susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht....

48
Beroepsopdracht Amsterdamse kinderen en leraren in beeld OMGEVING

Transcript of susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht....

Page 1: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

BeroepsopdrachtAmsterdamse kinderen en leraren in beeld

OMGEVING

PABO deeltijd verkortJaar 1, groep A

Susanne van der WerfPeter OttenJeroen OverweelMarjorie SchaapWendhy VisSarah WastiauxEdli Yosef

Page 2: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Op welke wijze is de omgeving in een grootstedelijke contect van invloed op het scheppen van een goed onderwijsklimaat? De volgende vraag die we moeten stellen om het onderwerp en onderzoeksveld nader te preciseren en te concretiseren is:

Wat zijn de belangrijkste factoren die van invloed zijn op die omgeving en dus het onderwijsklimaat?

Een indeling in de onderstaande factoren creëert een overzichtelijke en werkbare situatie:

1. Sociaal : Ouderparticipatie (Jeroen & Edli)

2. Economisch : Financiële middelen (Marjorie & Susanne)

3. Fysiek / natuur : Het schoolplein (Wendy & Sarah)

4. Cultureel : Kleurrijke scholen (Peter)

2

Page 3: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

1. OuderparticipatieWaarom is de opkomst bij thematische ouderavonden zo laag?Dit team onderzoekt de ouderparticipatie op de respectievelijke stagescholen. Wij doen dit omdat betrokkenheid van de ouders bij de school stimulerend wordt geacht voor de leerprestaties van het kind. Vervolgens hebben we de vraag af laten hangen van een eventuele probleem die de school zelf ervoer. Dat leidde tot de volgende vraagstelling:

Hoe komt het dat de ouderparticipatie bij thematische ouderavonden zo laag is?

OnderzoeksopzetOmdat dezelfde vraag op beide stagescholen onderzocht is, kan de situatie tussen de twee scholen vergeleken worden. Edli loopt stage op de Bijlmerdrie school in Amsterdam Zuidoost. Jeroen loopt stage op de 11de Montessorischool ‘Boven ’t IJ’ in Amsterdam Noord.

Na een algemene beschrijving van de twee scholen omkaderen we het onderwerp door een paar woorden over wetgeving op dit gebied en door een beschrijving van het beleid van de school op dit onderwerp. Daarna gaan we in op de thematische ouderavonden zelf. Het onderzoek naar de vraag zelf richt zich op drie informatiebronnen: de ouders, het schoolpersoneel en de literatuur.

De twee scholen11 e Montessorischool De 11e Montessori school Boven 't IJ in Amsterdam Noord (ongeveer 415 leerlingen) is een open school waar ouders altijd terecht kunnen met vragen. Ouders zijn goed betrokken bij bijv. uitstapjes, sportdagen en het zomerfeest. Bij de laatste activiteit zijn wel 100 ouders actief (dus niet als uitsluitend feestgangers). De ouders geven ook regelmatig aan dat ze graag geïnformeerd willen worden over het onderwijs en betrokken willen worden.  Echter, de opkomst op thematische ouderavonden is bedroevend laag. Op zulke avonden is het aantal aanwezige ouders vaak lager dan het aantal aanwezige leerkrachten. De vraag is hoe dat komt. Er is twee jaar geleden een enquête gehouden onder de ouders waarop goed is gereageerd en waarbij een aantal duidelijke voorkeuren voor ouderavond thema's naar voren kwamen. Bij het organiseren van de thema-avonden is hier rekening mee gehouden.

De indruk van de schoolleiding is dat de lage opkomst weinig met afkomst te maken heeft. Vanwege de bewuste keuze van ouders voor het Montessori onderwijs komen de leerlingen van over heel Nieuwendam Noord. Het is dus geen buurtschool. De naburige Piramide (openbaar) is dat wel. De populatie van de eveneens nabij gelegen Jenaplan school is dan weer vergelijkbaar met die van de Montessori. (O+S onderzoek) De brede oriëntatie op Nieuwendam is ook de reden dat beide scholen mordicus tegen een door het stadsdeel gewenst postcode beleid waren. Toch is de school kleurrijk. De school heeft 52 nationaliteiten. De diversiteit wordt voor een groot deel gevoed door kinderen van hoog opgeleide vluchtelingen. Zij zijn redelijk fanatiek als het gaat om het zorgen voor goed onderwijs aan hun kinderen. Het opleidingsniveau (vaak ingebed in sociaal-economische positie) van de ouders is dus van groter belang dan de afkomst. (Interview met directeur D. Valenkamp, 2-10-’12)

Bijlmerdrie

3

Page 4: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

De Bijlmerdrie is een kleine buurtschool met zo’n 145 leerlingen. De school heeft geen specifiek beleid voor ouderparticipatie. Wel is de school hiermee bezig en de opzet hiervan staat nog in de kinderschoenen. Het blijkt dat de ouderparticipatie hoog is bij feestelijke activiteiten en dat er bij thematische ouderavonden weinig tot geen opkomst is. De school heeft een Ouderraad (OR) waar weinig initiatief uitkomt. De directrice (Sieka Groen) geeft aan het idee te hebben er zelf achteraan te moeten om te zorgen dat het gaat lopen. Ouders blijken wel informatie te willen hebben, maar brieven e.d. worden vaak niet gelezen. Het liefst zouden vele ouders willen dat de school hen belt i.p.v. een brief mee te krijgen. Veel gezinnen hebben hier meer een praatcultuur. Sieka Groen weet dit uit eigen onderzoek door dit bij de ouders na te vragen.

Bijlmerdrie is een kleine buurtschool en daarom kiezen momenteel niet alle ouders bewust voor de Bijlmerdrie. De Bijlmerdrie heeft wel oog voor persoonlijke benadering van de kinderen doordat het een kleine school is. Momenteel probeert de school zich te onderscheiden van de nabijgelegen scholen door meer aan andere talen te doen. In een vroeg stadium bieden zij ook lessen aan in het Engels en willen daarmee officieel tweetalig onderwijs aanbieden. Tijdens de brede school bieden zij naast alle andere activiteiten ook Spaanse les aan. Zich onderscheiden staat momenteel hoog op het menu op de Bijlmerdrie.

Het wettelijk kaderZoeken naar ‘ouderparticipatie’ in de wetgeving levert niet veel op. Er is slechts een verwijzing naar de Opleiding lesgeven op onderwijskansenscholen, waarbij in het curriculum aandacht besteed moet worden aan ouderparticipatie. De betrokkenheid van ouders richt zich uitsluitend op medezeggenschap. Daarvoor is een aparte Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Deze wet regelt de verplichte medezeggenschapsraden bij scholen waar ouders en personeel zitting in hebben. Het is dus nogal juridisch en institutioneel. De wet zegt dus niet dat scholen beleid voor informelere vormen van ouderparticipatie moeten hebben en wat daar minimaal in moet staan.

Van belang is voorts de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (de wet OKE). Deze wet is van 2010 en heeft als ambitie dat alle kinderen die het nodig hebben, toegang hebben tot voorschoolse educatie. Hierdoor bieden de Amsterdamse stadsdelen vanaf 2011 de voorschool gratis aan in peuterspeelzalen voor kinderen met een verwijzing (De staat van de stad Amsterdam VI. 2011, p. 54). De ouderkamer is onderdeel van de voorschool. In dit vroege stadium worden dus pogingen gedaan de ouders bij de (cognitieve) ontwikkeling van hun kind in een schoolomgeving te betrekken.

Tenslotte moet hier vermeld worden het bestuursakkoord dat het Ministerie van Onderwijs en desectorraden in 2012 hebben ondertekend. Hierin zijn voor de komende periode stevige ambitiesgeformuleerd om de resultaten van kinderen die achterblijven, ‘gewichten’‐leerlingen en kinderenmet een taalachterstand, te verbeteren. Een aantal daarvan is:• School en opvoeders moeten komen tot optimale prestaties van alle kinderen, vooral op gebiedvan taal en rekenen.• Opvoeders moeten een duidelijke rol hebben in de onderwijsontwikkeling van het kind.• Er moeten vanuit scholen duidelijke richtlijnen komen voor ouders hoe zij thuis kunnen bijdragenaan de taalontwikkeling van hun kinderen. Scholen moeten ouders hierin structureel gaanbegeleiden.In 2010 voldeed 36% van alle basisscholen aan de richtlijnen zoals die zijn uitgezet door hetministerie van onderwijs. Het streefdoel is dat in 2015 60% van de basisscholen de ouders actiefbetrekt bij de ontwikkeling en leerprestaties van hun kinderen. (Verslag van de Werkconferentie “School en ouders, samen sterk voor betere schoolresultaten”, 2012, p.6)

Het beleid van de twee scholen ten aanzien van ouderparticipatieVrijwel alle scholen onderschrijven het belang van ouderparticipatie. Het zou een positieve invloed hebben op de leerprestaties van de kinderen. Dat is de reden dat veel scholen brede ouderparticipatie (dus niet slecht die in de WMS is vervat) in hun beleid hebben opgenomen. Hoe is dat bij ‘onze’ twee scholen?

