't Altenatuurtje 98 - 2015

76
januari 98 2015 ' t A L T E N A T U U R T J E Altenatuur Natuurbeschermingsvereniging voor het Land van Heusden en Altena

description

Veel plezier bij het doorbladeren en lezen van dit Altenatuurtje, hét verenigingsblad van Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur. Spreekt, wat we doen u aan, word dan lid van Altenatuur en steun zo ons werk!

Transcript of 't Altenatuurtje 98 - 2015

Page 1: 't Altenatuurtje 98 - 2015

januari982 0 1 5

'tALTENATUURTJE

AltenatuurNatuurbeschermingsverenigingvoor het Land van Heusden en Altena

Page 2: 't Altenatuurtje 98 - 2015

2

’t Altenatuurtje34e jaargang nr. 2, januari 2015.

Uitgave van natuurbeschermingsvereniging Altenatuur.Opgericht 5-11-1980, ingeschreven 15-10-1981.

BESTUUR:voorzitter:J. (Jaap) van Diggelen, Sportlaan 24, 4286 ET Almkerk. 0183-402034secretaris:J.H. (Johan) Koekkoek, Emmikhovenseweg 6a, 4286 LH Almkerk. 0183-402231penningmeester:M. (Margo) van Beem, Hilsestraat 12, 4269 VG Babyloniënbroek. 0416-351772leden:L. (Len) Bruining Van Gendtstraat 14, 4271 AM Dussen. 0416-392373H. (Herman) van Krieken HilIsestraat 35, 4269 VH Babyloniënbroek. 0416-355155J. (Jeanette) Pollema Dr. van Vuurestraat 76, 4271 XH Dussen. 0416-391654P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341G. (Goof) van Vliet Molenstraat 28 4285 AB Woudrichem 0183-660782

INTERNET: www.altenatuur.nlFacebook: Facebook.com/altenatuurTwitter: @altenatuur

REDACTIE:P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341tevens redactie adres

VORMGEVING EN ILLUSTRATIES:J.A.P. (Jan) van Haaften Eikenlaan 5, 4254 AR Sleeuwijk. 0183-302544

CONTACTADRESSEN:Vogelwerkgroep:A. (Arie) van den Herik Oudendijk 33a, 4285 WH Woudrichem. 0183-304193Beheercommissie Natuurgebieden:P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341

LIDMAATSCHAP:jeugdlid €5,-- per jaar, gezinslidmaatschap €20,- per jaar, lid €12,50 per jaar

ING-bank: NL43 INGB 0002 5930 26 ofRabobank Almkerk: NL67 RABO 0301 5243 19 t.n.v. penn. Altenatuur.

Aanmeldingen, adreswijzigingen en opzeggingen opsturen naar de ledenadministratie.Beëindiging van het lidmaatschap schriftelijk vóór 1 december van het lopende jaar.Ledenadministratie Altenatuur, Dr. van Vuurestraat 76, 4271 XH Dussen.

OMSLAG:Foto Wijkse Waard, door Jan van Haaften.Omslagontwerp door Jan van Haaften.

Altenatuur heeft sinds 1-1-2011 de ANBI-statusHet dossiernummer is: 77688 en het fiscaal nummer: 810362454.

Page 3: 't Altenatuurtje 98 - 2015

3

Langs wegen, greppels en wildenatuur, zie je hem staan. Statig.Oprijzend uit een rozet vanbladeren. Hoog boven de andereplanten verheven. Stevig door deribben op de stengels. Voorzien vantalrijke korte stekels op stengel enblad. Geen lieverdje. Paarsebloempjes bloeien in een ring op deeivormige bloembodems. Bijzonderom te zien. Dipsacus fullonum heethij volgens Linnaeus. Afkomstig vanhet Griekse dipsan akomai; ik les dedorst. Men zag in de vergroeidetegenoverstaande bladeren hetontstane bekertje, gevuldmet regen- ofdauwwater.Wij gebruikten hem voor het ‘kaarden’van wol.

De Grote kaardebol. ❀Jan van Haaften

F L O R A

Page 4: 't Altenatuurtje 98 - 2015

4

Redactioneel

Direct na het uitkomen van ons vorigenummer in oktober meldde André zichmet kopij over schildpadden, eenreactie en verdere aanvulling op hetartikel van Jaap. En een tweedebijdrage volgde, André schreef mewat meer tijd te hebben, leuk dat hijons nu weer deelgenoot maakt vanzijn soms ook wel heel bijzonderewaarnemingen.‘Groen houdt gezond’, een nieuwerubriek waarin iedereen zijn of haargroenbeleving kan melden. Sindsenige tijd help ik op hetKringloopcentrum mee om “de ouwboekskes un plekske te geve” zoalseen rasechte Almkerker het uitdrukte.Een poosje ging ik op de fiets i.p.v.met de auto en genoot iedere keerweer opnieuw als ik via Uppel van ennaar ‘de Kring’ reed. Genieten van dezonsop- en ondergang met derijkgekleurde lucht, de plantengroei in

de bermen en op het land. Radio nietnodig, concert gratis van develdleeuwerik. Op een ochtend zat inalle vroegte naast een tijdelijkverlaten rooiriekje, wat mooi rechtopstond in een hoekje van een perceelaardappels, een klein muisje denieuwe herindeling van zijn leefgebiedte aanschouwen. Bij het zien van zo’nbijzonder plaatje kom ik dusbehoorlijk ‘groen’ in Almkerk aan.Toch verschiet ik ook wel eens vangroen naar geel als ik weer zo’nprachtige volop in bloei staandeberm, als gevolg van deklepelmachine, er onherstelbaar inmootjes gehakt bij zie liggen. Geenkans voor de plant om zaad te maken.Alles van de verder nog in de bermlevende have ligt er in de vorm vanpaté bij en de naar nectar zoekendebijen kunnen het ook wel weer

Page 5: 't Altenatuurtje 98 - 2015

5

Redactieadres:

Pia StiermanBruigomstraat 12,4251 EP Werkendam.

E-Mail: [email protected]

vergeten. Na het lezen van het artikelvan Jaap over die indrukwekkendespinnen, zou je toch gelijk zo’n ‘Black &Decker’ naar de schroothoop rijden…..Laat maaien en afvoeren is eenbetere optie, dan krijgt alles nog eenkans. Verschralen is verrijking.Gelukkig gaan we opnieuw in gesprekmet de verschillende gemeenten overhet groenbeheer en vragen o.a.aandacht voor het verbeteren van debiodiversiteit.Onze vereniging heeft naast devogelwerkgroep en beheercommissiesinds kort ook weer eenplantenwerkgroep, en soms, en danvalt er echt niet aan te ontkomen… iser een combinatie.U kunt hun verslagen en nog veel meerlezen in dit nummer en ik wens u eengroen en gezond 2015 toe en graag

tot ziens bij een van onze komendeactiviteiten.

Iedereen bedankt voor het tot standkom en van dit Altenatuurtje nr. 98

Het volgende nummer staat geplandvoor mei, daarom zou ik graag dekopij voor 1 april a.s. willenontvangen.

Pia Stierman.

Page 6: 't Altenatuurtje 98 - 2015

6

Nieuwsbrief - oproep!

61

mogen wij uw

e-mailadres?

14

Hoe de natuur je kanhelpen

De plantenwerkgroepin 2014

53

31

Schone energieversnellers

20Springspinnen

12

Spectaculaire groei aantalgevondenweidevogelnesten

Page 7: 't Altenatuurtje 98 - 2015

7

In dit nummer:• Flora 3

• Redactioneel 4

• Inhoud 6

• Van de voorzitter 8

• Spectaculaire groei aantal gevonden weidevogelnesten 14

• Hoe de natuur je kan helpen 16

• Rood weeskind 18

• Een verrassend leuk voorval 20

• Springspinnen 22

• Nieuwjaarswens 27

• Voor jou! (jeugdrubriek over zaden) 28• Schone energieversnellers in Altena - Biesbosch 33

• De middenpagina's met:pag. 1 Uitnodiging ledenvergadering, Programma winter/voorjaar 2015pag. 2&3 Schone energieversnellers - de foto'spag. 4 Programma winter/voorjaar 2015 (vervolg op pag. 60)

• SOVON-dag 2014 41

• Vogelvrij 48

• Bodembedekkers in de tuin met hier en daar een opsteker 50

• Schildpadden, hier en in Frankrijk 52

• De plantenwerkgroep in 2014 59

• De zilvermeeuw 62

• Waarnemingen van september t/m december 64

• Vervolg Programma winter/voorjaar 2015 en werkochtenden 66

• Nieuwsbrief - oproep - Nieuwsbrief - oproep 67

• Grauwe kiekendieven 68

• Passen en meten 70

• Puzzel 74

98 januari2015

Page 8: 't Altenatuurtje 98 - 2015

8

Dagje-uit Plantenwerkgroep loopt gierend uit de hand.

De Vale gieren die in het afgelopen decennium regelmatig worden gezienin België en in ons land, zijn groepen zwervende jonge dieren die nog nietaan de voortplanting deelnemen. De bescherming van de Vale gier inSpanje is zo succesvol gebleken dat de populatie rond de eeuwwisselingwas uitgegroeid tot 50.000 exemplaren. Een dergelijke groei in aantallenleidt tot een natuurlijke expansiedrift waardoor jonge beesten helemaal bijons terecht kunnen komen. Het zou met voedsel zoeken te makenkunnen hebben, maar het gaat hier absoluut niet om massalehongertochten van gieren die in het land van herkomst niets te eten meerhebben. Een indruk die wel in de media is gewekt. Al zouden er een paarhonderd gieren vanuit Spanje Europa zijn ingetrokken, dan is dat nogsteeds geen procent van de totale populatie.Bron: http://www.jandesmet.net/vale%20gieren.html

Van de voorzitterJaap van Diggelen

Page 9: 't Altenatuurtje 98 - 2015

9

Vogels waarnemen heeft iets frustrerends. Waareen florist een bloem of plant plukt om vervolgensin alle rust de sleutels (tabellen) in de flora door telopen tot de naam is gevonden, blijft een vogelaarvaak vertwijfeld staan, de kijker nog geheven, devogel gevlogen. De plantenman zegt het is dit of hetis dat of dat plantje, en de vogelaar stamelt het wasdat of dat, maar vaker nog: het kan dat of datgeweest zijn. Er bestaat een soort tweedeling inwaarnemersland, met enerzijds de floristen, veelalbedachtzame types die gaan voor zekerheid. Zijrusten niet voordat het aangetroffen plantje eennaam heeft. Anderzijds heb je de vogelaars,dynamische avonturiers die vaak het opscheppenniet schuwen. De verleiding is groot om van eenovervliegende pieper in de herfst een Duinpieper ofeen Grote pieper op najaarstrek te maken, al weetiedere waarnemer dat een beeld in een flits en eenbijbehorend piepje, bijna nooit uniek en dussoortbepalend zijn. Enig opportunisme isvogelwaarnemers niet vreemd. De echtesoortenjagers moeten immers zoveel mogelijkwaargenomen soorten op hun ‘tableau’ hebbenstaan. Gelukkig is de sociale controle onder hengroot: te veel fantaseren, plaatsen van discutabelewaarnemingen van zeldzame soorten, wordtafgestraft. Lieden die dat doen worden in hetwereldje ‘stringers’ genoemd, en van dat predicaatkom je niet snel meer af.

Zojuist kwam er in een harde windvlaag een blauweflits op 2 meter langs mijn keukenraam. IJsvogel,was mijn eerste gedachte, geweldig uit de koersgeraakt door de sterke wind of dekking zoekend inde luwte langs ons huis? Of toch een fata morgana?Het blijft een bizarre waarneming: ik verbeeld meeen vogel gezien te hebben die met zijn snavel rechtvooruit tegen de wind in vloog. Je krijgt de neigingom je ogen uit te wrijven. Altijd weer dat eeuwige:het was.....waarschijnlijk een.....of misschien toch een... ?

Page 10: 't Altenatuurtje 98 - 2015

10

Vanouds bestaat in natuurvorsersland de tweedelingtussen floristen en vogelaars. Groepen die slechtmengen en elkaar soms zelfs bestrijden. Ooit las ikeen anekdote van een echte plantenkenner dietijdens een vogelexcursie volledig was afgeknaptop het ‘vogelen’. Het was op een vogeltocht door deduinen. Eén van de deelnemers produceerde een‘onwelvoeglijk geluid’ (lees: ronkende wind) waaropde excursieleidster uitriep: hoor! man Fazant. Vanafdat moment kon ze vogelaars niet meer serieusnemen.

Toch hoeft het waarnemen van planten en vogelselkaar niet te bijten.

Op zaterdag 7 juni jl. maakten 5 leden van derecent opgericht plantenwerkgroep van Altenatuureen tocht door de natuur op en rond de RegteHeide bij Goirle. Het was de bedoeling om eenfloristisch interessant gebied buiten onze streek tebezoeken waar we plantensoorten tegenkomen diebij ons niet groeien. De weken ervoor was ereindeloos heen en weer gemaild over het doel vande tocht en wie er allemaal mee konden. Met hetnaderen van de zomer bleken velen allerlei andereplannen of verplichtingen te hebben in het weekend,zodat er uiteindelijk een soort van harde kern van 5plantenlief-hebbers overbleef. We parkeerdentegen tienen aan de rand van het Riels Laag enliepen dit Eldorado van zeldzame planten in(geautoriseerd door de boswachter die daagsdaarvoor geraadpleegd was). In dit natte beekdalkwamen we bijzonderheden tegen als Kleinezonnedauw, Koningsvaren, Rietorchis, Liggendhertshooi, Pilvaren, Dwergzegge en Geelgroenezegge. In een karrenspoor vol water vonden weWaterpostelein. Na ruim een uur banjeren door denatte vegetatie, verlieten we het beekdal van deLeij en trokken de heide op. Het liep tegen demiddag, het was zonnig en warm. We rustten onder

kleine zonnedauw

Page 11: 't Altenatuurtje 98 - 2015

11

een boomgroep en aten onze boterhammen. Er hingiets in de lucht. Bas Verhoeven vond dat we zicht opde blauwe lucht moesten houden, niet onder bomengaan lunchen dus, want er was vandaag kans opVale gieren. Droom verder. En daarbij, we waren nutoch voor planten op pad? We vervolgden onzetocht over de heide en vonden onder meerHeidespurrie en Grondster. Voor het eerst van mijnleven zag ik een pol Borstelgras (Nardus stricta)waar ik eerder over schreef (Nardus in Uitwijk,Altenatuurtje 92, jan. 2013). Ook zagen we op dehei tot twee maal toe een prachtige Levendbarendehagedis.

Vlinders, libellen, sprinkhanen en andere insectenkwamen we dankzij het mooie weer volop tegen.Langs een bosrand ontdekte Ernst-Jan van Haafteneen Hommelreus (Volucella bombylans), een forsezweefvlieg die sprekend op een hommel lijkt.Zweefvliegen zijn kunstenaars in mimicry: hetverschijnsel dat sommige (insecten)soorten exactlijken op andere (insecten)soorten. Imitatie alsvermomming. Veel zweefvliegen hebben een geel-zwart gebandeerd achterlijf waardoor ze in eersteinstantie lijken op wespen. Vogels die slechteervaringen hebben met wespen, laten zweefvliegendaarom met rust. Lijken op een gevaarlijk insectbetekent beschermd zijn, waardoor jeoverlevingskans toeneemt. Het gedrag vanzweefvliegen is totaal anders dan van wespen,vaak hangen ze stil in de lucht boven een bloem. Ditgedrag laat onverlet dat hun vermomming werkt,gelet op het aantal keren dat iemand roept, Kijk uit,een wesp!, bij het zien van een onschuldigezweefvlieg. Om zeker te zijn van zijn waarnemingschepte Ernst-Jan de Hommelreus met z’n vlindernet.Bij het oppakken van het beestje uit de vitrage vanhet net twijfelde hij even. Een vergissing, als het tocheen hommel was..., zou een flinke steek kunnenopleveren. Voorzichtig pakte hij het insect op. En

hommelreus

Page 12: 't Altenatuurtje 98 - 2015

12

inderdaad: korte voelsprieten, vlekken op devleugels en gelukkig niet-stekend, dit was echt eenzweefvlieg in meesterlijke hommelvermomming.Inmiddels liepen we na enen weer over een openstuk heide dat sterk vergrast was. Bas vermelddeopnieuw de kans op Vale gieren en adviseerde onsde lucht in de gaten te blijven houden. Er hing iets inde lucht maar wij zagen het niet. Bas natuurlijkwel....op zijn Smartphone. Vogelvrienden melddenvia de App dat ‘ze’ waren opgestegen. ‘Ze’ datwaren de Vale gieren op de Korendijkse slikken bijGoudszwaard. In de afgelopen dagen was hunaantal hier gegroeid tot maar liefst 14, een forsaantal voor de Lage Landen, vertelde Bas. Op enigmoment zouden ze met dit mooie weer de thermiekgaan gebruiken om weg te zweven. Met weinigmoeite zouden ze dan tot boven Tilburg, zelfs totboven de Regte heide, onze locatie, kunnen zweven.Langzamerhand drong het tot ons groepje door datBas wel eens gelijk kon hebben. De mooiste plantenhadden we gezien, bijzondere dagvlinders, libellenen niet te vergeten micro’s, het was allemaal ergmooi geweest. Gewoon schitterend. Maar zat ermisschien nog meer in voor vandaag? Zouden we,om met de dichter Nijhoff te spreken, bestemd zijnvoor hoger honing?

