NOM-Jaarverslag 2009

66
Het Nationaal Onderwijsmuseum in 2009

description

Nationaal Onderwijsmuseum Jaarverslag 2009

Transcript of NOM-Jaarverslag 2009

  • 1Het Nationaal Onderwijsmuseum in 2009

  • 2

  • 2 3

    Het Nationaal Onderwijsmuseum werkt aan het verbeelden, duiden en beleven van ons onderwijs in verleden en heden. De activiteiten van het museum bereiken een breed publiek door heel Nederland en zijn gericht op interactie en het delen van kennis. Ze vormen een aanknopingspunt voor actuele discussies over onderwijs en onderstrepen het belang van goed onderwijs in onze samenleving.

  • 4

  • 4 5

    Inhoudsopgave

    7 Woord vooraf

    8 Het Nationaal Onderwijsmuseum

    11 Bezoekers

    15 Tentoonstellingen

    25 Rondleidingen, educatieve programmas en vakantieactiviteiten

    31 Het museum als platform

    35 Collectie, publicaties en onderzoek

    45 De bibliotheek

    47 Marketing en communicatie

    50 Personeel en organisatie

    56 Financin en fondsen

    58 Huisvesting het gebouw

    Bijlagen

    61 Overzicht lopende en geopende tentoonstellingen in 2008

    63 Overzicht van publicaties

    64 Overzicht van namen medewerkers met fotos

  • 6

  • 6 7

    Woord voorafGeen grenzen aan de groei! Het lijkt een misplaatste verwijzing naar het beroemde rapport van de Club

    van Rome uit 1972 en zal zeker in tijden van economische crisis, klimaatproblematiek en graaicultuur bij

    topsalarissen tot gefronste wenkbrauwen leiden. Maar voor het Nationaal Onderwijsmuseum in 2009

    gaat dit motto om meer dan n reden op.

    De grens van 40.000 bezoekers per jaar is voor het eerst ruim gepasseerd. De naamsbekendheid nam

    toe. De activiteiten van het museum genereerden veel publiciteit. Van de collectie van het museum zijn

    inmiddels meer dan vijftigduizend objecten digitaal ontsloten en er werden belangrijke deelcollecties aan

    de verzameling toegevoegd. Een prachtig groeiscenario, waaraan iedereen die de afgelopen jaren bij het

    museum betrokken is geweest zijn of haar steentje heeft bijgedragen.

    2009 was een jaar van terugkijken op alles wat er in de afgelopen beleidsperiode is veranderd en

    gebeurd. Tevens zijn in 2009 onze ambities en mogelijkheden in een nieuw beleidsplan voor de periode

    2010 2013 vastgelegd. Bij die ambities en mogelijkheden is groei een belangrijke kernwaarde. Groei

    in publieks- en collectiebereik. Groei in onderzoeks- en samenwerkingsprojecten. Groei in activiteiten en

    evenementen. Maar ook verdere groei in kwaliteit en bekendheid.

    Dat groei ook een keerzijde heeft, daarvan is het Nationaal Onderwijsmuseum zich zeer bewust. Met

    meer publiek en een omvangrijke, belangrijke collectie loop je ook tegen grenzen aan, zoals een sleets

    gebouw dat ongeschikt is als depot en geen publieksvriendelijke ruimte heeft. Daarnaast groeit de

    financile armslag niet mee met onze ambities.

    Grenzen zijn er echter om verkend en verlegd te worden. Met ideenrijke tentoonstellingen, mooie

    onderzoeken, inspirerende activiteiten en bovenal de inzet van alle medewerkers, vrijwilligers, stagiaires,

    bestuurders en samenwerkingspartners uit het culturele veld n het onderwijsveld zullen wij in de

    komende jaren onze grenzen gaan verleggen.

    Tijs van Ruiten

    Directeur

  • 8Het nationaalOnderwijsmuseumWat in 1981 begon als de Nationaal Historische Onderwijscollectie in Zoetermeer, is nu uitgegroeid tot

    het Nationaal Onderwijsmuseum. Een kennisinstituut over de geschiedenis van het onderwijs, waar een

    van de omvangrijkste en belangrijkste collecties op dit gebied in binnen- en buitenland wordt beheerd.

    Het Nationaal Onderwijsmuseum in Rotterdam legt zich toe op het verzamelen, onderzoeken en

    presenteren van de ontwikkelingen en kenmerken van het Nederlandse onderwijs. Met een actief en

    breed programma van tentoonstellingen en op specifieke doelgroepen gerichte publieksactiviteiten

    koppelt het museum de geschiedenis van het onderwijs aan hedendaagse realiteit en toekomstige

    ontwikkelingen.

    De collectie van het museum vormt hierbij het uitgangspunt. Hierin ligt de informatie opgeslagen die het

    museum haar taak als kennisinstituut geeft. Met het vergroten van de zichtbaarheid en bruikbaarheid van

    de collectie vergroot het museum haar publieksbereik.

    Door samenwerkingsverbanden met andere culturele, onderwijsgerelateerde en maatschappelijke

    instellingen ontwikkelt het museum verschillende nieuwe projecten binnen en buiten haar muren voor

    een breed scala aan doelgroepen. Met de organisatie van lezingen, debatten, symposia en actuele

    presentaties brengt het museum recente ontwikkelingen en de maatschappelijke problematiek van het

    hedendaagse onderwijs voor het voetlicht.

    In de komende jaren zal het museum zijn groeiende netwerk inzetten voor een grotere naamsbekendheid,

    die een positief effect zal hebben op de publieks- en collectieparticipatie. Extra aandacht gaat hierbij uit

    naar een beter gebruik van het bijzondere museumgebouw. De stad Rotterdam en de centraal gelegen

    historische huisvesting passen uitstekend bij de ambities die het museum zich voor de toekomst stelt.

    Met een goed en publieksvriendelijk museumgebouw wordt in de nabije toekomst een groei naar

    gemiddeld 50.000 bezoekers per jaar mogelijk.

  • 8 9

  • 10

  • 10 11

    Bezoekers2009 was wederom een succesvol jaar. In totaal ontvingen we 42.454 bezoekers. Daarvan bezochten

    33.003 het museum zelf en 9.451 bezoekers bezochten extern georganiseerde tentoonstellingen van het

    museum. Vergeleken met het verslagjaar 2008 is dit een stijging van ruim vijfduizend bezoekers.

    In 2009 waren de verschillende bezoekersgroepen aan het museum anders verdeeld dan in 2008. Zo is

    het aantal senioren het afgelopen jaar in vergelijking met het jaar daarvoor met 55% toegenomen en nam

    het aantal gratis bezoeken met een kleine twintig procent af. Ook nam het aantal basisschoolleerlingen

    onder de bezoekers af. Het aantal kinderfeestjes daarentegen nam toe en ook het aantal volwassenen met

    een Museumkaart steeg ten opzichte van het jaar 2008 met 57%. Tevens bezochten meer bezoekers met

    een Rotterdampas het museum. In vergelijking met voorgaande jaren is het aantal individuele bezoekers

    sterk toegenomen en is het aantal groepsbezoeken, en dan met name uit het basisonderwijs, in 2009 licht

    afgenomen (732 groepen in 2009 tegen 774 in 2008).

    4.500

    4.000

    3.500

    3.000

    2.500

    2.000

    1.500

    1.000

    500

    0

    aantalbezoekers

    91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 0990

    23.115

    27.734

    30.11

    2

    31.236

    25.266

    27.061

    30.22

    8

    24.639

    20.722

    25.286

    19.552

    19.882

    18.336

    18.604

    19.795

    31.267

    34.28

    7

    35.148

    37.120

    42.454

    jaar

    Bezoekcijfers NOM

  • 12

    Publieksonderzoek individueel bezoek

    In de eerste helft van 2009 nam het Nationaal Onderwijsmuseum deel aan de Museummonitor, een

    bezoekersonderzoek naar de waardering van het publiek over de diensten van het museum uitgevoerd

    door TNS NIPO. De Museummonitor is een initiatief van de Museumvereniging; in 2009 namen in totaal

    34 musea deel. Eind 2009 is het museum overgestapt op een andere manier van bezoekersonderzoek:

    we nemen sindsdien deel aan het Continue Bezoekersonderzoek van onderzoeksbureau Hendrik Beerda

    Brand Consultancy (www.hendrikbeerda.nl) in opdracht van Rotterdam Festivals. Voordeel van dit

    onderzoek is dat er meer specifieke vragen gesteld kunnen worden over de vaste collectie en tijdelijke

    tentoonstellingen. Ook is het als museum mogelijk op elk moment overzichten van resultaten uit te

    draaien; die resultaten worden weer aangewend als input voor het museumbeleid.

    Uit de gegevens over 2009 van TNS NIPO is naar voren gekomen dat driekwart van alle bezoekers net

    als in 2008 uit West-Nederland komt. In vergelijking met andere musea in dit segment (cultuurhistorisch)

    ligt dit percentage bijna een kwart hoger. Een van de redenen hiervoor is dat het Nationaal

    Onderwijsmuseum nauwelijks toeristen trekt en vooral gericht is op in Nederland wonend publiek. Voor

    69% was het de eerste keer dat ze het museum bezochten (gemiddeld ligt dat percentage rond de

    zestig). Van deze bezoekers gaf 38% aan dat ze voor een speciale tentoonstelling waren gekomen. Het

    overgrote deel van de bezoekers was ook in 2009 weer boven de 27 jaar; 37% was in de leeftijd van

    50-64 jaar. Gemiddeld gaven de bezoekers het Nationaal Onderwijsmuseum een 7,7. Dat is weliswaar

    een ruime voldoende, tegelijk moeten we stellen dat we er nog onvoldoende in slagen bezoekers voor

    een tweede keer te verleiden tot een bezoek.

