UNIVERSITEIT!GENT!...
Transcript of UNIVERSITEIT!GENT!...
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
ACADEMIEJAAR 2013 – 2014
HET GEBRUIK VAN SOCIALE MEDIA BIJ
PROFESSIONELE BELGISCHE VOETBALCLUBS
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van:
Master of Science in de Bedrijfseconomie
Sam Huylebroek
Onder leiding van
Prof. Bart Clarysse & Dr. Robin De Cock
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE
ACADEMIEJAAR 2013 – 2014
HET GEBRUIK VAN SOCIALE MEDIA BIJ
PROFESSIONELE BELGISCHE VOETBALCLUBS
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van:
Master of Science in de Bedrijfseconomie
Sam Huylebroek
Onder leiding van
Prof. Bart Clarysse & Dr. Robin De Cock
Vertrouwelijkheidsclausule
PERMISSION
Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of
gereproduceerd worden, mits bronvermelding.
Sam Huylebroek
I
Woord vooraf
Euforie en teleurstellingen zijn twee gevoelens die zijn samengegaan bij het schrijven van
deze masterproef. In het begin leek het een onmogelijke opdracht om deze masterproef tot
een goed einde te brengen. Na echter enkele teleurstellingen te hebben doorstaan is het ons
toch gelukt om dit tot een goed eind te brengen.
Ik zou mijn oprechte dank willen uitbrengen aan alle mensen die een bijdrage hebben
geleverd om mijn masterproef tot een goed einde te brengen. Dit werk is namelijk niet
alleen mijn verdienste! Ik zou heel graag de heer Robin De Cock willen bedanken voor zijn
advies en steun doorheen het schrijven van deze masterproef. Verder zou ik ook mij familie
en vriendin willen bedanken om mij steeds te steunen.
Ik zou ook graag de Universiteit Gent willen bedanken voor de succesvolle samenwerking
van de afgelopen twee jaar en alle kansen die ik heb gekregen. Na een eerdere opleiding
gevolgd te hebben aan de Vrije Universiteit Brussel was het niet gemakkelijk om te
veranderen van universiteit. UGent heeft mij echter perfect geholpen waardoor ik hier geen
problemen aan heb ondervonden. Zodoende wil ik de Universiteit Gent bedanken !
II
Inhoudsopgave
Woord vooraf I
Gebruikte afkortingen IV
Lijst van tabellen, figuren, kaarten,… V
Inleiding 1
HOOFDSTUK 1: Evolutie van sociale media 2
1.1 Definiering sociale media 2
1.2 Evolutie van sociale media 3
1.3 De consument 5
1.4 Belang van sociale media 6
HOOFDSTUK 2: Gebruik van sociale media 7
2.1 Reden van gebruik 7
2.2 Sociale media: functies en voorbeelden 8
2.3 Vormen van sociale media 10
2.3.1 Categorieën uit de literatuur 10
2.3.2 Categorieën en websites 11
HOOFDSTUK 3: Sociaal mediagebruik bij bedrijven 14
3.1 Merken en sociale media 14
3.2 Effecten van “Online word of mouth” 16
3.3 Marketing door midden van sociale media 16
3.3.1 Social web 17
3.3.2 sociale media als een marketingkanaal 18
3.3.3 Content marketing 18
3.3.4 E-‐marketing 19
3.4 SWOT analyse van sociale media 19
III
3.5 Sociale media bij voetbalclubs 21
HOOFDSTUK 4: Onderzoeksmethodologie 24
4.1 methode 24
4.2 Doelgroep 26
4.3 gegevensverzameling 27
HOOFDSTUK 5: Bevindingen 29
5.1 Gebruik van sociale media 30
5.2 Voor –en nadelen van sociale media 43
5.3 Performantie 46
HOOFDSTUK 6: Conclusies 48
ALGEMEEN BESLUIT 51
REFERENTIES VI
BIJLAGEN 53
IV
Gebruikte afkortingen
SNS Sociale netwerksites
IAB Interactive Advertising Bureau
eWOM Online Worth of Mouth
V
Lijst van tabellen, figuren, kaarten,…
Figuur 1 Netwerken van 1.0 naar 3.0 4
Figuur 2: Sociale media is de speling tussen drie gebieden 8
Figuur 3: Sociale media: Functies en voorbeelden 9 Figuur 4: Indeling van ‘social media’ door sociale aanwezigheid en zelfpresentatie 10
1
Inleiding
Sociale media is het laatste decennium een zeer actief begrip geworden. In België zijn zeven
op tien mensen actief op sociale media, dit geeft weer hoe belangrijk sociale media
momenteel is (Interactive Advertising Bureau, 2013). Ook in de sportwereld wordt de sociale
media veelvuldig gebruikt. Deze studie richt zich op het gebruik van sociale media door
professionele Belgische voetbalclubs. Voetbal is volgens Houspes (2013) nog steeds één van
de populairste sporten in België en sociale media kan een belangrijke rol spelen in de
ontwikkeling van Belgische voetbalclubs. Voetbal is niet enkel één van de populairste
sporten, het is ook één van de sporten waar het meeste geld in omgaat. Ecorys (2005)
rapporteerde aan de Koninklijke Nederlandse voetbalbond dat het totaal van geldstromen in
het betaalde voetbal, in het seizoen 2003/04, zo’n 600 miljoen euro bedroeg (stijging van 9%
per jaar). Het is voor voetbalclubs dan ook van belang om zo professioneel mogelijke
werking te hebben.
In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de evolutie van sociale media. Sociale
media is geëvolueerd van iets onbekend naar iets alledaags. Vervolgens krijgt men in het
tweede hoofdstuk een overzicht van wat men als sociale media kan beschouwen, welke
vormen er bestaan en hoe de consument is geëvolueerd. In het derde hoofdstuk evalueren
we het sociaal mediagebruik bij bedrijven. Door gebruik te maken van sociale media hebben
bedrijven een alternatieve manier gevonden om marketing te voeren. Aan het einde van dit
hoofdstuk komen onze probleemstelling en onderzoeksvragen naar voor. Deze geven de
essentie van ons onderzoek week. In het vierde hoofdstuk gaan we kijken naar de gebruikte
onderzoeksmethodologie: Welke onderzoeksmethode we hebben gekozen en welke
populatie we hebben geselecteerd. In het vijfde hoofdstuk bekijken we de resultaten van
ons onderzoek. Hier worden de resultaten weergegeven van de verschillende
onderzoeksvragen en worden verschillende clubs met elkaar vergeleken. In dit hoofdstuk
vindt men het uiteindelijk resultaat van ons onderzoek terug. Ten slotte worden er
conclusies weergegeven waaruit we een algemeen besluit trekken over ons onderzoek.
2
HOOFDSTUK 1: Evolutie van sociale media
Sociale media is de laatste jaren zo belangrijk geworden dat bedrijven en beleidsmakers het
zich niet kunnen veroorloven om er niet naar te kijken (Misuraca, et al., 2009). Het zijn één
van de grootste identiteiten en reputatie management systemen van deze wereld
geworden.
1.1 Definiering sociale media
We definiëren sociale netwerksites als webgebaseerde diensten die individuen toestaan om
(1) een openbaar –of semi-‐openbaar profiel binnen een begrensd systeem aan te maken, (2)
een lijst van andere gebruikers met wie zij een verbinding hebben te raadplegen, en (3) het
kunnen bekijken en doorkruisen van hun lijst met wie zij een verbinding hebben binnen het
systeem. De aard en structuur van deze aansluitingen kunnen variëren van website tot
website (Boyd & Ellison, 2008).
Volgens Moekotte (2010) kan sociale media worden gezien als de ‘enablers’, waarmee een
individu zich persoonlijk kan uitdrukken (identiteitsontwikkeling), relaties kan aangaan
(gemeenschapsvorming) en artefacten kan produceren (culturele expressie); het zijn
‘instrumenten’ voor communicatie, sociale integratie en participatie en leveren van
bijdragen aan de moderne participatieve cultuur. Kenmerkend is verder de belangrijke
eigenschap, connectie, die een individu kan uitoefenen over het gebruik van deze media
(schafier, 2008).
Op een sociale netwerksite is het met andere woorden de bedoeling dat de gebruiker een
profiel aanmaakt en dit nadien gaat personaliseren. Dit profiel kan hij dan zelf
personaliseren aan de hand van foto’s, statussen, voorkeuren etc. Niet alleen de gebruiker
zelf kan zaken delen, ook kan hij beschikken over de informatie die anderen op sociale
netwerksites plaatsen. Ook hier kan het gaan om bijvoorbeeld foto’s en statussen maar ook
bepaalde reclames of advertenties kunnen gepost worden.
3
1.2 Evolutie van Sociale media
Sociale media is geëvolueerd uit het begrip ‘new media’. Deze term draait rond de
vernieuwde communicatiemiddelen (Met name het internet en alles daaromtrent zoals:
videogames, digitale fotografie, gsm’s, etc..). Samenvattend, bijna alles waar je het woord
digitaal aan kan linken (Van Esch, 2009). De term new media is ontstaan door het gebruik, de
verschillende vormen en de gevolgen van internetcommunicatietechnologieën te
onderzoeken (Lievrouw & Livingstone, 2006).
Overgang van web 1.0. naar web 2.0.
In de eerste fase van internet sprak men over web 1.0. Hier ging het enkel om statische
websites waarbij enkel de maker of eigenaar van de pagina de inhoud kon beheren (Schrum
& Solomon, 2007). Er was nog niet echt sprake van interactief gebruik van het internet. De
evolutie die het internet heeft ondergaan is een overschakeling van een passieve vorm naar
een actievere vorm van het internetgebruik. Hierbij is het niet louter de beheerder van de
website die bepaalt wat er op deze pagina’s verschijnt, het zijn de gebruikers zelf die op een
interactieve wijze vorm geven aan de website (Shuen, 2008).
Alle sociale websites die wij vandaag kennen komen onder de vorm ‘web 2.0’ (Schrum &
Solomon, 2007). Door academici wordt er bij deze toepassing ook wel eens gesproken over
‘social computing’ (Jennings, 2006). Hoe het komt dat er een overgang van ‘web 1.0’ naar
‘web 2.0’ kwam roept bij meerdere academici vele vragen op. Zo beschrijft Mechant (2007)
dat er een drastische breuk plaatsvond bij de overgang naar ‘web 2.0’, al kan hij niet bepalen
waar deze overgang juist plaatsvond. Dit wordt bekritiseerd door Lindmark (2009) die van
mening is dat de overgang naar ‘web 2.0’ een logische overgang was en dat ‘web 1.0’ enkel
een voorganger was in de aanloop naar het ontstaan van ‘web 2.0. Dereksen (2011)
illustreerde de evolutie van het internet volgens figuur 1.
4
Figuur 1 Netwerken van 1.0 naar 3.0 (Dereksen, 2011)
“In het 2.0-‐tijdperk krijgen individuen steeds meer mogelijkheden om hun eigen boodschap
te delen met hun omgeving (dialoog) waardoor de invloed van de individu toeneemt. In onze
visie leidt dat tot het 3.0-‐tijdperk waarbij de hiërarchische verhoudingen tussen instituten en
individuen verdwijnt en waarbij steeds meer op gelijkwaardige basis met elkaar wordt
gecommuniceerd en samengewerkt” (Dereksen, 2011, geciteerd in Society 3.0)
Onstaan van sociale media
In 1997 kwam er een eerste versie van een sociale netwerksite op de markt, Sixdegrees
(Lindmark, 2009). Deze was oorspronkelijk als een experiment bedoeld doordat de
Hongaarse schrijver Karinthy Frigyes beweerde dat elk persoon op deze aarde maximaal zes
connecties van elkaar verwijderd is (Valesco, 2008).
Sixdegrees was een medium om online vrienden te worden en om zo ook online berichten
naar elkaar te kunnen versturen (Lindmark, 2009). Het was niet mogelijk om een eigen
profiel aan te maken of vriendenlijsten op te stellen (Kaplan & Haenlain, 2010). Dit was het
eigenlijke startsein waarop ook andere sociale netwerksites (SNS) begonnen te ontstaan en
zo zijn we gekomen tot wat we vandaag kennen als zijnde een SNS. In bijlage 1 kunt u zien
welke SNS tussen 1997 en 2006 er zijn ontstaan en kunt u duidelijk waarnemen dat, in de
laatste jaren, het aantal sterk toeneemt. In bijlage 2 vindt u bijgevolg een uitleg over de
huidig meest prominente SNS.
5
Groei van sociale media
In januari 2009 waren er op de online sociale netwerk applicatie Facebook 175 miljoen
actieve gebruikers geregistreerd. Om even te schetsen, dit is slechts een gedeelte minder
dan het totaal aantal inwoners van Brazilië (190 miljoen) en twee keer zoveel als de totale
populatie van Duitsland (Kaplan & Haenlein, 2010). Kijkend naar het Forrester onderzoek,
75% van de internet gebruikers gebruikt sociale media in 2008 (dit is een stijging van 56% in
vergelijking met 2007), kunnen we stellen dat sociale media een revolutionaire trend is waar
elk bedrijf aandacht aan zou moeten schenken (Kaplan & Haenlain, 2010).
1.3 De consument
Niet enkel de media is geëvolueerd maar ook de internetgebruiker. De periode van de jaren
negentig zouden we kunnen omschrijven met de term ‘network age’. Deze term verwijst
naar hoe mensen het netwerk (internet) benaderen. In het begin van de 21ste eeuw zijn we
geëvolueerd naar een ‘connected age’ (Ahonen & Moore, 2005). In deze periode zijn we
continu verbonden met het internet, met elkaar en hebben we overal toegang tot het
internet.
Prosumer
Na verloop van tijd heeft de consument zich ontwikkeld tot een prosumer. Dit wil zeggen dat
een consumer nu zowel een consument als een producent van informatie is (Lüders, 2008).
Prosumers zijn continu geconnecteerd met het internet wat maakt dat ze een kritischer
ingesteldheid zullen krijgen. Het opzoeken naar extra informatie en elkaars mening vragen is
een logische stap in ons beslissingsproces. Een consument heeft een ruim keuzeaanbod en
kan gemakkelijker gaan vergelijken (Ahonen & Moore, 2005). Dit heeft wel geleid tot een
mindere klantentrouw. Ondanks mindere klantentrouw zijn mensen wel nog steeds bereid
om zich te engageren voor een merk (Van Belleghem, 2010). Voor merken is het dan ook
zeer belangrijk om een relatie op te bouwen met de consument. Om deze relatie op te
bouwen is het van belang dat er een duidelijke tweerichtingscommunicatie aanwezig is
(Dalla Costa, 1999). Door het publiek als participant te betrekken zullen klanten sneller
trouw worden (Lüders, 2008).
6
Heeft de consument de controle overgenomen?
Doordat de consument een prosumer is geworden is deze ook veel krachtiger geworden
(Ahonen & Moore, 2005). Een veelgehoorde uitspraak is dan ook dat de consument de
controle heeft overgenomen. Jaffe (2007) spreekt dit echter tegen en benoemde in 2007 de
internetgeneratie als de ‘L generation’. Dit wilt zeggen dat we ons momenteel in een
netwerk van communities bevinden waar niemand de controle heeft, ook de consument
niet. Hij stelt dat er meer partnerschap is dan dat er iemand de controle heeft. Edwards &
Dau (2007) stellen dat de producent niet teveel aandacht moet schenken aan de consument
omdat de productie nog altijd centraal staat. De consument verwacht namelijk nog altijd
kwaliteitsvolle producten. Met andere woorden, merken moeten proberen een win-‐win
situatie te bereiken (Ahonen & Moore, 2005).
1.4 Belang van sociale media
Zowel de maatschappelijke ontwikkelingen als ontwikkelingen op de arbeidsmarkt laten zien
dat sociale competenties en sociaal kapitaal in de vorm van netwerken en hulpbronnen van
groot belang zijn voor sociale integratie en duurzame arbeidsparticipatie. Sociale media en
sociale competenties raken dusdanig verweven dat van nieuwe vormen van geletterdheid
kan worden gesproken. Sociale media is een belangrijk instrument om sociale netwerken te
onderhouden en uit te breiden (Moekotte, 2010).
Wie deze mediavaardigheid niet beheerst, zal op termijn problemen krijgen als het gaat om
het optimaal ontwikkelen en gebruiken van sociale netwerken, het gebruikmaken van de
dienstverlening van lokale overheden en het op een verantwoorde wijze interpreteren en
waarderen van informatie. Eveneens zal deze mediavaardigheid/geletterdheid van invloed
zijn op het krijgen van werk (online solliciteren) en het adequaat uitvoeren van werk
(slimmer samenwerken of het vinden van een nieuwe job) (Moekotte, 2010).
7
HOOFDSTUK 2: Gebruik van Sociale media
Zeven op tien Belgen waren op 23 januari 2013 actief op een sociaal netwerk. Gemiddeld
zijn we op 1,4 sociale netwerksites actief maar een minderheid van 2% is zelfs lid van vijf of
meer netwerken. Dit zijn resultaten uit een recent onderzoek van Interactive Advertising
Bureau (IAB) en InSites Consulting.
Top 5 van de sociale netwerken qua ledenaantallen: België Europa
2.1 Reden van Gebruik
Volgens Marco Dekkers (2011) zijn er zeven specifieke redenen waarom consumenten
sociale media gaan gebruiken:
1. Op de hoogte blijven van nieuws van vrienden en familie.
2. Ontwikkelingen op het vakgebied te volgen.
3. Om verloren contacten terug te vinden / gevonden te worden.
4. Te netwerken (nieuwe baan).
5. Te laten zien wie je bent en wat je kunt (podium).
6. Mee te doen met de rest (kuddegedrag).
7. Zichzelf te vermaken.
1. Facebook (62%) 1. Facebook (65%)
2. LinkedIn (19%) 2. LinkedIn (21%)
3. Google+ (18%) 3. Google+ (19%)
4. Twitter (12%) 4. Twitter (14%)
5. Netlog (8%) 5. Netlog (7%)
8
Caudron (2013) haalde 12 redenen aan waarom bedrijven sociale media zijn gaan
gebruiken.
1. Recruitment (51% vaak of altijd).
2. Kennisdeling bevorderen (50%).
3. Communicatie tussen afdelingen en medewerkers verbeteren.
4. Vergroten van het kennisniveau van medewerkers.
5. Medewerkers inhoudelijk laten interacteren op berichten van de organisatie.
6. Medewerkers inhoudelijk betrekken bij thema’s van de organisatie.
7. Luisteren naar behoeften, ideeën en prestaties van medewerkers.
8. Vergroten van de (onderlinge) betrokkenheid van medewerkers.
9. Employer branding.
10. Op afstand werken effectiever en beter mogelijk maken.
11. Draagvlak, begrip en eigenaarschap creëren bij veranderprocessen.
12. In kaart brengen van competenties van medewerkers..
2.2 Sociale media: Functies en voorbeelden
Er zijn verschillende discussies omtrent de waarde van Sociale media. De meeste bedrijven
hebben moeilijkheden om te begrijpen welke waarde sociale media kan creëren en welke
functies deze heeft. Om waarden, via sociale media, te creëren is het van belang om drie
hoofdfuncties te combineren (Figuur 2). Deze zijn informeren, innoveren en realiseren
(Lüders, 2008). De mate waarmee men deze functies kan combineren geeft aan hoe
succesvol het gebruik van sociale media zal zijn. Deze geven weer welke waarde het voor het
bedrijf kan creëren.
Figuur 2: Sociale media is de speling tussen drie gebieden (Lüders, 2008)
9
Uit figuur 3 stellen we vast dat sociale media verschillende functies heeft. Zo heeft het twee
grote basisfuncties (informeel leren en interactieve webbased toepassing) waar
verschillende deelfuncties uit kunnen worden afgeleid. Deze functies geven aan op welke
manier sociale media kan worden gebruikt maar deze geven voornamelijk weer waarom
men sociale media zou moeten gebruiken. Sociale media kan gebruikt worden om informatie
te verspreiden maar kan ook gebruikt worden om iemand iets bij te leren. Op figuur 2 vinden
we een overzicht van de functies terug met enkele voorbeelden (Moekotte, 2010).
