'Sociaal beleid rendeert'

33
ACW MEMORANDUM 2014 SOCIAAL BELEID RENDEERT 14 PRIORITEITEN VOOR DE VERKIEZINGEN VAN 2014 de armoede wegwerken 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 kwaliteitsvol en democratiserend onderwijs een innovatieve en koolstofarme economie een ambitieus klimaatbeleid een duurzame, vlotte en veilige mobiliteit een kwaliteitsvol en humaan asiel- en migratiebeleid een coherent en inclusief ontwikkelingsbeleid een grotere participatie aan cultuur en vrije tijd een sociaal-rechtvaardige energietransitie een transparanter arbeidsmarktbeleid recht op wonen centraal stellen welzijn- en gezondheidsbeleid sociaal invullen een erkenning voor de positie en rollen van het middenveld een rechtvaardig fiscaal systeem

description

-- ACW Memorandum 2014 -- 14 prioriteiten voor de verkiezingen van 2014

Transcript of 'Sociaal beleid rendeert'

Page 1: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW MEMORANDUM 2014

SOCIAAL BELEID RENDEERT14 pRIORITEITEN vOOR DE vERkIEzINgEN vAN 2014

de armoede wegwerken0102030405060708091011121314

kwaliteitsvol en democratiserend onderwijs

een innovatieve en koolstofarme economie

een ambitieus klimaatbeleid

een duurzame, vlotte en veilige mobiliteit

een kwaliteitsvol en humaan asiel- en migratiebeleideen coherent en inclusief ontwikkelingsbeleid

een grotere participatie aan cultuur en vrije tijd

een sociaal-rechtvaardige energietransitie

een transparanter arbeidsmarktbeleid

recht op wonen centraal stellen

welzijn- en gezondheidsbeleid sociaal invullen

een erkenning voor de positie en rollen van het middenveld

een rechtvaardig fiscaal systeem

Page 2: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 20142

Zetten we verder in op een samenle-ving waarin gestreefd wordt naar ge-lijke kansen voor iedereen, een even-wichtige spreiding van de welvaart, gelijke rechten en plichten en veel participatie en overleg met burgers en verenigingen? Of gaan we naar een samenleving waar de overheid zich te-rugtrekt en burgers als individu meer en meer zelf verantwoordelijk worden gesteld voor hun welvaart en welzijn, waar degene die hard werkt en veel verdient, beloond wordt en wie pech heeft ziek of werkloos te worden, ge-straft wordt? Een samenleving waar het primaat van de politiek gebruikt wordt om overleg en participatie van burgers en middenveld aan het beleid te verzwakken ten voordele van lob-bygroepen en consultants? Willen we een samenleving waar het non-profi-tinitiatief vervangen wordt door com-merciële spelers, zowel in cultuur als in welzijn?

De volgende regeringen moeten in-zetten op het sociaal-economische relancebeleid, maar dit moet sterker gekoppeld worden aan de andere gro-te uitdagingen van de samenleving: investeren in de noden van een sterk vergrijzende bevolking, in tewerk-stellingskansen voor jongeren en in de aanpak van de klimaatopwarming en de daarmee samenhangende om-schakeling van onze industrie, ener-giesector, huisvesting, mobiliteit en landbouw naar duurzame en koolstof-arme alternatieven. Verder moeten we blijven streven naar het verkleinen van de ongelijkheid tussen arm en rijk door het versterken van de be-staande herverdelingsmechanismen: tewerkstelling, automatische indexe-ring, centraal onderhandelde loon- en arbeidsvoorwaarden, sterke sociale diensten en rechtvaardige fiscaliteit.

Wij willen een economie ten dienste van mens en maatschappij en niet omgekeerd.

Deze uitdagingen moeten samen met de uitvoering van de zesde staatsher-vorming aangepakt worden. Dat biedt kansen, omdat hervormingen hoe dan ook nodig zijn. Elke overheid zal met deze nieuwe bevoegdheden een ei-gen beleid willen voeren. Het komt er dan op aan om slimme combinaties te maken en met de nieuwe bevoegd-heden bovenstaande uitdagingen effi-ciënter én doelmatiger én sociaal aan te pakken.

Het ACW wil voor de volgende legis-latuur vooral benadrukken dat de hervormingen op een sociaal-recht-vaardige manier moeten gebeuren, met oog voor de mensen met een laag inkomen envoor de groepen die moei-lijker voor zichzelf kunnen opkomen. We roepen de volgende regeringen op om inclusief te denken, om te zorgen dat iedereen mee kan in de samen-leving en dat de gecreëerde welvaart eerlijke verdeeld wordt.

Het ACW blijft zich verzetten tegen een beleid dat mensen en groepen uitsluit, dat mensen en groepen hun rechten ontzegt, dat delen van de be-volking stigmatiseert en zijn verant-woordelijkheid meer en meer van zich af schuift.

Het Belgische welvaartsmodel heeft de afgelopen 70 jaren zijn groot nut bewezen. Toch moet dit welvaartsmo-del aangepast worden aan de nieuwe uitdagingen, het moet versterkt wor-den om aan nieuwe noden tegemoet te komen, maar het kan niet uitgehold of verzwakt worden.. De vijf pijlers van het Belgisch welvaartsmodel moeten

verder worden uitgewerkt: een trans-parant arbeidsmarkt- en tewerkstel-lingsbeleid, kwaliteitsvolle en be-taalbare sociale diensten op vlak van welzijn, gezondheid, onderwijs, huis-vesting en cultuur, een herverdelend fiscaal systeem, een sterke sociale zekerheid en een duidelijke rol voor het middenveld als belangenbeharti-ger, als dienstverlener zonder com-merciële doeleinden, als medebe-heerder van de sociale instellingen en als uitvoerder van dit sociaal beleid.

Daar komt bij dat de volgende rege-ringen een ambitieus klimaat- en energiebeleid moeten voeren, gericht op het behalen van de Europese re-ductiedoelstellingen op vlak van CO2-uitstoot, en gericht op een brede tran-sitie naar een meer sociaal-recht-vaardige en ecologisch duurzame samenleving.

Met dit memorandum richt het ACW zich tot de toekomstige federale,Vlaamse en Brusselse re-gering. Willen we een consistent en geïntegreerd beleid voeren waarbij we duidelijke doelstellingen voorop stellen, dan moet de uitvoering (de HOE-vraag) op het juiste niveau ge-legd worden. Zo is bv. het wegwerken van de armoede of het creëren van te-werkstelling geen zaak van één over-heid, maar van alle overheden. De transitie naar een koolstofarme sa-menleving is de verantwoordelijkheid van alle overheden, ieder binnen zijn bevoegdheden. En zo moet ook een rechtvaardig fiscaal stelsel op elke beleidsniveau worden gerealiseerd.

INLEIDINg SOCIAAL BELEID RENDEERT

Onze samenleving nadert een belangrijk kruispunt. komende uit een economische en financiële crisis met zware saneringen van de overheidsbegrotingen, zullen ook de komende regeerperiode belangrijke beslissingen moeten genomen worden. Die zullen niet alleen gaan over de vraag of er een nieuwe ronde staatshervorming moet komen, maar vooral over de vraag welk soort sociaal-economisch beleid we willen, welk fiscaal systeem we nastreven, welke verzorgingsstaat we wensen en hoe we de klimaatuitdaging gaan aanpakken. De inzet is in welke samenleving we willen leven.

Samen kunnen we mooie dingen realiseren

Page 3: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 3

Verdiep en breid de sociale zekerheid uit en voer een economisch en financieel beleid waardoor werkne-mers een waardig loon ontvangen;

Voer een gemeenschappelijk beleid dat gericht is op het doen verdwijnen van de armoede;

Ontwikkel een effectief non-discriminatiebeleid waardoor groepen niet uitgesloten worden uit de ar-beidsmarkt, de huisvestingsmarkt, de kinderopvang, gezondheidszorg en het onderwijs;

Ontwikkel een voorrangsbeleid voor de brede doel-groep van nieuwe armen en generatiearmen.

01 ARMOEDE IS vOOR hET ACW ONAANvAARDBAAR

Meer en meer gezinnen worden geconfronteerd met armoede en uitsluiting. kinderen die met een lege boterhamdoos naar school gaan is alledaags geworden, jongeren met een vreemd klinkende naam vinden geen werk of huis, arme ouderen geraken geïsoleerd op het platteland, ...Armoede is onaanvaardbaar in een rijk en welvarend land als België. Een te grote ongelijkheid tussen arm en rijk zijn maatschappelijk contraproductief.

De armoedebarometer maakt het elk jaar opnieuw duidelijk: zelfs in de economisch beste jaren daalde de armoede niet, in het beste geval bleef deze stabiel. In tijden van crisis stijgt de armoede, en dit steeds snel-ler. Zo ontstaan nieuwe groepen die eveneens getrof-fen (gekwetst) worden door uitsluiting.

Discriminatie en uitsluiting zijn grote oorzaken van armoede. Mensen met een migratiegeschiedenis en mensen met een armoedegeschiedenis hebben geen of weinig gelijke kansen op de arbeidsmarkt, de huis-vestingsmarkt, … , ze krijgen bovendien moeilijk kan-sen in het onderwijs.

Hardere arbeidsvoorwaarden duwen mensen in ar-moede, het aantal “working poor” in Vlaanderen is vandaag hoger dan het aantal leefloners. De “degres-siviteit” van de werkloosheidsuitkeringen zal het aan-tal gezinnen die leven in armoede verder verhogen.

Armoede in de steden is schrijnend. In steden als Brussel groeit 1 op 5 kinderen op in armoede. Armen worden bovendien verdreven uit de ‘hippe’ steden naar het geïsoleerde platteland waar ze volledig uit het zicht verdwijnen.

Het spreken over armoede wordt steeds moeilijker, want het wordt steeds meer gepercipieerd als hun fout.

DAAROM: WAAROM?

Page 4: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 20144

van alle regeringen verwacht het ACW:Een gemeenschappelijk engagement om de armoede daadwerkelijk te doen verdwijnen;

Een armoedebeleidsplan met duidelijke kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen waarbij gebruik gemaakt wordt van aangepaste onderzoeksmethoden die alle voor-waarden meten om op een menswaardige manier deel te nemen aan de samenleving zoals budgetkorven en refe-rentiebudgetten;

Een betere samenwerking over de grenzen heen en tus-sen de verschillende beleidsdomeinen zodat armoede door een breed en geïntegreerd beleid aangepakt kan worden;

Armen, hun verenigingen en het sociale middenveld voortdurend betrekt bij de opmaak en uitvoering van het beleid;

De rol van OCMW’s scherper omschrijft door hun meer middelen te geven in het kader van armoedebestrijding.

van de federale overheid verwacht het ACW:Elk gezin heeft het recht op een volwaardig inkomen waardoor het ten volle kan participeren aan de samenle-ving. We verwachten van de federale overheid een duide-lijk en concreet stappenplan om elk gezin een voldoende inkomen te geven. Dit veronderstelt het optrekken van alle vervangingsinkomens en alle bijstandinkomens tot boven de 60 % mediaan van alle inkomens;

Het aantal “working poor” drastisch vermindert door, enerzijds het minimumloon voor deeltijdse banen te ver-hogen, het wegwerken van onvrijwillige deeltijdse arbeid, het verhinderen van precarisering door flexibilisering en door lage lonen en, anderzijds, door positieve fiscale maatregelen;

Een gezondheidsbeleid voert dat vertrekt van het derdebe-talerssysteem.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Een Vlaams sociaal beleid dat verdwijnen van armoede en het verminderen van armoederisico bij lagere inkomens-groepen mee opneemt in haar doelstellingen. Dat kan door:

• het invoeren van maximumfactuur in de thuiszorg, in het secundair onderwijs, in de ouderenzorg, …;

• het bevorderen van de eerste lijn en de toegang tot de eerste lijn te vergemakkelijken;

• voldoende plaatsen voor deze groepen reserveren in kinderopvang en andere vergelijkbare diensten;

Dat de Huizen van het Kind in de eerste plaats die ouders die leven in armoede ondersteunen in hun rol van opvoe-der;

Een onderwijsbeleid dat de ongekwalificeerde uitstroom stopt en ervoor zorgt dat elke jongere minstens de taal en het rekenen beheerst;

Een huisvestingsbeleid dat gericht is op een inhaalbewe-ging inzake sociale woningen;

Een huurregelgeving dat toegang tot de private huur-markt voor iedereen garandeert, dat kwaliteit en betaal-baarheid bevordert.

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht het ACW:Samenwerking van Vlaanderen met het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest aan een integraal beleid in Brussel en de Rand. De uitdagingen op het vlak van armoede en bestaan-sonzekerheid kent geen gewestgrenzen;

Inzet op verdergaande synergiën tussen de Brusselse huisvestingsmaatschappijen zodat de dienstverlening, de renovatie en het onderhoud kwalitatief en kwantitatief kan groeien ten voordele van de kandidaten op de wacht-lijsten;

Dat Vlaanderen bij haar gezondheids- welzijns- en cul-tuurbeleid in Brussel voldoende aandacht geeft aan sa-menwerking met Brusselse en Franstalige instellingen en actoren op het terrein om het aanbod te richten op het bestrijden van armoede en bestaansonzekerheid.

hOE?

Page 5: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 5

Voer een beleid dat de toegang en de betaalbaarheid van het welzijn- en gezondheidsbeleid garandeert. De toegang van de laagste inkomensgroepen is onze indicator;

Ontwikkel een beleid dat streeft naar samenwerking tussen alle diensten en voorzieningen en creëer mogelijkheden om van de een naar de ander te kunnen schakelen;

Ontwikkel een beleid dat gericht is op het versterken van de eerste lijn in de zorg.

Mensen vertrouwen ons zorgsysteem, ze ervaren het als toegankelijk en in de meeste gevallen betaalbaar. Tegelijkertijd voelen ze aan dat deze zorg bedreigd wordt. Ouderen schrijven zich bij verschillende woonzorgcentra in, mensen stellen zorg uit, gezinnen beginnen zelf hun eigen zorgsysteem te ontwikkelen, … Toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid zijn essentiële kenmerken van een sociaal welzijn- en gezondheidsbeleid.

Het Vlaams welzijnsbeleid staat voor een dubbele uitdaging. Enerzijds komen er door de zesde staats-hervorming een reeks bevoegdheden en middelen over naar Vlaanderen, waardoor de organisatie van het welzijnsbeleid grondig zal wijzigen. De reorgani-satie van het toekomstig welzijnsbeleid is een eerste uitdaging. Deze reorganisatie kan ervoor zorgen dat er minder versnipperde antwoorden worden gegeven. Anderzijds zullen de bijkomende middelen onvol-doende zijn om alle welzijnsvragen die mee komen met de zesde staatshervorming te beantwoorden. De tweede uitdaging is dan ook en vooral een budgettaire uitdaging.

Er zijn niet alleen de huidige en de bijkomende vragen naar meer welzijn, de welzijnsnoden nemen ook expo-nentieel toe. De ouderenzorg, de kinderopvang en de bijzondere jeugdzorg zijn drie domeinen waar steeds meer vragen komen.

DAAROM: WAAROM?

02 ACW WIL EEN SOCIAAL WELzIjN– EN gEzONDhEIDSBELEID

Page 6: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 20146

van de federale overheid verwacht het ACW:Dat het gezondheids- en welzijnsbeleid toegankelijk en betaalbaar wordt door:

• het voorzien van stabiele en solidaire financiering;

• het verdiepen van de MAF zodat meer kosten gedekt worden;

• het verhogen van het zorgforfait voor groepen met meer kosten;

• het streng moduleren van ereloonsupplementen;

• het betaalbaar en tariefzeker maken van hospitalisatie

• het kaderen van iedereen die zorg wil aanbieden;

Dat het gezondheidsbeleid de eerstelijn versterkt door:

• het invoeren van het gedeeld globaal medisch dossier;

• het extra ondersteunen van groepspraktijken en medische huizen;

• het stimuleren van taakdeling;

Dat er voldoende middelen voorzien worden om thuis te blijven wonen door:

• het herzien van de prestaties thuisverpleging;

• het aanpassen van hun taak aan de toenemende behoeften;

• het aantrekkelijk maken van het beroep;

Dat het aanbod voor patiënten met psychische problemen versterkt worden en dat rond deze problematiek een net-werk van alle thuiszorgactoren ontstaat. Met bijzondere aandacht voor de psychische problematiek, aanpak en be-geleiding bij kinderen en jongeren;

Voldoende aandacht voor preventie. Vooral op vlak van me-dicatieverbruik zijn doelgroepgerichte acties naar gebrui-kers, artsen en apothekers noodzakelijk.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:De uitgangspunten en principes van “maatschappelijk verantwoorde zorg”, rechtvaardigheid, performantie, toe-gankelijkheid, relevantie en kwaliteit, decretaal worden vastgelegd en zo de basis vormen voor een “Vlaamse Welzijnscode”;

Het Vlaams welzijnsbeleid vertrekt van de competenties en de verantwoordelijkheden van het middenveld bij de organisatie en het beheer van het welzijnsbeleid;

Het Vlaams welzijnsbeleid prioritair investeert in een brede eerstelijn die integraal werkt rond verschillende zorgvragen;

Het Vlaams welzijnsbeleid de wachtlijsten wegwerkt zo-wel in de gehandicaptensector als in de ouderenzorg;

Samenwerking tussen eerstelijnsgezondheid en eerste-lijnswelzijn vooraan staat. Samenwerking wordt aange-moedigd via subsidies voor infrastructuur maar ook via uitwisseling van hulpverleners en het uniformiseren van overlegplatformen. SEL’s kunnen de basis vormen van dit uniek platform;

Vermaatschappelijking van de zorg enkel gerealiseerd wordt als enerzijds, de directe omgeving voldoende ver-sterkt wordt door onder meer mantelzorgpremie, per-soonlijke assistentiebudgetten, fiscale tegemoetkomin-gen en het ondersteunen van vrijwilligerswerkingen en, anderzijds, de eerste lijn de mogelijkheden en middelen krijgt om gezinnen bij te staan en zo nodig de zorg over te nemen;

Het woonzorgdecreet volledig wordt uitgevoerd. Woonas-sistenten worden gesubsidieerd. De samenwerking tus-sen ambulante en residentiële zorg wordt versterkt door het uitwisselen van personeel mogelijk te maken;

Op subregionaal niveau een bindende zorgstrategische planning wordt ontwikkeld die de uitbouw van noodzake-lijke woonzorgvoorzieningen mogelijk maakt. Deze plan-ning wordt op tripartiete wijze ontwikkeld: op gelijkwaar-dig niveau door voorzieningen, gebruikers en overheden;

De integrale jeugdzorg wordt uitgevoerd met bijzondere aandacht voor de meest kwetsbaren door te investeren in onafhankelijke vertrouwenspersonen en in voldoende tra-jectbegeleiders. De integrale jeugdzorg wordt uitgevoerd met actieve aandacht voor dwarsverbindingen naar ande-re beleidsdomeinen zoals onderwijs, ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

hOE?

Page 7: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 7

De Vlaamse kinderbijslag wordt uitgebouwd als een recht van het kind, op basis van kenmerken van het kind en op basis van het sociaal statuut van het gezin. De sociale toeslag moet minstens 12 % van het totale budget omvat-ten;

De uitbouw van een zorggarantie voor personen met een handicap geldt voor elk persoon met een handicap. Wij verwachten dat de Vlaamse overheid verschillende middelen en instrumenten verder uitbouwt om deze zorggarantie zeker te maken (de verschillende soorten budgetten, de hulpmiddelen, de residentiële zorg). Wij verwachten tevens dat de Vlaamse overheid alle middelen inzet om mensen met een handicap volwaardig te laten deelnemen aan de samenleving.

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht het ACW:Het wegwerken van het tekort aan voorschoolse kinder-opvangplaatsen door proactief beleid van de Vlaamse Gemeenschap in samenwerking met Brusselse actoren;

Investeren door de Vlaamse Gemeenschapscommissie in innovatieve en effectieve manieren om de vergrijzing in de Brusselse context aan te pakken;

De Brusselse kinderbijslag voortbouwt op het federale: als recht van het kind, op basis van kenmerken van het kind en op basis van het sociaal statuut van het gezin. De sociale toeslag moet minstens 12 % van het totale budget omvat-ten.

Een betere samenwerking en afstemming tussen de 19 OCMW’s zodat shoppen bij de verschillende OCMW’s niet meer nodig is.

Een afstemming van de reguliere zorg- en gezondheids-diensten op de superdiverse realiteit.

Page 8: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 20148

Blijf inzetten op de democratiserende opdracht van het onderwijs met ruimte voor brede maatschap-pelijke vorming;

Investeer, ook in crisistijd, in gelijkekansenonder-wijs;

Zorg voor een gedragen en haalbare implementatie van het politiek akkoord hervorming secundair on-derwijs;

Zorg dat leerlingen een goede studiekeuzebegelei-ding krijgen, los van genderstereotypen;

Organiseer de lerarenopleidingen en de professi-onalisering van de leraren zodanig dat de kwaliteit van de leraar gegarandeerd blijft;

Geef het onderwijs in Brussel de ruimte zich te ontwikkelen tot een eigentijds en kwaliteitsvol on-derwijs op maat van de stad;

Zet in op bredere uitbouw en versterking van kwa-liteitsvolle schoolvervangende programma’s.