De Regte heide is geen trapveldje (gelukkig maar)maar één van de weinige Groote Stille Heides dienog over zijn in Brabant. Dus liepen we nog bijnaeen uur voor we bij de auto kwamen. Wepasseerden paalkrans grafheuvels, archeologischemonumenten die hier door het Brabants Landschapzijn gerestaureerd. Ook hierboven geen gieren tezien. Rond half drie waren we terug bij hetbeginpunt. Vanaf dat moment ging het snel. Baskreeg een App door dat er drie gieren in Oostelijkerichting vlogen. We stapten in, er was geen tijd teverliezen. Ergens op de A58 kwam de melding datze boven Dordrecht cirkelden. Big birder is watching

Page 13: 't Altenatuurtje 98 - 2015

13

you! Gas erop! Ter hoogte van Geertruidenbergkwam bericht dat ze bij Hardinxveld-Giessendamwaren. Fantastisch, ze volgden de Merwede,misschien konden onze wegen bij Gorinchem kruisen.De adrenaline in de aderen steeg tot gevaarlijkehoogte, zo ook de snelheid van onze auto. Toen wehet Land van Heusden en Altena binnenreden overde Keizersveerse brug meldden de vogelaars dieop zo’n moment wel als herauten langs de routelijken te staan, dat ‘ze’ bij Werkendam warengesignaleerd. Reikhalzend tuurden we reeds doorde autoruiten, spiedend naar grote gieren.Op deze koortsachtige race tegen de tijd werd destemming in de auto uitzinnig. In het zicht van deGorcumse brug was het raak. Drie zwarte stippencirkelden aan de hemel, 15:09 uur. Voor de brug,boven de brug en toen wegglijdend boven Gorkum.We reden afrit Avelingen af, stopten, enconcludeerden al gauw dat we het nakijken hadden.Als ze de rivier volgen dan hebben we kans bijGorinchem-Oost meenden we. Geen seconde teverliezen. De snelweg weer op. Vanaf de A15kregen we ze weer in het vizier. We gingen desnelweg af bij Oost en stopten ergens opindustrieterrein Papland. De timing kon niet beter.We stapten uit en drie kolossale Vale gieren gledenenkele tientallen meters boven ons over. Totaleeuforie. De reusachtige lappen van vleugels met degevingerde toppen, de kale grijze nekken van debeesten, de scherpe tweedeling aan de onderkantvan de vleugels: licht naar de voorzijden en donkeraan de achterrand, in de kijker was alles te zien.Een perfecte waarneming. We gingen allemaal(Celia Bakker, Johan de Bijl, Bas, ErnstJan en ik) uitons dak, en dat terwijl we naast de auto stonden.Wat een afsluiting van deze fantastische dag.

Zo zie je maar: planten waarnemen en vogelenkunnen perfect samengaan. ❀

vale gier

Page 14: 't Altenatuurtje 98 - 2015

14

Spectaculaire groei aantal gevondenweidevogelnesten

Len Bruining

We zijn er door de jaren heen aan gewend geraakt dat er steedsmeer nesten gevonden worden, maar dit jaar konden we onzeogen niet geloven.Met name het grote aantal nesten van kieviten springt in het oog.Dat is mede te danken aan de enthousiaste inzet van een tientalnieuwe dames en heren. Daardoor konden de zoekgebiedenaanmerkelijk uitgebreid worden. Maar de populatie weidevogelsop percelen waar al jaren gezocht wordt lijkt zich ook testabiliseren. Het aantal nesten van wulpen neemt gestaag toe entijdens alarmtellingen worden er ook steeds meer nestjesgevonden van kleine akkervogels als graspieper, veldleeuwerik engele kwikstaart.

Page 15: 't Altenatuurtje 98 - 2015

15

N.B. Sinds 2011 is er sprake van collectief weidevogelbeheer voor grutto,wulp en tureluur. Dat wil zeggen dat vrijwilligers de vogels in voorafvastgestelde kerngebieden vanaf afstand observeren. Niet alle nesten vandeze soorten zijn bezocht. Het aantal in het schema is een combinatie van devondst van legsels die buiten de collectieve weilanden vallen en officiëlealarmtellingen die drie keer gehouden zijn in de maanden mei en juni. ❀

!! 2000# 2001# 2002# 2003# 2004# 2005# 2006# 2007# 2008# 2009# 2010# 2011# 2012# 2013# 2014#

Grutto# 4! #! 6! 5! 6! 10! 17! 14! 19! 30! 35! 37! 38! 31! 31!Kievit# 48! #! 27! 16! 105! 110! 192! 154! 173! 121! 187! 234! 242! 249! 377!Scholekster# 7! #! 4! 1! 6! 17! 14! 23! 30! 18! 28! 40! 39! 45! 36!Tureluur# 0! #! 0! 0! 1! 0! 4! 2! 3! 4! 5! 7! 7! 10! 6!Wulp# 0! #! 0! 0! 1! 0! 3! 1! 5! 8! 4! 14! 15! 23! 28!Wilde#eend# 1! #! 0! 0! 0! 0! 2! 1! 0! 1! 0!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!1! 1! 1! 6!Knobbelzwaan# 0! #! 0! 0! 2! 0! 1! 0! 0! 0! 0!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ! ! !Can.#Gans# ! ! ! ! ! ! ! ! 1! 0! 0!! ! ! ! !Waterhoen# 0! #! 0! 0! 0! 0! 1! 0! 0! 0! 0! ! ! ! !Kleine#Plevier.# 0! #! 0! 0! 0! 0! 1! 0! 0! 0! 1! 2! ! 1! 2!Rietgors# 0! #! 0! 0! 0! 0! 1! 0! 0! 0! 0! ! ! ! 1!Roodborsttapuit# ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! 2!Patrijs# 0! #! 0! 0! 0! 0! 1! 2! 0! 2! 0! ! 1! 2! 5!Meerkoet# 0! #! 0! 0! 0! 0! 0! 2! 0! 0! 0! ! ! 1! 2!Graspieper# ! ! ! ! ! ! ! ! 1! 0! 0! ! 3! 1! 2!Gele#Kwikstaart# ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! 2! ! 1!Zwarte#stern# 0! #! 0! 0! 0! 0! 0! 3! 5! 1! ?! ! ! ! !Fazant# ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! 1! 3! ! ! 1!Veldleeuwerik# ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! 2! 4! 1! 3!

Totaal#aantal# 60# MKZ# 37# 22# 121# 137# 237# 202# 237# 181# 261# 340# 352# 366##503##

Page 16: 't Altenatuurtje 98 - 2015

16

Hoe de natuur je kan helpenGroen houdt gezond

Van groenten, fruit en kruiden eten is bekend dat het goed voorde mens is. Deze aflevering van ‘Hoe de natuur je kan helpen’gaat echter over het groen buiten. Over bomen die schaduwgeven, over uitzicht op groen waardoor je beter geneest als jeziek bent. Over groen in kantoren waardoor je prettiger kanwerken.Onze voorouders waren goed op de hoogte van het nut van hetgroen voor een aangenamer leven. Vooral voor de woonge-deeltes van boerderijen stonden lei- of knotlindes. In de zomerbeschermden ze met hun bladeren het huis en de kelders tegen tegrote warmte. Dit effect is nu ook nog goed te voelen als je opeen warme zomerdag tijdens het fietsen af en toe in de schaduwvan een boom rijdt. Het hield bij de boeren de melk en zuivel-producten langer goed. Een ander voordeel van bomen bij dehuizen was het weghouden van opkruipend vocht. Een nuttigeboom is de notenboom, hij hield en houdt vliegen en muggen weg.

Houtwallen werden gebruikt als afscheidingen voordat het in1873 uitgevonden prikkeldraad ingevoerd werd. Koeien,paarden en schapen werden zo binnen hun terrein gehouden. Hetmoest ondoordringbaar zijn. Boeren en andere plattelands-bewoners konden het hout kappen om het te gebruiken alsbrandhout, voor hekken, voor meubels en gereedschapsstelen.Houtwallen zijn mooi in het landschap. Mensen komen er tot rustals ze er wandelen of fietsen. Niet alleen vroeger maar ook nugeven ze beschutting aan het vee en veel dieren die vrij in denatuur leven. Denk aan vogels, vlinders en kleine roofdieren. Bijhet pannenkoekenhuis in het Mastbos te Breda is nog altijd eenmooie houtwal te vinden.

Al langer is bekend dat je vanaf je ziekbed met uitzicht op groensneller geneest, dat de binnenlucht in kantoren beter is als er

Page 17: 't Altenatuurtje 98 - 2015

17

planten groeien en dat wandelen en fietsen in het groen goed voorde mens is. Onder andere aan de Universiteit van Wageningenwordt hier onderzoek naar gedaan. Onder de noemer ‘natuur voorgezondheid’ wordt gekeken naar overgewicht, depressie en stress-gerelateerde aandoeningen. Eerder onderzoek maakt aannemelijkdat contact met natuur, dan wel (georganiseerde) activiteiten ineen groene omgeving met name hierbij een positieve rol kunnenspelen. In de ‘Kennisagenda maatschappelijke potenties van groen’wordt een aantal kansrijke mechanismen genoemd die laten ziendat contact met natuur de gezondheid positief kan beïnvloeden. Ditzijn het reduceren van stress en aandachtsmoeheid, het bevorderenvan lichamelijke activiteit en het faciliteren van sociale samenhangen veiligheid. Deze mechanismen hebben ook duidelijk relaties meteen aantal veel voorkomende welvaartsziekten: hart- en vaat-ziekte, obesitas, depressie & angststoornis en burn-out. Dit onder-zoek in Wageningen kan een onderbouwing leveren voor juist hethandhaven en verbeteren van het groen en daarmee de soorten-rijkdom van natuur en fauna. Bijvoorbeeld in de gemeente Aalburg.Daar gaat Altenatuur de bewoners en de gemeente over adviserenin 2015.

Groen doet ook onzichtbaar veel goed werk. In het stedelijkgebied - en dat is de noordrand van Altena - Biesbosch al, helptgroen tegen fijnstof, tegen hittestress en op daken en in tuinentegen wateroverlast door hevige buien. Al met al blijkt ook in ditstukje weer hoe de natuur ons als mensen kan helpen. We moetendie hulp wel pakken natuurlijk! ❀

Goof van Vliet,25 november 2014

Page 18: 't Altenatuurtje 98 - 2015

18

De afgelopen winterwas erg zacht. De gevol-gen in de natuur waren over-weldigend. Was 2013 een jaarmet weinig muizen, in 2014 stikte het overalvan de muizen. Ze keken me aan vanuit de bloem-potten rond ons huis. Een ransuil zat op onze veranda op eengrote bloempot met muizen toen we thuis kwamen laat op een avond. Een feestvoor roofvogels en uilen. Tijdens de weidevogelbescherming zagen we nognooit zoveel hazen omdat de eerste worpen aan het eind van de winter geenvorst moesten trotseren en zelf al weer jongen hadden gekregen in juni. Ookzagen vele waarnemers ineens rode weeskinderen waarvan ik me afvraag ofer een oorzakelijk verband is met de zachte winter? Deze prachtige nacht-vlinder zie ik al 35 jaar op voornamelijk donkere houten objecten rond ons huis.Ondanks zijn grootte valt hij bijna niet op door zijn bruinachtig grijs gemar-merde voorvleugels die de vlinder een perfecte schutkleur geeft op bomen enstenen. Je schrikt als hij opvliegt en in een flits zie je de rode achtervleugels metde zwarte banden. Hij is te zien van begin juli tot begin november in ééngeneratie. Rode weeskinderen zuigen graag sappen op uit gevallen fruit.Verder zijn ze vaak te zien op de schors van afgestorven bomen in eenaalscholver kolonie. Overdag zijn ze meestal rustend op een boomstam of muuraan te treffen; op zwoele middagen zijn ze soms actief en vliegen ze rondboomtoppen. Een algemeen voorkomende nachtvlinder, niet vreemd als je weetdat de (ratel) populier en de wilg de waardplanten zijn. De rups leeft van meitot juli. Hij is ´s nachts actief en verbergt zich overdag meestal achter losseschors of in een schorsspleet. De verpopping vindt plaats in een cocon in eenschorsspleet of in de strooisellaag. De soort overwintert als ei in een schorsspleetvan de waardplant.

Rood weeskindHerman van Krieken

Page 19: 't Altenatuurtje 98 - 2015

19

In 2011 heeft er een ingrijpende verandering plaatsgevonden in de taxonomievan de macronachtvlinders. De belangrijkste wijziging betreft een nieuwefamilie: de spinneruilen (Erebidae). Tot deze familie behoren de soorten uit detot dan toe bekende families van de beervlinders (Arctiidae) en de donsvlinders(Lymantriidae) en enkele van de uilen (Noctuidae). Wereldwijd bestaat dezefamilie uit bijna 24.600 soorten; in Nederland komen 83 spinneruilen voorwaaronder het rode weeskind. Volgens mijn informatie is het rode weeskindgenoemd naar de jasjes en jurken van de weeskinderen in de AmsterdamseJordaan. De linkerkant van de jurken en jassen waren felrood en de rechterkantzwart, de kleuren van het wapen van Amsterdam. Tijdelijk was het uniformgeheel zwart op het bevel van Lodewijk Napoleon in 1808 met de initialenB.W.A. op de linkerschouder. Dit werd echter in 1816 teruggedraaid. Pas in1919 werd het uniform afgeschaft. Zie voor verdere informatie de site over hetBurgerweeshuis in de Jordaan: www.tussentaalenbeeld.nl/A60h.htm#3Degga Dom schreef een poëtisch boek over de 17 jarige Thor die niet met rustgelaten werd door een rood weeskind. Een taalgevoelige metafoor voor dehoofdpersoon in relatie tot zijnbij de geboorte overledentweeling broer die een grote rolspeelt in zijn leven. Volgens deuitgever een intrigerend verhaalover de grenzen vanvriendschap, liefde, leven endood.Ernst-Jan van Haaften wist temelden dat het rode weeskindsinds 2000 op 17 verschillendeplaatsen is gemeld opwww.altenatuur.waarneming.nl.Leida en ik hopen een zomer-huisje te bouwen van hout metaan de wegkant een opslagvoor kachelhout, hoofdzakelijkwilg. Hierdoor zullen de rodeweeskinderen het naar ik hoopnog beter naar hun zin hebbenin onze wilde tuin. ❀

Gebruikte informatie bronnen; Vlindernet,

Natuurlexicon en site tussentaalenbeeld.nl.

Page 20: 't Altenatuurtje 98 - 2015

20

Nog maar net april was het en toch alvrij warm. De amfibieën waren vroegdit jaar, ik had een ongekend aantaleitjes van de kamsalamander geteld.Getooid in een waadpak zocht ik moemaar voldaan de auto op die op eenveldpad stond, ver van de dijk. Rechtsvan me stond een populierenbos enaan de linkerzijde lag een veenweide-gebied met poelen.

Het is een geweldige stek om je broodop te eten. Er gebeurde van alles omme heen. Onderuit gezakt met m’nlinkerbeen tussen de deur genoot ikvan het vele moois wat het voorjaar tebieden had. Plotseling viel er watbuiten m’n gezichtsveld vanuit de hogepeppels naar beneden.

Doodstil bleef ik zitten…..

Wat ik al licht vermoedde werdbevestigd: twee tjiftjaffen kwamenomhoog en buitelden vechtend in het

gras en daarna langs de motorkapomhoog langs het voorraam oprichting de deur waar ik vanwege dewarmte een voet had tussen gezet.Het zal toch niet… ging er nog doorme heen….en jawel…ze maakten eenhaakse bocht naar links en vlogenpardoes tussen de smalle opening vande deur door de auto binnen waar ikmet mijn kalende bol in zat. Eénbelandde op m’n bril de ander in m’ndunne haardos!In een flits besefte ik dat de selfie vanhet jaar binnen handbereik was omdatde camera naast mij lag.Voorzichtig bewoog ik m’n hoofd….Jammer want dat pikten ze niet, deeen vloog op de deur voor hetzijraam, de ander gleed langs deschuine voorruit naar beneden enbleef daar verbaasd liggen.Heel behoedzaam, omdat ze hetanders niet zouden overleven heb ikdrie foto’s afgedrukt als bewijs enaandenken van dit wel heel

Een verrassend leuk voorvalAndré van den Berg

Tijdens de jaarlijkse monitoring amfibieën langsde Diefdijk overkwam me het volgende….

Page 21: 't Altenatuurtje 98 - 2015

21

bijzondere voorval! Daarna heb ikvoorzichtig de rechterdeur opengemaakt en ze buiten gezet.Het tjiftjaf….tjiftjaf… was niet van delucht en klonk een beetje scheldend,dat wel!

P.S,Vroeger werd de tjiftjaf op de oude

vinkenbanen van weleer ook wel‘vinkenbijtertje’ genoemd vanwegezijn onnavolgbare snelle zwenkingenwaarmee hij andere vogels zoalsvinken kon achtervolgen en diedaardoor zo nu en dan in devogelnetten belandden. ❀

Page 22: 't Altenatuurtje 98 - 2015

22

InleidingIn het NRC kwam ik een artikel tegen over hersenonderzoekaan springspinnen. Aangezien er volgens mij in hetAltenatuurtje zelden iets geschreven wordt over spinnen,grijp ik nu de kans. De meeste mensen weten dat spinnengeen insecten zijn omdat ze 8 poten hebben in plaatsvan 6. Bovendien bestaan ze niet zoals insecten uit eenkop, borststuk en achterlijf maar zijn de eerste 2vergroeid tot 1 geheel: het kopborststuk met daaraande 8 poten en daarachter het achterlijf met aan het

einde de spintepels. De laatsten bieden spinnende mogelijkheid om draden te spinnen dieragfijn zijn en in verhouding tot hun dikte,ijzersterk. Naast het verhaal over hetaantal poten is ook het feit dat spinnenvaak 8 ogen hebben vrij algemeenbekend. Tot zover de basiskennis.In principe kunnen alle spinnendraden maken door een vloeibaareiwit via de spintepels uit te scheidendat bij uitrekking en aan de luchtmeteen stevig wordt. Webspinnen zijn instaat om in enkele uren een web temaken, ze ruimen vaak eerst het oude,

kapotte web op door dit op te eten. Een aantalspinnenfamilies in ons land maakt geen webbenmaar jaagt door snel over de grond te rennen,bijvoorbeeld de Wolfspinnen. In dit stukje gaat het overde familie van de Springspinnen, u kent ze vast wel. Jevind ze op zonbeschenen muren, op warme terrastegelsof tussen het grind. Ze reageren schichtig op de nabijheidvan je hand die ze door hun uitstekende ogen goedwaarnemen. Net als bij hagedissen lijkt het wel of ze metschokjes bewegen maar dat komt omdat ze zo snel zijn datwe hun beweging niet met onze ogen kunnen volgen. Ook inhuis kom je ze tegen. Ze jagen door hun prooi te besluipen envervolgens te bespringen. Dat doen ze door met het achterstepootpaar krachtig af te zetten, en zo springen ze enkelecentimeters ver. Lang niet zo spectaculair dus als sprinkhanen ofvlooien maar voldoende om mee rond te komen.

SpringspinnenJaap van Diggelen

s c h o r s m a r p i s sa

20

Page 23: 't Altenatuurtje 98 - 2015

23

VoorkomenSpinnen komen algemeen in ons land voor, op iedere vierkantemeter weiland leven volgens Engels onderzoek, gemiddeld 130spinnen. Dat is 1,3 miljoen spinnen per hectare! Die eten metelkaar een slordige 47 ton aan insecten per jaar. Laten we ditvertalen naar een hectare met koeien, waarvan ergemiddeld 3 een jaarrond met 1 ha toekunnen. Dat is 1800kg koe. Als we aannemen dat een agrarisch productieweiland maar 1/10 van het eerder genoemde aantalspinnen bevat, dan nog betekent dit dat al deze spinnenper jaar ruim 2,5 keer het gewicht aan koeien op zo’nhectare opeten!In totaal komen in Nederland zo’n 700 soorten spinnenvoor. Van de bekende kruisspin in zijn web en de grotezwarte renners in huis (de huispinnen, Tegenaria soor-ten) tot de zeldzame schitterende Lentevuurspinwaarvan het mannetje een knalrood achterlijfheeft. Deze spin staat op mijn wensenlijstjemaar daarvoor zal ik toch in mei naar deVeluwse heidevelden moeten afreizen.De familie van de Springspinnen heeftde toepasselijke wetenschappelijkenaam Salticidae: salire is springen in hetLatijn en saltus (denk aan salto) issprong. Er komen ruim veertig soortenspringspinnen in ons land voor.Een drietal voorbeelden hiervan:* Een hele bekende is de huiszebraspin ofhet halekijntje (Salticus scenicus). Een schattigklein en behendig springertje die algemeen opmuren te vinden is.* Minder algemeen is de Bosmierspringspin(Myrmarachne formicaria), die zoals de naam al aan-geeft verdacht veel lijkt op de rode bosmier, in uiter-lijk en zelfs in manier van lopen.* En dan nog een superzeldzame met een prachtigenaam: de vuurspringer (Philaeus chrysops). Dit spinnetjeheeft niets met Emile Ratelband te maken maar de toe-voeging ‘vuur’ in dierennamen wijst altijd op 'n rode kleur.Waarneming.nl heeft maar 1 waarneming (10-06-2014 bijeen tuincentrum in Hoofddorp) van deze soort waarvan ookalleen het mannetje weer een rood achterlijf heeft. In het gebiedrond de Middellandse zee heb je meer kans de vuurspringer tevinden (het exemplaar uit Hoofddorp is wellicht daarvandaangeïmporteerd).

hui s z e b r a s p i n

21

Page 24: 't Altenatuurtje 98 - 2015

24

Zien en jagen bij springspinnenSpringspinnen zijn meesterjagers. Ze jagen op zicht en hungezichtsvermogen is bijzonder goed. Met de twee middelsteogen voorop de kop zien ze kleur en diepte. De andere 3paar ogen reageren vooral op beweging. De positie vande ogen en hun beeldveld zorgen ervoor datspringspinnen 360 graden om zich heen kunnen kijken(zie afbeelding).Dit kun je gemakkelijk testen als je een springspin in huistegenkomt. Als je met je vinger in zijn buurt komt danmaakt hij snelle draaibewegingen of schiet enkele‘spinlengtes’ naar achteren. Ze reageren soms ook‘nieuwsgierig’ waarbij ze hun kopborststuk wat

oprichten om te kijken wat jouw vinger voorobject is. Er wordt gezegd dat je zebladluizen kunt voeren met een pincet!Als je in hun nabijheid fors op de wandtikt waarop ze zitten, dan springen zeenkele centimeters weg. Gebeurt ditop een verticale wand dan komen zemiraculeus verderop weer op hunpootjes terecht, ze vallen er niet af.Dat komt omdat ze heel sneaky eensoort van reddingslijn gebruiken.Voordat ze springen zekeren ze zichzelfmet een spindraadje aan de wand, voor

het geval er iets mis gaat. Die draadjes zie jeniet direct en het aanhechten, produceren van eendraad, vooraf en tijdens de sprong, gebeurt allemaalin een split-second.Lang hebben onderzoekers zich afgevraagd hoespringspinnen zo goed diepte kunnen inschatten. Ze zijnin staat om het prooidier dat ze zien, exact tebespringen: ze landen er niet voor en ze springen er ookniet overheen. In de natuur zijn meerdere methoden omdiepte te zien. Wijzelf doen dat doordat er een afstand istussen onze beide ogen die leidt tot net iets verschillendebeelden in de visuele cortex (hersenen). Vergelijking van beidebeelden in de hersenen maakt dat wij diepte zien. De ogen vande springspin staan hiervoor te dichtbij elkaar. Ook met één oog22

Page 25: 't Altenatuurtje 98 - 2015

25

kun je diepte zien door met de kop te bewegen en de beelden tevergelijken, zo doen kippen en duiven dat. De springspinbeweegt niet met zijn kop maar focust op de prooi. Tenslotteis van sommige dieren ook bekend dat ze hun ooglenzenkunnen vervormen om zo diepte te zien: kunnenspringspinnen ook niet. Hoe spelen ze het dan toch klaar?In 2012 ontdekten Japanse onderzoekers dat spring-spinnen in een omgeving met groen licht ‘raak’ springenen bij rood licht hun prooi missen. Filmpjes hiervan zijnop internet te vinden: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/01/26/video-gefopte-springspin-springt-mis/Via deze link krijg je ook uitleg hoe dit werkt. Deogen waarmee ze diepte zien hebbenmeerdere netvliezen die een onscherp- eneen scherp beeld opleveren. Door debeelden op deze netvliezen tevergelijken (met ‘hersenen’ ter groottevan een mosterdzaadje!) zien zediepte. Dit is een vierde vorm vandiepte zien die nog nooit eerder bijdieren is gevonden, maar die doortechneuten is ‘uitgevonden’ en wordtgebruikt om computers diepte te lateninschatten.-SpinnenbreinIk begon dit spinnenstukje met een verslag uit hetNRC over onderzoek aan spinnenhersenen. Het isonderzoekers recent voor het eerst gelukt om metingenhieraan te doen door een haardunne wolfraam-electrode in een gaatje te steken dat bovenop hetspinnenkopborststuk was gemaakt. Tot nu toe lukte datnooit omdat je zo’n beestje daarmee letterlijk lekprikt: delichaamsvloeistof staat onder druk en loopt er dan uit. Uitmetingen van de electrode is nu aangetoond dat hetkorrelgrote brein inderdaad signalen uit de diverse ogenafzonderlijk verwerkt en vergelijkt waaruit allerlei informatiewordt afgeleid. De spinnetjes kregen voor dit onderzoek 3Dgeprinte plastic brilletjes op om afzonderlijke ogen naar wens af 23

Page 26: 't Altenatuurtje 98 - 2015

26

te dekken en vrij te laten. Het moet niet gekker worden! Hieruitwerden verschillen in vuurpatronen tussen (groepen) zenuwcellenafgeleid, die te maken hadden met beeldverwerking.Wat echter veel meer nog dan dit high-tech hoogstandje mijnaandacht trok in het artikel was de vergelijking tussen het‘inzicht’ van een springspin en dat van een baby. Sommigespringspinnen kunnen zeer vernuftig jagen waarbij ze eenprooi besluipen door hem via een omweg te benaderen.Tijdens die omweg verliezen ze de prooi even uit hetoog, maar tussentijds onthouden(!) ze waar de prooi is.Mensenbaby’s kunnen pas als ze 8 maanden oud zijnbegrijpen dat een knuffel die in de speelgoedkistverdwijnt, niet is opgehouden te bestaan. Hoeeindeloos superieur ons voorstellingsvermogen ookwordt als we groot zijn (we hebben ‘Theory ofmind’ waardoor we ons kunnen bedenken datiemand iets denkt over iemand die aan hetdenken is), als zuigeling worden onzecognitieve vermogens door een nietigspinnentje overklast. Dat is pas echtonvoorstelbaar.In mijn zoektocht naar informatie komik ook recent onderzoek tegen overspinnensoorten die een vorm vansociale staten kennen (zoals bijen,mieren en wespen). Het lijkt wel alsofde spin de honingbij van deeenentwintigste eeuw begint te worden. Inde vorige eeuw werd van honingbijen

ontdekt hoe complex hun communicatie, sociaalgedrag en genetica is. We staan momenteel op hetpunt om dit voor spinnen te ontrafelen. Nu maar hopendat het meevalt met die neonicotinoiden. ❀

Literatuur:Brouwers, L. Eindelijk een spin met hersenspinsels. NRC-Weekend, 1-2 november2014.Katwijk, W. van, 1976: Spinnen van Nederland. A.A. Balkema, Rotterdam.Roberts, M. J. 1998: Spinnengids. Ned. Vert. A.P. Noordam. Tirion, Baarn.http://nl.wikipedia.org/wiki/Bosmierspringspin. idem /Lentevuurspin. idem /Springspinnen. Idem /Vuurspringer. Al deze sites geraadpleegd: 6-12-2014.Een absoluut schitterend filmpje: Jumping spider being cute: https://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=DsGvT2DYJMcKent u Animal uit de Muppet Show: deze spin moet voor hem model hebben gestaan!24

Page 27: 't Altenatuurtje 98 - 2015

27

Het bestuur van Altenatuuren de redactie van het

Altenatuurtjewensen u voor 2015vele mooie momenten

in de natuur.

Page 28: 't Altenatuurtje 98 - 2015

28

Jan van Haaften

Voor jou!

Hallo jongens en meisjes,

Als je in het voorjaar de temperatuur omhoog voeltgaan, ontkiemen de zaden en planten gaan groeien.Blaadjes komen aan de bomen. Wegbermen staaner fris groen bij. Later zie je de bloemen verschijnen.Het wordt nog mooier. Totdat ze uitgebloeid hethoofdje laten hangen. Er zijn enkel nog zaden tezien.

Page 29: 't Altenatuurtje 98 - 2015

29

Maar zaden zijn erg belangrijk

voor een plant. Zo zorgen ze

voor nieuw nageslacht. Volgend

jaar zal door een zaadje weer een

nieuwe plant groeienen bloeien.

Sommige planten laten hun zaden gewoon vallen. Zekomen op de grond en ontkiemen daar. Andere plantenhebben wat anders ‘bedacht’. Ze gebruiken de wind alshulpje. Zo zorgt de paardenbloem ervoor dat z’n zadenver weg worden geblazen. Aan een parachuutje komende zaden terug op de grond.

Page 30: 't Altenatuurtje 98 - 2015

30

Veel struiken hebben mooie rode bessen. De spreeuw, merelen lijster vinden ze heerlijk! De onverteerde zaden uit de bessenvallen met de vogelpoep overal neer en ontkiemen daar.

Als dennenappelsdroog worden ende zaden eruitvallen zie je dat zevleugeltjeshebben. Zodwarrelen ze inde wind eeneindje van deboom vandaan.

Page 31: 't Altenatuurtje 98 - 2015

31

Bij mij in de tuin staat kleinspringzaad. Dit plantje heeftgeen hulp nodig. Als dedoosvrucht, waar de zaadjesin zitten, rijp is springt diemet kracht open en dezaden worden meters verweggeslingerd.

Dieren kunnen ook een handje helpen. Zo begravengaaien en eekhoorns bijvoorbeeld zaden van een eik eneen beuk in de grond. Voor als het winter wordt. Je snaptwel dat ze niet alle plekjes kunnen onthouden waar zo’neikeltje of beukennootje is verstopt. De zaden ontkiemenin het voorjaar en er staat weer een nieuw plantje.

Page 32: 't Altenatuurtje 98 - 2015

32

Pas zag ik in natuurgebied ‘De Groesplaat’ paarden lopen metdikke dotten zaden in hun vacht. Ze waren langs een klisgelopen en de zaden bleven in de vacht en staart hangen. Namaanden vallen die zaden weer uit de vacht. Dat kan een heelstuk verder zijn. Zo’n paard is dus een goede hulp voor hetverspreiden van zaden.

Dit zijn maar een paar voorbeelden van hoeplanten zich verspreiden en vermeerderen.

Kijk ook eens naar de zadenpuzzel op blz. 74. ❀

Page 33: 't Altenatuurtje 98 - 2015

33

Dat we snellere en grotere stappen moeten maken naar schonere energie is nuwel duidelijk. De koolstofuitstoot moet minder voor een leefbare Aarde. 23november was op tv ‘De achterkant van het gelijk’ wat dat betreft zeerovertuigend. Een aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke enwetenschappelijke organisaties uitten hun grote bezorgdheid over deopwarming van de aarde met meer dan 2 graden Celsius. Langer treuzelengaat ons later nog veel meer geld kosten. De Canadese journaliste Naomi Kleinmaakt ook een haarscherpe analyse in haar nieuwe boek: ‘No Time, verandernu voor het klimaat alles verandert’. Urgenda heeft een zeer lezenswaardigevisie over 100% duurzaamheid in Nederland in 2030 gemaakt, inclusiefpraktisch actieplan. (Zie: www.urgenda.nl)

Wat kan ik zelf doen?Gewoon beginnen dus. Dat hebben al heel wat mensen en bedrijven gedaan.De fotocollage laat al wat van die voorlopers zien. Een kerk, een supermarkt,een autobedrijf, een snackbar en al heel wat woningen voorzien in hun eigenelektriciteit. Zij wisten de weg te vinden naar de goede deskundigen. Dat zijn alenkele aannemers en installatiebedrijven in de regio. Maar ook de in 2013opgerichte Duurzame Energiecoöperatie Altena – Biesbosch (DEcAB) kan goedehulp bieden.

Schone energieversnellers inAltena - Biesbosch

Goof van Vliet en Johan Koekkoek

Naomi

Klein

Page 34: 't Altenatuurtje 98 - 2015

34

Huizen Koekkoek en Van VlietJohan Koekkoek is een goed voorbeeld van zo’n persoonlijk initiatief. Door hetbij jezelf te doen wordt de noodzaak van meer mensen die het zouden moetendoen veel duidelijker. Zo werkte het ook bij Goof van Vliet.November 2012 mocht Johan voor Altenatuur 18 PV panelen (voor elektriciteit)bestellen voor fort Giessen en 22 voor hem en Tijke thuis. Eind november 2014zijn ze precies twee jaar in bedrijf. De opbrengst wordt keurig op de metervermeld: Fort €1.844,20, Emmikhovenseweg 6A €2.096,85.Investering Fort was €11.600,-- exclusief plaatsen onderstel; Emmikhovenseweg6A €12.600 inclusief plaatsen onderstel.Het rendement in financiën is voor hetFort 8% en voor de Emmikhovenseweg 6A 8,5%. Het rendement was hoger dande belofte van de producent: Fort 1,6 % hoger; Emmikhovenseweg 3% hoger.Dat is dus een heel mooi resultaat. Het brengt meer op dan je geld op eenspaarrekening.Maar hier blijft het niet bij, ‘nul op de meter’ is het streefdoel. Dat betekent datook het water voor wassen, koken en verwarming schoon opgewarmd moetgaan worden. Dat kan via zonnecollectoren, warmtewisseling, biomassa maarmisschien ook wel via nieuwere nog slimmere systemen. In huize Koekkoek wordt

trouwens een warmtewisselaar voorwarm water gebruikt.Goof en Lies hebben hun woning in devesting heel goed geïsoleerd bij deverbouwing waardoor ze minderenergie nodig hebben. Ze zijn ook metinductie gaan koken omdat hetNederlandse gas binnenkort op zalzijn. Vanwege de regels van hetbeschermd stadsgezicht mogen er -nog - geen zonnepanelen of -collectoren geplaatst worden. Zijzoeken naar de oplossing van eencollectief dak o.i.d. om dicht bij ‘nul opde meter’ te komen.

Niet praten en twijfelen maar gewoon doenEind november 2014 werden door de gemeente Werkendam energiemarktengeorganiseerd waaraan Altenatuur, VMB Hank Dussen en DEcAB in nauwesamenwerking met Samen Groen uit Almkerk hebben deelgenomen. Zowel deenergiemarkt in Nieuwendijk als in Sleeuwijk werden goed bezocht. De insteekwas positief, ze wilden vooral de kansen laten zien, de kick van de

Page 35: 't Altenatuurtje 98 - 2015

35

terugdraaiende meter. De bedreigingen, die ons bij klimaatverandering bovenhet hoofd hangen, komen wellicht wel aan de orde maar worden op deachtergrond paraat gehouden.Om de kansen duidelijk voor het voetlicht te brengen wordt Mijn Groene Appgebruikt. Deze app is ontwikkeld doorSamen Groen uit Almkerk. Met dithulpmiddel krijgt men snel inzicht in deeigen mogelijkheden voorverduurzaming op het gebied vanenergie. Kansen te kust en te keur,van korter douchen tot isoleren, vanaanschaffen van PV panelen tot hetplaatsen van een warmtepomp.Allerlei gradaties passeren de revue.Soms kwamen de bedreigingen diemensen zien als afronding van eengesprek toch nog aan bod zoals deijsbeer die geen ijsschots meer kanvinden om uit te rusten na eenjachtpartij. Of de dreiging van de zeespiegel-stijging van 1- 7 meter. Of dat wij na een stevigestortbui toch in het afvoerputje van de Rijn bivakkeren.Het beeld van de grote, weliswaar voorlopig noggroene, rivier door Altena komt dan weer om de hoekkijken. Maar het gesprek eindigde zowel in Nieuwendijk als in Sleeuwijk heelvaak met het invullen van het formuliertje met de inlogcode voor Mijn GroeneApp die Altenatuur gratis aan serieus geïnteresseerden ter beschikking stelt.Altenatuur beschikt over voldoende inlogcodes van Mijn Groene App.Geïnteresseerden kunnen via de mail zo’n inlogcode bestellen [email protected].

In Woudrichem en Oudendijk is onlangs een workshop georganiseerd doorDEcAB (www.decab.org) en bewoners voor een versnelling van schone energie.De vesting neemt daarin een bijzondere positie in als beschermd dorpsgezicht.Je mag geen zonnepanelen in het zicht leggen. Daar verschillen de meningentrouwens over. Er staan ook veel glimmende auto’s die er 100 jaar geleden nogniet waren.. Er wordt gezocht naar een ‘gezamenlijk dak’ om daar incoöperatievorm zonnepanelen te leggen. Dat zou bijvoorbeeld op de dakenvan Wylax of Van Engelen of de Fortfabriek kunnen. In andere kernen kunnenook versnellingsworkshops georganiseerd worden.

SAMENG R O E N

Mijn Groene App nugratis bij Altenatuur!

Page 36: 't Altenatuurtje 98 - 2015

36

Op 2 december is in de gemeenteraad van Woudrichem een presentatiegehouden over de mogelijke schone energie versnelling. Raadsleden zijnuitgedaagd om een paar tandjes extra bij te zetten in hetduurzaamheidsbeleid. De gemeente Werkendam heeft al besloten op 3 vanhaar gebouwen zo snel mogelijk panelen installeren. Ook voor gemeentengeldt: geen woorden maar daden. Werkendam blaast de wind in de zeilen.

Hoopgevend zijn enkele recente grote inves-teringen door bedrijven en particulieren inschone energie. 40 panelen op de gerefor-meerde kerk in Rijswijk, 64 panelen opAutobedrijf De Graaf in Woudrichem, 296 panelen en2 warmtekrachtkoppeling installaties op het dak van AH in Almkerk, 18panelen en 6 zonnecollectoren op Fort Giessen, 20 panelen op een woonhuis inRijswijk aan de Almweg en 70 panelen op snackbar ’t Rond in Woudrichem. Erzijn waarschijnlijk nog veel meer mensen geweest zijn die ook hebbengeïnvesteerd. Wat binnenshuis is gedaan is meestal niet zichtbaar. Alleen eengoede monitoring van wat er aan gas en elektriciteit is aangevoerd inWoudrichem kan duidelijkheid scheppen. Het zal niet alleen idealisme zijngeweest van de investeerders. Zij zullen wel de urgentie hebben begrepen, zeweten dat het een lonende investering is en ze zullen het voor hun kinderen endaarmee de Aarde hebben gedaan. Goed voorbeeld doet goed volgen!

Een zonnepaneel levert ongeveer 230 kilowattuur (kWh) perjaar. Een gemiddeld gezin gebruikt per jaar ongeveer 3.500kWh. Als je een elektrische auto, fiets of motor aanschaft gaje die natuurlijk voeden met schone stroom. Voor een Teslaheb je dan 30 panelen op het dak nodig bij 30.000 km/jr,voor een elektrische fiets een ½ paneel. ❀

Kijk ook eens op demiddenpagina!

Tesla

Page 37: 't Altenatuurtje 98 - 2015

37

UITNODIGINGLedenvergadering 2015Fort Giessen, 17 februari, aanvang 20.00 u.Het bestuur van Altenatuur nodigt u uit voor de jaarlijkseledenvergadering, waarvoor de AGENDA als volgt is:1. Opening.

2. Notulen van de ledenvergadering van 11 februari 2014(Zie Altenatuurtje nr. 96, juni 2014)3. Jaarverslag secretaris.4. Financieel jaaroverzicht 2014/begroting 2015 door depenningmeester. Stukken liggen vanaf 19.40 uur terinzage op de bestuurstafel.5. Verslag kascontrolecommissie.6. Bestuursverkiezing.Aftredend en herkiesbaar: mevr. P. Stierman en de herenH. van Krieken en J. van Diggelen.7. Rondvraag.8. Pauze.

9. Na de pauze worden DVD´s vertoond die recentgemaakt zijn door het Brabants Landschap over 2schitterende terreinen in onze streek: Het Pompveld enDe Groesplaat.10. Sluiting.

PROGRAMMA WINTER EN VOORJAAR 2015 (middenpagina 1 & 4)Activiteiten worden vooraf aangekondigd in de streekbladen. Let ook op de websitevoor eventuele wijzigingen: www.altenatuur.nl. Noteer de data vast in uw agenda!

Donderdag 29 januari:Weidevogelbescherming in het Land van Heusden en AltenaSinds 1998 wordt in onze streek aan weidevogelbescherming gedaan. Sindsdienworden nesten van onder meer kievit, grutto en scholekster op akkers en weilandendoor vrijwilligers opgespoord om ze te beschermen zodat er jongen kunnen wordenuitgebroed. Jaarlijks groeide het aantal vrijwilligers, het aantal hectaren waaropbescherming plaatsvond en ook het aantal beschermde legsels. Len Bruining die vanafde aanvang het Weidevogelbeschermingswerk van Altenatuur coordineert, zal dezepresentatie verzorgen. De bijna 60 vrijwilligers die actief zijn in dit werk hebben

1middenpagina

Page 38: 't Altenatuurtje 98 - 2015

38

Een dak vol bij J. Treur, Broekgraaf 10, Almkerk296 panelen op supermarkt Almkerk

40 panelen op kerk in Rijswijk

Schone energieversnellers in

het Land van Heusden en Altena

2 warmtekrachtk

oppelinginstallat

ies

op supermarkt A

lmkerk

Page 39: 't Altenatuurtje 98 - 2015

39

36panelen

bij Dussense

BoysinDussen 70 panelen op snackbar in Woudrichem

24 panelen en 4 collectoren op woning in Almkerk

18panelenen6collectorenopFortGiessen

14 panelen op w

oonhuisin Sleeuw

ijk

a

Page 40: 't Altenatuurtje 98 - 2015

40

jaarlijks een bijeenkomst aan de start en bij de afsluiting van het seizoenen zijn uiteraard op de hoogte van de werkzaamheden en de resultaten.Het leek het bestuur goed om ook de overige leden en andere belangstel-lenden te informeren over dit belangrijke en succesvolle beschermingswerk.In de presentatie van Len maakt u kennis met de weidevogels, de methoden om nestenop te sporen en het daadwerkelijk beschermen ervan. Uiteraard zal Len ook deresultaten van 17 jaar bescherming belichten en een blik op de toekomst werpen. Ditis het moment om meer te weten te komen over weidevogels en hoe we proberen zete behouden voor onze streek. U komt toch ook?Plaats: Fort Giessen, aanvang: 20.00 uur.

Dinsdag 17 februari: ledenvergadering (uitnodiging zie middenpagina 1)

Donderdag 26 maart:Planten van het RivierengebiedHet rivierengebied kent een een eigen unieke flora met een groot aantal karakteris-tieke plantensoorten. We hebben Ernst-Jan van Haaften, trekker van de Plantenwerk-groep in onze vereniging, gevraagd om ons op deze avond mee ten nemen langs demooie plekjes in onze streek om iets te vertellen over de plantensoorten die we daarkunnen aantreffen. Met name in de uiterwaarden maar ook in de grienden en inmoerasgebieden als de Kornse Boezem, zijn tal van bijzondere soorten te vinden. Nade pauze belicht Ernst-Jan het inventarisatiewerk van de Plantenwerkgroep. Misschieniets voor u, plantenkennis opdoen in een gezellige groep plantenliefhebbers? Ernst-Jan laat zien wat er de afgelopen jaren door de Plantenwerkgroep in kaart isgebracht en welke soorten er zijn aangetroffen. Als u meer wilt weten over de flora inonze omgeving dan mag u deze presentatie niet missen!Plaats: Fort Giessen, aanvang: 20.00 uur.

Dinsdag 14 april:Lezing over de honingbij en de imkerijDe honingbij is volop in het nieuws i.v.m. de mysterieuze sterfte onder de bijenvolken.De honingbij en de vele soorten wilde bijen zijn onmisbaar bij de bestuiving van veelfruit- en kleinfruitsoorten. Daarnaast benut de mens al duizenden jaren de honing ende was uit de raten van de honingbij. Eerst door die in het wild te verzamelen maaral snel ontstond de imkerij, het houden van bijen als een soort ‘landbouw-insecten’.Johan de Bijl, lid van onze vereniging en imker te Brakel vertelt ons deze avond overhet leven van de Honingbij het jaar rond. En: wat doet de imker allemaal om hetbijenvolk gezond te houden en goede honing te laten produceren? Wie meer wilweten over bijen en hun rol in de natuur moet deze avond direct in zijn agendavastleggen.Plaats: Fort Giessen. Aanvang: 20.00 uur.

Vervolg programma winter en voorjaar op bladzijde 66.

middenpagina4

Page 41: 't Altenatuurtje 98 - 2015

41

SOVON-dag 2014Jaap van Diggelen

De SOVON-dag is een jaarlijksterugkerende happening waarop enkeleduizenden vogelaars uit het hele land zich verzamelen ineen groot conferentie-oord. Een soort geseculariseerdeversie van de toogdagen uit de vorige eeuw waaropProtestanten, Roomsen of Socialisten inmassabijeenkomsten hun idealen en jeugdige Sturm undDrang vierden. Spin-off van dit soort dagen was eennasleep aan verkeringen, veelal gevolgd door verlovingenen huwelijken binnen de eigen gezindte. Eén blik in devolle Schouwburgzaal van de Reehorst te Ede waar deSOVON-dag dit jaar plaatsgreep, was voldoende om tebegrijpen dat hier van een huwelijksmarkt ondernatuurliefhebbers geen sprake kon zijn: de doelgroepvergrijst massaal en om in vogeltermen te blijven, slechtseen fractie hiervan komt aan een tweede leg toe. Integenstelling tot de vroegere toogdagen vindt de SOVON-dag niet in het voorjaar plaats maar in het najaar. Nietomdat zoals al is vastgesteld, de vogelaars niet meer aanpaarvorming doen, maar omdat ze domweg in de lentegeen tijd hebben. Dan moeten ze in het veld zijn,waarnemingen doen, nesten beschermen, inventariseren.Daarom houdt de Stichting Ornithologisch Veld OnderzoekNederland (SOVON) haar landelijke dag op de laatstezaterdag van november. De najaarstrek is dan voorbij ende wintervogels beginnen net binnen te komen in ons land,in deze ‘stille tijd’ is het voor de echte veldwerkers nog netop te brengen om een hele zaterdag binnen te zitten.

OverOrnithologendie naar Edetogen

Page 42: 't Altenatuurtje 98 - 2015

42

Leden van de Vogelwerkgroep (VWG)van Altenatuur bezoeken de SOVON-dag al jaren en als het even kan ga ikook mee. Voor mij biedt de dag een mixvan boeiende lezingen met 4 parallelleprogramma’s van vogel-lezingen en eenprogramma van de VOFF (StichtingVeldOnderzoek Flora en Fauna). Volopkeuze dus. Bovendien is er naast hetuitgebreide lezingen programma overinteressante onderzoeken en ontwik-kelingen in natuurbeschermingsland, inde foyers nog een informatiemarkt metstands van natuurboekenverkoperswaar altijd wel eenkoopje te vinden is. Delezingen zijn actueel envaak gebaseerd opgegevens die door alleaanwezige vrijwilligersmet elkaar zelf in jarenveldwerk bijeen zijngebracht. ‘CitizenScience’ heet dat in hetjargon, wat uiteraardveel mooier klinkt danhet Nederlandse ‘Burger-Wetenschap’dat al gauw associeert met alle denk-bare vormen van burgerlijkheid waarde cowboys en -girls van het vogelenzich graag verre van achten.Afgelopen zaterdag, 29 november,kwam ikwat laat binnen in degrote zaalen kreeg nog net het slotfilmpje mee vaneen Wespendief die een stukjewespenraat uit een boomholte pikte (jebent een dief of je bent het niet...),waarna de spreker afsloot. Conclusievan het verhaal was dat er wel flink watmis moest zijn met de omstandigheden in

onze bossen dat een gedoodverfdebosvogel als de Wespendief in hetcultuurlandschap van Midden-Limburgzijn heil zocht. Maak ik zelf wel uit zou ikals Wespendief denken. Verder bleekuit dit onderzoek aan gezenderdevogels dat de dichtheid van wespen-nesten erg laag was, kortom: het is eenwonder dat deze specialist onder deroofvogels nog tot broeden komt.