    Virtueel bezoek

    De website www.onderwijsmuseum.nl kreeg in 2009 een kleine 110.000 unieke bezoekers. Vooral in de

    periode na de zomervakantie steeg het aantal virtuele bezoekers flink. In 2009 werd er verder gewerkt

    aan een nieuwe site die begin 2010 online is gegaan. In 2010 volgt de aan deze website gekoppelde

    nieuwsbrief voor onze verschillende doelgroepen.

  • 12 13

  • 14

  • 14 15

    TentoonstellingenOp het gebied van tentoonstellingen was 2009 een druk jaar. Maar liefst zeven tentoonstellingen

    openden in het museum, waarvan een deel later nog te zien zal zijn in andere musea. Daarnaast zijn we

    begonnen met het aanpassen van delen van de vaste presentatie zodat deze weer een aantal jaren mee

    kan. Een overzicht:

    Tijdelijke tentoonstellingen

    Het programma startte eind januari met een grote overzichtstentoonstelling van de illustrator Cornelis

    Jetses (1873-1955). De meeste mensen zullen hem kennen van zijn illustraties bij het bekende

    leesplankje aap, noot, mies. Maar hij heeft veel meer gedaan, ook bijvoorbeeld de beroemde schoolplaat

    Ter Walvischvaart is van zijn hand. Deze tentoonstelling gaf een compleet overzicht van zijn werk en een

    biografische schets. De tentoonstelling was in het najaar van 2009 te zien in Museum De Fraeylemaborg

    in Slochteren, Museum Nairac in Barneveld, en Museum Natura Docet te Denekamp. Ook in 2010 is de

    tentoonstelling in die musea nog te zien.

    2009 was het Darwinjaar. Het Nationaal Onderwijsmuseum sloot bij dit thema aan met de

    tentoonstelling Van aap tot mens de evolutietheorie in het onderwijs. De tentoonstelling gaf

    letterlijk via twee wegen inzicht in de toepassing van de evolutietheorie in het onderwijs: vanuit de

    bijbelse kant (het Scheppingsverhaal) en vanuit de evolutieleer zoals door Darwin beschreven in zijn

    On the Origin of Species (1859). Het bijzondere meubel dat speciaal voor deze tentoonstelling was

    ontworpen door Arinne Boelens en Frank de Bruijn sloot aan bij het thema evolutie.

    Van aap tot mens de evolutietheorie in het onderwijs

  • 16

    Van aap tot mens de evolutietheorie in het onderwijs

  • 16 17

    Op 4 april opende prinses Laurentien de tentoonstelling Nuttig leren voor iedereen; 225 jaar

    Nut en onderwijs. Een samenleving met nuttige burgers was het doel van de Maatschappij tot Nut

    van t Algemeen en zij probeerde dat onder andere te stimuleren door onderwijs ook bereikbaar te

    maken voor het gewone volk, het stichten van volksbibliotheken en het oprichten van spaarbanken.

    Deze tentoonstelling is in samenwerking met het Nut tot stand gekomen en gaf een overzicht van de

    ontwikkelingen die het Nut in haar 225-jarige bestaan heeft doorgemaakt. In 2009 is de tentoonstelling

    over het Nut ook nog te zien geweest in Museum Martena in Franeker.

    Nuttig leren voor iedereen; 225 jaar Nut en onderwijs

  • 18

  • 18 19

    VakWerk opende op 19 juni. Deze grote overzichtstentoonstelling over het beroepsonderwijs in

    Nederland (doorlopend tot in 2010) geeft in drie zalen een levendig beeld van de historie n huidige

    stand van zaken binnen het beroepsonderwijs in Nederland. Elke paar maanden wisselt de focus

    van de tentoonstelling. We startten met een overzicht van het beroepsonderwijs voor jongens; de

    ambachtsschool in al zijn facetten. Daarna kwam het onderwijs aan meisjes aan bod: handwerken,

    strijken, koken en alles wat je verder nog op de huishoudschool kunt leren. In 2010 komen de bijzondere

    beroepen en het beroepsonderwijs anno 2010 aan bod.

    In het kader van het Actieprogramma Cultuurbereik van de gemeente Rotterdam ging het museum met

    de tentoonstelling VakWerk ook de wijk in. Er is een reizende tentoonstelling vervaardigd die in de loop

    van 2009 en 2010 in verschillende Rotterdamse wijken te zien zal zijn. In 2009 heeft de tentoonstelling

    VakWerk in de Wijk een aantal weken in Charlois gestaan. In het kader van de tentoonstelling is ook

    een educatief programma ontwikkeld.

    VakWerk

  • 20

    Na de zomer opende de eerste overzichtstentoonstelling, samengesteld uit de (in langdurige bruikleen

    verworven) archieven van Noordhoff Uitgevers. Deze tentoonstelling, Oud Goud geheten, vertelt het

    verhaal van het ontstaan van deze zeer omvangrijke archieven. Het is een weergaloze collectie van

    vijfentwintigduizend objecten met werk in zeer uiteenlopende stijlen van illustratoren en kunstenaars als

    Cornelis Jetses, M.A. Koekkoek, Johan Dijkstra, Rie Cramer en vele anderen. De tentoonstelling krijgt

    een semi-permanent karakter; elke paar jaar zullen we aandacht besteden aan een ander facet van deze

    collectie.

    Oud Goud

    Een bijzondere tentoonstelling was het fotoproject Jongens en Meisjes van fotografe Annie van

    Gemert, die op 4 september geopend werd. Indringende portretten van jongensachtige meisjes en

    meisjesachtige jongens op de grens tussen kind en volwassene. Deze tentoonstelling zal in 2010 nog in

    het Limburgs Museum in Venlo te zien zijn. Annie van Gemert won met deze fotoserie de

    tweede prijs in de categorie Stories van World Press Photo.

  • 20 21

    Jongens en Meisjes

  • 22

    De laatste tentoonstelling van 2009 was de van het Bijbels Museum in Amsterdam overgenomen

    expositie Binnenstebuiten. Deze tentoonstelling over de vijf grote wereldgodsdiensten, ontwikkeld

    door Peter Dellenbag, Anton Feddema en Klaas de Jong, gaf in fotos en (religieuze) objecten een

    beeld van jongeren en de persoonlijke beleving van hun religie. Het Bijbels Museum had daarbij een

    interactieve dialooginstallatie ontwikkeld waarin de geportretteerde jongeren met elkaar discussieerden

    over een aantal stellingen.

    Een externe tentoonstelling betrof nog die vanuit de afdeling Collectie/textiel in samenwerking met

    het Amsterdamse Barlaeus Gymnasium is samengesteld over de voormalige buurschool, de Eerste

    Industrieschool voor Vrouwelijke Jeugd, van dit gymnasium. Het gebouw van de Eerste Industrieschool

    is een decennium geleden aan het Barlaeus toegevoegd. De door het Nationaal Onderwijsmuseum

    samengestelde tentoonstelling viel samen met de onthulling van een monument aan de Industrieschool.

    De tentoonstelling omvatte handwerk en fotos uit Collectie De Schans van het Onderwijsmuseum en

    was opgesteld in vitrines achter de niet meer gebruikte ingang van het oorspronkelijke Barlaeus-gebouw.

    De vaste presentatie

    In 2009 is gestart met het opknappen en herinrichten van de vaste presentatie van het

    Onderwijsmuseum: Vijf van de zes klaslokalen zijn opengesteld voor publiek, er is een toelichtende

    tekst gekomen en door middel van objecten in nieuwe vitrines met schoolmaterialen uit de verschillende

    periodes van de lokalen worden de verschillende periodes in beeld gebracht. Ook is begonnen met de

    herinrichting van de presentatie die een beeld geeft van de onderwijsvernieuwingen in de 18e en de 19e

    eeuw.

    Vooruitblik

    In 2010 gaan we niet alleen verder met het opknappen en uitbreiden van de vaste opstelling, er staan

    ook weer een aantal mooie tentoonstellingen op stapel. Daarvan zullen aap, noot, mies (over het

    leesplankje) en Laatste Waarschuwing (over straffen en belonen op school) de grootste zijn.

    Binnenstebuiten

  • 22 23

  • 24

  • 24 25

    Rondleidingen, educatieve programmas en vakantieactiviteitenRondleidingen

    Het hele jaar door komen er veel groepen in het museum voor een rondleiding. Tijdens deze spannende

    en informatieve rondleidingen leren bezoekers hoe kinderen in verschillende tijden naar school

    gingen. Aan de hand van zes nagebouwde school- en klaslokalen uit de periode 1200-1960 wordt de

    geschiedenis van de school en het onderwijs verteld. In een speciaal lokaal uit 1930 kunnen bezoekers

    een historische les krijgen: schrijven met een kroontjespen, lezen, zingen, tekenen f rekenen. In 2009

    heeft het Nationaal Onderwijsmuseum in totaal 732 groepen binnen gehad die een begeleid programma

    kregen. In veel gevallen was dit in de vorm van bovenstaande rondleiding.

