048 de meerwaarde van structureel langjarig bemonsteren
Transcript of 048 de meerwaarde van structureel langjarig bemonsteren
Dave van Vliet & Sandra Erkens
18 – 6 - 2014
De meerwaarde van structureel, langjarig bemonsteren
Meerjarig bemonsteren - achtergrond
• Waarom (meerjarig) bemonsteren praktijkvakken?
o Rafeling, meest voorkomende schade bij (tweelaags) ZOAB
o Veroudering van bitumen speelt hierbij een belangrijke rol
o In laboratorium veroudering simuleren
o Relatie proberen te leggen tussen laboratorium- en praktijkveroudering
Meerjarig bemonsteren - achtergrond
• Veelal: materialen bemonsterd op 1 moment op 1 of meerdere locaties
• Bekend:
o Aanlegjaar
o Type asfalt
o Type bitumen
o Herkomst bitumen?
• Variatie in onderzochte materialen kan groot zijn, herkomst veelal niet bekend
Meerjarig bemonsteren - achtergrond
• Promotieonderzoek Eyassu Hagos, the Effect of Aging on Binder Properties of Porous Asphalt Concrete
Meerjarig bemonsteren – doel onderzoek
• Karakteriseren van het verouderingsproces van polymeer gemodificeerde bitumen in de praktijk en te bekijken welke parameters veroudering beïnvloeden
o Locatie (Initiële verschillen bij aanleg)
o Verkeersbelasting (RR vs VL)
o Positie in de laag (boven- vs onderlaag tweelaags ZOAB)
o Type mengsel (modificatie)
o Tijd (wegvakken worden meerdere jaren gevolgd)
Meerjarig bemonsteren – opzet
• Veelal: verschillende locaties, andere mengsels, 1 moment
• Nu: verschillende locaties, zelfde mengsels, meerdere momenten bemonsteren
• Bekend:
o Type asfalt
o Samenstelling asfalt
o Type bitumen
o Herkomst bitumen
o Aanlegcondities
o Aanlegmoment (=leeftijd)
• Variatie in onderzochte materialen beperkter, herkomst dezelfde.
Meerjarig bemonsteren - Zebravakken
• 4 locaties proefvakken tweelaags ZOAB aangelegd
• Periode 2002 – 2004
• A28 - Augustus 2002
• A30 - Augustus 2003
• A15 - Juli 2004
• A59 - September 2004
Meerjarig bemonsteren - Zebravakken
• Per locatie: 8 aannemers = 8 mengsels
• Alle bovenlagen bevatten polymeer gemodificeerd bitumen
• 400 meter proefvaklengte per mengsel
• 6 mengsels 4/8 ; 2 mengsels 2/6
Meerjarig bemonsteren - Selectie
• Selectie van de mengsels zijn intensief gemonitord
• 3 mengsels met 4/8 gradering
• 3 mengsels bevatten diverse polymeermodificaties
• SBS
• EVA
• SBS + EVA
• Periode 2006 t/m 2009 zijn 3 mengsels 4/8 (A, B en C) jaarlijks op alle 4 de locaties bemonsterd (boorkernen)
Meerjarig bemonsteren - Uitvoering
• Periode 2006 t/m 2009 zijn 3 mengsels 4/8 (A, B en C) jaarlijks op alle 4 de locaties bemonsterd (boorkernen)
• Per jaar; per mengsel; per locatie:
• Uit een 400 meter vak bemonsterd
• Zeven kernen geboord (zowel uit RR als VL)
• Zes kernen voor bitumenextractie; 1 reservekern
Meerjarig bemonsteren - Uitvoering
• Per mengsel bitumen teruggewonnen uit de boorkernen
• Scheiden van lagen
• Van 6 kernen de bovenlaag van de onderlaag gescheiden
• Samenvoegen lagen
• Bovenlagen samengevoegd (voor mengsels A, B en C)
• Onderlagen samengevoegd (voor mengsels B en C)
Geen vermenging
Meerjarig bemonsteren - Uitvoering
• Terugwinnen van bitumen
• Van de samenvoeging de bitumen teruggewonnen
• Kwalitatieve terugwinning m.b.v. snelextractie
• Koude extractie met methyleenchloride
• Roteerverdampen
Meerjarig bemonsteren - Uitvoering
• Bitumenanalyse op teruggewonnen bitumen
• Gehanteerde Technieken
• Penetratie
• Ring & Kogel
• GPC (Gel Permeatie Chromatografie)
• DSR (Dynamic Shear Rheometer)
• FTIR (Fourier Transform Infrared Spectroscopy)
Meerjarig bemonsteren - Resultaten Na 1 jaar bemonsteren
Meerjarig bemonsteren - Resultaten Na 4 jaar bemonsteren
Mixture C - In-situ ageing top layer bitumen
0.00E+00
2.50E+07
5.00E+07
7.50E+07
1.00E+08
1.25E+08
1.50E+08
0.0 1.0 2.0 3.0 4.0 5.0 6.0 7.0 8.0
Age
Co
mp
lex M
od
ulu
s,
G*
(Pa
) @
ω 1
00
0 (
rad
/s)
A28 C EL TL
A28 C SL TL
A30 C EL TL
A30 C SL TL
A15 C EL TL
A15 C SL TL
A59 C EL TL
A59 C SL TL
Reference
Meerjarig bemonsteren - Uitvoering
• De lessen die zijn geleerd van het structureel bemonsteren
• Bepalen startwaarde (initiële) eigenschap; direct na aanleg en in geval van bitumen ook bemonsteren uit de silo
• Bemonstering zodanig inrichten dat variatie in samenstelling zoveel mogelijk constant is in de tijd.
• Frequentie bemonsteren zodanig kiezen dat het verloop in de tijd gevolgd kan worden. In het geval van het 2laagsZOAB bitumenonderzoek blijkt een frequentie van 1 keer per jaar te volstaan als de startwaarde bekend is.
• Looptijd kiezen op basis van verwacht verloop van eigenschap(pen). Dit kan indien benodigd worden bijgesteld aan de hand van de waarnemingen. In het geval van het 2laagsZOAB bitumenonderzoek was 3 jaar monitoring gepland en is op grond van de resultaten 1 jaar langer gemonitord.
Meerjarig bemonsteren