ROC LEEUWENBORGH · Leeuwenborgh Maakt Het Verschil Missie, visie, DNA en kernwaarden Profiel...

106
BESTUURS VERSLAG 2015 ROC LEEUWENBORGH

Transcript of ROC LEEUWENBORGH · Leeuwenborgh Maakt Het Verschil Missie, visie, DNA en kernwaarden Profiel...

1

BESTUURS . VERSLAG .

2015ROC LEEUWENBORGH

2

E-mail: [email protected]

BESTUURSVERSLAG

2015ROC LEEUWENBORGH

789

14202020232324262627

28282830303132323334363637373838393944525151515254

Inhoudsopgave

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Inleiding Leeswijzer De nieuwe lente van Leeuwenborgh Overzicht van diversiteit aan activiteiten Leeuwenborgh Maakt Het Verschil Missie, visie, DNA en kernwaarden Profiel Organisatorische structuur Juridische structuur Organisatie Leeuwenborgh Studenten Studentenaantallen Ontwikkeling studentenaantallen Kwaliteitszorg: implementatie, evaluatie en bijstelling van verbeteringen op alle organisatieniveaus Staat van de Instelling Rapportage klachten en complimenten Onderwijs en examinering Sturen op verbetering en vernieuwing Kwaliteitszorgcyclus Lesbezoek Audits Inspectietoezicht en keurmerken Risicomanagement 2015 Gegevensset Enkeledefinities Financiën Financieel resultaat Overzichtfinanciëlepositie Treasurybeleid Grondslagen Helderheid Financiële kengetallen Financiële positie Continuïteitsparagraaf Inleiding Ontwikkeling studentenaantallen Personele gegevens Financiële gegevens

585960626666676969727375777778787879808181828283848588898989929396979899101102

Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Rapportage toezichthoudend orgaan Diplomaresultaat en jaarresultaat Doorstroming naar hoger onderwijs Studiewaarde Percentage nieuwe VSV’ers Personeel Overzichten Professionalisering Ziekteverzuim Internationalisering ICT en Huisvesting ICT Huisvesting Regelingen a. Regeling Taal & Rekenen b. Passend Onderwijs c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) d. Schoolex 2.0 e. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroom Kwaliteitsafspraken Excellentie Sector Educatie AKA,EntreeopleidingenKwalificatieklas Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) VolwassenEducatie (integratie & inburgering en BasisEducatie) Tevredenheid studenten Tevredenheid werkveld Tevredenheid medewerkers Raad van Toezicht Raad van Toezicht: “Leeuwenborgh is aan de maat” Studentenraad Ondernemingsraad Externe functies leden College van Bestuur Externe functies leden Raad van Toezicht Verklaring van het bevoegd gezag Afkortingen

6

Het college van bestuur zoals dat sinds het najaar van 2013 bestaat uitJos Kusters (voorzitter) en Ferno Schneiders.

7

Inleiding

In dit bestuursverslag leest u over de resultaten van de inspanningen van onze studenten en medewer-kers in 2015. Zij laten zien, dat ROC Leeuwenborgh (verder“Leeuwenborgh”) een lerende organisatie is, waarhetfijnisomtewerkenentestuderen.Metditbestuursverslagleggenwijverantwoordingafoverde geleverde inspanningen en de behaalde resultaten. Zo zijn de onderwijsopbrengsten in de voorbijevier jaar structureel gestegen zijn tot het gemiddelde van de roc’s in Nederland. Het terugbrengen van voortijdig schoolverlaten ging hiermee hand in hand. Ook de medewerkerstevredenheid ligt ruim boven het landelijk gemiddelde. Verder maken we in de continuïteitsparagraaf duidelijk, dat Leeuwenborgh een stevig fundament heeft om met vertrouwen de toekomst tegemoet te treden. Hoewel we met tevreden-heid kijken naar de resultaten, zullen we zeker niet achterover gaan leunen. Zowel in de vertaling van ons nieuwe beleid voor de komende jaren naar praktische uitvoering als in het verder verbeteren van onze prestaties liggen de uitdagingen om Leeuwenborgh ook in 2020 met tevredenheid en trots zijn re-sultaten te laten zien. Mede dankzij onze Ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en de Studentenraad hebben we meer dan voldoende basis om in 2016 verder te werken aan nog betere en modernere onder-wijskwaliteit.

Dank aan alle partners uit het bedrijfsleven, gemeentelijke en provinciale overheden en collega onder-wijsinstellingen voor jullie vertrouwen. Zonder jullie partnership is goed MBO onderwijs niet mogelijk.

We wensen u veel leesplezier.

Jos Kusters Ferno SchneidersVoorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur

Wilt u reageren op de inhoud van dit bestuursverslag? Dat kan via [email protected]

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

8

In dit bestuursverslag wordt eerst de diversiteit aan activiteiten binnen Leeuwenborgh belicht, zowel vanuit het perspectief van het College van Bestuur als in beschrijvende zin. Dan volgt een beschrijving van onze missie, visie en organisatie.Het tweede gedeelte begint met de ontwikkeling van de studentenaantallen. Hierna leest u hoe wij onze kwaliteitszorg georganiseerd hebben en wat daarvan de resultaten zijn, inclusief een weergave van de klachtenrapportage.

Het volgende gedeelte bevat de gegevensset, waarin de belangrijkste elementen van de jaarrekening opgenomen zijn. Daarnaast leest u wat de onderwijsop-brengsten in het verslagjaar waren, weergegeven in jaarrendement, diploma-rendement en doorstroming naar het hoger onderwijs. Ook het sociaal jaarver-slag met de personeelsoverzichten maakt deel uit van deze gegevensset, net als de beschrijving van het voorbije jaar bij de sector Educatie.

Het bestuursverslag wordt afgesloten met informatie over de verschillende raden, de Raad van Toezicht, de Studentenraad en de Ondernemingsraad. Ook geeft de Raad van Toezicht hier zijn commentaar op de gang van zaken binnen Leeuwenborgh in 2015.

Leeswijzer

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

9

De nieuwe lente van LeeuwenborghCvB: “Wij koesteren de diversiteit”

Een nieuwe lente, een nieuw begin. In het geval van Leeuwenborgh is de lente van 2016 het vervolg op het nieuwe begin van 2014, de start van het traject naar een nieuw strategisch meerjarenbeleidsplan. Medio 2015 werd Leeuwenborgh Maakt Het Verschil (LMHV) 2015-2019 vastgesteld. In de tweede helft van het verslagjaar 2015 is dit plan verder uitgewerkt. Meer dan ooit is duidelijk dat de diversiteit van de organisatie de grote kracht van Leeuwenborgh is. Het Col-lege van Bestuur (CvB) koestert die diversiteit. “De onderwijsteams opereren alle binnen hun eigen context en kracht, fantastisch. Elk team maakt zijn eigen doelen binnen de centrale kaders. Dus niet werken op basis van een standaard voor heel Leeuwenborgh, want daar geloven wij niet in,” stellen bestuurders Jos Kusters (voorzitter) en Ferno Schneiders.

In 2015 kregen zij door middel van teamgesprekken goed zicht op hoe elk team functioneert. Waar ze trots op zijn, hoe ze dingen doen. “Geen team is hetzelf-de,” zegt Jos Kusters. “Er is een enorme diversiteit. Elk team opereert binnen een andere context, met andere partners, met een andere doelgroep, andere studenten, andere faciliteiten. Die diversiteit koesteren wij.”

De verkregen inzichten, het enthousiasme dat LMHV losmaakt in de organisatie en het elan waarmee de gehele organisatie de schouders zet onder de uitvoering ervan en verbeterpunten realiseert, stemmen tot tevredenheid. “Leeuwenborgh zitineenflow,”constateertJosKusters.“LMHVisdoordeorganisatieomarmd,zo blijkt onder meer uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek. We zien ook steedsbeterecijfersalshetgaatoverrendementen,financiën,voortijdigeschool-verlaters. Er waait een stevige verbeterwind door de organisatie.”

Nu echter al willen bepalen in hoeverre de voor 2019 gestelde lange-termijn-doelen in 2015 worden gehaald, vinden beide bestuursleden te vroeg. “Aan die doelen wordt uiteraard wel gewerkt en de stappen die we hebben benoemd voor de tweede helft van 2015 zijn gezet. Daar gaan we ook mee door. Op dit moment is belangrijk te kunnen constateren dat de organisatie zich achter de strategie schaart. Dat merk je ook aan de mate van medewerkerstevredenheid, aan ieders betrokkenheid en de resultaten van de onderzoeken van de onder-wijsinspectie. Op alle fronten is er sprake van verbetering. We scoren nog geen negens of tienen, maar onze zesjes zijn al ruime zevens geworden.”

LMHV is dan ook geen exclusief stuk van het CvB maar het plan van de hele organisatie, dat met hulp van alle medewerkers tot stand is gebracht, bena-drukt Ferno Schneiders. De manier waarop het CvB intern over het plan heeft gecommuniceerd en de besluitvorming heeft toegelicht, maakt dat alle teams ervan doorgedrongen zijn dat het geen plan tot bijvoorbeeld bezuinigen is maar een plan om de onderwijskundige doelen te halen, zegt hij. “Uiteindelijk doen

10

we het daar allemaal voor. Daar krijgt ook iedereen nieuwe energie van: samen werken aan het onderwijs van de toekomst. Natuurlijk is dat onderwijs aan veranderingen onderhevig, maar die willen wij verantwoord doorvoeren. Geluk-kig is iedereen zo enthousiast, dat de teams staan te trappelen om ermee aan het werk te gaan. Maar wel stap voor stap: eerst de werkwijze introduceren, je beleid c.q. de centrale kaders formuleren en daar de teams vervolgens mee aan de slag laten gaan. In die volgorde.”

De onderwijsteams krijgen zo het speelveld aangereikt waarbinnen ze op didactisch/pedagogisch vlak hun eigen doelen mogen stellen. Opnieuw dus die diversiteit, in het kiezen van eigen oplossingen. “Wij willen wel begrijpen waarom een team een bepaalde keuze maakt om invulling te geven aan geper-sonaliseerd leren. Het is belangrijk dat dit een bewuste keuze is. Je moet als team kunnen uitleggen waarom je het zo doet en niet anders.”

VoorhetCvBgaathetsteedsomeencombinatievanvierzaken:flexibiliteit,adaptief vermogen (recht doen aan de wens van het bedrijfsleven en samenle-ving), diversiteit (recht doen aan de verschillende talenten van je studenten) en de centralekaders(zoalsinspectie,financiën,huisvesting).Metdiecombinatieinhetachterhoofd en de doelstellingen van LMHV als basis maken de teams hun eigen plannen, die ze in de tweede helft van 2016 met het CvB gaan bespreken. Ter ondersteuningvanditvierjaardurendeverbetertrajectkrijgenzijextrafinanciëlesteun in de vorm van extra “mankracht”, om de innovatie vorm te kunnen geven.

Ten aanzien van de algemene beleidsdoelen, zoals verwoord in LMHV, is de teams gevraagd: laat vooral op die punten verbetering zien. Dan gaat het vooral over leerprestaties, docententevredenheid, tevredenheid van het bedrijfsleven, rendementen, het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters. Ver-taald in steeds betere cijfers, die aantonen dat de teams stapjes vooruit maken. “Gevoegd bij het oordeel van de onderwijsinspectie moet gaandeweg duidelijk worden dat Leeuwenborgh vooruit gaat, om in 2019/2020 de gewenste hogere onderwijskwaliteit te kunnen bieden,” zegt Jos Kusters. “We hebben al een prima organisatie en veel is al goed, maar op het vlak van de onderwijskwaliteit kan het altijd beter.”

De continue focus ligt op verdere professionalisering van de organisatie en ver-betering van de kwaliteit van de opleidingen. Op weg naar 2019 wordt daarom regelmatig de thermometer in de organisatie gestoken, om te zien of vooruit-gang wordt geboekt. “In 2015 zijn de teams nog heel druk geweest met wat er op grond van de landelijke richtlijnen moet gebeuren,” stelt Ferno Schneiders. “Zoalsdeinvoeringvandenieuwekwalificatiedossiers.Hetkenmerkvandeuitvoering van LMHV is dat we moeten innoveren en verbeteren terwijl ‘de winkel openblijft’. Dus: stap voor stap, niet alles tegelijk. Zo verbeteren we onze opleidingen en hebben deze steeds meer rendement. Dat blijkt onder meer uit het studententevredenheidsonderzoek en de MBO-keuzegids. We willen ten op-zichte van andere roc’s minimaal op hetzelfde niveau acteren. Want je kunt het wel steeds beter doen, dan nog kun je het minder goed doen dan anderen.”

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

11

Om de diversiteit op weg naar een toponderwijsinstelling optimaal te benut-ten, zet het CvB ook bewust in op het ophalen van de wensen en ideeën van de verschillende groepen binnen de organisatie. “Ook daar zit weer veel diversi-teit. Jonge mensen hebben heel andere ideeën over onderwijs en organisatie dan bijvoorbeeld zij-instromers uit het bedrijfsleven,” zegt Jos Kusters. “Als we zelf met vragen zitten of advies willen, gaan we kijken welke platforms we intern kunnen consulteren. Zo benut je die diversiteit. Nieuwe medewerkers komen vanuit hun opleiding vaak binnen met wilde ideeën. Kom maar op met die ideeën. Jongere medewerkers kijken nu eenmaal heel anders naar hun werkge-ver dan oudere collega’s.” Dat kan volgens Ferno Schneiders tot interessante, nieuwe inzichten leiden. “Het begint ermee om dergelijke platforms een plek te geven waar ze elkaar kunnen vinden. Want ze moeten niet alleen met ons praten, maar vooral ook met elkaar. Wij kunnen zo’n platform vervolgens als ad-viesraad gebruiken. Wij zaaien en als het plantje boven de grond uitkomt, geven we het water en af en toe wat mest.”

Niet alleen in groepsverband, ook op individueel niveau wordt de diversiteit gekoesterd. “Iedere student en medewerker heeft zijn individuele talenten. Die willen we optimaal benutten, in al hun diversiteit,” vindt Jos Kusters. “Studen-ten veranderen. Zij kijken steeds weer anders tegen school, kennis, technologie aan. Hoe we daarin met elkaar omgaan, wordt bepaald door de context en ook die verandert. Dat is onze ultieme opgave, om daar goed mee om te gaan. Op zoek naar hoe je kunt bijdragen aan de optimale ontplooiing van al die talenten. Dat betekent niet dat we individueel onderwijs gaan geven, maar wel geper-sonaliseerd leren. Dat is een heel belangrijk onderdeel van diversiteit, om het optimale uit iedere student te halen. Al is dat eerder gezegd dan gedaan. Daar heb je vier tot vijf jaar voor nodig. Het docententeam is daarin heel belangrijk, want de docenten geven de lessen. En ook een docententeam bestaat weer uit verschillende docenten en ondersteuners. In elk team moet dan ook recht wor-den gedaan aan ieders individuele kwaliteiten en deze moeten goed op elkaar afgestemd worden.”

Naast de interne diversiteit bij Leeuwenborgh zelf, is er die van het bedrijfsleven, als de voornaamste doelgroep van het roc. Bedrijven kunnen als ‘afnemers’ van het ‘Leeuwenborghproduct’ hun steentje bijdragen aan het optimaliseren van de studententalenten. Zoals bij de keuze van een stageplek. “Je zou als bedrijf rekening kunnen houden met een bepaald curriculum,” zegt Ferno Schneiders. “Al past een bedrijf zijn cultuur natuurlijk niet aan omdat er toevallig een stagi-air van Leeuwenborgh binnenkomt. Andersom houd je in je onderwijs rekening met waar het bedrijfsleven om vraagt. De ene keer is dat wat makkelijker dan de andere, maar in de regel ga je steeds mee in de vraag. Soms omdat extern eisen aan een bepaalde opleiding worden gesteld, en soms sta je pas aan het begin van die dialoog. Ook hierin heb je dus weer te maken met diversiteit.”

Het is mooi als voor stageplekken kan worden aangegeven dat de ene student meer behoefte heeft aan een omgeving X en de ander aan een omgeving Y en dat daar op de stageplek vervolgens ook rekening mee wordt gehouden. Voorbeel-

12

den zijn er te over. Jos Kusters noemt het voorbeeld van een bekende kapper in Maastricht die een half jaar met de beste studenten van de kappersopleiding van Leeuwenborgh aan de slag ging. “Het kan echter ook zijn dat een student in zijn stage meer dan gemiddeld aandacht nodig heeft,” zegt hij.

Leeuwenborgh sloeg in 2015 met het strategisch plan LMHV 2015-2019 de weg naar vernieuwing in, die onder meer via gedeeld eigenaarschap van de mede-werkers moet worden bereikt. Na het eerste jaar van de vier hebben beiden het gevoel dat de organisatie in de goede richting zit. “Dat laat het medewerkerste-vredenheidsonderzoek ook zien,” zegt Ferno Schneiders. “Er is breed draagvlak voor de strategische doelen, die we met de hele organisatie hebben vastgesteld. Veel mensen zeggen dat ze er extra energie van krijgen. De start is dan ook veelbelovend.”

Hoe ziet het CvB de nabije toekomst van het mbo en de rol van Leeuwen-borgh? “We gaan nog meer samenwerken met bepaalde opleidingen,” weet Jos Kusters. “Vraaggericht, zoals al samen met de techniekopleiding met Arcus gebeurt. Vroeger had ieder roc zijn eigen opleidingen en docenten, maar er ontstaat steeds meer een lappendeken van oude en nieuwe constructen waarin wordt samengewerkt. Diversiteit dus. Sommige dingen doe je alleen, andere juist samen. De ene opleiding doe je in eigen huis, de andere niet. De veelvor-migheid wordt groter, recht doend aan de tijdgeest, die zorgt voor steeds meer samenwerkingsverbanden en coöperaties. Over zes of zeven jaar zal onze orga-nisatie veel complexer zijn dan nu. Ik sluit niet uit dat onze studenten dan elders in de regio een deel van de opleiding kunnen volgen. Dat soort bewegingen zie je in het bedrijfsleven ook.”

Als een Leeuwenborgh-student dan geïnteresseerd is in net dat keuzedeel dat alleen bij een ander roc wordt gegeven, zal hij of zij niet worden tegengehou-den. “Maar,” plaatst Ferno Schneiders een kanttekening, “we zullen wel keuzes moeten maken en prioriteiten moeten stellen. Er wordt bijvoorbeeld al gewerkt aan nieuwe opleidingen, zoals een gecombineerde opleiding zorg en techniek, samen met de andere roc’s in Limburg. Of medische logistiek, een opleiding die inhoudelijkistoegespitstopeenspecifiekevraagvanhetbedrijfsleven.”

Daarnaast liggen nog enkele maatschappelijke opdrachten te wachten. Inte-ressante ontwikkelingen met het oog op de stijging van het aantal vacatures in het bedrijfsleven en het gegeven van te weinig afgestudeerden. Omscholing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is er daar een van. “Voor hen moet je geen nieuwe opleiding bedenken, maar maatschappelijke constructen die voor passend werk zorgen, passend maken binnen onze regionale oplei-dingstaak,” vindt Jos Kusters. “Je moet de juiste match maken, inschatten wat mensen wel en niet kunnen.”

Van dergelijke regionale arbeidsmarktvraagstukken hangt de vestiging van een buitenlands bedrijf vaak af. En dan heeft Zuid-Limburg blijkbaar voldoende te

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

13

bieden. Ferno Schneiders wijst in dat kader op Medtronic dat aanvullend gaat investeren in zijn vestiging op Business Park Trilandis. “Dat doen ze niet als ze de passend opgeleide mensen niet kunnen krijgen.”

Leeuwenborgh wil en kan daar een rol in spelen door te reageren op nieuwe marktvragen en die samen met de provincie te beantwoorden. Zo is recent, inspelend op de vluchtelingenstroom, aan de drie grote gemeenten in Zuid-Limburg aangeboden om de vluchtelingeneducatie samen op te pakken. “Elke gemeente zit nu alleen het wiel uit te vinden. Wij willen die oplossing naar een hoger niveau tillen en zien hoe we dat slimmer kunnen doen. Vluchtelingen moeten bijvoorbeeld allemaal Nederlands leren, dat kun je bundelen. Het idee moet echter nog landen, want samenwerken is niet altijd gemakkelijk. Samen-werkenisperdefinitienietjezinwillenkrijgen,maarookinleveren.”

14

Het voorbije jaar 2015 was een bewogen jaar voor Leeuwenborgh. Op heel veel terreinen vond een diversiteit aan activiteiten plaats.

Leeuwenborgh Maakt Het VerschilAllereerst was het jaar doortrokken van alles wat te maken had met het tot stand komen van ons nieuwe beleidsplan 2015 – 2019 Leeuwenborgh Maakt Het Verschil. Aan het begin van het jaar werd het proces van ophalen van input en commentaar voltooid, waarna geschreven en samengesteld kon gaan worden. In juni resulteerde dit in de vaststelling van het plan. Het najaar werd gevuld met onderzoeken, uitmondend in de bij het plan horende herstructureringsdo-cumenten en –beslissingen. In 2016 kan vervolgens de verdere implementatie, gericht op het bereiken van het einddoel in 2019: Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum zijn beslag krijgen.

Diversiteit bij TechniekHet was ook het jaar waarin verder gewerkt werd aan diverse projecten met, vanuit en rondom Techniek. Het Samenwerkend TechniekCollege, voorheen metdewerktitelSamenwerkingsschoolTechniek,kreegindecemberdefini-tief vorm met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen het Arcuscollege en Leeuwenborgh. De schooljaren 2015 - 2016 en 2016 - 2017 worden alle processen (onderwijs en ondersteuning) verder geharmoniseerd, zodat we met de start van het schooljaar 2017 – 2018 naast Bouw ook alle overige techniekopleidingen van Arcus en Leeuwenborgh kunnen onderbren-gen in het STC in Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht. En dat allemaal om doelmatig, innovatief en state-of-the-art techniekonderwijs in Zuid-Limburg te kunnen realiseren.Daarnaast is besloten dat in het kader van de samenwerking van het MBO- en VMBO-onderwijs in Zuid-Limburg op het gebied van techniekonderwijs, in elke stad een gezamenlijke onderwijslocatie komt. Op 30 september hebben de gemeente Sittard-Geleen, het DaCapo college, het Arcus college en Leeuwen-borgh bestuurlijke overeenstemming bereikt over de realisatie van het Tech-nocollege aan de Havikstraat, de huidige locatie van de economische oplei-dingen van Zuyd Hogeschool. Zodra Zuyd Hogeschool medio 2016 is verhuisd

Overzicht van diversiteit aan activiteiten

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

15

naar de Ligne, zullen de verbouwings- en nieuwbouwwerkzaamheden aan de Havikstraat beginnen. Het doel is om het Technocollege medio 2017 in gebruik te nemen. Dan zullen de technische opleidingen van Leeuwenborgh aan de Arendstraat, met uitzondering van Laboratoriumtechniek, verhuizen naar de Havikstraat waar ook de techniekopleidingen van Arcus en DaCapo gehuisvest worden. Doorlopende leerlijnen, letterlijk zonder drempels. Ondanks het feit dat in Maastricht de bouwopleidingen van Arcus en Leeuwenborgh al samen worden uitgevoerd, is de realisatie van een Technocollege in Maastricht nog niet zo concreet als in Sittard of in Heerlen. Want ook in laatstgenoemde stad zijn de plannen al vergevorderd. Deze initiatieven hangen samen met het pro-ject TOZL, Techniek Onderwijs Zuid-Limburg: het ontwikkelen van de vakman-schaps- en technologieroute, samen met de vmbo’s in Zuid-Limburg.De drie roc’s in Limburg, Gilde, Arcus en Leeuwenborgh, werken verder samen in het project ZorgTechniek Limburg aan verbreding technologie in de zorg: opleiding zorgtechnicus en modules techniek in zorgopleidingen.

Duurzame samenwerkingsverbanden met branches:In 2015 is een structureel privaat/publieke samenwerking voor het verzor-gen van logistieke opleidingen tot stand gekomen tussen bedrijven in de medtech-richting (Medtronic, Abbott, Boston en verschillende toeleverende uitzendbureaus) en Leeuwenborgh. In intensieve samenwerking tussen do-centen van het roc en trainers vanuit de bedrijven worden in-company maat-werkopleidingen verzorgd ten behoeve van zittend en toekomstig personeel. Op dit moment volgen zo’n 60 studenten de opleiding. Uiteindelijk zullen er tot 2019 zo’n 400 studenten geschoold worden. Dit samenwerkingsverband gaat onder de naam “Beyonder” toewerken naar een, van specifieke subsi-dies onafhankelijke, institutie per 2019. Hiermee wordt door Leeuwenborgh een voorbeeldmatige bijdrage geleverd aan de regionale arbeidsmarktsituatie.

In navolging van “Beyonder” is inmiddels ook een vergelijkbaar samen-werkingsverband rond scholing in klantencontact tot stand gekomen tus-sen Leeuwenborgh, Arcuscollege en Zuyd Hogeschool enerzijds en Q-park, Vodafone, Arvato en de gemeente Maastricht anderzijds. Dit samenwer-kingsverband verzorgt onder de naam “Customer Service Valley” maatwerk diploma-opleidingen samen met trainers van de bedrijven.Eind december is voor VDL een vergelijkbaar initiatief tot stand gekomen in logistieke richting waarbij ook de sector techniek (Leeuwenborgh/Arcus) met procesoperator-opleidingen participeert.

16

Patrick van der Broeck, gedeputeerde voor monumenten van de Provincie Limburg, verrichtteop7oktober2015deofficiëleopeningvanhet‘LeerwerkbedrijfAbdijRolduc’ in de gemeente Kerkrade. In het leerwerkbedrijf werken professionals, studenten van bouwopleidingen en vrijwilligers samen aan het onderhoud van het monumentale abdijcomplex. Abdij Rolduc is een uniek monument in het hart van de Euregio. Maar ook een imposant gebouwencomplex dat voortdu-rend onderhoud vergt. Studenten van de opleiding Bouwkunde/infra van het Samenwerkend Techniekcollege van Leeuwenborgh en Arcus en Bouwmensen Limburg-Zuid nemen een deel van dit onderhoud voor hun rekening. Op deze wijze leren zij, onder begeleiding van vakbekwame leermeesters van restaura-tiebouwbedrijven en docenten, in de praktijk het vak van restaureren, renoveren en (ver-)bouwen van bestaande gebouwen.

Project VitaliteitUit onderzoek is gebleken dat meer dan 30% van alle startende verzorgenden en verplegenden binnen 5 jaar uitvalt, omdat zij het werk fysiek niet aankun-nen. Reden voor de sector Zorg & Welzijn om de koe bij de horens te vatten met het programma Vitaliteit. Uit een rapport van RIVM/CBS blijkt dat relatief veel mbo-studenten een matige conditie hebben. Als redenen hiervoor worden onder meer een ongezonde leefstijl genoemd en een gebrek aan beweging. Ook zit op mbo-opleidingen vaak bewegen niet in het onderwijspakket. Dat mbo-studenten een fysiek zwaar beroep als verzorgende of verpleegkundige moeilijk kunnen volhouden, is dus niet vreemd maar wel doodzonde. Immers zorgspecialisten zijn in onze snel vergrijzende maatschappij hard nodig. Om studenten bewust te laten omgaan met gezondheid is een modulair onderwijsprogramma ontwik-keld. Onderwerpen zijn: voeding, hygiëne, preventie, bewegen, ontspanning en balans. Elke module van zes weken begint met een stuk kennisoverdracht. Eerst betrekken studenten die kennis op hun eigen situatie. Tot slot wordt de opge-dane kennis gerelateerd aan de beroepskeuze via de beroepspraktijkvorming. Het project Vitaliteit start en eindigt met testdagen. Het Health-programma is gestart voor de eerstejaars verzorgende en verplegende. In het tweede en derde leerjaar gaan de studenten kort op herhaling. In de loop van de komende jaren wordt het programma wellicht Leeuwenborgh breed aangeboden aan de eerste-jaars studenten van alle studierichtingen.