    Van de belangrijkste doelgroepen bezoeken vooral scholen uit de regio (365 groepen) en aankomend,

    huidig of voormalig onderwijzend personeel (108 groepen) het museum graag in groepsverband. Ook

    de categorie actieve 50-plussers (met name dagtoeristen uit Nederland) is met negentig groepen in

    2009 goed vertegenwoordigd. Groei is nog mogelijk voor de doelgroep (groot-)ouders met (klein)

    kinderen. Deze prefereren echter wellicht een individueel bezoek, bijvoorbeeld tijdens vakanties.

    In 2009 zijn negen nieuwe rondleiders aangenomen. We hebben nu in totaal een poule van 21

    enthousiaste rondleiders. Het is een divers en deskundig gezelschap, met wie we alle doelgroepen goed

    kunnen bedienen.

  • 26

    Educatieve programmas

    2009 was een overgangsjaar voor het museum op het gebied van educatie. Een aantal programmas

    in samenwerking met de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) werd in dat jaar voor de

    laatste keer gegeven. In plaats daarvan startten de medewerkers van de afdeling Presentatie, educatie

    en evenementen in het najaar met het ontwikkelen van een educatief beleidsplan voor de jaren 2010-

    2013 dat gereed zal zijn in 2010. Daarnaast is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een vast

    programma voor de groepen 3, 4 en 5. Het Nationaal Onderwijsmuseum wil aan het einde van de

    beleidsperiode een doorlopende leerlijn voor leerlingen van 4 tot 24 kunnen aanbieden.

    Doorlopende programmas en activiteiten

    Fiets-OV is een programma waarin kinderen uit groep 8 van de basisschool alles leren over (de

    geschiedenis van) het verkeer en verkeersveiligheid. Na jaren van stijging is er in 2009 een sterke daling

    van groepen geweest. In 2008 hebben 117 groepen het programma gevolgd, afgelopen jaar waren dit

    er tachtig. Scholen melden zich aan bij de CED-groep. Daar krijgen zij vaak te horen dat groepen niet

    meer komen doordat het reizen met de chipkaart een te grote drempel vormt.

    Het kleuterprogramma Van wie is die koffer? vond het eerste half jaar van 2009 plaats en werd logistiek

    verzorgd door de SKVR. Kleuters werden in het museum verwelkomd door een oude juf (actrice) die

    hen meenam op een reis door de onderwijsgeschiedenis. Door dit programma heeft het museum 424

    kleuters mogen ontvangen. Helaas bestaat dit programma niet meer sinds het schooljaar 2009-2010

    (door de verandering van het Cultuurtraject van de SKVR). In plaats daarvan is het museum begonnen

    met het ontwikkelen van een eigen kleuterprogramma dat in 2010 van start gaat.

    Kunstkijken is een programma van de SKVR waarbij leerlingen van groep 8 verschillende culturele

    instellingen leren kennen. Het Onderwijsmuseum heeft een programma ontwikkeld rondom de

    tentoonstelling Een eeuw Onderwijsfilm waarbij de leerlingen de tentoonstelling bezochten en in een

    twee uur durende workshop zelf geluid konden maken bij stomme films. In 2009 hebben zeven groepen

    zich aangemeld waarvan er zes zijn gekomen. In totaal hebben 149 leerlingen meegedaan. Door een

    verandering in de programmering van de SKVR vervalt KunstKijken vanaf 2010.

    Thuis in Rotterdam is een samenwerkingsverband tussen Zadkine Educatie en vijf Rotterdamse

    culturele instellingen. Doel van dit project is mensen die niet in Nederland geboren zijn zich beter

    thuis te laten voelen in Rotterdam. Thuis in Rotterdam laat inburgeraars actief kennis maken met

    de Nederlandse geschiedenis en cultuur door bezoeken te brengen aan culturele

    instellingen in eigen stad. In het Nationaal Onderwijsmuseum maken zij kennis met het

  • 26 27

    Nederlandse onderwijs door de jaren heen en praten zij met elkaar over alles wat zij op de school van

    hun (klein)kinderen tegenkomen. Nadat het programma tijdelijk heeft stilgestaan, is het in 2009 weer van

    start gegaan. Dit jaar zijn er acht groepen van het Zadkine geweest, in totaal waren dit 120 cursisten.

    Bij een rondleiding Mindmappen (een techniek om met behulp van beelden en schemas informatie

    te onthouden en te structureren) wordt deze leertechniek actief verwerkt. Tijdens de rondleiding leren

    de leerlingen alles over de geschiedenis van het onderwijs. Daarna gaan zij met de techniek van het

    mindmappen aan de slag om de geleerde informatie op te slaan. In 2009 is dit programma door vijf

    groepen geboekt. In totaal hebben honderd leerlingen het programma gevolgd.

  • 28

    Nieuwe programmas

    In het kader van het Actieprogramma Cultuurbereik ging het Onderwijsmuseum met de tentoonstelling

    VakWerk de Rotterdamse wijken in. De reizende tentoonstelling VakWerk in de Wijk stond in 2009

    in Charlois. Bij de tentoonstelling is een educatief programma ontwikkeld bestemd voor senioren

    en voor basisschoolleerlingen (groep zeven en acht). Aan het seniorenprogramma hebben in twee

    bijeenkomsten 22 mensen deelgenomen. Verder hebben drie basisscholen meegedaan: zeven klassen

    met in totaal 154 leerlingen.

    3, 2, 1 Actie! was het educatief programma bij de tijdelijke tentoonstelling Een eeuw onderwijsfilm.

    De looptijd van het programma was de eerste helft van 2009. In negentig minuten gingen leerlingen aan

    de slag met verschillende onderdelen van film, zoals geluid, beeld en tekst. Het programma was gericht

    op de groepen vier, vijf en zes van het primair onderwijs en heeft zestien groepen van gemiddeld 25

    leerlingen opgeleverd (totaal 400 leerlingen).

    In het najaar van 2008 is er gestart met een pilot van een reeks voorleesmiddagen. Iedere eerste

    woensdag van de maand kwam een bekende jeugdauteur voorlezen uit eigen werk. De themas van

    de boeken sloten aan bij de lopende tentoonstellingen. In eerste instantie was besloten te stoppen

    met deze middagen. Er kwam te weinig publiek op af en er was concurrentie van meer voor de hand

    liggende locaties zoals bibliotheken en boekhandels. Nadat wij echter contact hebben gehad met een

    Buitenschoolse Opvang (BSO) die graag maandelijks wilde komen, is het programma nog een half jaar

    voortgezet. Iedere maand kwam de BSO met ongeveer vijftien kinderen. Helaas bleek de concurrentie

    toch te groot. In 2010 gaan we dan ook niet verder met het programmeren van jeugdboekenschrijvers.

    Vakantieactiviteiten

    Het Nationaal Onderwijsmuseum is elke vakantie open voor publiek (ook op maandag) en organiseert

    dan activiteiten voor kinderen tussen vier en twaalf jaar. Het Kinderatelier, de ruimte waar deze activiteiten

    plaatsvinden, heeft in 2009 een opknapbeurt gekregen en ziet er weer fris en aantrekkelijk uit.

    Activiteiten 2009

    Voorjaarsvakantie: raamhangers maken in het Kinderatelier; twee keer de voorstelling De Toverlantaarn.

    Meivakantie: Oudhollandse spelletjes in een van de tentoonstellingszalen.

    Zomervakantie: Jeugd Vakantie Paspoort, dvdDVD-hoesjes ontwerpen in het Kinderatelier.

    Herfstvakantie: je eigen droomhuis ontwerpen en maken in het Kinderatelier.

    Kerstvakantie: poppenkastpoppen maken in het Kinderatelier.

    In totaal hebben wij 3103 kinderen mogen ontvangen tijdens de vakantieactiviteiten.

  • 28 29

    Jeugdvakantieland is een jaarlijks evenement in Ahoy georganiseerd door de gemeente Rotterdam.

    Twee weken lang in juli zijn meerdere hallen omgetoverd tot een groot speel- en doeparadijs voor

    kinderen van vier tot twaalf jaar. Ook het museum droeg een steentje bij. In 2009 had het museum een

    schoolplein nagemaakt waar kinderen allerlei Oudhollandse spelletjes konden spelen. Dit was een groot

    succes; 3884 kinderen zijn naar het schoolplein gekomen.

    Alle Rotterdamse basisschoolkinderen krijgen voor de zomervakantie het Jeugd Vakantie Paspoort mee.

    Met dit boekje kunnen zij bij tientallen instellingen aan activiteiten deelnemen. In 2009 liep deze activiteit

    van 11 juli tot en met 23 augustus. In het Onderwijsmuseum stond de tentoonstelling Een eeuw

    Onderwijsfilm centraal. De kinderen kregen een kijkwijzer waarmee zij zelfstandig de tentoonstelling

    konden bezoeken. Daarna konden zij in het kinderatelier een eigen dvd-hoes ontwerpen. Deze activiteit

    sloeg aan, het museum ontving 2585 bezoekers.

  • 30

    Evenementen in het museumOp zaterdag 7 maart vond de jaarlijkse Museumnacht plaats. Dit jaar was het centrale thema RE:. In

    het Onderwijsmuseum waren verschillende activiteiten ontwikkeld rondom RE: live your schooldays!

