en die van onze regio. Leeuwenborgh maakt het verschil door binnen wettelijke kaders, met Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum recht te doen aan verschillen tussen studenten, medewerkers, bedrijven en regiopartners.

Strategische ordeningsprincipes: ons DNAOm studenten en medewerkers goed te equiperen voor de toekomst heeft Leeuwenborgh de opdracht zijn curriculum eigentijds in te richten met een hoge kwaliteitsstandaard. Onze strategische doelen worden daarom opgesteld, uitgevoerd en bewaakt langs de meetlat van ons DNA. Onderstaande bouwstenen van ons DNA zien we niet los van elkaar: in balans en in samenhang helpen zij ons om aan de gewenste kwaliteitsstandaard te voldoen.

FlexibiliteitGepersonaliseerd leren en een eigentijds curriculum vragen om flexibiliteit. Met flexibiliteit kunnen wij recht doen aan de verschillen en maatwerk leveren. Flexibiliteit in ons curriculum, in de systemen die ons onderwijs en onze organisatie ondersteunen en flexibiliteit van onze interne organisatie en alle medewerkers.

Adaptief vermogenAanpassing aan onze omgeving is nodig om een goede invulling te geven aan onze maatschappelijke opdracht. Omgevingsbewustzijn, een hechte verbinding met de Euregio en nauwe samenwerking met onze regiopartners waarborgen onze aansluiting op relevante ontwikkelingen in onze omgeving.

DiversiteitWe koesteren diversiteit in studenten, docenten, teams, opleidingen en beroepen. We waarderen de verschillen, omdat we ervan overtuigd zijn, dat diversiteit ons helpt om onze dromen waar te kunnen maken, beter onderwijs te verzorgen en daarin ook succesvol te zijn.

Centrale kadersWe geven diversiteit de ruimte binnen centrale kaders. Dat zijn kaders, die we zelf belangrijk vinden of die we moeten hanteren van onze opdrachtgevers, zoals de wettelijke kaders. Zij scheppen ruimte, geven rust en bieden houvast. Centrale kaders borgen onze visie, kwaliteit en investeringen en gelden voor iedereen (afspraak is afspraak).

Leeuwenborgh maakt het verschil9

Onze interne kernwaarden We verwachten en vragen veel van onze medewerkers, immers zij bepalen de kwaliteit van het onderwijs inclusief de daaraan gekoppelde ondersteuning. Wij hebben ook hoge verwachtingen van onze studenten. Leeuwenborgh studenten en medewerkers kenmerken zich door drie gezamenlijke kernwaarden:

Positief: het glas is halfvol, we werken continu aan onze eigen ontwikkeling;Prikkelend: we zoeken onconventionele oplossingen en durven collega’s aan te spreken; Nieuwsgierig: we kijken om ons heen en werken continu aan onze eigen ontwikkeling.

ProfielLeeuwenborgh is een regionaal opleidingencentrum in Zuid-Limburg. De bijna 800 medewerkers zorgen ervoor, dat een kleine 10.000 studenten beroepsonderwijs en educatie aangeboden krijgen in de sectoren CIOS, Uiterlijke verzorging en Veiligheid, Economie, Educatie, Techniek en Zorg en Welzijn. Daarnaast werkt het roc intensief samen met het regionale bedrijfsleven, collega-onderwijsinstellingen en de gemeenten en verzorgen de medewerkers onder meer bedrijfsopleidingen.

Organisatorische structuurLeeuwenborgh wordt aangestuurd door een tweehoofdig College van Bestuur, gevormd door de voorzitter, Jos Kusters, en collegelid Ferno Schneiders. Het college legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De ondernemingsraad en studentenraad geven regelmatig advies dan wel instemming op majeure organisatievraagstukken.Het college wordt bijgestaan door een afdeling PR & Communicatie, het bestuurssecretariaat, waaronder de bestuurssecretaris en sinds september 2016 door de afdeling Compliance en Control, waaronder de instellingscontroller.

Om studenten, ouders, medewerkers, bedrijven en organisaties binnen Leeuwenborgh zo goed mogelijk te kunnen helpen en informeren, is Leeuwenborgh onderverdeeld in een portaal, sectoren en diensten.• Het Loopbaanportaal: dit portaal onderhoudt de

contacten met studenten.

De kern van de opleidingen wordt gevormd door vijf sectoren. Deze bieden beroepsopleidingen, algemene opleidingen en volwasseneneducatie in diverse richtingen aan:• sector Economie; • sector CIOS, Uiterlijke verzorging, Veiligheid;• sector Techniek;• sector Zorg & Welzijn;• sector Educatie.

De sectoren en portalen worden ondersteund door de diensten. Leeuwenborgh kent de volgende diensten:• Bedrijfsdienst; • Human Resources; • Strategie & Beleid; • Financieel Economische Zaken.

Daarnaast wordt Leeuwlicious, de catering, uitgevoerd door LTOC bv.

Juridische structuurLeeuwenborgh is een stichting, die statutair zetelt in Sittard. De formele benaming bij de Kamer van Koophandel is Stichting voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Westelijk Zuid-Limburg. Daarnaast is er de Stichting Sité, waarvan het college ook het bestuur vormt en waarvan de Raad van Toezicht bestaat uit een deel van de Raad van Toezicht van Leeuwenborgh. Tenslotte is Leeuwenborgh enige aandeelhouder van Leeuwenborgh Training- en Opleidingscentrum Sittard B.V.

Leeuwenborgh maakt het verschil10

Sector Economie• Commercieel / Bank-

& Verzekeringswezen• Financiële Beroepen• Handel• ICT-Lyceum• Juridisch• Leeuwfit4you• Logistiek• Secretarieel• Toerisme

Sector CUvV• Beveiliging• CIOS• Schoonheids- &

Voetverzorging• Veiligheid &

Vakmanschap

Sector Techniek• Bouw-Infra• Elektrotechniek• Fijnmechanische

Techniek• Laboratorium-

techniek• Luchtvaarttechniek• Maintenance• Procestechniek

Sector Zorg & Welzijn• Haarverzorging• MZ + Help BOL MST• MZ + Help BOL STD• PW/OA BOL MST• PW/OA BOL/BBL STD• Verplegende• Verzorgende + help

BBL

Sector Educatie • Entree opleidingen• I&/BE• VAVO

• Loopbaanportaal

Strategie & Beleid

Human Resources

Financieel Economische Zaken

Bedrijfsdienst

Centrale staf

Compliance & Control

• Ondernemingsraad Studentenraad Ouderraad

College van Bestuur

Raad van Toezicht

Onderwijs

Ondersteuning

Medezeggenschap

Sturing

Toezicht

Leeuwenborgh maakt het verschil11

StudentenStudentenaantallen

In de tabel op de volgende bladzijde is te zien, dat de studentenaantallen bij Leeuwenborgh na jaren van daling gestegen zijn. De stijging van ruim 3%

brengt ons weer op het niveau van 2014-2015. Techniek kent zowel voor de bol- als voor de bbl-opleidingen een kleine daling, alle andere opleidingen

stijgen in studentenaantal, wanneer we die op sectorniveau vergelijken met de cijfers van het vorig jaar. Het lijkt erop, dat we de vruchten plukken

van herstellende economie. Daarnaast sterkt het ons in de overtuiging, dat we met ons onderwijs op de goede weg zijn: we bieden kwaliteit en

dit wordt ook herkend en erkend. Bij Educatie is er een toename van het aantal trajecten, met name bij de Inburgering. Het aantal mensen dat een

traject Nederlands als tweede taal via de gemeente volgt, is in vergelijking met vorig jaar afgenomen, terwijl het aantal inburgeringstrajecten met ongeveer 30% is toegenomen, mede een zichtbare consequentie van de

toegenomen immigratie.

12

Aantal studenten ROC Leeuwenborgh op 1 oktober 2016 (bekostigbaar)

Ontwikkeling studentenaantallen

NB. Tot 2016-2017 telden haarverzorging, handel en toerisme bij de sector Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid mee.

NB. Tot 2016-2017 telden haarverzorging, handel en toerisme bij de sector Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid mee. Tussen haakjes staan de cijfers cf. de indeling van voorgaande jaren.

Sector

Techniek

Economie (incl. handel en toerisme)

Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid

Zorg en Welzijn (incl. haarverzorging)

Educatie

Totaal beroepsonderwijs

Beroepsopleidende leerweg

Techniek

Economie (v.a. 16-17 incl. handel en toerisme)

Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid

Zorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)

Educatie

Totaal beroepsopleidende leerweg

Beroepsbegeleidende leerweg

Techniek

Economie (v.a. 16-17 incl. handel en toerisme)

Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid

Zorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)

Educatie

Totaal beroepsbegeleidende leerweg

Totaaloverzicht

Techniek

Economie (v.a. 16-17 incl. handel en toerisme)

Cios, Uiterlijke verzorging en Veiligheid

Zorg en Welzijn (v.a. 16-17 incl. haarverzorging)

Educatie

Totaal bol en bbl

bol

1.051

1.939

1.453

1.408

133

5.984

bbl

243

241

27

303

5

819

totaal

1.294

2.180

1.480

1.711

138

6.803

2014-2015

1.043

1.457

2.058

1.270

170

5.998

2014-2015

321

74

135

291

821

2014-2015

1.364

1.531

2.193

1.561

170

6.819

2015-2016

1.073

1.396

2.110

1.202

118

5.899

2015-2016

258

93

110

231

1

693

2015-2016

1.331

1.489

2.220

1.433

119

6.592

2016-2017

1.051

1.939 (1.399)

1.453 (2.158)

1.408 (1.243)

133

5.984

2016-2017

2016-2017

243

241 (139)

27 (134)

303 (298)

5

819

2016-2017

1.294

2.180 (1.538)

1.480 (2.292)

1.711 (1.541)

138

6.803

Studentenaantallen13

Kwaliteits-zorg:

eigenaar-schap en willen

weten waar we staan

14

Om teams echt eigenaar te laten zijn van hun teamplan zijn in september 2016 alle onderwijsteams van ons roc gaan werken met de systematiek van het doorlopend teamplan. Aanleiding voor de invoering hiervan zijn de resultaten uit de pilot van het project Kwaliteitsborging, waarbij zes onderwijsteams ervaring met het doorlopend teamplan hebben opgedaan. Een tweede aanleiding vormde de conclusie van de inspectie in het rapport van januari 2016 dat het werken met een doorlopend teamplan waarin alle verbeteractiviteiten zijn opgenomen, een grote verbetering is ten opzichte van de voorheen gebruikte systematiek. “De teams zijn hiermee nu zelf eigenaar van hun plannen en hebben een totaaloverzicht van alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten.” Behalve de onderwijsteams is op eigen verzoek ook een groot aantal teams van de bedrijfsdienst en het loopbaanportaal met het doorlopend teamplan gaan werken.

De herijking van de organisatie, die momenteel uitgevoerd wordt, heeft ook invloed op de organisatie van de kwaliteitszorg. Ons kwaliteitszorgsysteem heeft zich jarenlang zo ontwikkeld, dat het daadwerkelijk positieve invloed heeft op de kwaliteit van ons onderwijs, waar met name de onderwijsteams mee bezig zijn. We hebben een goed beeld van de doelen die we willen bereiken en de resultaten die we willen behalen. Het vastgestelde strategisch beleidsplan “Leeuwenborgh maakt het verschil” in combinatie met het nieuwe Onderzoekskader 2017 van de inspectie maakt, dat Leeuwenborgh op het kantelpunt staat om het beleid rondom kwaliteitszorg te herijken. Om te weten waar we staan, hebben we ons aangemeld voor de Instellingsaudit van het Kwaliteitsnetwerk MBO: een audit naar het kwaliteitssysteem. De Instellingsaudit geeft inzicht in de ontwikkelingsfase van het kwaliteitssysteem van Leeuwenborgh. Het geeft tevens inzicht in de stappen die Leeuwenborgh verder kunnen helpen om het niveau van de kwaliteitsborging te verhogen. De Instellingsaudit is op verzoek van Leeuwenborgh gecombineerd met een Governancescan Examinering. Hierbij worden de sturing op de thema’s examinering en diplomering, het toezicht daarop en de transparantie daarvan onderzocht. Wettelijke kaders en instellingskaders zijn hierbij het uitgangspunt. Het eerste onderdeel van deze onderzoeken, “de dialoog”, een gesprek tussen het auditteam en Leeuwenborgh, is in december uitgevoerd. De bijbehorende verificatieonderzoeken bij de teams vinden in januari 2017 plaats, waarna wij het auditrapport met veel belangstelling tegemoet zien.

Het College van Bestuur heeft de opdracht gegeven om in 2016 de exameninrichting / -organisatie en de samenstelling van de examencommissies te herbezien, vanwege de veranderende wetgeving en kaders die zijn vastgelegd in “LMHV–herinrichting fase 1”. Eind 2016 is hiervoor een kaderstellend besluit door het College genomen.

Rapportage klachten en complimentenLeeuwenborgh heeft een Leeuwenborgh-brede klachtenprocedure. Dit wil zeggen dat deze procedure wordt gebruikt door alle sectoren, portalen en diensten en op centraal niveau. Tevens geldt deze procedure voor zowel externe belanghebbenden (o.a. studenten, ouders, toeleverende scholen, afnemende scholen, werkvelden) als voor interne belanghebbenden (de medewerkers van Leeuwenborgh).

Een goede klachtenbehandeling is niet alleen voor de klager maar ook voor de school van belang. Streven naar kwaliteit vraagt om voortdurende reflectie en verbetering; bijvoorbeeld als het gaat om professionalisering van medewerkers op het gebied van klachtenbehandeling. Inzicht in de processen van een organisatie die mislopen en die goed gaan, is een belangrijke bron van informatie. In onze samenleving waar scholen zich dienstverlenend opstellen, mag verwacht worden, dat er kwaliteit geleverd wordt. Als dat niet gebeurt, moet dit herkend en erkend worden, zodat je verbeteracties kunt inzetten.

Als het niet lukt om een klacht te voorkomen, is het belangrijk, dat er de mogelijkheid is voor het indienen van een klacht. Leeuwenborgh maakt gebruik van het meld- en registratiesysteem Smile. Klachten kunnen gemeld worden via een button op de website of in het intranet Fronter.

Het aantal meldingen laat al twee jaar een stijging zien. In 2016 zijn 162 meldingen in behandeling genomen ten opzichte van 130 meldingen in 2015. Dit is een toename van 24%. Bij de meldingen van onvrede (150 in 2016) zien we een verdere toename in aantal ten opzichte van 2014 en 2015. Bij complimenten (7) en suggesties ter verbetering (3) zien we een minimale toename. Het aantal klachten (2) is gelijk gebleven.

We streven ernaar, conform onze klachtenprocedure, om meldingen binnen 6 weken volledig af te handelen. In 2014 lukte dit bij 88% van de meldingen en was de afhandelingstijd als prestatie-indicator opgenomen in de jaarplannen van de directeuren. In 2015 was 85% van de meldingen binnen de normtijd afgerond en in 2016 was dit 78%. Deze stijging van de overschrijding ligt met name bij de meldingen van de Bedrijfsdienst. Overschrijding van de normtijd is te wijten aan enerzijds het niet tijdig administratief afhandelen van de melding in Smile en anderzijds een vertraging op de inhoud van de melding of afhandeling. Ook komt het voor dat de melder aangeeft, dat de melding nog niet mag worden gesloten omdat deze nog niet naar tevredenheid is afgehandeld.

Kwaliteitszorg15

Het aantal meldingen over de Bedrijfsdienst blijft in vergelijking met de andere organisatieonderdelen hoog. De meldingen bij de Bedrijfsdienst betreffen veelal technische en facilitaire zaken (parkeerproblematiek Maastricht Sibemaweg en Sittard Arendstraat, klimaatbeheersing Maastricht, ICT-faciliteiten zoals netwerk en wifi).

De lijnverantwoordelijke bij wie een melding is binnengekomen, beoordeelt deze als gegrond, ongegrond, of niet te beoordelen. In vergelijking met 2015 is een kleiner aantal klachten gegrond verklaard (54% in 2016 versus 65% in 2015). Het aantal klachten dat ongegrond verklaard is, is gedaald van 33% naar 15%.

Onderwijs en examinering

Sturen op verbetering en vernieuwingHet is voor leidinggevenden op alle organisatieniveaus belangrijk om te kunnen sturen op de gewenste resultaten en doelstellingen. Leeuwenborgh gebruikt hiervoor op instellings- en directieniveau sinds 2013 de A3-systematiek. De A3-systematiek is een benadering voor het ontwikkelen van jaarplannen én het monitoren en bijsturen daarvan.

Gebleken is dat de A3-systematiek op onderwijsteamniveau geen garantie is voor met name verbetering en verankering bij kwaliteitsborging. Vandaar dat na een succesvolle pilot alle onderwijsteams in 2016 met het doorlopend teamplan zijn gaan werken. Het doorlopend teamplan – doorlopend, want het wordt niet voor een bepaalde periode gemaakt – bevat alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten en wordt tussentijds bijgesteld, wanneer bijvoorbeeld bevindingen van audits, panelgesprekken, tevredenheidsmetingen, lesbezoeken, nieuwe Leeuwenborgh- of sectordoelen voorhanden zijn. Bij nieuwe bevindingen wordt de analyse hiervan opgenomen in het plan en op basis daarvan wordt een resultaat of doelstelling opgesteld. Iedere doelstelling heeft een houder en van de doelstellingen

wordt het tijdpad, waarin eraan gewerkt wordt, met de bijbehorende activiteiten vastgelegd. Het team is eigenaar van het plan en stelt dit gezamenlijk op met en onder verantwoordelijkheid van de opleidingsmanager. De relatie met de A3-jaarplannen op directie- en Leeuwenborgh-niveau blijft met deze systematiek uitstekend gewaarborgd.

De onderdelen van het doorlopend teamplan worden regelmatig tijdens teamvergaderingen besproken, zodat ieder teamlid de inhoud van het plan kent en het daardoor draagvlak heeft. Dit heeft ook als gevolg dat er sprake is van een planmatige en cyclische aanpak van plannen, uitvoeren en evalueren van vooraf bepaalde doelstellingen op teamniveau: kwaliteitszorg op het juiste niveau. De realisatie van de plannen wordt gevolgd in de managementgesprekken, die drie keer per jaar periodiek op iedere bestuurslaag worden gevoerd tussen de leidinggevende en de resultaatverantwoordelijke.

KwaliteitszorgcyclusDe kwaliteitszorgcyclus rondom kwaliteit van onderwijs en examinering wordt in de sectoren, bij de Bedrijfsdienst en bij het Loopbaanportaal ondersteund door een kwaliteitsmedewerker. De kwaliteitszorgcyclus maakt integraal onderdeel uit van de PDCA Cyclus van Leeuwenborgh zoals deze is vastgesteld in november 2015 door het College van Bestuur. De Leeuwenborgh-brede P&C-kalender maakt onderdeel uit van deze cyclus en ondersteunt de sturing van kwaliteitszorg. Jaarlijks worden tevredenheidsmetingen uitgevoerd onder verschillende doelgroepen: studenten, bedrijven en medewerkers. De roc-brede metingen staan hieronder vermeld. In 2016 heeft de tweejaarlijkse, landelijke Job-enquête plaatsgevonden, de waarderingsmeting bij zittende studenten. Metingen middels de Job-enquête wordt altijd gevolgd door panelgesprekken op basis waarvan de teams, indien nodig, verbeterdoelstellingen opnemen in hun doorlopend teamplan. In 2016 zijn de teams – waar nodig – aan de slag gegaan met de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO).

Job-enquête

Waarderingsmeting bedrijven

MTO

doelgroep

Alle MBO-studenten

bpv-bedrijven

Medewerkers

frequentie

Om het jaar

Om het jaar, wisselend per team

Om het jaar

jaar

2012, 2014,2016

2011/2012, 2013/2014 2014-2015

2013, 2015

Kwaliteitszorg16

AuditsIn 2016 was de auditkalender 2016 een eenjarig vervolg op de vorige auditkalender 2012-2014 met addendum 2015. Eenjarig, omdat in 2016 een besluit werd genomen over inrichting en positionering van kwaliteitszorg en control. In 2016 hebben de volgende audits plaatsgevonden:

KeurmerkenKeurmerk Inburgering:Op basis van de audit door KIWA in maart 2016 is het keurmerk inburgering van de Stichting Blik op Werk ook in 2016 verlengd.

Luchtvaarttechniek De opleiding heeft in 2016 de erkenning voor haar opleiding voor de Part 147 categorie A en B1.1 behouden. Daarnaast is de licentie uitgebreid met de categorie B2.

Erkenning EVC-centrum Leeuwenborgh is eind 2011 door het ministerie van OCW officieel erkend als EVC-aanbieder. EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. In 2016 is na een herbeoordeling een EVC-verklaring voor de duur van achttien maanden afgegeven.

Afwijking van de wettelijke onderwijstijd.Voor twee opleidingen (beveiliging en handel niveau 2) heeft het CvB toestemming verleend om af te wijken van de onderwijstijd. Dit is gebeurd na instemming door de studentenraad. De toestemming is verleend op basis van een vastgestelde procedure, bijgesteld in 2016, waarin criteria en werkwijze voor aanvraag van afwijking zijn vastgelegd.

De externe audit bij de opleiding commercieel medewerker binnendienst betrof een thema-audit naar het verbetertraject ten aanzien van Examinering en diplomering. Bij deze audit is met name gekeken naar de verbeteringen die de opleiding ondertussen heeft gerealiseerd. Zowel de interne als de externe audits resulteren in een auditrapport. Dit rapport wordt aangeboden aan de opleidingsmanager c.q. dienstmanager, de sector- c.q. dienstdirecteur en het CvB. Enkele weken daarna vindt er een gesprek plaats tussen het CvB, de opleidings-/dienstmanager

en de directeur van de betrokken opleiding of afdeling over het auditrapport. De in het doorlopend teamplan opgenomen en te realiseren verbeterdoelen en bijbehorende acties zijn dan onderwerp van gesprek. De voortgang van de verbeteringen wordt gemonitord door het opleidingsteam, dat daarin ondersteund wordt door de kwaliteitsmedewerker. Terugkoppeling van de voortgang en de resultaten vindt plaats in de reguliere managementgesprekken tussen opleidings-, of dienstmanager en directeur en tussen directeur en CvB.