NeonicotinoidenDe groep van insecticiden die bekendstaat als Neonicotinoiden was tot voor

kort vooral in het nieuwsals mogelijke oorzaakvan de grote bijen-sterfte. In juni van ditjaar publiceerde eengroep Nederlandseonderzoekers eenartikel in het toptijd-schrift Nature over eenverband tussen concen-tratie van het neonico-tinoide imidacloprid in

het oppervlaktewater en de achter-uitgang van een vijftiental insecten-etende vogelsoorten. Het artikel van deonderzoekers van de Radboud-universiteit en SOVON werd voor-pagina nieuws. ‘Eerst de bijen, nu devogels’ kopte het NRC op 12 juli. Delezing van de hoofdauteur van hetonderzoek, Caspar Hallman, was voormij dé reden om naar de SOVON-dagte gaan dit jaar. Dit liep uit op eenteleurstelling. Onder de titel “Insecten-etende vogels nemen sneller af ingebieden met landbouwgif” hield

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

Page 43: 't Altenatuurtje 98 - 2015

43

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

Caspar zijn verhaal. Het kwam er opneer dat hij uitlegde wat hij had ontdektmaar hij voegde niets toe aan deinformatie die al lang uit de mediabekend was. Op het onderzoek vanHallman c.s. is in het NRC nogal watkritiek geuit. Graaghad ik gehoord vandeze hoofdauteur of enhoe hij dit kon weer-leggen. Helaas kreegik het alarmerendevoorpagina-verhaalweer te horen.Wat houdt dit onder-zoek in en wat wordt erin aangetoond? Imida-cloprid hoopt zich op inhet oppervlaktewater vanNederland. Het middel is duizendenmalen giftiger voor insecten danbijvoorbeeld DDT en daardoor kan hetin veel kleinere hoeveelheden effectiefzijn. Het is een systemisch middel wat wilzeggen dat het aan zaad wordttoegevoegd en dan na kieming door dehele plant trekt. De plant wordtdaardoor giftig voor insecten en is dusbeschermd. Een aanzienlijk deel van hetgif spoelt uit en komt in de sloten terecht.Hallman en collega’s hebben hetvoorkomen van vogels onderzocht intelgebieden (SOVON-database) opafstanden van minder dan 5 km van demeetpunten van imidacloprid in sloten.De belangrijkste constatering die zedoen is dat bij toename van deconcentratie imidacloprid in de sloot, bijde insectenetende vogels in deomgeving een afname in aantallen

wordt gevonden. De afname is hetsterkst bij o.a. de boerenzwaluw, deringmus, de gele kwikstaart en despreeuw. Bij insecteneters die karak-teristiek zijn voor riet en moerassen alsfitis, bosrietzanger en kleine karekiet

wordt dit verbandechter niet gevonden.Een tweede belang-rijke constatering dieHallman ook in Edenaar vorenbracht is dater een trendbreuk istussen de periode vóóren na de invoering vanNeo-nicotinoiden in delandbouw. Vóór dieinvoering waren de

afname trends van de onderzochtevogels niet significant, maar er was welafname, daarna was deze welsignificant *). Volgens de Wageningsehoogleraar Ter Braak is het onjuist omhieruit te concluderen dat een negatievetrend die al bestond en die vervolgenssignificant wordt na invoering van hetgif, daardoor dan ook wordt veroor-zaakt.Mag uit het verband tussen toename vanimidacloprid in sloten en afname vanvogels op maximaal 5 km afstandhiervan, ook worden afgeleid dat hetene oorzaak is van het andere?Een van de eerste dingen die ik probeerbij te brengen aan mijn leerlingen bij delessen ANW (Algemene Natuur Weten-schap) is dat een verband (correlatie)tussen twee fenomenen niet altijd ookeen oorzakelijk (causaal) verband is.Hét voorbeeld hierbij is dat de afname

Caspar Hallman

Page 44: 't Altenatuurtje 98 - 2015

44

van het geboortecijfer in de jaren zestig,sterk is gecorreleerdmet deafnamevande ooievaar in ons land in diezelfdeperiode. De causaliteit van dit verbandis pure folklore (er zijn te weinigooievaars om babytjes te brengen),maar absoluut geen wetenschap.Uit verder onderzoek moet blijken of erwerkelijk een oorzakelijk verband istussen het landbouwgif en de achter-uitgang van vogels. Daarvoor moeteerst de schakel tussen vogels en gif, deinsecten, onderzocht worden. Hoeveelnemen ze op, wat komt er daarvan invogels terecht, welke doses zijn dodelijkvoor vogels. De aanwijzingen zijn nubijzonder indirect en er is methodisch enstatistisch behoorlijk wat op af te dingenleid ik af uit de NRC discussie. Eenbekend gezegde is dat leugens er zijn indrie soorten: leugens, grove leugens enstatistieken. De statistiekschijnt hier te rammelenen dat het ene (afnamevogels) het gevolg is vanhet andere (landbouw-gif) is niet aangetoond.Er is door Hallman encollega’s een forse steenin de vijver gegooid.Verbanden tussen roof-vogelssterfte en gebruikvan DDT of tussen rokenen longkanker zijn in het verleden ookaanvankelijk weggehoond maar ver-volgens toen wetenschappelijk bewijszich opstapelde, algemeen erkend.Vooralsnog zit er nog te veel ruis op delijn om harde uitspraken te doen. De tijdzal leren wat waar is.

Johan van der GrondenDe lezing van Johan van der Gronden,directeur van het WNF in Zeist was eenstuk beter. Zonder plaatjes en grafiekenwant deze uit de koers geraakte filosoof(nu dus natuurbeschermer) beweerde tegeloven in de ‘power of speech’ in plaatsvan in de ‘power of point’. Het klonkdaar in de zaal erg gevat maar ikbetwijfel of het op papier ook zo over-komt. Afijn, het werd een boeiendespeech, aan de hand slechts vansteekwoorden (denk ik) op een stapelkaartjes. “Een reflectie op natuurbeleidin de lage landen” was de titel.Uiteraard was achteruitgang van bio-diversiteit een belangrijk punt in dezelezing, waarbij hij aandacht vroeg voorhet referentiepunt. Als we praten overachteruitgang, waartegen zetten wedat dan af? Wat is de baseline, de

ongerepte nul-situatie?Miljoenen broedpa-ren van een grootaantal boerenland-vogelsoorten zijn deafgelopen decenniaverdwenen, heeft menberekend. Maar er isook veel terugge-komen. Duizendenganzen en aalschol-vers maar ook de

prachtige grote zilverreigers. Deooievaar, praktisch uitgestorven in onsland in de jaren tachtig, nu weer metmeer dan 700 broedparen terug. Ikmoest denken aan een artikeltje dat ikooit las in het blad van de biologiestudenten aan de de VU, met de

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

Page 45: 't Altenatuurtje 98 - 2015

45

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

fantastische naam DRAB (DoorRegelmatige Activiteiten Bevrucht).Hierin stond beschreven dat met hettoenemen van de ongenuanceerdheid,het zwart-witte in het landschap, ook hetaantal soorten zwarte en witte vogelstoenam: kraaien, meeuwen, aalschol-vers, eksters. Leuk bedacht, voor wat hetwaard is.Enige demagogie en opportunisme inuitspraken over bedreiging en achter-uitgang kan de nationale natuur-bescherming niet worden ontzegdvolgens Van derGronden. Laat onverletdat het twee-jaarlijkse Living PlanetReport (laatste versieseptember 2014) dathet WNF uitbrengtonomstotelijk eenwereldwijde dalingvan biodiversiteit laatzien. De afgelopenveertig jaar is demondiale biodiversiteitmet maar liefst 52 %gedaald. Dat is schrik-barend!De drie belangrijkste bedreigingen diehet verlies aan biodiversiteit veroor-zaken zijn:

- Verlies van leefgebied- Overbevissing, jacht en stroperij- Klimaatverandering

Lichtpuntje in dit doemscenario is destabilisatie van de achteruitgang in deWesterse landen. Terug naar ons land.Als je bedenkt dat tweederde vanNederland agrarisch grondgebied isdan moeten we daar iets mee volgensVan der Gronden. Ooit dacht de

natuurbescherming dat natuur inreservaten thuis hoorde omdat daar inlandbouwgebieden geen plaats voorwas. Het is onmiskenbaar dat er veelsoorten zijn verdwenen uit hetboerenland en dat het milieu in hetagrarisch gebied is aangetast. Onzebodem, ons voedsel en de natuur zijn inhet geding. Van der Gronden verteldedat hij een samenwerkingsverband aanhet opzetten is tussen landbouw- ennatuurorganisaties waarin hij ook deRabobank betrekt. Het kostte veelmoeite omdezepartijen rondde tafel tekrijgen maar hetWNF werkt nu aan een

groot plan voor deNoordelijke provincies.Op zo’n moment ga jehet ontbreken van teksten illustratie in zo’nlezing missen. Graaghad ik hier meer vanvernomen. Vol ver-wachting speur ik desite van WNF af, maarvind helaas nog nietshierover. Breaking news

heet dat, geloof ik.

SpreeuwenzwermenDe derde lezing was verreweg demooiste die ik bijwoonde (het middag-programma heb ik geskipt). Linda vanZwet (VWG) tipte me in de foyer dat delezing over spreeuwenzwermen tijdensde lunchpauze herhaald werd. ’sMorgens had deze lezing parallelgedraaid met de lezing van CasparHallman. Het onderwerp spreeuwen-zwermen fascineerde me, dus het was

Page 46: 't Altenatuurtje 98 - 2015

46

een mazzeltje dat het verhaal hierovernogmaals werd gehouden. Het was eenschitterende presentatie van deGroningse hoogleraar theoretischebiologie dr. Charlotte Hemelrijk over deachtergronden van spreeuwenzwer-men. Spreeuwen verzamelen zich rondzonsondergang in gigantische groepen(tot meer dan 10.000 exemplaren).Het luchtballet dat deze zwermenzwarte stipjes tegen de achtergrondvan een heldere avondhemel laten zienis adembenemend. De dansendezwermen komen uiteindelijk tot rust alsde spreeuwen zich massaal laten vallenin het slaapterrein waarboven zerondzwermen. Het ideeis dat gezamenlijkslapen, dicht bij elkaarin dit soort aantallen,voordelen biedt omwarm te blijven eninformatie uit te wis-selen: na de dageraadkiezen alle beesten huneigen weg naar hunvoedselplaatsen om inde avondschemer weerbijeen te komen in hunmassale zwermen.Het prachtige schouwspel van dansendespreeuwenzwermen die uitrekken endan weer samenballen, en waarin je netals in wolken de gekste vormen kuntontdekken, trekt al jaren de aandachtvan zowel leken als wetenschappers.Ooit dacht men dat een collectievegeest de beesten bijeen brengt, waarbijtelepathie een rol zou spelen. Hetgedrag van spreeuwenwolken aan deavondhemel is volgens onderzoek van

Hemelrijk (what’s in a name?) en haarmedewerkers, echter te simuleren metcomputermodellen waarin een aantalsimpele regels wordt gehanteerd. Ophet grote scherm in de Schouwburgzaalwerden beelden van echte zwermenafgewisseld met die van computer-simulaties van 5000 virtuele beestjes.Na het kiezen van de juiste factoren enwat fine-tuning, was het voor ons alstoeschouwers nauwelijks nog mogelijkom de virtuele zwermen van echte teonderscheiden.Het computermodel heet heel toe-passelijk StarDisplay (Starling = Engelsvoor spreeuw, die tegelijk de ster zijn in

deze Display = verto-ning). Niet telepathiemaar zelforganisatieverklaart de als 1 grootorganisme reagerendespreeuwenwolk. Hetmodel heeft drieuitgangspunten: devogels bewegen alle-maal dezelfde kant op,ze zijn tot elkaaraangetrokken en pro-

beren botsingen te vermijden. Hungesimuleerde vlieggedrag voldoet aande wetten van de aërodynamica: zeondervinden een opwaartse kracht,luchtweerstand en zwaartekracht en zehellen bij een bocht naar binnen. Als dezwerm van koers moet veranderenmoeten alle individuen draaien waarbijde wolk van vorm verandert. Desnelheid van alle vogels varieert weinigen iedere vogel richt zich in zijn gedragop maar 7 partners om zich heen. De

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

dr Charlotte Hemelrijk

Page 47: 't Altenatuurtje 98 - 2015

47

kunstmatige zwermen die we op hetgeprojecteerde computerscherm te zienkregen waren geprogrammeerd opbasis van bovengenoemde regels/uitgangspunten, waarmee de realiteitbijna perfect werdbenaderd.Het meest bijzondereaan spreeuwenzwer-men is dat ze lijken tevariëren in dichtheidbinnen de wolk: je zietdan een donkeregolfbeweging door dewolk gaan. Het lijkt ofdedichtheidplaatselijkwijzigt. Roofvogels(sperwers of slechtvalken) die om dezwerm heen jagen om 1 individu uit degroep los teweken en te grijpen, zoudenmogelijk in de war worden gebrachtdoor de ‘golven’ van licht en donker dieheen en weer en op en neer door dezwerm gaan. Meest recente ontdekkingvanHemelrijk en haarmedewerkersmetbehulp van hun model is dat het nietgaat om het ‘dichter’ of ‘opener’ vliegenvan de zwerm maar dat het effectoptisch is. Als je honderden spreeuwenvan opzij ziet vliegen ‘vullen’ ze minderbeeld en lijken ze als totaal dus lichterdan wanneer je ze van boven op hetdonkere lijf en gespreide vleugels kijkt.Voor mij blijft het een raadsel waarom10.000 spreeuwen zich zo inspannen omhet leven van 1 soortgenoot te redden,die overdag bij het bessen eten in z’neentje een gemakkelijke prooi is vooriedere sperwer. Van mijn hoogleraarAlgemene Biologie, Jan Lever, heb ik

vroeger geleerd dat weten hoe ietswerkt het geheel niet minder wonderlijkmaakt. Zo ook hier. Hoeminutieus ookdesimulatie, het schouwspel van eendansende spreeuwenwolk aan een rode

avondhemel blijft vaneen betoverendeschoonheid.Voldaan verliet ik evenna enen de Reehorst,mede omdat ik ook nogin de wandelgangen de‘Europese veldgidszoogdieren’ en de‘Nieuwe atlas van deNederlandse flora’voor half geld had

gescoord. Volgend jaar hoop ik er weerbij te zijn. ❀

*) voorbeeld: de spotvogel

Populatietrends van een aantal soortenuitgezet tegen imidacloprid concen-tratie. De schuine lijnen geven degemidddelde trend weer, ook gegevenals hellingscoëfficiënt (ß) en bijbeho-rende p waarden.

Uit: Hallman, C.A.; Foppen, R.P.B.; Turnhout,C.A.M. van; Kroon, H. de en Jongejans, E. 2014:Nature 511, 341 – 343.

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

Page 48: 't Altenatuurtje 98 - 2015

48

Jonge hazen worden tussen januari en oktober geboren, volledig behaard enmet open ogen. Na een paar dagen verlaten ze de geboorteplek. Elke dagna zonsondergang verzamelen ze zich daar weer om te worden gezoogd.De haas is een van de favoriete jachtdieren van jagers. Het aantal hazenneemt al sinds eind jaren negentig gestadig af. In een aantal gebieden inNederland is de haas nauwelijks meer te vinden. Dit weerhoudt jagers enbeleidsmakers er niet van om door te gaan met de hazenjacht en hetverlenen van ontheffingen om ze ook tijdens het voortplantingsseizoen tedoden. Het argument voor de bestrijding is bijna altijd landbouwschade, datmaakt de hazen blijkbaar vogelvrij om af te schieten. Hazen zijn gevoeligvoor sterfte: slechts 1,5 op de 10 dieren overleven hun eerste levensjaar,omdat ze niet in holen leven en daardoor kwetsbaar zijn voor slecht weer énjagers. Eigenlijk is de haas min of meer een nachtdier dat overdag in zijnleger verblijft. Hij ligt dan tegen de grond gedrukt met zijn oren langs hetlichaam. Een slaapperiode is zeer kort, meestal maar een paar minuten. Nahet vallen van de avond wordt hij actief.

