Altenatuurtje 99 - 2015

68
mei 99 2015 't AL TE N A T U U R T J E Altenatuur Natuurbeschermingsvereniging voor het Land van Heusden en Altena

description

Veel plezier bij het doorbladeren en lezen van dit Altenatuurtje, hét verenigingsblad van Natuurbeschermingsvereniging Altenatuur!

Transcript of Altenatuurtje 99 - 2015

mei992 0 1 5

'tALTENATUURTJE

AltenatuurNatuurbeschermingsverenigingvoor het Land van Heusden en Altena

2

’t Altenatuurtje34e jaargang nr. 3, mei 2015.

Uitgave van natuurbeschermingsvereniging Altenatuur.Opgericht 5-11-1980, ingeschreven 15-10-1981.

BESTUUR:voorzitter:J. (Jaap) van Diggelen, Sportlaan 24, 4286 ET Almkerk. 0183-402034secretaris:J.H. (Johan) Koekkoek, Emmikhovenseweg 6a, 4286 LH Almkerk. 0183-402231penningmeester:M. (Margo) van Beem, Hilsestraat 12, 4269 VG Babyloniënbroek. 0416-351772leden:L. (Len) Bruining Van Gendtstraat 14, 4271 AM Dussen. 0416-392373H. (Herman) van Krieken HilIsestraat 35, 4269 VH Babyloniënbroek. 0416-355155J. (Jeanette) Pollema Dr. van Vuurestraat 76, 4271 XH Dussen. 0416-391654P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341G. (Goof) van Vliet Molenstraat 28 4285 AB Woudrichem 0183-660782

INTERNET: www.altenatuur.nlFacebook: Facebook.com/altenatuurTwitter: @altenatuur

REDACTIE:P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341tevens redactie adres

VORMGEVING EN ILLUSTRATIES:J.A.P. (Jan) van Haaften Eikenlaan 5, 4254 AR Sleeuwijk. 06-49904862

CONTACTADRESSEN:Vogelwerkgroep:A. (Arie) van den Herik Oudendijk 33a, 4285 WH Woudrichem. 0183-304193Beheercommissie Natuurgebieden:P. (Pia) Stierman Bruigomstraat 12, 4251 EP Werkendam. 0183-505341

LIDMAATSCHAP:jeugdlid €5,-- per jaar, gezinslidmaatschap €20,- per jaar, lid €12,50 per jaar

ING-bank: NL43 INGB 0002 5930 26 ofRabobank Almkerk: NL67 RABO 0301 5243 19 t.n.v. penn. Altenatuur.

Aanmeldingen, adreswijzigingen en opzeggingen opsturen naar de ledenadministratie.Beëindiging van het lidmaatschap schriftelijk vóór 1 december van het lopende jaar.Ledenadministratie Altenatuur, Dr. van Vuurestraat 76, 4271 XH Dussen.

OMSLAG:Foto gracht Fort Giessen, door Jan van Haaften.Omslagontwerp door Jan van Haaften.

Altenatuur heeft sinds 1-1-2011 de ANBI-statusHet dossiernummer is: 77688 en het fiscaal nummer: 810362454.

3

Het is mei en ze staan erweer! Mooi te zijn langs dewaterkant. Stevig geworteldmet een wortelstok. Fel gelebloemen spiegelend in hetwater. Op bloemstelen sterkals stokken. Bruine streepjesop het bloemblad. Lokkersvoor de vroege vliegers. Bijen,zweefvliegen en hommels. Hieren daar een bloem verdord. Zeleven maar kort. In de zaad-dozen vormen zich bruinezaden. Gerangschikt als maïs-korrels aan de kolf. Bladerenlang als sabels. Parallelgestreept door de nervatuur.Vroeger nogal eens verward metKalmoes (Acorus). Zichtbaar in

de naam. IrisPseudocorus.Zeg maar, Gele lis. ❀

Jan van Haaften

F L O R A

4

Redactioneel

Terwijl ik de tekst van dit redactioneelzit te maken hoor ik buiten hetvoerschaaltje rammelen. Het is weeretenstijd voor de egels. Gedurende dehele winter zijn er ’s avonds en ’snachts twee, nog jonge, egeltjes vande kattenbrokjes en water komen etenen drinken dat we speciaal voor henbij de achterdeur klaarzetten. In onzetuin met rommelhoekjes hebben zeprima slaapplaatsen kunnen vinden endaar dankbaar gebruik van gemaakt.De grote egel is in winterslaapgegaan en heeft zich intussen alrochelend ook weer laten horen enzien. Na deze kwakkelwinter en hetgure voorjaar zijn we met z’n allenecht aan het zonnetje toe. Hetbroedseizoen voor de vogels isaangebroken, drukke tijd voor deweidevogelbeschermers en bij het fortbroedt de ooievaar, een zwanenpaarnestelt vlak naast het pad.

De maand april is deze keer eenextra drukke maand voor Altenatuurgeweest, naast het geven vannatuurlessen voor alle brugklassen vanhet Altena College, wat een hele weekin beslag nam, werd ook op 18 aprileen feestelijke natuurdag voor jong enoud op het fort georganiseerd. Doelom heel breed oog en oor te krijgenvoor natuur en milieu om daar vooralhet belang van in te zien en er tevensvan te kunnen genieten. Naast hetoverzicht van het jaarverslag en denotulen wordt u in dit nummermeegenomen in de sfeer van de velegenietmomenten, van de woord-soort-associaties, de trektocht van een doodvogeltje tot het bezorgen van eenverrekijker in Senegal. Of je het vlakbij huis vindt of ver weg, het fijnegevoel van geluk van het ervarendaar gaat het toch uiteindelijk om.

5

Redactieadres:

Pia StiermanBruigomstraat 12,4251 EP Werkendam.

E-mail: [email protected]

De schrijvers zijn er ook deze keerweer in geslaagd om u mee te nemenin hun belevenissen, geniet van ditnummer 99 en wij gaan ons richten ophet jubileumnummer, nummer 100,wat in oktober uitkomt.

Iedereen bedankt en ik wens u alleneen hele fijne zomer!

Pia Stierman

6

61

26

De andere reptielenvan Frankrijk (deel 2)

53

20

Bijzondere waarnemingen

.... een Nijlgans aan de Maas ....

36

De trektochtvan een dood vogeltje

8

Len Bruining

koninklijk

onderscheiden

Een presentje kopen

7

In dit nummer:• Flora 3

• Redactioneel 4

• Inhoud 6

• Van het bestuur 8

• Bestuurslid Len Bruining koninklijk onderscheiden 10

• Hommelles 12

• Notulen van de Ledenvergadering 17-02-2015 15

• De trektocht van een dood vogeltje 22

• Het Groene Geheim van Giessen 28

• Tweede leven voor een verrekijker 32

• De middenpagina's met:pag. 1 Programma zomer/najaarpag. 2&3 Het Groene Geheim van Giessen - de foto'spag. 4 Programma zomer/najaar

• Voor jou! (jeugdrubriek over waterdiertjes) 37• Bijzondere waarnemingen 42

• De andere reptielen van Frankrijk (deel 2) 44

• IJsvogels 50

• De charme van het groeien en natuurbeheer 52

• Struikwaard revisited: a la recherche du temp perdu 55

• Waarnemingen van november 2014 t/m april 2015 62

• Een presentje kopen 64

99 mei

2015

8

Van het bestuurGoof van Vliet

Ik mag de aftrap doen. Die gaat over het GroeneGeheim van Giessen. Daarin komt veel samen watmij bezighoudt en waarom ik meedoe in het bestuurvan Altenatuur. Ik ben geboren op een boerderij inLoosduinen en daar de eerste 6 jaren opgegroeid.Die boerderij stond vlak bij de duinen en de zee.Daar komt mijn liefde voor de natuur duidelijkvandaan. In de steden Den Haag en Rotterdam,waar ik later woonde, miste ik vaak de rijkdom vande natuur. Wat een hoop beton en stenen, wat eenherrie. Hier in Altena Biesbosch voel ik me weerhelemaal thuis, door de weilanden en de strandjeslangs de rivieren. De natuurlijke rijkdom is jammergenoeg voor een groot deel verdwenen door deruilverkaveling en de schaalvergroting in delandbouw.Een andere zorg is de klimaatverandering door detoename van CO2 die vooral veroorzaakt wordtdoor het gebruik van fossiele brandstoffen. Maarwat kun je nu het beste doen om dit stukje aardenog langer vitaal en aantrekkelijk te houden voorzowel planten, dieren als mensen? Je kunt er zelfwat aan doen maar vaak bereik je meer als je hetkunt delen met anderen. Dat zet meer zoden aan dedijk.

Vanaf dit nummer schrijft een van de bestuurs-leden een stukje over wat hem of haar bezighoudt of motiveert.

9

In het bestuur stelden we ons voor goede discussiesmet boeren, met bouwers, met woningcorporaties,met autobedrijven en met bewoners aan te gaan.Maar wie zitten nou te wachten op een paar natuur-en milieubeschermers? Daar wordt al snel eenopgestoken vingertje gezien. Dat bracht ons op hetidee van het Groene Geheim van Giessen. We latenjuist de goede en mooie voorbeelden zien vanmensen of organisaties die de natuur verrijken endie schone energie opwekken. Voor veel mensen ishet onduidelijk wat er precies aan de hand is en watze er aan zouden kunnen doen. Biodiversiteit enduurzaamheid zijn complexe en nogal geheimzinnigebegrippen. Bovendien weten veel mensen niet datFort Giessen bestaat en dat het voor BrabantsLandschap een natuurontwikkelingsfort is. Ook eengeheim dus. Zou het niet leuk zijn om een feestelijknatuurdag te organiseren op dat gesloten fort? Allepositieve krachten van Altena Biesbosch bij elkaarhalen om dat aan een breder publiek te laten zien.Niet alleen voor de mensen die al tientallen jarenbezig zijn met natuurbehoud maar juist ook voorkinderen en hun ouders waar nu de belangstellingontstaat. Daarna zouden er veel beter gesprekkenplaats kunnen gaan vinden om zaken ten goede tegaan veranderen. Ik verwacht zeker dat dit gaatgebeuren. Goed gebruik maken van gezondverstand en de wil tonen om de Aarde ook vooronze kinderen leefbaar te houden.Het onderdeel schone energie gaan we op eensoortgelijke manier op een zaterdag in oktoberorganiseren. Ook daar komen alle positievekrachten, alle werkbare nieuwe ideeën, alle goedevoorbeelden aan bod. Dat kan leiden tot eenfundamentele versnelling van het verminderen vande energiebehoefte en het installeren van schoneenergie opwekking. Iedereen die mee wil doen isvan harte welkom, Fort Giessen is een prachtige plekom praktische initiatieven te laten groeien. ❀

10

Bestuurslid Len Bruiningkoninklijk onderscheiden

Jaap van Diggelen

Op vrijdag 24 april verzamelde de Vogelwerkgroep rond 8.00 uur opde Tol te Sleeuwijk voor vertrek voor het jaarlijkse vogelweekend. Via deApp, Sms of wat niet al bereikte hen een alarmerend bericht: er was eenroerdomp gezien langs de oever van de gracht van Fort Giessen. Geenvan de vogelaars wilde deze unieke kans om een roerdomp in ons eigengebied te zien, voorbij laten gaan. Geen? Len Bruining had zo haartwijfels, ze meende dat er vast ook op de weekendbestemming hetBargerveen wel een roerdomp gespot kon worden. Toch voegde ze zichin de roerdompbeluste groep die (naar later bleek) meer wist.Aangekomen op Fort Giessen liep de groep vogelaars omhoog naar defortkazerne. Van bovenaf kon de gracht beter worden overzien, vondmen. Na wat gedrentel, nog geen roerdomp gezien, was het toch eersttijd voor een bakkie. De groep naar binnen en bij het zien van een volleclubruimte drong langzaam het besef bij Len door dat er geen roerdompwas maar een goudhaantje en dat zij dat zelf was. Bestuur,weidevogelaars, vertegenwoordigers van Brabants Landschap en veleanderen waren aanwezig en uit de naastgelegen ruimte stroomdenfamilie en vrienden binnen en tenslotte burgemeerster Haasjes en gevolg.De totaal verrraste, zeg maar overrompelde Len, nam plaats op eenstoel in het midden van dit gezelschap. De burgemeester sprak haar toe,memoreerde haar grote inzet voor de vogelwerkgroep, deweidevogelbescherming die onder haar leiding sinds 1998 jaarlijks

11

groeit in aantallen vrijwilligers, deelnemende boeren en beschermde nesten.Ook haar voorzitterschap van het smartlappenkoor bleef niet onvermeld. Aldeze activiteiten waren in het Haagse niet onopgemerkt gebleven, redenwaarom Zijne majesteit de koning haar op deze dag koninklijkonderscheidde. Len kreeg de versierselen opgespeld, inmiddels gehuld ineen grote oranje wolk, die naar ze me gisteren mailde nu pas, na een week,langzaam begint op te lossen. Naast de totaal onverwachte onderscheidingwas ze naar eigen zeggen nog het meest verbaasd dat de ruim veertigaanwezigen hiervan wisten, en zij dus niet, terwijl ze de meesten van hen deafgelopen weken nog had gezien. Iedereen feliciteerde Len met haar zeerverdiende decoratie, er was champagne en er waren broodjes vooriedereen. Een champagne-decoratie-ontbijt. Elly Walraven, samen met AdrieRomijn de organisator van deze happening, bracht een toast uit met lievewoorden voor Len. Na afloop vertrok de vogelwerkgroep richting Drente.Arie van de Herik verwachtte dat Len door de consternatie weinig vogelszou zien dit weekend. Zo’n oranje wolk beneemt alle zicht.Len, namens bestuur, vogelwerkgroep en alle weidevogelbeschermersnogmaals van harte gefeliciteerd! ❀