Inspectietoezicht en keurmerkenIn 2016 zijn door de inspectie van het onderwijs de volgende onderzoeken uitgevoerd:

Sector/Dienst/Portaal/Instelling

CUvV

Economie

Zorg & Welzijn

Economie

Bedrijfsdienst

Educatie

Instelling

Opleiding

Sport en bewegingsleider

Commercieel medewerker binnendienst

Medewerker marketing en communicatie

(marketingmedewerker)

Medewerker marketing en communicatie

(medewerker evenementenorganisatie)

Oordeel

Voldoende

Voldoende

Voldoende

Voldoende

Externe audit

x

x

x

x

Opleiding/Afdeling

Schoonheids- en voetverzorging

Juridisch

Haarverzorging

Commercieel medewerker (thema examinering)

Studentenadministratie

Entree

Instellingsaudit kwaliteitsnetwerk mbo

Interne audit

x

x

x

Betrof

Onderzoek naar kwaliteitsverbetering betreffende opbrengsten

Naleving wettelijke vereisten (registratie en melding van

ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten)

Naleving wettelijke vereisten (registratie en melding van

ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten)

Naleving wettelijke vereisten (registratie en melding van

ongeoorloofd verzuim en voortijdig schoolverlaten)

Kwaliteitszorg17

18

De menselijke

maatEind 2015 ontstond commotie in de Tweede Kamer met betrekking tot wat later betiteld werd als “de menselijke maat” van de roc’s. In antwoord hierop geeft elk roc in het bestuursverslag zijn kijk op de stand van zaken ten aanzien van deze menselijke maat op het eigen roc. In de resultaten in dit bestuursverslag is te lezen

hoe Leeuwenborgh presteert en wat zijn stakeholders vinden van de gang van zaken in 2016. Toch willen we hier ook nog expliciet aandacht besteden aan onze kijk op de menselijke maat binnen

Leeuwenborgh.

18

StudentenLeeuwenborgh is een middelgroot roc met een kleine 10.000 studenten, waarvan iets minder dan 7000 bekostigde mbo-studenten. Het merendeel van hen krijgt onderwijs in een van de vier grotere vestigingen. Twee vestigingen, de Milaanstraat in Sittard en de Horsterweg in Beek, herbergen studenten van één sector. In de twee andere vestigingen, aan de Arendstraat in Sittard en de Sibemaweg in Maastricht, zijn vier sectoren gehuisvest. Elke sector heeft op beide plekken eigen, herkenbare gebouwdelen ter beschikking, waarbinnen de afzonderlijke afdelingen ook weer onderscheiden zijn. Hierdoor hebben studenten steeds een eigen gedeelte waarin ze zich thuis voelen. Naast de sectoren heeft Leeuwenborgh ook een Loopbaanportaal, waarin de intake en de tweedelijns begeleiding vorm gegeven worden.Zoals verderop in dit bestuursverslag te lezen valt, heeft Leeuwenborgh een actieve studentenraad, die zich ook

– getuige de behaalde resultaten – gehoord weet. In het traject in de richting van goedkeuring van de hoofdlijnen van de begroting, waarin zowel de raden een belangrijke rol spelen, wordt de studentenraad actief meegenomen. In 2016 is weer de tweejaarlijkse JOB-enquête afgenomen om de studenttevredenheid te meten en te vergelijken met de andere roc’s. Naar aanleiding van de uitslagen van deze meting worden er op teamniveau in alle sectoren panelgesprekken met studenten gevoerd om na te gaan waar verbeteringen nodig en mogelijk zijn. De afgesproken verbeteracties worden vervolgens door de teams opgenomen in hun doorlopend teamplan. Zoals in de paragraaf over de studenttevredenheid te lezen is, blijkt uit de resultaten van de laatste JOB-monitor, dat de studenttevredenheid van de studenten van Leeuwenborgh op nagenoeg alle onderdelen hoger scoort dan het landelijk gemiddelde. Dat is ook te zien in het volgende dashboard:

Algemeen oordeel over schoolscore: landelijk gemiddelde:56% 52%

(Studie)loopbaan begeleidingscore: landelijk gemiddelde:50% 48%

Stage (BOL)score: landelijk gemiddelde:60% 58%

Studeren met een beperking

Geen clusterscores mogelijk

Toetsing en examineringscore: landelijk gemiddelde:71% 67%

Onderwijstijd

Geen clusterscores mogelijk

Werkplek (BBL)score: landelijk gemiddelde:66% 67%

Informatiescore: landelijk gemiddelde:57% 53%

Studiebegeleidingscore: landelijk gemiddelde:59% 58%

Vaardigheden en motivatiescore: landelijk gemiddelde:52% 51%

Sfeer en veiligheidscore: landelijk gemiddelde:64% 65%

Rechten en plichtenscore: landelijk gemiddelde:48% 47%

Onderwijsfaciliteitenscore: landelijk gemiddelde:58% 62%

Lessenscore: landelijk gemiddelde:56% 54%

Inspraak

Geen clusterscores mogelijk

De menselijke maat19

Uitgenodigd: 2.727 Ingevuld: 562 Bedrijven: 477 Opleidingen: 64

Uitgenodigd: 188.636 Ingevuld: 35.922 Bedrijven: 28.102 Opleidingen: 418

Uitgenodigd: 421 Ingevuld: 197 Bedrijven: 178 Opleidingen: 49

Uitgenodigd: 25.349 Ingevuld: 11.511 Bedrijven: 10.264 Opleidingen: 342

Ditzelfde beeld komt uit de verderop in dit bestuursverslag besproken bpv-monitor naar voren. De eindwaardering van zowel de bedrijven als de studenten ligt in lijn met het landelijk gemiddelde.

MedewerkersOok onze medewerkers voelen zich prima op hun gemak binnen ons roc, getuige de bovengemiddelde resultaten in het meest recente medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO), die verder besproken worden in het hoofdstuk over het personeel. Uiteraard blijven er altijd verbeterpunten, maar daar wordt door alle teams hard en gestructureerd aan gewerkt. Aan de hand van de uitkomsten van het MTO heeft ieder team een verbeterplan opgesteld. De vorderingen hiervan worden periodiek in de managementgesprekken met de directeur en tussen directeur en CvB besproken.

Leeuwenborgh kent een actieve ondernemingsraad, die over een scala aan onderwerpen meepraat, zowel in de centrale overleggen als in bijvoorbeeld het maandelijkse overleg van de financiële commissie met de directeur FEZ. Hier vinden ook de voorbereidende besprekingen plaats om de OR goed beslagen ten ijs te laten komen bij het meepraten over de hoofdlijnen van de begroting.

Binnen Leeuwenborgh is veel aandacht voor professionalisering. In de goed bezochte en gewaardeerde Onderwijscafés, die drie maal per jaar georganiseerd worden, vindt scholing en kennisdeling plaats tussen de medewerkers onderling. Daarnaast ontplooit het CvB een aantal initiatieven, die de onderlinge communicatie en verbondenheid bevorderen. Zo wordt er geregeld een Bestuursjournaal gepubliceerd door het CvB en vindt een centrale bijeenkomst plaats aan het begin van het kalenderjaar, die helemaal in het teken staat hiervan. Ook gaat het CvB met alle teams in gesprek in de Team-in-zicht-gesprekken.

Bedrijven uw selectie landelijk

eindwaardering meer resultaten

Bedrijven uw selectie landelijk

eindwaardering meer resultaten

7,5 7,5 8,0 8,0

De menselijke maat20

Gegevens-set

Het bestuursverslag vormt samen met de jaarrekening en de gegevensset het geïntegreerd jaardocument. De gegevensset betreft:

• financiële kengetallen; hierin zijn ook de paragraaf rondom helderheid en de continuïteitsparagraaf opgenomen

• diplomaresultaat en jaarresultaat - diplomaresultaat en jaarresultaat 2013 - 2016 - Leeuwenborgh totaal en per niveau over de afgelopen vijf jaar

• doorstroming binnen mbo (opstroom) en naar hoger onderwijs

• studiewaarde

• percentage nieuwe VSV’ers • examinering• implementatie herziene kwalificatiestructuur• personeel, inclusief tevredenheid van medewerkers • internationalisering• ICT en huisvesting• regelingen• kwaliteitsafspraken• sector Educatie • tevredenheid van studenten• tevredenheid werkveld

21

Voor een eenduidige vergelijking tussen instellingen heeft DUO berekeningen gemaakt. Daarom gaan de gegevens van DUO voor de instelling vergezeld van cijfers van een ‘vergelijkingsgroep’, samengesteld uit soortgelijke instellingen. Naast de berekeningen door DUO worden voor het jaarresultaat en het diplomaresultaat ook eigen berekeningen weergegeven.

Enkele definities Ter verduidelijking hieronder eerst enkele definities: Opbrengsten:

• Diplomaresultaat Het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle studenten, die in dezelfde periode de instelling verlaten (ook eerder in de instelling behaalde diploma’s tellen mee).Bron: DUO en Leeuwenborgh

• Jaarresultaat Het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die de instelling verlaten, of met een diploma doorstromen (alleen diploma’s in het teljaar behaald, tellen mee). Bron: DUO en Leeuwenborgh

• Nieuwe Voortijdig Schoolverlater Een jongere is een nieuwe voortijdig schoolverlater als hij of zij op 1 oktober van een schooljaar stond ingeschreven aan een reguliere vo- of mbo- onderwijsinstelling en op die datum ouder dan 11 maar nog geen 22 jaar was en vervolgens op 1 oktober van het daarop volgende schooljaar niet meer bij een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van een startkwalificatie, dat wil zeggen een havo, vwo of mbo-2,3 of 4 diploma.Bron: DUO

• Tevredenheid studenten Rapportcijfer waarmee de studenten in de bevraging voor de JOB-monitor of de gediplomeerde studenten in de MBO-kaart de school en de opleiding hebben beoordeeld. Bron: DUO

FinanciënHet voornaamste doel van Leeuwenborgh is om kwalitatief goed onderwijs te leveren. Het financieel beleid is erop gericht om de ruimte ten behoeve van het onderwijs en de student te creëren en om de continuïteit van de organisatie op lange termijn te borgen.

Leeuwenborgh heeft net als de rest van de mbo-instellingen te maken met ingrijpende veranderingen (Focus op Vakmanschap en modernisering bekostiging mbo-onderwijs), die in 2015 van start zijn gegaan en die grote financiële consequenties zullen hebben. Om hierop voorbereid te zijn, is in 2011 een drietal programmalijnen uitgezet, die in 2013 zijn geïmplementeerd en in de jaren daarna verder zijn uitgedragen. De in 2012 uitgezette beleidslijn om het personeel af te stemmen op het dalende studentenaantal, heeft ook in 2016 gezorgd voor een afname van personeelskosten.

Sinds eind 2011 beschikt Leeuwenborgh over privaat vermogen, dat kan dienen om bijvoorbeeld publiek-private samenwerkingen of andere private activiteiten te faciliteren.

Financieel resultaatLeeuwenborgh heeft 2016 afgesloten met een substantieel positiever resultaat dan begroot. Het resultaat is € 949.169, de begroting was € -2.404.885. Net als in voorgaande jaren is in 2016 sterk gestuurd op de personele lasten: deze dienen met de dalende studentenaantallen mee te bewegen. De financiële effecten van deze beleidslijn hebben een positief effect gehad op het resultaat van 2016. Daarnaast zijn de subsidies, samenhangend met LMHV, in 2016 niet geheel besteed of nog niet vrijgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een verschuiving in de tijd, waardoor een deel van de subsidies in 2017 besteed worden. Ook leidden de loon-en prijsbijstelling en indexering van de lumpsum ad € 1.150.000, tot een hogere rijksbijdrage. In de jaarrekening 2016 is een uitgebreide toelichting op de financiële resultaten te lezen.

TreasurybeleidHet overzicht van de financiële positie van Leeuwenborgh van 2014 tot en met 2016 toont de signaleringsgrenzen voor BVE-instellingen, zoals die door de Onderwijsinspectie zijn bijgesteld in het in het najaar van 2014 uitgebrachte Addendum bij het Toezichtkader BVE 2012. Hieruit blijkt, dat Leeuwenborgh op bijna alle onderdelen binnen de gestelde signaleringsgrenzen valt. De solvabiliteitsratio is met 0,69 hoger dan de signaleringsgrens. Dit komt door een toename van het eigen vermogen door een positieve resultaatontwikkeling en doordat Leeuwenborgh aflost op langlopende schulden.

Gegevensset22

Leeuwenborgh heeft een treasurystatuut vastgesteld. In het treasurystatuut wordt in de meest ruime zin het beleidskader geformuleerd over de wijze, waarop binnen Leeuwenborgh moet worden omgegaan met financiële middelen. Met het vaststellen van het statuut is ook de treasurycommissie aangesteld, die minimaal jaarlijks bijeenkomt om te monitoren of het beleid goed wordt uitgevoerd en om het College van Bestuur te adviseren. In 2016 is het treasurystatuut – mede op basis van de nieuwe Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 - geëvalueerd en daar waar nodig aangescherpt door de commissie. Het treasurystatuut dient daarmee als fundament onder het financiële beleid van Leeuwenborgh. Leeuwenborgh heeft een vrij hoge solvabiliteitsratio van 68% in vergelijking met de signaleringsgrens. De financiële doelstelling van Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de ontwikkeling van studentenaantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuwe leervormen, automatisering en efficiëntere inzet van personeel en in andere middelen, zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen lopen de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, conform de doelstelling van het Ministerie, maar ook omdat we voldoende reserves hebben, om ons dit te veroorloven. Kortom: Leeuwenborgh gaat inkomsten uit het verleden inzetten om toekomstontwikkelingen te kunnen managen. De consequentie hiervan is, dat onze solvabiliteit in de komende jaren naar verwachting zal dalen.

Alle publieke middelen worden in beginsel integraal aangehouden in de vorm van een rekening courant bij de Nederlandse Staat (AAA-rating), het zogenaamde schatkistbankieren. Leeuwenborgh heeft de mogelijkheid om “rood te staan”, deposito’s te plaatsen en te lenen. De huisbank blijft het betalingsverkeer verzorgen. Er is voor schatkistbankieren gekozen, omdat na onderzoek is gebleken, dat deze vorm van bankieren voor Leeuwenborgh de meest risicomijdende en de meest gunstige manier is om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Er is bij Leeuwenborgh geen sprake van beleggen. De externe planning-en-control-cyclus is vastgelegd in de wetgeving en in de landelijke notities, waar alle onderwijsinstellingen zich aan dienen te houden. Het Leeuwenborgh-beleid sluit aan bij het landelijk beleid, doordat we onder andere stellen, dat zoveel mogelijk middelen ten gunste van het onderwijsproces moeten komen.

GrondslagenDe grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor een uitgebreide beschrijving van de grondslagen verwijzen wij naar de jaarrekening.

HelderheidLeeuwenborgh streeft naar maximale transparantie en stuurt de organisatie op basis van de regelgeving, zoals is opgenomen in onder andere het onderwijs-accountantsprotocol van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Onderstaand is te lezen hoe Leeuwenborgh in 2016 op de thema’s van de regeling “Helderheid” gehandeld heeft.

THEMA 1: Uitbesteding

In onderstaande samenwerkingsverbanden is geen sprake van uitbesteding in wettelijke zin. Toch vinden we deze samenwerkingsverbanden het vermelden waard in deze paragraaf.

Samenwerking Arcus CollegeIn 2016 is de samenwerking met het Arcus College geïntensiveerd. Dit heeft vooral te maken met de samenwerking op het gebied van Techniek. Beide partijen hebben reeds eerder afgesproken dat de opleidingen Techniek worden ondergebracht in een gezamenlijk Techniekcollege. Op dit moment is sprake van gezamenlijke uitvoering van een aantal opleidingen zoals bouw en procestechniek. Belangrijker is echter de verdere integratie van de onderwijsinhoud, procedures en systemen. Dat is een van de belangrijkste speerpunten voor het schooljaar 2016-17. Inmiddels wordt ook gezamenlijk het overleg gevoerd met scholen die techniekopleidingen aanbieden in het voortgezet onderwijs om te komen tot een doorlopende leerlijn en gezamenlijke huisvesting.

Samenwerking CHILLLeeuwenborgh participeert in CHILL. Dit is een unieke Publieke Private Samenwerking tussen meerdere onderwijspartijen (Leeuwenborgh, Arcus College, Zuyd Hogeschool, Universiteit Maastricht) en een aantal bedrijven, gevestigd op Chemelot (Sabic, DSM). De samenwerking is gericht op het uitvoeren van actuele onderzoeksvragen vanuit het bedrijfsleven door studenten van MBO en HBO i.s.m. de docenten uit het onderwijs.

Zorgtechniek LimburgLeeuwenborgh heeft met Gilde Opleidingen, Arcus College en Zuyd Hogeschool het initiatief genomen om in 2013 gezamenlijk één centrum voor innovatief vakmanschap

Gegevensset23

“Zorgtechniek Limburg” (ZTL) op te richten. Hierin worden vakmensen opgeleid, die ervoor gaan zorgen, dat de nieuwe, innovatieve, technologische oplossingen vertaald worden in daadwerkelijke producten én toepassingen in de brede zorgpraktijk. Daarnaast worden in het centrum medewerkers van zorgorganisaties (bij)geschoold om goed te kunnen omgaan met alle nieuwe technologieën.

De inzet van technologie in de zorg kan de toekomstige uitdagingen van een vergrijzende én ontgroenende bevolking en een krappere arbeidsmarkt mede het hoofd bieden. Tegelijkertijd is technologie een middel om cliënten langer in staat te stellen om hun eigen regie en zelfstandigheid te behouden. ZTL werkt nauw samen met het Expertisecentrum voor innovatieve zorg en technologie (EIZT) van Zuyd Hogeschool. De programmalijnen en kernactiviteiten lopen synchroon. ZTL is vorig jaar uitgeroepen tot een van de ‘koplopers’ door het Zorgpact, aangejaagd door Doekle Terpstra. Kenmerkend voor een ‘koploper’ is, dat het een voorbeeld is, hoe onderwijs en bedrijfsleven kunnen samenwerken en de resultaten die dit tot nu toe heeft opgeleverd.

THEMA 2: Investeren van publieke middelenin private activiteiten

In het kalenderjaar 2016 hebben bij Leeuwenborgh geen investeringen vanuit publieke middelen naar private activiteiten plaatsgevonden.

THEMA 3: Het verlenen van vrijstellingen

De gronden op basis waarvan vrijstellingen kunnen worden verleend, zijn vastgelegd in het examenreglement. Versie 2 van dit reglement is vastgesteld op 10 maart 2015. Het examenreglement is geactualiseerd op basis van een besluit van het Directeurenoverleg en aanpassing in het protocol, opgesteld door de CvTE. Beide aanpassingen vereisten geen nieuwe vaststelling van het examenreglement. Voor vrijstellingen van generieke onderdelen is de tekst van wet en regelgeving overgenomen. Voor vrijstellingen van de beroepsspecifieke onderdelen wordt de lijn gevolgd van de generieke examenonderdelen.

Het examenreglement is toegankelijk voor alle belanghebbenden via de Leeuwenborgh-site (procesarchitectuur examinering; deze site bevat documenten met betrekking tot de examinering). Op basis van het examenreglement is voor examencommissies en management een servicedocument opgesteld. In dit servicedocument is voor de generieke onderdelen een stroomschema opgenomen. Op basis van het verlenen van vrijstellingen kan worden gedifferentieerd in de duur van de opleidingen.

EVCLeeuwenborgh is eind 2011 door het ministerie van OCW officieel erkend als EVC-aanbieder. Na herbeoordeling is de erkenning van het EVC-centrum twee keer verlengd, in maart 2013 en in maart 2016. Deze laatste erkenning loopt tot september 2017.

EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. Wie een EVC-procedure doorloopt en voldoet aan de eisen, krijgt een officieel Ervaringscertificaat, waarin de (werk)ervaring is vastgelegd. Op het Ervaringscertificaat staat, welke competenties verworven zijn op basis van ervaring en kennis. Deze kunnen leiden tot vrijstelling voor een deel van een opleiding en soms zelfs voor de volledige opleiding. Het Ervaringscertificaat kan ook gebruikt worden bij sollicitaties.

Per 1 januari 2016 heeft de minister van OCW het EVC-stelsel en het toezicht op EVC aangepast. Er worden voortaan twee routes onderscheiden voor het erkennen van eerder verworven competenties: de arbeidsmarktroute en de onderwijsroute. Wie zijn kennis en kunde wil laten valideren om (via een verkort traject) een mbo-diploma te behalen, kan direct terecht bij een mbo-school: dit is de onderwijsroute. De school onderzoekt zelf met valideringsinstrumenten of (volwassen) mbo-studenten vrijstelling kunnen krijgen van onderwijs of examinering op basis van kennis en ervaring die zij door werk of studie elders hebben opgedaan. Vrijstelling van examinering kan alleen door de examencommissie verleend worden. De arbeidsmarktroute is bedoeld voor mensen die hun kennis en kunde willen laten valideren om loopbaanstappen te zetten, bijvoorbeeld naar een andere baan of functie. Zij kunnen terecht bij een EVC-aanbieder in de arbeidsmarktroute. Eind 2016 heeft Leeuwenborgh een beleidstraject gestart om te bepalen of (en zo ja: hoe) Leeuwenborgh de onderwijsroute gaat vormgeven. Ook het eventueel aanbieden van de ‘arbeidsmarktroute’ wordt onderzocht. In het voorjaar van 2017 wordt over deze zaken een besluit genomen.

Gegevensset24

THEMA 4: Les- en cursusgeld

Belanghebbenden kunnen hun rechten en plichten met betrekking tot betalingsverplichting cursusgeld nakijken op Fronter en op de website. De interne administratieve organisatie van de processen is vastgelegd en geïmplementeerd. Leeuwenborgh heeft een stringent beleid ten aanzien van het incasseren van openstaande vorderingen. De instelling betaalt niet zelf het cursusgeld voor de student. Een machtiging staat toe, dat het cursusgeld door een derde wordt betaald. In dat geval is deze machtiging in het dossier van de student aanwezig. Leeuwenborgh beheert de te ontvangen cursusgelden, waardoor de af te dragen gelden aan DUO overeenkomen met de soll-positie.

