SCHULDPREVENTIE OP SCHOOL
-
Upload
bertrand-vande-ginste -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
description
Transcript of SCHULDPREVENTIE OP SCHOOL
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
1
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
2
INLEIDING
SCHULDPREVENTIE OP SCHOOL De school vormt één van de belangrijkste ‘leefomgevingen’ van jongeren. Een
aangewezen setting dus om jongeren te sensibiliseren, te informeren en
vaardigheden bij te brengen rond ‘hoe omgaan met geld en schulden voorkomen?’.
Dit gebeurt best in het kader van een brede preventieve aanpak, die zelf deel
uitmaakt van een financieel beleid op school. Dit brede kader vereist heel wat
organisatie en planning. Daarom wil ‘Schuldpreventie in de Westhoek’ via deze
lesbundel methodieken aanreiken om hen hierbij te helpen.
‘Hoe omgaan met geld en hoe schulden voorkomen?’ is een vraag die veel jongeren
zich ooit wel eens moeten stellen. Maar het is geen vraag waar een eenvoudig
antwoord op te geven valt. Deze handleiding biedt u concrete lesvoorstellen en heel
wat achtergrondinformatie om met deze informatie aan de slag te gaan in de klas.
In de praktijk van het preventiewerk rond ‘schulden’ hebben we gemerkt dat deze
aanpak heel wat jongeren aanspreekt en een antwoord kan bieden op vragen die
voor hen zeer reëel zijn. We hopen dan ook dat deze publicatie voor u in de klas heel
nuttig en bruikbaar is.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
3
EEN FINANCIEEL BELEID OP SCHOOL WAAROM DOELSTELLINGEN
Leren keuzes maken
Reclame de baas blijven
Geldzaken op orde hebben
Zelf geld verdienen
Sparen
Lenen
verzekeren
Bankzaken regelen
Indien het toch mis dreigt te lopen…
EINDTERMEN
Vakoverschrijdende eindtermen secundair onderwijs
CONTEXT: Socio-economische samenleving
DE LEERLINGEN…
… leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een
overheid inkomsten verwerft en aanwendt;
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn
en verdeling van welvaart;
…zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de
wereld;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel
oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van
de consument;
…geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en
economische activiteiten;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en
werknemersorganisaties in een nationale en internationale context;
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
4
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
Communicatief vermogen
Creativiteit
Doorzettingsvermogen
Empathie
Esthetische bekwaamheid
Exploreren
Flexibiliteit
Initiatief
Kritisch denken
Mediawijsheid
Open en constructieve houding
Respect
Samenwerken
Verantwoordelijkheid
Zelfbeeld
Zelfredzaamheid
Zorgvuldigheid
Zorgzaamheid
DOELGROEP Wij hebben ervoor gekozen om een lesbundel te maken voor het secundair onderwijs. Van 12 tot 18 jaar kan er heel wat veranderen in het financieel leven van jongeren. Elke leeftijd heeft zijn specifieke kenmerken. Daarom is het belangrijk om daar regelmatig aandacht aan te besteden in het onderwijs.
Vanaf ongeveer 12 jaar zijn jongeren in staat met een groter budget om te gaan. Ze kunnen meer verantwoordelijkheid dragen. Middelbare scholieren zijn ook beter in staat abstract te denken. Daardoor kunnen ze ook voor langere termijn sparen. Ook zijn ze dan in staat met giraal geld om te gaan. Vanaf de middelbare school krijgen jongeren meer belangstelling voor kleding, sportartikelen en muziek. Jongeren/kinderen zijn daarom een interessante doelgroep voor reclamemakers, ook omdat zij invloed hebben op het bestedingsgedrag van hun ouders. Zo proberen ze jongeren te binden aan hun merk. Ook de mening van leeftijdsgenoten is voor pubers belangrijk. Pubers zijn bezig met het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid. Ze trekken zich erg aan wat anderen van hen vinden en ze willen er graag ‘bij horen’.
Veel jongeren tussen de 16 en 18 jaar hebben een (bij-) baantje. Daardoor hebben ze vrij veel geld te besteden, terwijl ze relatief weinig verplichte uitgaven hebben. Vaak wonen zij immers nog bij hun ouders. Met verouderen nemen zowel het aantal uitgaven en de hoogte daarvan, toe. Jongeren van deze leeftijd nemen uitgaven voor zichzelf steeds vaker over van hun ouders, zoals hun eigen vakantie, een nieuwe computer of een brommer. Hoewel deze jongeren ook meer te besteden hebben, wordt de kans dat ze gaan lenen en een schuld krijgen wel groter. Dan gaat het vaak om grotere bedragen dan het geld dat zij in de eerste klassen van de middelbare school lenen.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
5
LESVOORBEELDEN LESVOORBEELD: NABESPREKING – PAYSTATION: ZIE LES 0
LESVOORBEELDEN EERSTE GRAAD Lessen – thema: leren keuzes maken - Identiteit vormen & consumptie: zie les 1 - Behoefte of zin?: zie les 2
Lessen – thema: reclame de baas blijven - De macht van reclame, hoe eraan weerstaan?: zie les 3
Lessen – thema: sparen - De notie van sparen: zie les 4
lesvoorbeelden tweede graad Lessen - thema: zelf geld verdienen - Op welk inkomen heb ik recht en waar kan ik terecht?: zie les 5
Lessen – thema: geldzaken op orde hebben - 10 goede redenen om een budget op te stellen: zie les 6 - De Momenten van het financieel leven: zie les 7 - Kennismaking met het budgetplan: zie les 8
Lessen – thema: sparen en/of lenen - Kopen op krediet, een gevaar of niet?: zie bijlage 9
lesvoorbeelden derde graad Lessen – thema: sparen – lenen – verzekeren - Juist of fout?: zie les 10 - De krekel of de mier?: zie les 11 - Het krediet in onze brievenbus: zie les 12 - Een appeltje voor de dorst, hoe groot is de intrest?: zie les 13
Lessen – thema: bankzaken & administratie regelen - Kleur bekennen: administratie & rekeningen: zie les 14
Lessen – thema: op eigen benen - Verantwoorde consumentenquiz: zie les 15 - Op zoek naar een woning: zie les 16 - Kleur bekennen: thema wonen: zie les 17
Lessen – thema: indien het toch dreigt mis te lopen… - Sociaal determinisme of individuele verantwoordelijkheid?: zie les 18 - Hulp bij overmatige schuldenlast?: zie les 19 - Jongeren in financiële moeilijkheden aan het woord: zie les 20
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
6
ANDERE ‘TOOLS ’ OM TE WERKEN ROND SC HULDPREVENTIE
IN DE KLAS - Spel: PING: zie tool 1
- Spel: Op eigen benen: zie tool 2
- Spel: Moneymentor: zie tool 3
- Spel: Toolbox ‘laat je gelden’: zie tool 4
- Spel: Pats & co: zie tool 5
- Theater: Het vel van de kei: zie tool 6
- Theater: Target in pocketgame: zie tool 7
- Film: Grensland: zie tool 8
- Boek: ik ben iemand/niemand: zie tool 9
- Websites: zie tool 10
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
7
Les 0: nabespreking paystation
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
Communicatief vermogen – Empathie - Kritisch denken – Respect – Zelfbeeld – Zelfredzaamheid –
Zorgzaamheid
2. Algemeen
De leerlingen leren nadenken over zichzelf en hun eigen consumptiepatroon. Daarnaast leren ze respect
opbrengen voor anderen / mensen met een ander consumptiepatroon
Beschrijving
De structuur en vragen hieronder kan je als leidraad gebruiken voor de nabespreking. Kies de vragen die je wilt
bespreken met de doelgroep.
1. Stoom afblazen
Deze fase geeft de spelers de mogelijkheid om hun eerste indrukken over het spel weer te geven. Als de spelers
de kans krijgen om stoom af te blazen, zijn ze meer geconcentreerd voor de volgende fasen. Deze fase hoeft
niet lang te duren.
• Wat vond je van het spel?
• Wat vond je leuk, minder leuk?
• Wat vond je gemakkelijk, moeilijk? Waarom?
• Vond je het moeilijk om prijzen te bepalen?
• Vond je het moeilijk om de stellingen te beantwoorden?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
8
2. Gebeurtenissen tijdens het spel
Deze fase geeft de deelnemers de mogelijkheid om dieper in te gaan op dingen die tijdens het spel zijn
gebeurd.
• Heb je het startloon goed ingeschat? Te hoog of te laag?
(Uit onderzoek is gebleken dat jongeren het startloon te hoog inschatten. Dit komt omdat jongeren in een
vakantiejob het brutoloon uitbetaald krijgen als nettoloon.)
Elk team neemt de laptop voor zich en bekijkt de rekening. Stel de volgende vragen:
• Welke uitgavenposten zijn duurder of goedkoper dan je had verwacht?
(Focus hier vooral op de uitgavenposten die de spelers te goedkoop hebben ingeschat. Stuur aan op het feit dat
het leven in veel gevallen duurder is dan verwacht.)
• Welke uitgavenposten nemen de grootste hap uit het budget?
• Hoe is je scoreverloop geëvolueerd?
Is het gelukt om alle noodzakelijke uitgavenposten in te vullen? Welke noodzakelijke post(en) ben je vergeten?
(Herhaal hier eventueel de ‘definitie’ van noodzakelijk posten (zie pagina 20). De spelers moeten beseffen dat
een groot deel van hun budget gaat naar noodzakelijke kosten.)
Geef de teams de code voor het volgende scherm. Het scorescherm wordt getoond.
• Heb je alle wensen kunnen vervullen? Waarom niet?
• Welke levensstandaard heb je voor de verschillende categorieën?
• Wat is jullie eindscore?
• Heb je de tips gebruikt? Welke tip heeft je het meest geholpen?
• Wat heb je gedaan om meer punten te halen?
• Hoeveel heb je kunnen sparen? Hoeveel schulden heb je opgebouwd?
• Zou je ook zoveel sparen als je alles kocht wat je graag hebt? Wat is de oorzaak van je schulden?
3. Wat heb je geleerd? Tot welke conclusies kom je?
In deze fase komen alle meningen aan bod. Spelers vergelijken hun mening met die van de andere spelers.
• Heb je nieuwe dingen geleerd?
• Wat onthoud je uit het spel?
• Wat is je bijgebleven?
• Wat zegt dit spel over jou als (toekomstig) consument?
Stel bovenstaande vragen en stuur aan op volgende antwoorden:
• Het leven is duurder dan verwacht.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
9
• Er zijn heel wat noodzakelijke kosten die zwaar doorwegen op je budget.
4. Link met de realiteit
In deze fase zet je de deelnemers aan om de gebeurtenissen uit het spel te linken met de realiteit.
Neem de kaarten en verdeel ze over de verschillende teams. De spelers leggen de kaarten, zonder de
achterzijde te bekijken, volgens categorie. Nadien verzamelen ze rond de kaarttafel(s). Bespreek de kaarten
met alle spelers.
• Tot welke categorie behoren producten?
• Waarom behoren luxe uitgaven ook tot de noodzakelijke posten?
(Mensen met financiële problemen willen deel uitmaken van de samenleving, ze willen er graag bijhoren.
Daarom doen ze soms aankopen die op het eerste zicht niet noodzakelijk zijn, zoals een televisie of een GSM.
Daarbij komt ook nog dat deze deel uitmaken van hun sociaal leven.)
In het spel gingen jullie op zoek naar de minimale uitgaven per post en categorie. Is deze minimale invulling
realistisch?
• Waaraan zou jij in het echte leven meer of minder geld uitgeven?
• Waar kan je terecht met budgetproblemen?
• Hoe kan je budgetproblemen vermijden?
Je hebt het spel gespeeld als alleenstaande die een appartement huurt en net werk heeft gevonden. Hoe zou je
leven er uit zien, hoe zou je met je budget omgaan als:
• Je nog thuis woont?
• Je gaat samenwonen?
• Je een huis koopt en wilt lenen?
• Je kinderen hebt?
• Je onverwachte kosten hebt?
• Je ziek wordt.
• Je plots je job verliest?
• Je moet leven van een leefloon. Hoe zou je daarmee omgaan? Zou het je lukken om al je wensen en dromen
te vervullen?
Optioneel
Bespreek enkele stellingen met de spelers.
• Mensen met financiële problemen zijn hiervoor zelf verantwoordelijk.
• Je leeft maar 1 keer: geld moet rollen.
• Je maakt het leven zo duur als je zelf wilt.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
10
Je kan enkele stellingen die in het spel aan bod komen, in groep bespreken.
Hoe ontstaan schulden? Wat kan je er aan doen? Wie kan je daarbij helpen?
Waarom is sparen zo belangrijk?
5. Wat als …?
Tijdens deze fase nodig je de spelers uit om na te denken over de mogelijke gevolgen van andere beslissingen
voor het spelverloop.
• Je verder zou spelen, hoe zou je het puntenaantal dan verbeteren?
• Je pen en papier gebruikt om de uitgaven bij te houden?
6. Wat nu?
• Heeft het spel je aangezet om anders te denken over uitgaven?
• Ben jij je nu meer bewust van alle kosten die je ouders hebben?
• Zal je anders omgaan met geld?
• Waar kan je terecht als je financiële problemen hebt die je niet zelf meer kan oplossen?
Bron
Speluitleg ‘Paystation’ – een informatief spel over budgetplanning door Centrum informatieve spelen en
schuldpreventie in de Westhoek (een leaderproject van de 17 OCMW’s uit de Westhoek)
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
11
Les 1: Identiteit vormen en consumptie
Tijdens de adolescentie ontwikkelen jongeren een kritische instelling tegenover de eigen gevoelens, de eigen
ervaringen en de (lichamelijke) persoonskenmerken. Ze bekijken en evalueren dit soms heel fanatiek. Dit kan
leiden tot overschatting van zichzelf, maar evengoed tot een zware onderschatting met depressies en
moedeloosheid tot gevolg. Daarnaast ontstaat er een gevoel uniek zijn, maar dit uniek zijn wordt ook constant
in twijfel getrokken.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
Communicatief vermogen – Empathie - Kritisch denken – Respect – Zelfbeeld – Zelfredzaamheid –
Zorgzaamheid
2. Algemeen
De leerlingen leren nadenken over zichzelf en hun eigen consumptiepatroon. Daarnaast leren ze respect
opbrengen voor anderen / mensen met een ander consumptiepatroon
Beschrijving
De leerlingen lezen het tekstje van Erik Stijnen en proberen stil te staan hoe zij zichzelf kunnen zijn.