12

HommellesHerman van Krieken

In onze wilde tuin zet ik hoofdzakelijk planten waarbijen, hommels en vlinders baat bij hebben. Ons huis isomgeven door o.a. stokrozen, teunisbloemen en wildemarjolein. Vooral de stokrozen worden veelvuldigbezocht door hommels die volgens de Volkskrantuitvoerig worden beschreven in het boek 'Een verhaalmet een angel'. Van de droeve lotgevallen van eengoedmoedig volkje weet de Britse bioloog DaveGoulsen een vrolijk stemmend verhaal te maken. Levede hommel! Goulsen doet al zijn hele professioneleleven onderzoek naar hommels, maar strikt genomenbegon hij daar al mee in zijn achtste levensjaar, toenhij zijn eerste mislukte experiment deed. Na een zwareregenbui besloot hij een aantal doorweekte, versuftehommels te drogen op de warme plaat van hetelektrische fornuis in de keuken van zijn ouderlijk huis.De dieren verbrand-den. Een pijnlijke gebeurtenis,maar zo stelt Goulsen, ‘ik had tenminste geleerd dater een bovengrens is aan de temperatuur waarbijhommels zich prettig voelen. Zoals we nog zullen zien,verklaart het waarom er zo weinig hommels in Spanjevoorkomen’. Een verhaal met een angel zit vol metdergelijke anekdotes, maar onder-tussen deeltGoulsen wel zijn kennis over de hommel, de grotebehaarde en wat goedmoedig overkomende variantvan de bij, waarvan het zo wonderlijk is dat hij kanvliegen, gezien zijn grote lijf en relatief kleinevleugels. Dat kan omdat een vliegende hommel12.000 keer fladdert per minuut, ongeveer als eenmotorfiets in de hoogste versnelling. Wel kost datfladderen zoveel energie dat een hommel bijna10

13

permanent moet eten om warm te blijven; een hommelmet een volle maag heeft maar een minuut of veertigvoordat hij omkomt van de honger. Dat komt in zekerezin goed uit, want juist die permanente zoektocht naarnectar en stuifmeel maken hommels en andere wildebijen zo belangrijk als bestuiver van wilde bloemen,maar ook van peulvruchten en fruit, ons voedsel dus.Het is een prachtig mechanisme, zoals Goulsen hetbeschrijft. Hoe bijensoorten ontstonden die zichspecialiseerden in bepaalde planten, en hoe de eerstegrote, behaarde bijen ten tonele verschenen, hommelsdus, 30 tot 40 miljoen jaar geleden, in een tijdperkmet koele temperaturen. En hoe er uiteindelijk 25.000bijensoorten ontstonden en 250 hommelsoorten. Uitalles blijkt dat Dave Goulsen over een fenomenalekennis van hommels beschikt. En niet alleen vanhommels, maar ook van de interactie tusseninsectensoorten, bloemen en planten, en onzevoedselgewassen. Die kennis etaleert hij in eenlichtvoetige stijl en met een bijna aandoenlijkebevlogenheid. Een verhaal met een angel van DaveGoulsen is vertaald uit het Engels door Nico Groen entelt 317 pagina’s. Uitgegeven door Atlas Contact”.

Een ander interessant boek over bijen is De Bijen vanLaline Paull dat 4 september 2014 in Nederland isverschenen. Het totalitaire regime in een bijenkolonie,waarbij de werksters in dienst staan van de koninginen zelf niet reproductief mogen zijn, heeft de Engelseschrijfster van Indiase afkomst Laline Paullgeïnspireerd tot haar debuutroman 'De Bijen'.De hoofdpersoon, Flora717, is een rebelse bij, tegenwil en dank. Ze brengt chaos in het rigide en ordelijkeleven van het bijenvolk. De Bijen is een soort sprookjemet suspense over het leven in een bijenkast, over dedelicate verhoudingen in deze vrouwengemeenschap.En passant laat Laline Paull zien welke echte gevarenbijenkolonies zoal bedreigen: ziektes, parasieten,voedselgebrek én ongehoorzaamheid.Uitgegeven door Cargo, 336 pagina’s.

14

Als laatste wil ik graag 'Gasten in Bijenhotel'aanbevelen, een ode aan de eenzame bij enwesp, van Pieter van Breugel uit Veghel. Devoormalige scheikundeleraar heeft op fort Giessenonvergetelijke lezingen gegeven over solitairebijen. In het bijna 500 bladzijden dikke boekkomen ongelooflijk veel soorten wespen en bijenvoorbij. Ook legt van Breugel uit welke ongenodegasten afkomen op een bijenhotel. “Bij debijensoorten die alleen (solitair) leven zijn allevrouwtjes koninginnetjes”, aldus van Breugel in eenhem typerende uitspraak. Niet in de laatste plaatsbeschrijft de auteur hoe iedereen zelf eenbijenhotel kan bouwen. Hij wijst op materialen diedaarvoor geschikt zijn en vertelt welke plantenbijzondere gasten aantrekken. Gasten inBijenhotels is te koop op natuurboek.nl en gratis tedownloaden via bd.nl/oost. Tobe, onstaalvaardige kleinkind van ruim drie jaar, heb ik inde vorige zomer hommels laten zien in deprachtige bloemen van de stokrozen. Vol aandachtkeek hij naar de hommels die van bloem naarbloem vlogen, helemaal wit van het stuifmeel. Hetverschil tussen bijen en hommels mag ik hem opjonge leeftijd duidelijk maken; hommelles. ❀

Bewerking artikel Caspar Janssen in de Volkskrant van 23 augustus

2014 en artikel Brabants Dagblad 27 augustus 2014 over Gasten in

Bijenhotels van Pieter van Breugel.

12

15

Notulen ledenvergadering 17 februari 2015Johan Koekkoek (secretaris)

Aanwezig 42 ledenAfmeldingen: Rob van de Ven, Jeanette Pollema en Jan de Peuter.

1. Opening door voorzitter Jaap van DiggelenHij heet iedereen hartelijk welkom en spreekt zijn voldoening uit over de hogeopkomst. Als volleerd docent geeft hij nu de secretaris opdracht om het stickie inde computer te steken zodat hij zijn openingsthema: 'de rode lijstsoorten in hetLand van Heusden en Altena', kan verduidelijken met een PowerPoint-presentatie.De gehele evolutionaire ontwikkelingslijn van het leven op aarde wordt vooronze regio op een rijtje gezet. Jaap verduidelijkt het onderscheid tussenverdwenen en uitgestorven. Bij verdwenen kan het zijn dat de soort eldersbuiten Nederland toch nog een plekje gevonden heeft. Zodra het predicaatzeer slecht op een soort geplakt wordt dan gaat het wereldwijd slecht.

Jaap laat een aantal soorten vanuit onze regio de revue passeren, zoals deZwarte stern die alleen, en nu provinciebreed, nog voorkomt in de Wijksewaard. En zo passeren nog een aantal soorten , zoals Heikikker, Kamsala-mander, Bittervoorn, maar ook Bruinblauwtje en het Groot dikkopje de revue.

16

Als voorbeeld van planten die behoorlijk in het nauw zitten noemt hijKrabbescheer dat nu nog in o.a. het Pompveld aanwezig is.Een succesverhaal wordt ten berde gebracht als het over Libellen gaat. In deperiode 1997-2011 is voor deze groep het predicaat bedreigd verdwenen.Mooi is Jaaps gepassioneerde toon als hij de Rivierrombout ten tonele voert. In1900 kreeg deze soort het label verdwenen, maar sinds 1995 komt hij weer opde monitoringslijstjes voor.

Hij sluit zijn inleiding af met de zin: Tussen 2005 en 2013 neemt de mate vanbedreiging van soorten af. En hiervoor werkt Altenatuur.

2. Notulen ledenvergadering van 11 februari 2014. Gepubliceerd in Altenatuurtje 96.Geen aan- en of opmerkingen. Zij worden vastgesteld.

3. Jaaroverzicht secretaris.Aan de hand van een PowerPoint-presentatie worden de activiteiten van de‘werk’groepen voor het voetlicht gebracht.

Hier nog een kort overzicht:a. Het BestuurDe Ruimtelijke ordening van Aalburg heeft dit jaar behoorlijk wataandacht gekregen.

-­‐ De Vene in Veen bij de Veens Put. De verplaatsing van het voetbalveld uitde uiterwaard beoordeelden wij in eerste instantie positief. Voor hetbouwen van 24 watergebonden woningen zijn we overstag gegaan maarvoor het plaatsen van een grote horeca uitspanning in de uiterwaard stuitbij ons op principiële bezwaren en zullen daarvoor ook de bezwaren-procedure gaan voeren.

-­‐ Ook het verplaatsen van de boerderij van de familie Lankhaar uitGenderen roept de nodige zorgen op. Want zij willen zich gaan vestigenin het centrum van de zich herstellende populatie weidevogels aan de

kaartje: Waarneming.nl

17

Oude weidesteeg. Met de gemeente en de familie zijn we in gesprek.Immers als de weidevogels profijt van de verplaatsing ondervinden wordtde basis van ons ruimtelijke ordeningsbezwaar wel erg mager.

-­‐ MER inspraak notitie ingestuurd samen met de VMB uit Hank-Dussen.Gevraagd om aandacht voor inpassing van duurzame energie moge-lijkheden en aandacht voor ecologische verbindingen met de Biesbosch.Ook stimulering van biodiversiteit middels aankleding van bermen.

-­‐ Overleg met gemeenten over groenstructuur. Met Aalburg is het overleggestart om enkele bermen het klepelbeheer te vervangen door natuurtech-nisch hooibeheer. Bij klepelen blijft vegetatie, biomassa, achter in de bermendie daar zinloos verteert en zo geen bijdrage levert aan verbetering klimaat(CO2 uitstoot) en milieu (mineralenverlies richting oppervlaktewater).

b. Vogelwerkgroep- Uitje naar de Drentse A, ........... mooi landschap- Roofvogeltellingen 4x/jaar ..... eten bij Len of fort Bakkerskil- Reis naar Duitsland .................... kraanvogels spotten.- 100 steenuilen kasten ............... schoonmaken en controleren.- Inventarisatie patrijzen, ............ Struikwaard- 5 jarige inventarisatie .............. Atlas Sovon- 5 kilometer blok ......................... tellen.- Koffie bij ...................................... einde in theetuin of kringloop.

c. Weidevogeltelling

(Toename van aantallen vogels wel plaatsen in het perspectief dat er ook steeds meer mensen meegaan tellen.)

18

d. 't AltenatuurtjeWe bereiden ons voor op nummer 100.

e. PlantenwerkgroepHet aantal deelnemers neemt toe.De Wijde Alm is aan nauwkeurige monitoring onderworpen in 2014.

f. Voornemen tot aankoop perceeltje agrarische grond, 2100 m2, voornatuurontwikkeling naast griend Bellemakers als compensatie voor hetverlies aan natuur bij Altenahove in Almkerk. De vergadering stemt er intoe om middelen van de vereniging voor dit doel in te zetten. De beno-digde middelen zullen zo’n € 1.200 bedragen.

g. Beheer grienden- Afvoer derde stroom griendhout.Eerste stroom: geldershout voor dijk-en slootoeverversterking. Tweedestroom: palen voor oeverversterkingen derde stroom: hout voor houtge-stookte cv-installatie.- Subsidie aangevraagd in het kadervan Natuur en Samenleving bijprovincie Noord-Brabant voor deaanschaf van deze installatie voorhet kringloopcentrum in Almkerk.

4. FinanciënDe nieuwe penningmeester, Margo Van Beem, ligt de jaarcijfers toe. Als ook, naenig gestoei met de beamer, de cijfers van de balans getoond zijn, is ergelegenheid voor vragen. Henk Kraai, Sytze de Boer en Rob Mulder discus-siëren met de penningmeester over het risico van de voorgenomen uitleen van€ 9.000 aan het Kringloopcentrum. Deze organisatie heeft al leningen vanAltenatuur ter waarde van € 21.000. Wordt het risico nu toch niet erg grootindien het voortbestaan van de kringloop in het geding komt? De € 9.000 is nogniet concreet aan de orde, maar komt het moment daar dat dat wel moet, danzal bij de beslissing om deze lening al dan niet toe te kennen, de inbreng vandeze vergadering een rol spelen en zal het bestuur volgend jaar verant-woording van de genomen beslissing afleggen.

Voor de resultaten zie de tabellen Jaarrekening, Begroting en Balans 2014-2015 op de volgende bladzijde.