THEMA 5:In- en uitschrijving en inschrijven van

studenten in meer dan een opleiding tegelijk

Er zijn kort na de teldatum 1 februari 2016 en vanaf begin schooljaar tot eind december 2016 geen groepen studenten bewust later uitgeschreven teneinde nog bekostiging te genereren. De uitschrijvingen waren meestal een gevolg van persoonlijke omstandigheden van de student (zoals andere opleiding extern, verhuizing of verkeerde keuze van opleiding). Tussen 1 en 15 februari zijn 7 studenten en tussen 1 en 15 oktober zijn 6 studenten zonder diploma en geen studenten met een diploma uitgeschreven. Het is voor Leeuwenborgh niet mogelijk zicht te hebben op een eventuele inschrijving in een andere instelling van deze studenten.

Bij Leeuwenborgh komen inschrijvingen van studenten, die bij meer dan één opleiding staan ingeschreven, voor. Deze studenten wordt de mogelijkheid geboden om zich op meerdere terreinen te kwalificeren en hun kansen op de arbeidsmarkt hierdoor te vergroten. Vanzelfsprekend wordt in bedoelde gevallen de student voor één opleiding in de bekostigingstelling opgenomen. Ten aanzien van examinering heeft meervoudige diplomering plaatsgevonden. Ook hier zijn de gediplomeerden slechts eenmaal in de output-bekostiging geteld.

THEMA 6:

De student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven

Er zijn geen aanwijzingen bij Leeuwenborgh, dat een student een andere opleiding volgt dan waarvoor hij is ingeschreven. Wel is binnen de sector economie een algemene klas economie geformeerd om uitval van studenten, die een verkeerde keuze gemaakt hebben, te voorkomen.

De algemene klas economie is een klas waar studenten van de sector economie een tijdelijke plek krijgen indien zij:1. hebben aangegeven bij de huidige opleiding te willen

stoppen of een andere keuze te willen maken2. het bestaande VSV-traject i.s.m. de mentor en LBP

hebben doorlopen én3. indien de situatie in de bestaande klas onhoudbaar is

geworden of het niet zinvol is de lessen in de bestaande klas te blijven volgen.

In deze situatie biedt de sector economie een economisch opleidingsprogramma aan waarbij ca. 80% van de bestaande generieke en specifieke vakken aan bod komen (o.a. NED, ENG, REK, ECO, Burgerschap, PROJ) tijdens drie dagen les. Daarnaast is één dag gereserveerd voor eigen onderzoek (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik) in samenwerking met het Loopbaanportaal en wordt één dag bpv gepland, bij voorkeur in het nieuw te volgen crebo.

De regels rondom presentie en verzuim (Loopbaanportaal) worden gehanteerd. De studenten krijgen een normaal lesrooster via Fronter en kunnen door de docenten via de AAR op aan- of afwezig worden gezet. De 16-uurs meldingen worden opgepakt door de mentor/projectleider van de algemene klas, maar indien acties ondernomen moeten worden, wordt de mentor van de oorspronkelijke opleiding ingeschakeld.

Per 1 februari 2017 zitten er 13 studenten in deze algemene klas economie.

Tussen 1 en 15 februari 2016 zijn 28 studenten geswitcht van opleiding, naast de bij thema 5 vermelde 7 uitschrijvingen. Tussen 1 en 15 oktober 2016 zijn 43 studenten geswitcht van opleiding, naast de bij thema 5 vermelde 6 uitschrijvingen.

Gegevensset25

THEMA 7:

Bekostiging van maatwerktrajecten ten

behoeve van bedrijven

Om te kunnen inspelen op de behoefte van regionale bedrijven en instellingen, verzorgt Leeuwenborgh maatwerktrajecten. Daarnaast is Leeuwenborgh actief in verschillende regionale samenwerkingen, waarbij (een deel van) de beroepspraktijkvorming op locatie bij het bedrijf of de instelling wordt verzorgd.

TechniekDoor het huidige Techniek College is een succesvolle RIF-aanvraag gedaan samen met een aantal technische bedrijven. Dit heeft geresulteerd in een nieuw samenwerkingsverband genaamd Tech to Create. Het doel van de samenwerking is de verbinding tussen het bedrijfsleven en onderwijs, voor zowel bol als bbl, te intensiveren en het onderwijs meer te “upgraden” naar het bedrijfsleven. In 2016 zijn de eerste klassen bij VDL Nedcar gestart met deze hernieuwde vorm van onderwijs op niveau 2 en 3.

Bij key-partner Sabic is in samenwerking met Sitech, Vynova, DSM, OCI, Heineken, PQ Corporation en Mexma Foods een nieuwe klas gestart voor operator C. Ook MOSA is voor het eerst gestart met een operator C opleiding. Bij partner Rockwool zijn in 2015 drie nieuwe klassen gestart voor operator A en B. Ook hierbij is het onderwijsprogramma aangepast, zodat er meer aansluiting is met de interne opleidingen. Daarnaast wordt samengewerkt met Sekisui S-LEC, ENCI, Services Olympia uit Roermond, Sibelco en Perkin Elmer Help sciences bv uit Groningen.Het Techniek College heeft ook de samenwerking met Gilde BT versterkt op het gebied van procestechniek opleidingen. Dit heeft erin geresulteerd, dat eind 2016 en begin 2017 met drie extra klassen procestechniek in Noord-Limburg wordt gestart. Daarnaast blijft het Techniek College uiteraard de reguliere aanbieder van procestechniek opleidingen; via het open aanbod zijn er in 2015 twee klassen gestart met deelnemers van de verschillende bedrijven. Vanuit maintenance wordt nauw samengewerkt met “Proces Techniek Limburg”, waarbij deze laatste partij vooral zorgt voor de werving van kandidaten. Ook dit heeft geresulteerd in een klas met deelnemers van de verschillende bedrijven.

ZorgBinnen de sector Zorg & Welzijn zien wij een groei in het aantal bol-deelnemers. Ook bbl-groepen worden weer opgestart. De sector zorg & welzijn heeft innovatieve maatwerktrajecten uitgevoerd voor onder andere Wonen Plus, Cicero Zorggroep en Envida. Deze co-creaties met het werkveld hebben ook direct bijgedragen aan verdere innovatie binnen met name de opleiding tot verzorgende IG. Begin 2017 is Leeuwenborgh op vraag van het werkveld in samenwerking met Arcus College en Gilde Opleidingen en de Limburgse ziekenhuizen begonnen aan de zogenaamde ‘Verpleegkunde Top Opleiding’. Daarnaast wordt samengewerkt met Vivantes Zorggroep en Levanto maatschappelijke zorg.

Basisopleiding Koninklijke landmacht Leeuwenborgh verzorgt ook ‘basisopleidingen’ voor de Koninklijke Landmacht. Hierbij doorlopen de studenten c.q. aankomende beroepsmilitairen een opleiding, die aansluit bij hun uiteindelijke specialisatie. Het betreft opleidingen in de leerweg bbl, waarbij de bpv bij de krijgsmacht plaatsvindt.

BeveiligingIn het kader van de uitvoering van trajecten op bbl niveau 2 worden er trajecten uitgevoerd met Mosae Secure & facilities in Sittard, Podium24 en Polygarde in Maastricht, Schunck in Heerlen, Sitech services in Geleen en VDL Nedcar in Born. Het gaat om bbl-opleidingen op niveau 2.

Medische logistiekHet Marktportaal van Leeuwenborgh heeft in samenwerking met de sector economie een aantal nieuwe onderwijsconcepten gelanceerd in de medische logistiek, die zeer succesvol blijken te zijn. Dit heeft geresulteerd in een langdurig scholingscontract met Medtronic en Abbott, waarbij partijen elkaar zien als samenwerkingspartner. Deze samenwerking met de “Medtech”-bedrijven heeft geresulteerd in een formele publiek-private samenwerking in het Medtech-domein, een project dat gehonoreerd is vanuit het RIF. Hierin participeren, naast Medtronic en Abbott, Manpower, Flexpoint, Boston Scientific, de gemeente Heerlen en Leeuwenborgh. In 2016 zijn wederom tientallen Medtronic- en Abbott-medewerkers gediplomeerd.

Gegevensset26

Leeuwenborgh sluit met de opleidingstrajecten in de beveiliging en de logistiek nadrukkelijk aan bij behoeften uit de regio en geeft vorm aan Leven Lang Leren. Een belangrijk kenmerk hierbij is, dat er steeds meer vraag ontstaat naar flexibele maatwerktrajecten voor medewerkers.

ContactcenterbrancheIn 2016 waren er 5 mensen van Vodafone, 5 van Q-park en 5 van Arvato in opleiding “contactcenter-medewerker” op niveau 3. Deze opleiding komt voort uit dezogenaamde Customer Service Valley, een publiek private samenwerking in customer services.

In onderstaand overzicht is te zien bij welke bedrijven voor hoeveel studenten maatwerktrajecten in wettelijke zin uitgevoerd worden. Dit houdt in, dat bedrijven extra betalen voor extra onderdelen of extra begeleiding in het traject. Voor alle maatwerktrajecten geldt, dat ze kostendekkend zijn.

THEMA 8:

Buitenlandse studenten en onderwijs

in het buitenland

Leeuwenborgh verzorgt geen onderwijs op locaties buiten de grenzen. Intern is, voor wat betreft de toetsing van rechtmatig verblijf van studenten bij inschrijving, een beleidsprocedure van toepassing. Deze instructie houdt rekening met de Koppelingswet en behelst het inleveren van een verblijfsdocument door alle instromers. De voorwaarden uit het onderwijsaccountantsprotocol van het ministerie van OCW worden hierbij vanzelfsprekend in acht genomen.

Sector

Techniek

Techniek

Techniek

Techniek

Techniek

Techniek

Techniek

CUvV

CUvV

CUvV

CUvV

CUvV

CUvV

CUvV

Zorg & Welzijn

TOTAAL

Naam

Sekisui S-LEC

Enci B.V.

Sabic

Olympia Roermond

Koninklijke MOSA B.V.

Sibelco

overig

Mosa secure & facilities

Podium24 BV

Polygarde

Schunk Heerlen BV

Sitech Services BV

VDL Nedcar B.V.

overig

Vivantes Zorggroep

Aantal studenten

2

1

19

2

4

1

3

2

4

7

1

1

1

2

12

62

Gegevensset27

Overzicht financiële positieOnderstaand worden de geconsolideerde balans en de geconsolideerde staat van baten en lasten weergegeven. Verder wordt een toelichting gegeven op de verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten en de financiële situatie van Leeuwenborgh in 2016.

28

Overzicht financiële positie29

Geconsolideerde balans per 31 december

Geconsolideerde staat van baten en lasten

ACTIVA

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Voorraden

Vorderingen

Liquide middelen

Totaal ACTIVA

PASSIVA

Eigen Vermogen

- Algemene reserve Publiek

- Algemene reserve Privaat

Voorzieningen

Langlopende schulden

Kortlopende schulden

Totaal PASSIVA

Baten

Rijksbijdragen

Overige overheidsbijdragen en subsidies

College-, cursus-, les-, en examengelden

Baten werk in opdracht van derden

Overige baten

Totaal baten

Lasten

Personeelslasten

Afschrijvingen

Huisvestingslasten

Overige lasten

Totaal lasten

Saldo baten en lasten

Financiële baten en lasten

Financiële baten en lasten

Resultaat

Resultaatbestemming

- Mutatie van Algemene reserve

- Mutatie van Bestemmingsreserves

2016

616.354

34.223.387

2.250

39.189

4.364.585

7.770.938

47.016.703

27.606.521

26.259.321

1.347.200

4.618.284

1.666.665

13.125.233

47.016.703

2015

430.261

36.143.734

2.250

45.897

3.796.566

6.523.064

46.941.772

26.657.352

25.314.692

1.342.660

4.436.092

3.333.332

12.514.996

46.941.772

Begroting 2017

58.180.000

1.200.000

712.000

2.863.000

1.690.000

64.645.000

52.888.000

3.075.000

4.836.000

7.774.000

68.573.000

-3.928.000

-118.000

-4.046.000

Realisatie 2016

58.007.328

1.253.749

1.221.683

3.023.792

1.700.198

65.206.750

49.089.188

2.795.587

5.122.309

7.083.684

64.090.768

1.115.982

-166.813

949.169

949.169

0

949.169

Begroting 2016

57.278.315

1.238.452

660.500

2.306.498

1.627.428

63.111.193

51.366.277

2.857.355

4.293.226

6.811.221

65.328.079

-2.216.886

-188.000

-2.404.886

Realisatie 2015

58.060.595

1.286.203

1.119.336

2.912.290

1.728.929

65.107.354

48.288.801

2.805.834

4.058.351

7.351.821

62.504.807

2.602.547

-214.412

2.388.135

2.388.135

0

2.388.135

Baten

De verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten worden onderstaand op hoofdlijnen toegelicht. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de jaarrekening.

Personele lastenAls onderdeel van de personele lasten laten de lonen en salarissen in 2016 een onderschrijding zien van € 4.072.658 ten opzichte van de begroting. De uitvoering van Leeuwenborgh maakt het verschil is in 2016 gestart, maar de plannen zijn pas in het najaar 2016 uitgevoerd. Naar verwachting zullen de salariskosten in 2017 stijgen. Dat de uitvoering van de plannen in 2016 is gestart, is te

zien aan de stijging van fte’s (13 fte) en de stijging van de lonen en salarissen met € 1.287.052 ten opzichte van 2015. Tegenover de onderschrijding bij het reguliere personeel staat een overschrijding van € 1.263.100, doordat er in 2016 meer inhuur, duurdere inhuur en voor een langer tijdsbestek dan begroot, inhuur heeft plaatsgevonden.

De afwijking ten opzichte van de begroting met wordt veroorzaakt door de in november ontvangen extra rijksbijdrage. De hogere college-, cursus-, les-, en examengelden worden met name veroorzaakt door het plaatsvinden van een stelselwijziging in 2016 inzake

Lasten

cursusgelden. In de begroting is geen rekening gehouden met deze wijziging. De hogere baten werk in opdracht van derden worden grotendeels veroorzaakt door extra inburgeringstrajecten.

Overzicht financiële positie30

Rijksbijdragen

Overige overheidsbijdragen en subsidies

College-, cursus-, les-, en examengelden

Baten werk in opdracht van derden

Overige baten

Totaal baten

Exploitatie

2016

58.007.328

1.253.749

1.221.683

3.023.792

1.700.198

65.206.750

Begroting

2016

57.278.315

1.238.452

660.500

2.306.498

1.627.428

63.111.193

Exploitatie

2015

58.060.595

1.286.203

1.119.336

2.912.290

1.728.929

65.107.353

Mutatie t.o.v.

begroting

729.013

15.297

561.183

717.294

72.770

2.095.557

Mutatie t.o.v.

begroting

%

1,27%

1,24%

84,96%

31,10%

4,47%

3,32%

Personeelslasten

Afschrijvingslasten

Huisvestingslasten

Overige lasten

Totaal lasten

Exploitatie

2016

49.089.188

2.795.587

5.122.309

7.083.684

64.090.768

Begroting

2016

51.366.277

2.857.355

4.293.226

6.811.221

65.328.079

Exploitatie

2015

48.288.801

2.805.834

4.058.351

7.351.821

62.504.807

Mutatie t.o.v.

begroting

-2.277.089

-61.768

829.083

272.463

-1.237.311

Mutatie t.o.v.

begroting

%

-4,43%

-2,16%

19,31%

4,00%

-1,89%

Afschrijvingslasten

Huisvestingslasten

De stijging van de huurkosten heeft te maken met een nagekomen contractuele huurverplichting. De campagne “Veilige en propere school” is de oorzaak voor de stijging (€ 104.518) van de schoonmaakkosten ten opzichte van 2015.

Overzicht financiële positie31

Lasten

2016

86.491

2.713.720

-46.056

41.432

2.795.587

Begroting

2016

83.600

2.819.811

-46.056

-

2.857.355

Lasten

2015

63.268

2.788.618

-46.052

0

2.805.834

Mutatie t.o.v.

begroting

2.891

-106.091

0

41.432

-61.768

Mutatie t.o.v.

begroting

%

3,46%

-3,76%

-

100,00%

-2,16%

Immateriële vaste activ

Materiële vaste activa

Egalisatie huisvesting

Desinvesteringsresultaat

Totaal afschrijvingslasten

Huur

Verzekeringen

Onderhoud

Dotatie overige voorzieningen

Totaal onderhoudskosten

Energie en water

Schoonmaakkosten

Heffingen

Overige

Totaal huisvestingslasten

304.750

148.000

Lasten

2016

2.868.096

60.274

452.750

685.033

626.993

239.676

189.487

5.122.309

400.750

148.000

Begroting

2016

2.039.146

69.750

548.750

717.220

554.360

245.000

119.000

4.293.226

335.366

148.000

Lasten

2015

2.132.460

58.411

483.366

600.745

522.475

85.615

175.279

4.058.351

-96.000

0

Mutatie t.o.v.

begroting

828.950

-9.476

-96.000

-32.187

72.633

-5.324

70.487

829.083

Mutatie t.o.v.

begroting

%

40,65%

-13,59%

-23,96%

0,00%

-17,49%

-4,49%

13,10%

-2,17%

59,23%

19,31%

Lasten

2016

2.911.069

1.078.138

1.633.487

0

1.460.991

7.083.685

Begroting

2016

2.431.558

1.133.962

1.504.276

11.350

1.730.074

6.811.221

Lasten

2015

2.856.944

1.164.473

1.739.390

56.688

1.534.325

7.351.821

Mutatie t.o.v.

begroting

479.511

-55.824

129.211

-11.350

-269.083

272.464

Mutatie t.o.v.

begroting

%

19,72%

-4,92%

8,59%

-100,00%

-15,55%

4,00%

Administratie- en beheerslasten

Inventaris en apparatuur

Leer- en hulpmiddelen

Mutatie overige voorzieningen

Overige

Totaal overige lasten

Overige instellingslasten

De administratie- en beheerslasten wijken ten opzichte van 2015 nauwelijks af. De overschrijding van de begrote kosten bedraagt € 479.511 en wordt veroorzaakt door de niet begrote kosten voor het Shared Service Centrum ad € 474.139 en de hogere advieskosten ad € 135.516. De advieskosten zijn hoger, omdat er diverse onderhandelingstrajecten met derde partijen lopen. Tegenover de hogere kosten staan echter onderschrijdingen op de posten contributies,

accountantskosten (vanwege nieuw contract) en overige beheerskosten voor in totaal € 122.479. De kosten voor leer- en hulpmiddelen zijn in 2016 lager dan in 2015, doordat er minder kosten worden gemaakt voor materialen en licenties. Daar staat tegenover dat er ook minder wordt doorbelast aan de studenten, om de kosten van de opleiding zo laag mogelijk te houden. In de begroting was hier al op geanticipeerd.

Financiële baten en lasten

Financiële baten en lasten: de rentebaten zijn lager als gevolg van een verlaging van het rentepercentage. De rentelasten zijn door de aflossing op de hypothecaire lening gedaald.

Overzicht financiële positie32

2016

0,92

1,46

0,59

0,69

2015

0,82

3,67

0,57

0,66

2014

0,64

-2,21

0,55

0,64

ondergrens

0,50

langjarig

boven 0

0,30

bovengrens

geen

0,60

Ratio’s

Liquiditeitsratio

(liquide middelen + kortlopende vorderingen /

kortlopende schulden

Rentabiliteit

(Exploitatieresultaat / totaal baten)

Solvabiliteitsratio 1

(eigen vermogen / totaal vermogen)

Solvabiliteitsratio 2

(eigen vermogen + voorzieningen /

totaal vermogen)

Financiële kengetallen

Onderstaand overzicht van ratio’s toont de financiële kengetallen van Leeuwenborgh van 2014 tot en met 2016:

De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen heeft geadviseerd de rentabiliteit uit te drukken in een percentage over meerdere jaren. De Onderwijsinspectie geeft in haar Addendum in het najaar van 2014 bij het Toezichtkader BVE 2012 aan, dat de signaleringsgrens voor de rentabiliteit “langjarig boven nul” is. Voor Leeuwenborgh komt het percentage over de voorbije drie jaar (2014-2016) uit op 0,97%.

De financiële positie is in 2016 stabiel gebleven. De liquiditeitsratio is toegenomen van 0,82 naar 0,92 en de solvabiliteit is licht verbeterd. De lening (gesplitst in kort- en langlopend) die per 31-12-2016 resteert, bedraagt kortlopend € 1.666.667 en langlopend € 1.666.665 tegen een rentepercentage van 3,94% met een resterende looptijd van 2 jaar tot 31-12-2018. De volgende aflossing van deze lening ad € 1.666.667 staat gepland in oktober 2017.

De rentabiliteit (1,46%) is ten opzichte van voorgaand jaar (3,67%) gedaald. Dit wordt veroorzaakt door een lager resultaat over 2016 ten opzichte van 2015 bij nagenoeg gelijkblijvende baten. De daling van het resultaat over 2016 komt met name voort uit hogere personeelslasten en huisvestingslasten.

Overzicht financiële positie33

Continuïteits-paragraafLeeuwenborgh is een onderwijsinstelling die voor het grootste deel gefinancierd wordt met publieke middelen. Wij geven ons daar continu rekenschap van en wensen verantwoording af te leggen aan onze “stakeholders”, die een belang hebben bij goed onderwijs in de meest brede zin des woords. Deze verantwoording in de vorm van een horizontale dialoog betreft zowel de verantwoording achteraf als het betrekken van de interne en externe belanghebbenden bij de op de toekomst gerichte plannen. Het in de voorbije periode gelopen traject om te komen tot een nieuwe strategie en beleid is daarvan een mooi voorbeeld. Hierbij waren bedrijven en instellingen, andere onderwijsinstellingen uit de regio, gemeentelijke en provinciale overheid, Raad van Toezicht en niet in de laatste plaats studenten en medewerkers actieve gesprekspartners in de diverse stadia van het traject. Zo bouwen wij de garantie in, dat wij als maatschappelijke onderneming onze legitimering en doelstelling halen uit de belangen en behoeften van de directe omgeving.

Deze continuïteitsparagraaf is ook een voorbeeld van de manier, waarop we verantwoording willen afleggen aan al onze belanghebbenden. Om meer zicht te krijgen op mogelijke problemen in de nabije toekomst, besteden we in dit bestuursverslag expliciet aandacht aan de toekomstverwachtingen van het roc voor de komende drie jaar. Hierbij wordt ingegaan op de verwachte studentenaantallen, de plannen en verwachtingen op formatiegebied, de verwachte financiële ontwikkeling, de plannen op het gebied van huisvesting en de manier waarop aan risicomanagement gedaan wordt. Onderdelen, die raken aan de kwaliteit van het onderwijs zijn expliciet aan de orde gekomen in de eerdere paragrafen over kwaliteitszorg. Daarnaast verwijzen we naar de financiële paragraaf voor de ratio’s op het gebied van liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit en een terugblik op de afgelopen jaren.

In deze continuïteitsparagraaf wordt duidelijk gemaakt, dat we ons bewust zijn van de risico’s, die mogelijk op ons afkomen en dat we hierop ook anticiperen. Verder zijn we volop bezig met het vormgeven van de nabije toekomst op basis van nieuwe voorschriften en kaders door het Ministerie, zoals Focus op Vakmanschap en Modernisering bekostiging mbo. Ook tonen de financiële cijfers over de voorbije jaren en de verwachtingen op dit gebied voor de komende jaren aan, dat we een gedegen financiële positie hebben en zullen houden. Vandaar dat we volmondig durven aan te geven, dat Leeuwenborgh de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet.

34

BeleidDe beleidsmatige uitwerking van Leeuwenborgh maakt het verschil is in volle gang. Bij de onderwijsontwikkelingen zijn Gepersonaliseerd Leren en Eigentijdse Curricula de speerpunten, waarbij de implementatie van de herziene kwalificatiestructuur, het beleid op het gebied van passend onderwijs en verbeterde doorstroom in de beroepskolom vmbo-mbo-hbo belangrijke triggers zijn. Daarnaast geven we invulling aan de kwaliteitsafspraken en voeren we de plannen in het kader van excellentie uit en tenslotte geven we inhoud aan het verbeterplan beroepspraktijkvorming. Uiteraard gaat dat gepaard met een intensivering van de samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs in de (Eu)regio. Dit alles

vereist ook een aanpassing van de examenorganisatie. Op organisatorisch gebied zijn de speerpunten voor de komende periode de herijking van de organisatie van ons roc en de doorontwikkeling van het inmiddels ingezette duaal leiderschap binnen de instelling. Om een en ander te ondersteunen versterken we de onderzoeksvaardigheden van de onderwijskundig leiders en docenten d.m.v. het practoraat Gepersonaliseerd Leren. Feedback gebruiken we om te reflecteren op de ontwikkelingen en de resultaten van ons beleid en daarover zullen we ons ook maatschappelijk verantwoorden.Kortom, Leeuwenborgh maakt steeds meer het verschil.

Ontwikkeling studentenaantallenZuid Limburg is een krimpregio. De bevolkingsaanwas daalt gestaag. Deze conclusie kunnen we trekken op basis van de in 2015 door EB-management geactualiseerde gegevens. In de tabel staat ook weergegeven, welk effect de daling van de bevolkingsaanwas kan hebben op onze studentenaantallen. In de tabel van EB-management is sprake van gewogen studentenaantallen: bol telt voor 1, bbl voor 0,4. In de prognosetabel van de onderwijssectoren op de volgende bladzijde gaat het om ongewogen aantallen.

Ontwikkeling bevolking relevante gemeenten relevante leeftijdsgroepen.

* EB heeft alleen gekeken naar de gemeenten in Nederland, waar de studenten vandaan komen.Bron: Output EB gegevens (MJB 2014-2017) en actualisering in 2015

Uiteraard is de ontwikkeling van de bevolking niet de enige factor waarmee we rekening moeten houden. Zo bleek in de voorbije jaren de conjunctuurgevoeligheid in de onverwacht sterke daling van het aantal bbl-ers. Ook de wispelturigheid in de keuze voor havo of mbo door vmbo’ers speelt een rol en maakt nauwkeurige voorspellingen moeilijk. Na de daling in de voorbije jaren zien we in 2016 onverwacht een stijging, waarvan onderzocht wordt, waardoor deze veroorzaakt wordt. De redenen lijken divers: de stimulering van een opleidingsrichting, de goede naam van een opleiding, de bereikbaarheid, een interventie door de politiek, economische omstandigheden enz.

Ontwikkelingen Zuid-Limburg*

Bevolking

Daling bevolking

Daling bbl

Daling bol

Studentenwaarde

daling studentenwaarde

2013

72.300

100%

100%

100%

6631

100%

2016

70.000

97%

99%

97%

6461

97%

2014

71.900

99%

100%

99%

6582

99%

2017

68.700

95%

98%

96%

6391

96%

2015

71.400

99%

99%

99%

6536

99%

2018

68.200

94%

97%

95%

6345

96%

Continuïteitsparagraaf35

De conclusie is, dat de bevolkingsontwikkeling wel een trend naar de toekomst kan aangeven, maar dat er vele redenen kunnen zijn, waardoor het toch anders gaat. In vorige jaren baseerden we de prognoses van studentenaantallen vooral op demografische gegevens. Omdat nu andere ontwikkelingen van grotere invloed blijken, is ervoor gekozen, aansluitend bij de nu bekende cijfers over 2016, de prognose te baseren op de eigen verwachtingen vanuit de onderwijssectoren van Leeuwenborgh. Dat levert het volgende overzicht op:

In de tabel is te zien, dat – in tegenstelling tot de verwachting van 2% daling per jaar – de studentenaantallen toenemen in 2016 en 2017. Vervolgens verwachten de sectoren een lichte daling, die uiteindelijk in 2019 resulteert in een aantal, dat nog steeds 400 studenten hoger ligt dan in 2015. Zowel de stijging als de daling is te zien bij alle sectoren en zowel in de bol als in de bbl. Alleen de sector CUVV verwacht, dat de daling al in 2017 inzet en in 2019 resulteert in een aantal dat onder dat van 2015 ligt. De 400 studenten meer in 2019 bestaan uit 280 studenten bbl en 120 studenten bol. Het lijkt erop, dat de inspanningen in de voorbije jaren om de kwaliteit en het rendement van de opleidingen omhoog te brengen, hun vruchten afwerpen. Leeuwenborgh heeft een goede naam in de regio. Daarnaast zijn waarschijnlijk het aantrekken van de economie en mogelijk ook de hervorming van de studiefinanciering oorzaken voor deze kentering. Er vindt onderzoek plaats naar verdere verklaringen. Op basis van de reële stijging van de studentenaantallen per 1-10-2016 is voor nu gekozen voor de eigen prognoses. Voor de langere termijn houden we wel rekening met een verder krimpscenario.

Personele gegevensBinnen het personeelsbeleid hebben we in 2016 een omslag gemaakt. Tot die tijd lag het accent op sturen op kostenbewustzijn en efficiënte inzet van medewerkers. Het doel is de beste kwaliteit van onderwijs te bereiken. Vanaf 2016 ligt het accent in de sturing op verhogen van de kwaliteit van onze medewerkers. Dat doen we door te investeren in professionalisering, door tijdelijk extra formatie in te zetten voor onderwijsvernieuwing en door kwalitatief de beste medewerkers aan te trekken. De komende jaren zullen we doorgaan met het natuurlijk verloop van personeel op te vangen door zoveel mogelijk jonge mensen aan te trekken. Het is echter een illusie

gebleken om te denken, dat daardoor de gemiddelde loonkosten sterk zullen dalen. Ook kwalitatief goede jonge mensen komen niet voor het minimum van de salarisschaal en zitten – mede door de verkorting van de salarisschalen - al relatief snel op hun maximum. Uitstroom van oudere werknemers leidt daarentegen wel tot verhoging van de productiviteit, omdat de jongeren geen beroep doen op specifieke werkdrukverlichtende maatregelen. Gezien het relatief ‘oude’ personeelsbestand groeit Leeuwenborgh daardoor dan toe naar de gemiddelde loonkosten van alle roc’s.

Sector

CUVV

Techniek

Zorg en Welzijn

Economie

Educatie

Totaal

2015

bol

1.410

1.073

1.350

1.948

118

5.899

bbl

-

258

235

199

1

693

totaal

1.410

1.331

1.585

2.147

119

6.592

2016

bol

1.442

1.053

1.409

1.925

137

5.966

bbl

28

268

316

251

6

869

totaal

1.470

1.321

1.725

2.176

143

6.835

2017

bol

1.374

1.152

1.489

1.996

155

6.166

bbl

20

311

372

285

5

993

totaal

1.394

1.463

1.861

2.281

160

7.159

2018

bol

1.339

1.160

1.494

1.923

145

6.061

bbl

20

311

372

262

15

980

totaal

1.359

1.471

1.866

2.185

160

7.041

2019

bol

1.338

1.160

1.488

1.888

145

6.019

bbl

20

311

372

259

15

977

totaal

1.358

1.471

1.860

2.147

160

6.996

Continuïteitsparagraaf36

FormatieontwikkelingIn dit overzicht geven we een indicatie van mogelijke veranderingen in ons personeelsbestand in fte’s ultimo boekjaar. Ons streven is met de personele bezetting voor 100% mee te bewegen met de verandering van studentenaantallen. In 2017 stijgen die met 1,3%. Daardoor zal de daling in de daaropvolgende jaren iets minder sterk zijn dan tot vorig jaar werd voorzien. Bovendien investeren we in 2017 in onze formatie en breiden we die tot en met 2019 uit met circa 40 fte om onderwijsvernieuwing gestalte te geven. Daarnaast wordt de uitbreiding gebruikt om – bij gebleken geschiktheid – ook te voorzien in de vervangingsvraag, die gaat ontstaan door de verhoogde uitstroom.

Om als organisatie flexibel te zijn, maken we gebruik van flexibele vormen van arbeid. Onze flexibele schil wordt bepaald door de mensen met een contract bij de Stichting Sité, uitzendkrachten en externen, die op andere basis structureel werkzaamheden voor ons verrichten. De flexibele schil is van belang om mee te kunnen bewegen met onverwachte veranderingen, koerswijzigingen enz. In de verhouding tussen vast en flexibel personeel anticiperen we op een daling van de studentenaantallen. De medewerkers met een contract bij de Stichting Sité zijn meegenomen in de formatietabel. Overige vormen van flexibele arbeid zitten daar niet in.

VerzuimbeleidLeeuwenborgh hanteert in zijn verzuimbeleid het uitgangspunt, dat er gefocust wordt op wat iemand nog wel kan in plaats van op de beperkingen en dat ziekte daarmee niet automatisch hoeft te leiden tot verzuim. In de voorbije jaren is het ziekteverzuim inmiddels teruggebracht van ruim 6,5% naar gemiddeld 3,8% in 2015. Dat lag onder de norm van 4% die we gesteld hebben. In 2016 is het verzuim weer opgelopen tot boven 5%. Daarom gaan we in 2017 onze visie op verzuim en de doelstellingen opnieuw tegen het licht houden. We blijven grip op verzuim houden door leidinggevenden nog beter te scholen in kennis van alle aspecten van verzuim en hen te coachen in hun rol om verzuimsignalen te herkennen, er goed mee om te gaan en in de eerste plaats verzuim proberen te voorkomen en, voor zover het zich voordoet, in de tijd te beperken.

Management/directie

Onderwijzend personeel

Overige medewerkers

2016

37

378

220

635

2017

37

425

215

677

2018

37

410

210

657

2019

37

395

205

637

Continuïteitsparagraaf37

MedewerkerstevredenheidLeeuwenborgh hanteert een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) om het welbevinden van medewerkers te toetsen en er vervolgens verbeterplannen op te formuleren. Dit MTO werd eens per twee jaar door een externe organisatie uitgevoerd. Het volgende MTO zal op verzoek van de MBO-raad pas plaatsvinden in 2018. Dit om te zorgen dat alle mbo’s in hetzelfde kalenderjaar een MTO uitvoeren, waardoor de resultaten onderling beter te vergelijken zijn.

Financiële gegevens Meerjarenbegroting 2016-2019

Meerjarenbalans

Activa

Vaste Activa

Totaal Vaste activa

Vlottende activa

Totaal vlottende activa

Totaal Activa

Passiva

Eigen vermogen

Totaal Eigen vermogen

Voorzieningen

Langlopende schulden

Kortlopende schulden

Totaal Passiva

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

Financiële vaste activa

Voorraden

Kortlopende vorderingen

Liquide middelen

Algemene reserve publiek

Algemene reserve privaat

2016

616.354

34.223.387

2.250

34.841.991

39.189

4.364.585

7.770.938

12.174.712

47.016.703

26.259.321

1.347.200

27.606.521

4.618.284

1.666.665

13.125.233

47.016.703

2017

220.000

34.333.675

2.250

34.555.925

45.897

3.796.879

5.977.680

9.820.456

44.376.381

22.213.321

1.347.200

23.560.521

4.162.181

5.000.000

11.653.679

44.376.381

2018

220.000

33.756.069

2.250

33.978.319

45.897

3.796.879

2.429.507

6.272.283

40.250.602

20.447.516

1.347.200

21.794.716

3.980.554

4.000.000

10.475.332

40.250.602

2019

220.000

33.021.321

2.250

33.243.571

45.897

3.796.879

4.313.558

8.156.334

41.399.905

22.271.775

1.347.200

23.618.975

3.817.278

3.500.000

10.463.652

41.399.905

Bron: De cijfers van 2016 zijn de realisatiecijfers conform de jaarrekening 2016; de cijfers van 2017 zijn afkomstig uit de begroting 2017 en de cijfers voor de jaren 2018 en 2019 zijn ontleend aan de Meerjarenbegroting 2017-2021.

Continuïteitsparagraaf38

Financieringsstructuur: Leeuwenborgh maakt gebruik van schatkistbankieren bij het Ministerie. Dit is voor ons de meest risicomijdende en gunstige manier om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Doordat het roc aan de start van het jaar al bekend is met de inkomsten die wij verkrijgen, passen wij de uitgaven hier zoveel mogelijk op aan. Interne middelen om de geldstromen te beheersen zijn liquiditeitsprognoses, de meerjarenbegroting en de investeringsbegroting. Tussentijds worden deze gemonitord. Hierdoor wordt het liquiditeitsrisico voor Leeuwenborgh verkleind. Het huidige aflossingsschema, dat gehanteerd wordt voor de langlopende lening bij het Ministerie, kan ervoor zorgen, dat Leeuwenborgh op den duur zijn rekening-courant faciliteit dient aan te spreken, of vreemd vermogen dient aan te trekken. Leeuwenborgh verwacht, dat er aan de huidige en toekomstige financiële verplichtingen kan worden voldaan.

Huisvestingsbeleid: “Bouwen aan de onderwijstoekomst door inschikken, samenwerken en afstoten”. Zo luidt de titel van het huisvestingsbeleid van Leeuwenborgh voor de planperiode van 2014-2017. Vanaf 2009 heeft Leeuwenborgh drie uitgangspunten, die leidend zijn voor het strategisch huisvestingsbeleid. Dit zijn “kwaliteit”, “doelmatigheid” en “flexibiliteit”. Deze drie uitgangspunten worden in samenhang gezien en er dient hierin balans te worden gevonden.

Kwaliteit: de kwaliteit van de huisvesting is rechtstreeks van invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan de faciliteiten in een leslokaal, of er praktijklokalen zijn, gehorigheid van de lokalen. Andersom geldt natuurlijk ook, dat onderwijsvisie en onderwijsconcepten richtinggevend zijn voor de onderwijshuisvesting. Een goed voorbeeld van een actueel onderwijsconcept is de school in de omgeving van het bedrijf of het bedrijf in de omgeving van de school. Het uitvoeren van onderwijs in de omgeving van de werkcontext heeft een grote meerwaarde, bijvoorbeeld waar het gaat om praktijkfaciliteiten en stageplekken. De in 2013 gerealiseerde Sportzone is hiervan een mooi voorbeeld. Daarnaast draagt de kwaliteit van de huisvesting bij aan de sociale veiligheid, het welzijn en de fysieke veiligheid.

Doelmatigheid: krimp in de studentenaantallen en aan-gekondigde ombuigingen en bezuinigingen maken het noodzakelijk om de huisvestingslasten zo laag mogelijk te houden. Dit betekent concreet, dat de komende jaren in het teken staan van afstoten en slopen van onroerend goed, het inschikken binnen de bestaande faciliteiten en samenwerken met bedrijven en andere onderwijs-instellingen om gezamenlijk dure (praktijk)faciliteiten ter beschikking te stellen aan het onderwijs. Duurzaamheid is de komende jaren van belang niet alleen vanuit maat-schappelijk oogpunt, maar ook vanuit financieel oogpunt.

Flexibiliteit: onderwijsbehoeften en -concepten veranderen voortdurend. Dit vereist flexibele onderwijshuisvesting. Of het nu gaat om de grootte van het ideale leslokaal, het bijstellen van het onderwijsportfolio of nieuwe concepten. Ook vanuit het oogpunt van risicomanagement en doelmatigheid is flexibiliteit in kosten noodzakelijk. Aangezien het de verwachting is, dat de vastgoedmarkt de komende jaren ‘op slot’ blijft, zal Leeuwenborgh sturen naar een meer ‘gezonde’ verhouding tussen huren en eigendom van 50/50.

Conform de planning van Leeuwenborgh maakt het verschil en op basis van de resultaten op het gebied van Gepersonaliseerd Leren en Eigentijds Curriculum wordt het huisvestingsbeleid in 2017 herijkt.

Samenhang in de uitgangspunten wil Leeuwenborgh bereiken door enerzijds te anticiperen op de ontwikkelingen ten aanzien van Techniek onderwijs in Zuid Limburg, en dan met name de realisatie van de Technocolleges in de regio’s Maastricht en Sittard-Geleen, en anderzijds de consequenties in het kader van Leeuwenborgh maakt het verschil, Gepersonaliseerd Leren en Eigentijds Curriculum.Ten behoeve van het Technocollege Sittard-Geleen is in 2016 in overleg met de gemeente Sittard-Geleen, het DaCapo College en het Arcus College verder gewerkt aan de voorbereidende plannen ten behoeve van de realisatie hiervan. Maart 2017 is het besluit genomen, dat Arcus College en Leeuwenborgh niet kiezen voor ver- en nieuwbouw aan de Havikstraat, maar voor huisvesting op de Arendstraat. Ten behoeve van het Technocollege Maastricht is in 2016 in samenwerking met de RO groep, het LVO en het Arcus College een haalbaarheidsonderzoek huisvesting Technocollege Maastricht uitgevoerd. Over de verdere voortgang wordt overleg gevoerd.

IT beleidIn 2015 en 2016 heeft Leeuwenborgh allereerst het beheer en onderhoud van haar datacentrum en vervolgens de netwerkinfrastructuur in de vorm van de dienstverlening Network as a Service uitbesteed. In het kader van Leeuwenborgh maakt het verschil zal in 2017 beleid ten aanzien van IT herijkt en verder uitgewerkt worden. Met name de ontwikkelingen vanuit Gepersonaliseerd Leren en Eigentijds Curriculum zijn daarbij richtinggevend.

Ontwikkeling eigen vermogen: Leeuwenborgh heeft een vrij hoge solvabiliteitsratio van 69% in vergelijking met de signaleringsgrens van de Onderwijsinspectie. De doelstelling van Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de dalende studentenaantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuwe

Continuïteitsparagraaf39

leervormen, automatisering en efficiëntere inzet van personeel en in andere middelen, zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen, gaan de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, maar ook omdat we voldoende reserves hebben om ons dit te veroorloven. De extra investeringen in de ontwikkeling van de herziene kwalificatiedossiers en in de tweede helft van 2016 in extra personeel ten behoeve van de ondersteuning van de teams bij de invoering van Gepersonaliseerd Leren en Eigentijds Curriculum, getuigen hiervan. Kortom: Leeuwenborgh zet inkomsten uit het verleden in om toekomstontwikkelingen te kunnen managen. Meerjaren resultatenrekening

Andere bekostigingsvariabelen: De bekostiging van Educatie door de gemeenten is vanaf 2015 veranderd. In de periode van 2015 tot 2018 wordt gefaseerd vrije marktwerking ingevoerd. De gemeente Heerlen heeft met ingang van 2015 de regiefunctie voor geheel Zuid-Limburg. Voor de periode tot en met 2017 is afgesproken de bekostiging van Educatie op hetzelfde stramien als voorheen voort te zetten en dus 100% van de beschikbare middelen ook in te zetten bij de ROC’s. Verder gaan we ervan uit – op basis van ervaring en op

basis van prognoses van het Ministerie – dat het niveau van de overheidssubsidies voor de komende jaren hetzelfde blijft. De wijzigingen zitten in de bestedingsdoelen – voor de komende jaren bepaald vanuit de regeling van de kwaliteitsgelden –, die deels bepaald worden door de focuspunten van de politiek van dat moment. Leeuwenborgh heeft de overtuiging, gebaseerd op ervaring, dat het in staat is mee te bewegen met deze verschuivingen.