Jezelf zijn
In elke jonge mens leeft de tweestrijd tussen jezelf zijn, niet verdrinken in de massa en er toch ‘helemaal bijhoren’. Maar als je er wil bijhoren, moet je meedoen met de mode, met de muziek. Je moet keihard zijn en niet laten zien dat iets je kan raken. Voor je mening uitkomen, is gevaarlijk als ze niet strookt met wat anderen denken. Het is veiliger je mond te houden en te doen wat anderen verwachten. Wat zouden ze anders van je denken? En toch wil je jezelf zijn. Daar is moed voor nodig. Alleen lukt het nooit. Je hebt mensen nodig die in jou geloven en die je kan vertrouwen. Mensen die je aanvaarden om wie je bent en niet om wat je kan en hebt. Mensen die je niet in een bepaald hokje plaatsen en die niet voortdurend beslag op je leggen. Mensen die niet bang zijn en die voor je opkomen. Je kan maar echt jezelf zijn als anderen je daartoe de kans geven. Erik Stynen
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
12
Klasgesprek rond volgende 4 vragen:
Hoe kan je dit toepassen op thema ‘welstand & armoede’?
Hoe materialistisch ben jij? Hoe spring je met geld om?
Beïnvloed jij je vrienden in hun consumptiepatroon?
Kan jij je inleven in personen die het met minder luxe en welstand moeten doen?
Achtergrondinformatie
Ter inspiratie bij vraag 2:
www.edgie.nl/test
Ter inspiratie bij vraag 4:
www.allesovercenten.be
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
13
Invulblad
Jezelf zijn
In elke jonge mens leeft de tweestrijd tussen jezelf zijn, niet verdrinken in de massa en er toch ‘helemaal bijhoren’. Maar als je er wil bijhoren, moet je meedoen met de mode, met de muziek. Je moet keihard zijn en niet laten zien dat iets je kan raken. Voor je mening uitkomen, is gevaarlijk als ze niet strookt met wat anderen denken. Het is veiliger je mond te houden en te doen wat anderen verwachten. Wat zouden ze anders van je denken? En toch wil je jezelf zijn. Daar is moed voor nodig. Alleen lukt het nooit. Je hebt mensen nodig die in jou geloven en die je kan vertrouwen. Mensen die je aanvaarden om wie je bent en niet om wat je kan en hebt. Mensen die je niet in een bepaald hokje plaatsen en die niet voortdurend beslag op je leggen. Mensen die niet bang zijn en die voor je opkomen. Je kan maar echt jezelf zijn als anderen je daartoe de kans geven. Erik Stynen
Hoe kan je dit toepassen op thema ‘welstand & armoede’? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Hoe materialistisch ben jij? Hoe spring je met geld om? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Beïnvloed jij je vrienden in hun consumptiepatroon? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Kan jij je inleven in personen die het met minder luxe en welstand moeten doen? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
14
Les 2: behoefte of zin?
Vertrekkend van drie vragen ontdekken de leerlingen hun eigen waarden en deze van andere leerlingen en
denken ze na over hun eigen houding tegenover geld.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
empathie, exploreren, kritisch denken, open en constructieve houding, respect, zelfbeeld
2. Algemeen
Definitie van een morele waarde.
Aantonen dat ieder individu functioneert volgens zijn eigen persoonlijk waardesysteem waar niemand een
oordeel over hoeft te vellen.
Nagaan wat de eigen houding is over geld.
Beschrijving
Vertrekkend van drie vragen ontdekken de leerlingen hun eigen waarden en deze van andere leerlingen en
denken ze na over hun eigen houding tegenover geld:
1. Stel dat je morgen de lotto wint, wat is dan het eerste dat je zou doen?
2. Wat neem je mee indien je morgen voor enkele jaren naar een onbewoond eiland zou moeten
vertrekken (maximum 3 zaken/per persoon)
3. Wat is je grootste rijkdom?
De volgende vragen kunnen tijdens het debat worden voorgelegd:
-Wat vind je van deze antwoorden?
-Was je verwonderd verrast over sommige antwoorden?
-Telt alleen geld?
-Is in het leven alles te koop?
-Hoe kun je leven op een onbewoond eiland als je enkel rekening houdt met waar je zin in hebt en niet met de
dingen waar je behoefte aan hebt?
-Wanneer je vertrekt naar een onbewoond eiland en je moet kiezen voor de dingen die je het meest na aan het
hart liggen, denk je dan aan geld?
-Dacht je bij de laatste vraag aan een waardevol voorwerp of aan geld?
-Ten slotte: vind je het hebben van geld zo belangrijk? Is het een doel? Of een middel?
-…
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
15
Achtergrondinformatie
Voor de antwoorden op de drie vragen kan de leerkracht beginnen met een onderscheid te maken tussen wat
je koopt en wat je niet koopt. Daarna kan het onderscheid worden gemaakt tussen morele en financiële
waarden. De leerling wordt aangezet tot nadenken over zijn persoonlijk waardesysteem.
Maak het onderscheid tussen behoefte en zin en stel het concept voor van de behoeftepiramide van Maslow.
De leerkracht besluit door te stellen dat geld geen waarde op zich is, maar een middel waardoor je jezelf kunt
verwezenlijken. Maar dit is lang niet het enige middel. Ieder mens heeft zijn eigen rijkdommen en iedereen is
rij. Wat zijn jouw rijkdommen en waardoor kun jij jezelf verwezenlijken?
Maslow stelde dat elk levend wezen dezelfde behoeftes nastreeft. Wanneer aan een behoefte voldaan is,
schuift het individu op naar een volgend niveau.
bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren (KBS - VCS)
Om als mens een gezonde persoonlijkheid te kunnen ontwikkelen moeten volgen Abraham H. Maslow een
aantal fundamentele behoeften minimaal bevredigd zijn. Dit model wordt nog steeds gebruikt om
menselijke behoeften en motivatie te begrijpen. Deze behoeften klasseert hij volgens een hiërarchie.
1. Lichamelijke behoeften
2. Behoefte aan veiligheid en
zekerheid
3. Behoefte aan sociaal contact
4. Behoefte aan waardering en
erkenning
5. Zelfontplooïng
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
16
Invulblad
Stel dat je morgen de lotto wint, wat dan het eerste dat je zou doen? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Wat neem je mee indien je morgen voor enkele jaren naar een onbewoond eiland zou moeten vertrekken (maximum 3 zaken per persoon)? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Wat is je grootste rijkdom? ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
17
Les 3: de macht van reclame, hoe eraan te weerstaan?
Deze tool bestaat uit drie stappen waarin ze het thema via volgende vragen leren verkennen, bij stap 3, leren
ze preventief omgaan met koopverleidingen.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
creativiteit, esthetische bekwaamheid, exploreren, kritisch denken, mediawijsheid, open en constructieve
houding, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
De deelnemers worden zich bewust van de technieken van de reclamewereld
De deelnemers zijn zich bewust van de invloed van reclame op hun leven en hun budget
De deelnemers leren preventief omgaan met de verleidingsstrategieën van de reclamewereld
Beschrijving
STAP 1: wat is reclame en hoe gaat ze te werk? >> spinnenkop
VOORBEREIDING
(afhankelijk van het werken in één groep of met subgroepjes) met daarop het kernwoord of kernzin. (zie
bijlage). Je legt de spinnenkop in het midden van de tafel of je geeft de aparte bladen met de spinnenkop aan
de subgroepjes.
ACTIVITEIT
De deelnemers denken na over de volgende vraag: ‘hoe probeert reclame jullie te bereiken en te beïnvloeden?’
De deelnemers schrijven hun antwoorden op het blad dat op het midden van de tafel ligt.
BESPREKING
De antwoorden worden geïnventariseerd en de begeleider vat de conclusies van de groep samen. Er wordt een
inleiding gemaakt naar stap 2.
STAP 2: op welke manier heeft de reclame een invloed op mij? >> collage van verleiders
VOORBEREIDING
De deelnemers krijgen elk een blad (a4 of a3), een kleefstift en een schaar. Daarnaast heeft de hele groep
voldoende reclamefolders ter beschikking.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
18
UITVOERING
Het is de bedoeling dat iedereen in de folders op zoek gaat naar hun grootste verleiders op koopgebied. Met de
producten die zij selecteren, maken ze een collage.
Als alle deelnemers klaar zijn met hun collages, worden deze voorgesteld aan de groep door ontwerpers zelf.
BESPREKING
Na de voorstelling van de collages volgt er een bespreking door middel van onderstaande vragen:
Durven jullie ‘neen’ zeggen tegen verkopers?
Hoe reageren jullie bij het aankopen van een product, waar je eigenlijk geen geld voor hebt?
Wat zijn de gevolgen wanneer je een aankoop doet die je budget overstijgt?
Stap 3: Reflectiemoment
Hoe kan ik weerstand bieden tegen koopverleidingen? >> de anti-verleidingskaart
Je verzamelt samen met de groep tips om te weerstaan aan koopverleidingen. Je inventariseert ze aan het bord
of je laat ze op een apart blad noteren door de groep.
Eventueel kan je dit koppelen aan het uitdelen van de anti-verleidingskaartjes (zie bijlage). De leerlingen
kunnen dit bewaren in hun portefeuille en worden hierdoor eventueel herinnerd aan de tips die werden
meegegeven.
Achtergrondinformatie
TIPS VOOR DE LEERKRACHT
Zorg dat telefonie en multimedia aan bod komen, aangezien dit grote verleiders zijn voor deze doelgroep.
Zorg dat je als leerkracht zelf goed geïnformeerd bent over de technieken van de reclamewereld, ga hierbij op
zoek via sites, kijk naar reclames, ga op zoek naar reclametechnieken wanneer je zelf gaat winkelen… Doe
daarnaast ook nog steeds voldoende beroep op de kennis en ervaringen van de leerlingen!
Bij de bespreking van de collages komen zwaktes van de leerlingen in beeld. Wees niet bang om zelf te
participeren dit toont dat niemand vrij is van koopverleidingen. Zorg dat er een veilige sfeer heerst in de groep
Bron
Toolbox ‘laat je gelden’ (CAW Stimulans Kortrijk – Groep Intro Kortrijk)
Bijlage: de anti-verleidingskaart
Heb ik het écht nodig?
Heb ik het nu nodig?
Kan ik het mij permitteren?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
19
LES 4: DE NOTIE VAN SPAREN
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, open en constructieve houding, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
Nadenken over het belang en de eventuele moeilijkheid van sparen.
Beschrijving
Via een klasgesprek stilstaan bij volgende vragen:
- Is het een beperking of een troef? Welke mogelijkheid biedt het?
- Is het gemakkelijk om te sparen? Is het nuttig om te sparen?
- Hoe kan ik weerstand bieden aan dagelijkse verleidingen? Welke voldoening kan dat weerstaan me schenken?
Waarom niet de voorkeur geven aan het kopen op krediet?
- Wat kan ik doen wanneer ik niets heb om te sparen? Welke gevolgen kunnen ‘kleine zorgen’ hebben voor
mensen waarvan het maandbudget te krap is om een beschikbaar bedrag vrij te maken?
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
20
Invulblad
Is ‘sparen’ een beperking of een troef? Welke mogelijkheid biedt het?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Is het gemakkelijk om te sparen? Is het nuttig om te sparen?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Hoe kan ik weerstand bieden aan dagelijkse verleidingen? Welke voldoening kan dat weerstaan me schenken?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Waarom niet de voorkeur geven aan het kopen op krediet?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Wat kan ik doen wanneer ik niets heb om te sparen? Welke gevolgen kunnen ‘kleine zorgen’ hebben voor
mensen waarvan het maandbudget te krap is om een beschikbaar bedrag vrij te maken?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
21
LES 5: OP WELK INKOMEN HEB IK RECHT? Via het inleven in situaties van fictieve personen worden de deelnemers geconfronteerd met verschillende soorten inkomens en veranderingen in inkomens. Via de bijhorende vragen op het werkblad trachten ze samen naar antwoorden te zoeken, die de situaties verduidelijken.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
… leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en
aanwendt;
…geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, flexibiliteit, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding, respect, zelfredzaamheid,
zorgvuldigheid
2. Algemeen
De deelnemers nemen kennis van verschillende soorten inkomens en de diensten die hiervoor instaan
De deelnemers weten wat hun rechten en plichten zijn ten aanzien van een bepaald inkomen
De jongeren kunnen het verschil maken tussen verschillende diensten zoals VDAB-RVA-Vakbond/hulpkas-
OCMW en kunnen hierbij hun hoofdopdracht omschrijven
Beschrijving
VOORBEREIDING: De groep wordt onderverdeeld in duo’s of trio’s. Met dit groepje zullen ze samen moeten werken. Elk groepje krijgt een situatieschets in handen die gaat over een inkomensverandering van een fictief persoon. Per groepje krijgen ze voldoende voorbereidingstijd om zich in te leven in de situatie van Emiel, Lotte, Marie of Brecht. UITVOERING: Elk groepje lost de vragen op die horen bij de situaties: -Hoeveel denken jullie dat X zal verdienen in deze situatie? Maak een schatting. Op wat heeft X recht in deze situatie? -Wie zal het loon van X betalen? Wie zal het vervangingsinkomen van X betalen? -Welke diensten moet X verwittigen dat zijn situatie is veranderd? Waarom? -Wanneer zal het loon van X voor de eerste maal betaald worden? Wanneer zal het vervanginginkomen voor de eerste maal betaald worden. Situatieschetsen per groepje: -Brecht = werkloos en krijgt een werkloosheidsuitkering >> contract onbepaalde duur/loon -Marie = Contract bepaalde duur >> Werkloosheidsuitkering -Emiel = Contract onbepaalde duur >> ontslag dringende reden / leefloon -Lotte = Leefloon >> interimwerk/loon
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
22
REFLECTIE: Als alle groepjes klaar zijn met de voorbereiding, laten we alle groepjes en hun situaties aan bod komen. Dit in de grote groep. De begeleider maakt aan de hand van de antwoorden een samenvatting aan het bord (Zie bordschema in bijlage). Het is belangrijk dat voldoende tijd wordt genomen bij de bespreking van de antwoorden en te kijken of de groep een aantal belangrijke zaken goed begrepen heeft zoals: - Welke diensten betalen welk inkomen uit? - Welke diensten zijn er die betrekking hebben op je inkomen en waarvoor kan je bij hen terecht (RVA/VDAB/Vakbond/hulpkas/ziekenfonds/HZIV/…)? - Welke rechten en plichten zijn er verbonden aan inkomens? Maak ook ruimte voor concrete voorbeelden van deelnemers ter verduidelijking of extra (concrete) vragen. VARIANT Indien je met leerlingen werkt die weinig of geen ervaring hebben met het ontvangen van een eigen inkomen, kan je onderstaande situaties ook gebruiken. Dit als extra, ook situatieschetsen zijn een meerwaarde voor deze groepen. Op basis van de situatieschetsen in bijlage kan je zelf situatieschetsen opmaken met onderstaande situaties als basis. - Fien= student >> vakantiejob - Axel = afgestudeerd >> wachttijd - Simon= wachttijd >> eerste job
Achtergrondinformatie
TIPS VOOR DE LEERKRACHT - Laat de groepjes vrijuit denken en fouten maken. De nabespreking van de opdracht zorgt ervoor dat alle antwoorden gecorrigeerd kunnen worden en correcte antwoorden kunnen bevestigd worden. Indien er uit de nabespreking een fout antwoord komt van een groepje, opteer dan om andere deelnemers het juiste antwoord te laten geven of soms raden. Liever dan dat alle input van de leerkracht komt. - Controleer voldoende bij de groep of iedereen de essentiële zaken mee heeft, betrek iedereen. - Voor meer info i.v.m. uitkeringen contacteer je best de diensten die zorgen voor berekening/uitbetaling van de uitkering: RVA, vakbond, mutualiteit, OCMW - Op de website www.vacature.com kan je geregeld artikels en informatie terugvinden over verschillende beroepen en het bijhorend loon. (kijk wel steeds naar alle factoren: leeftijd, opleiding, extra voordelen, kinderen ten laste…)
Bron
Toolbox ‘laat je gelden’ (CAW Stimulans Kortrijk – Groep Intro Kortrijk)
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
23
Situatieschetsen
Situatieschets Brecht, Groep 1
Tot voor kort genoot Brecht van een uitkering als werkloze. Maar: vandaag krijgt hij de langverwachte telefoon van de werkwinkel dat hij morgen mag starten bij een bedrijf... Er wordt Brecht ook meegedeeld dat hij moet voorzien zijn van veiligheidsschoenen en aangepaste werkkledij. Brecht staat al te popelen om van start te gaan… Eindelijk terug een inkomen. Eindelijk terug iets om handen en waar hij nog het meest tevreden over is: hij ziet het resultaat van zijn geleverde inspanningen!