4

Page 5: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

11 e Montessorischool Het beleid van de school is te vinden in het Schoolplan 2011-2015. ‘Contacten met de ouders’ valt onder de paragraaf ‘Communicatie’ (Schoolplan par 6.6.2). De school maakt onderscheid tussen formele en informele contacten. Onder de formele wordt verstaan vergaderingen van de medezeggenschapsraad en de ouderraad en bespreking van de leerlingverslagen. Hulp bij uitstapjes en het schoolzwemmen schaart men onder de informele contacten.

Onder het kopje Ouderparticipatie wordt in 6 regels verder ingegaan op de betrokkenheid van de ouders. Daar maakt de school vooral “dankbaar gebruik van”. Het gaat hierbij dus alleen over de hulp die ouders kunnen bieden. 9 regels worden besteed aan het functioneren van de wettelijk verplichte medezeggenschapsraad (MR). In deze raad zitten 5 ouders en 5 personeelsleden. De MR komt minimaal 6 keer per jaar bijeen, en het schoolplan vermeldt dat in de MR ook ouderparticipatie wordt besproken.

Tenslotte worden 7 vormen van schriftelijk communicatie met de ouder vermeld, te weten de schoolgids, het jaarlijkse info boekje, de jaarkalender, de nieuwsbrief, brieven van de MR en de ouderraad, incidentele brieven en de website.

In het jaarlijks verschijnende infoboekje is de informatie ongeveer hetzelfde, beschreven in hoofdstuk 6 ‘Ouders en de school’. In een ander hoofdstuk ‘Algemene informatie’ wordt vermeld dat er twee keer per jaar een open uurtje in de klas is. Ouders kunnen dan kijken hoe leerlingen en leerkracht aan het werk zijn. Ook wordt gecommuniceerd dat het altijd mogelijk is een afspraak te maken met de leerkracht, directie, IB-er of schoolmaatschappelijk werker.

Opvallend is dat zowel in het schoolplan als het infoboekje de thematische ouderavonden nergens genoemd worden. Er is één verwijzing in de eens per vier jaar verschijnende schoolgids, waarbij in een zin wordt aangegeven dat de thematische ouderavonden er voor moeten zorgen dat school en ouders op een lijn zitten qua waarden en normen (Schoolgids 2011-2015, p. 7.) Dat is opvallend. In de praktijk echter lijkt die functie minder aan de orde. De onderwerpen waren immers verkeer, muziekonderwijs en opvoeding. Het laatstgenoemde onderwerp ligt uiteraard het dichtstbij het bespreken van waarden normen.

Bijlmerdrie De Bijlmerdrie heeft nog géén beleid op het gebied van ouderparticipatie. De Bijlmerdrie is hier mee bezig maar de ontwikkeling ervan staat nog in de kinderschoenen. Wel is het zo dat de ouders ’s ochtends de klas binnen komen en de kinderen ‘s middags ook weer ophalen vanuit de klas. De leerkrachten brengen de kinderen niet naar buiten.In het schoolplan staan een aantal dingen geschreven over ouders en ouderbetrokkenheid (Schoolplan Bijlmerdrie 2011-2015. n.d.):

Ouders en ouderbetrokkenheid.Ouders vinden we heel belangrijk, omdat zij onze partner zijn om kinderen optimaal te laten presteren en zich veilig en prettig te voelen op school. Al een aantal jaar staat elke dag iemand van de directie bij de ingang van de school en heet de kinderen en de ouders welkom. Als ouders iets willen weten of vragen maken we direct een afspraak met hen. We communiceren met de ouders op de volgende manieren:

De schoolgids/kalender ontvangen de ouders elke begin schooljaar; Tweewekelijkse de Nieuwsbrief, samen met de Drie Bijtjes; Alle ouders nodigen we begin van het schooljaar uit voor kennismaking; Twee keer per jaar een gesprek met de ouders over het rapport van hun kind(eren); Eén keer per jaar bespreken we met ouders het project “De Vreedzame school”; We organiseren bijeenkomsten over de VVE-projecten, samen met de Drie Bijtjes; We organiseren een aantal pedagogische bijeenkomsten voor ouders van de VVE; We nodigen ouders uit bij de afronding van de twee schoolbrede projecten;

5

Page 6: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

We organiseren twee keer per jaar een afsluiting van de Naschoolse activiteiten, waarbij we ouders uitnodigen. Op de school functioneert een MR en maken we gebruik van ouders bij activiteiten (zwemmen, uitstapjes, schoolreisje, e.d.). (Schoolplan Bijlmerdrie, p.24)

Ouderparticipatiebeleid in de praktijk: de thematische ouderavonden11 e Montessorischool In 2010 is er een enquête rondgegaan met de vraag in welke onderwerpen ouders geïnteresseerd zouden zijn voor een thematische ouderavond. Ook werd gevraagd welke tijden de voorkeur hadden. Daar werd redelijk op gereageerd (precieze gegevens zijn niet meer beschikbaar). Aan de hand van de enquête werden de onderwerpen van de thematische ouderavonden pesten via hyves, verkeer, drankgebruik bij kinderen, opvoeding, mediation, voeding en muziekonderwijs.

De ouderavonden werden aangekondigd via de nieuwsbrief, posters in school, e-mail en brieven met een strookje die via de klassen werden verspreid. De opkomst viel echter telkenmale tegen, zo rond de 15 personen. Dat is erg weinig voor een school met meer dan 400 leerlingen. Bovendien zijn alle leerkrachten verplicht aanwezig.

Er is geprobeerd om de opkomst te verhogen, zoals een borrel na en het combineren met informatie over de begroting van de ouderraad. Dat mocht niet baten.

Mogelijke redenen die worden opgegeven voor de slechte opkomst zijn: er is geen oppas; voetbal op TV; ouders sporten ’s avonds; vergeten; men moet al zo vaak weg; het heeft geen prioriteit.

Bovenstaande informatie is afkomstig van Ingrid Blankendael (interview 4-12-‘12), voorzitter van de ouderraad. De voorzitter ziet het niet echt als de taak van de ouderraad om de thematische ouderavonden te organiseren. Mede door de slechte opkomst heeft zij dan ook besloten om te stoppen met het organiseren van de avonden. Volgens haar is dat geen probleem. De ouders zijn mondig en zelfstandig (Montessori onderwijs!) en zijn goed in staat zelf de nodige informatie te vergaren. Omdat het een ‘open’ school betreft is de school toegankelijk voor het geval de ouders toch behoefte hebben aan informatie.

BijlmerdrieDe thematische ouderavonden worden afgestemd op de behoeftes van de ouders en de school.Vaak gaan de thematische ouderavonden over datgene waar de school op dat moment mee bezig is of ter voorbereiding van een thema waar bijvoorbeeld de kleuters mee bezig zijn op school.Naast thematische ouderavonden is er in Zuidoost ook Parents United. Parents United staat voor het bewustmaken van de ouders en hun belangrijke rol in goed onderwijs.De school heeft geprobeerd de opkomst te verhogen door een thematische ouderavond te combineren met bingo of eten. Dit werkte niet genoeg. Ouders komen wel eten en gaan dan weg, ook wanneer de thematische ouderavond ervoor is, werkte dit niet.De school geeft aan de indruk te hebben dat de lage ouderparticipatie wel degelijk te maken heeft met afkomst en cultuurverschillen. In de buurt rondom de Bijlmerdrie wonen veel allochtone gezinnen, eenoudergezinnen en laagopgeleide ouders. In de school heerst er meer een brieven/schrijf cultuur en in een andere cultuur is er meer een praatcultuur.Mogelijke redenen die worden opgegeven voor de slechte opkomst zijn: werk, geen prioriteit, slechte Nederlandse taalbeheersing.

Onderzoek: schoolpersoneel11 e Montessorischool Er wordt in feite alleen geïnvesteerd in ouderparticipatie op de voorschool en in groep 1 en 2. Alle voorscholen hebben standaard een ouderkamer om de ouders te betrekken bij de (voor)school. Het betreft uitsluitend kinderen met een taalachterstand. Is dat op grond van een verwijzing van

6

Page 7: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

het Ouder Kind Centrum (OKC), dan is dat gratis. Verwijzing is standaard wanneer thuis geen Nederlands gesproken wordt.

Er wordt een methode op de voorschool gebruikt die ook ‘opdrachten’ voor de ouders bevat. De methode heet Puk en Co. Deze methode past het best bij Montessori onderwijs. Hoewel 100% van de ouders die de ouderkamer bezoeken hier iets mee doet, is het percentage ouders dat de ouderkamer bezoekt iets van 20%. De rest werkt. Op speciale thema ochtenden kan het dubbele aanwezig zijn.

Die speciale thema’s gaan veelal over opvoeden in twee culturen. Dat is opmerkelijk, want vaak wordt het opvoeden gezien als een prerogatief van thuis. De school is er in hun ogen voor de kennisoverdracht.

Wat we vaak zien is het belang van gezamenlijk eten, ook hier. Als er ‘receptenmiddag’ is, dan zijn er 25 ouders present.

Deze informatie komt van de organisator van de ouderkamer (interview Kalai de Rooij 27-11-’12). Op de vraag hoe zij de geringe belangstelling voor de ouderavonden verklaart, komt zij met twee mogelijke oorzaken:1) De kinderen komen uit een groot gedeelte van Noord. Men vindt het simpelweg te bezwaarlijk om er ’s avonds op uit te gaan. 2) Het is te vrijblijvend. Het moet meer verplichtend zijn. Het onderwijs is immers gratis, dus daar mag wel iets tegenover staan.

