SIW Jaarverslag 2009 en 2010

9
‘Samen naar beterDit is het combi-jaarverslag 2009-2010 van SIW Sterk in Welzijn Roosendaal. Het is geen doorsnee jaarverslag. 2009 en 2010 waren ook geen doorsnee jaren. Dit jaarverslag geeft wel een doorsnede van wat we in die jaren gedaan hebben. We vertellen over een aantal onderdelen van ons werk en laten verschillende mensen aan het woord. Het is slechts een beperkt deel van al het werk en van al die medewerkers en partners die ervoor gezorgd hebben dat we ‘samen naar beter’ zijn gegaan.

description

Jaarverslag van SIW Sterk in Welzijn van de jaren 2009 en 2010

Transcript of SIW Jaarverslag 2009 en 2010

Page 1: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

‘Samen naar beter’Dit is het combi-jaarverslag 2009-2010 van SIW Sterk in Welzijn Roosendaal. Het is geen

doorsnee jaarverslag. 2009 en 2010 waren ook geen doorsnee jaren. Dit jaarverslag geeft wel

een doorsnede van wat we in die jaren gedaan hebben. We vertellen over een aantal onderdelen

van ons werk en laten verschillende mensen aan het woord. Het is slechts een beperkt deel van

al het werk en van al die medewerkers en partners die ervoor gezorgd hebben dat we ‘samen

naar beter’ zijn gegaan.

Page 2: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

‘Samen naar beter’ Dat is de titel van ons gecombineerd jaarverslag 2009-2010. Samen naar beter, geeft aan dat we gezamenlijk verantwoordelijk zijn om er beter uit te komen. Met gezamenlijk bedoel ik alle organisaties en instanties die aandelen hebben in de AEX van Welzijnswerk. Met ‘Samen’ bedoel ik ook zeker de inwoners van Roosendaal, Bergen op Zoom en Rucphen. Voor hen zet SIW zich met hart en ziel in, zodat zij er ‘beter’ van worden. Samen met onze opdrachtgevers en ketenpartners, zoeken we naar de beste oplossing en de beste aanpak voor actuele vraagstukken.Centraal in Welzijnsland staat het stimuleringsprogramma ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Dit programma faciliteert gemeentes en welzijnsorganisaties om de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vernieuwend en in volle breedte uit te voeren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de opdrachtgevers- en opdrachtnemersrelatie tussen gemeenten en aanbieders van Welzijn goed op orde is. Zo wordt de inzetbaarheid van het welzijnswerk verbeterd.2009 was een belangrijk jaar voor SIW. Het is het jaar waarin de mondiale financiële crisis ook in ons land zijn sporen achterliet. Het jaar waarin de werkloosheid toenam en opgebouwde zekerheden niet meer vanzelfsprekend bleken. Voor onze tak van sport betekent dit dat het welzijn van grote groepen mensen – van jong tot oud – op de proef wordt gesteld. Een extra motivatie om hier als welzijnsorganisatie rekenschap van te geven.In 2010 werd al snel duidelijk dat SIW als gevolg van de aangekondigde bezuinigingen in 2011 een fikse reorganisatie moest doorvoeren. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd dat we van 43 medewerkers afscheid hebben moeten nemen.In 2010 is SIW ook in Bergen op Zoom aan de slag gegaan, om uitvoering te geven aan samenlevingsopbouw en jongerenwerk. In Rucphen voeren we het jongerenwerk uit vanaf oktober 2009. Nu is het aan SIW om aan de opdrachtgever te bewijzen dat we deze klus kunnen klaren. Kijkend naar de manschappen die daar gelegerd zijn, heb ik daar alle vertrouwen in.

Vermeldenswaard is tot slot, dat SIW in januari 2010 HKZ gecertificeerd is. Dat betekent dat ons kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan de gestelde normen.Belangrijk voor nu en straks is te laten zien dat welzijnswerk er toe doet. Laten zien dat ons werk een aantoonbare bijdrage levert aan de verbetering van het welzijn van mensen. Dat we problemen oplossen en kansen geven. Met deze opdracht is SIW in 2009-2010 aan de slag gegaan. In de toekomst zullen we als gevolg van verdere bezuinigingen nog meer nieuwe verbindingen moeten maken. Dit proces krijgt de komende jaren zeker een vervolg. We kunnen het zeker niet alleen. De oplossing zit in de kracht van de verbinding!Kortom: ‘Samen naar beter’.

Paul LeenaartsDirecteur-bestuurder SIW

OOR voor jongerenJe hebt samen met wat vrienden een bandje. Je oefent in de garage de sterren van de hemel. En na een tijdje wil je natuurlijk optreden. Je wilt On Stage.

Tot 2009 was dat niet altijd even gemakkelijk in Roosendaal. Maar toen kwam OOR, de Onstage Organisatie Roosendaal. Het is niet één poppodium, het zijn er meerdere verspreid over heel Roosendaal. OOR biedt jongeren de kans om podiumervaring op te doen door open podia te organiseren. Maar OOR zet de jongeren ook zelf aan het werk. Leonie Erenstein, als jongerenopbouwwerker vanuit SIW verbonden aan OOR, vertelt: “Als jongeren bij me komen dat ze ‘iets willen met hiphop’, dan kijken we samen wat ze precies willen en wat ze zelf kunnen doen. En dat gaat veel verder dan alleen een poster maken en ophangen. Ze verzorgen het licht, het geluid, alles. Dat levert uiteindelijk meer op dan alleen een vrij toegankelijk optreden of een concert. Je ziet jongeren erdoor groeien. Een vrijwilliger, Jerom Bogers, is echt doorgestroomd. Hij is nu organisator van een heel groot festival.”

“Maar ook op andere schaal hebben we in 2009 mooie resultaten behaald voor en door jongeren.”, zegt Leonie. “Ouders van een heel jong bandje in Kortendijk zouden het wel leuk vinden als de band van hun kinderen wat vaker op zouden kunnen treden. OOR heeft toen meegeholpen om met hen en met vrijwilligers en andere organisaties Dijkpop op te zetten. Wij betaalden de kosten van licht, geluid en podium. De rest hebben ze zelf gedaan. Met hulp van maatschappelijke stagiairs organiseren we het open podium en nieuwe activiteiten als een drummiddag of een rapbattle. Die stagiairs kunnen zo zien wat er allemaal bij komt kijken. Dat kunnen ze later zelf weer gebruiken. Ze vinden het zo leuk dat sommigen zichzelf hebben aangemeld als vrijwilliger bij OOR. Prachtig toch!”