Figuur 3: Sociale media: Functies en voorbeelden (Moekotte, 2010)
Uit figuur 3.0. leidt Moekotte (2010) af dat het huidige internetgebruik veel verder reikt dan
enkel de communicatieve en informatieve functie die bij web 1.0. hoorde. De functies van
web 2.0 (zoals beschreven in figuur 3) zijn voornamelijk afkomstig van sociale media. Deze
Web 2.0
Informeel leren
Inisasef bij lerende
Leermiddelen zonder uitgeverij
Ontketende content
interacseve webbased toepassing
communiceren
samenwerken
verspreiden van kennis
Vernieuwende websites of social
sotware
Blog, wiki, videocast,
podcast, games
Youtube, Flickr
Webquest, websitemaker
10
heeft een grote impact op het huidig internetgebruik waardoor we momenteel het internet
voor veel meer doeleinden gebruiken dan toen met web 1.0.
2.3 Vormen van sociale media
De participatie op het web neemt steeds verder toe, vooral waar het gaat om websites of
toepassingen met sociaal component. Er zijn verschillende vormen van social media te
onderscheiden. In dit hoofdstuk onderscheidt men de verschillende categorieën.
2.3.1 Categorieën uit de literatuur
Sociale media kunnen we, op basis van de literatuur, onderscheiden in bepaalde
categorieën. Kaplan en Haenlein onderscheiden zes soorten categorieën van sociale media
op basis van sociale aanwezigheid en zelfpresentatie (Kaplan & Haenlein, 2009). Sociale
aanwezigheid wijst voornamelijk op het gehoor, het visuele en het fysieke contact dat kan
bereikt worden tussen twee communicatiepartners. Het principe van zelfpresentatie rust op
de veronderstelling dat in elk type van sociale interactie mensen het verlangen hebben om
de impressies, die andere mensen van hen vormen, te controleren (Kaplan & Haenlein,
2009). Op basis van deze elementen noemen ze deze categorieën als volgt:
samenwerkingsprojecten, blogs, content communities, social networking sites, virtual game
worls en virtual social worlds. Schematisch:
Social presence/Media richness
Low Medium High
High
Blogs
Social networking sites (bv. Facebook)
Virtual social worlds (bv. Second Life)
Self-‐presentation/
Self-‐disclosure
Low
Collaborative projects (bv. Wikipedia
Content communities (bv. Youtube)
Virtual game worlds (bv. World of Warcraft
Figuur 4: Indeling van ‘social media’ door sociale aanwezigheid en zelfpresentatie (Kaplan & Haenlein, 2009)
Tekstuele websites, zoals blogs en wiki’s, scoren laag op sociale aanwezigheid doordat ze
zich enkel richten op het uitwisselen van informatie. Virtuele werelden zijn op dit gebied het
11
meest geschikt omdat ze alle dimensies van face-‐to-‐face interacties nabootsen in een
virtuele omgeving (Kaplan & Haenlein, 2009). Alles wat zich in de “echte” wereld afspeelt,
kan zich ook in de virtuele wereld afspelen. De gebruiker heeft echter alles zelf in hand.
De onderscheidingen van Constantinides en Fountain (2007) kunnen vergeleken worden met
die van Kaplan en Haenlein. Zij baseren hun indeling echter op andere gronden. Hun
kernpunten kunnen worden samengevat in drie belangrijke beginselen. Ten eerste ligt de
focus op service gebaseerde, eenvoudige en open-‐source oplossingen in de vorm van online-‐
applicaties. Daarnaast bestaat er een continue en stapsgewijze applicatieontwikkeling die de
participatie en interactie van de gebruikers op nieuwe manieren vraagt: niet alleen
consumeren, maar ook bijdragen, bekijken en bewerken van de content. Als laatste ontstaan
er voor nieuwe servicegeoriënteerde businessmodellen nieuwe mogelijkheden voor het
bereiken van klanten (Constantinides & Fountain, 2007). Op basis van deze drie beginselen
stellen zij vijf hoofdcategorieën samen: blogs, social networks, (content) communities,
forums/bulleting boards & content aggregators (Constantinides & Fountain, 2007).
2.3.2 Categorieën en websites
Sociale media bestaan in verschillende vormen en dienen tal van doeleinden (in bijlage 2
vindt men een overzicht van alle sociale mediums terug). De consument beslist wat er
gebeurt op de sociale media en deze is een mengeling van feit en mening, indruk en
sentiment, gegronde en ongegronde weetjes, ervaringen en zelfs geruchten (Blackshaw &
Nazzaro, 2006).
Social networking sites:
Social networking sites (SNS) worden gekenmerkt door individuen die met elkaar in contact
komen rondom een bepaald onderwerp of omdat ze elkaar kennen of willen leren kennen.
Volgens Boyd en Ellison (2008) zijn het web-‐gebaseerde diensten die individuen toestaan om
(1) een publiek –of semi-‐publiek profiel te bouwen binnen een begrensd systeem, (2) een
lijst van andere gebruikers samen te stellen met wie zijn een connectie delen, en (3) bekijken
en doorlopen van hun eigen lijst met connecties en die van anderen binnen het systeem.
Kaplan en Haenlein voegen daaraan toe dat social networking sites gebruikers ook de
12
mogelijkheid bieden om e-‐mails en directe berichten naar elkaar te sturen (Kaplan &
Haenlein, 2009). Voorbeeld van voor dit onderzoek relevante SNS:
Opgericht: 2004 – Mark Zuckerberg
Wat: Facebook staat bekend als de populairste sociale netwerksite ter wereld. Het laat
iedereen met een account toe informatie te publiceren waarbij ze kunnen beslissen in welke
mate deze informatie zichtbaar is voor derden. De gedeelde informatie kan bijvoorbeeld
gaan om foto’s, filmbeelden en statusupdates.
Foursquare
Opgericht: 2009 – Dennis Crowley en Naveen Selvadurai
Wat: Netwerksite die gebruikers de mogelijkheid biedt in te checken op bepaalde plaatsen.
Zo kunnen vrienden op de hoogte gehouden worden van hun huidige locaties. Deze locaties
kunnen gebruikers ook delen met de rest van hun vrienden via Twitter of Facebook.
Opgericht: 2010 – Kevin Systrom en Mike Krieger
Eigenaar: Facebook
Wat: Instagram wordt gebruikt om foto’s te uploaden en deze via een digitaal kanaal aan
te passen. De foto’s worden steeds in een herkenbare vierkante vorm gepost.
Opgericht: 2003 – Reid Hoffman
Wat: Het is een platform waar de miljoenen gebruikers op de hoogte blijven van job
mogelijkheden, bedrijf nieuws en de producten en diensten van een bedrijf. Het is een
sociale netwerksite waarbij de focus ligt op professionele contacten. De intentie is niet
meteen de persoonlijke interesses van zijn gebruikers te tonen maar eerder diens
professionele interesses en gedachten.
13
Opgericht: 2006 -‐ Jack Dorsey
Wat: Twitter wordt omschreven als een microblog waarbij korte berichten van maximaal 140
tekens worden gedeeld met anderen. Deze korte berichten tweets genaamd, worden steeds
meer gebruikt door bekende personen, artiesten en organisaties die deze methode
gebruiken om hun fans en volgelingen op de hoogte te brengen van wat er bij hen omgaat.
YouTube
Opgericht: 2005 -‐ Chad Hurley, Steve Chen en Jawed Karim
Eigenaar: Google
Wat: YouTube is de bekendste sociale videosite die gebruikt wordt om video materiaal te
delen met de rest van de wereld.
Naast vriendennetwerken zoals Facebook, instagram, Foursquare,.. vallen ook zakelijke
netwerken onder SNS. LinkedIN is de grootste speler op dit gebied. Het doel van
netwerksites is het creëren van een online netwerk, die men zo kan inzetten om potentiële
werkgevers te vinden, om zelf gevonden te worden of om in contact te komen met mensen
uit jouw werkgebied. Waar het bij vriendennetwerken gaat om ‘vriend’ van iemand te
worden, word je bij LinkedIn gelinkt aan iemand zijn of haar professioneel netwerk (Kaplan
en Heinlein, 2009).
14
HOOFDSTUK 3: Sociaal mediagebruik bij bedrijven
De gekozen Belgische voetbalclubs worden geleid als een bedrijf (Een bedrijf is een
organisatie van mensen en middelen met als doel het leveren van producten of het verlenen
van diensten aan andere organisaties of particulieren (Encyclopedie, 2013)). In dit hoofdstuk
gaan we verder in hoe sociale media bij bedrijven wordt gebruikt (geen sportclubs). Nadien
komt de essentie van ons onderzoek naar voor door het sociaal mediagebruik van
professionele Belgische voetbalclubs te analyseren.
3.1 Merken en sociale media
Merken gaan meer en zichtbaarder dan ooit over de tong. Mensen associëren zich met
merken en gaan dit via sociale media ook delen met anderen. Online word “of” mouth
(eWOM) is al niet meer nieuw te noemen (Kerkhof, 2010). Na een analyse van 150.000
tweets bleek dat één op de vijf tweets een merk bevat. 20% van deze tweets velden een
oordeel over het merk. Deze waren voor het grote deel positief (55%) maar ook negatieve
ervaringen (33%) werden gedeeld (Kerkhof, 2010).
Een groot deel van de sociaal netwerkgebruikers (44%) volgt minstens één merk via sociale
media. Gemiddeld volgen we 11,1 merken waarvan we er zeven actief volgen. We doen dit
voornamelijk om promoties (62%) en informatie (61%) te ontvangen. Toch wil 55% van de
gebruikers merken helpen om hun producten en diensten te verbeteren. Het cliché dat
sociale media dus vooral gebruikt wordt als klaagmuur blijkt dus onterecht (Jansen, et al.,
2009).
Bedrijven die sociale media gebruiken hebben steeds minder eigendom over hun merk. Hun
merk wordt wat de online consumenten (en soms activisten) ervan maken en dat stemt niet
altijd overeen met wat het bedrijf voor ogen had. De behoefte van merken om mee te
praten op het sociale medium wordt zo ook steeds groter, zeker wanneer het merk negatief
15
over de tong gaat. De mensen achter het merk worden zo ook steeds belangrijker
(Thompson en Sinha, 2008)
Interactiviteit:
Voor merken is het een opportuniteit om gebruik te maken van de interactieve
mogelijkheden die de sociale media bieden. Ze kunnen op deze manier een dialoog met de
consument aangaan. Interactiviteit is een proces-‐gerelateerd, variabel kenmerk van
communicatie-‐instellingen. Net als face-‐to-‐face communicatie heeft computer-‐
gemediatiseerde communicatie de capaciteit van het inschakelen van een hoge
interactiviteit. Een gepostuleerd uitkomst van interactiviteit is engagement. Interactiviteit
kan ook leiden tot sociabiliteit (Rafaeli & Sudweeks, 1997).
Het concept van interactiviteit richt onze aandacht op de kruising van de psychologische en
sociologische aspecten, de brug tussen massa en interpersoonlijke communicatie, de
verschillen tussen gemedieerde en directe communicatie en de verschillen tussen
schriftelijke en gesproken communicatie (Rafaeli, 1988). Interactiviteit varieert langs een
continuüm. Aan de ene kant heb je declaratieve communicatie (eenrichtingsverkeer, bv. De
radio en televisie) en langs de andere kant heb je reactieve communicatie (tweewegen
communicatie). Volledig interactieve communicatie vereist dat men niet alleen rekening
houdt met de daaraan voorafgaande berichten maar ook met berichten uit het verleden. Op
deze manier vormt interactiviteit een vorm van sociale realiteit, zie bijlage 3 (Rafaeli &
Sudweeks, 1997).
Als we zouden kijken naar de realiteit dan kunnen we vaststellen dat er slechts een beperkt
aantal merken erin slagen om interactieve relaties met hun consumenten op te bouwen
(Lindstrom & Andersen, 2000). Slechts een beperkt aantal merken geeft ook de functionele
informatie waarop consumenten reageren. Meestal vinden we algemene en passieve
informatie terug op het internet. Het belang van interactieve relaties tussen merk en
consument mag nochtans niet worden onderschat (is één van de voornaamste redenen
waarom een consument trouw blijft). Informatie over de koper is essentieel om een relatie
op te bouwen. Hier schuilt een groot verschil tussen traditionele media en nieuwe media. Bij
traditionele media kreeg de verkoper nauwelijks toegang tot informatie over de consument
16
waardoor het moeilijk was om een aanknopingspunt te vinden. Nieuwe media geeft de
verkoper een massa aan informatie, over de consumenten, waardoor interactiviteit een stuk
makkelijker wordt. Niet meer het aanbod van de verkoper staat nu centraal maar wel de
behoeften van de koper (Mitchell, 2000 & Chapman, 2008).
3.2 Effecten van “online word of mouth”
De productervaringen die consumenten met elkaar online gaan delen beïnvloeden de keuzes
die consumenten maken. Uit onderzoek blijkt dat reviews en de ratings die worden gegeven
door consumenten voorspellend kunnen zijn voor toekomstige ticketverkoop (Dellarocas,
Zhang & Awad, 2007). Een analyse van tweets over films door onderzoekers bij Hewlett
Packard wees in dezelfde richting: hoeveelheid en aard van de tweets is voorspellend voor
box office succes (Asur & Huberman, 2010).
Het effect van online word of mouth (eWOM) is ook aangetoond in meer gecontroleerd
onderzoek waarin verschillende groepen mensen verschillende versies van een
consumentenreview te lezen krijgen. Zo worden hotels minder positief beoordeeld na het
lezen van een negatieve review, maar alleen wanneer het hotel niet bekend is (Vermeulen &
Seegers, 2009). Daar tegenover staat ook winst: minder bekende hotels worden bekender
door online reviews, los van het oordeel in de reviews. Consumenten gaan daardoor minder
bekende hotel vaker overwegen wanneer ze moeten kiezen tussen verschillende hotels. Dit
onderzoek geeft aan waarom steeds meer merken sociale media zien als een
marktingkanaal.
3.3 Marketing door middel van sociale media
Sociale media is een handig nieuw marketingtool waardoor informatie snel en efficiënt kan
worden verspreid. Toch is enige voorkennis echter vereist (Evans & Mckee, 2010). Volgens
deze auteurs zijn er drie belangrijke sleutelfactoren waarmee men rekening moet houden:
Luisteren, samenwerken en meten.
17
Traditionele marketing begint bij het opstellen van een boodschap en de passende
doelgroep vinden. Bij sociale media is dit echter anders. Hier moet het bedrijf in de eerste
plaats achterhalen welk gevoel het oproept bij de klanten en wat hun mening is over het
bedrijf, product of dienst, om zo via gedeelde participatie een netwerk op te starten. Op
deze manier krijgen klanten het gevoel dat ze inspraak krijgen. Dit gevoel zorgt voor een
hogere betrokkenheid (Evans & Mckee, 2010).
Om deze doelstellingen te realiseren is het nodig vooraf een richting te kiezen. Ofwel heeft
het bedrijf de intentie om via sociale media aan naamsbekendheid te winnen ofwel is de
keuze eerder om de tevredenheid na te gaan (Evans & Mckee, 2010).
3.3.1 Social web
Als we kijken naar ‘Social Media’ en het ontwikkelen van een marketingplan om het volledig
medium te benutten kunnen applicaties en andere hulpmiddelen een uitdaging vormen voor
marketeers. Dit is een nieuw medium waar heel wat promotionele mogelijkheden liggen.
Zoals reeds hierboven werd aangegeven wordt marketing bij sociale media anders gebruikt
dan bij ‘traditionele marketing’. Je moet er voor zorgen dat je promotie-‐plan niet wordt
aanzien als een onderbreking maar in de plaats daarvan dat het een positieve en
overtuigende invloed heeft. In theorie zullen ze nadien andere mensen online in een
gelukkige cascade van mond-‐tot-‐mond marketing brengen. Dit noemt men het sociale
netwerk effect, wat leidt tot een andere grote uitdaging: het gebrek aan sociale marketing
correct blijven behandelen. Negatieve gevolgen kunnen virale gevolgen hebben voor het
bedrijf (Evans & Mckee, 2010).
Het ontbreken van sociale media bij een bedrijf is zeer negatief en dit omdat ontbreken van
sociale media de marktpositie van een bedrijf in gevaar kan brengen. Wanneer ene bedrijf
actief is op sociale media kunnen mensen online continu over het bedrijf praten waardoor
het bedrijf in de ‘picture’ blijft staan. Het moet dus een deelnemer worden in de wereld van
het sociale web, maar in de meest intelligente-‐/effectieve manier van planning en het moet
worden geïmplementeerd volgens de best mogelijk sociale media marketing strategie. Het
bedrijf zal aanzienlijk profiteren van deze inspanning, met name in positieve mond-‐tot-‐mond
reclame met inbegrip van enthousiaste verwijzingen van mogelijk miljoenen online
18
gebruikers. Het sociale web vertegenwoordigt de ontzagwekkende ‘kracht van het collectief’
(Evans & Mckee, 2010).
3.3.2 Sociale media als een marketingkanaal
Steeds meer bedrijven zien sociale media als een marketingkanaal. Deels gaat dat op de
klassieke manier door te adverteren binnen sociale media. Sociale netwerksites als LinkedIn
en Facebook bieden mogelijkheden om zeer gericht te adverteren doordat profielen vaak
nuttige informatie bevatten zoals voorkeuren en hobby’s. Steeds vaker vindt marketing
binnen sociale media plaats zonder te adverteren. Een voorbeeld hiervan is de lancering van
Windows 7. Deze werd geheel binnen sociale media gelanceerd zonder dat er een klassieke
advertentie aan te pas kwam. Kern van deze campagnes is veelal het benaderen van
beïnvloeders, binnen de sociale media (bv. Invloedrijke bloggers), door hen te informeren
over een nieuw product en door dit product vaak ook ter beschikking te stellen. Deze gaan
hier nadien een oordeel over vellen en zullen dit online meedelen. Ook het automerk Ford
gebruikte reeds deze techniek. Zij stelden 100 Ford Fiesta’s ter beschikking van de
Amerikaanse consument en vroegen om hun ervaringen via sociale media te delen.
Uiteindelijk werden deze ervaringen 8 miljoen keer bekeken (Thompson & Sinha, 2008).
3.3.3 Content marketing
Content marketing is erop gericht relaties met mogelijke klanten op te bouwen door het
bieden van relevante informatie, dit in tegenstelling tot informatie die alleen maar de eigen
producten promoot (bv. Reclamebladen) Dit gebeurt steeds vaker online en steeds vaker
met functies die het mogelijk maken voor gebruikers om content te delen met anderen en
om met elkaar (en met het merk) interactie te hebben. Combinaties van adverteren en
content marketing werken vaak goed: advertenties die op content sites geplaatst worden
zijn vaak effectief (Thompson & Sinha, 2008).
19
3.3.4 E-‐marketing
E-‐marketing is de verzamelnaam voor het gebruik, door een bedrijf, van elektronische
kanalen zoals ondermeer e-‐mail en internet (de Nijs & heling, 2007). Het belang van e-‐
marketing kan het best voorgesteld worden aan de hand van de voor-‐ en nadelen van dit
type marketing.