Rijksbijdragen

Overige overheidsbijdragen en subsidies

College-,cursus- en examengelden

Baten werk in opdracht van derden

Overige baten

Totaal baten

Personeelslasten

Afschrijvingslasten

Huisvestingslasten

Overige lasten

Totaal lasten

Totaal saldo baten en lasten

Financiële baten en lasten

Totaal resultaat

Knelpuntenbudget

Flexibiliseringsbudget

Totaal resultaat

2016

58.007.328

1.253.749

1.221.683

3.023.792

1.700.198

65.206.750

49.089.188

2.795.587

5.122.309

7.083.684

64.090.768

1.115.982

166.813

949.169

949.169

2017

58.180.000

1.200.000

712.000

2.863.000

1.690.000

64.645.000

51.688.000

3.075.000

4.836.000

7.774.000

67.373.000

-2.728.000

118.000

-2.846.000

500.000

700.000

-4.046.000

2018

59.343.496

1.200.000

2.863.000

2.342.000

65.748.496

51.124.000

3.077.606

5.036.000

7.574.000

66.811.606

-1.063.110

202.695

-1.265.805

500.000

-1.765.805

2019

61.377.899

1.200.000

2.763.000

2.282.000

67.622.899

49.711.549

3.234.749

4.783.000

7.441.842

65.171.140

2.451.759

127.500

2.324.259

500.000

1.824.259

Bronnen: De cijfers van 2016 zijn de realisatiecijfers conform de jaarrekening 2016; de cijfers van 2017 zijn conform de vastgestelde begroting. De cijfers over de volgende jaren komen uit de Meerjarenbegroting 2017-2021.1

1 Het feit, dat in dit document – in tegenstelling tot in de Meerjarenbegroting 2017-2021 – voor 2016 de realisatiecijfers gebruikt worden i.p.v. de begrotingscijfers en voor 2017 de begrotingscijfers, heeft geleid tot een aanpassing van de bedragen bij de posten eigen vermogen en kortlopende schulden voor 2016 en verder in de Meerjarenbalans. Aangezien de Meerjarenbegroting 2017-2021 vastgesteld en gecommuniceerd is, is ervoor gekozen de hieruit voortkomende minimale mutatie in de financiële baten en lasten voor 2017 en volgende jaren, niet aan te passen.

Continuïteitsparagraaf40

Ontwikkeling contractactiviteiten: Gezien de huidige economische situatie en de ontgroening in deze regio acht Leeuwenborgh de kans klein, dat de komende jaren veel extra contractomzet wordt gerealiseerd.

Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteemIn deze paragraaf informeren wij over de inrichting en werking van het risicobeheersysteem binnen Leeuwenborgh in 2016 en de belangrijkste risico’s die wij daarbij hebben onderscheiden.

A) Opzet en werking van het risicobeheerssysteemRisicobeleid

Binnen Leeuwenborgh wordt gewerkt op basis van de geïntegreerde PDCA-cyclus, zowel horizontaal (onderwijs & bedrijfsvoering samen) als verticaal (van instellingsniveau tot teamniveau). De visie op control staat beschreven in de Toelichting op de PDCA-cyclus en ook het risicomanagement komt daarin terug. In zomer 2016 is de inrichting en werking van het risicobeleid besproken tussen CvB en directeuren, mede naar aanleiding van de wens om meer aandacht in te bouwen voor soft controls. Op basis daarvan is besloten het risicobeleid te herijken met de wens om daarbij meer onderscheid te kunnen maken naar verschillende niveaus van risico-tolerantie en –acceptatie en het nemen van gepaste maatregelen.

De verantwoordelijkheid voor het risicomanagement wordt zo laag mogelijk in de organisatie belegd; het begint bij degene, die een plan opstelt en eindigt bij het College. Aan ieder plan of voorstel, of dit nu strategisch, financieel, operationeel of projectmatig van aard is, wordt een risicoparagraaf toegevoegd. Deze risicoparagraaf dient kort in te gaan op de belangrijkste ontwikkelingen, die de realisatie van het plan (negatief) kunnen beïnvloeden. De risicoparagraaf is doorgaans kwalitatief van aard en gericht op het stilstaan bij meerdere scenario’s.

Om binnen het College voldoende checks & balances in te bouwen zijn de portefeuilles zo verdeeld dat de collegeleden elkaar voor besluitvorming altijd nodig hebben.

De voortgang van de risicobewaking is onderdeel van de reguliere monitoringsactiviteiten. De instellingscontroller bewaakt het proces en adviseert zowel CvB als de tweede en derde managementlaag over inrichtings- en rapportagevraagstukken.

Een belangrijk instrument in het risicobeheerssysteem is de advisering vanuit de stafadviseurs aan het College van Bestuur. Bij ieder agendapunt op het CvB-overleg waarbij sprake is van besluitvorming, wordt integraal advies toegevoegd van de stafadviseurs (directeuren Strategie & Beleid, HR, FEZ, Bedrijfsdienst en Control & Compliance).

Het effect van de expliciete aandacht voor risicomanagement van de afgelopen jaren blijkt uit het feit, dat binnen onze organisatie een cultuur is ontstaan, waarbij wij meer systematisch stilstaan bij zaken, die anders kunnen lopen dan gepland en ook vooraf nadenken, over hoe we daarop kunnen reageren of anticiperen. Dat geeft rust en het gevoel dat we de zaken beheersen. We ervaren als organisatie, dat risicomanagement ook ruimte biedt voor nieuwe initiatieven. Dat wil niet zeggen, dat zich geen onverwachte zaken meer voordoen, maar als hiervan sprake is, worden we er minder door overvallen.

Toelichting op de PDCA-cyclus De PDCA-cyclus is ons belangrijkste beheersinstrument. Wij lichten het verloop hiervan op hoofdlijnen toe.

a) Sturen en richtenDe PDCA-cyclus begint bij strategisch meerjarenplan en eindigt bij het teamplan. Het strategisch meerjarenplan kent een doorlooptijd van 4 jaar. De overige plannen hebben een doorlooptijd van één jaar. Jaarlijks worden de zwaartepunten van het strategisch plan middels de kaderbrief geconcretiseerd en ook gekoppeld aan de beschikbare middelen. Het strategisch meerjarenplan wordt ieder jaar via de kaderbrief vertaald naar een instellingsjaarplan, directieplan en teamplannen. Bij instellings- en directieplannen hoort een begroting (incl. investeringsbegroting) en een risicoparagraaf. Het instellingsjaarplan en begroting worden cf. de statuten ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. Op instellings- en directieniveau wordt gewerkt volgens de A3-methodiek. Op teamniveau wordt gewerkt met doorlopende teamplannen. De directieplannen worden door het CvB vastgesteld nadat deze tussen CvB en directeur zijn besproken. In beginsel gebeurt dat in bijzijn van het managementteam van de directeur. CvB, directeuren en management staan zo direct met elkaar in contact en weten wat er speelt.

b) Voortgangsmetingen & RapportagesDe “Check cyclus” verloopt bottom-up, begint dus juist bij het team en eindigt op instellingsniveau. Negen maal per jaar wordt een financiële rapportage opgesteld door de directeur ten behoeve van het CvB gericht op de inzet van formatie, de uitputting van de begroting, en de ontwikkeling van het ziekteverzuim ten opzichte van het jaarplan en de begroting. Ook bevatten deze rapportages kansen en een risicoparagraaf.

Continuïteitsparagraaf41

Driemaal per jaar vinden managementgesprekken plaats waarin de voortgang van de jaarplannen wordt besproken. Naast de inhoudelijke doelen staan ook de financiële voortgang en de ontwikkeling van de kansen en risico’s op de agenda. De voortgang wordt in kaart gebracht op teamniveau, directieniveau en instellingsniveau en de managementgesprekken vinden ook op die niveaus plaats. Deze gesprekken kunnen leiden tot aanscherping of herziening van het beleid. De instellingscontroller stelt een eindrapportage op ten behoeve van directieteam en CvB met de belangrijkste bevindingen en adviezen.

Tweemaal per jaar worden Team In Zicht gesprekken gevoerd tussen het CvB en de onderwijsteams. In deze gesprekken worden allerhande thema’s besproken, waarbij het onderwijsteam de agenda bepaalt.

Gedurende het jaar legt het CvB wekelijks werkbezoeken af om voeling te houden met de operatie, de dagelijkse werkzaamheden en wat daarin goed gaat / nog beter kan.

Driemaal per jaar rapporteert het CvB aan de Raad van Toezicht over de voortgang op het jaarplan door middel van de Bestuursrapportage. Deze rapportage kent in ieder geval de onderdelen Onderwijs, Voortgang HR, Voortgang Financiën en Bestuurlijke ontwikkelingen (waaronder huisvesting). In deze rapportages wordt ook altijd expliciet ingegaan op de ontwikkeling van de belangrijkste risico’s.

In ieder overleg dat het CvB voert met de Raad van Toezicht staat de voortgang in LMHV op de agenda waaronder met een separate rapportage de ontwikkeling van de strategische risico’s.

ToezichtOp instellingsniveau heeft Leeuwenborgh in 2016 een onafhankelijk gepositioneerde controller en projectleider kwaliteitsborging, die samen de voortgang van het beleid en de kwaliteit van de informatie hierover bewaken en aan het CvB rapporteren over bevindingen en mogelijke risico’s. Sinds september 2016 zijn de algemene en de onderwijscontrol taken samengebracht in een eenheid Control & Compliance. Door bundeling van de aandachtsgebieden en het inbrengen van het thema “compliance” wil het CvB dit aandachtsgebied versterken. Het gaat hier om een soort toezichthoudende rol waarbij vanuit een hoog aggregatieniveau wordt gevolgd, hoe met plannen, kansen en risico’s wordt omgegaan.

Soft controlsOnder het kopje Risicobeleid is benoemd, dat het CvB de plaats van soft controls in het risicobeheer graag wil vergroten. Een open en positieve (fouten) cultuur moet ervoor zorgen, dat risico’s boven tafel komen op het moment, dat nog sturing plaats kan vinden en niet pas achteraf, als herstel niet meer mogelijk is. Met elkaar het gesprek aangaan is daarbij een belangrijk instrument. Het

CvB geeft hieraan invulling, onder meer door het voeren van de eerder genoemde TIZ gesprekken, het afleggen van werkbezoeken en de tweemaandelijkse feedback lunchgesprekken met medewerkers die jarig zijn geweest. Daarnaast is het CvB gestart met managementdagen opgebouwd, rondom de thema’s leiderschap en feedback om ook daarmee de openheid en slagkracht binnen de organisatie te vergroten.

B) Toelichting van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

In bovenstaande paragraaf hebben we toegelicht, op welke manier wij ons risicobeheer hebben ingericht. In deze paragraaf gaan we concreet in op de risico’s, die we daarbij hebben gesignaleerd en hoe we daarmee zijn omgegaan en hoe deze zich hebben ontwikkeld. De basis hiervoor ligt in de risicoparagraaf bij het instellingsjaarplan en begroting 2016 en de plannen en risicoparagrafen van de verschillende directies.

1) Strategische risico’s: op strategisch instellingsniveau zien wij zaken als bevolkingskrimp (en daaraan gerelateerd studentendaling), de ontwikkeling in de perceptie op goed onderwijs en de ontwikkelingen in de behoefte van het werkveld als de belangrijkste variabelen, die ons onderwijs bepalen. Dit zijn geen risico’s die ineens ontstaan, maar ze hebben op de lange termijn een grote impact, als adequaat beleid ontbreekt. Dit is niet in euro’s uit te drukken. Het strategisch plan LMHV geeft ons antwoord op deze ontwikkelingen en de vraag, hoe daarmee om te gaan. Onze leidende strategische doelen daarbij zijn Gepersonaliseerd leren en Eigentijds curriculum. Ondersteunend hieraan stellen we de teams centraal, zij zijn aan zet. Dat kunnen ze door veel aandacht te geven aan verdere professionalisering. Ook de flexibiliteit die we in ons DNA verankerd hebben, speelt hierbij een belangrijke rol. Het risico is uiteraard, dat het ons niet lukt om de strategische agenda te realiseren. Oorzaken van dat risico kunnen zijn: • haalbaarheid van het Strategisch plan (te ambitieus); • weten we de juiste medewerkers aan te trekken

(rondom duaal leiderschap en teams aan zet);• volwassenheid van teams (zijn ze in staat de rol te

nemen zoals het plan dat bedoelt); • overheidsingrijpen gaat door plannen heen (nieuw

overheidsbeleid leidt ertoe, dat de ingezette koers niet haalbaar is).

Continuïteitsparagraaf42

Onze beheersmaatregelen zijn gelegen in het opstellen van deelplannen en formuleren van tussendoelen en het opnemen van de voortgang in de planning- & controlcyclus. Tevens rapporteren we zes keer per jaar de voortgang in het risicobeheer aan de RvT. Onze risico-inschatting is de afgelopen twee jaar niet toegenomen. In 2017 voeren we een mid-term review uit om de tussenstand inzichtelijk te maken.

2) Risico op tactisch niveau Hoewel de samenwerking met het Arcus College in de Samenwerkingsschool Techniek vooral strategisch van belang is, zien we hierin wel risico’s op tactisch niveau. Het belangrijkste risico dat we op dit gebied zien, is de ontwikkeling van het Techniek Onderwijs in de regio en dan met name de ontwikkeling van de SST waarin wij samen met het Arcus College sinds dit jaar ons onderwijs organiseren en aanbieden. Om dit inhoud en sturing te geven is een programmastructuur ingericht en daarbovenop een regie-entiteit, met een vertegenwoordiging van de CvB’s van beide roc’s, zodat we zowel compliant als slagvaardig zijn. In augustus 2016 zijn de eerste gezamenlijke opleidingen van start gegaan. Dat is nog niet direct gegaan zoals wij het wilden, maar inmiddels zijn de belangrijkste processen op orde. Een risico binnen SST is de studentenontwikkeling binnen deze sector. Als die anders is dan verwacht, zal dit de plannen kunnen beïnvloeden. Een ander aan dit dossier gerelateerd risico is het beroep, dat vanuit dit programma wordt gedaan op de rest van de organisatie (mensen en faciliteiten). Dat is op dit moment groter dan normaal. We beheersen dit risico door de voortgang frequent te agenderen. Ook is een specifieke projectleiding aangesteld met ruime expertise op dit gebied. Vooralsnog ontwikkelt het risico zich conform verwachting.

3) BedrijfsvoeringDe onderwijs- en examenlogistiek zijn nog niet op het gewenste kwaliteitsniveau. Er zijn verbetertrajecten gaande om hierin te voorzien.Daarnaast zien we risico’s in de toenemende vraag naar IT-faciliteiten (en bijbehorende kosten) en de complexiteit van het huisvestingsvraagstuk, mede in relatie tot de veranderende behoefte, voortkomend uit de ontwikkelingen op het gebied van gepersonaliseerd leren en eigentijds curriculum. In 2017 hebben wij de herijking van het strategisch Huisvestings- en IT-beleid gepland om hier een antwoord op te formuleren.

BeoordelingFinancieel laten we in 2016 een positief resultaat zien waar een negatief resultaat was verwacht. Ook hebben we uiteindelijk te maken gehad met een toename in de studentenaantallen ten opzicht van verwachte krimp. In de keuzegids zijn we een aantal plaatsen gestegen en ook de medewerkerstevredenheid is sterk toegenomen. Per saldo concluderen we, dat er zich geen onverwachte

zaken hebben voorgedaan en dat Leeuwenborgh een positieve ontwikkeling doormaakt. Wij beoordelen ons risicobeheer hiermee als goed functionerend.

Rapportage toezichthoudend orgaan

De Raad van Toezicht oefent haar functie uit middels een periodiek overleg met het College van Bestuur. De RvT en het CvB vergaderen 6 keer per jaar, waarvan minimaal twee vergaderingen een specifiek karakter hebben. De thema’s die dan aan de orde komen, zijn HR, de kwaliteit van het onderwijs en de maatschappelijke verantwoording. Ook is er een speciale governancedag, waarin zowel de werkwijze van de raad als die van het CvB geëvalueerd worden en waarin ook stakeholders betrokken worden. In het najaar van 2015 heeft de RvT gekozen voor een herschikking van taken en een werkwijze waarbij de commissies onderwijs en bedrijfsvoering zijn samengevoegd tot een auditcommissie. De onderwijskundige zaken worden vanaf dit moment integraal behandeld in aanwezigheid van de voltallige Raad.De RvT is ingericht en handelt overeenkomstig de code goed bestuur. De RvT maakt gebruik van de periodieke Bestuursrapportages van het CvB om de voortgang op de uitvoering van het beleid en de risico’s te monitoren en ook van de rapportages van de accountant. Naast de formele momenten gebruikt de RvT informele momenten om met het CvB in gesprek te zijn en voert de RvT functioneringsgesprekken met het CvB. In het interview met de RvT aan het eind van dit bestuursverslag is ook de kijk van de RvT op en het vertrouwen in de toekomst van Leeuwenborgh te lezen.

Continuïteitsparagraaf43

a. Diplomaresultaat en jaarresultaat 2013 – 2016

b. Leeuwenborgh totaal (Bron: Leeuwenborgh)

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat 2016 Diplomaresultaat 2016

diplomaresultaat

jaarresultaat

2011 – 2012

2012 – 2013

2013 – 2014

2014 – 2015

2015 – 2016

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

2011 – 2012

2012 – 2013

2013 – 2014

2014 – 2015

2015 – 2016

Niveau 1

66,2%

75,0%

82,2%

72,5%

65,3%

Niveau 2

62,7%

67,3%

70,7%

71,5%

75,0%

Niveau 3

55,7%

60,1%

72,2%

77,1%

77,9%

Niveau 4

63,3%

72,6%

77,3%

74,1%

77,4%

Resultaat

65,3%

75,0%

77,9%

77,4%

Norm

60,7%

56,5%

65,3%

64,2%

Resultaat

62,3%

71,5%

74,4%

80,8%

Norm

45,1%

45,2%

67,3%

67,3%

Niveau 1

59,5%

64,3%

68,4%

67,6%

62,3%

Niveau 2

61,0%

66,5%

71,9%

68,6%

71,5%

Niveau 3

51,3%

53,6%

64,6%

70,9%

74,4%

Niveau 4

68,2%

77,4%

80,1%

77,9%

80,8%

2013eigen

instelling

66,4%

66,8%

gem.

roc’s

71,9%

72,0%

2014eigen

instelling

73,2%

74,4%

gem.

roc’s

74,1%

73,3%

2015eigen

instelling

74,3%

74,5%

gem.

roc’s

75,0%

74,0%

2016eigen

instelling

76,7%

76,5%

gem.

roc’s

74,3%

73,2%

Diplomaresultaat en jaarresultaat

De opbrengsten komen als volgt aan de orde:a. Het diplomaresultaat en jaarresultaat 2013 – 2016 van Leeuwenborgh en ter vergelijking van de gemiddelde roc’s, zoals die aangeleverd zijn door DUO, bewerkt door KBA.b. Een overzicht van het jaarresultaat en diplomaresultaat van 2016 van Leeuwenborgh op basis van eigen berekeningen, uitgesplitst per niveau; in een tabel de trend van de afgelopen vijf jaar aan de hand van de gespecificeerde resultaten per niveau.

Continuïteitsparagraaf44

Doorstroming binnen mbo (opstroom) en naar hoger onderwijsHet aandeel gediplomeerden op niveau 1, 2 en 3, dat in het jaar na het behalen van het diploma, een mbo-opleiding op een hoger niveau is gaan volgen, is de laatste jaren bovengemiddeld:

Doorstroom naar het hbo

Betere resultaten van de studenten in het hoger onderwijsSteeds meer sectoren zijn in overleg met het hbo om de opleiding goed te laten aansluiten en studenten goed voor te bereiden op de doorstroom naar het hbo. Van de Leeuwenborgh-studenten die doorstromen naar het hbo, kiest 80% voor Zuyd Hogeschool. Uit de managementcijfers (2016) van deze instelling blijkt dat:• de totale uitvalcijfers (bekeken over een studieperiode van 6 jaar na inschrijving) van oud-Leeuwenborgh-studenten

over de instroomcohorten 2012-2014 gedaald zijn van 49% naar 41,7%;• het totale propedeuserendement (cohorten 2011-2014) een dalende lijn laat zien: van 60,7% naar 51,8%;• het diplomarendement (na 6 jaar inschrijving, cohorten 2008-2010) daalde van 54,1% naar 49,4%.De cijfers van Leeuwenborgh liggen rond de landelijke gemiddelden en ontwikkelen zich conform de landelijke trend.

StudiewaardeLeeuwenborgh voert geen direct beleid specifiek gericht op het verhogen van de studiewaarde. Met de realisering van het strategisch plan Leeuwenborgh maakt het verschil beogen we minder uitval, hogere onderwijsrendementen en een hogere studiewaarde te bereiken. Met Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum bieden we studenten uitdagend onderwijs, stimuleren we, dat zij het maximale uit hun studie halen en zo ver als mogelijk op een hoger niveau afstuderen, dan op basis van de vooropleiding wordt verwacht. Wij bieden de student daarbij passende loopbaan- en studiebegeleiding. Professionele docenten en andere medewerkers, de invoering van Gepersonaliseerd Leren en een passende begeleiding in het binnenschools en buitenschools onderwijs dragen bij aan de verbetering van de studiewaarde.

Percentage nieuwe VSV’ersIn onderstaand overzicht een opgave van de voorlopige cijfers nieuwe VSV-ers 2015-2016 voor ons roc. In totaliteit zien we een daling van het aantal VSV-ers. Wij scoren een percentage van 4,8% tegen de landelijke score van 4,6% voor het MBO (voorlopige cijfers VSV Verkenner 2015-2016);

Leeuwenborgh

gemiddelde roc’s

Leeuwenborgh

gemiddelde roc’s

2013/14

2014/15

2015/16

studenten

5.566

5.611

5.467

studenten

5.566

5.611

5.467

vsv’ers

278

272

261

% vsv

4.99%

4.85%

4.77%

2011

37,8%

35,4%

2012

30,7%

32,8%

2013

33,4%

33,1%

2014

36,1%

32,7%

2015

38,7%

32,6%

2011

37,8%

35,4%

2012

30,7%

32,8%

2013

33,4%

33,1%

2014

36,1%

32,7%

2015

38,7%

32,6%

Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2015. Bouwsteen studiesucces. Instellingsrapportage Leeuwenborgh, juni 2016

Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2015. Bouwsteen studiesucces. Instellingsrapportage Leeuwenborgh, juni 2016

Continuïteitsparagraaf45

Nieuwe vsv’ers naar niveau in mbo-instellingen in 2015-2016 afgezet tegen norm 2015-2016

Voor niveau 1 en niveau 3-4 constateren we een procentuele daling, maar, in aanvulling op deze goede resultaten, zien we dat we als roc de landelijke norm per opleidingsniveau nog niet behalen.We bemerken in de totale realisatie dat het verzuimbeleid, dat actief is ingezet, een wezenlijke bijdrage levert aan het monitoren van de studenten en het voorkomen van uitval. Een belangrijk signaal is echter, dat er ook sprake lijkt te zijn van uitval in de hogere leerjaren van de opleiding en met name in de opleidingen waar mogelijk sprake is van een minder gemotiveerde keuze (mbo 3-4).

Deze gegevens hebben belangrijke input geleverd voor het nieuwe plan VSV 2016-2020, wat in 2016 nader is uitgewerkt. In dit plan wordt voortgeborduurd op de resultaten van het plan 2012-2016 en hierbij heeft de Minister als ambitie gesteld dat het MBO nogmaals een daling van 20% realiseert op het totale VSV-cijfer aan het einde van de convenant periode, waarbij in dit plan een zeer nauwe samenwerking met de gemeentes in de regio wordt aangegaan om deze doelstelling te realiseren. Deze plannen en uitwerkingen zijn beschreven in het nieuwe plan “Alle jongeren aan boord”: VSV- convenant Zuid-Limburg 2016-2020.

De sectoren en afdelingen zijn meegenomen in de behaalde resultaten van het afgelopen jaar en op hoofdlijnen geïnformeerd over het voorliggende programma voor 2016-2020. De monitoring via een dashboardfunctie wordt op dit moment besproken, maar is nog niet gerealiseerd. Alle onderwijsafdelingen hebben het sturen op VSV output inmiddels in hun jaar- en teamplannen geïmplementeerd en monitoren het verzuim, door de taak van verzuimmedewerker in te richten in hun afdelingen.

Examinering

Leeuwenborgh conformeert zich aan het standpunt van de mbo-raad, dat examens bij voorkeur ingekocht worden. In 2016 is in grote delen van de organisatie ook daadwerkelijk gewerkt met ingekochte examens. Daar waar dat niet gebeurde, was de reden meestal, dat er geen geschikte examens voorhanden waren. Een overzicht van de zelf-geconstrueerde examens met de redenen erbij vermeld:

Sector cios, uiterlijke verzorging en veiligheid: alle examens worden ingekocht

Sector economie: alleen bij de afdelingen juridisch en logistiek zijn de examens voor beroepsmatig Engels niet ingekocht. Oorzaak: Geen geschikte examens beschikbaar bij leverancier. Examens zijn vastgesteld door de vaststellingscommissie en de beoordeling is bekrachtigd door de examencommissie van de sector economie.

Sector techniek: Luchtvaarttechniek: de examens worden ontwikkeld in samenwerking met de 4 andere MBO-scholen luchtvaarttechniek in Nederland. Er is hiervoor gekozen, omdat de examens nergens ingekocht kunnen worden.

Fijnmechanische techniek, werktuigbouw, electro en service en onderhoud: voor alle nieuwe 25000-crebo’s worden de examens ingekocht. Bij de oude 90000-crebo’s worden de vastgestelde examens en Proeves van Bekwaamheid gebruikt conform de OER’s.

Bouw: voor niveau 2 en 3 worden alle examens ingekocht. Voor niveau 4 is er slechts 1 aanbieder en hun exameninstrumentarium is gebaseerd op de oude examens. Met de nieuwe examens van Leeuwenborgh kunnen de studenten allemaal geëxamineerd worden met dezelfde randvoorwaarden in simulatie. De gemaakte examens zijn door onze examendeskundige goed bekeken en op 2 roc’s vastgesteld. Momenteel wordt gekeken naar een mogelijke tweede aanbieder van examens. Daarnaast is een optie om de eigen examens te laten certificeren.

Instelling

Leeuwenborgh

Niveau

mbo-1

mbo-2

mbo-3/4

Totaal

Aantal studenten

66

788

4613

5467

Aantal vsv

22

82

157

261

% vsv

33,33%

10,41%

3,40%

Norm

22,5%

10%

2,75%

Continuïteitsparagraaf46

Procestechniek: er wordt gewerkt volgens twee verschillende opleidingsmodellen die verschillende examenproducten hebben. Om de examinering gelijk te houden voor beide modellen is besloten om het examenproduct zelf te ontwikkelen (volgens de handleiding voor constructeurs).

Sector zorg & welzijn: Haarverzorging: alle examens worden ingekocht.De overige opleidingen: de beroepsgerichte examens worden ingekocht bij het Consortium Beroepsonderwijs. Deze examens dekken de eisen van het kwalificatiedossier volledig. Bij het gebruik van deze examens is gebleken dat:• het werkveld aangegeven heeft, dat studenten de

theoretische basiskennis onvoldoende beheersen;• de ingekochte beroepsgerichte examens hierin te

weinig discrimineren: studenten kunnen een examen met een voldoende afsluiten, terwijl de noodzakelijk veronderstelde kennis ontbreekt;

• ook de vakdocent op school tot de conclusie komt, dat de studenten te weinig theoretische kennis hebben om, eenmaal in het bezit van een diploma, op een verantwoorde manier als beginnend zorgverlener aan de slag te kunnen;

• het gebrek aan theoretische kennis groter is bij een niveau 4, dan bij een niveau 2 of 3 opleiding;

• het bij een zorgopleiding sterker aanwezig is dan bij een welzijnsopleiding.

Het managementteam van zorg & welzijn heeft daarop het volgende besloten:

• Er moet meer aandacht komen voor de theoretische leerstof in de lessen.

• Afhankelijk van de opleiding worden zelf geconstrueerde kwalificerende kennisexamens ingezet.

• Het management kiest bewust voor kwalificerende examens, en niet voor ontwikkelingsgerichte toetsen. Omdat de theorie-eisen in het kwaificatiedossier onvoldoende geëxamineerd worden m.b.v. het exameninstrumentarium van het Consortium wordt het gebruik van kwalificerende examens noodzakelijk.

• In elk team worden examenconstructeurs en examenvaststellers geschoold.

• De examencommissie zorgt voor een deskundige en tijdige vaststelling van deze examens.

• De kwaliteit van al deze examens wordt nauwlettend in de gaten gehouden door een grondige analyse (m.b.v. Remark Office) na elke afname.

Implementatie herziene kwalificatiestructuur

In augustus 2016 is binnen Leeuwenborgh de herziene kwalificatiestructuur geïmplementeerd. In dit eerste half jaar was er nog geen sprake van studenten, die verzocht hebben om een niet gekoppeld keuzedeel te kunnen volgen.

Personeel

OverzichtenIn de volgende overzichten wordt een beeld geschetst van het personeel van Leeuwenborgh. Het peilmoment, waarop de cijfers gebaseerd zijn, is 31-12-2016. Medewerkers in de categorie “ROC Leeuwenborgh” zijn medewerkers met een vast dienstverband. Medewerkers in de categorie “Stichting Sité” hebben een tijdelijk dienstverband. De medewerkers van LTOC bv zijn de medewerkers van Leeuwlicious, de catering.

Continuïteitsparagraaf47

ROC Leeuwenborgh

Stichting Sité

LTOC bv

Eindtotaal

ROC Leeuwenborgh

Stichting Sité

LTOC bv

Eindtotaal

ROC Leeuwenborgh

Stichting Sité

LTOC bv

Eindtotaal

ROC Leeuwenborgh

Stichting Sité

LTOC bv

Eindtotaal

direct betrokken bij onderwijs*

overig

Totaal

ROC Leeuwenborgh

Stichting Sité

LTOC bv

Eindtotaal

0,00<0,25

10

12

22

0,25<0,50

41

10

1

52

0,50<0,75

133

46

2

181

0,75<1,00

111

30

2

143

1

344

50

1

395

Eindtotaal

639

148

6

793

15-24 jaar

4

17

21

25-34 jaar

59

62

1

122

25-34 jaar

59

62

1

122

35-44 jaar

79

24

1

104

45-54 jaar

152

27

1

180

55-64 jaar

339

16

3

358

65-99 jaar

6

2

8

Eindtotaal

639

148

6

793

15-24 jaar

3

11

14

25-34 jaar

50

47

1

98

25-34 jaar

59

62

1

122

35-44 jaar

69

21

1

91

45-54 jaar

124

21

1

146

55-64 jaar

282

12

2

296

65-99 jaar

5

1

6

Eindtotaal

533

113

5

651

01 t/m 04

15

1

16

05 t/m 09

138

37

175

10 t/m 12

476

108

584

13 t/m 17

8

2

10

Nominaal

2

6

8

Eindtotaal

639

148

6

793

2016

443,4 fte

207,4 fte

650,8 fte**

68,1%

31,9%

2015

445,8 fte

206,0 fte

651,8 fte

68,4%

31,6%

Man

309

67

1

377

Vrouw

330

81

5

416

Eindtotaal

639

148

6

793

gemiddelde werktijdfactor

leeftijd (aantal)

leeftijd (fte)

schaal

Medewerkers

geslacht

De gemiddelde leeftijd van het personeel was op 31-12-2016 49 jaar 10 maanden en 24 dagen.

Verhouding onderwijzend personeel – overig personeel

Continuïteitsparagraaf48

HR-beleidIn 2016 heeft een herijking van het HR-beleid plaatsgevonden, die heeft geleid tot een bijgestelde koers, visie en missie. HRM gaat zich vooral richten op het activeren en ondersteunen van teams en medewerkers in hun professionele ontwikkeling om daarmee condities te creëren, waarmee Leeuwenborgh een lerende organisatie kan worden. HRM doet dat met respect voor verschillen tussen teams en verschillen tussen medewerkers.

PersoneelsbezettingBij Leeuwenborgh werkten in 2016 bijna 800 medewerkers, in totaal ruim 650 fte, in vaste en tijdelijke dienst. Daarnaast wordt nog een aantal zzp’ers, uitzendkrachten en gastdocenten ingezet. Samen geven die medewerkers vorm aan fantastisch onderwijs voor onze studenten. 2016 was ook voor onze personeelsbezetting een trendbreuk. Voor het eerst sinds enkele jaren hebben we een toename gehad van de personeelsbezetting. Voor een deel doordat we meer studenten hebben ingeschreven en dus meer onderwijs geven; voor een deel omdat we hebben geïnvesteerd in extra personeel om onze onderwijsvernieuwing de komende jaren vorm te kunnen geven. Die extra investering omvat uiteindelijk ongeveer 40 formatieplaatsen .

Duaal leiderschapUniek is de manier waarop we onderwijsteams zijn gaan organiseren. Vanaf 1 januari 2017 staan onderwijsteams (met uitzondering van de teams bij de sector techniek) onder leiding van wat wij noemen “duale leiders”. Elk team wordt geleid door een duo. Een van beide, de onderwijskundig leider, concentreert zich op onderwijs, onderwijsvernieuwing en teamontwikkeling. De ander – de opleidingsmanager - concentreert zich op de bedrijfsvoering (financiën, people-management en organisatie van het onderwijs). Samen zijn ze verantwoordelijk voor een team van ongeveer 15 formatieplaatsen. Door de introductie van duaal leiderschap hebben we 12 docenten kunnen laten doorstromen naar een leidinggevende functie; de andere 6 plaatsen zijn bezet door nieuwe medewerkers die we extern hebben geworven.

ArbeidsmarktcampagneVoor die werving hebben we ook een arbeidsmarktcampagne laten ontwikkelen en nieuwe wervingsmethodieken geïntroduceerd. De arbeidsmarktcampagne hebben we gebruikt en blijven we de komende jaren gebruiken om ons als werkgever in de arbeidsmarkt op een eigentijdse manier te presenteren. Kijk daarvoor op www.werkenbijleeuwenborgh.nl. We hebben de komende jaren namelijk veel nieuwe medewerkers nodig, omdat veel medewerkers met pensioen zullen gaan: elk jaar meer dan 25.We zijn ook overgestapt van klassieke wervingsmethodieken naar werving via onze eigen medewerkers en via sociale media, bijvoorbeeld met bannering op google, twitter, linkedin en facebook. Daar zijn ook onze vacatures en ander nieuws te vinden.

ProfessionaliseringQua opleiding en ontwikkeling kan er veel bij Leeuwenborgh. In 2016 hebben we voor bijna 1,2 miljoen geïnvesteerd in professionalisering. Dat regelen we via onze eigen Leeuwenborgh Academie. Ook in 2016 organiseerde Leeuwenborgh via de Leeuwenborgh Academie o.a. 9 leernetwerken, 3 onderwijscafés met telkens 15 workshops, 31 individuele coachings-/intervisie-trajecten en 10 intervisiegroepen. Elke onderwijscafé-avond werd bezocht door gemiddeld 400 medewerkers. Daarnaast organiseert de Academie maatwerkopleidingen voor individuele medewerkers en teams. We zetten daarbij vooral in op werkplekleren en leren van elkaar in netwerken.Ook verzorgde de Leeuwenborgh Academie de digitale kennisdeling via het intranet alsmede digitale trainingen voor het gebruik van ICT-aanpassingen en -toepassingen. De scholingsactiviteiten verzorgd door de Leeuwenborgh Academie, worden gemonitord door het houden van tevredenheidsmetingen onder deelnemers. Zowel de leernetwerken als de onderwijscafés worden als ruim voldoende tot goed beoordeeld. In 2016 is het professionaliseringsbeleid verder ontwikkeld in lijn met de herijking van het HR-beleid. Dat komt tot besluitvorming in 2017.Een belangrijke ingang voor professionalisering is onze gesprekkencyclus. Met veel medewerkers heeft in 2015 een planningsgesprek plaatsgevonden. In die gesprekken hebben medewerkers afspraken gemaakt over de werkresultaten en over hun ontwikkelingen. In 2016 is de voortgang van die afspraken besproken in functioneringsgesprekken. In 2017 zullen die worden gevolgd door beoordelingsgesprekken, waarna de cyclus opnieuw start. In de gesprekkencyclus staat ontwikkeling centraal.

Continuïteitsparagraaf49

MedewerkerstevredenheidWij zijn er van overtuigd dat de inzet van onze medewerkers de bepalende factor is voor goed onderwijs. En we weten dat onze medewerkers nog beter onderwijs verzorgen, als ze tevreden zijn over de inhoud van hun werk, de werkomstandigheden, de communicatie, de leiding enz. Kortom, medewerkerstevredenheid is voor ons een belangrijk sturingsinstrument. Daarom voeren we elke twee jaar een medewerkerstevredenheidsonderzoek uit (MTO). In 2015 waren de resultaten van het MTO aanzienlijk beter dan in 2013. Zo waren de scores op de drie hoofdthema’s significant hoger dan in 2013: bevlogenheid ging van 7,3 naar 7,6, betrokkenheid van 6,9 naar 7,6 en tevredenheid van 7,0 naar 7,5. Dat zien we ook terug in ons ziekteverzuim. In 2016 hebben alle teams (onderwijsteams en teams van de ondersteunende diensten en afdelingen) MTO-verbeterplannen gemaakt. Daarin is veel aandacht besteed aan werkdruk. We rekenen erop, dat we in het volgende onderzoek de resultaten daarvan terug zullen zien.

Ziekteverzuim Gezonde en fitte medewerkers leveren een hogere kwaliteit van werk. De werkomgeving dient dus bij te dragen aan de gezondheid van de werknemers. Doordat werknemers goed in hun vel zitten, zijn ze gemotiveerder en is de sfeer goed. Daarom kijken we, wat veiliger kan op de werkplek, wat er nodig is om fit te zijn en te blijven, en wat iemand nog wel kan, als de gezondheid het laat afweten.

Leeuwenborgh wil het verzuim tot een minimum beperken. Het verzuimbeleid is gebaseerd op persoonlijke aandacht voor de individuele medewerker, gecombineerd met het maken van heldere afspraken. De leidinggevende is een heel belangrijke actor in de verzuimaanpak van zijn medewerkers, maar medewerkers én leidinggevenden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om verzuim te voorkomen en te beheersen. De afgelopen jaren hebben we samen veel geleerd in het begeleiden en beheersen van het ziekteverzuim.Het ziekteverzuim binnen Leeuwenborgh laat tussen 2010 en 2015 een dalende tendens zien. De eigen streefcijfernorm van 4% of lager is in 2015 behaald. In 2016 is het verzuim weer opgelopen tot 5,02%.

De meldingsfrequentie van 0,56 kent een lichte stijging, maar ligt nog ver onder de norm (1,5).

In 2017 gaan we opnieuw veel aandacht besteden aan ziekteverzuimbestrijding, o.a. door een beleid rond duurzame inzetbaarheid te ontwikkelen en aandacht te geven aan werkdruk.

Daarnaast probeert Leeuwenborgh door actieve begeleiding (uitgaven inzake uitkeringen na) ontslag te voorkomen. In het kader van Mensen In Beweging (MIB) worden medewerkers begeleid om beter te functioneren, wordt nagegaan of intern andere mogelijkheden geboden kunnen worden en worden mensen begeleid bij het vinden van geschikt werk buiten Leeuwenborgh.

Internationalisering

In 2016 is Leeuwenborgh op talrijke fronten actief geweest. Binnen maar ook buiten de onderwijsinstelling zijn activiteiten ontplooid voor zowel studenten als docenten/medewerkers. In totaal 114 studenten hebben via de Erasmussubsidies in 15 verschillende Europese landen een stage ingevuld. Binnen de Euregio zijn 120 studenten in de beroepspraktijkvorming actief geweest en dat gebeurde buiten Europese subsidiestromen. In beide gevallen is er sprake van een groei van ca. 8% aan mobiliteit. Het Europees streefcijfer van 6% mobiliteit voor mbo-studenten is daarbij nog niet bereikt. Leeuwenborgh staat in 2016 op 2,6%, waarmee we ons in mbo-land in de middenmoot bevinden.Voor de periode juli 2016 tot juli 2018 heeft het Nationaal Agentschap ons roc in het kader van Erasmus+ een subsidie van € 250.000,00 toegekend voor studenten- en medewerkersmobiliteit. Op deze wijze wordt de continuïteit in de internationale activiteiten geborgd.

Medewerkers van de opleidingsteams handel, electrotechniek, logistiek, toerisme en educatie bezochten instituten in de Euregio en verder in Europa. Op deze wijze werden de bilaterale contacten gelegd en verstevigd. Docentenuitwisseling komt bij met name verpleging, bouwtechniek en mechanica steeds helderder op het netvlies. Naar verwachting zullen de eerste uitwisselingen gaan plaatsvinden in 2017. Genoemde contacten leiden voorts tot het uitbreiden van stagemogelijkheden voor studenten.

Continuïteitsparagraaf50

In het kader van oriëntatie over de grens namen/nemen we deel aan:

• De ”Strategische Agenda Buurtalen en Internationalisering”. Deze bevindt zich momenteel in de uitvoeringsfase. Leeuwenborgh is hierin ruim vertegenwoordigd. Onze expertise draagt bij aan het eindresultaat: een bestendig digitaal portfolio waarin de student in de lijn vmbo-mbo-hbo verworven Euregionale competenties kan opnemen en deze bij sollicitatie kan verzilveren. Enkele beoogde producten zijn concreet opgeleverd: een competentieraamwerk, toegesneden op de Euregio en een materialenbank, in te zetten tijdens lesactiviteiten.

• “Neuromarketing”, een seminar waaraan de afdeling handel samen met collegascholen uit Herzogenrath, Eschweiler en Eupen deelnam. In Maastricht werden studenten en docenten tijdens workshops geïnformeerd over deze bijzondere verkoopstrategie.

• De Stichting Europese Beroepsopleidingen, waarvan Leeuwenborgh deel uitmaakt, initieert een project rondom voortijdig schoolverlaten. In de loop van 2017 zullen samen met medewerkers van Duitse en Belgische beroepsopleidingen bezoeken worden gebracht aan Spaanse en Finse partnerscholen om expertise op dit gebied te delen.

• Interreg VA-project ‘EUR.Friends’. De afdelingen toerisme en commercieel investeerden/investeren in dit project, dat moet leiden tot een verhoging van mobiliteit binnen de Euregio in de vorm van onderdompelingsstages van 2 weken, in dit geval in Luik.

• ‘Renewable Energy’ is een Erasmusproject waarin op initiatief van The Dutch Alliance (een groep van 8 roc/aoc’s, Leeuwenborgh maakt hiervan deel uit) een studiereis naar IJsland werd gemaakt. Een 5-tal Leeuwenborghcollega’s nam deel aan dit programma, gericht op kennis nemen van de nieuwste technieken op dit gebied. In april 2017 volgt een 2e reis met wederom een aantal van onze docenten. Resultaten worden verwerkt in de nieuwe curricula.

• ‘Safeguarding’ is een Erasmusproject waarin op initiatief van The Dutch Alliance expertise werd opgehaald bij Londonse collega-scholen in april 2016. Ook hier waren 5 van onze collega’s bij betrokken. Resultaten zijn deels vertaald in het schoolveiligheidsplan van ons roc.

• ‘WorkingWorld4.0’ startte in oktober 2016 op. Docenten van electrotechniek en werktuigbouwkunde verdiepten/verdiepen zich samen met Europese partners in de toekomstige student- en werknemersprofielen. Vervolgens wordt in een traject van 2 jaar uitgewerkt, wat dat betekent voor de manier van doceren en welke onderdelen in de opleidingen moeten worden ingebracht om recht te doen aan eigentijdse curricula.

• ‘V-spider’ is een project, dat inmiddels zonder subsidie wordt gecontinueerd door alle betrokken partners uit 5 Europese landen. Van origine een Leonardoproject (voorloper van Erasmus+) dat zo veel draagvlak heeft gecreëerd bij betrokkenen, dat ook in 2016 bijeenkomsten zijn geweest. Eén daarvan vond plaats in Lahti, Finland waar studenten van de partnerscholen zich gezamenlijk bogen over een heuse opdracht van een Finse fabrikant.

• Een deel van het team bouwkunde bracht een bezoek aan de partnerschool in Valencia. Studentenuitwisseling is het vervolg.

• Cios en toerisme waren actief tijdens werkweken voor studenten en docenten in diverse Europese landen.

• Welzijn en verpleging waren aanwezig in respectievelijk Bosnië en Ghana. Studenten en docenten deden onvergetelijke ervaringen op.

• In september 2016 organiseerden de docenten vreemde talen voor inmiddels de 3e keer de “Europese dag van de talen”, waarin uitgebreid aandacht werd besteed aan het belang van talen bij de ontwikkeling van de persoonlijke talenten en ambities.

Binnen het roc werden internationale ervaringen en initiatieven gedeeld tijdens een drietal bijeenkomsten in de Leeuwenborgh Eurogroep, een gremium van vertegenwoordigers uit teams die actief waren op internationaal gebied.

In de loop van 2016 werd onze school bezocht door delegaties uit verschillende landen: Duitsland, Thailand, Amerika, Turkije, Finland, Slovenië en België.