    Bezoekers kregen een rooster en konden biologie-, teken- en Nederlandse les volgen. Daarnaast was er

    een schoolfotograaf aanwezig en kon men ontspannen in de schoolbioscoop of voetballen op het plein.

    Door het slechte weer en de uitval van de museumbus op onze route was het totale aantal bezoekers

    minder dan vorig jaar, ruim 1000 mensen. Vooral de schoolfotograaf werd druk bezocht. Ook Radio

    Rijnmond kwam nog even langs voor een tekenles n een dansje in de schooldisco.

    Het landelijke Museumweekend heeft dit jaar op 4 en 5 april plaatsgevonden. Tijdens dit weekend

    kunnen bezoekers musea gratis betreden. In verband met koninklijk bezoek op 4 april en de Rotterdamse

    marathon op 5 april heeft het Onderwijsmuseum dit jaar geen speciale activiteit georganiseerd bij dit

    weekend. Er zijn ruim tweehonderd bezoekers geweest.

    Van 17 tot en met 25 oktober vond de jaarlijkse Week van de Geschiedenis plaats, georganiseerd door

    Stichting Anno . Dit jaar stond in het teken van Oorlog en Vrede. Het Onderwijsmuseum heeft voor deze

    week een speciale geschiedenistoets bedacht die bezoekers met de kroontjespen konden invullen.

    Daarnaast is er een voorleesmiddag georganiseerd met schrijfster Anna Woltz. Zij kwam vertellen over

    en voorlezen uit haar boek Post uit de oorlog.

  • 30 31

    Het museum als platformHet Nationaal Onderwijsmuseum wil aandacht besteden aan hedendaagse ontwikkelingen in het

    onderwijs. Naast de organisatie van tentoonstellingen is het gebouw daarvoor ook letterlijk als platform

    en podium ter beschikking. Het museum organiseert, meestal in samenwerking, evenementen voor

    specifieke doelgroepen en organisaties uit het onderwijs- en museumveld. Wegens de geringe

    capaciteit en functionaliteit van het museum is het vooralsnog niet goed mogelijk onze ambities

    op dit vlak waar te maken. In 2008 is daarom besloten de doelstelling van het museum voor haar

    platformfunctie aan te passen en ons te richten op kleinere evenementen, gericht op specialisten in

    een bepaald onderwerp. Daarnaast richten we ons op het verstevigen van de banden met organisaties

    waarmee reeds eerder een evenement of tentoonstelling is georganiseerd. Deze evenementen

    organiseren we niet per se in het museum, we geven ook lezingen en presentaties op locatie.

    Een kort overzicht

    Op woensdag 1 april hield Jacques Dane, cordinator Collectie en Onderzoek, aan de Theologische

    Universiteit in Kampen een lezing over de onderwijzer, journalist en GPV-politicus Pieter

    Jongeling (1908-1985). Jongeling verwierf ook grote bekend als auteur van kinder- en

    schoolboeken onder het pseudoniem Piet Prins.

    Op 6 juni stelde het museum zijn zalen beschikbaar voor de uitreiking van de Rotterdamse Poem

    Express prijs van de Stichting Boekie Boekie;

    Tijdens het Europese Symposium International des muses de lducation et des collections de

    patrimoine scolaire, tussen 1 en 4 juli in Rouen, presenteerde directeur Tijs van Ruiten de

    collectie en uitgangspunten van het Onderwijsmuseum;

    Op 27 augustus vond in het museum de ontvangst plaats door Tijs van Ruiten en Jacques Dane van de

    deelnemers aan de International Standing Conference for the History of Education . Het

    thema van deze conferentie was volksonderwijs. De deelnemers werden ontvangen met een

    walking dinner en kregen daarna een rondleiding door de vaste presentatie. Vanwege het

    thema was er speciale aandacht voor de tentoonstelling VakWerk.

  • 32

    Op vrijdag 2 oktober vond in het museum de inmiddels traditionele nascholingsdag plaats van de

    Erasmus Universiteit Rotterdam voor leraren geschiedenis. Meer dan 150 personen

    namen deel en volgden lezingen en workshops. De hal van het museum werd gebruikt als

    beursvloer.

    Op 7 oktober hield Jacques Dane in Museum Nairac in Barneveld een lezing in het kader van de

    tentoonstelling Jetses aan de wand.

    Vrijdag 9 oktober vond in het museum de uitreiking van de Onderwijspersprijs plaats door Kennisnet.

    Deze prijs, uitgereikt in het kader van de 7e Nationale OnderwijsWeek, is uitgereikt aan

    Yvonne van de Meent, Robert Sikkes en Nico van Kessel voor hun artikelen over de rijkdom

    van schoolbesturen.

    Op vrijdag 15 oktober hield Jacques Dane een lezing op een door de KU Leuven georganiseerd

    symposium over het onderwerp Geletterdheid en jeugdliteratuur, naar aanleiding van het

    emeritaat van hoogleraar kinder- en jeugdliteratuur Rita Ghesquire over een 19de-20ste

    eeuws kinder- en schoolboek: Jessicas eerste gebed, van Hesba Stretton.

    Op 20 oktober organiseerde het Nationaal Onderwijsmuseum in samenwerking met het Archief &

    Documentatiecentrum Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG) een studiemiddag

    over psychologie en biografie. Namens het museum hield Jacques Dane een lezing over de

    bekende pedagoog/psycholoog prof. dr. Jan Waterink. Tijdens deze middag werd een boek

    gepresenteerd over Nederlandse ontwikkelingspsychologen.

    Donderdag 29 oktober vond, in aanwezigheid van wethouder Grashof, de feestelijke doorstart plaats van

    het inburgeringsprogramma Thuis in Rotterdam. De samenwerkende musea, het Zadkine-

    college en de SKVR organiseerden een workshop voor de deelnemers en sloten de middag

    af met taart.

    Op 2 november gaf Jacques Dane in het Comenius Museum in Naarden een lezing met als titel

    Comenius en het aanschouwelijk onderwijs in de 19de eeuw.

    Op 23 november hield Jacques Dane voor de Historische vereniging van de gemeenten Hoogblokland,

    Hoornaar en Noordeloos de lezing Het klaslokaal door de eeuwen heen.

  • 32 33

    27 november organiseerde het museum samen met de Belgisch Nederlandse Vereniging voor de

    Geschiedenis van Opvoeding & Onderwijs (BNVGOO) een studiemiddag voor ongeveer 30

    deelnemers.

    Regelmatig organiseert de Rotterdamse stichting Reflex in het Nationaal Onderwijsmuseum debatten

    over diverse onderwerpen die te maken hebben met allochtone jongeren en hun (school-)

    carrire.

  • 34

  • 34 35

    Collectie, publicaties en onderzoekCollectie

    Het verzamelbeleid van het NOM heeft betrekking op het gehele schoolwezen van Nederland en

    de voormalige kolonin, van de voorschool tot het universitaire onderwijs. Het museum beheert een

    omvangrijke collectie objecten en boeken beeldmateriaal, schoolmeubilair, lesmethoden et cetera

    met betrekking tot de onderwijsgeschiedenis. Deze verzameling boeken en objecten wordt door de

    medewerkers van de afdeling Collectie & onderzoek en de Bibliotheek ontsloten, bewaard en beheerd.

    Voor tentoonstellingen, publicaties en projecten wordt onderzoek verricht en een selectie van objecten

    gemaakt. In de door de Bibliotheek beheerde studiezaal kunnen wetenschappers, studenten, journalisten

    en andere genteresseerden schoolboeken, literatuur en bronnen raadplegen en objecten bestuderen.

    In het verslagjaar is een begin gemaakt met de voorbereidingen van de verhuizing van de collectie van

    het Onderwijsmuseum naar een nieuw depot. Het huidige, overvolle depot stamt uit 1923 en voldoet

    niet meer aan de eisen van modern depotbeheer.

  • 36

    Langdurige bruikleen Oud Goud

    In 2009 zijn Noordhoff Uitgevers en het Nationaal Onderwijsmuseum overeengekomen het beheer

    van Noordhoffs archiefcollectie, Oud Goud genoemd, in langdurige bruikleen aan het museum over

    te dragen. Zo wordt het mogelijk deze belangrijke collectie te conserveren en voor een groot publiek

    toegankelijk te maken. In dit bedrijfsarchief bevindt zich de nagenoeg complete collectie van honderden

    aquarellen en schilderijen en duizenden illustraties die in de periode 1900-1980 in opdracht van de

    uitgever zijn gemaakt. Een collectie met werk in zeer uiteenlopende stijl van illustratoren en kunstenaars

    als Johan Isings, Cornelis Jetses, Johan Dijkstra, Rie Cramer, Sierk Schroder, Waldemar Post, Dirkje Kuik

    en vele anderen.

    Generaties schoolkinderen hebben op school de schoolplaten en schoolboeken gezien en gebruikt. De

    Noormannen bij Dorestad, Ot en Sien en Aap Noot Mies zijn slechts enkele van de leermiddelen die

    onlosmakelijk met de uitgever en de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs verbonden zijn. Het

    Nationaal Onderwijsmuseum zal permanent onderdelen uit de omvangrijke collectie in het museum laten

    zien. Daarnaast zal het museum in samenwerking met collega-musea elders in het land geregeld reizende

    tentoonstellingen organiseren op basis van deze collectie.