Ook werd er geconstateerd dat die avonden niet over je eigen kind of over de klas van je kind gaan. Als dat wel het geval is, is de motivatie meestal groter.

BijlmerdrieVan de leerkrachten kwamen weinig reacties terug over ouderparticipatie op school. De leerkrachten waren niet heel welwillend en daarbij komt kijken dat je andere collega’s minder ziet doordat er een continurooster is, die voor elke bouw verschillend is. In de kleuterbouw blijkt de ouderparticipatie redelijk hoog te zijn. De ouders komen daar ’s ochtends mee de klas in en de onderbouw heeft gezamenlijke afsluitingen voor thema’s met bijvoorbeeld optredens. Gezamenlijke afsluitingen voor het afsluitende thema van de Ik&Ko methode of van het thema van de Engelse lessen. Voor de ouders van de onderbouw zijn er vooral informatieochtenden over de thema’s waar de kinderen op school mee bezig zijn.In groep 3 is de ouderparticipatie heel gering. Ongeveer een derde van de ouders is bereid om een keer te helpen. De ouders worden wel actief overal bij betrokken door de docent en door de school, maar er komt erg weinig respons. Een reden hiervan zou kunnen zijn omdat veel ouders werken. Je ziet dan ook dat veel kinderen door iemand anders dan de ouders worden opgehaald.

Onderzoek: ouders11 e Montessorischool Met behulp van de mentor is in de stageklas (23 leerlingen) een enquête uitgezet over de thematische ouderavonden. Er kwamen vier reacties binnen. Dit kleine aantal is op zich al een teken, en maakt statistische gevolgtrekking verder niet mogelijk. We kunnen hier dus alleen inhoudelijk iets uit de reacties lichten.

Van de vier respondenten was er een naar twee thema avonden geweest. Deze reageerde ook het meest uitgebreid. De andere drie waren nooit geweest. Opgegeven redenen waren tijdgebrek, maar vooral ook dat de onderwerpen niet relevant werden geacht (dat betekent niet dat ze niet interessant werden bevonden). Het onderwerp sloot bijvoorbeeld niet aan bij de leeftijd van het kind, of was te breed. De ouders die wel waren geweest adviseerden dan ook om de onderwerpen specifieker te maken en toe te spitsen op een kleinere doelgroep, bijvoorbeeld per bouw.

7

Page 8: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Opvallend was dat twee respondenten vermelden dat ook overdag thematische bijeenkomsten plaatsvinden, met name over opvoeden. Deze worden georganiseerd door de ouderkamer (zie interview met Kalai de Rooij). Een ouder had daar gebruik van gemaakt, en dat was voor haar een reden om ’s avonds niet nog eens een keer op pad te gaan.

BijlmerdrieAan alle ouders van de stageklas is een enquête uitgedeeld, waarvan twee reacties terug gekregen. Een interview met een of meer ouders was niet mogelijk doordat ze geen tijd hadden, veel kinderen niet door de ouders worden opgehaald of de Nederlandse taal niet beheersen. De thematische ouderavonden worden als nuttig beschouwd door ouders. Ouders geven aan het fijn te vinden om te weten wat de kinderen doen en interessant te vinden om te weten hoe hun kind les krijgt. De gesproken ouders zijn twee of drie keer naar een thematische ouderavond geweest en hieruit kwam naar voren dat het wordt opgevat als indrukwekkend en informatief.Suggesties voor verbetering waren er niet. De onderwerpen worden als goed beschouwd.

Onderzoek: Toetsing aan de literatuurEr is veel literatuur over de verschillende vormen van ouderparticipatie, met recentelijk veel aandacht voor het concept van educatief partnerschap. Ook is er veel te vinden over het betrekken van allochtone ouders bij de schoolcarrière van hun kinderen. Deze onderwerpen zijn te groot en te breed om hier uit een te zetten. Echter, onze vraagstelling vormt wel een onderdeel van het brede veld ouderparticipatie. De publicaties gaan zelden specifiek in op de mate van belangstelling voor thematische ouderavonden, maar ze geven wel inzicht in de achtergronden er van.

Twee publicaties van Forum Instituut voor multiculturele vraagstukken, namelijk Aan de slag! Instrumenten om de actieve betrokkenheid van allochtone ouders bij het onderwijs te vergroten.(2008) en Krachten gebundeld. Schoolvoorbeelden van samenwerking tussen ouders en school. (2012), geven voorbeelden van scholen die een actief beleid hebben op het gebied van ouderparticipatie. Dit leidt steevast tot een hoge opkomst bij ouderavonden op school. De twee publicaties geven aan wat de voorwaarden zijn voor een grote mate van ouderbetrokkenheid:

De school moet er veel in investeren. Voorbeelden zijn lange intakegesprekken, frequente rapportbesprekingen en huisbezoeken. Dit vereist extra investering in scholing, mensen en middelen.

Hieraan ten grondslag ligt een heldere visie op de samenwerking met ouders. Wederzijdse verwachtingen moeten steeds onderzocht, uitgewisseld en vastgelegd

worden.

Bordewijk, Dries, Harkink en Visser (2007) voegen hieraan toe dat de visie uitgewerkt moet worden in meerjarenplannen en jaarplannen, inclusief concrete doelen, activiteiten, tijdpad en evaluatiecriteria en –momenten. Daarnaast moeten draagvlak, voldoende financiële middelen en menskracht verworven worden, zoals ook de Forum publicaties aangeven.

Dat de school er in eerste instantie aan moet trekken blijkt wel uit wat Alkema, Kuipers, Lindhout en Tjerkstra (2011) over de ontwikkeling van ouderparticipatie zeggen:

Er zijn duidelijke aanwijzingen dat er veranderingen optreden in ouderbetrokkenheid. Overmaat en Boogaard (2004) vinden echter geen bewijs dat ouderparticipatie in de vorm van deelname aan de medezeggenschapsraden en ouderraad de laatste tien jaar is afgenomen. Wél zijn er duidelijke aanwijzingen dat ouders minder deelnemen aan activiteiten op school. Zij besteden minder tijd aan het organiseren van festiviteiten en andere hand- en spandiensten en verrichten minder onderwijsondersteunende werkzaamheden. Het verlenen van hulp in de klas lijkt zelfs drastisch te zijn afgenomen. In 1993 bedroeg de schatting van de tijd die ouders, per school gezamenlijk aan alle activiteiten besteedden, ongeveer 1100 uur op jaarbasis. In 2003 komen de directeuren op gemiddeld 700 uur, ongeveer 64 procent van de vorige schatting. Een opvallend gegeven is echter dat het aantal ouders dat op scholen actief is, juist is toegenomen. Naar

8

Page 9: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

schatting van de directeuren zijn er per school gemiddeld 58 actieve ouders, in 1993 waren dat er gemiddeld 52. Kennelijk wordt er minder werk verzet met meer ouders. Directeuren wijten de afname van de omvang van ouderparticipatie voornamelijk aan de toegenomen werkdruk onder ouders. (p. 536)

Er is dus een breed gedragen erkenning dat ouderbetrokkenheid van groot belang is voor de leerresultaten van de kinderen, maar dat verhoging van die betrokkenheid vooral van de zijde van de school veel extra inzet vergt.

ConclusieOp beide scholen vinden de ouders dat de onderwerpen van de thematische ouderavonden interessant zijn, maar desondanks is de opkomst gering. De Boven ’t IJ school is er zelfs mee gestopt. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen die voor beide scholen geldig zijn:

1. Voor de ouders is er een reeks praktische bezwaren bij het bezoeken van ouderavonden ’s avonds. Mensen hebben weinig tijd, geen oppas, komen laat en moe thuis van hun werk etc. Het (ongevraagde) aanbod weegt niet op tegen de moeite die het kost om deel te nemen. Het is vrijblijvend.

2. Inhoudelijk zijn de thema’s vaak breed, waardoor ze door de ouders niet relevant geacht worden voor hun eigen kind.

3. Door het algemene karakter van de avonden is er geen directe relatie met het eigen kind en zijn of haar klas. Dit vermindert betrokkenheid.

4. Men vertrouwt op de professionaliteit van de school. Wil men extra informatie dat weet de ouders de school te vinden, vaak ondersteunt door een eigen zoektocht op internet over een bepaald onderwerp.

5. Aan de thematische ouderavonden ligt geen duidelijke visie en extra inzet van de school op het gebied van ouderbetrokkenheid ten grondslag. De avonden worden incidenteel aangekondigd, en staan niet in jaar- meerjarenplannen. Het kan zelfs onduidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor het organiseren van de avonden: school, MR of ouderraad?

6. Door het ontbreken van die visie zijn de wederzijdse verwachtingen van ouders en school niet duidelijk.

7. Nog niet alles is uitgeprobeerd om de ouderavonden aantrekkelijker te maken. Als de school veel allochtone leerlingen heeft dan verhoogt gezamenlijk eten veelal de opkomst.

Extra inzet op het gebied van ouderbetrokkenheid is de eerste keuze die een school moet maken. Dat hangt af van bijvoorbeeld de leerlingenpopulatie en de ouderparticipatie die er al is. Het is natuurlijk niet perse noodzakelijk om die extra investeringen te doen.