19

bergroting 2014 werkelijk 2014 begroting 2015inkomstenContributie 5.800€ 5.657€ 5.800€ Arch Ver inz Essent 870€ 596€ 500€ Kantine 100€ 99€ 101€ Rente 250€ 418€ 500€ Beheerssubs. Gem W,chem 320€ 320€ 320€ Brabants Lands inz weidevog 500€ 1.686€ -€ Subsidie Min LNV 6.012€ 4.302€ 4.302€ Diversen 200€ 40€ 200€ Brab Landschap bijdr energie 1.301€ 1.882€ 700€ Forteducatie bijdrage energie 1.301€ 1.051€ 400€ Brab Landschap inz Nat werkd 150€ 150€ 150€ ANV/Prov weidevogels P.M. 500€ 500€ LNV Groen/blauwe diensten 200€ 200€ 200€ Diverse donaties 1.237€ teruggave DONG 1.515€ teruggave essent 776€ vergoedingen Brabants Landschap 628€ Saldo tekort 1.832€ TOTAAL 17.004€ 21.057€ 15.505€

uitgaven:Abonnementen 200€ 148€ 150€ hosting website + nieuwsbrief proplusaccount 165€ 165€ Altenatuurtje 2.200€ 2.823€ 3.000€ Bezorgen Altenatuurtje 1.500€ 1.365€ 1.400€ Kantoorkosten en porto 400€ 208€ 200€ Fort 300€ 490€ 300€ Essent + Dong 3.500€ 2.628€ 2.500€ Verenigingsavonden 400€ 436€ 400€ Bestuur 600€ 525€ 500€ Vogelwerkgroep 600€ 600€ 600€ Weidevogelgroep 1.500€ 1.820€ 1.850€ Griffierechten 300€ 1.200€ Verzekeringen 125€ 122€ 340€ Natuurgebieden 2.000€ 3.902€ 1.750€ Herinrichten fort 1.500€ 263€ Diversen 250€ 175€ Duurzame energie P.M.promotie Altenatuur 320€ 150€ Groen Geheim Giessen 1.000€ Saldo overschot 1.629€ 5.067€ TOTAAL 17.004€ 21.057€ 15.505€

ALTENATUUR JAAROVERZICHT 2014 EN BEGROTING 2015

2013 2014 2013 2014ASN 3.685,00€ 3.749,00€ Reserve Natuurgebieden 19.058,00€ 19.058,00€ ING EN KAS 277,00€ 1.892,00€ Kapitaal Altenatuur 5.322,00€ 10.389,00€ RABOBANK 1.966,00€ 403,00€ Voorziening verwarming Fort 2.500,00€ 2.500,00€ RABO REND REK 13.312,00€ 9.086,00€ DEBITEURENKRINGLOOP LENING 1 7.640,00€ 4.817,00€ KRINGLOOP LENING 2 12.000,00€

26.880,00€ 31.947,00€ 26.880,00€ 31.947,00€

Toename kapitaal: 5.067,00€

Investeren in zonne-energie op het fort heeft dit jaar een positieve uitwerking op de balans!We hebben afgelopen jaar behoorlijk wat teruggekregen van de energieleveranciers.Toename van het kapitaal kunnen we toeschrijven aan de teruggaven van DONG en Essent.De maandelijkse voorschotnota's werden hierdoor ook naar beneden bijgesteld.Verder hebben naast de contributie van de leden ook verschillende donaties ontvangen van verschillende leden, waarvoor dank!We hebben ook iets minder uitgegeven dan vooraf begroot.

ALTENATUUR BALANS PER 31 DECEMBER 2014

20

5. Verslag kascontrolecommissieKees Groeneveld en Hans Stierman hebben de boeken gecontroleerd en inorde bevonden. De afschriften van de uitgaven van Forteducatie worden doorde penningmeester in de loop van de week aangeboden en zullen in dekomende bestuursvergadering onderdeel vormen van de agenda. In deledenvergadering van 2016 zal het bestuur verantwoording afleggen over decorrectheid. De voorzitter dankt de kascontrolecommissie voor hun geleverdewerk. De nieuwe commissie zal bestaan uit Hans Stierman en Hans Wijkniet.

6. BestuursverkiezingAftredend en herkiesbaar Pia Stierman, Herman van Krieken en Jaap vanDiggelen. De herbenoeming vindt plaats bij acclamatie gevolgd door applaus.

6a. Groen Geheim van Giessen (toegevoegd)Goof van Vliet geeft een korte inleiding op dezeactiviteit.Fort Giessen heeft een zekere status vangeheimzinnigheid, vanwege de afgeslotenheid doorde jaren heen. Er zijn nog steeds inwoners vanbijvoorbeeld Giessen die nog nooit op het fortgeweest zijn omdat dat tot ver na de Tweedewereldoorlog ten strengste verboden was.Met dat uitgangspunt in het achterhoofd willen we

een dag met activiteiten op het fort plannen samen met de anderenatuurvereniging in de regio namelijk de VMB uit Hank-Dussen. Met eenvoorbereidingsgroep van zo’n 5 mensen zijn we de plannen aan het uitwerken.

We stellen ons het volgende voor:In de vroege ochtend vogel spotten met specialisten. Om half tien ontvangstvan de scoutinggroep Loevestein. Om 10 uur de poorten open voor publiek.Op het fort staan stands van gemeenten en waterschap met het themaontstening van de tuin. Verder is er plaats ingeruimd voor stands vanAltenatuur, VMB, Brabants Landschap, de ANV en de archeologischevereniging. Misschien dient er zich nog een kandidaat aan en ook daar makenwe dan ruimte voor. Verder hopen we financiële middelen te verwerven vooreen uitvoering van de Peter en de Wolf en de Tea mobile.Forteducatie geeft in de voorafgaande week aan de brugklassen van hetAltena College de jaarlijkse excursie met de thema’s Archeologie (RomeinseTijd, schat zoeken met metaaldetector en met scherven een pot herstellen) danrondleiding door het fort onder de titel de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

21

Buiten krijgen leerlingengelegenheid om met griendhout eenvogelkijkscherm te vlechten. In hetfort staat op 18 april ook detentoonstelling Wereldoorlog Eénopgesteld en wordt er een exposégegeven rond imkerij, maar ook kanmen gebruik maken van eenworkshop tuininrichting. Op gezettetijden staan er rondleiding geplandover en door het fort. De scoutinghoopt die dag te werken aan devogelkijkhutten en zij zullen één of enkele katapulten bouwen om over de grachtte kunnen schieten. In de pauze is er voor medewerkers een lunch.De officiële sluiting hopen we om vier uur te laten uitvoeren door regionalepolitieke vertegenwoordigers. Aan hen zal gevraagd worden kort onderwoorden te brengen wat zij van deze activiteiten mee zullen nemen naar DenBosch. Immers om als regio met natuur/milieu op de kaart te komen is kennis opde goede burelen van belang.Daarna hopen we met alle deelnemers de dag samen af te sluiten. Met dienverstande dat er om half tien ’s avonds de telling van de nachtvlinders alssluitstuk nog volgt.Plannen voor het najaar. Onder dezelfde titel, Groen Geheim van Giessen,maar dan met een klein evenement met als thema schone energie.

7. RondvraagGeen vragen.

8. PauzeMet een hapje en een drankje.

9. Na de pauzeDe twee dvd’s: De Groesplaat en het Pompveld van Brabants Landschapworden getoond. Met warme belangstelling worden ze gevolgd en aan heteinde volgt een applaus. Prachtige beelden uit ‘onze’ natuurgebieden.

10. SluitingDe voorzitter sluit de bijeenkomst. Velen maken nog gebruik van demogelijkheid om nog even gezellig wat te nuttigen en nieuws uit te wisselen. Omelf uur is iedereen vertrokken. ❀

22

In het najaar, als alles wat kaler wordt, vind ik overalde eerder zo goed verborgen nestjes van de vogels inde tuin. Een heel assortiment aan vormen en conceptenkom ik tegen, er is op de vogelnestenmarkt van alleste vinden! Zo zijn er de slordige bouwsels van deduiven, de mooie stevige kommen van de merels enlijsters en de fraai overdekte nestjes van dewinterkoninkjes. In het riet vind ik weer andere heelfragiele nestjes van wie weet wat voor zangvogeltjes.Een van de meest bijzondere nesten op het erf die ikeens bekeken heb, was toch zeker het nest van eensperwer. Na het broedseizoen kon ik mijnnieuwsgierigheid niet meer bedwingen en ben ik deboom ingeklommen waar de sperwers helemaalbovenin hun nest hadden gemaakt. Wat ik aantrofwas behalve een schitterend uitzicht, een enormknekelhof. Om preciezer te zijn, een plateau van aanelkaar gekleefde botjes van allerhande prooienwaarmee de ouders hun jongen dat seizoen haddengevoerd. Onder de boom was niets te vinden geweest,alles was netjes in het nest bewaard.

De trektocht van een dood vogeltjeLinda van Zwet

Buiten wonen isheerlijk! Deruim-te en denatuur om meheen doen megoed en ikgeniet van alleverrassingen diehet dagelijksleven kleuren. Enverrassingen zijner bij ons op heterf zeker! Als jeer oog voor hebten er deaardigheid vaninziet, kom jemet regelmaatgrote en kleinenatuurlijkeschatten tegen.

23

Ook kom ik op andere plekken dan je zou denkensoms dieren tegen die zich normaal gesproken niet zosnel dichtbij tonen.Mijn schoonmoeder die naast ons op het erf woont,riep ons enkele jaren geleden eens omdat er iets doorhet huis vloog. Wat we aantroffen was niet hetverwachte vogeltje, maar een vleermuisje dat behen-dig al het hoge meubilair omzeilde en met zijnzenuwachtige vaart het gehele plafond van het huisbestreek.Afgelopen jaar kwam ik ook weer een vleermuisjetegen toen ik wat stoelen op het terras verzette.Blijkbaar was de kleine vriend niet op, maar onder destoel gaan zitten.

Genieten is het ook wanneer er nijlganzen op het dakblijken te zitten en daar luidkeels hun onvrede overwat dan ook verkondigen of wanneer een helebuizerdfamilie hoog boven het erf naar elkaarroepend op hun thermiek zweeft.

Nu ben ik niet zo’n moeilijk mens wanneer hetnatuurschatten betreft, ik kan al blij gemaakt wordenmet een dooie mus. Maar het dode vogeltje dat ikafgelopen najaar vond, was geen mus. In een schuuronder een stellingkast vond ik tijdens het opruimen eenrommelig skeletje van een vogel. Toen ik het oppakteen het eens goed bekeek in het licht, bleek het nietenkel een skelet te zijn, maar een hele mummie! De

!

24

vogel in kwestie was om wat voor reden ook onder diekast komen te liggen en was perfect gedroogdgeraakt. De vorm en grootte waren duidelijk die vaneen merel en de mooi geconserveerde gele snavelverried zelfs nog het geslacht.

Blij als een kind met mijn vondst, heb ik deze eenbeetje schoongemaakt, netjes in een doosje gedaan envoor de zekerheid toch nog enige tijd in de vriezergezet.Ik herinnerde mij de tentoonstelling over mummies diePerry en ik vorig jaar in het Drents museum bezochten.We zagen daar creaturen afkomstig van over degehele wereld, bestaande uit botten, vel en haar.Voornamelijk mensen, maar ook dieren en bijnaallemaal door verschillende, vaak toevallige oorzakengemummificeerd.Van mijn moeder had ik toevallig een tijdje geledenhet boekje ‘Mummies’ van Midas Dekkers gekregen. Inde verzamelde verhalen daarin jubelt Midas over debijzonderheid van mummies en natuurlijk ook over hunschoonheid.22

25

Ik ben een fan van Midas en voelde me met degevonden merel en het enthousiasme van Midas eenbevoorrecht mens! Nadat ik de merel weer uit devriezer had gehaald heb ik dan ook regelmatig naarde merel zitten kijken. Het huidje, strak over de botjes,de enkele achtergebleven veerpennen, de pootjes metnageltjes, tjonge wat zit zo’n diertje toch knap inelkaar.Omdat ik mijn enthousiasme graag wilde delen,besloot ik de mummie mee te nemen naar de eerstvol-gende vergadering van de vogelwerkgroep, dat leekmij het beste publiek. Enige twijfel over het enthou-siasme daar had ik wel, immers, de meeste vogellaarszijn toch meer geïnteresseerd in levende vogels dan indode vogels, goed klaargemaakte dode vogelstijdens een maaltijd niet meegerekend.Maar tot mijn verrassing vonden de meeste werk-groepleden de merel toch ook heel bijzonder en keekiedereen zijn ogen uit. Naast mijn schoenen van trotsom mijn vondst verliet ik het fort aan het eind van dieavond en bedacht me dat ik misschien toch iets metdeze heel speciale merel moest doen.In het boekje van Midas las ik over kattenmummies. Demooiste uit zichzelf gemummificeerde kat had Midasooit in het natuurhistorisch museum van Maastrichtgezien. En ik herinnerde me ons eigen bezoek aan hetmuseum, inmiddels jaren geleden. Men heeft daarinderdaad een collectie natuurlijke dierenmummies,grotendeels afkomstig uit mergelgroeves. Ik trok eenconclusie: Waar zou deze mooie merelmummie nubeter op zijn plaats zijn dan in een museum, waar hijgekoesterd en goed geconserveerd meer belang-stelling zou krijgen dan bij ons op de schoorsteen!Ik besloot het er op te wagen en zocht contact met hetmuseum. Er ontstond een mailwisseling met de bioloogvan het museum en hij liet me weten dat het museumzeker belangstelling had voor de merel!Perry en ik besloten om van deze situatie een dagjeMaastricht te maken om zo de mummie te kunnenoverhandigen. 23

26

Zodoende togen wij op vrijdag 13 maart naarMaastricht. We arriveerden aan het begin van demiddag bij het museum, alwaar we werden ontvangendoor bioloog Paul Beuk en een stagiair. Uiteraardwerd de merel door ons allen wederom uitgebreidbewonderd en geprezen, terwijl de bioloog verteldedat aan de mummie goed te zien was dat allerleiongedierte (tapijtkever en kleermot) de verenverorberd had. Nadat het schenkingsformulier wasingevuld werd er afscheid genomen en maakten wenog een rondje door het museum.

’s Middags maakten we aansluitend nog eenwandeling bij Fort Sint Pieter(www.natuurmonumenten.nl/natuurgebied/sint-pietersberg), nabij de mergelgroeves op steenworpafstand van het centrum van Maastricht. Toen we daarde oehoevallei bezochten en ook werkelijk de oehoezagen zitten was ons humeur echt niet meer kapot tekrijgen! Een geslaagd dagje Maastricht!

27

En kent u het verschijnsel dat als je eenmaal ergens opgaat letten, je het ineens overal ziet? Na de vondstvan mijn mummie, werd er op de kringloop ook eenmummie gevonden! Henk Kraaijkamp vond bij hetsnoeien van een leilinde een nest van een turkse tortelmet daarin achtergebleven een jonge vogel die hetniet had gered. Ook nu weer keurig ingedroogd vastin het duivennest, met zelfs nog meer veren er aan danbij de merel. Ik kreeg het kunststukje mee van Henk,voorlopig staat het weer even in de vriezer. En dan?We zullen zien.