Slim combineren in TolbergIn 2010 kwamen vette en magere jaren samen. Zo verdwenen in de loop van het jaar het steunpunt van de Openbare Bibliotheek Roosendaal en de GGZWNB-ondersteuning om financiële redenen uit het wijkcentrum. De BOS-regeling liep definitief af. Door de financiële vooruitzichten moest op alle fronten het werk anders worden ingericht. Tegelijk werd steeds duidelijker dat er in deze wijk vraag is naar kansen op ontmoeting en informatie. Want naast een slaapwijk is Tolberg ook een wijk met veel senioren en mensen met een zorgindicatie. Deze mensen hebben veel vrije tijd en zoeken naar mogelijkheden om zinvol onder de mensen te komen. Tegelijkertijd veranderen ook de indiceringen voor allerlei dagbestedingen. Daarom werd de GGZ-groep door SIW verder gezet en werden ondersteuning en onderdak geboden aan RDO (Regionale Dementie Organisatie). RDO richt zich op mensen met geheugenproblemen en hun omgeving. Buurtopbouwwerk neemt in wisselende mate en op verschillende manieren deel aan deze activiteiten. Naast regelrecht activiteiten ‘draaien’ wordt ook meer slim gefaciliteerd. Deze manier van samenwerken met gespecialiseerde organisaties maakt het voorzieningenpakket voor de wijk groter en efficiënter.

Page 3: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

Zelf op de fietsnaar de bakkerWat in 1997 begon met een groepje van 5 deelnemers, is in 2009 uitgegroeid tot een organisatie waar inmiddels meer dan 1000 vrouwen uit niet minder dan 65 landen aan hebben meegedaan. Nokta voorziet dus in een behoefte. En dat is logisch. Ga maar na. Wie naar Nederland komt en alleen bijvoorbeeld Pashto (een taal uit Afghanistan) of Dari (een taal uit Senegal) spreekt, loopt tegen heel veel grenzen aan. Op school bij de kinderen, bij de bakker, maar ook bij de dokter of bij de gemeente. Je doet pas mee als je de taal spreekt. En daarom orgzaniseren we cursussen Nederlands. Zo kun je in ieder geval meepraten. Maar Nokta gaat verder. We geven fietsles, naailes, zwemles. Daarnaast is Nokta een ontmoetingsplaats voor vrouwen. En natuurlijk is het een gemakkelijke opstap naar andere SIW-activiteiten. Een moeder die taalles volgt, kan ook meedoen met Opstapje. Zo begint haar kind niet met een (taal)achterstand aan de basisschool.

Nokta is een veilige plek waar vrouwen van verschillende nationaliteiten elkaar ontmoeten en deelnemen aan activiteiten die hun zelfvertrouwen, sociale vaardigheden en taalvaardigheid vergroten. Het doel? Meedoen en zelfredzaam en zelfstandig zijn. En wat is er een mooier resultaat als een vrouw vol trots kan zeggen: ‘Ik ben voor het eerst alleen naar de dokter geweest!’

Vanaf 1 januari 2010 is SIW ook actief in de gemeente Bergen op Zoom. Er is een contract afgesloten met het gemeentebestuur voor de periode van 2010 t/m 2012, met een mogelijke verlenging van 1 jaar. Het betreft de uitvoering van jongerenwerk en samenlevingsopbouw.

Het jongerenwerk in Bergen op Zoom bestaat uit het uitvoeren van vrijetijdsactiviteiten voor de jeugd, ook in de schoolvakanties. Daarnaast zorgen we voor activiteiten in en vanuit drie jongerencentra, te weten: Jongerencentrum ’t Trefpunt in Halsteren, het jeugdhonk in Lepelstraat, en het JongerenOntmoetingsCentrum in Bergen op Zoom. Ook voeren we straathoekwerk uit. In het kader van samenlevingsopbouw betrekken we bewoners bij de leefbaarheid in buurt, wijk, dorp, stad. In Bergen op Zoom is ook een maatschappelijke stagemakelaar aangesteld. Deze makelaar houdt zich vooral

bezig met begeleiding van vrijwilligersorganisaties die stagiaires willen opnemen in hun werkzaamheden. De maatschappelijke stagemakelaar probeert daarbij vooral jongeren die moeilijk aan een stageplek kunnen komen een plekje te laten bemachtigen.

De uitgebreide ‘Jaarrapportage SIW afd. BoZ 2010’ toont aan dat SIW naam maakt in Bergen op Zoom door de vele activiteiten die zijn opgezet en uitgevoerd met bewoners in de 8 wijken en 2 dorpen. Er wordt veel samengewerkt met tal van andere organisaties in een zeer uitgebreid netwerk. Er is veel publiciteit geweest, de SIW medewerkers zijn duidelijk herkenbaar aanwezig ( jassen, shirts, jongerenbus) en de relatie met de subsidiegever, gemeente Bergen op Zoom, is uitstekend. Aan de hand van de resultaten in 2010 worden prioriteiten aangegeven voor 2011.

SIW ook in Bergen op Zoom

Maurice de Jongh is buurtcoach in Westrand. Hij meldde zich aan en haalde het certificaat Buurtcoach van het SIW. Inmiddels draait hij 2,5 jaar mee. Maurice: “Ik woon al dertien jaar met veel plezier in de Westrand. Het is hier lekker rustig, maar soms ziet het er uit als een vuilnisbelt met al dat zwerfvuil. Toen ik hoorde dat mijn buren veel last hadden van hangjongeren en dat ze zich erg geïntimideerd voelden, wilde ik iets doen. Ik werd buurtcoach. Ik heb erg veel plezier in mijn buurtcoachwerk. We hebben een leuk team en je komt met heel veel mensen uit de wijk in

contact.”

Danny Scheepers werd ook 2,5 jaar geleden buurtcoach. Danny: “Mijn vrouw durfde niet meer alleen naar de Rembrandtgalerij om geld te pinnen. En zij was zeker niet de enige in de

wijk. Ik wilde een bijdrage leveren om die situatie te veranderen. Een ander aandachtspunt is het verkeer in de wijk. Als Stadsoevers wordt aangelegd, hoop ik dat het verkeer beter door de Westrand wordt geleid. Dat zijn ook zaken waar ik me als Buurtcoach mee bezig houd.”

Page 4: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

Huiswerk is ook gezelligYou’re the future. Jij bent de toekomst. Mooie kreet, maar hoe pak je je toekomst aan? Peter Maas, jongerenwerker van SIW, heeft in Kalsdonk dagelijks met deze vraag te maken. Peter: “Je moet je toekomst zelf maken, maar dat is niet altijd makkelijk.”

Soms vinden kinderen thuis niet de rust om aan die toekomst te werken. Het is er bijvoorbeeld te onrustig om te leren. Of er is niet altijd voldoende aandacht en hulp. Peter: “Speciaal voor jongeren van 13 tot en met 16 jaar hebben we elke dag inloop. Dat klinkt gezellig en dat is het ook: kinderen moeten het hier wel naar hun zin hebben. Maar de inloop gaat wel verder dan alleen gezellig iets drinken met elkaar. Sociale vaardigheden en taal zijn minstens zo belangrijk. En natuurlijk huiswerkbegeleiding.”

Wat versta je onder huiswerkbegeleiding? Peter: “Belangrijk is bijvoorbeeld de rust om sowieso aan je huiswerk te werken. Thuis is dat niet altijd vanzelfsprekend.

“Hier maken we er echt

ruimte en rust voor.