Onderwijs is één van de belangrijkste hefbomen tot sociale vooruitgang. Elk kind verdient het best mogelijke onderwijs. Wil vlaanderen blijven behoren bij de internationale top, dan moeten dringend een aantal pijnpunten in het huidig onderwijssysteem worden aangepakt.

Los van de indeling van schoolrichtingen in domeinen en abstractieniveaus blijft de kwaliteit van de opleiding es-sentieel om jongeren een goede voorbereiding te geven op de samenleving, om een goede doorstroom naar ar-beidsmarkt of hoger onderwijs te realiseren en om hen voor te bereiden op het levenslange leren. Het onderwijs moet kwaliteitsvolle richtingen aanbieden en de techni-sche en beroepsrichtingen moeten kunnen gebruik ma-ken van de modernste technologieën in hun opleiding.

Onderwijs moet ook een goede voorbereiding op de sa-menleving in ruime zin bieden en leerlingen zin geven om levenslang te blijven leren.

De slaagkansen in het hoger onderwijs zijn en blijven laag. Slechts vier op tien studenten slagen het eerste jaar hoger onderwijs. Dit heeft niet alleen een hoge fi-nanciële kost voor de ouders en de overheid, maar ook een hoge maatschappelijke kost. De studiekeuzebegelei-ding moet verbeterd worden.

Het onderwijs heeft blijvend nood aan kwalitatief sterk opgeleide leerkrachten. De studenten in de lerarenop-leidingen vandaag zijn de onderwijsverstrekkers van morgen. De samenleving verwacht goed opgeleide leer-krachten en professionele bestuurders, die tijdens hun loopbaan ruimte krijgen om zich permanent bij te scho-len en te professionaliseren.

Onderwijs in Brussel moet een antwoord bieden op grootstedelijke en meertalige uitdagingen.

Om achterstand in de latere schoolcarrière te voorko-men is het aangewezen dat alle kleuters naar school gaan vanaf 3 jaar. Een verlaging van de leerplicht is een belangrijk maatschappelijk signaal en moet dienen als een stimulans voor ouders om hun kinderen naar school te laten gaan, niet als een sanctioneringsmechanisme.

DAAROM:

WAAROM?Kinderen moeten tijdens hun schoolloopbaan keuzes kun-nen maken op basis van hun competenties en niet op basis van hun geslacht of de sociaal-economische, culturele of religieuze achtergrond van hun gezin. Investeren in onder-wijs rendeert.

03 ACW WIL EEN kWALITEITSvOL & DEMOCRATISEREND ONDERWIjS

Page 9: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 9

van de federale overheid verwacht het ACW dat ze:In het kleuteronderwijs de leerplicht verlaagt naar 3 jaar en zorgt voor een redelijke overgangsperiode om in de Gemeenschappen te implementeren.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW: In het kleuteronderwijs:

• voorziet in voldoende plaatsen, zodat er plek is voor elk kind;

• doelgroepgericht investeert in de (taal)ontwikkeling van het kind vanaf zeer jonge leeftijd;

• de kleuterparticipatie verhoogt via begeleiding en doelgroepgerichte werking, ook voor niet-registreer-bare kinderen.

In het lager onderwijs:

• de automatische toekenning van studietoelagen in-voert;

• een verhoging van de schooltoelage voor de laagste inkomens doorvoert;

• een halt toeroept aan de sluipende verhoging van de schoolkosten (middagtoezicht, stoelgeld refter,…) en betere controle op toepassing van de maximumfac-tuur.

In het secundair onderwijs:

• de hervorming doorvoert met bijzondere aandacht voor oriëntering en leerlingenbegeleiding, specifiek voor kinderen die het moeilijk hebben, voor het (h)erkennen van alle talenten, een hoogstaande ‘brede vorming’ voor iedereen en het aanpakken van de on-gekwalificeerde uitstroom;

• in de brede, maatschappelijke vorming aandacht be-steedt aan discriminatie, maatschappelijk kwetsbare groepen, gender, rechtvaardigheid en solidariteit;

• werk maakt van de maximumfactuur in het secundair onderwijs, te beginnen met de eerste graad

• het STEM-actieplan uitvoert (STEM=science, techno-logy, Engineering en Mathematics);

• werkt aan toegang tot opleidingsinfrastructuur en -materiaal van het hoogste niveau, zowel in Vlaamse als in Brusselse scholen;

• een kwaliteitsvolle studiekeuzebegeleiding oplegt in alle scholen van het secundair onderwijs waarbij de informatie op basis van rapporten, evaluatie klas-senraad, Centra voor Leerlingenbegeleiding, oriën-teringsproeven en zelfevaluatieinstrumenten wordt samengebracht in een portfolio die o.m. kan helpen bepalen, in combinatie met een oriënteringsproef, welke hogere studies haalbaar zijn.

hOE?

03 ACW WIL EEN kWALITEITSvOL & DEMOCRATISEREND ONDERWIjS

Page 10: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201410

In het hoger onderwijs:

• voor kandidaat-leraren kwalitatief sterke opleidingen organiseert, o.m. door een betere intake van studen-ten, meer stagemogelijkheden, meer pedagogisch opgeleide lerarenopleiders. Toekomstige leerkrach-ten moeten een beter inzicht krijgen in de leefwereld van jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties en in genderste-reotyperingen;

• een nieuw hoger onderwijsniveau HBO5 ontwikkelt dat sterk arbeidsmarktgericht is en ingebed in een regionale socio-economische realiteit;

• de financiering evalueert en verhoogt waar nodig, zeker in de professionele bacheloropleidingen, zodat de toegankelijkheid en laagdrempeligheid gegaran-deerd blijft;

• het aantal studenten verhoogt dat een deel van zijn opleiding in het buitenland kan volgen;

• het systeem van leerkrediet hertekent zodat studen-ten die van onderwijsniveau veranderen bijkomende studiepunten krijgen.

In het volwassenenonderwijs:

• de financiële drempels verlaagt in HBO5 en in het volwassenenonderwijs;

• een brede toegang garandeert tot het levenslang en levensbreed leren.

Ten aanzien van het personeel:

• professionaliseringstrajecten voorziet die oog hebben voor de werkcontext en de maatschappelijke uitda-gingen;

• een betere begeleiding van beginnende leerkrachten en meer werkzekerheid biedt.

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht het ACW:Een blijvende capaciteitsuitbreiding om de groeiende vraag die gepaard gaat met een blijvende bevolkingsgroei te kunnen beantwoorden van Vlaanderen en de VGC;

De keuze om extra te investeren in de uitrusting van se-cundair technisch- en beroepsonderwijs;

Dat scholen de ruimte en de middelen krijgen van Vlaan-deren en de VGC om onderwijsexperimenten die nodig zijn in een veelkleurige en meertalige stad. Het Brusselse ex-perimenteerveld onbespeeld laten liggen is een gemiste kans;

Dat de twee gemeenschappen die actief zijn in het Brus-sels onderwijs een actieplan opzetten tegen uitsluiting tij-dens het onderwijstraject;

Dat de verantwoordelijken voor onderwijs uit beide Ge-meenschappen een samenwerkingsakkoord afsluiten waarin wordt vastgelegd voor hoeveel percent van het on-derwijsaanbod elke Gemeenschap verantwoordelijk is.

Page 11: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 11

Verhoog het aantal sociale en private huurwonin-gen drastisch;

Open perspectieven voor nieuwe en innovatieve woonvormen en woonorganisaties;

Ontwikkel een effectief non-discriminatiebeleid waardoor groepen niet uitgesloten worden uit de huisvestingsmarkt;

Zorg dat gezinnen na het betalen van de woonlast een volwaardig inkomen behouden;

Maximum een derde van het gezinsinkomen zou naar woonkost plus energie mogen gaan;

Zet in op energiebesparing bij huurwoningen.

Vandaag kunnen we de wooncrisis niet meer negeren. De wooncrisis uit zich bij de laagste inkomenscategorieën door te weinig sociale woningen, door te weinig betaal-bare en kwalitatieve woningen, door uitsluiting en discri-minatie, door verdringing naar slechte woningen op het (geïsoleerde) platteland, door een stijgend aantal dakloze gezinnen en jongeren.

Morgen kan de wooncrisis enkel erger worden. Door de aangroei van de bevolking en de vergroening en vergrij-zing wordt een zware druk gelegd op het Vlaams woonpa-trimonium.

Dit vergt een verstandig en vooral zuinig omspringen met de ruimte.

De Vlaamse regering heeft de vorige jaren sterk geïnves-teerd in, enerzijds, het moderniseren van de sociale huis-vestingssector door onder andere visitaties en, ander-zijds, door het inzetten op het grond- en pandenbeleid. Er zijn heel wat maatregelen genomen om zwakke huurders te ondersteunen. Al deze maatregelen zijn echter een druppel op een hete plaat.

De wooncrisis laat zich ook voelen bij gezinnen met een laag inkomen. Deze hebben geen keuze meer: te weinig huurwoningen en te weinig financiële mogelijkheden om op de bouw- of koopmarkt een alternatief te vinden.

Vandaag wordt een groot deel van de subsidies zeer ongelijk verdeeld. Voor meerdere beleidsinstrumenten ontvangen hogere inkomens meer subsidies dan lagere. Verder zijn er twijfels bij de doelmatigheid van een aantal subsidies. De overheveling van de woonfiscaliteit en de huurwetgeving biedt Vlaanderen de mogelijkheid om dit recht op wonen gestalte te geven.

Dit jaar gaf 11 % van de Vlamingen aan al eens moeite te hebben gehad om zijn energiefactuur te kunnen betalen. Vooral jongeren, huurders en de laagste inkomensgroe-pen zijn kwetsbaar.

Woningen op de private huurmarkt zijn minder uitgerust met isolerende beglazing, dak-, muur- en vloerisolatie dan sociale woningen en eigendomswoningen. Was in 2009 73 % van de eigendomswoningen geïsoleerd, dan was dat voor de huurwoningen slechts 58 %.

Meer en meer gezinnen vinden geen betaalbare woning en leven onder de druk uit huis gezet te worden.

DAAROM:

04 ACW WIL hET REChT Op WONEN CENTRAAL STELLEN

WAAROM?