Ik blijf genieten van de bijzonderheden die de natuurbrengt en laat me verrassen door de natuurlijkeschatten die mijn pad kruisen.En mocht u ooit eens het natuurhistorisch museum teMaastricht bezoeken, kijk dan uit naar uwstreekgenoot die het tot museumstuk heeft geschopt!En dat voor een merel. ❀

28

Steurgat

Wijde

Kornsche boezem

Uitwijkse ve

Landgoed Kraaiveld

Groesplaat

Fort SteurgatFort Altena

Kasteel Dussen

De Appelschuur

Fort a/d/ Bakkerskil

Zaterdag 18 april lijkt al weer lang geleden. Het is een prachtige feestelijkenatuurdag geworden. Met mooi weer en veel meer bezoekers dan weverwacht hadden. Tussen de 700 en de 1000 mensen. Niet alleen met deauto maar ook op de fiets. Het Fort Giessen bleek de aantallen mensenprima te kunnen herbergen. Zowel in het gebouw, op de verhoogde veldenals op de paden binnen en buiten de fortgracht. Het Almbos was makkelijk tebelopen voor een rondleiding door Jos Schenkeveld van het BrabantsLandschap en voor de ‘foodwalk’ van Ankie Stoop. Aan de laatste dedenzeer veel mensen mee, samen met de scouting kookten ze op ‘Kelly kettles’soep van de gevonden kruiden.

Om 6 uur ’s morgens waren er al 15 enthousiaste vogelspotters op de been.Het was inderdaad een oorverdovend vogelconcert. Door de grote kennis bijTon Prinsen en Len Bruining van vogelgeluiden konden de anderen ook lerenwelke vogels in het concert hun liedjes floten. De vogels fluiten alleen als zenog een nest moeten gaan vormen en beginnen pas als ze terug zijn uitmeestal Afrika. Van begin maart tot begin mei is er van de geluiden tegenieten. De Wielewaal komt als laatste aan.

26

29

Wijde Alm

Pompveld

Wijkschewaard

Struikwaard

kse veld

eld

Slot Rijswijk

Fort Giessen

Wilhelminasluis

Tussen 10 en 4 uur was het heel druk. Bij de stands van de deelnemendeorganisaties werd er veel informatie gegeven. De gemeenten en hetwaterschap lieten zien waarom je beter bloemen dan tegels in je tuin kunthebben. Kinderen konden diertjes uit de gracht vissen en determineren meto.a. Jan van Haperen. Altenatuur, VMB en Brabants Landschap vertelden watze doen en hoe je als lid of beschermer mee kunt helpen. Wilde Weelde lietzien hoeveel water een boom gebruikt en hoeveel zuurstof hij levert. Groenen Co presenteerde haar groentepakketten uit de streek. In de tent van deANV lagen allerlei interessante folders. Bij de Tea-mobile stond voortdurendeen rij mensen. Jack van Mildert kwam middels goede vraaggesprekken totvaak zeer bevredigende theemelanges van verse kruiden.

De groepen van scouting Loevestein waren de hele dag druk met de natuur:vuurtjes stoken, wilgentenen vlechten en grote katapulten bouwen waarmeeover de gracht geschoten kon worden. Hans van Tilborg rende zich rot methet verstoppen van muntjes en het uitdelen van de metaaldetectoren om zeop te sporen. Er werden verhalen verteld over de Nieuwe HollandseWaterlinie door John Kollen en Jan de Peuter, over het fort en over de eerstewereldoorlog. Vanwege groot succes werd het muziekstuk van Peter en deWolf zelfs nog een keer herhaald. In het fort was een mooie expositie overbijen van Joop de Vries en Johan de Bijl. Er was ook een expositie vannatuurfoto’s van fotogroep Lumière. Meerdere fotografen van Lumièrehebben de hele dag vastgelegd voor het nageslacht. Daar komt nog eenkeer een expositie van. Trio Vastgoed vrolijkte met accordeon, gitaar encontrabas de diverse activiteiten op.

Meewerkende organisaties 18 april 2015 GGG

� Agrarische Natuur Vereniging Altena Biesbosch (ANV)� Altenatuur Natuurbeschermingsvereniging� Archeologische vereniging Land van Heusden en Altena� Boomgaard Theaterproducties Peter en de Wolf� Brabants Landschap� EHBO� Foodwalk (Ankie Stoop)� Gemeente Aalburg� Gemeente Woudrichem� Groente en Co� Lumiere (Fotografie)� Scouting Loevestein� Stichting Liniebreed Ondernemen (SLO)� Tea Mobile Groeikunstenaar Jack van Mildert� Trio Vastgoed – levende muziek� Verkeersregelaars� VMB Natuur - en milieuvereniging� Vrijwilligers Liniepad� Waterschap Rivierenland� Wilde Weelde

De dag wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:

Giessen

27

30

Steurgat

Wijde

Kornsche boezem

Uitwijkse ve

Landgoed Kraaiveld

Groesplaat

Fort SteurgatFort Altena

Kasteel Dussen

De Appelschuur

Fort a/d/ Bakkerskil

Om 10 uur ’s avonds was er nog een keer een enthousiaste groep op hetfort om nachtvlinders te tellen o.l.v. Ernst-Jan van Haaften. Jammergenoeg waren er vanwege de koude slechts 3 vlinders. Het kon echter depret niet drukken.

Op deze dag werd ook het nieuwe – en enige – boekje over fort Giessenaangeboden aan de statenleden Roland van Vugt en Hermen Vreugdenhil(zie collage rechts). Het is geschreven door Kees van Maastrigt. Destatenleden waren enthousiast over de dag. Zij willen de jarenlangequeeste van het uitbaggeren van de fortgracht aankaarten bij deprovincie. Andere bestuurders van de gemeenten Aalburg, Werkendamen Woudrichem kregen het boekje ook aangeboden door Hans Schep(Brabants Land-schap). Het was tijdens de dag te koop voor € 5,-.(Belangstellenden kunnen het via Altenatuur of de ArcheologischeVereniging aanschaffen).

Een heel mooi cadeau ontvingen we een dag van te voren van deprovincie Noord-Brabant. Een prachtige kaart (zie achtergrond) vanAltena Biesbosch met alle natuurgebieden, ecologische verbindingszonesen de natura 2000 gebieden. Een kaart die ons kan helpen om de natuurminder versnipperd en daardoor duurzamer te maken.

Al met al een prachtdag voor de natuur door de medewerking vanallerlei positieve krachten uit ons gebied. Veel namen zijn genaamd. Devolgende mogen zeker niet ontbreken: Jan van Haaften, Pia en HansStierman, Coby en Jaap van Diggelen, Margo van Beem, JeanettePollema, Rinus Punt, Henk van Diest, Lies Kersten, Lilly van den Ende, debegeleiders van de scouting, Jaap Vonk en andere verkeersregelaars, demedewerkers van de gemeenten Woudrichem en Aalburg. Ongetwijfeldvergeet ik iemand, bij voorbaat mijn verontschuldigingen.De gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem betaalden gavenelk een donatie van €250,- en het Streeknetwerk Biesbosch €750,- .Altenatuur en VMB namen de rest voor hun rekening. De gemeenteWoudrichem verleende de vergunning en leverde gratis marktkramen,vuilnisbakken, dranghekken en vlaggenmasten. De lokale media hebbenprachtig verslag gedaan van alle activiteiten.

Als er voor het tweede deel van Het Groene Geheim van Giessen op 24oktober weer net zoveel positieve krachten willen meewerken wordt hetweer een schitterende dag!

Goof van Vliet, mede namens Johan Koekkoek, Len Bruining, Bert vanSeters, Joop de Vries en Margo van Beem. ❀

28

31

Wijde Alm

Pompveld

Wijkschewaard

Struikwaard

se veld

eld

Slot Rijswijk

Fort Giessen

Wilhelminasluis

29

32

Tweede leven voor een verrekijkerLen Bruining

Twee jaar geleden hadden we de landelijke pers te gast op ons Fort Giessenin het kader van het jaar van de Patrijs. Toen ik de boel aan het opruimen wasstuitte ik op een weliswaar oude, maar zeer bruikbare Zeiss verrekijker10x40. Wat moest ik ermee? Iedereen was al weg. Thuis stuurde ik een mailnaar een aantal redacties, maar er kwam geen reactie. Het ding belandde inhet dashboardkastje van mijn auto en deed zo nu en dan dienst als ik met eencollega-vogelaar vogels aan het spotten was.

Lang hoefde ik niet na te denken toen ik het berichtje van Madeleine Postmavan de Groningse werkgroep Grauwe Kiekendief las, waarin ze een oproepdeed voor een verrekijker voor de samenwerkingspartner Albert Dély Faye inSenegal. Ben Koks en zijn collega Almut Schlaich reizen in de wintermaandende grauwe kieken achterna, waar ze onderzoek doen naar de leefwijze vandeze zeer gracieuze roofvogels. Een verrekijker voor hun Afrikaanse collegazou zeer welkom zijn in de continuïteit van de onderzoeken.

Ik maakte een foto van de kijker en stuurde die per ommegaande naarMadeleine, die heel blij was met de snelle reactie. Twee weken geledenontving ik foto’s van de overhandiging van de kijker aan Albert. Ik ben blij datde verrekijker weer een bestemming heeft en weet zeker dat het apparaateen belangrijke bijdrage zal leveren aan het zinvolle werk dat de Werkgroepin de Sahel - landen verricht. Alsof het zo moest zijn.

Kijk ook op www.werkgroepgrauwekiekendief.nl30

33

PROGRAMMA ZOMER/NAJAAR 2015

Activiteiten worden vooraf aangekondigd in de streekbladen.Let ook op de website voor eventuele wijzigingen: www.altenatuur.nl.

Noteer de data vast in uw agenda!

Vrijdag 11 September:Nationale Nachtvlindernachtop Fort GiessenAltenatuur doet dit jaar voor detiende keer mee aan de NationaleNachtvlinderNacht (NNN), dielandelijk voor de elfde maalplaatsvindt. Door jaarlijks op het Fortte tellen hebben we inmiddels eenaardig beeld van wat hier voorkomtaan nachtvlinders. Al meer dan 200 soorten staan op de lijst!Komt u meekijken welke prachtige soorten nachtvlinders er deze keer op hetlaken vallen? We beginnen om 21.00 uur. Afhankelijk van het succes, dat weersamenhangt met het weer, gaan we door tot middernacht. U kunt de heleavond/nacht meedoen of een uurtje langskomen op deze gezellige happening.De vlinders worden in het fortgebouw gedetermineerd en geadministreerd envervolgens weer losgelaten.

Zaterdag 12 september:Openstelling Fort Giessen op Open MonumentendagEvenals voorgaande jaren zal ook dit jaar Fort Giessen op Monumentendagopengesteld worden voor publiek. Het landelijk thema voor OpenMonumentendag 2015 luidt: Kunst en Ambacht. Al jaren gebruikenNatuurbeschermingsvereniging Altenatuur en de Archeologische Vereniging FortGiessen als verenigingsgebouw. Beide verenigingen stellen u in de gelegenheidom op Monumentendag het Fortgebouw en het omliggende natuurterrein tekomen bekijken. U kunt zelf rondlopen of meedoen aan groeps-rondleidingen.U bent welkom op het Fort van 10.00 – 16.00 uur.

1middenpagina

Witte tijger

34foto's van:Ankie StoopGoof van VlietRob Mulder

35GiessenGeheimGroene

36

Zaterdag 24 oktober:Groene Geheim van Giessen II:Schone energie.Aansluitend op de succesvolleGroene Geheim van Giessendag op 18 aprilover Schoone Natuur, presenteert Altenatuurdeel II van het GGG over Schone Energie.Deze dag staat in het teken vanduurzaamheid bij gebruik en opwekking vanenergie. In de fortruimten zijn stands,

workshops en demonstraties van gebruik van duurzame energie in o.a. wonen,werken en vervoer. Houd de website altenatuur.nl, Twitter en Facebook in degaten voor vervolg informatie.De dag vindt uiteraard plaats op Fort Giessen tussen 10.00 uur en 16.00 uur.

Zaterdag 7 november:Altenatuur actief op de Landelijke Natuurwerkdag!Ook dit jaar doet Altenatuur weer mee aan de Nationale Natuurwerkdag. Delocatie is nog niet bekend. Informatie hierover is vanaf augustus beschikbaarop de landelijke site www.natuurwerkdag.nl (zoek onder provincie Noord-Brabant de locatie in het LvHenA) waar u zich tevens kunt aanmelden. Ookkunt u de Altenatuursite in de gaten houden en u vanaf augustus aanmeldenvia E-mail [email protected]. Na aanmelding ontvangt u nader bericht. Denatuurwerkdag vormt de start van het werkseizoen van de Beheercommissie.We hopen dan met een grote groep een flinke oppervlakte aanhoutopstanden terug te zetten. Doet u ook mee?

Het verderenajaarsprogramma en deagenda voor dewerkochtenden van debeheer- commissieworden gepubliceerd inhet oktober-nummer vanhet Altenatuurtje

middenpagina4

37

Jan van Haaften

Voor jou!

Hallo jongens en meisjes,

Deze keer staat niet een dier in het middelpunt. Nee, ik hebgekozen voor een aantal kleine waterdiertjes. Het is lente en open in het water zie je al volop leven. Schrijvertjes draaien hunrondjes op het water en het bootsmannetje komt iedere keereven naar boven om adem te halen.

Hieronder zie je nog een heel oude schoolplaat. Vroeger waser nog geen film of schooltelevisie waar je in mooie beeldenhet leven in de sloot kon bekijken.De leerlingen kregen deze mooie platen te zien!

38

Op de volgende bladzijde heb ik

ook wat plaatjes vanwaterdiertjes

getekend. Van de geelgerande waterkever zijn alle kleinewaterbewoners bang. Hij rooft en plundert alles eneet wat hem lekker lijkt. Af en toe komt hij naarboven om lucht te ‘happen’. Op zo’n moment kunje hem even zien. Hij is zo’n 4 cm groot

Het bootsmannetje is eenkleiner insect, 2 cm. Zodra eriets kleins beweegt in of op hetwater dan schiet hij er op af.Zo komt hij aan zijn ‘kostje’.Onder water kan hij zich goedvasthouden aan of verstoppentussen de waterplanten.