In onze tuin woont al enige jaren een mannetjes fazant die wekelijks tegende ruiten tikt. In de winter wordt het wat minder, in het voorjaar neemt hettoe. Ziet hij een rivaal in de ruiten?Wij weten niet beter dat onze ‘kip’ rond het huis scharrelt, het hoort ergewoon bij. Ook kleinzoon Tobe weet precies wie Lodewijk is. Sinds de

VogelvrijHerman van Krieken

Page 49: 't Altenatuurtje 98 - 2015

49

poezen Karel en Bram door ouderdom naar de eeuwige jachtvelden zijnverhuisd zoeken steeds meer dieren onze wilde tuin op. Eind septemberwerden we verrast door een jonge haas die elke dag wel was te zien bij depoel naast ons huis. Op zijn rug had hij een wond die langzaam herstelde.Aangezien ik begin september was gestopt met maaien was er voedsel inovervloed. Grassen in allerlei soorten en maten, verder veel klaver enpaardebloemen. Eind oktober was de haas nog steeds aanwezig om spoedigdaarna te verdwijnen in de polder Bij onraad vluchtte hij in de bosschagestussen de poel en het huis. Leida en ik genoten van het dier en maakten foto’sals hij op een paar meter van ons huis genoot van het beschikbare groen. Hijzat graag te slapen en poetsen op de houtsnippers tussen de aardbeien. Zalonze haas het jachtseizoen van 15 oktober t/m 31 december overleven? Zalhij de winter overleven? De tijd zal het leren, wij hopen nog veel meer plezierte beleven aan de vogelvrije hazen die heel tevreden wonen in de omgevingvan ons Broekse paradijs. ❀

Bewerking artikel Argus

september 2014 met extra

informatie Wikipedia.

Page 50: 't Altenatuurtje 98 - 2015

50

Concurrerende bodembedekkers.Nu veertig jaar geleden plantten wij in onze tuin aan de Emmikhovenseweg 6Ate Almkerk op een aantal plaatsen de hedera helix. De eerste jaren vonden wijdat we de hederaperken behoorlijk ‘schoon’ moesten houden, want dat hoordezo in een nieuwe tuin. Alle ‘on’kruiden die het waagden hun kop tussen dehedera op te heffen werden meedogenloos de kop af gehakt. Eén of tweeseizoenen later trof ik bij kennissen een perk dat begroeid was met geledovenetel. De bloei was fenomenaal. Ik troggelde hen enkele planten af enpootte die in de nabijheid van onze hedera perken. Overal waar de dovenetelzich tussen de hedera vestigde voelde ik dat toen als een verrijking, totdat ….totdat de dovenetel in bijna alle perken de overhand ging nemen. Nu dertigjaar later moet ik steeds voor de hedera de beschermende hand met debosmaaier uitsteken. Direct na de bloei maak ik alle dovenetels een kopjekleiner en kan de hedera zich manifesteren. Een aantal jaren vond ik dat dehedera zich ongelimiteerd mocht uitbreiden, totdat …. totdat de groei in bijnaalle bomen mij begon te irriteren. Hierop hebben wij, Tijke en ik, het beleidingezet dat hedera zijn gang kon gaan maar niet in de bomen. Het hakmes isnu venijnig als het verticale groeivlak door hedera gezocht wordt.Tussen de gemeenschap van hedera en dovenetel verwaardigen wij onseenmaal per jaar stevig te tuinieren door er massaal tulpen te poten. In hetvoorjaar zijn de kleuren van de tulpen zo majestueus dat wij ons dezebijzondere afwijking van de natuur-regels permitteren.Op een paar, in mijn ogen geschikte, plaatsen heb ik de hedera en dedovenetel nog wat strenger toegesproken en een deal gemaakt met vincaminor. Deze blauwbloeier is dankbaar voor mijn activiteit maar ook voor delichte schaduw van prunus en kastanje.

Bodembedekkers in de tuin met hier endaar een opstekerJohan Koekkoek

’t Zijn sombere dagen zo eindnovember. De bladeren zijnrustig van de bomen gevallen.Enkele hartverwarmendeopstekertjes maken ook dezekeer de tuinwandeling tot eenechte beleving.

Page 51: 't Altenatuurtje 98 - 2015

51

Nu zo’n 10 jaar geleden hebben we de hedera en de dovenetel op eenprominente plek de concurrentie aangeboden van de gecultiveerdesmeerwortel, (Symphytum grandiflorum). Hedera verliest nu daar terrein maarde gele dovenetel is toch behoorlijk wat mans om in ieder geval z’n positie tebehouden. In dit gezelschap hebben wij nu ook enkele pollen van desalomonszegel en de grote wederik gepoot. Wederik, heeft na een goede startnu toch besloten het wat kalmer aan te gaan doen. Terwijl Salomonszegel hetlaatste jaar zijn positie rondborstiger inneemt. Smeerwortel trekt zich wat terugnaar de zijkant maar staat daar op dit moment zijn mannetje. Het groene loofvan de smeerwortel profiteert van de invallende herfstzon.

Al een aantal afleveringen maak ik melding vanonze cyclamen, geplant aan de voet van deinmiddels 42-jarige metaseqoia. (Deze joekelheeft inmiddels een stamomvang van ruim 3meter en een stamdiameter van 1,20 m.) Decyclamen breiden zich het laatste jaar echt uit. Zemaken nu een verdraaid sterke indruk, hunbladeren stralen als het ware van levenslust. Delaatste bloemen hebben moeite om boven debladeren uit te komen. Het winterafscheid nadert.Voorbereidingen voor de winter zijn getroffen,nog even een behoorlijke groeispurt en dan, alshet echt gaat vriezen, dan gaan ze in

wintertenue. Bovengronds blijft er pas na een stevige vorst niet veel meer over.De cyclamen moet ik ook een paar keer per jaarde helpende handbieden omzede concurrentenvan het lijf te houden: weer de dovenetel maarook het bosviooltje. In vrije concurrentie zou hetbosviooltje wel eens kunnen gaan winnen. Datwillen we niet. Soms blijken bedreigingen tochzo groot dat verdwijnen ter plekke een feitwordt. Maar op andere plekken verschijnt hetbosviooltje dan weer heel parmantig. Overopstekers gesproken. ❀

Page 52: 't Altenatuurtje 98 - 2015

52

De roodwangschildpad (Trachemysscripta)

Deze exoot is een alleseter, maar eetvooral vis of vlees. In sommige poelen,sloten of wielen komt geen vis voor, ditzijn bij uitstek de voortplantings-plaatsen van de bedreigde kamsala-mander. Tijdens het monitoren vanamfibieën kom ik regelmatig in dezehabitats 'roodwangen' tegen en is het

Zoals onze voorzitter al in ‘Altena-tuurtje 97 vertelde is de uit Noord-Amerika afkomstige roodwangschild-pad overal in Nederland aan tetreffen.Het zijn allemaal door mensen uitge-zette dieren waar ze ooit eensverliefd op zijn geworden op eentuinafdeling of in een dierenspeciaal-zaak. En zoals dat vaker met deliefde gaat op een bepaald momentin het leven kan het over zijn en wordtde ander gedumpt. In dit geval wordtmeestal een sloot of natuurgebieduitgekozen waar de ongelukkige hetalleen maar moet uitzoeken. Inmiddelsligt zijn verspreidingsgebied van hiertot aan de Middellandse Zee, maarook op andere plaatsen in Europa isdeze schildpad algemeen en vormt zoeen bedreiging voor inlandse soorten.

Schildpadden, hier en in FrankrijkAndré van den Berg

roodwangschildpad

Naar aanleiding van het artikel: Reptielen inhet Land van Heusden en Altena van Jaap vanDiggelen kwam ik op het idee u een kijkje tegeven in het leven van onze (niet) Europeseschildpadden. Daarvoor put ik uit ervaringen uiteigen land en vakanties.

Page 53: 't Altenatuurtje 98 - 2015

53

vermoeden gegroeid dat ze schadelijkzijn voor amfibieën, ondermeer doorpredatie en het wegvreten vanwaterplanten die voor amfibieënbelangrijk zijn. Een voorbeeld:

Enkele dagen terug zag ik op tvGelderland een boswachter in eenwiel te Nederhemert-Zuid bezig meteen amfibieënnet. Even later liet hij z’nvangst zien die hij in een cuvetomhoog hield. Duidelijk waren eenkikker, een kleine watersalamander entwee larven van de kamsalamander tezien. De beide larven waarvan destaart was afgebeten vertoonden eenbloederige wond wat duidelijk niet hetgevolg van vispredatie kon zijn. Ookin deze wiel heb ik meerdere maleneen roodwangschildpad aangetroffen.

De 'roodwang' komt in Nederland ende rest van Europa in verschillendewatertypen voor en zijn mate vanvoorkomen wordt nog ruim onderschatis mijn mening. Ook tijdens onzetochten door België en Frankrijk bleekdit het geval.

Zo stonden we (Ina en André) in hetverleden vaak op een camping bijPont Esprit langs de Rhône. Er liggendaar in zuidelijke richting oudemeanders van de Rhône. Vermoedelijkwas het jagers instinct in mij er deoorzaak van dat ik, telkens wanneer ikdaar kwam, roodwangschildpaddenging tellen. Meestal telde ik over eenafstand van een paar km. zo’n 20 tot40 stuks. Het was sluipwerk met

behulp van een kijker want schild-padden zijn bijzonder schuw. Eénmaalzag ik hier een vrouwtje van maximaleafmetingen (rugschild 28 bij 25 cm.)eieren leggen. Het was op een openwarme plek in een rivierduin van zanden grind omgeven door: Robiniapseudoacacia’s, populieren, noten-bomen en het bekende bamboeriet.Hier heerste een microklimaat datwaarschijnlijk voldoet aan de grens-waarden die tijdens de incubatie-periode voor de eieren noodzakelijkzijn. Een enkele maal zag ik langs deRhône een juveniel, maar ook diekunnen uit een winkel afkomstig zijngeweest.

Toch schijnt de roodwangschildpadzich met name in Frankrijk met succeste kunnen voortplanten. In Nederlandwerd in 2006 een eierenleggend dieraangetroffen (Herder, J., 2007. Ravon26), maar over succesvolle voortplan-ting is niets bekend. Mogelijk is datdoor opwarming van de aarde en deextremer wordende temperaturen eenkwestie van tijd.Het importverbod uit 1997, wat de

Page 54: 't Altenatuurtje 98 - 2015

54

(zeldzaam in Zuid-Limburg). Hiervanlijkt echter geen sprake.Ooit, ongeveer een halve eeuwgeleden, bracht ik tijdens een kortevakantie in Zuid-Limburg een bezoekaan het VVV kantoor in Epen met devraag waar ik de moerasschild-padden kon vinden. De ongelovige,glazige blik in de ogen van de damedie mij het als toerist gemakkelijkmoest maken vergeet ik nooit. Nee, zehad zelfs de naam nooit gehoord.Ook deze schildpad werd in hetverleden veel uitgezet. Dit doetvermoeden dat de dieren die in onsland zijn aangetroffen ook tot diecategorie behoren. In het oosten vanDuitsland ligt de dichtstbijzijndeoostelijke populatie. In Duitsland levenverder nog wat uitgezette populaties.In midden Frankrijk in de Sologne en inde Brenne beginnen de zuidelijkegebieden waar deze soort van naturevoorkomt.

In de Brenne waar de populatie in dejaren 90 het grootst was hebben weonze eerste gezien:Het was op een mooie dag in mei, westonden op een camping langs de rivierde Creuse en gingen op een ochtend al

invoer van deze schildpadden aanbanden heeft gelegd, is een goedezaak. Echter het is niet te begrijpendat dit invoerverbod niet geldt voorandere exotische schildpadden zoalsbijvoorbeeld de geelwangschildpadof nog erger de bijtschildpad(Chelydra serpentia).

Deze laatste soort wordt opverschillende plaatsen waargenomenen is een grote, agressieve, bijtgrageschildpad waarmee niet te spottenvalt. Het dier leeft voornamelijkonderwater.Dit voorjaar hoorde ik van een Ravoncollega dat in een voortplantingswatervan de kamsalamander teGeldermalsen een bijtschildpad wasgevonden. Deze werd gevangen enovergebracht naar een dierentuin.Kamsalamanders werden op die plekniet meer gezien.

De Europese moerasschildpad (Emysorbicularis)In wat oudere boeken staat dezefraaie watergebonden schildpad somsals een inlandse soort omschreven

bijtschildpad

Europese moerasschildpad

Page 55: 't Altenatuurtje 98 - 2015

55

vroeg op pad om er een te spotten.Maar het wilde bij die eerste pogingenniet zo best lukken. Toch kregen we nogwaarvoor we gekomen waren want nettegen het einde van de dag, we haddende moed al bijna op gegeven, zagenwe op een smal landwegje wat liggen.We stopten en het bleek de Europesemoerasschildpad te zijn die zich op hetwarme wegdeel zat op te warmen. Hetwas waarschijnlijk een vrouwtje dat opweg was naar een goede plek om haareieren af te zetten. Ze droeg een lifterop haar schild mee, een grote naaktslakdie handig gebruik maakte van dezegratis taxi. Wat een geluk dat we hemtoch nog zagen!

In de jaren daarna zagen we ersteeds meer zowel in de Brenne als inde zuidelijke beken.

De beste manier om ze te zien tekrijgen is grotendeels dezelfde als bijde roodwangschildpad: In de dekkingblijven en met een kijker bij mooi weer(want dan zonnen ze) allerleimogelijkheden af zoeken. Je ziet zedan zonnen of wegplonzen; zonnendof zwemmend tussen moerasvegetatie,op boomstammen of drijvend hout,

maar ook de rotsstenen langs debeken zijn goede plekken om ze tezien. In beken die wat dieper zijnspringen ze bij onraad het water inen houden zich daar schuil. Na verloopvan tijd als het veilig lijkt komtvoorlopig alleen de kop boven water,die door de meeste onderons niet zalworden opgemerkt.In 2008 zag ik in een half ingestortestijlrand van een zogenaamdedroogbeek vlak bij de MiddellandseZee een vrouwtje eieren leggen.Bij extreme droogte of in de legtijdkun je deze waterschildpad ver vanwater aantreffen.

Griekse landschildpad (Testudohermanni)Deze soort staat bekend als het meestbedreigde reptiel van Europa.In West-Europa komen een paargeïsoleerde populaties voor die langsde zuidoostkust van Frankrijk, dezuidelijke kusten van Italië, de noord-oostkust van Spanje en op de eilandenin de Middellandse Zee zijn gelegen.Het is een landschildpad die omdat hijvan baden houdt toch vaak in de buurtvan water is te vinden. De beste habi-tats in Frankrijk liggen in het Massifdes Maures en Massif de l’Esterel.Deze natuurgebieden zijn in de zomerheet, gortdroog en stenig. Ze zijnbegroeid met kurkeikenbos die samenmet steeneik en andere groenblij-vende soorten voor een subtropischesfeer zorgen. De ondergroei bestaatuit allerlei prikkende struiken, brem enstruikheide die hier soms wel tot 4

Page 56: 't Altenatuurtje 98 - 2015

56

meter hoogte groeit. Het geheel isvrijwel ondoordringbaar en wordt welmet maquis aangeduid.Een ander voorkomend vegetatietypeis de garrigue. Dit heeft een meeropen karakter, ontstaan door de velebosbranden en erosie die dezegebieden de laatste decennia hebbengeteisterd. De kurkeik is vaak deenige zichtbare soort die eenbosbrand overleeft.In de garrigue komt een heel scalaaan planten voor die bij ons in dewinkel te koop zijn. Dit zijn met namede buxus, zonneroosje en lavendel,maar ook keukenkruiden als:jeneverbes, salie, look, tijm, bonen-kruid, munt en rozemarijn. Bij iederestap door de garrigue geven zij hungeuren af. Langs de kust is deparasolden meestal de dominantesoort in de bovenlaag van debegroeiing. Deze specifieke habitatsvoldoen samen met verwilderde olijf-of wijngaarden aan de eisen die deGriekse landschildpad stelt aan zijnleefomgeving.