Page 12: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201412

van de federale overheid verwacht het ACW:De woonfiscaliteit inzake de tweede en volgende woning te herzien zodat enkel woningen die bestemd zijn voor de private huurmarkt nog ondersteuning krijgen en als die voldoen aan de voorwaarden van de respectievelijke wooncodes;

De btw voor overheidsinvesteringen in sociaal wonen op 0 % te leggen.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Op vlak van wonen Een volgehouden inspanning voor meer sociale woningen en dit binnen een leef- en werkbaar kader voor de sociale huisvesting;

Een reorganisatie van de woonfiscaliteit waardoor ei-gendomsverwerving en huren beiden gestimuleerd wor-den. Dit vraagt een gedeeltelijke verschuiving binnen de woonfiscaliteit zodat er middelen kunnen vrijkomen om, enerzijds, het aanbod sociale huurwoningen en private huurwoningen te vergroten en, anderzijds, het gedeeld eigenaarschap (coöperatief wonen, community land trust, cohousing, …) mogelijk te maken. Minstens 1/3de van het huidig budget van de woonfiscaliteit wordt voorzien voor het bouwen van bijkomende sociale huurwoningen, huur-woningen en woningen binnen coöperatief wonen;

De woonfiscaliteit i.f.v. eigendomsverwerving wordt in zijn samenhang gereorganiseerd en moet leiden tot het be-taalbaar maken van energiezuinig en ecologisch verant-woord wonen. Hierbij wordt het kadastraal inkomen i.f.v. deze doelstellingen herzien;

Het stelsel van sociale leningen wordt verder onder-steund en uitgewerkt;

De private huur wordt bevorderd door verlaging van de successierechten bij erfenis indien de woning minstens 9 jaar binnen de huursector wordt gehouden;

De Vlaamse huurwetgeving zorgt voor betaalbaar en woonzeker huren door het invoeren van huursubsidies gekoppeld aan huurrichtprijzen;

De Vlaamse huurwetgeving stimuleert het verhuren van private huurwoningen via verhuurbemiddeling. Dit kun-nen zowel sociale als private verhuurkantoren zijn. Deze moeten een non-discriminatie-overeenkomst onderte-kenen, de huurrichtprijzen volgen en huurbemiddeling

-eventueel via derde organisaties- aanbieden. Vlaanderen ondersteunt de huurbemiddeling door welzijnsorganisa-ties de nodige middelen aan te reiken;

Dat een beleid wordt uitgewerkt om een einde te maken aan dakloosheid;

Door middel van een zuinig ruimtelijk beleid worden ver-dicht wonen en gemeenschapswonen zoals cohousing en coöperatieve vormen van wonen gestimuleerd;

Onbenutte of onderbenutte gronden en panden worden geactiveerd voor het wonen. De overheid en semi-pu-blieke organisaties houden de gronden in eigen handen. Vormen van land-trust (leasing, erfpacht, concessie, …) worden verder uitgewerkt;

De Vlaamse wooncode maakt experimenten met wonen mogelijk zodat onder meer gedeeld eigenaarschap basis kan worden voor een breed betaalbaar en sociaal woon-beleid en dat samenwerking tussen welzijn en wonen versterkt kan worden.

Op vlak van energiebesparing

Een hervorming van het Energieprestatiecertificaat (EPC) naar een ‘woonprestatiecertificaat’ (WPC) dat de be-staande conformiteitsattesten en EPC integreert tot één slagkrachtig beleidsinstrument. Op termijn zou een mini-male WPC-score als voorwaarde gesteld moeten worden voor het verhuren van een woning. Verhuurders zouden stapsgewijs verplicht moeten worden om een aantal in-vesteringen te doen;

Faseer subsidies voor energiebesparing uit in de aanloop naar verplichtingen: van een ondersteunend en stimule-rend naar een normerend beleid;

Een collectieve gebiedsgerichte aanpak, bijvoorbeeld op wijkniveau, kan de kosten sterk drukken, zowel wat de administratieve lasten als de uitvoering van de wer-ken betreft. Een collectieve aanpak garandeert dat ook projecten waarbij meer investeringen nodig zijn worden uitgevoerd;

Zet meer in op toeleiding en begeleiding. Energiescans moeten het startpunt worden van een traject naar ener-giebesparing. Dat kan door de verschillende ondersteu-ningsmaatregelen beter aan elkaar te linken. Ook tijdens en na de energiebesparende ingrepen blijft begeleiding bij sommige groepen noodzakelijk.

hOE?

Page 13: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 13

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht ACW:

Dat het gewest met de woonfiscaliteit die ze in handen krijgt de middelen heroriënteert en inzet op de groepen die het nodig hebben. Voor de lage inkomens is investe-ren in het bestaande patrimonium van sociale huisves-tingsmaatschappijen noodzakelijk. Ook het patrimonium dat de overheid en de OCMW’s in handen hebben en nu gebruiken als opbrengsteigendom, kan worden ingezet om de hoge nood te lenigen. Voor de lagere middeninko-mens moeten er fiscale maatregelen ontwikkeld worden. Hogere middeninkomens en hoge inkomens hebben maatregelen zoals de woonbonus niet nodig;

Experimenten zoals Community Land Trust moeten door het gewest ondersteund worden. Ze geven een zeer con-creet antwoord op de woonzekerheid en emancipatie van zwakke groepen op de huisvestingsmarkt. Deze moeten ook als inspiratie dienen voor het woningaanbod van overheidsspelers op de private woonmarkt zoals Citydev.Brussels en de huisvestingsmaatschappijen die koopwo-ningen aanbieden;

Meer aandacht voor energiebesparing in de sociale huis-vesting.

Page 14: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201414

Verlaag de lasten op arbeid zodanig dat de bedrij-ven de nodige zuurstof krijgen om bijkomende jobs te creëren;

Blijf investeren in wetenschap en innovatie en zorg voor een goede valorisatie naar de KMO’s toe;

Werk met andere meetinstrumenten om de groei van ons land af te meten;

Kies resoluut voor een koolstofarme economie.

Nu de economie terug uit een diep dal klimt, wordt er opnieuw hoopvol naar de groei van het Bruto Binnenlands product gekeken. Toch kan en mag dit niet de enige doelstelling zijn van het toekomstig economisch beleid. ACW wil vooral inzetten op een duurzame economie, op bedrijven die jobs creëren en die innovatieve producten maken die tegelijkertijd duurzaam zijn. Op die manier kunnen we onze economie verduurzamen en een voorsprong nemen in de internationale concurrentieslag.

Het BBP als indicator voor het meten van economi-sche groei is een onvolmaakt instrument. Het is geen maatstaf voor maatschappelijke vooruitgang, omdat het geen rekening houdt met de sociale en ecologische doelstellingen, integendeel. Het BBP zegt dus niets over de gezondheid van onze economie.

Om de klimaatdoelstellingen te halen en de CO2-uitstoot te reduceren, moet de economie resoluut omschakelen naar een koolstofarme economie. Eco-nomische groei kan niet langer gepaard gaan met ge-bruik van fossiele grondstoffen, maar moet komen van investeringen in hernieuwbare energiebronnen, van hergebruik van materialen en grondstoffen en van om-schakeling naar energiezuinige productieprocessen.

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen blijft van-daag teveel een verhaal van greenwashing, te vrijblij-vend en te beperkt. We moeten werk maken van een echte omvorming van de economie en alternatieve vormen van ondernemen, zoals coöperaties, bindende akkoorden rond Maatschappelijk Verantwoord Onder-nemen en niet-financiële rapportering over de sociale, arbeids- en ecologische omstandigheden van het pro-ductieproces stimuleren.

DAAROM:

WAAROM?De lasten op arbeid zijn in België bij de hoogste van Euro-pa. Ook wanneer er rekening wordt gehouden met diverse vormen van lastenverlaging blijft er sprake van een loon-kostenhandicap t.o.v. de buurlanden. Deze zou best zo veel als mogelijk en haalbaar weggewerkt worden om jobs en bedrijven in België te houden.

België heeft zich net zoals de andere Europese landen geëngageerd om 3 % van het BBP te investeren in weten-schap en innovatie. Daarvan moet 1 % door de overheid worden geïnvesteerd en 2 % door de bedrijven, streefcijfers die noch de overheid noch de bedrijven realiseren. Noch-tans zijn investeringen noodzakelijk om de producten en productieprocessen van de toekomst te creëren en zo bij te dragen aan een meer duurzame, milieuvriendelijke econo-mie.

05 ACW WIL EEN INNOvATIEvE EN kOOLSTOfARME ECONOMIE

Page 15: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 15

05 ACW WIL EEN INNOvATIEvE EN kOOLSTOfARME ECONOMIE

van de federale overheid verwacht het ACW:Dat ze effectief gebruik maakt van aanvullende indicato-ren om de maatschappelijke en economische vooruitgang die duurzaam is, te meten.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Een redelijke ondersteuning (i.f.v. reële investeringskos-ten) van bedrijven bij de omschakeling naar een koolstof-arme economie;

Een duidelijke koppeling van overheidssteun aan sociale en ecologische duurzaamheidsvoorwaarden;

Dat ze verder blijft investeren in wetenschap en innovatie, waarbij de focus ligt op onderzoek en innovatie in functie van het aanpakken van de grote maatschappelijke uitda-gingen.

hOE?

Page 16: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201416

Voer een activeringsbeleid dat zich zowel op cre-atie van jobs als op begeleiding van werkzoekenden richt;

Verlaag de loonkost, zeker voor laaggeschoolde jobs en de jongeren;

Zorg voor uitbreiding van de sociale economiepij-lers Maatwerk en Lokale Diensten en integreer de PWA in de sociale economie;

Stop de precarisering van de tewerkstelling;

Hervorm de dienstencheques;

Pak de discriminatie op de arbeidsmarkt op een effectieve manier aan;

Verbeter de combinatie arbeid - gezin - zorg.

het recht op werk concretiseren is meer dan het activeren van werkzoekenden. het is een beleid gericht op kwaliteitsvolle jobs voor iedereen die zich op de arbeidsmarkt aandient of bevindt, tegen goede loon- en arbeidsvoorwaarden.

DAAROM:

06 ACW WIL EEN TRANSpARANTER ARBEIDSMARkTBELEID vOOR IEDEREEN

WAAROM?

Omdat het niet alleen belangrijk is dat mensen werk hebben, maar ook dat zij via hun werk zekerheid, sta-biliteit en onafhankelijkheid verwerven, evenals een regelmatig inkomen dat hen in staat stelt zichzelf te ontplooien op het werk, collegiale relaties uit te bou-wen, en een waardevol privéleven te leiden.

Omdat te veel werkzoekenden tot één of meerdere kansengroepen (kortgeschoold, oudere leeftijd, ar-beidshandicap, vreemde origine, langdurig werkzoe-kend) behoren en moeilijk aan een baan geraken. In 2011 tekende de VDAB 189.422 niet-werkende werk-zoekenden op, waarvan 141.702 tot één van de kansen-groepen behoorden.

Omdat een groot aantal werkzoekenden wel de toela-ting krijgen om in de sociale economie te gaan werken, maar ook daar geen job vinden.

Omdat de werkzaamheidsgraad bij allochtonen onrust-barend laag blijft. Slechts 42,7 % van de mensen met een niet-EU nationaliteit is aan het werk tegenover 71,5 % van de totale bevolking tussen 20 en 64 jaar.

Omdat de dienstencheques onbetaalbaar dreigen te worden bij ongewijzigd beleid en het huidig beleid in-zake aanvullende thuiszorg wordt doorkruist.