Voor en nadelen van E-‐marketing:
Voordelen: Via e-‐marketing is het voor bedrijven mogelijk om een veel grotere doelgroep te
bereiken dan mogelijk was via traditionele media. De strategie van een marketingcampagne
moet wel in functie zijn van de strategische doelen (De Nijs & Helling, 2007). Naast dat men
een grotere doelgroep kan bereiken is het ook een stuk goedkoper. Nadien is het ook
eenvoudiger om de resultaten te evalueren (de return on investment kan berekend
worden). Om een advertentie online te kunnen bekijken moet hier op ‘geklikt’ worden. Deze
klik wordt opgeslagen waardoor de resultaten achterhaald kunnen worden (De Nijs &
Helling, 2007).
Nadelen: Bij e-‐marketing gebeurt alles virtueel waardoor de consument het product niet
zintuigelijk kan waarnemen. Dit kan problemen veroorzaken en kan de klanten weerhouden
om een product online aan te kopen. De consument komt online ook continu andere
advertenties tegen waardoor deze ook al sneller worden vergeten. Een mogelijkheid om de
consument toch te overtuigen om een product online aan te kopen kan de mogelijkheid tot
terugsturen zijn (De Nijs & Helling, 2007).
3.4 SWOT analyse van sociale media
Strength:
Sociale media is gemakkelijk bereikbaar en laagdrempelig voor het grootste deel van de
bevolking. Het gebruik ervan is gebruiksvriendelijk opgezet en men kan het bijna
onmiddellijk gebruiken, deze factoren hebben ertoe geleid dat sociale media populair is
geworden. Bedrijven kunnen, door gebruik te maken van sociale media, hun cliënteel op een
20
effectieve manier uitbreiden. Naamsbekendheid is hierbij een belangrijke troef. Sociale
media leidt er toe dat bedrijven ‘out of the box’ gaan denken en zo meer impact op de markt
kunnen hebben (Fernandez, 2009).
Weakness:
Soms kan de kracht van sociale media zich vertalen in een zwakte. Sociale media kan een
imago creëren dat niet past bij de visie van een bedrijf. Het heeft een limiet aan informatie
waardoor bedrijven moeten gaan selecteren en daardoor potentiële klanten kan verliezen.
Sociale media is een online gebeuren waardoor sommige bedrijven problemen ondervinden
om alles online te downloaden (Fernandez, 2009).
Opportunities:
“By using technologies, communities and governments can come together much more
readily. For example, social media technologies take away the traditional boundariesof time
and space for government processes, which has traditionally involved physical attendance at
hearings, panels or other input-‐seeking activities” (Bertot & Jaeger, 2010). Door sociale
media hebben bedrijven een uitstekende mogelijkheid om hun diensten en aanbod aan de
klant ten toon te spreiden. Ze bereiken een breed publiek waarbij er nieuwe gebruikers
kunnen worden aangetrokken. Bedrijven hebben mogelijkheid tot feedback waardoor ze
zich continu kunnen verbeteren. Door sociale media is het mogelijk om in contact te komen
met de klant en dit zorgt ervoor dat men trouw blijft aan een merk (Fernandez, 2009).
Kijkend naar de kansen die sociale media biedt, bieden Bertot & Jaeger (2010) enkele
dimensies aan. Ten eerste halen ze democratische participatie en betrokkenheid aan,
waardoor burgers in besluitvormingsprocessen betrokken kunnen worden. Ten tweede is er
voor hen het belangrijke concept ‘coproductie’. Bedrijven kunnen via sociale media
interactie hebben met de burger en zo samen nieuwe producten ontwikkelen, ontwerpen en
leveren. Ook zien de auteurs crowdsourcing als een kans, omdat ze op deze manier op zoek
kunnen gaan naar innovatie door middel van openbare kennis en talent. Als laatste wordt
transparantie en accountability aangehaald: door activiteiten open en transparant aan te
bieden wordt er vertrouwen opgebouwd en wordt de verantwoordingsplicht bevorderd
(Bertot & Jaeger, 2010).
21
Threats:
Sociale media staan open voor een breed aantal elementen die de website kunnen
saboteren. De account van een bedrijf staat online en geeft meestal de mogelijkheid aan een
gebruiker om hiermee in interactie te treden. Dit zorgt ervoor dat het bedrijf niet de
volledige controle heeft over hun account. Soms kan dit leiden tot een negatief imago
(Fernandez, 2009).
3.5 Sociale media bij voetbalclubs
Momenteel worden de aspecten van sociale media uitvoerig onderzocht. Het gebruik van
sociale media bij voetbalclubs is echter nog niet onderzocht geweest. Hierdoor hebben we
ons gefocust op de literatuur van sociale media bij bedrijven. Naar aanleiding van de
toenemende aandacht voor het inzetten van sociale media als marketinginstrument en het
grote succes van deze kanalen maken steeds meer bedrijven gebruik van deze dienst.
Verschillende auteurs (Ven Belleghem, et al., 2013) hebben ons bevestigd dat sociale media
verschillende voordelen voor een bedrijf kan opleveren. Om de toekomst te verzekeren
dient elk bedrijf zicht te manifesteren op het sociale medium en hier te volle gebruik van
maken. Sociale media heeft als voornaamste voordelen dat het de naamsbekendheid kan
vergroten alsook de klantenloyaliteit kan verhogen. Dit zijn twee aspecten waar ook
voetbalclubs dienen op gewezen te worden. Rond de vraag hoe professionele voetbalclubs
sociale media momenteel gebruiken en hoe ze het zouden moeten gebruiken is er
momenteel nog geen antwoord Na enkele gesprekken met auteurs (Hospes, Lammertyn &
Peres, 2013,) komen we tot de vaststelling dat voetbalclubs hier nog te weinig gebruik van
maken. Deze studie is er dan ook op gericht om het gebruik van sociale media bij
professionele Belgische voetbalclubs na te gaan en welke voor-‐/nadelen ze hier persoonlijk
aan ondervinden.
Door het gebrek aan specifieke literatuur trachten we een duidelijke vergelijking te maken
met de Koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB). De KBVB werd recent genomineerd voor
verschillende awards (effie awards, football business awards, merk van het jaar (de
22
standaard) en de creative club award). Aan de hand van een beschrijvend exploratief
onderzoek gaan we doormiddel van interviews deze doelstellingen proberen te bereiken.
Aan de hand van deze onderzoeksmethode willen we een antwoord vinden op volgende
onderzoeksvragen:
1) Gebruik van sociale media
! Onderzoeksvraag 1: Welke sociale media kanalen worden gebruikt bij de
onderzochte voetbalclubs?
! Onderzoeksvraag 2: Is er een professionele werking rond het gebruik van sociale
media binnen de club?
! Onderzoeksvraag 3: Hoe zal sociale media in de toekomst worden gebruikt?
! Onderzoeksvraag 4: Is er een duidelijke interactie tussen de supporter en de club via
sociale media?
2) Voor en nadelen van sociale media
! Onderzoeksvraag 5: Wat zijn de voor-‐/nadelen voor clubs betreffende sociale media?
3) Performantie
! Onderzoeksvraag 6: Kan men economisch voordeel uit sociale media halen?
Uit de literatuur kunnen we enkele antwoorden halen hoe bedrijven op deze
onderzoeksvragen zouden reageren. Het gebruik van sociale media is zeer belangrijk voor
bedrijven. Zij zien het als een opportuniteit om op deze manier een dialoog te kunnen
aangaan met de consument. Door een dialoog aan te gaan wordt er over het merk
gesproken (effect van ‘online word of mouth’) en weet het bedrijf wat er momenteel leeft
bij de consument (Evans & Mckee, 2010). Sociale media is de laatste jaren zo belangrijk
geworden dat bedrijven en beleidsmakers het zich niet kunnen veroorloven om er niet naar
te kijken (Misuraca, Et al., 2009). Het zijn één van de grootste identiteiten en reputatie
23
management systemen van deze wereld geworden. We spreken hier over een evolutie van
traditionele media naar ‘new’ media waarbij er interactiviteit mogelijk is (Misurca, et al.,
2009).
Bedrijven gaan professioneel om met sociale media. De belangrijkste reden om hier
professioneel mee om te gaan is omdat het ontbreken van sociale media de marktpositie
van een bedrijf in gevaar kan brengen (Evans & Mckee, 2010). Het belang van sociale media,
naar de toekomst toe, zal enkel toenemen doordat het gebruik hiervan blijft stijgen. Kijkend
naar het Forrester onderzoek, 75% van de internetgebruikers gebruikt sociale media in 2008
(dit is een stijging van 56% in vergelijking met 2007), kunnen we stellen dat sociale media
een revolutionaire trend is waar elk bedrijf aandacht aan zou moeten schenken (Kaplan &
Haenlein, 2010).
Sociale media is een handig nieuw marketingtool waardoor informatie snel en efficiënt kan
worden verspreid (Evans & Mckee, 2010). Bedrijven zullen, voor ze gebruik maken van
sociale media, een richting dienen te kiezen waarvoor ze sociale media willen gebruiken.
Ofwel heeft het bedrijf de intentie om via sociale media aan naamsbekendheid te winnen
ofwel is de keuze eerder om de tevredenheid na te gaan (Evans & Mckee, 2010). Sociale
media behoort tot de groep E-‐marketing. Om de voor-‐ en nadelen van sociale media te
analyseren kijken we hiervoor naar de voor-‐ en nadelen van E-‐marketing:
Voordelen:
-‐ Bereik
-‐ Goedkoop
-‐ Meetbaarheid van return on investment
Nadelen:
-‐ Virtueel waardoor de consument het product niet zintuiglijk kan waarnemen.
-‐ Consument komt continu andere advertenties tegen.
-‐ Moeilijk om consument online te overtuigen.
24
HOOFDSTUK 4: Onderzoeksmethodologie
In België zijn zeven op tien mensen actief op sociale media, dit is een indicatie van hoe
belangrijk sociale media momenteel is (IAB, 2013). Ons onderzoek richt zich op voetbal, deze
sport is volgens Houspes (2013) nog steeds één van de populairste sporten in België. Uit de
literatuurstudie halen we dat sociale media kan helpen bij de ontwikkeling van een bedrijf.
Door gebruik te maken van sociale media kan men de naamsbekendheid vergroten en kan
men werken naar klantentrouw (Peres, 2013). Doordat een voetbalclub wordt geleid als een
bedrijf hebben wij hierop ons onderzoek toegespitst (Lammertyn, 2013). Het was onze
bedoeling om na te gaan hoe sociale media momenteel wordt gebruikt bij 10 professionele
Belgische voetbalclubs en bij de Koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB).
Na een analyse van de huidige, gepubliceerde, literatuur komen we tot de vaststelling dat er
momenteel nog geen onderzoek is gebeurd naar het gebruik van sociale media door
professionele Belgische voetbalclubs. Hierdoor hebben we gekozen voor een kwalitatief
explorerend onderzoek.
4.1 Methode
Voor ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van een explorerend onderzoek.
Een explorerend onderzoek kan geplaatst worden tegenover een routine onderzoek. Bij een
explorerend onderzoek gaat men uit van een brede probleemstelling die pas tijdens het
onderzoek naar een meer precieze probleemstelling leidt. Men zal zich niet expliciet laten
leiden door van tevoren bekende theorieën, hypothesen, modellen en
interpretatieschema’s. In het begin van het onderzoek zijn er weinig beslissingen over de
onderzoeksprocedure vastgelegd, maar bij de voortgang van het onderzoek wordt dit meer
concreet na interpretaties van de verkregen data (Kwalon, 2004). Een routine onderzoek
passen we toe als de beginsituatie niet blanco of bijna blanco is, en wanneer we menen het
een en ander van het object van studie af te weten. De kennis waarover we dan beschikken
25
kan gebaseerd zijn op eerder onderzoek verricht in sociale contexten die verondersteld
worden overeen te komen met de te onderzoeken context (Kwalon, 2004).
Wij hebben voor ons onderzoek gebruik gemaakt van een kwalitatief beschrijvend
onderzoek. De kortste beschrijving van een kwalitatief onderzoek luidt “de studie van de
aard van verschijnselen”. Het gaat hier om de aard van verschijnselen, meer bepaald hun
kwaliteit, hun verschijningsvormen, de context waarin ze voorkomen, enzovoort (Maso,
1987). Deze onderzoeksmethode berust op een vraagstelling (Maso, 1987). Bij een
kwalitatief onderzoek kan er gebruik worden gemaakt van verschillende soorten technieken:
Participerende observatie, diepte-‐interview, (niet)persoonlijke documenten, Delphs-‐
procedure en focusgroeponderzoek. Wij hebben voor ons onderzoek gebruik gemaakt van
een diepte-‐interview. Deze biedt de mogelijkheid om het zingevingskader te achterhalen, zo
kan men achterhalen wat sociale media voor een voetbalclub betekent (Kitzinger, 1995). De
rapporten van een kwalitatief onderzoek worden gekenmerkt door de afwezigheid van
numerieke tabellen, statistieken, parameters, enzovoort (De afwezigheid van bijvoorbeeld
een intervalvariabele is een noodzakelijke voorwaarde om te spreken over een kwalitatief
onderzoek, het is echter geen voldoende voorwaarde).
Procedure van onderzoek:
Voor we aan de opmaak van onze interviewvragen zijn begonnen was er contact met
verschillende auteurs die reeds boeken/artikels hadden geschreven omtrent sociale media.
Deze auteurs werden telefonisch benaderd en werden specifiek bevraagd over de invloed
van sociale media, het gebruik van sociale media door Belgische voetbalclubs en hoe het in
de toekomst zal zijn, wat voetbal betekend voor de huidige maatschappij en om welke
redenen voetbalclubs sociale media zouden moeten gebruiken. Door deze interviews
hadden we een duidelijke achtergrondkennis, omtrent het gebruik van sociale media door
Belgische voetbalclubs, en konden we een gerichte vragenlijst opstellen. Tien voetbalclubs
en werden geselecteerd, op basis van hun budget, en werden via e-‐mail gecontacteerd. De
verantwoordelijke van sociale media/communicatie werd aangesproken en er werden
afspraken vastgelegd. Ook de Koninklijke Belgische voetbalbond werd gecontacteerd
aangezien zij als maatstaf voor ons onderzoek dienden. We voerden een semigestructureerd
interview omdat we onze vragenlijst (zie bijlage 5) enkel als leidraad gebruikten. Door
26
gebruik te maken van web search werden ook de laatste, niet gekende, gegevens
achterhaald. Om geen rechtstreekse kritiek te leveren aan bepaalde voetbalclubs gaan we
in ons onderzoek gebruik maken van fictieve namen (zowel voor de voetbalclubs als voor
de geïnterviewden).
4.2 Doelgroep
Ons onderzoek spitst zich toe op professionele Belgische voetbalclubs. We hebben tien clubs
geselecteerd, die uitkomen in de Jupiler Pro league (eerste klasse van het voetbal), op basis
van hun budget (zie bijlage). We wouden een duidelijk onderscheid kunnen maken tussen
clubs met een groot budget ten opzichte van clubs met een kleiner budget. Naast de selectie
van 10 professionele Belgische voetbalclubs werd er ook aandacht besteed aan een
semiprofessionele voetbalclub. Deze voetbalclub werd geselecteerd om de vergelijking te
kunnen maken tussen een professionele en een semiprofessionele voetbalclub. Deze
voetbalclub werd geselecteerd uit de Belgacom League (2de klasse). Als laatste hebben we
de Koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB) bij ons onderzoek betrokken. Deze waren, in
oktober 2013, genomineerd voor verschillende awards betreffende sociale media. We
wouden hun dan ook als maatstaf gebruiken om aan te tonen hoe deze voetbalclubs met
sociale media zouden moeten omgaan en hoe ze zouden moeten gebruiken.
Onderzochte professionele Belgische voetbalclubs:
Voetbalclubs met een ‘groot’ budget:
-‐ Voetbalclub 1 (45 miljoen)
-‐ Voetbalclub 2 (30 miljoen)
-‐ Voetbalclub 3 (23 miljoen)
Voetbalclubs met een middelmatig budget
-‐ Voetbalclub 4 (9,4 miljoen)
-‐ Voetbalclub 5 (9 miljoen)
-‐ Voetbalclub 6 (8 miljoen)
27
-‐ Voetbalclub 7 (7,4 miljoen)
-‐ Voetbalclub 8 (7 miljoen)
Voetbalclubs met een klein budget
-‐ Voetbalclub 9 (6 miljoen)
-‐ Voetbalclub 10 (4 miljoen)
Semiprofessionele voetbalclub:
-‐ Voetbalclub 11 (2 miljoen)
Zoals reeds beschreven werd ook de Koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB) hier bij
betrokken. Dit met de voornaamste reden om hun als maatstaf te gebruiken voor de
verschillende voetbalclubs en om die voetbalclubs te kunnen aantonen hoe men met sociale
media zou moeten omgaan en hoe men dit zou moeten gebruiken.
4.3 Gegevensverzameling
Aan de hand van een interview wouden we de benodigde informatie verkrijgen. Er werd een
vragenlijst opgesteld (zie bijlage) en afspraken, met betreffende personen, werden
vastgelegd. Er werd contact gelegd met de verantwoordelijken van sociale media van elke
voetbalclub. Sommige voetbalclubs hadden een volledig team rond het sociale media
gebeuren (Voetbalclub 1, Voetbalclub 2 & Voetbalclub 4). Bij deze voetbalclubs werden twee
of drie personen geïnterviewd die ook zeggenschap hadden in het sociale media gebruik van
de voetbalclub. Bij de andere voetbalclubs ontbrak deze werking en was het slechts één
persoon die zich bezighield met de sociale media van de voetbalclub. Deze persoon werd
geïnterviewd maar tijdens dit interview werden één of twee medewerkers, van de
betreffende voetbalclub, bij het interview betrokken om hun mening te geven.
Verantwoordelijken van sociale media die geïnterviewd werden:
-‐ Lukas Lindemans (Voetbalclub 1)
-‐ Koen De Brandt (Voetbalclub 1)
28
-‐ Tim Campine (Voetbalclub 2)
-‐ Dan Meeus (Voetbalclub 2)
-‐ Jimmy Muller (Voetbalclub 2)
-‐ Matthias De Debolleer (Voetbalclub 3)
-‐ Ruben Demyttenaere (Voetbalclub 4)
-‐ Jorgen Schets (Voetbalclub 4)
-‐ Casper Parijs (Voetbalclub 5)
-‐ Tom Segers (Voetbalclub 6)
-‐ Dennis Van der Putten (Voetbalclub 7)
-‐ Wouter Bleyen (Voetbalclub 8)
-‐ Jan Vertenten (Voetbalclub 9)
-‐ Martijn Coenen (Voetbalclub 10)
-‐ Sofie Laporte (Voetbalclub 11)
-‐ Joren Coppin (Koninklijke Belgische voetbalbond)
-‐ Glenn Retoré (Koninklijke Belgische voetbalbond)
Auteurs die werden geïnterviewd:
-‐ Steven van Belleghem
-‐ Wouter De Jonckheere
-‐ Olivier Goetgeluck
-‐ Cor Hospes
-‐ Florence Peres
-‐ Stefaan Lammertyn
29
HOOFDSTUK 5: Bevindingen
In dit hoofdstuk gaan we de interviews analyseren en trachten we een antwoord te vinden
op de eerder geformuleerde onderzoeksvragen. De vier onderverdelingen (gebruik van
sociale media, voor en nadelen van sociale media en performantie) worden afzonderlijk
behandeld waarna ze vergeleken worden met de Koninklijke Belgische voetbalbond. Het is
de bedoeling om de visie, gebruik en de toekomst van het sociaal mediagebruik van de
professionele Belgische voetbalclubs te achterhalen en analyseren.
30
1) Gebruik van sociale media
Onderzoeksvraag 1: Welke sociale media kanalen worden gebruikt bij de
onderzochte voetbalclubs?