Continuïteitsparagraaf51

ICT en Huisvesting

ICTNadat in 2015 het beheer en onderhoud van het datacenter door Vancis is overgenomen en de verouderde systemen een ingrijpende upgrade gekregen hebben, is in 2016 de verdere basis gelegd voor een koppelvlak waarmee op termijn zowel interne als externe IT-voorzieningen kunnen worden aangesloten. Hiermee is de basis gelegd voor het ontsluiten van educatieve toepassingen via Kennisnet en educatieve content uitgeverijen. Een eerste stap op weg naar Gepersonaliseerd Leren! Daarnaast is in 2016 Eduroam geïmplementeerd, waardoor het voor studenten, medewerkers en gasten mogelijk is om op een veilige manier gebruik te maken van het draadloze netwerk van Leeuwenborgh.En gedurende de zomervakantie is in alle locaties de netwerk infrastructuur vervangen, met als bijkomend voordeel dat nu ook alle buitenlocaties integraal onderdeel van ons netwerk uitmaken. Onderwijs en bedrijfsvoering zijn daarmee zo optimaal mogelijk gefaciliteerd.

HuisvestingDe in 2015 getroffen voorbereidingen ten aanzien van investeringen op het gebied van “Kantines, het hart van de school” zijn in 2016 aangehouden.Ten behoeve van het Technocollege Sittard-Geleen is in 2016 in overleg met de gemeente Sittard-Geleen, het DaCapo College en het Arcus College verder gewerkt aan de voorbereidende plannen ten behoeve van de realisatie hiervan. Maart 2017 is het besluit genomen, dat het Arcus College en Leeuwenborgh niet kiezen voor ver- en nieuwbouw aan de Havikstraat, maar voor huisvesting op de Arendstraat. Ten behoeve van het Technocollege Maastricht is in 2016 in samenwerking met de RO groep, het LVO en het Arcus College opdracht gegeven een haalbaarheidsonderzoek huisvesting Technocollege Maastricht uit te voeren. De resultaten van dat onderzoek zijn medio 2016 aan de bestuurders gepresenteerd.

Regelingen

a. Regeling Taal & RekenenIn 2016 scoorden de studenten van Leeuwenborgh voor de examens Rekenen 2F en 3F en Nederlands 2F en 3F gemiddeld weer hoger dan in 2015 en 2014 en ook hoger dan de landelijk gemiddelden per examen.

De sectoren hebben op verschillende manieren gewerkt aan kwaliteitsverbetering van taal en rekenen, zoals:- deskundigheidsbevordering van de rekendocenten;- niveaubepaling via een entreetoets;- meer gepersonaliseerd rekenonderwijs;- remediërende activiteiten.In 2016 is besloten om taal en rekenen in de beroepscontext binnen de teams en sectoren uit te voeren. Daar waar dat meerwaarde heeft, wordt er op centraal niveau samengewerkt en worden er in de toekomst roc-brede afspraken gemaakt.

b. Passend OnderwijsMet ingang van het schooljaar 2014 is de regeling Passend onderwijs van kracht geworden. Op basis van deze regeling zijn we op 1 oktober 2014 gestart met 120 studenten, aan wie we extra ondersteuning toegekend hebben. In het schooljaar 2015-2016 waren er op 1 oktober 120 studenten, die extra ondersteuning kregen. Per 1 oktober 2016 gaat het om 95 studenten met extra ondersteuning.

In een onderwijs-ondersteuningsplan (OOP) staat concreet uitgewerkt, welke extra ondersteuning de student krijgt. Dit OOP wordt opgesteld door de studieloopbaanbegeleider van het Loopbaanportaal. Deze stelt dit op aan de hand van een intakegesprek, waarbij de opleiding, de student, de ouders/verzorgers, (evt.) de externe begeleiders en andere betrokkenen aansluiten.

Op de volgende gebieden wordt de extra ondersteuning ingeschat:• hoeveelheid tijd en aandacht: is er voor, tijdens en na

de overstap naar het roc extra begeleiding nodig om ervoor te zorgen, dat de student een goede start kan maken?

• aangepast onderwijsmateriaal (bijvoorbeeld dyslexie: vergroot lettertype)

• aanpassingen in de ruimtelijke omgeving;• expertise: welke deskundigheid is er nodig om de

student succesvol naar een diploma te begeleiden? (wat wordt verwacht tijdens de opleiding van de mentor/docenten?)

• de samenwerking met andere instanties (contactpersonen).

Continuïteitsparagraaf52

De extra ondersteuning wordt toegekend voor een cursusjaar. Na dit jaar wordt er, na een evaluatie, bekeken, of de extra begeleiding nog nodig is.

In een aparte bijlage bij de onderwijsovereenkomst is de extra ondersteuning vastgelegd voor alle betrokken partijen. Er is structureel overleg en regelmatige afstemming rond studenten, die extra zorg nodig hebben.

Onze visie is, dat Passend Onderwijs wordt gebruikt als invalshoek voor brede teamontwikkeling. In 2016 zijn alle opleidingen gemonitord in het kader van Passend Onderwijs. Dit resulteerde in een opleidingsprofiel per opleiding. De opleidingen werken vervolgens aan de doelen die ze zich gesteld hebben vanuit dat opleidingsprofiel. De opleidingen hebben deze doelen van Passend Onderwijs gekoppeld aan doelen rond kwaliteit (Inspectie), loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) en taal en rekenen. Omgaan met verschillen, inzet van ondersteuning, planmatig werken, samenwerken en leren van elkaar: allemaal elementen waarmee de teams niet alleen het onderwijs passend maken, maar ook steeds meer vorm geven aan Gepersonaliseerd Leren.

c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW)Schoolmaatschappelijk werk bij Leeuwenborgh is een onderdeel van de interne zorgstructuur en is ondergebracht bij het Loopbaanportaal. Het is een laagdrempelige voorziening, die gericht is op het vroegtijdig aanpakken van psychosociale problemen. Daarbij werken de schoolmaatschappelijk werkers samen met andere zorginstellingen voor jongeren zoals Jeugdzorg, GGD, Jongerenloketten, Verslavingszorg en Schuldhulpverlening. De ervaringen met de inzet van schoolmaatschappelijk werkers zijn zeer positief. Studenten én ouders geven aan deze voorziening belangrijk te vinden als opvoedingsondersteuning.

In 2016 ontving Leeuwenborgh voor de inzet van schoolmaatschappelijk werk € 149.862. Inhoudelijk zijn de middelen op onderstaande wijze ingezet: In totaal heeft schoolmaatschappelijk werk 264 aanmeldingen ontvangen.

De hulpvragen zijn als volgt gespreid over de volgende categorieën:

Gedragsproblemen 34Lichamelijke problemen 12Geestelijke gezondheid 45Leef- en gezinssituatie 121Functioneren op school 27Sociaal netwerk 11Ingrijpende gebeurtenis 14

De soort hulp die geboden werd, is als volgt te onderscheiden:

Informatie en advies 55Bemiddeling/pleitbezorging 14Rapportage en advies op verzoek van derden 6Procesmatige hulpverlening 161Groepswerk 0Casemanagement 28

De gemiddelde tijdsinvestering per hulpverleningstraject is ongeveer 6,5 uur.

d. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroomVoor schooljaar 2016-2017 hebben 15 docenten verdeeld over alle vijf sectoren een lerarenbeurs toegewezen gekregen. Daarmee worden zij in de gelegenheid gesteld een aanvullende opleiding te volgen, bijvoorbeeld een master. Daarnaast zijn drie aanvragen voor een subsidie voor de opleiding en begeleiding van een zij-instromer gehonoreerd.

Continuïteitsparagraaf53

Kwaliteitsafspraken

In het kader van de Regeling Kwaliteitsafspraken MBO is in april 2015 het kwaliteitsplan van Leeuwenborgh ingediend bij de minister van OCW. Tevens is door het College van Bestuur van Leeuwenborgh de uitvoeringsovereenkomst getekend en is deze voor 1 maart 2015 bij de minister ingediend. De minister van OCW heeft verder de advisering en monitoring van de kwaliteitsplannen en de excellentieplannen belegd bij MBO in bedrijf. Naar aanleiding van het advies van MBO in Bedrijf heeft Leeuwenborgh het kwaliteitsplan ‘Leeuwenborgh maakt het verschil’ aangepast en aan MBO in Bedrijf toegezonden. De aangepaste versie dateert van februari 2016.In de regeling Kwaliteitsafspraken mbo is opgenomen, dat de instellingen in 2016, 2017 en 2018 op 1 maart een schriftelijke tussenrapportage over de voortgang van de uitvoering van het kwaliteitsplan bij de minister indienen. In dit bestuursverslag zijn de onderdelen uit de voortgangsrapportage van 1 maart 2017 ook opgenomen.

De kwaliteitsthema’s zijn onderwerp bij directie- en teambesprekingen en bij de Team-in-Zicht gesprekken van het CvB bij de teams. Om het leren van elkaar ten aanzien van de kwaliteitsthema’s te verbeteren, zijn de thema’s opgenomen in het programma van de onderwijscafés en binnen de leernetwerken van Leeuwenborgh. In 2016 is gewerkt aan een standaard-rapportage-systeem om de voortgang op de kwaliteitsthema’s te kunnen monitoren. Einde van het schooljaar 2016-2017 wordt bekeken of de aansturings- en verantwoordingssystematiek voldoende sturing geeft op de realisatie van de instellings-brede kwaliteitsafspraken, of dat er aanvullend nog andere interventies nodig zijn.

Excellentie2016 stond in het teken van toerusting van de organisatie voor excellentie. Hierbij stond voorop, dat het focussen van de onderwijsteams op de lat hoger leggen, wat alles te maken heeft met personalisering van het leren en een eigentijds curriculum zoals dat in ons strategisch plan Leeuwenborgh maakt het verschil staat beschreven. Onder toerusting valt niet alleen het inrichten van de systemen en het aanstellen van aandachtspersonen, maar ook het creëren van een andere mindset bij de organisatie en het geven van ruimte om hier als onderwijsteam inhoud aan te geven. Binnen de organisatie zijn al diverse initiatieven in uitvoering, die het predicaat Excellent verdienen en die worden uitgelicht om als voorbeeld te dienen voor nieuwe programma’s. Verschil maken om te kunnen uitblinken màg binnen het onderwijs en dit is lange tijd niet gebruikelijk geweest.

Deze verandering van mindset wordt ondersteund door:• gesprekken met sectoren waarbij in kaart werd

gebracht, wat er al gebeurt aan excellentie; waar mogelijkheden voor nieuwe programma’s zijn; het uitdagen van de teams om verschil te gaan maken;

• faciliteren van de vier onderwijssectoren in de vorm van formatie om enerzijds docenten op de uitwerking van initiatieven te zetten en anderzijds “niet-rendabele” pilots uit te voeren;

• het versterken van het onderwijskundig leiderschap in de teams door het aanstellen van onderwijskundig leiders (OKL). Een van die OKL’ers zal het excellentieprogramma van Leeuwenborgh gaan coördineren;

• het beleggen van excellentie binnen de onderwijssectoren en niet bij een centrale dienst.

Als resultante van het ingezette beleid kan nu gesteld worden dat excellentie op de “chip” van de teams is komen te staan. In 2016 heeft Leeuwenborgh hard gewerkt aan de randvoorwaarden die nodig zijn voor het realiseren van de excellentie doelstellingen. Het betreft de volgende zaken:• de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers en de

keuzedelen per 1-8-2016 in nieuwe programma’s;• de aanstelling van de onderwijskundig leiders per

1-12-2016. De OKL’ers hebben een cruciale rol in de ontwikkeling van excellentieactiviteiten;

• de interne organisatie van Leeuwenborgh is begin 2016 aangepast;

• per 1-1-2016 is een nieuw kernregistratiesysteem (Eduarte) ingevoerd, waarbij aandacht is voor het registreren van data, die voor excellentiemonitoring wenselijk zijn;

• de ontwikkeling van de SamenwerkingsSchool Techniek samen met het Arcus College;

• in 2016 is in de managementgesprekken tussen College van Bestuur en de onderwijssectoren steeds expliciet gesproken over de voortgang van de excellentiedoelen. In 2017 wordt dit voortgezet.

Voor de cyclus 2018 zal excellentie structureel zijn verankerd in de P&C-cyclus. Nu de randvoorwaarden op orde zijn, kunnen we de volgende stappen zetten.

Continuïteitsparagraaf54

Sector Educatie

AlgemeenEntree, VAVO en VE helpen om ieders eigen doelstellingen te bepalen en de route daarnaartoe, uitgaande van ieders verantwoordelijkheid, eigen talent en kracht.Entree, VAVO en VE bieden onderwijs op maat, met intensieve begeleiding op weg naar vervolgonderwijs of werk.

Entreeopleiding Entree werkt vanuit leren@werk-centra (kleine locaties in de nabijheid van een concentratie van bedrijven, organisaties en instellingen). Entree bestaat uit twee delen: “Voordeel” (uitgevoerd door Leeuwenborgh in 10 weken of door één van de netwerkpartners in 20 tot 80 weken en afgesloten met een eenduidige “Praktijktoets” voor alle studenten) en “Vervolg” (uitgevoerd door Leeuwenborgh in de uitstroomrichtingen verkoop/retail,

logistiek, horeca/voeding en dienstverlening/zorg in 20 weken en afgesloten met een eenduidige “Proeve van Bekwaamheid” in de praktijk van de studenten).Entree haalt de praktijk naar het onderwijs en het onderwijs naar de praktijk: studenten hebben een vast dagritme van één dagdeel theorie en één dagdeel praktijk (bpv). Elke student heeft een vaste trajectbegeleider op school en een vaste praktijkbegeleider op de bpv-plek. Samen begeleiden zij de studenten naar een mbo-niveau 1 diploma, waarna de student doorstroomt naar een mbo-niveau 2 opleiding of (begeleid) uitstroomt naar werk.

Overzicht van de behaalde rendementen Entreeopleidingen, zoals aangeleverd door de afdeling PMI van Leeuwenborgh:

JR=jaarrendement DR=diplomarendement

Zowel het jaarrendement als het diplomarendement liggen ruimschoots boven de norm. Het aantal unieke studenten Entreeopleiding in 2016 is 296.

Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO)In het leven van alledag op het vavo gebeurt er heel veel. Eerst en vooral wordt er onderwijs gegeven op de diverse niveaus, vmbo-tl, havo en vwo. Binnen dit onderwijsaanbod kiezen studenten een leerroute, die bij hen past, rekening houdende met een grote diversiteit aan keuzes, beginsituaties en profielmogelijkheden. Naast onderwijs is er veel aandacht voor individuele begeleiding. De opvatting van het team is, dat begeleiding een van de belangrijkste aspecten binnen het vavo is. Afgelopen jaar is er veel tijd en energie gestoken in een transparante en goede structuur van begeleiding voor de studenten. De eerste aanzetten om gepersonaliseerd leren vorm te geven zijn ontwikkeld. Bij de start van het schooljaar 2016-2017 beschikken we weer over een heus praktijklokaal voor de beta-vakken, waarin op vrijdagmiddag de studenten naar hartenlust kunnen experimenteren onder begeleiding van hun docenten. Binnen het vavo ronden studenten hun trajecten af met het behalen van een diploma of met het behalen van certificaten. Voor het schooljaar 2015 – 2016 hebben we daarbij de volgende resultaten behaald:

aantal kandidaten, dat het onderwijstraject met een diploma heeft afgesloten:vmbo 38havo 98vwo 47

aantal kandidaten dat het onderwijstraject met certificaten heeft afgesloten:vmbo 33 havo 118vwo 49

aantal uitgereikte certificaten per onderwijstraject: vmbo 69 havo 217vwo 91

Opleiding BCID

Entreeopleiding BC010 en BC242

JR

65,3%

JR norm

60,70%

DR

62,3%

DR norm

45,10%

Voorlopige rendementscijfers

Continuïteitsparagraaf55

In onderstaande overzichten is te zien, hoeveel studenten aan de diverse trajecten deelnemen. In het eerste overzicht worden de studenten weergegeven, die via de overheid als particulier student of als “Rutte-student” worden bekostigd. In het tweede overzicht is te zien, hoeveel studenten vo-scholen uitbesteden aan de vavo-opleidingen van Leeuwenborgh.

Studenten vavo-opleidingen 2016 – 2017 via overheid, particulier en “Rutte-regeling”:

Studenten vavo-opleidingen via uitbesteding door vo-scholen:

Overheid

Particulier

Rutte – regeling (uitbesteding vo)

Eindtotaal

School van herkomst

BC Broekhin Roermond

Bernard Lievegoed School

Bonnefantencollege afd. VMBO

Bonnefantencollege afd. HAVO/VWO

Charlemagne College

Connect College Echt

CSG Het Noordik

Da Capo College

Graaf Huyn College

Groenewald

Grotius College Heerlen

Lyceum Schöndeln

Phillips van Horne s.g.

Porta Mosana afd. VMBO

Porta Mosana HAVO/VWO

Romboutscollege

Sint Maartenscollege VMBO

Sint Maartenscollege HAVO/VWO

Sintermeertencollege

Sophianum

Stella Maris College

Trevianum

Eindtotaal

vmbo tL

42

4

28

74

havo 5

157

10

94

261

vwo 6

76

2

83

161

voortraject

39

4

23

66

eindtotaal

314

20

228

562

H5

1

6

15

3

1

11

5

1

1

21

7

5

3

14

94

HVT

6

8

1

2

5

1

23

TL4

4

6

1

4

1

8

1

3

28

V6

2

2

5

2

5

1

1

25

13

3

1

10

13

83

Eindtotaal

3

18

6

28

1

5

1

4

16

6

3

1

1

10

51

1

3

20

9

4

24

13

228

Continuïteitsparagraaf56

VolwassenenEducatie (integratie & inburgering en BasisEducatie)

VolwassenenEducatie (VE) is eigenlijk contractonderwijs, enerzijds gefinancierd door gemeenten (“Productovereenkomst 2016”), anderzijds gefinancierd door studenten (inburgeraars via een DUO-lening of eigen financiering). De producten zijn onder te verdelen in: Nederlands als moedertaal (NT1), rekenvaardigheden en Nederlands als tweede Taal (NT2).

Het toenemende aantal vluchtelingen in 2016 zorgt voor een forse toename van het aantal studenten. Door de verscheidenheid van deze vluchtelingen (in land van herkomst, talenachtergond en –kennis, vooropleiding, werkervaring, leertempo en in leerbaarheid) en hun zeer uiteenlopende toekomstwensen heeft VE haar programma ’s afgelopen kalenderjaar veel meer op maat en veel meer op de persoon toegesneden moeten maken. Veranderende wetgeving rondom inburgering leidt bovendien naar een meer eigentijds curriculum (bijvoorbeeld: ontwikkeling inburgeringsexamenonderdeel “Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt”, ONA).

Een aantal uitdagingen staat VE nog te wachten in de nabije toekomst: combinatietrajecten voor inburgeraars met de Entreeopleiding, in- en doorstroom van vluchtelingen (ISK-studenten en volwassenen) in/naar het mbo en in/naar Schakeltrajecten hbo-wo i.c.m. vavo-vakken.

Educatie heeft in 2015 het Keurmerk Inburgering wederom behaald, waarbij studenten de waardering 8,4 toekennen aan de opleiding inburgering en de opdrachtgevers (met name gemeenten) de waardering 8,0. De audit Keurmerk Inburgering over het jaar 2016 vindt in maart 2017 plaats.

Overzicht trajecten:Aantal trajecten “Productovereenkomsten 2014”: 1922 trajecten (643 studenten)Aantal trajecten “Productovereenkomst 2015”: 1879 trajecten (643 studenten)Aantal trajecten “Productovereenkomst 2016”: 1603 trajecten (274 studenten)

Aantal trajecten inburgering 2014: 244 studentenAantal trajecten inburgering 2015: 474 studentenAantal trajecten inburgering 2016: 639 studenten

(661 in eduarte – 22 studenten nooit begonnen aan cursus, dus tellen niet mee. Eindtotaal 639 actief in heel 2016)

Overzicht rendement: slagingspercentages inburgeraars bij Leeuwenborgh in 2016 (bron: “Blik op werk, Keurmerk Inburgering”):

Leerprofiel SlagingspercentageLaag opgeleiden 81%Middelbaar opgeleiden 80%Hoog opgeleiden 81%

Alle slagingspercentages liggen ruimschoots boven de landelijke normen.

Tevredenheid studenten

In 2016 is het landelijke JOB-onderzoek gehouden, de tweejaarlijkse tevredenheidsmeting onder mbo-studenten. Vanaf 2007 is ons rapportcijfer ondertussen gestegen van 6,6 naar 7,1. De scores van alle opleidingen zijn tot nu toe voldoende en variëren tussen 6,4 en 7,9.

Positieve trendDe trend van stijgende tevredenheid in zowel onze eigen als de landelijke resultaten die te zien was in de resultaten van de JOB-monitor 2014, zet door en is terug te vinden in de resultaten van de JOB-monitor 2016.

RapportcijferJOB hanteert het rapportcijfer als een algemene indicator voor tevredenheid, naast de inhoudelijke indicatoren in de overige clusters van vragen. Het cijfer voor Leeuwenborgh als instelling vervolgt de stijgende lijn en komt nu uit op 6,8 (in 2014 was dit 6,6).De studenten waarderen hun opleiding nu gemiddeld met een 7,1. Dit is gelijk aan 2014.

Continuïteitsparagraaf57

Tevredenheid werkveld

In 2016 hebben de teams wederom panelgesprekken gevoerd met leerbedrijven. De leerbedrijven met wie een panelgesprek is geweest, waarderen de opleiding als voldoende. Met Leeuwenborgh maakt het verschil 2015-2019 en daarbinnen Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum is er een koers uitgezet om de kwaliteit van ons onderwijs en dus ook de bpv, verder te ontwikkelen en te verbeteren. Hiertoe is een verbeterplan voor de beroepspraktijkvorming ontwikkeld, waarmee verder wordt gebouwd aan de ingezette koers van onderwijsontwikkeling en kwaliteitsverbetering. In dit verbeterplan zijn de centrale kaders en de verbeterresultaten voor 2017-2018 vastgesteld. We gaan met de bpv maatwerk leveren, gaan onze contacten met de bedrijven verstevigen en sluiten aan bij de verschillen tussen studenten en bij de dynamiek van onze omgeving. Het verbeteren van de bpv doen we vanuit ‘teams aan zet’. De onderwijsteams geven zelf invulling aan het verbeteren van de bpv, waarbij de diensten en portalen meedenken met onderwijs gerelateerde zaken. De samenwerkingsschool Techniek heeft een eigen bpv-verbeterplan voor de techniekopleidingen met dezelfde doelstellingen.