De combinatie arbeid – gezin wordt vandaag onder-steund via diverse verlofstelsels, via kinderopvang en via dienstencheques. In de toekomst zien we een grotere nood ontstaan: naarmate oudere werknemers langer aan het werk zullen blijven, zijn zij minder be-schikbaar voor zorgtaken t.a.v. hun ouders en/of klein-kinderen. Hierdoor zal de vraag naar professionele ondersteuning (buitenschoolse kinderopvang, kinder-opvang, thuiszorg, poetshulp,…) verder stijgen.

Omdat de werkloosheid op een te hoog niveau (8,13 % in augustus 2013) blijft steken, specifiek bij de jongeren, en de jobgroei te beperkt is.

Omdat een te hoge werkloosheid ook druk zet op de kwali-teit van de jobs wat leidt tot meer interimjobs, meer deel-tijds of tijdelijk werk en grotere onzekerheid en afhankelijk-heid van de werknemers.

Page 17: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 17

Aan de federale overheid vraagt het ACW:Een structurele verlaging van de loonkost door een ver-schuiving van belastingen op arbeid naar kapitaal, ter ondersteuning van de werkgelegenheid van kortgeschool-den, enerzijds, en de industrie anderzijds, met een even-redige injectie in de non-profit ten bate van de werkgele-genheid via sociale maribel;

Een halt aan de ontwikkeling van mechanismen (zoals uitbreiding van interimarbeid en flexibiliteit) die leiden tot verdere precarisering van de tewerkstelling, inz. van jongeren;

Een versterking van de werkloosheidsverzekering, zodat uitkeringen minstens op niveau van Europese armoede-grens komen;

De combinatie arbeid - zorg verder te verbeteren door meer vaderschapsverlof te voorzien, door mannen te sti-muleren gebruik te maken van de verlofstelsels en door het invoeren van een zorgverlof (voor het verzorgen van oudere familieleden).

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Een activeringsbeleid dat voldoende gedifferentieerd is (o.a. met een decretale verankering voor werkervaring en een sluitende jobgarantie voor jongeren via tewerkstel-lingsprogramma’s), op maat van de werkzoekenden en met respect voor de rechten en plichten van werkzoeken-den. Een vernieuwing van het Handvest van de werkzoe-kende dringt zicht op;

Een substantiële uitbreiding van de sociale economie via een duidelijk groeitraject voor zowel maatwerk als lokale diensteneconomie. Dit biedt ook betere perspectieven op werk voor jongeren in werkervaringstrajecten;

Een integratie van de PWA’s in de sociale economie waar-bij de PWA-werknemers worden overgeheveld naar de dienstencheques, de sociale economie of geïntegreerd worden binnen arbeidszorg/ W², alnaargelang hun com-petenties en huidige activiteit;

Een hervorming van de dienstencheques met een geslo-ten enveloppe, een getrapt tariefsysteem en een beper-king van de fiscale aftrek voor de dienstencheques, zodat de beleidsmarge niet wordt opgesoupeerd door ongecon-troleerde groei in de dienstencheques;

Het behoud van een serieuze doelgroepkorting voor kan-sengroepen, o.m. voor dienstenchequewerknemers in inschakelingsbedrijven (huidige SINE);

Een doeltreffend anti-discriminatiebeleid, met streefcij-fers per regio en sector en met afdwingbare quota voor alle overheidsdiensten;

Een efficiënte inzet van geregionaliseerde bevoegdheden en middelen, o.m. een meer selectieve inzet van de doel-groepkortingen voor oudere werknemers.

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht ACW:Een ontwikkeling van een Brusselse sociale economie-sector die is afgestemd op de Brusselse situatie door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Jeugdwerkloosheid en laaggeschooldheid zijn de uitdagingen bij het uittekenen hiervan. Het betrekken van het middenveld is hierin cru-ciaal;

Het vorm geven van een doelgroepenbeleid dat gericht is op tewerkstelling door het Brussels Hoofdstedelijk Ge-west;

Het uitrollen van een anti-discriminatiebeleid met streef-cijfers per wijk, gemeente, sector. Quota voor overheids-diensten zijn hierin een evidentie.

hOE?

Page 18: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201418

Neem meer effectieve maatregelen, die in Vlaan-deren voor een serieuze vermindering van de CO2-uitstoot zorgen. De aankoop van emissierechten is een te gemakkelijk oplossing;

Kijk verder dan 2020. Vandaag inspanningen uitstel-len maakt toekomstige inspanningen alleen maar duurder;

Bereid de weg voor die een radicale omslag moge-lijk maakt. Verdergaan op het huidige pad is onvol-doende om de doelstellingen te realiseren.

De klimaatuitdaging is zo immens dat burgers zich vaak machteloos voelen. Om een echte omslag te maken, is er een transitie nodig naar een koolstofarme samenleving. Deze transitie moet op een sociaal rechtvaardige manier verlopen.

DAAROM:

07 ACW WIL EEN AMBITIEUS kLIMAATBELEID

WAAROM?Om catastrofes te vermijden mag de temperatuur maxi-maal met 2°C stijgen in vergelijking met het pre-industriële tijdperk. Daarvoor moet de wereldwijde CO2-uitstoot tegen 2050 de helft lager zijn dan vandaag. Voor België betekent dat een daling van 80 à 95 %.

De vrijwillige engagementen die op de verschillende kli-maattops gedaan werden, zijn ruim onvoldoende om de temperatuurstijging onder 2° C te houden.

Uit het recentste voortgangsrapport van het Vlaamse kli-maatbeleid blijkt dat verplichtingen het meeste effect heb-ben. Sensibiliserende maatregelen hebben daarentegen nauwelijks effect.

De kloof tussen het effect van de maatregelen die worden voorgesteld in het Vlaamse klimaatbeleidsplan en de doel-stellingen is te groot.

hOE?van federale & regionale overheden verwacht ACW:Dat ze het eindelijk eens geraken over de interne ver-deling van de klimaatinspanningen. Dit gaat zowel over de CO2-reductiedoelstelling, de energiedoelstelling als over de klimaatfinanciering voor het Zuiden.

Voor de sectoriële maatregelen verwijzen we naar de hoofdstukken over wonen (hfdst 4), energie (hfdst 8) en mobiliteit (hfdst 9).

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Het klimaatbeleid is alleen geloofwaardig wanneer het geïntegreerd wordt aangepakt. Beleidsmaatregelen met een negatieve impact op de uitstoot van broeikas-gassen moeten zéér goed overwogen worden en even-tueel herbekeken worden;

Dat er indicatieve reductiedoelstellingen worden vast-gelegd per sector. Deze moeten gebaseerd zijn op het kostenefficiënte reductiepotentieel per sector dat in een aantal studies berekend werd;

Dat ze haar beloftes op het vlak van klimaatfinancie-ring voor de landen die reeds getroffen worden door de klimaatverandering nakomt;

Dat het provinciale en het lokale niveau ondersteund worden om lokale klimaatactieplannen op te stellen en uit te voeren.

Page 19: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 19

08 ACW WIL EEN SOCIAAL-REChTvAARDIgE ENERgIETRANSITIE

WAAROM?De Belgische doelstelling voor hernieuwbare energie bedraagt 13 % tegen 2020. Ook na 2020 zal de groene-stroomproductie sterk moeten stijgen. Vandaag inves-teren in hernieuwbare energie, verlaagt de kosten op middellange termijn.

Energieleveranciers zijn verplicht om voor een bepaald percentage van hun levering groenestroomcertificaten aan te kopen. De laatste jaren steeg de groene elektri-citeitsproductie echter sneller dan de doelstellingen die de Vlaamse regering in haar beleid inschreef. Het overschot aan groenestroomcertificaten dat daardoor ontstond, kent heel wat negatieve gevolgen: het zorgt voor een onzeker investeringsklimaat en drijft de kos-ten voor de netbeheerders op. Die kosten worden dan weer doorgerekend aan de gezinnen en de KMO’s.

De kosten voor de energietransitie zijn niet rechtvaar-dig verdeeld. Vooral gezinnen en KMO’s betalen ervoor. De grote ondernemingen daarentegen genieten van een verlaagde energiefactuur omwille van de gedaalde groothandelsprijzen en de vele vrijstellingen.

In 2011 werden 95 bouwvergunningen afgeleverd voor windmolens, terwijl 83 vergunningen werden gewei-gerd. De vele juridische procedures wijzen op een ge-brek aan maatschappelijk draagvlak voor nieuwe wind-molens in de omgeving. Volgens een onderzoek van de Universiteit Antwerpen over de sociale aanvaardbaar-heid van windmolens, moet daarom meer geïnvesteerd worden in vroegtijdige participatie van burgers.

We staan voor de gigantische uitdaging om de energievoorziening duurzaam te maken en betaalbaar te houden. Dat vergt een serieuze omschakeling van het huidige energiesysteem, die op een sociaal-rechtvaardige manier moet gebeuren.

Neem als overheid de regie van de energietransitie in handen en ga voor ambitieuzere doelstellingen op vlak van hernieuwbare energie;

Verdeel zowel de kosten als de baten voor de ener-gietransitie eerlijker over de verschillende spelers en types verbruikers;

Betrek de burgers bij de energietransitie, zowel bij de selectie van geschikte locaties voor groene stroomproductie, als bij de productie;

Neem iedereen mee in die transitie door energie-armoede verder te bestrijden en in te zetten op betaalbaarheid en energiebesparing, vooral bij de laagste inkomens.

DAAROM:

Page 20: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201420

hOE?Aan de vlaamse regering vraagt het ACW:De verhoging van de groenestroomdoelstellingen tot 23 % van het volledige stroomverbruik;

Provinciale doelstellingen voor hernieuwbare energie via windplannen en de verplichting tot de ontwikkeling van zoekzones voor o.a. windenergie, in overleg met burgers;

Een fonds, gespijsd door projectontwikkelaars, dat mid-delen moet ter beschikking stellen van de lokale ge-meenschap voor het creëren van toegevoegde waarde in de projectzone;

Een wettelijke verplichting tot rechtstreekse participatie van burgers en lokale overheden bij hernieuwbare ener-gieprojecten. Bij rechtstreekse participatie staat de maat-schappelijke meerwaarde centraal, is de aandeelhouder ook gebruiker en wordt er democratisch beslist in volle-dige autonomie;

Een wijziging van het decreet Intergemeentelijke Samen-werking zodat ook burgercoöperaties aandelen kunnen verwerven in de intercommunales voor gas en elektrici-teit. Op die manier neemt de maatschappelijke controle op de distributienetbeheerders toe. Om te vermijden dat het gaat om financiële nepcoöperaties, dienen de inter-nationaal erkende ICA-principes daarbij als basis. De distributienetbeheerders horen in geen geval thuis op de beurs;

Alleen slimme meters te plaatsen bij de doelgroepen waarvoor de baten groter zijn dan de kosten.