Huiswerkbegeleiding is ook echt

helpen bij het huiswerk”

We hebben daar begeleiders voor uit de wijk. Jongeren die zelf HBO of universiteit hebben gedaan, kunnen hun kennis en bagage overdragen op die jonge gasten. Zo hebben die oudere jongeren ook nog eens een prima voorbeeldfunctie. Want vergeet niet: zij zijn de eerste groep waar we dertien jaar geleden mee begonnen. Tegenwoordig is de mentaliteit wel veranderd. Nu wil iedereen studeren.”En de jongeren die ouder zijn dan zestien. Vallen die in een gat? Peter: “Nee, zeker niet! Je ziet dat ze op die leeftijd serieuzer worden, vaak krijgen ze dan een baantje. Ook voor hen doen we van alles. We hebben verschillende cursussen waarmee ze zich verdienstelijk kunnen maken voor hun wijk en meer precies: voor de jongeren in hun wijk. Een goed voorbeeld daarvan is de cursus voor het begeleiden en organiseren van jongerenactiviteiten op het speelplein, op de playground. Dan krijgen ze drie maanden lang een keer in de week theorie en praktijk. Als ze klaar zijn, kunnen ze bijvoorbeeld meewerken in de spellenuitleen of zelf activiteiten organiseren. De cursussen zijn overigens niet alleen voor jongeren. De afgelopen jaren leidden we jongeren en ‘al wat ouderen’ op tot sportleider, activiteitenbegeleider, mentor of buurtcoach voor de wijk Kalsdonk.”

Zijn er nog waterpistolen?

Sinds enige tijd staat er naast het voetbalveldje een knalgroene container. Op de buitenkant zijn allerlei sportpoppetjes geschilderd door leerlingen van groep 8 van de brede school. Maar wat er in de container zit, is minstens zo bijzonder. De container zit barstensvol met allerlei sport- en spelmateriaal. Ballen, badmintonrackets, waterpistolen, noem maar op. Kinderen kunnen de spullen lenen en gebruiken.

In 2009 is er ook een mobiele versie van de container in gebruik genomen. Peter Maas: “Natuurlijk gaan we niet slepen met een kleine zeecontainer, de mobiele sport- en speluitleen is een bakfiets met sport- en spelmaterialen.” De mobiele sport- en speluitleen is in 2009 regelmatig ingezet in de buurt, maar we lichten er twee uit. Op het Doctor Poelsplein werd de speelvoorziening in brand gestoken en was er andere overlast.

SIW heeft samen met de wijkagent, de gemeente, AramisAlleeWonen, bewoners en de jongeren een traject opgestart. Er is gezamenlijk een plan gemaakt voor een nieuwe speelvoorziening. In de tussentijd vormde de mobiele sport- en speluitleen een goede overbrugging voor de jeugd in de wijk.Op een ander plein, het Knipplein, was er begin 2009 veel overlast van jongeren. De situatie escaleerde: vernielingen, bedreigingen, drugsoverlast. Ook hier volgde een traject met maatschappelijke partners, bewoners en jongeren. En ook hier werd met succes de mobiele speluitleen ingezet. Maar de effecten gingen nog verder. Van de jongeren die de overlast veroorzaakten, hebben er een aantal een cursus bij ons gevolgd om activiteiten te organiseren. Een van hen is zelfs doorgestroomd naar het CIOS. Deze voorbeelden laten zien dat we het verschil kunnen maken. Maar dat kunnen we niet alleen. Het succes is het succes van de jongeren, de buurt, de partners en SIW samen!”

Het sport- en spelplein aan de Lorentzstraat in Roosendaal is een schot in de roos. Het is een verrijking voor de buurt. Op het voetbalcourt zijn al verschillende voetbalclinics gegeven.

Clubberz in WouwIn Wouw is weinig te doen voor jongeren vonden een aantal Wouwse jongeren. Er zijn bijvoorbeeld vrijwel geen uitgaansgelegenheden. Daarom organiseerden ze zelf op 10 april 2010 Clubberz. Clubberz is een feest door en voor jongeren uit Wouw. Na verschillende overleggen met de uitbater van café Donkenhof en enkele DJ’s organiseerden ze samen met SIW het feest. En met succes! Er kwamen 300 jongeren op af. Zowel de bezoekers als de organiserende jongeren vonden het een groot succes. Zo groot zelfs dat ze besloten hebben om er een jaarlijks terugkerend feest van te maken. De jongeren kwamen overigens twee jaar geleden in contact met Tijd voor Talent en SIW toen ze een JOP wilden creëren in Wouw. Helaas kon dit buiten hun schuld om niet doorgaan, maar het organiseren vonden ze zo’n geweldige ervaring dat ze door zijn gegaan, met Clubberz tot gevolg.

Page 5: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

Eind 2005, begin 2006 ontstond er grote onrust onder de bewoners van de Westrand. Er was sprake van overlast van jongeren, drugs en verloedering. Er moest iets gebeuren, maar wat?

Het antwoord was: Buurtcoaches.

Na een opleiding gingen de eerste buurtcoaches in 2007 de straat op. Ze signaleren allerlei grote en kleine misstanden. Van een losliggende stoeptegel tot drugsoverlast en alles wat daar tussen zit. Ze zijn letterlijk en figuurlijk de oren en ogen van de wijk. Vijf dagen in de week lopen ze een paar uur per dag rond in de Westrand en zoals Leslie Konings – teamleider van het wijkteam Westrand – het zegt: “Ze schrijven alles op wat los en vast zit. Zesendertig Polen in een huis. Een auto die al zes maanden ergens geparkeerd staat. Laatst stond er een auto met draaiende motor op straat, portieren nog open, niemand in de buurt. Na een onderzoekje bleek dat de eigenaar z’n huis binnen was gegaan om nog iets te pakken, maar vervolgens was hij heel z’n auto vergeten. Van die dingen. Het is gigantisch wat ze allemaal zien tijdens hun rondes. Ze signaleren het en melden het bij ons, het wijkteam Westrand van SIW. Wij analyseren al die meldingen en kijken waar we ze kwijt kunnen. Sommige meldingen gaan

naar de wijkagent. Andere mailen we rechtstreeks naar gemeentelijke afdelingen of andere instellingen die er wat mee kunnen.”

Veel meldingen gaan naar de klachtenlijn van de gemeente. “Daar weten ze inmiddels ook van het bestaan van de buurtcoaches,” lacht Leslie. “De buurtcoaches trokken zelf weer aan de bel als ze geen of een te late reactie kregen van de gemeente. Dat heeft wel effect gehad. De gemeente koppelt nu netjes terug wat er met de melding gedaan is.”De buurtcoaches zijn geen ‘stillen’ die stiekem mensen verlinken. Als dat nodig is, spreken ze mensen aan op hun gedrag. Leslie: “Hoe ze dat moeten doen, hebben ze van de politie geleerd. Zo zorgen ze dat de zaak niet escaleert. En ze steken ook spontaan de handen uit de mouwen. Toen hier in 2009 een flinke brand uitbrak in een van de brandgangen hebben ze daar direct op ingespeeld. Ze hebben de straat afgezet en het verkeer geregeld. Het is toch geweldig dat mensen dat allemaal voor hun wijk doen? Want voor het geld hoeven ze het niet te doen. Ze krijgen € 4,50 per uur dus dat is geen vetpot. En hun werk wordt lang niet altijd gewaardeerd door iedereen. Desondanks lopen ze er toch. Ze zijn terecht trots dat ze dit voor de leefbaarheid van hun wijk kunnen doen!”

