Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan …...jongere zelf, de ouders, het gezin en...

14
Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys

Transcript of Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan …...jongere zelf, de ouders, het gezin en...

  • Screening van

    gedragsproblemen en

    consequenties hiervan op effect

    van interventies

    Walter Matthys

  • Preventie en behandeling

    Wezenlijk verschillend?

    Voorbeeld:

    Coping Power (Minder boos en

    opstandig) bij kinderen met ODD en CD

    Korte termijn effect op agressief gedrag (Van de Wiel, Matthys, Cohen-Kettenis, Maassen, Lochman, & van

    Engeland, 2007).

    4 jaar follow-up: preventief effect op

    cannabis en nicotine gebruik (Zonnevylle-Bender, Matthys, van de Wiel, & Lochman, 2007)

  • Behandeling: persoon zoekt contact op met hulpverlener

    Preventie: persoon wordt uitgenodigd door hulpverlener

    Verschil tussen preventie en

    behandeling

  • Wie uitnodigen?

    Universele, selectieve en geïndiceerde preventie

    Inclusiecriteria

    Voor geïndiceerde preventie is in onderzoek

    gebruikelijk de ondergrens van 70e – 80e percentiel

    voor gedragsproblemen

    Is dit adequaat?

    Maar eerst: wat is het effect van behandeling en

    van preventie?

  • Effect verschilt tussen

    behandeling en preventie

    McCart, Priester, Davies, & Azen (2006): meta-analyse

    Effect BPT als behandeling: d = 0.47

    Effect CGT als behandeling: d = 0.35

    Als vergelijking: Leucht, Hierl, Kissling, Dold, & Davies (2012)

    meta-analyse

    Psychiatrische medicatie: d = 0.49

    Somatische medicatie: d = 0.45

    Menting, Orobio de Castro, & Matthys (2013): meta-analyse

    Incredible Years (BPT)

    Effect als behandeling: d = 0.50

    Effect als geïndiceerde preventie: d = 0.20

    Effect als selectieve preventie: d = 0.13

  • Waarom een relatief laag effect van geïndiceerde preventie?

    Matige ernst

    Geringere motivatie bij deelname

    Overigens ook zeer wisselende

    motivatie bij werving

  • Fast Track

    Meest intensieve en langdurige

    geïndiceerde preventie ooit, beginnend met

    6 jaar

    Preventieve effect op externaliserende

    stoornis en antisociaal gedrag met 15 jaar (Conduct Problems Prevention Research Group, 2007)

    Significant effect bij hoogst risicogroep (bovenste 3

    percentielen = ‘clinical range’)

    Geen significant effect bij risicogroep lager dan

    bovenste 3 percentielen

  • Screening bij geïndiceerde

    preventie

    Gebruikelijk in onderzoek: vanaf 70e of 80e

    percentiel

    Drempel veel hoger leggen!

    Vroeg screenen (6 jaar) leidt tot meer vals-

    positieven dan iets later screenen (8 jaar) (Lochman & The Conduct Problems Prevention Research Group, 1995; Bennett & Offord,

    2001).

    Bovendien: het doel van geïndiceerde preventie bij

    kinderen met gedragsproblemen verbreden vanuit

    een ander perspectief op gedragsproblemen en

    gerelateerde stoornissen

  • Een breder perspectief op

    gedragsproblemen

    Oppositionele opstandige stoornis: gemengde

    stoornis van gedrag en emotie/stemming (Matthys & Van West, 2014; Matthys, 2018)

    Risico niet alleen voor externaliserende

    problemen/aandoeningen maar ook voor

    internaliserende aandoeningen (Matthys, 2018)

    Dunedin study: ODD/CD de enige aandoening op

    de kinderleeftijd die een risico vormde voor alle

    aandoeningen in de volwassenheid (Kim-Cohen, Caspi, Moffitt, Harrington, Milne, & Poulton, 2003)