Wil men echter goed bezochte thematische ouderavonden, dan zullen die ingebed moeten zijn in een uitgewerkte visie op ouderbetrokkenheid en alles wat er aan inzet bij hoort.

LiteratuurAlkema, Kuipers, Lindhout en Tjerkstra (2011) Meer dan onderwijs (7e druk). Assen: Van Gorcum.

Bordewijk, A., Dries, H., Harkink, M., Visser, E. (2007). Ouderbetrokkenheid thuis: sleutel voor schoolsucces. Over de rol van ouders op het schoolsucces van hun kind en de rol van (voor)schoolse voorzieningen. Velp: Spectrum. Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland.

De staat van de stad Amsterdam VI.(2011) Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie. Gemeente Amsterdam, Dienst Onderzoek en Statistiek. Op 12 september 2012 ontleend aan http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2011_staatvandestadvi_compleet

Forum Instituut voor multiculturele vraagstukken (2008). Aan de slag! Instrumenten om de actieve betrokkenheid van allochtone ouders bij het onderwijs te vergroten. Op 19 september 2012 ontleend aan http://www.forum.nl/Portals/Paoo/pdf/Aan-de-slag.pdf

Forum Instituut voor multiculturele vraagstukken (2012). Verslag van de Werkconferentie:

9

Page 10: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

“School en ouders, samen sterk voor betere schoolresultaten”, Op 12 september 2012 ontleend aan http://www.forum.nl/Portals/Paoo/pdf/Verslag%20School%20en%20ouders,%20samen%20sterk.pdf

Meerjarenbeleidsplan 2011-2015. (z.j.). Stichting Sirius. Op 12 september 2012 ontleend aan http://www.stichting-Sirius.nl/Portals/891/docs/Beleid/11.pdf

Schoolgids 11e Montessori Boven ’t IJ 2011-2015 (2011).Schoolplan Bijlmerdrie 2011-2015. (z.j.). Bijlmerdrie weer op de kaart. Op 27 november 2012 ontleend aan http://bijlmerdrie.nl/wp-content/uploads/2012/08/Schoolplan-Bijlmerdrie.pdf

2. Financiële middelen Hoe komt een basisschool aan zijn financiële middelen?Het primair onderwijs wordt gefinancierd door de Nederlandse overheid. Dat betekent dat ouders geen lesgeld hoeven te betalen voor de basisschool of voor speciaal onderwijs. Basisscholen ontvangen ieder jaar een ‘lumpsum’; een rijksbijdrage ter financiering van scholen door de Nederlandse overheid. De hoogte van de financiering hangt grotendeels af van het leerlingenbestand (aantallen, leeftijd en afkomst). In 2006 werd de lumpsumregeling ingevoerd in het basisonderwijs. Door de invoering van deze regeling hebben schoolbesturen meer zeggenschap gekregen over de wijze waarop ze hun middelen inzetten1. Deze verantwoordelijkheid wordt door het gros van de basisscholen als zeer positief beschouwd, al zijn de effecten van de invoering van de lumpsum vooral merkbaar op bestuursniveau. Bij het merendeel van de scholen heeft de invoering van de lumpsum op beperkte schaal geleid tot veranderingen in de verdeling en besteding van het beschikbare budget2.

Effecten van bezuinigingenBasisscholen hebben al jaren te maken met bezuinigingen. De kosten per leerling stijgen al enige jaren harder dan de bekostiging per leerling. Schoolbesturen geven aan dat zij hierdoor niet meer de kwaliteit kunnen leveren waar zij voor staan, noch de kwaliteit die door de politiek van hen wordt verlangd. Onderhoud wordt bijvoorbeeld uitgesteld en leermiddelen worden net iets langer gebruikt dan verantwoord is3. In het begrotingsakkoord 2013 is €44 miljoen vrijgemaakt voor nog beter opgeleide docenten en schoolleiders4.

1De PO-raad. (z.j.). Eerst kiezen, dan delen. Op 25 oktober 2012 ontleend aan http://www.poraad.nl/content/financieel-management-eerst-

kiezen-dan-delen

2

Regioplan. (2010). Slotevaluatie en onderzoek kwaliteit financieel management. Op 15 november 2012 ontleend aan http://www.infinitebv.nl/files/Uitgebreide%20samenvatting%20rapport%20Evaluatie%20invoering%20lumpsum%20primair%20onderwijs%20door

%20Infinite%20Financieel%20moktober%202010.pdf

3

De PO-raad. (2012). Stille bezuinigingen. Op 25 november 20120 ontleend aan http://www.poraad.nl/content/stille-bezuinigingen-brengen-primair-

onderwijs-rode-cijfers-de-rek-eruit

4

Rijksoverheid OCW begroting 2013. (2012). Investeren in nog betere leraren en schoolleiders. Op 9 december 2012 ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/regering/nieuws/2012/09/18/ocw-begroting-2013-investeren-in-nog-betere-leraren-en-schoolleiders.html

10

Page 11: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

OuderbijdrageNaast de lumpsum mogen basisscholen aan ouder(s) een financiële bijdrage vragen, de zogenaamde ouderbijdrage. Basisscholen bieden leerlingen vaak meer dan alleen de verplichte vakken zoals rekenen en taal. Op verschillende scholen worden o.a. schoolreisjes, schoolvoetbal en schoolfeesten georganiseerd. De school bepaalt de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage en de ouderbijdrage is vrijwillig. Sommige scholen vragen één bijdrage per jaar, andere scholen vragen per activiteit een bijdrage aan ouders. De school mag een kind niet weigeren deel te nemen aan de gewone lessen indien aan de ouderbijdrage niet (helemaal) is voldaan. De school kan wel besluiten een kind niet deel te laten nemen aan activiteiten waarvoor niet is betaald. De school moet dan voor vervangend onderwijs zorgen. Veel scholen hebben een kortingsregeling of een kwijtscheldingsregeling wanneer ouders niet aan de ouderbijdrage kunnen voldoen. Ook kan men op veel scholen de ouderbijdrage in termijnen betalen5.

Leerlinggebonden financieringLeerlinggebonden financiering (het rugzakje) is extra geld voor kinderen met een chronische ziekte of beperking die naar een normale basisschool gaan. Het extra geld is voor de school en school is verplicht om van dit geld ambulante begeleiding in te kopen. Daarnaast kan de school van dit geld speciaal lesmateriaal betalen en extra leerkrachten in dienst nemen6.

Per 1 augustus 2014 verdwijnt de leerlinggebonden financiering. Het budget blijft volledig beschikbaar maar wordt dan gebundeld bij de samenwerkende schoolbesturen in een regio. Scholen gaan samenwerken om leerlingen een passende plek in het onderwijs te bieden. Wanneer een school geen passend onderwijs kan bieden, wordt binnen het samenwerkingsverband een andere school gezocht die dit wel biedt7.

Gemeentelijke bijdrageEr zijn ook gemeenten die een speciale vergoeding hebben voor schoolkosten voor gezinnen met een laag inkomen. De bijdrage vergoedt indirecte schoolkosten voor bijvoorbeeld een schooltas, fiets, schoolkamp en leermiddelen8.

5

Rijksoverheid. (z.j.) Kosten basisschool. Op 15 november 2012 ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/basisonderwijs/kosten-

basisschool

6

Kennisring. (2011). Leerlinggebonden financiering. Op 25 oktober 2012 ontleend aan http://www.kennisring.nl/smartsite.dws?id=32755

7

Rijksoverheid. (z.j.). Leerlinggebonden financiering of rugzak verdwijnt. Op 17 november 2012 ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs/leerlinggebonden-financiering-lgf-of-rugzak-verdwijnt

8

Nibud. (z.j.). Schoolkosten. Op 17 november 2012 ontleend aan http://www.nibud.nl/inkomsten/tegemoetkomingen-voor-ouders/schoolkosten.html

11

Page 12: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Om in aanmerking te komen voor de scholierenvergoeding (gericht op primair onderwijs) in de gemeente Amsterdam (2012/2013) moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan:- Ouder(s) zijn woonachtig in Amsterdam en stonden met kind hier op 31 december 2011 ingeschreven (zelfde adres). - Ouder(s) ontvingen het laatste kwartaal van 2011 kinderbijslag of zijn dit vanaf het eerste kwartaal van 2012 gaan ontvangen. - Ouder(s) hadden op 31 december 2011 maximaal € 11.110,- vermogen. - Ouder(s) hadden een fiscaal jaarinkomen in 2011 dat niet hoger was dan € 22.046,- voor een gezin en € 21.332,- voor een alleenstaande ouder9.

De bijdrage van de scholierenvergoeding in de gemeente Amsterdam is € 225,- voor elk kind in het basisonderwijs10.

Waar worden financiële middelen binnen het onderwijs aan besteed?Zoals eerder genoemd ontvangen basisscholen ieder jaar een lumpsum. Dit is een specifiek bedrag waaruit personeelskosten en materiele kosten moeten worden betaald11.

In onderstaande tabel (zie 3), afkomstig van de website van het CBS, is af te lezen waar van 1998 tot 2009 financiële middelen binnen het basisonderwijs aan zijn besteed. Hierna zullen een aantal lasten, die uit de tabel naar voren komen, verder worden uitgelicht12.

9

Gemeente Amsterdam (z.j.). Voor wie is de scholierenvergoeding? Op 17 november 2012 ontleend aan http://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/voor-wie-is-de-scholierenvergoeding/?caseid={9CD1542D-B2E9-45CD-B2C0-43D2AFEC385F}&parentproductid={37A1B77D-F15D-45B3-9D2A-DA446F0B9FD3}

10

Gemeente Amsterdam (z.j.). Hoe hoog is de scholierenvergoeding? Op 17 november 2012 ontleend aan http://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/hoe-hoog-is-de-scholierenvergoeding/?caseid={A18E545D-11D2-4667-AE46-CEE67EC675D9}&parentproductid={37A1B77D-F15D-45B3-9D2A-DA446F0B9FD3}

11

De PO-raad. (z.j.). Eerst kiezen, dan delen. Op 25 oktober 2012 ontleend aan http://www.poraad.nl/content/financieel-management-eerst-kiezen-dan-delen

12

CBS. (2012). Onderwijsfinanciën. Op 11 november 2012 ontleend aan http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=80393NED&LA=NL

12

Page 13: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

PersoneelskostenDe grootste kostenpost binnen het primair onderwijs blijken de personeelslasten te zijn. Hier werd tussen 1998 en 2009 jaarlijks gemiddeld 8264,6 miljoen euro aan uitgegeven. Per 1 januari 2012 verdient een leerkracht in het basisonderwijs gemiddeld 2782 euro bruto per maand, naast de overige arbeidsvoorwaarden die gelden. Een adjunct-directeur verdient aan het begin van zijn carrière 2385 euro bruto per maand bij een leerlingenaantal tot 899. Het eindsalaris van de adjunct-directeur kan oplopen tot 4275 euro bruto per maand bij een leerlingenaantal van 900 of meer leerlingen. Het startsalaris van een beginnende directeur bedraagt 2605 euro bruto bij 199 leerlingen en kan bij het eindsalaris oplopen tot 5067 euro bruto bij 900 of meer leerlingen13.

Het component ‘arbeidsmarkt’ dat ook deel uitmaakt van de lumpsum, dient ter bekostiging van allerlei aanvullende kosten voor personeel. Er wordt door schoolbesturen verschillend omgegaan met dit budget. Op de website van Leerlingdaling.nl staat vermeldt dat meestal een deel van het budget wordt gebruikt voor gezamenlijke kosten, zoals bedrijfsgezondheidszorg en opleiden in de school14.

HuisvestingEen andere grote kostenpost in het basisonderwijs is de huisvesting van de school, en het schoolbestuur. Dit terwijl de eerste verantwoordelijkheid voor huisvesting bij de gemeente ligt. De belangrijkste redenen waarom schoolbesturen ervoor kiezen om huisvesting te financieren uit de 13

http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=2&ved=0CDoQFjAB&url=http%3A%2F%2Fwww.rijksoverheid.nl%2Fbestanden%2Fdocumenten-en-publicaties%2Frapporten%2F2012%2F05%2F29%2Farbeidsvoorwaarden-primair-onderwijs%2Farbeidsvoorwaarden-po.pdf&ei=c2fEUICbBYaq0AW7v4H4Cg&usg=AFQjCNHHNXN7AvBTelGQfxe8gP4lh75O7g&sig2=XdHhTxFc8o6ayI8EcK4sjg

14

http://www.leerlingendaling.nl/handboek-primair-onderwijs/financien/bekostiging-t-1-systematiek

13

Page 14: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

lumpsum, is omdat het schoolbestuur meer wil dan de gemeente biedt en omdat het schoolbestuur een huisvestingsbehoefte heeft waarin de gemeente niet voorziet. De lumpsum wordt gebruikt voor diverse soorten investeringen in huisvesting; zoals voor de bouw van nieuwe schoolgebouwen, verbouwingen van bestaande schoolgebouwen, de huisvesting van het schoolbestuur, onderhoud, energiebesparing en brandveiligheid15.

De (mede)verantwoordelijkheid van de gemeente voor de huisvesting van een school, kan voor problemen zorgen wanneer een school bijvoorbeeld een te laag leerlingenaantal heeft. Schoolbesturen kunnen niet zelfstandig besluiten te verhuizen naar een kleiner pand, om zo op bijvoorbeeld stookkosten te besparen, omdat de huisvesting een “gemeentelijke verantwoordelijkheid” is. Op de website van de PO-Raad is te lezen dat er vaak niet wordt geïnvesteerd in een juist binnenklimaat (te warm in de zomer, te koud in de winter) omdat daar geen geld beschikbaar voor wordt gesteld16.

Materiële vergoedingDoor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is bepaalt waar vergoedingen voor materiële voorzieningen en bijbehorende bedragen uit kunnen bestaan. Het gaat onder andere om de afschrijvingstermijn van meubilair, maar ook om schoonmaakkosten of onderhoud aan het gebouw. Jaarlijks wordt de materiële vergoeding aangepast aan de prijsontwikkelingen.

Financiële middelen: de praktijk Op de Eerste Montessorischool de Wielewaal vraagt de oudercommissie een vrijwillige ouderbijdrage van € 100,- per kind. De oudercommissie stelt ieder jaar de hoogte hiervan vast. In het begin van het schooljaar wordt een begroting over de uitgaven en inkomsten uit de jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage besproken op een voor iedereen toegankelijke vergadering17. De directrice wilde geen uitspraken doen over de precieze inkomsten en uitgaven van de Wielewaal.

Met de bijdrage die de ouders van de leerlingen van de Sint Adalbertusschool jaarlijks betalen worden verschillende activiteiten georganiseerd. Hierbij kan worden gedacht aan een schoolreisje, het sinterklaas- en kerstfeest, het paasontbijt, het afscheid van leerlingen, excursies en dergelijke18. De ouderbijdrage op de Sint Adalbertusschool bedraagt per kind voor groep 1 tot en met groep 7 €47,50 (dit was € 45,-). Voor groep 8 is dit € 30,- per kind.

15

Rijksoverheid. (2011). Huisvesting besturen primair onderwijs. Op 18 november 2012 ontleend aan http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2011/04/18/huisvesting-besturen-primair-onderwijs.html

16

De PO-raad. (z.j.). Financiën. Op 21 oktober 2012 ontleend aan http://www.poraad.nl/content/financi%C3%ABn

17

http://www.eerstemontessori.nl/wp-content/uploads/2011/01/Schoolgids.pdf

18

http://www.stichtingsintbavo.nl/upload/file/Adalbertus/Schoolgids20112013def__.pdf

14

Page 15: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

De Sint Adalbertusschool maakt onderdeel uit van de Stichting Sint Bavo, waarin twaalf scholen zijn ondergebracht. Binnen deze stichting verantwoorden de directies van alle scholen de begrotingen aan elkaar.

De Sint Adalbertusschool ontvangt van de gemeente Haarlemmerliede verschillende subsidies ter financiering van diverse posten binnen de school. Zo is er bijvoorbeeld een potje ‘cultuurgelden’ waar culturele voorzieningen en uitstapjes voor de leerlingen mee kunnen worden gefinancierd.

Het onderhoud van het gebouw van de Sint Adalbertusschool betaalt de school zelf net als de huisvesting van de directie. De rest van de huisvesting wordt door de gemeente gefinancierd.

Conclusie Uit ons onderzoek komt naar voren dat de lumpsum de belangrijkste inkomstenbron is voor een basisschool. De school heeft hiermee in zekere mate de vrijheid om bepaalde uitgaven te bekostigen. Waar deze lumpsum in de praktijk nu precies aan wordt besteed is ons niet geheel duidelijk geworden. Het staat basisscholen tegen om inzage te geven in hun financiële gegevens, de redenen hiervoor zijn ons niet bekend. Wel is in de tabel van het CBS is te zien dat de grootste kostenposten van basisscholen de personeels- en huisvestingskosten zijn.

Verder valt het grote verschil in ouderbijdrage op, dat er is tussen de Eerste Montessorischool de Wielewaal en de Sint Adalbertusschool. Welke factoren bepalend zijn voor de ouderbijdrage van scholen uit de zogenaamde zelfde ‘cito-categorie’, zou in een volgend onderzoek kunnen worden onderzocht.

15

Page 16: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

3. Kleurrijke scholen

OnderzoeksopzetBij een eerste oriëntatie op die belangrijke factoren zijn we uit gegaan van een indeling van kinderen en hun ouders in bepaalde categorieën. Dat was het meest voor de hand liggende uitgangspunt om een mogelijke invloed te bepalen.

Om de factor 'cultureel' nader in te vullen zijn wij uitgegaan van een samenhang van normen en waarden die mede bepaald worden door o.a.:

land van herkomst, tradities en geloofsovertuiging.

Deze indeling gaf enige houvast bij het onderscheiden van de vele factoren die allemaal eventueel van invloed zouden kunnen zijn op ons deelterrein:

land van herkomst - Nederlands en Westers

- arbeidsmigranten (Zuid-Europa)

- voormalige koloniën (Suriname / Indonesië)

- economische vluchtelingen (bijvoorbeeld voormalig Oostblok)

- politieke vluchtelingen (Afrika, Midden Oosten)

tradities - maatschappijbeeld (traditionele / nieuwe samenleving)

- belang aan scholing ( bijvoorbeeld: prestatiedruk / samen-momenten)

- gezagsverhoudingen:

-ouders (bemoeienis / verantwoordelijk)

- school (zeggenschap)

- overheid (gezag op straat)

- buren / omgeving (toezicht)

religie - omgangsvormen (hand schudden etc.)