In dit project werd door een groep van een paar honderd studenten in het kader van Serious Request in december gelopen van Maastricht naar Het glazen huis in Heerlen. Deze activiteit viel onder de totaalactie voor Serious Request, die voor het vijfde jaar door het CIOS georganiseerd werd. Deze keer was er een hele week aan sportactiviteiten en van aan sport gelieerde activiteiten georga-niseerd, uitmondend in een nachtelijk loop van Sittard naar Heerlen om de met alle acties opgehaalde gelden aan te bieden aan de bewoners van Het glazen huis in Heerlen.

Diverse ontwikkelingen binnen sector CUvV (voorheen sector CHTUvV)Tot medio 2015 bestond de sector CUvV uit CIOS, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging (waaronder ook voetverzorging en haarverzorging vielen) en Veilig-

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

17

heid (waaronder ook Veva viel). Per augustus heeft de sectordirecteur een baan aanvaard bij een andere werkgever en korte tijd later is een interim-directeur aan de slag gegaan. In het voorjaar van 2016 zal naar verwachting een nieuwe directeur benoemd worden. De sector CUvV (Cios, Uiterlijke verzorging/Voet-verzorging, Veva en Veiligheid) was in 2015 deels gehuisvest op de Sportzone en deels op de locatie in Maastricht. Deze sector heeft in 2015 een structuurwij-ziging doorgevoerd, waardoor vanaf augustus alleen voornoemde opleidingen nog worden aangeboden. De afdelingen Handel en Toerisme zijn toegevoegd aan de sector economie en het onderdeel Haarverzorging aan de sector Zorg & Welzijn. De achterblijvende opleidingen worden alle uitgevoerd op de locatie Milaanstraat in Sittard, in het pand van Fitland, samen met DaCapo College en het Arcuscollege. Deze locatie is voorzien van alle faciliteiten. We kunnen hier echt spreken van een veilige en schone school. Het team Uiterlijke Verzorging heeft zijn praktijklokalen en de andere teams kunnen op een fantastische wijze gebruik maken van een grote sporthal, een dojo en danszaal, maar ook buiten zijn de mogelijkheden legio. Voor de student van het Cios en Veva (als vooroplei-ding voor een loopbaan bij defensie) dus alle kans om zich goed te scholen.Daarnaast zijn de ca. 150 studenten van het Cios in Venlo halverwege 2015 ver-huisd naar een andere locatie. Het Cios is nu gehuisvest bij Gilde Opleidingen (locatie Den Hulster).

Diversiteit in beoordelingenLeeuwenborgh had in 2015 ook te maken met diverse beoordelingen. Allereerst was er de positieve afronding van de Staat van de Instelling, het driejaarlijkse onderzoek door de inspectie. Op donderdag 10 december is de nieuwe Keuzegids MBO 2016 verschenen, met daarin per vakgebied een uitgebreid overzicht van opleidingen, arbeidsmarktge-gevens en een kwaliteitsvergelijking tussen de scholen. Leeuwenborgh is met 60 punten stabiel gebleven in het middensegment. De opleiding Handel & Onder-nemen van de sector Economie is als de beste van Nederland beoordeeld. We hebben hiermee een echte topopleiding in huis. Ook bij de sector Techniek en de afdeling Luchtvaart (combinatie Luchtvaartdienstverlening van Toerisme en Luchtvaarttechniek) mogen we spreken van toppers. De opleiding Bouw scoort met een landelijke 5e plek zeer hoog en Luchtvaart behaalde de 2e plek. De Benchmarkrapporten van de mbo-raad laten eveneens zien, dat ons roc een stevigemiddenmoteris,financieelgezondenmetstudieresultatenvanonzestu-denten, die steeds meer op of zelfs boven het gemiddelde liggen.Tenslotte is aan het eind van het jaar het tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder medewerkers uitgevoerd. Daaruit bleek, dat de tevredenheid van medewer-kers over de gehele lijn gestegen is en ruim boven het landelijk gemiddelde zit.

18

Diversiteit in overlegvormenNaast de reguliere overlegvormen binnen en tussen de sectoren, portalen en dien-sten, de panelgesprekken, de overleggen tussen directeuren en CvB en tussen CvB en de verschillende raden is er in 2015 een aantal nieuwe overlegvormen bij geko-men. Allereerst zijn dat de “Team In Zicht”-gesprekken. De doelstelling van de Team In Zicht gesprekken is dat het CvB door het periodiek ingesprek gaan met de teams inzicht krijgt in wat er speelt, wat de teams bezighoudt en hoe het team zich ontwikkelt. Het CvB heeft circa 25 Team In Zicht gesprekken gevoerd sinds de opening van het schooljaar. Deze boden een voorbijtrekkend pallet van diversiteit. Van Volwasseneducatie via VAVO tot aan MBO-onderwijs niveau 1 t/m 4. Van alléén maar BOL-studenten tot alléén maar BBL-studenten. En de mix natuurlijk. Van een klein team van 3 docenten tot aan een team van 70 docenten, om pragmatische redenen gesplitst in twee gesprekken. Een onderwijsteam dat het reguliere rooster heeft losgelaten en voor het overgrote deel werkt in dagdelen. Een onderwijsteam dat intern een professionele ethische dialoog voert. Teams met een doorstroom naar het HBO van 80 á 90%. Een team met 9 studenten met een formele indicatie (‘rugzakje’) in één klas. Zelfsturende (sub)teams, kartrekkers, jaargroep voorzitters en coördinatoren. Natuurlijk zijn er ook grote overeenkomsten, zoals de worsteling met Passend Onderwijs of hoe docenten omgaan met dilemma’s rondom de begeleiding van studenten. Eén overeenkomst springt er met kop en schouders bovenuit: de trots en passie die de collega’s van elk onderwijs team hebben laten zien en voelen in het onderlinge gesprek; een vertrouwenwekkend fundament voor het realiseren van “Leeuwenborgh Maakt Het Verschil”. Immers, in de teams moet het gebeuren.Ook komt het CvB jaarlijks bij alle teams, dus zowel binnen de sectoren als binnen de portalen en diensten, tijdens de start van schooljaar om een toelichting te geven op de stand van zaken van “Leeuwenborgh Maakt Het Verschil” op Leeuwenborgh-niveau. Verder het Platform ‘Voor De Leeuwen’: een platform van jonge Leeuwenborgh(st-)ers (onder de 30 jaar en niet langer dan 5 jaar bij Leeuwenborgh werkzaam). Elk kwartaal gaan ze met de voorzitter van het CvB in gesprek over allerlei beleidsma-tige en organisatorische thema’s. Vergelijkbaar hiermee is er de Gespreksgroep zij-instromers. Een aantal enthou-siaste collega’s die nog niet zo lang geleden vanuit het bedrijfsleven de overstap hebben gemaakt naar Leeuwenborgh, zijn twee keer bijeen geweest om het nut en de inrichting van een platform met elkaar te bespreken. Bij de wederzijdse ken-nismaking was het meest in het oog springende de bedrijfs- en levenservaring van deze collega’s, in combinatie met de veelal ingrijpende persoonlijke keuzes om de overstap te maken naar het mbo-onderwijs. Het CvB heeft bij het faciliteren van deze gesprekken geconstateerd dat de diversiteit en omvang van de aanwezige kennis en ervaring in een ‘platform zij-instromers’, van grote waarde kan zijn voor Leeuwenborgh.Daarnaast houdt het CvB eens per twee maanden een lunchgesprek met medewer-kers. Hiervoor worden steeds de jarigen van twee maanden uitgenodigd. De circa 40 collega’s genieten niet alleen van de luxe broodjes, maar eerst en vooral van een prima gesprek met het college en met elkaar. Met de diversiteit van het uitgeno-digde gezelschap is er voldoende ruimte voor een kennismaking met wat ‘er leeft’ bij collega’s van een ander team.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

19

Tenslotte worden de managementgesprekken gevoerd – indien gewenst - met voltallige MT’s en niet meer alleen met de directeur. De meeste directeuren hebben aan de uitnodiging hiertoe gehoor gegeven. Door de vragen die gesteld werden door het CvB en het gesprek is meer inzicht gekregen in hoe bewaakt kan worden dat de beoogde doelen worden gerealiseerd en waar de prioriteiten liggen.

Diversiteit in implementatietrajecten van systemenMet de livegang van het studentenvolgsysteem Eduarte aan het eind van 2015 werd de eerste fase van een omvangrijk implementatietraject van diverse sys-temen afgesloten. In 2014 heeft een groot deel van de implementatie van AFAS ProfitHRzijnbeslaggekregen,in2015gevolgddoordesuccesvolleimplemen-tatie van AFAS Finance. In het project FinFun is een stevig fundament gelegd ondereenvernieuwdeaanpakvanhetfinanciëlepakket.Ookwerdeenbegingemaakt met de uitrol van Qlikview, het nieuwe pakket voor het weergeven van managementinformatie met dashboards. De eerste toepassing hiervan was de aan-en afwezigheidsregistratie per nieuwe schooljaar. Met deze trajecten en systemen, die nog een verdere uitrol krijgen in 2016, is Leeuwenborgh voldoende toegerust voor de komende jaren.Ondersteund door AFAS is medio 2015 ook de nieuwe gesprekscyclus ingevoerd. Deze cyclus, bestaand uit een planningsgesprek, een of meer functioneringsge-sprekken in het jaar erna en een beoordelingsgesprek na twee jaar vervangt de eerdere POP-gesprekken. De nieuwe gesprekscyclus is een prima instrument in het uitvoeren van een goed doordacht personeelsbeleid.

2020

Leeuwenborgh Maakt Het Verschil

In 2014 en de eerste helft van 2015 zijn we intensief met elkaar bezig geweest onze strategie te herijken. Dit is een intensief proces ge-weest, waarin de hele organisatie heeft geparticipeerd. Het resultaat – Leeuwenborgh Maakt Het Verschil – is onderstaand beschreven in missie, visie, DNA en kernwaarden.

Missie, visie, DNA en kernwaarden Onze belofte: wij maken het verschil Onze maatschappelijke omgeving verandert razendsnel. Niet alleen politiek en sociaalmaarookdemografisch,technologischenecologisch.Wijleidenjongvolwassenen op voor de toekomst, voor werk, maar ook voor hun functioneren als persoon en als burger in deze dynamische omgeving. Onze studenten mo-gen erop rekenen dat wij hen daar adequaat op voorbereiden. Dat betekent voor ons, dat wij recht doen aan verschillen in studenten, medewerkers, werkgevers, onderwijspartners en onze maatschappelijke omgeving, vanuit onze eigenheid, onze eigen geschiedenis en de ambities van medewerkers en studenten voor de toekomst.

Wij maken het verschil door een hoge onderwijskwaliteit te leveren met excellent, gepersonaliseerd onderwijs en met een eigentijds curriculum. Wij maken het verschil door ons intensief te verbinden met andere onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke instellingen. Wij durven keuzes te maken, omdat we willen excelleren. Excellentie vraagt om bevlogen en goed toegeruste medewerkers, die kunnen binden en boeien. Net als onze studenten kunnen onze professionals zich optimaal ontwikkelen op de wijze, die het beste bij hen past. Ze kunnen vertrouwen op een uitstekende basiskwaliteit, goede faciliteiten en moderne middelen zoals ICT.Op elke van bovenstaande terreinen hebben we strategische doelen vastgesteld, die de komende jaren worden gerealiseerd. De kwaliteitsafspraken die Leeuwenborgh

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

2121

met de minister afspreekt, lopen hiermee parallel. Onze ambities aangaande geper-sonaliseerd leren en een eigentijds curriculum zijn daarin leidend.

Met kwaliteitszorg en praktijkgericht onderzoek ondersteunen wij onze keuzes resultaatgericht.

De tevredenheid van onze studenten, medewerkers en externe relaties, onze onderwijsresultaten in relatie tot de kwaliteitsafspraken en het toezichtkader, endefinanciëlesituatievanonzeorganisatiemetenwijsystematischaandehand van indicatoren. Niet alleen omdat dat van ons verwacht wordt, maar vooral omdat we een wezenlijk verschil willen maken.

Onze MissieLeeuwenborgh biedt, in nauwe samenwerking met zijn partners in de regio, zijn studenten een solide en duurzame basis voor persoonlijke ontwikkeling, bur-gerschap en werk (dan wel succesvolle doorstroom naar vervolgonderwijs)

Onze onderwijsvisieMet Gepersonaliseerd Leren en een Eigentijds Curriculum leveren onze teams maat-werk en sluiten wij aan bij de verschillen tussen studenten en bij de dynamiek van onze omgeving. In nauwe samenwerking met onze omgeving creëren wij daarmee de condities voor ontwikkeling van onze studenten, medewerkers en partners. Met deze visie, als anker voor onze strategie, maken wij het verschil en dragen wij bij aan hun toekomst en die van onze regio. Leeuwenborgh maakt het verschil door binnen wettelijke kaders, met Gepersona-liseerd Leren en een Eigentijds Curriculum recht te doen aan verschillen tussen studenten, medewerkers, bedrijven en regiopartners.

22

Strategische ordeningsprincipes: ons DNA

Om studenten en medewerkers goed te equiperen voor de toekomst heeft Leeuwenborgh de opdracht zijn curriculum eigentijds in te richten met een hoge kwaliteitsstandaard. Onze strategische doelen worden daarom opgesteld, uitgevoerd en bewaakt langs de meetlat van ons DNA. Onderstaande bouwste-nen van ons DNA zien we niet los van elkaar: in balans en in samenhang helpen zij ons om aan de gewenste kwaliteitstandaard te voldoen.

FlexibiliteitGepersonaliseerdlereneneeneigentijdscurriculumvragenomflexibiliteit.Metflexibiliteitkunnenwijrechtdoenaandeverschillenenmaatwerkleve-ren. Flexibiliteit in ons curriculum, in de systemen die ons onderwijs en onze organisatieondersteunenenflexibiliteitvanonzeinterneorganisatieenallemedewerkers.

Adaptief vermogenAanpassing aan onze omgeving is nodig om een goede invulling te geven aan onze maatschappelijke opdracht. Omgevingsbewustzijn, een hechte verbinding met de Euregio en nauwe samenwerking met onze regiopartners waarborgen onze aansluiting op relevante ontwikkelingen in onze omgeving.

DiversiteitWe koesteren diversiteit in studenten, docenten, teams, opleidingen en beroe-pen. We waarderen de verschillen, omdat we ervan overtuigd zijn, dat diversiteit ons helpt om onze dromen waar te kunnen maken, beter onderwijs te verzorgen en daarin ook succesvol te zijn.

Centrale kadersWe geven diversiteit de ruimte binnen centrale kaders. Dat zijn kaders, die we zelf belangrijk vinden of die we moeten hanteren van onze opdrachtgevers, zoals de wettelijke kaders. Zij scheppen ruimte, geven rust en bieden houvast. Centrale kaders borgen onze visie, kwaliteit en investeringen en gelden voor iedereen (afspraak is afspraak).

Onze interne kernwaarden We verwachten en vragen veel van onze medewerkers, immers zij bepalen de kwaliteit van het onderwijs inclusief de daaraan gekoppelde ondersteuning. Wij hebben ook hoge verwachtingen van onze studenten. Leeuwenborgh studenten en medewerkers kenmerken zich door drie gezamenlijke kernwaarden:

Positief: het glas is halfvol, we werken continue aan onze eigen ontwikkeling;Prikkelend: we zoeken onconventionele oplossingen en durven collega’s aan te spreken; Nieuwsgierig: we kijken om ons heen en werken continue aan onze eigen ontwikkeling.

“ Het glas

is halfvol,

we werken

continue aan

onze eigen

ontwikkelingen ”

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

23

ProfielLeeuwenborgh is een regionaal opleidingscentrum in Zuid-Limburg. De ruim 700 medewerkers zorgen ervoor, dat een kleine 10.000 studenten beroepsonderwijs en educatie aangeboden krijgen in de sectoren CIOS, Uiterlijke verzorging en Vei-ligheid; Economie; Educatie; Techniek; Zorg en Welzijn. Daarnaast werkt het roc intensief samen met het regionale bedrijfsleven, collega onderwijsinstellingen en de gemeenten en verzorgen de medewerkers onder meer bedrijfsopleidingen.

Organisatorische structuur

Leeuwenborgh wordt aangestuurd door een tweehoofdig College van Bestuur, gevormd door de voorzitter, Jos Kusters, en collegelid Ferno Schneiders. Het col-lege legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De ondernemingsraad en studentenraad geven regelmatig advies dan wel instemming op majeure organi-satievraagstukken. Het college wordt bijgestaan door een manager Kwaliteits-zorg, een controller, een directeur Strategie en Beleid, een stafdienst Onderwijs en Innovatie, een afdeling PR & Communicatie en een bestuurssecretaris.

Om studenten, ouders, medewerkers, bedrijven en organisaties binnen Leeuwenborgh zo goed mogelijk te kunnen helpen en informeren, is Leeuwenborgh onderverdeeld in een aantal portalen, sectoren en diensten.• Het Loopbaanportaal: dit portaal onderhoudt de contacten met studenten.• Het Marktportaal: hiermee onderhoudt Leeuwenborgh contacten met de markt, dit zijn de bedrijven en organisaties, waarmee wordt samengewerkt. De kern van de opleidingen wordt gevormd door vijf sectoren. Deze bieden beroepsopleidingen, algemene opleidingen en volwasseneneducatie in di- verse richtingen aan:• sector Economie; • sector CIOS, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, Veiligheid;• sector Techniek;• sector Zorg & Welzijn;• sector Educatie.Per 1 augustus 2015 zijn Handel en Toerisme overgeheveld naar de sector Eco-nomie en Haarverzorging is toegevoegd aan de sector Zorg & Welzijn.

De sectoren en portalen worden ondersteund door de diensten. Leeuwenborgh kent de volgende diensten:• Bedrijfsdienst; • Human Resources; • Financieel Economische Zaken.

Juridische structuur

Leeuwenborgh is een stichting, die statutair zetelt in Sittard. De formele benaming bij de Kamer van Koophandel is Stichting voor Beroepsonderwijs en Volwassenen-educatie Westelijk Zuid-Limburg. Daarnaast is er de Stichting Sité, waarvan het col-lege ook het bestuur vormt en waarvan de Raad van Toezicht bestaat uit een deel van de Raad van Toezicht van Leeuwenborgh. Tenslotte is Leeuwenborgh enige aandeelhouder van Leeuwenborgh Training- en Opleidingscentrum Sittard B.V.

24

Organisatie Leeuwenborgh1

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Sector CHTUvV • CIOS • Handel • Toerisme • Uiterlijke verzorging • Veiligheid

Sector Economie • Commercieel / Financiële Dienstverlening • ICT-Lyceum • Juridisch • Logistieke beroepen • Secretarieel • Financiële beroepen

Sector Techniek • Bouwkunde • Elektrotechniek • Fijnmechanische techniek • Laboratorium- techniek • Luchtvaarttechniek • Maintenance • Procestechniek • Werktuigbouwkunde

Sector Zorg & Welzijn • Verzorgende IG en Helpende BBL • Onderwijsassistent en Pedagogisch werk • Maatschappelijke zorg en Helpende BOL • Verpleegkundige

Sector Educatie • AKA / Entree opleidingen • Kwalificatieklas • PitStop • VAVO • BE en I&I

onderwijs

Marktportaal

LoopbaanportaalHuman

Resources

FinancieelEconomische Zaken

Bedrijfsdienst

ondersteuning

Centrale staf

KwaliteitsmanagerController

Ondernemingsraad Studentenraad Ouderraad

medezeggenschap

College van Bestuur

sturing

Raad van Toezicht

toezicht

1. Per augustus 2015 zijn Handel en Toerisme toegevoegd aan de sector Economie en Haarverzorging aan de sector Zorg en Welzijn. De resterende onderdelen van de sector CHTUvV vormen de sector CUvV op de Sportzone.

2525

26

StudentenaantallenIn de tabel is te zien, dat de studentenaantallen bij Leeuwenborgh blijven dalen. De daling van bijna 3,5% is iets lager dan de daling van het vorig jaar. Waar vorig jaar de teruggang volledig op het conto van de BBL en de BOL-deeltijdopleidingen kwam en de BOL-voltijdopleidingen zelfs een stijging lieten zien, dalen de aantallen nu over de hele lijn. Toch is de daling bij de BBL met ruim 16% veel sterker dan bij de BOL, waar het gaat om 1,7%. De daling is vooral te wijten aan de econo-mische crisis.

Bij Educatie is er een toename van het aantal trajecten, met name bij de Inburgering. Het aantal mensen dat een traject Nederlands als tweede taal via de gemeente volgt, is in vergelijking met vorig jaar afgenomen, terwijl het aantal inburge-ringstrajecten bijna een verdubbeling laat zien, mede een zichtbare consequentie van de toegenomen immigratie.

Aantal studenten Leeuwenborgh op 1 oktober 2015 (bekostigbaar)

Studenten

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Sector bol bbl totaal

Techniek 1.073 258 1.331Economie 1.396 93 1.489Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid 2.110 110 2.220Zorg en Welzijn 1.202 231 1.433ArbeidsmarktGekwalificeerdAssistent(AKA) 118 1 119

Totaal beroepsonderwijs 5.899 693 6.592

27

Beroepsopleidende leerweg (voltijd) 2013-2014 2014-2015 2015-2016

Techniek 938 1.043 1.073Economie 1.403 1.457 1.396Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid 2.009 2.058 2.110Zorg en Welzijn 1.301 1.270 1.202ArbeidsmarktGekwalificeerdAssistent(AKA) 155 170 118

Totaal beroepsopleidende leerweg voltijd 5.806 5.998 5.899

Totaaloverzicht 2013-2014 2014-2015 2015-2016

Techniek 1.400 1.364 1.331Economie 1.463 1.531 1.489Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid 2.221 2.193 2.220Zorg en Welzijn 1.866 1.561 1.433ArbeidsmarktGekwalificeerdAssistent(AKA) 167 170 119

Totaal bol voltijd, bol deeltijd en bbl 7.117 6.819 6.592

Beroepsopleidende leerweg (deeltijd)

Techniek 22Economie

Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid

Zorg en Welzijn

ArbeidsmarktGekwalificeerdAssistent(AKA)

Totaal beroepsopleidende leerweg deeltijd 22 0 0

Beroepsbegeleidende leerweg

Techniek 440 321 258Economie 60 74 93Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verz. en Veiligheid 212 135 110Zorg en Welzijn 565 291 231ArbeidsmarktGekwalificeerdAssistent(AKA) 12 1

Totaal beroepsbegeleidende leerweg 1.289 821 693

Ontwikkeling studentenaantallen

28

Kwaliteitszorg: implementatie, evaluatie en bijstelling van verbeteringen op alle organisatieniveausStaat van de InstellingIn oktober 2015 heeft de Inspectie bij Leeuwenborgh het vervolgonderzoek naar aanleiding van de Staat van de Instelling uitgevoerd. Zowel op instellingsniveau als bij twee van de drie onderzochte teams heeft de inspectie de kwaliteitsborging beoor-deeld als voldoende. Een belangrijk onderdeel van het n.a.v. de uitkomsten van de Staat van de Instelling opgezette project kwaliteitsborging bestond uit het werken door teams met de nieuwe systematiek van het doorlopend teamplan. Naast de drie teams uit het vervolgonderzoek hebben ook drie andere onderwijsteams als pilot aan deze werkwijze meegedaan. Het doorlopend teamplan is voor deze teams in de plaats gekomen van de A3 systematiek en is eenvoudiger voor teams te gebruiken dan de A3 (de uitleg van de A3 systematiek volgt in de paragraaf “Onderwijs en examinering”). De inspectie concludeerde dat het werken met een doorlopend teamplan waarin alle verbeteractiviteiten zijn opgenomen, een grote verbetering is ten opzichte van het vorige onderzoek in 2014. Dit omdat de teams nu een totaaloverzicht hebben van alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten. Het College van Bestuur heeft begin 2016 mede op basis van de resultaten van het vervolgonderzoek besloten dat het doorlopend teamplan Leeuwenborgh-breed wordt ingevoerd.

De examinering bleek tijdens het vervolgonderzoek van de Inspectie bij één team nog niet helemaal op orde te zijn. Bij alle examencommissies wordt nu gewerkt met een toezichtplan voor de controle op de kwaliteit van de examine-ring en diplomering door de examencommissies. Zij vergewissen zich nu vol-doende van de afname en beoordeling van de examens. Daarnaast zijn de leden van de examencommissies nu geschoold.Vanuit het rapport van de Inspectie is de reden van het nog niet op orde zijn nu helder en het team is met een herstelactie begonnen.

Rapportage klachten en complimentenLeeuwenborgh heeft een Leeuwenborgh-brede klachtenprocedure. Dit wil zeg-gen dat deze procedure wordt gebruikt door alle sectoren, portalen en diensten en op centraal niveau. Tevens geldt deze procedure voor zowel externe belang-hebbenden (o.a. onderwijsdeelnemers, ouders, toeleverende scholen, afnemende scholen, werkvelden) als voor interne belanghebbenden (de medewerkers van Leeuwenborgh).

“ In 2015 is er

gestart met de

Tevredenheids-

meting via de

tweejaarlijkse

JOB-monitor. ”

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

29

Als het niet lukt om een klacht te voorkomen, is het erg belangrijk dat er de mogelijkheid is voor het indienen van een klacht. Leeuwenborgh maakt sinds 2011 gebruik van het meld- en registratiesysteem Smile. Klachten kunnen gemeld worden via een button op de website of in het intranet Fronter. De mogelijkheid tot melden is zo gemakkelijk, en ook is de opvolging van meldingen transparant.

In 2015 zijn 130 meldingen in behandeling genomen ten opzichte van 92 meldingen in 2014. Dit is een toename van 30%. Bij alle typen meldingen – complimenten, klachten, meldingen van onvrede en suggesties ter verbetering – zien we een toename ten opzichte van 2014. We streven ernaar, conform onze klachtenprocedure, om meldingen binnen 6 weken volledig af te handelen. In 2013 en in 2014 lukte dit bij 84% resp. 88% van de meldingen en was het als prestatie-indicator opgenomen in de jaarplannen van de directeuren. In 2015 was 85% van de meldingen binnen de normtijd afge-rond. Overschrijding van de normtijd is soms te wijten aan het niet tijdig admi-nistratief afhandelen van de melding in Smile. Ook komt het voor dat de melder aangeeft dat de melding nog niet mag worden gesloten omdat de melding nog niet naar tevredenheid is afgehandeld

In vergelijking met 2014 zijn er in 2015 meer meldingen geweest in de onderwijs-sectoren met uitzondering van de sector Zorg & Welzijn. De sector Educatie kent al jaren nauwelijks meldingen. De sector zelf verklaart dit vanuit de zeer korte lijnen tussen studenten en medewerkers. Het aantal meldingen over de Bedrijfs-dienst ten opzichte van sectoren, portalen en diensten blijft in vergelijking met de andere organisatieonderdelen hoog. De meldingen bij de bedrijfsdienst betreffen veelal technische en facilitaire zaken.Net als in 2013 en 2014 gaat ruim de helft van de meldingen over de ‘kleine kwa-liteit’: organisatorische zaken en voorzieningen. Het betreft met name de voor-zieningen in Maastricht en Sittard zoals het thermisch comfort, parkeren voor medewerkers en studenten.