Situatieschets Marie, Groep 2
Sedert enige tijd was Marie tewerkgesteld als arbeidster bij een firma. Marie had er een mooi inkomen BRUTOLOON; +/- 1500 euro. Maar: probleem is dat ze een contract had van bepaalde duur (1 jaar). Vandaag krijgt Marie te horen dat vandaag haar laatste dag was. Enerzijds was Marie vergeten dat haar contract tijdelijk was, anderzijds geloofde ze er sterk in dat haar contract verlengd zou worden. Gevolg is dat Marie dus niet echt heeft uitgekeken naar ander werk. Ze krijgt haar C4 met vermelding: einde contract. Omdat Marie al het geld dat ze verdiende, uitgegeven heeft aan dagdagelijkse kosten, beschikt ze niet over enige reserves. Op familie kan ze niet rekenen want deze hebben ook net voldoende financiële middelen om rond te komen. Haar vrienden geven hun centen liever uit aan uitgaan. Tot overmaat van ramp is het verlofperiode, waardoor heel wat firma’s gesloten zijn of met jobstudenten werken.
Situatieschets Emiel, Groep 3
Sedert enige tijd was Emiel tewerk gesteld bij een firma waar hij een mooi inkomen had. Maar: ten gevolge van problemen met zijn vriendin begon het geleidelijk bergaf te gaan, Hij voelde zich niet goed, begon meer en meer de bloemetjes buiten te zetten, hij begon meer en meer te drinken,… Daardoor kwam Emiel regelmatig te laat op zijn werk of kwam hij gewoon niet opdagen omdat hij met een ‘kater’ in zijn bed bleef liggen. De huisarts van Emiel wou die houding niet ondersteunen waardoor hij geen doktersbriefje kreeg en regelmatig onwettig afwezig was. Emiel had gelukkig een werkgever die daar enig begrip voor kon opbrengen en Emiel kreeg verschillende kansen. Maar nu is de maat echt wel vol voor zijn werkgever! Emiel krijgt zijn C4 met vermelding: ontslag wegens dringende redenen. Doordat Emiel al het geld dat hij verdiende uitgegeven heeft aan uitgaan, beschikt hij niet over enige reserve. Op familie kan hij niet rekenen want deze hebben ook net voldoende financiële middelen om rond te komen. Zijn vrienden geven hun centen liever uit aan uitgaan. Tot overmaat van ramp is het verlofperiode. Hierdoor zijn heel wat firma’s gesloten zijn of werken met jobstudenten.
Situatieschets Lotte, Groep 4
Tot voor kort genoot Lotte van een uitkering via het OCMW, een leefloon dus. Maar: vandaag kreeg Lotte die langverwachte telefoon van het interim-kantoor dat ze morgen zou mogen starten bij een firma... Er wordt Lotte ook meegedeeld dat ze moet voorzien zijn van veiligheidsschoenen en aangepaste werkkledij. Er is wel maar werk tot eind dit jaar en het betreft een interim-contract, maar toch staat ze te popelen om van start te gaan… Eindelijk terug een inkomen.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
24
Invulblad
Brecht Marie Emiel Lotte
Situatie vroeger + loon Huidige situatie + loon
Wie betaalt dit loon? OF van waar zal dit inkomen komen?
Zijn er nog diensten die verwittigd moeten worden? Waarom?
Wanneer zal het loon OF inkomen voor het eerst betaald worden?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
25
LES 6: 10 GOEIE REDENEN OM EEN BUDGET OP TE
STELLEN
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, flexibiliteit, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding, respect, zelfredzaamheid,
zorgvuldigheid
2. Algemeen
De leerlingen zien het nut in van een budgetplan, bij wijze van inleiding.
Beschrijving
Denk samen met de leerlingen na over het nut van het opstellen van een budget vanuit het inzicht dat dit een troef is, geen beperking.
Achtergrondinformatie Ik stel een budget op want (de lijst is niet uitputtend) 1. Het is belangrijk dat ik mijn financiële situatie ken, dat ik weet waar ik aan toe ben. 2. De diagnose laat me toe om mijn gedrag op efficiënte wijze aan te passen. 3. Ik overweeg een belangrijke aankoop/investering. 4. Ik wil mijn nutteloze of overbodige uitgaven beperken. 5. Ik wil kunnen anticiperen op onverwachte uitgaven. 6. Dit laat me toe om me rustiger te voelen, om komaf te maken met de stress die gepaard gaat met mijn financiële situatie. 7. Overmatige schuldenlast, dat kan iedereen overkomen! 8. Onze consumptiekeuzes zijn subjectief, zelfs irrationeel. 9. We bevinden ons momenteel (in België en in de wereld) in een delicate economische situatie. 10. Dit vormt geen beperking, maar een troef… en het is niet moeilijk!
…
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
26
Invulblad
Ik stel een budgetplan op want…
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
27
LES 7: DE MOMENTEN VAN HET FINANCIEEL LEVEN
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, flexibiliteit, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding, respect, zelfredzaamheid,
zorgvuldigheid
2. Algemeen
De leerlingen leren inzien dat een budgetplan altijd handig is, bij wijze van inleiding.
Beschrijving
Tracht de ‘levensmomenten’ op te sporen waarvoor het interessant zou zijn om een budget op te stellen. U zult zich al snel realiseren dat dergelijke momenten alomtegenwoordig zijn en dat ze een grote werkzaamheid vereisen wat betreft het financiële evenwicht.
Achtergrondinformatie
Voorbeelden: eerste zakgeld, aankoop van een auto,, zelfstandigheid als student (op kot, boeken, inschrijvingsgeld), eerste loon, veranderen van werk, baanverlies, huwelijk, geboorte van een kind, aankoop van een huis, renovatiewerken, promotie/premie, nieuw krediet, pensioen, erfenis, belegging, scheiding, langdurige ziekte, overlijden van een echtgenoot, natuurramp… en elk ander denkbare tegenslag of gebeurtenis in het leven die zorgt voor minder inkomsten of voor meer uitgaven.
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
28
LES 8: KENNISMAKING MET HET BUDGETPLAN
Doel
DE LEERLINGEN
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, flexibiliteit, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding, respect, zelfredzaamheid,
zorgvuldigheid
2. Algemeen
De leerlingen maken kennis met een budgetplan.
Beschrijving
Zoek op internet naar voorbeelden van budgetplannen. Wat zijn goeie voorbeelden? Wat zijn minder goeie
voorbeelden?
Welke zaken moeten zeker opgenomen worden? Op welke manier kan dit het best?
Werk per groepje een basis budgetplan uit voor
- Een jongere die nog thuis woont
- Een jonge arbeider die zelfstandig woont
- Een “klassiek gezin” (echtpaar met twee kinderen)
Achtergrondinformatie
Doorgaans wordt een budgetplan opgesteld voor een periode van een maand. De reden hiervoor is simpel: de middelen worden meestal per maand toegekend ( vb. loon, uitkering, zakgeld,…) Met deze maandelijkse inkomsten moeten we onze uitgaven plannen tot aan de volgende betaaldag.
1e fase
Stel een inventaris op van alle posten (inkomsten en uitgaven) die voorkomen in het budget. Voor een klassiek
gezinsbudget bestaan er heel wat modelroosters die kunnen gebruikt worden, mits enkele kleine aanpassingen
want ieders budget is anders!
2e fase
Maak een raming van de totale beschikbare inkomsten. Dit is het gemakkelijkste deel omdat het aantal posten
voor ‘inkomsten’ doorgaans vrij beperkt is en de bedragen relatief vast zijn.
3e fase
Maak een raming van de totale voorziene uitgaven. Let op dat u niets over het hoofd ziet. Onvoorziene kosten,
hoe klein ook, kunnen snel leiden tot onevenwicht. Dit is ongetwijfeld het moeilijkste onderdeel van de
oefening. Occasionele uitgaven (jaarlijks, trimestrieel) moeten op maandbasis gebracht worden. Zo kunt u het
bedrag bepalen dat elke maand opzijgezet moet worden om deze aanzienlijke facturen te betalen.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
29
4e fase
Bereken het saldo, d.w.z. het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven. De bedoeling is te komen tot een
evenwicht, of liever nog een positief saldo en zo te kunnen sparen of een veiligheidsmarge te kunnen
inbouwen.
5e fase
Confronteer het budgetrooster met de werkelijkheid. Indien het de bedoeling is om zich zo strikt mogelijk aan
het voorziene budget te houden, zal het meer dan waarschijnlijk nodig zijn dat u het rooster aanpast aan de
omstandigheden die de stand van zaken kunnen wijzigen.
Hierbij nog enkele tactische tips om het invullen van een budgetrooster te vergemakkelijken. Laat de leerlingen deze tips ontdekken via vraag en antwoord (Hoe ga je te werk voor variabele uitgaven zoals voeding? Wat doe je met jaarlijkse facturen,…) -Wanneer u twijfelt, onderschat de inkomsten en overschat de uitgaven -Wanneer het bedrag maandelijks varieert (vb. voeding), berekent u een gemiddelde: noteer de hele maand lang heel nauwkeurig post per post de inkomsten en uitgaven. Doe dit gedurende drie maanden. Ideaal is om het budget regelmatig, het hele jaar door, bij te houden. -Een jaarlijkse uitgave deelt u door twaalf, een driemaandelijkse door drie. Zo kunt u elke maand het noodzakelijke bedrag sparen. -Sommige lijnen zullen nutteloos zijn, andere vergen meer gedetailleerde informatie naargelang de situatie. -Om niets te vergeten maakt u best gebruik van uw rekeninguittreksels. Daarvoor dienen ze! -Stel vooraleer af te sluiten uzelf de vraag ‘ben ik niets vergeten?’: verjaardagen, terug naar school, kerstmis, vakantie, onvoorziene uitgaven, sparen, indexering. -Klasseer alle administratieve documenten in een map voorzien van tussenbladen die in grote lijnen overeenstemmen met de verschillende budgetposten. -Hang uw budgetrooster op de koelkast: hét symbool van onze dagelijkse consumptie, waar we ook dagelijks gebruik van maken.
Meer tips en achtergrondinformatie op: www.budgetplanner.be
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
30
LES 9: KOPEN OP KREDIET , EEN GEVAAR OF NIET? Via het inleven in een omschreven situatieschets en het beantwoorden van bijhorende vragen, worden de
deelnemers geconfronteerd met de gevolgen en gevaren van het kopen op krediet.
Doel
DE LEERLINGEN
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, kritisch denken, mediawijsheid, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
De deelnemers denken na over en krijgen inzicht in de gevolgen van kopen op krediet.
Beschrijving
VOORBEREIDING
De groep wordt in subgroepjes onderverdeeld (max. 3 leerlingen per groepje)
Elk subgroepje krijgt een verschillende situatieschets waarin een fictief persoon iets wil kopen op krediet. Elke
fictieve persoon heeft een specifieke beweegreden om over te gaan tot een krediet-aanvraag. Deze wordt
omschreven in de situatieschets.
UITVOERING
Elke groep gaat aan de slag met de opdracht zoals omschreven in de situatieschets. Ze kunnen het internet
hiervoor gebruiken. De deelnemers gaan op zoek waar ze het vermelde product kunnen kopen via een krediet
opening (bank, kopen op krediet bij electrozaken of onlineshops,…) Ze zorgen ervoor dat ze alle bijkomende
kosten ‘de kleine lettertjes’ ook in kaart brengen.
Aan de opdracht zijn ook een aantal vragen gekoppeld waar ze met het groepje moeten over nadenken (zie
hieronder)
Als laatste stap in de opdracht vullen ze het contract in met de gegevens van hun aankoop (in bijlage). De
leerlingen worden hierbij geconfronteerd met de terminologie (schulden, schuldeiser, schuldenaar) en de
termijn van schuldaflossing.
Groepje 1: gsm op afbetaling
Groepje 2: wasmachine op afbetaling
Groepje 3: Auto op afbetaling
Vragen:
Waar zal je deze … aankopen? // Staan er zaken in de voorwaarden die je niet goed begrijpt? // Voor- en
nadelen van kopen op afbetaling? // Wat gebeurt er als je plotseling niet meer kan betalen en je dus het
afbetalingsplan niet meer kan volgen? Wat zijn de gevolgen voor jou? // Vind je het een goed idee van … om
een … te kopen op afbetaling? Waarom wel/waarom niet?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
31
REFLECTIEMOMENT
We bekijken per subgroep hoe ze hun opdracht hebben opgelost en wat ze geantwoord hebben op de vragen.