39

Bloedzuigers maken zich vastaan hun prooi met hun kop-zuignap. Aan de achterkant ziter ook één om zich vast tehouden. Ze maken met hunscherpe tanden een gaatje inhet slachtoffer en zuigen er zobloed uit. Ze pakken nietalleen kleine diertjes, maarook gerust een vis of eenwatervogel. Ze kunnen welmeer dan 20 cm lang worden!

Jonge posthoornslakken

leven vooral van dealgen

op waterplanten. Met

hun ruwe mond schrapen

ze er die vanaf. Netals

huisjesslakken kunnen ze

zich terugtrekken inhun

‘huisje’. Bij deze slakziet dat

huisje er uit als een oude

posthoorn. Die kanwel 3,5

cm worden. Als ze wat

ouder zijn gewordenruimen

ze ook dode dierenop.

40

De kleine kevertjes die je misschien wel eens op het waterhebt gezien zijn schrijvertjes. Ruim een halve cm groot. Zeleven van kleine insecten die in het water zijn gevallen. Bijgevaar duiken ze onder water. Ze hebben alles goed in degaten omdat ze 4 ogen hebben. Met 2 kijken ze boven hetwater en met 2 kunnen ze onder water kijken.

De schaatsenrijder komt alleen opschoon water voor. Als het watervuil is kan hij er niet op rijden, danzakt hij door het ‘ijs’. Hij zou netzo goed waterroeier kunnenheten want als je goed kijktroeit hij met sommigepoten. Maar hij kan ookhard lopen of duiken ofzelfs vliegen! Daarom kanhij in de winter ver van hetbevroren water overwinteren!Met zijn lengte van ruim 1 cm een handig beestjedus! O ja, ze eten vooral kleine vliegjes en muggenen moeten opletten voor kikkers en visjes.

41

Waterschorpioenenvallen

op door hun lange buis

aan het achterlijf. Daar

steken ze niet mee hoor.

Ze halen er adem door als

ze hem net even boven

het water houden. Steken

doen ze met het puntige

snuitje. Daarna zuigen ze

een prooi leeg. Ze worden

ongeveer 2 cm groot.

Het driedoornige stekelbaarsje dankt zijn naam aan de 3stekels op z’n rug. Deze visjes van 4 cm leven vanwatervlooien, muggenlarven enz.. Mannetjes krijgen in depaartijd een vuurrode buik. Tot de eitjes uit zijn zorgt hetmannetje er voor. ❀

42

Op de site Waarneming.nl stuit ik op de volgende bijzondere waarneming. Erwordt een Witoogeend gemeld op de locatie ‘Blindeninstituut Grave’. Bij hetlezen hiervan gaan m’n gedachten met me op de loop. Ik zie een eenddobberen met een opaque, ‘blind’ oog op een plas voor het instituut. Het witteoog van de eend verbindt zich in mijn geest met het wit van het oog van eenblinde. Als nieuwsgierig kind meende ik dit te zien vanaf de zijkant spiedendachter de donkere bril die de ‘blinde man’ uit mijn jeugd altijd droeg. Eenmysterieus melkachtig wit dat ik me waarschijnlijk meer herinner van foto’s of TVlater in mijn leven, dan van de blik achter die beschermende bril.

Alleen al het afgelopen jaar werd de Witoogeend honderden malen gemeldop de locatie Blindeninstituut Grave. De Witoogeend is een vrij onopvallendebruin-zwarte eendensoort die voorkomt in ‘kleine, vegetatie- en voedselrijkevijvers’ meldt mijn vogelgids. Op het plaatje valt het lichte oog op in dechocoladebruine kop. De tekst vermeldt, zo kort dat ik er in eerste instantieoverheen lees: ‘iris wit’. En dat is precies wat het geval is, het witte oog isabsoluut niet ‘blind’ want er zit een zwarte pupil in de witte iris. Het is dus meermijn beeldende fantasie die me meeneemt dan wat ook aan exactewaarneming. De Witoogeend is een superzeldzame broedvogel in ons land met1-3 broedgevallen per jaar. Ook een niet broedend exemplaar is zeldzaam,jaarlijks worden er maar enkele tientallen in heel het land gezien.

Bijzondere waarnemingenJaap van Diggelen

36

43

Ik denk nog wat na over andere mogelijke zeldzame waarnemingen op bijzon-dere plaatsen zoals een Soldaatje (orchidee) op het terrein van de Generaal-Majoor de Ruyter van Steveninck kazerne te Oirschot. Of een Monniksgier dielandt op de Abdij van Berne in Heeswijk. Wat te denken van een Renvogel oprenbaan Duindigt bij Wassenaar? Of een Kwartel bij een doveninstituut. Ofvan een Nijlgans op de Maas, een Kerkuil op een Moskee, een Strontvlieg opeen appeltaart, een Grote burgemeester (vogel) in een klein dorp of eenLaatvlieger (vleermuis) in de ochtendschemering? Nog gekker: een Atlasvink opeen GPS-apparaat, een Fluiter op een voetbalveld, een Lammergier in eenshoarmatent, een Boomklever op een stickervel, een Ringmus in eenjuwelierszaak of een Relmuis in een ME-busje.Met erg veel geluk kun je ook dieren of planten samen aantreffen. Een Zwaard-vis die opzwemt met een Degenkrab. Een Dwergmuis onder de Reuzenbalse-mien. Een Schaamluis op een Haarmuts (mos). Een Kleermot op een Grote

mantelmeeuw, een Zadelrob op een Zeepaardje, een Appeltak (nachtvlinder) ineen Perenboom, een Hoofdluis op een Kaalkopje (paddenstoel) etc. etc. etc. Ikword gek: met alleen al in Nederland meer dan 30.000 soorten is er geeneinde aan de woord-soort-associaties....Tijdens het schrijven van dit stukje realiseer ik me pas dat ik recent hetblindeninstituut te Grave heb bezocht met een vriendin die daar werkt. Pas nuvallen me de schellen van de ogen. Haar werkgever Visio is het in Grave enomgeving bekende blindeninstituut! Vreemd dat mijn associatief vermogen metoen zo in de steek liet, anders had ik misschien de Witoogeend als nieuwesoort kunnen scoren. Een week daarvoor was hij er nog gezien volgensWaarneming.nl. Duidelijk een gemiste kans. Wie is hier nu blind? ❀

44

HagedissenAlle in ons land voorkomendehagedissen komen ook in Frankrijkvoor, dit zijn: levend barende hagedis,zandhagedis, muurhagedis en hazel-worm. Deze laatste is een slangachtigdier dat tot de hagedissen gerekendwordt. Daarnaast komen in Frankrijknog een paar kleine, plaatselijkvoorkomende soorten voor die ikbuiten beschouwing zal laten. Tweegrote hagedissen: de smaragdhagedisen de parelhagedis komen wel aan deorde.Verder nog de in Frankrijkvoorkomende gekko’s en een skink.

De zandhagedis (Lacerta agillis)We kwamen de zandhagedis tegen inopen structuurrijke plekken in bossen,bijvoorbeeld in de Limousin maar ooklangs rivieren als de Aigues en langsde Rijn in de Elzas.

Het was 1995 en we waren naar deElzas en het Zwarte Woud getogen omeventuele voortplantingshabitats van de

zalm naar waarde te kunnen schatten(daarover later).Lopende op een parallelweg langs deRijn stuitten we op een hoog zand-plateau waarop een enorme steen lag.Hieronder leek een hagedis weg teschieten. Omdat ik zeker wilde zijn omwelke soort het ging kantelde ik desteen, wat maar net lukte. De moeitewas niet voor niets want er kwam eenmooi mannetje zandhagedis tevoorschijn. Nadat we het dier haddenbekeken liet ik hem een meter of tienverderop weer los. Daarna werd desteen voorzichtig weer terug gekanteld,maar… in een flits zag ik dat de fraaiehagedis er op het laatste moment weer

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

De andere reptielen van Frankrijk (deel 2)André van den Berg

Vanwege de leuke reacties op mijn ervaringen metschild-padden in ‘Altenatuurtje’ nr. 98 wil ik ook graagde andere in Frankrijk voorkomende reptielensoortentoelichten. Er valt over deze soortgroep heel wat tevertellen, dus zal ik me beperken tot ervaringen engebeurtenissen die me het meest zijn bijgebleven ofin mijn dagboeken staan vermeld.

45

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

onder schoot! Daar ik twijfelde aan degoede afloop heb ik steen weer teruggekanteld om er zeker van te zijn dathij nog leefde. Maar dat was niet zo, hijwas dood. Het was een van deonbedoelde ongelukken die ik maaktetijdens m’n omgang met de natuur waarik veel van heb geleerd. Daarom vertelik nu aan anderen dat tijdens eeninventarisatie van dieren, bij hetkantelen van allerlei objecten zoalszwaar hout en stenen, de dieren weg tenemen en pas na het terug kantelendichtbij dezelfde plek onder dekkingterug te zetten. Onder dekking omdatze anders van de stress alle kanten opvliegen. Ze vinden zo zelf gemakkelijkde juiste plek terug. Op druk belopentrajecten, bijvoorbeeld in Zuid-Limburg,heb ik in het verleden meerdere malendieren geplet onder stenen aange-troffen. Allemaal onbedoeldeongelukken.

Levendbarende hagedis (Zootocavivipara)Deze kleine hagedis kun je soms inminimale habitats aantreffen, bijvoor-beeld op een oude onbehandeldeeiken paal in een afrastering maar

ook op open plaatsen in bossen enbosranden en in heide of pijpenstrolangs vennen. Zijn voorkeur gaat uitnaar vochtige terreindelen, waar hijzijn habitat vaak deelt met de adder.Dergelijke habitats troffen webijvoorbeeld aan in de Sologne,waarin natte kwelrijke bossenvoorkomen.

De muurhagedis (Podarcis muralis)

In Nederland komt de muurhagedisalleen voor in en rond Maastricht. Inhet verleden hebben acties van BertKruintjes (Ravon) er voor gezorgd datde soort voor Nederland behoudenbleef. Dit door middel van eentijdelijke bijkweek in terraria en doorverbetering van de habitats, dietijdens de restauratie van oudevestingwerken (Hoge Fronten) speciaalgeschikt zijn gemaakt (o.a. doormiddel van steen boringen) voor dezedieren. De soort schijnt zich nu weerwat uit te breiden.In Frankrijk is de muurhagedis naarmijn mening de meest voorkomendereptielensoort. En zoals je dat vakerziet wanneer een soort qua populatie-

46

omvang ‘uit z’n voegen groeit enoverloopt,‘ lijkt ook de muurhagedis inFrankrijk vaak met kwalitatief minderehabitats genoegen te nemen en isdaarom aan te treffen op nietverwachte plaatsen.

Hazelworm (Anguis fragilis)De hazelworm wordt door dewetenschap als een pootloze hagedisgezien maar lijkt het meest op eenslang. In Nederland wordt hij vooral inhet oosten en zuiden van ons landaangetroffen in kalkgraslanden,bosranden, heidevelden, spoorbanenenz. Zijn voorkeur gaat uit naarstructuurrijke vochtige plaatsen en eenstrooisellaag of andere plek waarinopwarming mogelijk is. In Frankrijk isdat ook zo, je kunt hem daar in vrijwelhet hele land aantreffen, zelfs in deranden van het agrarisch gebied.

Een tic van ons (Ina en André) is wel hetopzoeken van een source oftewel debron van rivieren en beken. Zo dedenwe dat al bij de Seine, de Loire, deMarne enz.Om ook eens te zien waar de Maasontspringt waren we op het Plateau de

Langres aangeland. We liepen op eenlandweggetje in een fraai kleinschaliglandschap met weiden, bossen en allerlei’overhoeken’ totdat we bij een oudeverlaten boerderij terecht kwamen.Langs een pad lagen daar twee halfroestige golfplaten die ooit eens op deoude schuur hadden gelegen, ja… daarmoest ik natuurlijk even onder kijken.Voorzichtig werden de golfplatenopgetild en…ik kon m’n ogen nietgeloven…hele trossen hazelwormenlagen daar in groepjes bijeen. Totaal

geschatte aantal zo’n 40 tot 50 stuks inalle leeftijdsfasen: juvenielen maar ookenkele dieren van 35 à 40 cm. Om zerustig te houden heb ik er geenopgepakt. Het was een cadeautje enheb er ook nooit meer zoveel bijeengezien!Tegenwoordig worden golfplaatjesregelmatig tijdens inventarisatie- enveldonderzoek gebruikt.

Smaragdhagedis (Lacerta bilineata)Zeker een van de mooiste en grootstehagedissen van Frankrijk is desmaragdhagedis en de naam zegt hetal, het is een juweel om te zien.

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

47

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

Behalve in het uiterste noorden is hij inheel Frankrijk aan te treffen in zeeruiteenlopende milieus zoals: duinen,langs rivieren, rotsen, bermen enbosschages.Ze zijn snel en vangen van alles, ookhagedissen horen daar bij.

We waren in de (voor)Alpen aangelanden kwamen een camping op rijden.De camping was leeg maar dat over-komt ons (tot ons genoegen) wel vaker.We draaiden de auto met caravan ineen strategische hoek zodat we hetlandschap goed konden overzien. Hetgras was mooi kort gemaaid en bij delaatste draai zag ik een muurhagedisvoor ons uitschieten die waarschijnlijkop deze plek aan het mieren eten was.Voor dat de auto tot stilstand kwamschoot een grote smaragdgroene pijl uitde maairand richting muurhagedis. Nogvoor we de deur hadden geopendvluchtte de smaragd groene pijl met demuurhagedis in z’n bek de maairandweer in.In enkele seconden had zich een kleinmaar natuurlijk drama voltrokken. Wijhadden de prooi onbedoeld opgejaagd,de smaragdhagedis had er doeltreffend

gebruik van gemaakt, de mens had inecologische zin een zichtbare rolgespeeld (al wordt dit meestal niet zogezien).