De lijnverantwoordelijke bij wie een melding is binnengekomen beoordeelt deze als gegrond, ongegrond, of niet te beoordelen. In vergelijking met 2014 is een groter deel van de klachten gegrond verklaard (65% in 2015 versus 52% in 2014). Het aantal niet te beoordelen klachten nam af van 25% naar 15%.

29

3030

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Onderwijs en examineringSturen op verbetering en vernieuwingHet is voor leidinggevenden op alle organisatieniveaus belangrijk om te kun-nen sturen op de gewenste resultaten en doelstellingen. Om hierin een slag te kunnen maken heeft Leeuwenborgh in 2013 in alle sectoren en afdelingen de A3-systematiek ingevoerd, nadat deze werkwijze in de voorgaande jaren in enkele eenheden was geïnitieerd.

De A3-systematiek is een benadering voor het ontwikkelen van jaarplannen én het monitoren en bijsturen daarvan. Aan de basis staat de gedachte van integraal management, zoals die is vastgelegd in het INK-managementmodel. Ook de PDCA-cyclus is erin geïntegreerd: plannen, doen, maar ook controleren of de doelstellingen gerealiseerd worden en, waar nodig, actie ondernemen. De visie en de ambities (het strategisch beleid) van Leeuwenborgh vormen het uitgangspunt. Er is geen plaats voor vage intenties: in de resultaatgebieden worden concrete prestatie-indicatoren en SMART-geformuleerde doelstellin-gen vastgelegd.

Naast het jaarplan is er een overzicht van hygiënische prestatie-indicatoren (HPI’s), waarin concrete doelen over de reguliere zaken zijn vastgelegd. Omdat het ontwikkelen van een A3-jaarplan gebeurt door een groep betrokken leidinggeven-den en bij voorkeur ook medewerkers, leidt het tot meer commitment, en ervaren docenten en leidinggevenden meer richting (focus), consistentie en samenhang.

Tijdens de Staat van de Instelling in 2014 bleek dat de A3-systematiek op onder-wijsteamniveau geen garantie was voor met name verbetering en verankering bij kwaliteitsborging. Vandaar dat er in het kader van het project Kwaliteitsborging een pilot is gestart door zes onderwijsteams uit alle sectoren met de systema-tiek van het doorlopend teamplan. Het doorlopend teamplan – doorlopend, want het wordt niet voor een bepaalde periode gemaakt – bevat alle verbeter- en vernieuwingsactiviteiten en wordt tussentijds bijgesteld, wanneer bevindingen van audits, panelgesprekken, tevredenheidsmetingen, lesbezoeken, nieuwe Leeuwenborgh- of sectordoelen enz. voorhanden zijn. Bij nieuwe bevindingen wordt de analyse hiervan opgenomen in het plan en op basis daarvan wordt een resultaat of doelstelling opgesteld. Iedere doelstelling heeft een houder en van de doelstellingen worden het tijdpad waarin eraan gewerkt wordt met de bijbe-horende activiteiten vastgelegd in het plan. Het team is eigenaar van het plan en stelt dit gezamenlijk op met en onder verantwoordelijkheid van de opleidingsma-nager. De relatie met de A3-jaarplannen op directie- en Leeuwenborgh-niveau blijft met deze systematiek uitstekend gewaarborgd.

3131

De onderdelen van het plan, waaronder ook de eerder gememoreerde HPI’s, worden regelmatig tijdens teamvergaderingen besproken zodat ieder teamlid de inhoud van het plan kent en het daardoor draagvlak heeft. Dit heeft ook als gevolg dat er sprake is van een planmatige en cyclische aanpak van plannen, uitvoeren en evalueren van vooraf bepaalde doelstellingen op teamniveau: kwa-liteitszorg op het organisatieniveau waar dit zeker thuis hoor. De realisatie van de plannen wordt gevolgd in de managementgesprekken, die drie keer per jaar periodiek op iedere besturingslaag worden gevoerd tussen de leidinggevende en resultaatverantwoordelijke.

Omdat het van wezenlijk belang is dat doelstellingen concreet en meetbaar (SMART) geformuleerd worden, is in 2015 gestart met het aanbieden van scho-ling hiervoor via de Leeuwenborgh Academie. Hieraan hebben ondertussen de kwaliteitsmedewerkers, enkele opleidingsmanagers en een onderwijsteam deelgenomen.

KwaliteitszorgcyclusDe kwaliteitszorgcyclus rondom kwaliteit van onderwijs en examinering wordt in de sectoren, bij de Bedrijfsdienst en bij het Loopbaanportaal gefaciliteerd door een kwaliteitsmedewerker. De kwaliteitszorgcyclus maakt integraal on-derdeel uit van de PDCA Cyclus van Leeuwenborgh zoals deze is vastgesteld in november 2015 door het College van Bestuur. De Leeuwenborgh-brede P&C-ka-lender (kwaliteitskalender) maakt onderdeel uit van deze cyclus en ondersteunt de sturing van kwaliteitszorg. Jaarlijks worden tevredenheidsmetingen uitgevoerd onder verschillende doel-groepen studenten, bedrijven en medewerkers. De roc-brede metingen staan hieronder vermeld. Metingen middels de Job-enquête wordt altijd gevolgd door panelgesprekken. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) heeft in het najaar 2015 plaatsgevonden. In 2016 gaan de teams – waar nodig – aan de slag met verbeterplannen.

doelgroep frequentie jaar

Job-enquête Alle MBO-studenten Om het jaar 2011/2012, 2013/2014,2015/2016

MBO-kaart Gediplomeerde uitstromers Om het jaar 2012

Waarderingsmeting bedrijven BPV-bedrijven Om het jaar 2011/2012, 2013/2014, 2015/2016

MTO Medewerkers Om het jaar 2013, 2015

De MBO-kaart heeft in 2015 om diverse redenen niet plaatsgevonden.

32

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

LesbezoekLesbezoek door de opleidingsmanager is ook een instrument voor kwaliteits-borging. In 2015 werd dit in alle opleidingen ingezet. In het kader van het roc-brede verbetertraject is een roc-brede aanpak hiervoor in ontwikkeling. Door het CvB zijn in maart 2015 de eerste kaders vastgesteld. Hier is o.a. in opgenomen dat iedere docent minimaal één keer per jaar bezocht wordt. De wijze waarop de lesbezoeken plaatsvinden en de registratie hiervan zijn door de opleidingsmanagers en de teamleden met elkaar besproken. Er is in 2015 in dit kader tevens gestart met een scholing voor opleidingsmanagers m.b.v. een observatiemethode, de WAKKER-methode. De uitkomsten van het lesbezoek gaan een steeds belangrijkere rol spelen in de teamontwikkeling, visievorming en teamaanpak van de didactiek.

AuditsIn 2015 is middels het “addendum 2015” van de auditkalender 2012-2014 deze auditkalender voortgezet. Omdat de eerste maanden van 2014 in het teken stonden van de voorbereiding en uitvoering van het inspectieonderzoek naar de Staat van de Instelling, konden geplande audits niet doorgaan, of waren deze niet nodig omdat de opleiding in het inspectieonderzoek zat.Om die reden was de auditkalender voor het kalenderjaar 2014 aangepast en de looptijd met 1 jaar verlengd. Naast het vervolgonderzoek naar aanleiding van de Staat van de Instelling in oktober hebben in 2015 de volgende audits plaatsge-vonden:

Sector/Instelling Opleiding/Afdeling Interne

audit

Externe

audit

Leeuwenborgh-instelling/

CHTUvV/ Economie/Techniek

Manager reizen/ Com. Med.

binnendienst/ VliegtuigonderhoudX (2x)

CHTUvV Handel x

CHTUvV Beveiliger x

Educatie VAVO-VWO x

Economie ICT x

Bedrijfsdienst Dienst ICT x

Z&W MMZ x

Bedrijfsdienst Dienst facilitair x

De externe audit bij de instelling in combinatie met de opleidingen manager reizen, commercieel medewerker binnendienst en vliegtuigonderhoud betrof een audit naar de verbetertrajecten n.a.v. de onvoldoende beoordelingen bij het Inspectieonderzoek de Staat van de Instelling. Dit waren twee audits waarbij tij-dens de eerste audit met name gekeken is naar het ontwerp en planning en bij de tweede audit naar de implementatie en werking van de verbetertrajecten.De audits bij Handel en Beveiliger betroffen audits naar de kwaliteit van het onderwijs in verband met verzoeken om te mogen afwijken van de urennorm.Bij de audits van de onderwijsteams ICT en MMZ heeft er een aanvullende pro-ductaudit examinering plaatsgevonden.Zowel de interne als de externe audits resulteren in een auditrapport. Dit rapport wordt aangeboden aan de opleidingsmanager c.q. dienstmanager, de

33

sector- c.q. dienstdirecteur en het CvB. Enkele weken daarna vindt er een ge-sprek plaats tussen het CvB, de opleidings-/dienstmanager en de directeur van de betrokken opleiding of afdeling over het auditrapport en de voorgenomen verbeteringen. De voortgang van de verbeteringen wordt gemonitord door het opleidingsteam, dat daarin ondersteund wordt door de kwaliteitsmedewerker. Terugkoppeling van de voortgang en de resultaten vindt plaats in de reguliere managementgesprekken tussen opleidingsmanager en directeur en tussen directeur en CvB.

Inspectietoezicht en keurmerkenIn oktober 2015 is door de inspectie van het onderwijs een vervolgonderzoek uitgevoerd naar aanleiding van de Staat van de Instelling in 2014. Dit onderzoek betrof de instelling als geheel voor kwaliteitsborging en een onderzoek bij drie opleidingen met onvoldoendes bij de Staat van de Instelling.

Voor de onderzochte opleidingen geldt na het vervolgonderzoek:Opleiding Gebied 2

examineringGebied 4Kwaliteitsborging

Commercieel medewerker binnendienst onvoldoende voldoendeManager verkoop reizen voldoende voldoendeVliegtuigonderhoud technicus mechanica voldoende onvoldoende

KeurmerkenKeurmerk Inburgering:Op basis van door Leeuwenborgh aangeleverde rapportage bij KIWA is het keur-merk inburgering ook in 2015 verlengd.

Luchtvaarttechniek De erkenning heeft in 2015 voor haar opleiding Categorie B1.1 de Part 147 be-houden. Dit geldt ook voor de Categorie A opleiding (NL.147.7176).

Erkenning EVC-centrum Leeuwenborghiseind2011doorhetministerievanOCWofficieelerkendalsEVC-aanbieder. EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. In 2013 is na een herbeoordeling een EVC-verklaring voor de duur van drie jaar voor 17 standaarden (crebo’s) afgegeven.

Afwijking van de wettelijke onderwijstijd.Voor twee opleidingen (beveiliging en handel niveau 2) heeft het CvB toestem-ming verleend om af te wijken van de onderwijstijd. Dit is gebeurd na instem-ming door de studentenraad. Aan de goedkeuring was een audit naar de on-derwijskwaliteit in het schooljaar 2015 gekoppeld. De toestemming is verleend op basis van een vastgestelde procedure ontwikkeld in 2014, waarin criteria en werkwijze voor aanvraag van afwijking zijn vastgelegd.

34

Het risicomanagement staat inmiddels op de kaart. De positieve risicoattitude waarin wij in ons vorig bestuursverslag aan refereerden neemt steeds vastere vormen aan. Het denken in termen van kansen en risico’s begint gemeengoed te worden en dat is precies de mindset die wij graag willen bereiken. De instrumen-tele kant is ongewijzigd: in ieder jaarplan wordt een risicoparagraaf opgesteld, met daarin opgenomen de top 3 van belangrijke risico’s. De voortgang van de risico’s wordt besproken in de managementgesprekken. Tevens wordt bij ieder voorstel, waarover het College een besluit neemt, een risicoparagraaf gevoegd. In 2015 hebben we ons strategisch meerjarenplan “Leeuwenborgh maakt het verschil” vastgesteld. Een ambitieus meerjarenplan waarin Leeuwenborgh uiteenzet hoe wij voor onze “stakeholders” het verschil kunnen maken. Daarbij denken wij allereerst aan studenten maar ook aan medewerkers en werkveld. Dit plan bevat een uitgebreide risicoparagraaf die wij aanmerken als de herij-king van de strategische risico’s zoals wij die vorig jaar al hebben aangekon-digd. Kort samengevat zien wij de volgende risico’s:

Strategische Risico’s LMHV

Risicomanagement 2015

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Risico I - Haalbaarheid: Het plan is te ambitieus c.q. Leeuwenborgh blijkt onvoldoende slagvaardig om LMHV adequaat uit te voeren.

Beheersmaatregel: Opstellen van een duidelijk en afgebakend implementatie- en monitoringsplan. Vertaal hierin de strategi-sche doelen naar tactische en operationele doelen en beleg taken en , verantwoordelijkheden eenduidig. Formuleer de doelen smart en baken doelen af.

Creëer een structuur waarin zowel de voortgang van de afzonderlijke doelen als het integrale

geheel wordt bewaakt. Maak duidelijke afspraken over prioritering (zowel van LMHV als de regu-liere dagelijkse gang van zaken) en integreer de te behalen resultaten in de gesprekscyclus. Stel voldoende capaciteit ter beschikking (mensen en/of middelen).

Zoek balans tussen control en onnodige regeldruk.

Creëer een duidelijk kader vooraf inzake de LD docenten ten opzichte van de opleidingsmanagers

inzake het duaal leiderschap van een opleiding.

Herijkcontrolstructuuri.r.t.denieuwebesturingsfilosofiewaarinonderwijsteamsverantwoording

afleggenaanCvB.Risico II - Institutionalise-ring/incorporatie bij teams en docenten:

De onderwijsvernieuwing blijft steken bij enkele teams of wordt slechts gedeeltelijk opgepakt; niet het hele inbeddingsproces wordt doorlopen.

Beheersmaatregel: Duidelijk aangeven wat van teams wordt verwacht en wanneer.

Duidelijke en concrete hierop afgestemde planning mede gebaseerd op de capaciteit teams.

Periodiek met de teams de voortgang en eventuele knelpunten bespreken.

Voortgang agenderen in managementgesprekken.

Risico III - Centrale kaders: De teams krijgen geen duidelijke richting waarbinnen ze LMHV kunnen uitvoeren.

Beheersmaatregel: Kaders opstellen waarmee de teams de ontwikkelingsrichting duidelijk krijgen.Kaders laten beoordelen door een platform /afvaardiging vanuit de teams en opleidingsmanagers.Periodieke monitoring en afstemming kaders met directeuren en teams.

35

Risico IV - Effectieve inzet van extra medewerkers:

Extra medewerkers worden niet tijdig aangetrokken en of niet ingezet op extra taken maar “verdwij-nen” in regulier proces.

Beheersmaatregel: OpstellenvaneenduidelijkengedragenprofielvoorzoweldeLD-docentalsdeextrakrachten.Specificatievandetakenwaaropextramedewerkerswordeningezetenbewakingvandenalevingdaarvan.

Risico V - De basiskwaliteit vertraagt Leeuwenborgh maakt het verschil:

Het kan gebeuren dat het nog niet beschikbaar zijn van faciliteiten aanleiding is voor stagnatie van de strategische doelen.

Beheersmaatregel: Beschrijf duidelijk de benodigde verbeteringen aan de basiskwaliteit.Creëer een platform voor integrale afstemming.Benoem expliciet de verbeteringen die met LMHV worden beoogd.

Risico VI - Rol, gedrag en houding van de student:

De houding van de student is nog onvoldoende volwassen.

Beheersmaatregel: Expliciet zijn in de verwachtingen van studenten in kader van wederkerigheid.Wederkerigheid en rol studenten integraal meenemen bij planvorming en implementatietrajecten.

Risico VII- Overheidsbeleid / externe veranderingen:

Overheidsbeleid wordt gewijzigd waardoor uitgangspunten en veronderstellingen binnen LMHV niet meer valide zijn.

Beheersmaatregel: Dit is een moeilijk beïnvloedbaar risico. Als het overheidsbeleid wijzigt, heeft Leeuwenborgh zich daarin te voegen en zal het met name via de branchevereniging invloed moeten uitoefenen.Preventieve maatregelen zijn in dit geval slechts mogelijk in die zin, dat wij ons bewust zijn van het risico en ons realiseren dat overheidsbeleid geen statisch gegeven is.Consequente monitoring en een stevige tussenevaluatie.Adequate communicatie gedurende het traject bij wijzigingen of veranderingen van buitenaf.

De voortgang van de risico’s wordt vanaf 2016 6 keer per jaar gerapporteerd in de Raad van Toezicht.

36

Het bestuursverslag vormt samen met de jaarrekening en de gegevensset het geïntegreerd jaardocument.

De gegevensset betreft: 1. financiëlekengetallen;hierinzijnookdeparagraafrondomhelderheiden de continuïteitsparagraaf opgenomen 2. diplomaresultaat en jaarresultaat a. diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 - 2015 b. Leeuwenborgh totaal en per niveau over de afgelopen vijf jaar c. uitgesplitst per sector en per niveau over de afgelopen vijf jaar3. doorstroming naar hoger onderwijs4. percentage nieuwe VSV’ers 5. personeel6. internationalisering7. ICT en huisvesting8. regelingen9. sector Educatie 10. tevredenheid van studenten11. tevredenheid werkveld12. tevredenheid van medewerkers

Voor een eenduidige vergelijking heeft DUO berekeningen gemaakt om instel-lingen onderling te vergelijken. Daarom gaan de gegevens van DUO voor de instelling vergezeld van cijfers van een ‘vergelijkingsgroep’, samengesteld uit soortgelijke instellingen. Naast de berekeningen door DUO worden voor het jaarresultaat en het diplo-maresultaat ook eigen berekeningen ter vergelijking weergegeven.

Enkele definities Terverduidelijkinghierondereerstenkeledefinities:Opbrengsten:

• Diplomaresultaat Het percentage studenten dat met een diploma de instelling verlaat ten opzich-te van àlle studenten, die in dezelfde periode de instelling verlaten (ook eerder in de instelling behaalde diploma’s tellen mee).

Bron: DUO en Leeuwenborgh

• Jaarresultaat Het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die de instelling verlaten, of met een diploma doorstromen (alleen diploma’s in het teljaar behaald, tellen mee).

Bron: DUO en Leeuwenborgh

Gegevensset

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

37

• Nieuwe Voortijdig Schoolverlater Een jongere is een nieuwe voortijdig schoolverlater als hij of zij op 1 oktober van een schooljaar stond ingeschreven aan een reguliere vo- of mbo- onderwijsin-stelling en op die datum ouder dan 11 maar nog geen 22 jaar was en vervolgens op 1 oktober van het daarop volgende schooljaar niet meer bij een onderwijsin-stellingstaatingeschrevenennietinhetbezitisvaneenstartkwalificatie,datwil zeggen een havo, vwo of mbo-2,3 of 4 diploma.

Bron: DUO

• Tevredenheid studenten Rapportcijfer waarmee de studenten in de bevraging voor de JOB-monitor of de gediplomeerde studenten in de MBO-kaart de school en de opleiding hebben beoordeeld.

Bron: DUO

FinanciënHet voornaamste doel van Leeuwenborgh is om kwalitatief goed onderwijs te leveren.Hetfinancieelbeleidiseropgerichtomderuimtetenbehoevevanhetonderwijs en de student te creëren en om de continuïteit van de organisatie op lange termijn te borgen.

Leeuwenborgh heeft net als de rest van de mbo-instellingen te maken met in-grijpende veranderingen (Focus op Vakmanschap en modernisering bekostiging mbo-onderwijs),diein2015vanstartzijngegaan,diegrotefinanciëleconse-quenties zullen hebben. Om hierop voorbereid te zijn, is in 2011 een drietal pro-grammalijnen uitgezet, die in 2013 zijn geïmplementeerd en de komende jaren verder worden uitgedragen. De in 2012 uitgezette beleidslijn om het personeel af te stemmen op het dalende studentenaantal, heeft ook in 2015 gezorgd voor een afname van personeelskosten.

Sinds eind 2011 beschikt Leeuwenborgh over privaat vermogen, dat kan dienen om bijvoorbeeld publiek-private samenwerkingen of andere private activiteiten te faciliteren.

Financieel resultaatLeeuwenborgh heeft 2015 afgesloten met een substantieel positiever resultaat dan begroot. Het resultaat is € 2.351.000, de begroting was - € 1.590.000. Net als in voorgaande jaren is in 2015 sterk gestuurd op de personele lasten: deze dienenmetdedalendestudentenaantallenmeetebewegen.Definanciëleef-fecten van deze beleidslijn hebben een positief effect gehad op het resultaat van 2015. Daarnaast zijn de subsidies, samenhangend met LMHV, in 2015 niet geheel besteed of nog niet vrijgegeven. Dit wordt veroorzaakt door een verschuiving in de tijd, waardoor een deel van de subsidies in 2016 besteed wordt. Ook leidde de indexering van de lumpsum ad € 700.000, tot een hogere rijksbijdrage.

38

Overzicht financiële positieOnderstaandoverzichttoontdefinanciëlepositievanLeeuwenborghvan2013tot en met 2015:

TreasurybeleidHetoverzichtvandefinanciëlepositievanLeeuwenborghvan2013totenmet2015 toont de signaleringsgrenzen voor BVE-instellingen, zoals die door de Onderwijsinspectie zijn bijgesteld in het in het najaar van 2014 uitgebrachte Addendum bij het Toezichtkader BVE 2012. Hieruit blijkt, dat Leeuwenborgh op bijna alle onderdelen binnen de gestelde signaleringsgrenzen valt. De solva-biliteitsratio is met 0,67 iets hoger dan de signaleringsgrens. Dit komt vooral, omdat Leeuwenborgh afgelost heeft op langlopende schulden. In het verlengde van het rapport van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijs-instellingen heeft Leeuwenborgh in 2011 een nieuw treasurystatuut opgesteld, dat in maart 2012 is vastgesteld. In het treasurystatuut wordt in de meest ruime zin het beleidskader geformuleerd over de wijze, waarop binnen Leeuwenborgh moetwordenomgegaanmetfinanciëlemiddelen.Methetvaststellenvanhetstatuut is ook de treasurycommissie aangesteld, die minimaal jaarlijks bijeen-komt om te monitoren of het beleid goed wordt uitgevoerd en om het College van Bestuur te adviseren. In 2015 is het treasurystatuut geëvalueerd door de commissie, die heeft vastgesteld, dat de uitgangspunten, vastgesteld in het treasurystatuut, nog steeds actueel en van toepassing zijn op Leeuwenborgh. HettreasurystatuutdientdaarmeealsfundamentonderhetfinanciëlebeleidvanLeeuwenborgh. Leeuwenborgh zit met een solvabiliteitsratio van net boven de 60%, wat aan de hogekantinvergelijkingmetdesignaleringsgrens.Definanciëledoelstellingvan Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de dalende studenten-aantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuwe leervor-men,automatiseringenefficiëntereinzetvanpersoneeleninanderemiddelen,

Ratio’s2013 2014 2015 ondergrens bovengrens

Liquiditeitsratio(liquide middelen + kortlopende vorderingen / kortlopende schulden)

0,61 0,64 0,84 0,50 geen

Rentabiliteit(Exploitatieresultaat / totaal baten)

1,46 -2,21 3,61 langjarig boven 0

Solvabiliteitsratio 1(eigen vermogen / totaal vermogen) 0,53 0,55 0,57

Solvabiliteitsratio 2(eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen)

0,62 0,64 0,67 0,30 0,60

De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen heeft geadviseerd de rentabiliteit uit te drukken in een percen-tage over meerdere jaren. De Onderwijsinspectie geeft in haar Addendum in het najaar van 2014 bij het Toezichtkader BVE 2012 aan, dat de signaleringsgrens voor de rentabiliteit “langjarig boven nul” is. Voor Leeuwenborgh komt het percentage over de voorbije drie jaar (2013-2015) uit op 0,95%.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

39

Ratio’s2013 2014 2015 ondergrens bovengrens

Liquiditeitsratio(liquide middelen + kortlopende vorderingen / kortlopende schulden)

0,61 0,64 0,84 0,50 geen

Rentabiliteit(Exploitatieresultaat / totaal baten)

1,46 -2,21 3,61 langjarig boven 0

Solvabiliteitsratio 1(eigen vermogen / totaal vermogen) 0,53 0,55 0,57

Solvabiliteitsratio 2(eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen)

0,62 0,64 0,67 0,30 0,60

zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen lopen de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, conform de doelstel-ling van het Ministerie, maar ook omdat we voldoende reserves hebben, om ons dit te veroorloven. Kortom: Leeuwenborgh gaat inkomsten uit het verleden inzetten om toekomstontwikkelingen te kunnen managen. De consequentie hiervan is, dat onze solvabiliteit in de komende jaren zal dalen.

Alle publieke middelen worden in beginsel integraal aangehouden in de vorm van een rekening courant bij de Nederlandse Staat (AAA-rating), het zoge-naamde schatkistbankieren. Leeuwenborgh heeft de mogelijkheid om “rood te staan”, deposito’s te plaatsen en te lenen. De huisbank blijft het betalingsver-keer verzorgen. Er is voor schatkistbankieren gekozen, omdat na onderzoek is gebleken, dat deze vorm van bankieren voor Leeuwenborgh de meest risicomij-dende en de meest gunstige manier is om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Er is bij Leeuwenborgh geen sprake van beleggen.De externe planning-en-control-cyclus is vastgelegd in de wetgeving en in de landelijke notities, waar alle onderwijsinstellingen zich aan dienen te houden. Het Leeuwenborgh-beleid sluit aan bij het landelijk beleid, doordat we onder andere stellen, dat zoveel mogelijk middelen ten gunste van het onderwijspro-ces moeten komen.

GrondslagenDe grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor een uitge-breide beschrijving van de grondslagen verwijzen wij naar de jaarrekening.

HelderheidLeeuwenborgh streeft naar maximale transparantie en stuurt de organisatie op basis van de regelgeving, zoals is opgenomen in onder andere het controlepro-tocol van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Onderstaand is te lezen hoe Leeuwenborgh in 2015 op de thema’s van de regeling “Helderheid” gehandeld heeft.

Thema 1: Uitbesteding• Samenwerking ArcusIn 2015 is de samenwerking tussen Leeuwenborgh en Arcus College verder geïntensiveerd op gebied van techniek. Op 16 december 2015 tekenden beide CvB leden Jos Kusters (Leeuwenborgh) en Jos Jongen (Arcus College) “De samenwerkingsovereenkomst Techniekcollege”, een stap naar een toekomstig techniekonderwijs in Zuid Limburg. De technieksectoren van Leeuwenborgh en Arcus College versmelten tot één nieuwe techniekschool voor MBO onderwijs. Een instituut voor kwalitatief hoogstaand innovatief techniekonderwijs met een aansprekende uitstraling naar studenten en bedrijfsleven. Deze krijgen daar-mee één aanspreekpunt voor techniekonderwijs in de Euregio.