SOCIALE MEDIA
FACE
BOOK
INSTAGRA
M
YOUTU
BE
LINKE
DIN
FOURS
QUARE
CLUBS MET EEN ‘GROOT’
BUDGET:
Voetbalclub 1 X X X X X X
Voetbalclub 2 X X X X X
Voetbalclub 3 X X X X
CLUBS MET EEN
'MIDDELMATIG' BUDGET:
Voetbalclub 4 X X X X
Voetbalclub 5 X X X X
Voetbalclub 6 X X X X
Voetbalclub 7 X X X X
Voetbalclub 8 X X X X
CLUBS MET EEN 'KLEIN'
BUDGET:
Voetbalclub 9 X X
Voetbalclub 10 X X X
SEMIPROFESSIONELE CLUB:
Voetbalclub 11 X X X
VOETBALBOND:
KBVB X X X X X X
31
Het gebruik van sociale media is gratis voor iedereen. Als men gaat kijken naar de resultaten
kan men vaststellen dat enkel de KBVB en Voetbalclub 1 gebruik maken van elk beschikbaar
medium. De redenen waarom ze een medium niet gebruiken is voornamelijk omdat ze de
waarde ervan niet kunnen inschatten of omdat ze hiervoor geen tijd hebben.
Voetbalclubs met een ‘groot’ budget gaan gemiddeld vijf van de zes onderzochte mediums
gebruiken. Voetbalclub 3 maakt slechts gebruik van vier van de zes onderzochte mediums
maken ze geen gebruik maken van LinkedIN en Youtube. Momenteel hebben ze geen
behoefte om zich op LinkedIN te profileren aangezien ze de waarde hiervan niet kennen
(“we doen momenteel onderzoek naar wat LinkedIN, voor onze sponsors, kan betekenen.”
De Dobelleer, 2013). Voetbalclub 2 maakt gebruik van vijf van de zes mediums, enkel
Instagram laten ze links liggen. De foto’s die ze online plaatsen worden via Facebook en
Twitter gedeeld waardoor ze het nut van Instagram niet inzien. Op Youtube plaatsen ze
filmpjes die ze maken voor hun eigen ClubTV. Voetbalclub 1 maakt gebruik van de zes
onderzochte mediums. “De waarde van sociale media wordt door Voetbalclub 1 zeker niet
onderschat waardoor we op elk medium prominent aanwezig willen zijn.” (De Brandt, 2013).
Net zoals Voetbalclub 2 plaatst Voetbalclub 1 filmpjes op Youtube die ze zelf hebben
gemaakt voor hun televisieprogramma.
Voetbalclubs met een ‘middelmatig’ budget laten voornamelijk Youtube en Instagram links
liggen. Zij geven aan dat ze hun foto’s en video’s via de gebruikte sociale media (Twitter &
Facebook) verspreiden en dat ze het nut er niet van inzien om dit ook via instagram of
Youtube te verspreiden. Opmerkelijk is wel dat elke voetbalclub hier zich profileert op
LinkedIN maar enkel Voetbalclub 4 dit echt naar voor brengt (“We gebruiken LinkedIN om
ook op businessniveau actief bezig te zijn.” Demyttenaere, 2013). Ook Foursquare is bij deze
groep een populair medium. Dit medium wordt beheerst door de supporters waardoor deze
voetbalclub zelf hier weinig gebruik van maken.
Er is weinig verschil tussen de voetbalclubs met een ‘klein’ budget en een semiprofessionele
club op het gebied van welke sociale mediums ze gebruiken. Facebook en Twitter zijn de
voornaamst gebruikte mediums. Deze voetbalclubs geven aan dat ze niet de middelen
hebben om beide mediums dagelijks afzonderlijk te behandelen waardoor ze voornamelijk
32
aan één bepaald medium de aandacht geven. De berichten die men plaatst op het ene
medium zal nadien ook op het andere medium verschijnen. Voor hun is het belangrijk om
toch aanwezig te zijn op sociale media maar wegens tijdsgebrek kunnen ze zich hier niet ten
volle op concentreren.
De KBVB maakt gebruik van de zes onderzochte mediums. Ze willen prominent aanwezig zijn
op het sociale medium en proberen op deze manier zoveel mogelijk mensen te bereiken.
Door een duidelijke strategie en visie trachten ze elk medium afzonderlijk te gebruiken om
op deze manier hun doelgroep, dagelijks, te bereiken.
Onderzoeksvraag 2: Is er een professionele werking rond het gebruik van
sociale media binnen de voetbalclub?
Voetbalclubs met een groot budget gaan gemiddeld vijf van de zes onderzochte sociale
mediums gebruiken. Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2 hebben een volledig team opgebouwd
rond het gebruik van sociale media. Het is niet één persoon die instaat voor het gebruik van
sociale media maar meerderen. Ze leggen regelmatig een vergadering vast waarbij ze het
gebruik van sociale media evalueren en waarbij ze bepalen welke zaken wel of niet mogen
verschijning en op welke dag deze worden gepost. Op welke dag iets wordt gepost is bij deze
voetbalclubs van groot belang doordat ze met dagthema’s werken. Elke dag hebben ze een
ander thema waarrond iets gepost wordt (“De dagthema’s bepalen de context van de tweet.
Op donderdag bijvoorbeeld gaan we een eerste voorbeschouwing geven van de komende
wedstrijd waarbij de supporters een pronostiek kunnen geven.” Lindemans, 2013). Het is wel
niet zo dat elke tweet of post besproken wordt voor deze geplaatst wordt. Om de twee
weken wordt er een vergadering met meerdere personen uit de organisatie van de
voetbalclub gehouden om het gebruik van sociale media ook in een groter kader te schetsen
en om deze personen hun opmerkingen te bespreken. Uit het interview kunnen we afleiden
dat bij zowel Voetbalclub 1 als bij Voetbalclub 2 sociale media een belangrijke plaats heeft
ingenomen in de communicatie van de club (“We zien sociale media als een volwaardig
communicatiekanaal waar men de nodige tijd en moeite dient aan te besteden.” Campine,
2013). De communicatie die men verspreidt, via een sociaal medium, is steeds ‘anders’ dan
33
als men het via een ander medium doet. Ze maken een duidelijk onderscheid tussen de
verschillende mediums. De derde voetbalclub uit deze groep, Voetbalclub 3, loopt op dit
gebied fel achter. Deze voetbalclub heeft geen specifiek team opgebouwd rond het gebruik
van sociale media waardoor het voor Voetbalclub 3 moeilijk is om dit op regelmatige basis
op te volgen. Het opmerkelijke is wel dat ze een professioneel team rond hun communicatie
hebben opgebouwd maar dat het gebruik van sociale media achterwege is gelaten.
Vergaderingen hieromtrent vinden hier dan ook niet plaats. De Debolleer (2013) stelt dat
alles begint bij de aanstelling van een persoon enkel instaat voor het opvolgen en verder
ontwikkelen van sociale media. Bij Voetbalclub 3 is er echter nog geen interesse van
bovenaf, voor sociale media, waardoor ze op dit gebied moeilijk kunnen evolueren. De
Debolleer neemt momenteel de functie van sociale media voor zich maar heeft naast deze
functie nog andere taken waardoor hij hier niet de volle aandacht aan kan besteden. Dit
zorgt er voor dat er weinig verschil zal zijn tussen een tweet of een post op Facebook en dat
er minder professioneel zal omgegaan worden met sociale media in vergelijking met
Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2
Bij de groep ‘Voetbalclubs met een ‘middelgroot’ budget’ merken we op dat drie van de vijf
(Voetbalclub 5, Voetbalclub 6, Voetbalclub 7) voetbalclubs een volledig gelijkaardige werking
hebben rond sociale media en dat enkel Voetbalclub 4 en Voetbalclub 8 zich onderscheiden.
Voetbalclub 4 doet dit op een positieve manier terwijl Voetbalclub 8 dit eerder op een
negatieve manier doet. Voetbalclub 4 heeft niet bepaald specifieke mensen aangesteld die
zich enkel dienen bezig houden met sociale media maar ze hebben hun communicatieteam
uitgebreid en gereorganiseerd waarbij men voldoende aandacht dient te besteden aan
sociale media. Hun communicatieteam bestaat uit twee personen die samen bespreken wat
er wel en niet kan geplaatst worden op de sociale mediums. Ze hebben in tegenstelling tot
de andere voetbalclubs een duidelijk visie over het aantal sociale mediums die ze willen
gebruiken (“We beperken het aantal kanalen bewust. We werken liever met weinig kanalen
die we goed gebruiken in plaats van een groot aantal die we maar half gebruiken.” Schets,
2013). Ze staan in contact met de hogere organen in de voetbalclub waardoor ze snel
‘nieuws’ naar buiten kunnen brengen. Voor Voetbalclub 4 is sociale media dan ook het
communicatiemiddel bij uitstek geworden. Het gebruik van sociale media door Voetbalclub
4 wordt steeds in beeld gebracht omdat ze hier de aandacht op willen vestigen. Zo hebben
34
ze, bijvoorbeeld, als eerste voetbalclub in België de naam van de Twitteraccount van de
spelers op hun wedstrijdbroekje gedrukt zodat dit op elke foto (bv. In de krant) goed
zichtbaar is.
Voetbalclub 8 laat zich dan weer eerder in negatief opzicht opmerken. Op het moment dat
we het interview afnamen bij Voetbalclub 8 waren ze net twee weken actief bezig met
sociale media. Het gebruik van sociale media staat dan ook nog in zijn ‘kinderschoenen’. Ze
proberen zich momenteel op twee kanalen te manifesteren maar een duidelijk beleid
hebben ze hier niet rond (“we hebben geen duidelijk organisatie voor onze sociale media.”
Bleyen, 2013). Één persoon beslist wat er wel of niet wordt gepost of getweet alsook beslist
deze hoe regelmatig deze kanalen worden bijgewerkt. Opvallend is verder dat deze persoon
zich zelf heeft aangeboden om met sociale media te beginnen anders was Voetbalclub 8 hier
misschien nog steeds niet mee bezig.
De drie andere voetbalclubs van de groep ‘voetbalclubs met een ‘middelmatig’ budget’
(Voetbalclub 5, Voetbalclub 6, Voetbalclub 7) kunnen worden samengenomen met de
voetbalclubs met een ‘klein’ budget (Voetbalclub 10 en Voetbalclub 9). Deze clubs hebben
voornamelijk één persoon die zich zal bezighouden met sociale media maar dit niet als
hoofdfunctie heeft (“Wij ontbreken budget om een persoon enkel aan te stellen voor sociale
media. We zouden dit wel willen doen maar momenteel wordt er binnen de club voorrang
gegeven aan andere zaken.” Parijs R., 2013). Deze verantwoordelijken proberen dagelijks de
sociale media bij te werken maar beslissen voornamelijk zelf, op individuele basis, wat er wel
en niet mag verschijnen en hoe regelmatig er iets verschijnt op het sociaal medium. De
voetbalclubs schatten sociale media wel naar waarde waardoor de
communicatieverantwoordelijk hier verplicht aandacht aan moet besteden. Deze heeft naast
deze functie echter nog teveel andere functies waardoor men niet de volle aandacht aan
sociale media kan besteden.
De werking van sociale media bij Voetbalclub 11 kan als amateuristisch beschouwd worden
in vergelijking met de professionele voetbalclubs. Ze hebben wel een verantwoordelijke
aangesteld voor hun communicatie maar deze werkt slechts deeltijds voor de club. Sociale
media is één van de vele functies waardoor men maar één of twee keer iets kan posten per
35
week (“We hebben momenteel een te grote financiële put uit het verleden waardoor we al
onze aandacht vestigen op het financiële” Vander Elst T., 2013). Er zijn wel vrijwilligers die
zich aanbieden om de sociale media in goede banen te leiden maar momenteel wordt het
gebruik van sociale media nog niet naar waarde geschat binnen Voetbalclub 11 waardoor.
De KBVB heeft een team van acht personen uitgebouwd rond hun communicatie waarbij er
twee personen actief instaan voor het gebruik van sociale media. Wekelijks vinden er
vergaderingen plaats om te bespreken wat er die week specifiek gecommuniceerd dient te
worden en via welk medium ze dit zullen doen. Ze maken gebruik van thema’s om aan hun
‘klanten’ duidelijk te maken wanneer ze welke informatie kunnen verwachten en om een
duidelijk structuur te kunnen brengen in hun sociaal mediagebruik. “Wij werken aan de hand
van topics. We hebben onze tien strategische doelen vertaald in operationele doelen waar
we elke dag rekening mee houden. Om de zoveel tijd analyseren we of deze doelen
voldoende naar voor zijn gebracht geweest en of ze anders benaderd dienen te worden”
(Coppin, 2013). Recent waren ze genomineerd voor een award (best use of social media)
betreffende hun professionaliteit rond sociale media.
Onderzoeksvraag 3: Hoe zal sociale media in de toekomst worden
gebruikt?
Als we kijken naar hoe sociale media in de toekomst zal worden gebruikt kunnen we
vaststellen dat sociale media steeds belangrijker zal worden. De voetbalclubs zien het belang
van sociale media enkel groeien. Bij de voetbalclubs met een ‘groot’ budget dient er een
onderscheid gemaakt te worden tussen de twee clubs die reeds een professioneel team
hebben uitgebouwd rond sociale media (Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2) en Voetbalclub 3.
De twee teams die reeds een professioneel team hebben willen voornamelijk verder
evolueren en zouden van sociale media, in de toekomst, een volwaardig
communicatiekanaal willen maken. Het is voor deze clubs de bedoeling dat de informatie,
die ze verspreiden, grotendeels wordt verspreid via sociale media waardoor men niet steeds
een persconferentie of interviews dient vast te leggen (“sociale media is een krachtig
medium waarmee we snel en interactief informatie kunnen verspreiden. In de toekomst
36
zouden we op deze manier veel tijd kunnen besparen.” De Brandt, 2013). Deze clubs zijn
momenteel de leiders op het gebied van sociaal mediagebruik bij de voetbalclubs in België.
Door middel van innovatie en verbeteringen willen ze dit ook in de toekomst zo houden.
Beide clubs zijn reeds bezig met zelf een applicatie te ontwikkelen zodat ze zelf de controle
hebben over een sociale medium. Dit zou gedownload kunnen worden via een ‘smartphone’
(kan beschouwd worden als een handcomputer of pda die tegelijk ook een telefoon is,
encyclopedie, 2013) waarna de supporters via deze applicatie alle informatie, over de
betreffende voetbalclub, zouden kunnen terugvinden. Ze zouden ook een interactief spel
intrigeren waardoor de populariteit van deze applicatie zou moeten toenemen.
De werking van Voetbalclub 3 rond sociale media is vergelijkbaar met in grote mate de groep
van voetbalclubs met een ‘middelgroot’ budget (buiten Voetbalclub 4) en de clubs met een
‘klein’ budget. Deze voetbalclubs hebben momenteel geen professionele werking rond
sociale media. Naar de toekomst toe trachten ze professioneler om te gaan met sociale
media en dit door hiervoor een persoon vast aan te stellen. Deze persoon zal het gebruik van
sociale media, door de voetbalclub, dienen te regelen. Ze zien een opportuniteit om, via
sociale media, nauwer in contact te komen met de supporters (“We moeten proberen om via
sociale media een community op te zetten rond Voetbalclub 6. We kunnen dit doen door
onze Facebook en Twitter met de website te verbinden om zo een duidelijk toegangskanaal
voor de supporters te hebben. Op deze manier zouden de supporters zich meer verbonden
moeten voelen met de club.” Segers, 2013). Sociale media kan door de voetbalclubs ook
gebruikt worden om commercieel te groeien. Door hiervan gebruik te maken kunnen ze
bijvoorbeeld nieuwe sponsors aantrekken. Een belangrijk aspect voor de clubs is dat de
sociale media levendig moet worden gehouden (“in de toekomst moeten we ons sociaal
mediagebruik in vraag stellen. Posten we wel interessante zaken? Zijn we wel interactief
genoeg met de supporters? Door onze supporters bij onze sociale media te betrekken zouden
onze pagina’s levendig moeten blijven. Om dit te kunnen doen moeten er wel analyses
gebeuren van wat er wel en niet mogelijk is rond het gebruik van sociale media.” Vertenten,
2013). Het doel van deze voetbalclubs is om eerst een duidelijke visie en strategie rond
sociale media te ontwikkelen om vervolgens een professionele werkgroep rond sociale
media te kunnen creëren.
37
Voetbalclub 4 maakt meer gebruik van sociale media dan de hierboven beschreven clubs
maar nog steeds minder dan Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2. Om hun gebruik, naar de
toekomst toe, te laten toenemen willen ze hun aantal sociale media activiteiten sterk
uitbreiden. Zo willen ze er toe komen om op een vast tijdstip in de week ‘Twitterinterviews’
te laten plaatsvinden (“We spelen met het idee om net zoals Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2
Twitterinterviews te doen. Dat zijn momenten waarbij supporters vragen kunnen stellen aan
spelers en die gaan daar dan rechtstreeks op antwoorden. Probleem is dat we momenteel
niet de tijd hebben om dit te doen maar als we in de toekomst onze organisatie op punt
kunnen zetten zou dit er wel van moeten komen.” Demyttenaere, 2013). Het gebruik maken
van wedstrijden, via sociale media, zou moeten worden verhoogd. Ze geven aan dat ze dit
wel proberen maar soms door tijdsgebrek hier niet toe komen. Naar de toekomst toe
zouden ze een grotere controle willen hebben op het sociaal mediagebruik van hun spelers
(“Momenteel worden de spelers al sluimerend gevolg, niet specifiek, ook worden er
momenteel nog geen instructies gegeven. Binnenkort zouden we willen starten met
preventielessen voor de spelers zodat deze bewust worden van de gevaren en denken we er
aan om ook bepaalde instructies te geven wat wel en niet kan op bepaalde dagen.”
Demyttenaere, 2013).
Bij Voetbalclub 11 is er geen duidelijke toekomstvisie. Sociale media is bij hen momenteel
nog geen prioriteit. Hun doel is om eerst alle schulden uit het verleden weg te werken voor
ze kijken naar de toekomst. Laporte (2013) verklaarde dat de nadruk momenteel enkel op
het financiële ligt. Eerst fixeert men op de schulden waardoor men op verschillende
aspecten gaat besparen. Het is door deze reden dat het personeel momenteel maar halftijds
in dienst is. Hij verklaarde vervolgens dat ze bij Voetbalclub 11 momenteel in de box denken
in plaats van er ook eens buiten te kijken. Hij denkt dat als ze op verschillende vlakken
zouden investeren ze uiteindelijk hun schulden veel sneller zouden kunnen afbouwen dan
op de manier waarop men nu bezig is.
De KBVB geeft aan dat ze in de toekomst dezelfde ingeslagen weg willen blijven volgen. Ze
geven echter aan dat ze bewust moeten blijven van de continu veranderingen die er plaats
vinden bij het sociale media gebeuren (“We weten niet hoe onze toekomst er zal uitzien als
38
we kijken naar sociale media. Het hangt af van de evolutie die er zal plaatsvinden maar we
hopen natuurlijk dat we aan de top kunnen blijven.” Coppin, 2013).
Onderzoeksvraag 4: Is er een duidelijke interactie tussen de supporter en
de voetbalclub via sociale media?
“Het belangrijkste van sociale media is dat de supporter zich verbonden voelen met de club
(Campine, 2013).” Volgens Schets (2013) kan een supporter zich enkel verbonden voelen
met een voetbalclub wanneer de voetbalclub duidelijke acties organiseert naar de supporter
toe. Om te kijken of er een duidelijke interactie is tussen de voetbalclub en de supporters
zijn we gaan kijken naar welke activiteiten de voetbalclub via sociale media organiseert
(wedstrijden, Twitterinterviews, pronostiek, etc), reageren ze op ‘comments’ (Facebook) of
‘tweets’ (Twitter) van supporters en als laatste of de supporters worden betrokken bij het
uitstippelen van het beleid van sociale media.