- wereldbeeld bepalend

- man / vrouwbeeld (gezagsverhoudingen)

16

Page 17: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

- feestdagen (bijvoorbeeld ramadan (eetgewoontes))

Helaas zijn er te weinig concrete onderzoeken op dit gebied zoals Tati heeft onderzocht.

Een onderzoek naar de culturele factoren die een invloed zouden kunnen hebben op het creëren van een goed onderwijsklimaat bleek een te ambitieuze insteek. Wij hebben ons daarom gericht op een wat concretere omschrijving van onze invalshoek. Tati heeft zich daarbij al vrij snel gericht op het onderzoeken van de vraag of een factor ‘cultuur’ invloed heeft op het volgen van onderwijs.

Het aandachtspunt van mijn deelonderzoek is na bestudering van literatuur en ervaringen uit de praktijk verschoven van het onderzoeken van die culturele factoren die van invloed kunnen zijn op het creëren van een goed onderwijsklimaat, naar het onderzoeken van de uitwerkingen van huidige ontwikkelingen binnen het onderwijs en het verwerken van die problematiek in de praktijk. Dit uitgangspunt werd mede ingegeven door de huidige discussie omtrent het zgn.’ Postcodebeleid’ en wat voor gevolgen dit voor een schoolvisie zou kunnen hebben. Ik realiseer mij terdege dat ik met deze aanpassing geen antwoord zal kunnen geven op de onderzoeksvraag en de rol die de factor cultureel daarin speelt, maar ik heb gemeend dat het in dit stadium van mijn studie belangrijk is deze vraagstelling nader te onderzoeken om aan de hand daarvan mijn eigen visie op het onderwijs verder te verdiepen.

Voor een werkbaar praktisch gericht onderzoek heb ik de vraagstelling omgekeerd:

Wat bepaalt de visie van een school op het creëren van een goed onderwijsklimaat, rekening houdend met belangrijke factoren die daarop van invloed zijn?

Deze vraagstelling heb ik vertaald in een tiental vragen die ik heb voorgelegd aan een vijftal scholen in de Pijp die allen hetzelfde voedingsgebied voor hun school hebben. Het doel was een vergelijking te maken van de verschillen (als die er zouden zijn) tussen de opvattingen van diverse schoolvormen uiteenlopend van: vrijheid naar vrijheid in gebondenheid en gebondenheid. Deze scholen vallen allen onder een overkoepelend orgaan: het Openbaar Onderwijs Aan De Amstel (OOADA). Met momenteel 21 scholen onder haar beheer een belangrijke partij in de werkgroep aanmelding en plaatsing van het Breed Bestuurlijk Overleg (de vereniging van schoolbesturen van de Amsterdamse basisscholen).

In het beleidsrapport van de OOADA voor 2011-2015 valt als eerste op dat er een accentverschuiving heeft plaats gevonden van haar ‘speerpuntenbeleid’ van ‘kleurrijke basisscholen’ naar ‘goede buurtscholen. ‘Dit is een, mijns inziens, verrassende aanpassing.

De titel van het plan is ‘Ambitieus en Doelgericht’, maar lijkt met deze bijstelling eigenlijk minder ambitieus en eerder een zwaktebod: vermenging bleek niet te reguleren en op de doelstelling om te komen tot meer gemengde teams is niet gericht actie gevoerd; daarom stappen we nu maar over op een heel ander speerpuntenbeleid.

In het vorige beleidsplan stond het speerpunt ‘kleurrijke basisscholen’. In het nieuwe plan is dat verdwenen. Wat is er met die doelstelling gebeurd?

17

Page 18: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Dit speerpunt heet nu ‘goede buurtscholen’. Daarbij gaan we ervan uit dat scholen qua populatie een goede afspiegeling van de buurt zijn. We hebben namelijk gezien dat het gericht mengen van leerlingen altijd samenhangt met de samenstelling van de buurt.

In de vorige beleidsperiode had dit hoofdstuk ‘Kleurrijke basisscholen’ als titel. Die titel schiep de verwachting dat de kleur – of de vermenging van kleuren – te reguleren valt. In de praktijk blijkt dat nauwelijks te kunnen. Daarom is de ambitie van de stichting nu om in te zetten op ‘goede buurtscholen’ die een afspiegeling van de buurt zijn.

Verder heeft het doorvoeren van een transparant toelatingsbeleid met heldere criteria en eigen schoolzones bijgedragen tot betere spreiding. Helaas is daarmee niet voorkomen dat veel scholen steeds meer overaanmeldingen hebben en er geloot moet worden. Een registratiesysteem waarin de leerlingstromen van alle scholen binnen een stadsdeel zichtbaar worden, biedt mogelijkheden om dit probleem in de toekomst beter aan te pakken. Onder ‘kleurrijke basisscholen’ viel ook de doelstelling om tot meer gemengde teams te komen. Daarop is niet gericht actie gevoerd (Beleidsplan OOADA, blz.8-9).

Deze veranderde insteek heeft uiteraard zijn consequenties voor de scholen onder haar beheer. Er zijn in het beleidsrapport van de OOADA nog een aantal punten te signaleren die met het creëren van een goed onderwijsklimaat te maken hebben en daarom de moeite waard zijn om deze voor te leggen aan een aantal schooldirecteuren van verschillende basisscholen, met ieder een geheel eigen filosofie, om hier hun visie op te geven (vragenlijst: zie bijlage).

Helaas heb ik maar één reactie gekregen en kan zodoende geen duidelijke conclusies trekken.

Ik had gehoopt iets te kunnen aangeven over hoe de verschillende schooltypen het veranderde speerpunt van de OOADA gaan verwerken in hun filosofie: en of die filosofie er nog iets toe doet. Of dat zij door de gerichtheid op goede buurtscholen niet hun identiteit verliezen als het er voornamelijk om gaat dat de school een afspiegeling moet zijn van de buurtsamenstelling. Wat blijft er overeind van hun eigenheid als zij steeds meer moeten voldoen aan dat speerpuntenbeleid van hun overkoepelende orgaan?

Het was interessant geweest om te zien of er inderdaad verschillen zijn te bespeuren wat betreft het aanstellingsbeleid van hun leerkrachten om te komen tot meer gemengde teams en of dit invloed heeft op hun aanbieding van gevarieerd onderwijs.

Het was interessant geweest om te zien of er ouders speciaal kiezen voor een bepaalde school bepaald door hun eigen visie op onderwijs en of dit ingegeven wordt door een daadwerkelijke keuze voor die specifieke vorm van onderwijs. Of wordt dit voornamelijk bepaald door het ‘populair’ zijn van een school en een herkenning daarbij van ‘ons kent ons’, zoals recentelijk verschenen artikelen in het Parool suggereren.

De meeste basisscholen zien toekomst in een systeem van centrale aanmelding en plaatsing.

Het motto ‘naar school in eigen buurt’ garandeert gelijkwaardige voorrangsregels en rechtszekerheid en een eerlijke kans voor iedereen.

LiteratuurAlkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Linghout, C. en Tjerkstra, T. (2011). Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum B.V.

18

Page 19: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Broekhuizen, J. & Jakobs, E. (2010). Stand van Zaken Segregatie Basisonderwijs. Gemeente Amsterdam. Dienst Onderzoek en Statistiek. Op 11 november 2012 ontleend aan http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2010_segregatie_basisonderwijs.pdf

Karsten, S., Roeleveld, J., Ledoux, G., Felix, C., Elshof, D. (2002). Schoolkeuze in een multi-etnische samenleving.Universiteit van Amsterdam.

SCO-Kohnstamm Instituut.( rapport 642 ) Op 11 november 2012 ontleend aan http://www.kohnstamminstituut.uva.nl/pdf_documenten/642print.pdf

Metselaar, T.,(2005) Een zwarte of een witte school ? Een onderzoek naar de opvattingen van ouders over etniciteit bij de keuze van een basisschool voor hun kind. Universiteit van Tilburg. Op 11 november ontleend aan http://www.arno.uvt.nl/show.cgi?fid=80640

Smit, F., Driessen, G., Doesbergh, J. (2005). Opvattingen van allochtone ouders over onderwijs:tussen wens en realiteit. Een inventarisatie van de verwachtingen en wensen van ouders ten aanzien van de basisschool en educatieve activiteiten in Rotterdam. Universiteit van Nijmegen. Op 11 november 2012 ontleend aan http://www.ru.nl/publish/pages/614017/allochtone_ouders.pdf

Stichting Openbaar Onderwijs Aan De Amstel. Strategisch beleidsplan 2011-2015, Op 4 november 2012 ontleend aan http://www.openbaaronderwijsaandeamstel.nl/

4. Het schoolplein“ Kinderen willen best minder computeren en tv kijken, als speeltuinen en andere speelplekken maar worden opgekalefaterd.” (Het Parool, 7-3-2011)

OnderzoekIn ons onderzoek naar de invloed van de fysieke omgeving op goed onderwijs in een grootstedelijke context richten wij ons op het schoolplein. Hierbij zullen wij kijken naar de rol van het schoolplein om beweging en spel te bevorderen. Hiertoe zullen we de schoolpleinen bekijken, vergelijken en gebruikers bevragen over hun ervaringen en wensen. Ten slotte zullen we eventuele suggesties bieden ter verbetering of optimalisering.