  • 36 37

    Ontsluiting collectie

    In 2008 zijn er 3101 objecten ingevoerd in The Museum System (TMS), het registratiesysteem dat het

    museum gebruikt. In 2009 was dat minder dan de helft: 1410 objecten. Voor een groot deel is dit te

    verklaren door het wegvallen van n van de (project-)medewerkers, die vier dagen per week besteedde

    aan het invoeren van objecten.

    Zowel in 2008 als 2009 zijn er daarnaast veel uitgebreide schoolplaatbeschrijvingen gemaakt die

    nog niet in TMS zijn ingevoerd. Deze beschrijvingen zijn veelal gemaakt voor de website www.

    historywallcharts.eu. Bijvoorbeeld van de serie Schoolplaten voor de vaderlandse geschiedenis zijn

    65 platen op deze wijze beschreven. Ook van de schoolplatenserie Geschiedenis des vaderlands uit

    1857, uitgegeven door de onderwijzers J.H. Eichman, H. Altmann en W. Swart, zijn in totaal 64 platen

    uitgebreid beschreven en op de website geplaatst.

    Schenkingen

    Het museum krijgt bijna wekelijks leermiddelen, afbeeldingen, textiel, soms persoonlijke documenten

    zoals dagboeken en brieven diplomas, schoolschriften, boekencollecties en dergelijke aangeboden. De

    medewerkers van de afdeling Collectie en de Bibliotheek onderzoeken in hoeverre het aangebodene

    in de collectie past. In 2009 heeft het museum onder andere schoolschriften, agendas, diplomas,

    schoolplaten en tal van andere leermiddelen ontvangen. Een bijzondere schenking was afkomstig

    van mevrouw Van den Nieuwendijk uit Rotterdam, die het archief- en beeldmateriaal van het Fibo-

    Beeldonderwijs bekend van onder andere de filmstroken over de Marshallhulp heeft overgedragen.

    Een andere opmerkelijke schenking was afkomstig uit het archief van de Fraters van Tilburg: een

    groot aantal begin twintigste-eeuwse, ongeschonden glasdiaseries, een groot deel zelfs met de

    oorspronkelijke begeleidende teksten.

  • 38

    Bruiklenen

    Landelijke musea, jubilerende scholen, oudheidkundige kamers, streekmusea en de vele andere lokale

    cultuurhistorische verenigingen in Nederland benaderen het Onderwijsmuseum regelmatig in verband

    met bruiklenen. Schoolplaten, klassenfotos, schoolboeken, leermiddelen, schriften en andere objecten

    uit de collectie worden in diverse tentoonstellingen in binnen- n buitenland gebruikt.

    In 2009 hebben 22 musea en instellingen voorwerpen geleend, waaronder Museum Bommel van

    Dam in Venlo, het Nederlands Fotomuseum Rotterdam, Museum Nairac in Barneveld, Museum De

    Fraeylemaborg in Slochteren, het Museon in Den Haag, Scryption Tilburg, Museum Oud-Lunteren,

    Museum Dr. Ghuislain te Gent, Teylers Museum in Haarlem en de Openbare Bibliotheek Rotterdam.

    Afbeeldingen

    De collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum bestaat onder andere uit een omvangrijke verzameling

    afbeeldingen: traditionele schoolklasfotos, glasdias, prenten, stereofotos, filmstroken, prenten en

    dias voor educatief gebruik. Hier is veel vraag naar. In 2009 hebben onderzoekers, journalisten,

    musea, tijdschriftredacties en uitgeverijen gebruik gemaakt van de collectie afbeeldingen. In 2009 zijn

    afbeeldingen besteld voor geschiedenismethoden, dagbladen, dissertaties en (wetenschappelijke)

    tijdschriften. Daarnaast worden voor het blad Lessen de afbeeldingen verzorgd.

    Voor wat de digitalisering, registratie en beschrijving in TMS betreft, zijn in 2009 ongeveer vijfhonderd

    series aan de beeldcatalogus toegevoegd. Deze series bestaan uit gemiddeld twintig beelden, wat

    neerkomst op circa tienduizend gedigitaliseerde beelden in 2009.

    Prentbriefkaarten

    Vanaf medio 2008 digitaliseert en beschrijft n van de vrijwilligers de deelcollectie prentbriefkaarten.

    Op deze afbeeldingen staan fotos van schoolgebouwen uit alle gemeenten van Nederland. In 2009 zijn

    er 434 prentbriefkaarten ingevoerd en beschreven (in 2008 waren dat er 424).

  • 38 39

    Publicaties

    Medewerkers van het Nationaal Onderwijsmuseum publiceren regelmatig in vakbladen of schrijven,

    indien van toepassing, catalogi bij tentoonstellingen in het museum.

    In 2009 verscheen bij de tentoonstelling Jetses aan de wand een gelijknamige catalogus waar Saskia

    de Bodt, hoogleraar Illustratie aan de Universiteit van Amsterdam, Ina Uphoff, Duits schoolplatenexpert

    van de Universiteit van Wrzburg, en Lenja Crins, medewerker van de afdeling Collectie & onderzoek,

    bijdragen aan leverden.

    Samen met George Harinck, hoogleraar collectievorming en geschiedenis van het neocalvinisme aan

    de Vrije Universiteit Amsterdam, publiceerde Jacques Dane, cordinator Collectie & onderzoek, in

    2009 een artikel over de verwerking van de Tweede Wereldoorlog in protestants-christelijke school-

    en kinderboeken. Dane schreef verder een stuk over de schrijvende schoolmeester Henri Arnoldus

    (1919-2002), bekend van zijn kinderboekenserie over de postbode Pietje Puk, dat verscheen in het

    liber amicorum bij het afscheid van de Leuvense hoogleraar kinder- jeugdliteratuur Rita

    Ghesquire. Samen met vrijwilliger Richard van Schoonderwoerd schreef Dane een

  • 40

    artikel over het kinderboek Jessicas first prayer (1866) van de Britse schrijfster Hesba Stretton (1832-

    1911). Dit boekje verscheen in 1868 voor het eerst op de Nederlandse markt en werd aanvankelijk

    uitgedeeld als kerstgeschenk op protestantse dag- en zondagsscholen. In de twintigste eeuw kwam

    Jessicas eerste gebed een evergreen ook als een serie glasdias (circa 1900) en later als filmstrook

    (circa 1950) voor het onderwijs en ook als schoolboekje bij het vak Engels. In 2009 verscheen nog een

    luisterboek van Jessicas eerste gebed.

    In samenwerking met het Comenius Museum in Naarden gaf het museum daarnaast in 2009 de

    vertaling van Comenius boek De moederschool uit, over de vorming en opvoeding van het jonge kind.

    Inmiddels is een tweede druk verschenen.

    Studenten en onderzoekers

    Scholieren, studenten, onderzoekers en journalisten hebben de mogelijkheid onderzoek te

    verrichten voor een werkstuk, scriptie, dissertatie of wetenschappelijk artikel. In 2009 ontving het

    Onderwijsmuseum diverse scholieren, studenten en wetenschappers. Enkele onderwerpen waar

    onderzoek naar is verricht: verzuiling in rooms-katholieke en protestants-christelijke geschiedenisboekjes

    voor het lager onderwijs in de periode 1920-1950, de Havenloze school te Rotterdam, de prenten

    van de Maatschappij tot Nut van t Algemeen, bijbelsche geschiedenis en schoolagendas. Vanuit

    de afdeling Collectie & onderzoek werden in 2009 ook studenten van de Universiteit Utrecht en de

    Erasmus Universiteit Rotterdam begeleid.

  • 40 41

  • 42

    Nationale en internationale contacten

    Het Onderwijsmuseum heeft een samenwerkingsverband met de Universiteit van Wrzburg (UW)

    en het Schoolmuseum Denemarken. In samenwerking met de vakgroep historische pedagogiek van

    de UW en het Deense Schoolmuseum heeft het museum in het kader van het Culture Programme

    2007 2013 in 2008 een subsidie van de Europese Unie ontvangen voor het project Schoolplaten

    in internationaal perspectief. Hoofdvraag: Welke rol hebben schoolplaten gespeeld in de nationale en

    Europese identiteit? Onderdeel van deze samenwerking is onder andere het internationale congres dat

    op 2 en 3 april 2009 in Wrzburg plaatsvond en mede door het Onderwijsmuseum was georganiseerd.

    Directeur Tijs van Ruiten en cordinator Collectie & onderzoek Jacques Dane hebben een bijdrage aan

    dit congres geleverd.

    In 2009 werd ook een website opgestart: www.historywallcharts.eu. Op deze site worden de historische

    schoolplaten van Denemarken, Duitsland en Nederland gepresenteerd.

    In 2009 heeft het Onderwijsmuseum verder samengewerkt met de Belgisch-Nederlandse Vereniging

    voor de Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (BNVGOO), de International Standing Conference

    for the History of Education (ISCHE) en de Universiteitsbibliotheek van de Erasmus Universiteit

    Rotterdam. Op 27 augustus van het verslagjaar bezochten de congresgangers van ISCHE 2009 het

    Onderwijsmuseum om onder meer de vaste presentatie en de tentoonstelling over de geschiedenis van

    t Nut te bekijken.