Bij clubs met een groot budget gaan we Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2 terug samen nemen
terwijl we Voetbalclub 3 afzonderlijk bespreken. Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2 geven
duidelijk aan dat er geprobeerd wordt om elke dag iets te verspreiden, via sociale media, om
zo reacties van de supporters uit te lokken. Ze proberen om zoveel mogelijk interactie met
de supporters te maken omdat deze de basis van een voetbalclub vormen (“Zonder
supporters zouden we niet kunnen overleven.” Lindemans, 2013). Beide voetbalclubs
organiseren wekelijks een wedstrijd waarbij men tickets voor de komende wedstrijd kan
winnen (“We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat we twee zitjes hebben gekregen in het
stadion en die zijn we de Facebookzitjes gaan noemen. Die zitjes worden verloot onder de
likes van Facebook en die krijgen dan twee tickets voor de match. Het maakt niet uit of deze
de club recent hebben geliked of een tijd geleden. Toen we zijn gestart met deze actie hebben
we een duidelijke groei gezien van onze likes op Facebook.” Muller, 2013). “Het is voor ons
van het hoogste belang dat we actief aanwezig zijn op sociale media. Op de manier komen
we te weten welke zaken er leven bij de supporters en waar men op moet inspelen (Campine,
2013).” Beide voetbalclubs willen van sociale media een volwaardig communicatiekanaal
39
maken waar elke supporter op terecht kan als ze vragen hebben of op de hoogte willen
blijven van de laatste updates.
Voorbeeld van acties die deze voetbalclubs organiseren via sociale media:
-‐ Verloten van tickets voor wedstrijden
-‐ Twitterinterview
-‐ Meet & great met de spelers organiseren
-‐ Pronostiek
-‐ Op elke reactie, op het sociale medium, tracht men te reageren
-‐ Verslaggeving via Twitter op wedstrijddagen
-‐ Updates van blessures, gemoedstoestanden, etc.
-‐ Acties, rond een wedstrijd, via sociale media delen
-‐ ‘Man van de match’ verkiezing
Voetbalclub 3 gaan we bespreken met de voetbalclubs waarbij het gebruik van sociale media
de verantwoordelijkheid van slechts één persoon is. Deze persoon heeft meerdere functies
en zal dus niet al zijn tijd kunnen besteden aan sociale media. De clubs die we hier samen
nemen zijn de voetbalclubs met een ‘middelmatig’ budget (buiten Voetbalclub 4) en de
voetbalclubs met een ‘klein’ budget. Deze voetbalclubs beseffen het belang van interactie
met supporters maar wegens tijdsgebrek kunnen ze hier niet altijd gebruik van maken (“we
beseffen het belang van contact met de supporters maar we kunnen hier door tijdsgebrek
niet altijd in meegaan. Bijvoorbeeld op wedstrijddagen roepen we via sociale media de
supporters op om te komen kijken maar we kunnen niet zoals Voetbalclub 2 elke week
specifieke aties organiseren, rond een wedstrijd, om mensen naar het stadion te lokken.”
Segers, 2013). De hier besproken voetbalclubs proberen wel elke week een wedstrijd te
organiseren (verloten van tickets) om zo hun sociale media in het daglicht te plaatsen en om
meer supporters naar het stadion te krijgen (“Er worden elke week wedstrijden
georganieerd, via sociale media, om mensen naar het stadion te krijgen. Meestal is dit
gewoon door iets te liken of te delen en dan maakt men kans op een ticket. “ Bleyen, 2013).
Via vrijwilligers doen deze voetbalclubs ook bepaalde acties tijdens wedstrijddagen. Zo
proberen ze om bij elke wedstrijd een live verslaggeving, via Twitter, te brengen maar dit is
40
afhankelijk van de vrijwilligers. Langs de andere kant proberen deze voetbalclubs om, via
sociale media, een beeld te geven van hoe het achter de schermen verloopt. Op deze manier
proberen ze, aan de supporters, het gevoel van ‘erbij horen’ over te brengen om zo een
grotere verbondenheid te creëren (“Door het gebrek aan tijd probeer ik foto’s en filmpjes
van spelers te verspreiden om zo ook de supporters een idee te geven hoe de sfeer hier is. Het
is dan de bedoeling dat de supporters deze dan gaan delen of hier gaan op reageren en soms
maken ze zo kans op bijvoorbeeld een ticket of consumptie. Zo weten de supporters dat wij
niet meer of minder dan hun zijn en zo kunnen ze zich sneller verbonden voelen.” Parijs,
2013). bij ‘goede’ of ‘slechte’ sportieve prestaties van de betreffende voetbalclub, worden er
soms veel reacties gepost. Voor deze voetbalclubs is het onmogelijk om elke post te
beantwoorden maar dit proberen ze wel in grote mate te beperken.
Voorbeeld van acties die deze voetbalclubs organiseren via sociale media:
-‐ Verloten van tickets voor wedstrijden
-‐ Verslaggeving via Twitter
-‐ Delen van foto’s en video’s van de spelers
-‐ Zicht geven achter de schermen
-‐ Speler van de maand verkiezing
Voetbalclub 4 bespreken we afzonderlijk doordat deze een stap verder staan dan de recent
besproken voetbalclubs maar minder ver dan Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2. Deze
voetbalclub geeft aan dat ze het belang van interactie beseffen maar dat men er ook voor
moet zorgen dat hun sociale media geen forum wordt voor supporters. Elke supporter krijgt
de kans om een vraag te stellen via Facebook of Twitter, waar men elk afzonderlijk op zal
reageren, maar discussies proberen ze te vermijden (“We hechten veel belang aan het
persoonlijk beantwoorden van vragen maar we proberen deze wel zo te houden zodat we
geen polemiek starten.” Schets, 2013). Wanneer een supporter een negatieve reactie post
dan wordt deze verwijderd. Het is niet zo dat ze elke post gaan controleren maar men
probeert wel de negatieve er uit te halen (“Het is van belang dat de spelers niet worden
gekwetst.” Demyttenaere, 2013). Men gaat zoveel mogelijk wedstrijden, via sociale media,
organiseren om de supporter bij de voetbalclub te betrekken. Zo hebben ze een wedstrijd
gelanceerd rond de slogan die de kapitein, voor de wedstrijd, roept naar zijn medespelers
41
om hen te motiveren. Tijdens de wedstrijden maakt men gebruik van live verslaggeving, via
Twitter, om zo de supporters, die niet aanwezig zijn in het stadion, op de hoogte te houden.
Elke dag worden er nieuwe foto’s en video’s gepubliceerd om de supporters een zicht achter
de schermen te geven (“we hebben een eigen kanaal (essevee TV) die elke dag filmpjes
maken en foto’s trekken. Deze plaatsen we dan op Facebook of Twitter en zo krijgen de
supporters iets te zien. Soms steken we er ook een vraag in, waardoor we weer een wedstrijd
creëren en zo kunnen de supporters een ticket ofzo winnen.” Demyttenaere, 2013).
Voetbalclub 4 gaat voornamelijk gebruik maken van sociale media om acties te verspreiden.
Zo hebben ze voor de maand december 2013 een actie voorzien dat, als men jarig is, men
met negen vrienden naar een wedstrijd mag gaan kijken. Hier moet men, via sociale media,
op reageren en zo kan men gratis, met vrienden, naar Voetbalclub 4 gaan kijken.
Voorbeeld van acties die deze voetbalclubs organiseren via sociale media:
-‐ Live verslaggeving via Twitter
-‐ Wedstrijden voor tickets of abonnementen
-‐ Reactie op posts/tweets
-‐ Zicht geven achter de schermen
-‐ Man van match verkiezing
-‐ Verspreiden van acties
Voetbalclub 11 heeft zeer weinig interactie met zijn supporters via de sociale media. Laporte
(2013) geeft aan dat dit komt wegens tijdsgebrek alsook een gebrek aan visie binnen de
club. Deze voetbalclub organiseert geen wedstrijden, via sociale media, om supporters naar
het stadion te krijgen. Zoals reeds aangegeven willen ze dit naar de toekomst doen maar
momenteel ontbreekt enige strategie om dit gericht te doen. Voetbalclub 11 maakt wel
gebruik van vrijwilligers om, op de dag van de wedstrijd, live verslaggeving te brengen via
Twitter. Als supporters een vraag hebben kunnen ze deze wel stellen via sociale media en zal
er ook een antwoord volgen. Dit is echter afhankelijk van de vrijwilligers. We kunnen
vaststellen dat zonder deze vrijwilligers Voetbalclub 11 weinig tot geen interactie zou
hebben met de supporters ook al geven ze aan dat ze het belang hiervan beseffen.
42
Voorbeeld van acties die deze voetbalclubs organiseren via sociale media:
-‐ Live verslaggeving via Twitter
-‐ Reactie op posts/tweets
De KBVB maakt weinig tot geen gebruik van wedstrijden of dergelijke om interactie met de
supporters te hebben (“Wij maken geen gebruik van wedstrijden omdat we dit ook niet
belangrijk achten. We willen vooral supporters aantrekken die effectief ook geïnteresseerd
zijn in de voetbalbond en niet zozeer de clubs die enkel gebruik willen maken van onze
services.” Coppin, 2013). Ze organiseren wel wedstrijden om bijvoorbeeld een naam te
vinden voor het supportersdorp in Brazilië maar dit is voornamelijk om het gevoel van
verbondenheid aan te wakkeren en niet voor de supporters die opzoek zijn naar tickets of
dergelijke. Ze hebben getracht van de KBVB een merk te maken waarbij het organiseren van
wedstrijden of het verliezen/winnen van de rode duivels niet meer belangrijk is. Men gaat er
van uit dat de supporters zich verbonden voelen met de organisatie en zo hier trouw aan
blijven (“wanneer de supporters zich verbonden voelen, gaan ze blijven.” Retoré, 2012).
Sociale media is voor hun wel het perfecte kanaal om supporters dichter bij de organisatie te
betrekken. Op deze manier weten ze wat er leeft en waar ze moeten op inspelen. Wanneer
de Rode Duivels spelen verandert ook de interactie met de supporters. Op die momenten
geven ze een blik achter de schermen en openen ze discussies via sociale media (“Vanaf het
moment dat de Rode Duivels samenkomen verandert er vrij tot zeer veel binnen onze
organisatie. We proberen dan voldoende acties te organiseren om de supporters het gevoel
te geven dat ze er bij betrokken zijn.” Coppin,2013).
Voorbeeld van acties die deze organisatie organiseert via sociale media:
-‐ Verspreiden van acties
-‐ Reactie op posts/tweets
-‐ Zicht geven achter de schermen
-‐ Duiveluitdagingen
43
2) Voor -‐en nadelen van sociale media
Onderzoeksvraag 5: Wat zijn de voor-‐/nadelen voor voetbalclubs
betreffende sociale media?
Welke voor-‐ en nadelen een voetbalclub heeft bij het gebruik van sociale media is
onafhankelijk van de grote van het budget of hoe professioneel ze hier mee omgaan. Hier
gaat het voornamelijk om hoe elke voetbalclub sociale media ziet en welke positieve en
welke negatieve punten ze hier aan zien. Deze onderzoeksvraag wordt per groep behandeld.
Voetbalclubs met een ‘groot’ budget:
Voordelen:
-‐ Rechtstreekse communicatie met stakeholders
-‐ Eenvoudig en snel te gebruiken
-‐ Gemakkelijke manier om te weten wat er leeft onder de supporters
-‐ Eenvoudige manier om acties bekend te maken
-‐ Het is een interactie: voetbalcub ⇔ supporter
Nadelen:
-‐ Impulsieve manier, voor spelers, om hun emoties te uiten
-‐ Weinig controle
-‐ Weinig zicht op wat de spelers online plaatsen
-‐ Supporters van andere ploegen kunnen gemakkelijk een polemiek starten
Voetbalclubs met een ‘middelgroot’ budget:
Voordelen:
-‐ Voetbalclub 4 geeft aan dat hun voordelen berust zijn op drie pijlers: Identificatie van
de supporter, interpretatie en informatie (belangrijkste reden).
-‐ Interactie is voor velen een belangrijk voordeel.
44
-‐ Door gebruik te maken van sociale media kan men gemakkelijk informatie
verspreiden.
-‐ Supporters voelen zich verbonden
-‐ Kans op het oprichten van een community waar ieder supporter op terecht kan?
-‐ Een veel groter bereik.
-‐ “Het is van commercieel belang dat wij de supporters als eerste bereiken. Via sociale
media is dit mogelijk en kunnen we er ook voor zorgen dat er meer supporters onze
website bezoeken (Segers,2013).”
-‐ Sponsors kunnen worden aangetrokken doordat ze gebruik kunnen maken van de
populariteit van de cllub.
Nadelen:
-‐ Soms kan iets anders geïnterpreteerd worden dan bedoeld is.
-‐ Men kan via sociale media gemakkelijk invloed hebben op een speler doordat men
deze gemakkelijker kan bereiken.
-‐ Kan een storm van kritiek veroorzaken.
-‐ ‘Botte’ reacties
-‐ Informatie wordt verspreid voor deze is geconfirmeerd.
-‐ Valse accounts
-‐ Journalisten nemen informatie, die ze via sociale media verkrijgen, over zonder deze
na te gaan.
Voetbalclubs met een ‘klein’ budget:
Voordelen:
-‐ Direct reactie via sociale media is belangrijk (“Zo weten we wat er leeft bij de
supporters.” Vertenten, 2013).
-‐ Kans op interactie
-‐ Het gevoel van ‘erbij horen’ geven aan supporter
45
Nadelen:
-‐ “We moeten opletten dat het geen scheldproza wordt (Vertenten, 2013).”
-‐ De return on investment is niet meetbaar.
-‐ “Supporters gaan veel sneller iets posten wanneer het slecht gaat dan wanneer het
goed gaat (Coenen, 2013).”
-‐ Sociaal mediaactiviteit valt voornamelijk samen met de resultaten van de
voetbalclub.
-‐ Anderen (geen supporter van de voetbalclub) besmeuren het imago.
Semiprofessionele club:
Voordelen:
-‐ Je hebt een groter bereik.
-‐ Men kan iets nieuws als eerste verspreiden.
-‐ Voor Voetbalclub 11 heel belangrijk om acties te verpeiden (“Voor ons is sociale
media heel belangrijk wanneer we een specifieke actie doen, zoals bijvoorbeeld
wanneer het veld sneeuwvrij moet gemaakt worden (Laporte, 2013).”
Nadelen:
-‐ Alles verspreidt zich zeer snel.
-‐ Wanneer de resultaten tegenvallen, wordt er te gemakkelijk een negatief karakter
rond de voetbalclub gecreërd.
KBVB:
Voordelen:
-‐ Men heeft rechtstreekse interactie met de consument en dit in twee richtingen.
-‐ Directe feedback.
-‐ Snel bereiken van de doelgroep, en hier kan men een onderverdeling tussen Twitter
en Facebook maken.
46
Nadelen:
-‐ “Als je verstandig omgaat met sociale media dan zie ik geen nadelen (Coppin, 2013).”
! “Bespreek duidelijk intern waarop ze reageren en waarop niet en men kan geen
problemen ondervinden aan sociale media (Coppin,2013).”
3) Performantie
Onderzoeksvraag 6: Kan men economisch voordeel uit sociale media
halen?
Of men economisch voordeel uit sociale media kan halen is moeilijk meetbaar. Vertenten
(2013) bracht dit naar voor als één van de grootste nadelen (“Voor mij is het gebrek aan
meetbaarheid van de return on investement één van de grootste nadelen en dit omdat ik
hierdoor het moeilijk aan mijn bazen kan verkopen.” Vertenten, 2013). Uit de literatuur
kunnen we echter halen dat men door gebruik te maken van E-‐marketing een groter bereik
heeft, het goedkoper is dan traditioneel marketing en dat men gemakkelijk de return on
investement kan bereken doordat elke ‘klik’ online wordt opgeslagen. Deze onderzoeksvraag
gaan we in het algemeen behandelen en we gaan kijken welke economische voordelen een
voetbalclub aan sociale media kan ondervinden.
Door gebruik te maken van sociale media is een voetbalclub meer aanwezig bij het
doelpubliek (“Door sociale media zal er meer visibiliteit zijn. Als het vaak terugkomt gaat het
automatisch meer leven. Zelfs als je er geen specifiek budget voor klaarmaakt kan het wel
leven door het in de picture te zetten.” Schets, 2013). Sponsors kunnen hier van profiteren
door gebruik te maken van de populariteit van een voetbalclub (“Bedrijven vragen ons
geregeld om iets te posten over hun maar als we hier altijd in zouden meegaan dan worden
onze pagina’s meer een reclamepaneel dan iets anders. Nu hebben we besloten om hier ook
iets van in het contract te zetten. Als ze dus gericht naar voor wil komen via sociale media
dan zal men iets meer moeten betalen maar dat scheelt wel niet zo veel.” Coenen, 2013).
Sponsors zullen het aantrekkelijker vinden om een voetbalclub te sponsoren wanneer die
‘leeft’. Door actief gebruik te maken van sociale media zullen dus meer sponsors kunnen
47
worden aangetrokken. Via sociale media worden er wedstrijden georganiseerd om tickets te
verdelen onder de supporters. Op deze manier kunnen supporters, die normaal gezien niet
naar het stadion komen, een wedstrijd bijwonen. Door deze supporters, via sociale media,
het gevoel te geven dat ze er bij horen is er een grote kans dat deze supporters nadien een
abonnement kopen of geregeld zullen komen kijken (“Het doel van onze wedstrijden is om
supporters naar het stadion te krijgen die normaal niet komen. Als deze overtuigd worden en
blijven komen hebben we ons doel bereikt. Deze supporters gaan op hun beurt vrienden
meebrengen en zo is het vertrokken.” Parijs, 2013). Door gebruik te maken van sociale
media kunnen er meer supporters bereikt worden waardoor deze op de hoogte kunnen
worden gebracht van toekomstige acties (“Wij plaatsen geregeld een dj aan een
supportersvak die na de wedstrijd dan de muziek verzorgd. We hebben gemerkt dat
supporters hier specifiek op afkomen en zo ook langer blijven plakken na een wedstrijd. Deze
acties verspreiden we enkel via sociale media en we zien ook dat supporters deze acties gaan
delen.” Campine, 2013). Door bepaalde acties zullen supporters langer blijven na een
wedstrijd en zo ook meer consumeren waardoor men meer winst kan maken.
Verschillende functies, binnen de voetbalclub, zullen minder werk hebben wanneer men
actief gebruik gaat maken van sociale media. Het secretariaat van de voetbalclub zal hier de
grootste invloed van ondervinden. Voor het gebruik van sociale media werd er voor elke
vraag gebeld naar het secretariaat terwijl men deze nu via sociale media stelt (“We hebben
gemerkt dat ons secretariaat minder telefoons moet beantwoorden doordat de supporters
nu gebruik maken van Facebook. Als die daar iets op posten proberen wij, als team, daar zo
snel mogelijk op te antwoorden.” Lindemans, 2013).
48
HOOFDSTUK 6: Conclusies
Het gebruik van sociale media is gratis waardoor we veronderstelden dat er geen grote
verschillen zouden zijn, op het gebied van gebruikte sociale media’s, tussen de verschillende
voetbalclubs. Na een analyse, van het aantal gebruikte sociale mediums per voetbalclub,
kwamen we tot de conclusie dat hoe kleiner het budget, hoe minder sociale mediums
werden gebruikt. Dit kan langs de ene kant komen doordat men bepaalde sociale mediums
nog niet naar waarde schat of doordat men wegens tijdsgebrek onmogelijk gebruik kan
maken van elk medium. Hoe kleiner het budget, hoe minder personeel er instaat voor de
communicatie binnen de club. Hierdoor gaat men zich liever specialiseren op een klein
aantal mediums in plaats van slechts een kleine bijdrage te kunnen leveren elk beschikbaar
medium.