40

• Samenwerking CHILLLeeuwenborgh participeert in CHILL. Dit is een unieke samenwerking tussen meerdere onderwijspartijen (Leeuwenborgh, Arcus College, Zuyd Hogeschool en Universiteit Maastricht) en een aantal bedrijven, gevestigd op Chemelot. De samenwerking is gericht op het uitvoeren van vraagstukken van het be-drijfsleven door studenten van MBO en HBO. De ambitie is echter om in 2016 te verbreden naar zowel procestechniek alsook onderhoudstechniek.

• Zorgtechniek LimburgLeeuwenborgh heeft samen met Gilde Opleidingen, Arcus College en Zuyd Hogeschool het initiatief genomen om gezamenlijk één centrum voor innovatief vakmanschap “Zorgtechniek Limburg” op te richten. Hierin worden vakmen-sen opgeleid die ervoor gaan zorgen dat de nieuwe, innovatieve technologische oplossingen vertaald worden in daadwerkelijke producten én toepassingen in de brede zorgpraktijk. Daarnaast worden in het centrum medewerkers van zorgorganisaties (bij)geschoold om goed te kunnen omgaan met alle nieuwe innovatieve technologieën.

De inzet van technologie in de zorg kan de toekomstige uitdagingen van een vergrijzende én ontgroenende bevolking en een krappere arbeidsmarkt mede het hoofd bieden. Tegelijkertijd is technologie een middel om cliënten langer in staat te stellen om hun eigen regie en zelfstandigheid te behouden.

Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteitenIn het kalenderjaar 2015 hebben bij Leeuwenborgh geen investeringen vanuit publieke middelen naar private activiteiten plaatsgevonden.

Thema 3: Het verlenen van vrijstellingenDe regeling “Vrijstellingen” is voor Leeuwenborgh vastgelegd in het Kwaliteits-handboek Examinering Leeuwenborgh, laatste versie 30 september 2013 (LEC). Dit handboek is toegankelijk voor alle belanghebbenden via de Leeuwenborgh-site (procesarchitectuur examinering; deze site bevat alle documenten hier omtrent). In dit handboek staat ook de beschrijving van de processen van het examen-bureau. Verder is de vrijstellingsprocedure in een stroomschema gebracht en metbijbehorendeformulierengedocumenteerd.Deflexibiliteitisinsommigeopleidingstrajecten toegenomen. Daardoor behoort differentiatie in de duur van de opleidingen tot de mogelijkheden.

EVC Leeuwenborghiseind2011doorhetministerievanOCWofficieelerkendalsEVC-aanbieder. EVC staat voor ‘Erkenning van eerder verworven competenties’. WieeenEVC-proceduredoorlooptenvoldoetaandeeisen,krijgteenofficieelErva-ringscertificaat,waarinde(werk)ervaringisvastgelegd.OphetErvaringscertificaatstaat, welke competenties verworven zijn op basis van ervaring en kennis. Deze kunnen leiden tot vrijstelling voor een deel van een opleiding en soms zelfs voor de volledige opleiding. In december 2012 heeft, als vervolg op de entreetoets van 2011,

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

41

een volledige herbeoordeling van het EVC-centrum plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot de afgifte van een EVC-verklaring voor de duur van drie jaar (met ingang van 16 maart 2013) voor 17 standaarden (crebo’s), conform de aanvraag. Vanwege verande-rende wetgeving zal de uiteindelijke rol van EVC in de komende jaren veranderen. Leeuwenborgh heeft met goed gevolg de voorbereiding voor een vervolgaccredita-tie in gang gezet. Het ligt in de lijn der verwachting dat de accreditatie in maart 2016 door het ministerie wordt gehonoreerd. Ook zijn in 2015 de voorbereidingen gestart om te komen tot een expertisecentrum voor vrijstellingen als ondersteuning van het proces voor gepersonaliseerd leren.

Thema 4: Les- en cursusgeldBelanghebbenden kunnen hun rechten en plichten m.b.t. betalingsverplichting cursusgeld nakijken op Fronter. De interne administratieve organisatie van de processen is vastgelegd en geïmplementeerd. Leeuwenborgh heeft een strin-gent beleid ten aanzien van het incasseren van openstaande vorderingen. De instelling betaalt niet zelf het cursusgeld voor de deelnemer. Een machtiging staat toe, dat het cursusgeld door een derde wordt betaald. In de onderhavige gevallen zijn deze machtigingen in de dossiers van de studenten aanwezig. Leeuwenborgh beheert de te ontvangen cursusgelden, waardoor de af te dra-gen gelden aan CFI-DUO overeenkomen met de soll-positie. Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijven van studenten in meer dan een opleiding tegelijkEr zijn kort na de teldatum 1 februari 2015 en vanaf begin schooljaar tot eind december 2015 geen groepen studenten bewust later uitgeschreven teneinde nog bekostiging te genereren. De uitschrijvingen waren meestal een gevolg van persoonlijke omstandigheden van de deelnemer (zoals andere opleiding extern, verhuizing of verkeerde keuze van opleiding). Tussen 1 en 15 oktober zijn 4 studenten zonder diploma en geen studenten met een diploma uitgeschreven. Het is voor Leeuwenborgh niet mogelijk zicht te hebben op een eventuele inschrijving in een andere instelling van deze vier studenten.Bij Leeuwenborgh komen inschrijvingen van studenten, die bij meer dan één opleiding staan ingeschreven voor. Deze studenten wordt de mogelijkheid gebodenomzichopmeerdereterreinentekwalificerenenhunkansopdearbeidsmarkt hierdoor te vergroten. Vanzelfsprekend wordt in bedoelde geval-len de deelnemer voor één opleiding in de bekostigingstelling opgenomen. Ten aanzien van examinering heeft meervoudige diplomering plaatsgevonden. Ook hier zijn de gediplomeerden slechts eenmaal in de output-bekostiging geteld.Ingaande schooljaar 2009-2010 zijn de doorstroomklassen opgestart. Teneinde de vroegtijdige uitval te minimaliseren, werden de aanvankelijke drop-outs in de gelegenheid gesteld om, middels intensieve begeleiding bij het Loop-baanportaal en sector, binnen drie maanden tot de juiste keuze te komen. Met ingang van schooljaar 2015-2016 zijn de doorstroomklassen afgeschaft en ligt de verantwoordelijkheid bij de sectoren.

42

Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is inge-schrevenHiervan zijn bij de instelling geen aanwijzingen. Tussen 1 en 15 oktober 2015 zijn 156 studenten geswitcht van opleiding. In on-derstaand overzicht staan de mutaties weergegeven.

Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven

TechniekDoor het huidige Techniek College is een succesvolle RIF-aanvraag gedaan in samenspraak met een aantal technische bedrijven, dat heeft geresulteerd in een nieuw samenwerkingsverband genaamd Tech to Create. Het doel van de samenwerking is de verbinding tussen het bedrijfsleven en onderwijs voor zowel BOL als BBL te intensiveren en het onderwijs meer te “upgraden” naar het bedrijfsleven. In 2016 zullen de eerste klassen starten met deze hernieuwde vorm van onderwijs.

Situatie 1-10-2015 Situatie 15-10-2015 Aantal mutaties

22171 BOL 95280 BOL 6

22270 BOL 95772 BOL 1

91730 BOL 93711 BOL 2

93714 BOL 391850 BOL 90622 BOL 192620 BBL 92632 BBL 192662 BOL 92650 BOL 193711 BOL 91730 BOL 2

93713 BOL 193714 BOL 2

93712 BOL 91730 BOL 393711 BOL 293713 BOL 593714 BOL 1

93713 BOL 91730 BOL 893711 BOL 293714 BOL 2

93714 BOL 91730 BOL 193711 BOL 293713 BOL 2

93751 BOL 93751 BBL 194090 BOL 94072 BOL 195280 BOL 95291 BOL 10

95292 BOL 595294 BOL 19

95291 BOL 95294 BOL 195294 BOL 22171 BOL 8

95280 BOL 4195291 BOL 1795292 BOL 5

Totaal aantal muta-ties

156

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

43

Bij key-partner Sabic is in samenwerking met Sitech, Vynova, DSM, OCI, Heine-ken, PQ Corporation en Mexma Foods een nieuwe klas gestart voor operator C. Bij partner Rockwool zijn in 2015 drie nieuwe klassen gestart voor operator A en B. Ook hierbij is het onderwijsprogramma aangepast, zodat er meer aansluiting is met de interne opleidingen.

Het Techniek College heeft ook de samenwerking met Gilde versterkt op het gebied van procestechniek opleidingen. Dit heeft erin geresulteerd dat eind 2015 en begin 2016 met drie extra klassen procestechniek in Noord-Limburg wordt gestart. Daarnaast blijft het Techniek College uiteraard de reguliere aanbie-der van procestechniek opleidingen; via het open aanbod zijn er in 2015 twee klassen gestart met deelnemers van de verschillende bedrijven. Vanuit main-tenance wordt nauw samengewerkt met “Proces Techniek Limburg”, waarbij deze laatste partij vooral zorgt voor de werving van kandidaten. Ook dit heeft geresulteerd in een klas met deelnemers van de verschillende bedrijven.

ZorgBinnen de sector Zorg & Welzijn zijn innovatieve maatwerktrajecten uitgevoerd voor onder andere Envida (voorheen Groenekruis Domicura en Vivre) en Radar. Mede veroorzaakt door de politieke ontwikkelingen blijft over het algemeen de BBL aanvraag door het bedrijfsleven achter.

Basisopleiding Koninklijke landmachtLeeuwenborgh verzorgt ook ‘basisopleidingen’ voor de Koninklijke Landmacht. Hierbij doorlopen de studenten c.q. aankomende beroepsmilitairen een oplei-ding, die aansluit bij hun uiteindelijke specialisatie. Het betreft opleidingen in de leerweg BBL, waarbij de BPV bij de krijgsmacht plaatsvindt.

DiversenAndere opleidingstrajecten op maat zijn met name uitgevoerd in de beveiliging en logistiek. Leeuwenborgh sluit hiermee nadrukkelijk aan bij behoeften uit de regio en geeft vorm aan Leven Lang Leren. Een belangrijk kenmerk hierbij is, dat er steedsmeervraagontstaatnaarflexibelemaatwerktrajectenvoormedewerkers.

Medische logistiekHet Marktportaal van Leeuwenborgh heeft in samenwerking met de sector economie een aantal nieuwe onderwijsconcepten gelanceerd in de medische logistiek, die zeer succesvol blijken te zijn. Dit heeft geresulteerd in een langdu-rig scholingscontract met Medtronic en Abbott, waarbij partijen elkaar zien als samenwerkingspartner. Deze samenwerking met de “Medtech” bedrijven heeft geresulteerd in een formele Publiek-Private Samenwerking in het Medtech-domein. Hierin participeren, naast Medtronic en Abbott, Manpower, Flexpoint, BostonScientific,degemeenteHeerlenenLeeuwenborgh.In2015zijndeeersteMedtronic medewerkers gediplomeerd.

ContactcenterbrancheOok in de contactcenterbranche is er voor bovenstaande wijze van aanpak be-langstelling.

44

In 2015 is in de zogenaamde Customer Service Valley de eerste opleiding op niveau drie, onder verantwoordelijkheid van Leeuwenborgh, gestart met deel-nemers van meerdere bedrijven. Wanneer mocht blijken dat ook hier de sa-menwerking bestendig is, wordt ook overwogen om een Publiek Private Samen-werking met betreffende partijen aan te gaan.

Voor alle maatwerktrajecten geldt, dat ze kostendekkend zijn.

Thema 8: Buitenlandse studenten en onderwijs in het buitenlandLeeuwenborgh verzorgt geen onderwijs op locaties buiten de grenzen. Intern is, voor wat betreft de toetsing van rechtmatig verblijf van studenten bij inschrijving, een beleidsprocedure van toepassing. Deze instructie houdt reke-ning met de Koppelingswet en behelst het inleveren van een verblijfsdocument door alle instromers. De voorwaarden uit het controleprotocol van CFI-DUO worden hierbij vanzelfsprekend in acht genomen.

Financiële kengetallenOnderstaand worden de geconsolideerde balans en de geconsolideerde staat van baten en lasten weergegeven. Verder wordt een toelichting gegeven op de verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten en definanciëlesituatievanLeeuwenborghin2015.

Geconsolideerde balans per 31 december

ACTIVA 2013 2014 2015

Immateriële vaste activa 218.592 191.279 430.261Materiële vaste activa 41.469.381 37.433.397 36.143.734Financiële vaste activa 2.250 2.250 2.250Voorraden 71.745 62.249 45.897Vorderingen 4.193.080 4.323.432 3.796.879Liquide middelen 3.098.880 2.891.952 6.523.064

Totaal ACTIVA 49.053.928 44.904.559 46.942.085

PASSIVA 2013 2014 2015

Eigen Vermogen 25.897.582 24.551.795 26.903.059- Algemene reserve Publiek 24.529.929 23.217.844 25.560.399- Algemene reserve Privaat 1.072.653 1.333.951 1.342.660- Bestemmingsreserve Publiek

Publiek

295.000 0 0

Voorzieningen 4.546.463 4.038.740 4.436.092Langlopende schulden 6.666.666 4.999.999 3.333.332Kortlopende schulden 11.943.217 11.314.025 12.269.602

Totaal PASSIVA 49.053.928 44.904.559 46.942.085

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

45

Begroting Realisatie Begroting

BATEN 2013 2014 2015 2015 2016

Rijksbijdragen 55.240.293 54.252.936 57.869.264 58.655.771 57.278.300

Overige overheidsbijdragen en subsidies 1.313.138 1.279.519 1.312.924 1.286.203 1.238.500

College-, cursus-, les-, en examengelden 865.300 384.977 537.000 487.289

Baten werk in opdracht van derden 2.364.247 3.014.993 2.274.802 2.912.290 2.203.500

Overige baten 1.867.708 2.019.939 1.730.480 1.762.241 2.002.300

Totaal BATEN 61.650.686 60.952.364 63.724.470 65.103.794 62.722.600

Begroting Realisatie Begroting

LASTEN 2013 2014 2015 2015 2016

Personeelslasten 45.693.956 45.987.480 50.963.202 48.288.801 50.023.900

Afschrijvingen 3.205.442 5.028.510 3.204.371 2.805.834 2.903.900

Huisvestingslasten 4.273.314 4.207.805 4.365.639 4.058.351 4.247.300

Overige lasten 7.271.891 6.813.058 6.474.482 7.385.132 6.589.300

Totaal LASTEN 60.444.603 62.036.853 65.007.694 62.538.118 63.764.400

Resultaatbestemming

- Mutatie van Algemene reserve -1.050.787 2.351.264- Mutatie van Bestemmingsreserves -295.000 0

-1.345.787 2.351.264

Knelpuntenbudget 500.000Flexibiliseringsbudget 700.000Totaal resultaat -2.429.800

Saldo baten en lasten 1.206.083 -1.084.489 -1.283.224 2.565.676 -1.041.800

Financiële baten en lasten -308.915 -261.298 -307.000 -214.412 -188.000

Resultaat 897.168 -1.345.787 -1.590.224 2.351.264 -1.229.800

Geconsolideerde staat van baten en lasten

46

Toelichting op de verschillende onderdelen van de geconsolideerde staat van baten en lasten:

Baten:

• 1,36% hogere rijksbijdragen (€ 786.507)De rijksbijdragen zijn ten opzichte van de begroting gestegen, met name door prijscompensatie ad € 700.000 en € 300.000 hogere prestatiesubsidie VSV. De stijging t.o.v. 2014 hangt naast deze twee posten samen met de verhoging van het landelijk budget in verband met de intensivering en effecten van de moder-nisering van de bekostiging, totaal € 2.700.000. Ook is Passend Onderwijs in de plaatsgekomenvanLeerlinggebondenfinanciering(LGF),waarbijhetbudgetmet circa € 500.000 is verhoogd o.a. om begeleiding in te kopen bij de REC4-scholen (speciaal onderwijs). Verder is in 2015 het investeringsbudget kwali-teitsgelden geïntroduceerd, in plaats van de geoormerkte subsidies Taal en Re-kenen en Professionalisering. Dit is circa € 700.000 hoger dan de geoormerkte subsidies in 2014. Door de wijzigingen in subsidiestromen is er een verschuiving ontstaan van geoormerkte subsidies naar Rijksbijdragen. Tenslotte heeft de afname van het aantal studenten geleid tot een verlaging van € 800.000.• -2,04% lagere overige overheidsbijdrage (- € 26.721)Gemeentelijke bijdragen Educatie: vanwege de overgang van de Wet participa-tiebudget naar de Wet educatie en beroepsonderwijs was er in 2014 onduide-lijkheid bij de gemeenten over de middelen voor overige educatie (opleidingen Nederlandse taal en rekenen). Hierdoor daalde in 2014 het aantal trajecten. De onduidelijkheid over de overgang naar de Wet educatie en beroepsonderwijs is weggenomen en het aantal trajecten is in 2015 weer toegenomen. De realisatie is nog licht achtergebleven bij de begroting.• -9,26% lagere college-, cursus-, les-, en examengelden (- € 49.711).Door de daling van het aantal BBL studenten heeft Leeuwenborgh meer cur-susgeld afgedragen (peildatum 1 oktober 2013) dan dat er is ontvangen (peilda-tum 1 oktober 2015). In de jaarrekening 2014 was de afdracht van cursusgelden begrepen in de post Ouderbijdragen onder Overige baten. Voor vergelijkings-doeleinden zijn in de onderhavige jaarrekening ook de cijfers 2014 aangepast.

Exploitatie Begroting Exploitatie Mutatie t.o.v. Mutatie t.o.v.

BATEN 2015 2015 2014 begroting begroting

€ € € € %

Rijksbijdragen 58.655.771 57.869.264 54.252.936 786.507 1,36%

Overige overheidsbijdragen en subsidies 1.286.203 1.312.924 1.279.519 -26.721 -2,04%

College-, cursus-, les-, en examengelden 487.289 537.000 384.977 -49.711 -9,26%

Baten werk in opdracht van derden 2.912.290 2.274.802 3.014.993 637.488 28,02%

Overige baten 1.762.241 1.730.480 2.019.939 31.761 1,84%

Totaal BATEN 65.103.794 63.724.470 60.952.364 1.379.324 2,16%

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

47

De 2,16% stijging van de reguliere baten ten opzichte van de begroting ging gepaardmeteendalingvan3,80%vandetotalelasten(excl.saldofinanciëlebaten en lasten) t.o.v. de begroting.

Deze daling is het gevolg van:

• 5,25% daling van de personele lasten (- € 2.674.401)• 12,44% daling van de afschrijvingslasten (- € 398.537)• 7,04% daling van de huisvestingslasten (- € 307.288)• 14,07% stijging van de overige lasten (€ 910.650)

Exploitatie Begroting Exploitatie Mutatie t.o.v. Mutatie t.o.v.

LASTEN 2015 2015 2014 begroting begroting

€ € € € %

Personeelslasten 48.288.801 50.963.202 45.987.480 -2.674.401 -5,25%

Afschrijvingslasten 2.805.834 3.204.371 5.028.510 -398.537 -12,44%

Huisvestingslasten 4.058.351 4.365.639 4.207.805 -307.288 -7,04%

Overige lasten 7.385.132 6.474.482 6.813.058 910.650 14,07%

Totaal LASTEN 62.538.118 65.007.694 62.036.853 -2.469.576 -3,80%

• 28,02% hogere baten werk in opdracht van derden (€ 637.488). De stijging t.o.v. de begroting is vooral te danken aan de overige baten werk i.o.v. derden: niet-begrote opbrengsten bij TOZL ad € 170.000 en meer orderopbrengsten bij Techniek en Educatie ad € 400.000. T.o.v. 2014 is er een lichte daling, doordat de opbrengsten uit contractonderwijs met ruim € 250.000 gedaald zijn ten opzichte van 2014, doordat in 2014 baten uit eerdere jaren voor Chill zijn vrijgevallen. • 1,84% hogere overige baten (€ 31.761)Er zijn minder detacheringsopbrengsten bij Zorg en Welzijn (€ 70.000) door lagere inzet op het project ZTL. Bij Marktportaal zijn de opbrengsten lager door uitdiensttreden van de gedetacheerde (€ 94.000). Verder zijn de opbrengsten in de kantine € 300.000 hoger dan begroot en is de realisatie € 100.000 hoger dan die van 2014. Tenslotte zit in de overige baten van 2014 een boekwinst van € 210.000 begrepen in verband met de verkoop van een pand.

Lasten:

48

Onderstaand worden deze posten nader toegelicht

Personele lasten

• In 2015 laten de lonen en salarissen een onderschrijding zien van € 2.216.887. InafwachtingvandedefinitieveplanneninhetkadervanLeeuwenborgh Maakt Het Verschil, zijn de gereserveerde bedragen voor de uitvoering in 2015 nog niet vrijgegeven.• Personeel niet in loondienst: de kosten voor het personeel niet in loondienst overschrijden de begrote kosten met € 312.000. Ten opzichte van 2014 zijn deze kosten met € 364.000 gestegen. Deze stijging wordt voor een groot deel veroorzaakt door de implementatie van het studentenvolgsysteem EDUARTE en de kosten van interim-management ICT waarvoor additionele inzet van extern personeel is gebruikt. • Ten opzichte van 2014 is met name de vorming per ultimo 2015 van de voorziening wachtgeld een wijziging. De dotatie aan deze voorziening bedroeg € 596.584.• De overige personele kosten zijn ten opzichte van 2014 nagenoeg gelijk gebleven. Ten opzichte van de begroting is er € 544.000 minder besteed, doordat de beste dingsruimte voor Leeuwenborgh Maakt Het Verschil nog niet is vrijgegeven.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Afschrijvingslasten:

In de afschrijvingskosten is een aantal vrijgevallen subsidiebedragen begrepen, m.n. voor de installatie van het laboratorium in de Arendstaat ( € 11.680 per jaar tot 2036) en de bouw aan de Sibemaweg met subsidie van de Gemeente Maastricht (€ 460.374 per jaar tot 2016). In 2014 heeft er een herwaardering plaatsgevonden van de gebouwen, uitgevoerd door een externe deskundige. De afwaardering ad € 1.856.361 is in de afschrijvingen inbegrepen. Egalisatie huisvesting: dit betreft een subsidie uit de Efrogelden inzake het Technisch Opleidings Centrum aan de Arendstraat voor € 46.052 per jaar tot 2016. De afschrijvingen zijn lager dan begroot doordat investeringen vooruitgeschoven zijn.

Lasten Begroting Lasten Mutatie t.o.v. Mutatie t.o.v.

Afschrijvingslasten 2015 2015 2014 begroting begroting

€ € € € %

Immateriële vaste activa 63.268 79.451 58.518 -16.183 -20,37%

Materiële vaste activa 2.788.618 3.124.920 5.016.044 -336.302 -10,76%

Egalisatie huisvesting -46.052 - -46.052 -46.052 -

Totaal afschrijvingslasten 2.805.834 3.204.371 5.028.510 -398.537 -12,44%

49

Huisvestingslasten:Lasten Begroting Lasten Mutatie t.o.v. Mutatie t.o.v.

Huisvestingslasten 2014 2014 2013 begroting begroting

€ € € € %

Huur 2.132.460 2.004.909 2.254.882 127.551 6,36%Verzekeringen 58.411 69.750 70.609 -11.339 -16,26%Onderhoud 335.336 386.750 250.488 -51.384 13,29%

Vrijval voorziening groot onderhoud -274.810 0 -572.274 0Dotatie overige voorzieningen 148.000 148.000 281.004 0 0,00%Totaal onderhoudskosten 483.366 534.750 -40.782 -51.384 -9,61%Energie en water 600.745 717.220 538.909 -116.475 -16,24%Schoonmaakkosten 522.475 554.010 603.787 -31.535 -5,69%Heffingen 85.615 326.500 297.929 -240.885 -73,78%Overige 175.279 158.500 482.471 16.779 10,59%

Totaal huisvestingslasten 4.058.351 4.365.639 4.207.805 -307.288 -7,04%

De totale huisvestingslasten waren 7,04% lager dan begroot. De belangrijkste oorzaakhiervoorzijndelagereenergiekostenenlagereheffingen.Eentoelich-ting op de belangrijkste posten:

Huur: de huurlasten zijn € 160.000 hoger dan begroot, mede door de indexatie van de huur aan Fitland. In 2014 heeft met terugwerkende kracht naar 2013 indexering plaatsgevonden. Dit verklaart de daling van de huurlasten ten opzichte van 2014.

Onderhoud: in 2015 heeft groot onderhoud plaatsgevonden vooral bestaande uit renovatie van toiletgroepen en schilderwerk. De kosten hiervan ad € 275.000 zijn ten laste van de voorziening groot onderhoud gebracht. Daarnaast hebben nog di-verse onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen en inrichtingen plaatsgevonden.

Dotatie overige voorzieningen: de jaarlijkse dotatie aan de voorziening groot onderhoud bedraagt € 148.000.

Energie en water: in de begroting was rekening gehouden met verrekeningen uit vorige jaren. Mede door deze nabetalingen is de realisatie € 61.800 hoger dan in 2014 is de realisatie € 61.800 hoger dan in 2014. De kosten zijn lager dan begroot als gevolg van de warme winter.

Schoonmaakkosten: ten opzichte van 2014 zijn de schoonmaakkosten met € 80.000 gedaald. Dit is vooral een gevolg van de extra werkzaamheden die in 2014 hebben plaatsgevonden.

Heffingen:deheffingenvallenlageruitdanbegrootdoordatin2015restitutiesvangemeentelijkeheffingenuitvoorgaandejarenzijnontvangen,insamenhangmetlagereheffingenover2015.Ditverklaarttevensdedalingtenopzichtevan2014.

Overige kosten: de overige kosten zijn licht hoger dan begroot en liggen op een normaal niveau. De daling ten opzichte van 2014 is vooral het gevolg van inci-denteel meer kosten in 2014.

50

De overige lasten laten een stijging zien. De uitleg voor deze stijging is als volgt:

Administratie- en beheerslasten: de administratie- en beheerslasten zijn € 697.000 hoger dan begroot, vooral doordat de kosten van het Shared Service Center hoger zijn uitgevallen door de overgang naar Vancis. Daarnaast zijn er extra advieskosten geweest in verband met bezwaarschriften OZB. Ook in vergelijking met 2014 zijn de administratie- en beheerslasten toegenomen en wel met € 548.000. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de hogere kosten van het Shared Service Center.

Inventaris, apparatuur en leermiddelen: ideze post is toegenomen ten opzichte van 2014 doordat de kosten van stages hoger zijn uitgevallen en er ook voor een hoger bedrag aan kleine inventaris is aangekocht.

Overige: ten opzichte van 2014 zijn de kosten voor excursies afgenomen met € 31.400 omdat er een aantal reizen niet meer zijn opgenomen in het programma.

Financiële baten en lasten

Financiële baten en lasten: de rentebaten zijn lager als gevolg van een ver-lagingvanhetrentepercentage.Derentelastenzijndoordeaflossingopdehypothecaire lening gedaald.