”Om thuis te

blijven, moet je

wel uit de

voeten kunnen”Vaak is het een kringetje. Mensen worden

ouder, worden bang om te vallen, gaan

daarom minder bewegen en ‘verleren’

na verloop van tijd bijna te lopen, vallen

daardoor eerder, enzovoort. Meer Bewegen

voor Ouderen doorbreekt die cirkel. En dat is

nodig, want het gaat niet alleen over lopen,

vallen en opstaan, maar er hangt veel meer

mee samen.

Steeds meer mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Maar om thuis te blijven, moet je wel uit de voeten kunnen. Als je niet meer mobiel bent dan wordt het kringetje om je heen snel kleiner en ben je al gauw aangewezen op hulp en verzorging. Vaak zie je dat de gezondheid van ouderen die niet (meer) bewegen achteruit gaat. En contacten met vrienden of het bezoeken van een club verwatert. Het is dus belangrijk om in beweging, om beweeglijk, te blijven. Veel ouderen hebben inmiddels de weg naar een van de Meer Bewegen voor Ouderen-activiteiten gevonden. Honderden oudere Roosendalers doen mee met gymnastiek, conditiegym, jazzgymnastiek, volksdansen, country-linedance, zitdansen en Tai Chi.

Door deze activiteiten blijven ze lening en vaardig en hun conditie en gezondheid verbetert. Door de verbeterde lenigheid zijn de deelnemers meer in balans en daardoor weerbaarder. Ze lopen daardoor minder risico om te vallen. Maar Meer Bewegen voor Ouderen zorgt er ook voor dat de deelnemers aan geheugentraining doen door het aanleren en onthouden van nieuwe danspassen. ‘Naar de gym gaan’ zorgt ook voor meer en nieuwe contacten met mensen. Dus waar je eerst het kringetje om ouderen die niet meer uit de voeten kunnen steeds kleiner ziet worden, zorgt Meer Bewegen voor Ouderen juist voor een uitbreiding van de sociale kring. En dat heeft weer positieve effecten bijvoorbeeld op het gebied van het tegengaan van vereenzaming.De activiteiten worden in de wijk georganiseerd. Bij de lessen ontmoeten de ouderen dus buurtgenoten waar ze, buiten de lessen om ook contact kunnen hebben.

Dit is onze wijk

Op naar een nieuw dorpshuis in HeerleDe kerk, 2 cafés en het buurthuis. De supermarkt is al gesloten. De voorzieningen in Heerle staan – zacht gezegd – onder druk. Er zijn steeds minder voorzieningen in het dorp. En tegelijkertijd gebeurt er van alles.

Cees Nuijten is penningmeester van de stichting Dorpshuis Heerle, van de Schalm. Hij vertelt: “De voorzieningen lopen dan misschien terug, maar het maatschappelijke en culturele leven staat absoluut niet stil. In 2009 hebben we veel ruimtes in de Schalm verhuurd. Aan de harmonie, aan Meer Bewegen voor Ouderen van SIW, aan de kleuteropvang, aan de voetbalvereniging en de handbal. En ook de fysiotherapeut huurt ruimte bij ons. Er gebeurt dus van alles.

Maar 2009 is ook het jaar van de ommekeer. Er is besloten dat we de Schalm verlaten. Het gebouw wordt gesloopt. Binnen 2 jaar zouden we in een ander gebouw zitten, maar door de crisis duurt dat allemaal wat langer. Ik denk dat het nu in 2012, 2013 rond moet zijn. We verhuizen dan naar de kerk die opgeknapt wordt en een nieuwe bestemming krijgt. In goed overleg met Aramis AlleeWonen en SIW wordt dat allemaal voorbereid. Inmiddels (2010) zijn de twee sportverenigingen al uit het dorpshuis vertrokken naar hun nieuwe onderkomen. Volgens Hans van den Engel van SIW komen in het nieuw te ontwikkelen dorpshuis ook weer SIW-activiteiten. Hans: “Ik denk dan aan Meer Bewegen voor Ouderen wat er nu ook al is. Maar ook jongeren- en ouderenwerk. In 2009 waren die ideeën nog heel pril, maar dat krijgt steeds meer vorm. Natuurlijk krijgt het nieuwe dorpshuis straks ook weer een centrale functie in het dorp. Het is de ontmoetingsplek voor het dorp, de thuisbasis voor verenigingen. Sowieso in de dorpen, maar zeker ook in Heerle zie je een bloeiend verenigingsleven met heel veel actieve vrijwilligers. Er is voor de bewoners veel te doen door de activiteiten van verenigingen en clubs. Die betrokkenheid, dat sterke sociaal leven met oog voor elkaar dat is waardevol voor een dorp. In het nieuwe dorpshuis vindt dat weer een thuis.”

Page 6: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

In 2008 zijn de STA-teams opgericht door de gemeente Roosendaal en door SIW, Sterk In Welzijn. In 2009 groeide het aantal teams. In STA-teams werken Roosendalers, die eerder een uitkering van sociale zaken kregen. Uit eigen ervaring weten zij wat het is om weinig inkomen en hoge kosten te hebben. Ook weten ze uit eigen ervaring wat de prettige en minder prettige kanten zijn van contacten met allerlei organisaties.

In 2010 waren er 21 medewerkers actief in heel Roosendaal met als thuisbasis een van de vijf teams in de wijken West, Kalsdonk, Tolberg, Burgerhout en Kroeven/Langdonk. De leden waren in 2010 werknemer van SIW en volgden allemaal een opleiding tot STA-lid. Iedere maand namen ze deel aan een cursus georganiseerd door het Verweij-Jonker instituut. Er werd gewerkt vanuit de buurthuizen in Roosendaal. STA helpt mensen die moeite hebben om alles te betalen. In een eerste gesprek bespreken zij of alle hulpregelingen bekend zijn en gebruikt worden. Maakt u gebruik van de collectieve ziektekostenverzekering? Maakt u gebruik van de kwijtschelding gemeentelijke belasting? Zo komen meer dan 10 regelingen aan bod. De bewoners die er voor in aanmerking komen, wordt verteld hoe ze die kunnen aanvragen. Als het nodig is, gaat een STA-lid mee naar het ‘loket’, zodat de bewoner dat wat beter durft. Verder komt het dagelijks leven ook nog aan bod tijdens het gesprek. Mensen (weer) mee laten doen is een belangrijke doelstelling van het project.Sommige mensen komen te laat in contact met STA en hebben grote schulden. STA wijst dan de weg naar de juiste organisaties om deze schuldenproblemen op te lossen. De STA-leden hanteren een laagdrempelige methodiek. Zo bereiken ze een grote doelgroep. STA-leden praten met de woorden van ‘gewone mensen’. Ze wijzen de weg naar de organisaties binnen Roosendaal die hen verder kunnen helpen op het gebied van gemeentelijke voorzieningen en maatschappelijke participatie. Sociale Zaken van de gemeente Roosendaal, de belastingdienst en andere organisaties bepalen echter of een hulpregeling wordt toegekend. STA kan er na de aanvraag niets meer aan doen.