Als we gaan kijken naar de professionaliteit rond sociale media stellen we vast dat er slechts
drie van de tien onderzochte voetbalclubs professioneel omgaan met sociale media. Om te
stellen dat het budget hier een grote rol inspeelt kunnen we deels geloven doordat twee van
deze drie clubs over het grootste budget beschikken (Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2).
Voetbalclub 4 laat echter zien dat men ook met een beperkt budget professioneel kan
omgaan met sociale media. Coppin (2013) van de KBVB had hier een duidelijk standpunt
over: “Het gebruik van sociale media is helemaal niet afhankelijk van de grote van het
budget maar heeft alles te maken met de focus en de visie hoe je vandaag gaat
communiceren. Clubs moeten meer gaan kijken hoe ze gaan communiceren in plaats van hun
focus op alles te leggen.” Men kan wel vaststellen dat het niet elke voetbalclub gegeven is
om een persoon aan te nemen die enkel verantwoordelijk is voor sociale media maar elke
club dient in staat te zijn om een persoon aan te stellen die vluchtig de sociale media, van de
club, in het oog houdt en die bepaalde acties naar voor kan brengen. Voetbalclub 3 is een
voetbalclub die wel over de middelen beschikt maar door het gebrek aan visie en strategie
spelen ze hier niet op in.
Hoe de toekomst van sociale media er zal uitzien is afhankelijk van de huidige situatie binnen
de voetbalclub. Voetbalclubs die reeds een professioneel team, rond sociale media, hebben
49
opgebouwd zien het anders dan diegene die dit nog niet hebben. Elke voetbalclub wilt hier
echter wel naar evolueren. Voetbalclub 1 en Voetbalclub 2 (die beiden over een
professioneel team beschikken) willen voornamelijk verder evolueren op de manier waarop
ze bezig zijn om zo aan de ‘top’ proberen te blijven. De andere eerste klasse voetbalclubs
beseffen dat sociale media een belangrijke rol in de toekomst zal spelen en willen dan ook
naar een professionalisering, op het gebied van sociale media, evolueren. Voetbalclub 11
heeft geen duidelijke toekomstvisie doordat ze nog teveel met het verleden bezig zijn
(afbouwen van schulden). De KBVB heeft recent nog een bevestiging gekregen dat ze op de
juiste weg zijn (nominatie voor award), en willen deze weg dan ook verder bewandelen.
Algemeen kwamen de voetbalclubs tot de conclusie dat de interactie, via sociale media,
afhankelijk was van de resultaten van de betreffende voetbalclubs. Als de betreffende
voetbalclub wint dan ziet men een duidelijke stijging van de sociale media activiteit door de
supporters. Deze reacties zullen bijgevolg een positief karakter hebben en zo ook een
positief imago creëren. Omgekeerd is dit echter ook het geval. Als we gaan kijken naar de
KBVB dan zien we dat zij dit tegen gaan door middel van een merk te creëren rond de Rode
Duivels. Op deze manier vangen zij het effect van winnen of verliezen op. De acties die men
organiseert om de interactie met de supporters te verhogen zijn afhankelijk van de
beschikbare tijd die men heeft. Als men kijkt naar de voetbalclubs die een professioneel
team rond sociale media hebben opgebouwd dan stellen we vast dat deze duidelijk meer
acties gaan creëren, via sociale media, omdat deze meer tijd en ruimte hebben om dit te
doen. Clubs met een ‘kleiner’ budget en zo ook met slechts één persoon die
verantwoordelijk is voor de sociale media zullen minder acties kunnen creëren, via sociale
media, doordat de tijd ontbreekt. Door middel van vrijwilligers er bij te betrekken kunnen ze
dit gedeeltelijk opvangen.
Voor-‐ en nadelen van het gebruik van sociale media zijn onafhankelijk van de grootte van
het budget. Er worden in onze analyse wel verschillende voor-‐ en nadelen gegeven maar
deze komen voornamelijk op hetzelfde neer. Zo wordt bereik, snelheid van informatie, kans
op interactie en verbondenheid beschouwd als de voornaamste voordelen van het gebruik
van sociale media. De geringe controle, snelheid van overname van informatie zonder dat
deze is geconfirmeerd en de afhankelijkheid van de sportieve prestaties worden gezien als
50
de belangrijk nadelen hiervan. De KBVB heeft duidelijk aangegeven dat men met een
duidelijke visie en strategie elk nadeel kan opvangen en men zich eigenlijk enkel op de
positieve waarden van sociale media dient te concentreren.
Voetbalclubs kunnen op verschillende manieren economisch voordeel halen uit het gebruik
van sociale media. Het economisch voordeel zal een onrechtstreeks gevolg, van het gebruik
van sociale media, zijn. Zo zullen sponsors van de hogere visibiliteit van de voetbalclub willen
meegenieten. Ze zullen hiervoor een hogere prijs moeten betalen waartoe ze ook bereid
zijn. Door gebruik te maken van wedstrijden, via sociale media, kunnen voetbalclubs nieuwe
supporters uitnodigen. Deze supporters kunnen bij een positieve ervaring evolueren naar
trouwe supporters. Deze zullen meer uitgeven (o.a. aan drank/merchandising/tickets/..)
waardoor een voetbalclub hier meer winst uit kan genereren. Door actief gebruik te maken
van sociale media kunnen verschillende functies binnen een voetbalclub ontlast worden.
51
ALGEMEEN BESLUIT
Na een analyse van de literatuur kunnen we concluderen dat sociale media een belangrijke
rol heeft ingenomen in de huidige maatschappij. Het is een bron van kansen en bedreigingen
waarbij vooral de kansen naar voor komen. Sociale media is een trend die is voortgevloeid
uit het internetgebruik, beter bekend als web 2.0 (of new media). Het internetgebruik van
de consument is hierdoor veranderd en heeft ervoor gezorgd dat de consument steeds een
belangrijkere plaats innam. In plaats van enkel informatie te consumeren, treden zij hiermee
nu in interactie waardoor zij de richting bepalen van de informatie op het internet
(consumers worden nu prosumers genoemd).
Sociale media heeft een prominente rol ingenomen in het internetgebruik, zeven op tien
Belgen zijn momenteel actief op een sociaal netwerk. Het is een handig nieuw marketingtool
waardoor informatie snel en efficiënt kan worden verspreid. Bedrijven gaan sociale media
gebruiken in hun marketingstrategie om klanten aan zicht te binden. Ze willen klanten het
gevoel geven dat ze inspraak, in het bedrijfsbeleid, krijgen waardoor deze klanten zich meer
verbonden met het bedrijf zullen voelen. Ze willen via sociale media voornamelijk twee
zaken bereiken; hun naamsbekendheid verhogen en de klantentevredenheid nagaan. Het
ontbreken van sociale media, bij een bedrijf, is zeer negatief. Via Sociale media kan de
marktpositie van een bedrijf worden verstevigd. Mensen zullen online continu over het
bedrijf praten waardoor het bedrijf in de ‘picture’ blijft staan. Het moet dus een deelnemer
worden in de wereld van het sociale web, maar in de meest intelligente-‐/effectieve manier
van planning, en moet worden geïmplementeerd volgens de best mogelijk sociale media
marketing strategie. Het bedrijf zal aanzienlijk profiteren van deze inspanning, met name in
positieve mond-‐tot-‐mond reclame met inbegrip van enthousiaste verwijzingen van mogelijk
miljoenen online gebruikers.
Het doel van dit onderzoek was om het gebruik van sociale media, bij voetbalclubs, na te
gaan en te kijken om welke redenen sportclubs sociale media wel of niet zouden moeten
gebruiken. Zeven op de tien onderzochte voetbalclubs gaven aan dat het gebruik van sociale
media afhankelijk is van de grote van het budget. Deze stelling wordt sterk tegengesproken
52
door de KBVB (“Het gebruik van sociale media is helemaal niet afhankelijk van de grote van
het budget maar heeft alles te maken met de focus en de visie hoe je vandaag gaat
communiceren. Clubs moeten meer gaan kijken hoe ze gaan communiceren in plaats van hun
focus op alles te leggen.” Coppin, 2013) en wordt ontkracht door Voetbalclub 4. Deze
voetbalclub laat zien dat men ook met een beperkt budget (behoort tot de groep:
Voetbalclubs met een ‘middelmatig’ budget) actief kan omgaan met sociale media. Ze
hebben niemand specifiek aangesteld om met sociale media om te gaan maar door een
duidelijke visie en strategie besteden ze hier voldoende tijd aan. Een tegenpool hiervan is
Voetbalclub 3. Deze voetbalclub behoort tot de groep; Voetbalclubs met een ‘groot’ budget
maar gaat passief om met sociale media. Sociale media wordt door Voetbalclub 3 nog niet
naar waarde geschat waardoor men hier momenteel nog niet professioneel mee omgaat.
Zoals Coppin (2013) citeerde is de professionaliteit van omgang met sociale media
afhankelijk van de visie en strategie van een voetbalclub en niet van de grote van het
budget.
De voornaamste reden waarom voetbalclubs sociale media actief dienen te gebruiken is
omdat ze op deze manier hun inkomsten kunnen verhogen. Door actief gebruik te maken
van sociale media zouden voetbalclubs meer supporters naar het stadion kunnen krijgen en
zouden ze, door de hogere visibiliteit, meer sponsors kunnen aantrekken. (Nieuwe)
Supporters zullen zich sneller verbonden voelen waardoor ze trouw aan een voetbalclub
zullen worden. Supporters zullen meer consumeren (merchandising, drank, tickets,..) en
door hun mond aan mond reclame worden anderen aangetrokken. Door de hogere
visibiliteit van voetbalclubs kunnen nieuwe sponsors gemakkelijker worden aangetrokken.
Reeds bestaande sponsors zullen hiervan willen meegenieten en kunnen ofwel op deze
manier tevreden worden gesteld ofwel kan er een herziening van het contract gebeuren.
VI
Referenties
1. Ahonen, T. T., & Moore, A., 2005, Communities dominate brands. Business and
marketing challenges for the 21st century. London.
2. Asur, S. & Huberman B., 2010, Predicting the future with social media. Web
Intelligence and Intelligent Agent Technology.
3. Bailyn, B., & Bailyn, E., 2011, Outsmarting google: SEO secrets to winning new
business. Indiana: Pearson.
4. Barocci, R. et al, 2007, Proven Strategies and Tested Tactics from The Advertising
Research Foundation. The online advertising playbook,Wiley, Canada.
5. Beniger, J. R., 1987, Personalization of mass media and the growth of pseudo
community. Communication Research, Vol: 14, pp: 352-‐371.
6. Bertot, J., Jaeger, P., Munson, S & Glaisyer, T, 2010, Social media technology and
government transparency. IEEE Computer Society, Vol: 43 (11).
7. Boyd, D. & Ellison, N., 2008, Social Network Sites: Definition, History and Scholarship.
Journal of Computer-‐Mediated Communication, Vol: 13 (5), pp: 210-‐230.
8. Bretz, R. & Schmidbauer, M., 1983, Media for Interactive Communication. Beverly
Hills.
VII
9. Chaffey, D., 2008, E-‐business en e-‐commerce: een managementperspectief. Harlow.
10. Chapman, T., 2008, Social network marketing, engagement marketing and brands.
Geraadpleegd op 6 september 2013 op het World Wide Web:
<http://www.socialmediamarketinguk.com>.
11. Constantinides, E & Fountain, S., 2007, Web 2.0: Conceptual foundations and
marketing issues. Journal of Direct, Data and Digital Marketing Practice, Vol: 9, pp:
231-‐244.
12. Cooke, P., 1992, Regional innovation systems: competitive regulations in the new
Europe. Geoforum, Vol: 23, pp: 265.
13. De Nijs, P., & Heling, M., 2007, E-‐marketing. Academic Service, Den Haag.
14. De pauw, E., 2010, Sociale controle in onlinegemeenschappen: een taak voor de
overheid of volstaat zelfregulering? Orde van de Dag, Kluwer, Vol 49, pp 5-‐15.
15. Deelstra, K., 2011, Zoekmachinemarketing, Culemborg.
16. Dekkers, M., 2011, Social media: contact, fun en information. Geraadpleegd op 21
september 2013 op het world wide web: <www.frankwatching.com>
17. Dellarocas, C., Zhang, X. Q., & Awad, N. F., 2007, Exploring the value of online
product reviews in forecasting sales: The case of motion pictures. Journal of
Interactive Marketing, Vol: 21 (4), pp: 23-‐45.
VIII
18. Deloitte, 2009, Annual review of football finance. Manchester. Geraadpleegd op 12
december 2013 op het world wide web:
<http://www.deloitte.com/view/en_CL/cl/services/2f5f8dc039f93210VgnVCM10000
0ba42f00aRCRD.htm>
19. Ecorys, 2005, De waarde van het voetbal. Rotterdam.
20. Edwards, H., & Day, D., 2007, Creating passion brands: How to build emotional brand
connection with customers. London.
21. Evans, D., & McKee, J., 2010, Social media marketing: The next generation of
business engagement. Wiley publishing, Canada.
22. Fernandez, J., 2009, A SWOT analysis for Social media. University of Maine,
Verenigde Staten.
23. Goffman, E., 1967, Interaction Ritual. Aldine Publishing CO, Chicago.
24. Goffman, E., 1981, Forms of Talk. University of Pennsylvania Press, Philadelphia.
25. Goldschmidt, S., Harris, U. & Junghagen, S., 2003, Strategic Affiliate Marketing.
Edward Elgar, United Kingdom.
26. Haenlein, M. & Kaplan, M., 2010, Users of the world, unite! The challenges and
opportunities of Social Media. Business Horizons, Indiana.
IX
27. Jaffe, J., 2007, Join the conversation: How to engage marketing-‐weary consumers
with the power of community, dialogue, and partnership. New Jersey.
28. Jankowski, N. W., 2006, The handbook of new media: Creating community with
media: history, theories and scientific investigations. Londen.
29. Jansen, B. J., et al, 2009, Twitter power: Tweets as electronic word of mouth. Journal
of the American Society for information science and technology, Vol: 60 (11), pp:
2169-‐2188.
30. Kaplan, A. & Haenlein, M., 2009, Users of the world, unite! The challenges and
opportunities of social media. Business Horizons, Vol: 53 (1), pp: 59-‐68.
31. Kitzinger J., 1995, Introducing focus groups. BMJ, Vol: 311, pp: 299-‐302.
32. Libbenga, J., 2011, Succes online campagnes moeilijk te bepalen. Geraadpleegd op 6
september 2013 op het world wide web:
<http://www.emerce.nl/nieuws/succes-‐online-‐reclamecampagnes-‐moeilijk-‐te-‐
bepalen>
33. Lievrouw, L. A. & Livingstone, S., 2002, Introduction to the first edition, The social
shaping and consequences of ICTs. The handbook of new media, Londen.
34. Lindmark, S., 2009, Web 2.0: Where does Europe stand? European Commission.
X
35. Lüders, M., 2008, Conceptualizing personal media, New media & society, Vol 10, pp
683-‐702.
36. Maso I., Smaling A., 2004, Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Lemma
uitgevers, Boom.
37. McLaughlin, M. L., 1984, Conversation: How Talk is Organized. Sage Series in
Interpersonal Communication, Vol: 3, Beverly Hills.
38. McMillan, S. J., 2006, Exploring models of interactivity from multiple research
traditions: Users, documents and systems. The handboek of new media, chapter: 10,
pp: 205-‐228.
39. Mechant, P., 2007, Culture '2.0': Social and cultural exploration through the use of
folksonomies and weak cooperation. Universiteit Gent, Gent.
40. Meskauskas, J., 2001, Are click-‐through rates really declining? Geraadpleegd op 11
september 2013 op het world wide web:
<http://www.clickz.com/clickz/column/1706011/are-‐click-‐through-‐rates-‐really-‐
declining>
41. Misuraca, G, et al, 2009, Public service 2.0: The impact of social computing on public
services. European Commission.
42. Mitchell, A., 2000, The camel, the cuckoo and the reinvention of win-‐win marketing.
Journal of brand management, Vol: 8(4 en 5), pp: 255-‐269.
XI
43. Moekotte, P., 2010, Sociale media middle voor participatief leren: Achterblijver of
voorloper in het gebruik van sociale media. Vakblad vooropleiders in het
gezondheidsonderwijs, Vol: 7.
44. Persbericht InSites Consulting, 2013, Interactive Advertising Bureau Belgium.
45. Petersen, P., 2009, Online Marketing, Amsterdam.
46. Rafaeli, S., & Sudweeks, F., 1997, Networked Interactivity. Journal of Computer-‐
Mediated, Vol: 2(4), pp: 112-‐135.
47. Schäfer, M..T., 2008, Bastard Culture! User participation and the extension of the
cultural industries. Dissertatie Universiteit Utrecht.
48. Schegloff, E. A., 1992, Repair after next turn: The last structurally provided defense of
intersubjectivity in conversation. American Journal of Sociology, Vol: 97(5), pp: 1245-‐
1295.
49. Schegloff, E.A., 1987, Between macro and micro: Contexts and other connections.
The Micro-‐Macro Link, University of California Press, pp: 207-‐234, Berkeley.
50. Schrum, L., & Solomon, G., 2007, Web 2.0: New tools, new schools. International
Society for Technology in Education, Washington.
51. Shuen, A., 2008, Web 2.0: A strategy guide: Business thinking and strategies behind
successful Web 2.0 implementations. Sebastopol: O’really Media, Canada.
XII
52. Tannen, D., 1989, Talking Voices: Repetition, Dialogue, and Imagery in Conversational
Discourse. Cambridge University Press, Cambridge.
53. Thompson, S. A. & Sinha, R. K., 2008, Brand communities and new product adoption:
The influence and limits of oppostional loyalty. Journal of Marketing, Vol: 72
(November), pp: 65-‐80.
54. Tremayne, M., 2005, Lessons Learned from Experiments with Interactivity on the
Web. Journal of Interactive Advertising. Vol: 5(2), pp: 40-‐46.
55. Vermeulen, I. E., Seegers, D. I., 2009, Tried and tested the impact of online hotel
reviews on consumer consideration. Tourism management, Vol: 30 (1), pp: 123-‐127.
56. Yzer, M. C., & Southwell, B. G., 2008, New communication technologies, old
questions. American Behavioral Scientist, Vol: 52, pp 8-‐19.
53
Bijlagen
Bijlage 1: Welke sociale netwerksites zijn ontstaan tussen 1997 en 2006 (Kaplan &
Haenlain, 2010).
54
Bijlage 2: Voornaamste sociale media platforms.
Om een beter zicht te krijgen op de sociale mediaplatforms geven we in dit onderdeel de
voornaamste platforms en bespreken we kort welke mogelijkheden ze bieden.
Facebook (www.Facebook.com)
Opgericht: 2004 – Mark Zuckerberg
Wat: Facebook staat bekend als de populairste sociale netwerksite ter wereld. Het
laat iedereen met een account toe informatie te publiceren waarbij ze kunnen
beslissen in welke mate deze informatie zichtbaar is voor derde. De gedeelde
informatie kan bijvoorbeeld gaan om foto’s, filmbeelden en statusupdates.
Voordelen: Omdat het de meest populaire sociale netwerksite is kunnen bedrijven er een
zeer groot publiek mee bereiken. Door Facebook is het voor bedrijven ook
mogelijk veel extra informatie over hun klanten te weten te komen om deze
zo op een gepaste manier te overtuigen.Flickr (www.flickr.com)
Flickr (www.flickr.com)
Opgericht: 2004 – Caterina Fake and Steward Butterfield
Eigenaar: Yahoo
Wat: Deze website wordt gebruikt voor het delen van beeldfragmenten en
afbeeldingen. De laatste jaren maakte de website een heuse opgang en is
vooral populair onder webbloggers.