BPV-monitor 2016In onderstaande tabel is de tevredenheidsmeting bpv te lezen in 2016. Met de BPV-Monitor meten beroepsonderwijs en bedrijfsleven sinds januari 2016 doorlopend de kwaliteit van en de tevredenheid met de beroepspraktijkvorming. Dat gebeurt door vragen te stellen aan de praktijkopleider of contactpersoon bpv van het leerbedrijf, de student en de bpv-begeleider van de school. De antwoorden helpen leerbedrijven, scholen en SBB de kwaliteit van stages en leerbanen te verbeteren. De resultaten zijn verzameld door na elke bpv een evaluatie te vragen op de gestelde punten aan zowel de bedrijven als aan de studenten.

BPV-monitor 2016

Tevredenheid over:

Voorbereiding op bpv

Afspraken over bpv nakomen

Begeleiding door opleiding

Uitvoering:

samenwerking roc - leerbedrijf

leeropbrengst door bpv bij student

Manier van beoordelen van bpv

Oplossing problemen tijdens bpv

Eindwaardering

roc

74%

89%

71%

78%

81%

67%

7,5

landelijk

69%

86%

64%

71%

75%

71%

7,5

roc

73%

94%

69%

89%

88%

86%

8,0

landelijk

70%

92%

64%

92%

86%

65%

8,0

Bedrijven Studenten

Continuïteitsparagraaf58

Raad van ToezichtDe Raad van Toezicht is in 2016 zes keer bij elkaar gekomen voor formeel overleg. In voorbereiding op het merendeel van deze bijeenkomsten heeft een vergadering van de auditcommissies Onderwijs en Bedrijfsvoering plaatsgevonden. Daarnaast is er een governance-bijeenkomst geweest waarbij de raad ook zijn eigen rol ten aanzien van het instituut en het College van Bestuur heeft geëvalueerd.

Verder is twee keer overleg gevoerd met de ondernemingsraad van Leeuwenborgh en een keer met de centrale studentenraad.

In februari is Frank van Attekum teruggetreden als lid van de Raad van Toezicht , en per 1 januari 2016 is Nick Bos toegetreden.

De voornaamste onderwerpen, die besproken zijn, waren:• het meerjarig strategisch beleidsplan ( LMHV)• het HRM –beleid in de afgelopen periode• het formatiebeleid• de ontwikkelingen met betrekking tot de

samenwerkingsschool Techniek (SST)• de ontwikkelingen met betrekking tot het

Technocollege Sittard• de kwaliteit van het onderwijs;• jaarplan, begroting en meerjarenbegroting;• jaarrekening en bestuursverslag;• de continuïteit van de organisatie;• de aanwijzing van een nieuwe accountant;• de managementrapportage van de accountant;• het transitierapport van de nieuwe accountant

(incl. controle-plan);• het financieel beleid;• de instellingsrapportage studiesucces en financiën; • kwaliteitsafspraken met de minister;• staat van de instelling (onderzoek inspectie);• kwaliteitsborging;• treasurystatuut.

In het hierna volgende interview met een afvaardiging van de Raad van Toezicht belicht de Raad hoe hij aankijkt tegen de ontwikkelingen binnen Leeuwenborgh in 2016.

59

Het kritische oog van de Raad van Toezicht:

“Het uur U is aangebroken”

Het College van Bestuur kritisch volgen en adviseren, op een constructieve manier. Dat is in het kort de taak van de Raad van Toezicht (RvT) van ROC Leeuwenborgh. Ook in 2016 hield de RvT een vinger aan de pols. Voorzitter Nicole Beuken en lid Yvonne

Paulussen vertellen over hun bevindingen.

We ontmoeten de twee RvT-leden tijdens TEDx in Sittard-Geleen. Yvonne Paulussen, in het dagelijks leven werkzaam bij achtbaanbouwer Vekoma, is bereid de inspiratiesessies even te onderbreken voor een goed gesprek. “Eigenlijk zou Leeuwenborgh een presentatie bij TEDx moeten houden”, begint ze enthousiast. “De vernieuwende kijk op het onderwijs én de manier waarop deze tot stand is gekomen – samen met medewerkers, studenten en bedrijven – spreken tot de verbeelding. Dit zorgt voor een breed gedragen strategisch plan, waarin onderwijsvernieuwing en kwaliteitsverbetering hand in hand gaan.” RvT-voorzitter Nicole Beuken, tevens directielid bij ABP, vult aan: “Dat heeft zich in korte tijd al uitbetaald in een grotere medewerkerstevredenheid en een goed inspectierapport.”

Enorm elanDat wil niet zeggen dat er geen aandachtspunten meer zijn. “Integendeel”, aldus Nicole. “Juist in een veranderingstraject als dit, is het heel belangrijk om de dagdagelijkse onderwijskwaliteit goed te bewaken. In 2016 is Leeuwenborgh gestart met het vormgeven van de nieuwe onderwijsteams en het vertalen van de nieuwe visie en ideeën in concrete

onderwijsprogramma’s. Hoewel de medewerkers erg enthousiast zijn en er graag mee aan de slag gaan, vraagt het ook veel van hen. Ze moeten tegelijkertijd ook gewoon voor de klas staan, studenten begeleiden en andere zaken regelen. Als RvT houden we goed in de gaten of het voor de medewerkers niet té belastend is, maar gelukkig valt het tot nu toe erg mee. Dat komt aan de ene kant door het enorme elan vanuit de teams; aan de andere kant heeft Leeuwenborgh de teams ook zo goed mogelijk gefaciliteerd op alle fronten. Onder andere door duidelijke kaders te scheppen en heldere keuzes te maken én hier goed over te communiceren. Dat is wel een compliment aan de organisatie waard.”

Diversiteit als uitgangspuntDiversiteit staat centraal in het strategisch plan. Een goede keuze, aldus de RvT-leden. Yvonne: “Leeuwenborgh erkent dat iedereen anders is, of het nu om studenten of om medewerkers gaat. De bereidheid om te werken vanuit ieders kracht en talent, zorgt voor onderwijs dat vernieuwend, flexibel en aansprekend is. Dat stelt Leeuwenborgh in staat goed geëquipeerde burgers af te leveren, met voldoende vaardigheden en competenties

Raad van Toezicht60

v.l.n.r. Nick Bos, Yvonne Paulussen, Nicole Beuken en Alita Hidding (op de foto ontbreken Ria Doedel en Frank van Attekum)

op zak om succesvol de arbeidsmarkt op te gaan. Dat lukt al heel aardig. Als RvT spreken we ook regelmatig met bedrijven uit de omgeving en die zijn over het algemeen blij met de studenten die van Leeuwenborgh bij hen terecht komen.” Dat is niet vreemd, want Leeuwenborgh werkt nauw samen met bedrijven om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de ontwikkelingen in en behoeften van het bedrijfsleven. Die connectie ervaren de RvT-leden als zeer positief. Nicole: “De wereld verandert enorm snel, als beroepsonderwijs is het je taak om op die veranderingen in te spelen. Wat heb je immers aan een beroepsopleiding als die niet aansluit bij het beroep waarvoor je bent opgeleid?”

Continuïteit waarborgenIn sommige gevallen betekent dit ook samenwerken met andere scholen om voldoende kwaliteit en continuïteit te kunnen bieden. Yvonne: “Dat varieert van het delen van een locatie, zoals bij Fitland in Sittard waar ook DaCapo College en Arcus College zijn gevestigd. Of van het werken aan een doorlopende leerlijn: zo biedt Leeuwenborgh technieklessen op het vmbo en worden studenten van de juridische opleiding beter voorbereid op een doorstroom naar het hbo. Een verdergaande samenwerking is die met Arcus,

binnen het Techniekcollege. Dit is opgezet om het techniekonderwijs in Zuid-Limburg in stand te houden, iets wat beide instituten niet afzonderlijk voor elkaar krijgen. Hoewel de totstandkoming hiervan een proces was van vallen en opstaan, loopt het nu aardig. Dat is de verdienste van bestuurders en medewerkers, die de gemeenschappelijke belangen en doelen voorop durfden te stellen.”

KoersvastTerugkijkend op het jaar 2016 concluderen de RvT-leden dat Leeuwenborgh het uitstekend heeft gedaan. Nicole: “We hebben vooral bewondering voor de koersvastheid die de organisatie heeft laten zien. Door focus te houden en gestructureerd te werken, is het gelukt een integrale aanpak te realiseren. In 2017 zal blijken of dit zijn vruchten afwerpt. “ Yvonne besluit: “Dit is het uur U. Van plannen maken en voorbereidingen treffen naar de daadwerkelijke uitvoering ervan. In 2017 gaan we zien of Leeuwenborgh inderdaad het verschil kan maken. Gezien de manier waarop de organisatie de afgelopen tijd te werk is gegaan, hebben wij als RvT er alle vertrouwen in. Maar, zoals altijd, houden we het nauwlettend in de gaten.”

Raad van Toezicht61

Studentenraad /Ondernemings-raad

62

Studentenraad2

Leeuwenborgh heeft sinds vijf jaar een Studentenraad, die eind 2016 bestond uit vijf studenten. Twee keer per jaar overlegt de raad met het College van Bestuur en eens per jaar stemt hij af met de Raad van Toezicht. De studenten participeren hiermee in de besluitvorming. Het periodieke overleg met het CvB is het geijkte moment om zaken namens de studenten bij de juiste mensen onder de aandacht te brengen. De rol van de Studentenraad is vergelijkbaar met die van de OR. Beide hebben instemmings- en adviesrecht. Voor een goede oordeelsvorming wordt de Studentenraad intern begeleid door de bestuurssecretaris.

Op Educatie na zijn inmiddels alle opleidingssectoren in de Studentenraad vertegenwoordigd. Voor Educatie geldt als excuus dat de studenten soms maar kort hun opleiding genieten.

De Studentenraad is in 2016 tien keer bij elkaar gekomen. In de 2016 zijn de volgende onderwerpen nadrukkelijk aan de orde geweest;

• Restaurant: hierbij heeft de raad zich in een brief gericht aan het CvB om aandacht te vragen voor de slechte toestand van deze voorziening in het gebouw aan de Arendstraat. Dit heeft er (mede) toe geleid, dat deze ruimte in 2017 zal worden verbouwd.

• Er is gesproken over de feedback op het onderwijsproces door studenten. Dit onderwerp is inmiddels opgenomen in het Strategisch Beleidsplan van Leeuwenborgh. Het CvB heeft toegezegd, dat in 2017 gestart zal worden op experimentele basis.

• De regelingen rondom de schoolkosten zijn besproken. Dit heeft geleid tot afspraken met betrekking tot informatievoorziening aan studenten, een betere verantwoording en het uitgangspunt, dat studenten niet verplicht mogen worden om hun leermiddelen bij een bepaald bedrijf af te nemen.

• De voortgang en de eventuele consequenties van het nieuwe beleidsplan Leeuwenborgh maakt het verschil zijn besproken.

Ondernemingsraad

Duurzame inzetbaarheid, herinrichting organisatie fase 1, MTO, werkdruk, formatiebeleid, duaal-leiderschap, MBO keuzegids, de samenwerking tussen het Arcus College en Leeuwenborgh Techniek, werkverdeling, communicatiebeleid, …… een greep uit de vele thema’s waaraan de ondernemingsraad (OR) het afgelopen jaar heeft gewerkt.

In 2016 heeft Gerrie Reintjens de ondernemingsraad verlaten en is zijn plaats ingenomen door Thei Diederen. De andere OR-leden waren:Marieke VandewalMark PoelMarjan TeunenRon StevensRobert van OerlePeter Tillmann (voorzitter)Ludo Cuijpers (vicevoorzitter)Jan Janssen (secretaris)

De ondernemingsraad voerde in 2016 vrijwel wekelijks overleg, zowel intern, als met het CvB. Ook een overleg met de Raad van Toezicht heeft plaatsgevonden.Daarnaast heeft de OR aan deskundigheidsbevordering gedaan.

2 Formeel is sprake van een Deelnemersraad. Aangezien binnen de MBO-Raad en ook binnen Leeuwenborgh afgesproken is te spreken over studenten, is deze lijn ook hier doorgetrokken.

Studentenraad/ondernemingsraad63

externefuncties

64

Externe functies leden College van Bestuur

Jos Kusters, voorzitter • Voorzitter stuurgroep Koers voor Zuid Limburg• Bestuurslid Limburg Economic Development (LED)• Bestuurslid De Maatschappij• Bestuurslid Limburgse Werkgevers Vereniging

kring Zuid (LWV)• Voorzitter Raad van Toezicht WIJeindhoven

(vrijwilligersvergoeding)• Bestuurslid Chemelot Innovation Learning Labs

(CHILL)• Voorzitter stuurgroep Techniek Opleidingen Zuid

Limburg (TOZL)• Voorzitter Vereniging Kwaliteitsbevordering

Bestuurders BeroepsOnderwijs (VKBBO)

Ferno Schneiders, lid• Lid Raad van Toezicht Stichting Jeugdzorg

St. Joseph (bezoldigd)• Lid Bestuur Stichting ‘Ieder MBO een Practoraat’ • Lid van de Raad van Toezicht van MosaLira (vanaf

maart 2016) (bezoldigd).

Conform de code goed bestuur in het mbo vermelden wij hier ook de criteria, op basis waarvan beoordeeld wordt, of een nevenfunctie voor zowel leden van het College van Bestuur als voor leden van de Raad van Toezicht acceptabel is. De criteria waarop de Raad van Toezicht zijn goedkeuring verleent of onthoudt zijn: a. geen onwenselijke verstrengeling van belangen tussen hoofdfunctie en nevenfunctie; b. de nevenfunctie mag niet leiden tot zodanig tijdsbeslag, dat daardoor de hoofdfunctie in gedrang komt (art. 15.1 uit het bestuursreglement).

De criteria, op grond waarvan de toestemming (voor leden van de Raad van Toezicht) kan worden onthouden, zijn gelijk aan de criteria, die gelden voor het College van Bestuur (art. 16.3 uit het bestuursreglement).

Externe functies leden Raad van Toezicht

Nicole BeukenHoofdfunctie • Algemeen directeur Stichting Pensioenfonds ABP

(bezoldigd)

Nevenfuncties• Commissaris Rabobank Parkstad Limburg (bezoldigd)• Voorzitter Raad van Toezicht Pensioenfonds Vervoer

(bezoldigd)

Frank van Attekum (tot 1 februari 2016)Hoofdfunctie• Management consultant bij Deloitte (bezoldigd)

Nevenfunctie• lid Raad van Toezicht MAASTRO clinic Maastricht

(bezoldigd)

Nick BosHoofdfunctie:• Lid College van Bestuur universiteit Maastricht

(bezoldigd)

Nevenfuncties:• Voorzitter Raad van Commissarissen BioPartner

Centrum Maastricht• Voorzitter Bestuur Stichting Life Science Incubator

Maastricht• Voorzitter Bestuur Stichting Studentenhuisvesting

Maastricht• Lid Stuurgroep Operationeel Programma Zuid-Oost• Lid Raad van Commissarissen Brightlands Chemelot

Campus BV (bezoldigd)• Bestuurslid Kernteam Limburg Economic

Development, Brainport 2020• Lid Raad van Commissarissen Wonen boven winkels• Lid Raad van Advies Stichting Centrummanagement

Maastricht• Voorzitter Kunst- en Erfgoedcommissie• Vice-voorzitter Raad van Toezicht Stichting De

Domijnen

Externe functies65

Ria DoedelHoofdfunctie• Directeur WML (bezoldigd)

Nevenfunctie• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Wonen

Limburg (bezoldigd)

Yvonne PaulussenHoofdfunctie• Director of Change Vekoma Rides B.V. (bezoldigd)

Nevenfuncties• Lid Klachtencommissie Rubicon Jeugdzorg (bezoldigd)• Lid werkveldcommissie European Studies• Voorzitter Vrouwen@wurfeld

Alita Hidding• Lid Raad van Toezicht Dichterbij, Gennep (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht Vincent van Gogh, Venray

(bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht SGE, Eindhoven (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht Meditta, Sittard (tot 1 juli 2016)

(bezoldigd)• Voorzitter Raad van Toezicht RAP, Heerlen (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht GGZ Momentum (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht PAMM, Veldhoven (bezoldigd)• Raadslid gemeente Valkenburg aan de Geul (bezoldigd)• Fractievoorzitter D66 Valkenburg aan de Geul • Voorzitter Raad van Toezicht PWH en PWV

(Peuterspeelzaalwerk Heerlen en Voerendaal)• Lid Raad van Toezicht De Gelderhorst, Ede (bezoldigd)

Externe functies66

Verklaring van het bevoegd gezag

67

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een verklaring, dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Leeuwenborgh definieert deze vereisten als volgt: het voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening, verstrekken van een onderwijsovereenkomst ofwel praktijkovereenkomst, het melden van voortijdige schooluitval, het in werking hebben van klachten-

regelingen met betrekking tot examens en vertrouwenszaken, het voldoen aan de wet Beroepen in het Onderwijs (BIO), alle opleidingen voldoen aan de minimum urennorm, de vrijwillige bijdrage van studenten voldoet aan de normen zoals door JOB gesteld en ten slotte de toegankelijkheid van de opleidingen voor alle potentiële studenten en het daarmee bedienen van studenten uit een aantal specifieke doelgroepen.

De informatieplicht vanuit school naar studenten en ouders is verankerd in het onderwijs- en examenreglement van alle opleidingen.

Leeuwenborgh hecht aan persoonlijke opvang van studenten (en medewerkers) met vertrouwenszaken of klachten over ongewenst gedrag.

Leeuwenborgh spant zich in om ten aanzien van alle docenten te voldoen aan het gestelde in de wet BIO. Voor alle medewerkers staat voldoende budget voor na- en bijscholing ter beschikking.

Leeuwenborgh heeft als roc de verplichting om studenten op te leiden tot een dusdanig niveau, dat zij voldoen aan de kwalificatieplicht. Aan alle – potentiële - studenten wordt een passend aanbod, dat kan leiden tot diplomering op minimaal niveau 2, aangeboden. De - fysieke - toegankelijkheid van de opleidingen en gebouwen voor – potentiële – studenten uit alle bevolkingsgroepen staat bij Leeuwenborgh hoog in het vaandel. Alle opleidingen van Leeuwenborgh voldoen aan de wettelijke vereisten.

GovernanceLeeuwenborgh voldoet op alle punten aan de “Branchecode goed bestuur in het mbo” in werking getreden per 1 augustus 2014. De branchecode is opgesteld door de MBO-raad en geldt als lidmaatschapseis.

GoedkeuringDe jaarrekening 2016 is door de Raad van Toezicht in aanwezigheid van de accountant besproken. De jaarrekening vormt volgens de verklaring van de accountant een getrouwe weergave van de in 2016 gerealiseerde processen.

De jaarrekening en het bestuursverslag over 2016 zijn in de vergadering van de Raad van Toezicht op 6 juni 2017 goedgekeurd en vervolgens in de vergadering van het College van Bestuur van 13 juni 2017 vastgesteld.

Verklaring van het bevoegd gezag68

AAR Aan – en AfwezigheidsRegistratiesysteemAB Ambulante Begeleiding / Ambulante BegeleiderAKA ArbeidsmarktgeKwalificeerd AssistentALC AfdelingsLeerCentrum BBL BeroepsBegeleidende LeerwegBOL BeroepsOpleidende LeerwegBPV BeroepsPraktijkVormingBVE Beroeps- en VolwassenenEducatie BWS Bureau Werk & StageCHILL Chemelot Innovation and Learning Labs

Sector C(HT)UvV Sector Cios, (Handel, Toerisme,) Uiterlijke verzorging, Veiligheid

CIOS Centraal Instituut Opleiding SportleidersCrebo Centraal register beroepsopleidingenCvB College van BestuurCvTE College voor Toetsen en ExamensCWI Centrum Werk en InkomenDUO Dienst Uitvoering OnderwijsEIZT Expertisecentrum voor Innovatieve

Zorg en TechnologieEVC Erkenning van eerder Verworven CompetentiesFEZ Financieel Economische ZakenGGD Gemeentelijke GezondheidsDienstHAVO Hoger Algemeen Vormend OnderwijsHBO Hoger BeroepsOnderwijsHRM Human Resources ManagementICT Informatie en Communicatie TechnologieJOB JongerenOrganisatie BeroepsonderwijsKBA Kenniscentrum Beroepsonderwijs ArbeidsmarktKvK Kamer van KoophandelLEC Leeuwenborgh ExamenCommissieLED Limburg Economic Development

LMHV Leeuwenborgh Maakt Het VerschilLOB LoopbaanOriëntatie en -BegeleidingLVO Stichting Limburgs Voortgezet OnderwijsLWV Limburgse WerkgeversVerenigingMBO Middelbaar BeroepsOnderwijsMIB Mensen In BewegingNCW Nederlands Christelijk WerkgeversverbondNT2 Nederlands als Tweede TaalOER Onderwijs- en ExamenReglementOKL Onderwijskundig leiderOOP OnderwijsondersteuningsplanP-D-C-A Plan-Do-Check-ActRIF Regionaal InvesteringsFonds mboRMC Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig

schoolverlatersROC Regionaal OpleidingenCentrumSAAS Software As A ServiceSBB Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs

BedrijfslevenSMW Schoolmaatschappelijk WerkUWV Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringenVAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen OnderwijsVMBO Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijsVO Voortgezet OnderwijsVSV Voortijdige SchoolVerlaters

Afkortingen

Afkortingen69

ROC Leeuwenborgh

Centraal adres:Sibemaweg 20, 6224 DC MaastrichtPostadres:Postbus 1825, 6201 BV Maastricht

[email protected]

RSIN: 8042.23.361BTW-nummer: NL804223361.B02KvK: 41074030