Transport & Planning: Ruimtelijke interactie 2011

24-8-2012

Challenge the future

DelftUniversity ofTechnology

CT2710 Transport & PlanningRuimtelijke interactie

Rob van Nes, Transport & Planning

2CT2710: Ruimtelijke interactie

Cirkel van Wegener

BouwBouwLocatiekeuze

Gebruikers

Locatiekeuze

Gebruikers

BewegingenBewegingen

ActiviteitenActiviteiten

Mate van MobiliteitMate van Mobiliteit

Keuzetrip

Keuzetrip

KeuzeBestem-

ming

KeuzeBestem-

ming

Keuzemanierreizen

Keuzemanierreizen

KeuzeRoute/Tijd

KeuzeRoute/Tijd

Reistijd / Afstand /

Kosten

Reistijd / Afstand /

Kosten

Bereikbaar-heid

Bereikbaar-heid

Aantrekkelijk-heid

Aantrekkelijk-heid

LocatiekeuzeInvesteerdersLocatiekeuzeInvesteerders

TransportGrondgebruik


1.Het vraagstuk


Het vraagstuk

• In een gebied weten we waar de arbeidsplaatsen zitten.Er is een netwerk tussen de kernen

• Waar gaan de mensen wonen?

• Hoe pak je dat aan?


Vier mogelijkheden

• Inwoners een op een koppelen aan arbeidsplaatsen

• Inwoners verdelen o.b.v. bereikbaarheid

• Inwoners verdelen o.b.v. bereikbaarheid en beschikbareruimte => Hansen-model

• Inwoners verdelen o.b.v. bereikbaarheid en onderscheid type arbeidsplaatsen => Lowry-model


2.Hansen-model


Hansen-model

7

Hoeveel stijgt de bevolking (bv. met ∆R inwoners), waar gaan de mensen wonen?

Aantal banen, Mj

Beschikbare ruimte, Li

Afstand tussen zones i en jCij1 2

3

C12

C23C13Bereikbaarheid van zone i is

Ai =

M j

cijb

j=1

n

∑

De toename van inwoners in zone i is

∆Ri = ∆RAi Li

Aj L jj=1

n

∑


Toepassing van het Hansen-model

• Kies een samenhangend gebied

• Maak de juiste keuze van variabelen M en L als je bv arbeidsplaatsen of studenten of iets anders wil verdelen

• In opgaven wordt vaak de waarde b=2 gebruikt, dus 1/x2, een andere functie is ook mogelijk


Voorbeeld opgave ruimtelijke interactie

Hoeveel procent van de nieuwe arbeidsplaatsen komt volgens

het Hansen-model in N?

Hoe kan N dat aandeel het best vergroten?

1.40% extra terrein beschikbaar stellen

2.Het aantal inwoners met 25% vergroten

3.Een nieuwe weg aanleggen tussen N en Z van 4 km lang

4.Het wegennet in N verbeteren waardoor de interne afstand

met 25% afneemt.


3.Lowry-model


Onderscheid naar type arbeidsplaats:

Lowry-model

• Hansen model verdeelt in een keer inwoners op basis van arbeidsplaatsen (of iets soortgelijks)

• Dus geen onderscheid tussen basiswerkgelegenheid (industrie) en dienstensector

• Filosofie Lowry-model• Basiswerkgelegenheid is vast gegeven

• Bevolking is een functie van de werkgelegenheid

• Dienstensector is functie van bevolking

• Dit stelsel moet in evenwicht zijn


Lowry-model

12

Gegeven basiswerkgelegenheid (industrie) en een netwerktussen zones, waar zullen de mensen gaan wonen en werken?

Basis werkgelegenheidper zone

Dienstenwerkgelegenheidper zone

Totale werkgelegenheidper zone

Aantal inwonersper zone

Inwonerallocatiemodel

Diensten-werk-gelegenheid allocatie

E jb

E jd

E j

Ri


Structuur Lowry-model

Basiswerkgelegenheid per zone - exogeen

Verdeling werknemers basiswerkgelegenheid

Bevolking gerelateerd aan dienstensector

Werkgelegenheid dienstensector per zone

Verdeling werknemers dienstensector

Bevolking gerelateerd aan basiswerkgelegenheid

Werkgelegenheid dienstensector per zone

Verdeling werknemers dienstensector

Bevolking gerelateerd aan dienstensector

Convergentie naar eindoplossing


Lowry-model: initialisatie

• Bereken verhouding inwoners/arbeidsplaatsen: α

• Bereken verhouding benodigde dienstensector/bevolking: β

• Bepaal basiswerkgelegenheid

• Bepaal reisafstanden (of –tijden) tussen zones


15

iR

jE

Lowry-model: Allocatie inwoners

Cij

Li

Rij = α ⋅ E j

Li cijb

Lk cikb

k =1

n

∑

Ri = Rijj=1

n

∑

Ej = totale werkgelegenheid in jRi = inwoners in iLi = aantrekkelijkheid van i voor inwonerscij = transportkosten tussen i en j

In dictaat is Li gelijk aan Ri in de uitgangssituatieIn de eerste stap in Ej gelijk aan basiswerkgelegenheid


16

iR

jE

Lowry-model: Allocatie diensten

Cij

W jd

Eijd = β ⋅ Ri

W j cijd

Wk cikd

k =1

n

∑

E jd = Eij

d

i=1

n

∑

Ej = totale werkgelegenheid in jRi = inwoners in iWi = aantrekkelijkheid van j voor dienstencij = transportkosten tussen i en j

In dictaat is Wj gelijk aan Edj in de uitgangssituatie


Opmerkingen Lowry-model

• In elke iteratie komen er weer arbeidsplaatsen in de dienstensector bij en dus weer inwoners erbij, etc.

• Berekening wordt herhaald tot de verschillen minimaal worden => convergentie naar evenwicht

• Keuzen voor Li en Wj kunnen natuurlijk ook slimmer dan in dictaat, bv. Li is beschikbare ruimte (zie Hansen-model)

• Rij is feitelijk Herkomst- en bestemmingsmatrix voor woon werkverplaatsingen (als je α weg zou laten)


Welk(e) van de onderstaande antwoord(en) is/zijn goed.1. In het Lowry model vindt de verdeling van de beroepsafhankelijke bevolking plaats

op basis van de “waarschijnlijkheid van interactie”.2. In het Lowry model blijft de “basiswerkgelegenheid” constant. 3. In het Lowry model blijft de “basisbevolking” constant.4. De omvang van de oorspronkelijke bevolking per zone is bepalend voor de

waarschijnlijkheid van interactie.5. Voor de beroepsbevolking die afhankelijk is van de werkgelegenheid in de

dienstensector wordt één keer de “waarschijnlijkheid van interactie” berekend.6. Het Hansen model is zowel een zwaartekracht model als een iteratie model. 7. Het Lowry model kan gebruikt worden voor een lange termijn voorspelling.8. Het Hansen model en het Lowry model kunnen gebruikt worden voor de toedeling

van de beroepsbevolking.9. Met behulp van het Lowry model kunnen verkeersstromen voor het woon –

werkverkeer tussen de zones worden berekend.10. Met het Hansen model kunnen de verkeersstromen voor het woon – werkverkeer

tussen de zones worden berekend.

Oude tentamenvraag

Transport & Planning: Ruimtelijke interactie 2011

Education

Transcript of Transport & Planning: Ruimtelijke interactie 2011