Financiële positie Definanciëlepositieisin2015stabielgebleven.Deliquiditeitsratioistoegeno-men van 0,64 naar 0,84 en de solvabiliteit is licht verbeterd. De lening (gesplitst in kort- en langlopend) die per 31-12-2015 resteert, bedraagt kortlopend € 1.666.667 en langlopend € 3.333.332 tegen een rentepercentage van 3,94% meteenresterendelooptijdvan4jaartot31-12-2019.Devolgendeaflossingvandeze lening ad € 1.666.667 staat gepland in mei 2016.De rentabiliteit (3,61%) is t.o.v. voorgaand jaar (-2,21%) gestegen. Dit wordt on-der andere veroorzaakt doordat in 2014 een incidentele waardevermindering op de panden heeft plaatsgevonden.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Lasten Begroting Lasten Mutatie t.o.v. Mutatie t.o.v.

Overige lasten 2015 2015 2014 begroting begroting

€ € € € %

Administratie- en beheerslasten 3.652.480 2.955.476 3.104.250 697.004 23,58%Inventaris, apparatuur en leermiddelen 2.866.610 2.631.951 2.802.261 234.659 8,92%Overige 866.042 887.055 906.547 -21.013 -2,37%

Totaal overige lasten 7.385.132 6.474.482 6.813.058 910.650 14,07%

Overige instellingslasten:

51

Continuïteitsparagraaf

Leeuwenborghiseenonderwijsinstellingdievoorhetgrootstedeelgefinancierdwordt met publieke middelen. Het is dan ook niet meer dan logisch, dat wij ons daar continue rekenschap van geven en in die zin verantwoording wensen af te leggen aan onze “stakeholders”, die een belang hebben bij goed onderwijs in de meest brede zin des woords. Deze verantwoording in de vorm van een horizon-tale dialoog betreft zowel de verantwoording achteraf als het betrekken van de interne en externe belanghebbenden bij de op de toekomst gerichte plannen. Het in het voorbije jaar gelopen traject om te komen tot een nieuwe strategie en beleid is daarvan een mooi voorbeeld. Hierbij waren bedrijven en instellingen, andere onderwijsinstellingen uit de regio, gemeentelijke en provinciale over-heid, Raad van Toezicht en niet in de laatste plaats studenten en medewerkers actieve gesprekspartners in de diverse stadia van het traject. Zo bouwen wij de garantie in, dat wij als maatschappelijke onderneming onze legitimering en doelstelling halen uit de belangen en behoeften van de directe omgeving. Deze continuïteitsparagraaf, die sinds 2013 deel uitmaakt van het bestuursver-slag, is ook een voorbeeld van de manier, waarop we verantwoording willen afleggenaanalonzebelanghebbenden.Ommeerzichttekrijgenopmogelijkeproblemen in de nabije toekomst besteden we in dit bestuursverslag expliciet aandacht aan de toekomstverwachtingen van het roc voor de komende drie jaar. Hierbij wordt ingegaan op de verwachte studentenaantallen, de plannen enverwachtingenopformatiegebied,deverwachtefinanciëleontwikkeling,deplannen op het gebied van huisvesting en de manier waarop aan risicomanage-ment gedaan wordt. In het navolgende stuk zullen deze onderdelen alle de revue passeren. Onderdelen, die raken aan de kwaliteit van het onderwijs zijn expliciet aan de orde gekomen in de eerdere paragrafen over kwaliteitszorg. Daarnaast verwijzenwenaardefinanciëleparagraafvoorderatio’sophetgebiedvanliqui-diteit, solvabiliteit en rentabiliteit en een terugblik op de afgelopen jaren. In deze continuïteitsparagraaf wordt duidelijk gemaakt, dat we ons bewust zijn van de risico’s, die mogelijk op ons afkomen en dat we hierop ook anticiperen. Daarnaast zijn we volop bezig met het vormgeven van de nabije toekomst op basis van nieuwe voorschriften en kaders door het Ministerie, zoals Focus op VakmanschapenModerniseringvanbekostiging.Ooktonendefinanciëlecijfersover de voorbije jaren en de verwachtingen op dit gebied voor de komende jaren aan,datweeengedegenfinanciëlepositiehebbenenzullenhouden.Vandaardat we volmondig durven aan te geven, dat Leeuwenborgh de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet.

Ontwikkeling studentenaantallenZuid Limburg is een krimpregio. De bevolkingsaanwas daalt gestaag. Deze conclusie kunnen we trekken op basis van de volgende, door EB-management in het najaar van 2013 aangeleverde gegevens. In het voorjaar van 2015 heeft EB nog een hernieuwde analyse uitgevoerd op de cijfers. In de tabel staat ook weergegeven, welk effect de daling van de bevolkingsaanwas kan hebben op onze studentenaantallen.

52

Uiteraard is de ontwikkeling van de bevolking niet de enige factor waarmee we rekening moeten houden. Zo werd voor 2013 en 2014 geen daling in de BBL-studentenaantallen verwacht. Door de verhoging van de onderwijstijd en de af-schaffingvandefiscaleaftrekmogelijkheden(WVA)zijndeaantallenjuiststerkgedaald (13% in 2013, 36% in 2014 en 15% in 2015 op basis van de voorlopige cijfers van de 1 oktober-telling 2015). Bij de BOL daarentegen was er een lichte stijging van het aantal studenten (1% in 2013 en ruim 3% in 2014) te zien en in 2015 een daling van 1,7%. Bij de sector Zorg en Welzijn daalde zowel het aantal BBL- als BOL-studenten. Daar spelen de bezuinigingen in de zorg een grote rol. De redenen zijn dus divers: de stimulering van een opleidingsrichting, de goede naam van een opleiding, de bereikbaarheid, een interventie door de politiek, economische omstandigheden enz. De conclusie is, dat de bevolkingsontwikkeling wel een trend naar de toekomst kan aangeven, maar dat er vele redenen kunnen zijn, waardoor het toch anders gaat. Mogelijk gaat de BBL weer stijgen, als het economisch beter gaat of als gevolg van politieke interventies. Ondanks dit gegeven houdt Leeuwenborgh vooralsnog rekening met een gestage jaarlijkse daling van ongeveer 2% van het studentenaantal conform de tendens in de uitkomsten van EB-management.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Ontwikkeling bevolking relevante gemeenten relevante leeftijdsgroepen:

* EB heeft alleen gekeken naar de gemeenten in Nederland, waar de studenten vandaan komen.Bron: Output EB gegevens (MJB 2014-2017) en actualisering in 2015

Ontwikkelingen Zuid-Limburg* 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Bevolking 72.300 71.900 71.400 70.000 68.700 68.200

Daling bevolking 100% 99% 99% 97% 95% 94%

Daling BBL 100% 100% 99% 99% 98% 97%

Daling BOL 100% 99% 99% 97% 96% 95%

Studentenwaarde 6631 6582 6536 6461 6391 6345

Daling studentenwaarde 100% 99% 99% 97% 96% 96%

53

In dit overzicht geven we een indicatie van mogelijke veranderingen in ons perso-neelsbestand in fte’s ultimo boekjaar. Ons streven is met de personele bezetting voor 100% mee te bewegen met de daling van studentenaantallen. In de periode van 2016 tot en met 2018 verwachten we ook ongeveer 6% te dalen met ons personeel. Deze daling geven we vorm door binnen Leeuwenborgh het natuurlijk verloop van personeel niet te vervangen. Het merendeel van het natuurlijk verloop vindt plaats bij het onderwijzend personeel. Verhoudingsgewijs gaan hier meer mensen met pensioen dan bij het ondersteunend personeel. De gemiddelde leeftijd onder het ondersteunend personeel is lager dan bij het onderwijzend personeel, waardoor er in die categorie minder mensen met pensioen gaan. Omalsorganisatieflexibeltezijn,makenwegebruikvanflexibelevormenvanar-beid.OnzeflexibeleschilwordtbepaalddoordemensenmeteencontractbijSité,uitzendkrachten en externen, die op andere basis structureel werkzaamheden voor onsverrichten.Deflexibeleschilisvanbelangommeetekunnenbewegenmetonverwachte veranderingen, koerswijzigingen enz. In de verhouding tussen vast en flexibelpersoneelanticiperenweopeendalingvandestudentenaantallen.

VerzuimbeleidLeeuwenborgh hanteert in zijn verzuimbeleid het uitgangspunt, dat er gefocust wordt op wat iemand nog wel kan in plaats van op de beperkingen en dat ziekte daarmee niet automatisch hoeft te leiden tot verzuim. In de voorbije jaren is het ziekteverzuim inmiddels teruggebracht van ruim 6,5% naar gemiddeld 3,8% in 2015. Daarmee zitten we onder de norm van 4% die we gesteld hebben. Het is onze ambitie om in 2017 een verzuimpercentage van minder dan 4,0% te behou-den. We proberen grip op verzuim te houden door leidinggevenden nog beter te scholen in kennis van alle aspecten van verzuim en hen te coachen in hun rol om verzuimsignalen te herkennen, er goed mee om te gaan en verzuim probe-ren te beperken. Dit beleid werpt duidelijk zijn vruchten af.

MedewerkerstevredenheidLeeuwenborgh hanteert een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) om het welbevinden van medewerkers te toetsen en er vervolgens verbeterplannen op te formuleren. Dit MTO wordt eens per twee jaar door een externe organisa-tie uitgevoerd. Elders in dit bestuursverslag is een weergave opgenomen van de resultaten van het in de tweede helft van 2015 uitgevoerde MTO.

2015 2016 2017 2018

Management/directie 38 37 36 36Onderwijzend personeel 396 388 380 372Overige medewerkers 218 214 210 206

652 639 626 614

Personele gegevensBinnen het personeelsbeleid sturen we onder andere op kostenbewustzijn en efficiënteinzetvanmedewerkers.Hetdoelisdebestekwaliteitvanonderwijstebereiken en daarvoor moeten we keuzes maken m.b.t. de inzet van personeel. De komende jaren wil Leeuwenborgh sturen op gemiddeld lagere loonkosten door het natuurlijk verloop van personeel en de vervanging door jonge mensen. Gezien het relatief ‘oude’ personeelsbestand groeit Leeuwenborgh dan toe naar de gemiddelde loonkosten van alle roc’s.

54

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

ACTIVA 2015 2016 2017 2018

Vaste Activa Immateriële vaste activa 430.261 220.000 220.000 220.000

Materiële vaste activa 36.143.734 38.636.750 37.732.750 36.775.750

Financiële vaste activa 2.250 2.250 2.250 2.250

Totaal vaste activa 36.576.245 38.859.000 37.955.000 36.998.000

Vlottende activa Voorraden 45.897 66.000 66.000 66.000

Kortlopende vorderingen 3.431.734 4.455.000 4.455.000 4.455.000

Liquide middelen 6.523.064 2.763.592 4.365.612 5.235.982

Totaal vlottende activa 10.000.695 7.284.592 8.886.612 9.756.982

Totaal ACTIVA 46.576.940 46.143.592 46.841.612 46.754.982

PASSIVA 2015 2016 2017 2018

Eigen vermogen Algemene reserve publiek 25.560.399 23.130.599 22.178.619 22.108.989

Algemene reserve privaat 1.342.660 1.342.660 1.342.660 1.342.660

Totaal Eigen vermogen 26.903.059 24.473.259 23.521.279 23.451.649

Voorzieningen 4.436.092 4.750.000 4.750.000 4.750.000

Langlopende schulden 3.333.333 4.833.333 6.333.333 7.833.333

Kortlopende schulden 11.904.456 12.087.000 12.237.000 10.720.000

Totaal PASSIVA 46.576.940 46.143.592 46.841.612 46.754.982

Bron: De cijfers van 2015 zijn de realisatiecijfers conform de jaarrekening 2015; de cijfers van 2016 zijn afkomstig uit de begroting 2016 en de cijfers voor de jaren 2017 en 2018 zijn ontleend aan de Meerjarenbegroting 2015-2019.

Financiële gegevens Meerjarenbegroting 2015-2018

Meerjarenbalans

55

Financieringsstructuur: Leeuwenborgh maakt gebruik van schatkistbankieren bij het Ministerie. Dit is voor Leeuwenborgh de meest risicomijdende en gun-stige manier om liquide middelen aan te trekken en uit te zetten. Doordat het roc aan de start van het jaar al bekend is met de inkomsten die zij verkrijgen, passen zij de uitgaven hier zoveel mogelijk op aan. Interne beheersmiddelen om de geldstromen te beheersen zijn, liquiditeitsprognoses, de meerjarenbegroting en de investeringsbegroting. Tussentijds worden deze gemonitord. Hierdoor wordthetliquiditeitsrisicovoorLeeuwenborghverkleind.Hethuidigeaflossing-schema dat gehanteerd wordt voor de langlopende lening bij het Ministerie kan ervoor zorgen dat Leeuwenborgh op den duur haar rekening-courant facili-teit dient aan te spreken of een deel van de private middelen. Leeuwenborgh verwachtdateraandehuidigeentoekomstigefinanciëleverplichtingenkanworden voldaan.

Huisvestingsbeleid: “Bouwen aan de onderwijstoekomst door inschikken, samen-werken en afstoten”. Zo luidt de zelfdragende titel van het het huisvestingsbeleid van ROC Leeuwnborgh voor de planperiode van 2014-2017. Vanaf 2009 heeft Leeu-wenborgh drie uitgangspunten die leidend zijn voor het strategisch huisvestingsbe-leid.Ditzijn“kwaliteit”,“doelmatigheid”en“flexibiliteit”.Dezedrieuitgangspuntenworden in samenhang gezien en er dient hierin balans te worden gevonden.

- Kwaliteit: De kwaliteit van de huisvesting is rechtstreeks van invloed op de kwa-liteit van het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan de faciliteiten in een leslokaal, of er praktijklokalen zijn, gehorigheid van de lokalen etc. Andersom geldt natuurlijk ook dat onderwijsvisie en onderwijsconcepten richtinggevend zijn voor de onderwijs-huisvesting. Een goed voorbeeld van een acuteel onderwijsconcept is de school in de omgeving van het bedrijf of het bedrijf in de omgeving van de school. Het is van grote meerwaarde dat het onderwijs plaatvindt in de omgeving van de werkcontext, denk hierbij aan parktijkfaciliteiten en stageplekken. Onder andere de in 2013 gerealiseer-de Sportzone is hier een mooi voorbeeld van. Naast bovenstaande draagt de kwaliteit van de huisvesting bij aan de sociale veiligheid en welzijn en de fysieke veiligheid.

- Doelmatigheid: Krimp in de deelnemersaantallen en aangekondigde ombuigin-gen en bezuinigingen maken het noodzakelijk om de huisvestingslasten zo laag mogelijk te houden als verantwoord is. Dit betekent concreet dat de komende jaren in het teken staan van afstoten en slopen van onroerend goed, het inschikken bin-nen de bestaande faciliteiten en samenwerken met bedrijven en andere onderwijs-instellingen om gezamenlijke dure (praktijk)faciliteiten ter beschikking te stellen van het onderwijs. Een goed voorbeeld hiervan is het te realiseren “Technocollege” in samenwerking met Arcus. Duurzaamheid is de komende jaren van belang niet alleenvanuitmaatschappelijkoogpunt,maarookvanuitfinancieeloogpunt.

5656

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

- Flexibiliteit: Onderwijsbehoeften en -concepten zullen voortduren veranderen. Dit vereistflexibeleonderwijshuisvesting,omopdiebehoeftentekunneninspelen.Ofhet nu gaat om de grootte van het ideale leslokaal, het bijstellen van het onderwijs-portfolio of oude(Open Leercentra) of nieuwe concepten (Competentie Gericht On-derwijs).Ookvanuithetrisiscomanagementendoelmatigheidisflexibiliteitinkostennoodzakelijk. Aangezien de verwachting is dat de vastgoedmarkt de komende jaren ‘op slot’blijft , zal Leeuwenborgh sturen naar een meer ‘gezonde’ verhouding tussen huren en eigendom van 50/50.

Samenhang in de uitgangspunten wil Leeuwenborgh bereiken door onder andere eengedeelte van de gebouwen aan de Arendstraat te slopen en de realisatie van het“Technocollege”. Ook zullen intern aanpassingen aan de hoofdlocaties in Sittard en Maastricht worden gedaan, die eenmalige kosten, zoals verhuis-, advies- en verbouwingskosten met zich mee brengen. Deze maatregelen dragen bij aan een ‘gezond’financieelmeerjarenperspectiefvoorLeeuwenborgh.Hetafstotenenslopenvan(delen van) gebouwen leidt tot een afname van de afschrijvingslasten en huisves-tingslasten. Vanwege de onzekerheden in de vastgoedmarkt zijn de effecten van deze maatregelen niet meegenomen in de vastgestelde meerjarenbegroting.

Mutaties van reserves en voorzieningen: Leeuwenborgh zit met een solvabi-liteitsratio van rond de 60% wat aan de hoge kant in vergelijking met de norm. De doelstelling van Leeuwenborgh is om de continuïteit van het onderwijs te waarborgen. Voor Leeuwenborgh betekent dit, dat het moet inspelen op de dalende studentenaantallen, wensen vanuit de arbeidsmarkt, wensen vanuit de studenten en het Ministerie. Dit betekent concreet investeren in samenwerking, nieuweleervormen,automatiseringenefficiëntereinzetvanpersoneeleninandere middelen, zoals huisvesting. Net als bij andere investeringen, gaan de kosten voor de baten uit, wat leidt tot een negatief resultaat. Dit is wenselijk, omdat we zoveel mogelijk geld naar het primaire proces willen laten gaan, con-form de doelstelling van het Ministerie, maar ook omdat we voldoende reserves hebben om ons dit te veroorloven. Kortom: Leeuwenborgh zet inkomsten uit het verleden in om toekomstontwikkelingen te kunnen managen.

57

2015 2016 2017 2018

Rijksbijdragen 58.655.771 57.278.300 54.623.000 53.578.000

Overige overheidsbijdragen en subsidies 1.286.203 1.238.500 1.312.900 1.312.900

College-cursus en examengelden 487.289

Baten werk in opdracht van derden 2.912.290 2.203.500 2.067.000 2.077.000

Overige baten 1.762.241 2.002.300 2.067.000 2.207.600

Totaal baten 65.103.794 62.722.600 60.210.500 59.175.500

Knelpuntenbudget 500.000 361.000 355.000

Strategisch budget

Strategisch budget variabel per jaar 602.105 591.755

Flexibiliseringsbudget 700.000 700.000 Ombuigingen ICT / impl DVS

Programmalijnen

Totaal resultaat 2.351.264 -2.429.800 -951.980 -69.630

Personeelslasten 48.288.801 50.023.900 47.051.975 45.844.975

Afschrijvingslasten 2.805.834 2.903.900 3.404.000 3.456.000

Huisvestingslasten 4.058.351 4.247.300 4.147.400 4.147.400Overige lasten 7.385.132 6.589.300 4.761.000 4.731.000

Totaal lasten 62.538.118 63.764.400 59.364.375 58.179.375

Financiële baten en lasten 214.412 188.000 135.000 119.000

Totaal resultaat 2.351.264 -1.229.800 711.125 877.125

Totaal saldo baten en lasten 2.565.676 -1.041.800 846.125 996.125

Meerjaren resultatenrekening

5858

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

PDCABinnen Leeuwenborgh wordt gewerkt op basis van de geïntegreerde PDCA Cyclus, zowel horizontaal (onderwijs & bedrijfsvoering samen) als verticaal (van instellingsniveau tot teamniveau).

• Plan/DODe Plan cyclus begint bij strategisch meerjarenplan en eindigt bij het teamplan. De Check Cyclus begint bij het team en eindigt op Instellingsniveau. Bij ieder plan horen een begroting, incl. investeringsbegroting en een risicoparagraaf. Het strategisch meerjarenplan kent een doorlooptijd van 4 jaar. De overige plannen hebben een doorlooptijd van een jaar.

• Check /ActNegen maal per jaar wordt een bedrijfsvoeringsrapportage opgesteld, gericht op de uitputting van de begroting, de inzet van formatie en de ontwikkeling van het ziekteverzuim ten opzichte van de doelstelling.

Drie maal per jaar wordt de voortgang in de realisatie van de jaarplannen in bredezin(dusincl.risico’senfinanciëleuitputting)opdeeerdergenoemdemanagementniveaus binnen Leeuwenborgh in kaart gebracht. De uitkomsten worden besproken in een managementoverleg tussen CvB en directie en tussen directeur en opleidingsmanager. Dit kan leiden tot bijstellingen in het beleid en / of de uitvoering daarvan.

Op instellingsniveau heeft Leeuwenborgh een onafhankelijk gepositioneerde controller en projectleider kwaliteitsborging, die samen de voortgang van het beleid en de kwaliteit van de informatie hierover bewaken en aan het College van Bestuur rapporteren over bevindingen en mogelijke risico’s.

Als sluitstuk rapporteert het CvB aan de Raad van Toezicht middels een Be-stuursrapportage. In 2015 gebeurde dit drie maal. Deze rapportage kent in ieder geval de onderdelen Onderwijs, Voortgang HR, voortgang Financiën, Risico-management (twee maal per jaar) en Bestuurlijke ontwikkelingen (waaronder huisvesting).Deverantwoordelijkheidvoorhetrisicomanagementisvoorhetfinanciëlege-deelte expliciet belegd bij de voorzitter van het CvB, voor het onderwijskundige

5959

gedeelte bij het lid van het CvB. De controller bewaakt het proces en adviseert zowel CvB als de tweede en derde managementlaag over inrichtings- en rap-portagevraagstukken.Aaniederplan,strategisch,financieel,operationeelofprojectmatig, wordt een risicoparagraaf toegevoegd. Deze risicoparagraaf dient kort in te gaan op de belangrijkste ontwikkelingen, die de realisatie van het plan (negatief) kunnen beïnvloeden. De risicoparagraaf is doorgaans kwalitatief van aard en gericht op het stilstaan bij meerdere scenario’s. De voortgang van de risicobewaking is onderdeel van de reguliere monitoringsactiviteiten.

Het sluitstuk van de monitoring van de voortgang van de risico’s en risicobe-heersing rondom Leeuwenborgh Maakt het Verschil vormt het tweemaande-lijkse overleg met de RvT. Deze rapportage staat vanaf najaar 2015 standaard geagendeerd.

Het effect van de expliciete aandacht voor risicomanagement van de afgelo-pen jaren blijkt uit het feit dat binnen onze organisatie een cultuur is ontstaan waarbij wij meer systematisch stilstaan bij zaken die anders kunnen lopen dan gepland en ook vooraf nadenken over hoe we daarop kunnen reageren of an-ticiperen. Dat geeft rust en het gevoel dat we de zaken beheersen. We ervaren als organisatie dat risicomanagement ook ruimte biedt voor nieuwe initiatieven. Dat wil niet zeggen dat zich geen onverwachte zaken meer voordoen, maar als hiervan sprake is worden we er minder door overvallen.

Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Najaar 2012 is een laatste strategische risicoanalyse opgesteld. Hierin zijn de ontwikkelingenvandemarktactiviteiten,deflexibiliteitvandekosten(i.r.t.daling studentenaantallen) en de slagvaardigheid van de organisatie als be-langrijkste aandachtspunten benoemd. Vervolgens is op instellingsniveau een plan opgesteld om de genoemde aandachtspunten te beïnvloeden. Dit plan is voor een groot deel in 2013 geïmplementeerd. In 2014 is Leeuwenborgh gestart met de herijking van het strategisch beleid. Dit heeft medio 2015 geleid tot de vaststelling van een nieuw strategisch beleid 2015-2020: Leeuwenborgh Maakt Het Verschil. Dit strategisch meerjarenplan is onder andere het antwoord op de strategische risico’s die wij als organisatie zowel extern als intern zien, waar-bij de grootste uitdagingen zitten in het aanbieden van adequaat, passend en eigentijds onderwijs, afgestemd op de behoefte van de studenten en bedrijfs-leven. Een andere uitdaging betreft het aantrekken en behouden van profes-sionele en goed geschoolde medewerkers die in staat zijn onze kerntaak (het verzorgen van goed onderwijs) mee vorm te geven en uit te voeren. De ontwik-

60

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

keling van de studentenaantallen is altijd een strategisch aandachtspunt evenals de samenwerking met collega-onderwijsinstellingen en bedrijfsleven inzake het realiseren van een passend aanbod. Tot slot hebben we als onderwijsinstelling te maken met de wensen en plannen van de minister, hetgeen op zowel onder-wijskundigalsfinancieelvlakvraagtomvoortdurendealertheidenflexibiliteitom hier adequaat op te kunnen reageren.

In LMHV zijn 9 doelen geformuleerd die zowel gezamenlijk als ieder apart een strategie vormen hoe met deze risico’s om te gaan. LMHV bevat zelf ook een risicoparagraaf, uitgewerkt in de eerdere paragraaf “Risicomanagement 2015”. Hierin staan de elementen benoemd die een succesvolle uitvoering van LMHV in de weg kunnen staan. Over de voortgang van dit plan en de daarbij behorende risicoparagraaf wordt zoals in bovenstaande paragraaf is benoemd standaard gerapporteerd aan de Raad van Toezicht.

Rapportage toezichthoudend orgaanDe Raad van Toezicht oefent haar functie uit middels een periodiek overleg met het College van Bestuur. De RvT en het CvB vergaderen 6 keer per jaar waarvan minimaal2vergaderingeneenspecifiekkarakterhebben(bijv.governance).Daarnaast kende de RvT in 2015 twee commissies (onderwijs en bedrijfsvoering) waarinopeenmeerinhoudelijkniveauaandachtwerdbesteedaanspecifiekethema’s. In het najaar van 2015 heeft de RvT gekozen voor een herschikking van taken en werkwijze waarbij de beide commissies zijn samengevoegd tot een auditcommissie. De onderwijskundige zaken worden vanaf dit moment integraal behandeld in aanwezigheid van de voltallige Raad.

De RvT is ingericht en handelt overeenkomstig de code goed bestuur. De RvT maakt gebruik van de periodieke Bestuursrapportages van het CvB om de voortgang op de uitvoering van het beleid en de risico’s te monitoren en ook van de rapportages van de accountant. Naast de formele momenten maakt de RvT gebruik van informele momenten om met het CvB in gesprek te zijn en voert de RvT functioneringsgesprekken met het CvB.

In het interview met de RvT aan het eind van dit bestuursverslag is ook de kijk van de RvT op en vertrouwen in de toekomst van Leeuwenborgh te lezen.

61

62

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

a. Diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 – 2015

De door CFI-DUO aangegeven resultaten wijken iets af van de door Leeuwenborgh zelf berekende resultaten door afwijking van het moment van meten (resp. 15-11-2014 en 28-02-2015) en door de bewerkingen, die gebeuren door KBA.

b. Leeuwenborgh totaal (Bron: Leeuwenborgh)

(Bron: CFI-DUO, bewerkt door KBA)

2012 2013 2014 2015

eigen instelling

gemiddelde roc’s

eigen instelling

gemiddelde roc’s

eigen instelling

gemiddelde roc’s

eigen instelling

gemiddelde roc’s

diplomaresultaat 60,8% 62,2% 66,4% 71,9% 73,2% 74,1% 74,3% 75,0%jaarresultaat 60,7% 64,5% 66,8% 72,0% 74,4% 73,3% 74,5% 74,0%

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

1 84 35 70.59% 60.70%2 400 161 70.30% 56.50%3 765 231 76.81% 65.30%4 1074 374 74.17% 64.20%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

1 76 35 68.47% 45.10%2 295 131 69.25% 45.20%3 438 180 70.87% 67.30%4 1049 306 77.42% 67.30%

Diplomaresultaat en jaarresultaatDe opbrengsten komen als volgt aan de orde:a. Het diplomaresultaat en jaarresultaat 2012 – 2015 van Leeuwenborgh en ter vergelijking van de gemiddelde roc’s, zoals die aangeleverd zijn door CFI- DUO, bewerkt door KBA.b. Een overzicht van het jaarresultaat en diplomaresultaat van 2015 van Leeuwenborgh op basis van eigen berekeningen, uitgesplitst per niveau; in een tabel de trend van de afgelopen vijf jaar aan de hand van de gespe cificeerderesultatenperniveau.c. Een overzicht van het jaarresultaat en diplomaresultaat van 2015 per sector op basis van eigen berekeningen, uitgesplitst per niveau; in een tabel de trendvandeafgelopenvijfjaaraandehandvangespecificeerderesultaten per niveau.