Parelhagedis (Lacerta lepida)De parelhagedis is met een lengte vanmaximaal 60 cm de grootste hagedisvan Europa.Het is een fors dier met een zwaargebouwde bek. Van een volwassendood gereden dier kon ik de bek eensnader bekijken, deze bleek toen zo’n55 mm. lang en 50 mm. breed temeten!Zijn areaal bestrijkt de Fransezuidkust, de Cevennes en het stukjeAtlantische kust onder Bordeaux. Deparelhagedis, de naam zegt het alweer, is schitterend getekend en hetbest te herkennen aan de fraaieblauwe balletjes op de flanken en deblauwe keel van het mannetje.Je kunt ze aantreffen in open en warmterrein: duinen, open bos, struikgewas,verwilderde olijf of wijngaard, langsbeek/rivieroevers en ruige stenigehellingen.Eens kwam ik er toevallig een tegen inde Cevennes toen ik achter eenbijzondere vlinder aan zat op eendoodlopend pad langs de rotsen. Opzijn achterste poten staande liet hijeen sissend geluid horen waarmee hijduidelijk aangaf dat hij niets met mete maken te wilde hebben. Gelukkigglipte hij snel langs me heen, want inhet nauw gebracht schijnen ze tot deaanval over te gaan.Een andere keer trof ik er een aan in

48

een afgedankte verroeste graaf-machine. Telkens wanneer ik in debuurt kwam was hij daarin te vinden.De fraaiste ontmoetingen had ik welvanaf een unieke plek op een cam-ping die grensde aan een kleinnatuurlijk bos en een droogbeek (beekwaarin normaal alleen wat kwelwaterstroomt).

We stonden in een stille hoek onder eenwintereik vanwaar er goed uitzicht wasop het Mediterrane bos en de omgevingterwijl ik zelf in de dekking kon blijven.Met de kijker het bos en de beekafzoekend naar met name slangenhoorde ik op een gegeven moment watgeritsel…Schimmig kwam een forse parelhagedisuit de struiken te voorschijn om zicheven later beter te laten zien met eenlange staart die uit z’n bek hing. Of destaart van een hagedis of van een slangwas kon ik niet zien want hij verdweensnel in de kruidlaag.

Een aantal uren later was er weerspektakel en vloog een parelhagedis alseen dolle achter een jonge rat aan diehij ook nog te pakken kreeg en daarnauit het gezichtsveld verdween!De bruine rat had hier een ongewoonnest, hoog op een dikke tak van eenwintereik, maar was het wel een ratvroeg ik me af…Het kon ook een vande forse geelhalsbosmuizen zijn geweestdie s ’nachts aan de laurierzadenknaagden boven onze caravan enwaarvan we soms wakker werden. Daarben ik niet achter gekomen, maar welkregen we een beetje zicht op wat zo’nparelhagedis aan kan en hoe snel zijnaanval kan zijn.

Gekko’s en skinkLangs de Franse zuidkust en op deMiddellandse zee eilanden komen 3soorten gekko’s voor: de muurgekko,de Europese tjitjak en debladvingergekko. De eerste 2 zijnredelijk algemeen en te spotten op

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

49

muren, huizen, rotsen en soms inpalmbomen. Ooit vond ik een teergezelschap van 2 juveniele tjitjaks(3 cm) in een palmblad.De bladvingergekko komt zeldzaamvoor, voornamelijk op de eilandenvoor de Franse zuidkust (met name Ilesd’Hyères).Van de skinken komt in Frankrijkalleen de gestreepte hazelskink voor.Waarschijnlijk is de trefkans hetgrootst in het gebied in en rond deCamarque, Alpilles en de Crau.

Tot slot:Voor het spotten van hagedissen is hetvan belang een gebied of route tekiezen waar ook veel prooien voor desoort te vinden zijn. Een route langsallerlei warme structuurrijke plekken ofovergang-situaties in of bij bosranden,heiden, muren enz. met voldoende zoninval levert het meeste op. Hierbijspeelt ook de tijd van het jaar en van

de dag een rol. Blijf voortdurend eenpaar meter voor je uitkijken enluisteren.Wanneer je een hagedis om de eenof andere reden moet vangen is hetbelangrijk de staart te ontzien omdatdeze gemakkelijk af breekt. Het isvoor deze dieren een belangrijkemanier om aan predatoren teontkomen. De staart groeit weer aanmaar zal altijd kleiner blijven. Somsontwikkelt zich een dubbele staart (ziefoto onder van een muurgekko). Dezebijzonderheid heb ik ook bijsalamanders en vissen aan getroffen.Om hagedissen te fotograferen kun jeze het best zo laag mogelijk bena-deren. Dus op je buik liggend zijn zehet minst schuw en is succes verzekerd.

In een volgend ‘Altenatuurtje’ komt hetlaatste (deel 3) van de reptielen aanbod, namelijk: ‘De slangen vanFrankrijk’. ❀

Reptielen in het Land van Heusden en Altena Exact 10 jaar geleden, op 4 september 2004 ontdekte ik een schildpad in de gracht van Fort Giessen. Ik schreef toen in nummer 67 van het Altentuurtje een stukje met als titel Altena’s eerste reptiel? Dat vraagteken is nodig want wie zal ooit weten wat er aan reptieligs in de loop van de geschiedenis in onze streek heeft geleefd. De waarnemingshorizon, gedocumenteerde meldingen van welke diersoort dan ook in onze omgeving, ligt ergens rond 1950. Er moet maar toevallig iemand in de eeuwen daarvoor geschreven hebben over slangen, hagedissen of schildpadden in ons gebied, om daar nu nog weet van te hebben.Toch is het voorstelbaar dat ooit de Ringslang (nu nog steeds inheems in veengebieden) en de Europese moerasschildpad (tot in de 19e eeuw inheems) in ons gebied hebben geleefd. Voor adders, gladde slangen of hagedissen lijkt onze streek te vochtig, venig en te weinig zandig. Het ‘eerste reptiel’ waar ik 10 jaar geleden over schreef was een uitgezet exemplaar van een ondersoort uit de groep van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). Er zijn drie ondersoorten die in ons land worden gezien: De roodwangschildpad - Trachemys scripta elegans De geelwangschildpad - Trachemys scripta troostii De geelbuikschildpad - Trachemys scripta scripta Het zijn uitgesproken water/moerasbeesten die vaak in dode rivierarmen, stadsvijvers of vestinggrachten, stilstaande wateren dus, worden aangetroffen. Meestal zonnend op een stuk drijfhout of een tak van een omgevallen boom die vanaf de oever in het water reikt. Het zijn schuwe beesten, meestal floepen ze alweer het water in voordat jij ze hebt ontdekt. Vogelaars, die met hun kijker het wateroppervlak afspeuren naar eenden, stuiten bij toeval op een zonnende schildpad in hun beeldveld. Door hun kijker blijven ze op voldoende afstand om het beest niet te verstoren. Afgelopen zondag, 7 september zag ik in de dode maasarm in de Wijksche Waard opnieuw een exemplaar wegduiken vanaf een drijvende wortelstok van een gele plomp of waterlelie waarop hij zat te zonnen. Ik had te weinig tijd om te bepalen of het om een roodwang, een geelwang of een geelbuik ging. Nieuwsgierig geworden naar het voorkomen van deze enige reptielensoort in het Land van Heusden en Altena, keek ik thuis de waarnemingen door die tot op heden zijn ingevoerd op waarneming.nl. Op onderstaand kaartje is te zien dat er in totaal op 10 plaatsen lettersierschildpadden zijn waargenomen. Kaartje wordt nog nageleverd Rood- en geelwangschildpadden en ook de geelbuikschildpad komen voor in grote delen van de VS en Mexico. Door hun sierlijke uiterlijk zijn ze in veel landen ingevoerd als aquarium- of vijverdier. Veel ouders kopen de lieve kleine roodwangetjes voor hun kinderen. Met het opgroeien van de kinderen groeien ook de schildpadjes van hun aanvankelijke 5 cm naar een decimeter in 5 jaar tijd, dan zijn ze ook ongeveer volwassen. Daarna groeien ze nog door tot wel 30 cm. Dat is ook vaak de grootte van de dieren die in het veld worden aangetroffen. De aanvankelijke lieverdjes veranderen in grotere (bijtgrage?) alleseters, kinderen kijken er niet meer naar om en ouders zien zich gedwongen om het stinkende schildpadverblijf af en toe zelf te verschonen. Er komt een moment dat ze dit helemaal zat zijn. Een schildpad is niet direct het dier om te laten inslapen bij de dierenarts. Fysiek is het ook erg lastig om het beest om te brengen, het is niet bepaald een mug die je plat slaat of een slak die je plet met je schoen. Levend in de container gooien zal zeker voorkomen maar gaat kennelijk velen te ver. Dumpen van het levende dier in een sloot, vijver of gracht is kennelijk voor velen de meest humane (lees minst gewetensbezwarende) oplossing. De waarnemingen op bovenstaand kaartje bevestigen dit: dieren werden gevonden in de Bakkerskil, een vijver in een woonwijk in Werkendam, de nevengeul in

50

Tijdens het schoonmaken van de oeverzwaluwen wand in het najaar van2014, in de Struikwaard bij Andel, constateerden we dat er vier gatenmogelijk door ijsvogels gebruikt waren om in te broeden. We vroegen ons afhoeveel paartjes er gebroed hebben in de wand? Een artikel in deVolkskrant gaf wat meer duidelijkheid. ‘Het mannetje zoekt in hetbroedseizoen het territorium uit en gaat zitten roepen. Als er een vrouwtje opaf komt, dan krijgt ze visjes. Het mannetje maakt zich dan lang, zodat zijnborst goed te zien is. Daarna gaat hij weer een nieuw visje vangen. Als hetvrouwtje het mannetje heeft goedgekeurd, maakt hij een gaatje in een wandof in een wortelkluit, de beoogde broedplek. Het vrouwtje helpt daarnamee. Ze maken een gangetje van ongeveer 80 centimeter diep, net als deoeverzwaluwen. Als ze de gang aan het graven zijn, kunnen ze nietomdraaien, dus komen ze er achteruit lopend weer uit. Aan het einde van degang maken ze een nestkamer. Als die klaar is, kunnen ze wel omdraaien.Dan komen ze met de kop naar voren naar buiten. Vervolgens gaan zebroeden, drie weken. Als de jongen er zijn, zitten ze in een kringetje bijelkaar. Het jong dat voor de nestgang zit krijgt eten en schuift dan door.Intussen maakt het mannetje alweer een nieuwe nestgang, voor een tweedelegsel. Als het mannetje de jongen nog aan het voeren is, zit het vrouwtjealweer op de eieren in de tweede nestkamer. Ik denk daarom dat er in2014 twee paartjes ijsvogels hebben gebroed in onze oeverzwaluwenwand.De jongen blijven nog een dag of drie in de buurt en worden dan noggevoerd. Daarna worden ze weggejaagd. Intussen leren ze vissen. Het issowieso prachtig om te zien hoe ijsvogels dat doen. Meestal vanaf een tak,steil naar beneden, met de snavel als een dolk in het water. Soms vliegen zeook op, bidden een beetje in de lucht en duiken dan naar beneden. Dannemen ze het visje mee naar een tak. Kleine visjes knijpen ze dood, maar als

IJsvogelsHerman van Krieken

51

het een grote vis is, schuiven ze hem in de snavel een beetje naar rechts enlinks en slaan hem in twee, drie klappen dood op de tak. Je ziet jongeijsvogels soms oefenen met een takje in hun snavel, waarmee ze gaanmeppen. Een ijsvogel hoor je meestal eerder dan je hem ziet. De naamijsvogel is overigens misleidend. IJs is juist de grootste vijand van de ijsvogel.Er zijn twee verklaringen voor die naam. Vroeger had je de grootste kans omeen ijsvogel te zien in de winter, nabij een wak in het ijs, op zoek naar vis. Denaam kan ook een verbastering zijn van het Duitse Eisesvogel, waarbij jemoet denken aan de kleur van staal. Het is hoe dan ook een slechte naam.Het Engelse kingfisher is veel leuker en adequater. Want je ziet het al aanzijn dolkvormige snavel: hij is gemaakt om vissen te pakken. Ook wordt doorde vorm het druk verschil geminimaliseerd als hij in het water duikt. De snavelheeft Japanse ingenieurs zelfs geïnspireerd bij het ontwerpen van de neusvoor de hoge snelheidstrein Shinkansen. IJsvogels hebben geprofiteerd vande zachtere winters vanaf eind jaren negentig. In het record jaar 2008waren er zeker duizend paar. Maar één koude winter, zoals in 2009, kanalles weer tenietdoen. Toch gaat het beter. Ook omdat het water schonerwordt en beekjes worden hersteld.’

Al vele jaren broeden ijsvogels in de oeverzwaluwenwand in de Struikwaard.Tussen de broedende oeverzwaluwen voelen ze zich blijkbaar prima thuis.Zowel eind maart 2014, bij het openen van de afgesloten gaten, als eindseptember bij het schoonmaken van de nesten, zat er een ijsvogel op één vande stokken die we als laatste van onze werkzaamheden geplaatst haddenaan de zijkanten van de wand. Op zaterdag 28 maart 2015 zaten er zelfstwee ijsvogels op de stok aan de rechter kant van de oeverzwaluwenwand.Vanaf de dijk konden we deze kleurrijke vogels goed bewonderen met onzeverrekijkers en telescopen, alsof ze ons wilden bedanken voor onze noestearbeid. ❀

Bewerking artikel De IJsvogel Volkskrant 24 januari 2015 met extra info van het internet.