LiteratuuronderzoekHoewel er in de Wet op het Primair Basisonderwijs niets over vermeld staat, blijken buitenspel en beweging van groot belang voor verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind.

Ten eerste bevordert buiten spelen de motorische vaardigheden en ontwikkelt het kind kennis en inzicht om eigen motorische vaardigheden en mogelijkheden in te schatten, wat ongelukken voorkomt (http://www.onderwijsmaakjesamen.nl). Ten tweede kan het vaardigheden als

19

Page 20: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

onderzoeken, verzamelen en exploreren stimuleren, waarbij alle zintuigen zich ontwikkelen. Ook is buiten spelen van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (http://educatie-en-school.infonu.nl/diversen/64760-waarom-is-bewegingsonderwijs-belangrijk.html). Door spel op het schoolplein komt het kind in aanraking met spelregels, ruzies, winnen of verliezen, samenwerken en andere sociale situaties. Volgens Martine Delfos (2004) wordt er door kinderen met elkaar te verbinden, de basis gelegd van sociaal adequaat handelen (http://www.onderwijsmaakjesamen.nl). Verder blijkt sport en spel ook aan de ontwikkeling van bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals wiskunde en planning, bij te dragen (http://wp.digischool.nl/lo/waarom-gym).

Uit onderzoek, uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van Jantje Beton, blijkt dat kinderen graag en veel buiten spelen. Ruim 600 kinderen tussen de 6 en de 12 jaar en hun ouders werden ondervraagd over hun spelgedrag en de omgeving in de buurt. Zestig procent van de ondervraagde kinderen geeft aan graag meer buiten te spelen, als het er minder saai zou zijn. (http://www.jantjebeton.nl/2011/nieuws/kinderen-laten-tv-en-computer-staan-als-speelplekken-minder-saai-zijn). Verschillende onderzoeken (Jantje beton, Van den Berg, Koenis en Van den Berg, 2007, http://www.onderwijsmaakjesamen.nl) onderschrijven het belang van een natuurlijke omgeving om het speelgedrag van kinderen te stimuleren. Hoewel dit geen voorwaarde is, blijkt echter wel dat het speelgedrag van kinderen gevarieerder is in een natuurlijke omgeving dan in een niet-natuurlijke omgeving.

Met name in een grootstedelijke context kan groen op het schoolplein goede mogelijkheden bieden om kinderen in contact te laten komen met de natuur. Naast stimuleren van het speelgedrag, kan dit ook een bijdrage leveren aan lessen in biologie en natuur & techniek. VB: insecten, groei planten.

Kinderen geven ook zelf aan graag op een grasveld of in de natuur te spelen (Jantje Beton). Bomen of planten op een schoolplein nodigen uit om verstoppertje te spelen, te klimmen en brengen de kinderen in contact met de natuur. Daarnaast wordt er zo beschutting geboden tegen wind, regen, zon of lawaai wat variatie aan speelmogelijkheden bevordert (Risico Monitor). Ook klimtoestellen kunnen hier een alternatief voor bieden.

Klimmen of klauteren blijken zowel voor jongere (6-8 jaar) als oudere kinderen (9-12 jaar) in de top 3 van favoriete spellen te staan. Ook fietsen is voor beide groepen favoriet. Voor oudere kinderen is voetballen een gewild spel op het schoolplein (onderzoek Jantje Beton).

Wat is het beleid vanuit de stageschool? (schoolgids/internet)In de schoolgids wordt bij beide scholen nauwelijks iets genoemd over het schoolplein.

Wel besteden beide scholen aandacht aan bewegingsonderwijs door een vakleerkracht. De speelplaats is in 2009 gerenoveerd (dr. E. Boekmanschool). Op Ayundo wordt al jaren gesproken over het opknappen van het schoolplein, budget wordt er (nog) niet voor vrijgemaakt.

Meningen docenten, leerlingen en studentenWat betreft Ayundo kan gesteld worden dat zowel de ondervraagde docent als de student niet tevreden zijn over het schoolplein. Qua spel en uitdaging is er onvoldoende aanbod voor de leerlingen. Ook is er een tekort aan groen. Wel is er op zich voldoende ruimte.

20

Page 21: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Opvallend is dat de ondervraagde leerlingen over het algemeen wel tevreden zijn over het schoolplein. Echter geven zij desgevraagd aan dat zij liever meer speeltoestellen op het plein zouden hebben. Maar ondanks dit gebrek aan speeltoestellen spelen zij toch liever buiten dan binnen.

De Boekmanschool heeft een groot schoolplein dat door zowel de docent, leerlingen als student erg positief wordt beoordeeld. Er is een ruim aanbod aan spelmogelijkheden, waarbij er zowel ruimte is voor voetbal als klim- en zit mogelijkheden. Ook is er veel groen en ziet het schoolplein er erg leuk uit. Er wordt rekening gehouden met leeftijden en persoonlijke voorkeuren.

Conclusie en aanbevelingenZowel uit de literatuur als uit onze eigen bevindingen zien wij dat kinderen van verschillende leeftijden graag buiten spelen. Hoewel het buiten spelen voor verschillende ontwikkelingsgebieden van belang is, cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch, staat er hierover niets in de wet beschreven. Op beide stage scholen wordt hier echter wel genoeg ruimte voor gegeven. Wat bij Ayundo gesteld kan worden is, dat er al jaren onvrede heerst over het schoolplein bij de docenten, maar door een gebrek aan budget wordt hier (vooralsnog) geen verbetering in getroffen. Blijkbaar heeft dit niet de prioriteit. De Boekmanschool is een aantal jaren geleden met veel succes gerenoveerd.Opvallend is echter dat ondanks het verschil in aanbod van beide scholen en het verschil in mening van docenten en studenten betreffende beide pleinen, de leerlingen van beide scholen graag buiten spelen en allen positief zijn over het schoolplein. Het is dus de vraag in hoeverre de voorzieningen echt bijdragen aan het stimuleren tot spel en beweging.

Wel valt het ons op dat met name de meisjes liever niet naar buiten gaan met slecht weer. Een overdekt gedeelte op het plein zou hier een oplossing voor kunnen bieden, om op die manier meer tegemoet te komen aan differentiatie tussen leerlingen.

Voor beide scholen zou het schoolplein wel meer betrokken kunnen worden in de lessen, zoals biologie. Vooral voor scholen in een grootstedelijke context is dit een manier om kinderen in contact te brengen met de natuur en een onderzoekende houding te stimuleren. Hiervoor is meer groen op het plein wel een voorwaarde, waar Ayundo niet aan voldoet.

21

Page 22: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

BIJLAGE 1 KLEURRIJKE BASISSCHOLEN

VerantwoordingIk heb 8-11-2012 een afzonderlijke mail gestuurd naar elke school, en helaas maar één reactie ontvangen voor een interview; ik heb de heer Moll van de Montessori tien minuten een paar vragen mogen stellen. Vervolgens een week later gebeld om een afspraak te mogen maken, maar ook nu bleken er geen mogelijkheden. Maandag 26 -11 een persoonlijke brief afgeleverd met het verzoek hier aandacht aan te besteden, tot op heden heb ik geen reactie mogen ontvangen. Interessant is wel dat zowel op de 'Daltonschool' als op de 'Avonturijn' wisselingen hebben plaatsgevonden wat betreft de directeurspositie, welke nog niet waren verwerkt in de website van de betreffende scholen. Op mijn vorige stageschool 'de Scholekster' hebben er de afgelopen vijf jaar al drie wisselingen plaats gevonden. Wellicht is er sprake van een zware belasting van de functie als directeur aangezien er diverse wisselingen hebben plaatsgevonden.

Vragenlijst voor vijf basisscholen in Oud Zuid Amsterdam

De Springstok (natuurlijk leren ) Dhr. Jo van Beek

De Derde Daltonschool Mevr. Karin Borst

Oscar Carreschool (kunstmagneet) Mevr. Astrid Hooyberg

Avonturijn (Asko/ OGO ) Dhr. Dick Bot

Montessorischool Anne Frank Dhr. Bas Moll

1 Kunt U iets aangeven over de samenstelling van de leerlingen populatie op Uw school

en de herkomst van de ouders?

2 Is deze samenstelling representatief voor Uw voedingsgebied?

Zijn er leerlingen die van buiten dat gebied komen?

3 Denkt U dat een duidelijke keuze wordt gemaakt voor Uw onderwijsvorm en heeft dit

iets te maken met culturele achtergrond van de leerlingen en hun ouders?

4 Kunt U zeggen dat U bij de samenstelling van het leerkrachtencorps rekening houdt

met de culturele diversiteit van de leerlingen?

5 Vindt U dat dit bijdraagt aan het inspelen op eventuele verschillen en het aanbieden

van passend onderwijs aan Uw leerlingen?

6 Vindt U dat het speerpunt uit het vorige beleidsplan van de OOADA 'kleurrijke

basisscholen' heeft geresulteerd in een duidelijke impuls wat betreft samenstelling van

zowel leerlingen als leerkrachten?