Een nadeel is dat deze habitats lichtontvlambaar zijn en regelmatig

verstoord worden door branden. In demedia komen deze branden wel aande orde maar het gaat dan overmensen, toerisme en geld, nooit komendeze schildpadden of andere dierenaan de orde. Tijdens zomerbrandenlijken deze populaties landschild-padden toch zware verliezen te lijden.Moerasschildpadden zijn er waar-schijnlijk minder gevoelig voor omdatzij gebruik zullen maken van debeken. Bosbranden hebben de laatstedecennia in deze biotopen flink hun tolgeëist en al dan niet door mensenaangestoken laten ze een verschroeidlandschap achter dat een diep triestgevoel oproept.

De soort is moeilijk te spotten ook alomdat hij redelijk zeldzaam is gewor-den.

Hier zijn enkele tips en omstandig-heden die ons het meest hebbenopgeleverd:

- Ga in de ochtend wanneer het nogniet te heet is en de dierenfoerageren

- Niet te ver van een beek of ander

Griekse landschildpad

Page 57: 't Altenatuurtje 98 - 2015

57

water- Weinig wind kan belangrijk zijnomdat er dan weinig geluid is enniets beweegt

- Wandel zo rustig mogelijk of gaergens zitten waar je denkt dat zevoor komen

- Hellingen of schuine stijlrandenhebben vaak de voorkeur is onsgebleken

- Luister goed naar vraat geluiden,ze eten van alles maar zijn dol opbloemen en zaden

- Kijk goed of er ergens gras-sprieten of andere delen van debegroeiing bewegen

- Tijdens hete dagen zijn ze vaker inwat dichter begroeide bosdelen tevinden

Ga wanneer het niet lukt eerst eens inde buurt van de schildpaddenopvangin Gonfaron kijken.

Hier worden schildpadden die ziekzijn of zijn aangereden opgelapt,soms maken ze tijdelijk deel uit vaneen fokprogramma en daarna voor-zien van een nummerplaatje losge-laten in de buurt rond dit schildpad-dencentrum. De schildpaddendichtheidis hier wat groter dan elders. Datschildpadden ook niet altijd veel-

eisend zijn bewijzen de volgendevoorbeelden; het vertelt ook hoegroot het gebrek aan water in hetzuiden kan zijn.

Op de stortplaatsTijdens een zwerftocht langs een beek,niet ver van de kust, kwam ik op eengrofvuilstortplaats terecht. Er lagendaar twee diepe gaten in de grondwaarin grof afval werd gestort. In degaten stond water dat vanuit de heuvelskwelde en kraakhelder was. In en langshet water waren koelkasten, houtafvalen wc-potten gestort. Van ver keek ikvoorzichtig met een kijker het water af.Met grote verbazing zag ik een aantalmoerasschildpadden in het water tussenkoelkasten duiken en wat verderopzag ik het meest bedreigde reptiel vanEuropa, de Griekse landschildpad,tussen wc-potten baden.

Het oude brugjeOnder een oude brug over een beeklag een fundering, die een stuwing eneen kleine waterval in het waterveroorzaakte. Boven, vanaf het brugjekon je mooi in het water kijken. Deeerste maal dat ik hier kwam zag ik opeen droog gevallen beekbodem eenGriekse landschildpad zitten. In hetwater onder de kleine watervalzwommen twee moerasschildpadden endaar tussen door wel drie dikkepalingen en een adderringslang.

Ze waren allemaal aan het azen opde voedselrijkdom die door het waterlangs kwam. Maar ook de diepte was

Page 58: 't Altenatuurtje 98 - 2015

58

belangrijk omdat hier nog gezwom-men kon worden en dekking te vindenwas. De vele palingen die ik hier laternog zag bevestigden het vermoedendat bij een hoge beekwaterstandpaling vanuit zee de beek konbereiken.Een paar jaar is dat brugje interessantgeweest, nu is de beek aangepastaan het ook hier veranderendeklimaat. Het was ook een plek waarook de roodwangschildpad voorkwam.Door met bulldozers de bodemmorfologie te verwoesten zijn debelangrijkste habitats verdwenen. Endus ook de schildpadden!

Op de rotsenEen ander bijzonder voorval deed zichvoor bij de rivier de Argens ergens inde buurt van Roquebrune. We warendaar om te kijken of we er de Griekselandschildpad konden vinden, omdat wein de nabij gelegen beekbedding sporenvan deze schildpad hadden gevonden.Zelf liep ik langs een helling totdatmaatje Ina van boven op een rotspla-teau riep iets te horen…snel bleef ik

staan en hoorde het ritselen vanuit deprikstruiken. Op oogniveau warenonder in de struiken twee Griekselandschildpadden zichtbaar die elkaarschenen te achtervolgen. Het was eenvreemd gezicht. Even later liepen zeweer in mijn gezichtsveld langs en toenpas zag ik tussen hen in ook een reepwit plastic voorbij komen.Misschien zaten ze aan elkaar vast ofwas het plastic in bek of poten blijvenhangen. Pogingen om bij ze te komenmislukten volledig, omdat de doornigestruiken ondoordringbaar bleken.

Tot slot:Op basis van het afnemend aantalwaarnemingen in de laatste jaren datwe de streek bezochten lijken zowelde moeras- als de Griekselandschildpad sterk in aantal af tenemen.Met dit verhaal hoop ik jullie eenbeeld te hebben gegeven over hetvoorkomen van schildpadden hier enin Frankrijk. ❀

Roquebrune-sur-Argens

Page 59: 't Altenatuurtje 98 - 2015

59

De Plantenwerkgroep in 2014Ernst-Jan van Haaften

De start…Na een nog voorzichtige start in 2013, werd in2014 echt gestart met de plantenwerkgroep. Naaraanleiding van de oproep in Altenatuurtje 95meldden zich een ongeveer 15 geïnteresseerdeplantenliefhebbers. Op een gezellige startavondbegin april op Fort Giessen werden de plannenbesproken. Het programma voor 2014 zoubestaan uit een inventarisatie van natuurgebied DeAlm en daarnaast nog een plantenexcursie naareen mooi gebied buiten de regio. Hier volgt eenkort verslag van deze activiteiten

Page 60: 't Altenatuurtje 98 - 2015

60

Inventarisatie van De AlmHet hoofddoel van het seizoen was een goedeinventarisatie van natuurgebied De Alm. Langs deWijde alm bij Uitwijk is hier een moerassigeoeverbegroeiing aanwezig met verder een oudehakgriend, bosjes, grasland en enkele poelen. Langsde Alm ten westen van het aquaduct langs dePoortweg is de oever ongeveer 10 jaar geleden doorhet Waterschap natuurvriendelijk ingericht. Verspreiddoor het jaar zijn zes inventarisaties uitgevoerd.Steeds werd een deel bezocht en de bezoekenwerden zo gepland, dat alle delen tenminste tweekeer zijn bezocht. Dit om zowel de voorjaarsbloeiersals de echte zomerflora niet te missen. Hoewel deinventarisatielijsten nog moeten worden uitgewerkt(een echte winterklus) kan al gezegd worden datongeveer 200 plantensoorten zijn gezien: een mooiresultaat! Vooral een mooi aantal typische water- enmoerasplanten kon worden genoteerd: Gewonedotterbloem, Echte koekoeksbloem, Kleine watereppe,Zwanenbloem, Watergentiaan en Glanzigfonteinkruid. Ook de soms lastig te herkennenzeggesoorten kregen de nodige aandacht. Onderandere Pluimzegge, Hoge cyperzegge, Moeraszeggeen Tweerijige zegge werden gedetermineerd. In degraslanden vonden we Gele morgenster, Grootstreepzaad en het fraaie Kamgras. In dehakhoutbosjes bloeide Geel nagelkruid en werden weverrast door mooie aantallen Brede wespenorchis.Door deze bezoeken hebben we zo een goed enredelijk volledig beeld gekregen van de aanwezigeplantensoorten. En hoewel de nadruk op de plantenlag, werden ook andere leuke soorten waargenomen,zoals IJsvogel, Cetti’s zanger, Blauwborst, Sperwer enVisdief.

Excursie naar de Regte Heide & Riels LaagEven ten zuiden van Tilburg ligt het grote heidegebiedRegte Heide, met daaraan grenzend het beekdal vande Oude Leij: het Riels Laag. Om ons eens te

Page 61: 't Altenatuurtje 98 - 2015

61

verdiepen in plantensoorten die in onze regio nietvoorkomen werd begin juni een bezoek aan ditgebied georganiseerd. In het beekdal struinden wedoor de natte schrale graslanden die erg soortenrijkbleken. Gevlekte orchis, Rietorchis, Grote ratelaar,Moeraskartelblad, Moeraswolfsklauw, Teer guichel-heil, Veelstengelige waterbies, Pilvaren en Tormentilzijn maar enkele van de waargenomen soorten.Tussendoor zagen we ook leuke faunasoorten zoalsBosbeekjuffer, Venwitsnuitlibel, Hooibeestje enLevendbarende hagedis. Op de droge heide vondenwe weer een geheel andere flora: Struikheide, Grond-ster, Borstelgras, Heidespurrie en Dwergviltkruid.

Excursie naar het PompveldOmdat er nog belangstelling was voor een extraexcursie werd eind juli ook nog een mooie wandelingdoor het Pompveld georganiseerd. Hier bekeken wevooral de rijke slootflora. Vooral Krabbenscheer bleekplaatselijk zeer talrijk voor te komen, maar ookandere regionaal erg zeldzaam gewordenwaterplanten als Grote boterbloem, Stompfonteinkruid, Pijptorkruid en Waterviolier konden webewonderen. Buiten de sloten vonden wezeldzaamheden als Stinkende kamille,Hondstarwegras, Tweestijlige meidoorn, Hazenzeggeen Groot heksenkruid.

Vervolg in 2015…Ook dit jaar willen we weer een gebied in de streekgoed inventariseren, welk gebied is nog niet bekend.Net als in 2014 zullen we hiervoor verspreid door hetjaar weer verschillende avonden door het gebiedwandelen om alle soorten te noteren. Ook eenexcursie naar een mooi natuurgebied buiten de regiostaat weer op het programma. Interesse om mee tedoen? Neem contact op met Johan de Bijl([email protected]), Jaap van Diggelen([email protected]) of Ernst-Jan van Haaften.([email protected]) ❀

Page 62: 't Altenatuurtje 98 - 2015

62

De ZilvermeeuwHerman van Krieken

Als een politicus aandacht wil, dan roept hij iets over meeuwen. Er moet en erzal overlast zijn. En de oplossing moet ook altijd zijn: de dieren moeten dood.Volgens VVD natuur woordvoerder Rudmer Heerema is meeuwenoverlast eengroot probleem in vele kuststeden, van Den Helder tot diep in Zeeland. Zelfs dewekelijkse Kaasmarkt in Alkmaar moet de kazen met hand en tand verdedigentegen de aanvallen vanuit de lucht. Maar door de beschermde status van demeeuw kan er vrijwel niets tegen de overlast gedaan worden. De VVD wil datde meeuw van de lijst van beschermde diersoorten afgehaald wordt, zodatmeeuwenoverlast in de kuststeden effectief kan worden aangepakt. RudmerHeerema wil niet de oorzaak aanpakken, hij wil als zoveel politici liever hetgevolg doodschieten, net als bij de ganzen.

Kees Camphuyzen, marien ornitholoog, ziet de meeuwen in zijn Texelse kolonie– allemaal persoonlijkheden – dag na dag naar die ene brug of lantaarnpaalin Amsterdam vliegen om eten te halen. Want de verguisde meeuw isultraconservatief. Via een gps-tracker volgde hij een broedende meeuw dieelke dag van Texel naar de Albedagracht in Amsterdam vliegt. Hij zit daargewoon op een betonnen brug. Niet op een van de tientallen andere betonnenbruggen, maar specifiek op deze brug. Dat kunstje heeft hij geleerd, en daarhoudt hij dus aan vast. ‘Meeuwen zijn ultraconservatief. Ze staan te boek alsopportunistisch, omdat ze alles eten, maar neem één zilvermeeuw en je ziet dathij altijd precies hetzelfde gedrag vertoont. De strekdammen langs de NoordHollandse kust vormen het belangrijkste foerageergebied voor de TexelseMeeuwen. Je hebt individuen die altijd naar dezelfde dam vliegen ook al is ergeen wezenlijk verschil met al die andere strekdammen. Dat lijkt wonderlijk,maar het is toch logisch gedrag. Ze hebben maar weinig tijd om te foerageren,want er is maar twee keer per dag laag water, waarbij mosselen bereikbaarzijn. De korte periode moeten ze zo efficiënt mogelijk gebruiken. Het is dan56

Page 63: 't Altenatuurtje 98 - 2015

63

onhandig om je iedere keer in te vechten op een nieuwe plek,het loont om plaatstrouw te zijn. Ze hebben kortom, eenelegante manier gevonden om zich te verdelen over de tafelsvan het restaurant. Informatie, wetenschappelijk onderzoekwerkt bij politici vaak als een rode lap op een stier. Er moeten zal overlast zijn. De werkelijkheid is dat het met dezilvermeeuwen al jaren achteruit gaat; we zijn sinds de jarentachtig zeker 40 procent van onze populatie kwijtgeraakt. Deaantallen waren toen op een hoogtepunt. Dat had eenkunstmatige oorzaak; vuilnisbelten. Zo veel voedsel, zodichtbij. Steeds grotere aantallen meeuwen konden zo dewinter overleven. De vuilnisbelten zijn nu gesloten enafgedekt. Als dat straks ook in Zuid-Europa gebeurt, zullende populaties meeuwen nog verder kelderen of normaliserenzo je wilt. Daarnaast wil Europa de bijvangst in de visserijbeperken, We zijn er eindelijk achter dat het geen goed ideeis om zoveel jonge vissen dood overboord te gooien. Enondertussen blijven wij maar schreeuwen: het zijn er steedsmeer. In de steden ligt tegenwoordig volop troep op straat.Halfvolle patatbakjes, halfvolle milkshakes, brood. Daarkomen beesten op af. Zo heeft een aantal meeuwen uit mijnkolonie op Texel zich gespecialiseerd op het halen vanvoedsel uit de stad. Die vliegen dus naar de visboer in deDamstaat in Amsterdam of naar precies die ene lantaarnpaalergens aan een gracht, Het loont blijkbaar dat hele stukvliegen. Het kenmerk van dieren waar wij last van hebben, isdat ze ons een spiegel voorhouden; je zou afval ook kunnenopruimen. Ik ben het helemaal eens met Kees Camphuyzen,wat mij betreft horen meeuwen net zoals de wind en degolven bij de sfeer van de kust. Politici doen er beter aan omde oorzaken van meeuwenoverlast te bestrijden. Dewoonomgeving wordt er mooier van en mogelijk dat demeeuwen weer gaan broeden in de duinen, hun natuurlijkebiotoop waar wij mensen ze te vuur en te zwaard hebbenbestreden.U kunt het in het voorjaar allemaal zelf zien op de wadden-eilanden waar meeuwen wel broeden in de duinen. ❀

Bewerking artikel De Zilvermeeuw door Caspar Janssen in De Volkskrant van 13

september j.l. 57

Page 64: 't Altenatuurtje 98 - 2015

64

Waarnemingenvan september t/m decemberRinus Punt

Datum Waarneming Plaats en Waarnemer

19 sept. 3 Steenuilen Genderen, Hans Brouwers.(roepend naar elkaar)8 Ooievaars(waarvan 2 op kerk)

23 sept. 1 IJsvogel Wijk en Aalburg, Catelijnstraat,Ad Versteeg.

30 sept. 3 Jonge Kerkuilen Rijswijk, 'Boterschuur' fam. Westerlaken.(tweede broedgeval)

9 okt. 1 Groene Specht (tuin) Meeuwen, Cees de Gast.1 Gaai

12 okt 3 Patrijzen Dussen, Oude kerkstraat,Jeanette Pollema.

12 okt. 28 Grote Zilverreigers Meeuwen/Eethen, Marc Treffers.14 okt. 14 Zilverreigers Meeuwen, Prov. weg, Paul Raams.19 okt. 2 Kramsvogels Sleeuwijk, Hylke Tromp.

(boomgaard)19 okt. 1 Heggemus (geringd) Wijk en Aalburg, Jan, Irene de Graaff.19 okt. 1 Patrijs met 10 jongen Wijk en Aalburg, Jan en Elly Honcoop.25 okt. 1 Groene Specht (gazon) Meeuwen, Cees de Gast.28 okt. 3 Roepende Steenuilen Babyloniënbroek,

2 Roepende Steenuilen Eethen,1 Roepende Steenuilen Genderen, Rinus Punt

1 nov. 1 IJsvogel Almkerk, Doornse molen,Arie Wezemer.