Voordelen: Flickr is vooral in gebruik bij bloggers. Deze zijn erg actief op internet en
worden vaak door meerdere mensen gevolgd. Aangezien deze webbloggers
niet enkel actief zijn op Flickr maar op tal van andere netwerksites is het goed
dat ze vertrouwd raken met het bedrijf. Via Flickr kan het bedrijf ervoor
zorgen dat de webbloggers een goede indruk krijgen van het bedrijf
(www.smallbusinesssem.com).
55
Foursquare (www.foursquare.com)
Opgericht: 2009 – Dennis Crowley en Naveen Selvadurai
Wat: Netwerksite die gebruikers de mogelijkheid biedt in te checken op bepaalde
plaatsen. Zo kunnen vrienden op de hoogte gehouden worden van hun
huidige locaties. Deze locaties kunnen gebruikers ook delen met de rest van
hun vrienden via Twitter of Facebook.
Voordeel: Bedrijven kunnen het gebruiken bij het geven van promoties op locatie (zie
supra). Op een eenvoudige manier kunnen ze klanten op de hoogte houden
van de dichtstbijzijnde winkels wanneer deze klant inlogt op zijn smartphone.
Zoals eerder al beschreven in het vorige hoofdstuk krijgen klanten meer
voordelen door vaker een bepaalde onderneming te bezoeken en hier in te
checken waardoor er een soort van competitie ontstaat en klanten steeds
vaker gaan terugkomen.
Google+ (http://plus.google.com)
Opgericht: 2011 -‐ Google
Wat: Google+ werd ontwikkeld om de concurrentie aan te gaan met Facebook. Het
nieuwe aan deze netwerksite is dat hij volledig draait rond de zogenaamde
kringen. Dit zijn groepen die de gebruiker kan creëren om een duidelijkere
scheiding te krijgen tussen zijn contactpersonen.
Voordeel: Momenteel ligt de focus bij Google+ nog voornamelijk bij de consumenten.
Voor bedrijven is het nog niet zo interessant hier een account op aan te
maken. Google kondigt wel aan later dit jaar met een veelbelovende
uitbreiding te komen voor bedrijven. Waarbij ze zowel hun eigen pagina
optimaal kunnen beheren als alle andere toepassingen van Google zoals
bijvoorbeeld GoogleAdwords te integreren (Oeslien, 2011).
56
Instagram (www.instagram.com)
Opgericht: 2010 – Kevin Systrom en Mike Krieger
Eigenaar: Facebook
Wat: Instagram wordt gebruikt om foto’s te uploaden en deze via een digitale filter
aan te passen. De foto’s worden steeds in een herkenbare vierkante vorm
gepost.
Voordeel: Er zijn nog maar een beperkt aantal bedrijven actief op Instagram. Het is nog
niet duidelijk wat de meerwaarde kan zijn voor bedrijven door gebruik te
maken van deze netwerksite. Al kan extra publiciteit nooit kwaad (Keath,
2011).
LinkedIn (www.linkedin.com)
Opgericht: 2003 – Reid Hoffman
Wat: Het is een platform waar de miljoenen gebruikers op de hoogte blijven van
job mogelijkheden, bedrijf nieuws, de producten en diensten van een bedrijf.
Het is een sociale netwerksite waarbij de focus ligt op professionele
contacten. De intentie is niet meteen de persoonlijke intresses van zijn
gebruikers te tonen maar eerder diens professionele interesses en gedachten.
Voordeel: Het maakt het eenvoudiger om het eigen professionele netwerk te vergroten.
Bedrijven kunnen dit niet enkel gebruiken om met mogelijke klanten in
contact te komen maar ook om op zoek te gaan naar nieuwe partners of
personeelsleden.
57
Twitter (www.Twitter.com)
Opgericht: 2006 -‐ Jack Dorsey
Wat: Twitter wordt omschreven als een microblog waarbij korte berichten van
maximaal 140 tekens worden gedeeld met anderen. Deze korte berichten
tweets genaamd, worden steeds meer gebruikt door bekende personen,
artiesten en organisaties die deze methode gebruiken om hun fans en
volgelingen op de hoogte te brengen van wat er bij hen omgaat.
Voordeel: Een bedrijf kan op een eenvoudige en snelle manier de klanten op de hoogte
brengen van wat er omgaat in het bedrijf (perez, 2009).
YouTube (www.youtube.com)
Opgericht: 2005 -‐ Chad Hurley, Steve Chen en Jawed Karim
Eigenaar: Google
Wat: YouTube is de bekendste sociale videosite die gebruikt wordt om video
materiaal te delen met de rest van de wereld.
Voordeel: een bedrijf kan er promotiefilmmateriaal opzetten zonder te betalen voor
uitzendrechten. Als ze er in slagen een populaire hit van te maken, door er
iets orgineel op te posten, kan dit zeer veel views krijgen.
58
Bijlage 3: Soorten communicatie
59
Bijlage 4: Vragenlijst interview auteurs:
Algemeen:
-‐ Biedt sociale media een uitweg voor bedrijven die niet sterk op gebied van marketing
staan?
-‐ Welke voordelen biedt sociale media?
-‐ Welke nadelen biedt sociale media?
-‐ Hoe en waarom zou een bedrijf sociale media moeten gebruiken/vermijden?
-‐ Kan men door middel van sociale media aan klantenbinding doen?
-‐ Is het mogelijk om geld uit te sparen door sociale media te gebruiken?
-‐ Bedrijven die reeds 'groot' zijn, zijn die ook automatisch sterk aanwezig op het sociale
medium?
-‐ Gebruiken bedrijven sociale media voor hun 'concurrentiestrijd'?
Sportgebied:
-‐ Zijn voetbalclubs sterk aanwezig op het sociale medium?
-‐ Hoe zouden voetbalclubs sociale media moeten gebruiken?
-‐ Wat zijn de voornaamste voor-‐/nadelen voor een sportclub die sociale media gebruikt?
-‐ Welke clubs hebben zich reeds sterk geprofileerd op het sociale medium?
60
-‐ Is er merkbaar verschil op het gebied van sociale media tussen clubs met een groot budget
en die met kleiner budget?
-‐ Kunnen sportclubs meer toeschouwers naar het stadion kunnen lokken door gebruik te
maken van sociale media?
-‐ Zou men de effectiviteit van een sportclub (zoals bv het ticketsysteem te intrigeren in een
app) kunnen verhogen door gebruik te maken van sociale media?
61
Bijlage 5: Voorbeeld interview met Auteur:
Telefonisch interview Jo Caudron
-‐ Maakt sociale media het leven van de consument prettiger, aangenamer &
gemakkelijker?
Jo Caudron: Sociale media maakt het leven van de consument niet gemakkelijker,
aangenamer etc. Je moet sociale media als het ware filosofisch gaan bekijken waarbij het
voor de ene heel prettig is en voor een ander juist het omgekeerde is. We kunnen sociale
media zo ook gemakkelijk vergelijken met een auto of gsm. Deze maken het leven van de
consument voor de ene ook aangenamer, gemakkelijker etc, maar voor een ander zal dit een
andere betekenis hebben. Men moet wel weten dat men soms verplicht wordt hiervan
gebruik te maken. Een werknemer die elke dag bereikbaar moet zijn kan niet zeggen dat hij
geen gsm gaat gebruiken. Net zo bij sociale media, iemand die op de hoogte moet zijn van
‘de laatste nieuwtjes’ moet op het sociale medium actief zijn.
-‐ Is het voor bedrijven zinvol om sociale media te gebruiken?
Jo Caudron: Voor bedrijven is het zeer zinvol om sociale media te gebruiken. Mensen die
geinteresseerd zijn in het bedrijf kunnen het bedrijf zo volgen en weten wat er momenteel
speelt in het bedrijf. Sociale media vormt het verlengde van het bedrijf. Het is dan ook zeer
belangrijk hoe bedrijven zich op dit medium gaan profileren. Indien ze dit medium links laten
liggen dan zouden ze een grote achterstand kunnen oplopen ten opzichte van de
concurrentie aangezien deze zo wel in contact staan met hun klanten en zo ook andere
klanten kunnen aantrekken.
-‐ Is het reeds noodzakelijk geworden dat bedrijven sociale media gaan gebruiken?
Voor bedrijven kan is sociale media momenteel een medium waarmee ze heel gemakkelijk in
contact kunnen staan met de klant. Ze kunnen via deze weg te weten komen wat er
62
momenteel speelt bij de klant en hoe de klant ten opzichte van het bedrijf staat. Ze kunnen
de interactie met de klant ook vergroten door bijvoorbeeld af en toe een ‘tweet’ te
verspreiden of een ‘statusupdate te doen via Facebook. Of sociale media echt noodzakelijk is
geworden is, is iets anders. Men zou kunnen stellen dat dit noodzakelijk is omdat dit
momenteel leeft onder de mensen en een medium is waarmee men snel in contact kan
treden met de consument. Voor grote bedrijven maakt dit echter niet veel uit. Grote
bedrijven zullen wel sterk aanwezig zijn op het sociale medium maar dit zal hun koers niet
doen veranderen. Voor kleinere bedrijven is het belangrijker. Zij kunnen dit medium
gebruiken om aan naamsbekendheid te winnen.
-‐ Kan men sociale media voor marketing gebruiken?
Door gebruik te maken van sociale media, zoals reeds vermeld, staat het bedrijf dicht bij de
klant. Op deze manier kunnen ze dan ook een zekere vorm van marketing voeren. Als men
iets vermeld op Twitter dan zal dit zich als een lopend vuurtje verspreiden. Ik geef een
voorbeeld: als een bedrijf, met 1000 volgers op Twitter, een tweet plaatst dan zal dit 20 000
mensen bereiken. Dit komt omdat een tweet kan ‘gehertweet’ worden alsook meerdere
mensen dit toevallig zullen tegenkomen. Een tweet kan met op 5 seconden plaatsen en dus is
sociale media een belangrijke component in snel en direct marketing te voeren. Het bedrijf
moet wel oppassen dat ze sociale media niet gaan gebruiken voor het verspreiden van
informatie. Als het bedrijf bijvoorbeeld een actie gaat plannen kunnen ze via een
statusupdate of een tweet hier wel al iets over melden maar de uitleg over de actie mag niet
op deze manier gebeuren. Dit zou misbruik van sociale media betekenen. Als ze een groter
publiek willen bereiken moeten ze dit op een andere manier doen dan via sociale media.
-‐ Zouden voetbalclubs gebruik moeten maken van sociale media?
Het is zeer belangrijk dat voetbalclubs gebruik maken van sociale media! Via deze weg
kunnen ze in contact staan met al hun fans en vergroten ze het gevoel van ‘samenhorigheid’.
Voetbal behoort tot een interessegebied waar mensen bijzonder veel aandacht aan
schenken. Elke supporter wilt graag als eerste weten wat er aan de hand is in zijn/haar club
en wat er momenteel leeft. Dit heeft als gevolg dat een voetbalclub al snel duizendtallen
63
volgers heeft. Een club moet wel steeds rekening houden met de manier waarmee ze zich
profileren op dit medium. Supporters willen het gevoel hebben dat ze erbij horen (supporter
van elke standaardklasse) en een club moet hiermee rekening houden. Een voorbeeld hiervan
zou zijn: Een voetbalclub die bijzonder veel supporters heeft die in een fabriek werken moet
niet elke dag foto’s plaatsen van de mooie auto’s/kledij die elke speler van de club heeft. Het
kan gebeuren dat ze deze foto’s plaatsen maar dit moet niet pertinent gebeuren.
-‐ Kunnen sportclubs meer toeschouwers naar het stadion lokken door middel van
sociale media?
Een sportclub die heel actief is op het sociale medium zal worden gevolgd door steeds meer
mensen. Als deze club dan een positief imago weet op te bouwen kunnen ze aan
klantenbinding doen. Op deze manier zouden ze ook meer supporters naar het stadion
kunnen lokken.
-‐ sociaal actieve sportclubs, hebben die automatisch ook meer ‘volgers’ op het sociale
medium?
Ja! Dit gebeurd echter pas na verloop van tijd. In het begin is het aantal volgers afhankelijk
van de populariteit van de club. Na verloop van tijd zal de toename van het aantal volgers
echter beginnen stagneren. Een club die zich echter actief gedraagt op het sociale medium
zal nadien meer in de picture staan dan een club met meer volgers maar waarbij men veel
minder actief is.
-‐ Wat zouden de grootste voordelen voor een sportclub kunnen zijn om sociale media
te gaan gebruiken?
64
Bijlage 6: E-‐mail naar Belgische voetbalclubs en KBVB
Beste,
Voor de Universiteit Gent voer ik een onderzoek naar het gebruik van Sociale Media bij
voetbalclubs. Het doel van dit onderzoek gaat uit naar de voor-‐ en nadelen van het gebruik
van sociale media te achterhalen bij voetbalclubs.
Het is mijn bedoeling om met enkele personen binnen jullie club te spreken (slechts 15min)
om zo een zicht te krijgen hoe jullie sociale media gebruiken en welke kansen/bedreigingen
jullie zien door het gebruik van sociale media.
Zouden jullie medewerking aan mijn onderzoek willen verlenen? Dit neemt, zoals reeds
vermeld, slechts 15 minuten van desbetreffende persoon zijn of haar tijd in beslag.
Personen aan wie ik denk voor het interview (indien aanwezig) :
-‐ Hoofd communicatie
-‐ Assistent communicatie
-‐ Persoon van de dienst ticketing
-‐ Persoon van de Sociale cel
Indien deze personen niet kunnen of deze functie niet bestaat is het voor mij voldoende om
met enkele personen binnen de club te spreken als dit mogelijk is.
Zou u mij hieromtrent iets kunnen laten weten?
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groeten,
Sam Huylebroek
65
Bijlage 7: Vragenlijst interview voetbalclubs & KBVB
1) Wordt sociale media actief gebruikt in uw club? Zoja, op welke manier?
2) Sinds wanneer wordt sociale media gebruikt in uw club?
3) Wat zijn voor u de grootste voordelen die sociale media met zich meebrengt?
4) Wat zijn voor u de grootste nadelen die sociale media met zich meebrengt?
5) Heeft de club duidelijk effecten ondervonden door gebruik te beginnen maken van
sociale media?
6) Wat zijn de grootste veranderingen, binnen de club, sinds het gebruik van sociale
media?
7) Zou de club in de toekomst meer of minder gebruik moeten maken van sociale
media? Leg uit.
66
8) Heb je het gevoel dat de naamsbekendheid van uw club is toegenomen door gebruik
te maken van sociale media?
9) Wordt sociale media enkel gebruikt naar het publiek toe of wordt dit ook intern
gebruikt?
10) Kan de club op kosten besparen door hiervan gebruik te maken?
11) Hoe probeert uw club zich te onderscheiden van andere clubs op het sociale
medium?
12) Heb je het gevoel dat het persoonlijk contact verminderd of juist wordt vergroot
door gebruik te maken van sociale media?
13) Hangt in uw ogen het gebruik van sociale media samen met de grote van het budget
van de voetbalclub?
67
Bijlage 8: Analyse interviews voetbalclubs & KBVB
Voetbalclub 2 (Verwerking van de drie interviews)/ Voetbalclub 1 (2 interviews)
Actief op sociale media => Facebook, Twitter, Foursquare, LinkedIN => Worden dagelijks
bijgewerkt.
Er wordt gebruik gemaakt van sociale media om wedstrijden te organiseren.
“De waarde van sociale media wordt door Voetbalclub 1 zeker niet onderschat waardoor we
op elk medium prominent aanwezig willen zijn.” (De Brandt, 2013).
Voordelen:
-‐ Rechtstreekse communicatie met stakeholders
-‐ Eenvoudig en snel
-‐ Gemakkelijke manier om te weten wat er leeft
-‐ Eenvoudige tool om acties bekend te maken langs de twee wegen sociale media.
Nadelen:
-‐ Impulsief middel naar spelers toe
-‐ Weinig zicht op wat de spelers plaatsen.
Van hoogste belang dat men aanwezig is op sociale media => weten wat er leeft bij
supporters.
Acties worden langs alle kanalen verspreid => meestal eerst via sociale media (exclusief zijn).
Professioneel team rond sociale media
“De dagthema’s bepalen de context van de tweet. Op donderdag bijvoorbeeld gaan we een
eerste voorbeschouwing geven van de komende wedstrijd waarbij de supporters een
pronostiek kunnen geven.” Lindemans, 2013
68
“We zien sociale media als een volwaardig communicatiekanaal waar men de nodige tijd en
moeite dient aan te besteden.” Campine, 2013
Toekomst sociale media?
-‐ Gebruik van sociale media zal vermeerderen
-‐ Blijven aanpassen
-‐ !groeien!
-‐ zal steeds belangrijker worden
Sociale media kan veel compenseren door online interactie. “Het belangrijkste van sociale
media is dat de supporter zich verbonden voelen met de club (Campine, 2013)
“sociale media is een krachtig medium waarmee we snel en interactief informatie kunnen
verspreiden. In de toekomst zouden we op deze manier veel tijd kunnen besparen.” De
Brandt, 2013
Begin: Full time focus op sociale media enkel op wedstrijddagen of dagen dat er specifiek
iets te doen is. Momenteel volwaardig communicatiekanaal. 2jaar actief => persoonlijk
contactpunt voor supporters.
“Zonder supporters zouden we niet kunnen overleven.” Lindemans, 2013
Sociale media is een vluchtig medium => moet in combinatie zijn met de website.
1x per week vergadering over wat er moet verschijnen. In sociaal media team
(communicatieteam) gaat men wel bijna dagelijks overleggen. “Het is voor ons van het
hoogste belang dat we actief aanwezig zijn op sociale media. Op de manier komen we te
weten welke zaken er leven bij de supporters en waar men op moet inspelen (Campine,
2013)
Als men een vluchtige tweet plaatst is het 1 persoon die beslist.
69
Voornamelijk secretariaat wordt verlicht in functie => vragen worden via Sociale media
gesteld.
“We hebben gemerkt dat ons secretariaat minder telefoons moet beantwoorden doordat de
supporters nu gebruik maken van Facebook. Als die daar iets op posten proberen wij, als
team, daar zo snel mogelijk op te antwoorden.” Lindemans, 2013
Over de grote lijnen gaat men eerst vergaderen voordat men iets online gaat plaatsen.
“Wij plaatsen geregeld een dj aan een supportersvak die na de wedstrijd dan de muziek
verzorgd. We hebben gemerkt dat supporters hier specifiek op afkomen en zo ook langer
blijven plakken na een wedstrijd. Deze acties verspreiden we enkel via sociale media en we
zien ook dat supporters deze acties gaan delen.” Campine, 2013
3 personen in het team, elke persoon heeft specifiek een functie.
Men heeft vaste dagen voor bepaalde fragmenten: Begint op donderdag (1ste fragment en
loopt zo verder) met een voorbeschouwing en daarop gaat men verder bouwen waarna er
een nabeschouwing volgt van de gespeelde wedstrijd.
Men gaat een hashtag introduceren op Twitter en dat heeft een groot succes
Wedstrijd: Facebookzitjes die verloot worden onder de likes)
Toekomst Voetbalclub 2 op Sociale media?
-‐ Groeien/uitbreiden => Clubtv intregeren
-‐ Commercialisering
Basisprincipes tussen clubs met lager budget en groter budget moeten zelfde zijn maar
grotere clubs: meer personeel => meer tijd.
Applicatie => toekomst
70
Voetbalclub 6:
Actief op Twitter, Facebook, Youtube
! Proberen er wel dagelijks mee bezig te zijn maar is bijna niet mogelijk door
tijdstekort => afwezigheid van iemand die full time bezig is met sociale media en
communicatie in het algemeen.
Geen professioneel team
Alles gaat wel via de verantwoordelijke maar deze beslist alles op zich zelf.