Aan de vlaamse & federale regering vraagt ACW:De kosten die verbonden zijn aan de energietransitie eer-lijk en transparant te verdelen. Ook grote ondernemingen moeten bijdragen aan de kosten, zonder dat hun concur-rentiepositie in de weegschaal wordt gelegd. Om discus-sie te beslechten en de transparantie te verbeteren moet er een deal gesloten worden met alle belanghebbenden. Verder moeten ook alternatieve financieringskanalen worden ingezet, zoals de nucleaire rente en een deel van de opbrengsten uit de accijnzen op fossiele brandstoffen.

In het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht ACW:Heroriëntering van de inkomenscategorieën voor ener-giezuinige renovatie en investeringen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er moet een substantieel deel van de subsidiepot voorzien worden voor een eerste inko-menscategorie tot €17.000 (mediaan inkomen Brussels Hoofdstedelijk Gewest).

Page 21: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 21

Verlaag de impact van het verkeer op de gezond-heid: fijn stof en ongevallen eisen teveel mensen-levens;

Moedig mensen aan om hun auto te laten staan. Daarvoor is een ruim én betaalbaar openbaar ver-voeraanbod nodig dat naadloos op elkaar aansluit. Het STOP-principe (Stappen, Trappen, Openbaar vervoer & Personenwagen) moet het uitgangspunt zijn van het mobiliteitsbeleid;

Zorg voor een sterkere verlaging van de CO2-uit-stoot van het mobiliteitssysteem dan voorzien in het Vlaams klimaatbeleidsplan.

De huidige mobiliteit heeft een negatieve impact op gezondheid en milieu. Bovendien is de economische kost van files enorm hoog.

DAAROM:

09 ACW WIL EEN DUURzAME, vLOTTE & vEILIgE MOBILITEIT

WAAROM?Het aantal doden en ongevallen bereikte in de eerste helft van 2013 het laagst niveau sinds het begin van de jaren ‘50. Ondanks de positieve trend blijft ons land qua verkeersdoden ver boven het Europees gemiddel-de uitsteken. Overdreven of onaangepaste snelheid is een doorslaggevende factor in 30 % van alle dodelijke ongevallen.

We halen de Europese gezondheidsnormen voor lucht-kwaliteit niet. Dat geldt onder meer voor de daggrens-waarde voor fijn stof. Van alle milieufactoren zorgt de blootstelling aan fijn stof voor de grootste ziektelast en de hoogste gezondheidskosten in Vlaanderen en Brus-sel. De jaargrenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) wordt in grote agglomeraties en op veel plaatsen met druk verkeer overschreden. Ook ozonconcentraties blijven een probleem.

Twee op de drie verplaatsingen van de Vlaming ge-beurt met de auto. Zelfs voor korte ritjes van minder dan 2 km kiest de helft de wagen. Er is nog een grote verschuiving mogelijk van auto-naar fietsgebruik.

Bij ongewijzigd beleid zal het personenvervoer in Bel-gië tegen 2030 met 30 % stijgen tegenover 2005, het vrachtvervoer met liefst 60 %. De gemiddelde snelheid zou dalen met 31 % tijdens de spits en met 17 % tij-dens de 823 daluren.

De mobiliteit in ons land is verantwoordelijk voor een derde van de niet-ETS CO2-emissies. Meer dan de helft daarvan wordt veroorzaakt door personenverkeer over de weg. Het vrachtvervoer over de weg heeft een aandeel van zo’n 34 %. Het huidige klimaatbeleidsplan realiseert in de transportsector slechts een reductie van 1,5 % tegen 2020.

Page 22: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201422

hOE?van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Een goed aanbod van openbaar vervoer, ook in landelijke gebieden. Daarom is het noodzakelijk dat er een einde komt aan de besparingen bij De Lijn en dat er snel werk gemaakt wordt van een aantal tramverbindingen uit de Mobiliteitsvisie 2020 van De Lijn;

Het inzetten op de doorstroming van het openbaar ver-voer door een verkeerslichtenbeïnvloeding en vrije bus- en trambanen;

De introductie van Intelligente Snelheidsaanpassing (ISA) in voertuigen, te beginnen met het wagenpark van de overheid en de auto’s van verkeersrecidivisten. Om ISA wijder te verspreiden kunnen subsidies en aantrekkelijke verzekeringstarieven ingezet worden;

Een verlaging van de maximumsnelheid op de ring rond Brussel en op de autosnelwegen vlakbij een stad tot 100 km/u;

Dat zwaar vervuilende voertuigen uit de stad worden ge-haald en dat er werk wordt gemaakt van een wettelijk ka-der voor lage-emissiezones met verkeerssignalisatie, een uniform kader voor toelatingscriteria, de uitzonderingen, de wijze van handhaving, de boetebedragen enzovoort;

Dat veiligheid primeert op doorstroming. Verkeerslichten dienen nog te vaak alleen om het autoverkeer te regelen, en niet om de veiligheid van de zwakke weggebruikers te garanderen. Conflictvrije fases voor fietsers en voet-gangers in de verkeerslichtenregeling moeten minstens op gevaarlijke punten en op routes naar scholen worden ingevoerd;

Het stelselmatig uitbouwen van een functioneel netwerk van veilige en comfortabeler fietsverbindingen tussen rand en stad, volledig gesubsidieerd vanuit overheidsmid-delen;

Verplichte gescheiden fietspaden bij de heraanleg van een weg;

Het vrijwaren van de vrije begeleiding als volwaardig al-ternatief voor een rijopleiding met een rijschool. Hiervoor zijn ook oefenterreinen nodig waar kandidaat-bestuur-ders veilig kunnen oefenen;

Werknemers de kans geven om van thuis uit te kunnen werken, of vanuit satellietkantoren dichter bij huis. Daar-voor moet een telewerkplan worden opgesteld.

van de vlaamse & federale overheid verwacht ACW:De ontwikkeling van voorstadnetten rond Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi, waardoor in de Vlaamse Ruit een sterke basislaag van voorstadstreinen kan ontwikkeld worden met een aantrekkelijke basisfrequentie van min-stens één trein om het half uur en het dubbele in de spits. De hindernissen die de ontwikkeling van het GEN in de weg staan, moeten zo snel mogelijk worden weggewerkt;

Dat het nieuwe transportplan van de NMBS leidt tot een betere ontsluiting van een aantal steden en regio’s die vandaag slecht ontsloten zijn: Aalst, Denderleeuw, Genk, Kortrijk/zuiden van West-Vlaanderen, Roeselare, Sint-Niklaas/Waasland, Turnhout/Kempen, Noorderkempen;

De invoering van het knooppuntenmodel. De reistijd van de verschillende treinverbindingen moet men afstemmen op het doel de knooppunten tijdig te bereiken, namelijk op de uren waarop de verschillende verbindingen elkaar ont-moeten. Knooppunten worden volwaardige kwaliteitsvolle overstapinfrastructuur;

Dat de NMBS en de regionale vervoersmaatschappijen beter samenwerken om te komen tot één geïntegreerd vervoersnetwerk, met geïntegreerde tickets en tarieven, en realtime informatie op bus, tram en trein.

van de federale overheid verwacht ACW:

Het stimuleren van het mobiliteitsbudget als alternatief voor de bedrijfswagen en dat in overleg met de sociale partners;

Een verplichte 100 % terugbetaling van het woon-werk-verkeer met het openbaar vervoer.

In en rond het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht het ACW:Dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen met Vlaanderen en Wallonië het initiatief neemt om de ver-keersknoop in en rond de hoofdstad te ontwarren, door:

• een versnelde realisatie van het FietsGEN in Brussel en de Rand;

• een fijnmazig net van fiets- en autoparkings aan elke openbaar vervoer halte in de brede regio van de hoofdstad;

• een betere samenwerking tussen de verschillende vervoersmaatschappijen en de gemeenten die stop-plaatsen van het GEN, De Lijn, MIVB op hun grondge-bied hebben;

• de invoering van een Brusselse stadstol te onderzoe-ken. De opbrengst van deze stadstol moet geïnves-teerd worden in een fijnmazig openbaar vervoernet-werk waar de gebruikers in de buurt van hun woon-plaats makkelijk kunnen overstappen van fiets of auto naar trein, bus en tram.

Page 23: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 23

Zorg voor een performant cultuurbeleid zodat ie-dereen kan deelnemen;

Benader cultuur als één homogeen bevoegdheids-pakket;

Geef de socio-culturele sector en de sector Toeris-me voor Allen garanties dat ze zich verder kunnen ontplooien en vernieuwen;

Vermijd een vermarkting van de cultuursector.

participeren aan cultuur is niet alleen essentieel voor de persoonlijke ontwikkeling, maar heeft ook een meerwaarde voor de samenleving in zijn geheel

DAAROM:

WAAROM?De eerste bevoegdheden die Vlaanderen in de jaren 70 kreeg waren culturele materies: die zijn toen zeer sterk uitgebouwd via een fijnmazig netwerk van bibliotheken, culturele centra, gemeenschapscentra en een aange-paste regelgeving voor o.a. socio-cultureel werk.

Vlaanderen beschikt momenteel over een breed cul-tureel en socio-cultureel veld; voortdurend werd - via aanpassingen aan de regelgeving – aandacht besteed aan nieuwe tendensen en noden (denk aan de opkomst van de etnisch culturele federaties, het belang van de lokale overheden in het cultureel gebeuren, de voortdurende vernieuwing en experimenten bij sociaal culturele orga-nisaties…). 150 organisaties voor sociaal-cultureel werk bereiken op die manier vandaag meer dan 2 miljoen Vla-mingen.

Vermarkting, via bv. fundraising en crowdfunding, re-duceert cultuur en toerisme tot een louter economisch gebeuren, waarin enkel rendement (in termen van re-turn on investment – voor de subsidiërende overheid) het criterium dreigt te worden.

De culturele sector dreigt zijn eigenheid te verliezen omdat het meer en meer een ‘onderaannemer’ van overheidstaken wordt. Uiteraard hanteert ook de cul-turele sector en de sociaal-toeristische sector efficiën-tie- en effectiviteitsregels, maar ook de beleving en de immateriële waarden dienen voortdurend bewaakt te worden.

Het socio-culturele veld wordt diverser met nieuwe spelers die zich aandienen.

Het sociaal toerisme is een belangrijk onderdeel van het toeristisch aanbod en is toegankelijk voor bijzon-dere doelgroepen en, in een bredere zin, voor een ruim publiek. Deze sector biedt unieke mogelijkheden voor socio-culturele groepen, onderwijs, sportclubs en de vormingssector. Ook het Steunpunt Vakantieparticipa-tie heeft een goede samenwerking met de sector en is uniek in de toeleiding van mensen in armoede.