Trendrapportage

Jaarresultaat

Trendrapportage

Diplomaresultaat

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

2010 - 2011 78.02% 49.43% 49.65% 60.45%2011 - 2012 67.42% 62.56% 55.30% 64.37%2012 - 2013 76.34% 69.02% 61.10% 73.41%2013 - 2014 82.67% 70.78% 73.17% 77.71%2014 - 2015 70.59% 70.30% 76.81% 74.17%

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

2010 - 2011 61.90% 44.43% 47.89% 65.62%2011 - 2012 53.59% 54.50% 50.92% 71.85%2012 - 2013 56.00% 64.48% 55.70% 78.54%2013 - 2014 63.83% 69.83% 65.38% 81.15%2014 - 2015 68.47% 69.25% 70.87% 77.42%

63

c. Sectoren (Bron: Leeuwenborgh)

Sector CHTUvV

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

2 198 84 70.21% 56.50%3 293 94 75.71% 65.30%4 240 80 75.00% 64.20%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

2 127 68 65.13% 45.20%3 147 78 65.33% 67.30%4 228 70 76.51% 67.30%

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat Diplomaresultaat

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

2010 - 2011 81.82% 37.11% 37.13% 80.22%2011 - 2012 66.67% 54.87% 44.78% 61.82%2012 - 2013 63.07% 47.00% 62.18%2013 - 2014 69.01% 64.43% 77.62%2014 - 2015 70.21% 75.71% 75.00%

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4

2010 - 2011 66.67% 32.11% 31.18% 82.32%2011 - 2012 100.00% 43.06% 38.74% 67.24%2012 - 2013 62.22% 46.31% 64.85%2013 - 2014 66.11% 55.37% 79.47%2014 - 2015 65.13% 65.33% 76.51%

Sector Economie

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

2 61 20 75.31% 56.50%3 243 60 80.20% 65.30%4 319 115 73.50% 64.20%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

2 57 18 76.00% 45.20%3 89 47 65.44% 67.30%4 310 92 77.11% 67.30%

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat Diplomaresultaat

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

2010 - 2011 42.27% 62.30% 51.55%2011 - 2012 62.39% 64.71% 69.83%2012 - 2013 66.67% 78.11% 78.66%2013 - 2014 64.00% 76.90% 78.79%2014 - 2015 75.31% 80.20% 73.50%

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

2010 - 2011 41.89% 45.98% 57.32%2011 - 2012 55.56% 39.77% 80.66%2012 - 2013 55.71% 58.44% 85.17%2013 - 2014 62.96% 59.89% 83.97%2014 - 2015 76.00% 65.44% 77.11%

64

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Sector Educatie

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

1 83 35 70.34% 60.70%2 22 13 62,86% 56.50%

niveau 1 niveau 2

2010 - 2011 75.65% 50.00%2011 - 2012 70.31% 57.14%2012 - 2013 78.75% 78.26%2013 - 2014 82.90% 59.09%2014 - 2015 70.34% 62.86%

niveau 1 niveau 2

2010 - 2011 56.86% 91.67%2011 - 2012 54.03% 89.47%2012 - 2013 55.26% 81.25%2013 - 2014 62.79% 72.22%2014 - 2015 67.29% 78.26%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

1 72 35 67.29% 45.10%2 18 5 78,26% 45.20%

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat Diplomaresultaat

Sector Techniek

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

1 1 0 100% 60.70%2 70 25 73.68% 56.50%3 82 22 78.85% 65.30%4 213 78 73.20% 64.20%

niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4

2010 - 2011 78.38% 58.59% 64.74% 66.93%2011 - 2012 50.98% 67.31% 70.25% 77.78%2012 - 2013 58.33% 70.67% 63.82% 73.46%2013 - 2014 77.78% 73.64% 72.33% 73.51%2014 - 2015 100% 73.68% 78.85% 73.20%

niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4

2010 - 2011 63.64% 53.76% 71.05% 68.44%2011 - 2012 37.50% 61.16% 78.03% 82.99%2012 - 2013 54.55% 66.67% 62.81% 79.43%2013 - 2014 75.00% 73.33% 67.80% 76.81%2014 - 2015 100% 73.97% 83.56% 76.75%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

1 3 0 100% 45.10%2 54 19 73.97% 45.20%3 61 12 83.56% 67.30%4 208 63 76.75% 67.30%

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat Diplomaresultaat

65

Sector Zorg en Welzijn

niveau geslaagd uitstroom resultaat norm

2 49 19 72.06% 56.50%3 147 55 72.77% 65.30%4 302 101 74.94% 64.20%

niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4

2010 - 2011 95.24% 69.10% 46.76% 51.86%2011 - 2012 86.67% 82.50% 56.52% 55.45%2012 - 2013 100.00% 82.76% 65.66% 77.44%2013 - 2014 77.18% 79.23% 79.83%2014 - 2015 72.06% 72.77% 74.94%

niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4

2010 - 2011 92.86% 62.20% 59.13% 61.21%2011 - 2012 84.62% 76.92% 63.41% 63.47%2012 - 2013 100.00% 73.24% 66.06% 81.74%2013 - 2014 76.86% 78.57% 82.94%2014 - 2015 64.41% 76.63% 78.91%

Niveau Geslaagd Uitstroom Resultaat Norm

2 38 21 64.41% 45.20%3 141 43 76.63% 67.30%4 303 81 78.91% 67.30%

Trendrapportage Trendrapportage

Jaarresultaat Diplomaresultaat

66

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Doorstroming naar hoger onderwijs

Het aandeel gediplomeerden op niveau 1, 2 en 3 weergegeven, dat in het jaar na het behalen van het diploma, een mbo-opleiding op een hoger niveau is gaan volgen, is bovengemiddeld.

Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2014. Bouwsteen studiesucces. Instel-lingsrapportage Leeuwenborgh, mei 2015

Doorstroom naar het hbo

Bron: Benchmark Middelbaar beroepsonderwijs 2014. Bouwsteen studiesucces. Instel-lingsrapportage Leeuwenborgh, mei 2015

Betere resultaten van de studenten in het hoger onderwijsSteeds meer sectoren zijn in overleg met het HBO om de opleiding goed te laten aansluiten en studenten goed voor te bereiden op de doorstroom naar het HBO.

StudiewaardeIn 2015 is binnen Leeuwenborgh gemonitord op studie- en diplomaresultaat en niet op studiewaarde. De focus op het thema Studiewaarde en daarmee ook de inzetvanfinanciëngaatm.i.v.2016plaatsvinden.

2011 2012 2013 2014

Leeuwenborgh Leeuwenborgh 37,8% 30,7% 33,4% 36,1%gemiddelde roc’s 35,4% 32,8% 33,1% 32,7%

2011 2012 2013

Leeuwenborgh 51,5 43,9 47,1Gemiddelde roc’s 38,5 39,6 39,8

67

Percentage nieuwe VSV’ers

Het onderstaande schema bevat de cijfers van studenten, die ingeschreven staan / stonden op onderwijsinstelling Leeuwenborgh. De cijfers voor het schooljaar 2014-2015 zijn voorlopige cijfers. Landelijk staat Leeuwenborgh op plaats 22 van de 43 roc’s in Nederland, een daling van vier plaatsen t.o.v. vorig jaar. Leeuwenborgh scoort 5,2 % nieuwe VSV-ers tegenover landelijk 5,4%. Om na te gaan of er een verklaring is voor de stagnatie in de daling van het aantal VSV’ers ten opzichte van vorig jaar, heeft het CvB opdracht gegeven om een analyse uit te voeren. Doel is om te bekijken of de daling wel of niet beïnvloed-baar is en zo ja, waar.

Totaal aantal studenten tot 22 jaar en aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters op MBO-niveau:

(Bron: CFI-DUO)

2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15

Totaal 6.554 6.532 6.471 6.250 6.299 5.985 5.726 5.647 5.566 5.617

VSV’ers 658 592 657 494 550 524 408 293 278 293

% VSV 10.0% 9.1% 10.2% 7.9% 8.7% 8.8% 7.1% 5,2% 5,0% 5,2%

68

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Met ingang van 2012-2013 is de VSV-regeling aangepast. Zo zijn nu normen vast-gelegd t.a.v. het percentage VSV-ers in verhouding tot het totaal aantal studen-ten in enig jaar, i.p.v. in verhouding tot het basisjaar 2005-2006, zoals eerder. Hierbij wordt nu ook een onderscheid gemaakt tussen studenten op niveau 1, niveau 2 en studenten op niveau 3 en 4. De normen zijn vastgesteld tot en met 2015-2016.Inonderstaandschemawordendedefinitievecijfersvoor2013-2014en de voorlopige cijfers voor 2014-2015 weergegeven.

Definitieve cijfers 2013-2014

Voorlopige cijfers 2014-2015

(Bron: CFI-DUO)

In 2015 is de operationele informatie m.b.t. VSV actueel gehouden, zowel qua aantal-len VSV-ers als qua redenen van uitstroom. De VSV-informatie is de sturing voor het Loopbaanportaal voor zijn beleid. Het Loopbaanportaal heeft actief beleid gevoerd om studenten voor de opleidingen te behouden.

Vanwege de veronderstelde relatie tussen verzuimaanpak en het positieve effect op VSV, hebben we in 2015 actief ingezet op ons verzuimbeleid. In april 2015 is het verzuimbeleid herijkt. Per 1 augustus is een nieuwe registratiesysteem voor aan- en afwezigheidsregistratie ingevoerd om de verzuimregistratie op orde te brengen. De processen zijn hierop aangepast. Alle sectoren hebben een coördinator verzuimbe-leid aangesteld die de verzuimbegeleiding monitort en signaleert naar de teams.

Voor 2016-2018 is het aandachtspunt om de VSV-informatie beter te borgen en breder in te zetten als managementinformatie en sturingsinformatie voor het VSV-beleid in alle geledingen, dus niet alleen bij het Loopbaanportaal maar ook bij de sectoren en de teams. Doel is om de informatie periodiek en consistent te gaan gebruiken voor het structureel handelen t.a.v. VSV en dit in te passen in de PDCA-cyclus.

Niveau Studenten Aantal vsv % vsv Norm 2013-2014

2013-2014 99 41 41,4% 32,5%

niveau 1 99 38 38,4% 27,5%

niveau 2 749 85 11,3% 11,5%

niveau 3 en 4 4.718 155 3,3% 3,5%

Niveau Studenten Aantal vsv % vsv Norm 2014-2015

2014-2015 101 36 35,6% 27,5%

niveau 1 104 39 37,5% 22,5%

niveau 2 745 71 9,5% 10,0%

niveau 3 en 4 4.768 183 3,8% 2,75%

69

Gemiddelde werktijdfactor 0,00<0,25 0,25<0,50 0,50<0,75 0,75<1,00 = 1,00 Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG13 45 136 100 347 641

20393 STICHTING SITÉ 13 18 38 39 51 159

26 63 174 139 398 800

Leeftijd (aantal) 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-99 jaar Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG2 58 75 151 347 8 641

20393 STICHTING SITÉ 17 61 32 34 12 3 159

19 119 107 185 359 11 800

Geslacht man vrouw Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG315 326 641

20393 STICHTING SITÉ 75 84 159

390 410 800

Personeel

OverzichtenIn de volgende overzichten wordt een beeld geschetst van het personeel van Leeuwenborgh. Het peilmoment, waarop de cijfers gebaseerd zijn, is 31-12-2015. Indien iemand zowel bij de Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg een contract heeft als bij Stichting Sité wordt hij/zij als kop alleen bij de Stichting B.V.E. Wes-telijk Zuid-Limburg meegeteld.

70

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Schaal 01 t/m 04 05 t/m 09 10 t/m 12 13 t/m 17 nominaal Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG16 144 469 11 1 641

20393 STICHTING SITÉ 1 40 116 1 1 159

17 184 585 12 2 800

Leeftijd (aantal)

Gemiddelde leeftijd 49 jr 11 mnd 6 dgn

Verhouding onderwijzend personeel – overig personeel

Verhouding onderwijzend personeel – overig personeel

* (kader)docent, trainer, instructeur, (praktijk)onderwijsassistent

** het afwijkende aantal fte’s met de onderstaande tabel wordt veroorzaakt door het hanteren van

een ander meetmoment (31-12-2015 resp. het gemiddelde per maand)

Leeftijd (wtf) 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-99 jaar Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG2 48 65 120 289 5 529

20393 STICHTING SITÉ 11 46 26 28 10 1 123

13 94 91 148 299 6 652

2015 2014

direct betrokken bij onderwijs*

446 fte 68,4% 431 fte 68,2%

overig 206 fte 31,6% 201 fte 31,8%

71

Schaal 01 t/m 04 05 t/m 09 10 t/m 12 13 t/m 17 nominaal Totaal

40768STICHTING B.V.E.

WESTELIJK ZUID-LIMBURG16 144 469 11 1 641

20393 STICHTING SITÉ 1 40 116 1 1 159

17 184 585 12 2 800

Formatie-ontwikkeling 2013-2015

jan 15 feb 15 mrt 15 apr 15 mei 15 juni 15 juli 15 aug 15 sep 15 okt 15 nov 15 dec 15

fte vast 528 526 525 521 516 516 516 543 541 539 534 532

fte tijdelijk 106 111 115 117 116 122 118 83 107 115 119 124

fte totaal 639 634 637 640 638 632 638 633 626 648 653 656

Formatie-ontwikkeling 2015

72

Professionalisering

Sinds 2015 hebben bijna alle teams scholingsplannen opgesteld of ze zijn er mee bezig. Alle teams hebben ingezet op scholingsactiviteiten.In 2015 is de nieuwe gesprekscyclus ‘Ik en mijn Vak’ geïntroduceerd en hebben alle medewerkers de 1e gesprekssessie met hun leidinggevende gehad.

Ook zijn in 2015 de mogelijkheden uitgebreid zodat medewerkers zichzelf konden scholen via diverse scholings- en themabijeenkomsten zoals b.v. via de onderwijscafés, de leernetwerken, de zij-instromers-bijeenkomsten of via de ‘jonge-leeuwen’-club.In 2015 organiseerde Leeuwenborgh via haar Leeuwenborgh Academie o.a. 9 leernetwerken, 3 onderwijscafés met telkens 15 workshops, 31 individuele coachings-/intervisie-trajecten en 10 intervisiegroepen. Ook verzorgde de Leeuwenborgh Academie de digitale kennisdeling via het intranet alsmede digitale trainingen voor het gebruik van ICT-aanpassingen en -toepassingen. De scholingsactiviteiten verzorgd door de Leeuwenborgh Academie worden gemonitord door het houden van tevredenheidsmetingen onder deelnemers. Zowel de leernetwerken als de onderwijscafés worden als ruim voldoende tot goed beoordeeld.

Een aanzienlijk deel van de opleidingsmanagers heeft scholing gehad in het ob-serveren van lessen om betere feedback te kunnen geven n.a.v. lesbezoeken en om lesbezoeken te kunnen plaatsen in de totale kwaliteitsborging van het team.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

73

Ziekteverzuim Gezondeenfittemedewerkerslevereneenhogerekwaliteitvanwerk;dewerk-omgeving dient dus bij te dragen aan de gezondheid van de werknemers. Doordat werknemers goed in hun vel zitten, zijn ze gemotiveerder en is de sfeer goed. Daaromkijkenwe,watveiligerkanopdewerkplek,waternodigisomfittezijnen te blijven, en wat iemand nog wel kan, als de gezondheid het laat afweten.

Leeuwenborgh wil het verzuim tot een minimum beperken. Het verzuimbeleid is gebaseerd op persoonlijke aandacht voor de individuele medewerker, gecom-bineerd met het maken van heldere afspraken. De leidinggevende is een hele belangrijke actor in de verzuimaanpak van zijn medewerkers, maar medewer-kers én leidinggevenden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om verzuim te voorkomen en te beheersen. De afgelopen jaren hebben we samen veel geleerd in het begeleiden en beheersen van het ziekteverzuim.

Het ziekteverzuim binnen Leeuwenborgh laat tussen 2010 en 2015 een dalende tendens zien. In 2013 is er sprake geweest van een incidentele verhoging van het verzuimpercentage. Dit heeft gezorgd, dat we als organisatie opnieuw zeer gefocust verder zijn gegaan in onze aandacht en interventies op dit thema. In 2015 hebben we een percentage van 3,75 % bereikt. De eigen norm van 4% of lager is daarmee behaald.

Het ziekteverzuim in 2015:Na het, gangbare, hogere ziekteverzuim in de wintermaanden in 2015 zien wij het ziekteverzuim in de periode april tot en met september weer afnemen. De daling van het ziekteverzuim in de zomer is een bekend verschijnsel, maar zet relatief vroeg in in het voorjaar. Hiermee komen we tot een gemiddeld verzuim-percentage van 3,75% over 2015. De stabiliteit van het verzuim over 2014 en 2015 wordt verklaard door: • bespreekbaar maken van dreigend verzuim; • voorkomen van verzuim door maatregelen te treffen;• focus van leidinggevenden en HR op frequent verzuim;• oplossen van langdurige casussen, door preventieve acties - snellere inzet behandeltraject; - meer druk op behandeltrajecten; - nadruk op terugkeer naar werk en minder nadruk op terugkeer naar functie; • het nauwgezet beter melden van herstelde medewerkers;• verhoging frequentie van contact met zieke medewerker;• alertheid op de duur van het ziekteverzuim en preventieve acties (snellere in zet behandeltraject, meer druk op behandeltrajecten, nadruk op terugkeer naar werk en minder nadruk op terugkeer naar functie, dreigend verzuim bespreekbaar maken);• een gerichte vraagstelling vanuit leidinggevenden aan de bedrijfsarts bij ziek meldingen.

74

“gem. ziekteverzuim” is het gemiddelde over de laatste 12 maanden.

2015 jan feb mrt apr mei juni juli aug sept okt nov dec

percentage per maand 4,56 4,67 3,86 2,75 2,42 2,90 2,84 3,06 3,98 4,82 4,24 4,92

gem. ziekteverzuim 3,64 3,65 3,65 3,59 3,45 3,38 3,30 3,33 3,38 3,51 3,60 3,75

norm LO 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00 4,00

Naast het ziekteverzuimpercentage, dat onder de benchmark (> 5%) en streef-cijfer (<4%) ligt, is er sprake van een hoog aantal nulverzuimers (59,5% van de medewerkers heeft zich in 2015 niet ziekgemeld). De meldingsfrequentie van 0,60 kent een lichte stijging, maar ligt nog ver onder de norm (1,5).

Daarnaast probeert Leeuwenborgh door actieve begeleiding (uitgaven inzake uitkeringen na) ontslag te voorkomen. In het kader van Mensen In Beweging (MIB) worden medewerkers begeleid om beter te functioneren, wordt nagegaan of intern andere mogelijkheden geboden kunnen worden en worden mensen begeleid bij het vinden van geschikt werk buiten Leeuwenborgh.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

75

Internationalisering

In 2015 is Leeuwenborgh op talrijke fronten actief geweest. Binnen maar ook buiten de onderwijsinstelling zijn activiteiten ontplooid voor zowel studenten als docenten/medewerkers. In totaal 97 studenten hebben via de Erasmussubsi-dies in 15 verschillende Europese landen een stage ingevuld. Binnen de Euregio zijn 115 studenten in de beroepspraktijkvorming actief geweest en dat gebeurde buiten Europese subsidiestromen. In beide gevallen is er sprake van een aan-merkelijke groei van ca. 20% aan mobiliteit. Het Europees streefcijfer van 6% mobiliteit voor MBO-studenten is daarbij nog niet bereikt. Leeuwenborgh stond in 2015 op 2,4%.

Medewerkers van de opleidingsteams zorg, bouw, electro, logistiek, toerisme, economie en educatie bezochten instituten in de Euregio en verder in Europa. Op deze wijze werden de bilaterale contacten gelegd en verstevigd. Docen-tuitwisseling komt voor met name bouw en techniek steeds helderder op het netvlies. Naar verwachting zullen de eerste uitwisselingen gaan plaatsvinden in 2016. Genoemde contacten leiden voorts tot het uitbreiden van stagemogelijk-heden voor studenten.

In een tweetal projecten onder de Leonardovlag (voorloper van het Europese subsidieprogramma Erasmus+) is nauw samengewerkt met collega’s uit heel Europa:• In V-spiders, een project met 5 Europese partners, werkten studenten mechatronica samen met studenten uit andere landen aan opdrachten die problem-based zijn. V-spiders is inmiddels afgesloten en door het Nationaal Agentschap/Nufficbeoordeeldmet“zeergoed”en“Europeanexample”.In-drukwekkend is het initiatief van een van de partners Federal Mogul uit Bur-scheid-Duitsland. Het bedrijf haalde de scholen bij elkaar en organiseerde een vervolg op het project V-spider. Federal Mogul had daarvoor een heuse prak-tijkopdracht ontwikkeld die in het productieproces is geïmplementeerd. Dit tref-fen vond plaats buiten alle subsidiestromen om maar alle betrokken partners waren vertegenwoordigd. • THEME, een TOI (Transfer of Innovation), zijn de door de deelnemende orga-nisaties ontwikkelde systemen voor wederzijdse erkenning van leeropbrengsten (ECVET: European Creditsystem for Vocational Education and Training), in de praktijk getest. Studenten zijn uitgewisseld en hebben tijdens hun stages vooraf afgesproken leereenheden in de gastlanden gevolgd. THEME is in oktober 2015 afgesloten.• De afdeling Bouw heeft een eerder gesubsidieerd project voortgezet en heeft de draad opgepakt met een bezoek aan een school in Valencia. Dit levert mogelijkhe-den tot docent- en studentuitwisseling op hetgeen in 2016 zijn beslag zal krijgen.

Voor 2016 staan een aantal nieuwe projectvoorstellen in de steigers: logistiek, handel, zorg en techniek. De basis daarvoor is vaak al gelegd in eerdere contac-ten in 2015.

76

Leeuwenborgh verankerde internationale activiteiten op een aantal manieren. Intern wordt de “Leeuwenborgh Eurogroep” 4 maal per jaar geconsulteerd. Deze groep wordt gevormd door medewerkers uit afdelingen die met mandaat aan de slag gaan en Europese ontwikkelingen op de voet volgen. Verder is het roc lid van de “Stichting Europese Beroepsopleidingen” en heeft Leeuwenborgh aan de wieg gestaan van de oprichting van de “Verein zur Förderung grenzüber-schreitender Berufsbildung in der Euregio Maas-Rhein e.V.”, waardoor de mo-gelijkheid voor het aanvragen van Europese projecten groter wordt. Daarnaast is Leeuwenborgh actief lid van “The Dutch Alliance”, een groep van 9 roc/aoc’s in Nederland die op internationaal gebied elkaars kracht versterken. In decem-ber 2015 namen twee Leeuwenborgh-collega’s deel aan de door TDA georgani-seerdeendoorErasmus+gefinancierdestudiereisRadicalisation&safeguar-ding naar Londen. In april 2016 volgt een tweede reis in dit kader waaraan nog eens drie collega’s zullen deelnemen. Op deze wijze maakt ons roc gebruik van en draagt bij aan gezamenlijke kennisdeling. De ”Strategische Agenda Buur-talen en Internationalisering” bevindt zich momenteel in de uitvoeringsfase. Leeuwenborgh is hierin ruim vertegenwoordigd. Onze expertise draagt bij aan het eindresultaat: een bestendig digitaal portfolio waarin de student in de lijn VMBO-MBO-HBO verworven Euregionale competenties kan opnemen en deze bij sollicitatie kan verzilveren. In 2015 heeft ons instituut toegezegd deel te zul-len nemen aan een Interreg V-project waarin de groei van mobiliteiten binnen de Euregio centraal zal staan.

De “Europese dag van de talen” in september heeft inmiddels een vast plekje verworven in de Leeuwenborgh-agenda. Tijdens die dag wordt extra aandacht besteed aan het belang van talen (en culturen) en de waarde daarvan voor de persoonlijke én professionele ontwikkeling van onze studenten en medewerkers.

In de loop van 2015 werd onze school bezocht door delegaties uit verschillende landen: Duitsland, Thailand, Amerika, Turkije, Finland, Slovenië en België.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

ICT en Huisvesting

ICTDe IT voorzieningen van Leeuwenborgh zijn en worden aanzienlijk onder handen genomen. In de nieuwe inrichting staat de gebruiker centraal. Om deze nieuwe inrichting mogelijk te kunnen maken, is de Bedrijfsdienst ICT in de zomer van 2014 gestart met een grootschalig project met de naam ICT 2014-2015.In 2014 zijn de IT voorzieningen van Leeuwenborgh door middel van een Eu-ropese aanbesteding in de markt gezet. Deze aanbesteding is gegund aan de combinatie Vancis/Advantive. Vancis komt voort uit de Surfnet organisatie en heeftduseenduidelijkonderwijsprofiel,terwijlAdvantiveeenbewezenstaatvandienstheeftalsintegratoropbasisvanMicrosofttechnologie(denkaanOffice365, Sharepoint). Per 15 januari heeft Vancis de verantwoordelijkheid genomen voor onze ICT dienstverlening. Na de overdracht van het beheer aan Vancis is de focus verlegd naar de transitie van onze (verouderde) IT voorzieningen naar het datacenter van Vancis. De maximale capaciteit van onze hardware in het huidige datacenter bij Cofely (Maastricht Airport) was bijna bereikt. Begin april zijn de oude IT voorzieningen verplaatst naar het datacenter van Vancis, waardoor we ruimte en capaciteit krijgen om de vernieuwing in te kunnen zetten.Vanaf april is er gewerkt aan het leggen van een solide fundament voor alle toekomstige ontwikkelingen (op IT gebied, maar ook organisatie breed). In deze periode is de omgeving gestructureerd en gefaseerd aangepakt en hebben de verouderde systemen een ingrijpende upgrade gekregen. Ook is de basis gelegd voor een koppelvlak waarmee op termijn zowel interne IT voorzieningen en externe IT voorzieningen kunnen worden aangesloten. Hiermee wordt de basis gelegd voor het ontsluiten van educatieve toepassingen via Kennisnet en educa-tieve content uitgeverijen. Een eerste stap op weg naar gepersonaliseerd leren!In de periode mei – augustus is een start gemaakt met het verbeterd inrichten van de werkplekken. In deze periode zijn de bestaande mail- en agendavoorzie-ningenvoordegebruikersvervangendoorMicrosoftOffice365.Demailvoor-zieningvoordestudenten(wasGmail)isovergezetnaarOffice365,zodatalleLeeuwenborgh gebruikers gebruik maken van hetzelfde mailplatform. Deze samenvoeging zorgt ervoor dat alle gebruikers van Leeuwenborgh op basis van één platform met elkaar kunnen samenwerken.In eerste instantie nog beperkt tot mail, maar al snel wordt het daarna mogelijkbestanden en informatie te delen. Ook wordt het samenwerken en de communi-catieonderlingverderbevorderddoormiddelvanOffice365.EnomdatandereinstellingeninderegioookgebruikmakenvanhetMicrosoftOffice365plat-form, wordt het samenwerken met collega’s buiten onze instelling ook een stuk eenvoudiger.