2010In 2010 hebben de teams in alle Roosendaalse wijken en dorpen samen met 943 bewoners gesproken. De meeste bewoners werden bereikt door huis-aan-huis te werven. Veruit de meeste gesprekspartners waren

werkloos of leefden van een minimum inkomen. STA probeert ook te voorkomen dat bewoners vereenzamen en verwijst daarvoor naar activiteiten. De Advies- en Informatie Centra in de buurthuizen helpen veel mensen op weg, cursussen, de wijkhuizen, Humanitas, sport en hobby’s. Aangezien participatie een grotere rol is gaan spelen binnen het project is in het laatste kwartaal van 2010 gekozen voor een aanpak gericht op ontmoeting en recreatie voor de doelgroep van STA. Dit heeft geresulteerd in acht activiteiten in de maanden november en december in vijf verschillende wijken van Roosendaal. Alle vijf de STA-teams hebben binnen het klantenbestand de activiteiten afgestemd op de behoefte van de grootste doelgroep. In West leverde het STA-team een bijdrage aan de werving van bewoners voor deelname het minimadiner en werd aansluiting gezocht bij de Buurtonderneming, Viceversa. Het STA-team in Tolberg keek naar de doelgroep, ouders met kleine kinderen. In samenwerking met het wijkteam van SIW is er een activiteitenmiddag georganiseerd voor ouders en kinderen.In Kalsdonk organiseerde het STA-team een activiteit voor 15 klanten gericht op ontspanning en verder droegen ze in samenwerking met het wijkteam van SIW zorg voor de werving en deelname aan het kerstdiner. In Kroeven zijn drie activiteiten opgezet gericht op de behoefte van het gehele klantenbestand in Kroeven en Langdonk. Er is een activiteit georganiseerd gericht op ontmoeting (47 deelnemers), een ontspanningsactiviteit (20 deelnemers) en een minimadiner in samenwerking met Aramis Alleewonen en Parochie de Ark (100 deelnemers). De klanten van STA hebben aangegeven hier graag in 2011 vervolg aan te geven. Dit gebeurt op een recreatieve ontmoetingsactiviteit eind maart 2011. Het STA-team in Burgerhout heeft groots uitgepakt met een multiculturele dag (compleet met muziek, zang, dans en eten). Dit hebben ze samen met een aantal klanten, het bestuur van buurthuis Keijenburg en het bewonersplatform georganiseerd. Dit resulteerde in zo’n 350 deelnemers.

De conclusie die hieruit getrokken kan worden, is dat er een grote behoefte bestaat aan ontmoeting, ontspanning en recreatie bij een groot deel van de doelgroep die Sta bereikt. Een neveneffect is dat sommige bewoners zich willen gaan inzetten voor de wijk waarin ze wonen. Verder investeerden de STA-medewerkers veel in het opbouwen van een groot

netwerk op velerlei terreinen. Denk aan Traverse (ErOpAf team, schuldhulpverlening), Sociale Dienst(voorzieningen en contact Klantmanagers), Aramis Allee wonen (wijkconsulenten), Het Punt (WMO, huurwoningen, Humanitas (thuisadministratie, taalmaatjes). Verder waren er incidentele contacten met GGZ, Thuiszorg, CJG en SDW.

Enkele successenGevraagd naar mooie resultaten, melden enkele STA-leden:• Vele bewoners krijgen (financiële) hulp van sociale zaken, de belastingdienst, stichting leergeld en andere organisaties dankzij de bemiddeling van STA.• Een jonge vrouw met weinig contacten is blij gemaakt met een bezoek aan de schouwburg ter verruiming van haar belevingswereld.• Door bemiddeling werd een aantal mensen geholpen met het oplossen van hun financiële onzekerheden/problemen.• Een gepensioneerde mevrouw werd uit haar oude situatie gehaald. Nu woont ze in een betere leefomgeving en neemt ze zelfs deel aan activiteiten binnen een wijkhuis.• De man die een mevrouw isoleerde en soms agressief bejegende vertrok en vertelde dat hij niet meer terug zou komen. STA wees mevrouw de weg naar een advocaat, naar sociale zaken, naar het centrum voor jeugd en gezin, het Eropafteam. Met Aramis werden de huurzaken afgesproken, met de politie de veiligheid (toen de man toch weer aan de deur kwam). Taalmaatjes gaan haar sterker maken in de taal en het maatschappelijke verkeer. De allochtone intermediairs staan met taal en daad terzijde. STA wijst de weg en ondersteunt deze mevrouw, daarna is het de beurt aan de organisaties. De samenwerking loopt op rolletjes, alleen de vakantieperiode is soms wat lastig.• Een buitenlandse man overwint door begeleiding zijn angst voor de tandarts. Ook winst in zelfvertrouwen door een mooier gebit!

STA nieuwe stijlOndanks de successen wordt STA eind maart 2011 niet gecontinueerd in de huidige vorm. Het project blijft bestaan maar wel met een andere invulling. In samenwerking met Humanitas wordt een begin gemaakt met deze nieuwe invulling. STA gaat verder met vrijwilligers.

STA, Samen Tegen Armoede

Buurtfestijn is een blijvertjeIeder jaar organiseert SIW de Straatspeeldag (tegenwoordig beter bekend onder de naam Buitenspeeldag) in een andere straat in de wijk Kortendijk. Dat doen we samen met de partners Aramis-Allee Wonen, Bewonersplatform Kortendijk en (voorheen) Sportbureau Roosendaal. Buurtbewoners worden erbij betrokken om mee te helpen om er een leuke dag van te maken voor jong en oud. Zo worden er jaarlijks nieuwe contacten gelegd in een ander deel van de wijk. In 2008 was de Desmijndijk aan de beurt. Met de hulp van werkgroep Desdia, een bewonersinitiatief uit de D-Dijk, was dit een enorm succesvol evenement. De Straatspeeldag werd daarna weer op een andere locatie georganiseerd, maar de bewoners van de D-Dijk hadden genoeg inspiratie opgedaan om zelf een soortgelijke activiteitendag te organiseren. Deze activiteitendag werd het Buurtfestijn gedoopt en onder de bezielende leiding van een buurtbewoonster en in nauwe samenwerking met SIW en de andere partners is dit een jaarlijks terugkerend evenement geworden in de D-Dijk. In 2010 vond het Buurtfestijn plaats op 7 juli, op een prachtige woensdagmiddag. Vanuit wijkcentrum ’t Dijksteeke bood SIW materiële ondersteuning: tafels en stoelen, een muziekinstallatie en spelmateriaal. Bij de jeugdactiviteiten was er sprake van organisatorische ondersteuning, met de opzet en de begeleiding van een spelestafette. De opkomst was fantastisch: veel kinderen en volwassenen uit de directe omgeving, maar ook veel deelnemers uit andere delen van Kortendijk. Met veel waterpret, een optreden van een goochelaar voor de kinderen en met veel gezelligheid op het speciaal ingerichte buurtterras voor de volwassenen. Ook in 2011 staat het Buurtfestijn weer op de agenda. Het is door het enthousiasme van de bewoners zelf een blijvend evenement geworden in Kortendijk.