10 ACW WIL EEN gROTERE pARTICIpATIE AAN CULTUUR & vRIjETIjD

Page 24: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201424

hOE?

van de vlaamse regering verwacht het ACW:Het relatieve (budgettaire) aandeel van cultuur in de be-groting moet op niveau blijven;

Een stabiel subsidiekader voor de sociaal-culturele orga-nisaties;

Eén minister die de verschillende culturele domeinen aanstuurt;

Een adequate regelgeving die inspeelt op de veranderin-gen die met name in het socio-culturele veld plaatsvinden en bijkomende financiering opdat een goed evenwicht kan gerealiseerd worden tussen die sectoren die een sterke groei kennen (bv. Migrantenfederaties) en de klassieke spelers op het veld;

Een adequate implementatie van de Europese regelge-ving waardoor de eigen positie van cultuur behouden blijft en vrijwilligers hun engagement kunnen blijven waarma-ken, zonder verloren te lopen in complexe regelgeving zoals bv. btw-regelgeving en openbare aanbestedingen;

Meer vrijheid en minder regelgeving bij het organiseren van kleinschalige culturele activiteiten door plaatselijke verenigingen;

Dat Vlaanderen van sociaal-cultureel werk en sociaal toerisme een handelsmerk maakt;

Dat Vlaanderen het Toerisme voor Allen als een speer-punt van sociaal beleid in toerisme blijft beschouwen en de sector volwaardig erkent. Dit kan door het aanbod (vakantiecentra in de jeugd- en volwassenensector) en de vraag (sociale doelgroepenbeleid) goed met elkaar te verbinden. En tevens de kwaliteitsopbouw van de voor-bije jaren mee te bewaken door de ondersteuning van de juiste investeringen in vraag en aanbod;

Een uitrol van de UitPas over heel Vlaanderen mits een positieve evaluatie van het systeem.

van de vlaamse gemeenschapscommissie in het Brussels hoofdstedelijk gewest verwacht het ACW:Dat de werkingen van de Gemeenschapscentra zich in de toekomst nog meer openstellen voor het lokale ver-enigingsleven. De Gemeenschapscentra kunnen deze verenigingen ondersteunen op infrastructureel en com-municatief vlak. Het aanbod van de Gemeenschapscentra kan door samenwerking met het lokaal verenigingsleven inspelen op noden waarop vandaag geen aanbod is ge-richt;

Dat ze met de Gemeenschapscentra bestaande sociaal-culturele verenigingen actief blijft ondersteunen met in-frastructuur, communicatie en raad en daad. De bestaan-de verenigingen bieden heel wat mensen een vertrouwde omgeving om buiten te komen en zich te ontplooien op sociaal en cultureel vlak;

Dat ze alle groeikansen geeft aan een snel ontwikkelende sector van cultureel diverse koepelorganisaties en ver-enigingen;

Dat ze zich via de Gemeenschapscentra openstelt voor geëngageerde actievelingen die innovatieve initiatieven opzetten met sociaal-culturele methodieken. Op die ma-nier kunnen die initiatieven ten volle tot hun recht komen.

Page 25: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 25

Maak werk van een kwalitatief opvangbeleid waar-bij aandacht besteedt wordt aan de rechten en de begeleiding van de asielzoeker;

Verleen voorrang aan de vrijwillige terugkeer boven de gedwongen terugkeer;

Beperk de opsluiting van kwetsbare doelgroepen tot een minimum;

Bied duurzame oplossingen aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die de leeftijd van 18 jaar bereiken.

De jongste jaren werd ons land geteisterd door een asielcrisis. De federale overheid slaagde er niet meer in om alle asielzoekers de opvang te geven waar ze bij wet recht op hebben. De regering werkte in dit verband aan extra opvangplaatsen, minder instroom en een kortere verblijfsprocedure in een opvangplaats. Daarenboven werden de asielprocedures verkort en werd de procedure strenger voor afgewezen asielzoekers en mensen zonder papieren.

De asielcrisis is grotendeels onder controle. De overheid kan de crisismodus verlaten. het ACW verwacht in die optiek dat de regering opnieuw werk maakt van de kwaliteit van de opvang.

DAAROM: WAAROM?De kwaliteit van de opvang dient voorop te staan. We stellen echter vast dat vaak financiële en administra-tieve belemmeringen worden ingevoerd voor asielzoe-kers en andere vluchtelingen. In de gesloten centra kunnen de asielzoekers niet steeds rekenen op een juridische eerstelijnspermanentie.

In de opvangstructuur worden asielzoekers vaak over-geplaatst en dienen ze te verhuizen wat de continuïteit en de begeleiding niet ten goede komt. In die optiek kan ook nagedacht worden over een verdere uitbouw van de individuele opvang, als goedkopere en meer kwalitatieve opvangmodus.

De plotse overplaatsing van de gewone asielopvang naar een terugkeerplaats leidt er immers toe dat af-gewezen asielzoekers onderduiken. Terugkeercentra doen in de praktijk de asielzoeker het vertrouwen ver-liezen in een geloofwaardig toekomstgesprek.

In sommige gevallen worden asielzoekers in procedure opgesloten. Dat druist in tegen de UNHCR-filosofie, waarbij geldt dat na een korte identificatie van de asielzoeker deze moet kunnen doorstromen naar de open opvangstructuren op het grondgebied.

Het beleid houdt niet steeds rekening met de moeilijk-heden van kwetsbare groepen (NBMV, niet-repatrieer-baren, subsidiaire bescherming, kinderen van afgewe-zen asielzoekers, enz.). Het beleid moet in de toekomst meer inzetten op de opvang-op-maat, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke moeilijkheden van bepaalde kwetsbare groepen.

11 hET ACW WIL EEN kWALITEITSvOL EN hUMAAN ASIEL- & MIgRATIEBELEID

Page 26: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201426

hOE?

van de federale overheid verwacht het ACW dat:Het resettlementbeleid wettelijk wordt verankerd met jaarlijks vastgelegde quota;

Er wordt ingezet op een meer continue opvang en bege-leiding van de asielzoeker in de opvangstructuren;

De regering niet significant meer bespaart in de indivi-duele opvangstructuren van asielzoekers en in die optiek het structurele aanbod van individuele opvangplaatsen behoudt;

Bij de opvang en begeleiding van NBMV’s de specifieke behoeften en noden en niet langer het verblijfsstatuut als uitgangspunt nemen;

Deze op het niveau van de EU een voortrekkersrol speelt in een humaan opvangbeleid voor mensen die vanuit een conflictgebied bescherming zoeken (bv. de Syrische vluchtelingen);

De gewone opvangstructuren verantwoordelijk worden gemaakt voor terugkeerbegeleiding en dat de ‘terugkeer-plaatsen’ worden afgeschaft;

NBMV’s die de leeftijd van 18 jaar bereiken, moeten min-stens een tijdelijke regularisatie van hun verblijf krijgen zodat ze hun opleiding binnen het leerplichtonderwijs kunnen afwerken.

van de vlaamse overheid verwacht het ACW:Dat de hervorming van de integratiesector geëvalueerd kan worden en dat hierbij het middenveld volwaardig betrokken wordt. Een toekomstige integratiesector moet niet hoofdzakelijk inzetten op inburgeringstrajec-ten, maar dient evenveel aandacht te besteden aan de sociaal-economische integratie van nieuwkomers in onze samenleving;

Dat ze investeert in een toereikend aanbod van sociaal tolken en vertalers;

Dat aandacht wordt besteed aan de toegang tot huisves-ting voor vluchtelingen. Heel wat vluchtelingen worstelen bij een eerste zoektocht naar een huis vanuit een op-vanginstantie vaak met het probleem om de huurwaar-borg te betalen. Er dient dus aandacht besteed te worden aan een intensievere woonbegeleiding om vluchtelingen makkelijker en sneller te laten doorstromen van asielop-vang naar de reguliere huurwoning.

Page 27: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 27

Ontwikkel een algemene strategie om de Belgische ontwikkelingssamenwerking meer doeltreffend te maken.

Hou rekening met de eisen voor een coherente aan-pak die worden aangereikt door NGO’s, vakbonden en sociale bewegingen.

Zet Waardig Werk en Sociale Bescherming centraal in het ontwikkelingsbeleid en buitenlands beleid van België.

Bevorder een ontwikkelingssamenwerking die een inclusieve, eerlijke en duurzame ontwikkeling be-vordert en garandeer in dat kader het structurele overleg tussen alle actoren, in het bijzonder de overheid, de economische actoren en het sociale middenveld.

DAAROM:

12 hET ACW WIL EEN COhERENT EN INCLUSIEf ONTWIkkELINgSBELEID

WAAROM?Een overheid die zichzelf ernstig neemt, kan zijn blik niet alleen op België of Vlaanderen richten. De economische actoren zijn al lang grensoverschrijdend en zelfs mondi-aal georganiseerd. Afspraken m.b.t. handel en investe-ringen evenals arbeidsregels worden internationaal afge-sproken. De eerste worden ook afgedwongen, de laatste echter niet.

De schotten tussen de bevoegdheden vormen nog steeds een belemmering om de dingen echt aan te pakken. Zo is het spijtig om vast te stellen dat, ener-zijds, ontwikkelingssamenwerking de realisatie van de IAO Waardig Werk Agenda als ambitie heeft, terwijl het Belgische model voor bilaterale investeringsakkoorden nog steeds niet beschikt over een minimum aan af-dwingbare sociale en ecologische normen.

Nochtans zegt art. 8 van Belgische Wet Ontwikkelings-samenwerking dd. 19 maart 2013: “Met het oog op de doeltreffendheid van de Belgische ontwikkelingssa-menwerking en op het realiseren van haar algemene doelstellingen, wordt gestreefd naar een maximale coherentie ten gunste van ontwikkeling tussen de ver-schillende domeinen van het Belgisch beleid”.

Ontwikkeling mag niet verengd worden tot economi-sche groei en enkel gericht zijn op de elite. Ontwikke-ling gaat over de opbouw van duurzame en inclusieve samenlevingen. Duurzaam omdat sociale, economi-sche en ecologische ontwikkeling hand in hand dienen te gaan. Inclusief, omdat alle relevante actoren hun rol moeten kunnen spelen in het bepalen en het realise-ren van hun samenlevingsmodel.

We willen onze eigen sociaal overlegmodel, sociale bescherming en opgebouwde arbeidsrechten niet laten uithollen. Het zijn belangrijke sleutels tot welvaart en herverdeling. In een geglobaliseerde wereld is onze welvaart sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in de rest van de wereld. Daarom investeert de arbeidersbe-weging in mensen en hun organisaties in het Zuiden. Sociaal protectionisme is gerechtvaardigd protectio-nisme.