Het is overzichtelijk voor de groep als je een samenvatting van de antwoorden maakt aan bord. Op deze manier
kan je ook telkens de vergelijking maken tussen de verschillende situatieschetsen en de gevolgen voor de
fictieve personen.
Volgende vragen kunnen een meerwaarde betekenen voor de groep:
Wat is een deurwaarder en wat is zijn taak?
Wat zijn de valkuilen van een kredietkaart?
Achtergrondinformatie
Zorg ervoor dat de leerlingen alle info verzamelen omtrent afbetaling. Het is belangrijk dat de extra kosten ook in kaart worden gebracht. Net hier verschuilen de gevaren zich. Het is belangrijk dat de deelnemers op het einde van de activiteit een juist evenwicht kennen tussen de voor- en nadelen tot het kopen op afbetaling. De taak van de begeleidster is om de nodige kritische vragen te stellen en te zorgen dat de deelnemers een realistisch beeld hebben van de voor- en nadelen van kopen op krediet. Idealiter zouden ze de inschattingsoefening moeten kunnen maken wanneer een kredietovereenkomst aangeraden is of niet.
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
32
Invulblad
Kopen op krediet
Voordelen:
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Nadelen/gevaren:
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
33
Les 10: Juist of fout?
Doel
DE LEERLINGEN
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, kritisch denken, mediawijsheid, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
Het doel van het spel is een debat uitlokken. De leerlingen moeten « juist » of « fout » antwoorden op de
vragen.
Beschrijving
De leerkracht verdeelt de vragenlijsten en vraagt aan de deelnemers om ze in te vullen. Dit kan individueel of in
kleine groepjes. De spelleider kan ervoor kiezen om de vragen voor te lezen en de deelnemers te laten
antwoorden door de gekleurde kaarten te laten opsteken (groen = juist, rood = fout, oranje = ik weet het niet.)
De individuele deelnemers of groepjes vullen de vragenlijst in.
De oplossingen worden gegeven. De leerkracht bekijkt de fouten en vraagt naar motivering voor de gegeven
antwoorden.
Tenslotte kan een discussie worden gestart.
Bron
www.dagzonderkrediet.be
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
34
Achtergrondinformatie
Stelling Juist Fout Ik weet het niet
De wet beschermt de consument voldoende. Ik kan een contract voor krediet met gesloten ogen tekenen.
X De wet beschermt in beperkte mate, maar lees zeker ook de kleine lettertjes !
Het JKP (jaarlijks kostenpercentage) laat toe om de verschillende aanbiedingen voor kredieten te vergelijken.
X Het JKP laat tot op bepaalde hoogte toe te vergelijken, maar bepaalde kosten zitten nog niet vervat in het JKP
X Het JKP laat tot op bepaalde hoogte toe te vergelijken, maar bepaalde kosten zitten nog niet vervat in het JKP
Kredieten die voorgesteld worden door de grote winkelketens zijn meestal niet duur.
X Deze kredieten zijn meestal zeer duur
Naar het einde van elke maand heb ik geen geld meer. Lenen is de oplossing om de eindjes aan elkaar te knopen.
X Dit kan een oplossing lijken op korte termijn. Op lange termijn kom je hierdoor in grotere problemen terecht
Alle kredietcontracten worden geregistreerd.
X Dit gebeurt via de positieve en negatieve kredietencentrale
Een dienst voor schuldbemiddeling kan helpen met bemiddelen bij mijn schuldeisers.
X Vb. OCMW van je gemeente
Het is best dat de duur van het krediet niet langer is dan de levensduur van wat ik koop.
X Het is absoluut niet leuk, motiverend om iets af te betalen die niet (meer) in jouw bezit is. (vb. Een lening afbetalen voor een auto die kapot is)
Het is een goed idee om alle schulden met één nieuwe grote lening af te betalen.
X Op die manier moet je nog veel grotere intresten betalen
Sparen alvorens iets te kopen is minder riskant dan veel lopende kredieten.
X Wanneer je spaart moet je geen intresten betalen en loop je minder risico’s.
Het is niet nodig eerst mijn budget te berekenen alvorens ik ga lenen.
X Dit moet je sowieso doen !
Als krediet gratis is, moet je er zonder aarzelen van profiteren.
X Fout, omwille van de de risico’s !
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
35
Invulblad
Stelling Juist Fout Ik weet het niet
De wet beschermt de consument voldoende. Ik kan een contract voor krediet met gesloten ogen tekenen.
Het JKP (jaarlijks kostenpercentage) laat toe om de verschillende aanbiedingen voor kredieten te vergelijken.
Kredieten die voorgesteld worden door de grote winkelketens zijn meestal niet duur.
Naar het einde van elke maand heb ik geen geld meer. Lenen is de oplossing om de eindjes aan elkaar te knopen.
Alle kredietcontracten worden geregistreerd.
Een dienst voor schuldbemiddeling kan helpen met bemiddelen bij mijn schuldeisers.
Het is best dat de duur van het krediet niet langer is dan de levensduur van wat ik koop.
Het is een goed idee om alle schulden met één nieuwe grote lening af te betalen.
Sparen alvorens iets te kopen is minder riskant dan veel lopende kredieten.
Het is niet nodig eerst mijn budget te berekenen alvorens ik ga lenen.
Als krediet gratis is, moet je er zonder aarzelen van profiteren.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
36
LES 11: DE KREKEL OF DE MIER?
Hoewel het moeilijk is een oefening voor te stellen die nauw verband houdt met sparen, zijn de oefeningen
rond het budget of het krediet er noodzakelijkerwijs mee verbonden. We dringen er op aan dat de leerkracht
van deze ogenblikken, waarop er aan het budgetbeheer wordt gedacht, gebruik maakt om het idee van sparen
te berde te brengen. Als eerste alternatief voor het krediet of de impulsieve aankoop is sparen een kernnotie
voor het voorkomen van schuldenoverlast.
Doel
DE LEERLINGEN
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, open en constructieve houding, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
Op een ludieke manier nadenken over het belang van sparen.
Beschrijving
Waarom zou men de fabel van Jean De La Fontaine De krekel en de mier niet kunnen gebruiken als vertrekpunt
voor een denkoefening, of zelfs om bepaalde activiteiten voor te stellen aan de leerlingen?
- Een parodie maken op de fabel aangepast aan het concept van de klas of aan haar eigen situatie
- op zoek gaan naar beroemde parodieën op de fabel en deze bespreken
- De klas verdelen in krekels en mieren (ev. in functie van wat de leerlingen denken in het licht van hun eigen
gedrag) en een debat voeren teneinde te begrijpen dat de ene keuze niet beter is dan de andere en dat
waarschijnlijk iedereen een beetje tot de twee categorieën behoort.
Andere middelen kunnen als vertrekpunt dienen om het idee van het sparen te illustreren:
- kennen jullie verhalen, televisieseries, films of boeken over geld of waarin geld specifiek aan bod komt? Hoe
komt het thema geld aan bod? Hoe komt het meestal aan bod in films of tv-programma’s? Komt ‘sparen’ soms
aan bod? (zie ook verder bij “tools”
Vraag die ter discussie komt:
sparen jullie zelf of vinden jullie dat niet nodig? Denk je dat sparen belangrijk is als je later op eigen benen
staat? Waarom wel of waarom niet?
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
37
Invulblad
De krekel en de mier
Jean de La Fontaine's fabel van de krekel en de mier
De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was,
Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door 't gras
"Ik vrolijk je wat op," zei hij. "Kom, luister naar mijn lied."
Zij schudde nijdig met haar kop: "Een mier die luiert niet!"
Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op.
Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop.
Doorkoud en hongerig kroop hij naar 't warme mierennest.
"Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest
Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug,
Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe 'k niet vlug!"
"Je weet dat ik aan niemand leen,"
Zei buurvrouw mier toen heel gemeen.
"Wat deed je toen de zon nog straalde
En ik mijn voorraad binnenhaalde?"
"Ik zong voor jou," zei zacht de krekel.
"Daaraan heb ik als mier een hekel!
Toen zong je en nu ben je arm.
Dus dans nu maar, dan krijg je 't warm!"
Wie leeft van kunst gaat door voor gek.
Vaak lijdt hij honger en gebrek.
sparen jullie zelf of vinden jullie dat niet nodig? Denk je dat sparen belangrijk is als je later op eigen benen
staat? Waarom wel of waarom niet?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
38
Les 12: het krediet in onze brievenbus…
Beschrijving
In een reclametijdschrift de verschillende voorgestelde kredietvormen identificeren door te verwijzen naar de vermeldingen onderaan de pagina. Hier kan men een aantal vermeldingen terugvinden die het mogelijk maken de aard van de service en van de serviceverlener te definiëren: krediettype, JKP, instelling die het geld leent enzovoort. Voorbeelden van kredietvormen: lening op afbetaling, verkoop op afbetaling, hypothecair krediet, kredietopening enzovoort. BEGRIPPENLIJST
Doel
DE LEERLINGEN
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, kritisch denken, mediawijsheid, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
Via deze oefening leren de leerlingen de begrippen kennen die gepaard gaan met een krediet.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
39
Achtergrondinformatie
SAMENVATTEND OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE KREDIETEN:
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
40
Invulblad
LENING OP
AFBETALING VERKOOP OP
AFBETALING LEASING KREDIETOPENING HYPOTHECAIRE
LENING GROEPERING
VAN KREDIETEN
OMSCHRIJVING
DOOR WIE?
VOOR WAT?
DUUR
WIJZE VAN
TERUGBETALING
HOE?
MAX. JKP?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
41
LES 13: EEN APPELTJE VOOR DE DORST: HOE
GROOT IS DE INTREST?
Doel
DE LEERLINGEN
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, kritisch denken, mediawijsheid, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
Via deze cijferoefening leren de leerlingen begrippen kennen en raken ze vertrouwd met de kostprijs van
kredieten.
Beschrijving
Zie invuloefening.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
42
Achtergrondinformatie
1. Zoek op de websites van banken naar de rentevoeten van volgende beleggingsvormen. Vul met
behulp van deze opdracht aan.
- Lopende rekening:
- Spaarrekening:
Afhankelijk van bank tot bank, laat leerlingen zelf verschillende banken opzoeken.
2. Los de volgende opgaven met behulp van de ingevulde tabel uit de vorige vraag op. Je beschikt
over een som van 800 euro. Bereken de opbrengst van dit bedrag na een jaar als je het plaatst op:
- een lopende rekening
Intrest:
- een spaarrekening
Intrest:
I = (r*800*1)/100 - afhankelijk van vraag 1
3. Percenten kunnen zeer snel uit het hoofd berekend worden: om één percent van een bedrag te
berekenen, deel je het bedrag door honderd; voor 5% deel je het bedrag door 20. Door welk
getal wordt er gedeeld om de volgende percenten te berekenen?
- 10%: - delen door 10
- 20%: - delen door 5
- 25%: - delen door 4
- 50%: - delen door 2
- 100%: - delen door 1
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
43
Invulblad
Wie zich duurdere dingen wil aanschaffen moet kunnen sparen. Vanaf het ogenblik
dat je wat meer geld ter beschikking krijgt, bijvoorbeeld via vakantie- of
weekendwerk, is het verstandig om een lopende rekening te openen. Via die
rekening kun je je bankverrichtingen snel uitvoeren.
De intrest die op zo’n lopende rekeningen gegeven wordt, is erg klein. Het is daarom
beter het geld dat je niet onmiddellijk nodig hebt te beleggen in een spaarvorm die
meer intrest opbrengt.
De financiële instellingen bieden ons hiervoor een waaier van spaarmogelijkheden
aan. Bij de keuze moet je één ding goed voor ogen houden: de intrest wordt groter
naarmate je je geld langer belegt en naarmate je meer risico neemt.
Als een bepaalde beleggingsvorm grote opbrengsten belooft, is de kans zeer groot
dat als de beurs het slecht doet, je geen intrest krijgt en er zelf een stuk van het
belegd kapitaal verdwenen is.
Het is misschien beter tevreden te zijn met een wat lagere opbrengst met de
zekerheid dat je je spaarcenten tenminste terugkrijgt.
Een verstandige belegger probeert het evenwicht te vinden tussen een veilige
belegging en een goede opbrengst.
Een rentevoet van 2% betekent dat je op 100 euro spaargeld na een jaar 2 euro
intrest krijgt.
Op 500 euro krijg je dan na een jaar (2*500)/100 = 10 euro
Als je deze 500 euro gedurende twee jaar zou beleggen tegen dezelfde voorwaarden
betekent dit een opbrengst van (2*500*2)/100=20 euro
Hieruit kunnen we de volgende formule afleiden: I = (r*K*t)/100
Waarbij: I=intrest
r=rentevoet
K=kapitaal
t=tijd in jaren
1. Zoek op de websites van banken naar de rentevoeten van volgende beleggingsvormen. Vul met
behulp van deze opdracht aan.
- Lopende rekening:
- Spaarrekening:
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
44
2. Los de volgende opgaven met behulp van de ingevulde tabel uit de vorige vraag op. Je beschikt
over een som van 800 euro. Bereken de opbrengst van dit bedrag na een jaar als je het plaatst op:
- een lopende rekening
Intrest:
- een spaarrekening
Intrest:
3. Percenten kunnen zeer snel uit het hoofd berekend worden: om één percent van een bedrag te
berekenen, deel je het bedrag door honderd; voor 5% deel je het bedrag door 20. Door welk getal
wordt er gedeeld om de volgende percenten te berekenen?
- 10%:
- 20%:
- 25%:
- 50%:
- 100%:
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
45
LES 14: KLEUR BEKENNEN: ADMINISTRATIE EN
REKENINGEN
Beschrijving
Aan de hand van stellingen wordt gepeild naar de kennis/mening van de deelnemers.
Doel
DE LEERLINGEN
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
communicatief vermogen, exploreren, initiatief, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid
2. Algemeen
De leerlingen denken na en geven hun mening over diverse stellingen die betrekking hebben tot het thema
‘administratie en rekeningen’
De leerlingen begrijpen de aangereikte informatie en tips
Beschrijving
VOORBEREIDING:
De ruimte wordt ingedeeld in twee zones. Zone 1: akkoord/groen – zone 2: niet akkoord/rood
UITVOERING EN BESPREKING
De leerkracht leest de stellingen één voor één voor aan de groep. Na het lezen van de stelling en op signaal van
de leerkracht, neemt elke leerling een standpunt in, en gaat hiervoor in de gekozen zone staan. Als alle
deelnemers kleur hebben bekend, bevraagt de begeleider de mening van de leerlingen. Nadien geeft de
begeleider bijkomende informatie en tips met betrekking tot de stelling.