3 nov. 3 Patrijzen Wijk en Aalburg, Klaverplak,Petra Furster.

Page 65: 't Altenatuurtje 98 - 2015

65

Bedankt voor het melden, ik blijf op mijn post om de nieuwe waarnemingente noteren!

Met vriendelijke groet,Rinus PuntHoofdstraat 48,4265 HL GenderenTel. 0416-352301 of 06-48638377e-mail: [email protected]

Datum Waarneming Plaats en waarnemer

6 nov. 1 IJsvogel Eethen, Bollenhoef,1 Steenuiltje roepend Eethen, Els en Roland Dekker.

7 nov. 3 Patrijzen Rijswijk, kerk, Wim Smits.10 nov. 4 Patrijzen Genderen, Genderse dijk,

8 Patrijzen Genderen, wandelpad,11 Patrijzen Genderen, uiterwaarden,16 Patrijzen Genderen, kerkhof,1 IJsvogel Genderen, haven, Huib v.d. Mooren.

13 nov. 1 Sperwer Sleeuwijk, boomgaard, Hylke Tromp.16 nov. 1 Pestvogel Giessen, Eendeveld

Fam. Mollenvanger.

19 nov. 1 Steenuiltje op de kast Oudendijk, Lammie Kuypers.2 dec. 7 Patrijzen Genderen, Lange pad,

Huib v.d. Mooren.

Page 66: 't Altenatuurtje 98 - 2015

66

Vervolg PROGRAMMA WINTER EN VOORJAAR 2015

Vooraankondiging: Het Groene Geheim van Giessen GGGIn de week van 11 t/m 19 april organiseert Altenatuur een bruisendeactiviteitenweek op Fort Giessen rond de thema’s Duurzame Energie,Natuur en Educatie. Een week en twee weekenden met informatiemarkten,lezingen, onder meer een lezing over de honingbij en de imkerij (ziemiddenpagina 4), rondleidingen, workshops etc.Nadere informatie hierover volgt nog.Wilt u meedoen of meedenken met de organisatie van deze week, neemdan contact op met Goof van Vliet: 06-42567844 of E-mail:[email protected].

WERKOCHTENDEN BEHEERCOMMISSIE WINTER 2015

Er zijn dit werkseizoen nog 2 Altenatuur-werkochtenden (8.30 – 12.00 uur)gepland op:

Zaterdag 21 FebruariPlaats: Wijde AlmActiviteit: onderhoud houtopstanden langs fietspad langs Wijde Alm

(Noordoever).Verzamelen: op parkeerplaats langs Wijde Alm, bereikbaar vanaf de

Poortweg (weg tussen Almkerk en Uitwijk).

Zaterdag 21 MaartPlaats: Fort Giessen, Burgstraat te GiessenActiviteit: afzetten en opruimen houtopstanden.

Houdt u er rekening mee dat het weer koud en nat kan zijn en dan zijnlaarzen, regenkleding en werkhandschoenen geen overbodige luxe.Hebt u nog vragen over een en ander dan kunt u ons altijd bellen.Graag tot ziens, met vriendelijke groet, Jaap van Diggelen,(0183-402034) en Pia Stierman, (0183-505341). ❀

Page 67: 't Altenatuurtje 98 - 2015

67

Nieuwsbrief – Oproep – Nieuwsbrief - Oproep – Nieuwsbrief

In november is de eerste Nieuwsbrief van Altenatuur via E-mail naar de ledenverzonden.

Heeft u hem niet ontvangen?Dat kan want dat betekent dat we uw e-mailadres nog niet hebben.Toch willen we u graag enkele malen per jaar op de hoogte houden van deactuele ontwikkelingen, zaken waar we als bestuur mee bezig zijn. Maar hetkan ook om een wijziging van het activiteitenprogramma of een ingelasteexcursie gaan.

Daarom een dringende oproep:stuur een mailtje naar [email protected]

Zet in het mailtje uw volledige naam en woonplaats. Dan kunt u rond februaride eerste Nieuwsbrief van 2015 tegemoet zien. Regel het meteen zodat wezoveel mogelijk leden kunnen bereiken!

Bij voorbaar dank. Jaap van Diggelen. ❀

Page 68: 't Altenatuurtje 98 - 2015

68

Grauwe kiekendievenHerman van Krieken

Onze Vogelwerkgroep is zeer actief. We bezochten in het verleden Polen,Frankrijk en in begin november Duitsland (Kraanvogels) om vogels te spotten.Alle waddeneilanden hebben we met één of meerdere bezoeken vereerd.Verder zijn we ook actief in het Noorden van ons land. Len Bruining bezoekt elkjaar Ben Koks en zijn maten van de Werkgroep Grauwe Kiekendief om tehelpen bij het zoeken naar de nesten van grauwe kiekendieven. Soms gaatonze Punt (Rinus) of een ander lid van de Vogelwerkgroep met Len mee. BenKoks heeft opmerkelijke resultaten bereikt met zijn akkerranden die zelfsinternationaal aandacht trekken. Hij zou ook graag actief worden in onze regio,de bestaande akkerranden in het land van Heusden en Altena en de Biesboschzouden uitgebreid kunnen worden. Interessant is natuurlijk wat dit allemaal kanbetekenen voor vogels als de grauwe kiekendief. De Werkgroep RoofvogelsNederland heeft een tweede verslag gepubliceerd waaruit ik de hoofdzakenmet u wil delen om een beeld te schetsen van de mogelijkheden.Henk Jan Ottens en Madeleine Postma maakte een uitwerking van debroedbiologische gegevens die in de afgelopen zes veldseizoenen (2008 t/m2013) zijn verzameld door Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief. Dit werdgepubliceerd in De Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland,jaargang 22 (2014), nummer 2, waaruit ik enige feiten citeer.

Page 69: 't Altenatuurtje 98 - 2015

69

“Het merendeel van de aanwezige paren is traditioneel gevestigd in de provincieGroningen. Meer dan 80% van de Nederlandse broedpopulatie was in de afgelopenzes jaren gevestigd in deze provincie. Vooral de zware zeeklei van het Oldambt,met zijn grote akkers met wintertarwe, is favoriet. Ook langs de Groningsewaddenkust is een substantieel deel van de Nederlandse populatie te vinden.Aanvankelijk werd hier in de rietvelden van het Lauwersmeer gebroed. Vanaf 2005wordt niet tot weinig meer gebroed in het Lauwersmeer en zijn de GrauweKiekendieven in Noord Groningen op de akkers te vinden. In 2009 bereikte dekolonisatie daar zijn voorlopige hoogtepunt met de aanwezigheid van tienbroedparen. Buiten de provincie Groningen is Flevoland een belangrijk broedgebeidvoor de Grauwe Kiekendieven (10%). Daarnaast werd broedgevallen vastgesteldlangs de Friese noordkust (12) en meer incidenteel broedgevallen of territorialeparen in Drenthe (3), Overijssel (2) en Noord-Brabant (1).Na de invoering van het meerjarige en grootschalige braaklegging in 1988 in deprovincie Groningen vestigden zich in korte tijd broedende Grauwe Kiekendieven diezich te goed deden aan een overdaad aan (veld) muizen en (nest) jongeakkervogels. Het was de combinatie van braak en uitgestrekte (graan) veldenwaardoor Oost-Groningen aan de primaire behoeftes (voedsel en veiligbroedhabitat) van de Grauwe Kiekendief voldeed die vestiging mogelijk maakte. Hetkan niet genoeg benadrukt worden dat de populatie zich vervolgens uitbreidde mededankzij de bescherming van nesten tijdens oogstwerkzaamheden. Zonder dezebescherming zou het merendeel verloren zijn gegaan en zou de productie van jongente laag zijn geweest om de populatie in stand te houden. In 1993, vijf jaar nainvoering van EU-braak, werd het aantal broedparen in Nederland op veertigbecijferd. Door invoering van EU-hervormingen (MacSharry-maatregelen) vanaf1997 en de komst van nieuwe vormen van agrarisch natuurbeheer, zoals aanleg vanfaunaranden, natuurbraakpercelen en vogelakkers, heeft de stand zich sindsdienverder kunnen ontwikkelen, met een voorlopig maximum van 63 broedparen in2011. In 2012 en 2013 deed zich een scherpe daling van het aantal broedparenvoor die vooralsnog niet direct kan worden verklaard”.

In 2013 was de reproductie van de grauwe kiekendief het laagst sinds tienjaar. Het liet zich duidelijk merken dat dat jaar een daljaar van de veldmuiswas. Er vlogen toen van 36 paartjes slechts 39 jongen uit. 2014 telt zo'n 55broedparen, de veldmuizenstand was veel beter. In ons gebied wordt op deakkers hoofdzakelijk maïs verbouwd, dit beperkt de mogelijkheden voor dekiekendieven. Dat ook in onze regio kiekendieven toch mogelijkheden hebbenblijkt wel uit het feit dat in de polder achter ons huis altijd kiekendieven jagen.In de zomer de bruine, in de winter de blauwe kiekendieven. Akkers met luzerneen natuurbraak zouden dit kunnen stimuleren. Alleen al het beeld van eenjagende man van de blauwe kiekendief maakt het wat mij betreft de moeitewaard om de mogelijkheden in onze regio te onderzoeken. ❀

Page 70: 't Altenatuurtje 98 - 2015

70

Passen en metenJohan Koekkoek

Mensen die regelmatig kringloopcentra bezoeken en dan ookKringloopcentrum Altena in Almkerk aandoen, geven regelmatighun uiting aan hun positieve beleving. Daar is het bestuur, maarzijn ook de vele medewerkers heel blij mee. Immers als je alsvrijwilliger of als medewerker verneemt dat je werk gewaar-deerd wordt dan is je taak vaak heel verrijkend voor je leven.Zeker als het dan ook nog eens een taak is die best veel betekentvoor het op orde brengen dan wel op orde houden van het alreeds vele malen genoemde milieu. Wij, inwoners van Altena, zijnal best behoorlijk gevorderd met het scheidingsgedrag van onzeconsumptiegoederen, maar de uiteindelijke tevredenheid is nogeen heel eind van ons verwijderd. Zo dadelijk meer over het oporde houden van ons milieu.Maar nu eerst even genieten van de vele met stijl ingerichteverkoopruimten.

Page 71: 't Altenatuurtje 98 - 2015

71

Deze keer de nieuwe boeken- en platenafdeling, ingericht in devoormalige melkschuur van melkboer Jennis van Leeuwen, (melkboer inAlmkerk met een SRV-wagen tussen 1960 en 1980). Bij de aanbeste-ding van de deze zomer afgeronde nieuwbouw bleef deze melkschuurbuiten de plannen. De begroting voorzag alleen in de aanleg vannieuwe toiletten in deze melkschuur. De Triodos bank was onver-biddelijk: dit is het bouwbudget. Een extra uitbreiding past niet. Toenheeft Altenatuur de helpende hand toegestoken. Een klein deel van definanciële reserves van onze natuurbeschermingsvereniging heeftsamen met de inzet van een aantal vrijwilligers dit, in onze ogen,fantastische resultaat opgeleverd. Een prachtige bovenverdieping meteen goed geïsoleerd dak met een knus zitje om mogelijke koopjeseerst even door te kijken. Zodra je boven komt word je direct verleidom tussen de keurig opgestelde rekken naar iets bijzonders te zoeken.Ook vele muziekliefhebbers vinden hun weg naar de bovenver-dieping. Daar aangekomen word je gelokt door de vele oudeplatenhoezen die de muren sieren. Het geeft me een kick als ik zo’nmuzieksnuffelaar de bakken af zie struinen en tenslotte hem bij dekassa met twee Lp’s zie staan.De sterke stijging van de verkoop van boeken en platen in dit nieuwedeel is voor bestuur en medewerkers een mooi bewijs dat we op degoede weg zijn.

Altenatuur

helpt

Kringloopcen

trum

Page 72: 't Altenatuurtje 98 - 2015

72

In het vorige Altenatuurtje haalde de huidige voorzitter,Herman van Krieken, de medeoprichtster van het Kringloop-centrum, Trudie van Es aan. Samen hebben Trudy en ikbehoorlijk moeten ploeteren om de eerste schreden te zettenin kringloopland, nu zo’n dertig jaar geleden. Samen deboeken uitstallen in veilingkisten en deze exposeren in devoorkamer van de oude boerderij wat in de loop der jarende grote kunst en kitsch is gaan heten. En nu dit, in onze ogen,prachtige resultaat op de zolder van de melkschuur van Jennisvan Leeuwen, de melkboer van Almkerk.We zijn aangekomen in de nieuwe tijd. De milieubewegingbuigt zich inmiddels over de klimaatproblematiek. De inhoudvan de boekenkast is aan het veranderen. Rachel Carsons“Silent Spring” uit 1964 is weer eens afgestoft maar op dehoogste plank van de boekenkast beland. Op grijpbarehoogte staat nu het boek van Naomi Klein “No Time,Verander nu, voordat het klimaat alles verandert”. GafCarson een heldere analyse van het verwerpelijkeovermatige gebruik van chemischemiddelen en het slordig omgaanmet ons ecosysteem, Naomi Kleindrukt ons nu met de neus op hetgrote gevaar van de CO2-uitstoot.

Page 73: 't Altenatuurtje 98 - 2015

73

Natuurlijk lezen isgoed, het stuurt o

nze geest. Maar gericht

maatregelen nemen om ons ecosyst

eem passend in het veranderend

Noord-Europees gematigd zeeklima

at, is toch nog vaneen andere orde.

Praten over en handelen vanuit je o

vertuiging strijdennogal eens met

elkaar. Als ik dit artikel beëindigd h

eb, ga ik Tijke, mijn vrouw, inlichten

dat we de koop van nog eens 24 K

oreaanse zonnepanelen via een

bankoverschrijvingafgerond hebben

. Het ‘nul op de meter’ lonkt, maar

Tijke en ik moetendaarvoor toch het

een en ander nogeens op een rijtje

zetten. ❀

Page 74: 't Altenatuurtje 98 - 2015

74

Zet de pijlen in de goede richting zoals het voorbeeld;

van zaad naar blad naar vrucht!

P U Z Z E LJan van Haaften

Page 75: 't Altenatuurtje 98 - 2015

75

Kringloopcentrum AltenaKerkstraat 1, 4286 BA Almkerk. tel. 0183-403080

NIEUWE MEUBELEN?GROTE SCHOONMAAK?

OPRUIMEN?VERHUIZEN?

Bel maandag t/m vrijdagvan 9 tot 12 uur

het Kringloopcentrumvoor het ophalen van al uw

bruikbare spullen!

BANKJE NODIG?OF EEN LEUKE BLOUSE?

OF SERVIESGOED?OF DAT ENE BOEK?

Bezoek de Kringloopwinkelop de hoek van deKerkstraat en deWoudrichemseweg

in Almkerk!

OPENINGSTIJDEN KRINGLOOPCENTRUM

afgeven bruikbarewinkel goederen

maandag 13.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurdinsdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurwoensdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurdonderdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurvrijdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurzaterdag 09.00 - 16.00 uur 09.00 - 16.00 uur

- Inzameling - & Verkoop bruikbare goederen- Educatie & Voorlichting- Recycling

Page 76: 't Altenatuurtje 98 - 2015

76

Doelstelling van de vereniging:

We willen een bijdrage leveren aan het behoud en het bevorderen van debiodiversiteit in het Land van Heusden en Altena. Dat doen we o.a. door overleg metzoveel mogelijk personen of groepen waaronder overheden zoals gemeenten enprovincie.

Werkgroepen: Activiteiten:- Beheercommissie - Natuurwandelingen- Fort-educatie - Lezingen- Vogelwerkgroep - Diverse inventarisaties- Milieu en Klimaat - Nachtvlindernacht- Weidevogelbescherming - etc.- DEcAB- Kringloopcentrum Altena

AANMELDINGSKAART

Ja, ik wil ook meehelpen de natuur

in het Land van Heusden en Altena

te beschermen. Noteer mij daarom

als lid / jeugdlid / gezinslid.

Natuurbeschermingsvereniging

ALTENATUUR

p/a. Mw. J. Pollema

Dr. v. Vuurestraat 76

4271 XH Dussen

naam: ______________________

straat: ______________________

postcode: ________ ____

plaats: ______________________

tel: _________________________

e-mail: ______________________