Page 7: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

We zijn anders, omdat we de kans kregen om anders te zijnWie aan komt lopen bij wijkcentrum de Bergspil in Tolberg ziet niet eens zoveel verschillen met de andere wijkcentra in Roosendaal. En ook binnen valt het grote verschil nog niet eens direct op. Of het moet zijn dat de jongerenruimte vlakbij de voordeur zit. Toch is De Bergspil een wijkhuis nieuwe stijl. Wat maakt van een gewoon wijkhuis een wijkhuis nieuwe stijl? We vragen het teamleider/opbouwwerker Vera VandenBulcke.

Roosendaals Straatvoetbal Kampioenschap 2010 daverend succes!Op woensdag 5 mei nam burgemeester Marijnen op de Nieuwe Markt in Roosendaal de aftrap van het Roosendaals Straatvoetbalkampioenschap. De winnaars van het RSK 2010 waren in deze editie Tolberg bij de jongens en Streetgirls bij de meiden. Het meidenteam uit Kalsdonk en het jongensteam uit Langdonk werden verkozen tot de sportiefste teams. In totaal deden er 14 jongensteams en 4 meidenteams mee aan dit kampioenschap van Roosendaal. De Nieuwe Markt wordt was omgetoverd tot een straatvoetbalarena met twee staatvoetbalvelden en een tribune. Daarnaast waren er allerlei leuke voetbalspelen waar iedereen aan mee kon doen. De muzikale omlijsting werd verzorgd door een groot aantal Roosendaal popgroepen van de stichting OOR. In het kader van de bevrijdingsgedachte organiseerde cultuurlink een kunstprogramma onder leiding van beeldend kunstenaar Iwaz vanuit het Centrum Beeldende Kunst.

Burgemeester Marijnen opende om 12.30 uur het evenement met een shoot-out op de keeper van MMS-United. Dansschool Sisa verzorgde daarna de verrassende openingsact waarna de raadsleden en spelers van RBC Roosendaal het in een onderling duel op tegen vertegenwoordigers van SIW, SBR, Aramis AlleeWonen en de politie. Een demonstratiewedstrijd tussen spelers van het Nederlands zaalvoetbalteam en spelers van zaalvoetbalvereniging MMS-United eindigde in een 1-1 gelijkspel. Het straatvoetbalprogramma werd om 17.30 uur afgesloten met de prijsuitreiking door wethouder Peeters en spelers van RBC Roosendaal. Dit grote en spectaculaire evenement werd mogelijk gemaakt door woningcorporatie Aramis AlleeWonen en een subsidie van de gemeente Roosendaal. De hoofdorganisator was MMS-United i.s.m. SIW Sterk in Welzijn en Sportbureau Roosendaal. De organisatie van het RSK 2010 was dit jaar ook aangesloten bij de landelijke straatvoetbaldag van de Straatvoetbalbond Nederland (www.svbn.nl) die is opgezet door onder andere Edgar Davids. Dat betekent dat de winnaars van het RSK 2010 naar de regionale finale gaan en kans maken op deelname aan de landelijke finale.

“Ik denk dat het grote verschil met andere wijkhuizen de manier van het benaderen van zaken is. Ik zeg niet dat wij daarom beter zijn dan andere wijkhuizen, maar we zijn wel anders. We zijn anders omdat we de kans kregen om anders te zijn.” zegt Vera als we aan tafel schuiven in De Bergspil. “Maar het is niet alleen het wijkhuis. Natuurlijk, het is een belangrijke ontmoetingsruimte in de wijk. En ja, we hebben een prominente plaats ingeruimd voor jongeren omdat we vinden dat ze er ook bij horen. Maar wat mij betreft zou je beter kunnen spreken van ‘wijkwerk nieuwe stijl’ of misschien zelfs van ‘met-elkaar-omgaan-in-de-wijk-nieuwe-stijl’. Dat komt tot uitdrukking in onze aanpak. Wij vragen niet: wat komt u tekort? Wat heeft u nodig? Nee, we draaien dat eigenlijk om. Wat heeft u te bieden? Wat heeft u in huis waar anderen of u zelf iets mee kunnen? Als je dingen zo benadert, dan verandert er iets. Dan komt het uit de mensen zelf. Dan blijkt opeens dat mensen heel veel voor elkaar kunnen betekenen. Sterker nog, dan blijkt dat ze problemen zoals overlast zelf op kunnen lossen. Een voorbeeld: de bijna spreekwoordelijke boom die overlast geeft bij de buren. Meestal geeft zo’n boom bij de eigenaar net zoveel overlast als de buur. Maar ja, die boom staat er nou eenmaal. Als de buurman dan zegt: ‘buur, we hebben er alle twee last van. Als je het goed vind, dan halen wij ‘m voor je weg. Dan gaat meestal èn de buur èn de boom

om. Met zo’n benadering krijg het een hele andere maatschappelijk strekking.”

Maar dat is met buren onderling. Andere dingen, bijvoorbeeld groen in de wijk of fietspaden, worden door de gemeente ‘bedacht’. Daar kun je dan toch niet zoveel aan veranderen?Vera: “Da’s maar de vraag. We hebben in dit land het vreemde romantische idee dat iedereen van groen houdt. Maar als je je auto altijd drie straten verderop moet parkeren, dan ben je volgens mij best bereid om het plantsoentje voor je huis in te ruilen voor een paar parkeerplaatsen. En waarschijnlijk

denken de buren er net zo over, want zij kunnen ook hun auto nooit kwijt. Als je dat goed en collectief aanpakt, dan moet de gemeente van goede huize komen om zoiets tegen te houden.“Is Tolberg qua samenstelling dan anders dan andere wijken?Vera: “Iedere wijk is natuurlijk anders. Tolberg is een betrekkelijk jonge wijk. Iedereen is hier import. Het is ook een stille wijk, lang is alle vertier in Tolberg de Albert Heijn geweest. Het is ook nog steeds een slaapwijk. Als je hier oud wordt of je komt in de ww dan zit je al gauw alleen. Er wonen ouders met kinderen. En – en daar is Tolberg niet uniek in – steeds meer ouderen blijven ook zelfstandig in de wijk wonen, liefst zo lang mogelijk. Dat betekent dat je meer en langer met elkaar samen leeft in je buurt. Dan is het een goede zaak dat je met elkaar bepaalt: zo willen wij het hebben. En dat gaat verder dan alleen maar rekening met elkaar houden of overlast vermijden. Er komen steeds meer mensen in de wijk die zorg of verzorging nodig hebben of die eenzaam zijn. En dan kan dat wijkhuis nieuwe stijl een ontmoetingsplaats worden waar ouderen in beweging blijven en elkaar ontmoeten, waar kinderen uit hersamengestelde gezinnen of kinderen van gescheiden ouders een zelfhulpgroep vinden. Daar werken we hier aan. Dat mensen met trots zeggen: ‘ich bin ein Tolberger’.”