52

De treurhazelaar bloeit met minieme paarse bloemetjes. De kers laat z’nknoppen iets zwellen.In de Kringloop wordt de paas-expositie weer ingericht. Takken van hazelaar,berk en kers zouden de uitstraling van expositie sterk in positieve richtingbevorderen. Zo werd mij door medewerksters meegedeeld. Dus heb ik detreurhazelaar in de tuin een kopje kleiner gemaakt en met een snoeitang opsteel heb ik kersen- en berkentakken gesnoeid en alle takken keurig op dekringloop afgeleverd. Na die taak ben ik voldaan huiswaarts gekeerd.Wat lokt nu dat positieve voorjaarsgevoel uit. Is dat de zonnestand, immers dedagen lengen lekker. Zijn dat die kleine paarse bloemetjes van de hazelaar ofvormen de gezwollen kersenknoppen de hoofdoorzaak van dat lekkerevoorjaarsgevoel? Wat nu precies de oorzaak is weet ik niet maar wel dat ikeen aantal gelukkige momenten beleefd heb.Dat prettige gevoel, dat, in mijn geval, (natuur) planten oproepen, is toch tendele maar aan het voorjaar gebonden. Ik merkte dat op de lezing van Ernst-Jan van Haaften van 26 maart 2015. Hij behandelde voor een zaal van zo’n40 liefhebbers de planten van het Pompveld en de Groesplaat.Als er in zijn verhaal bepaalde namen en/of plaatjes langs kwamen danontdekte ik dat de ene plant een aha gevoel teweeg bracht terwijl er ookcolonnes langskwamen waarvan ik dacht moet ik die kennen? Bij veel plaatjeskon ik wel een begin van een naam oproepen maar het gevoel bleef koud,zullen we maar zeggen. Bij anderen konhet plaatje niet lang genoegvoor blijven staan.Van dat laatste noem ik ereen paar. Krabbenscheer; Eenplant die vroeger veel in onzesloten voorkwam. En bijvroeger bedoel ik van voor deruilverkaveling in de zestigerjaren van de vorige eeuw. In deliteratuur wordt gewaggemaakt van het nut van dezeplant voor de binding van

De charme van het groeien en natuurbeheerJohan Koekkoek

53

stikstof. De plant werd dan ook voor dit doel uit de sloot gehaald en over deakker uitgespreid. Het blijkt een kwetsbare plant te zijn, maar die de met zorgbeheerde sloten snel vol wil doen groeien. En toen Ernst-Jan een volle sloot inhet Pompveld toonde was ik geheel verrukt. De kunst is, zo gaan dan mijngedachten al heel snel, om die sloot niet dicht te laten groeien maar zorgvuldig,gefaseerd, de oude planten met een kraan eruit te halen. Het jaar daarop kandan de aangroei weer beginnen en kunnen we, in iedergeval ik, van de wasdomgenieten.Voor de Grote boterbloemgeldt ongeveer hetzelfdeverhaal. Maar deze is nogveel zeldzamer. Zorgvul-digheid in het beheer, vraagtmisschien bij deze plant welGPS sturing. De standplaatsvan de plant invoeren en dekraan uitrusten met denoodzakelijke zogenaamdeaansturingsmodule.De Egelboterbloem die voorhet Pompveld niet genoemd werd, maar wel even de revue passeerde omdathij zeldzaam is en slechts op drie plaatsen in onze regio gesignaleerd is. Eéndaarvan is in de griend aan de Emmikhovenseweg. Ik heb daar al eerder overgeschreven. En de bloei van de terrein winnende pol wekt bij mij vreugde op.

Tijdens het verhaal over de Groesplaat blijkt dat het positieve prettige gevoelaan de natte kant, dus aan de oever van de meestroomgeul vaker de boven-toon voert dan aan de zanderige kant van de rivierduinen. Ik vind de Kruis-distel, het Kruipend stalkruid, maar ook Muurpeper in volle bloei prachtig maarhet roept dat zwellende gevoel niet op.In mijn tuin heb ik nu zo’n 40 jaar geleden ook een natte natuurstrookgecreëerd. Enkele soorten boeien mij daar elk jaar bij het tot wasdom komenbijzonder zoals de Dotter de Gele lis, de Zwanenbloem maar ook sinds eentiental jaren de beide soorten van het Goudveil. Ik plaats ook elk jaarbehoorlijk wat tulpen in mijn zogenaamde border. Het verschil in beleving bijhet aanschouwen van tulpen en Goudveil is bij mij opmerkelijk.De beleving van de groeispurt van de zogenaamde ‘natte’ planten brengt mijook naar het beheer. Beheren van Krabbenscheer, Grote boterbloem, Riet en

54

Gele lis is essentieel voor het in stand houden van de soort. Juist door datbeheer heeft bij mij de aanwasbeleving, zeg maar dat zwelgevoel, de kanszich te manifesteren. In de moderne tijd waar beheer met grote machinesplaatsvindt is computersturing misschien toch ook gewenst. Het moet mogelijk zijnom bepaalde groeiplaatsen via GPS-besturing de nodige bescherming tegeven. Zo zou bijvoorbeeld de Grote boterbloem in het Pompveld in zo’ncomputerprogramma opgenomen moeten worden.

Op dit moment ben ik in discussie met Waterschap Rivierenland over het beheervan mijn natte natuurstrook door mijn tuin. Het blijkt dat er sloot getekend is opde legger van het waterschap. Met het gevolg dat deze het reguliere beheermoet ondergaan en wel dat van een zogenoemde B-watergang. En dat wilweer zeggen dat ik voor 1 december het riet, de resten van de Gele lis en nogenkele zeggesoorten een kopje kleiner gemaakt moet hebben. Reeds meer dan30 jaar onderhoud ik mijn natuursloot, onze vijver, als natuur. Laat riet de winterover staan, maai de resten van de zegges pas in het voorjaar. En nu komt het:sinds enkele jaren ontvang ik een aanmaning om vooral toch voor 1 decemberde sloot op te ruimen. Hierover heb ik met de dienstdoende ambtenaar mevr.Nussij van het Waterschap gebeld en gemaild. Mijn stelling: De vijver is 40 jaaroud. De eerste 35 jaar hebben jullie nooit enige aanmerkingen op mijn beheeruitgeoefend. Als U vindt dat mijn sloot een B-watergang in uw legger moet zijndan moet U mij daar schriftelijk van op de hoogte stellen en kan ik bezwaarmaken. Dat zal ik dus nu gaan doen. Want ik krijg een boete van € 250 als ikdit jaar de sloot niet voor 1 december gemaaid heb. Geen prettig gevoel.

Nog een nabrander. Sinds vier jaar zit er elk voorjaar een vrouwtje en eenmannetje Wilde eend op derand van mijn bewuste sloot.Nu observeer ik het stelletje aleen paar weken. Ze vindeneen hoopje slootmaaiselprettig om op te zitten.Aanstalten maken voor eenserieus nest kan ik nog steedsniet waarnemen. Ik ga nu voorde stelling: het is eenbejaarden koppel, zij zijntrouw aan elkaar maarbroeden is over. ❀

55

Struikwaard revisited:a la recherche du temp perdu

Jaap van Diggelen

Het is Woensdag 11 maart, over een week hoop ik inRome te zijn maar nu parkeer ik op de dijk bij de

Struikwaard. Beiden, Rome en de Struikwaardhebben hun eigen schoonheid, maar voor nu ben

ik hier gelukkig. Het voorjaar zit er aan te komen en ikga m’n vertrouwde rondje maken. Sinds het ontstaan vandit nieuwe stukje natuur in 1995 bezocht ik het

jaarlijks meer dan tien keer omdat ik deontwikkeling van de biodiversiteit nauwkeurig wildevolgen. Vanaf 2006 kwam hier een beetje de klad

in en uit aantekeningen en via waarneming.nl leid ik af datik er sindsdien slechts 3 of 4 maal per jaar doorheen

struin. De verslagen van mijn rondes, nu inmiddels altwintig jaar, beginnen met een samenvatting van weer,water-stand en datum/tijd zoals hierboven weergegeven.Ik loop het fietspad op dat over de dijk loopt. Door deaanleg van deze nieuwe dijk in 1995 is buitendijks het 15hectare grote natuurontwikkelingsgebied De Struikwaardontstaan. Aanvankelijk wilde het waterschap de dijk palaan de rivier leggen maar in een bezwarenronde werdmet Altenatuur als compromis het huidige tracé vastge-steld: de nieuwe dijk loopt meer dan 100 meter land-

11 maart 2015Hoog water geweest, o.a. grondelputten van eenden,water inmiddels wel enkele decimeters lager.Schaal brug: 90 cm + NAPZonnig helder weer, bijna geen wind.

15:00 – 16:10 uur, rondgelopen.

56

inwaarts, parallel aande rivier, waarbij eenmoerassig buitendijksterrein overschiet metdaarin twee forseplassen. Vanaf de dijkzie ik de gele bloem-hoofdjes van het Kleinhoefblad beneden inhet natuurgebied, ook dit jaar zijn ze weer als eerste inbloei. Als ik ter hoogte van het open stuk kom, ga iknaar beneden, stap over het raster en loop richtingeerste plas. Een aantal Krakeenden vliegt op. Hetland is doorweekt, zompig van het hoge water datrecent is weggezakt. Zo’n tien meter voor dewaterlijn liggen een aantal kratertjes van circa 1meter doorsnee in de zandige bodem. Ik ken zenog van jaren geleden. Mijn theorie is dat grondel-eenden of misschien ganzen, als het water hierenkele decimeters hoog staat, wilde graaf- enslobberbewegingen maken op zoek naar wortelsvan gras e.d. waardoor deze putjes ontstaan.Kennelijk opereren ze al rondjesdraaiend op eenvaste positie.Ik volg de glibberige oever, een fuut op het waterzwemt gewoon door, minder schichtig dan de eenden.Futen zie je zo zelden vliegen dat het altijd weer wennenis. Kunnen ze dat ook, denk je dan. Natuurlijk, want noor-delijke futensoorten (Roodhalsfuut en Kuifduiker) over-winteren langs onze kust, en ze zwemmen heus niet vanScandinavië naar hier. Gracieus om te zien is het nietbepaald, zo’n vliegende fuut. Verderop stuit ik op een wilgjedat is omgeknaagd door een bever, onmiskenbaar. Ik loopde kade op naar de knuppelbrug die het smalle watertussen de beide plassen overspant. Op de brug bloeit, heel50

57

klein, al de Vroe-geling, een wit plantjebehorende tot deKruisbloemenfamilie.Net over de brug iseen forse wilgomgeknaagd dooreen Bever, despaanders die erafgeknaagd zijn liggen er nog, maar zijn niet helder witmeer. Het moet dus al even geleden zijn. Later hoorik van beheerder Bart Pörtzgen dat hij eind januariweer volop verse beversporen heeft aangetroffenin het gebied. Van 2002 tot eind 2004bewoonden de Bevers een burcht die ze botwegaan het eind van het knuppelbruggetje haddengebouwd, half in het talud van het bruggenhoofd.Vanaf 2005 werd het ze kennelijk toch te druk, aldie wandelaars over het dak van hun behuizing,en bouwden ze aan het eind van het wilgenbos,over de brug links, een nieuwe burcht.In januari 2009 werd een dode bever gevondentoen er een forse laag ijs op de plassen lag. Daarnawerd het stil, geen vraatsporen meer, een vervallenburcht en geen waarnemingen. Het zou fantastisch zijnals de Bever nu weer permanent terug is!Door een gigantische wildernis van bramen probeer ik devroegere burcht te bereiken. Kijken of daar aanwijzingenzijn voor recent gebruik. Het lukt niet: ik loop vast in eenjungle van omgevallen stammen en bramen en bovendienkan ik de grote stukken water in dit lage stuk van hetgebied ook met veel omlopen niet vermijden.Ik worstel mezelf door het bos en herinner me dat ik hierergens met onze dochter Rozanne toen ze nog klein wasop een avond planten heb geinventariseerd. De vegetatie

58

begon zich pas net te ontwikkelen, de wilgen van het boswaarin ik nu sta waren nog zaailingen van een meter hoog.Enthousiast zette ik een aantal plotjes uit om de vegetatie-ontwikkeling te volgen. Twee jaar hield ik het vol. Die avond,juli 97, mocht Rozanne mee naar de Struikwaard. Ik noemdede plantennamen en zij was secretaresse. Dat valt niet meeals je acht en een half jaar oud bent, zeker niet als jemoeilijke plantennamen moet noteren. Ondanks geduldigspellen door mij kwamen er verrassende namen oppapier (zie plaatje): roodzenggras moet natuurlijk Roodzwenkgras zijn en de kleine lisdoter lijkt me iets vaneen Kleine lisdodde maar wat te denken vanduimenriet? Ik denk dat ik destijds Duinriet hebbedoeld. Niet slecht geschreven voor een 8-jarigeen verschrijvingen hebben vooral te maken met eenslechte uitspraak door mij. Ik weet nog dat Rozannemeermalen vroeg hoe laat het was want dan zouze toch wel naar bed moeten dacht ze, gehoor-zaam kind. Ik zei dat het wel meeviel met de tijd, ikwas immers blij met haar schrijfwerk. De herinneringaan die avond maakt me wat melancholiek. Waarblijft de tijd?Terug op het padloop ik door en komop de oudezomerdijk. Aan deafdrukken vanwandelschoenen enhondenpoten in dezachte klei te zienwordt het rondjeStruikwaard vooralgelopen doorhondenbezitters. Ikwijk van het pad af52

