Vakoverschrijdende eindtermen ‘Omgeving en duurzame ontwikkeling’ als contextgebied 20 Januari...
-
Upload
nathan-dijkstra -
Category
Documents
-
view
217 -
download
3
Transcript of Vakoverschrijdende eindtermen ‘Omgeving en duurzame ontwikkeling’ als contextgebied 20 Januari...
Vakoverschrijdende eindtermen ‘Omgeving en duurzame
ontwikkeling’ als contextgebied
20 Januari 2009EDO Studiedag
Willy SleursEntiteit Curriculum
Departement Onderwijs & VormingMinisterie van de Vlaamse Gemeenschap
Waarden Ethiek Actie
Kennis
Systeem-denken
Emotie
Leer-processen voor DO
Kennis
Specifieke kenmerken i.v.m. kennis rond EDO Conceptuele Feitenkennis Handelingsgerelateerde kennis Kennis betreffende het ontwikkelen van een visie
Kennisverbanden tijd (verleden – heden - toekomst) ruimte (lokaal - globaal) Interdisciplinair
Kwaliteit van de kennis Kritisch denken is essentieel
Actie
Actie moet de leerling in staat stellen om:
ervaring op te doen met conflicterende waarden
te kunnen discussiëren over mogelijke veranderingen en visies
op basis van kwaliteitsvolle keuzen oplossingen te vinden
zich actief in te zetten voor DO
zelfefficiëntie te ervaren
te kunnen reflecteren over acties
de actie te kunnen evalueren
Emotie
Emoties en gevoelens zijn verbonden met denken
Gevoelens zijn belangrijk bij het nemen van beslissingen (Kals)
Emoties zijn meestal zichtbaar voor anderen (Damasio)
Gevoelens zijn enkel herkenbaar voor de persoon in kwestie (Damasio)
Emotie is het begin van een reactieketen die eindigt in een gevoel (Damasio)
Empathie speelt een hoofdrol bij EDO
Waarden en ethiek
Waarden worden vrij vroeg ontwikkeld
er is geen bewijs voor ‘juiste’ of ‘foute’ waarden
voorbeelden: rechtvaardigheid, leven, vrijheid, …“EDO gaat fundamenteel over waarden, waarbij
respect centraal staat …” (United Nations 2004)
Ethiek = zoeken naar een antwoord op de vraag: “wat zullen we / zal ik doen?”
SysteemdenkenBasiscriteria van systeemdenken (Capra, 1992):
Van elementen naar het geheel (organisatiepatronen) Van enkelvoudige elementen naar verbandenVan structuren naar processenVan ‘objectiviteit’ naar de constructie van de werkelijkheid
Omgaan met complexiteit(risico’s, voorzorgprincipe)
Complexiteit via syndroomanalyse
Visie op de basisvorming
Decreet (1996): Inhoudelijk gedefinieerd: vanuit maatschappelijk perspectief en vanuit perspectief op persoonlijke ontwikkeling
Europese Unie (2006): kerncompetenties voor levenslang leren
Uitgangsvraag: welke minimumcapaciteiten heeft een burger in Vlaanderen nodig om kritisch-creatief te functioneren in de samenleving en voor de uitbouw van een persoonlijk leven?
Waarom VOET niet (meer) graadgebonden?
Feedback uit scholen:
Ervaring met VOET: haalbaarheid, in combinatie met allerlei activiteiten, projecten, vakken, samenwerking, coördinatie
Eigen beslissingen nemen om missie en visie gestalte te geven = eigen keuzes maken
Beleidsvoerend vermogen van scholen stimuleren en erkennen
Concept en ordeningskader
Basisvorming:
Ontwikkeling
van de persoon
in een
Multiculturele, democratische samenleving
7 contexten
Lichamelijke gezondheid en veiligheid
Mentaal welbevinden Socio-relationele ontwikkeling
Omgeving en duurzame ontwikkeling
Politiek-juridische samenleving Socio-economische samenleving Socio-culturele samenleving
Gemeenschappelijke stam
Selectie van essentiële vaardigheden, verwoord in 26 eindtermen
Meer algemeen geformuleerd dan de eindtermen in de contexten = toepasbaar in diverse situaties of activiteiten en combineerbaar met zowel vakgebonden als andere vakoverschrijdende eindtermen
Context 6: Omgeving en duurzame ontwikkeling
1. Participeren aan milieubeleid en milieuzorg op school 2. Herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid
tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid
3. Zoeken naar mogelijkheden om zelf duurzaam gebruik te maken van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen
4. Zoeken naar duurzame oplossingen om de lokale en globale leefomgeving te beïnvloeden en te verbeteren
5. Tonen interesse en uiten hun appreciatie voor de natuur, het landschap en het cultureel erfgoed
6. Voelen de waarde aan van natuurbeleving en het genieten van de natuur
Context 5: politiek-juridische samenleving
3. Tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten
10. Illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen
13. Geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.
Context 6: socio-economische samenleving
2. Toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart
3. Zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld
4. Hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument
8. Geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan
Context 7: socioculturele samenleving
1. Beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen;
2. Gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen
3. Illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit
7. Illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing