TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem...

6
TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW . EEN UITGAVE VAN ARCHITECTUUR ALS BUUR V.Z.W. (A-B) . WOORD VAN OE ONDERVOORZITTER . l PUBLICATIES . EEN VALLEl IN BESCHERMING GENOMEN . OE BAANWINKEL IN PERSPECTIEF . HET MIDDELHEIM IS EVEN MONOFUNCTIONEEL ALS EEN BAANWINKEL. IJ ARCHITECTUURNOTA NEDERLAND . 14 SCHOOL 4 TE LEUVEN OVER EEN WITTE RAAF GESPROKEN . IS RSV . GEEN AANZET TOT ARCHITECTUURBELEIO . 18 AGENDA . 20 JAARGANG l MAART 1997 VIERMAANDELIJKS AFGIFTEKANTOOR GENT X De architectuur en de stedenbouw bevinden zich vandaag voor een vals alternatief. en tegelijkertijd voor een uitdaging. Het valse alternatief is er een tussen het krampachtige vasthouden aan oude zekerheden en de onvoorwaardelijke overgave aan het " nieuwe ... We leven in een wereld waarin de grenzen van de ruimte de neiging hebben te vervagen, en die dus een afkeer vertoont van elk ruimtelijk ordeningsprincipe. Sedert de jaren '60 verkeert de ideologie van de functionalistische stedenbouw in crisis . Deze was gebaseerd op de veronderstelling dat de mens door middel van de rede en van de wetenschap de processen van de ontwikkeling en van de beschaving kon controleren en organiseren. Deze veronderstelling heeft gefaald ten opzichte van de complexiteit van de realiteit, ten opzichte van het gevoel van relativiteit die eruit volgde, en van het bewustzijn van de onmogelijkheid tot rationele beheersing van het lot van de mens . Reageren op de crisis van het functionalisme door elke poging op te geven om de factoren te begrijpen die de ruimtelijke ordening bepalen, heeft echter als enig gevolg dat bestaande ongelijkheden bevestigd worden . Evenmin heeft het enig nut om te esthetiseren , om te streven naar vernieuwing omwille van de vernieuwing. om chaos en wanorde. complexe en hybride vormen op een akritische en aproblematlsche manier als positief te waarderen . Het zou zowel verkeerd zijn om architectuur en stedebouw te willen afsluiten van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen als om ze passief te laten domineren door puur economische eisen. Er is integendeel een derde weg nodig. Dit is de uitdaging waarvoor deze tijd ons plaatst. ( Chrl<tophe Cneut)

Transcript of TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem...

Page 1: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW .

EEN UITGAVE VAN ARCHITECTUUR ALS BUUR V . Z . W . (A-B) .

WOORD VAN

OE ONDERVOORZITTER . l

PUBLICATIES .

EEN VALLEl

IN BESCHERMING GENOMEN .

OE BAANWINKEL

IN PERSPECTIEF .

HET MIDDELHEIM IS EVEN

MONOFUNCTIONEEL

ALS EEN BAANWINKEL. IJ

ARCHITECTUURNOTA

NEDERLAND . 1 4

SCHOOL 4 TE LEUVEN

OVER EEN WITTE RAAF

GESPROKEN . IS

RSV. GEEN AANZET

TOT ARCHITECTUURBELEIO . 18

AGENDA . 20

JAARGANG l • MAART 1997 • VIERMAANDELIJKS • AFGIFTEKANTOOR GENT X

De architectuur en de stedenbouw bevinden zich vandaag voor een vals alternatief. en

tegelijkertijd voor een uitdaging. Het valse alternatief is er een tussen het krampachtige

vasthouden aan oude zekerheden en de onvoorwaardelijke overgave aan het " nieuwe ...

We leven in een wereld waarin de grenzen van de ruimte de neiging hebben te vervagen,

en die dus een afkeer vertoont van elk ruimtelijk ordeningsprincipe. Sedert de jaren '60

verkeert de ideologie van de functionalistische stedenbouw in crisis . Deze was gebaseerd

op de veronderstelling dat de mens door middel van de rede en van de wetenschap

de processen van de ontwikkeling en van de beschaving kon controleren en organiseren.

Deze veronderstelling heeft gefaald ten opzichte van de complexiteit van de realiteit,

ten opzichte van het gevoel van relativiteit die eruit volgde, en van het bewustzijn van

de onmogelijkheid tot rationele beheersing van het lot van de mens.