Mogelijke stellingen:
1. Bankrekeninguittreksels dien je heel je leven bij te houden
2. Rappelkosten moet je zeker niet betalen
3. Als ik een factuur niet tijdig kan betalen, wacht ik af tot betere tijden
4. Je mag zelf kiezen om je belastingbrief in te vullen of niet.
5. Aangetekende zendingen moet je altijd afhalen
6. Het is belangrijk om je betaalde rekeningen bij te houden
7. Een domiciliëring is een goede oplossing voor mensen die hun rekening vergeten op tijd te betalen
8. Deurwaarders komen steeds je meubelen halen als je een schuld niet betaalt
REFLECTIEMOMENT
De reflectie gebeurt tijdens de uitvoering. Na elke stelling worden de meningen bevraagd. Na het geven van
extra info kan over een bepaalde mening, voorkennis,… gereflecteerd worden.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
46
VARIANT
Je kan ook een andere manier gebruiken om de mening van de leerlingen te bevragen, namelijk via groen/rode
kaartjes die ze in de lucht steken na het lezen van de stelling.
Achtergrondinformatie
TIPS VOOR DE LEERKRACHT
Zorg dat elke leerling zijn mening kwijt kan in de bespreking van elke stelling. Zorg dat ook die leerling aan bod
komen die op eigen initiatief weinig inbreng hebben.
Zorg ervoor dat de inhoud van de stelling voor iedereen duidelijk is voor er posities worden ingenomen.
Vul de lijst met stellingen aan met eigen stellingen waarvan je denkt dat ze interessant kunnen zijn voor de
klas.
Bron
Toolbox ‘laat je gelden’ (CAW Stimulans Kortrijk – Groep Intro Kortrijk)
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
47
Les 15: verantwoorde consumentenquiz
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
mediawijsheid, zelfbeeld, zorgzaamheid
2. Algemeen
De jongeren hebben na deze oefening tips meegekregen voor hun dagelijks leven. De leerlingen zijn gedurende
de oefening verplicht om stil te staan bij niet evidente zaken en keuzes.
Beschrijving
Aan de hand van vragen over allerhande thema’s die te maken hebben met budgetteren, worden de leerlingen
onderworpen aan een quiz. De antwoorden worden klassikaal overlopen. De leerkracht staat even stil bij
sommige vragen voor meer toelichting of een gesprek met de klas.
De leerkracht verdeelt de klas in kleine groepjes. De groepjes lossen de quizvragen op op papier.
Bij het corrigeren van de oplossingen kunnen de leerlingen hun antwoorden doorgeven aan een andere groep,
die zal corrigeren met een kleurstift.
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
48
Achtergrondinformatie
WINKELEN
1. Geef minstens 3 tips die ervoor kunnen zorgen dat je niet veel meer koopt dan je nodig hebt in de
supermarkt.
Ga niet winkelen met een lege maag
Maak een boodschapenlijstje
Noteer productnamen, geen merken
Neem cash geld mee, betaal cash
Ga winkelen twintig minuten voor sluitingstijd zodat je gericht moet winkelen
Kijk je kasticket na
Leg kortingsbonnen klaar voor wat je nodig hebt
…
2. Wanneer zijn de solden in België?
Van 03/01 tot 31/01
Van 01/07 tot 31/07
3. Welke winkel verkoopt unieke en degelijke spulletjes aan goedkopere prijzen?
De kringloopwinkel
Outletwinkel
Deze winkels zijn ideaal om af en toe een kijkje te gaan nemen op zoek naar goedkope en bruikbare
(tweedehands-)spullen.
5. Wat zijn de nadelen van nachtwinkels
Nachtwinkels zijn vaak een stuk duurder dan dagwinkels.
6. Welke keuzes heb je om je producten aan een zo laag mogelijke prijs te kopen?
Koop producten van het huismerk van het warenhuis (de zogenaamde ‘witte producten’)
In sommige supermarkten zijn producten goedkoper. De prijsverschillen zijn enorm terwijl de kwaliteit
van veel producten dezelfde is.
Ga shoppen wanneer het solden zijn.
Vergelijk constant prijzen.
Kijk goed rond. Producten die men goed wil verkopen zal men op ooghoogte plaatsen in de winkels.
Gebruik kortingsbonnen
….
7. Wat zijn seizoensgroenten?
seizoensgroenten zijn groenten van eigen bodem. Seizoen per seizoen verschilt het aanbod omdat de
ene groente in de zomer groeit, de ander in de winter.
8. Waarom zou je seizoensgroenten kopen/eten?
De prijzen van seizoensgroenten zijn meestal een stuk lager.
Je bespaart energie, door groenten van dichtbij te kopen
Je kiest voor plaatselijke productie, voor de lokale economie
Seizoensgroenten en – fruit zijn verser, ze hebben veelal meer smaak en een hogere voedingswaarde
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
49
WONEN
1. Geef vijf tips over hoe je kunt bezuinigen op water- en energieverbruik in huis waardoor je factuur een
stuk minder hoog zal zijn.
Neem een douche in plaats van een bad
Zet geen ramen open als de verwarming op staat
Laat geen lichten branden
Laat de stekker van bepaalde apparaten niet in het stopcontact zitten als je ze niet gebruikt
Schakel de tv volledig uit en laat hem niet op stand-by staan
Zet je koelkast en diepvriezer op de meest voordelige temperatuur
Laat de kraan niet langer lopen dan nodig
…
2. Op hoeveel graden zet je de koelkast als je je voedsel goed wil bewaren en toch niet overmatig wil
verbruiken?
3 à 5 graden
3. Wat betekenen de letters A+, AA+ en AAA op elektrische toestellen?
Dit label geeft informatie over de energie-zuinigheid van een toestel.
4. Kies het juiste antwoord: een huishouden verbruikt het meeste water…
o Om de auto te wassen en de tuin te besproeien
o Om te drinken en te koken
o In bad en onder de douche
5. Kies het juiste antwoord: een opengedraaide kraan verbruikt per minuut:
o 34 liter water
o 12 liter water
o 1 liter water
GELDZAKEN
1. Wat zijn intresten?
Een vergoeding die iemand ontvangt voor het uitlenen van zijn of haar geld en die betaald wordt door
degene die geld leent.
2. Stel dat je alleen woont. Maak een overzicht van de kosten waar je gedurende een maand rekening
mee moet houden.
Wonen: huur of afbetaling – belasting – woningverzekering – gezinsverzekering – herstellingen en
onderhoud – tuin -…
Medische kosten: apotheker – dokter – tandarts – specialist – ziekenfondsbijdrage – Vlaamse
zorgverzekering – ziekenhuisverblijf
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
50
Vervoerskosten: openbaar vervoer – autoverzekering –afbetaling autolening – jaarlijkse autobelasting
– onderhoudskosten – bijstandsverzekering – brandstof – huur garage
Nutsvoorzieningen: voorschot elektriciteit – voorschot gas/verwarming – voorschot water
Dagelijks leven: eten en drinken – kleding – schoenen – cosmetica – schoonmaakproducten –
kappersbezoeken
Communicatie: vaste telefoon – gsm – distributie – internet
Kinderen: studies – speelgoed – zakgeld – spaargeld – opvang
Vrije tijd: horeca – abonnementen – sport – reizen – cultuur – hobby – boeken – cd’s – dvd’s
Speciale aankopen: nieuwe auto – nieuwe fiets – computer – meubels – diepvriezer – koelkast –
wasmachine – nieuwe bril
Varia: boetes – huisdieren – geschenken – onvoorziene uitgaven – intresten - …
3. Welke kosten zijn verbonden aan het hebben van een auto?
Verzekering – taksen – benzine – onderhoudskosten - parkeertickets
4. Kies het juiste antwoord: een stijging van de temperatuur in de woning met 1°C betekent een stijging
van het energieverbruik met ongeveer…
o 84%
o 57%
o 6%
VARIA
1. Waar kan je terecht als je financiële moeilijkheden hebt (klein of groot)?
Je kan hulp vragen bij het JAC (jongeren Advies Centrum), bij het OCMW, bij het CAW (Centrum
Algemeen Welzijnswerk).
Als je de stap naar de hulpverlening te groot vindt, praat er dan over met goede vrienden, met familie,
leerkrachten of andere mensen die je in vertrouwen kan nemen. Zij kunnen met jou de situatie
evalueren en eventueel meegaan naar een dienst.
Het is van groot belang dat je SNEL hulp zoekt als je je financiën niet meer de baas kan en je schulden
niet bij te benen zijn. Hoe langer je wacht hoe complexer de situatie zal worden.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
51
Invulblad: verantwoorde consumentenquiz
WINKELEN
1. Geef minstens 3 tips die ervoor kunnen zorgen dat je niet veel meer koopt dan je nodig hebt in de
supermarkt.
2. Wanneer zijn de solden in België?
3. Welke winkel verkoopt unieke en degelijke spulletjes aan goedkopere prijzen?
4. Wat is een kringloopwinkel?
5. Wat zijn de nadelen van nachtwinkels
6. Welke keuzes heb je om je producten aan een zo laag mogelijke prijs te kopen?
7. Wat zijn seizoensgroenten?
8. Waarom zou je seizoensgroenten kopen/eten?
WONEN
1. Geef vijf tips over hoe je kunt bezuinigen op water- en energieverbruik in huis waardoor je factuur een
stuk minder hoog zal zijn.
2. Op hoeveel graden zet je de koelkast als je je voedsel goed wil bewaren en toch niet overmatig wil
verbruiken?
3. Wat betekenen de letters A+, AA+ en AAA op elektrische toestellen?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
52
4. Kies het juiste antwoord: een huishouden verbruikt het meeste water…
o Om de auto te wassen en de tuin te besproeien
o Om te drinken en te koken
o In bad en onder de douche
5. Kies het juiste antwoord: een opengedraaide kraan verbruikt per minuut:
o 34 liter water
o 12 liter water
o 1 liter water
GELDZAKEN
1. Wat zijn intresten?
2. Stel dat je alleen woont. Maak een overzicht van de kosten waar je gedurende een maand rekening
mee moet houden.
3. Welke kosten zijn verbonden aan het hebben van een auto?
4. Kies het juiste antwoord: een stijging van de temperatuur in de woning met 1°C betekent een stijging
van het energieverbruik met ongeveer…
o 84%
o 57%
o 6%
VARIA
1. Waar kan je terecht als je financiële moeilijkheden hebt (klein of groot)?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
53
LES 16: OP ZOEK NAAR EEN WONING
De groep wordt onderverdeeld in duo’s. Elk duo krijgt de opdracht om een woning te zoeken voor een fictieve
persoon aan de hand van een situatieschets waarin een aantal voorwaarden zijn omschreven.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
exploreren, kritisch denken, open en constructieve houding, verantwoordelijkheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
De leerlingen maken kennis met en krijgen inzicht in het zoeken naar een woning met een bepaald budget.
De leerlingen krijgen kennis en inzicht in de kosten die gekoppeld zijn aan huren, zoals een huurwaarborg
De leerlingen krijgen inzicht in de impact van de besteding aan huurprijs op het totale inkomen
Beschrijving
VOORBEREIDING:
-De groep wordt onderverdeeld in duo’s. Elk duo krijgt een situatieschets met volgende gegevens: loon –
voorwaarden gesteld aan de woning
-De duo’s krijgen een werkblad dat ze tijdens de activiteit moeten invullen
-De duo’s bepalen hoeveel ze van hun budget maximaal gaan besteden aan de huurprijs. Dit bedrag is hun
richtprijs bij hun zoektocht naar een geschikte woning.
UITVOERING:
-De jongeren krijgen zoveel mogelijk zoekkanalen ter beschikking om een woning te zoeken op de huurmarkt:
computer met internet, kranten met immo-advertenties, immo-krantjes,…
-Ieder duo zoekt samen naar een geschikte woning, rekening houdende met hun budget
REFLECTIEMOMENT
Na de activiteit komen de duo’s terug in groep samen met hun werkblad en de resultaten van hun zoektocht.
De duo’s worden onderworpen aan volgende vragen:
-Was het gemakkelijk om een geschikte woning te vinden?
-Waar hebben jullie een woning gevonden?
-Hoeveel huur zullen jullie betalen en is dit haalbaar? Kan je dit bedrag maandelijks betalen als je rekening
houdt met alle andere kosten die maandelijks passeren? Wat met de 1/3e regel? (1/3 regel = maximaal 1/3 van
je inkomen besteden aan de huur)
-Hoeveel zal je uiteindelijk moeten betalen vooraleer je kunt intrekken in je nieuwe woonst.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
54
Na de reflectie moeten de deelnemers kennis hebben van en inzichten verworven hebben in:
-De verschillende zoekkanalen die gebruikt kunnen worden
-De kosten die komen kijken bij het huren van een woning
-De impact van je huurprijs op je totale inkomen
VARIANT
Voor groepen die er nood aan hebben, kan je een extra vraag invoegen op het werkblad:
Wat als je merkt dat je met je beperkt inkomen geen geschikte woning kan vinden die voldoet aan de 1/3e
regel?
Dit kan een start zijn om het sociaal huren te introduceren.
Achtergrondinformatie
TIPS VOOR DE LEERKRACHT
-Geef een tijdspanne mee waarbinnen de deelnemers een woning moeten vinden
-Indien bepaalde leerlingen onvoldoende kennis hebben van internet of pc’s zorg dan bij het samenstellen van
de duo’s dat er minstens 1 van de 2 leerlingen over deze kennis beschikt. Indien dit niet mogelijk is, zorg dan als
leerkracht voor voldoende ondersteuning
-Laat de duo’s binnen fase 1 gokken naar een richtprijs voor een huurbedrag. Zeker binnen fase 3 en mogelijks
bij fase 2 worden ze geprikkeld om stil te staan bij het realiteitsgehalte van hun keuze.
-Vergeet niet om volgende zaken te vermelden bij de nabespreking van de laatste vraag van het werk-blad:
huurwaarborg, eerste maand huur, meubels, brandverzekering,…
- deeltijds onderwijs : Indien er leerlingen zijn die reeds beschikken over een eigen inkomen,maar nog niet
zelfstandig wonen, kan je ervoor opteren om de oefening in hun eigen situatie toe te passen.