59

om de Oeverzwaluwwand te inspecteren maar ook hierhoudt hoog water me tegen. Een Blauwe reiger en eenGrote zilverreiger vliegen op. Terug weer naar de kadedan maar. Er vliegt een Aalscholver over en eenWinterkoning duikt weg in de rietruigte. Op de rivier is hetrustig met wat eenden en ook hier futen. Ik ruik de weëelucht van getoaste soja. Het met stoom verhitten van soja(toasten) is een proces dat bij de silo’s in Munnikenlandaan de overkant van de rivier plaats vindt. Zou hetgenetisch gemodificeerde soja zijn? Dat is dacht ik, nogsteeds verboden in de Nederlandse voedingsketen,maar de wegen van Monsanto zijn duister.Voorbij de oude griend die hier al ver voor 1995lag, ga ik rechts omlaag de kade af naar de grotepaddenpoel. Er zwemmen twee meerkoeten maarverder is het er erg rustig. Ik speur met m’n kijkerde dode lisdoddestengels af, op zoek naar deBruine winterjuffer die ik ooit eens hier vond.Helaas vergeefs.Even later hoor ik vaag een Tjiftjaf zijn bekendeTie-Ta tweeklank roepen. TJIFTJAF? Dat is deeerste dit jaar. Hij klinkt wat schor en zwakjes. Netgearriveerd van een lange reis uit Afrika en nog nietop krachten vermoed ik, maar roepen zal ie. Ik volgde teen van de winterdijk. Hoog tegen de blauwe luchtzie ik een roofvogel. Een compact beest die z’n vleugelssamentrekt en in een lange vlucht naar beneden glijdt. Alshij lager komt realiseer ik me pas hoe lang zijn glijvlucht isop het moment dat hij een eind verderop tussen de toppenvan de bomen over de afsluitdijk uit zicht verdwijnt.Gedrag, gedrongen vorm en de lichte buik wijzen op eenSlechtvalk.Aangekomen bij het klaphek aan de voet van de dijk,ongeveer midden in het gebied, tuur ik met de kijker deoeverzwaluwwand af. Drie gaten in de muur zijn niet

60

afgedopt door de Vogelwerkgroepleden. Vaag herinner ikme dat Herman van Krieken het hier over had: drie gatenwaren in gebruik bij de IJsvogel en daar was geen dop opgedaan. De broedgang van een IJsvogel is niet te missendoor de penetrante vislucht die eruit meurt. Alle anderegaten worden jaarlijks in september schoongemaakt, vannieuw zand voorzien en afgesloten met een dop zodat bijhoog water het zand niet wegspoelt. Het jaarlijksterugkerend ritueel van ‘ontdoppen’ kan nog wel wachtentot eind maart: voorlopig is er nog geen Oeverzwaluwte zien.Uit het niets komt laagvliegend een donkere roofvogelvoorbij. Hij glijdt over het knuppelbrugje en volgt hetwateroppervlak, tot aan een meerkoet die krijsendalarm slaat. Nergens voor nodig die angst, want demeerkoet is echt een maatje te groot voor dezerover. De Meerkoet gepasseerd, verdwijnt hij in hetwilgenbos. Duidelijk een sperwer, ik meen eenmannetje.Ik loop over kort gegraasd gras waar de bloempjesvan de Madelief als sneeuwvlokjes overheen zijngestrooid, zo lijkt het. De bloemsteeltjes zijn zo kortomdat er is niets om bovenuit te hoeven steken.Opnieuw ga ik over het bruggetje en dan naar rechts,het pad buitenom volgend. Ik steek dan na zo’n honderdmeter het bos in omde plas weer tebereiken. Het is luchtigbos met open plekkenen de bomen varieren:abelen, populieren,berken zelfs hier endaar een eik maar hetzijn toch vooral wilgen,heel veel wilgen.54

61

Bovenin hoor ikmeesachtigegeluiden: Kool- enPimpelmees.Ik bereik de stoerebank die BrabantsLandschap heeftgeplaatst en gaeven zitten om deplas te overzien. Een roepende Buizerd komt vanrechts aanvliegen, een Gaai komt door de bosrand.Ik hoor staartmezen aan de overkant van het watermaar kan ze niet ontdekken. Na lang turen zie ikwat bewegen in de ondergroei. In de kijker zie ikeen licht meesje met lange staart: bingo. Ik sta open loop door. Een klein stukje verder opnieuwStaartmezen maar nu vlakbij in de bomen. Ik bennu weer bijna vooraan in het gebied, op hetzandige stuk waar zomers uitbundig deMuurpeper bloeit.Terugkerend naar het toegangshek, hoor ik eenbekend putterachtig liedje maar het klinkt zo mooi,zou het toch iets bijzonders zijn? Na even zoekenvind ik bovenin een boom inderdaad Putters. Voor ikde auto weer instap zie ik ineens een slanke vogel ineen boomtop: het blijkt een Torenvalk te zijn. Dit is devierde roofvogelsoort die ik binnen een uur tijd zie in eengebied van 15 ha. Het gaat uitstekend met de roofvogelsin ons land!!Het voorjaar zit er niet alleen aan te komen maar iseigenlijk al begonnen met volop zon en een aangenametemperatuur. De overwegend dode vegetatie en kaletakken zullen snel tot leven komen. Na de winterse doods-heid is er ieder jaar weer nieuw leven: Life revisited! ❀

62

Waarnemingenvan november 2014 t/m april 2015Rinus Punt

Datum Waarneming Plaats en Waarnemer

12 nov. 1 Groene Specht Dussen, tuin, Machteld de Graaff24 nov. 5 Patrijzen weiland naast huis26 nov. 1 IJsvogeltje Drongelen2 dec. 1 Goudhaantje Sleeuwijk, boomgaard, Hylke Tromp10 dec. 2 Gr. Bonte Spechten14 dec. 7 Patrijzen Genderen, Peer Vos24 dec. 1 Casarca eend tussen Groesplaat, Henk v. Diest

6 nijlganzen

27 dec. 1 Goudhaantje Oudendijk, tuin, Lammie Kuypers27 dec. 1 Appelvink Eendenveld, tuin, fam. Mollenvanger28 dec. 1 Gr. Bonte Specht Dussen, tuin, Machteld de Graaff30 dec. 9 Patrijzen Drongelen, Jan en Elly Honcoop31 dec. 1 Ransuil tegen raam Genderen, fam. Van Hemert

gevlogen door hetoverdag afstekenvan vuurwerk,gelukkig overleefd!

31 dec. 12 Patrijzen Rotonde Andel, Fam. Hoevenaren2 Goudhaantjes tuin1 Gr. Bonte Spechtgroep Staartmezen

31 dec. 2 IJsvogels Sleeuwijkse haven, Henk v. Diest1 Grote zaagbek

63

Bedankt voor het melden, ik blijf op mijn post om de nieuwe waarnemingente noteren!

Met vriendelijke groet,Rinus PuntHoofdstraat 48,4265 HL GenderenTel. 0416-352301 of 06-48638377e-mail: [email protected]

Datum Waarneming Plaats en waarnemer

13 jan. 5 Patrijzen Rijswijk, op het erf, fam. Westerlaken14 jan. 4 Grote zilverreigers Klaverplak, Petra Furster

1 Dode Wezel20 jan. 1 Gaai Genderen, op vogelvoer, John de Rijk20 jan. 9 Staartmezen Sleeuwijk, tuin, Els Capelle22 jan. 1 IJsvogel Giessen, Heuvelkamp, Wim Smits25 jan. 110 Groenlingen Groesplaat, Jeanette Pollema28 jan. 40 Putters Giessen, Almbos, Wim Smits28 jan. 1 Steenuiltje Eethen, op z'n honk, Els Dekkers21 febr. 3 Patrijzen Almkerk, Hoekske, Sjaak Schreuders23 febr. 1 Gr. Bonte Specht Andel, tuin, fam. Hoevenaren

1 Groene Specht11 mrt. 1e Kievitsei Altena Drongelen, Jeanette Pollema

25 mrt. 1 Zomertalingen-paar Sleeuwijk, Hoeve Kraayeveld,3 Krakeenden-paren Carine v. d. Knijff1 Scholeksters-paar

7 april 2 Boerenzwaluwen Drongelen, Tol, Weidevogelgroep(eerste) Genderen

64

Een presentje kopenHerman van Krieken (voorzitter Kringloopcentrum Altena)

Op zaterdagmorgen ga ik af en toe naar het Kringloopcentrum inAlmkerk om de buitenboel een beetje schoon te maken. Ookverzorg ik soms de planten en de leilinden. Op zaterdag 7 maartwas ik al vroeg koffie aan het drinken met o.a. Henk Kraaijkampdie meestal rond 8.00 uur al aanwezig is. Na de koffie zocht ikwat spullen bij elkaar om aan de slag te gaan. Meestal start ikbij Kerkstraat 3 tegenover de garage van Van de Water. Deburen op Kerkstraat 5 hebben naast het Kringloopcentrum eenschuur gebouwd en waren nu aan het straten. Daarom begon ikop de hoek van het woonhuis en werkte naar de onoverzichtelijkekruising. Ineens stond de vrouw van een ICT collega voor m’n neus.Ze wonen in De Lier dichtbij Naaldwijk, gemeente Westland.Samen met haar twee zussen komt ze regelmatig naar Almkerkom uren rond te snuffelen in onze Kringloopwinkel. Ze was tochweer verkeerd gereden en zag mij toen aan het werk voor het

65

pand. Na een leuk gesprek verontschuldigde ze zich want haar zussenzouden zich afvragen waar ze bleef. Samen met Henk snoeide ik destammen van de oude leilinden bij Kerkstraat 1. Henk vond boven ineen linde een nest met een mummie van een tortelduif. Rond 10 uurging hij naar binnen en werkte ik richting de oude ingang van dewinkel waar nu de goederen worden ingenomen. Er stopte eenbuurtbus en een oudere mevrouw liep moeizaam richting de inname. Iksprak haar aan en vertelde dat de ingang tegenwoordig op hetparkeerterrein is te vinden. “Waar is dat precies”, vroeg ze. “Ik komeen presentje kopen”. Ik liep met haar mee, liet haar de ingang zienen wenste haar een prettige dag. Automobilisten vroegen me waar devoetbalvelden van Almkerk zich bevonden en waar ze een bloemistkonden vinden. Steeds weer opnieuw moest ik bezoekers op denieuwe ingang wijzen die toch ook al weer ruim 8 maanden in gebruikis. De officiële opening was op 4 juli vorig jaar.

Rond 12 uur besloot ik naar huis te gaan om een hapje te gaan etenen in onze tuin te werken. Aan de overkant bij de buren op de stoep,ter hoogte van de inname, stond de mevrouw van het presentje. Ikvroeg haar of het gelukt was? “Ja, geen enkel probleem”. Vervolgensvroeg ik haar waar de buurtbus haar heen zou brengen. “NaarWaalwijk”, antwoordde ze. Mijn volgende vraag betrof het feit dat

66

Waalwijk ook een Kringloop heeft. “Ja dat weet ik, daarwoon ik praktisch naast. Maar ik heb zoveel goede verhalenover de Kringloop in Almkerk gehoord dat ik vanmorgenbesloot om er maar eens te gaan kijken. Volgende keer komik wat langer hoor want nu was het eigenlijk te kort”. Debuurtbus stopte en ze haastte zich naar de bus. Ik wenstehaar opnieuw een prettige dag en liep naar mijn auto.Sjoerd, onze directeur, heeft een koffieautomaat geregeldwaar u voor 50 euro cent een lekker kopje koffie kuntverkrijgen. Ook een cappuccino of een latte macchiatobehoort tot de mogelijkheden, voor deze luxe versnaperingbetaalt u slechts een euro. Een bezoek aan hetKringloopcentrum in Almkerk is een waar avontuur nu het noggroter is geworden. Vele kamers en ruimten vol metbruikbare goederen voor een schappelijk prijs. Kom ook eenskijken voor een ontdekkingstocht opzoek naar uw eigenhoofdprijs. Het personeel krijgt veel complimenten en opzaterdag 7 maart kreeg ook ik de nodige positieve verhalente horen van onze klanten. Het mooiste compliment kregen wenatuurlijk van de mevrouw uit Waalwijk die heel bewust metde buurtbus haar presentje kwam kopen in één van demooiste Kringloopwinkels van Nederland. ❀

67

Kringloopcentrum AltenaKerkstraat 1, 4286 BA Almkerk. tel. 0183-403080

NIEUWE MEUBELEN?GROTE SCHOONMAAK?

OPRUIMEN?VERHUIZEN?

Bel maandag t/m vrijdagvan 9 tot 12 uur

het Kringloopcentrumvoor het ophalen van al uw

bruikbare spullen!

BANKJE NODIG?OF EEN LEUKE BLOUSE?

OF SERVIESGOED?OF DAT ENE BOEK?

Bezoek de Kringloopwinkelop de hoek van deKerkstraat en deWoudrichemseweg

in Almkerk!

OPENINGSTIJDEN KRINGLOOPCENTRUM

afgeven bruikbarewinkel goederen

maandag 13.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurdinsdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurwoensdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurdonderdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurvrijdag 09.00 - 17.00 uur 09.00 - 17.00 uurzaterdag 09.00 - 16.00 uur 09.00 - 16.00 uur

- Inzameling - & Verkoop bruikbare goederen- Educatie & Voorlichting- Recycling

68

Doelstelling van de vereniging:

We willen een bijdrage leveren aan het behoud en het bevorderen van debiodiversiteit in het Land van Heusden en Altena. Dat doen we o.a. door overleg metzoveel mogelijk personen of groepen waaronder overheden zoals gemeenten enprovincie.

Werkgroepen: Activiteiten:- Beheercommissie - Natuurwandelingen- Fort-educatie - Lezingen- Vogelwerkgroep - Diverse inventarisaties- Milieu en Klimaat - Nachtvlindernacht- Weidevogelbescherming - etc.- DEcAB- Kringloopcentrum Altena

AANMELDINGSKAART

Ja, ik wil ook meehelpen de natuur

in het Land van Heusden en Altena

te beschermen. Noteer mij daarom

als lid / jeugdlid / gezinslid.

Natuurbeschermingsvereniging

ALTENATUUR

p/a. Mw. J. Pollema

Dr. v. Vuurestraat 76

4271 XH Dussen

naam: ______________________

straat: ______________________

postcode: ________ ____

plaats: ______________________

tel: _________________________

e-mail: ______________________