  • Betekenis voor preventie

    Isoleer gedragsproblemen niet van andere

    typen problematiek en hieraan gerelateerde

    stoornissen

    Geïndiceerde preventie bij kinderen met

    gedragsproblemen is ook relevant voor

    internaliserende problemen

  • Voorstel

    Ondergrens van screening met oog op aanbieden

    van een arbeidsintensieve effectief bewezen

    interventie: 90e percentiel (zie ook herziening van Richtlijn Ernstige gedragsproblemen NJI, verschijnt in najaar 2018)

    Beneden 90e percentiel: bied psycho-educatie aan

    en pedagogische adviezen (vb. Matthys & Boersma, 2017)

    Behalve een percentielscore is ook het oordeel van

    de ouders/leerkrachten van belang aangaande de

    nadelige gevolgen van het gedrag voor het kind/de

    jongere zelf, de ouders, het gezin en de school

  • Literatuur

    Bennett, K.J. & Offord, D.R. (2001). Screening for conduct problems: does the

    predictive accuracy of conduct disorder symptoms improve with age? Journal

    of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40, 1418-1425.

    Conduct Problems Prevention Research Group (2007). Fast Track

    randomized controlled trial to prevent externalizing psychiatric disorders:

    Findings from grades 3 to 9. Journal of the American Academy of Child and

    Adolescent Psychiatry, 46, 1250-1263.

    Kim-Cohen, J., Caspi, A., Moffitt, T.E., Harrington, H., Milne, B.J., & Poulton,

    R. (2003). Prior juvenile diagnoses in adults with mental disorder:

    Developmental follow-back of a prospective-longitudinal cohort. Archives of

    General Psychiatry, 60, 709-717.

    Leucht, S., Hierl, S., Kissling, W., Dold, M., & Davis, J. M. (2012). Putting the

    efficacy of psychiatric and general medicine medication into perspective:

    Review of meta-analyses. British Journal of Psychiatry, 200, 97–106.

    Lochman, J.E. & The Conduct Problems Prevention Research Group (1995).

    Screening of child behavior problems for preventive programs at school entry.

    Journal of Consulting and Clinical Psychology, 63, 549-559.

  • Literatuur vervolg

    Matthys, W. (2018). Belangrijke wijzigingen voor de oppositionele-opstandige

    stoornis in DSM-5 en de introductie van de disruptieve

    stemmingsdisregulatiestoornis. Kind en Adolescent (in druk).

    Matthys, W. & Boersma, C. (2017). Gedragsproblemen bij kinderen:

    Wegwijzer voor ouders van kinderen met brutaal, boos en agressief gedrag.

    Amsterdam: Hogrefe.

    Matthys, W. & van West, D. (2014). Gedragsstoornissen. In Kinder- en

    jeugdpsychiatrie (F.C. Verhulst, F. Verheij & M. Danckaerts, Red.) (pp. 255-

    280). Assen: Koninklijke Van Gorcum.

    McCart, M.R., Priester, P.E., Davies, W.H., & Azen, R. (2006). Differential

    effectiveness of behavioral parent-training and cognitive-behavioral therapy

    for antisocial youth: A meta-analysis. Journal of Abnormal Child Psychology,

    34, 527-543.

    Menting, A.T., Orobio de Castro, B., & Matthys, W. (2013). Effectiveness of

    the Incredible Years parent training to modify disruptive and prosocial child

    behavior: A meta-analytic review. Clinical Psychology Review, 33, 901-913.

  • Literatuur vervolg

    Van de Wiel, N.M.H., Matthys, W., Cohen-Kettenis, P., Maassen, G., H.,

    Lochman, J.E., & van Engeland, H. (2007)The effectiveness of an

    experimental treatment when compared with Care as Usual depends on the

    type of Care as Usual . Behavior Modification, 31, 298-312.

    Zonnevylle-Bender, M.J.S., Matthys, W., van de Wiel, N.M.H., & Lochman,

    J.E. (2007) Preventive effects of treatment of DBD in middle childhood on

    substance abuse and delinquent behavior. Journal of the American Academy

    of Child and Adolescent Psychiatry, 46, 33-39.