Bron
Toolbox ‘laat je gelden’ (CAW Stimulans Kortrijk – Groep Intro Kortrijk)
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
55
LES 17: KLEUR BEKENNEN: THEMA WONEN
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en
duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument;
…kunnen het eigen budget en de persoonlijke administratie beheren;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
communicatief vermogen, empathie, exploreren, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding,
respect, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
De leerlingen krijgen kennis en inzicht over het brede thema: rechten en plichten van (ver)huurder en wisselen
daarbij ervaringen uit.
Beschrijving
VOORBEREIDING
Elke leerling krijgt twee kaartjes, een groen kaartje en een rood kaartje. De leerkracht kiest de stellingen die
hij/zij wil gebruiken. Hieronder zie je een lijst. De vetgedrukte stellingen zijn eerder ‘basisvragen’, de andere
eerder ‘detailvragen’.
UITVOERING EN BESPREKING
De leerkracht leest de stellingen één voor één voor aan de klas. Na het lezen van een stelling en op signaal van
de begeleider, maakt elke deelnemer zijn antwoord kenbaar door een groen OF rood kaartje in de lucht te
steken. Groen staat voor ‘ik ga akkoord’, rood staat voor ‘ik ga niet akkoord’. De leerlingen zijn verplicht een
keuze te maken.
Als alle leerlingen kleur hebben bekend, nodigt de leerkracht de deelnemers uit om hun keuze te duiden.
Nadien geeft de leerkracht de informatie en tips met betrekking tot de stelling.
Lijst met stellingen:
1. Wanneer je een huurcontract van 9 jaar aangaat, kan je dit niet opzeggen als huurder
2. De verhuurder kan de huurprijs zelf bepalen en wijzigen
3. Een huurcontract kan je mondeling regelen. Je hoeft dit niet op papier te schrijven
4. De huurwaarborg bedraagt altijd 3 maanden huur
5. Met een opzegtermijn hoeft de huurder geen rekening te houden
6. De verhuurder mag het huis niet zo maar binnenkomen te pas en te onpas
7. Een lekkende kraan moet de huurder zelf herstellen
8. Een brandverzekering is verplicht
9. Een OCMW-waarborg moet je niet terug betalen
10. Indien je een appartement huurt, mag je tot 22u zoveel lawaai maken als je maar wilt
11. Als de verhuurder het toelaat, mag je huisdieren houden
12. De schoorsteen vegen van het huis dat je huurt, is een plicht van de huurder
13. Wie eerst ingeschreven is in een sociaal verhuurkantoor, zal ook eerst een woning krijgen
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
56
14. Iedereen heeft het recht zich in te schrijven in een sociaal verhuurkantoor
15. De huurdersbond verdedigt de belangen van de huurder
16. Een immokantoor mag alle kosten doorrekenen aan de huurder
17. Als je verhuist moet je zelf kijken om contracten aan te gaan met maatschappijen die water, gas en
elektriciteit voorzien
18. Als de eigenaar je waarborg niet wil terugstorten, mag je de huissleutels bijhouden tot het geregeld is
19. Als er iemand bij jou komt wonen, mag de eigenaar de huurprijs aanpassen
2. De eigenaar kan verbieden dat er iemand bij jou komt inwonen
21. Je kan niet eisen dat de eigenaar het glas vervangt door dubbel glas
22. Als je 1 maand je huur niet betaalt, kan de verhuurder je op straat zetten
23. Je mag op eigen risico in een onbewoonbaar verklaarde woning blijven wonen
24. Als huurder kan je levenslang een sociale woning huren bij een sociaal verhuurkantoor
25. Het is niet altijd mogelijk om je te laten domiciliëren op het adres van je kot
26. In een contract voor 9 jaar kan je laten opnemen dat de eigenaar onder geen enkele voorwaarde vroeger
kan opzeggen
27. De verhuurder kan eisen dat je bij dezelfde energieleverancier blijft
28. Als het huurcontract niets zegt over indexatie van de huur, mag de verhuurder de huur niet aanpassen aan
de index
29. Je kan geen toegang weigeren aan de verhuurder als je thuis bent
30. Je kan ook een huurwaarborg geven in de vorm van juwelen
31. Als de eigenaar van de woning die je huurt, het huurhuis verkoopt, heb jij als eerste recht om de woning te
kopen
32. Je kan overeenkomen met de verhuurder dat jij het dak herstelt in ruil minder huur te moeten betalen
VARIANT
Eventueel kan dezelfde oefening gebeuren in groepjes. Hierdoor deel je de groep in subgroepjes en gaan ze per
groepje in overleg / via bronnen op zoek naar het juiste antwoord te vinden. Indien dit voor de groep een
meerwaarde is, kan je hieraan een puntenklassement koppelen. De subgroepjes gaan onderling in duel voor
het meest aantal punten.
Je kan er ook voor kiezen om de lijst met stellingen vooraf individueel of in subgroepjes te laten bekijken. Op
deze manier is er al vooraf over de stellingen nagedacht en zijn er eventueel extra vragen opgekomen bij de
deelnemers.
Achtergrondinformatie
TIPS VOOR DE LEERKRACHT
- Vul de lijst met stellingen aan met eigen stellingen waarvan je denkt dat ze interessant kunnen zijn voor de
groep
- Indien je de lijst van stellingen te uitgebreid vindt, selecteer dan de meest interessante voor de groep
- Zorg dat elke leerling zijn mening kwijt kan in de bespreking van elke stelling. Zorg dat ook die leerlingen aan
bod komen die op eigen initiatief weinig inbrengen
- Zorg ervoor dat de inhoud van de stelling voor iedereen duidelijk is alvorens er posities worden ingenomen
- Het kan interessant zijn om het huurwetboek voor te stellen aan de deelnemers en aan te duiden hoe ze dit
kunnen raadplegen.
- Interessante site: www.huurder.be
Bron
Toolbox ‘laat je gelden’ (CAW Stimulans Kortrijk – Groep Intro Kortrijk)
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
57
LES 18: SOCIAAL DETERMINISME OF INDIVIDUELE
VERANTWOORDELIJKHEID?
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
communicatief vermogen, empathie, exploreren, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding,
respect, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
- Begrijpen wat sociaal determinisme, generatie-armoede en structurele armoede betekent.
- Zich ervan best worden dat sociaal determinisme geen noodlot is, maar dat het mogelijk is om je plaats in de
samenleving te wijzigen; geen enkele situatie is definitief. Alles is in beweging en op de sociale en economische
ladder kan je zowel klimmen als dalen. Onderwijs is een belangrijke ‘sociale lift’. Ook het deelnemen aan onze
democratie en aan het maatschappelijk debat, evenals het zich bewust zijn van eigen mogelijkheden en
vaardigheden, zijn van belang. Iedereen heeft een individuele verantwoordelijkheid die hij of zij tegenover het
sociaal determinisme kan plaatsen. En zelfs wanneer geluk of ongeluk een rol spelen of wanneer een tegenslag
in het leven iemand in een situatie van armoede of overmatige schuldenlast brengt, kan ieder van ons zijn
eigen situatie of de situatie van zijn kinderen beïnvloeden.
- De aandacht vestigen op het democratische proces (argumenten naar voor brengen in een debat en
stemmen) en op de burgerlijke verantwoordelijkheid van de deelnemers. Het democratische proces laat ook
toe om zijn stem te laten horen in de samenleving en om de samenleving te veranderen en haar te laten
evolueren naar een grotere aanvaarding van sociaal uitgestotenen.
- Laat een verrijkend debat over de samenleving toe waarin iedere leerling zijn eigen waarde kan toetsen aan
deze van de andere leerlingen en van de samenleving waarin hij leeft.
Beschrijving
Volgens het principe van het rollenspel kiezen de deelnemers een kaart die een personage weergeeft met een
specifieke gezinssituatie, inkomsten en geluk of ongeluk.
Naargelang de goed of slechte ‘levenskaarten’ waarover hun personage beschikt, moeten ze zijn ‘waarde’
bepalen in de Belgische samenleving.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
58
Dan volgt een democratisch proces waarna ze de plaats van hun person kunnen wijzigen: de leerling geeft
argumenten waarom hij het personage op die plaats heeft gezet; de leerlingen die het niet eens zijn geven
tegenargumenten; vervolgens wordt gestemd of de kaart al den niet wordt verplaatst, waarbij de meerderheid
beslist.
De leerkracht tekent op het bord een tabel met twee ingangen. Elke leerling trekt een kaart in het rollenspel.
De leerlingen plaatsen een voor een hun kaart op een van de beide assen in de tabel. Ze houden hierbij
rekening met de mening van de Belgische samenleving waarin ze leven. De leerlingen motiveren hun keuze.
(opgelet! Om af te leiden dat het gaat om sociaal determinisme, is het belangrijk dat de leerling begrijpt dat hij
de kaart niet volgens zijn eigen mening moet plaatsen, maar volgens wat de ‘Belgische samenleving’ vindt. De
leerkracht kan op dit moment de begrippen ‘sociaal determinisme’ en ‘individuele verantwoordelijkheid’
uitleggen.)
De andere leerlingen voeren, indien ze het niet eens zijn met de keuze, tegenargumenten aan. Aan het einde
van het debat volgt een stemming: de spelkaart wordt verplaatst indien een meerderheid stemt voor een
verplaatsing. Ten slotte analyseert de leerkracht samen met de deelnemers de tabel in zijn geheel
+ Meeste aanzien in de Belgische samenleving
- Minste aanzien in de Belgische samenleving
- De slechtste economische situatie
+ De beste economische situatie
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
59
achtergrondinformatie
De schikking van de kaarten kan variëren naargelang iedere klasse, maar meestal zijn er drie grote zones:
1.Rechts bovenaan: de welgestelde klasse (prestigieuze sociale status, beroepen met een goed imago
2. In het midden: de middenklasse (middenklasse, arbeiders)
3.Links onderaan: de uitgeslotenen (minderwaardige sociale status, geen werk,…)
De leerkracht moet de nadruk leggen op een werkelijk bestaande mobiliteit binnen de samenleving. Iemand
kan in het leven starten met slechte kaarten, maar kan zijn plaats in de samenleving wijzigen door gebruik te
maken van zijn bekwaamheiden, door nieuwe kennis te verwerven, door deel te nemen aan het democratische
debat. Dit is vergelijkbaar met wat de leerlingen deden om de plaats van hun kaarten te wijzigen op het bord.
Omgekeerd kan iemand die alle goede levenskaarten in handen heeft door een tegenslag in het leven
(gezondheidsproblemen, ontslag,…) dalen op de sociale ladder en in een situatie terechtkomen van overmatige
schuldenlast.
Personages
Ik ben 18 jaar en heb een diploma ASO. Ik ga niet verder studeren maar ik zoek werk. Als ik over
enkele maanden nog een werk heb, krijg ik een wachtuitkering van 345 euro per maand. Dat is niet
veel, maar ik moet geen huur betalen want ik woon nog bij mijn ouders thuis.
Ik ben 78 jaar oud. Ik woon in een bejaardentehuis. Ik moet meer dan mijn volledige pensioen (1000
euro per maand) uitgeven om dit te kunnen betalen en dan nog kom ik niet toe. Gelukkig heb ik nog
wat spaargeld omdat ik mijn huis verkocht heb.
Ik ben 38 jaar en werk voor een internationaal IT-bedrijf. Ik bekleed een belangrijke functie en verdien
veel geld (4000 euro netto per maand). Mijn werkgever betaalt ook mijn auto, gsm en laptop. Ik heb
een mooi huis met een grote tuin. Mijn vrouw werkt halftijds zodat ze goed voor onze twee kinderen
kan zorgen. Het is wel jammer dat ik mijn baan heel weinig thuis kan zijn.
Ik ben 24. Ik ben sinds enkele maanden voorwaardelijk vrijgelaten na een gevangenisstraf van een
jaar. Ik ben ondertussen terug op het rechte pad maar het is niet makkelijk om werk te vinden. En met
het beetje leefloon dat ik krijg, is het moeilijk rondkomen. Gelukkig mag ik inwonen bij de ouders van
mijn vriendin.
Ik heb al 20 jaar een boerenbedrijf, waar mijn vrouw en zoon ook in werken. Ik kweek voornamelijk
fruit. Elke dag sta ik om 6 uur op en tijdens het plukseizoen werk ik regelmatig tot ’s avonds laat. Ik
hou van mijn job maar het is wel hard werken. Sommige jaren valt de oogst goed mee, andere jaren
valt het dan weer tegen. De prijzen die ik krijg voor mijn fruit kunnen soms erg laag zijn. Gelukkig zijn
er subsidies van de overheid en Europa.
Wij zijn 44 en 45 jaar oud. We staan alle twee voltijds in het onderwijs. Onze zoon zit op kot en
studeert aan de unief en is 20, onze dochter is 17. Over vijf jaar is ons huis afbetaald.
Ik ben net ontslagen in de autofabriek waar ik al 25 jaar werk. Ik ben al 53 en heb geen diploma. Een
nieuwe baan vinden zal niet makkelijk worden. Mijn vrouw werkt halftijds in een supermarkt. De
kinderen staan gelukkig al op eigen benen.
Ik werk bij een grote bank en verdien zeer goed. Ik heb een mooi kantoor voor mij alleen dat uitkijkt
over de skyline van Brussel. Ik heb een eigen secretaresse. Door enkele slechte beleggingen ben ik
heel wat spaargeld van klanten kwijtgeraakt. Maar ze moeten daar niet over zagen: je weet toch dat
aan investeringen een risico verbonden is?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
60
Wij zijn beiden 65 en net op pensioen. We werkten heel ons leven als ambtenaar op een ministerie.
We hebben een mooi pensioen, onze woning is afbetaald en onze kinderen staan allemaal op eigen
benen. In januari en februari gaan we twee maanden in Benidorm overwinteren.
Ik ben 29 en zelfstandige. Ik ben freelance journalist. Deze maand heb ik geluk en kan ik enkele grote
artikels schrijven. Maar sommige maanden is het heel wat minder en kan ik maar net rondkomen. Ik
ben erg gepassioneerd door mijn werk en doe het erg graag omdat het heel uitdagend en steeds iets
anders is. Ik huur een appartementje in het centrum van Antwerpen samen met mijn vriend.
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
61
LES 19: HULP BIJ OVERMATIGE SCHULDENLAST?
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
communicatief vermogen, empathie, exploreren, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding,
respect, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
- De leerlingen kennen de verschillende vormen van begeleiding/hulpverleing voor mensen met overmatige
schuldenlast.