Page 8: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

Werken aan de wijkEen hele ondernemingWijkontwikkelingsplannen, Sta-teams, eropaf-teams, buurtbemiddeling, buurtcoaches, de wijkbeheerder, de verschillende gemeentelijke diensten en afdelingen, de wijkmanager, de maatschappelijk werker, de wijkagent, de opbouwwerker, het bewonersplatform. Deze en nog minstens zo’n zelfde aantal mensen, organisaties en instellingen zijn in een wijk actief.

Da’s best druk. Allemaal met hun eigen doelen, ideeën en goede bedoelingen. Maar ondanks – of juist door – al die actoren, sluiten prachtige projecten en goede initiatieven soms niet op elkaar aan of missen slagkracht. Eind 2007 nemen SIW, Traverse, Aramis AlleeWonen en later ook de gemeente Roosendaal samen het initiatief om een project in de Westrand te starten om een duurzaam woon- en leefklimaat in de wijk te ontwikkelen. Dat is een wijksamenleving waarin bewoners zich kunnen ontplooien. In zo’n wijk kunnen bewoners – ook als ze zorg of begeleiding nodig hebben – gewoon blijven wonen. Het project, dat de naam De Buurtonderneming Westrand krijgt, gaat uit van het bundelen van de professionele krachten in de wijk in een multidisciplinair team. Hans van den Engel, manager sociaal cultureel werk van SIW, is nauw betrokken bij de buurtonderneming.

Hans: “Voor de Buurtonderneming is samenwerking een belangrijke voorwaarde. Maar we wilden meer bereiken met de Buurtonderneming. Anders zou het alleen maar een volgende instantie in de wijk zijn. Wat de Buurtonderneming zo bijzonder en slagvaardig maakt, is dat de grenzen en eigen doelen van de organisaties die samenwerken op de achtergrond worden gezet als dat nodig is voor de ontwikkeling van de wijk! Zo kan er regie gevoerd worden en kan het rendement van de wijkontwikkeling omhoog.”

Jullie zijn in 2009 gestart met het opzetten van de Buurtonderneming. En in 2010 is de Buurtonderneming daadwerkelijk begonnen. Wat levert zo’n buurtonderneming aan de Westrand op?

Hans: “Het kost altijd wat tijd voor er effecten zichtbaar of voelbaar zijn, maar mede door de Buurtonderneming moet Westrand een wijk worden waar respect is voor elkaar, waar mensen willen (blijven) wonen. Dat kan eigenlijk alleen als er ook voldoende en passende voorzieningen in de wijk zijn. Maar de Buurtonderneming kan dat niet alleen. Bewoners moeten uitgedaagd worden om mee te doen en hun talenten in te zetten. Als dat lukt, dan straalt dat ook uit naar buiten, die trots, die resultaten. Dan verandert het beeld wat er op andere plaatsen van de Westrand bestaat.”

Als ouderenadviseur kom je bij ouderen over de vloer. Je bent op zoek naar hun vragen en behoeften. En ook naar de vragen achter hun vragen. We praten daarover met ouderenadviseur Marian Uitdewilligen.

“Ik vind het niet netjes om hier met naam en toenaam over een bepaalde klant te praten” zegt Marian Uitdewilligen als we met het gesprek beginnen. “Maar laten we het hebben over een mevrouw Jansen uit Tolberg of Kroeven of de Westrand. Mevrouw Jansen deed alles altijd samen met haar man. Sinds hij vorig jaar overleed, wordt het kringetje om haar heen steeds kleiner. Het huis waar ze woont, is veel te groot en op de bovenverdieping kan ze door haar artrose niet meer komen. Het bleek dat haar man eigenlijk alle administratie deed. Haar dochter belt elke dag, maar woont in Delft dus kan niet zo vaak langskomen. Mevrouw Jansen gaat liever niet alleen over straat. Ze doet haar boodschapjes en gaat gelijk weer terug naar huis. Je zou kunnen zeggen dat mevrouw Jansen langzaan naar zeker in een isolement komt.”

Komt dat vaak voor? Marian: “De situatie van deze mevrouw Jansen is verzonnen, maar zeker niet denkbeeldig. In Roosendaal wonen meer mensen die behoefte hebben aan iemand die even meet hen meekijkt. Als ouderenadviseur probeer ik met deze mensen in contact te komen en samen gaan we dan op zoek naar de behoefte en vragen van ‘mevrouw Jansen’. Vaak begint het met een praktische vraag, bijvoorbeeld om administratieve ondersteuning, maar daar blijken dan veel meer dingen

achter te steken. Mevrouw Jansen is op zoek naar contact. Ze kwakkelt met haar gezondheid en ze is bang om alleen te zijn. Samen zetten we op een rijtje wat de mogelijkheden voor haar zijn. Hoe woont ze? Hoe zou ze willen wonen? Wat heeft ze al gedaan om anders te gaan wonen? Is ze ergens ingeschreven als woningzoekende? Hoe zou ze nieuwe contacten kunnen leggen?”“Vaak kun je met één oplossing meerdere problemen aanpakken” zegt Uitdewilligen. “Als je zelfstandig wilt blijven wonen, is bewegen erg belangrijk. Dus als mevrouw Jansen naar bewegen voor senioren gaat, blijft ze fitter en kan ze dus langer op zichzelf blijven wonen. Bij haar ‘gymclub’ ontmoet ze mevrouw Pieterse die een straat verderop blijkt te wonen. Ze spreken om de dag af en drinken dan samen koffie.”

“In 2009 hebben we veel tijd besteed aan een onderzoek naar de vragen van en het aanbod voor senioren in Roosendaal. De uitkomsten van dat onderzoek hebben we gebruikt in HetPunt. In HetPunt komen al die informatie en alle organisaties samen. Het netwerk is nu veel sterker en dat komt ten goede aan de senioren. Natuurlijk direct door bijvoorbeeld de ‘gymclub van mevrouw Jansen’. Maar zeker ook op het niveau van de organisaties. Het is veel makkelijker om te schakelen tussen de organisaties. De informatievoorziening naar ouderen is ook veel beter geworden. En hoewel ouderen steeds jonger worden – de 75+-ers van nu zijn jonger dan de 75+-ers van 10 jaar geleden – is en blijft informatievoorziening heel belangrijk. Want de wereld is zo ingewikkeld, zeker voor ouderen. Daar kunnen ze best wat hulp bij gebruiken.”