Page 28: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201428

hOE?

van de federale overheid verwacht het ACW dat:Het de andere relevante beleidsdomeinen in kaart brengt en op basis daarvan duidelijke doelstellingen voor een coherent ontwikkelingsbeleid formuleert in uitvoering van artikel 8 van de Belgische Wet op ontwikkelingssamen-werking dd. 19 maart 2013;

Ze Waardig Werk en Sociale Bescherming als prioritaire doelstellingen verdedigt voor de post 2015 ontwikkelings-agenda;

Ze Waardig Werk en Sociale Bescherming centraal zet in het ontwikkelingsbeleid én het buitenlands beleid in uitvoering van artikel 5 en 11 van de Belgische Wet op de Ontwikkelingssamenwerking dd. 19 maart 2013 en hier-toe een beleidsstrategie uitwerkt.

Waarbij ze, in het kader van die beleidsstrategie rond waardig werk:

• bindende sociale, arbeids- en ecologische normen evenals geschillenmechanismen om die normen af te dwingen, opneemt in Belgische investeringsakkoor-den. De federale overheid moet ook pleiten voor de opname van deze normen en geschillenmechanismen in de Europese handels- en investeringsakkoorden.

• sociale bewegingen en vakbonden in het bijzonder effectief betrekt bij de opstart, onderhandelingen, uitvoering en monitoring van deze handels- en inves-teringsakkoorden;

• een wet aanneemt die de in België gevestigde bedrij-ven verplicht om kenbaar en controleerbaar te maken onder welke arbeidsomstandigheden zij produceren en dat voor de hele productieketen. Deze niet-financi-ele rapportering moet een volwaardig onderdeel uit-maken van de “economische en financiële informatie” (EFI) van de ondernemingen in kwestie.

Waarbij ze, in het kader van die beleidsstrategie voor een universele sociale bescherming:

• bevestigt dat de realisatie en het duurzaam maken van sociale bescherming een multi-level (sociale ver-zekering, sociale bijstand en promotie) en multi-ac-toren benadering vereist. Wat onder andere inhoudt dat de bestaande systemen van sociale bescherming worden uitgebreid, dat initiatieven van sociale bewe-gingen erkend én institutioneel verankerd worden en dat participatie en eigenaarschap van de betrokkenen en hun organisaties gewaarborgd worden;

• de nodige financiële middelen en technische capaci-teitsopbouw verzekert om de partnerlanden te onder-steunen bij het ontwikkelen van een omvattend beleid van sociale bescherming, samen met de relevante actoren in hun land, met name de overheid, het soci-ale middenveld en de economische actoren;

• de Belgische sociale actoren en het middenveld actief betrekt bij de processen voorafgegaan aan de ontwik-keling van strategienota’s, uitvoeringsbesluiten en bilaterale programma’s rond sociale bescherming.

Page 29: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 29

Blijf het vrij, non-profit-initiatief erkennen en geef het ruimte om zijn maatschappelijke rollen en func-ties op te nemen;

Erken dat het middenveld autonoom kan bepalen welke rollen en functies het kan combineren in functie van haar maatschappelijke opdracht;

Neem geen initiatieven die het middenveld ver-zwakken, versnipperen, uithollen, doen verambte-lijken of vermarkten.

het middenveld geeft de democratie kleur en diepgang

DAAROM: WAAROM?Het middenveld heeft een sociale, een democratisch en/of een politieke opdracht. In alle gevallen levert het een wezenlijke bijdrage aan de democratie. Vooral de wisselwerking tussen de 3 opdrachten creëert een sterk en betrokken middenveld. Het biedt kansen aan mensen om te participeren aan de samenleving en in de politieke besluitvorming.

De non-profitorganisaties die dienstverlenende taken op zich nemen, hebben omwille van hun principes van sociaal ondernemerschap de economische crisis be-ter doorstaan. Op die manier vormen ze mee een dam tegen het marktfalen.

Het middenveld houdt permanent de vinger aan de pols van de samenleving en kan nieuwe maatschap-pelijke kwesties snel op de politieke agenda brengen. Een democratie heeft nood aan goed geïnformeerde en mondige burgers en verenigingen die mee vorm geven aan het beleid en de samenleving.

Het middenveld moet de ruimte krijgen om haar me-ning te geven over het gevoerde beleid. Het recht op organisatie en op vrije meningsuiting via acties, flyers, sociale media, enz. mag niet door allerlei wetten, ver-gunningen en GAS-reglementeringen uitgehold wor-den.

13 ACW WIL ERkENNINg vOOR DE pOSITIE EN ROLLEN DIE hET MIDDENvELD WIL OpNEMEN

Page 30: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201430

van de federale, Brusselse & vlaamse overheid verwacht het ACW:Het behoud van de lokale adviesraden en ondersteunende initiatieven ter versterking van deze invulling van de lo-kale democratie en geen afbouw of uitholling van de Stra-tegische Adviesraden op Vlaams niveau;

Een versterking van de inspraak van werknemers in de ondernemingen en in het sociaal-economisch beleid, met respect voor de autonomie van het sociaal overleg. Ook het solidaire overleg met KMO-werknemers moet hierin een plaats krijgen;

Dat de overheden de meerwaarde van het middenveld erkennen en geen afbreuk doen aan haar autonome op-drachten die in de meeste gevallen ‘van onderuit’ zijn gegroeid (zowel op het vlak van beleidsvoorbereiding, belangenbehartiging, dienstverlening en medebeheer). In functie van de sociale cohesie en de opbouw van een war-me samenleving dient vrijwilligerswerk ook voldoende financiële ondersteuning te genieten;

In functie van de zesde staatshervorming, een trans-parante en duidelijke taakverdeling tussen overheid en middenveld, waarbij de autonome meerwaarde van het middenveld wordt (h)erkend in functie van een warme samenleving;

Dat de expertise en de dienstverlening van het midden-veld wordt gerespecteerd en dat de overheid niet in con-currentie treedt met het door de jaren heen ontwikkelde aanbod van het middenveld;

Dat vanuit het ‘New Public Management’ de middenveld-organisaties niet louter herleid worden tot moderne ma-nagementorganisaties, maar voldoende ruimte behouden om met vrijwilligers te werken en zelf invulling te geven aan hun opdracht.

van de federale overheid verwachten wij:Dat ze binnen de volgende legislatuur een grondige eva-luatie maakt van de juridisering en criminalisering van het middenveld via GAS-boetes en juridische procedures en de effecten ervan in de samenleving.

van de vlaamse overheid verwachten wij:Dat ze de zorgkassen erkent als uniek loket voor de uit-voering van haar sociaal beleid;

Dat ze de sociale partners betrekt bij het beheer van de nieuw op te richten Vlaamse beheersinstellingen in kin-derbijslag, ouderenzorg en arbeidsmarktbeleid.

hOE?

Page 31: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 31

Maak werk van een tax shift, een verschuiving van belastingen op arbeid naar belastingen op kapitaalsinkomens;

Vereenvoudig het fiscaal stelsel, waardoor fiscale fraude bemoeilijkt wordt en de opsporing verge-makkelijkt wordt;

Versterk de lasten op milieu;

Hervorm het Kadastraal Inkomen tot een rechtvaar-dig systeem van waardering van het woonpatrimo-nium, omdat deze als basis dient voor diverse hef-fingen.

Wanneer burgers het gevoel hebben dat iedereen op een eerlijke manier belastingen betaalt, zal het draagvlak ook opnieuw toenemen.

DAAROM: WAAROM?Vandaag worden inkomsten uit arbeid zwaarder belast dan inkomsten uit kapitaal. In Europa staat België op de 4de plaats volgens Eurostat. Ondanks serieuze in-spanningen van de afgelopen jaren (verhoging Roeren-de Voorheffing, verhoging liquidatieboni,…), blijven een aantal inkomstenbronnen ontsnappen of aan lagere tarieven belast.

Zolang bepaalde groepen geen of weinig belastingen betalen en de fraudemechanismen niet zijn wegge-werkt, kalft het draagvlak bij de bevolking om zijn be-lastingen correct te betalen, verder af.

België staat in Europa op de 22ste plaats op vlak van innen van milieubelastingen. Hier is zeker ruimte om meer belastingen te innen.

België kan zich geen belastingvermindering permit-teren, maar wel een belastingverschuiving waarbij de lasten op arbeid worden verlaagd en de lasten op inko-mens uit vermogen rechtevenredig worden verhoogd.

We willen een verhoging van de btw vermijden, omdat dit bij uitstek een asociale belasting is die zwaarder weegt op gezinnen met een laag en gemiddeld inko-men.

Het huidig kadastraal inkomen, dat gebruikt wordt als basis voor diverse heffingen en subsidies (gemeente-lijke en provinciale opcentiemen, gratis vuilzakken van de gemeente,...), is totaal achterhaald en onverdedig-baar.

14 ACW WIL EEN REChTvAARDIg fISCAAL SySTEEM

Page 32: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 201432

van de federale overheid verwacht het ACW:De invoering van een rijkentaks van 1 % op vermogens boven 1 mio euro (geschatte opbrengst van 6 miljard euro);

Een nieuw model van vennootschapsbelasting waarbij de belastbare basis wordt verruimd en de sluipende daling van inkomsten wordt omgebogen naar extra financiering;

Een inhaalbeweging op vlak van milieubelastingen, te beginnen met:

• de accijnzen op diesel op hetzelfde niveau als benzine te brengen;

• de invoering van een mobiliteitskorf, een forfaitaire aftrek per persoon in functie van de woon-werkaf-stand, onafhankelijk van het vervoersmiddel (m.u.v. openbaar vervoer);

Dat ze blijft ijveren op Europees en mondiaal vlak voor de invoering van een Financiële Transactie Taks.

van de vlaamse en Brusselse overheid verwacht het ACW dat ze:Het principe van sociale rechtvaardigheid in haar toekomstig belastingbeleid verankert en alle belastingverminderingen die worden overgeheveld, evalueert en heroriënteert in het licht van een betere herverdeling;

De tarieven van schenkings- en erfenisrechten beter op elkaar afstemt om ontwijkingsgedrag te vermijden;

Het 0-tarief voor het overlaten van familiebedrijven vervangt door een substantiële heffing, gekoppeld aan een tewerkstellingsvoorwaarde;

De bedrijfssteun herbekijkt en meer koppelt aan afdwingbare voorwaarden van tewerkstelling, innovatie en duurzaamheid;

Een nieuw systeem tot waardering van het woonpatrimonium uitwerkt ter vervanging van het kadastraal inkomen. Daarbij moeten sociale criteria (bv. woonoppervlakte, maar ook gezinsinkomen) en duurzaamheid (bv. energieprestatie en ligging t.o.v. centrum) centraal komen te staan;

De Vlaamse fiscale instrumenten gebruikt om gedrag te verduurzamen.

hOE?

Page 33: 'Sociaal beleid rendeert'

ACW - MEMORANDUM 2014 33

CONTACT OpNEMEN ACW algemeen secretariaat haachtsesteenweg 579 1030 Brussel www.acw.be [email protected] @acw_tweet Tel. 02 / 246 31 11