- De leerlingen kunnen aan de hand van de omschrijvingen de verschillen ontdekken tussen de verschillende
vormen en zien het belang in van het tijdig zoeken van hulp als je met overmatige schulden kampt
Beschrijving
De leerlingen kunnen de betekenis van onderstaande termen zelf opzoeken. Wanneer een klasbezoek aan het
OCMW gepland is, kunnen de leerlingen zelf deze vraag stellen aan de medewerkers van de dienst
schuldbemiddeling/budgethulpverlening. Zij kunnen ook via het internet op zoek gaan naar het antwoord op
onderstaande vragen.
a. wat doet een dienst budgethulpverlening in het algemeen?
b. wat is budgetbegeleiding?
c. wat houdt budgetbeheer in?
d. wat is collectieve schuldenregeling?
e. ken ik de dienst schuldbemiddeling van het OCMW en/of CAW in de buurt/regio van waar ik woon?
Achtergrondinformatie
Op het internet kunnen de leerlingen de antwoorden op bovenstaande vragen zoeken.
-Voor de begrippen ‘dienst schuldbemiddeling’, ‘budgetbeheer’, ‘budgetbegeleiding’ zijn verschillende bronnen
mogelijk, voornamelijk sites van OCMW’s.
-Voor het begrip collectieve schuldenregeling: www.mineco.fgov.be
-De dienst schuldbemiddeling in je eigen buurt opzoeken kan via: www.centrumschuldbemiddeling.be,
www.steunpuntschuldbemiddeling.be, www.observatoire-credit.be, www.vsz.be
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
62
Opgelet: op het internet geven verschillende bronnen een omschrijving van de begrippen. Het kan zijn dat de
leerlingen andere en even correcte omschrijvingen vinden dan de omschrijving die hieronder is aangegeven.
Budgetbegeleiding:
De cliënt in budgetbegeleiding wordt begeleid bij de besteding van zijn budget. Hij leert zelf budgetteren. De
cliënt behoudt zijn autonomie en verantwoordelijkheid. Hij beheer zijn eigen budget met advies en steun van de
begeleider. De beslissingsbevoegdheid ligt nog steeds bij de cliënt
Budgetbeheer
Het geldbeheer wordt volledig of gedeeltelijk overgenomen door de hulpverlener. De cliënt ontvangt leefgeld
voor zijn dagelijkse uitgaven maar alle (of sommige) andere (af)betalingen gebeuren door de hulpverlener.
Collectieve schuldenregeling
Wanneer iemand in een situatie belandt van duurzame schuldoverlast –wat betekent dat hij de schulden niet
meer of niet binnen een haalbare termijn kan aflossen- kan die persoon een collectieve schuldenregeling
aanvragen bij de rechtbank. De rechter beslist over het al dan niet toestaan van een collectieve
schuldenregeling.
Niet iedereen kan in een collectieve schuldenregeling stappen. Handelaars komen vb. niet in aanmerking,
mensen die zichzelf opzettelijk ‘onvermogend’ hebben gemaakt evenmin.
Als de collectieve schuldenregeling wordt toegestaan, stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan. Die
schuldbemiddelaar ontvangt alle inkomsten van de schuldenaar en betaalt de schuldeisers zoals
overeengekomen in het afbetalingsplan. De rest van het geld – die som is eveneens vast gelegd in het plan en
houdt dus rekening met de behoeften van de schuldenaar en diens gezin- wordt overgemaakt aan de
schuldenaar. Die kan met dit geld zijn lopende facturen en dagelijkse kosten betalen. Dit is het zogenaamde
leefgeld. De schulden die op het einde van het afbetalingsplan nog niet betaald werden, kunnen onder
voorwaarden worden kwijtgescholden.
Bron
‘in the pocket’ – lessuggesties over verantwoord geld beheren en consumeren
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
63
Invulblad
1.Wat doet een dienst schuldbemiddeling/budgethulpverlening in het algemeen?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
2.Wat is budgetbegeleiding?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
3.Wat houdt budgetbeheer in?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
4.Wat is collectieve schuldenregeling?
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
___________________________________________________________________________________________
5.Ken ik de dienst schuldbemiddeling van het OCMW en/of CAW in de buurt/regio van waar ik woon?
___________________________________________________________________________________________
__________________________________________________________________________________________
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
64
LES 20: JONGEREN IN FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN
AAN HET WOORD
Aan de hand van een aantal richtvragen en interviews met jongeren in schuldenoverlast wordt het thema in al
zijn facetten bespreekbaar gemaakt.
Doel
1. Vakoverschrijdende eindtermen
DE LEERLINGEN…
…toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart;
…zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld;
…geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan;
…lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en
internationale context;
Daarnaast ontwikkelen ze volgende vaardigheden…
communicatief vermogen, empathie, exploreren, initiatief, kritisch denken, open en constructieve houding,
respect, verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid, zorgvuldigheid, zorgzaamheid
2. Algemeen
De hoofddoelstelling van deze oefening is om jongeren bewust te maken van het belang van het doordacht
omspringen met hun financiële mogelijkheden. Dit gebeurt aan de hand van de volgende deeldoelstellingen.
- Het thema ‘overmatige schulden’ bespreekbaar maken
- Herkenbare wanpraktijken/verleidingen aankaarten.
- Met de jongeren nagaan waar de eigen verantwoordelijkheden liggen.
- Hun beleving van de consumptiemaatschappij bespreken.
Beschrijving
Voorbereiding: De leerlingen overlopen per twee de vragenlijst over kosten en schulden (zie bijlage). De
jongeren leven zich in dat zij op eigen benen staan, werken naar hun diploma en zelf instaan voor kosten, maar
vanuit hun eigen leefwereld.
Na ongeveer 15 minuten kan dit afgerond worden. De leerkracht overloopt de vragen klassikaal en kan stilstaan
bij bepaalde vragen indien nodig.
Opmerking: met ‘jongeren’ in de vragenlijst worden 18 tot 25-jarigen bedoeld.
Doornemen van een getuigenis van een jongere met overmatige schuldenlast. De leerkracht en leerlingen
bekijken de interviews uop www.allesovercenten.be. De interviews bouwen verder op de vragenlijst die zij in
de eerste fase zelf hebben beantwoord.
De leerlingen krijgen even de tijd om hun interview te lezen of al luidop met elkaar mondeling te overlopen. De
leerkracht laat daarna enkele groepjes het interview ( of een deel van het interview) luidop voor de klas
brengen met opnieuw één interviewer en iemand die in de rol van de jongere kruipt.
Indien de tijd beperkt is, kan de leerkracht even de groepjes overlopen waarbij de leerlingen beknopt de
situatie van de persoon uit hun interview beschrijven.
Er kan ook gewerkt worden met vragen die de leerkracht kan gebruiken om de interviews en het thema
klassikaal te bespreken.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
65
Achtergrondinformatie
interviews te raadplegen op www.budgetsurvivalkids.be
Via www.budgetsurvivalkids.be is ook een kortfilm met getuigenissen te raadplegen. Deze film kan ook ontleen
worden op dvd bij [email protected]
www.budgetsurvivalkids.be
www.jac.be
www.centrumschuldbemiddeling.be
Deer leerkracht kan, nadat de leerlingen de interviews hebben doorgenomen, klassikaal volgende vragen
stellen en bespreken.
Zijn er zaken waarvan je bent geschrokken toen je jouw interview las?
Wat is er opvallend aan de situatie van de geïnterviewde jongeren?
Zijn er zaken waar je het niet eens over bent met de geïnterviewde jongeren?
Hoe sta je tegenover de oorzaak van zijn/haar schuldenprobleem? Heeft de jongere er zelf een groot
aandeel in of spelen externe factoren een belangrijke rol?
Zijn er bepaalde zaken die je herkent vanuit je eigen leefwereld?
Welke conclusie kan je voor jezelf trekken na het lezen van dit interview?
Vind je het goed dat je makkelijk een lening kunt afsluiten of zaken op afbetaling kunt kopen?
Welke zaken heb je gelezen/gehoord over hulpverlening?
Zijn er zaken die je zou wijzigen aan je antwoorden op de voorbereidende vragen?
Is dit voor jullie een ‘ver-ban-mijn-bed-show’ of juist niet?
…
Antwoorden op de vragenlijst:
1. Welke elementen worden als belangrijke factoren die een rol spelen in de schuldenproblematiek van de
jongeren aangegeven? Wat bedoelt de jongere met ‘niets is gratis’ denk je?
- Alles is duur
- ‘Niets is gratis’ (ook al lijkt het soms zo)
- Werkloos zijn, niet uitkeringsgerechtigd
- Kleine lettertjes op brieven en contracten niet lezen
- ‘Boven je stand leven’
De jongere geeft aan dat niets gratis is, ook al lijkt het zo. De term ‘gratis’ zie je heel vaak in winkelomgevingen.
Dit doet mensen kopen maar als je goed leest en oplet zie je vaak dat er zaken aan verbonden zijn waar je toch
moet voor betalen.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
66
2. Wat wil de teller meegeven in de film?
De teller wil erop wijzen dat we de hele dag door kosten maken zonder dat we daar vaak bij stil staan.
De teller gaat telkens naar beneden als er kosten worden gemaakt. Zowel als men de koffiemachine opzet als
de tv worden er kosten gemaakt. Jongeren staan er soms niet bij stil dat de energiefactuur oploopt bij elk
verbruik van dagdagelijkse apparaten. Pas als zij op eigen benen gaan staan worden zij geconfronteerd met de
werkelijke kosten.
De teller komt doorheen de ganse film terug, ook bij deel twee, wanneer twee jongeren gaan winkelen. 2
3. Bij welke diensten zijn de jongeren gaan aankloppen voor hulp? Waren zij gemotiveerd om hulp te zoeken?
Het OCMW wordt genoemd en het JAC (jongeren advies centrum). Zij kunnen mensen met financiële
problemen opvangen en gericht doorverwijzen indien nodig.
Een jongere vertelt dat zij zich aanvankelijk te trots voelde om hulp te zoeken. Zij geeft echter aan dat dit haar
zeer goed vooruit geholpen heeft.
4. Herken je de budgetmeter? Zo ja, wat is dat precies?
De budgetmeter in de film is het toestel waar de jongere zijn kaart in steekt wanneer hij elektriciteit nodig
heeft.
Een budgetmeter is een elektriciteitsmeter die wordt opgeladen via een systeem van voorafbetaling. Het
systeem is vergelijkbaar met het systeem van de prepaid-kaarten van gsm’s. Er kan maar elektriciteit worden
verbruikt zolang het bedrag, waarmee de budgetmeter werd opgeladen, niet is opgebruikt.
Doel van de budgetmeter
Een dergelijke meter geeft de mogelijkheid om je budget goed te beheren en je elektriciteit rationeel te
gebruiken (de afnemer kan bijvoorbeeld bewust minder elektriciteit verbruiken op één moment om zo te
sparen voor een andere gelegenheid).
Wanneer wordt een budgetmeter geplaatst?
Wanneer een leverancier het leveringscontract met een afnemer opzegt en de afnemer geen nieuwe
elektriciteitsleverancier zoekt of vindt, wordt de afnemer vanaf het einde van de opzegtermijn van elektriciteit
voorzien door zijn netbeheerder. Dit om te voorkomen dat de afnemer plots zonder elektriciteit en/of aardgas
valt. Het is een sociale maatregel die wettelijk wordt opgelegd aan de netbeheerders.
De levering door de netbeheerder is echter niet gratis, hij factureert het verbruik aan de afnemer. Indien de
afnemer de facturen van zijn netbeheerder niet correct betaalt, dan zal de netbeheerder een budgetmeter
plaatsen bij betrokken afnemer. Op die manier wordt enerzijds ervoor gezorgd dat de afnemer verder
elektriciteit kan afnemen, en anderzijds dat de netbeheerder toch zeker is van betaling van de door hem
geleverde elektriciteit.
De netbeheerder kan de budgetmeter pas plaatsen na het aangetekend in gebreke stellen van deze
huishoudelijke afnemer.
5. Over welke rekeningen hebben de jongeren het in hun verhaal?
Gsm- rekeningen, leningen, ziekenhuisfacturen (belang van hospitalisatieverzekering!) 3
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
67
6. Op een bepaald moment legt een jongere uit dat zij 50 euro per week krijgt van het JAC? Kun je zeggen hoe
haar begeleiding in elkaar zit?
Zou jij kunnen leven met 50 euro in de week als je zelf ook de boodschappen van voeding en verzorging moet
betalen?
Het meisje is hulp gaan vragen bij het JAC. Het JAC laat het inkomen van de jongere storten op hun rekening en
geven haar wekelijks 50 euro om van te leven. Het JAC heeft de overige schulden gestructureerd en zorgt
ervoor dat de vaste kosten (huur, EGW) worden betaald en de schulden systematisch worden afbetaald.
Meestal zijn het de diensten schuldbemiddeling van het OCMW of CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) die
de schuldhulpverlening op zich nemen. Deze diensten zijn daar ook voor erkend.
We kennen het volledige verhaal van de jongere niet. Mogelijks kon het JAC (dat zelf onderdeel is van het CAW)
dit zelf opnemen of hebben zij dit in samenwerking met de dienst schuldbemiddeling van het CAW
opgenomen.
7. Wat ziet de jongere als hij zijn auto wil gebruiken? Hoe kan je dit kaderen? Vind je het vreemd dat iemand
met financiële problemen een auto heeft?
De auto van de jongere is met wielklemmen vast gezet. Mogelijks heeft hij zeer lang niet met zijn wagen
gereden en is die lang blijven staan op dezelfde plaats of heeft de jongere andere overtredingen begaan
waardoor de klemmen op zijn wagen zijn geplaatst.
In sommige gevallen kan een auto met klemmen worden vastgezet bij verkeersovertredingen
(parkeerovertredingen). Dit kan bijvoorbeeld als je veel overtredingen maakt of als je auto te lang op eenzelfde
plaats blijft staan.
Mensen hebben vaak vooroordelen. Eén van die vooroordelen is dat mensen met overmatige schulden geen
‘luxeproducten’ zouden mogen hebben. Een auto hoort daar ook soms bij terwijl mensen een auto nodig
hebben om te gaan werken of om hun kinderen te vervoeren.
De leerlingen kunnen hier de reflectie maken wat zij zouden kunnen missen mochten zij in een schuldsituatie
terecht komen.
8. Op een bepaald moment heeft één van de jongeren het over ‘een lening aangaan om andere schulden te
betalen’. Waarom is dit meestal geen goede keuze? Wat vertelt zij hier nog bij?
Sommige banken proberen mensen te overhalen om hun schulden te groeperen en bij hen een lening aan te
gaan om de andere schulden mee af te betalen. Dat klinkt als een goed plan bij veel mensen die het overzicht
over hun schulden verliezen omdat zij dan nog één schuld hebben in plaats van verschillende andere.