77

78

HuisvestingIn het kader van “de basis op orde” is een werkgroep bestaande uit medewer-kers, studenten, binnenhuisarchitecte en een bedrijfsdienstmanager in sa-menwerking met overige studenten, medewerkers, Studentenraad en facilitair medewerkers aan de slag gegaan met het maken van een nieuw ontwerp t.a.v. “Kantines, het hart van de school”. De eerste stap die hierin gezet is, is het ver-vangen van de vloer in het gebouw aan de Sibemaweg in Maastricht in de zomer van 2015. Hiermee is het fundament gelegd onder de verdere vormgeving van het hart van de school. Het vervolg van de implementatie is voorzien in 2016.

Regelingen

a. Regeling Taal & RekenenIn 2015 scoorden de studenten van Leeuwenborgh voor de examens 2F en 3F van rekenen en 2F en 3F van Nederlands gemiddeld hoger dan in 2014 en hoger dan het landelijk gemiddelde. Hoewel hoger dan het landelijk gemiddelde werd voor het examen rekenen 3F gemiddeld wel onvoldoende gescoord.

De sectoren hebben op verschillende manieren gewerkt aan kwaliteitsverbete-ring van taal en rekenen, zoals:- aanstellen van een coördinator taal en rekenen;- extra formatie taal- en rekendocenten; - deskundigheidsbevordering van de taal- en rekendocenten;- niveaubepaling via een entreetoets;- meer gepersonaliseerd rekenonderwijs;- invoeren remediëring via Xtra4U;- huiswerkklassen;- naschoolse begeleiding.

In 2015 is ook onderzoek gedaan naar de positionering van taal en rekenen met als doel te verkennen welke organisatie-inrichting (centraal of per sector/team) optimaal is voor de verbetering van het taal- en rekenonderwijs. Besluitvorming hierover is gepland voor begin 2016.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

79

b. Passend OnderwijsMet ingang van het schooljaar 2014 is de regeling Passend Onderwijs van kracht geworden. Op basis van deze regeling hebben 120 studenten extra ondersteu-ning gekregen per 1-10-2014. Ook per 1-10-2015 zijn er in totaal 120 studenten die extra ondersteuning krijgen (68 studenten in het eerste leerjaar en 52 studen-ten in het tweede leerjaar).In een aparte bijlage bij de onderwijsovereenkomst is de ondersteuning be-noemd. In een onderwijs-ondersteuningsplan staat concreet uitgewerkt, welke extra ondersteuning de student krijgt. De ondersteuning wordt toegekend voor een cursusjaar. Voor de begeleiding is er expertise in de vorm van begeleiders passend onderwijs (BPO) studieloopbaanbegeleiders en schoolmaatschappelijk werk en externe deskundigen. Er is structureel overleg en afstemming over studenten die extra zorg nodig hebben.

Passend onderwijs wordt gebruikt als invalshoek voor brede teamontwikkeling. In 2014 zijn alle opleidingen in kaart gebracht in het kader van Passend Onder-wijs.Ditresulteerdeineenopleidingsprofielperopleiding.Vanafbegin2015werken de opleidingen aan de doelen die ze zich gesteld hebben vanuit het opleidingsprofiel.DeopleidingenhebbendedoelenvanPassendOnderwijsgekoppeld aan doelen rond kwaliteit (Inspectie), loopbaanoriëntatie en –bege-leiding (LOB) en taal en rekenen. Op basis van een door het CvB vastgestelde Leeuwenborgh-brede ambitie ontwikkelen ze zich verder. Omgaan met ver-schillen, inzet van ondersteuning, planmatig werken, samenwerken en leren van elkaar: allemaal elementen waarmee de teams de ambitie vorm geven.

80 80

c. Schoolmaatschappelijk werk (SMW)Schoolmaatschappelijk werk bij Leeuwenborgh is een onderdeel van de interne zorgstructuur en is ondergebracht bij het Loopbaanportaal. Het is een laag-drempelige voorziening, die gericht is op het vroegtijdig aanpakken van psycho-sociale problemen. Daarbij werken de schoolmaatschappelijk werkers samen met andere zorginstellingen voor jongeren zoals Jeugdzorg, GGD, Jongerenlo-ketten, Verslavingszorg en Schuldhulpverlening. De ervaringen met de inzet van schoolmaatschappelijk werkers zijn zeer positief. Studenten én ouders geven aan deze voorziening belangrijk te vinden als opvoedingsondersteuning.

In 2015 ontving Leeuwenborgh voor de inzet van schoolmaatschappelijk werk € 148.840. Inhoudelijk zijn de middelen op onderstaande wijze ingezet:In totaal heeft schoolmaatschappelijk werk 259 aanmeldingen ontvangen.

De hulpvragen zijn als volgt gespreid over de volgende categorieën:

- Gedragsproblemen 33- Lichamelijke problemen 13- Geestelijke gezondheid 41- Leef- en gezinssituatie 123- Functioneren op school 27- Sociaal netwerk 8- Ingrijpende gebeurtenis 14

De omvang van de soort hulp die geboden werd, is als volgt te onderscheiden:

Informatie en advies 56Bemiddeling/pleitbezorging 11Rapportage en advies op verzoek van derden 6Procesmatige hulpverlening 156Groepswerk 0Casemanagement 30

De gemiddelde tijdsinvestering per hulpverleningstraject is ongeveer 6,5 uur.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

d. Schoolex 2.0De minister van OCW verstrekte in 2013 en 2014 aan instellingen een aanvul-lende vergoeding om studenten, die zich aanmelden voor een beroepsopleiding te stimuleren zoveel mogelijk voor een beroepsopleiding te kiezen met een goed arbeidsmarktperspectief in de regio. Daarnaast was de regeling bedoeld om examenkandidaten en pas gediplomeerden zonder uitzicht op duurzaam werk te stimuleren door te leren in een opleiding met een goed arbeidsmarkt-perspectief en om gediplomeerde studenten die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben, door te geleiden naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan. De manier van omgaan hiermee is nu vast onderdeel van de begeleiding van nieuwe en zittende studenten.

Ombuigingsgesprekken De medewerkers van het Loopbaanportaal voeren gesprekken met jongeren, die zich aanmelden voor een opleiding (niveau 1 t/m 4) met weinig arbeids-marktperspectief. In deze gesprekken worden de jongeren erop gewezen, dat de gekozen opleiding weinig toekomstperspectief in deze regio heeft. De jonge-ren worden in dat gesprek gestimuleerd na te denken over het volgen van een andereopleidingmetmeerperspectiefopwerknaafloop,zoalsbijvoorbeeldinde technische sector. Een opleiding met beter arbeidsmarktperspectief biedt de jongere meer kans op slagen in de samenleving. Het zwaartepunt van deze gesprekken lag in de periode maart–september 2015.

Exit-Begeleidingsgesprekken De medewerkers van het Loopbaanportaal voeren gesprekken met studenten (ni-veau 1 t/m 4), die op het punt staan hun opleiding met een diploma af te ronden dan wel net hebben afgerond. In deze gesprekken worden de jongeren erop gewezen, dat ze een beter perspectief krijgen op werk, als ze hun opleiding vervolgen met een opleiding op een hoger niveau (mbo-2 -3 -4 of associate degree / hoger beroeps-onderwijs), dan wel hun beroepsopleiding verbreden met een (verwante) opleiding met een beter perspectief op de arbeidsmarkt. Op deze manier verbeteren jongeren duurzaam (voor hun hele leven) hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt en daarmee in de samenleving. Deze gesprekken worden steeds gevoerd, als een student zijn opleiding afrondt, of onlangs afgerond heeft en nog geen werk heeft. Studenten die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben, worden doorgeleid naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan.

In 2015 zijn in totaliteit 689 schoolexit-begeleidingsgesprekken gevoerd met MBO-studenten.

e. Lerarenbeurs en subsidie zij-instroomVoor schooljaar 2015-2016 hebben 15 docenten verdeeld over alle vijf sectoren een lerarenbeurs toegewezen gekregen. Daarmee worden zij in de gelegenheid gesteld een aanvullende opleiding te volgen, bv. een master. Daarnaast zijn vijf aanvragen voor een subsidie voor de opleiding en begeleiding van een zij-instromer gehonoreerd.

81

82

KwaliteitsafsprakenIn het kader van de Regeling Kwaliteitsafspraken MBO is in april 2015 het kwaliteitsplan van Leeuwenborgh ingediend bij de minister van OCW. Tevens is door het College van Bestuur van Leeuwenborgh de uitvoeringsovereenkomst getekend en is deze voor 1 maart 2015 bij de minister ingediend. De minister van OCW heeft verder de advisering en monitoring van de kwaliteitsplannen en de excellentieplannen belegd bij MBO in bedrijf. Naar aanleiding van het advies van MBO in Bedrijf heeft Leeuwenborgh het kwaliteitsplan ‘Leeuwenborgh Maakt het verschil’ aangepast en aan MBO in Bedrijf toegezonden. De aangepaste versie dateert van februari 2016.In de regeling kwaliteitsafspraken MBO is opgenomen dat de instellingen in 2016, 2017 en 2018 op 1 maart een schriftelijke tussenrapportage over de voortgang van de uitvoering van het kwaliteitsplan bij de minister indienen. In dit bestuursver-slag zijn de onderdelen uit deze voortgangsrapportage ook opgenomen.

De kwaliteitsthema’s zijn onderwerp bij directie- en teambesprekingen en bij de Team-in-Zicht gesprekken van het CvB bij de teams. Om het leren van elkaar t.a.v. de kwaliteitsthema’s te verbeteren, worden de thema’s opgenomen in het programma van de onderwijscafés en binnen de leernetwerken van Leeuwenborgh. In 2016 wordt gewerkt aan een standaard-rapportage-systeem om de voortgang op de kwaliteitsthema’s te kunnen monitoren. Einde van het schooljaar 2016-2017 zal bekeken worden of de aansturings- en verantwoordingssystematiek voldoende sturing geeft op de realisatie van de instellings-brede kwaliteitsafspraken of dat er aanvullend nog andere interventies nodig zijn.

Excellentie

In 2015 zijn bij verschillende sectoren topklassen van start gegaan, waaronder:- versnelde opleidingen havisten commercieel, secretarieel, handel; - 1 jarige opleiding sport- en bewegen opleiding niveau 2;- diverse versnellingstrajecten op de excellente student;- BOL/BBL-opleiding voor verpleegkundigen i.s.m. AMC;- excellente opleiding bij haarverzorging;- (onderzoek naar) salonmanager;- Laborator-opleiding binnen CHILL bij Techniek (cross-sectorale opleiding tussen analist en procesoperator).

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

83

Sector Educatie

Naar aanleiding van de resultaten van onderzoeken in de sector Educatie in het jaar 2014 hebben we binnen de sector Educatie in het jaar 2015 een vervolgon-derzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek hebben we voor de teams Entreeopleiding, VAVO en VolwassenenEducatie onderzocht op welke wijze onderwijsvisie, on-derwijsinhoud,onderwijsorganisatieeneenfinanciëlegezondebedrijfsvoeringuitgevoerd kan worden. De resultaten van dit onderzoek vormen de kern voor de inrichting en positionering van bovengenoemde teams. Deze herpositionering moet leiden tot een stevige en duurzame verankering binnen Leeuwenborgh van boven-genoemde teams in het totale proces van “Leeuwenborgh maakt het verschil”.

Vanuit het bovengenoemde onderzoek is tevens besloten de onderdelen PitStop enKwalificatieklasm.i.v.1augustus2015nietmeeruittevoerenbinnendehuidige sector Educatie. Beide activiteiten worden overgedragen aan de overige MBO-sectoren.EducatiemaaktwelhetexamenjaarvandeKwalificatieklassennog af. Vanaf 1 augustus 2016 is instroom in deze voorziening dan ook niet meer mogelijk in de sector Educatie. Enkele highlights van de verschillende opleidingen in 2015 op een rijtje:• inhetschooljaar2015-2016isverdervormgegevenaandeflexibiliseringvan

de Entreeopleiding en is de samenwerking met ketenpartners in het zoge-naamde “Voordeel-traject” verstevigd (zie ook: “AKA, Entreeopleiding en Kwalificatieklas”);

• het deelnemersaantal van de opleidingen VolwassenenEducatie groeit (zie ook: “VolwassenenEducatie”);

• binnen het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) hebben we een positief gewaardeerde externe audit gehad (zie ook: “Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs”);

• de rendementen van alle opleidingen uit de sector Educatie zijn ook in 2015 weer bovengemiddeld, een beeld dat de afgelopen jaren vrijwel stabiel is gebleven.

In het jaar 2015 hebben we binnen de sector gewerkt aan één van de conclusies uit de onderzoeken van 2014: “Laat zien wie je bent en wat je doet…!”. Hiervoor hebben we overleg met onder andere de diensten HR, FEZ en PR gevoerd. Hen hebben we deelgenoot gemaakt van onze vraagstukken. Een en ander heeft ertoe geleid dat we duidelijke uitgangspunten voor onze teams heb-ben geformuleerd. De uitkomsten van deze acties hebben we kunnen inzetten voor verandering in de organisatie van de sector Educatie. Verdere uitwerking hiervan zal in 2016 zijn beslag krijgen.

84

AKA, Entreeopleiding en Kwalificatieklas

In het schooljaar 2014-2015 is de MBO niveau 1 opleiding ArbeidsmarktgeKwa-lificeerdAssistent(AKA)voorhetlaatstalsopleidinguitgevoerd.Injuli2015hebben de laatste AKA-studenten van de betreffende opleiding en een aantal extraneus-studenten AKA hun diploma nog behaald.Vanafaugustus2015isdeEntreeopleidingofficieelvanstartgegaan.

In2014en2015heefthetteamEntreeopleiding/KwalificatieklasgewerktaanhetinvoerenvandenieuwekwalificatiedossiersEntreeopleiding.Richtingge-vend hierbij zijn de kaders van “Leeuwenborgh maakt het verschil” m.n. wat betreft de onderdelen gepersonaliseerd leren en eigentijds curriculum.

De Entreeopleiding heeft t.o.v. de andere MBO-opleidingen van Leeuwenborgh twee uitgangspunten, die sterk afwijken van deze MBO-opleidingen:1. werken en leren gebeurt vanuit zogenaamde Leren@werk-centra (L@W

‘s): een kleine decentrale locatie dicht in de buurt van een concentratie van bedrijven, instellingen en organisaties waar de studenten hun BPV doen.

2. leren vindt zoveel mogelijk gekoppeld aan de beroepspraktijkvorming (BPV) en de beroepscontext plaats.

In het kader van gepersonaliseerd leren heeft de Entreeopleiding in 2015 twee vernieuwingen doorgevoerd:1. in samenwerking met de netwerkpartners van de Entreeopleiding (VO, VSO,

PRO etc.) is de zogenaamde module “Voordeel” ontwikkeld en een eens-luidende toetsing voor deelnemers van alle netwerkpartners. De module “Voordeel” kan op elke school uitgevoerd worden en kan op elke school een verschillende intensiteit en duur hebben. Na de module “Voordeel” kan een deelnemerinstromeninéénvanonderstaandeuitstroomprofielen.

2. deEntreeopleidingisgeflexibiliseerdenkanmodulairgevolgdworden.Of anders gezegd: er zijn drie instroom- en drie uitstroommomenten per schooljaar.

In het kader van een eigentijdscurriculum heeft de Entreeopleiding in 2015 één vernieuwing doorgevoerd:1. het team Entreeopleiding heeft gewerkt aan het samenstellen van nieuwe

curriculavooralleuitstroomprofielen,dieEducatieaanbiedt(assistentlogistiek; assistent zorg en dienstverlening; assistent bouwen en wonen; assistent verkoop / retail; assistent horeca en voeding of voedingsindustrie; assistent installatie- en constructietechniek).

DeKwalificatieklas(K-klas)bestaatin2015uittweeopleidingen:helpendezorg& welzijn en servicemedewerker gebouwen, beide opleidingen met alleen nog een tweedejaarsgroep.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

85

Overzicht van de behaalde rendementen Entreeopleidingen, zoals aangeleverd door de afdeling PMI van Leeuwenborgh (in onderstaand overzicht staan de ren-dementscijfersvandeEntreeopleidingenendeKwalificatieklassen.Letop:hetrendement van de opleiding helpende zorg & welzijn is niet uniek voor Educatie, en derhalve een indicatie, voor het behaalde rendement, omdat deze opleiding ook wordt uitgevoerd in de sector zorg & welzijn).

HetaantaluniekestudentenEntreeopleidingenKwalificatieklassenin2015is316, inclusief extraneus studenten.

Opleiding BCID JR JR norm DR DR norm

Entreeopleiding BC010 en BC242 70,34% 60,70% 67,29% 45,10%

Facilitaire dienstverlening en

onderhoud verbouwbedrijf

66,67% 56,50% 72,73% 45,20%

Helpende zorg & welzijn 60,00% 56,50% 83,33% 45,20%

JR=jaarrendement DR=diplomarendement

Alle jaarrendementen liggen ruimschoots boven de norm en voor alle diploma-rendementen geldt hetzelfde.

Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO)

In het jaar 2015 merken we op, dat het aantal overheidsdeelnemers weer is toegenomen. Daarnaast blijft het aantal Rutte-deelnemers op gelijk niveau. Met name binnen deze laatste groep deelnemers hadden we een daling verwacht. Opvallend is verder, dat binnen de groep overheidsdeelnemers steeds meer deelpakketten worden aangeboden. Dit jaar valt ook op, dat de groei met name bij de HAVO- en VWO-trajecten tot stand is gekomen. De samenwerking met het voortgezet onderwijs (VO) verloopt goed. We bezoeken regelmatig onze partnerscholen om deelnemers door te spreken. Binnen Passend Onderwijs is onze aanvullende rol voor jongeren in het VO steeds duidelijker in beeld.

In het team VAVO merken we de positieve uitwerking van het besluit het onderwijs alleen nog aan te bieden op de locatie in Maastricht. We bieden hier de drie eind-examentrajecten éénjarig VMBO-theoretische leerweg, éénjarig HAVO, éénjarig VWO en het voortraject HAVO-MBO. Afstemming en ontwikkeling van onderwijs en begeleiding krijgt hierdoor meer draagvlak en uniformiteit.

86

aantal kandidaten dat het onderwijstraject met een diploma heeft afgesloten:

VMBO 35

HAVO 87

VWO 46

aantal kandidaten dat het onderwijstrajectmetcertifi-caten heeft afgesloten:

aantaluitgereiktecertificatenper onderwijstraject:

VMBO 24 46

HAVO 103 222

VWO 24 65

Op dit moment werken docenten aan de ontwikkeling van het zogenaamde ge-personaliseerdlerenenverfijningvandebegeleidingscomponent.Doormiddelvan studentbegeleiding, vakwerkuur en alternatieve studiewijzen begeleiden we de deelnemers bij het doorlopen van hun studietraject op een manier die het beste bij hun ontwikkeling past. De komende jaren zullen we deze manieren van werken verder onderzoeken en uitbreiden.

Binnen het VAVO ronden deelnemers hun trajecten af met het behalen van een diplomaofmethetbehalenvancertificaten.Voorhetschooljaar2014–2015hebben we daarbij de volgende resultaten behaald:In onderstaande overzichten is te zien, hoeveel deelnemers aan de diverse

trajecten deelnemen. In het eerste overzicht worden de deelnemers weergegeven, die via de overheid als particulier deelnemer of als “Rutte-deelnemer” worden bekostigd. In het tweede overzicht is te zien, hoeveel deelnemers VO-scholen uitbesteden aan de VAVO-opleidingen van Leeuwenborgh.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

87

Studenten VAVO-opleidingen 2015 – 2016 via overheid, particulier en “Rutte-regeling”:

Studenten VAVO-opleidingen via uitbesteding door VO-scholen:

In onderstaand overzicht is te zien, hoeveel studenten door scholen uitbesteed zijn aan de VAVO-opleidingen van Leeuwenborgh.

Opleiding

Overheid of particulier Vmbo TL Havo 5 Vwo 6 Voortraject Eindtotaal

Overheid 48 148 50 31 277Particulier 6 22 11 7 46Rutte – regeling (uitbesteding VO) 31 72 49 17 169Eindtotaal 85 242 110 55 492

Opleiding

School van herkomst Voortraject TL4 H5 V6 Eindtotaal

Adelante college 2 2BC Broekhin Roermond 1 1Bernard Lievegoed School 4 10 4 18Bonnefantencollege afd. VMBO 5 5Bonnefantencollege afd. HAVO/VWO 2 16 6 24Charlemagne College 1 1Connect College Echt 1 2 1 4Da Capo College 8 8Emmacollege 1 1Graaf Huyn College 3 2 5 4 14Groenewald 2 1 3 6Grotius College Heerlen 1 1Lyceum Schöndeln 1 1Maaslandcollege 1 1Porta Mosana afd. VMBO 5 5Porta Mosana HAVO/VWO 7 12 8 27Sint Maartenscollege VMBO 5 5Sint Maartenscollege HAVO/VWO 4 6 10Sintermeertencollege 1 3 4 8Sint-Janscollege 1 1Sophianum 4 6 10Stella Maris College 1 5 3 9Trevianum 1 4 5 10Eindtotaal 16 34 71 51 172

88

VolwassenenEducatie (integratie & inburgering en BasisEducatie)DeopleidingenVolwassenenEducatie(VE)zijnvanoudshergefinancierddoordegemeenten in het werkgebied van het roc (Maastricht-Mergelland en Westelijke Mijnstreek). In 2015 heeft een wijziging hierin plaatsgevonden: het Ministerie vanOnderwijs,CultuurenWetenschappenheeftbepaald,datfinancieringopar-beidsmarktregioniveau plaats dient te vinden. Dit betekent voor Leeuwenborgh, dat de gemeente Heerlen, als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio verantwoordelijkisvoordeinkoopenfinancieringvantrajectenVE.De producten VE zijn ongewijzigd gebleven: Nederlands als moedertaal, re-kenvaardigheid, Nederlands als tweede Taal gericht op het behalen van een basisniveau (= niveau inburgering) en Nederlands als tweede Taal gericht op het behalen van Staatsexamen NT2 niveau I of niveau II (= niveau dat toelating geeft tot respectievelijk MBO en HBO / WO). Inburgeringsplichtige studenten kunnen geen gebruik maken van bovenstaand aanbod:zijmoetenhuntrajectzelfofviaeenleningvanDUOfinancieren.In2014 was al een duidelijke stijging te zien in het aantal particuliere trajecten inburgering. In 2015 zet deze trend zich voort.Educatie heeft in 2014 het Keurmerk Inburgering wederom behaald, waarbij deelnemers de waardering 8,4 toekennen aan de opleiding inburgering en de opdrachtgevers (m.n. gemeenten) de waardering 8,0. De audit Keurmerk Inbur-gering over het jaar 2015 vindt in maart 2016 plaats.

M.n. door de toename van het aantal deelnemers inburgering verzorgt Educatie lessen op meerdere locaties in Maastricht en op de hoofdlocatie in Sittard. In Maastricht zijn de leslocaties gekoppeld aan de L@W ’s van de Entreeopleiding.

In het aanbod hebben twee grote innovaties plaatsgevonden:1. in het kader van gepersonaliseerd leren zijn alle opleidingen VE als de in-

burgeringstrajectengeflexibiliseerdenverdeeldinmodulenvan10weken.2. in het schooljaar 2015-2016 is er een pilot gestart met deelnemers, die hun

inburgeringstraject volgen i.c.m. een Entreeopleiding om hen de mogelijk-heid te bieden door te stromen naar een MBO-niveau 2 opleiding.

Overzicht trajecten 2015:Aantal trajecten “Productovereenkomsten 2014”: 1922 trajectenAantal trajecten “Productovereenkomst 2015”: 1879 trajecten

Aantal trajecten contractonderwijs 2014: 28 studentenAantal trajecten contractonderwijs 2015: 1 2 studenten

Aantal trajecten inburgering 2014: 244 studentenAantal trajecten inburgering 2015: 474 studenten

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

89

Overzicht rendement: slagingspercentages inburgeraars bij Leeuwenborgh in 2015 (bron: “Blik op werk, Keurmerk Inburgering”):

Leerprofiel Slagingspercentage

Laag opgeleiden 64%

Middelbaar opgeleiden 80%

Hoog opgeleiden 83%

Alle slagingspercentages liggen ruimschoots boven de landelijke normen. Het totale gemiddelde is 70%.

Tevredenheid studentenIn 2015 is er gestart met de Tevredenheidsmeting via de tweejaarlijkse JOB-monitor. Dit onderzoek loopt door tot in 2016 en we hopen dat de resultaten wederom een stijgende lijn volgen. Vanaf 2007 is ons rapportcijfer ondertussen gestegen van 6,6 naar 7,1. De scores van alle opleidingen zijn tot nu toe vol-doende en variëren tussen 6,4 en 7,9.Daarnaast zijn per sector studentenpanels of gesprekken met de studentenraad geweest waar op sectorniveau een kwalitatieve reactie is gegeven.

Tevredenheid werkveldIn 2015 is weer een groot aantal studenten op stage geweest. Hier is een groot aantal leerbedrijven bij betrokken. Om toe te werken naar een uniforme, be-drijfsmatige en binnen de kaders van de wet passende aanpak van de BPV, is in2015hetServicedocumentBPVontwikkeld(definitiefvastgesteldinfebruari2016). Dit servicedocument is de BPV-handleiding voor alle teams en voor alle opleidingen.

In 2015 hebben de teams panelgesprekken gevoerd met leerbedrijven. De leerbedrijven met wie een panelgesprek is geweest, waarderen de opleiding als voldoende. Ook is bij een aantal opleidingen een BPV-enquête gehouden onder de leerbedrijven.

Tevredenheid medewerkersIn 2015 is door een externe organisatie een medewerkerstevredenheidsonder-zoek uitgevoerd. Begin 2016 zijn de resultaten hiervan bekend geworden. In de eerste helft van 2016 worden de verbeterpunten, die aangegeven zijn, in de teams besproken en worden verbeterplannen opgesteld. In de management-gesprekken zijn deze verbeterpunten nadrukkelijk onderwerp van gesprek. In het volgende overzicht ziet u de belangrijkste scores van Leeuwenborgh. Hieruit blijkt, dat over de hele lijn een verbetering zichtbaar is t.o.v. de scores in 2013. Bovendien liggen alle scores boven het gemiddelde van de mbo’s.

90 90

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

91

92

Raad van ToezichtDe Raad van Toezicht is in 2015 zes keer bij elkaar gekomen voor formeel overleg. In voorbereiding op het merendeel van deze bijeenkomsten heeft een vergadering van de auditcommissies Onderwijs en Bedrijfsvoering plaatsgevonden. Daarnaast heeft de Raad een scholingsbijeenkomst gehad.