! Er gebeuren geen vergaderingen over wat wel en niet mag verschijnen en ook niet
over nieuwe ideeën etc.
Naar de toekomst toe ziet Voetbalclub 6 het belang van sociale media enkel groeien. Zelf
willen ze naar een professioneel team evalueren waarbij er meerdere mensen in het
communicatieteam zitten en waarbij er specifieke mensen zijn aangesteld om zich bezig te
houden met sociale media.
Op bepaalde dagen maakt Voetbalclub 6 wel gebruik van specifieke elementen/thema’s. Ze
kijken hiervoor ook actief naar de concurrentie en probeert zo mee te evalueren.
Voordelen:
-‐ Visibiliteit
-‐ Bereik
-‐ Informatie moet snel beschikbaar zijn => men moet snel de doelgroep kunnen
bereiken => belang van de eerste te zijn => meer bezoekers voor website => Van
commercieel belang.
-‐ Gemakkelijk om nieuws te verspreiden.
! Bedrijven willen populariteit van de club gaan gebruiken om zelf in de ‘picture’
geplaatst te worden.
71
Nadelen:
-‐ snelheid van informatieovername
-‐ geringe controle => vaak niet in de hand wat er verschijnt op de sociale media (door
supporters)
“Voetbalclub 6 maakt gebruik van sociale media om supporters op te roepen om te komen
kijken naar wedstrijden maar niet zoals Voetbalclub 2 specifiek wedstrijden te organiseren
om meer mensen naar het stadion te lokken.
Toekomst: momenteel nauw betrokken bij de fans => Alles wat op de website verschijnt of
Facebook, Twitter Youtube => alles moet met elkaar verbonden zijn => grote community
maken.
“Van belang om dit uit te breiden door het commercieel belang.
Men kan wel degelijk kosten besparen via sociale media !
! Gemakkelijk om mensen te bereiken => gemakkelijk om mensen warm te maken.
! Snel grote groep bereiken
Naar de toekomst toe, willen ze de sociale media van de spelers in het oog houden maar dit
gebeurd momenteel niet op frequente basis doordat hiervoor de tijd ontbreekt.
72
Voetbalclub 8
Maken gebruik van Facebook, Twitter en Youtube => zijn hier maar sinds kort mee
begonnen; 7 oktober.
Gaan sociale media voornamelijk gaan gebruiken om supporters met elkaar te verbinden en
om het imago van de vereniging te verbeteren.
! slechts 1 persoon staat hiervoor in !
Voordelen:
-‐ Bereik
-‐ Dicht bij de vereniging staan
-‐ Informatie spreiden
-‐ Iedereen het gevoel geven dat ze erbij horen.
Nadelen:
-‐ Anderen kunnen je imago besmeuren => geen supporters
Toekomst:
Nu: Verder opstarten met wat we bezig zijn
Later:
-‐ “Alle betrokken er bij betrekken
-‐ Alles is geïntegreerd met elkaar
-‐ Website moet centraal punt blijven
-‐ Wedstrijden organiseren (momentele héél weinig!)
-‐ Sociale media gebruik moet worden verhoogd, strategie moet worden ontwikkeld en
er moeten duidelijke plannen naar de toekomst gemaakt worden.
Men probeert 1x per dag iets te posten maar momenteel geen duidelijke organisatie rond
wat er wel niet moet worden gepost.
Meer activiteit => meer likes
73
Er worden wel al een paar wedstrijden georganiseerd, om meer volk naar het stadion te
lokken, maar dit zou meer moeten gebeuren.
! “We zien een grote kans om via sociale media meer volk naar het stadion te lokken.”
“We maken wel al gebruik van live veslaggeving via Twitter maar moeten hiervoor ook
beroep doen op vrijwillegers of we doen dit na ons uren.”
Ze willen zich naar de toekomst toe onderscheiden van de anderen door filmpjes van spelers
te tonen.
Voor hen is het duidelijk dat het gebruik van sociale media afhankelijk van het budget is.
Voetbalclubs met een groot budget kunnen meer tijd in sociale media investeren dan clubs
met een klein budget.
74
Voetbalclub 9/ Voetbalclub 10
Proberen dagelijks gebruik te maken van sociale media maar dit gebeurd niet altijd doordat
slechts één persoon dit echt in het oog houdt.
Gebruiken het voornamelijk om de website in de kijker te zetten of om informatie te
verspreiden.
Maken gebruik van live verslaggeving via Twitter.
Het grootste belang om sociale media te gaan gebruik is de rechtstreekse feedback die men
heeft van de supporters.
Maken gebruik van Facebook en Twitter
“De commentaar die supporters via Facebook geven kan heel leerrijk zijn.3
Sociale media wordt er momenteel maar bijgenomen omdat dit ‘moet’. Ze gebruiken het
niet als een tool opzich => op wedstrijddagen gaat men gebruik maken van vrijwilligers om
hier toch ten volle gebruik van te kunnen maken.
Er worden geen vergaderingen hieromtrent gepland. Het is één persoon die beslist wat er
wel en niet kan verschijnen ! (“Binnen de club heeft iedereen zijn taak waar hij of zij
verantwoordelijk voor is.”)
Maken geen gebruik van dagelijkse thema’s => nieuws dat wordt verspreid => afhankelijk
van de dag => plaatsen voornamelijk iets op de website, en zetten het daarna in de
schijnwerpers via sociale media => men heeft hier geen vast draaiboek over.
Speler van de maand wordt verkozen via Facebook.
75
Voordelen:
-‐ Directe reactie via sociale media is belangrijk: “Zo weten we wat er leeft.”
-‐ Interactie
-‐ Snel mensen bereiken
Nadelen:
-‐ “Kan vervallen in een scheldproza.”
-‐ Er is geen Return on Investment meetbaar..
Toekomst => constant in vraag stelen => populariteit moet verhogen.
Alles moet interessant zijn => supporters betrekken bij het verhaal => pagina levendig
houden.
“We moeten proberen om als eerste iets online te plaatsen.”
Nu moet er eerst een analyse gebeuren van wat er mogelijk is en pas dan verdere stappen
ondernemen.
Aanbeveling:
-‐ Banners langs de kant.
-‐ Sociale media kaarten => publiciteit
Je hoopt dat de mensen via sociale media op de kar gaan springen
Momenteel worden er geen wedstrijden georganiseerd via sociale media.
! Soms is er een overeenkomst met een sponsor om via sociale media in de picture
gezet te worden.
! Hier zijn geen specifieke overeenkomsten over maar ze zullen wel van het bestuur uit
optreden indien er problemen zouden zijn.
Toekomst: Strategie en visie opmaken !
76
Voetbalclub 4 (2geinterviewden)
! “We beperken het aantal kanalen waarmee we werken. Liever met weinig kanalen
die we goed gebruiken in plaats van een groot aantal die we maar half gebruiken.”
! Facebook, Twitter en LinkedIN :> schuiven LinkedIN specifiek naar voor
Sociale media gaat belangrijke rol spelen op de nieuwe website => huidige website is sterk
verouderd maar er nieuwe is in aantocht.
Werken met een communicatieteam waarbij er 2 personen specifiek zijn aangesteld om zich
bezig te houden met Sociale media. Deze niet op full time basis maar wel ‘vaak’.
Gaan onderscheidt maken tussen sociale media en website => ook onderscheidt tussen
Twitter en Facebook => tegenwoordig veel nieuws via sociale media verspreiden.
Op wedstrijden actief gebruik van sociale media = wordt steeds belangrijker
Nadelen:
-‐ Kan anders geinterpreteerd worden dan de bedoeling was
(Voorbeeld Davy de Fauw)
-‐ Er kan vrij snel iets opgezet worden door de spelers dat eigenlijk niet de bedoeling is
voor sociale media.
Toekomst: preventieles voor spelers betreft sociale media en Twitterinterviews op vaste
tijdstippen
! momenteel worden de spelers al sluimerend gevolg, niet specifiek, ook worden er
momenteel geen instructies gegeven.
Voordelen:
-‐ Drie pijlers: identificatie, interpretatie en informeren (belangrijkste reden voor zulte).
77
-‐ Interactie mogelijk voor wedstrijden (voorbeeld van slogan).
-‐ Naamsbekendheid (buitenkans)
Belang: Het mag geen forum worden, geen storm van kritiek veroorzaken.
Negatieve posts worden verwijderd. Ze gaan niet alle posts gaan controleren maar dit al
sluimerend te doen (is van belang dat de de spelers niet worden gekwetst).
Alles wordt per 2 bekeken => krijgen daar autonomie over ook omdat dit snel moet
gebeuren.
! men is daar verantwoordelijk voor.
Maken geen gebruik van vaste thema’s, wel zaken die terugkomen: bv: pronostiek.
! men wilt de supporters verrassen.
Afhankelijk van budget?
! Ergens wel.. Ja: want je kan er specifiek iemand voor aannemen..”Beste is duidelijke
visibiliteit te hebben => als het vaak terugkomt gaat het automatisch meer leven.
Zelfs als je niet specifiek een budget ervoor klaarmaakt kan het wel leven door het in
de picture te zetten.”
Voorbeeld van Twitternamen op de broekjes.
78
KBVB (2 interviews)
! Facebook, Twitter, Youtube, Instagram (LinkedIN bewust niet)
Wordt dagelijks bijgehouden (“kijken er bijna elke seconde naar.”)
! communicatieteam bestaat uit 8 personen, en om de X aantal dagen wordt er
vergaderd.
Werken aan de hand van topics
! Ze hebben 10 strategische doelen en die verdelen ze in operationele doelen =>
daarmee wordt er rekening gehouden
! Vergaderen elke maandag omtrent deze topics.
! Vaste topics per week.
Maken geen gebruik van wedstrijden via sociale media (belangrijk) !!
! willen enkel supporters aantrekken die effectief bij de KBVB betrokken willen zijn en
niet diegene die enkele de voordelen willen kennen.
Sociale activiteit bij winst of verlies zou geen verschil mogen maken. Ze hebben van de KBVB
een merk gemaakt waardoor de prestatie op het voetbalveld nog slechts een klein deel is
van de gehele activiteit. => Als je u verbonden voelt dan ga je blijven actief zijn.
! Sociale media is een perfect kanaal om supporters dichter bij elkaar te brengen en bij
uw organisatie te betrekken.
Voordelen:
-‐ Rechstreeks interactie (2 wegen)
-‐ Snel bereikbaar
-‐ Doelgroep (Twitter " Facebook)
Nadelen: Als je verstandig omgaat met Sociale media zie ik geen nadelen. Je moet duidelijk
intern bespreken waarop ze gaan reageren en waarop niet.
79
Toekomst:
-‐ Weten ze niet want hangt af van de evolutie maar ze zullen steeds proberen om een
stap voor te blijven.
Sociale media " budget?
! Helemaal niet !!
! Bij kleinere clubs => kleiner team rond communicatie: maar alles heeft te maken met
focus & te gaan bergrijpen hoe je vandaag de dag moet gaan communiceren via
sociale media.
! Clubs moeten meer gaan kijken hoe ze gaan communiceren in plaats focus op alles te
gaan leggen.
Via sociale media => kan er meer volk naar stadion komen
! niet via wedstrijden te organiseren
! Interactie => supporters gaan zich meer verbonden voelen => die zorgen voor andere
fans => meer merchandising.
80
Voetbalclub 11
Professionele werking is momenteel niet mogelijk bij Voetbalclub 11. Slecht één
verantwoordelijke voor communicatie en die is slechts half tijds in dienst.
! Weinig tijd voor sociale media.
Veraderingen om de 2 maand => algemeen, niet enkel over communicatie.
“We merken dat als we meer gebruik gaan maken van sociale media dat we dan meer
volgers hebben.”
Voordelen:
-‐ Bereik => Wordt als eerst gelezen.
-‐ Belang om acties bekend te maken => bv: terrein sneeuwvrij maken. Wordt enkel via
Facebook bekend gemaakt. Meer respons zo dan via website.
Meer supporters naar stadion => ja maar momenteel ontbreekt strategie bij Voetbalclub 11.
Nadelen:
-‐ Alles wordt verspreid zonder enig doel
-‐ Negativisme
Momenteel weinig interactie via sociale media bij Voetbalclub 11. => tijdsgebrek
Likes etc verhogen? => geen strategie om dit te doen bij Voetbalclub 11.
Toekomst?
! “nadruk ligt momenteel op afbouwen van schulden. Eerst ligt nadruk daarop.
Daardoor communicatieverantwoordelijke 1/2 in dienst. Momenteel denken we
teveel in de box vind ik. We denken alleen maar aan besparen i.p.v. verder te kijken
(Investeren => meer winst).
81
Likes etc. hangt voornamelijk af van de resultaten!
! tenzij je professionele werking rond sociale media hebt dan kan men dit opvangen.
Onderscheiden?
! geen strategie => geen onderscheid
! wedstrijden etc kan niet worden georganiseerd want financiële problemen.
Te weinig ideeën momenteel omtrent sociale media. Hierdoor ook geen interactie met de
supporters waardoor deze zich weinig verbonden voelen met Voetbalclub 11.
82
Voetbalclub 5
Actief op Twitter, Facebook. Naar de toekomst toe willen ze actief zijn Instgram.
! Proberen om dit bijna dagelijks bij te werken.
! Hebben geen dagdagelijkse thema’s (gebruiken geen thema’s, proberen liever deze
te verrassen).
! Duidelijk interactie met de supporters. Ze proberen deze altijd te antwoorden.
Ze hebben een communicatieteam van vier personen waarbij voornamelijk de
verantwoordelijke zich bezighoud met sociale media. => Ze beleggen vergaderingen om dit
gebruik te bespreken.
Voordelen:
-‐ Interactie !!!
-‐ Informatie verspreiden
-‐ Club begint te leven
-‐ Supporters nemen gen blad voor de mond.
Nadelen:
-‐ Botte reactie
-‐ Klagen
-‐ Soms iets te snel iets verspreiden
-‐ Supporters nemen al snel iets over zonder dat ze eerst gaan confirmeren.
Normaal gezien is er geen negativiteit bij de trouwe aanhang maar anderen outen soms
kritiek via sociale media.
Het gebruik van sociale media is niet geircht naar het verhogen van likes maar ze willen dat
de supporters zich verbonden en daardoor moet de informatie die ze doorgeven leuk en
relevant zijn.
83
Voor OHL is er een groot verschil op het gebruik door het budget (bv: Voetbalclub 2 =>
Twitterinterview).
“Bij OHL is sociale media één van de vele taken terwijl bij een grotere club meer mensen zijn
om zich bezig te houden met sociale media.”
! Wordt in de schijnwerpers geplaatst (Twitter & Facebook) tijdens wedstrijden.
! Sociale mediagebruik wordt naar voor gebracht wanneer men een mail verstuurd (als
handtekening) en op de website.
Meer bereik => meer supporters naar het stadion.
Ze proberen zich te onderscheiden: leuk proberen te houden => leuke
foto’s/filmpjes/grapjes in de kleedkamer verspreiden.
OHL probeert steeds informatie te verspreiden waar de support in geïnteresseerd is.
Men is er van overtuigd dat sociale media een enorme kracht heeft => merken dat duidelijk
doordat we minder telefoons krijgen van journalisten of van supporters. Journalisten gaan
snel iets overnemen van de sociale media terwijl supporters hier gebruik van maken door
van deze weg gebruik te maken om vragen te stellen.
We gaan de Twitter en de Facebook van supporters niet actief in het oog houden. Maar
wanneer er zich bepaalde ‘vreemde zaken’ zich voordoen dan wordt de speler daar wel op
terechtgewezen.
Toekomst:
-‐ Informatie verspreiden via website, Facebook, Twitter en instagram.
-‐ Instagram gaat geprofessionaliseerd worden.
84
Voetbalclub 7
Actief bezig op sociale media:
! Facebook, Twitter en LinkedIN.
KV Mechelen hecht zeer veel belang aan zijn supporters omdat het dankzij deze supporters
is dat ze nog ‘bestaan’. Hun communicatieteam is wel niet specifiek afgesteld op sociale
media.
! verantwoordelijke van communicatie maakt zich sterk dat sociale media naar de
toekomst toe veel gebruikt zal worden maar momenteel wordt dit nog op de vlakte
gehouden. Enkel de verantwoordelijke houdt zich bezig met sociale media.
Proberen er wel bijna dagelijks mee bezig te zijn (proberen elke dag een update te geven
maar is niet altijd gemakkelijk => weinig tijd !
Voordelen:
-‐ Contact met de supporters
-‐ Acties verspreiden
-‐ Informatie
-‐ Feedback
Nadelen:
-‐ Bij slechte sportieve prestaties veel geklaag
-‐ Weinig controle
-‐ Snelle overname van informatie
Komen elke week wel eens samen om over allles te discussieren en hierbij is sociale media
een afzonderlijk thema maar wordt ook niet uitvoerig gesproken.
85
Website wordt als de hoofdbron van informatie genomen en dit moet ook zo blijven. Er
wordt vertrokken vanuit de website om nadien de informatie verder te verspreiden via de
sociale media.
Geen onderscheid tussen berichten op Facebook of Twitter => zelfde doelgroep !
Hoe hoger het gebruik van sociale media hoe meer activiteit er is door de supporters via dit
medium !
86
Voetbalclub 3
Maken actief gebruik van:
“we doen momenteel onderzoek naar wat LinkedIN, voor onze sponsors, kan betekenen.”
De Dobelleer, 2013
Hebben een volledig communicatieteam maar sociale media wordt hier nog niet naar
waarde geschat.. Het bestuur beseft momenteel niet wat dit kan betekenen voor de evolutie
van Voetbalclub 3 en ze gaan hier dan ook momenteel niet in mee.
! De mensen van het bestuur zijn voornamelijk oudere mensen waardoor deze niet op
de hoogte zijn wat het eigenlijk inhoudt. Nieuwe jonge mensen zouden deze
vernieuwing wel kunnen brengen.
! Door het gebrek aan visie hierover wordt de tijd, dat men aan sociale media mag/kan
besteden, beperkt.
Sociale media kan heel interessant zijn voor onze club aangezien we zo onze supporters
kunnen samenbrengen.
! momenteel ook initiatieven vanuit de supporters uit op sociale media maar daar
hebben wij weinig mee te maken.
! Proberen via wedstrijden te organiseren wel onze sociale media actief te houden.
! Visie en strategie zijn de belangrijkste aspecten als het gaat om omgang rond sociale
media.
Voordelen:
! verspreiden van informatie
! Samenbrengen van supporters
! Interactiviteit
! Feedback
Nadelen:
! Men moet er continu mee bezig zijn.
87
! Geraakt snel achterop t.o.v. de concurrentie
! Dient van hogeraf beslist te worden
! Zeer veel mogelijkheden dus moeilijk om te weten via welke kanalen best moet
gecommuniceerd worden.
! Snelle overname van informatie
Door de vele kanalen is het moeilijk om te weten welke doelgroep we nu bereiken via welk
medium. We kunnen ons onmogelijk op elk medium manifesteren dus moeten we kijken wat
wel en niet mogelijk is.
Door gebruik te maken van vrijwilligers kunnen we soms wel alles bijwerken. Meestal laten
we de stagairs dit ook doen.
Op de dag van de wedstrijd organiseren we de laatste tijd bepaalde wedstrijden. Deze
wedstrijden verspreiden we momenteel voornamelijk via sociale media met als bedoeling
dat deze worden gedeeld en dat er zoveel mogelijk mensen naar deze actie komen
(voorbeeld dj).
Via de website wordt sociale media naar voor gebracht. We trachten dit wel in de verf te
zetten (voldoende publiciteit) maar moeten kijken dat we deze sociale mediums dan ook
actief gaan gebruiken.
Secretariaatswerk wordt fel verlicht doordat mensen niet meer gaan bellen maar vnl.
gebruik gaan maken via de sociale media kanalen.