  • 42 43

  • 44

  • 44 45

    De bibliotheekDe bibliotheek van het Nationaal Onderwijsmuseum heeft twee functies. Enerzijds is de bibliotheek de

    bewaarplaats van gedrukt (bronnen)materiaal over de Nederlandse onderwijsgeschiedenis. Anderzijds

    zijn de boeken met name de lesmethoden onderdeel van de vaste collectie. De schoolboeken zijn

    museumobjecten die de onderwijsgeschiedenis in beeld kunnen brengen.

    Bezoekers

    De bibliotheek is van maandag tot en met vrijdag van 09.00-17.00 uur geopend voor publiek. In 2009

    ontving de bibliotheek 122 bezoekers, acht meer dan het jaar ervoor. Onder deze bezoekers bevonden

    zich scholieren, journalisten, studenten, wetenschappers, fotografen en genteresseerden op zoek naar

    schoolboekjes uit hun kinder- en jeugdtijd.

    Informatieverzoeken

    Het beantwoorden van uiteenlopende vragen is een taak van de collectie- en bibliotheekmedewerkers

    van het museum. Met het groeien van onze naamsbekendheid neemt ook het aantal vragen toe. In

    2009 kreeg het museum 234 vragen (in 2008 waren dat er 189). De vragen gingen onder andere over

    oude schoolboeken, vakantieperiodes in het recente verleden, schoolbehoeften, de aanwezigheid van

    bepaalde titels, leesonderwijs in de negentiende eeuw en abc-boekjes.

    Schenkingen

    In 2009 ontving het Onderwijsmuseum veel interessante en ook zeldzame lesboeken. Door de

    tentoonstelling Vakwerk kreeg de bibliotheek een aantal lesboeken voor het beroepsonderwijs

    aangeboden: deze boeken worden niet systematisch verzameld door instellings- en

    universiteitsbibliotheken en zijn daarom zeldzaam.

    Opvallend is ook dat er jaarlijks meer lesmethoden uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw

    worden aangeboden. Lesboeken uitgebracht in de laatste decennia van de twintigste eeuw zijn een

    lacune in de verzameling. Dit hiaat wordt nu opgevuld omdat oud-leerlingen hun oude schoolboeken bij

    het Nationaal Onderwijsmuseum afleveren.

    De medewerkers en de vrijwilligers van de bibliotheek hebben in 2009 in totaal 4.173 titels beschreven.

    In 2008 waren dat er 6.240. Dit verschil is als volgt te verklaren: in 2008 zijn de titels uit de omvangrijke

    rooms-katholieke kring afkomstige Opvoedkundige Brochurereeks (OBR) uit het

    landelijke Gemeenschappelijk Geautomatiseerd Catalogussysteem (GGC) gedownload

  • 46

    en daarna bewerkt voor Xref, het catalogussysteem van het Onderwijsmuseum. Daarnaast zorgde de

    schenking van het tijdschrift Vernieuwing in 2008 voor een toename aan titels in Xref. De artikelen uit dit

    tijdschrift waren reeds beschreven en konden na bewerking direct opgenomen worden in de catalogus.

  • 46 47

    Marketing en communicatiePromotie

    In 2009 werd er verder ingezet op het vergroten van de naamsbekendheid onder de verschillende

    doelgroepen van het Nationaal Onderwijsmuseum. In januari was het museum aanwezig op de Nationale

    Onderwijstentoonstelling (NOT) in Utrecht en in augustus bezochten honderden kinderen de stand op

    Jeugdvakantieland in Ahoy. In tegenstelling tot andere jaren stond het museum dit jaar in september

    niet op de Wereldhavendagen in Rotterdam, maar uitgebreid op de R Uitmarkt en de 50 Plus Beurs.

    Ook stonden we nog een middag op de Kinderuitmarkt in Rotterdam Noord. Veel mensen op de

    verschillende beurzen kenden het museum en waren er wel eens geweest. In oktober werd in Ahoy de

    55 Plus Expo georganiseerd. Het museum was hier aanwezig met een ingericht klaslokaal. In november

    nam het museum voor de tweede keer deel aan de Rotterdamdag in de Laurenskerk.

    Op de verschillende beurzen zijn ook dit jaar weer kaarten uitgedeeld waar mensen iemand gratis mee

    konden nemen. Ongeveer vijf procent van de uitgedeelde kaarten komt terug bij de kassa.

    Publiciteit

    Eind 2009 werd er overgestapt op een nieuwe manier van persberichten verzenden. Naast het sturen

    van persberichten naar persoonlijke contacten, gaat de verzending nu ook via het landelijke en regionale

    ANP-netwerk. In 2010 zal blijken of deze manier beter werkt.

    Publicitaire hoogtepunten in 2009 waren de tentoonstellingen Jetses aan de wand en Jongens

    en meisjes. In verschillende landelijke dagbladen en tijdschriften, maar ook in de regionale pers, is

    aandacht besteed aan deze tentoonstellingen. De reportage van de fotos van Annie van Gemert in de

    zaterdagbijlage van NRC Handelsblad leverde een grote hoeveelheid extra publiciteit op in zowel de

    geschreven pers, als op radio, televisie en internet.

  • 48

    Winkel

    Eind 2008 is er gestart met de professionalisering van de museumwinkel, in 2009 is hiermee verder

    gegaan. Er worden nu alleen (op een aantal uitzonderingen na) nog producten gekocht die met recht

    van retour geleverd worden. Hierdoor worden de risicos op verouderde voorraden een stuk kleiner.

    In 2009 is gexperimenteerd met verschillende nieuwe producten. Vooral het Oudhollands snoep is

    een groot succes. Daarnaast is er gestart met de verkoop van dubbele en afgestoten boeken uit de

    bibliotheek van het Onderwijsmuseum. Deze boeken worden voor een lage prijs verkocht aan bezoekers.

    In twee maanden tijd werden er ruim tweehonderd boeken verkocht.

    LESSEN

    In 2006 kwam de eerste jaargang uit van het tijdschrift LESSEN, de opvolger van het blad De School

    Anno. Na twee jaar te hebben gewerkt met dit vernieuwde museumtijdschrift, werd eind 2008 door de

    leden van de redactie de eerste tweenhalf jaar gevalueerd. Uit deze evaluatie kwam naar voren dat

    de meeste lezers het blad graag lezen en de opmaak mooi vinden. Wel zou het tijdschrift meer moeten

    aansluiten bij de activiteiten van het museum en de actualiteit.

    In 2009 is er besloten om over te stappen naar een andere drukker (Veenman Drukkers in Rotterdam).

    Zij nemen naast het drukken van LESSEN ook de verzending van het tijdschrift voor hun rekening.

    Voor het eerst werden de vier nummers van het afgelopen jaar meer afgestemd op de verschillende

    tentoonstellingen die in het museum te zien zijn. De oplage per nummer bedraagt vijfhonderd.

    Vriendenvereniging

    Sinds de oprichting in 1981 heeft het Nationaal Onderwijsmuseum een kleine maar actieve

    Vriendenvereniging die samen met het museum het tijdschrift LESSEN uitgeeft en daarnaast lezingen

    en speciale acties voor leden organiseert. Na in 2008 een nieuwe vriendenkaart ontworpen te hebben,

    is er in 2009 gewerkt aan het ontwerp van een plastic ledenpas. Vanaf 2010 zullen alle leden een

    professionele en persoonlijke ledenpas ontvangen waarmee ze het museum gratis kunnen bezoeken.

    Ultimo 2009 telde de vereniging 252 leden.

    Samenwerkingsverbanden op gebied van marketing, communicatie en educatie

    Het Onderwijsmuseum onderhoudt een uitgebreid netwerk van contacten, neemt deel aan verschillende

    netwerken en werkt met vele partijen samen. Kennisuitwisseling, kennisvermeerdering of het

    gezamenlijk organiseren van een tentoonstelling of evenement is vaak het doel, naast uiteraard het

    doen van onderzoek naar de collectie. In 2009 werkten wij onder andere samen met de Vereniging

    Musea Rotterdam, het Rotterdams Educatief Netwerk, het Rotterdamsch Leeskabinet,

    Kennisnet, Rotterdam Festivals, het Geheugen van Nederland, de Erasmus Universiteit

    en de Hogeschool Rotterdam en omstreken.

  • 48 49

  • 50

    Personeel en organisatieDe organisatie van het museum onderging in 2009 een gering aantal veranderingen. De omvang van

    de organisatie is licht toegenomen van 14.9 fte tot 15.1 fte verdeeld over twintig medewerkers. Van hen

    zijn er drie op detacheringbasis via de gemeente Rotterdam en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

    Wetenschap (OCW) bij het museum werkzaam.

    Medio 2009 is een parttime medewerker aangesteld voor de organisatie van de zaalverhuur,

    evenementen en daarmee samenhangende administratie. De groei in aantal en omzet van deze

    activiteiten maakt deze uitbreiding haalbaar.

    Vrijwilligers

    Naast de vaste medewerkers verrichten diverse vrijwilligers, herintreders, stagiairs en medewerkers in

    een traject voor sociale activering tal van werkzaamheden bij alle afdelingen van het museum. Totaal

    zetten ruim 35 mensen zich belangeloos in. Het totaal aantal uren bedraagt het equivalent van 6,25 fte.

    Tot ons verdriet ontvingen wij begin 2010 het bericht dat n van onze vaste vrijwilligers, Myriam van der

    Velde, plotseling is overleden.