Mevrouw Jansen sport tegen de eenzaamheid

Page 9: SIW Jaarverslag 2009 en 2010

2009-2010 Jaren om trots op te zijn!Jaren waarin SIW Sterk in Welzijn zich hard heeft gemaakt om het beter en leuker te maken in de wijk. We deden dat voor alle inwoners van alle wijken en dorpen in de gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom. En dat willen we de komen de jaren blijven doen. Het is al vaak gezegd in dit jaarverslag: we doen dat niet alleen, we kunnen dat niet alleen. Samen naar Beter lukt alleen met de medewerking van de gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom, collega-instellingen, vrijwilligers en al die bewoners die zich ingezet hebben voor een betere woon- en leefomgeving. Dank daarvoor. We zijn trots op jullie!

SIW ‘Sterk in Welzijn’ I Laan van Brabant 22 I 4701 BK Roosendaal I T (0165) 58 77 80 I F (0165) 56 89 91 I [email protected] I www.siwsterkinwelzijn.nl

Het verhaal van Tamimount:‘Ben even naar de buurvrouw’Ik ben geboren op 5 februari 1952 in Marokko in het plaatsje Berisiquar. In 1971 trouwde ik met mijn man. Hij ging in 1974 als gastarbeider naar Algerije, daarna naar Frankrijk, Bergen op Zoom, Rilland Bathen uiteindelijk in 1974 naar Roosendaal. Hij werkte bij Philips en begon met een contract voor 1 jaar, hij heeft er 38 jaar gewerkt tot aan zijn pensioen. In het begin werkte hij in 5-ploegen, er was toen ook nog schuifdienst dat wil zeggen 3 dagen werken 3 dagen rust.

Ik woonde bij mijn schoonouders, mijn schoonouders woonde op het platteland aan de zee het was daar prachtig, zij hadden veel vee en veel landbouw. Na 4 jaar werd ons eerste kind Elghalia geboren in Marokko. Onze tweede dochter werd in Rilland Bath geboren. Mijn man heeft 3 jaar gependeld tussen Riland Bath en Roosendaal. In Rilland Bath woonde we tussen allemaal katholieken, het waren allemaal aardige mensen. Ik sprak geen woord Nederlands, maar dronk koffie met de buren en praten met handen en voeten. Ik kreeg toestemming van mijn man voor deze contacten. We woonden prachtig vlak bij de zee en de scheepvaart maar ook bij boerderijen tegen België aan. De buurman was buschauffeur en wij mochten gratis met de bus mee naar Goes. Daar gingen we stadten, eten, naar de zee het was hartstikke leuk. Ik sprak nog steeds geen Nederlands, van mijn man mocht ik alles. Ik vergeet nooit dat ik bij de dokter zat te wachten op mijn beurt en dat iemand mij vroeg of mijn kindje een meisje of een jongetje was en dat ik alleen maar met ja antwoorden. Op alles zei ik ja. Ik kreeg vijf kinderen 4 meisjes en 1 jongen, 2 meisjes zijn getrouwd, 2 meisjes en de zoon zijn nog thuis. Alle kinderen werken.Ik woon 29 jaar in

Roosendaal.In de wijk Kalsdonk in de Radiostraat ik heb een mooi huis en een grote tuin ik hou heel veel van tuinieren ik heb veel planten en bloemen. Ik heb een schommelbank en zit heel veel in de tuin, koffie drinken, eten, rusten, beetje tuinieren.Ik wilde helemaal niet naar Nederlandse les dacht dat dat niet nodig was, ik kon me zo goed verdedigen. We woonden vlak bij de Pius x school. Ik liep vaak via het poortje naar de speelplaats als er pauze was en sprak dan met de kinderen en de docenten, ook met de buurvrouw sprak ik een beetje Nederlands. Ik ging alleen naar de dokter.Mijn buurvrouw vertelde me over Nokta en de Nederlandse les daar, in maart 2005 ging ik voor de eerste keer naar Nokta, ik geloofden mijn ogen en oren niet, vrouwen waren aan het lezen en het schrijven, zij konden het ABC. Toen ik dat zag wilde ik dat ook, ik kan nu lezen, schrijven, spreken en luisteren. Ik heb niemand nodig om brieven te schrijven of voor te lezen, ik kan alleen naar school , naar de dokter, naar het ziekenhuis, heb een gesprek zelfstandig met verpleegkundige en de diëtisten. Mijn buurvrouw was een ex cursist van Nokta, zij kenden Nokta weer van andere vrouwen. Ik vond en vind het heel leuk om te leren schrijven en lezen en natuurlijk ook de contacten met alle andere vrouwen.Ik begon in groep 1 bij Docent Ineke, we begonnen iedere ochtend eerst met gymnastiek, de spieren los maken, daarna leerde we woordjes en het ABC. Ik was heel verlegen in het begin en schaamde me als ik een beurt kreeg en een antwoord moest geven, nu is dat anders de verlegenheid is niet meer nodig ik heb nu veel zelfvertrouwen. Ik stroomde door naar groep 2 en kwam bij Hilde. Een tijd ging ik ook naar het

buurthuis Kalsdonk, Nokta gaf daar ook Nederlandse les op dinsdag en donderdagochtend. We kregen les van Rianne en heel goeie stagiaires, Siham, Yasmin, Muberra, Fatima, Asma. Hierna ben ik gestopt met het buurthuis, bij Nokta heb ik op een gegeven moment aan het einde van het schooljaar een toets gedaan, we kregen daarna een rapport ik mocht door naar groep 3. Na een paar jaar deed ik weer een toets en mocht ik naar groep 4 maar ik wilde graag in groep 3 blijven. Dit jaar hoop ik dat de toets weer goed gaat ik ga dan wel door naar groep 4.Ik ga nu naar het buurthuis en doe mee aan een project van 8 bijeenkomsten. We krijgen informatie over wat de gemeente voor ons kan doen, we gaan op excursie bijvoorbeeld naar een bejaardenhuis. Er wordt besproken over wat we willen, koffie ochtend, gymles.Conversatieles heb ik niet meer nodig wat ik wel heel graag zou willen doen is een computercursus. Binnenkort ga ik naar Marokko, mijn moeder heeft een hersenbloeding gehad en is halfzijdig verlamd. Ik ga haar verplegen en verzorgen, we brengen haar naar het huis op het platteland aan de zee. Regelmatig ga ik nu naar haar toe en zorg dan een tijdje voor haar.Bij Nokta heb ik heel veel geleerd ik kan lezen, schrijven, ik leg nu een briefje weg als ik weg ga, ‘Ben bij de buurvrouw’. Ik lees veel, vooral kinderboeken maar ook alle post. Ik ben trots op mezelf en mijn kinderen en man zijn trots op mij. Mijn man stimuleert me om zoveel mogelijk naar school te gaan, als ik niet ga vraagt hij hoe dat komt.Als het kan brengt mijn man me met de auto naar Nokta, anders loop ik heen en terug.