De voornaamste onderwerpen, die besproken zijn, waren:

de kwaliteit van het onderwijs;begroting en meerjarenbegroting;jaarrekening en bestuursverslag;managementrapportage van de accountant;financieelbeleid;nieuw allocatiebeleid;beraps;maatschappelijke verantwoording;huisvesting;kwaliteitsafspraken met de minister;staat van de instelling (onderzoek inspectie);versmelting techniek met Arcus (SST);kwaliteitsborging;LMHV (strategisch meerjarenplan);Technocollege Sittard;project examinering;governance;werving nieuw lid RvT;treasury statuut.

In het hierna volgende interview met een afvaardiging van de Raad van Toezicht belicht de Raad hoe hij aankijkt tegen de ontwikkelingen binnen Leeuwenborgh in 2015.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

93

Raad van Toezicht: ”Leeuwenborgh is aan de maat”“Dit breed gedragen verhaal leidt tot gepersonaliseerd onderwijs, beter aansluitend op de arbeidsmarkt”

Waar moet je als roc naartoe met je onderwijs, gegeven de maatschappelijke ont-wikkelingen en het regeringsbeleid. Redenerend vanuit de deelnemers, de leer-lingen, om hen een zo goed mogelijke startpositie te geven op de arbeidsmarkt. Leeuwenborgh is er elk jaar mee bezig. 2014 was in dat kader het jaar van de herijking van de eigen strategie, de vertaling van missie en visie in het beleidsplan 2015-2019. In 2015 zijn de eerste stappen gezet om die vertaling naar de praktijk te maken. De Raad van Toezicht bewaakt dit proces en ziet erop toe dat de juiste stappen worden gezet om de doelen van 2019 te halen.

“Strategie is niet iets van vandaag of morgen,” zegt Nicole Beuken, voorzitter van de Raad van Toezicht. “Leeuwenborgh heeft zichzelf enkele doelen gesteld en om die te bereiken, is in 2015 een aantal meters gemaakt om docenten en personeel voor te bereiden op de ontwikkelingen in de komende jaren. Maar er zal nog heel wat water door de Maas gaan voordat zaken echt voelbaar worden en je de eerste echte veranderingen in het leslokaal ziet.”

Om het in het beleidsplan vastgelegde hoofddoel van gepersonaliseerd leren te bereiken, is het noodzakelijk dat de in samenspraak met de hele organisatie uitgestippelde lijn consequent wordt gevolgd. “Missie, visie en strategie liggen in elkaars verlengde,” onderstreept Ria Doedel, lid van de Raad van Toezicht. “Je moet niet een koers bepalen en vervolgens een andere richting uitgaan. Elke stap in het proces wordt consequent gezet, waardoor voor de hele or-ganisatie een herkenbare lijn ontstaat. De organisatie is zelf betrokken bij de uitwerking en pakt de uitdaging om zelf met voorstellen te komen goed op. Zo creëert het College van Bestuur betrokkenheid en eigenaarschap.”

Leeuwenborgh is dus goed op weg. De afspraken zijn helder en worden keurig nagekomen, constateert Nicole Beuken. “Er ligt een duidelijke planning, een timeline, aan ten grondslag. Belangrijk is ook de afspraak om eerst de kaders goed neer te zetten en pas daarna na te denken over de voorwaarden en de implementatie. Gestructureerd, om te voorkomen dat de onderwijsteams het allemaal anders gaan invullen. Er is sprake van een consistente lijn die goed te volgen is. Het mooie is dat deze niet alleen samen met de docenten is ont-wikkeld, maar ook met de externe stakeholders, zoals afnemers en bedrijven in de regio. Het is een breed gedragen verhaal, waar iedereen achter staat en dat uiteindelijk moet leiden tot een ander soort school, met gepersonaliseerd leren, beter aansluitend op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat er straks een curriculum is dat enerzijds bepaald wordt door wat de arbeidsmarkt nodig heeft en anderzijds door wat de leerlingen graag willen. Daar moet je de juiste mix in

94

zientevinden.Eenonderwijsprogrammacreërendathengoedkwalificeertvoorde arbeidsmarkt, want daar doen we het met zijn allen voor.”

De samenwerking met het bedrijfsleven neemt daardoor steeds verder toe. Met onder meer gastdocenten uit het bedrijfsleven en - vice versa - met les op locatie. Een aandachtspunt voor de Raad van Toezicht is wel de andere manier van lesgeven die gepersonaliseerd leren vergt en dat iets vraagt van de kwalitei-ten van het onderwijzend personeel. “Het betekent vooral dat docenten op een andere manier in hun werk moeten staan, waarmee niet gezegd wordt dat ze het tot nu toe niet goed gedaan hebben,” aldus Nicole Beuken. ”Er worden echter andere dingen van hen gevraagd. Het kost tijd om die andere vaardigheden aan te leren.” Andere competenties ook, zegt Ria Doedel. “Minder klassikaal lesge-ven en meer individueel coachen en begeleiden. Dat leidt tot een andere cultuur, waarin je als roc je onderwijs minder vanuit een centraal programma aanbiedt maar meer via individuele leertrajecten.”

College van Bestuur en de docentenvertegenwoordigers denken goed na over hoe die verandering het beste kan worden vormgegeven, vinden zij. Het is nu eenmaal een traject dat je met mensen ingaat en dat duurt een paar jaar, rea-liseert iedereen zich. Was daar in 2015 al iets van te zien? De Raad van Toezicht constateert dat binnen de onderwijsteams meer aandacht is voor de onder-wijskundige kant en die is blijvend. De onderwijskundige component binnen de teams is direct gekoppeld aan het onderwijs zelf. De onderwijskundige, die wordt toegevoegd aan de onderwijsteams, zorgt ervoor dat het onderwijspro-grammazodanigwordtingerichtdatdeleerlingenvoldoendeflexibiliteithebbenin hun keuzes richting arbeidsmarkt. De invulling van dit gepersonaliseerd on-derwijs zit nu nog in de inrichtingsfase en krijgt in de loop van 2016 haar beslag. In 2017 zal Leeuwenborgh er de eerste vruchten van plukken.

Voortbordurend op de in het bestuursverslag 2014 gedane uitspraak dat het huis op orde is maar de meubels nog ontbreken, kan met betrekking tot 2015 worden gesteld dat de meubels inmiddels zijn besteld. Nicole Beuken: “Er wordt nog wel nagedacht over een kastje hier of daar, maar het worden allemaal moderne, multifunctionele en duurzame meubels.” Leeuwenborgh is dus klaar om binnen de veranderingen in het beroepsonderwijs het verschil te blijven maken? “Klaar ben je nooit,” vervolgt zij. “Er zijn altijd verbeteringen mogelijk en er wordt hard gewerkt om de doelstellingen te halen. Aan een onderwijsproces komt volgens mij nooit een eind. Je moet de toekomst aankunnen en dat gebeurt bij Leeuwenborgh met veel enthousiasme. Je ziet dat mensen de juiste motivatie hebben en stap-pen willen maken. De drive om de plannen op te pakken, is groot. In die zin is Leeuwenborgh zeker klaar voor de toekomst. Maar je moet altijd alert blijven om te blijven vernieuwen en je verder te ontwikkelen.”

Dat is niet zo vanzelfsprekend, want de koers in Den Haag wijzigt nog weleens. “Je moet de tijd krijgen voor je eigen ontwikkeling als roc en om je strategie tot een succes te maken,” stellen beiden. “Het is belangrijk je niet te veel te laten

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

95

afleiden,jekoersvasttehoudenenintepasseninhetregeringsbeleid.Maaralsin Den Haag andere prioriteiten worden gesteld of de geldkraan wordt dichtge-draaid, kun je je eigen plannen alweer moeilijker verwezenlijken. Je onderwijs sluit namelijk aan op wat je regio nodig heeft. We werken dan ook samen met andere roc’s en binnen de MBO-raad wisselen we zaken uit en leren we van elkaar.”

Zo kijkt de Raad van Toezicht met een open mind naar de regio, het aanbod van onderwijs en leerlingen en hoe dat aanbod kan worden behouden. “We zoe-ken samen naar de oplossingen die voor de diverse roc’s in de regio het best geëigend zijn en proberen een win-winsituatie te creëren. Het Samenwerkend Techniekcollege met Arcus is daar een goed voorbeeld van. We kunnen niet al-lemaal onze eigen techniekopleidingen meer overeind houden. Je moet streven naar één goede opleiding, op de juiste schaal voor de hele regio. Wellicht dat in de toekomst eveneens voor andere opleidingen iets vergelijkbaars aan de orde zal zijn. Daarnaast ontstaan nieuwe opleidingen en ook daar wordt regelmatig over gerapporteerd. Wij bewaken ook dit proces voor Leeuwenborgh op inhoud en randvoorwaarden.”

Dieinhoudenrandvoorwaarden(financiën,huisvesting)evaluerend,steltNicoleBeuken dat Leeuwenborgh aan de maat is. De kwaliteit van het onderwijs is goed. De door de inspectie aangegeven verbeteringen zijn geen kernpunten en zitten in procedurele en administratieve zaken. Ook in benchmarks scoort Leeuwenborgh een ruime voldoende. De opleidingen komen voldoende tegemoet aan de wen-sen van het bedrijfsleven en aan de maatschappelijke functie van Leeuwenborgh. “Ook de deelnemerstevredenheid is redelijk tot goed. We voldoen aan de nor-men van Den Haag en de inspectie en sluiten aan op de behoefte in de regio. Iedereen voelt zich happy en op zijn plek en dat zijn de belangrijkste kwaliteits-indicatoren.” Het zou ook vreemd zijn als je bij de benchmark redelijk tot goed scoort en het bedrijfsleven heel erg ontevreden zou zijn. Ria Doedel: “Er worden goede contacten onderhouden met de werkgevers, welk personeel zij nodig hebben. Want je moet voorkomen dat je opleidt voor werkloosheid. Signalen over een veranderende behoefte aan kennis moet je tijdig oppikken.” En dat doet Leeuwenborgh.

96

Leeuwenborgh heeft sinds vier jaar een Studentenraad, die in 2015 bestaat uit vijf studenten. Twee keer per jaar overlegt de raad met het College van Bestuur (CvB) en eens per jaar stemt hij af met de Raad van Toezicht. De studenten par-ticiperen hiermee in de besluitvorming. Het periodieke overleg met het CvB is het geijkte moment om zaken namens de studenten bij de juiste mensen onder de aandacht te brengen. De rol van de Studentenraad is vergelijkbaar met die van de OR. Beide hebben instemmings- en adviesrecht. Voor een goede oor-deelsvorming wordt de Studentenraad intern begeleid door de bestuurssecre-taris, oud-docent en daardoor goed in staat zich in te leven in wat de studenten bezighoudt. De ideale mentor, want hij staat dicht bij het CvB en kan daardoor voor zaken vanuit de Studentenraad net iets sneller en makkelijker aandacht vragen. Als oud-voorzitter van de OR weet hij tevens hoe belangrijk inspraak is en hoe je als Studentenraad goed gebruik kunt maken van je rechten.

Op Educatie na zijn inmiddels alle opleidingssectoren in de Studentenraad vertegenwoordigd. Voor Educatie geldt als excuus dat de studenten soms maar kort hun opleiding genieten.

De Studentenraad is in 2015 tien keer bij elkaar gekomen. In zijn overleggen heeft de raad met name aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:

• Catering:hierbijhebbenzeo.a.gesprokenoverdeprijsvankoffieenoverde watervoorziening. Ze hebben bewerkstelligd, dat water gratis uit de automatenkomt.Ookisinmiddelsdeprijsvankoffieentheesubstantieelverlaagd.

• Er is gesproken over de feedback op het onderwijsproces door studenten. Dit onderwerp is inmiddels opgenomen in het Strategisch Beleidsplan van Leeuwenborgh.

• In het licht van de actuele ontwikkelingen is uitgebreid aandacht besteed aan de Privacy. Dit is tot speerpunt benoemd voor 2016 en volgende jaren.

• De regelingen rondom de schoolkosten zijn besproken. Dit heeft geleid tot afspraken met betrekking tot informatie en verantwoording hierover.

• De Studentenraad heeft een positief advies afgegeven m.b.t. de afwijking van de urennorm bij een tweetal opleidingen.

• De voortgang en de eventuele consequenties van het nieuwe beleidsplan Leeuwenborgh Maakt Het Verschil zijn besproken.

• De problemen rondom roostering hebben uitgebreid aandacht gekregen. Begin van de lestijden en de aansluiting op het openbaar vervoer zijn nu beter op elkaar afgestemd.

• De Studentenraad heeft zich gebogen over hoe de raad zich beter zou kun-nenprofilerend.m.v.publiciteit.

• Er is een verzoek opgesteld voor kledinghaakjes op de wc’s. Deze zijn in-middels aangebracht.

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

Studentenraad2

2 Formeel is sprake van een Deelnemersraad. Aangezien binnen de MBO-Raad en ook binnen Leeu-wenborgh afgesproken is te spreken over studenten, is deze lijn ook hier doorgetrokken.

97

Studentenraad2

97

Voor de ondernemingsraad is het belangrijk om te weten, wat er leeft op de “werkvloer” en deze kennis vervolgens om te zetten in beleid. Tijdens de ach-terbandagen in 2014 heeft de OR volop informatie verzameld bij hun collega’s, zowel leidinggevenden, docenten als ondersteunende medewerkers; hun zor-gen zijn geprioriteerd in de volgende top 6:

1. Werkdruk en Voorzieningen2. Strategische agenda3. Versmelting Techniek4. Spin off versmelting Techniek Arcus - Leeuwenborgh5. Veiligheid6. Kwaliteitsverbetering onderwijs

In 2015 hebben met name de eerste drie punten met grote regelmaat op de agenda van de OR-vergaderingen gestaan. De verslagen zijn gepubliceerd op de website van de OR.

In 2015 heeft Ron de Ruijter de ondernemingsraad verlaten en is zijn plaats ingenomen door Mark Poel. De andere OR-leden waren:Marieke VandewalMarjan TeunenGerrie ReintjensRon StevensRobert van OerlePeter Tillmann (voorzitter)Ludo Cuijpers (vicevoorzitter)Jan Janssen (secretaris)

De ondernemingsraad voerde in 2015 vrijwel wekelijks overleg, zowel intern, als met het CvB. Ook een overleg met de Raad van Toezicht heeft plaatsgevonden.Daarnaast heeft de OR aan deskundigheidsbevordering gedaan.

Ondernemingsraad

98

Externe functies leden College van Bestuur

Jos Kusters, voorzitter

• Voorzitter stuurgroep onderwijs, Agenda commissie Koers voor Zuid Lim-burg, provincie Limburg (vacatievergoeding)

• Bestuurslid Limburg Economic Development (LED)• Bestuurslid De Maatschappij• Bestuurslid Limburgse Werkgevers Vereniging kring Zuid (LWV)• Voorzitter Raad van Toezicht WIJeindhoven (vrijwilligersvergoeding)• Bestuurslid Chemelot Innovation Learning Labs (CHILL)• Voorzitter stuurgroep Techniek Opleidingen Zuid Limburg (TOZL)• Voorzitter Vereniging Kwaliteitsbevordering Bestuurders BeroepsOnderwijs

(VKBBO)

Ferno Schneiders, lid

• Lid Raad van Toezicht Stichting Jeugdzorg St. Joseph (bezoldigd)• Lid Bestuur Stichting ‘Ieder MBO een Practoraat’ (vanaf 30 juni 2015) (onbezoldigd).

Conform de code goed bestuur in het mbo vermelden wij hier ook de criteria, op basis waarvan beoordeeld wordt, of een nevenfunctie voor zowel leden van het College van Bestuur als voor leden van de Raad van Toezicht acceptabel is. De criteria waarop de Raad van Toezicht zijn goedkeuring verleent of onthoudt zijn: a. geen onwenselijke verstrengeling van belangen tussen hoofdfunctie en ne venfunctie; b. de nevenfunctie mag niet leiden tot zodanig tijdsbeslag, dat daardoor de hoofdfunctie in gedrang komt (art. 15.1 uit het bestuursreglement).

De criteria, op grond waarvan de toestemming (voor leden van de Raad van Toezicht) kan worden onthouden, zijn gelijk aan de criteria, die gelden voor het College van Bestuur (art. 16.3 uit het bestuursreglement).

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

99

Externe functies leden Raad van Toezicht

Nicole Beuken

Hoofdfunctie • Directeur Stichting Pensioenfonds ABP (bezoldigd)

Nevenfuncties• Commissaris Rabobank Parkstad Limburg (bezoldigd)• Voorzitter Raad van Toezicht Pensioenfonds Vervoer (bezoldigd)

Marjo Keuzenkamp

Hoofdfunctie• Directeur en grootaandeelhouder (DGA) Wysiwyg Consultancy B.V. (bezoldigd)

Jacques Scheres • Lid Raad van Bestuur, vertegenwoordiger Europees Parlement European

Centre for Disease Prevention and Control ECDC, Stockholm• Gasthoogleraar Public Health Genomics National Institute Public Health,

Warschau • Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG, Afd. Med. Microbiologie • Gasthoogleraar Public Health Department of International Health,

Universiteit Maastricht • Lid Raad van Toezicht RegistratieNet Huisartspraktijken RNH, Universiteit

Maastricht • Penningmeester Nationale Stichting Nederland-Polen Gaude Mater Polonia• Voorzitter Management Board EurSafety Healthnet (Antibiotic Resistance

and Hospital Infections in border areas between N-Dld-B) • Lid Raad van Toezicht Gouverneur Kremers Centrum (Kenniscentrum

onderzoek zorg voor mensen met een verstandelijke handicap) • Adviseur European Patient Safety Foundation • Lid Strategische Beleidsgroep Gezondheid Euregio Maas Rijn• Honorary Member European Association of Hospital Managers• Voorzitter Committee European Affairs European Association of Hospital

Managers• Lid Stichtingsraad van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA• Lid van de Advisory Council van de Polish Society for Public Health

100

Frank van Attekum

Hoofdfunctie• Management consultant bij Deloitte

Nevenfunctie• lid Raad van Toezicht MAASTRO clinic Maastricht (bezoldigd)

Ria Doedel

Hoofdfunctie• Directeur WML (bezoldigd)

Nevenfunctie• Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Wonen Limburg (bezoldigd)

Yvonne Paulussen

Hoofdfunctie• Director of Change Vekoma Rides B.V. (bezoldigd)

Nevenfuncties• Lid Klachtencommissie Rubicon Jeugdzorg (bezoldigd)• Lid werkveldcommissie European Studies• Voorzitter Vrouwen@wurfeld

Alita Hidding

• Lid Raad van Toezicht Dichterbij, Gennep (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht Vincent van Gogh, Venray (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht SGE, Eindhoven (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht Meditta, Sittard (bezoldigd)• Voorzitter Raad van Toezicht RAP, Heerlen (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht GGZ Momentum (bezoldigd)• Lid Raad van Toezicht PAMM, Veldhoven (bezoldigd)• Bestuurslid Humanitas Maastricht-Heuvelland• Raadslid gemeente Valkenburg aan de Geul (bezoldigd)• Fractievoorzitter D66 Valkenburg aan de Geul • Voorzitter Raad van Toezicht PWH en PWV (Peuterspeelzaalwerk Heerlen

en Voerendaal).

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

101

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een verklaring, dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Leeuwenborghdefinieertdezevereistenalsvolgt:hetvoldoenaandezorgplichtinformatievoorziening, verstrekken van een onderwijsovereenkomst ofwel prak-tijkovereenkomst, het melden van voortijdige schooluitval, het in werking hebben van klachtenregelingen met betrekking tot examens en vertrouwenszaken, het voldoen aan de wet Beroepen in het Onderwijs (BIO), alle opleidingen voldoen aan de minimum urennorm, de vrijwillige bijdrage van studenten voldoet aan de nor-men zoals door JOB gesteld en ten slotte de toegankelijkheid van de opleidingen voor alle potentiële studenten en het daarmee bedienen van studenten uit een aantalspecifiekedoelgroepen.

De informatieplicht vanuit school naar studenten en ouders is verankerd in het onderwijs- en examenreglement van alle opleidingen.

Leeuwenborgh hecht aan persoonlijke opvang van studenten (en medewerkers) met vertrouwenszaken of klachten over ongewenst gedrag.

Leeuwenborgh spant zich in om ten aanzien van alle docenten te voldoen aan het gestelde in de wet BIO. Voor alle medewerkers staat voldoende budget voor na- en bijscholing ter beschikking.

Leeuwenborgh heeft als roc de verplichting om studenten op te leiden tot een dusdanigniveau,datzijvoldoenaandekwalificatieplicht.Aanalle–potentiële-studenten wordt een passend aanbod, dat kan leiden tot diplomering op mini-maal niveau 2, aangeboden. De - fysieke - toegankelijkheid van de opleidingen en gebouwen voor – potenti-ele – studenten uit alle bevolkingsgroepen staat bij Leeuwenborgh hoog in het vaandel. Alle opleidingen van Leeuwenborgh voldoen aan de wettelijke vereisten.

Governance

Leeuwenborgh voldoet op alle punten aan de “Branchecode goed bestuur in het mbo” in werking getreden per 1 augustus 2014. De branchecode is opgesteld door de MBO-raad en geldt als lidmaatschapseis.

Goedkeuring

De jaarrekening 2015 is door de Raad van Toezicht in aanwezigheid van de accountant besproken. De jaarrekening vormt volgens de verklaring van de ac-countant een getrouwe weergave van de in 2015 gerealiseerde processen.

De jaarrekening en het bestuursverslag over 2015 zijn in de vergadering van de Raad van Toezicht op 6 juni 2016 goedgekeurd en vervolgens in de vergadering van het College van Bestuur van 7 juni 2016 vastgesteld.

Verklaring van het bevoegd gezag

102

BESTUURSVERSLAG 2015 - ROC LEEUWENBORGH

AfkortingenAB Ambulante Begeleiding / Ambulante BegeleiderAKA ArbeidsmarktgeKwalificeerdAssistentALC AfdelingsLeerCentrum BBL BeroepsBegeleidende LeerwegBOL BeroepsOpleidende LeerwegBPV BeroepsPraktijkVormingBVE Beroeps- en VolwassenenEducatie BWS Bureau Werk & StageCFI-DUO Centrale Financiën Instelling / Dienst Uitvoering OnderwijsCHILL Chemelot Innovation and Learning LabsSector CHTUvV Sector Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, VeiligheidCIOS Centraal Instituut Opleiding SportleidersCIVEC Centrum voor Innovatief Vakmanschap ChemieCrebo Centraal register beroepsopleidingenCWI Centrum Werk en InkomenEIZT Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en TechnologieEVC Erkenning van eerder Verworven CompetentiesFCW Fontys Competentie WijzerFEZ Financieel Economische ZakenGGD Gemeentelijke GezondheidsDienstHAVO Hoger Algemeen Vormend OnderwijsHBO Hoger BeroepsOnderwijsHRM Human Resources ManagementICT Informatie en Communicatie TechnologieJOB JongerenOrganisatie BeroepsonderwijsKBA Kenniscentrum Beroepsonderwijs ArbeidsmarktKvK Kamer van KoophandelLEC Leeuwenborgh ExamenCommissieLED Limburg Economic DevelopmentLGF Leerling Gebonden FinancieringLVO Stichting Limburgs Voortgezet OnderwijsLWV Limburgse WerkgeversVerenigingMBO Middelbaar BeroepsOnderwijsNCW Nederlands Christelijk WerkgeversverbondNT2 Nederlands als Tweede TaalOLC Open LeerCentrumO & O Onderwijs & OrganisatiePIW Partners in WelzijnP-D-C-A Plan-Do-Check-ActRM RisicomanagementRMC Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlatersROC Regionaal OpleidingscentrumSMW Schoolmaatschappelijk WerkSVOPL Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad LimburgUWV Uitvoeringsinstituut WerknemersverzekeringenVAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen OnderwijsVMBO Voorbereidend Middelbaar BeroepsonderwijsVNO Verbond van Nederlandse OndernemingenVO Voortgezet OnderwijsVSO Voortgezet Speciaal OnderwijsVSV Voortijdige Schoolverlaters

103

AB Ambulante Begeleiding / Ambulante BegeleiderAKA ArbeidsmarktgeKwalificeerdAssistentALC AfdelingsLeerCentrum BBL BeroepsBegeleidende LeerwegBOL BeroepsOpleidende LeerwegBPV BeroepsPraktijkVormingBVE Beroeps- en VolwassenenEducatie BWS Bureau Werk & StageCFI-DUO Centrale Financiën Instelling / Dienst Uitvoering OnderwijsCHILL Chemelot Innovation and Learning LabsSector CHTUvV Sector Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, VeiligheidCIOS Centraal Instituut Opleiding SportleidersCIVEC Centrum voor Innovatief Vakmanschap ChemieCrebo Centraal register beroepsopleidingenCWI Centrum Werk en InkomenEIZT Expertisecentrum voor Innovatieve Zorg en TechnologieEVC Erkenning van eerder Verworven CompetentiesFCW Fontys Competentie WijzerFEZ Financieel Economische ZakenGGD Gemeentelijke GezondheidsDienstHAVO Hoger Algemeen Vormend OnderwijsHBO Hoger BeroepsOnderwijsHRM Human Resources ManagementICT Informatie en Communicatie TechnologieJOB JongerenOrganisatie BeroepsonderwijsKBA Kenniscentrum Beroepsonderwijs ArbeidsmarktKvK Kamer van KoophandelLEC Leeuwenborgh ExamenCommissieLED Limburg Economic DevelopmentLGF Leerling Gebonden FinancieringLVO Stichting Limburgs Voortgezet OnderwijsLWV Limburgse WerkgeversVerenigingMBO Middelbaar BeroepsOnderwijsNCW Nederlands Christelijk WerkgeversverbondNT2 Nederlands als Tweede TaalOLC Open LeerCentrumO & O Onderwijs & OrganisatiePIW Partners in WelzijnP-D-C-A Plan-Do-Check-ActRM RisicomanagementRMC Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlatersROC Regionaal OpleidingscentrumSMW Schoolmaatschappelijk WerkSVOPL Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad LimburgUWV Uitvoeringsinstituut WerknemersverzekeringenVAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen OnderwijsVMBO Voorbereidend Middelbaar BeroepsonderwijsVNO Verbond van Nederlandse OndernemingenVO Voortgezet OnderwijsVSO Voortgezet Speciaal OnderwijsVSV Voortijdige Schoolverlaters

104

105

Ontwerp & opmaak: Ontwerpburo Blend i.s.m. PR & C LeeuwenborghTeksten: Financieel Economische Zaken (FEZ) i.s.m. Van Zandvoort CommunicatieRedactie: Financieel Economische Zaken (FEZ)Drukwerk: Andi druk

ROC Leeuwenborgh

Centraal adres: Sibemaweg 20 6224 DC Maastricht

Postadres: Postbus 1825 6201 BV Maastricht

Telefoon: 088-0015000 Website: www.leeuwenborgh.nl E-mail: [email protected] KvK-nummer: 41074030

Wilt u reageren op dit bestuursverslag? Graag. Dat kan via [email protected]

106

ROC Leeuwenborgh | centraal adres: Sibemaweg 20 • 6224 DC Maastricht postadres: Postbus 1825 • 6201 BV Maastrichttelefoon: 088-0015000 website: www.leeuwenborgh.nl e-mail: [email protected] KvK-nummer: 41074030