    Organisatie

    Naast directie, office en technische en ondersteunende diensten is de organisatie opgebouwd uit

    twee kernafdelingen: de afdeling Presentatie, educatie en evenementen en de afdeling Collectie en

    onderzoek.

    De afdeling Presentatie, educatie en evenementen is verantwoordelijk voor alle publieksgerichte

    activiteiten. De afdeling cordineert en organiseert rondleidingen, ontwikkelt educatieve projecten

    bij de vaste en tijdelijke tentoonstellingen, verzorgt de communicatie, marketing en publiciteit rond

    activiteiten van het museum, neemt deel aan beurzen en festivals en draagt bij aan de totstandkoming

    van aantrekkelijke en doelgroepgerichte tentoonstellingen. Daarnaast is voor deze afdeling een taak

    weggelegd in het organiseren van studiemiddagen, symposia en debatten, alleen of in samenwerking

    met partners uit het netwerk.

    De afdeling Collectie en onderzoek is verantwoordelijk voor de ontsluiting en het beheer van de collectie en

    de bibliotheek van het museum. Daarnaast stimuleert de afdeling onderzoek naar en gebruik

    van de collectie voor tentoonstellingen n ontwikkelt mede tentoonstellingen.

  • 50 51

    Het Organogram van het Nationaal Onderwijsmuseum ziet er als volgt uit:

    Directeur

    Office -manager

    Service- medewerkers

    Cordinator afdelingCollectieen onderzoek

    Cordinator afdelingPresentatie, educatie en evenementen

    Collectie-Registratie

    Biblio-thecaris

    Senior projectmedewerker

    Educatie & Evenementen

    Bibliotheek- medewerkers

    Rondleiders

    Marketing & Communicatie

  • 52

    Directie

    Tijs van Ruiten

    Office en servicedienst

    Theo Botermans

    Marie-Anne Delvaux (verantwoordelijk voor zaalverhuur)

    Wim Dimitrijevic

    Ilona Tol (officemanager)

    Rob Velthoven

    Presentatie, educatie en evenementen

    Noortje Ankersmit

    Sarah-Jane Earle

    Rene Mast

    Saskia Noordoven

    Petra Reijnhoudt (cordinator)

    Wendy van Trigt

    Collectie, onderzoek en bibliotheek

    Hans van den Beld

    Rien van Buren

    Lenja Crins

    Jacques Dane (cordinator)

    Ben de Jong

    Joke Pijpers

    Antoine Rijnders

    Yvonne Starrenburg (tevens vrijwilliger voor werk aan textiel)

    Gedetacheerde medewerkers over 2009 (allen servicedienst)

    Ben Benaissa

    Firdes Cevher

    Esselien Ismail

    Soenita Mohan

    Iris Orman

  • 52 53

    Medewerkers op regelmatige uitzendbasis in 2009

    Gerda Aalbers (servicedienst)

    Richa Gawecki (servicedienst)

    Betty Leenaarts (servicedienst)

    Corrine van der Noll (office)

    Bryan Nome (servicedienst)

    Maurice Visser (zaalverhuur)

    Joke Voorkamp (servicedienst)

    Jeroen Wegman (zaalverhuur)

    Freelance medewerkers op projectbasis in 2009

    Anja Frenaij

    Medewerkers in dienst getreden in 2009

    Marie-Anne Delvaux

    Medewerkers uit dienst getreden in 2009

    geen

    Vrijwilligers en stagiaires

    Onderwijs is niet alleen iets waarover we in het museum praten of wat we laten zien in

    tentoonstellingen. Het museum vindt het belangrijk vrijwilligers en studenten gelegenheid te bieden

    praktijkervaring op te doen. Vrijwel altijd heeft het museum daarom voor kortere en langere tijd

    vrijwilligers en stagiaires rondlopen.

    Vrijwilligers in 2009

    Hassan Abutabikh

    Gerda Alderliefsten

    Jihan Georg Issa Al-Jazrawi

    Ed van Berkel

    John Berkers

    Paula van der Blom

    Maarten Breeveld

    Arjan van den Driessche

    Ab Engelsman

  • 54

    Hein Franke

    Floor Gosselaar

    Letty Hooijdonk

    Tine de Jong-Hoogeweij

    Klazien de Jong-Karman

    Mathijs Krijtenberg

    Kees Nijland

    Ali van Os

    Hans Pelt

    Gemma Ramakers

    Annet Robbers

    Barbara Robbers

    Yvonne Sacr-Elserman

    Richard van Schoonderwoerd

    Albert van der Schoor

    Johan Timmermans

    Myriam van der Velde

    Paul Westerhof

    Koen de Wilde

    Pauline de Wilde-Franke

    Paula Wolters-Karman

    Henk de Zeeuw

    Jan van Zwieten

    Stagiair(e)s in 2009

    Toyah Boot (presentatie, educatie en evenementen)

    Sacha Boom (presentatie, educatie en evenementen)

    Samantha Massop (collectie en onderzoek)

    Maritgen Rodenburg (presentatie, educatie en evenementen)

    Daarnaast heeft het museum in 2009 twee VMBO-scholieren ontvangen in het kader van hun

    maatschappelijke stage.

  • 54 55

    Het bestuur van het Nationaal Onderwijsmuseum

    In 2009 is het bestuur niet gewijzigd:

    de heer F. van Koetsveld, voorzitter

    de heer Joh. H. Hofmann, secretaris en vice-voorzitter

    de heer J.A. Waldus, penningmeester

    de heer prof. dr. P.Th.F.M. Boekholt, lid

    mevrouw prof. dr. H.W. van Essen, lid

    de heer C.P. Mulder, lid

    Van Koetsveld, Hofmann en Waldus vormden het dagelijks bestuur. Het bestuur heeft zich dit jaar vooral

    bezig gehouden met de huisvesting en de vorming van een Raad van Toezicht (RvT). De administratieve

    stappen daartoe zijn gezet en een uitgewerkte profielschets van mogelijke kandidaten is samengesteld.

    In 2010 zal de omvorming naar een RvT afgerond worden.

    Het bestuur van de Vereniging van Vrienden

    Gerrit Visser, voorzitter

    Harry van der Linden, penningmeester

    Ruud Poels, ledenadministratie

    Marry Remery, secretaris

    Jan van der Wiel

    Cees van Middelkoop

    De redactie van LESSEN

    Trudie de Bruyn

    Rien van Buren

    Jacques Dane

    Hans de Frankrijker

    Rene Mast

    Marry Remery

    Marjoke Rietveld-Van Wingerden

    Tijs van Ruiten

  • 56

    Financin en fondsenHet Nationaal Onderwijsmuseum wordt gesubsidieerd door de gemeente Rotterdam en het ministerie

    van OCW. Van het ministerie ontving het museum in 2009 een subsidie van 601.526. Op de

    toegezegde subsidie van 750.000 heeft het ministerie in bedrag van bijna 150.000 ingehouden

    in verband met niet bestede reserves voor de gepande verbouwing. Het museum heeft tegen deze

    inhouding vergeefs beroep aangetekend. Het museum is met het ministerie in gesprek over het instellen

    van een langjarig subsidietraject.

    Van de gemeente Rotterdam ontvangt het museum een bedrag van 405.000 per jaar. Dit is exclusief

    de kosten voor huisvesting en gedetacheerde medewerkers. Met ingang van het jaar 2010 wordt het

    museum verantwoordelijk voor het onderhoud en worden de detacheringkosten overgeheveld.

    Naast de subsidies van het ministerie en de gemeente is het museum actief met het verwerven

    van incidentele subsidies voor projecten. Jaarlijks probeert het NOM museum 150.000 aan

    projectsubsidies te verwerven voor collectie en digitaliseringprojecten, educatieve projecten,

    tentoonstellingen en museale aanpassingen voor de huisvesting.

    Naast projectsubsidies vergroot het museum haar financile zelfstandigheid met eigen inkomsten uit

    entreegelden, winkelverkoop, zaalverhuur en verhuur van tentoonstellingen. Het museum verwacht

    ook in de komende jaren meer eigen middelen te kunnen generen tot een niveau dat gelijk is aan de

    inkomstennormen die aan vergelijkbare instellingen worden gesteld.

    De inkomsten uit entreegelden zijn licht gedaald. Dit is veroorzaakt door het grotere aantal mensen

    dat het museum bezoekt met de Museumkaart en de RotterdamPas. Daarnaast is de toegang voor

    kinderen tot twaalf jaar gratis. Gratis toegang voor deze leeftijdsgroep was door de minister van OCW

    aangekondigd maar is op het laatste moment ook weer ingetrokken. Het Nationaal Onderwijsmuseum

    heeft de maatregel evenwel toch doorgevoerd.