Reageren op de crisis van het functionalisme door elke poging op te geven om de factoren

te begrijpen die de ruimtelijke ordening bepalen, heeft echter als enig gevolg dat bestaande

ongelijkheden bevestigd worden. Evenmin heeft het enig nut om te esthetiseren, om te

streven naar vernieuwing omwille van de vernieuwing. om chaos en wanorde. complexe en

hybride vormen op een akritische en aproblematlsche manier als positief te waarderen.

Het zou zowel verkeerd zijn om architectuur en stedebouw te willen afsluiten van de

huidige maatschappelijke ontwikkelingen als om ze passief te laten domineren door puur

economische eisen. Er is integendeel een derde weg nodig.

Dit is de uitdaging waarvoor deze tijd ons plaatst. ( Chrl<tophe Cneut)

Page 2: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

HUIS D E B AT

Uansen &Janssen]

De baanwinkel: het fenomeen is algemeen bekend, en bij de meeste planners (zeker vèm het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) ook onbemind. Moor wat is een boonwinkel preçies? Goot het om een kankergezwel, of heeft het verschijnsel ook positieve aspecten? Waar moet het beleid concreet naartoe, en hoe kunnen architecten er concreet mee omgaan? Het zijn enkele van de vragen die we oan een

aantal speciQli$tetl ter:zake hebben voorgelegd. De antwoorden lopen uit elkaar en geven geen definitieve oplossingen, maar schetsen een aantal interessante invalshoeken voor de ruimtelijke ordening van

morgen. Met een duidelijke vraag aan de beleidsverantwoordelijken naar concrete richtlijnen.

De baanwin kei: verrijl<ing I bedreiging

Op het eerste gezicht lijkt het

verschijnsel baanwinkel niet echt te moeten worden gedefinieerd: wie door de Boomsesteenweg (Antwerpen) rijdt, ziet on­

middellijk wat ermee wordt bedoeld. Maar als we dieper

op het fenomeen ingaan, stuiten we op tegenstrijdige meningen.

Is de baanwinkel een uitwas van de suburbanisatie, of is er iets heel anders aan de hand?

'Is er eigenlijk een p robleem?'

Ode aan de mobiliteit

Wat is een baan·winkeP Guy R ob­

ben: 'E e n econ omische entiteit die

zich ri ch t op de e indgebru iker (de­

tailhandel, klein h andelszaak) en die

zich auton oom, los van b estaande

kernen, heeft _gevestigd bij een be­

paalde (wegen)infrastructu ur.' Tom Lagast ziet niet meteen iets nieu ws:

'Een baanwinkel is een winkelwan­

delstraat, maar d an voor au to's . D e

Antwerpse Meir is ontstaan doord at

de mensen daarlangs van h et station

naa r h et cen trum liepen, en de mid ­

denstand is gevolgd. Baanwinkel­

concentraties kotn en er volgens het­

zelfde principe: het commerciële

heeft zich als een soort virus op de

g rote doorstroonl \:vegen geënt.'

M eer van h etzelfde, m aa r dan gro­

ter. e n aangepast aan de hedendaag­

se m obili teit: dat is volgens Lagast

het enige versch il russen de Gentse

Veldstraat en de Boomsesteenweg-.

Waarom dan die algemene afkeer voo1· de 'nieuwe' ~n kPism tf'n , vr~::.gt

h ij zich af. Arch itect Dirk Coopman

valt h em bij: 'Baanwinkels vervullen

een econon1ische functie, en ze ver­

vullen d ie e rg efficiën t. E en baan­

w inkelcomplex als de Boomses­

teen weg is un iek in de wereld. Elke

buitenlandse architect, zond er u it­

zon dering, staat er paf van. Als ze

vragen: "Toon o n s eens iets n1oois",

dan nemen we ze mee naar de

Roomsesteenweg (algemene hilari­

teit) . Ook de jongeren vandaag staan

heel anders tegenover de baanwin­

kel dan vroeger. D e overdreven kri­

t ische h ouding heeft plaats gemaakt

voor enth ousiaste aanvaarding. Wat

is dan eigenlijk het probleem>'

Su burbanisatie

Dat er helemaal geen vuiltje aan de

lucht zou zijn, wil er bij de andere

gesprekspar tners n ie t echt in. So­

cio loog W im Ken is: 'Wat is het p ro­

bleem? D e bijkom en de belasting

voor de tnaatschapp ij , on1 tnaar iets

te noemen. W ie een baanwinkel b ij PPn vPrhincii n g"-\VP:B nf>:P:rpnot, ver-

andert hem in een bestemmings­

weg. Op zaterdagen slibt de weg

dicht, er zij n meer ongevallen, hij

vervult zijn verbindingsfunctie niet

m eer. Op d en duur heb je nieuwe

verbindingswegen nodig, waar dan

misschie n wéér baanwin kels wor­

den gevestigd. M oetje die vicieuze

ci rkel stim uleren ' lk denk het niet.'

Ook llse Loots ziet een aantal be­

zwaren.'De wildgroei van baanwin­kels vreet de wein ige open ruimte

aan die er nog is.Akkoord: in p rinci­

pe zijn al die negatieve gevolgen

n iet inherent aan de baanwinkel op

zich , m aar he t gevolg van een slech­

te planning. M aar de effecten zijn er

wel, d_us m oet er een oplossing voor

worden gezocht. H et is zuiver een

kwestie van efficiëntie: in de stad

blijft er een enorm potentieel aan b e­

bou wde ruimte ongebruikt liggen,

en in het platte land wordt de open

ruünte aangevreten.' Dat heeft ver­

strekkende gevolgen, beklemtoont

W im Kenis. 'Wie krijgt concurrentie

van hetWijnegem Shopping Center?

Page 3: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

Boomsesteenweg All

Foto: Fro nk Goethals

Niet de handelaars van de gemeente

Wijnegem zelf, m aar die uit Ant­

werpen. D e commerciële functie van

de stad wordt uitge ho ld, d e mid­

denstand vlucht naar de voorsteden,

d e stad w ordt onleefbaar. Ik kan e n

':vil dat niet zon1aar aanvaarden. D e

maatsch appij heeft honderdenjaren

in d e stedelijke infrastru c tuur geïn­

vesteerd ~ en die investering tnag nie t

verlo ren g aan_'

Het zou overigens niet m akke lijk

zijn om b aanwinkels naar een stad te

verplaatsen, zegt Guy Robben. 'Die

winkels zijn nie t zo maar naar d e

bled verhuisd. De huur- en grond­

prij zen z ij n e r w el goedkoper, maar

dat wordt ruimsch o o ts gecomp en­

seerd door d e reclan1e die je moet

maken o m m ensen te lo kken . Wie

z ich als baanwinke l vestigt, maakt

dus een h eel bewuste keuze. H et is

een o nderdeel van de bedrij fscul­

tuur: Brantan o vind je altijd lan gs de

weg, d e W ibra altij d in de stad. En j e

kunt niet zomaar zeggen dat Bran­

tano zich naar de stad moet ver-

Foto; PotriOo Von Acker

plaatsen, want dat vloekt met de be­

drijfscultuur.'

De dood voor de stad?

Dirk Coopman: 'Er wordt vaak ge­

zegd dat je baanwinkels moet te­

gengaan omdat ze de stadskern uit­

hollen. Dat is een vreemd idee.Alsje

een stop zee op baanwinkels, zullen

ze weer naar het stadscentrum ko­

men. En het effect dat dergelijke

winkels op de leefbaarheid van een

stad hebben, kun je in elke winkel­

wandelstraat op de bovenste verdie­

pingen zien: leegstand en verval. De

baanwinkel is niet de dood van de

stad geweest , maar juist haar red­

ding.' Want wie in de stad woont,

heeft h elemaal geen behoefte aan

grote winkelketens in de buurt,

vindt Coopman. Stadsbewoners ver­

schillen duidelijk van de rest van

Vlaanderen: ze zijn avant- gardisti­

scher, houden van de stedelijke am­

biance en het culturele leven, en

hebben geen behoefte aan een win­

kelketen naast hun deur. 'Een com­

mercieel centrum hoort nee zomin

in d e stadskern thuis als een fabriek.'

Wim Ken is is het daar niet m ee eens.

'De avant-gardistische, " stadse" ste­

d eling is een h eel kle in e g roe p V la­

m in gen die j e alleen in de b innen­

stad aantreft - en dan nog: niet iede re

binn enstadsbewoner beantwoordt aan

die b eschrijving. Maar rond die

kernstad heb je een grote grijze gor­

del die toch o o k bij de stad h o ort, en

\~aar de lTle nse n ZO\.vel fll_Ct het cen­

trurn als n"let de baanv.rinkels ban­

den hebben. Ik ben geen onvoor­

w aardelijk ve rdediger van de mid­

denstand - maar w aarom zouden al­

le w inkels per se weg m oeten uit d e

stad ? Wil j e de stad leefbaar h o uden

en stadsvlucht vermijden , dan moet

je ze o o k economisch on twikkelen .

En het is b est mogelijk om een on­

d e rscheid te m aken tussen commer­

c iële centra die op h un plaats zijn in

ee1J scadsgebied, en centra die bui­

ten moe te n blijven , voor mijn part

als baanwin kels.'

Eindelijk langetermijndenken

H et Ruimtelijk Structuurplan Vlaan-

deren (nsv) wil voor de ruimtelijke

ordening een duidelijke planning

op de lange termijn verwezenlijken.

'.Eindelijk wordt er veeder gekeken

dan van dag tot dag', vn·zuchten

Wim Ken is en Guy Robben. 'Maar

misschien nog niet genoeg. En het is

de vraag of het plan in de praktijk

zal kunnen worden gebra_cht.'

Guy Robben:'Het werd hoog tijd dat

het Ruimtelijk Structuurplan Vlaan­

deren (nsv) er kwam. De ruimtel.üke

ontsporingen worden toegeschre­ven aan de baanwinkels, maar het

zijn tenslotte de beleidsmensen die

het allemaal hebben laten gebeuren.

Altijd heeft het ruimtelijk beleid de

dagdagelijkse p roblemen opgelost ,

zonder enige langetermijnvisie. Dan

1n0et j e n iet verbaasd zijn als e r plots

tünv assen ontstaan. Als ik een ram­

mercant w as, en men gaf me de kans

-dan zou ik misschien wel net het­

zelfde doen.' En de baanwinkel is

niet de enige uitwas, vindt Robben:

'Ook in de stad zijn er spiegelpalei­

zen te vinden. Her gaat om een hele

m entaliteit waaruit de baanwinkel nu

toevallig wordt geïsoleerd.Als IGne­

pol.is een gigantisch complex ver bui­

ten de stad optrekt, kraait er geen

!:i aan naar. Z e t op d ezelfde plaats een

distributiecen trum, en iede reen be­

gint over de verloedering. Maar de

k ern van het pro bleem blijft dezelt~

de : er is in de ruimtelijke ordening

nooit veel planning ge·weesc.'

D e vraag is n atuurlijk: zal het nsv

het j arenlange la issez-fahe kunnen

doorbreken? Daar is veel po litieke

m oed voor nodig, zegt Wim Kenis,

en die kan er pas komen als er een

m aa tsch appelijk d raagvlak b estaat.

Of dat zo is, kan worden be tw ijfeld.

'Als ik h oor h oe sommige groep en

b ij he t NCMV reageren , weet ik h e t

wel. fk vrees dat het RSV dezelfde

weg zal op gaan als de gewestplan­

nen : bij de ui tein delijke invulling

blee f e r van enige structuur niets

meer over. D e burgem eeste r, de

g rootgro n dbezitter en de n otaris

h adden alles m ooi aa11gepas1. Nee, ik

geloof niet dat Vlaanderen rijp is

voor planning.'

WIE I S WIE?

DIRK COOPMAN, architect , docent

archireccuur aan d e hogeschool

WENK, de p artement architeccuur,

Sint-Lukas, l3russel.Archirect van

twee baanwinkels in Loke re n ,

waar van er al één is gerealiseerd ,

GEERT HAENTJ ENS, arch itect-steden­

bo u w kundige en redactielid van

R u imte in zich t. Werkt op het

studiebureau Technum, afdeling

Plan ologie, Gent,

WIM K EN IS , socioloog rne t speciali­

satie in d e ruimtelij ke orden ing ,

medewerker van de cul tu u rdienst

van h e t NCMV.Adviseert versch il­

lende instanties als d eskundige in

d e ruimtelij ke o rdening,

TOM T.AGAST, architect-sted enbouw ­

kundige, d iensthoofd van de afde­

ling Ruimtelijke Ordening van

Lo nderzeel. D oet momenteel voor­

bere idend onderzoek voor een the­

sis rond de problematiek AT 2

B oom- Antwerpen ,

ILSE LOOTS, doctor in de p olitieke en

soc iale weten schappen . D oceert

milie ukunde aan de u rA. Schreef

samen m e t Er ik van H ove h e t boek

Ruimte m aken vo o r de srad , een

studie over de huid ige stad als speci­

fieke sam enlevingsvorm en haar pro­

blem atieken (G arant, Leuven, 1996),

GU Y ROBBEN, directeur van he t Bu­

reau Bedrijfsadvies e n M arketing,

dat onder meer dist r ib utieplanolo­

gisch onde rzoek levert rond de de­

tailh andel , in opdrach t van lokale

besture n e n ont\verpers,

con D IERC KX, ing enie ur- archi tect,

licentiaat stedenb o uw. Werkt o p

de celVerkeer en Vervoer van het

k abinet vanminister Baldewij ns

(Openbare Werken,Vervoer en

Ruimtelijke Ordening). D oceert

verkeerskunde aan de afdeling

Stedenbo u w, so ciale pron1o tie,

H ogesch oo l D iepenbeek e n Hog e­

school Sint- Lukas B r ussel.

M ode rator van h e t debat was

MAXBORKA.

Bibliografie: DISTRI BUTIE EN

MOBJLITEIT, studiedagverslag,

Vlaamse Sti chtingVerkeersku nde

i .s.m . Kultuurdienst NCM v en Inte­

g raal vzw, Langzaam Verkeer vzw e n

de Verenig ing van V laamse Steden

en Genteenten, 1996.

Page 4: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

Wegwijzers in verschillende richtingen

ledereen is het erover eens dot de boonwinkel niet noodzakelijk

een negatieve krocht in de ruim­

telijke ordening hoeft te zijn. 'Moor wat moeten we er nu

mee', vraagt architect Geert Hoentjens zich of. 'Moeten we de boonwinkels don moor uit­

breiding loten nemen, of zelfs

stimuleren? Of moet er worden afgebouwd? Welke houding nemen we het best tegenover de

boonwinkel aan?' Verschillende

groepen staan verschillende

oplossingen voor, zo blijkt.

Aanvaarden en stimuleren

Waarom zouden we de baanwinkel

moeten afremmen en wegstoppen?

Laten we het fenomeen aanvaarden,

verbeteren e n stimuleren, vindtTem

Lagast. 'Vergelijk het met de w in­

kelwandelstraat. Op de Rambias van

Barcelona staan er minstens even­

veel winkels als op de Meir, maar

b et valt niet op: in bet midden flane­

re n d e mensen, en de winkels aan de

zijkant zijn e r wel, maar niet over­

matig prominent. H et is gewoon

een gezellige, drukke straat. Waarom

kunnen we van de baanwinkelcon­

centraties geen R ambias voor auto's

maken? Of zoals in To kio: een stad

zonder centrum, e n elk subcentrum

is gevormd rond een bepaald soort

winkel. J e hebt hifi- w ijken, kle­

d ingwijke n , enzovoort.'

Ook Dirk Coopman kan zich voor-

Voorstellen voor een innovatieve aanpok van de boonwinkel

ste lle n dat er van de baanwinkel iets

verrassends te maken valt. De be­

leidsmakers in Vlaanderen nemen

nog te vaak een regressieve houding

aan tegenover nieuwe fenomenen,

zegt hij : 'De baanwinkel past nier

binnen de klassieke opdeling stad­

platteland, dus de baanwinkel is fout.

Maar dat is een verkeerde redene­

ring. Architecten kunnen van de

baanwinkel misschien een Interes­

sante overgangszone tussen stad en

platte land maken, met een eigen

vormgeving. H elaas, dar gebeurt

baast nooit. Het architecturale dis­

cours blijft achter op het economi­

sche, en de overheid st imuleert geen

vernieuwing. Grote bouwwerken

worden zelden door talentvolle ar­

chitecten uitgevoerd, maar door ver­

edelde aannemers die weten hoe ze

een werf moeten leiden en hoe ze

een timing moeten volgen. Er zit

geen grein avontuurlijkbeid in , geen

enkel concept. Zo grijpt ook elke

baanwinkel terug op de bouwstijl

van de industriële loods.'

H et is eigenlijk eenvoudig, zegt

Coopman: goeie architectuur kun

je overal inplanten. 'Er zijn nu regels

dat je niet m ag bouwen in een bos.

maar in principe kan een huis ook

de bekroning van een landschap zijn.

H etzelfde geldt voor de baan w inkel:

goede architectuur kan zo'n cluste r

op een hoger n iveau tillen. Goede

architectuur werkt zelfs econo-

m.isch positief. Kijk naar bet Cenrre

Pompidou,gebouwd om drie- à ze­

venduizend mensen te ontvangen:

het zijn er momenteel 27.000 per

dag. M ieldelmatige tentoonstellin­

gen in he t Centre Pompidou wor­

den m eer bezocht dan goede ten­

toonstellingen op andere locaties.'

Geert Haemjens is er in elk geval

voor te vinden dat de baanwinkel­

concentraties multifunctioneler en

leefbaarder worden. 'je moet even­

veel energie stoppen in het verbete­

ren van de baanwinkel, als in he t

verbeteren van de stad. Pas dan krijg

je resultaten. Maar je kunt arc hi tec­

tuur niet zomaar, zonder enig hou­

vast, n eerploffen op een baanwin­

kelcluster. Dat leid t tot excessen en

gevelarchitectuur.'Wim Kenis is h et

daarmee eens, maar volgt ook de re­

denering dat gigantische projeeren

als baanwinkels geen banale, door­

deweekse vorm mogen krijgen.

' H et probleem: wie zal bepalen wat

goede architectuur is? Toch niet de

architecten alleen, zeker>' Liever

niet, vindt ook Robben: 'j arenlang

hebben onze archi tecten d e kans

gehad om iets creatiefs te doen, om

na te denken over welke richting we

uit moeten. En wat heeft h et grote

merendeel gedaan' Fermettes ge­

bouwd.' Een gem engde jurering;­

commissie voor de architectura le

projecten zou daar echte r uitko mst

kunnen biede n , vindt Coopman.

Bundelen en uitdoven

H et Ruimtelijk Structuurplan Vlaan­

deren (Rsv) neemt een vrij duidelijk

standpunt in tegenover de baanwin­

kels. Wim Kenis: 'De basisdoelstel ­

ling is d uidelijk: de stad moet meer stad \Vorden, eu h el pldllt:l~:~ud 1Hee1

platteland. Waar het kan, moeten de

baanwinkels worden geïncorporeerd

in de stadsagglomeratie om een com­

plementaire, multifunctionele kern

te vormen met de stadskern zelf. Ten

tweede zijn er de baanwinkelcon­

centraties buiten het stedelijk ge­

b ied. Die zijn er nu eenmaal, dus

moeten ze w o rden gedoogd,gebun­

deld en ook multifunc tioneler ge­

maakt. En dan zijn er de apa rte

baan w inkels. die niet in clusters zijn

gevestigd. Die moeten via het ver­

gwmingsbeleid worden " uitgedoofd" .

Ik kan me daar perfect iri vinden.'

Guy Robben: ' Alleen jammer dat

het uitdovingsbeleid voor de grote

geïsoleerde baanwinkels is terugge­

schroefd. Om heel onduidelijke re­

denen trouwens. M aar goed , het RSV

geeft een bep aalde richting aan

waar ik achter sta: e r zijn eindelijk

duidelijke g renzen.' Die zijn e r no­

dig omwille van de economische

draagkracht en van de schaalver­

houdingen, vind t Robben. 'Peer is Ie

plar pays ten voeten uit: je kunt een

steen gooien van de ene kant van

het dorp naar de andere . Zo'n plaats­

je heeft niet de draagkracht voor

' '- .· . . '. . -: .--. . ~:.· . : . - .. ~: . - .. _.-::,( . - _·:·:.-. .• -:: .. ~··.~·-- ".

. - .. . ~ )

Page 5: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

een winkelcentrum van JO.OOO vier­

ka me meter. Toch wordt dat cen­

trum daar neergepoot. op bas1s van

een puur economische redenering

zonder dat er enig beleid bij te pas

komt. Die winkel heeft een bereik

rot in Rotterdam: dagelijks komt

men van over de grens naar Peer,

met alle mobiliteitsproblemen van­

dien. D aar moet paal en perk aan

worden gesteld.Ant'<.verpen kan zo'n

winkelcentrum verdragen, Peer niet.

leder zinnig mens aanvaardt dat niet

ieder dorp een cultureel centrum

klasse A kan hebben. Wel , dan moet

een dorp ook geen Fenix h ebben.'

Ilse Loots is het er n ier mee eens dar

planning noodzakelijk verbetering

betekent. 'Je gaar overal stolpjes

creëren waarbinnen bepaalde din­

gen mogen, en andere niet. Waar trekje de gren s? Wat is een "goeie'"

winkel, e n wat niet' Waarom is Ant­

werpen een regionaal centrum. en

Mechelen subregionaal? Wie zegt

Centrum voor megastores te Lokeren

FoiO; Duk Coopmon

dar Mechelen niet zal groeien- bij­

voorbeeld door de dynamiek van

een baanwinkelconcentratie' De

stolpjespolitiek doodt elke dyna­

miek." Dirk Coopman valt haar bij:

'Neem het Waalse Red u . Een dorp­

j e met twimig huizen groeit uit tor

een boekendorp met een bereik tot

ver bui ten de grenzen. Zoiets magje

toch niet fnuiken? Vlaanderen is

uniek in de wereld door de dyna­

miek van zijn KMO's. De baanwinkel

is een exponent van die KMO-cultuur,

een bij uitstek liberaal fenomeen.

Wanneer je dat van bovcri af gaat

plannen, vernietigje de dynamiek.'

Wim Kenis:'fk ben e r volledig voor

ge\vonnen orn ondernetners ruinlte

te geven. Maar dat w il niet zeggen

dat je iedereen maar moet laten

doen. We moeren een gulden mid­den'\veg vinden tussen het heel

stringente Nederlandse beleid, waar

de regels tot op de vierkante meter

vastliggen. en het veel te losse

Vlaamse beleid. Zonder regels wordt

de economie allesbepalend en wint

de kapitaalkrachtigste, die neerpoot

wat hij wil en waar hij wil. En dat

men nier komt aandraven met eco­

nomische chantage à la "als we hier

niet mogen bouwen, vcrhuizen we

naar Tsjechië". De gemeenschap in­

vesteert gigantische sommen in de

infrastructuur voor baanwinkels,

met extra politiebewaking. extra

openbaar vervoer, verkeersongeval­

len, verlaagde mobiliteit - ik vind

dar daarvoor ook extra mag worden

betaald. Met dat geld kan het eco­

nomisch of cultureel patrimonium in

stand worden gehouden. In Frank­

rijk is daar een wet voor gemaakt.'

De ruünte en de infra~tructuur is nu

eenmaal beperkt, meent ook Rob­

ben, en dan moet je kiezen. 'Waar­

om moet Ikea per se het land verde­len in vier g rote vestigingen, ln

plaats van verschillende kleinere ves­

tigingen te bouwen in de steden

ze lP. Daar magje zekere normen op-

Fofo· Fronk. Goethols

leggen, zonder onmiddellijk te zeg­

gen:"h.icr staan we, en dat is ons doel.

Want dan ga je tussenstappen over­

slaan. en waar dat toe geleid heeft,

zie je in de winkelwandelstraten. Die

zijn van de ene dag op de andere

verfraaid, de prijzen zijn gestegen, en

de grote filialen waren de enige die

dergelijke toplocaties nog konden

betalen. Dus: je moet plannen, maar

met een zekere voorzichtigheid.'

De stad beter omlijnd

De suburbanisatie moet een halt

worden toegeroepen, en daarvoor

moet de stad weer grenzen krijgen,

vinden Robben en Ken is. ' H oe om­

sluit je stedelijke enriteiten, waar­

binnen je dan verschillende functies

gaat combineren? Dat is een drin­

gend probleem: nu d ijt alles maar uit.'

Win1 Kt>"nlc;; 7ie-r hler Pen rol voor

bepaalde baanwinkelconcentraties

weggelegd. 'In de Middeleeuwen

had je open plekken in de stad. wei-

Page 6: TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN … · hij zich af. Architect Dirk Coopman valt hem bij:'Baanwinkels vervullen een econon1ische functie, en ze ver vullen die erg efficiënt.

lntercity:verkeersknooppunt met infrastructuur

Fo1o; Dut:. Coopmon

den en landbou"Wgrond. Maar de

stadspoort gaf de begrenzing aan.

Sommige baanwinkelconcentraties

zouden de nieuwe stadspoorten

kunnen worden: de duidelijke grens

tussen stad en platteland. Maar daar­

voor moeten ze wel multifunctio­

neel worden, en complementair met

de rest van het stede lijke gebied, in

plaats van alleen maar op de auto­

mobil iteit te spelen, zoals nu . Waar-

om kan er naast het commerciële

centrum ook geen cultureel cen­

trum komen> Als het beleid ook in

de stadskern voor complementari­

teit zorgt, hoeft men niet te vrezen

voor een leegloop van de stad.'

De mogelijkhe id tot nieuwe kern e n

Het huidige discours over ruimte­

lijke ordening houdt zich nog altijd

bezig met het verleden, vindt D irk

Extract uit de agenda van een architect

Architecten b ureau Dirk Coopman

Baanwinkel Vande Velde

Realisatie van een 'megastore' voor behangpapier en tapijten

S ite

Ze lebaan I 06. Lokeren.

Program ma

1800 m' verkoopsoppervlakte.

Evo lutie

het ontwerp start in 1988, de vergunning wordt in hetzelfde jaar

geleverd en de uitvoering volgt zeer kort daarop, de oplevering en

opening vinden plaats in september 1990.

Centrum voor baanwinkels

Ontwikkeling van een multifunctioneel commercieel centrum

Site

hoek Zelebaan en Dijkstraat. Lokeren.

Kadert in: Gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren; woonzone/KMO-zone .

Coopman, en te weinig met de

krachtlijnen van nu. 'Men prob<'ert

de stad in stand te houden, terwijl

die er al lang niet meer is - of n ier

meer in deze lfde vor m. Van bedrij­

ven die zich ill Diegem vestigen,

wordt gezegd dat ze in Brussel zit­

ten. Maar waarom zijn ze naar Die­

gem gekomen' Nier vanwege de

Grote Markt, maar vanwege Zaven­

tem. Bedrijven vestigen zich rond

infrastructurele kernen, en ook de

mensen die in de gordel rond de

historische stad wonen, vinden al­

lang hun referent buiten de histori­

sche kern: ze gaan winkelen in een

baanwinkel buiten de stad, om maar

iets te noemen. Toch probeert ie­dereen die nieuwe nederzettingen

nog in de stad te incorporeren. Dat

is niet nodig: niets zegt dat een stad

per se alle functies moet vervullen.

De moderne mens is intercontextu­

eeL Hij gaar naar Keulen voor de

cultuur, naar Parijs voor het amuse­

tnent. naar Antwerpen on1 te win­

kelen, en ga zo maar door. Hij ver­

wacht niet dat hij in één van die ste­

den alles samen vindt.'

Coopman heeft de versplintering

van de historische kernen doorge­

trokken, en pleit voor een aanpas­

sing van bet beleid. 'De oude stede­

lijke kernen hebben een trager rit-

Evolut ie

me, zijn gemaakt voor voetgangers.

Het is waanzin om daar de TGV te la­

ten aankomen.' De dynamische,

mobiele elementtn van een maar­

schappij moeren rond infrastructu­

ren worden gegroepeerd, vindt hij­

de kruispunten van autosnelwegen.

bijvoorbeeld. 'Distributie. kantoren.

productie: het kan allemaal worden

gegroepeerd in corridors, de auto­

snelwegen, met tussenschakels, de

klaverbladen, die los staan van de

middeleeuwse referenten. Zodat de

oude stad, niet langer verstoord

door TGV en drukke wegen, een cul­

tuurkerngebied wordt zoals je ook

natuurkerngebieden hebt.'

'J\1\aar het blijft een kern', vinden

Wim Kenis en Guy Robben . 'Er is

geen wezenlijk verschil: op den

duur worden de nieuwe kernen

weer volgebouwd, krijg je weer

mobiliteitsproblemen, moet je weer

je infrastructuur gaan aanpassen.

Een vicieuze cirkel die nergens voor

nodig is.' Robben: 'Onze infrastruc­

tuur is Jlll al te g root. B ehalve de

grote centra als Antwerpen en Brus­

sel heb je nog 150 kleinere kernen.

Daar is geen koopkracht en geen

draagkracht voor- en alles wijst e r­

op dat die er in de nabije toekomst

ook niet zal zijn. Integendeel.' X

het ontwerp start in 1994, een principieel akkoord van het College van

Burgemeester en Schepenen op basis van het voorontwerp (het moet

een 'invullingsproîect' qua distributie zijn), een 'interactief bouwdossier '

met technische uitwerking, een 'menu' van de commerciële activiteiten

voor Lokeren, huuropt ies e n kand idaten wo rden aan de distributie­

commissie voorgelegd, de bouwvergunning wordt in 1995 geleverd,

het dossier is momenteel in een procedurele fase, men verwacht

te starten in september 1997.

Intercity

Denkoefening rond de ontwikkeling van 'megaconstructies' op de knoop­

punten van de netwerke n in Midden-Europa.

Sites

de knooppunten van netwerken van transport (autostrades en viervaks­

banen) en communicatie {informatienetwerken).

Evolutie

op deze locaties worden eigenzinnige toekomstbeelden ontwikkeld,

gebaseerd op futuristische stellingen als 'de intertextuele mens leeft in

een netwerk', 'een antwoord op grotere schaal voor de netwerken en de

megalopolis', 'netwerken opereren superpositioneel tussen alle steden'.