7 Het speerpunt voor de komende jaren is ' goede buurtscholen'. Vind U dat hiermee

22

Page 23: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

een wezenlijke verandering zou kunnen plaats vinden in de samenstelling van uw

leerlingenpopulatie?

8 Denkt U dat het speerpuntenbeleid van de OOADA invloed zal hebben op het afnemen

van eventueel aanwezige culturele verschillen?

9 Denkt U dat er iets zal veranderen binnen Uw schoolvorm als er steeds meer nadruk komt

te liggen op een buurtgerichtheid en zou het zo kunnen zijn dat hierdoor een nadrukke-

lijke keuze voor Uw onderwijsvorm en de achterliggende filosofie in het gedrang komt?

10 Als laatste een concrete vraag:

Op welke wijze wordt er aandacht besteed op Uw school aan het vieren van

diverse feestdagen van verschillende religies?

Wordt er speciale aandacht gegeven aan de betekenis van Pinksteren

en is er ook ruimte om in te gaan op de beleving van het Suikerfeest?

23

Page 24: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Naam school: Dr. E. Boekmanschool

Plaats: Amsterdam

Beschrijving buurt: De school staat in de Plantage- en Weesperbuurt. Het grenst aan een grotere straat waar regelmatig auto’s rijden. In de straat staat een universiteit (UvA), twee cafés, een restaurant, een kopieerwinkel en een coffeeshop.

Soort onderwijs: Openbaar

Naam student: Sarah Wastiaux

BIJLAGE 2. HETSCHOOLPLEIN

Naam school: Ayundo

Plaats: Assendelft (Saendelft)

Beschrijving buurt: De school staat in een relatief nieuwe wijk. Vanaf 2002 werden er woningen opgeleverd en nu is de wijk zo goed als klaar. Schoolgebouw (bevat twee basisscholen) is gecombineerd met woningen en een gymzaal. Aan de achterzijde van het gebouw zijn nog een aantal voorzieningen voor jonge kinderen. Tegenover het schoolplein is een skatebaan.

Soort onderwijs: Openbaar; Dalton i.o.

Naam student: Wendy Vis

24

Page 25: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

25

Page 26: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Checklist

Ayundo Boekman

1. Is er een schoolplein?

Ja Ja

2. Welke speeltoestellen en - voorzieningen zijn er op het plein?

Betonnen pingpongtafel

Klimtoestel

Zandbak

Toestel om ballen in te gooien

Rekstokken

Zandbak- Klimtoestel – 2 kleine voetbalveldjes – 2 grotere voetbalvelden – bankjes met tafels – schuur met materiaal: fietsen, steppen, ballen, skippyballen- lijnen op de grond die een weg vormen – Toestel om ballen in te gooien – Poort – Glijbaan - Schommels

3. Is er groen (flora en fauna) op het schoolplein aanwezig?

Nee; kaal Ja: Bomen (9) - Struiken - Zandbak

4. Is het schoolplein helemaal afgesloten?

Ja, met hekken Ja – Door hekken, deels begroeid, grenzend aan tuinen en huizen.

5. Is er een gymzaal in de school?

Ja, gedeeld met andere basisschool

Ja

6. Is er een spellokaal? Nee, niet echt een spellokaal; wel twee multifunctionele ruimtes

Ja

7. Wat voor spelmateriaal is er aanwezig?

Speelverdieping Klimrekken - Banken

26

Page 27: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

27

Page 28: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Dr.E. Boekmanschool Dr.E. Boekmanschool

Ayundo Ayundo

28

Page 29: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

INTERVIEWS

Gestelde vragen:

Wat vind je van het schoolplein, met betrekking tot: - speelmogelijkheden?- stimuleren en uitdaging van spel en beweging?- mogelijkheden het schoolplein te betrekken in lessen?

Hoe zou het schoolplein verbeterd kunnen worden?

Naam geïnterviewde:

Lisa Gijzen

Functie: Vakleerkracht gym

School: Ayundo

Datum: 05-11-2012

Naam interviewer: Wendy Vis

Schoolplein: Wat betreft het schoolplein: deze vindt de docent verre van aantrekkelijk.Hier wil zij komend jaar ook wat aan gaan proberen te doen, als zij de tijd kan vinden. Kinderen worden niet uitgedaagd en geënthousiasmeerd tot bewegen.

Voor het uitdagen van de kinderen tot bewegen is niet alleen eenaantrekkelijk schoolplein nodig, maar ook geschikt materiaal dat niet snel stuk gaat, en actieve leraren/pleinwachten die hier ook aan mee willen werken. Denk aan beweegkaarten, spellen moeten geïntroduceerd worden, speelbakken voor onderbouw, middenbouw en bovenbouw met daarbij controle over het uitgeleende materiaal.

Wat betreft de skatebaan: deze is een stuk aantrekkelijker. Wel denkt zij dat er alleen meer aandacht moet komen voor het schoonhouden hiervan. Er ligt vaak rommel en glas door hangjeugd.

Met die hangjeugd moet dus wat worden gedaan. Hoe krijg je deze van het veld? En misschien, hoe krijg je hen aan het bewegen?

29

Page 30: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Mening student (Wendy Vis)De student vindt het schoolplein erg kaal en karig. Er is geen groen en er zijn weinig speeltoestellen. Zij beaamt de mening van de ondervraagde vakdocent gym en is van mening dat er meer speelmateriaal zou moeten komen evenals meer speeltoestellen. Ook zou de aanwezige betonnen pingpongtafel een opknapbeurt kunnen gebruiken.

Meer groen op het schoolplein en bijvoorbeeld het plaatsen van een zgn. insectenhotel o.i.d. zou het een stuk aantrekkelijker maken.

30

Page 31: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

Naam geïnterviewde:

Shon Kranen

Functie: Leraar groep 8

School: Boekmanschool

Datum: 15-11-2012

Naam interviewer: Sarah Wastiaux

Schoolplein: Shon is erg enthousiast over het schoolplein. Het is een paar jaar geleden gerenoveerd en er zijn veel leuke dingen om te doen voor kinderen: klimmen, voetballen, fietsen. Er zijn allerlei hoekjes, de meiden staan vaak om de hoek met elkaar.

Er is eigenlijk voor iedereen wat te doen: de jongens kunnen al hun energie kwijt op het voetbalveld, terwijl anderen rustig kunnen zitten of in het klimrek spelen. Voor de jongere kinderen is er een apart gedeelte en voor de kleuters zijn er ook fietsjes en steppen aanwezig. Het is zo ingedeeld dat de drukke kinderen hun energie kwijt kunnen, maar de rustigere ook aan de drukte kunnen ontsnappen. Dat vindt Shon erg leuk. Ook vindt hij het erg prettig dat het plein zo beschut is door de huizen eromheen en vindt hij dit erg mooi.

Vroeger was het ook mogelijk om na school op het plein te spelen, maar dat is nu niet meer zo. Shon weet eigenlijk niet waarom dit veranderd is.

Mening student (Sarah Wastiaux)Het schoolplein heeft erg veel voorzieningen voor leerlingen. Op verschillende manieren worden kinderen uitgedaagd tot beweging: door het geven van ruimte (voetbalveldjes), prikkelen tot spelen (klimrekken, wip, schommels). Verder is het schoolplein per bouw ingedeeld, waardoor de grotere kinderen en de kleintjes niet door elkaar spelen en hun eigen ruimte hebben. Er is veel groen aanwezig. Het enige dat mist is een overdekt gedeelte zodat kinderen als het regent toch ook droog kunnen blijven.

31

Page 32: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

NAAM: ______________________________________________________________________________

1. Speel je in de pauze het liefste binnen of buiten?______________________________________________________________________________________________________________________________________________________

2. Als je buiten speelt, wat doe je dan het liefst?____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

3. Vind je het schoolplein leuk? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

4. Wat zou het schoolplein nog leuker maken? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

5. Hoe vaak speel je als je thuis bent buiten?______________________________________________________________________________________________________________________________________________________

6. Wat doe je dan het liefst? ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

32

Page 33: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

DANKJEWEL!

33

Page 34: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

School: Boekman

Aantal leerlingen gevraagd: 13Jongens: 8

Meisjes: 5

Liever binnen/buiten? Binnen: 0Buiten: 8Weersafhankelijk: 5

Favoriete activiteit? Voetballen: 10Klimrek: 3

Schoolplein? Positief: 13

Negatief: 0

Suggesties Kunstgras, E-goals, PingPong tafels

Vaak buiten spelen? >3 x per week: 7

<3 x per week: 6

School: Ayundo

Aantal leerlingen gevraagd: 12Jongens: 6

Meisjes: 6

Liever binnen/buiten? Binnen: 0Buiten: 10Weersafhankelijk: 2

Favoriete activiteit? Voetballen: 5Klimrek: 4

Kunstjes doen: 3

Schoolplein? Positief: 12

Negatief: 0

Suggesties Meer toestellen: schommels of wip en meer

34

Page 35: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

speelmateriaal (ballen e.d.)

Vaak buiten spelen? >3x per week: 8

<3x per week: 4

35

Page 36: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

36

Page 37: susannevanderwerfportfolio.files.wordpress.com  · Web view2014-11-30 · Beroepsopdracht. Amsterdamse kinderen en leraren in beeld. OMGEVING. PABO deeltijd verkort. Jaar 1, groep

37