  • 56 57

    Kosten (in euros)

    Uitvoeringskosten

    707.235 Personeelskosten

    118.510 Huisvestingskosten

    179.192 Algemene uitvoeringskosten

    27.420 Afschrijvingen

    1.032.237 Totaal uitvoeringskosten

    Besteed aan activiteiten

    99.992 Marketing en communicatie

    55.520 collectie

    307.330 presentatie

    24.152 educatie

    486.994 Totaal aan activiteiten

    1.519.351 Totaal kosten

    Opbrengsten (in euros)

    25.552 Opbrengsten uit entree en winkel

    72.587 Opbrengsten zaalverhuur

    33.442 Opbrengsten verhuur

    tentoonstellingen en beeldmateriaal

    6.312 Opbrengsten rondleidingen

    601.526 Subsidie JOS

    405.000 Subsidie ministerie van OCW

    107.436 Projectsubsidies

    3.735 Financile baten

    1.255.590 Totaal baten

    Mutatie bestemmingsfondsen -263.761

    Exploitatieresultaat -516

  • 58

    Huisvesting het gebouwDe huisvesting van het museum blijft een zaak die de nodige aandacht vraagt. Het monumentale

    gebouw en de ligging in het centrum van Rotterdam bieden het museum genoeg uitdagingen en kansen,

    maar maken klimaattechnische en museale aanpassingen absoluut noodzakelijk.

    De planvorming rond de voorgenomen verbouwing is begin dit jaar afgerond. Bestuur en directie hebben in

    verschillende gesprekken met de gemeente en wethouder aangedrongen op verdere uitvoering. Door een

    onduidelijke situatie rond de eigendomsverhouding en gebrek aan beschikbare middelen zijn bij de Dienst

    Jeugd, Onderwijs en Samenleving op dit moment geen middelen beschikbaar. Het museum betreurt deze

    impasse zeer. Het museum is met de gemeente Rotterdam in overleg om te kijken hoe de gebrekkige staat

    waarin het pand verkeert, kan worden verbeterd en hoe de gemaakte plannen in samenwerking met de

    gemeente en andere partijen kunnen worden uitgevoerd.

    In 2009 is het gebouw op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Het museum spreekt de hoop

    uit dat deze aanwijzing een positief effect zal hebben op de uitvoering van de gemaakte plannen, die ook

    voorzien in een herstel van de vroegere grandeur van het gebouw.

    De situatie van de depotruimte van het museum is licht verbeterd. Dat is alleen te danken aan de inzet

    van alle medewerkers die dagelijks bezig zijn met de collectie en de opslag en berging van de objecten

    met alle mogelijke middelen aanpakken. Omdat het gebouw zich niet leent voor museale collectieopslag,

    is in het verleden besloten de collectie in een extern depot onder te brengen. In 2009 is met WAD

    in Alphen aan den Rijn een huurcontract gesloten voor depotruimte in een volledig nieuw te bouwen

    depot dat aan alle museale en archiefeisen voldoet. Naar verwachting zal het depot medio 2011 worden

    opgeleverd

  • 58 59

    Zaalverhuur

    In het Nationaal Onderwijsmuseum zijn verschillende ruimtes te huur voor zakelijke doeleinden. Externe

    partijen gebruiken deze ruimtes voor bijvoorbeeld vergaderingen, congressen en nascholingsdagen.

    De bestuurskamer en (voormalige) bibliothecariskamer weerspiegelen nog altijd goed de sfeer van

    de voormalige bibliotheek, met donkereiken lambriseringen en vele oorspronkelijke details. De Toni

    Burgeringzaal en de Eromeszaal daarentegen zijn tijdens de verbouwing in de jaren tachtig van de vorige

    eeuw vernieuwd of toegevoegd.

    In 2009 nam het aantal zaalverhuringen wederom toe, zonder dat het museum specifieke

    marketingactiviteiten ontplooide. De bijzondere ambiance, laagdrempeligheid en centrale ligging maken

    het museum tot een zeer gewilde plek. In totaal werden in 2009 de vier zalen in het museum 299

    maal verhuurd, met een totaal aantal bezoekers/gebruikers van 6269. Tegen het einde van 2009 werd

    een vijfde zaal (weer) in gebruik genomen alsook een informele wacht-, lees- en koffieruimte . Vooral

    gemeentelijke diensten als de Bestuursdienst, Jeugd Onderwijs en Samenleving en Stadstoezicht

    maakten op regelmatige basis gebruik van een van de zalen. De in 2009 gestarte professionalisering van

    dienstverlening en materiaal zal ook in 2010 verder uitgevoerd worden.

  • 60

    Bijlagen

  • 60 61

    Overzicht lopende en geopende tentoonstellingen in 2008In 2008 gestart en doorlopend in 2009:

    Ook prinsesjes gaan naar school

    Een tentoonstelling over het onderwijs aan Wilhelmina, Juliana en Beatrix

    22 augustus 2008 t/m 4 januari 2009

    Toen; de Vaderlandsche geschiedenis in schoolplaten

    De geschiedenis van ons land aan de hand van historische schoolplaten

    18 oktober 2008 t/m 11 januari 2009

    Goed voor elkaar; 10 jaar burgerschap en sociale competentie in het onderwijs

    Een tentoonstelling gemaakt in samenwerking met de CED-groep

    21 november 2008 t/m 1 februari 2009

    Een eeuw onderwijsfilm

    De ontwikkeling en bloei van onderwijsfilms in klas en schoolbioscoop

    11 december 2008 t/m 6 september 2009

  • 62

    In 2009 gestart:

    Jetses aan de Wand

    Overzichtstentoonstelling

    31 januari 2009 t/m 21 juni 2009

    Van aap tot mens de evolutietheorie in het onderwijs

    12 februari 2009 t/m 12 april 2009

    Nuttig leren voor iedereen

    225 jaar Nut en onderwijs

    4 april t/m 29 augustus 2009

    VakWerk

    Beroepsonderwijs in Nederland

    19 juni 2009 t/m 11 september 2010

    Oud Goud

    De mooiste archiefschatten uit de schoolgeschiedenis

    Juli 2009 (uitbreiding permanente opstelling)

    Jongens en meisjes

    fototentoonstelling van Annie van Gemert

    4 september 2009 t/m 3 januari 2010

    Binnenstebuiten jongeren en religie

    10 oktober 2009 t/m 28 februari 2010

  • 62 63

    Overzicht van publicatiesJacques Dane (redactie) e.a (2009). Jetses aan de wand. Kampen: Omniboek. 127 paginas.

    Jacques Dane (2009). Kleine onomastiek van Pietje Puk. De verborgen literaire en psychologische

    bronnen van een schrijvende schoolmeester. Over Henri Arnoldus (1919-2002), Pietje Puk, vanaf 1958.

    In: Dirk de Geest e.a. (redactie). Eeuwige jeugd. Boeken voor Rita Ghesqire (p. 18-23). Leuven:

    Uitgeverij P.

    Jacques Dane & George Harinck (2009). Tweede Wereldoorlog. In: George Harinck e.a. (redactie). Het

    gereformeerde geheugen. Protestantse herinneringsculturen in Nederland 1850-2000 (p. 307-316).

    Amsterdam: Bert Bakker.

    Jacques Dane & Richard van Schoonderwoerd (2009). Jessicas eerste gebed. Een protestants-

    christelijk stadssprookje? In: John Exalto e.a. (redactie). Spoken op het kerkhof. Verkenningen van

    protestantse vertelcultuur (p. 47-65). Zoetermeer: Uitgeverij Meinema.

    In samenwerking met Comenius Museum te Naarden gaf het Nationaal Onderwijs een vertaling uit van

    De Moederschool van de pedagoog J.A. Comenius (1592-1670). Deze vertaling is verzorgd door Maud

    Arkesteijn-Van Willigen. Van De Moederschool verscheen in het verslagjaar een tweede druk.

  • 64

    Ab Engelsman Albert van der Schoor Ali van OsAnja FrenaijAntoine RijndersBen BenaissaBen de JongEd van BerkelEsselien Ismail

    Firdes CevherGemma RamakersGerda AlderliefstenHans PeltHans van den BeldHassan AbutabikhHenk de ZeeuwIlona TolIris Orman

    Jacques DaneJoke Pijpers lazien de Jong-KarmanLenja CrinsMaarten BreeveldMarie-Anne Delvau Mathijs Krijtenberg Myriam van der Velde Noortje Ankersmit

    Paul WesterhofPaula Wolters-KarmanPaula van der BlomPetra ReijnhoudtRene MastRien van BurenRob VelthovenSarah-Jane Earle Saskia Noordoven

    Soenita MohanTheo BotermansTijs van RuitenTine de Jong-HoogeweijWendy van TrigtWim DimitrijevicYvonne Sacr-ElsermanYvonne Starrenburg

  • 64 65

  • 66

    Uitgave

    Nationaal Onderwijsmuseum juli 2010

    Tekstbijdragen

    Petra Reijnhoudt, Tijs van Ruiten, Jacques Dane, Rene Mast, Noortje Ankersmit

    Beeldmateriaal

    Frank de Bruijn (Supergoed), Paul van der Blom, Annie van Gemert,

    Haags Archief Den Haag, Merel Maissan, Nationaal Onderwijsmuseum

    Redactie

    Danille van Wingerden

    Eindredactie

    Vittorio Busato

    Vormgeving

    M/vG ontwerpers Breda Berry van Gerwen

    Nationaal OnderwijsmuseumNieuwemarkt 1a

    3011 HP ROTTERDAM

    Tel.: 010 217 03 70

    www.onderwijsmuseum.nl

    openingstijden

    Dinsdag t/m zaterdag 10.00 17.00 uur

    Zon- en feestdagen 11.00 17.00 uur

    Maandag* 10.00 17.00 uur

    Gesloten: maandagen, 1 januari, 30 april en 25 december

    * Alleen in juli en augustus en tijdens de schoolvakanties van het openbaar onderwijs in Rotterdam