Meestal is het echter zo dat dergelijke lening langer zal duren en duurder zal uitkomen dan dat je de schulden
afzonderlijk afbetaalt. Uiteindelijk heb je dan één schuld die groter is dan de schulden die je had. 4
De boodschap is dus om met je schulden zo snel mogelijk hulp te zoeken. Dat is de beste oplossing voor
iedereen.
De jongere vertelt haar ervaring over haar bankbezoek en hoe snel het geld op de rekening stond. Zij geeft
eveneens aan dat het geen goed idee is om zo te werk te gaan. De bank zou haar van alles verteld hebben waar
ze achteraf heel wat bedenkingen bij had.
Hier kan bij de leerlingen nagegaan worden hoe zij staan tegenover kredieten die zo snel verstrekt worden.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
68
9. Welke tips geven de jongeren tussen de regels mee om je te behoeden voor overmatige schulden?
- Werken
- Sparen
- Zo snel mogelijk hulp zoeken als je het gevoel hebt geen overzicht meer te hebben over je financiën/schulden
- Geen onbezonnen aankopen doen van nieuwste snufjes
- Laat je niet doen door reclame, niets is gratis
- Lees kleine lettertjes als je iets ondertekent
10. Omschrijf het winkelgedrag van de meisjes. Welke kosten maken ze allemaal?
Hun gedrag lijkt erg onbezonnen en snel. Ze halen een groot bedrag af aan de bankautomaat en ze lenen geld
aan elkaar.
Er worden verschillende kosten gemaakt:
- Geld afhalen kan geld kosten indien je dit niet bij jouw eigen bankfiliaal verricht
- Er wordt getelefoneerd
- Ze kopen spullen
- Ze gaan iets drinken
11. Welke elementen vallen op aan de shop-omgeving? Is dit herkenbaar voor jou of let je daar niet zo op als je
zelf winkelt?
Veel reclame, promoties, het woord ‘gratis’, leningen die worden aangeprezen,…
12. Tijdens het gedeelte dat de meisjes aan het winkelen zijn hoor je een jongere zeggen dat het vervelend is
dat vrienden altijd moeten voorschieten. Herken je dat? Zou je dat ook vervelend vinden? Zou jij (nog) veel
willen voorschieten aan een vriend die schulden heeft?
De leerlingen kunnen hier hun eigen ervaring en mening delen met elkaar.
Bron
Vlaams Centrum Schuldbemiddeling en jeugddienst ‘In Petto’ in samenwerking met jongeren die getuigen en
Klupartisitiek voor de regie.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
69
Invulblad
INTERVIEW MET LEERLINGEN
Welk diploma heb je of zal je hebben?
Welke vaste kosten zou je hebben als je niet meer thuis woont?
Welk inkomen denk je ongeveer te hbben?
Welke van onderstaande gegevens zijn schulden volgens jou?
- In het rood staan
- Kopen op afbetaling
- een lening afsluiten
- een openstaande rekening
- een hypothecaire lening
- aankopen met een creditkaart
Waarvoor zou jij een lening aangaan?
Wat vind je ervan dat jongeren lenen?
Waarom lenen jongeren geld, denk je?
Vind je het normaal dat jongeren schulden hebben?
Hoeveel betaal jij voor je gsm-kosten per maand?
Wat doe jij als je geld tekort hebt?
Wat doe jij als je geld over hebt?
Hoe komen mensen in overmatige schuldenlast, denk je?
Wat zou jij doen moest je voelen dat je de schulden niet meer de baas kunt?
Waar kun je terecht als je je afbetalingen niet meer kunt bijhouden?
Hoe kun je best schulden vermijden volgens jou?
Denk je dat rijke mensen ook in overmatige schuldenlast kunnen terechtkomen?
VRAGEN OVER KORTFILM JONGEREN MET SCHULDEN:
Welke elementen worden als belangrijke factoren die een rol spelen in de schuldenproblematiek van
de jongeren aangegeven? Wat bedoelt de jongere met ‘niets is gratis’ denk je?
Wat wil de teller meegeven in de film?
Bij welke diensten zijn de jongeren gaan aankloppen voor hulp? Waren zij gemotiveerd om hulp te
zoeken?
Herken je de budgetmeter? Zo ja, wat is dat precies?
Over welke rekeningen hebben de jongeren het in hun verhaal?
Op een bepaald moment legt een jongere uit dat zij 50 euro per week krijgt van het JAC? Kun je
zeggen hoe haar begeleiding in elkaar zit?
Zou jij kunnen leven met 50 euro in de week als je zelf ook de boodschappen van voeding en
verzorging moet betalen?
Wat ziet de jongere als hij zijn auto wil gebruiken? Hoe kan je dit kaderen? Vind je het vreemd dat
iemand met financiële problemen een auto heeft?
Op een bepaald moment heeft één van de jongeren het over ‘een lening aangaan om andere schulden
te betalen’. Waarom is dit meestal geen goede keuze? Wat vertelt zij hier nog bij?
Welke tips geven de jongeren tussen de regels mee om je te behoeden voor overmatige schulden?
Omschrijf het winkelgedrag van de meisjes. Welke kosten maken ze allemaal?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
70
Welke elementen vallen op aan de omgeving? Is dit herkenbaar voor jou of let je daar niet zo op als je
zelf winkelt?
Tijdens het gedeelte dat de meisjes aan het winkelen zijn hoor je een jongere zeggen dat het
vervelend is dat vrienden altijd moeten voorschieten. Herken je dat? Zou je dat ook vervelend vinden?
Zou jij (nog) veel willen voorschieten aan een vriend die schulden heeft?
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
71
TOOL 1: SPEL PING
PING is een online spel voor gebruik in secundaire scholen, dat een basis moet bieden om met leerlingen van
de 2de en 3de graad secundair onderwijs een gesprek aan te gaan over armoede en wat het betekent om arm
te zijn. Je kruipt in de huid van Jim of Sofia, die door omstandigheden op straat belanden en hun eigen weg
moeten vinden.
Zie: www.povertyisnotagame.com
TOOL 2: SPEL OP EIGEN BENEN
Je bent werkzaam binnen onderwijs, welzijn, bijzondere jeugdzorg, jeugdwerk, … en je komt soms in contact
met jongeren die op eigen benen (willen) staan. Hoe maak je dit thema bespreekbaar? Hoe maak je jongeren
wegwijs in de wirwar van papierwerk en gevoelens? Wat zijn de rechten en plichten van de jongere? Het spel
OP EIGEN BENEN biedt een antwoord op deze vragen. Spelenderwijs ontdekken jongeren alles over zelfstandig
wonen en wat erbij komt kijken. Als begeleider kan je met dit spel aan de slag om op een ludieke en
interactieve manier met jongeren rond dit thema te werken.
Te ontlenen via: project schuldpreventie in de Westhoek
TOOL 3: SPEL MONEYMENTOR
Trouwen, kinderen krijgen, een huis of een auto kopen, al dan niet sparen of beleggen, … In uw leven neemt u
heel wat beslissingen met financiële consequenties. Om op een leuke en leerrijke manier inzicht te krijgen in
het beheren van uw budget is er het gezelschapsspel Money Mentor.
Te ontlenen via: project schuldpreventie in de Westhoek
TOOL 4: SPEL BIJ TOOLBOX ‘LAAT JE GELDEN ’
‘Laat je gelden’ is een participatief preventieproject rond jongeren en schulden opgericht door CAW Stimulans
Kortrijk en Groep Intro Kortrijk.
Doelstelling: in groepsverband preventief werken rond schulden. Doelgroep: kwetsbare jongvolwassenen die
aan de start staan van hun zelfstandig leven. Inhoud: een concreet preventief werkpakket met uitgeschreven
visie, handleiding en CD-ROM met methodieken (waaronder ook een spel).
Te ontlenen via: project schuldpreventie in de Westhoek
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
72
TOOL 5: SPEL ‘PATS & CO ’
Een interactief spel over jongeren in armoede. Pats en Mike zijn net (niet) klaar met hun studies en willen
samen iets van het leven maken: een toffe job, samenwonen, genieten, volop leven... In Pats&co kruip je als
speler in de huid van Patsy en maak jij de keuzes.
Zie: www.patsenco.be
TOOL 6: THEATER ‘HET VEL VAN EEN KEI ’
Sam en Kris wonen in een armtierig huizeke in een verpauperde buurt met een slechte reputatie. Ze leven in
armoede en op school hebben ze het moeilijk. Er is geen geld voor de schoolkosten of uitstappen; geen geld
voor duurdere merkkledij.
Ze staan er wezenloos bij als de anderen een colablikje uit de automaat halen. Hun namen staan vermeld op de
lijst van achterstallige rekeningen. Ze worden uitgesloten, uitgelachen, gepest omdat ze “krapuul” zijn uit de
slechte wijk.
Het gaat van kwaad naar erger.Tot hun ouders ingrijpen. Na een gesprek met de schooldirectie, waar ze op
onbegrip stuiten, besluiten ze hun kinderen uit de school weg te halen.
Ze komen nu aan deze nieuwe schoolgemeenschap (de school van opvoering) vragen of hun kinderen wel
degelijk welkom zijn. Ze willen immers die verschrikking geen tweede keer meemaken. Zo vertellen ze wie ze
zijn, hoe ze leven, wat ‘armoede’ precies betekent.
Hun uiteenzetting zal niet meteen hun financieel probleem oplossen. Ook in deze school zullen ze de
rekeningen niet kunnen betalen; immers… ‘men kan geen kei het vel afstropen”.
Al wat ze wèl kunnen doen is : smeken om begrip… en hopen…
Zie: www.pacoproducties.be
TOOL 7: THEATER ‘TARGET IN POCKETGAME ’
De vijftienjarige Eline, lief en behulpzaam, gaat al een jaar lang gebukt onder een diep geheim dat ze angstvallig
voor zich houdt. Van één ding is ze zeker: niemand zal haar dat geheim ontfutselen.
Niemand zal er in slagen haar belofte te doen breken.
Het leven van een heel bijzonder iemand hangt ervan af. Dat mysterieus engagement en haar vastberadenheid
zal haar echter in een nachtmerrie doen belanden. Want….
Eline komt in contact met Lars, die zich op een stoere manier opdringt. Eline houdt het alleen bij vriendschap,
meer niet. Maar algauw leert ze Lars beter kennen en het is haar meteen duidelijk: hij is verslaafd aan
gewelddadige computergames.
Door die verslaving maakt Lars heel wat schulden en komt hij in grote moeilijkheden. Eline probeert hem op
andere gedachten te brengen. Maar niets helpt.
Lars zal zich ook steeds agressiever gaan gedragen. Om haar geld af te persen begint hij Eline te bedreigen en
vooral te ‘bewerken’ via cyberpesten.
Lars maakt zich ook schuldig aan steaming.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
73
Tot er nog iemand opduikt: de vader van Lars die zelf met haar contact opneemt.
Hij zal haar helpen bij een opdracht voor een jeugdvereniging: hoe jongeren dienen om te gaan met zakgeld.
Hoe je geld beheren en hoe vermijden dat je schulden maakt.
Ondertussen gaat de situatie met Lars van kwaad naar erger en Eline geraakt er meer en meer bij betrokken.
Beetje bij beetje komt ze tot een onthutsende vaststelling: ze is zelf een target – een doelwit – in een game dat
te maken heeft met haar geheim…
TOOL 8: FILM ‘GRENSLAND ’
'Grensland' is een beklijvende documentaire die de stelling 'werk lost armoede op' kritisch onder de loep
neemt. We volgen het leven van vijf mensen in een sociale woonwijk, met als centrale spil het buurthuis. De
hoofdverteller en gids doorheen 'Grensland' is Luc, een ex zelfstandige bankdirecteur en informatica specialist
die na een dubieus en fel omstreden ontslag in 2003 aan lager wal is geraakt. Pascal heeft als kraker steeds in
onzekerheid geleefd, maar probeert nu met een nieuwe job bij de buurtdienst een zo normaal mogelijk leven
te leiden. Martine woont tegenover het buurthuis. Toch komt ze er nooit. Als alleenstaande moeder met 8
kinderen en een kleinkind ten laste, heeft ze steeds haar handen vol. Sylvère komt er wel regelmatig. Op 19
jarige leeftijd heeft hij zijn arm verloren bij een arbeidsongeluk. Tine is het tegengif voor het pessimisme van
Luc. Na een gevecht met kanker en een moeilijke echtscheiding, ontdekte ze dat het mogelijk is de spiraal van
ellende te keren
TOOL 9: BOEK ‘IK BEN IEMAND/NIEMAND’
Armoede zit in Vlaanderen vaak verborgen achter anonieme gevels. Toch is het een harde realiteit voor één op
tien gezinnen.
Ik ben Iemand/Niemand is het unieke verhaal van Emilie en haar gezin. Voor het eerst slaagt iemand erin om
van bij haar geboorte tot vandaag, 31 jaar later, alles neer te laten schrijven in een roman. Ze vertelt over haar
turbulente school- en liefdesleven, maar vooral over een leven in generatie -armoede in onze
welvaartsmaatschappij.
Met Ik ben Iemand/Niemand publiceert Guy Didelez opnieuw een aangrijpend, romantisch, soms humoristisch
verhaal, dat je niet licht zal vergeten. Het is vooral een boek dat respect afdwingt voor de kracht en de
overlevingsvaardigheden die bij gezinnen in armoede dagelijks aan de orde zijn.
Guy werkte voor dit verhaal samen met Lieven De Pril, die professioneel en als vrijwilliger actief is bij
Welzijnzorg -Armoede Uitsluiten en de vzw Welzijnsschakels, waar armen het woord nemen. Hij bouwde via
deze werking vriendschapsrelaties op met veel gezinnen in verborgen armoede. In augustus 2007 vroeg één
van hen om hun levensverhaal uit te schrijven.
Lesbundel – schuldpreventie in de Westhoek
74
In het nawoord wordt de inhoud in een breder kader geplaatst want het staat model voor het leven van veel
andere mensen die generatie-arm zijn. Deze website brengt interviews met de hoofdfiguren en
achtergrondinformatie. Er wordt een vormingspakket aangemaakt voor de hulpverlening en onderwijswereld
en om mee aan de slag te gaan bij groepen of verenigingen van mensen in armoede. Er zijn plannen voor een
theaterbewerking.
TOOL 10: WEBSITES
Zie: www.vlaamscentrumschuldenlast.be – links
Zie: www.facebook.com/tellertje